Kwijtschelding schuld leidt tot vergoedingsrecht op basis van de beleggingsleer

Het geregistreerd partnerschap van M en V is ontbonden. Tot de ontbonden gemeenschap van goederen behoort onder meer een woning. M en V hebben tijdens de koop een deel van de koopprijs gefinancierd met een lening bij de ouders van M. Één maand voordat V het verzoek tot ontbinding van het geregistreerd partnerschap had ingediend, hebben de ouders van M de lening kwijtgescholden met toepassing van de uitsluitingsclausule. In geschil is waarop de kwijtschelding betrekking heeft. 
De Rechtbank oordeelt dat het feit dat de schenking is gedaan in de vorm van een kwijtschelding van een eigenwoningschuld van partijen gezamenlijk, niet afdoet aan de werking van de uitsluitingsclausule. Er is geen wezenlijk verschil tussen een schenking onder uitsluiting in de vorm van een kwijtschelding en het storten van een bedrag van gelijke omvang op de rekening van de man, waarmee de man vervolgens de gemeenschapsschuld zou aflossen. Door de schenking van de ouders van M is privévermogen van M ontstaan dat is aangewend om een gemeenschapsschuld te voldoen. Hierdoor is een vergoedingsrecht ontstaan van M waarop de beleggingsleer van art. 1:87 BW van toepassing is.