Gewijzigde werkomstandigheden kwalificeren niet als onvoorziene omstandigheid voor het hoofdverblijfvereiste
X koopt samen met broer (Y) en zus (Z) in het vooruitzicht van een promotie bij een supermarktketen op 2 december 2022 een woning in Almere, die op 2 januari 2023 wordt geleverd met toepassing van het verlaagde tarief. De Rechtbank oordeelt dat de door X aangevoerde gewijzigde werkomstandigheden niet als onvoorziene omstandigheden (art. 15 lid 4 WBR) tot de conclusie kunnen leiden dat X de woning redelijkerwijs niet meer als hoofdverblijf kon gaan gebruiken. Zie voor uitspraak inzake de verkrijging van broer Y: Rechtbank Noord-Holland 2 september 2025, ECLI:NL:RBNHO:2025:10678.
Instantie | Rechtbank Noord-Holland |
Uitspraakdatum | 02-09-2025 |
ECLI | ECLI:NL:RBNHO:2025:10677 |
Zaaknummer | HAA 24/707 |
Bijzondere kenmerken | Eerste aanleg - meervoudig |
Vindplaatsen | |
|
X koopt samen met broer (Y) en zus (Z) in het vooruitzicht van een promotie bij een supermarktketen op 2 december 2022 een woning in Almere, die op 2 januari 2023 wordt geleverd met toepassing van het verlaagde tarief. De Rechtbank oordeelt dat de door X aangevoerde gewijzigde werkomstandigheden niet als onvoorziene omstandigheden (art. 15 lid 4 WBR) tot de conclusie kunnen leiden dat X de woning redelijkerwijs niet meer als hoofdverblijf kon gaan gebruiken. Zie voor uitspraak inzake de verkrij…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.
Gebruikers van Via Juridica
Bekijk alleGerelateerde wetstoelichtingen
Schriftelijke verklaring en onvoorziene omstandigheden (art. 15a WBR)