M na echtscheiding niet bevoegd om ondernemingsactiviteiten te vervreemden zonder toestemming van V
M en V waren sinds 1987 getrouwd in gemeenschap van goederen en zijn in 2022 officieel gescheiden. Na het verzoek tot echtscheiding, maar vóór de verdeling van de huwelijksgemeenschap, heeft M zijn eenmanszaak ingebracht in een BV en daarbij de goodwill en activa verkocht zonder instemming van V. Het Hof oordeelt dat M daartoe niet bevoegd was, omdat deze goederen tot de ontbonden gemeenschap behoorden en hij daarvoor instemming van V nodig had (art. 3:170 lid 2 BW). De handelingen van M mogen daarom niet nadelig zijn voor V.
Instantie | Gerechtshof Den Haag |
Uitspraakdatum | 02-10-2024 |
ECLI | ECLI:NL:GHDHA:2024:2027 |
Zaaknummer | 200.305.428/01 & 200.305.428/02 |
Bijzondere kenmerken | Hoger beroep ; Beschikking |
Vindplaatsen | |
|
M en V waren sinds 1987 getrouwd in gemeenschap van goederen en zijn in 2022 officieel gescheiden. Na het verzoek tot echtscheiding, maar vóór de verdeling van de huwelijksgemeenschap, heeft M zijn eenmanszaak ingebracht in een BV en daarbij de goodwill en activa verkocht zonder instemming van V. Het Hof oordeelt dat M daartoe niet bevoegd was, omdat deze goederen tot de ontbonden gemeenschap behoorden en hij daarvoor instemming van V nodig had (art. 3:170 lid 2 BW). De handelinge…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.