Beroep op verjaring tussen samenwoners verworpen: verbintenis tot nakoming na onbepaalde tijd

Rechtbank Den Haag (17 september 2025, ECLI:NL:RBDHA:2025:18302) oordeelt dat M recht heeft op vergoeding van door hem betaalde kosten voor stukadoorswerk, tuinaanleg en notariskosten voor de gezamenlijke woning die hij tijdens de relatie met V heeft gekocht. V stelt dat de vordering voor de notariskosten is verjaard, maar de Rechtbank wijst dit af. Het gaat om een verbintenis tot nakoming na onbepaalde tijd (art. 3:307 lid 2 BW), waardoor de vijfjarige verjaringstermijn pas begint te lopen vanaf het moment dat de vordering opeisbaar wordt gesteld.