Door stamrecht-BV uitgeleende gelden als afkoop aangemerkt vanwege onvoldoende zekerheden

Een werknemer brengt na zijn ontslag de ontslagvergoeding in 2011 onder in een door hem opgerichte stamrecht-BV. De BV leent het gehele bedrag binnen een paar weken uit aan de dga van de BV. Na onderzoek door de Belastingdienst wordt in 2013 een leenovereenkomst opgesteld met een zakelijke rente, een aflossingsschema en zekerheden. De Belastingdienst stelt echter dat het stamrecht in 2011 is afgekocht en legt de BV een naheffingsaanslag loonheffingen 2011 op met revisierente.
De Rechtbank oordeelt dat sprake is van een onzakelijke lening omdat geen reële zekerheden zijn verstrekt. De naheffingsaanslag loonheffingen wegens afkoop is terecht opgelegd. De revisierente is ten onrechte in rekening gebracht omdat de wet dat alleen mogelijk maakt in de inkomstenbelasting.