Geen splitsingsvrijstelling indien blijkt dat minimalisering van heffing overdrachtsbelasting hoofddoel is voor de keuze voor juridische (af)splitsing
CasusIn het kader van de verbetering van het risicoprofiel wil een Pensioenstichting haar directe vastgoedportefeuille omzetten naar een indirecte vastgoedportefeuille. Ter uitvoering daarvan draagt een Pensioenstichting eerst een aanzienlijke vastgoedportefeuille over aan een nieuw door haar opgerichte BV. Deze BV splitst de onroerende zaken onmiddellijk daarna af aan een NV tegen uitreiking van aandelen in de NV aan de Pensioenstichting. De keuze voor deze constructie is mede afhank…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleProcedureverloop
Hoge Raad, 14-01-2022, ECLI:NL:HR:2022:17
Parket bij de Hoge Raad, 03-11-2021, ECLI:NL:PHR:2021:1037
Gerechtshof Amsterdam, 26-01-2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:278
Rechtbank Noord-Holland, 31-01-2018, ECLI:NL:RBNHO:2018:1050
Gerelateerde wetstoelichtingen
Vrijstelling bij fusie, splitsing en interne reorganisatie (art. 15.1.h WBR)