Kennisbank voor het notariaat

Waardering maatschapsaandeel SW van in gemeenschap van goederen gehuwde vennoot

M en V zijn gehuwd in gemeenschap van goederen en drijven samen een bedrijf in de vorm van een maatschap. In de maatschapsovereenkomst is een voortzettingsbeding opgenomen. V zet na overlijden van M op grond hiervan het bedrijf voort tegen de overnamewaarde. Bij het bepalen van de omvang van de huwelijksgemeenschap en de nalatenschap wordt het aandeel van M in de maatschap in aanmerking naar de overnamewaarde. De waarde van het aandeel van V in de maatschap wordt gesteld op de liquidatiewaarde (conform het huidige art. 21 lid 13 SW). Kind (K) stelt dat de waarde van het aandeel van V in de maatschap ook moet worden gesteld op de overnamewaarde.
Het Hof overweegt dat voor de waardering van het maatschapsaandeel in beginsel moet worden uitgegaan van de waarderingsgrondslagen zoals vermeld in de maatschapsovereenkomst (overnamewaarde). Van bijzonder belang zijn de bepalingen die zien op welk gedeelte van het vermogen de maten bij beëindiging van de maatschap bij liquidatie, uittreden of overlijden recht hebben. Een in de maatschapsovereenkomst opgenomen verblijvings- of overnemingsbeding beïnvloedt daarom de waarde van het maatschapsaandeel en daarmee de waarde van de huwelijksgemeenschap. Het aandeel van M is terecht gesteld op de overnamewaarde. Nu door ontbinding van de maatschap echter op V niet meer de verplichting rust haar onderneming door een ander te laten overnemen tegen de overnamewaarde, moet haar maatschapsaandeel worden gesteld op de waarde in het economische verkeer conform het waarderingsvoorschrift van (thans) art. 21 lid 13 SW.
De Hoge Raad oordeelt dat het Hof op goede gronden een juiste beslissing heeft genomen en verklaart het cassatieberoep ongegrond.

Bekijk samenvatting procedure
Instantie Hoge Raad
Uitspraakdatum 29-01-2016
ECLI ECLI:NL:HR:2016:115
Zaaknummer 15/02619
Bijzondere kenmerken Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
  • V-N 2016/9.16 met annotatie van Redactie
  • V-N Vandaag 2016/224
  • BNB 2016/75
  • FutD 2016-0273
  • NTFR 2016/907 met annotatie van mr. D. van Beelen
  • ERF-Updates.nl 2016-0030
  • NLF 2017/0238 met annotatie van
  • NLF 2017/0238 met annotatie van
  • FED 2016/37 met annotatie van J.W. Zwemmer
  • Belastingadvies 2016/6.11

M en V zijn gehuwd in gemeenschap van goederen en drijven samen een bedrijf in de vorm van een maatschap. In de maatschapsovereenkomst is een voortzettingsbeding opgenomen. V zet na overlijden van M op grond hiervan het bedrijf voort tegen de overnamewaarde. Bij het bepalen van de omvang van de huwelijksgemeenschap en de nalatenschap wordt het aandeel van M in de maatschap in aanmerking naar de overnamewaarde. De waarde van het aandeel van V in de maatschap wordt gesteld op de liquidatiewaarde…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Gerelateerde wetstoelichtingen


Waardering onderneming (art. 21 lid 13 SW)