Kennisbank voor het notariaat

Mede-eigenaars hebben gezamenlijk slechts eenmaal recht op vrijstelling van tien woningen voor verhuurderheffing

A is met haar twee zussen gerechtigd tot 44 huurwoningen. Bij de aangifte verhuurderheffing brengt zij de gemiddelde WOZ-waarde van 10 huurwoningen in aftrek op de heffingsgrondslag (ex art. 1.6 Wet maatregelen woningmarkt 2014 II). A is het echter niet eens met de verschuldigde belasting en maakt bezwaar tegen de aangifte. A stelt onder meer dat de verhuurderheffing een inbreuk is op haar eigendomsrecht (art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM) en dat een vrijstelling van 30 huurwoning zou moeten gelden, nu sprake is van drie mede-eigenaren.
De Rechtbank oordeelt dat belastingheffing op zichzelf een inbreuk op eigendom met zich brengt, maar dat deze inbreuk in casu is gerechtvaardigd nu de wetgever binnen de grenzen van de hem toekomende beoordelingsvrijheid is gebleven. Het beroep van A op discriminatie wordt eveneens afgewezen, omdat de keuze om heffing te beperken tot verhuurders in de gereguleerde sector, niet van een redelijke grond is ontbloot. Ook de stelling van A dat de vrijstelling leidt tot een willekeurige en arbitraire uitkomst wordt door de Rechtbank afgewezen. Uit de parlementaire geschiedenis blijkt dat de wetgever heeft onderkend dat, door de keuze om voor het vaststellen van de belastingplichtige voor de verhuurderheffing aan te sluiten bij degene aan wie de WOZ-beschikking is uitgereikt, als gevolg van gemeentelijke beleidsregels de ene mede-eigenaar wel als belastingplichtige kwalificeert en de andere niet. Mede vanwege de uitvoerbaarheid en eenvoud, is dit onderscheid door de wetgever echter bewust aanvaard. Van deze bewuste keuze kan volgens de Rechtbank niet worden gezegd dat deze van redelijke grond ontbloot is. Door uitreiking van de WOZ-beschikking van alle 44 woningen aan A, is A belastingplichtige, en per belastingplichtige geldt een vrijstelling van 10 woningen.
Het beroep van A wordt ongegrond verklaard.

Bekijk samenvatting procedure
Instantie Rechtbank Gelderland
Uitspraakdatum 22-03-2016
ECLI ECLI:NL:RBGEL:2016:1584
Zaaknummer AWB - 15 _ 3429
Bijzondere kenmerken Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
  • V-N Vandaag 2016/670
  • V-N 2016/29.2.4
  • FutD 2016-0811
  • NTFR 2016/1240 met annotatie van De redactie

A is met haar twee zussen gerechtigd tot 44 huurwoningen. Bij de aangifte verhuurderheffing brengt zij de gemiddelde WOZ-waarde van 10 huurwoningen in aftrek op de heffingsgrondslag (ex art. 1.6 Wet maatregelen woningmarkt 2014 II). A is het echter niet eens met de verschuldigde belasting en maakt bezwaar tegen de aangifte. A stelt onder meer dat de verhuurderheffing een inbreuk is op haar eigendomsrecht (art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM) en dat een vrijstelling van 30 huurwoning zou moeten…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle