Kennisbank voor het notariaat

Materieel terugwerkende kracht van art. 9 SW niet in strijd met EU-recht

Op grond van het testament van hun vader, overleden in 2003, hebben X en Y ieder een niet opeisbare onderbedelingsvordering op moeder (M) verkregen. De vordering draagt een enkelvoudige rente van 13%. In 2010 overlijdt M. In geschil is of de Inspecteur het verschil tussen de enkelvoudige rente van 13% en een samengestelde rente van 6% over de onderbedelingsvordering terecht als een fictieve verkrijging in de zin van art. 9 lid 2 SW heeft aangemerkt.
Zowel de Rechtbank, het Hof als de Hoge Raad oordelen dat de Inspecteur terecht art. 9 lid 2 SW heeft toegepast. Het doel van art. 9 SW is om te voorkomen dat door middel van een ongebruikelijk hoge rente op een onderbedelingsvordering de nalatenschap van de langstlevende ouder wordt uitgehold, zodat daarmee een fiscaal voordeel wordt behaald. Volgens de Hoge Raad kan niet worden gezegd dat dit geen legitiem doel is. Ook is geen sprake van verboden willekeur als bedoeld in art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM of strijd met het vereiste van lawfulness. De Hoge Raad oordeelt dat de wetgever de hem toekomende ruime beoordelingsvrijheid niet heeft overschreden. Evenmin is sprake van een buitensporige last.

Bekijk samenvatting procedure
Instantie Hoge Raad
Uitspraakdatum 19-06-2015
ECLI ECLI:NL:HR:2015:1673
Zaaknummer 14/04081
Bijzondere kenmerken Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
  • V-N Vandaag 2015/1321
  • RN 2015/72
  • BNB 2015/185 met annotatie van I.J.F.A. van Vijfeijken
  • FutD 2015-1517 met annotatie van Fiscaal up to Date
  • NTFR 2015/2018 met annotatie van mr. drs. B.B.A. de Kroon, LLM
  • ERF-Updates.nl 2015-0240
  • V-N 2015/33.23 met annotatie van Redactie

Op grond van het testament van hun vader, overleden in 2003, hebben X en Y ieder een niet opeisbare onderbedelingsvordering op moeder (M) verkregen. De vordering draagt een enkelvoudige rente van 13%. In 2010 overlijdt M. In geschil is of de Inspecteur het verschil tussen de enkelvoudige rente van 13% en een samengestelde rente van 6% over de onderbedelingsvordering terecht als een fictieve verkrijging in de zin van art. 9 lid 2 SW heeft aangemerkt.Zowel de Rechtbank, het Hof als de Hoge Raad&n…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Gerelateerde wetstoelichtingen


Waardering geldvorderingen (art. 9 SW)