Kennisbank voor het notariaat

Verwachter heeft recht op bijgeschreven rente over bezwaarde onderbedelingsvordering

E overlijdt in 2004 en laat na zijn vrouw (V) en dochter (D). Het testament bevat een ouderlijke boedelverdeling en V en D zijn benoemd tot enige erfgenamen. Verder is bepaald dat D erfgenaam is voor het gedeelte van de nalatenschap dat overeenkomt met haar legitieme portie, onder de last om, hetgeen zij als bezwaarde van de nalatenschap bij haar overlijden onverteerd en onvervreemd zal nalaten, uit te keren aan verwachter stichting S. Krachtens de ouderlijke boedelverdeling is V verplicht om wegens overbedeling aan D een bedrag gelijk aan de waarde van haar erfdeel schuldig te erkennen. De rente over de onderbedelingsvordering van D is pas opeisbaar na het overlijden van V, tenzij V er voor kiest de rente eerder opeisbaar te maken. D overlijdt in 2008, waarna V de bezwaarde onderbedelingsvordering voldoet aan S tezamen met de gerijpte rente vanaf de datum van overlijden van D. In geschil is of S ook recht heeft op de rente over de bezwaarde vordering over de periode 2004 (overlijdensdatum van E) tot en met de datum van overlijden van D.
Het Hof vernietigt het vonnis van de Rechtbank waarin de Rechtbank oordeelde dat S geen recht heeft op deze rente. Volgens het Hof bevat het testament een voldoende duidelijk aanknopingspunt voor de conclusie dat E heeft bedoeld de rente aan S als verwachter te laten toekomen, omdat uit het testament blijkt dat het de wens van E was S te begunstigen, met dien verstande dat dit niet ten koste mocht gaan van de aanspraken van D en de wens om V verzorgd achter te laten.
De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep onder verwijzing naar art. 81 RO.

Bekijk samenvatting procedure
Instantie Hoge Raad
Uitspraakdatum 15-01-2016
ECLI ECLI:NL:HR:2016:47
Zaaknummer 14/05018
Bijzondere kenmerken Artikel 81 RO-zaken ; Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
  • JWB 2016/36
  • RvdW 2016/146
  • ERF-Updates.nl 2016-0025

E overlijdt in 2004 en laat na zijn vrouw (V) en dochter (D). Het testament bevat een ouderlijke boedelverdeling en V en D zijn benoemd tot enige erfgenamen. Verder is bepaald dat D erfgenaam is voor het gedeelte van de nalatenschap dat overeenkomt met haar legitieme portie, onder de last om, hetgeen zij als bezwaarde van de nalatenschap bij haar overlijden onverteerd en onvervreemd zal nalaten, uit te keren aan verwachter stichting S. Krachtens de ouderlijke boedelverdeling is V verplicht om…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Gerelateerde wetstoelichtingen


Tweetrapsmakingen (art. 4:141 BW)