Kennisbank voor het notariaat

Nieuwe Europese antiwitwasregelgeving

Kennisdossier

Op 30 mei 2024 heeft de Raad van de Europese Unie het nieuwe Europese antiwitwaspakket, waaronder een antiwitwasverordening, aangenomen. Dit is de laatste stap in het Europese wetgevingsproces (het pakket is eerder al door het Europees Parlement aangenomen).

Hieronder volgt een samenvatting van het pakket (op hoofdlijnen), inclusief de gevolgen daarvan voor het notariaat.

Webinar

Wilt u meer weten over dit onderwerp? Op 11 november 2025 organiseert FBN Juristen het live webinar: Nieuwe Europese antiwitwasregelgeving in aantocht: UBO-begrip, FIU-meldplicht, Europees toezicht op het notariaat en meer.

Pakket

Het pakket bestaat uit:

  • de antiwitwasverordening1, ook wel de Anti-Money Laundering Regulation (AMLR), met verplichtingen en bevoegdheden voor meldingsplichtige entiteiten zoals notarissen bij Wwft-plichtige dienstverlening;

  • de zesde antiwitwasrichtlijn2 met verplichtingen en bevoegdheden voor publieke entiteiten zoals toezichthouders en de FIU-Nederland, en regels over het inrichten van de UBO-registers;

  • de oprichtingsverordening AMLA3 waarmee de nieuwe EU-autoriteit voor de bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering wordt opgericht: de AMLA (Authority for Anti-Money Laundering and Countering the Financing of Terrorism);

  • de herziening van de verordening betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie (Verordening (EU) 2015/847), om overmakingen van cryptoactiva transparanter en beter traceerbaar te maken.

Met de Implementatiewet ter voorkoming van witwassen en terrorismefinanciering (Iwt) wordt de zesde antiwitwasrichtlijn geïmplementeerd, de antiwitwasverordening uitgevoerd (lidstaatopties) en de Wwft ingetrokken. Het ontwerpwetsvoorstel hiervoor is op 4 juli 2025 in internetconsultatie gegaan.

Op 10 juli 2027 moet de zesde antiwitwasrichtlijn bijna volledig zijn geïmplementeerd en worden de antiwitwasverordening4 en de oprichtingsverordening AMLA van toepassing.

Een Kamerbrief van 14 mei 2025 vermeldt dat de betreffende ministers de nieuwe Europese antiwitwasregelgeving ‘zo lastenluw mogelijk’ willen implementeren, dus waar mogelijk kiezen voor de optie met de minste uitvoeringslasten voor poortwachters. De brief bevat een bijlage met een lijst van punten waarbij de ministers kiezen voor een lastenluwe implementatie van het Europese AML-pakket.

Voor het notariaat

Het nieuwe Europese antiwitwaspakket breng onder meer de volgende veranderingen voor het notariaat mee.

[Deze tekst is niet uitputtend en wordt voortdurend aangevuld]

UBO

  • UBO-drempel: 25% of meer i.p.v. meer dan 25%
    De drempel voor het zijn van uiteindelijk belanghebbende wordt vastgesteld op ‘25% of meer’ (aandelen, stemrechten, eigendomsbelang), in plaats van het huidige (Nederlandse) criterium ‘meer dan 25%’. Dat kan gevolgen hebben voor het UBO-onderzoek bij bestaande cliënten (bijvoorbeeld een 25%-aandeelhouder die opeens wel UBO is), maar ook voor de UBO-registratie van die bestaande entiteiten.

  • Lagere UBO-drempel bij aan te wijzen categorieën verhoogd risico entiteiten

    De verordening voorziet in de mogelijkheid om voor bepaalde categorieën entiteiten een lagere UBO-drempel vast te stellen, vanwege een verhoogd risico op witwassen of terrorismefinanciering. Lidstaten kunnen voorstellen doen voor dergelijke categorieën entiteiten, waarna de Europese Commissie de categorieën én de UBO-grens kan vaststellen. In beginsel niet hoger dan 15%, maar in uitzonderingsgevallen tussen de 15% en de 25%. Een Kamerbrief van 14 mei 2025 vermeldt dat in Nederland geen categorieën entiteiten bekend zijn waarbij sprake is van een dermate hoog risico dat van deze optie gebruik gemaakt dient te worden.

  • UBO-kwalificatie bij stichtingen hetzelfde als bij trusts?

    De antiwitwasverordening noemt een ‘stichting’ als juridische entiteit vergelijkbaar met een trust. Dat zou grote gevolgen hebben voor UBO-kwalificatie bij stichtingen. Bijlage 4 bij de Kamerbrief van 14 mei 2025 vermeldt hier het volgende over:

    ‘In de originele tekst van de verordening wordt gesproken over ‘foundations’. Dit is vertaald naar stichtingen. De Nederlandse rechtsvorm stichting kent echter grote verschillen ten opzichte van een foundation ook omdat zij beschikken over rechtspersoonlijkheid. Nederland beschouwt stichtingen daarom niet als vergelijkbaar aan trusts. Daardoor kunnen stichtingen onder het reguliere regime blijven. Aangezien dit gaat om interpretatie kan het betekenen dat Nederland een gesprek met de Europese Commissie zal moeten voeren over deze wijze van interpretatie.’

  • Registratieplicht UBO-register entiteiten van buiten de EU
    De verordening voorziet in een registratieplicht voor het UBO-register voor entiteiten van buiten de EU in – nog vast te stellen – hoog risico omstandigheden, als zo’n entiteit een zakelijke relatie aangaat met een Wwft-instelling in de EU, onroerend goed of andere grootwaardeproducten verwerft in de EU, of bepaalde aanbestedingen wint in de EU.

PEP

  • Burgemeesters soms ook PEP
    De lijst met PEP-functies wordt uitgebreid met onder meer burgemeesters van steden met meer dan 50.000 inwoners.5 Lidstaten kunnen de drempel van het inwonersaantal verlagen. Net als de Wwft schrijft de verordening verscherpt onderzoek voor bij een cliënt of UBO die PEP is. AMLA (de nieuwe EU antiwitwasautoriteit) zal richtsnoeren publiceren waarin bepaalde categorieën PEP-functies worden gekoppeld aan risiconiveaus.

  • Broers en zussen van bepaalde PEP’s
    Voor bepaalde familieleden van PEP’s geldt een gelijk regime als voor PEP’s. Het begrip familielid wordt uitgebreid met broers en zussen van staatshoofden, regeringsleiders, ministers en onderministers en staatssecretarissen.6

FIU-melding: van ‘ongebruikelijke’ naar ‘verdachte’ transactie

Onder de antiwitwasverordening moeten ‘verdachte’ transacties worden gemeld.7 Om instellingen te ondersteunen moet de nieuwe EU antiwitwasautoriteit (AMLA) hiervoor richtsnoeren verstrekken.8 Nederland kan geen eigen, nationale indicatoren meer voorschrijven.9

Contantenlimiet

Personen die goederen verhandelen of diensten verlenen, mogen uitsluitend contante betalingen aanvaarden of doen tot een bedrag van € 10.000. Lidstaten mogen een lagere limiet vaststellen.

Nederland is doende met een wettelijke limiet op contante betalingen boven € 3.000 voor goederen en voor diensten.

Voor het notariaat geldt overigens sinds 1 mei 2019 op grond van het Reglement contanten al een verbod om meer dan € 2.500 aan te nemen.

Wwft-instellingen erbij

De lijst van Wwft-instellingen wordt uitgebreid met onder meer:10

  • crowdfunding dienstverleners en tussenpersonen (waaronder platforms);

  • cryptodienstverleners;

  • professionele voetbalclubs bij bepaalde transacties en voetbalmakelaars (maar voor deze instellingen is de antiwitwasverordening pas vanaf 10 juli 2029 van toepassing11).

Met die instellingen kan het notariaat te maken krijgen in de praktijk, als cliënt of (tussenpersoon bij een) financier bij een transactie.


1  Verordening (EU) 2024/1624.

2  Richtlijn (EU) 2024/1640.

3  Verordening (EU) 2024/1620.

4  Art. 90 antiwitwasverordening.

5  Art. 2 lid 1 onder 34 sub a onder viii antiwitwasverordening.

6  Art. 2 lid 1 onder 35 sub d antiwitwasverordening.

7  Art. 69 antiwitwasverordening.

8  Overweging 136 antiwitwasverordening.

9  Kamerbrief van 14 mei 2025.

10  Art. 3 antiwitwasverordening.

11  Art. 90 jo. art. 3 lid 3 sub n en o antiwitwasverordening.