Kennisbank voor het notariaat

Gemeente moet bij privaatrechtelijke overeenkomst mededingingsruimte en transparantie bieden (Didam-arrest)

Een gemeente heeft voornemens tot herontwikkeling van het centrum van Didam. De gemeente heeft een perceel grond in dit centrum verkocht aan projectontwikkelaar X. Van deze verkoop waren Y. c.s. niet op de hoogte gesteld, terwijl Y c.s. wel aan de gemeente hebben aangegeven geïnteresseerd te zijn in de aankoop van de grond.
De Hoge Raad oordeelt dat art. 3:14 BW hier toegepast moet worden. Op grond van art. 3:14 BW mag een bevoegdheid die krachtens het burgerlijk recht aan een overheidslichaam toekomt, niet worden uitgeoefend in strijd met geschreven of ongeschreven regels van publiekrecht. Uit het gelijkheidsbeginsel vloeit voort dat een overheidslichaam bij de verdeling van schaarse grond ruimte moet bieden aan gegadigden om mee te dingen naar de onroerende zaak, indien er meer gegadigden zijn. Ook volgt uit het gelijkheidsbeginsel dat het overheidslichaam een passende mate van openbaarheid moet verzekeren met betrekking tot de beschikbaarheid van de onroerende zaak, de selectieprocedure, het tijdschema en de toe te passen selectiecriteria. Deze mededingingsruimte hoeft niet te worden geboden, indien bij voorbaat vaststaat dat op grond van objectieve, toetsbare en redelijke criteria slechts één serieuze gegadigde in aanmerking komt voor de aankoop.

Bekijk samenvatting procedure
Instantie Hoge Raad
Uitspraakdatum 26-11-2021
ECLI ECLI:NL:HR:2021:1778
Zaaknummer 20/00123
Bijzondere kenmerken Cassatie
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
  • NJB 2021/3180
  • Module Aanbesteding 2021/1728
  • JOM 2021/541
  • RvdW 2021/1150
  • TvAR 2021/8079, UDH:TvAR/17025 met annotatie van W.J.E. van der Werf
  • OGR-Updates.nl 2021-0244
  • AB 2022/11 met annotatie van F.J. van Ommeren
  • BR 2022/7 met annotatie van E.W.J. de Groot, S. Elbertsen, W.I. de Vries
  • JAAN 2022/1 met annotatie van Mr. dr. P. Heijnsbroek
  • Prg. 2022/6
  • RVR 2022/1
  • JB 2022/21 met annotatie van Peters, J.A.F.
  • Jurisprudentie Grondzaken 2022/3
  • JOR 2022/81 met annotatie van Bartels, S.E.
  • TBR 2022/17 met annotatie van A.G. Bregman
  • RAV 2022/16
  • RCR 2022/11
  • NJ 2022/149 met annotatie van C.E.C. Jansen
  • JIN 2022/76 met annotatie van Peters, J.A.F.
  • RN 2022/36
  • Gst. 2022/45 met annotatie van A. Drahmann
  • TBR 2022/134
  • VGR 2022, afl. 6, p. 195 met annotatie van mr. W.G. Greijskamp

Een gemeente heeft voornemens tot herontwikkeling van het centrum van Didam. De gemeente heeft een perceel grond in dit centrum verkocht aan projectontwikkelaar X. Van deze verkoop waren Y. c.s. niet op de hoogte gesteld, terwijl Y c.s. wel aan de gemeente hebben aangegeven geïnteresseerd te zijn in de aankoop van de grond.De Hoge Raad oordeelt dat art. 3:14 BW hier toegepast moet worden. Op grond van art. 3:14 BW…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle