Kennisbank voor het notariaat

Verkrijging juridisch eigendom van art. 4 WBR-aandelen is belastbaar feit voor overdrachtsbelasting bij verkrijging door (beheerder van) Sondervermögen

X is een naar Duits recht opgerichte Kapitalverwaltungsgesellschaft. In 2015 heeft X aandelen verkregen in vier Nederlandse onroerendezaakrechtspersonen. X heeft de aandelen gekocht namens een ''Sondervermögen'' (hierna: SV), wat naar Duits recht wordt aangemerkt als een afgescheiden vermogen zonder rechtspersoonlijkheid. Het SV belegt voor rekening en risico in onroerende zaken voor de deelnemers in het SV.

In geschil is of X over de verkrijgingen van de aandelen in de onroerendezaakrechtspersonen in Nederland overdrachtsbelasting is verschuldigd. Zowel de Rechtbank als het Hof oordelen dat X geen belang heeft verkregen.

In cassatie vernietigt de Hoge Raad de uitspraken van de Rechtbank en het Hof en oordeelt (conform de conclusie van de A-G) dat het belastbare feit voor de overdrachtsbelasting de verkrijging van de juridische of de economische eigendom van in Nederland gelegen onroerende zaken is (art. 2 lid 1 en 2 WBR). In art. 4 WBR wordt een uitbreiding gegeven aan het begrip onroerende zaken die bewerkstelligt dat onder omstandigheden ook overdrachtsbelasting wordt geheven ter zake van de verkrijging van aandelen in zogenoemde onroerendezaakrechtspersonen. Art. 4 WBR bevat geen zelfstandige omschrijving van het belastbare feit. Er is daarom geen reden om te veronderstellen dat als belastbaar feit niet zou moeten worden aangemerkt de verkrijging van (uitsluitend) de juridische eigendom van onroerendezaakaandelen. De wetswijziging in 2008 waarbij het begrip belang werd ingevoerd, strekte ertoe om constructies met soortaandelen te bestrijden en uit de wetsgeschiedenis kan niet worden afgeleid dat het tevens de bedoeling is geweest om het begrip ‘verkrijging’ in die zin te beperken dat belasting niet wordt geheven ter zake van het verkrijgen van uitsluitend de juridische eigendom.

Bekijk samenvatting procedure
Instantie Hoge Raad
Uitspraakdatum 09-04-2021
ECLI ECLI:NL:HR:2021:504
Zaaknummer 20/00859
Bijzondere kenmerken Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
  • V-N Vandaag 2021/858
  • FutD 2021-1152 met annotatie van Fiscaal up to Date
  • Viditax (FutD), 09-04-2021
  • NTFR 2021/1245 met annotatie van Mr. D.C. Simonis
  • V-N 2021/17.13 met annotatie van Redactie
  • Fiscoloog 2021-0130
  • NLF 2021/0790 met annotatie van Yves Gassler
  • FED 2021/75 met annotatie van G.G.M. Snoeks
  • BNB 2021/128 met annotatie van J.P. BOER

X is een naar Duits recht opgerichte Kapitalverwaltungsgesellschaft. In 2015 heeft X aandelen verkregen in vier Nederlandse onroerendezaakrechtspersonen. X heeft de aandelen gekocht namens een ''Sondervermögen'' (hierna: SV), wat naar Duits recht wordt aangemerkt als een afgescheiden vermogen zonder rechtspersoonlijkheid. Het SV belegt voor rekening en risico in onroerende zaken voor de deelnemers in het SV.In geschil is of X over de verkrijgingen van de aandelen in de onroerendezaakrechts…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Gerelateerde wetstoelichtingen


Fictieve onroerende zaken (art. 4 WBR)