Kennisbank voor het notariaat

Recht op teruggaaf btw bij verbreking van fiscale eenheid

A is enig aandeelhouder van Holding B BV, die op haar beurt alle aandelen houdt in C BV. A, B BV en C BV vormen fiscale eenheid X voor de omzetbelasting. In 2002 en 2003 reikt C BV aan diverse afnemers facturen uit wegens aan hen verrichte prestaties waarvan de btw door de fiscale eenheid X is voldaan. De afnemers betalen de facturen niet. Medio 2005 treedt C BV uit de fiscale eenheid. In 2007 verzoekt fiscale eenheid X btw-teruggaaf. De verzoeken hebben betrekking op de btw van de door C BV in 2002 en 2003 uitgereikte facturen die oninbaar zijn geworden voordat C BV de fiscale eenheid verliet. In de procedure staan twee vragen centraal:
1. Zijn de verzoeken om teruggaaf tijdig ingediend? En, zo ja,
2. Zijn de verzoeken om teruggaaf ingediend door de juiste ondernemer?
Zowel het Hof als de Rechtbank oordelen dat de verzoeken niet tijdig zijn ingediend. Wanneer het recht op teruggaaf is ontstaan nadat C BV is uitgetreden uit de fiscale eenheid X, komt aan X niet het recht op teruggaaf toe, aangezien de oninbare vorderingen tot het bedrijfsvermogen van C BV behoren (art. 3a Uitv.besch.OB). Volgens de Hoge Raad is het recht op teruggaaf ontstaan in de periode dat C BV geen deel meer uitmaakte van de fiscale eenheid en heeft het Hof derhalve terecht geoordeeld dat X niet degene is die aanspraak kan maken op de teruggaaf. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.

Bekijk samenvatting procedure
Instantie Hoge Raad
Uitspraakdatum 07-02-2014
ECLI ECLI:NL:HR:2014:226
Zaaknummer 12/02540
Bijzondere kenmerken Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
  • V-N Vandaag 2013/752
  • V-N Vandaag 2014/227
  • V-N 2014/10.16 met annotatie van Redactie
  • Belastingadvies 2014/6.11
  • BNB 2014/73 met annotatie van D.B. Bijl
  • FED 2014/39 met annotatie van W.P. Otto, M. Mutsaers
  • FutD 2014-0267 met annotatie van Fiscaal up to Date
  • JOR 2014/223
  • NTFR 2015/111
  • NTFR 2014/679 met annotatie van E.H. van den Elsen

A is enig aandeelhouder van Holding B BV, die op haar beurt alle aandelen houdt in C BV. A, B BV en C BV vormen fiscale eenheid X voor de omzetbelasting. In 2002 en 2003 reikt C BV aan diverse afnemers facturen uit wegens aan hen verrichte prestaties waarvan de btw door de fiscale eenheid X is voldaan. De afnemers betalen de facturen niet. Medio 2005 treedt C BV uit de fiscale eenheid. In 2007 verzoekt fiscale eenheid X btw-teruggaaf. De verzoeken hebben betrekking op de btw van de door C BV in…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle