Kennisbank voor het notariaat

Hoge Raad handhaaft restrictieve uitleg van art. 1:160 BW

M en V zijn met elkaar gehuwd geweest. Inmiddels woont V sinds 1 mei 2010 samen met een gehuwde man, Z. In verband hiermee vordert M een verklaring voor recht dat de door hem aan V verschuldigde alimentatie van rechtswege is geëindigd op grond van art. 1:160 BW.
Onder verwijzing naar HR 13 juli 2001, nr R00/120HR, ECLI:NL:HR:2001:ZC3603 oordeelt de Hoge Raad dat als een alimentatiegerechtigde met een gehuwde derde is gaan samenwonen, art. 1:160 BW restrictief moet worden uitgelegd. Ook in eerdere rechtspraak met betrekking tot art. 1:160 BW is dit wetsartikel restrictief uitgelegd en daarbij is in aanmerking genomen dat de alimentatiegerechtigde geen wettelijke aanspraak op levensonderhoud krijgt jegens degene met wie hij samenleeft als waren zij gehuwd.
Het is de vraag of het bovenstaande onverkort moet gelden indien het huwelijk van de nieuwe partner van de alimentatiegerechtigde in stand wordt gehouden om de alimentatieverplichting te laten voortduren. Anders dan het Hof heeft overwogen, brengt deze omstandigheid niet mee dat een concubinaat met een gehuwde partner binnen de reikwijdte van art. 1:160 BW komt te vallen. In deze situatie geeft nog steeds de doorslag dat toepasselijkheid van art. 1:160 BW zou leiden tot het ingrijpende gevolg dat de alimentatieplicht definitief komt te vervallen, hoewel de positie van de alimentatiegerechtigde ten opzichte van de nieuwe partner, wezenlijk verschilt van die in een huwelijk. De Hoge Raad vernietigt de beschikking van het Hof en verwijst de zaak naar Hof Arnhem-Leeuwarden ter verdere behandeling en beslissing.


Bekijk samenvatting procedure
Instantie Hoge Raad
Uitspraakdatum 20-12-2013
ECLI ECLI:NL:HR:2013:2058
Zaaknummer 12/02881
Bijzondere kenmerken Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
  • RvdW 2014/65
  • NJB 2014/87
  • RFR 2014/30
  • NJ 2014/143 met annotatie van S.F.M. Wortmann
  • JWB 2014/6
  • FJR 2014/49.7
  • JPF 2014/68
  • JIN 2014/31 met annotatie van T.C.P. Christoph
  • PFR-Updates.nl 2014-0005

M en V zijn met elkaar gehuwd geweest. Inmiddels woont V sinds 1 mei 2010 samen met een gehuwde man, Z. In verband hiermee vordert M een verklaring voor recht dat de door hem aan V verschuldigde alimentatie van rechtswege is geëindigd op grond van art. 1:160 BW. Onder verwijzing naar HR 13 juli 2001, nr R00/120HR, ECLI:NL:HR:2001:ZC3603 oordeelt de Hoge Raad dat als een alimentatiegerechtigde met een gehuwde derde is gaan samenwonen, art. 1:160 BW restrictief moet worden uitgelegd. Ook in…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle