Kennisbank voor het notariaat

Fusiefaciliteit vpb geldt niet bij doorinbreng exclusief bedrijfspand

X BV brengt in 2003 haar onderneming in in Y BV (nieuw opgericht). Vervolgens heeft Y BV de onderneming exclusief het bedrijfspand ingebracht in Z BV. De drie BV’s vormen pas per 1 januari 2004 een fiscale eenheid voor de Vpb. De inspecteur neemt ter zake van de overdracht van het bedrijfspand door X BV aan Y BV een fiscale winst bij X BV in aanmerking, omdat hij van oordeel is dat art. 14 Wet Vpb niet van toepassing is op het bedrijfspand, gezien het feit dat na de doorinbreng van de overige activa geen onderneming dan wel een zelfstandig onderdeel daarvan is achtergebleven in Y BV. Zowel de Rechtbank als het Hof oordelen dat de bedrijfsfusievrijstelling niet van toepassing is.
Beoordeeld moet worden of de overgedragen activa bij Y BV uit organisatorisch oogpunt een onafhankelijke exploitatie kunnen vormen. Op het moment dat de activa in Y BV werden ingebracht, bestond echter al het voornemen om deze activa, met uitzondering van het pand, direct door te laten zakken naar Z BV. Deze naast het pand ingebrachte activa kunnen er derhalve niet toe bijdragen dat het ingebrachte pand wordt beschouwd als een tak van bedrijvigheid dan wel als een zelfstandig onderdeel van een onderneming. Nu de verhuur van het pand  normaal vermogensbeheer niet zal overstijgen, kan het bij Y BV achtergebleven pand volgens de Hoge Raad niet als een ‘tak van bedrijvigheid’ worden aangemerkt omdat dit pand, functioneel gezien, geen onderdeel kan vormen van een uit organisatorisch oogpunt onafhankelijke exploitatie.

Bekijk samenvatting procedure
Instantie Hoge Raad
Uitspraakdatum 30-11-2012
ECLI ECLI:NL:HR:2012:BV7390
Zaaknummer 11/00167
Bijzondere kenmerken Cassatie
Download
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
  • V-N Vandaag 2012/582
  • V-N 2012/26.15 met annotatie van Redactie
  • V-N Vandaag 2012/2794
  • RN 2013/13
  • V-N 2012/61.15 met annotatie van Redactie
  • BNB 2013/32 met annotatie van R.J. DE VRIES
  • Belastingadvies 2013/2.7
  • FutD 2012-2958 met annotatie van Fiscaal up to Date
  • NTFR 2012/2794 met annotatie van mr. dr. J. Gooijer

X BV brengt in 2003 haar onderneming in in Y BV (nieuw opgericht). Vervolgens heeft Y BV de onderneming exclusief het bedrijfspand ingebracht in Z BV. De drie BV’s vormen pas per 1 januari 2004 een fiscale eenheid voor de Vpb. De inspecteur neemt ter zake van de overdracht van het bedrijfspand door X BV aan Y BV een fiscale winst bij X BV in aanmerking, omdat hij van oordeel is dat art. 14 Wet Vpb niet van toepassing is op het bedrijfspand, gezien het feit dat na de doorinbreng van de ove…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Gerelateerde wetstoelichtingen


Bedrijfsfusie (art. 14 Wet Vpb)