Stuitingsbrieven gericht aan notariskantoor waar domicilie was gekozen in hypotheekakte hebben rechtsgevolg

X is hoofdelijk aansprakelijk voor een hypotheekschuld. De woning waarop de hypotheekschuld rust is in 2012 executoriaal geveild wegens niet-nakoming van de verplichtingen uit de hypothecaire geldlening. Omdat de opbrengst hiervan niet toereikend was, is een restantschuld overgebleven. In geding is of deze vordering inmiddels is verjaard. De Voorzieningenrechter oordeelt dat dit niet het geval is nu de verjaring steeds tijdig is gestuit door hypotheekhouder H. H heeft in 2017 en 2021 een stuitingsbrief naar het notariskantoor gestuurd waar X haar woonplaats heeft gekozen in de gepasseerde hypotheekakte. Op grond van art. 1:15 lid 1 BW kan een persoon een andere woonplaats dan zijn werkelijke kiezen indien hiervoor een redelijk belang aanwezig is. Volgens de Voorzieningenrechter is sprake van een redelijk belang, aangezien H te allen tijde de mogelijkheid moet hebben om de verjaring te kunnen stuiten als de situatie zich voordoet dat van de schuldenaar geen adres (meer) bekend is. Voorts heeft X H niet op de hoogte gesteld van haar adreswijzigingen, terwijl X op grond van de algemene bepalingen van de hypothecaire geldlening verplicht was dit wel te doen. Tot slot komt het feit dat het notariskantoor de stukken niet aan X heeft doorgestuurd voor rekening en risico van X nu zij het notariskantoor heeft gekozen en betaald.