Aanvulling op testament met een (derde) erfstelling op grond van art. 4:47 BW
Hof Amsterdam heeft geoordeeld dat het testament van erflater moet worden aangevuld op grond van art. 4:47 BW om zijn werkelijke bedoeling tot uitdrukking te brengen. Hoewel in het oorspronkelijke testament stond dat zijn vriendin alleen erfgenaam zou zijn als hij zou overlijden zonder afstammelingen, oordeelt het Hof dat uit de uiterste wil blijkt dat de erflater bij bekendheid met de geboorte, zijn vriendin én kind als erfgenamen had benoemd. Het Hof wijst op de gezamenlijke verzorgingsgedachte uit het testament en samenlevingscontract. Het testament wordt daarom aangevuld: vriendin en kind erven ieder de helft. Het Hof sluit hierbij aan bij de tekst uit het testament van vriendin, waarin zij erflater en haar kinderen (op het moment van testeren betrof het alleen de kinderen uit een eerdere relatie) heeft benoemd tot erfgenamen voor gelijke delen.
Instantie | Gerechtshof Amsterdam |
Uitspraakdatum | 17-06-2025 |
ECLI | ECLI:NL:GHAMS:2025:1578 |
Zaaknummer | 200.342.099/01 |
Bijzondere kenmerken | Hoger beroep |
Vindplaatsen | |
|
Hof Amsterdam heeft geoordeeld dat het testament van erflater moet worden aangevuld op grond van art. 4:47 BW om zijn werkelijke bedoeling tot uitdrukking te brengen. Hoewel in het oorspronkelijke testament stond dat zijn vriendin alleen erfgenaam zou zijn als hij zou overlijden zonder afstammelingen, oordeelt het Hof dat uit de uiterste wil blijkt dat de erflater bij bekendheid met de geboorte, zijn vriendin én kind als erfgenamen had benoemd. Het Hof wijst op de gezamenlijke verzorging…
Verder lezen?
Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.
Geen inloggegevens?
Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.
Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!
Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.