BV die via diverse maatschappen vastgoed exploiteert en daarmee een bovengemiddeld rendement behaalt, drijft een materiële onderneming

De exploitatie van onroerende zaken wordt slechts aangemerkt als het drijven van een onderneming, indien de activiteiten naar hun aard en omvang meer omvatten dan gebruikelijk is bij een normaal vermogensbeheer (de ''plus-arbeid''-toets), dat wil zeggen dat de activiteiten strekken tot het behalen van een rendement dat het rendement bij normaal vermogensbeheer te boven gaat (de ''plus rendement''-toets). 
In casu exploiteert de BV verschillende soorten vastgoed via deelname in diverse maatschappen en dochter-BV''s. De vastgoedportefeuille is gedeeltelijk binnen de BV, de maatschappen en dochter-BV''s ontwikkeld en later verbeterd en herontwikkeld. Daardoor is het gemiddelde directe rendement ongeveer 3% hoger dan volgens de ROZ/IPD Nederlandse Vastgoedindex het geval is. Het Hof oordeelt dat aan beide toetsen wordt voldaan en dat de BV een materiële onderneming drijft. Op de schenking van één certificaat van een aandeel in de BV is derhalve de bedrijfsopvolgingsregeling van toepassing.