Kennisbank voor het notariaat
Wetstoelichting

Verklaring voor recht (art. 3:302 BW)

Bijgewerkt tot 15-06-2023

1 Inleiding Op grond van art. 3:302 BW is het mogelijk om een verklaring voor recht te verzoeken bij de rechter. Hierbij stelt de rechter de rechtsverhouding tussen partijen vast en wijst hij bij toewijzing een declaratoir vonnis. Bijvoorbeeld of sprake is van een overeenkomst of dat de gedaagde partij aansprakelijk is voor de schade die de eisende partij heeft geleden. Met dit vonnis kan geen veroordeling worden bewerkstelligd, waardoor de gedaagde niet gedwongen kan worden tot betaling van de…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Wet- en regelgeving


BWBR0002761

BWBR0005289

BWBR0005291

BWBR0005288

BWBR0005290

BWBR0003045

BWBR0002656

BWBR0006000

BWBR0001860

BWBR0001827

BWBR0020368

BWBR0030068

BWBR0010388

BWBR0001838

BWBR0004541

BWBR0002565

BWBR0024282

BWBR0002320

BWBR0002471

BWBR0002629

BWBR0002739

BWBR0002672

BWBR0011353

BWBR0002226

BWBR0001939

BWBR0004770

BWBR0007119

BWBR0012095

BWBR0005537

BWBR0002740

BWBR0034553

BWBR0036096

BWBR0035733

BWBR0039872

BWBR0020748

BWBR0005009

BWBR0002227

BWBR0012066

BWBR0012031

BWBR0027870

BWBR0002770

BWBR0002633

BWBR0002635

BWBR0027018

BWBR0002633

BWBR0002634

BWBR0011354

BWBR0002786

BWBR0002784

BWBR0014483

BWBR0002705

BWBR0002489

BWBR0028236

BWBR0006736

BWBR0002473

BWBR0006736

BWBR0007142

BWBR0037885

BWBR0041313

BWBR0005034

BWBR0041193

BWBR0035917

BWBR0035362

BWBR0035948

BWBR0036014

BWBR0034017

BWBR0004914

BWBR0002633

BWBR0002636

BWBR0004772

BWBR0004766

BWBR0024275

BWBR0040635



Burgerlijk Wetboek Boek 1, Personen- en familierecht



Burgerlijk Wetboek Boek 2, Rechtspersonen



Wet van 15 juli 2008, houdende samenvoeging van de Wet identificatie bij dienstverlening en de Wet melding ongebruikelijke transacties (Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme)


Wet van 15 juli 2008, houdende samenvoeging van de Wet identificatie bij dienstverlening en de Wet melding ongebruikelijke transacties (Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Wet identificatie bij dienstverlening en de Wet melding ongebruikelijke transacties samen te voegen tot één wet, gericht op het voorkomen van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld en het financieren van terrorisme;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:


Slotformulier en ondertekening

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden,

Gegeven te Tavarnelle 15 juli 2008 Beatrix

De Minister van Financiën a.i., A. Rouvoet

De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin

Uitgegeven de negenentwintigste juli 2008 De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin


Bijlage als bedoeld in artikel 28 van de wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme

Bijlage als bedoeld in artikel 28 van de wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme [Vervallen per 01-08-2009]

[Vervallen]




Burgerlijk Wetboek Boek 3, Vermogensrecht


Wet van 28 juni 1956, inzake de heffing van de rechten van successie, van schenking en van overgang


Wet van 28 juni 1956, inzake de heffing van de rechten van successie, van schenking en van overgang

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is gebleken de wettelijke regeling betreffende de heffing van de rechten van successie, van overgang en van schenking, welke thans voorkomt in de wet van 13 Mei 1859, Staatsblad no. 36 (Successiewet), zoals die wet nader is gewijzigd en aangevuld, aan een technische herziening te onderwerpen en in verband daarmede de geldende wet door een andere te vervangen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:


Slotformulier en ondertekening

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk 28 juni 1956 JULIANA.

De Minister van Financiën, VAN DE KIEFT.

De Staatssecretaris van Financiën, VAN DEN BERGE.

Uitgegeven de zesde juli 1956. De Minister van Justitie, J. C. VAN OVEN.



Wet van 3 april 1999, houdende wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 9 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt)


Wet van 3 april 1999, houdende wettelijke regeling van het notarisambt, mede ter vervanging van de Wet van 9 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 31 maart 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten (Wet op het notarisambt)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is een nieuwe wettelijke regeling te geven met betrekking tot het ambt van notaris en de kandidaat-notarissen, mede ter vervanging van de Wet van 9 juli 1842, Stb. 20, op het Notarisambt en de Wet van 1847, Stb. 12, houdende vaststelling van het tarief betreffende het honorarium der notarissen en verschotten;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:


Slotformulier en ondertekening

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te Tavarnelle 3 april 1999 Beatrix

De Staatssecretaris van Justitie, M. J. Cohen

Uitgegeven de vierde mei 1999 De Minister van Justitie, A. H. Korthals



Besluit van 17 juli 2018, houdende nadere regels met betrekking tot uiteindelijk belanghebbenden en politiek prominente personen, het vaststellen van indicatoren voor het melden van ongebruikelijke transacties en tot wijziging van enige andere besluiten in verband met de implementatie van de vierde anti-witwasrichtlijn en de verordening betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie (Uitvoeringsbesluit Wwft 2018)


Besluit van 17 juli 2018, houdende nadere regels met betrekking tot uiteindelijk belanghebbenden en politiek prominente personen, het vaststellen van indicatoren voor het melden van ongebruikelijke transacties en tot wijziging van enige andere besluiten in verband met de implementatie van de vierde anti-witwasrichtlijn en de verordening betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie (Uitvoeringsbesluit Wwft 2018)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 31 mei 2018, 2018-0000071536, directie Financiële Markten, gedaan mede namens Onze Minister van Justitie en Veiligheid;

Gelet op de artikelen 1, eerste en derde lid, 15, eerste lid, en 31, eerste lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, de artikelen 2:3b, tweede lid, 2:10b, tweede lid, en 4:10, derde lid, van de Wet op het financieel toezicht, artikel 30, derde lid, van de Woningwet, artikel 3.22, vierde lid, van de Wet basisregistratie personen en artikel 127, tweede lid, van de Wegenverkeerswet 1994 en richtlijn (EU) 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60/EG van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PbEU 2015, L 141);

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 29 juni, nr. W06.18.0128/III);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 13 juli 2018, 2018-0000110808, directie Financiële Markten, uitgebracht mede namens Onze Minister van Justitie en Veiligheid;

Hebben goedgevonden en verstaan:


Slotformulier en ondertekening

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Maun 17 juli 2018 Willem-Alexander

De Minister van Financiën, W.B. Hoekstra

De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus

Uitgegeven de vierentwintigste juli 2018 De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


Bijlage 1 Indicatorenlijst

Bijlage 1 Indicatorenlijst

Bijlage als bedoeld in artikel 4, eerste lid.

Tabel 1. Indicatoren voor banken en andere financiële ondernemingen

Instelling

Toepasselijke indicatoren*

Bank (artikel 1a, tweede lid, van de wet)

Een transactie waarbij de instelling aanleiding heeft om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme.

Een transactie voor een bedrag van € 10.000,– of meer, waarbij contante omwisseling in een andere valuta of van kleine naar grote coupures plaatsvindt.

Een contante storting voor een bedrag van € 10.000,– of meer ten gunste van een credit card of een vooraf betaald betaalinstrument (prepaid card).

Het gebruik van een credit card of een vooraf betaald betaalinstrument (prepaid card) in verband met een transactie voor een bedrag van € 15.000,– of meer.

Een geldtransfer voor een bedrag van € 2.000,– of meer, tenzij het een geldtransfer betreft door een instelling die de afwikkeling van bedoelde geldtransfer overlaat aan een andere instelling waarop de meldingsplicht, bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de wet, eveneens van toepassing is.

Degene die, geen bank zijnde, in hoofdzaak zijn bedrijf maakt van het verrichten van een of meer van de werkzaamheden die zijn opgenomen onder punt 2, 3, 5, 6, 9, 10 en 12 van Bijlage I bij de richtlijn kapitaalvereisten (artikel 1a, derde lid, onderdeel a, van de wet)

Een transactie waarbij de instelling aanleiding heeft om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme.

Een transactie voor een bedrag van € 10.000,– of meer, waarbij contante omwisseling in een andere valuta of van kleine naar grote coupures plaatsvindt.

Een contante storting voor een bedrag van € 10.000,– of meer ten gunste van een credit card of een vooraf betaald betaalinstrument (prepaid card).

Het gebruik van een credit card of een vooraf betaald betaalinstrument (prepaid card) in verband met een transactie voor een bedrag van € 15.000,– of meer.

Een geldtransfer voor een bedrag van € 2.000,– of meer, tenzij het een geldtransfer betreft door een instelling die de afwikkeling van bedoelde geldtransfer overlaat aan een andere instelling waarop de meldingsplicht, bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de wet, eveneens van toepassing is.

Degene die, geen bank zijnde, in hoofdzaak zijn bedrijf maakt van het verrichten van de werkzaamheden die zijn opgenomen onder punt 14 van bijlage I bij de richtlijn kapitaalvereisten (artikel 1a, derde lid, onderdeel a, van de wet)

Een transactie waarbij de instelling aanleiding heeft om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme.

Degene die, geen bank zijnde, in hoofdzaak zijn bedrijf maakt van het verrichten van betaaldiensten als bedoeld in de bijlage bij de richtlijn betaaldiensten (artikel 1a, derde lid, onderdeel b, van de wet)

Een transactie waarbij de instelling aanleiding heeft om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme.

Een transactie voor een bedrag van € 10.000,– of meer, waarbij contante omwisseling in een andere valuta of van kleine naar grote coupures plaatsvindt.

Een contante storting voor een bedrag van € 10.000,– of meer ten gunste van een credit card of een vooraf betaald betaalinstrument (prepaid card).

Het gebruik van een credit card of een vooraf betaald betaalinstrument (prepaid card) in verband met een transactie voor een bedrag van € 15.000,– of meer.

Een geldtransfer voor een bedrag van € 2.000,– of meer, tenzij het een geldtransfer betreft door een instelling die de afwikkeling van bedoelde geldtransfer overlaat aan een andere instelling waarop de meldingsplicht, bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de wet, eveneens van toepassing is.

Beleggingsonderneming (artikel 1a, derde lid, onderdeel c, van de wet)

Een transactie waarbij de instelling aanleiding heeft om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme.

Beleggingsinstelling (artikel 1a, derde lid, onderdeel d, van de wet)

Een transactie waarbij de instelling aanleiding heeft om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme.

Elektronischgeldinstelling (artikel 1a, derde lid, onderdeel e, van de wet)

Een transactie waarbij de instelling aanleiding heeft om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme.

Een contante storting voor een bedrag van € 10.000,– of meer ten gunste van een credit card of een vooraf betaald betaalinstrument (prepaid card).

Het gebruik van een credit card of een vooraf betaald betaalinstrument (prepaid card) in verband met een transactie voor een bedrag van € 15.000,– of meer.

Een geldtransfer voor een bedrag van € 2.000,– of meer, tenzij het een geldtransfer betreft door een instelling die de afwikkeling van bedoelde geldtransfer overlaat aan een andere instelling waarop de meldingsplicht, bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de wet, eveneens van toepassing is.

Wisselinstelling (artikel 1a, derde lid, onderdeel f, van de wet)

Een transactie waarbij de instelling aanleiding heeft om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme.

Een transactie van € 10.000,– of meer, waarbij contante omwisseling in een andere valuta of van kleine naar grote coupures plaatsvindt.

Levensverzekeraar (artikel 1a, derde lid, onderdeel g, van de wet)

Een transactie waarbij de instelling aanleiding heeft om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme.

Icbe (artikel 1a, derde lid, onderdeel h, van de wet)

Een transactie waarbij de instelling aanleiding heeft om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme.

Financiële dienstverlener die bemiddelt in levensverzekeringen (artikel 1a, derde lid, onderdeel i, van de wet)

Een transactie waarbij de instelling aanleiding heeft om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme.

Betaaldienstagent (artikel 1a, derde lid, onderdeel j, van de wet)

Een transactie waarbij de instelling aanleiding heeft om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme.

Een contante storting voor een bedrag van € 10.000,– of meer ten gunste van een credit card of een vooraf betaald betaalinstrument (prepaid card).

Het gebruik van een credit card of een vooraf betaald betaalinstrument (prepaid card) in verband met een transactie voor een bedrag van € 15.000,– of meer.

Een geldtransfer voor een bedrag van € 2.000,– of meer, tenzij het een geldtransfer betreft door een instelling die de afwikkeling van bedoelde geldtransfer overlaat aan een andere instelling waarop de meldingsplicht, bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de wet, eveneens van toepassing is.

*Waar de genoemde bedragen in euro staan vermeld is ook bedoeld de tegenwaarde daarvan in een vreemde valuta.

Het ligt in de rede dat transacties die in verband met witwassen of financieren van terrorisme aan politie of Openbaar Ministerie worden gemeld, ook aan de Financiële inlichtingen eenheid worden gemeld; er is immers de veronderstelling dat deze transacties verband kunnen houden met witwassen of financieren van terrorisme.

Tabel 2. Indicatoren voor natuurlijke personen, rechtspersonen en vennootschappen handelend in het kader van hun beroepsactiviteiten

Instelling

Toepasselijke indicatoren*

Belastingadviseur (artikel 1a, vierde lid, onderdeel a, van de wet)

Een transactie waarbij de instelling aanleiding heeft om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme.

Een transactie voor een bedrag van € 10.000,– of meer, betaald aan of door tussenkomst van de instelling in contanten, met cheques aan toonder, een vooraf betaald betaalinstrument (prepaid card) of soortgelijke betaalmiddelen.

Externe registeraccountant of externe accountant-administratieconsulent (artikel 1a, vierde lid, onderdeel b, van de wet)

Een transactie waarbij de instelling aanleiding heeft om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme.

Een transactie voor een bedrag van € 10.000,– of meer, betaald aan of door tussenkomst van de instelling in contanten, met cheques aan toonder, een vooraf betaald betaalinstrument (prepaid card) of soortgelijke betaalmiddelen.

Advocaat (artikel 1a, vierde lid, onderdeel c, van de wet)

Een transactie waarbij de instelling aanleiding heeft om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme.

Een transactie voor een bedrag van € 10.000,– of meer, betaald aan of door tussenkomst van de instelling in contanten, met cheques aan toonder, een vooraf betaald betaalinstrument (prepaid card) of soortgelijke betaalmiddelen.

Notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris (artikel 1a, vierde lid, onderdeel d, van de wet)

Een transactie waarbij de instelling aanleiding heeft om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme.

Een transactie voor een bedrag van € 10.000,– of meer, betaald aan of door tussenkomst van de instelling in contanten, met cheques aan toonder, een vooraf betaald betaalinstrument (prepaid card) of soortgelijke betaalmiddelen.

Degene die werkzaamheden verricht in de uitoefening van een aan dat van advocaat, notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris gelijksoortig juridisch beroep of bedrijf (artikel 1a, vierde lid, onderdeel e, van de wet)

Een transactie waarbij de instelling aanleiding heeft om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme.

Een transactie voor een bedrag van € 10.000,– of meer, betaald aan of door tussenkomst van de instelling in contanten, met cheques aan toonder, een vooraf betaald betaalinstrument (prepaid card) of soortgelijke betaalmiddelen.

Trustkantoor (artikel 1a, vierde lid, onderdeel f, van de wet)

Een transactie waarbij de instelling aanleiding heeft om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme.

Een transactie voor een bedrag van € 10.000,– of meer, betaald aan of door tussenkomst van de instelling in contanten, met cheques aan toonder, een vooraf betaald betaalinstrument (prepaid card) of soortgelijke betaalmiddelen.

Persoon die beroeps- of bedrijfmatig een adres of postadres ter beschikking stelt (artikel 1a, vierde lid, onderdeel g, van de wet)

Een transactie waarbij de instelling aanleiding heeft om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme.

Tussenpersoon, voor zover deze bemiddelt bij het tot stand brengen en het sluiten van overeenkomsten inzake onroerende zaken of rechten waaraan onroerende zaken zijn onderworpen (artikel 1a, vierde lid, onderdeel h, van de wet)

Een transactie waarbij de instelling aanleiding heeft om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme.

Een transactie voor een bedrag van € 10.000,– of meer, betaald aan of door tussenkomst van de instelling in contanten, met cheques aan toonder, een vooraf betaald betaalinstrument (prepaid card) of soortgelijke betaalmiddelen.

Tussenpersoon, voor zover deze bemiddelt bij het tot stand brengen en het sluiten van overeenkomsten inzake koop en verkoop van voertuigen, schepen, kunstvoorwerpen, antiquiteiten, edelstenen, edele metalen, sieraden of juwelen (artikel 1a, vierde lid, onderdeel h, van de wet)

Een transactie waarbij de instelling aanleiding heeft om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme.

Een transactie waarbij een of meerdere voertuigen, schepen, kunstvoorwerpen, antiquiteiten, edelstenen, edele metalen, sieraden of juwelen verkocht worden tegen geheel of gedeeltelijke contante betaling, waarbij het contant te betalen bedrag € 20.000,– of meer bedraagt.

Beroeps- of bedrijfsmatig handelende koper of verkoper van goederen, voor zover betaling van deze goederen in contanten plaatsvindt voor een bedrag van € 10.000 of meer (artikel 1a, vierde lid, onderdeel i, van de wet)

Een transactie waarbij de instelling aanleiding heeft om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme.

Een transactie waarbij tegen geheel of gedeeltelijke contante betaling een of meerdere voertuigen, schepen, kunstvoorwerpen, antiquiteiten, edelstenen, edele metalen, sieraden of juwelen gekocht of verkocht worden, waarbij het contant te betalen bedrag € 20.000,– of meer bedraagt.

Speelcasino (artikel 1a, vierde lid, onderdeel n, van de wet)

Een transactie waarbij de instelling aanleiding heeft om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme.

Het in depot nemen van munten, bankbiljetten of andere waarden voor een bedrag van € 10.000,– of meer.

Een girale betalingstransactie voor een bedrag van € 15.000,– of meer.

Een transactie voor een bedrag van € 10.000,– of meer, betaald aan of door tussenkomst van de instelling in contanten, met cheques, een vooraf betaald betaalinstrument (prepaid card) of buitenlandse valuta.

Kansspelen op afstand (artikel 1a, vierde lid, onderdeel n, van de wet)

Een transactie waarbij de instelling aanleiding heeft om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme.

Een girale betalingstransactie voor een bedrag van € 15.000,- of meer.

Aanbieders van kansspelen, anders dan een speelcasino of kansspelen op afstand (artikel 1a, vierde lid, onderdeel n, van de wet)

Een transactie waarbij de instelling aanleiding heeft om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme.

Taxateur (artikel 1a, vierde lid, onderdeel o, van de wet)

Een transactie waarbij de instelling aanleiding heeft om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme.

Een transactie voor een bedrag van € 10.000,– of meer, betaald aan of door tussenkomst van de instelling in contanten, met cheques, een vooraf betaald betaalinstrument (prepaid card) of buitenlandse valuta.

Pandhuis (artikel 1a, vierde lid, onderdeel p, van de wet)

Een transactie waarbij de instelling aanleiding heeft om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme.

Een transactie waarbij een goed of goederen in de macht van het pandhuis gebracht worden, waarbij het door het pandhuis daarvoor ter beschikking gestelde bedrag € 20.000,– of meer bedraagt.

Kopers en verkopers van kunstvoorwerpen (artikel 1a, vierde lid, onderdeel k, van de wet)

Een transactie waarbij de instelling aanleiding heeft om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme.

Een transactie van € 20.000,– of meer.

Aanbieders van wisseldiensten tussen virtuele valuta en fiduciaire valuta (artikel 1a, vierde lid, onderdeel l, van de wet)

Een transactie waarbij de instelling aanleiding heeft om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme.

Een transactie van een bedrag van € 15.000,– of meer.

Een transactie van een bedrag van € 10.000,– of meer waarbij een omwisseling plaatsvindt tussen virtuele valuta en contante fiduciaire valuta.

Aanbieders van bewaarportemonnees (artikel 1a, vierde lid, onderdeel m, van de wet)

Een transactie waarbij de instelling aanleiding heeft om te veronderstellen dat deze verband kan houden met witwassen of financieren van terrorisme.

Een transactie van een bedrag van € 15.000,– of meer.

*Waar de genoemde bedragen in euro staan vermeld is ook bedoeld de tegenwaarde daarvan in een vreemde valuta.

Het ligt in de rede dat transacties die in verband met witwassen of financieren van terrorisme aan politie of Openbaar Ministerie worden gemeld, ook aan de Financiële inlichtingen eenheid worden gemeld; er is immers de veronderstelling dat deze transacties verband kunnen houden met witwassen of financieren van terrorisme.


Bijlage 2 Bijlage antecedenten

Bijlage 2 Bijlage antecedenten

Bijlage behorend bij artikel 6

1 Strafrechtelijke antecedenten

1.1 Veroordelingen

Bij vonnis is betrokkene in Nederland of in het buitenland veroordeeld terzake van een poging tot, voorbereiding van, doen plegen van, uitlokking van, medeplegen van, medeplichtigheid aan of plegen van:

2 Overige strafrechtelijke antecedenten als bedoeld in artikel 6, onderdeel a

2.1 Veroordelingen

Bij vonnis is betrokkene in Nederland of in het buitenland veroordeeld terzake van poging tot, voorbereiding van, doen plegen van, uitlokking van, mislukte uitlokking van, medeplegen van, medeplichtigheid aan of plegen van:

Wetboek van Strafrecht:

Algemene wet inzake de rijksbelastingen (AWR):

Opiumwet:

  • met opzet smokkelen, bereiden, verkopen, afleveren, aanwezig hebben, etc. van harddrugs (artikel 2, eerste lid);

  • met opzet smokkelen, bereiden, verkopen, afleveren, aanwezig hebben en vervaardigen van softdrugs (artikel 3, eerste lid); of

  • voorbereidingshandelingen met betrekking tot bereiden, verkopen, afleveren etc. en smokkelen van harddrugs (artikel 10a, eerste lid).

Wet op de economische delicten (WED):

Door de WED strafbaar gestelde gedragingen, met name verbodsbepalingen uit de financiële toezichtswetgeving en overtreding van de artikelen 2, 3, eerste lid, 4, eerste lid, 5, eerste en derde lid, 8, 16, 17, tweede lid, 23, eerste en tweede lid, 33 en 34 van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.

Wet wapens en munitie:

Wegenverkeerswet 1994:

Algemene Douanewet

Invorderingswet 1990

Buitenlandse strafbepalingen

Onder veroordelingen worden ook verstaan veroordelingen in het buitenland wegens overtreding van een of meer in het buitenland geldende strafbepalingen, vergelijkbaar met de hierboven genoemde.

2.2 Transacties

Betrokkene heeft een transactie als bedoeld in artikel 74 van het WvSr, artikel 76 van de AWR of artikel 10:15 van de Algemene Douanewet gedaan ter zake van een of meer van de hiervoor onder 2.1 genoemde strafbare feiten. Onder transacties wordt ook verstaan een daarmee vergelijkbare overeenkomst met betrekking tot niet-vervolging ter zake van met de hiervoor bedoelde vergelijkbare strafbare feiten in het buitenland, gesloten met de daartoe bevoegde autoriteit.

2.3 (voorwaardelijk) sepot, vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging

Betrokkene wordt ter zake van een of meer van de hiervoor onder 2.1 genoemde strafbare feiten niet of niet verder vervolgd of voorwaardelijk niet of niet verder vervolgd, of is vrijgesproken of ontslagen van rechtsvervolging.

Onder al dan niet voorwaardelijk sepot, niet verdere vervolging, vrijspraak of ontslag van rechtsvervolging worden ook verstaan soortgelijke uitspraken en maatregelen in het buitenland ter zake van overtreding van een of meer daar geldende strafbepalingen vergelijkbaar met de hiervoor genoemde.

2.4 Andere feiten of omstandigheden

Andere feiten of omstandigheden die redelijkerwijs voor de Nederlandsche Bank van belang kunnen zijn voor de beoordeling van de betrouwbaarheid van betrokkene, zoals blijkend uit door tot de opsporing van strafbare feiten bevoegde ambtenaren opgemaakte processen-verbaal of rapporten die erop wijzen dat betrokkene betrokken is (geweest) bij een of meer van de onder 2.1 genoemde strafbare feiten. Onder processen-verbaal of rapporten wordt ook verstaan soortgelijke documenten met gelijke bewijskracht, opgemaakt door tot de opsporing van strafbare feiten bevoegde ambtenaren in het buitenland ter zake van daar geldende strafbepalingen, vergelijkbaar met de onder 2.1 genoemde.

3 Financiële antecedenten als bedoeld in artikel 6, onderdeel b

3.1 Persoonlijk

  • betrokkene heeft belangrijke persoonlijke financiële problemen gehad en deze hebben tot juridische, invorderings- of incassoprocedures geleid;

  • ten aanzien van betrokkene is surséance van betaling, faillissement, schuldsanering of schuldeisersakkoord aangevraagd of uitgesproken;

  • betrokkene is thans in Nederland of elders verwikkeld in één of meer juridische procedures naar aanleiding van persoonlijke financiële problemen, dan wel verwacht daarin betrokken te raken; of

  • de persoonlijke financiële verplichtingen van betrokkene staan naar algemene maatstaven niet in een gezonde verhouding tot diens inkomsten of vermogen.

3.2 Zakelijk

  • de huidige of één van de voormalige werkgever(s) van betrokkene of enige vennootschap of rechtspersoon, waarbij betrokkene een functie bekleedt of bekleedde als beleidsbepalende of medebeleidsbepalende persoon, feitelijke zeggenschap over het beleid uitoefent of uitoefende of anderszins (mede)verantwoordelijk is of was voor het beleid, heeft belangrijke financiële problemen gehad en deze hebben tot juridische procedures in Nederland of elders geleid;

  • met betrekking tot de huidige of één van de voormalige werkgevers of enige vennootschap of rechtspersoon, waarbij betrokkene een functie als beleidsbepalende of medebeleidsbepalende persoon bekleedt of bekleedde, feitelijke zeggenschap over het beleid uitoefent of uitoefende of anderszins (mede)verantwoordelijk is of was voor het beleid, is surséance van betaling of faillissement aangevraagd of uitgesproken; of

  • betrokkene is veroordeeld tot voldoen van openstaande schulden wegens aansprakelijkheid voor het faillissement van een vennootschap of rechtspersoon op grond van de toepasselijke bepalingen van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek (artikelen 50a, 138, 149, 248, 259 en 300a).

3.3 Andere feiten of omstandigheden

Andere feiten of omstandigheden die wijzen op betrokkenheid van betrokkene bij één of meer financiële gedragingen, voor zover die redelijkerwijs voor de Nederlandsche Bank van belang kunnen zijn voor de beoordeling van diens betrouwbaarheid.

4 Toezichtantecedenten als bedoeld in artikel 6, onderdeel c

4.1 Toezichtantecedenten

  • het onjuist of onvolledig verstrekken van gegevens aan een toezichthouder of toezichthoudende instantie;

  • betrokkene of een vennootschap of rechtspersoon waarbij betrokkene een functie als beleidsbepalende of medebeleidsbepalende persoon bekleedt of bekleedde, feitelijke zeggenschap in het bestuur uitoefent of uitoefende of anderszins (mede)verantwoordelijk is of was voor het beleid, is een toelating, vergunning of ontheffing geweigerd door een toezichthouder of toezichthoudende instantie;

  • een aan betrokkene of een vennootschap of rechtspersoon waarbij betrokkene een functie als beleidsbepalende of medebeleidsbepalende persoon bekleedt of bekleedde, feitelijk zeggenschap in het bestuur uitoefent of uitoefende of anderszins (mede)verantwoordelijk is of was voor het beleid, verleende toelating, vergunning of ontheffing is ingetrokken door een toezichthouder of toezichthoudende instantie;

  • betrokkene, of zijn huidige of één van zijn voormalige werkgevers of een vennootschap of rechtspersoon, waarbij betrokkene een functie als beleidsbepalende of medebeleidsbepalende persoon bekleedt of bekleedde, feitelijk zeggenschap in het bestuur uitoefent of uitoefende of anderszins (mede-) verantwoordelijk is of was voor het beleid, is in conflict geweest met een toezichthouder of toezichthoudende instantie en dit conflict heeft geleid tot enige maatregel jegens betrokkene dan wel jegens de vennootschap of rechtspersoon waarbij betrokkene een functie als beleidsbepalende of medebeleidsbepalende persoon bekleedt of bekleedde, feitelijk zeggenschap over het beleid uitoefent of uitoefende of anderszins verantwoordelijk is of was voor het beleid;

  • aan betrokkene of aan een vennootschap of rechtspersoon waarbij betrokkene een functie als beleidsbepalende of medebeleidsbepalende persoon bekleedt of bekleedde, feitelijke zeggenschap in het bestuur uitoefent of uitoefende of anderszins (mede)verantwoordelijk is of was voor het beleid, een verklaring door Onze Minister van Justitie en Veiligheid ter zake van de oprichting van dan wel van de wijziging van de statuten van een vennootschap geweigerd op gronden genoemd in de artikelen 68, tweede lid, 179, tweede lid, 125, tweede lid, onderscheidenlijk 235, tweede lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.

4.2 Andere feiten of omstandigheden

Andere feiten of omstandigheden die wijzen op betrokkenheid van betrokkene bij één of meer gedragingen ter zake waarvan in Nederlandse of buitenlandse financiële toezichtswetgeving regels zijn gesteld, welke gedraging of gedragingen die redelijkerwijs voor de Nederlandsche Bank van belang kunnen zijn voor de beoordeling van diens betrouwbaarheid.

5 Fiscaal bestuursrechtelijke antecedenten als bedoeld in artikel 6, onderdeel d

5.1 Persoonlijk

Aan betrokkene is op grond van de Algemene wet inzake rijksbelastingen een vergrijpboete opgelegd ter zake van één of meer van de hieronder genoemde strafbare feiten:

  • opzettelijk een onjuiste of onvolledige belastingaangifte doen (artikel 67d);

  • het is aan opzet of grove schuld van de belastingplichtige te wijten dat een belastingaanslag tot een te laag bedrag is vastgesteld of anderszins te weinig belasting is geheven (artikel 67e); of

  • het aan opzet of grove schuld van de belastingplichtige of inhoudingsplichtige te wijten is dat belasting niet, gedeeltelijk niet, dan wel niet binnen de termijn is betaald (artikel 67f).

5.2 Zakelijk

Aan de huidige of één van de voormalige werkgevers of enige vennootschap of rechtspersoon, waarbij betrokkene een functie bekleedt of bekleedde als beleidsbepalende of medebeleidsbepalende persoon, feitelijke zeggenschap in het bestuur uitoefent of uitoefende of anderszins (mede)verantwoordelijk is of was voor het beleid, is op grond van de Algemene wet inzake rijksbelastingen een vergrijpboete opgelegd ter zake van één of meer van de hieronder genoemde strafbare feiten:

  • opzettelijk een onjuiste of onvolledige belastingaangifte doen (artikel 67d);

  • het is aan opzet of grove schuld van de belastingplichtige te wijten dat een belastingaanslag tot een te laag bedrag is vastgesteld of anderszins te weinig belasting is geheven (artikel 67e); of

  • het is aan opzet of grove schuld van de belastingplichtige of inhoudingsplichtige te wijten dat belasting niet, gedeeltelijk niet, dan wel niet binnen de termijn is betaald (artikel 67f).

5.3 Andere feiten of omstandigheden

Andere feiten of omstandigheden die wijzen op betrokkenheid van betrokkene bij één of meer gedragingen op fiscaal gebied die redelijkerwijs voor de Nederlandsche Bank van belang kunnen zijn voor de beoordeling van diens betrouwbaarheid.

6 Overige antecedenten als bedoeld in artikel 6, onderdeel e

  • de inschrijving van betrokkene bij het Dutch Securities Institute is door die instelling beëindigd;

  • betrokkene is onderworpen of onderworpen geweest aan een procedure tot het treffen van tuchtrechtelijke, disciplinaire of andere vergelijkbare maatregelen door of vanwege een organisatie van zijn beroepsgenoten in of buiten Nederland en deze procedure heeft jegens betrokkene tot maatregelen geleid; of

  • betrokkene is betrokken of betrokken geweest bij enig conflict met zijn huidige dan wel een vorige werkgever aangaande de correcte vervulling van zijn functie of naleving van gedragsnormen in verband met die taakvervulling en dit conflict heeft geleid tot het opleggen van een arbeidsrechtelijke sanctie aan betrokkene (zoals bijvoorbeeld in de vorm van een waarschuwing, berisping, schorsing of ontslag).




Burgerlijk Wetboek Boek 4, Erfrecht


Wet van 24 december 1970, houdende vervanging van de wetgeving betreffende de registratie- en de zegelbelasting door een nieuwe wettelijke regeling


Wet van 24 december 1970, houdende vervanging van de wetgeving betreffende de registratie- en de zegelbelasting door een nieuwe wettelijke regeling

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de wetgeving betreffende de registratie- en de zegelbelasting te vervangen door een meer overzichtelijke en aanzienlijk vereenvoudigde nieuwe wettelijke regeling, welke is aangepast aan de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301) en aan de richtlijn van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 17 juli 1969 betreffende de indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal (Publikatieblad van 3 oktober 1969);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:


Slotformulier en ondertekening

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk 24 december 1970 JULIANA.

De Minister van Financiën, H. J. WITTEVEEN.

De Staatssecretaris van Financiën, F. H. M. GRAPPERHAUS.

Uitgegeven de negenentwintigste december 1970. De Minister van Justitie a.i., H. K. J. BEERNINK.



Besluit van 20 juli 1956, ter uitvoering van de Successiewet 1956


Besluit van 20 juli 1956, ter uitvoering van de Successiewet 1956

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 10 juli 1956, no. C 6/6146, Afdeling Indirecte Belastingen;

Gelet op artikel 21, zesde en achtste lid, van de Successiewet 1956 (Stb. 362);

De Raad van State gehoord (advies van 17 juli 1956, no. 17);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 18 juli 1956, no. C 6/6745;

Hebben goedgevonden en verstaan:


Artikel 1 [Vervallen per 01-01-1985]

[Vervallen]


Artikel 2 [Vervallen per 01-01-1985]

[Vervallen]


Artikel 3 [Vervallen per 01-01-1985]

[Vervallen]


Artikel 4 [Vervallen per 01-01-1985]

[Vervallen]


Slotformulier en ondertekening

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Noordwijk 20 juli 1956 JULIANA.

De Staatssecretaris van Financiën, VAN DEN BERGE.

Uitgegeven de vierentwintigste juli 1956. De Minister van Justitie, J. C. VAN OVEN.



Regeling van de Minister van Financiën en de Minister van Justitie van 23 juli 2008, nr. FM 2008-1792 M, Generale Thesaurie, Directie Financiële Markten, Afdeling Integriteit, tot vaststelling van regels ter uitvoering van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Uitvoeringsregeling Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme)


Regeling van de Minister van Financiën en de Minister van Justitie van 23 juli 2008, nr. FM 2008-1792 M, Generale Thesaurie, Directie Financiële Markten, Afdeling Integriteit, tot vaststelling van regels ter uitvoering van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme (Uitvoeringsregeling Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme)

De Minister van Financiën en de Minister van Justitie,

Gelet op de artikelen 3, zesde lid, 6, vierde lid, 11, eerste, tweede en vierde lid, 12, derde lid, 21, derde lid, en 24, zesde lid, van de Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme, artikel 10:3 van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 62 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en de artikelen 27i en 30z van de Wet op de kansspelen;

Besluiten:




Artikel 2a

  • 1

    De toezichthoudende autoriteiten, bedoeld in artikel 1d, eerste lid, onderdelen a en b, onderdeel c, met uitzondering voor zover het betreft de instellingen als bedoeld in artikel 1a, vierde lid, onderdeel d, van de wet, en onderdelen e en f van de wet, verstrekken aan de Minister van Financiën op diens verzoek onverwijld alle inlichtingen die van belang kunnen zijn voor de nakoming van internationale afspraken en verplichtingen of voor een onderzoek naar de toereikendheid van de wet.

  • 2

    De toezichthoudende autoriteiten, bedoeld in het eerste lid, dragen bij aan de totstandkoming van procedurele afspraken met betrekking tot de handhaving tussen hen en de betrokken ministeries en andere overheidsinstellingen.

  • 3

    De toezichthoudende autoriteiten, bedoeld in het eerste lid, maken afspraken met andere autoriteiten die belast zijn met de uitvoering en handhaving van de wet over de onderlinge samenwerking en informatie-uitwisseling ten behoeve van de uitoefening van hun taken.


Artikel 3

  • 1

    De gegevens, bedoeld in artikel 23c, eerste lid, van de wet zijn:

    • a.

      een opgave van de naam, het adres, het telefoon- en faxnummer en het emailadres van de aanbieder en, indien van toepassing, van zijn bijkantoren;

    • b.

      een opgave van de rechtsvorm van de aanbieder;

    • c.

      een opgave van de statutaire zetel, de statutaire naam en de handelsnaam of handelsnamen;

    • d.

      een opgave van het nummer van inschrijving in het handelsregister of, indien van toepassing, een opgave van de LEI code;

    • e.

      indien van toepassing een gewaarmerkt afschrift van de statuten;

    • f.

      een opgave van de activiteiten die de aanbieder voornemens is te gaan verrichten;

    • g.

      de identiteit van degenen die het beleid van de aanbieder bepalen of mede bepalen;

    • h.

      de identiteit van degenen die een gekwalificeerde deelneming bezitten in de aanbieder;

    • i.

      gegevens op basis waarvan De Nederlandsche Bank N.V. kan beoordelen of wordt voldaan aan hetgeen ingevolge artikel 23h, eerste lid, van de wet is bepaald met betrekking tot de geschiktheid van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen;

    • j.

      gegevens op basis waarvan De Nederlandsche Bank N.V. kan beoordelen of wordt voldaan aan hetgeen ingevolge artikel 23h, tweede lid, van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die het beleid bepalen of mede bepalen of onderdeel zijn van een orgaan dat belast is met het toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken;

    • k.

      gegevens op basis waarvan De Nederlandsche Bank N.V. kan beoordelen of wordt voldaan aan hetgeen ingevolge artikel 23h, vierde lid, van de wet is bepaald met betrekking tot de betrouwbaarheid van de personen die een gekwalificeerde deelneming houden;

    • l.

      een beschrijving van de formele en feitelijke zeggenschapsstructuur van de aanbieder;

    • m.

      een beschrijving van de organisatiestructuur van de aanbieder;

    • n.

      de inrichting van de bedrijfsvoering met betrekking tot de integere en beheerste bedrijfsuitoefening bedoeld in artikel 23j van de wet;

    • o.

      overige gegevens en bescheiden die de toezichthouder nodig acht in het belang van de registratie.

  • 2

    De gegevens bedoeld in het eerste lid, onderdelen i, j en k zijn:

    • a.

      een opgave van de naam, de geboortedatum, de geboorteplaats, de nationaliteit, het privéadres, het telefoon- en faxnummer, het emailadres en de functie;

    • b.

      een curriculum vitae;

    • c.

      een opgave van de relevante diploma’s;

    • d.

      een kopie van een geldig identiteitsbewijs; en

    • e.

      een opgave van referenten;

    • f.

      de antecedenten van degenen, genoemd in het eerste lid, onderdelen g en h.

  • 3

    In afwijking van het eerste lid wordt voor de antecedenten van de personen, bedoeld in het eerste lid, onderdelen g en h, indien deze eerder zijn beoordeeld voor de toepassing van de Wet op het financieel toezicht of de Wet toezicht trustkantoren 2018, bij de aanvraag volstaan met vermelding hiervan en een verwijzing naar de datum van beoordeling van deze antecedenten.


Artikel 3a [Vervallen per 25-07-2018]

[Vervallen]


Artikel 4

  • 1

    Als documenten op basis waarvan kan worden voldaan aan artikel 11, eerste lid, eerste volzin, van de wet worden aangewezen:

    • a.

      een geldig paspoort;

    • b.

      een geldige Nederlandse identiteitskaart;

    • c.

      een geldige identiteitskaart die is afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat en is voorzien van een pasfoto en de naam van de houder;

    • d.

      een geldig Nederlands rijbewijs;

    • e.

      een geldig rijbewijs dat is afgegeven door het daartoe bevoegde gezag in een andere lidstaat en is voorzien van een pasfoto en de naam van de houder;

    • f.

      reisdocumenten voor vluchtelingen en vreemdelingen;

    • g.

      vreemdelingendocumenten, afgegeven op grond van de Vreemdelingenwet 2000;

    • h.

      een voldoende betrouwbaar identificatiemiddel.

  • 2

    Als documenten op basis waarvan kan worden voldaan aan artikel 11, tweede lid, eerste volzin, van de wet, worden aangewezen:

    • a.

      een uittreksel uit het handelsregister;

    • b.

      een akte of verklaring, opgemaakt onderscheidenlijk afgegeven door een in Nederland of in een andere lidstaat gevestigde advocaat, notaris, kandidaat-notaris of een hiermee vergelijkbare, onafhankelijke beoefenaar van een juridisch beroep;

    • c.

      een document waaruit blijkt dat een kerkgenootschap of lichaam waarin zij is verenigd, is aangesloten bij het Interkerkelijk Contact in Overheidszaken dan wel dat het kerkgenootschap of lichaam is aangemerkt als een instelling als bedoeld in artikel 6.33, eerste lid, onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting 2001;

    • d.

      een document waaruit blijkt dat een zelfstandig onderdeel van een kerkgenootschap als bedoeld in onderdeel c deel uitmaakt van dat kerkgenootschap en het kerkgenootschap voldoet aan het bepaalde in onderdeel c.

  • 3

    De identiteit van een cliënt als bedoeld in artikel 11, vierde lid, van de wet kan worden geverifieerd aan de hand van documenten, gegevens of inlichtingen uit betrouwbare en onafhankelijke bron.

  • 4

    Onverminderd het derde lid kan de identiteit van een vereniging van eigenaars als bedoeld in artikel 112, eerste lid, onderdeel e, van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek worden geverifieerd aan de hand van de statuten van die vereniging die deel uitmaken van het reglement van de akte van splitsing als bedoeld in artikel 111 van Boek 5 van het Burgerlijk Wetboek.


Artikel 5

  • 1

    De Commissie inzake de meldingsplicht van ongebruikelijke transacties, bedoeld in artikel 21, eerste lid, van de wet, bestaat uit vertegenwoordigers van:

    • a.

      de Minister van Financiën;

    • b.

      de Minister van Justitie en Veiligheid;

    • c.

      de instellingen;

    • d.

      De Nederlandsche Bank N.V.;

    • e.

      de Stichting Autoriteit Financiële Markten;

    • f.

      het Bureau Financieel Toezicht;

    • g.

      de Belastingdienst/Grote ondernemingen;

    • h.

      de Belastingdienst/Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst – Economische Controledienst;

    • i.

      het openbaar ministerie;

    • j.

      de politie;

    • k.

      de kansspelautoriteit.

  • 2

    De leden van de commissie worden door de Minister van Financiën en de Minister van Justitie en Veiligheid gezamenlijk aangewezen. Bij de samenstelling van de commissie streven de Minister van Financiën en de Minister van Justitie en Veiligheid naar een evenwichtige vertegenwoordiging van de instellingen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c.

  • 3

    De Minister van Financiën en de Minister van Justitie en Veiligheid wijzen gezamenlijk de voorzitter van de commissie aan.

  • 4

    De commissie bepaalt haar eigen werkwijze.


Artikel 6 [Vervallen per 25-07-2018]

[Vervallen]


Artikel 7

[Wijzigt het Instellingbesluit FIU-Nederland.]


Artikel 8

[Wijzigt het Mandaat- en volmachtbesluit gemandateerd beheerder KLPD 2008.]


Artikel 9

[Wijzigt de Mandaatregeling meldpunt ongebruikelijke transacties.]


Artikel 10

[Wijzigt de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994.]


Artikel 11

[Wijzigt de Beschikking casinospelen 1996.]


Artikel 12

Deze regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.



Slotformulier en ondertekening

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën a.i., A. Rouvoet

De Minister van Justitie, E.M.H. Hirsch Ballin


Boek 1 Personen- en familierecht

Boek 1 Personen- en familierecht




Burgerlijk Wetboek Boek 5, Zakelijke rechten


Wet van 28 juni 1968, houdende vervanging van de bestaande omzetbelasting door een omzetbelasting volgens het stelsel van heffing over de toegevoegde waarde


Wet van 28 juni 1968, houdende vervanging van de bestaande omzetbelasting door een omzetbelasting volgens het stelsel van heffing over de toegevoegde waarde

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de richtlijnen van de Raad van de Europese Economische Gemeenschap betreffende de harmonisatie van de wetgevingen van de Lid-Staten inzake omzetbelasting (Publikatieblad van de Europese Gemeenschappen van 14 april 1967) aanleiding zijn de bestaande omzetbelasting volgens het cumulatieve cascadestelsel te vervangen door een omzetbelasting volgens het stelsel van heffing over de toegevoegde waarde;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:


Slotformulier en ondertekening

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk 28 juni 1968 JULIANA.

De Minister van Financiën, H. J. WITTEVEEN.

De Staatssecretaris van Financiën, F. H. M. GRAPPERHAUS.

Uitgegeven de eerste juli 1968. De Minister van Justitie, C. H. F. POLAK.


Tabel I behorende bij de Wet op de omzetbelasting 1968

Tabel I behorende bij de Wet op de omzetbelasting 1968

  • a.

    • 1.

      voedingsmiddelen, te weten:

      • a.

        eet- en drinkwaren die plegen te worden aangewend voor menselijke consumptie;

      • b.

        produkten die kennelijk zijn bestemd om te worden aangewend voor de bereiding van de onder a bedoelde eet- en drinkwaren en daarin geheel of ten dele opgaan;

      • c.

        produkten die zijn bestemd om te worden aangewend als aanvulling op dan wel ter vervanging van de onder a bedoelde eet- en drinkwaren; met dien verstande dat tot de voedingsmiddelen niet worden gerekend alcoholhoudende dranken;

    • 2.

      granen en peulvruchten, die niet zijn te rangschikken onder post 1;

    • 3.

      pootgoed bestemd voor de teelt van groenten en fruit;

    • 4.

      • a.

        rundvee, schapen, geiten en varkens;

      • b.

        andere dan de onder a vallende dieren die kennelijk zijn bestemd voor de voortbrenging of de productie van de in post 1 bedoelde voedingsmiddelen of die kennelijk zijn bestemd voor gebruik in de landbouw, alsmede dieren die kennelijk zijn bestemd voor het fokken van die dieren;

      • c.

        slachtafvallen van de onder a en b vallende dieren;

      • d.

        goederen die kennelijk zijn bestemd voor de voortplanting van de onder a en b vallende dieren;

    • 5.

      [vervallen;]

    • 6.

      Geneesmiddelen als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel b, van de Geneesmiddelenwet waarvoor een handelsvergunning is verleend als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel III, van die wet of waarvoor geen handelsvergunning is vereist ingevolge artikel 40, derde lid, onderdelen a tot en met g, van die wet, alsmede voorbehoedsmiddelen, infusievloeistoffen, nierdialyseconcentraten en kennelijk voor geneeskundige doeleinden bestemde inhalatiegassen;

    • 7.

      diergeneesmiddelen als zijn bedoeld in de Wet dieren, met uitzondering van diergeneesmiddelen voor in vitro gebruik;

    • 8.

      verbandmiddelen zoals watten, windsels, gaas, hechtmiddelen, pleisters, tampons, spalken en daarmee gelijk te stellen artikelen die kennelijk zijn bestemd voor geneeskundige doeleinden, alsmede gevulde verbanddozen, damesverband, kraammatrassen en incontinentiematerialen;

    • 9.

      [vervallen;]

    • 10.

      [vervallen;]

    • 11.

      [vervallen;]

    • 12.

      [vervallen;]

    • 13.

      [vervallen;]

    • 14.

      [vervallen;]

    • 15.

      [vervallen;]

    • 16.

      [vervallen;]

    • 17.

      [vervallen;]

    • 18.

      [vervallen;]

    • 19.

      [vervallen;]

    • 20.

      [vervallen;]

    • 21.

      [vervallen;]

    • 22.

      [vervallen;]

    • 23.

      [vervallen;]

    • 24.

      [vervallen;]

    • 25.

      [vervallen;]

    • 26.

      [vervallen;]

    • 27.

      [vervallen;]

    • 28.

      water;

    • 29.

      • a.

        kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten, voor zover deze worden ingevoerd;

      • b.

        kunstvoorwerpen voor zover deze worden geleverd door:

        • 1°.

          de maker of diens rechtverkrijgende onder algemene titel; of

        • 2°.

          een ondernemer, andere dan een wederverkoper, die ingevolge artikel 15, eerste lid, de belasting ter zake van zijn verkrijging volledig in aftrek brengt;

    • 30.

      boeken, met inbegrip van alle andere dan papieren fysieke dragers waarop de inhoud van een boek is aangebracht; digitale educatieve informatie die is aangebracht op fysieke dragers en die kennelijk uitsluitend of nagenoeg uitsluitend is bestemd voor informatieoverdracht in het onderwijs; dagbladen, weekbladen, tijdschriften en andere tenminste driemaal per jaar periodiek verschijnende uitgaven;

    • 31.

      braille-papier, braille-folie, braille-drukwerk, braille-schrijfmachines, braille-handschrijfhulpmiddelen en dergelijke braille-artikelen; uurwerken, optische leesapparaten, t.v.-leesloepen, leesplateaus, oriëntatie-hulpmiddelen, steun-, tast- en herkenningsstokken speciaal ontworpen voor persoonlijk gebruik door blinden en slechtzienden; blindengeleidehonden; andere bij ministeriële regeling aan te wijzen hulpmiddelen die speciaal zijn ontworpen dan wel bestemd voor het exclusieve en persoonlijke gebruik door blinden en slechtzienden; leespennen en andere apparatuur met een vergelijkbare functie, alsmede programmatuur, die speciaal zijn ontworpen voor gebruik door dyslectici;

    • 32.

      [vervallen;]

    • 33.

      [vervallen;]

    • 34.

      invalidewagentjes en invalidekrukken; sta-opstoelen; hooglaagbedden;

    • 35.

      kunstledematen, te weten: arm-, hand-, been- en voetprothesen; hulpmiddelen die speciaal zijn ontworpen voor het overnemen van de fixatiefunctie van een niet of slecht functionerende hand; beenbeugels, breukbanden en kunstgewrichten; kunstogen, -oren en -nieren; aangezichts-, borst-, neus- en larynxprothesen; chirurgische implanteringsprothesen; hart- en spierstimulatoren; gehoorapparaten en andere bij ministeriële regeling aan te wijzen hulpmiddelen die speciaal zijn ontworpen dan wel bestemd voor het exclusieve en persoonlijke gebruik door doven en slechthorenden; oorapparaten tegen stotteren; hulpmiddelen voor stomapatiënten; orthopedisch schoeisel; hulpmiddelen die speciaal zijn ontworpen voor het uittrekken van therapeutisch elastische steunkousen; orthopedische maatkorsetten; delen, onderdelen en toebehoren, kennelijk bestemd voor de hiervoor genoemde goederen;

    • 36.

      • a.

        hulpmiddelen die plegen te worden aangewend voor het onderhuids toedienen van insuline met uitzondering van spuiten en naalden die kennelijk mede voor andere doeleinden zijn geschikt;

      • b.

        hulpmiddelen die plegen te worden aangewend bij de zelfdiagnose van het bloedsuikergehalte;

    • 37.

      meetapparatuur en toebehoren voor de zelfdiagnose van de stollingstijd van bloed; medicijnvernevelaars; katheters; urinezakken; allergeenvrije hoezen; antidecubitusmatrassen; draagbare uitwendige infuuspompen; zuurstofconcentratoren met toebehoren, alsmede speciaal voor persoonlijk mobiel gebruik ontworpen wagentjes en draagbanden of -tassen voor een zuurstofcilinder of een zuurstofvat; computermuis-software, al dan niet langs elektronische weg geleverd, die speciaal is ontwikkeld voor gebruikers met een tremor;

    • 38.

      [vervallen;]

    • 39.

      [vervallen;]

    • 40.

      beetwortelen;

    • 41.

      land- en tuinbouwzaden voor zover dienende voor de teelt van de in deze tabel genoemde produkten en oliehoudende zaden;

    • 42.

      [vervallen;]

    • 43.

      rondhout;

    • 44.

      stro en veevoeders;

    • 45.

      vlas;

    • 46.

      wol, ruw en ongewassen;

    • 47.

      [vervallen;]

    • 48.

      sierteeltprodukten, te weten: bloembollen, bloemen, planten en boomkwekerijprodukten;

    • 49.

      [vervallen;]

    • 50.

      [vervallen;]

  • b.

    • 1.

      het herstellen van de in de posten a 31 en a 34 tot en met a 37 bedoelde goederen;

    • 2.

      het uitlenen van goederen als bedoeld in post a 30;

    • 3.

      het geven van gelegenheid tot sportbeoefening en baden;

    • 4.

      het herstellen van fietsen;

    • 5.

      het herstellen van schoeisel en lederwaren;

    • 6.

      het herstellen en vermaken van kleding en huishoudlinnen;

    • 7.

      de diensten die door kappers als zodanig worden verricht;

    • 8.

      het schilderen en stukadoren van woningen na meer dan twee jaren na het tijdstip van eerste ingebruikneming;

    • 9.

      Het vervoer van personen per schip, besloten busvervoer, openbaar vervoer en taxivervoer als bedoeld in artikel 1 van de Wet personenvervoer 2000, taxivervoer van personen over de weg anders dan per auto, en het vervoer van personen met luchtvaartuigen indien de plaats van vertrek en de plaats van bestemming in Nederland zijn gelegen voor zover dat vervoer geschiedt met ballonnen of met luchtvaartuigen die zijn ingericht voor het vervoer van zieken of gewonden;

    • 10.

      het geven van gelegenheid tot kamperen binnen het kader van het kamp- en vakantiebestedingsbedrijf aan personen die daar slechts voor een korte periode verblijf houden;

    • 11.

      het verstrekken van logies binnen het kader van het hotel-, pension- en vakantiebestedingsbedrijf aan personen die daar slechts voor een korte periode verblijf houden;

    • 12.

      het verstrekken van voedingsmiddelen als bedoeld in post a 1, voor gebruik ter plaatse binnen het kader van het hotel-, café-, restaurant-, pension- en aanverwant bedrijf;

    • 13.

      [vervallen;]

    • 14.

      het verlenen van toegang tot:

      • a.

        circussen;

      • b.

        dierentuinen;

      • c.

        openbare musea of verzamelingen, daaronder begrepen nauw daarmee samenhangende leveringen van goederen, zoals catalogi, foto’s en fotokopieën;

      • d.

        muziekuitvoeringen en toneeluitvoeringen, daaronder begrepen opera's, operettes, dansen, pantomimes, revues, musicals en cabarets, alsmede lezingen, met uitzondering van peepshows en andere optredens die primair zijn gericht op erotisch vermaak;

      • e.

        bioscopen;

      • f.

        sportwedstrijden, sportdemonstraties en dergelijke;

      • g.

        attractieparken, speel- en siertuinen, en andere dergelijke primair en permanent voor vermaak en dagrecreatie ingerichte voorzieningen;

    • 15.

      de diensten van exploitanten van reizende inrichtingen voor vermaak op kermissen;

    • 16.

      de oplevering van roerende zaken als bedoeld in onderdeel a door degene die de zaken heeft vervaardigd;

    • 17.

      het optreden door uitvoerende kunstenaars;

    • 18.

      [vervallen;]

    • 19.

      het aanbrengen van op energiebesparing gericht isolatiemateriaal aan vloeren, muren en daken van woningen na meer dan twee jaren na het tijdstip van eerste ingebruikneming, met uitzondering van materialen die een deel vertegenwoordigen van de waarde van deze diensten;

    • 20.

      het verrichten van schoonmaakwerkzaamheden binnen woningen;

    • 21.

      het langs elektronische weg leveren of uitlenen van uitgaven als bedoeld in post a 30 of het verlenen van toegang tot nieuwswebsites zoals die van dagbladen, weekbladen en tijdschriften, mits deze uitgaven, onderscheidenlijk nieuwswebsites niet uitsluitend of hoofdzakelijk bestaan uit reclamemateriaal, of uit video-inhoud of beluisterbare muziek.

Algemene aantekening

Tot tabel I behoren niet pootgoed en land- en tuinbouwzaden die kunnen worden aangewend om planten of vruchtlichamen van schimmels uit voort te laten komen of te doen komen die voorkomen op lijst I of lijst II behorende bij de Opiumwet.

Tot tabel I behoort voorts niet distikstofmonoxide, met uitzondering van distikstofmonoxide waarop tabel I, onderdeel a, onder 6, van toepassing is.


Tabel II behorende bij de Wet op de omzetbelasting 1968

Tabel II behorende bij de Wet op de omzetbelasting 1968

  • a.

    • 1.

      Van buiten Nederland komende goederen die niet zijn ingevoerd;

      Bijzondere bepalingen.

      Goederen welke worden geleverd door de ondernemer die de goederen invoert of in wiens opdracht de invoer plaatsvindt of welke worden geleverd door ondernemers die ten aanzien van de goederen daaraan volgende leveringen verrichten, behoren niet tot de post

    • 2.

      goederen welke door een ondernemer worden:

      • -

        uitgevoerd uit de Unie, met uitzondering van goederen welke zijn bestemd voor de bevoorrading in Nederland van vervoermiddelen;

      • -

        geplaatst onder de regeling douane-entrepot op basis van artikel 237, tweede lid, van het Douanewetboek van de Unie;

      Bijzondere bepaling

      Tot de post behoren niet goederen die in bij ministeriële regeling aan te wijzen gevallen als reizigersbagage of als zending waaraan elk handelskarakter vreemd is, worden uitgevoerd uit de Unie;

    • 3.

      goederen bestemd voor de bevoorrading van:

      • a.

        schepen die voor 70 percent of meer worden gebruikt voor de vaart op volle zee:

        • 1°.

          waarmee passagiersvervoer tegen betaling plaatsvindt; of

        • 2°.

          die worden gebruikt voor de uitoefening van een industriële, handels- of visserijactiviteit;

      • b.

        reddingsboten en schepen voor hulpverlening op zee;

      • c.

        schepen voor de kustvisserij, met uitzondering van scheepsproviand;

      • d.

        oorlogsschepen die Nederland verlaten met als bestemming een haven of ankerplaats buiten Nederland;

      • e.

        luchtvaartuigen die worden gebruikt door luchtvaartmaatschappijen die zich hoofdzakelijk toeleggen op het internationale vervoer van personen of goederen tegen betaling;

    • 4.

      • a.

        de schepen, bedoeld in post 3, onder a tot en met d, alsmede de voorwerpen – met inbegrip van uitrusting voor de visserij – die met deze schepen vast verbonden zijn of die voor hun exploitatie dienen;

      • b.

        de luchtvaartuigen bedoeld in post 3, onder e, alsmede de voorwerpen die met deze luchtvaartuigen vast verbonden zijn of die voor hun exploitatie dienen;

    • 5.

      goud bestemd voor centrale banken;

    • 6.

      goederen die worden vervoerd naar een andere lidstaat, wanneer deze goederen aldaar zijn onderworpen aan heffing van belasting ter zake van intracommunautaire verwerving van die goederen;

      Bijzondere bepaling

      Tot de post behoren niet accijnsgoederen die worden verzonden of vervoerd naar een andere lidstaat ingevolge een levering aan een afnemer waarvoor artikel 3, lid 1, van de BTW-richtlijn 2006 toepassing vindt, tenzij de verzending of het vervoer van de accijnsgoederen geschiedt overeenkomstig de artikelen 19 of 34 van Richtlijn 2008/118/EG van de Raad van 16 december 2008 houdende een algemene regeling inzake accijns en houdende intrekking van Richtlijn 92/12/EEG (PbEU 2009, L 9);

    • 7.

      • a.

        accijnsgoederen die worden gebracht naar of zich bevinden in een accijnsgoederenplaats als bedoeld in de Wet op de accijns en die voor die soort goederen als zodanig is aangewezen, voor zover die goederen voor de heffing van de accijns niet zijn uitgeslagen tot verbruik;

      • b.

        minerale oliën waarvoor in artikel 27 van de Wet op de accijns een accijnstarief is vastgesteld alsmede minerale oliën die daarmee op grond van artikel 28 van die wet worden gelijkgesteld en die zijn gebracht buiten een accijnsgoederenplaats en die niet worden gebracht naar een andere accijnsgoederenplaats die voor minerale oliën als zodanig is aangewezen, indien:

        • 1°.

          het buiten de accijnsgoederenplaats brengen van de minerale oliën ingevolge de Wet op de accijns niet als uitslag tot verbruik is of wordt aangemerkt;

        • 2°.

          voor het vervoer van de minerale oliën ingevolge de Wet op de accijns een document is afgegeven als bedoeld in Verordening (EG) nr. 684/2009 van de Commissie van 24 juli 2009 tot uitvoering van Richtlijn 2008/118/EG van de Raad wat betreft de geautomatiseerde procedures voor de overbrenging van accijnsgoederen onder schorsing van accijns (PbEU 2009, L 197); en

        • 3°.

          de minerale oliën niet worden vervoerd naar een andere lidstaat noch worden uitgevoerd of opgeslagen in een entrepot;

      Bijzondere bepaling

      Op verzoek wordt, onder bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden, een accijnsgoederenplaats voor minerale oliën aangewezen voor een bijzondere regeling ingevolge welke de voorwaarden die zijn gesteld ter zake van de onder a bedoelde leveringen van accijnsgoederen die zich bevinden in een accijnsgoederenplaats, niet van toepassing zijn. Bij de uitslag tot verbruik van die minerale oliën in de zin van de Wet op de accijns wordt de belasting geheven ter zake van de daaraan voorafgaande levering naar het zonder de toepassing van deze post geldende tarief. Daarbij wordt de maatstaf van heffing verhoogd met de ter zake van de uitslag tot verbruik verschuldigde accijns en de vergoeding voor de diensten die na die levering met betrekking tot de minerale oliën met toepassing van tabel II, onderdeel b, post 1, zijn verricht. De belasting wordt geheven van de ondernemer aan wie die levering is verricht en is door deze verschuldigd op het tijdstip van de uitslag tot verbruik.

    • 8.

      • a.

        bij ministeriële regeling aan te wijzen goederen of soorten van goederen die worden gebracht naar of zich bevinden in een ander entrepot dan een douane-entrepot als bedoeld in artikel 157, lid 1, onder a en b, van de BTW-richtlijn 2006 dat niet-plaatsgebonden is;

      • b.

        bij ministeriële regeling aan te wijzen goederen of soorten van goederen die zich bevinden in een ander entrepot dan een douane-entrepot als bedoeld in artikel 157, lid 1, onder a en b, van de BTW-richtlijn 2006 dat plaatsgebonden is, niet zijnde een accijnsgoederenplaats voor minerale oliën;

      hetgeen onder een niet-plaatsgebonden en onder een plaatsgebonden entrepot als bedoeld in deze post wordt verstaan, wordt, onder daarbij te stellen voorwaarden en beperkingen, vastgesteld bij ministeriële regeling.

      Bijzondere bepaling

      Bij het beëindigen van de opslag van de goederen in het entrepot, bedoeld in deze post, onder b, wordt de belasting ter zake van de daaraan voorafgaande levering geheven naar het zonder de toepassing van deze post geldende tarief. Daarbij wordt de maatstaf van heffing verhoogd met de vergoeding voor de diensten die na die levering met betrekking tot die goederen met toepassing van tabel II, onderdeel b, post 1, zijn verricht. De belasting wordt geheven van de ondernemer aan wie die levering is verricht en is door deze verschuldigd op het tijdstip van het beëindigen van de opslag. Bij ministeriële regeling wordt vastgesteld hetgeen wordt verstaan onder het beëindigen van de opslag van goederen in het entrepot, bedoeld in deze post, onder b.

    • 9.

      goederen die de ondernemer op grond van artikel 3c, tweede lid, geacht wordt te hebben ontvangen en geleverd, de levering van die goederen aan die ondernemer;

    • 10.

      levering van zonnepanelen en zonnepanelen als dakbedekking, bestemd om te worden geïnstalleerd op of in de onmiddellijke nabijheid van woningen.

  • b.

    • 1.

      • a.

        de diensten die worden verricht ten aanzien van goederen als bedoeld in de posten a.1, a.2, a.7 en a.8;

      • b.

        de verbouwing, de reparatie, het onderhoud, de bevrachting en de verhuur van de schepen, bedoeld in post a.3, onder a tot en met d, alsmede de verhuur, de reparatie en het onderhoud van de voorwerpen – met inbegrip van uitrusting voor de visserij – die met die schepen vast verbonden zijn of die voor hun exploitatie dienen;

      • c.

        de verbouwing, de reparatie, het onderhoud, de bevrachting en de verhuur van de luchtvaartuigen, bedoeld in post a.3, onder e, alsmede de verhuur, de reparatie en het onderhoud van de voorwerpen die met deze luchtvaartuigen vast verbonden zijn of die voor hun exploitatie dienen;

      • d.

        andere diensten dan de diensten, bedoeld onder b en c, die worden verricht voor de rechtstreekse behoeften van de schepen, bedoeld in post a.3, onder a tot en met d, en hun lading en de luchtvaartuigen, bedoeld in post a.3, onder e, en hun lading;

    • 2.

      de diensten die betrekking hebben op de invoer van goederen en waarvan de waarde met toepassing van artikel 19, tweede lid, onderdeel b, in de maatstaf van heffing is begrepen;

    • 3.

      het vervoer van personen door middel van zeeschepen of luchtvaartuigen, indien de plaats van bestemming of de plaats van vertrek buiten Nederland is gelegen;

    • 4.

      de diensten van tussenpersonen die handelen in naam en voor rekening van derden, welke betrekking hebben op niet in de Unie verrichte prestaties dan wel op prestaties als zijn bedoeld onder 2 en 3;

    • 5.

      de diensten, bestaande in werkzaamheden met betrekking tot roerende zaken welke zijn ontvangen ten einde die werkzaamheden in Nederland te ondergaan en naar een plaats buiten de Unie worden verzonden of vervoerd door of voor rekening van degene die de dienst heeft verricht, dan wel degene aan wie de dienst is verleend, indien deze laatste buiten Nederland woont of is gevestigd;

    • 6.

      het intracommunautair goederenvervoer naar of vanaf de eilanden die de autonome regio’s van de Azoren en van Madeira vormen, alsmede het vervoer van goederen tussen deze eilanden;

    • 7.

      de installatie van zonnepanelen en zonnepanelen als dakbedekking, op of in de onmiddellijke nabijheid van woningen.




Wet van 30 september 1893, op het faillissement en de surséance van betaling


Besluit van 22 juni 1971 tot vaststelling van het Uitvoeringsbesluit belastingen van rechtsverkeer


Wet van 30 september 1893, op het faillissement en de surséance van betaling

In naam van Hare Majesteit WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Wij EMMA, Koningin-Weduwe, Regentes van het Koninkrijk;

Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, saluut! doen te weten:

Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat de wettelijke bepalingen omtrent het faillissement en de surséance van betaling herziening vereischen;

Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:


Besluit van 22 juni 1971 tot vaststelling van het Uitvoeringsbesluit belastingen van rechtsverkeer

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 29 april 1971, nr. B71/8431, directie Wetgeving Douane en Verbruiksbelastingen;

Gelet op de artikelen 11, derde lid, 15, 37, en 53 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer (Stb. 1970, 611);

De Raad van State gehoord (advies van 2 juni 1971, nr. 6);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 18 juni 1971, nr. B 71/11450, directie Wetgeving Douane en Verbruiksbelastingen;

Hebben goedgevonden en verstaan:


Slotformulier en ondertekening

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministerieele Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven op het Loo den 30sten September 1893 EMMA.

De Minister van Justitie. SMIDT.

Uitgegeven den zesden October 1893. De Minister van Justitie, SMIDT.


Slotformulier en ondertekening

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Soestdijk 22 juni 1971 JULIANA.

De Staatssecretaris van Financiën, F. H. M. GRAPPERHAUS.

Uitgegeven de vierentwintigste juni 1971. De Minister van Justitie, C. H. F. POLAK.


Bijlage

  • a.

    De waarde van een canon, een retributie of een huur van het leven van één persoon afhankelijk, wordt gesteld op het jaarlijkse bedrag, vermenigvuldigd met:

    16,

    wanneer degene gedurende wiens leven de schuldplichtigheid moet plaatshebben

    jonger dan 20 jaar is,

    15,

    20 jaar of ouder, doch jonger dan 30 jaar is,

    14,

    30 jaar of ouder, doch jonger dan 40 jaar is,

    13,

    40 jaar of ouder, doch jonger dan 50 jaar is,

    12,

    50 jaar of ouder, doch jonger dan 55 jaar is,

    11,

    55 jaar of ouder, doch jonger dan 60 jaar is,

    10,

    60 jaar of ouder, doch jonger dan 65 jaar is,

    8,

    65 jaar of ouder, doch jonger dan 70 jaar is,

    7,

    70 jaar of ouder, doch jonger dan 75 jaar is,

    5,

    75 jaar of ouder, doch jonger dan 80 jaar is

    4,

    80 jaar of ouder, doch jonger dan 85 jaar is,

    3,

    85 jaar of ouder, doch jonger dan 90 jaar is,

    2,

    90 jaar of ouder is.

  • b.

    De waarde van een canon, een retributie of een huur die na een bepaalde tijd vervalt, wordt gesteld op het jaarlijkse bedrag, vermenigvuldigd met het aantal jaren gedurende welke zij bestaat, iedere euro berekend tegen de volgende bedragen:

    indien de schuldplichtigheid afhankelijk is van het leven van een persoon

    indien de schuldplichtigheid niet van het leven afhankelijk is

    jonger dan 40 jaar

    40 jaar of ouder, doch jonger dan 60 jaar

    60 jaar of ouder

    het eerste vijftal jaren

    0,84

    0,83

    0,75

    0,85

    het tweede vijftal jaren

    0,62

    0,60

    0,40

    0,64

    het derde vijftal jaren

    0,46

    0,42

    0,15

    0,48

    het vierde vijftal jaren

    0,34

    0,28

    0,04

    0,36

    het vijfde vijftal jaren

    0,25

    0,18

    0,02

    0,28

    de volgende jaren

    0,12

    0,06

    0,15

  • c.

    De waarde van een canon, een retributie of een huur voor onbepaalde tijd, die niet van het leven afhankelijk is, wordt gesteld op het zeventienvoud van het jaarlijkse bedrag.

  • d.

    De overeenkomstig onderdeel b berekende waarde kan, indien de schuldplichtigheid:

    • 1.

      van het leven afhankelijk is, niet hoger zijn dan de waarde die verkregen zou zijn, wanneer de schuldplichtigheid niet tevens na een bepaalde tijd zou vervallen;

    • 2.

      niet van het leven afhankelijk is, niet hoger zijn dan het zeventienvoud van het jaarlijkse bedrag.

  • e.

    Een canon, een retributie of een huur die vervalt bij het overlijden:

    • 1.

      van de langstlevende van twee of meer personen, wordt gelijkgesteld met een canon, een retributie of een huur, afhankelijk van het leven van iemand die vijf jaren jonger is dan de jongste van de vorenbedoelde personen;

    • 2.

      van de eerststervende van twee of meer personen, wordt gelijkgesteld met een canon, een retributie of een huur, afhankelijk van het leven van iemand die vijf jaren ouder is dan de oudste van de vorenbedoelde personen.

  • f.

    Een canon, een retributie of een huur tot een onzeker jaarlijks bedrag wordt gelijkgesteld met een canon, een retributie of een huur tot het geschatte gemiddelde jaarlijkse bedrag.

  • g.

    De waarde van een schuldplichtigheid, niet vallende onder een van de vorige leden, wordt gesteld op het bedrag waarvoor zodanige schuldplichtigheid zou kunnen worden verkocht.

  • h.

    Een canon, een retributie of een huur tot andere zaken dan geld, wordt gelijkgesteld met een canon, een retributie of een huur tot een jaarlijks bedrag gelijk aan de waarde welke aan die zaken in het economische verkeer kan worden toegekend.




Wet van 24 december 1970, houdende regeling van de formaliteit van registratie van akten


Uitvoeringsregeling schenk- en erfbelasting


Wet van 24 december 1970, houdende regeling van de formaliteit van registratie van akten

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het in verband met de algemene herziening van de registratie- en de zegelbelasting wenselijk is de formaliteit van registratie van akten bij een afzonderlijke wet te regelen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:



Artikel 1

  • 1

    Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • 2

    Onder registratie van akten wordt verstaan:

    • a.

      de opname van elektronische afschriften van notariële akten of van elektronische kopieën als bedoeld in artikel 4, derde lid, in een register dat wordt gehouden door de KNB;

    • b.

      het vermelden van de gehele of gedeeltelijke inhoud van akten waarvan de registratie wettelijk is vereist voor de geldigheid van een rechtshandeling, andere dan notariële akten, in registers die worden gehouden door daartoe door Onze Minister aangewezen inspecteurs van de rijksbelastingdienst.


Artikel 2 [Vervallen per 01-01-2013]

[Vervallen]


Artikel 3

  • 1

    Notariële akten, welke niet zijn genoemd in artikel 4, eerste lid, moeten binnen tien dagen na de dag waarop de akten zijn opgemaakt, door die ambtenaren ter registratie worden aangeboden.

  • 2

    Notariële akten worden ter registratie aangeboden door een elektronisch afschrift daarvan langs elektronische weg te zenden aan de KNB.

  • 3

    Bij regeling van Onze Minister wordt, na overleg met Onze Minister voor Rechtsbescherming, bepaald:

    • a.

      hoe het in artikel 1, tweede lid, onderdeel a, genoemde register is ingericht;

    • b.

      op welke wijze de registratie geschiedt;

    • c.

      op welke wijze blijkt dat een akte is geregistreerd;

    • d.

      hoe lang de gegevens in het register worden bewaard.


Artikel 4

  • 1

    Uiterste willen en de daarop of op omslagen daarvan gestelde aantekeningen, andere akten welke uitsluitend uiterste wilsbeschikkingen of de herroeping van uiterste wilsbeschikkingen inhouden, zomede akten van bewaargeving, superscriptie of teruggaaf van uiterste willen moeten door de notaris onder wie zij berusten, ter registratie worden aangeboden binnen een maand na de dag waarop het overlijden of de vaststelling van vermissing van de beschikker te zijner kennis is gekomen, met dien verstande dat deze termijn niet eerder aanvangt, dan met de dag, volgende op die waarop de akten onder de notaris zijn komen te berusten.

  • 2

    Het eerste en het derde lid gelden niet ten aanzien van de in artikel 97 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde akten en van akten waarvan de beschikkingen niet meer van kracht zijn op het tijdstip van het overlijden of van de vaststelling van vermissing van de beschikker.

  • 3

    Van akten als bedoeld in het eerste lid die ingevolge artikel 58 van de Wet op het notarisambt zijn overgebracht naar de algemene bewaarplaats, wordt door de notaris een elektronische kopie ter registratie aan de KNB aangeboden binnen een maand na de dag waarop het overlijden of de vaststelling van vermissing van de beschikker te zijner kennis is gekomen.



Artikel 6

  • 1

    Op vordering van de inspecteur moet van een akte welke in een vreemde taal is gesteld, worden overgelegd een letterlijke vertaling in het Nederlands, voor overeenstemmend verklaard door een beëdigd vertaler in de zin van de Wet beëdigde tolken en vertalers. Indien het een notariële akte betreft, kan de vertaling voor overeenstemmend worden verklaard door de notaris die de akte heeft opgemaakt.

  • 2

    Ten aanzien van een akte als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel a, doet de inspecteur op een bij ministeriële regeling te bepalen wijze van zijn vordering blijken. De vertaling van de akte moet binnen een maand na de dagtekening van de vordering, bedoeld in de eerste volzin, bij de inspecteur worden aangeleverd.

  • 3

    Is niet voldaan aan het eerste of tweede lid, dan wordt de aanbieding ter registratie geacht niet te hebben plaatsgehad.


Slotformulier en ondertekening

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Financiën, J.C. de Jager


Artikel 7

  • 1

    De notaris is verplicht de door hem opgemaakte akten dagelijks langs elektronische weg in te schrijven in een door de KNB, per notaris, gehouden repertorium.

  • 2

    Bij regeling van Onze Minister wordt, na overleg met Onze Minister voor Rechtsbescherming, de wijze waarop de inschrijving geschiedt alsmede de inrichting en de wijze van bijhouding van het repertorium, bedoeld in het eerste lid, bepaald.


Artikel 7a

  • 1

    De KNB zendt op een bij regeling van Onze Minister te bepalen wijze aan een door Onze Minister aangewezen ambtenaar van de rijksbelastingdienst een elektronisch afschrift of elektronische kopie in de gevallen, bedoeld in artikel 4, derde lid, van iedere ter registratie aangeboden akte als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel a, alsmede van het repertorium, bedoeld in artikel 7, eerste lid.

  • 2

    De inspecteur of door Onze Minister aangewezen andere ambtenaren van de rijksbelastingdienst hebben inzage in het door de KNB gehouden register, bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel a, en in het repertorium, bedoeld in artikel 7, eerste lid.


Artikel 7b

  • 1

    De notaris zendt op verzoek van een door Onze Minister aangewezen ambtenaar van de rijksbelastingdienst, op een bij regeling van Onze Minister te bepalen wijze, een elektronische kopie van een aan een notariële akte gehecht stuk (annex) aan deze ambtenaar.

  • 2

    De notaris kan op ieder moment eigener beweging een elektronische kopie van een annex als bedoeld in het eerste lid toezenden op de krachtens het eerste lid te bepalen wijze.


Artikel 8

  • 1

    De notaris is gehouden aan de inspecteur of een door Onze Minister aangewezen andere ambtenaar van de rijksbelastingdienst:

    • a.

      de door deze gevorderde gegevens en inlichtingen te verstrekken welke van belang kunnen zijn om te beoordelen of aan de bepalingen van deze wet is voldaan;

    • b.

      desgevorderd de onder hem berustende akten en registers ter inzage te verstrekken ter plaatse waar zij zich bevinden;

    • c.

      toe te staan, afschriften van of uittreksels uit de onder letter b bedoelde bescheiden te maken, dan wel die bescheiden voor ten hoogste drie dagen tot nader onderzoek onder zich te nemen. De notaris wordt desgevraagd in de gelegenheid gesteld een afschrift van of uittreksel uit de bescheiden te maken.

  • 2

    Het eerste lid geldt niet ten aanzien van de in artikel 4, eerste lid, genoemde akten, zolang de beschikkers in leven zijn.

  • 3

    Voldoening aan de bij het eerste lid omschreven verplichtingen kan gevorderd worden op elke dag, met uitzondering van zaterdagen, zondagen, algemeen erkende feestdagen in de zin van de Algemene termijnenwet (Stb. 1964, 314) en de bij of krachtens artikel 3 van die wet daarmede gelijkgestelde dagen, mits tussen des voormiddags negen uur en des namiddags vier uur.

  • 4

    Wordt de toegang tot de plaats, met inbegrip van een woning, waar de akten en registers zich bevinden of redelijkerwijs vermoed kunnen worden zich te bevinden, geweigerd, dan is de inspecteur of de in het eerste lid bedoelde andere ambtenaar bevoegd zich die toegang met behulp van de sterke arm te verschaffen.


Artikel 9

De notaris is bevoegd onder hem berustende akten welke niet zijn genoemd in artikel 4, eerste lid, voor ten hoogste veertien dagen tegen ontvangbewijs af te geven aan de inspecteur of de in artikel 8, eerste lid, bedoelde andere ambtenaar.


Artikel 10

  • 1

    Het is een ieder verboden hetgeen hem uit of in verband met enige werkzaamheid bij de uitvoering van deze wet over de persoon of zaken van een ander blijkt of wordt meegedeeld, verder bekend te maken dan noodzakelijk is voor de uitvoering van enige wet (geheimhoudingsplicht).

  • 2

    De geheimhoudingsplicht geldt niet indien:

    • a.

      enig wettelijk voorschrift tot de bekendmaking verplicht;

    • b.

      bij regeling van Onze Minister is bepaald dat bekendmaking noodzakelijk is voor de goede vervulling van een publiekrechtelijke taak van een bestuursorgaan;

    • c.

      bekendmaking plaatsvindt aan degene op wie de gegevens betrekking hebben voorzover deze gegevens door of namens hem zijn verstrekt.

  • 3

    In andere gevallen dan bedoeld in het tweede lid kan Onze Minister ontheffing verlenen van de geheimhoudingsplicht.

  • 4

    Aan de openbare ambtenaar die een akte als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel a, heeft opgemaakt of ter registratie heeft aangeboden, zijn plaatsvervanger of zijn opvolger, wordt ter zake van die akte door de KNB inzage verleend in de registers van registratie. Aan degenen die partij zijn bij een akte, hun erfgenamen of hun rechtverkrijgenden wordt ter zake van een akte als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel a, met uitzondering van een akte als bedoeld in artikel 4, eerste lid, zolang de beschikker nog in leven is, door de KNB desgevraagd een uittreksel uit het repertorium afgegeven.

  • 5

    In afwijking in zoverre van het vierde lid wordt aan de openbare ambtenaar die een akte als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel a, heeft opgemaakt of ter registratie heeft aangeboden, zijn plaatsvervanger of zijn opvolger alsmede aan degenen die partij zijn bij een dergelijke akte, hun erfgenamen of hun rechtverkrijgenden ter zake van die akte door de inspecteur inzage verleend in de registers van registratie indien die akte ter registratie is aangeboden vóór de datum, bedoeld in artikel V, eerste lid, van de Wet elektronische registratie notariële akten, dan wel voor de datum, bedoeld in het tweede lid van dat artikel. Ter zake van overige geregistreerde akten wordt door de inspecteur inzage verleend in de registers van registratie aan degenen die partij zijn bij een dergelijke akte, hun erfgenamen of hun rechtverkrijgenden.


Artikel 11

De Staat is aansprakelijk voor de schade wegens verlies of beschadiging van een ingevolge deze wet onder een ambtenaar van de rijksbelastingdienst berustende akte.


Artikel 12 [Vervallen per 01-01-2008]

[Vervallen]


Artikel 13

Onze Minister bepaalt:

  • a.

    aan welke ambtenaren van de rijksbelastingdienst de aanbieding ter registratie van akten als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel b, moet geschieden en welke inspecteur bevoegd is ten aanzien van de verplichtingen van notarissen;

  • b.

    de dagen en de uren waarop de kantoren voor het aanbieden van akten ter registratie zijn geopend;

  • c.

    de inrichting van de registers van registratie en de wijze waarop de registratie geschiedt;

  • d.

    de wijze waarop blijkt dat een akte is geregistreerd.



Artikel 14

  • 1

    Hij die niet voldoet aan een verplichting, hem bij of krachtens de artikelen 3, 4 of 7 opgelegd, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2

    De notaris die niet voldoet aan een verplichting, hem bij artikel 8 opgelegd, wordt gestraft met een geldboete van de tweede categorie.

  • 3

    De notaris die, ingevolge artikel 8 desgevraagd gehouden zijnde tot het verschaffen van gegevens of inlichtingen, onjuiste of onvolledige gegevens of inlichtingen verstrekt, wordt gestraft met een geldboete van de derde categorie.

  • 4

    De afdelingen 2 en 3 van hoofdstuk IX van de Algemene wet inzake rijksbelastingen zijn van overeenkomstige toepassing.


Artikel 15

  • 1

    Deze wet treedt in werking op een door Ons te bepalen tijdstip.

  • 2

    Zij kan worden aangehaald als 'Registratiewet 1970'.


Slotformulier en ondertekening

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk 24 december 1970 JULIANA.

De Staatssecretaris van Financiën, F. H. M. GRAPPERHAUS.

Uitgegeven de negenentwintigste december 1970. De Minister van Justitie a.i., H. K. J. BEERNINK.


Boek 2 Rechtspersonen




Burgerlijk Wetboek Boek 6, Verbintenissenrecht


Wet van 11 mei 2000 tot vaststelling van de Wet inkomstenbelasting 2001 (Belastingherziening 2001)


Wet van 11 mei 2000 tot vaststelling van de Wet inkomstenbelasting 2001 (Belastingherziening 2001)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de grondslag van de belasting op inkomen te verbreden en te versterken;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:


Slotformulier en ondertekening

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage 11 mei 2000 Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën, W. J. Bos

De Minister van Financiën, G. Zalm

Uitgegeven de dertigste mei 2000 De Minister van Justitie, A. H. Korthals








Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering


Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting 1968



Bijlage A

Goederenomschrijving

Post (of onderverdeling) van de gecombineerde nomenclatuur

Haar van varkens of van wilde zwijnen; dassenhaar en ander dierlijk haar, voor borstelwerk; afval van dit haar

0502

Darmen, blazen en magen van dieren (andere dan die van vissen), in hun geheel of in stukken, vers, gekoeld, bevroren, gezouten, gepekeld, gedroogd of gerookt

0504

Vogelhuiden en andere delen van vogels, met veren of dons bezet, veren en delen van veren (ook indien bijgesneden) en dons, ruw, gereinigd, ontsmet of op andere wijze behandeld ter voorkoming van bederf, doch niet verder bewerkt; poeder en afval, van veren of van delen van veren

0505

Beenderen en hoornpitten, ruw, ontvet of eenvoudig voorbehandeld (doch niet in vorm gesneden), met zuur behandeld of ontdaan van gelatine; poeder en afval van deze stoffen

0506

Grijze amber, bevergeil, civet en muskus; Spaanse vlieg; gal, ook indien gedroogd; klieren en andere stoffen van dierlijke oorsprong, die worden gebruikt voor het bereiden van farmaceutische producten, vers, gekoeld, bevroren of anderszins voorlopig geconserveerd

0510

Darmen, blazen en magen van vissen, pezen en zenen; snippers en dergelijk afval van ongelooide huiden en vellen

ex 0511

Mout, ook indien gebrand

1107

Cacaobonen, ook indien gebroken, al dan niet gebrand

1801

Cacaodoppen, cacaoschillen, cacaovliezen en andere afvallen van cacao

1802

Cacaopasta, ook indien ontvet

1803

Ruwe en niet tot verbruik bereide tabak

ex 2401

IJzerkies, ongeroost

2502

Marmer, travertijn, ecaussine en andere kalksteen voor de steenhouwerij of voor het bouwbedrijf, met een schijnbare dichtheid van 2,5 of meer, en albast, ook indien enkel kantrecht behouwen dan wel in blokken of in platen van vierkante of rechthoekige vorm, verkregen door zagen, door splijten of op dergelijke wijze

2515

Graniet, porfier, basalt, zandsteen en andere natuursteen voor de steenhouwerij of voor het bouwbedrijf, ook indien enkel kantrecht behouwen dan wel in blokken of in platen van vierkante of rechthoekige vorm, verkregen door zagen, door splijten of op dergelijke wijze

2516

Korrels, scherven, splinters en poeder van de steensoorten bedoeld bij de posten 2515 en 2516, ook indien zij een warmtebehandeling hebben ondergaan, van marmer

2517 41 00

Kalksteen voor hoogoventoeslag; kalksteen voor de vervaardiging van kalk of van cement

2521

Hydraulisch cement (cementklinker daaronder begrepen), ook indien gekleurd

2523

Ertsen, slakken en assen

2601 t/m 2620

Andere slakken en andere assen, as van zeewier daaronder begrepen, andere dan uit melasse gewonnen potas

ex 2621

Ruwe aardolie en ruwe olie uit bitumineuze mineralen

2709

Petroleumbitumen

2713 20 00

Natuurlijk bitumen en natuurlijk asfalt; bitumineuze leisteen en bitumineus zand; asfaltiet en asfaltsteen

2714

Calciumcarbonaat

2836 50 00

Ruw thorium; resten en afval daarvan

ex 2844 30 55

Tannine (looizuur), alsmede zouten, ethers, esters en andere derivaten daarvan

ex 3201

Synthetische organische looistoffen; anorganische looistoffen; preparaten voor het looien, ook indien zij natuurlijke looistoffen bevatten; enzympreparaten voor het voorlooien

3202

Dopes (antiklopmiddelen, oxidatievertragers, peptisatiemiddelen, middelen ter verbetering van de viscositeit, corrosievertragers en dergelijke preparaten), voor minerale olie (benzine daaronder begrepen)

ex 3811

Natuurlijke rubber, balata, gutta-percha, guayule, chicle en dergelijke natuurlijke gommen, in primaire vormen of in de vorm van gerookte vellen of vellen crêperubber

ex 4001

Synthetische rubber en uit olie vervaardigde factis, in primaire vormen; mengsels van natuurlijke rubber en synthetische rubber, in de vorm van latex

ex 4002

Basismengsels (‘master-batches’), andere dan die bestaande uit mengsels van rubber en carbonblack of dergelijk zwartsel of van rubber met siliciumdioxide

ex 4005

Huiden en vellen, ongelooid (vers, gezouten, gedroogd, gekalkt, gepekeld („pickled’) of anderszins geconserveerd, doch niet gelooid, niet tot perkament verwerkt of verder bewerkt), ook indien onthaard of gesplit

4101 t/m 4103

Kips van Indische runderen, in gehele staat (ook indien zonder kop en zonder poten), wegende per stuk niet meer dan 4,5 kg, enkel met plantaardige stoffen voorgelooid of gelooid, ook indien verder bewerkt, maar niet als zodanig bruikbaar voor het vervaardigen van werken van leder

4104 41 11 en 4104 49 11

Gelooide huiden en vellen van runderen (buffels daaronder begrepen), van paarden of van paardachtigen

ex 4104

Gelooide onthaarde huiden en vellen van Indische bastaards, voorgelooid met plantaardige stoffen, ook indien verder bewerkt, maar niet als zodanig bruikbaar voor het vervaardigen van werken van leder

4105 30 10

Gelooide onthaarde huiden en vellen van Indische geiten, voorgelooid met plantaardige stoffen, ook indien verder bewerkt, maar niet als zodanig bruikbaar voor het vervaardigen van werken van leder

4106 22 10

Wol, niet gekaard en niet gekamd

5101

Fijn haar en grof haar, niet gekaard en niet gekamd

5102

Afval van wol, van fijn haar of van grof haar, afval van garen daaronder begrepen doch met uitzondering van rafelwol en van rafelingen van haar

5103

Rafelwol en rafelingen van fijn haar of van grof haar

5104

Vlas, ruw of bewerkt, doch niet gesponnen; werk en afval (afval van garen en rafelingen daaronder begrepen), van vlas

5301

Jute en andere bastvezels (andere dan vlas, hennep en ramee), ruw of bewerkt, doch niet gesponnen; werk en afval (afval van garen en rafelingen daaronder begrepen), van deze vezels

5303

Synthetische of kunstmatige stapelvezels

5501 t/m 5507

Al dan niet vervilte weefsels, ook indien geïmpregneerd of voorzien van een deklaag van de soort gebruikt op papiermachines of voor ander technisch gebruik, met enkelvoudige ketting en/of inslag, dan wel plat geweven met meervoudige ketting en/of inslag

ex 5911

Lompen en vodden; afval en oud goed, van bindgaren, van touw of van kabel

6310

Resten en afval, van edele metalen of van metalen geplateerd met edele metalen; andere resten en afval, bevattende edele metalen of verbindingen van edele metalen, van de soort hoofdzakelijk gebruikt voor het terugwinnen van edele metalen

7112

Gietijzer en spiegelijzer, in gietelingen, in blokken of in andere primaire vormen, niet-gelegeerd, bevattende niet meer dan 0,5 gewichtspercent fosfor en bevattende minder dan 0,1 gewichtspercent mangaan

7201 1090

Ferrolegeringen

7202

Resten en afval, van gietijzer

7204 10

Resten en afval, van roestvrij staal

7204 21

Resten en afval, van vertind ijzer en staal

7204 30

Draaisel, krullen, spanen, slijpsel, zaagsel, vijlsel en afval van het stampen of stansen, ook indien in pakketten

7204 41

Andere resten en afval

7204 49

Afvalingots

7204 50

Ingots van ijzer of van niet-gelegeerd staal, bevattende 0,6 of meer gewichtspercenten koolstof

ex 7206 10

Halffabricaten van ijzer of van niet-gelegeerd staal, andere dan door continugieten verkregen en andere dan gesmede producten

ex 7207

Gewalste platte producten, enkel warm gewalst, van ijzer of van niet-gelegeerd staal, bevattende minder dan 0,6 gewichtspercenten koolstof, met een breedte van 600 mm of meer

ex 7208

Gewalste platte producten, van ijzer of van niet-gelegeerd staal, met een breedte van 600 mm of meer, enkel koud gewalst, bevattende minder dan 0,6 gewichtspercenten koolstof

ex 7209

Gewalste platte producten, enkel warm gewalst, van ijzer of van niet-gelegeerd staal, met een breedte van minder dan 600 mm, bevattende minder dan 0,6 gewichtspercenten koolstof

ex 7211

Gewalste platte producten, enkel koud gewalst, van ijzer of van niet-gelegeerd staal, met een breedte van minder dan 600 mm, bevattende minder dan 0,6 gewichtspercenten koolstof, anders dan bestemd voor het vervaardigen van blik

ex 7211

Gewalste platte producten, warm gewalst, van ijzer of van niet-gelegeerd staal, bevattende minder dan 0,6 gewichtspercenten koolstof, met een rechthoekige dwarsdoorsnede, met een dikte van 1,5 of meer mm en een breedte van meer dan 500 mm, op rollen wegende 500 of meer kg, of overlangs warm gewalst in gesloten kalibers of op het universeel walswerk, met een dikte van meer dan 5 mm doch niet meer dan 100 mm en met een breedte van meer dan 150 mm doch niet meer dan 1.200 mm

ex 7208 en ex 7211

Staven van ijzer of van niet-gelegeerd staal, enkel warm gewalst of warm geperst, bevattende minder dan 0,6 gewichtspercenten koolstof

ex 7214

Profielen van ijzer of van niet-gelegeerd staal, enkel warm gewalst of warm geperst, bevattende minder dan 0,6 gewichtspercenten koolstof

ex 7216

Ingots en halffabricaten van roestvrij staal, andere dan door continugieten verkregen

ex 7218

Gewalste platte producten, warm gewalst, van roestvrij staal, met een rechthoekige dwarsdoorsnede, met een dikte van 1,5 of meer mm en een breedte van meer dan 500 mm, op rollen wegende 500 of meer kg, of overlangs warm gewalst in gesloten kalibers of op het universeel walswerk, met een dikte van meer dan 5 mm doch niet meer dan 100 mm en met een breedte van meer dan 150 mm doch niet meer dan 1.200 mm

ex 7219 en ex 7220

Ingots en halffabricaten van ander gelegeerd staal, andere dan door continugieten verkregen

ex 7224

Gewalste platte producten, warm gewalst, van ander gelegeerd staal, met een rechthoekige dwarsdoorsnede, met een dikte van 1,5 of meer mm en een breedte van meer dan 500 mm, op rollen wegende 500 of meer kg, of overlangs warm gewalst in gesloten kalibers of op het universeel walswerk, met een dikte van meer dan 5 mm doch niet meer dan 100 mm en met een breedte van meer dan 150 mm doch niet meer dan 1.200 mm

ex 7225 en ex 7226

Kopersteen of ruwsteen; cementkoper (neergeslagen koper)

7401

Niet-geraffineerd koper; anoden van koper voor het elektrolytisch raffineren

7402

Geraffineerd koper en koperlegeringen, ruw

7403

Resten en afval, van koper

7404

Toeslaglegeringen van koper, bevattende niet meer dan 8 gewichtspercenten fosfor

ex 7405

Nikkelmatte, nikkeloxidesinters en andere tussenproducten van de nikkelmetallurgie

7501

Ruw nikkel

7502

Resten en afval, van nikkel

7503

Ruw aluminium

7601

Ruw lood

7801

Resten en afval, van lood

7802

Ruw zink

7901

Resten en afval, van zink

7902

Ruw tin

8001

Resten en afval, van tin

8002

Ruw kobalt

ex 8105 20

Resten en afval van kobalt

8105 30

Ruw bismut; resten en afval van bismut

ex 8106 00 10

Ruw cadmium

ex 8107 20

Resten en afval van cadmium

8107 30

Ruw titaan

ex 8108 20

Resten en afval van titaan

8108 30

Ruw zirkonium

ex 8109 20

Resten en afval van zirkonium

8109 30

Ruw antimoon

ex 8110 10

Resten en afval van antimoon

8110 20

Ruw mangaan

ex 8111 00 11

Resten en afval van mangaan

8111 00 19

Ruw chroom, germanium, vanadium, gallium, hafnium (celtium), indium, niobium (columbium), rhenium en thallium; resten en afval van deze metalen

ex 8112

Luchtvaartuigmotoren

8407 10

Turbinestraalmotoren

8411 11

Turbinestraalmotoren

8411 12

straalmotoren (reactiemotoren), andere dan turbinestraalmotoren

8412 10


Bijlage B Opdracht tot uitvoer uit de Unie of tot plaatsing onder de douaneregeling douane-entrepot

Bijlage B Opdracht tot uitvoer uit de Unie of tot plaatsing onder de douaneregeling douane-entrepot

(Achtereenvolgende leveringen als bedoeld in artikel 12, tweede lid, onderdeel d, van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968)

Ondergetekende, .......... (naamopdrachtgever)

te .......... (bedrijfsadresopdrachtgever)

geeft aan .......... (naamleverancier)

te .......... (bedrijfsadresleverancier)

opdracht de aan eerstgenoemde te leveren goederen, welke hieronder zijn omschreven,

  • a.

    rechtstreeks te zenden naar .......... (plaats) gelegen buiten de Unie. (*)

  • b.

    te leveren aan boord van het schip .......... (naam), in de haven van .......... (plaats), waarmee de uitvoer van de goederen uit de Unie zal geschieden. (*)

  • c.

    te leveren in .......... (soortvervoermiddel), te .......... (plaats), waarmee de uitvoer van de goederen uit de Unie zal geschieden. (*)

  • d.

    te plaatsen in het douane-entrepot met vergunningnummer .......... te .......... (plaats). (*)

  • e.

    te leveren in .......... (soortvervoermiddel), te .......... (plaats), waarmee het vervoer van de goederen naar het douane-entrepot met vergunningnummer .......... te .......... (plaats) zal geschieden. (*)

De levering is derhalve, mits aan de overige formaliteiten is voldaan, onderworpen aan het tarief van nihil.

Dagtekening en nummer van:

1. verkoopfactuur(*)

2. inkoopfactuur(*)

Te leveren goederen

Soort naar gewone handelsbenaming

Hoeveelheid

1 .......... (*)

2 .......... (*)

* Doorhalen wat niet van toepassing is

Datum ..........

De opdrachtgever,

(Handtekening van de opdrachtgever)


Bijlage C [Vervallen per 01-01-1996]

[Vervallen]


Bijlage D [Vervallen per 01-01-1996]

[Vervallen]


Bijlage E [Vervallen per 18-03-2010]

[Vervallen]


Bijlage F [Vervallen per 01-01-1989]

[Vervallen]


Bijlage G [Vervallen per 29-12-1993]

[Vervallen]


Bijlage H [Vervallen per 01-01-2001]

[Vervallen]


Bijlage I

Goederenomschrijving

Post (of onderverdeling) van de gecombineerde nomenclatuur

Maniokwortel, arrowroot (pijlwortel), salepwortel, aardperen, bataten (zoete aardappelen) en dergelijke wortels en knollen met een hoog gehalte aan zetmeel of aan inuline, vers, gekoeld, bevroren of gedroogd, ook indien in stukken of in pellets; merg van de sagopalm

0714

Koffie, ongebrand

0901 11 00 en 0901 12 00

Thee

0902

Granen

1001 t/m 1008

Oliehoudende zaden en vruchten

1201 t/m 1207

Vetten en oliën

1501 t/m 1516

Ruwe glycerol; glycerolwater en glycerollogen

1520

Ruwe suiker

1701 12 10 t/m 1701 14 90

Melasse verkregen bij de extractie of de raffinage van suiker

1703

Cacaobonen, ook indien gebroken, al dan niet gebrand

1801

Cacaodoppen, cacaoschillen, cacaovliezen en andere afvallen van cacao

1802

Cacaoboter, cacaovet en cacao-olie

1804 00 00

Cacaopoeder, zonder toevoegde suiker of andere zoetstoffen

1805 00 00

Tapioca

ex 1903

Producten voor menselijke consumptie, elders genoemd noch elders onder begrepen, voor zover deze producten nog een be- of verwerking moeten ondergaan voordat zij aan eindgebruikers worden geleverd

ex 2106

Resten en afval van de voedselindustrie

2301 t/m 2308

Bereidingen van de soort gebruikt voor het voederen van dieren, voor zover deze producten nog een be- of verwerking moeten ondergaan voordat zij aan eindgebruikers worden geleverd

ex 2309

Zout; zwavel; aarde en steen; gips, kalk en cement

2501 t/m 2530

IJzererts en concentraten daarvan, geroost ijzerkies (pyrietas) daaronder begrepen

2601

Molybdeenerts en concentraten daarvan

2613

Steenkool; briketten, eierkolen en dergelijke van steenkool vervaardigde vaste brandstoffen

2701

Olie en andere producten, verkregen bij het distilleren van hogetemperatuur-steenkoolteer; dergelijke producten waarin het gewicht van de aromatische bestanddelen dat van de niet-aromatische overtreft

2707

Ruwe aardolie en ruwe olie uit bitumineuze mineralen

2709

Aardolie en olie uit bitumineuze mineralen andere dan ruwe; preparaten bevattende als basisbestanddeel 70 of meer gewichtspercenten aardolie of olie uit bitumineuze mineralen, elders genoemd noch elders onder begrepen; afvalolie

2710

Aardgas en andere gasvormige koolwaterstoffen

2711

Vaseline; paraffine, microkristallijne was uit aardolie, „slack wax’, ozokeriet, montaanwas, turfwas, andere minerale was en dergelijke door synthese of op andere wijze verkregen producten, ook indien gekleurd

2712

Petroleumbitumen

2713 20 00

Elektrische energie met een spanning van ten minste 110 kilovolt

ex 2716 00 00

Anorganische chemische producten; anorganische of organische verbindingen van edele metalen, van radioactieve elementen, van zeldzame aardmetalen en van isotopen

2801 t/m 2853

Organische chemische producten

2901 t/m 2942

Ammoniumsulfaat onder de voorwaarde dat deze producten nog een be- of verwerking moeten ondergaan voordat zij aan eindgebruikers worden geleverd

ex 3102 21 00

Mengsels van ammoniumnitraat en calciumcarbonaat of andere niet-vruchtbaarmakende anorganische stoffen

3102 4010 00

Mengsels van ureum en ammoniumnitraat, opgelost in water of in ammoniakwater

3102 8000 00

Kleurstoffen van plantaardige of dierlijke oorsprong (verfstofextracten, andere dan dierlijk zwartsel, daaronder begrepen), ook indien chemisch welbepaald; preparaten bedoeld bij aantekening 3 op dit hoofdstuk, op basis van kleurstoffen van plantaardige of dierlijke oorsprong

3203

Synthetische organische kleurstoffen, ook indien chemisch welbepaald; preparaten bedoeld bij aantekening 3 op dit hoofdstuk, op basis van synthetische organische kleurstoffen; synthetische organische producten van de soort gebruikt als fluorescerende heldermakende stoffen of als „lichtgevende stoffen’ (luminoforen), ook indien chemisch welbepaald

3204

Etherische oliën (ook indien daaruit de terpenen zijn afgesplitst), vast of vloeibaar; harsaroma's; door extractie verkregen oleoharsen; geconcentreerde oplossingen van etherische oliën in vet, in vette oliën, in was of in dergelijke stoffen, verkregen door enfleurage of door maceratie; terpeenhoudende bijproducten, afgesplitst uit etherische oliën; gedistilleerd aromatisch water en waterige oplossingen van etherische oliën

3301

Organische tensioactieve producten (andere dan zeep); tensioactieve bereidingen, wasmiddelen (hulppreparaten voor het wassen daaronder begrepen) en reinigingsmiddelen, ook indien zeep bevattend, andere dan die bedoeld bij post 3401

3402

Smeermiddelen (boor, snij- en draaiolie (koelolie), preparaten voor het losmaken van bouten en moeren, roest- en corrosiewerende preparaten en preparaten voor het insmeren van vormen, op basis van smeermiddelen, daaronder begrepen), alsmede preparaten van de soort gebruikt voor het smouten, vetten of oliën van textiel, van leder, van pelterijen of van andere stoffen, bevattende aardolie of olie uit bitumineuze mineralen

3403 11 00 t/m 3403 19 90

Enzymen; bereidingen van enzymen, elders genoemd noch elders onder begrepen

3507

Diverse producten van de chemische industrie

3801 t/m 3826

Polymeren van ethyleen, in primaire vormen

3901

Polymeren van propyleen of van andere olefinen, in primaire vormen

3902

Polymeren van styreen, in primaire vormen

3903

Polymeren van vinylchloride of van andere halogeenolefinen, in primaire vormen

3904

Polyacetalen, andere polyethers en epoxyharsen, in primaire vormen; polycarbonaten, alkydharsen, polyallylesters en andere polyesters, in primaire vormen

3907

Petroleumharsen, cumaronharsen, indeenharsen of cumaronindeenharsen en polyterpenen

3911 10 00

Andere platen, vellen, foliën, stroken en strippen, van kunststof zonder celstructuur, niet versterkt, gelaagd of op dergelijke wijze gecombineerd met andere stoffen, niet op een drager

3920

Synthetische rubber en uit olie vervaardigde factis, in primaire vormen of in platen, vellen of strippen; mengsels van producten bedoeld bij post 4001 met producten bedoeld bij deze post, in primaire vormen of in platen, vellen of strippen

4002

Synthetische filamentgarens (andere dan naaigarens), niet opgemaakt voor de verkoop in het klein, synthetische monofilamenten van minder dan 67 decitex daaronder begrepen

5402

Ferrolegeringen

7202

Halffabricaten van ijzer of van niet-gelegeerd staal

7207

Gewalste platte producten, van ijzer of van niet-gelegeerd staal, met een breedte van 600 mm of meer, warm gewalst, niet geplateerd noch bekleed

7208

Gewalste platte producten, van ijzer of van niet-gelegeerd staal, met een breedte van 600 mm of meer, koud gewalst, niet geplateerd noch bekleed

7209

Gewalste platte producten, van ijzer of van niet-gelegeerd staal, met een breedte van 600 mm of meer, geplateerd of bekleed

7210

Gewalste platte producten, van ijzer of van niet-gelegeerd staal, met een breedte van minder dan 600 mm, niet geplateerd noch bekleed

7211

Gewalste platte producten, van ijzer of van niet-gelegeerd staal, met een breedte van minder dan 600 mm, geplateerd of bekleed

7212

Profielen van ijzer of van niet-gelegeerd staal

7216

Gewalste platte producten van roestvrij staal, met een breedte van 600 mm of meer

7219

Gewalste platte producten van roestvrij staal, met een breedte van minder dan 600 mm

7220

Ander gelegeerd staal in ingots of in andere primaire vormen; halffabricaten van ander gelegeerd staal

7224

Gewalste platte producten van ander gelegeerd staal, met een breedte van 600 mm of meer

7225

Gewalste platte producten van ander gelegeerd staal, met een breedte van minder dan 600 mm

7226

Niet-geraffineerd koper; anoden van koper voor het elektrolytisch raffineren

7402

Geraffineerd koper en koperlegeringen, ruw

7403

Nikkeloxidesinters en andere tussenproducten van de nikkelmetallurgie

7501 20 00

Ruw nikkel

7502

Staven, profielen en draad, van nikkel

7505

Platen, bladen en strippen, van nikkel

7506

Aluminium en werken van aluminium

7601 t/m 7610

Reservoirs, fusten, trommels, bussen, blikken en dergelijke bergingsmiddelen (buisjes en tubes daaronder begrepen), voor ongeacht welke goederen (andere dan voor gecomprimeerd of vloeibaar gemaakt gas), van aluminium, met een inhoudsruimte van niet meer dan 300 l, niet voorzien van een mechanische inrichting of van een inrichting om te koelen of te warmen, ook indien inwendig bekleed of voorzien van een warmte-isolerende bekleding

7612

Kabels, strengen en dergelijke artikelen, van aluminium, niet geïsoleerd voor het geleiden van elektriciteit

7614

Ruw lood

7801

Ruw zink

7901

Platen, bladen en strippen, van zink

7905

Ruw tin

8001

Molybdeen en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen

8102

Magnesium en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen

8104

Kobaltmatte en andere tussenproducten van de kobaltmetallurgie; kobalt en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen

8105

Bismut en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen

8106

Cadmium en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen

8107

Titaan en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen

8108

Antimoon en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen

8110

Mangaan en werken daarvan, resten en afval daaronder begrepen

8111

Beryllium, chroom, germanium, vanadium, gallium, hafnium (celtium), indium, niobium (columbium), rhenium en thallium, alsmede werken van deze metalen, resten en afval daaronder begrepen

8112


Bijlage J

1 kunstvoorwerpen:

  • a.

    schilderijen, collages en dergelijke decoratieve platen, schilderijen en tekeningen geheel van de hand van de kunstenaar, met uitzondering van bouwtekeningen en andere tekeningen voor industriële, commerciële, topografische en dergelijke doeleinden en van met de hand versierde voorwerpen alsmede van beschilderd doek voor theatercoulissen, voor achtergronden van studio's of voor dergelijk gebruik (GN-code 9701);

  • b.

    originele gravures, originele etsen en originele litho's, dat wil zeggen een of meer door de kunstenaar geheel met de hand vervaardigde platen die in een beperkte oplage rechtstreeks in het zwart of in kleuren zijn afgedrukt, ongeacht het materiaal waarop dit afdrukken is geschied en ongeacht de gevolgde techniek, met uitzondering van de mechanische en van de fotomechanische reproduktietechniek (GN-code 9702 00 00);

  • c.

    originele standbeelden en origineel beeldhouwwerk, ongeacht het materiaal waarvan zij vervaardigd zijn, mits het werk geheel van de hand van de kunstenaar is; afgietsels van beeldhouwwerken in een oplage van maximaal acht exemplaren, die door de kunstenaar of diens rechthebbenden wordt gecontroleerd (GN-code 9703 00 00);

  • d.

    tapisserieën (GN-code 5805 00 00) en wandtextiel (ex 6304), met de hand vervaardigd volgens originele ontwerpen van kunstenaars, mits er niet meer dan acht exemplaren van elk zijn;

  • e.

    unieke voorwerpen van keramiek, geheel van de hand van de kunstenaar en door hem gesigneerd;

  • f.

    emailwerk op koper, geheel met de hand vervaardigd tot maximaal acht genummerde en door de kunstenaar of het atelier gesigneerde exemplaren, met uitsluiting van sieraden, juwelen en edelsmeedwerk;

  • g.

    foto's die genomen zijn door de kunstenaar, door hem of onder zijn toezicht zijn afgedrukt, gesigneerd en genummerd, met een oplage van maximaal 30 exemplaren voor alle formaten en dragers samen.

2 voorwerpen voor verzamelingen:

  • a.

    postzegels, fiscale zegels, gefrankeerde enveloppen en postkaarten, eerstedagsenveloppen en dergelijke, gestempeld of, indien ongestempeld, voor zover zij niet geldig zijn of niet geldig zullen worden (GN-code 9704 00 00);

  • b.

    verzamelingen en voorwerpen voor verzamelingen, met een zoölogisch, botanisch, mineralogisch, anatomisch, historisch, archeologisch, paleontologisch, etnografisch of numismatisch belang (GN-code 9705 00 00).

3 antiquiteiten:

andere voorwerpen dan kunstvoorwerpen en voorwerpen voor verzamelingen, ouder dan 100 jaar (GN-code 9706 00 00).


Bijlage K

Goederenomschrijving

Post (of onderverdeling) van de gecombineerde nomenclatuur

Koffie, ongebrand

0901 11 00 en 0901 12 00

Thee

0902

Granen

1001 t/m 1008

Oliehoudende zaden en vruchten

1201 t/m 1207

Cacaobonen, ook indien gebroken, al dan niet gebrand

1801

Molybdeenerts en concentraten daarvan

2613

Steenkool; briketten, eierkolen en dergelijke van steenkool vervaardigde vaste brandstoffen

2701

Anorganische chemische producten; anorganische of organische verbindingen van edele metalen, van radioactieve elementen, van zeldzame aardmetalen en van isotopen

2801 t/m 2853

Onverzadigde eenwaardige acyclische carbonzuren en eenwaardige cyclische carbonzuren, daarvan afgeleide anhydriden, halogeniden, peroxiden en peroxyzuren, alsmede halogeen-, sulfo-, nitro- en nitrosoderivaten daarvan

2916

Amidoverbindingen van carbonzuren of van koolzuur

2924

Andere organische verbindingen van niet-metalen of van metalen

2931

Organische tensioactieve producten (andere dan zeep); tensioactieve bereidingen, wasmiddelen (hulppreparaten voor het wassen daaronder begrepen) en reinigingsmiddelen, ook indien zeep bevattend, andere dan die bedoeld bij post 3401

3402

Onkruidbestrijdingsmiddelen

3808 93 27

Bereide bindmiddelen voor gietvormen of voor gietkernen; chemische producten en preparaten van de chemische of van aanverwante industrieën (mengsels van natuurlijke producten daaronder begrepen), elders genoemd noch elders onder begrepen

3824

Polymeren van ethyleen, in primaire vormen

3901

Polymeren van propyleen of van andere olefinen, in primaire vormen

3902

Polymeren van styreen, in primaire vormen

3903

Polyacetalen, andere polyethers en epoxyharsen, in primaire vormen; polycarbonaten, alkydharsen, polyallylesters en andere polyesters, in primaire vormen

3907

Polyamiden in primaire vormen

3908

Aminoharsen, fenolharsen en polyurethanen, in primaire vormen

3909

Natron- en sulfaat-houtcellulose, andere dan die bedoeld bij post 4702

4703

Zilver (verguld zilver en geplatineerd zilver daaronder begrepen), onbewerkt, halfbewerkt of in poedervorm

7106

Platina, onbewerkt, halfbewerkt of in poedervorm

7110

Ferrolegeringen

7202

Halffabricaten van ijzer of van niet-gelegeerd staal

7207

Gewalste platte producten, van ijzer of van niet-gelegeerd staal, met een breedte van 600 mm of meer, warm gewalst, niet geplateerd noch bekleed

7208

Gewalste platte producten, van ijzer of van niet-gelegeerd staal, met een breedte van 600 mm of meer, koud gewalst, niet geplateerd noch bekleed

7209

Gewalste platte producten, van ijzer of van niet-gelegeerd staal, met een breedte van 600 mm of meer, geplateerd of bekleed

7210

Gewalste platte producten, van ijzer of van niet-gelegeerd staal, met een breedte van minder dan 600 mm, niet geplateerd noch bekleed

7211

Gewalste platte producten, van ijzer of van niet-gelegeerd staal, met een breedte van minder dan 600 mm, geplateerd of bekleed

7212

Staven van ijzer of van niet-gelegeerd staal, enkel gesmeed, warm gewalst, warm getrokken of warm geperst, ook indien na het walsen getordeerd

7214

Andere staven van ijzer of van niet-gelegeerd staal

7215

Profielen van ijzer of van niet-gelegeerd staal

7216

Gewalste platte producten van roestvrij staal, met een breedte van 600 mm of meer

7219

Gewalste platte producten van roestvrij staal, met een breedte van minder dan 600 mm

7220

Gewalste platte producten van ander gelegeerd staal, met een breedte van 600 mm of meer

7225

Gewalste platte producten van ander gelegeerd staal, met een breedte van minder dan 600 mm

7226

Damwandprofielen van ijzer of van staal, ook indien van gaten voorzien of bestaande uit aaneengezette delen; gelaste profielen van ijzer of van staal

7301

Andere buizen en pijpen (bijvoorbeeld gelast, geklonken, genageld, gefelst), met een rond profiel en met een uitwendige diameter van meer dan 406,4 mm, van ijzer of van staal

7305

Andere buizen, pijpen en holle profielen (bijvoorbeeld gelast, geklonken, genageld, gefelst of met enkel tegen elkaar liggende randen), van ijzer of van staal

7306

Niet-geraffineerd koper; anoden van koper voor het elektrolytisch raffineren

7402

Geraffineerd koper en koperlegeringen, ruw

7403

Toeslaglegeringen van koper

7405

Draad van koper

7408

Nikkeloxidesinters en andere tussenproducten van de nikkelmetallurgie

7501 20 00

Ruw nikkel

7502

Poeder en schilfers, van nikkel

7504

Staven, profielen en draad, van nikkel

7505

Platen, bladen en strippen, van nikkel

7506

Aluminium en werken van aluminium

7601 t/m 7610

Reservoirs, fusten, trommels, bussen, blikken en dergelijke bergingsmiddelen (buisjes en tubes daaronder begrepen), voor ongeacht welke goederen (andere dan voor gecomprimeerd of vloeibaar gemaakt gas), van aluminium, met een inhoudsruimte van niet meer dan 300 l, niet voorzien van een mechanische inrichting of van een inrichting om te koelen of te warmen, ook indien inwendig bekleed of voorzien van een warmte-isolerende bekleding

7612

Kabels, strengen en dergelijke artikelen, van aluminium, niet geïsoleerd voor het geleiden van elektriciteit

7614

Ruw lood

7801

Ruw zink

7901

Platen, bladen en strippen, van zink

7905

Ruw tin

8001

Andere onedele metalen; cermets; werken van deze stoffen

8101 t/m 8113

Grafietelektroden

ex 8545 11


Bijlage L [Vervallen per 01-01-2011]

[Vervallen]


Boek 3 Vermogensrecht in het algemeen

Boek 3 Vermogensrecht in het algemeen



Uitvoeringsregeling Registratiewet 1970



Slotformulier en ondertekening

's-Gravenhage 10 oktober 2013

De Staatssecretaris van Financiën,F.H.H. Weekers


Bijlage A [Vervallen per 01-01-2018]

[Vervallen]




Burgerlijk Wetboek Boek 7, Bijzondere overeenkomsten


Wet van 8 oktober 1969, houdende vervanging van het Besluit op de Vennootschapsbelasting 1942 door een nieuwe wettelijke regeling


Wet van 8 oktober 1969, houdende vervanging van het Besluit op de Vennootschapsbelasting 1942 door een nieuwe wettelijke regeling

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het Besluit op de Vennootschapsbelasting 1942 door een meer overzichtelijke en op verschillende punten herziene wettelijke regeling te vervangen en in samenhang daarmede het Besluit op de Commissarissenbelasting 1941 te doen vervallen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:


Slotformulier en ondertekening

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk 8 oktober 1969 JULIANA.

De Minister van Financiën, H. J. WITTEVEEN.

De Staatssecretaris van Financiën, F. H. M. GRAPPERHAUS.

Uitgegeven de achtentwintigste oktober 1969. De Minister van Justitie, C. H. F. POLAK.




Wetboek van Koophandel


Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001


Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001

De Staatssecretaris van Financiën;

Handelende na overleg met de Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij;

Gelet op de artikelen 1.5, 2.2, 2.5, 2.14, 3.10, 3.13, 3.16, 3.17, 3.20, 3.27, 3.48, 3.49, 3.63, 3.83, 3.86, 3.87, 3.104, 3.138, 3.140, 3.141, 3.143, 3.145, 3.152, 3.154, 4.7, 4.14, 4.51, 5.14,5.15, 5.17, 5.18, 6.8, 6.14, 6.15, 6.17, 6.23, 6.26, 6.37 en 7.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001,

Besluit:

Uitvoeringsregeling inkomstenbelasting 2001


Slotformulier en ondertekening

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst

De staatssecretaris van Financiën, W. Bos.


Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen



Besluit van 23 september 1968, tot vaststelling van het Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting 1968


Besluit van 23 september 1968, tot vaststelling van het Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting 1968

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 23 september 1968, nr. D 68/6240, directie Wetgeving Douane en Verbruiksbelastingen;

Gelet op artikel 16 van de Wet op de omzetbelasting 1968 (Stb. 329);

Hebben goedgevonden en verstaan:


Artikel 1

  • 1

    De in artikel 15, eerste lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968 bedoelde aftrek wordt uitgesloten in de gevallen waarin en voor zover de goederen en diensten worden gebezigd voor:

    • a.

      het voeren van een zekere staat;

    • b.

      het geven van relatiegeschenken of het doen van andere giften aan degenen bij wie, indien aan hen ter zake omzetbelasting in rekening is of zou zijn gebracht, deze in het geheel niet of hoofdzakelijk niet voor aftrek in aanmerking komt of zou komen;

    • c.

      het aan het personeel van de ondernemer verlenen van huisvesting, uitkeren van loon in natura, geven van gelegenheid tot sport, ontspanning of privé-vervoer, dan wel voor andere persoonlijke doeleinden van dat personeel. De terbeschikkingstelling van een auto wordt van het vorenstaande uitgezonderd.

  • 2

    Onder relatiegeschenken of andere giften worden verstaan alle prestaties welke de ondernemer in verband met zakelijke verhoudingen of uit vrijgevigheid ten behoeve van anderen verricht zonder vergoeding of tegen een vergoeding welke lager is dan de aanschaffings- of voortbrengingskosten dan wel, in geval van diensten, de kostprijs van die prestaties de omzetbelasting niet daaronder begrepen.

  • 3

    Onder de prestaties als zijn bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, worden niet begrepen:

    • a.

      het verstrekken van spijzen en dranken aan het personeel van de ondernemer;

    • b.

      het vervoer van het personeel van de ondernemer tussen de woon- of verblijfplaats en de plaats waar de werkzaamheden worden verricht, indien dit vervoer geschiedt in de vorm van besloten busvervoer als bedoeld in artikel 1, onderdeel i, van de Wet personenvervoer 2000 op grond van een krachtens die wet daartoe verleende vergunning;

    • c.

      het aan een werknemer verstrekken of ter beschikking stellen van een fiets voor het vervoer van die werknemer tussen zijn woon- of verblijfplaats en de plaats waar deze zijn werkzaamheden verricht, voorzover:

      • 1°.

        de aanschaffings- of voortbrengingskosten van de fiets niet meer bedragen dan € 749 inclusief omzetbelasting of, in gevallen waarin de werkgever een gebruiksrecht van een derde heeft verworven, de totale kostprijs inclusief omzetbelasting van dat recht niet meer bedraagt dan € 749;

      • 2°.

        in het kalenderjaar en de twee voorafgaande kalenderjaren aan de werknemer geen fiets is verstrekt of ter beschikking is gesteld; en

      • 3°.

        vanaf het verstrekken of ter beschikking stellen tot het einde van het kalenderjaar en in elk van de twee daaropvolgende kalenderjaren niet voor 50 percent of meer van het aantal dagen dat de werknemer pleegt te reizen tussen zijn woon- of verblijfplaats en de plaats waar deze zijn werkzaamheden verricht, wordt voorzien in een vergoeding of ander vervoer dan het vervoer per fiets;

    • d.

      outplacement ten behoeve van het personeel van de ondernemer.


Artikel 2

Ingeval de ondernemer ter zake van een prestatie als is bedoeld in artikel 1, eerste lid, letter b of c, een vergoeding in rekening heeft gebracht en deswege omzetbelasting is verschuldigd, wordt de aftrek niet uitgesloten tot het bedrag van de ter zake van die prestatie verschuldigde belasting.


Artikel 3

  • 1

    Indien goederen en diensten door de ondernemer worden gebezigd ten behoeve van de verstrekking van spijzen en dranken aan zijn personeel en hij ter zake van die verstrekking minder in rekening heeft gebracht dan het in het tweede lid omschreven bedrag, wordt de aftrek uitgesloten tot 9 percent van het verschil tussen dat bedrag en hetgeen in rekening is gebracht.

  • 2

    Het in het eerste lid bedoelde bedrag bestaat uit de aanschaffingskosten van de spijzen en dranken, de omzetbelasting niet daaronder begrepen, vermeerderd met 25 percent. Voor zover de ondernemer de spijzen en dranken zelf heeft vervaardigd, worden in plaats van de aanschaffingskosten van de spijzen en dranken de aanschaffingskosten van de grondstoffen in aanmerking genomen.


Artikel 4

  • 1

    Indien het totaal van de aanschaffings- of voortbrengingskosten dan wel de kostprijs, de omzetbelasting niet daaronder begrepen, van alle door de ondernemer in een boekjaar ten behoeve van eenzelfde belanghebbende verrichte prestaties als zijn bedoeld in artikel 1, eerste lid, letters b en c, en het op die belanghebbende betrekking hebbende deel van het in artikel 3, eerste lid, bedoelde verschil niet meer bedraagt dan € 227, blijven die prestaties en dat deel van bedoeld verschil voor de toepassing van dit besluit buiten aanmerking.

  • 2

    Bij het berekenen van het in het eerste lid bedoelde totaal blijft het in artikel 3, eerste lid, bedoelde verschil buiten aanmerking, indien ter zake van het verstrekken van spijzen en dranken aan het personeel van de ondernemer uitsluiting van de aftrek heeft plaatsgevonden op de voet van artikel 3.


Artikel 5

  • 1

    Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1969.

  • 2

    Dit besluit kan worden aangehaald als Besluit uitsluiting aftrek omzetbelasting 1968.


Slotformulier en ondertekening

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit, hetwelk in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Soestdijk 25 september 1968 JULIANA.

De Staatssecretaris van Financiën, F. H. M. GRAPPERHAUS.

Uitgegeven de zevenentwintigste september 1968. De Minister van Justitie, C. H. F. POLAK.


Boek 4 Erfrecht


Titel 1 Algemene bepalingen

Titel 1 Algemene bepalingen


Artikel 1

  • 1

    Allen die zich in Nederland bevinden, zijn vrij en bevoegd tot het genot van de burgerlijke rechten.

  • 2

    Persoonlijke dienstbaarheden, van welke aard of onder welke benaming ook, worden niet geduld.


Artikel 2

Het kind waarvan een vrouw zwanger is wordt als reeds geboren aangemerkt, zo dikwijls zijn belang dit vordert. Komt het dood ter wereld, dan wordt het geacht nooit te hebben bestaan.


Artikel 3

  • 1

    De graad van bloedverwantschap wordt bepaald door het getal der geboorten, die de bloedverwantschap hebben veroorzaakt. Hierbij telt een erkenning, een gerechtelijke vaststelling van het ouderschap of een adoptie als een geboorte.

  • 2

    Door huwelijk of door geregistreerd partnerschap ontstaat tussen de ene echtgenoot dan wel de ene geregistreerde partner en een bloedverwant van de andere echtgenoot dan wel de andere geregistreerde partner aanverwantschap in dezelfde graad als er bloedverwantschap bestaat tussen de andere echtgenoot dan wel de andere geregistreerde partner en diens bloedverwant.

  • 3

    Door het eindigen van het huwelijk of geregistreerd partnerschap wordt de aanverwantschap niet opgeheven.




Burgerlijk Wetboek Boek 7A, Bijzondere overeenkomsten (vervolg)


Wet van 16 december 1964, houdende vervanging van het Besluit op de Loonbelasting 1940 door een nieuwe wettelijke regeling


Wet van 16 december 1964, houdende vervanging van het Besluit op de Loonbelasting 1940 door een nieuwe wettelijke regeling

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het Besluit op de Loonbelasting 1940 door een meer overzichtelijke en op verschillende punten herziene wettelijke regeling te vervangen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:


Slotformulier en ondertekening

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, iwe zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk 16 december 1964 JULIANA.

De Minister van Financiën, H. J. WITTEVEEN.

De Staatssecretaris van Financiën, VAN DEN BERGE.

Uitgegeven de achttiende december 1964. De Minister van Justitie a.i., E. H. TOXOPEUS.


Titel I Begripsbepalingen



Artikel 1

  • 1

    Deze wet en de daarop berustende bepalingen verstaan onder:

    • a.

      notaris: de bekleder van het ambt, bedoeld in artikel 2;

    • b.

      toegevoegd notaris: de toegevoegd notaris, bedoeld in artikel 30b;

    • c.

      kandidaat-notaris: degene die voldoet aan één van de opleidingseisen genoemd in artikel 6, tweede lid, onderdeel a, dan wel in het bezit is van een ten aanzien van het beroep van kandidaat-notaris afgegeven erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties en die onder verantwoordelijkheid van een notaris of een waarnemer notariële werkzaamheden verricht;

    • d.

      minuut: het originele exemplaar van een notariële akte;

    • e.

      repertorium: het register, bedoeld in artikel 7 van de Registratiewet 1970;

    • f.

      protocol: de minuten, notariële verklaringen, registers, afschriften, repertoria en kaartsystemen die onder de notaris berusten;

    • g.

      grosse: een in executoriale vorm uitgegeven afschrift of uittreksel van een notariële akte;

    • h.

      deeltijd: de werktijd die korter is dan een arbeidsduur welke gemiddeld zesendertig werkuren per week omvat;

    • i.

      de KNB: de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie, bedoeld in artikel 60;

    • j.

      Onze Minister: Onze Minister voor Rechtsbescherming;

    • k.

      verordening: een verordening als bedoeld in artikel 89;

    • l.

      het Bureau: het Bureau Financieel Toezicht, bedoeld in artikel 110, eerste lid.

  • 2

    In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt gelijkgesteld met:

    • a.

      echtgenoot: geregistreerde partner;

    • b.

      gehuwd: geregistreerd.


Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting; geruisloze omzetting; standaardvoorwaarden en toelichting


Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting; geruisloze omzetting; standaardvoorwaarden en toelichting

De minister van Financiën heeft het volgende besloten.


Dit besluit bevat een samenvoeging, actualisering en verduidelijking van de besluiten van 11 augustus 2004, nr. CPP2004/664M en van 31 december 2004, nr. CPP2004/1568M. Daarnaast zijn in het besluit versoepelingen opgenomen bij de toepassing van de geruisloze omzetting in verhuursituaties (onderdeel 2.2.2.a.), bij de geruisloze omzetting door één ondernemer van meer objectieve ondernemingen (onderdeel 2.2.2.c.1.) en met betrekking tot de indieningstermijn van een verzoek (onderdeel 14.2). Ten slotte is in bijlage 2 de extra voorwaarde opgenomen die wordt gesteld in de situatie waarin een buitenlandse belastingplichtige de faciliteit van de geruisloze omzetting wenst toe te passen.


Slotformulier en ondertekening

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag 30 juni 2010

De minister van Financiën,J.C. de Jager


Bijlage 1

Standaardvoorwaarden voor de geruisloze omzetting als bedoeld in artikel 3.65 van de Wet inkomstenbelasting 2001.

Definities

  • a.

    overgangstijdstip: het tijdstip van de overgang van de heffing van inkomstenbelasting naar de heffing van vennootschapsbelasting;

  • b.

    de vennootschap: de naar Nederlands recht opgerichte naamloze vennootschap of de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid.

Voorwaarden

  • 1.

    Indien de belastingplichtige aandelen in de vennootschap vervreemdt binnen drie jaren na de inbreng van de onderneming in de vennootschap, wordt de inbreng geacht onderdeel uit te maken van een geheel van rechtshandelingen gericht op de overdracht van de onderneming, tenzij de belastingplichtige het tegendeel aannemelijk maakt.

  • 2.

    De vennootschap treedt voor het bepalen van de winst van de omgezette onderneming vanaf het overgangstijdstip rechtstreeks in de plaats van de belastingplichtige, behoudens voorzover uit het verschil in wezen tussen de vennootschap en de belastingplichtige of uit de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 het tegendeel voortvloeit.

  • 3.

    Voor de toepassing van artikel 20, tweede lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 op vóór het overgangstijdstip door de vennootschap geleden verliezen en op terug te wentelen verlies van één der jaren ná het overgangstijdstip naar een vóór dat tijdstip gelegen jaar, wordt de winst van de vennootschap ieder jaar gesplitst in delen waarvan elk betrekking heeft op de vóór het overgangstijdstip door respectievelijk de belastingplichtige en de vennootschap gedreven ondernemingen. Deze splitsing vindt plaats alsof geen inbreng heeft plaatsgevonden, waarbij slechts winst aan de onderneming van de belastingplichtige of van de vennootschap kan worden toegerekend voorzover deze als zodanig bij de vennootschap tot uitdrukking komt.

    Indien een aldus uit de splitsing voortvloeiend deel negatief is wordt dit in mindering gebracht op het andere, positieve deel. Verliezen van de vennootschap geleden vóór het overgangstijdstip worden uitsluitend verrekend met het aan de vóór het overgangstijdstip door de vennootschap gedreven onderneming toe te rekenen positieve deel. Ná het overgangstijdstip door de vennootschap geleden verliezen die zijn toe te rekenen aan de reeds vóór het overgangstijdstip door de vennootschap gedreven onderneming, kunnen worden verrekend met belastbare winsten van vóór het overgangstijdstip. Ná het overgangstijdstip door de vennootschap geleden verliezen die zijn toe te rekenen aan de vóór het overgangstijdstip door de belastingplichtige gedreven onderneming zijn uitgesloten van verrekening met belastbare winsten van vóór het overgangstijdstip.

  • 4.

    De belastingplichtige mag worden gecrediteerd voor de op het overgangstijdstip materieel verschuldigde inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. Daarenboven mag de belastingplichtige ter afronding worden gecrediteerd voor een bedrag van ten hoogste 5% van hetgeen op de aandelen is gestort, maar voor niet meer dan € 25.000.

  • 5.

    De ter zake van het ingebrachte vermogen uit te geven aandelen worden bij de belastingplichtige geplaatst. De aandelen moeten worden volgestort.

  • 6.

    De verkrijgingsprijs bedoeld in artikel 4.21 van de Wet IB 2001 van de bij de omzetting verkregen aandelen wordt gesteld op de som van de fiscale boekwaarden op het overgangstijdstip van de vermogensbestanddelen die worden ingebracht. Indien en voorzover zonder de toepassing van artikel 3.65 van de Wet IB 2001 voordelen – zowel positieve als negatieve voordelen – zouden zijn vrijgesteld door de toepassing van artikel 3.11 (vrijstelling voor bosbedrijf) of artikel 3.12 (landbouwvrijstelling) van de Wet IB 2001 wordt het bedrag bepaald op grond van de vorige volzin, verhoogd respectievelijk verlaagd met deze voordelen. Daarnaast vindt verhoging van dit bedrag plaats met 200% van de negatieve terugkeerreserve genoemd in artikel 3.65, derde lid, van de Wet IB 2001. Dit bedrag wordt vervolgens verminderd met het bedrag van de reserves als bedoeld in artikel 3.53, eerste lid, onderdeel a en b, van de Wet IB 2001, de bij de vennootschap bedongen lijfrenten als bedoeld in de artikelen 3.128 en 3.129 van de Wet IB 2001 en met de creditering als bedoeld in de vierde standaardvoorwaarde.

  • 7a.

    De deelnemingsvrijstelling als bedoeld in artikel 13 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 vindt geen toepassing op positieve voordelen uit hoofde van een deelneming tot het bedrag waarmee op het overgangstijdstip de waarde in het economische verkeer van die deelneming de boekwaarde overtreft.

  • 7b.

    Ingeval in enig jaar zich een omstandigheid voordoet als aangeduid in voorwaarde 7c, wordt de vennootschap geacht in dat jaar voor de toepassing van voorwaarde 7a uit de in die voorwaarde bedoelde deelneming positieve voordelen te hebben genoten tot het bedrag waarmee op het overgangstijdstip de waarde in het economische verkeer van die deelneming de boekwaarde overtreft, voorzover dat bedrag de eerder op de voet van voorwaarde 7a in aanmerking genomen positieve voordelen overtreft.

  • 7c.

    Een omstandigheid als bedoeld in voorwaarde 7b is:

    • a.

      de deelneming wordt geheel of voor een deel vervreemd;

    • b.

      de onderneming of een gedeelte van de onderneming van het lichaam waarin wordt deelgenomen, wordt vervreemd;

    • c.

      het aandeel in de winst dat de vennootschap uit hoofde van de deelneming toekomt, neemt af omdat een ander lichaam, dan wel een natuurlijk persoon een belang bij die winst verwerft;

    • d.

      de deelneming gaat bij de vennootschap behoren tot het vermogen van een buitenlandse onderneming op de winst waarvan een regeling ter voorkoming van dubbele belasting van toepassing is;

    • e.

      een vennootschap, zijnde een deelneming waarop voorwaarde 7a van toepassing is, wordt met toepassing van artikel 15 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 geacht te zijn opgegaan in de vennootschap;

    • f.

      de deelneming wordt geheel of voor een deel overgedragen in het kader van een overdracht van een onderneming of een zelfstandig deel van een onderneming waarop artikel 14 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 van toepassing is.

    Voorwaarde 7b vindt geen toepassing ter zake van een omstandigheid als bedoeld onder a, b of c indien de vennootschap aannemelijk maakt dat is vervreemd aan een niet met haar verbonden lichaam in de zin van artikel 10a, vierde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 respectievelijk een niet met haar verbonden natuurlijk persoon in de zin van artikel 3.92 van de Wet IB 2001.

  • 7d.

    Het voor ingebrachte aandelen opgeofferde bedrag in de zin van artikel 13d, tweede lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt niet hoger gesteld dan de boekwaarde van de desbetreffende aandelen op het overgangstijdstip. Voor de toepassing van artikel 13d, tweede lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt het opgeofferde bedrag vermeerderd met de positieve voordelen uit hoofde van die deelneming waarop de deelnemingsvrijstelling op grond van voorwaarde 7a geen toepassing heeft gevonden.

  • 7e.

    Voor de toepassing van artikel 13ca van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt de periode waarin de deelneming heeft behoord tot het vermogen van de in te brengen onderneming toegerekend aan de vennootschap.

    Waar in deze voorwaarde wordt gesproken over de deelneming wordt bedoeld een deelneming waarvoor de deelnemingsvrijstelling geldt.

    Sinds 2010 valt hieronder ook de kwalificerende beleggingsdeelneming.

  • 8.

    De vennootschap komt binnen vijftien maanden na het overgangstijdstip tot stand en de inbreng vindt eveneens binnen deze termijn plaats.

  • 9.

    De vennootschap verklaart schriftelijk aan de voor de heffing van inkomstenbelasting bevoegde inspecteur dat zij de bovenstaande voorwaarden en beperkingen aanvaardt.


Bijlage 2

Extra voorwaarde: in buitenland woonachtige aandeelhouder

Artikel 3.65, eerste lid, eerste volzin, van de Wet IB 2001 (zogenoemde niet-stakingsfictie) geldt vanwege claimverlies niet voor zover de uit de toepassing van de faciliteit van de geruisloze omzetting voortvloeiende aanmerkelijkbelangclaim (als gevolg van verdragstoepassing) niet kan worden geëffectueerd. In dat geval verhoogt de inspecteur de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen van belastingplichtige met het bedrag van dat claimverlies (hierna: het geconserveerde bedrag). De verhoging vindt plaats in het laatste jaar waarin de resultaten van de onderneming van belastingplichtige in de inkomstenbelasting worden betrokken. Het voorgaande leidt er echter niet toe dat de in de vennootschapsbelasting gedreven onderneming voor het gestaakte aandeel tegen de werkelijke waarde wordt voortgezet.

Het geconserveerde bedrag wordt bepaald door het aanmerkelijkbelangtarief geldend in het jaar van de geruisloze omzetting te vermenigvuldigen met de belastingclaim die niet behouden blijft. De claim die niet behouden blijft, is gelijk aan de waarde in het economische verkeer van de om te zetten onderneming minus de boekwaarde van die onderneming op het overgangstijdstip en verminderd met de vennootschapsbelastingclaim die op het overgangstijdstip wordt gevestigd. Indien en voor zover zonder de toepassing van artikel 3.65 van de Wet IB 2001 voordelen – zowel positieve als negatieve voordelen – zouden zijn vrijgesteld door de toepassing van artikel 3.11 of 3.12 van de Wet IB 2001 wordt de waarde in het economische verkeer van de onderneming genoemd in de vorige volzin tevens verlaagd respectievelijk verhoogd met deze voordelen.

De vennootschapsbelastingclaim wordt berekend door het vennootschapsbelastingtarief geldend in het jaar van de geruisloze omzetting te vermenigvuldigen met het verschil tussen de waarde in het economische verkeer van de om te zetten onderneming en de boekwaarde van die onderneming op het overgangstijdstip. Hierbij wordt uiteraard ook rekening gehouden met eventuele objectieve vrijstellingen ex. artikel 3.11 of 3.12 van de Wet IB 2001.

De ontvanger verleent de belastingschuldige op diens schriftelijk verzoek uitstel van betaling voor het geconserveerde bedrag mits voldoende zekerheid wordt gesteld en wordt ingestemd met de door de ontvanger te stellen voorwaarden. Het schriftelijke verzoek en de zekerheidstelling blijven achterwege in geval de belastingschuldige in een lidstaat van de Europese Unie woont.

Het uitstel eindigt indien zich een situatie voordoet genoemd in artikel 25, achtste lid, onderdeel a of b, van de Invorderingswet 1990 dan wel indien de feitelijke leiding van de vennootschap wordt verplaatst naar een ander land dan Nederland.

Artikel 24, achtste lid, artikel 26, vierde en vijfde lid, onderdeel a, artikel 28, tweede lid, van de Invorderingswet 1990 zijn van overeenkomstige toepassing.

Toelichting

Deze voorwaarde brengt met zich dat de (inkomsten)belastingclaim in geval van toepassing van de faciliteit van de geruisloze omzetting in alle situaties globaal gehandhaafd blijft. Omdat de naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid tegen boekwaarden de onderneming voortzet, blijft deze claim doorgaans behouden. De inkomstenbelastingclaim wordt dan omgezet in een qua grootte vergelijkbare vennootschapsbelasting- en aanmerkelijkbelangclaim.

In situaties waarin (een deel van) de inkomstenbelastingclaim verloren dreigt te gaan, wordt op grond van deze voorwaarde dit claimverlies veilig gesteld door de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen van belastingplichtige met dit verlies te verhogen. De aanslag van het laatste jaar waarin de resultaten van de onderneming van belastingplichtige in de inkomstenbelasting worden betrokken, wordt verhoogd.

Genoemd claimverlies ontstaat onder andere indien een buitenlandse belastingplichtige een verzoek om toepassing van deze faciliteit doet. De consequentie van de voorwaarde is dat de onderneming voor een deel is gestaakt. Deze staking betekent echter niet dat de onderneming voor dit deel tegen de werkelijke waarde wordt voortgezet.

De berekening van genoemd geconserveerd bedrag is als volgt:

ab-tarief x ((waarde in het economisch verkeer onderneming -/- boekwaarde onderneming -/- vrijstelling artikel 3.11/3.12 Wet IB 2001) -/- vennootschapsbelastingclaim)

De vennootschapsbelastingclaim wordt bepaald door het vennootschapsbelastingtarief te vermenigvuldigen met het verschil tussen de waarde in het economische verkeer en de boekwaarde van de onderneming op het overgangstijdstip. Voor het geconserveerde bedrag wordt op verzoek van de natuurlijke persoon/aandeelhouder uitstel van betaling verleend. Belastingplichtige moet dan wel zekerheid stellen. In geval de aandeelhouder woonachtig is in een EU-lidstaat, verleent de ontvanger automatisch uitstel van betaling en vervalt de zekerheidstellingseis. Genoemd uitstel wordt beëindigd in geval en voor zover aandelen of winstbewijzen die aan het uitstel ten grondslag liggen, worden vervreemd. Hiertoe wordt ook gerekend de verplaatsing van de feitelijke leiding van de opgerichte vennootschap. De belastingaanslag wordt alsdan invorderbaar. Vervreemding wordt opgevat conform hoofdstuk 4 van de Wet IB 2001 met uitzondering van de situatie waarin de faciliteit van artikel 14c van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt toegepast maar inclusief de situatie waarbij de feitelijke leiding van de vennootschap wordt verplaatst.

Gedurende het uitstel wordt niet overgegaan tot verrekening van uit te betalen belastingbedragen met de bedragen waarvoor uitstel van betaling is verleend. Evenmin wordt invorderingsrente in rekening gebracht.

Bij vervreemding van (een deel van) de aandelen vindt invordering van een evenredig deel van de aanslag plaats. Bij het uitkeren van dividend wordt de aanslag verminderd met de verschuldigde dividendbelasting voorzover het heffingsrecht voor deze belasting volgens verdragsrechtelijke regels aan Nederland wordt toegewezen.

Voorbeeld

31-12-07

A

BW

WW

Kas

50

50

Kapitaal

200

Gebouw

200

300

Schulden

100

Inventaris

100

150

Crediteuren

50

350

500

350

1-1-08

BV A

Kas

50

EV

200

(a.k. 95)

Gebouw

200

Schulden

100

Inventaris

100

Crediteuren

50

350

350

Stel

De balans van A, woonachtig in België, ziet er ultimo 2007 als hierboven uit. Het overgangstijdstip is 1-1-2008. Er is geen goodwill in de onderneming van A aanwezig. A valt onder het hoogste IB-tarief (stel: 50%). Het Vpb-tarief is 25,5%.

Ruisende inbreng

Indien A de onderneming ruisend inbrengt in een bv zou de Nederlandse fiscus als gevolg van de staking van de onderneming 67,5 van A ontvangen. De stakingswinst bedraagt namelijk 150 (meerwaarde in het gebouw en de inventaris) en de belastbare winst is ongeveer 135 (150 minus de ondernemersaftrek en minus de MKB-winstvrijstelling). De fiscus legt A als gevolg van de staking dan een hogere aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen op van 67,5 (50% x 135).

Artikel 3.65 Wet IB 2001

Bij toepassing van artikel 3.65 Wet IB is het de bedoeling dat de IB-claim (in casu dus 67,5) wordt omgezet in een ongeveer even grote Vpb- (38,25) en ab-claim (27,93). Als gevolg van de geruisloze omzetting behoort met andere woorden een belastingclaim van (38,25 + 27,93=) 66,18 te ontstaan voor Nederland. Doordat A geen inwoner is van Nederland ontstaat doorgaans echter slechts een claim van 38,25. Op grond van verdragsrechtelijke regels raakt Nederland een deel van de belastingclaim (de ab-claim) kwijt. Om dit te herstellen verhoogt de inspecteur daarom de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen van belastingplichtige met genoemd claimverlies.

De verhoging bedraagt op grond van de voorwaarde 25% x ((350 – 200 – 0) – (25,5% x (350-200))= 25% x (150–38,25)= 27,93. Dit is dus gelijk aan het belastingbedrag dat Nederland veelal kwijtraakt.



§ 1 Inleidende bepalingen

§ 1 Inleidende bepalingen


Besluit van 20 december 2000, houdende vaststelling van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001


Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:


Besluit van 20 december 2000, houdende vaststelling van het Uitvoeringsbesluit inkomstenbelasting 2001

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 17 november 2000, nr. WDB2000/872M, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Wetgeving Directe Belastingen;

Gelet op de artikelen 2.5, 2.6, 3.11, 3.83, 3.126, 3.127, 4.25, 5.7, 5.22, 5.23, 6.25, 7.6, 10.8 en 10.9 van de Wet inkomstenbelasting 2001;

De Raad van State gehoord (advies van 13 december 2000, nr. W06.00.0535/IV);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 18 december 2000, nr. WDB2000/963U, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Wetgeving Directe Belastingen;

Hebben goedgevonden en verstaan:


Artikel 1a

  • 1

    De bij de registratie aan te leveren gegevens, bedoeld in artikel 23c, eerste lid, van de wet zijn in ieder geval:

    • a.

      contactgegevens van de aanbieder;

    • b.

      gegevens met betrekking tot de bedrijfsvoering en de zeggenschapsstructuur van de aanbieder;

    • c.

      gegevens met betrekking tot personen die het beleid van de aanbieder bepalen of mede bepalen alsmede personen die al dan niet middellijk een gekwalificeerde deelneming houden in de aanbieder;

    • d.

      gegevens die verband houden met de naleving van de wet of de Sanctiewet 1977;

    • e.

      overige bij ministeriële regeling te bepalen gegevens.

  • 2

    De gegevens bedoeld in het eerste lid kunnen nader worden uitgewerkt bij ministeriële regeling.


Slotformulier en ondertekening

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage 20 december 2000 Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën, W. J. Bos

Uitgegeven de achtentwintigste december 2000 De Minister van Justitie, A. H. Korthals


Boek 5 Zakelijke rechten


Hoofdstuk 2 Bepalingen betreffende cliëntenonderzoek

Hoofdstuk 2 Bepalingen betreffende cliëntenonderzoek


Titel 1 Algemene bepalingen

Titel 1 Algemene bepalingen


Artikel 1

  • 1

    De Staat, de provincies, de gemeenten, de waterschappen, alsmede alle lichamen waaraan krachtens de Grondwet verordenende bevoegdheid is verleend, bezitten rechtspersoonlijkheid.

  • 2

    Andere lichamen, waaraan een deel van de overheidstaak is opgedragen, bezitten slechts rechtspersoonlijkheid, indien dit uit het bij of krachtens de wet bepaalde volgt.

  • 3

    De volgende artikelen van deze titel, behalve artikel 5, gelden niet voor de in de voorgaande leden bedoelde rechtspersonen.


Artikel 2

  • 1

    Kerkgenootschappen alsmede hun zelfstandige onderdelen en lichamen waarin zij zijn verenigd, bezitten rechtspersoonlijkheid.

  • 2

    Zij worden geregeerd door hun eigen statuut, voor zover dit niet in strijd is met de wet. Met uitzondering van artikel 5 gelden de volgende artikelen van deze titel niet voor hen; overeenkomstige toepassing daarvan is geoorloofd, voor zover deze is te verenigen met hun statuut en met de aard der onderlinge verhoudingen.


Artikel 3

Verenigingen, coöperaties, onderlinge waarborgmaatschappijen, naamloze vennootschappen, besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid en stichtingen bezitten rechtspersoonlijkheid.


Artikel 4

  • 1

    Een rechtspersoon ontstaat niet bij het ontbreken van een door een notaris ondertekende akte voor zover door de wet voor de totstandkoming vereist. Het ontbreken van kracht van authenticiteit aan een door een notaris ondertekende akte verhindert het ontstaan van de rechtspersoon slechts, indien die rechtspersoon in een bij die akte gemaakte uiterste wilsbeschikking in het leven zou zijn geroepen.

  • 2

    Vernietiging van de rechtshandeling waardoor een rechtspersoon is ontstaan, tast diens bestaan niet aan. Het vervallen van de deelneming van een of meer oprichters van een rechtspersoon heeft op zichzelf geen invloed op de rechtsgeldigheid van de deelneming der overblijvende oprichters.

  • 3

    Is ten name van een niet bestaande rechtspersoon een vermogen gevormd, dan benoemt de rechter op verzoek van een belanghebbende of het openbaar ministerie een of meer vereffenaars. Artikel 22 is van overeenkomstige toepassing.

  • 4

    Het vermogen wordt vereffend als dat van een ontbonden rechtspersoon in de voorgewende rechtsvorm. Degenen die zijn opgetreden als bestuurders, zijn hoofdelijk verbonden voor de tot dit vermogen behorende schulden die opeisbaar zijn geworden in het tijdvak waarin zij dit deden. Zij zijn eveneens verbonden voor de schulden die voortspruiten uit in die tijd ten behoeve van dit vermogen verrichte rechtshandelingen, voor zover daarvoor niemand ingevolge de vorige zin verbonden is. Ontbreken personen die ingevolge de vorige twee zinnen verbonden zijn, dan zijn degenen die handelden, hoofdelijk verbonden.

  • 5

    Indien alsnog een rechtspersoon wordt opgericht ter opvolging in het vermogen, kan de rechter desverzocht toestaan dat dit niet wordt vereffend, doch dat het in die rechtspersoon wordt ingebracht.


Artikel 5

Een rechtspersoon staat wat het vermogensrecht betreft, met een natuurlijk persoon gelijk, tenzij uit de wet het tegendeel voortvloeit.


Artikel 6

  • 1

    Op wijzigingen in statuten en reglementen en op ontbinding van de rechtspersoon, die krachtens dit boek moeten worden openbaar gemaakt, kan voordat deze openbaarmakingen en, in geval van statutenwijziging, de voorgeschreven openbaarmaking van de gewijzigde statuten zijn geschied, geen beroep worden gedaan tegen een wederpartij en derden die daarvan onkundig waren.

  • 2

    Een door de wet toegelaten beroep op statutaire onbevoegdheid van het bestuur of van een bestuurder tot vertegenwoordiging van de rechtspersoon bij een rechtshandeling kan tegen een wederpartij die daarvan onkundig was, niet worden gedaan, indien de beperking of uitsluiting van de bevoegdheid niet ten tijde van het verrichten van die rechtshandeling op de door de wet voorgeschreven wijzen was openbaar gemaakt. Hetzelfde geldt voor een beroep op een beperking van de vertegenwoordigingsbevoegdheid van anderen dan bestuurders, aan wie die bevoegdheid bij de statuten is toegekend.

  • 3

    De rechtspersoon kan tegen een wederpartij die daarvan onkundig was, niet de onjuistheid of onvolledigheid van de in het register opgenomen gegevens inroepen. Juiste en volledige inschrijving elders of openbaarmaking van de statuten is op zichzelf niet voldoende bewijs dat de wederpartij van de onjuistheid of onvolledigheid niet onkundig was.

  • 4

    Voor zover de wet niet anders bepaalt, kan de wederpartij van een rechtspersoon zich niet beroepen op onbekendheid met een feit dat op een door de wet aangegeven wijze is openbaar gemaakt, tenzij die openbaarmaking niet is geschied op elke wijze die de wet vereist of daarvan niet de voorgeschreven mededeling is gedaan.

  • 5

    De beide vorige leden gelden niet voor rechterlijke uitspraken die in het faillissementsregister of het surséanceregister zijn ingeschreven.


Artikel 7

Een door een rechtspersoon verrichte rechtshandeling is vernietigbaar, indien daardoor het doel werd overschreden en de wederpartij dit wist of zonder eigen onderzoek moest weten; slechts de rechtspersoon kan een beroep op deze grond tot vernietiging doen.


Artikel 8

  • 1

    Een rechtspersoon en degenen die krachtens de wet en de statuten bij zijn organisatie zijn betrokken, moeten zich als zodanig jegens elkander gedragen naar hetgeen door redelijkheid en billijkheid wordt gevorderd.

  • 2

    Een tussen hen krachtens wet, gewoonte, statuten, reglementen of besluit geldende regel is niet van toepassing voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.


Artikel 9

  • 1

    Elke bestuurder is tegenover de rechtspersoon gehouden tot een behoorlijke vervulling van zijn taak. Tot de taak van de bestuurder behoren alle bestuurstaken die niet bij of krachtens de wet of de statuten aan een of meer andere bestuurders zijn toebedeeld.

  • 2

    Elke bestuurder draagt verantwoordelijkheid voor de algemene gang van zaken. Hij is voor het geheel aansprakelijk terzake van onbehoorlijk bestuur, tenzij hem mede gelet op de aan anderen toebedeelde taken geen ernstig verwijt kan worden gemaakt en hij niet nalatig is geweest in het treffen van maatregelen om de gevolgen van onbehoorlijk bestuur af te wenden.


Artikel 10

  • 1

    Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de rechtspersoon en van alles betreffende de werkzaamheden van de rechtspersoon, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde de rechten en verplichtingen van de rechtspersoon kunnen worden gekend.

  • 2

    Onverminderd het bepaalde in de volgende titels is het bestuur verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar de balans en de staat van baten en lasten van de rechtspersoon te maken en op papier te stellen.

  • 3

    Het bestuur is verplicht de in de leden 1 en 2 bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren.

  • 4

    De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbrenging geschiedt met juiste en volledige weergave der gegevens en deze gegevens gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd leesbaar kunnen worden gemaakt.


Artikel 10a

Het boekjaar van een rechtspersoon is het kalenderjaar, indien in de statuten geen ander boekjaar is aangewezen.


Artikel 11

De aansprakelijkheid van een rechtspersoon als bestuurder van een andere rechtspersoon rust tevens hoofdelijk op ieder die ten tijde van het ontstaan van de aansprakelijkheid van de rechtspersoon daarvan bestuurder is.


Artikel 12

Het stemrecht over besluiten waarbij de rechtspersoon aan bepaalde personen, anders dan in hun hoedanigheid van lid, aandeelhouder of lid van een orgaan, rechten toekent of verplichtingen kwijtscheldt, kan door de statuten aan die personen en aan hun echtgenoot, geregistreerde partner, en bloedverwanten in de rechte lijn worden ontzegd.


Artikel 13

  • 1

    Een stem is nietig in de gevallen waarin een eenzijdige rechtshandeling nietig is; een stem kan niet worden vernietigd.

  • 2

    Een onbekwame die lid is van een vereniging, kan zijn stemrecht daarin zelf uitoefenen, voor zover de statuten zich daartegen niet verzetten; in andere gevallen komt de uitoefening van het stemrecht toe aan zijn wettelijke vertegenwoordiger.

  • 3

    Tenzij de statuten anders bepalen, is het in de vergadering van een orgaan van een rechtspersoon uitgesproken oordeel van de voorzitter omtrent de uitslag van een stemming beslissend. Hetzelfde geldt voor de inhoud van een genomen besluit, voor zover werd gestemd over een niet schriftelijk vastgelegd voorstel.

  • 4

    Wordt onmiddellijk na het uitspreken van het oordeel van de voorzitter de juistheid daarvan betwist, dan vindt een nieuwe stemming plaats, indien de meerderheid der vergadering of, indien de oorspronkelijke stemming niet hoofdelijk of schriftelijk geschiedde, een stemgerechtigde aanwezige dit verlangt. Door deze nieuwe stemming vervallen de rechtsgevolgen van de oorspronkelijke stemming.


Artikel 14

  • 1

    Een besluit van een orgaan van een rechtspersoon, dat in strijd is met de wet of de statuten, is nietig, tenzij uit de wet iets anders voortvloeit.

  • 2

    Is een besluit nietig, omdat het is genomen ondanks het ontbreken van een door de wet of de statuten voorgeschreven voorafgaande handeling van of mededeling aan een ander dan het orgaan dat het besluit heeft genomen, dan kan het door die ander worden bekrachtigd. Is voor de ontbrekende handeling een vereiste gesteld, dan geldt dat ook voor de bekrachtiging.

  • 3

    Bekrachtiging is niet meer mogelijk na afloop van een redelijke termijn, die aan de ander is gesteld door het orgaan dat het besluit heeft genomen of door de wederpartij tot wie het was gericht.


Artikel 15

  • 1

    Een besluit van een orgaan van een rechtspersoon is, onverminderd het elders in de wet omtrent de mogelijkheid van een vernietiging bepaalde, vernietigbaar:

    • a.

      wegens strijd met wettelijke of statutaire bepalingen die het tot stand komen van besluiten regelen;

    • b.

      wegens strijd met de redelijkheid en billijkheid die door artikel 8 worden geëist;

    • c.

      wegens strijd met een reglement.

  • 2

    Tot de bepalingen als bedoeld in het vorige lid onder a, behoren niet die welke de voorschriften bevatten waarop in artikel 14 lid 2 wordt gedoeld.

  • 3

    Vernietiging geschiedt door een uitspraak van de rechtbank van de woonplaats van de rechtspersoon:

    • a.

      op een vordering tegen de rechtspersoon van iemand die een redelijk belang heeft bij de naleving van de verplichting die niet is nagekomen, of

    • b.

      op vordering van de rechtspersoon zelf, ingesteld krachtens bestuursbesluit tegen degene die door de voorzieningenrechter van de rechtbank is aangewezen op een daartoe gedaan verzoek van de rechtspersoon; in dat geval worden de kosten van het geding door de rechtspersoon gedragen.

  • 4

    Indien een bestuurder in eigen naam de vordering instelt, verzoekt de rechtspersoon de voorzieningenrechter van de rechtbank iemand aan te wijzen, die terzake van het geding in de plaats van het bestuur treedt.

  • 5

    De bevoegdheid om vernietiging van het besluit te vorderen, vervalt een jaar na het einde van de dag, waarop hetzij aan het besluit voldoende bekendheid is gegeven, hetzij de belanghebbende van het besluit kennis heeft genomen of daarvan is verwittigd.

  • 6

    Een besluit dat vernietigbaar is op grond van lid 1 onder a, kan door een daartoe strekkend besluit worden bevestigd; voor dit besluit gelden de zelfde vereisten als voor het te bevestigen besluit. De bevestiging werkt niet zolang een tevoren ingestelde vordering tot vernietiging aanhangig is. Indien de vordering wordt toegewezen, geldt het vernietigde besluit als opnieuw genomen door het latere besluit, tenzij uit de strekking van dit besluit het tegendeel voortvloeit.


Artikel 16

  • 1

    De onherroepelijke uitspraak die de nietigheid van een besluit van een rechtspersoon vaststelt of die zulk een besluit vernietigt, is voor een ieder, behoudens herroeping of derdenverzet, bindend, indien de rechtspersoon partij in het geding is geweest. Herroeping komt ieder lid of aandeelhouder toe.

  • 2

    Is het besluit een rechtshandeling van de rechtspersoon, die tot een wederpartij is gericht, of is het een vereiste voor de geldigheid van zulk een rechtshandeling, dan kan de nietigheid of vernietiging van het besluit niet aan die wederpartij worden tegengeworpen, indien deze het gebrek dat aan het besluit kleefde, kende noch behoefde te kennen. Niettemin kan de nietigheid of vernietiging van een besluit tot benoeming van een bestuurder of een commissaris aan de benoemde worden tegengeworpen; de rechtspersoon vergoedt echter diens schade, indien hij het gebrek in het besluit kende noch behoefde te kennen.


Artikel 17

Een rechtspersoon wordt opgericht voor onbepaalde tijd.


Artikel 18

  • 1

    Een rechtspersoon kan zich met inachtneming van de volgende leden omzetten in een andere rechtsvorm.

  • 2

    Voor omzetting zijn vereist:

    • a.

      een besluit tot omzetting, genomen met inachtneming van de vereisten voor een besluit tot statutenwijziging en, tenzij een stichting zich omzet, genomen met de stemmen van ten minste negen tienden van de uitgebrachte stemmen;

    • b.

      een besluit tot wijziging van de statuten;

    • c.

      een notariële akte van omzetting die de nieuwe statuten bevat.

  • 3

    De in het vorige lid onder a genoemde meerderheid is niet vereist voor een omzetting van een naamloze vennootschap in een besloten vennootschap of omgekeerd.

  • 4

    Voor de omzetting van of in een stichting en van een naamloze of besloten vennootschap in een vereniging is bovendien rechterlijke machtiging vereist.

  • 5

    Slechts de rechtspersoon kan machtiging tot omzetting verzoeken aan de rechtbank, onder overlegging van een notarieel ontwerp van de akte. Zij wordt in elk geval geweigerd, indien een vereist besluit nietig is of indien een rechtsvordering tot vernietiging daarvan aanhangig is. Zij wordt geweigerd, indien de belangen van stemgerechtigden die niet hebben ingestemd of van anderen van wie ten minste iemand zich tot de rechter heeft gewend, onvoldoende zijn ontzien. Indien voor de omzetting machtiging van de rechter is vereist, verklaart de notaris in de akte van omzetting dat de machtiging op het ontwerp van de akte is verleend.

  • 6

    Na omzetting van een stichting moet uit de statuten blijken dat het vermogen dat zij bij de omzetting heeft en de vruchten daarvan slechts met toestemming van de rechter anders mogen worden besteed dan voor de omzetting was voorgeschreven. Hetzelfde geldt voor de statuten van een rechtspersoon voor zover dit vermogen en deze vruchten daarop krachtens fusie of splitsing zijn overgegaan.

  • 7

    De rechtspersoon doet opgave van de omzetting ter inschrijving in de registers waarin hij moet zijn en moet worden ingeschreven dan wel als vereniging vrijwillig is ingeschreven.

  • 8

    Omzetting beëindigt het bestaan van de rechtspersoon niet.


Artikel 19

  • 1

    Een rechtspersoon wordt ontbonden:

    • a.

      door een besluit van de algemene vergadering of, indien de rechtspersoon een stichting is, door een besluit van het bestuur tenzij in de statuten anders is voorzien;

    • b.

      bij het intreden van een gebeurtenis die volgens de statuten de ontbinding tot gevolg heeft, en die niet een besluit of een op ontbinding gerichte handeling is;

    • c.

      na faillietverklaring door hetzij opheffing van het faillissement wegens de toestand van de boedel, hetzij door insolventie;

    • d.

      door het geheel ontbreken van leden, indien de rechtspersoon een vereniging, een coöperatie of een onderlinge waarborgmaatschappij is;

    • e.

      door een beschikking van de Kamer van Koophandel als bedoeld in artikel 19a;

    • f.

      door de rechter in de gevallen die de wet bepaalt.

  • 2

    De rechtbank verklaart op verzoek van het bestuur, een belanghebbende of het openbaar ministerie, of en op welk tijdstip de rechtspersoon is ontbonden in een geval als bedoeld in lid 1 onder b of d. De beschikking is voor een ieder bindend. Is de rechtspersoon in een register ingeschreven, dan wordt de in kracht van gewijsde gegane uitspraak, inhoudende de verklaring, door de zorg van de griffier aldaar ingeschreven.

  • 3

    Aan de registers waar de rechtspersoon is ingeschreven wordt van de ontbinding opgaaf gedaan: in de gevallen als bedoeld in lid 1, onder a, b en d door de vereffenaar, indien deze er is en anders door het bestuur, in het geval als bedoeld in lid 1, onder c door de faillissementscurator, in het geval als bedoeld in lid 1, onder e door de Kamer van Koophandel en in het geval als bedoeld in lid 1 onder f door de griffier van het betrokken gerecht.

  • 4

    Indien de rechtspersoon op het tijdstip van zijn ontbinding geen baten meer heeft, houdt hij alsdan op te bestaan. In dat geval doet het bestuur of, bij toepassing van artikel 19a, de Kamer van Koophandel, daarvan opgaaf aan de registers waar de rechtspersoon is ingeschreven.

  • 5

    De rechtspersoon blijft na ontbinding voortbestaan voor zover dit tot vereffening van zijn vermogen nodig is. In stukken en aankondigingen die van hem uitgaan, moet aan zijn naam worden toegevoegd: in liquidatie.

  • 6

    De rechtspersoon houdt in geval van vereffening op te bestaan op het tijdstip waarop de vereffening eindigt. De vereffenaar of de faillissementscurator doet aan de registers waar de rechtspersoon is ingeschreven, daarvan opgaaf.

  • 7

    De gegevens die omtrent de rechtspersoon in de registers zijn opgenomen op het tijdstip waarop hij ophoudt te bestaan, blijven daar gedurende tien jaren na dat tijdstip bewaard.


Artikel 19a

  • 1

    Een in het handelsregister ingeschreven naamloze vennootschap, besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, coöperatie, onderlinge waarborgmaatschappij, of vereniging of stichting die een onderneming drijft, wordt door een beschikking van de Kamer van Koophandel ontbonden, indien de Kamer is gebleken dat ten minste twee van de volgende omstandigheden zich voordoen:

    • a.

      er staan gedurende ten minste een jaar geen bestuurders van de rechtspersoon in het register ingeschreven, terwijl gedurende die periode ook geen opgaaf tot inschrijving is gedaan, dan wel er doet zich, indien er wel een bestuurder staat ingeschreven, met betrekking tot elke ingeschreven bestuurder ten minste een jaar een of meer van de navolgende omstandigheden voor:

      • 1°.

        de bestuurder is overleden;

      • 2°.

        de bestuurder is niet bereikbaar gebleken op het in het register vermelde adres, en evenmin op het in de basisregistratie personen vermelde adres, of betrokkene is niet ingeschreven in de basisregistratie personen;

    • b.

      de rechtspersoon is ten minste een jaar in gebreke met de nakoming van de verplichting tot openbaarmaking van de jaarrekening overeenkomstig de artikelen 394, 395a, 396 of 397;

    • c.

      de rechtspersoon heeft ten minste een jaar geen gevolg gegeven aan een aanmaning als bedoeld in artikel 9, derde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen tot het doen van aangifte voor de vennootschapsbelasting;

    • d.

      de rechtspersoon is niet of niet meer bereikbaar gebleken op het in het handelsregister ingeschreven adres, terwijl ook geen opgave tot wijziging van de inschrijving is gedaan.

  • 2

    Een in het handelsregister ingeschreven vereniging of stichting, die niet een onderneming drijft die in het handelsregister staat ingeschreven, wordt door een beschikking van de Kamer van Koophandel ontbonden, indien de Kamer is gebleken dat de omstandigheden, bedoeld in lid 1, onder a en d, zich voordoen.

  • 3

    Indien de Kamer op grond van haar bekende gegevens gebleken is dat een rechtspersoon als bedoeld in de leden 1 en 2 voor ontbinding in aanmerking komt, deelt zij de rechtspersoon en de ingeschreven bestuurders bij aangetekende brief aan hun laatst bekende adres mee, dat zij voornemens is tot ontbinding van de rechtspersoon over te gaan, met vermelding van de omstandigheden waarop het voornemen is gegrond. De Kamer schrijft deze mededeling in het register in. Als de omstandigheden, bedoeld in lid 1, onder a en d, zich voordoen, geeft de Kamer van het voornemen tot ontbinding kennis in de Staatscourant. Voor zover de kosten van deze publikatie niet uit het vermogen van de rechtspersoon kunnen worden voldaan, komen deze ten laste van Onze Minister van Veiligheid en Justitie.

  • 4

    Na verloop van acht weken na de dagtekening van de aangetekende brief of de publicatie in de Staatscourant ontbindt de Kamer de rechtspersoon bij beschikking, tenzij voordien is gebleken dat de gronden, bedoeld in de leden 1 en 2, voor het voornemen zich niet of niet meer voordoen.

  • 5

    De beschikking wordt bekend gemaakt aan de rechtspersoon en de ingeschreven bestuurders, tenzij de omstandigheden, bedoeld in lid 1, onder a en d, zich voordoen.

  • 6

    De Kamer geeft van de ontbinding kennis in de Staatscourant. Lid 3, vierde zin, is van overeenkomstige toepassing.

  • 7

    Als op grond van artikel 23, lid 1 geen vereffenaars kunnen worden aangewezen, treedt de Kamer op als vereffenaar van het vermogen van de ontbonden rechtspersoon, behoudens het bepaalde in artikel 19, lid 4. Op verzoek van de Kamer benoemt de rechtbank in haar plaats een of meer andere vereffenaars.

  • 8

    Indien tegen een beschikking als bedoeld in lid 4, beroep wordt ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven schrijft de Kamer dat in het register in. De beslissing op het beroep wordt tevens ingeschreven. Indien de beslissing strekt tot vernietiging van de beschikking geeft de Kamer kennis daarvan in de Staatscourant. Gedurende het tijdvak waarin de rechtspersoon na de beschikking tot ontbinding had opgehouden te bestaan, is er een verlengingsgrond als bedoeld in artikel 320 van Boek 3 ten aanzien van de verjaring van rechtsvorderingen van of tegen de rechtspersoon.


Artikel 19b

  • 1

    Als de rechtspersoon is ontbonden overeenkomstig artikel 19 lid 1 onderdeel a en gelijktijdig heeft opgehouden te bestaan als bedoeld in artikel 19 lid 4, deponeert het bestuur binnen veertien dagen na de ontbinding bij de registers waar de rechtspersoon is ingeschreven:

    • a.

      een balans en een staat van baten en lasten met betrekking tot het boekjaar waarin de rechtspersoon is ontbonden en het voorgaande boekjaar als er op het moment van ontbinding over dat jaar nog geen jaarrekening openbaar is gemaakt;

    • b.

      een beschrijving van:

      • 1°.

        de oorzaak van het ontbreken van baten op het tijdstip van de ontbinding;

      • 2°.

        indien aan de orde, de wijze waarop de baten van de rechtspersoon te gelde zijn gemaakt en de opbrengsten zijn verdeeld, en

      • 3°.

        indien aan de orde, de redenen waarom een schuldeiser of schuldeisers geheel of gedeeltelijk onbetaald zijn gebleven, en

    • c.

      de jaarrekeningen inzake de boekjaren die vooraf zijn gegaan aan het boekjaar waarin de rechtspersoon is ontbonden, indien daarvoor op grond van artikel 394 lid 3 van dit boek een plicht tot openbaarmaking bestaat waar nog niet aan is voldaan, in voorkomend geval inclusief de accountantsverklaring, bedoeld in artikel 393 lid 5.

  • 2

    Onverwijld nadat deze deponeringen zijn gedaan, doet het bestuur daarvan schriftelijk mededeling aan de schuldeisers.


Artikel 19c

  • 1

    In het geval een rechtspersoon is ontbonden overeenkomstig artikel 19 lid 1, onderdeel a of e, en gelijktijdig heeft opgehouden te bestaan als bedoeld in artikel 19 lid 4, terwijl een of meer schuldeisers geheel of gedeeltelijk onbetaald zijn gebleven, kan de rechtbank op verzoek van het openbaar ministerie een bestuursverbod opleggen aan de bestuurder, de gewezen bestuurder daaronder begrepen, indien:

    • a.

      de bestuurder in geval van een ontbinding overeenkomstig artikel 19 lid 1, onderdeel a, niet heeft voldaan aan de verplichtingen uit artikel 19b lid 1; of

    • b.

      de bestuurder doelbewust namens de rechtspersoon handelingen heeft verricht of nagelaten, waardoor één of meer schuldeisers aanmerkelijk zijn benadeeld; of

    • c.

      in de twee daaraan voorafgaande jaren de bestuurder, hetzij als zodanig, hetzij als natuurlijke persoon handelend in de uitoefening van een beroep of bedrijf, ten minste tweemaal eerder betrokken was bij een faillissement van een rechtspersoon of bij een beëindiging van een rechtspersoon op een wijze als bedoeld in de aanhef, en hem daarvan een persoonlijk verwijt treft.

  • 2
  • 3

    Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing als het overlijden van de bestuurder als bedoeld in artikel 19a lid 1, onderdeel a, onder 1°, een omstandigheid is, op grond waarvan de rechtspersoon door een beschikking van de Kamer van Koophandel is ontbonden.


Artikel 20

  • 1

    Een rechtspersoon waarvan het doel of de werkzaamheid in strijd is met de openbare orde, wordt door de rechtbank op verzoek van het openbaar ministerie verboden verklaard en ontbonden.

  • 2

    In ieder geval in strijd met de openbare orde is het doel dat of de werkzaamheid die leidt of klaarblijkelijk dreigt te leiden tot een bedreiging van de nationale veiligheid of de internationale rechtsorde of tot de ontwrichting van de democratische rechtsstaat of het openbaar gezag.

  • 3

    In strijd met de openbare orde wordt vermoed te zijn het doel dat of de werkzaamheid die leidt of klaarblijkelijk dreigt te leiden tot aantasting van de menselijke waardigheid, geweld of het aanzetten tot haat of discriminatie.

  • 4

    Een rechtspersoon vermeld in de lijst, bedoeld in artikel 2, derde lid, van Verordening (EG) nr. 2580/2001 van de Raad van 27 december 2001 (PbEG L 344), in Bijlage I van Verordening (EG) nr. 881/2002 van de Raad van 27 mei 2002 (PbEG L 139) of is vermeld en met een ster aangemerkt in de Bijlage bij het Gemeenschappelijk Standpunt nr. 2001/931 van de Raad van 27 december 2001 (PbEG L 344) is van rechtswege verboden en niet bevoegd tot het verrichten van rechtshandelingen.

  • 5

    Bij de verbodenverklaring kan de rechter de betrokken rechtspersoon en degenen die krachtens de wet en de statuten bij zijn organisatie zijn betrokken in het belang van de openbare orde bevelen om bepaalde maatregelen te nemen of gedragingen na te laten, uiterlijk totdat over de verboden verklaring onherroepelijk is beslist.

  • 6

    De verbodenverklaring en de daarbij gegeven bevelen zijn uitvoerbaar bij voorraad. Het instellen van een rechtsmiddel schorst de werking niet.


Artikel 20a

  • 1

    De bestuurder van een verboden verklaarde rechtspersoon, kan gedurende ten minste drie jaar nadat de verbodenverklaring in kracht van gewijsde is gegaan, geen bestuurder of commissaris van enige rechtspersoon zijn of worden, tenzij betrokkene naar het oordeel van de rechter in de gegeven omstandigheden geen ernstig verwijt kan worden gemaakt. Met een bestuurder wordt voor de toepassing van dit artikel gelijk gesteld degene die het beleid van de rechtspersoon heeft bepaald of mede heeft bepaald, als ware hij bestuurder.

  • 2

    De rechtbank regelt zo nodig alle overige gevolgen van het door haar uitgesproken bestuursverbod.

  • 3

    De griffier van de rechtbank, of bij hoger beroep, van het gerechtshof, biedt de onherroepelijke uitspraak waarin een bestuursverbod is opgelegd met bekwame spoed aan de Kamer van Koophandel aan, die zo nodig terstond tot uitschrijving van betrokkene uit het handelsregister overgaat. Tevens wordt het bestuursverbod geregistreerd bij het handelsregister.

  • 4

    Artikel 106c van de Faillissementswet is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat waar in artikel 106c van de Faillissementswet wordt verwezen naar een verzoek of vordering tot het opleggen van een bestuursverbod wordt gelezen een verzoek tot verbodenverklaring van een rechtspersoon.


Artikel 21

  • 1

    De rechtbank ontbindt een rechtspersoon, indien:

    • a.

      aan zijn totstandkoming gebreken kleven;

    • b.

      zijn statuten niet aan de eisen der wet voldoen;

    • c.

      hij niet onder de wettelijke omschrijving van zijn rechtsvorm valt.

  • 2

    De rechtbank ontbindt de rechtspersoon niet, indien zij hem een termijn vergund heeft en hij na afloop daarvan een rechtspersoon is die aan de eisen van de wet voldoet.

  • 3

    De rechtbank kan een rechtspersoon ontbinden, indien deze de in dit boek voor zijn rechtsvorm gestelde verboden overtreedt of in ernstige mate in strijd met zijn statuten handelt.

  • 4

    De ontbinding wordt uitgesproken op verzoek van een belanghebbende of het openbaar ministerie.


Artikel 22

  • 1

    De rechter voor wie een verzoek tot ontbinding van de rechtspersoon aanhangig is, kan de goederen van die rechtspersoon desverlangd onder bewind stellen; de beschikking vermeldt het tijdstip waarop zij in werking treedt.

  • 2

    De rechter benoemt bij zijn beschikking een of meer bewindvoerders, en regelt hun bevoegdheden en hun beloning.

  • 3

    Voor zover de rechter niet anders bepaalt, kunnen de organen van de rechtspersoon zonder voorafgaande goedkeuring van de bewindvoerder geen besluiten nemen en kunnen vertegenwoordigers van de rechtspersoon zonder diens medewerking geen rechtshandelingen verrichten.

  • 4

    De beschikking kan te allen tijde door de rechter worden gewijzigd of ingetrokken; het bewind eindigt in ieder geval, zodra de uitspraak op het verzoek tot ontbinding in kracht van gewijsde gaat.

  • 5

    De bewindvoerder doet aan de registers waar de rechtspersoon is ingeschreven, opgaaf van de beschikking en van de gegevens over zichzelf die omtrent een bestuurder worden verlangd.

  • 6

    Een rechtshandeling die de rechtspersoon ondanks zijn uit het bewind voortvloeiende onbevoegdheid vóór de inschrijving heeft verricht, is niettemin geldig, indien de wederpartij het bewind kende noch behoorde te kennen.


Artikel 22a

  • 1

    Voor of bij het doen van een verzoek door het openbaar ministerie tot ontbinding van een naamloze vennootschap of een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, kan het openbaar ministerie de rechter verzoeken te bevelen dat, tot de uitspraak op genoemd verzoek in kracht van gewijsde gaat, aan de aandeelhouders de bevoegdheid tot het vervreemden, verpanden of met vruchtgebruik belasten van aandelen wordt ontzegd.

  • 2

    De rechter beslist na summier onderzoek. Het bevel wordt gegeven onder voorwaarde dat het instellen van het verzoek tot ontbinding geschiedt binnen een door de rechter daartoe te bepalen termijn. Tegen deze beschikking is geen hogere voorziening toegelaten.

  • 3

    De beschikking wordt onverwijld, zo mogelijk op dezelfde dag, betekend aan de aandeelhouders en de vennootschap. De griffier draagt zorg voor de inschrijving van de beschikking in het handelsregister.

  • 4

    Binnen acht dagen na de betekening in het vorige lid vermeld kunnen de aandeelhouders tegen de beschikking in verzet komen. Het verzet schorst het bevel niet, behoudens de bevoegdheid van de aandeelhouders om daarop in kort geding door de voorzieningenrechter van de rechtbank te doen beslissen. Verzet tegen de beschikking kan niet gegrond zijn op de bewering dat de aandeelhouder zijn aandelen wil overdragen.

  • 5

    Het verzoek tot ontbinding moet binnen acht dagen nadat deze is ingesteld aan de aandeelhouder worden betekend.


Artikel 23

  • 1

    Voor zover de rechter geen andere vereffenaars heeft benoemd en de statuten geen andere vereffenaars aanwijzen, worden de bestuurders vereffenaars van het vermogen van een ontbonden rechtspersoon. Op vereffenaars die niet door de rechter worden benoemd, zijn de bepalingen omtrent de benoeming, de schorsing, het ontslag en het toezicht op bestuurders van toepassing, voor zover de statuten niet anders bepalen. Het vermogen van een door de rechter ontbonden rechtspersoon wordt vereffend door een of meer door hem te benoemen vereffenaars.

  • 2

    Ontslaat de rechter een vereffenaar, dan kan hij een of meer andere benoemen. Ontbreken vereffenaars, dan benoemt de rechtbank een of meer vereffenaars op verzoek van een belanghebbende of het openbaar ministerie. De vereffenaar die door de rechter is benoemd, heeft recht op de beloning welke deze hem toekent.

  • 3

    Een benoeming tot vereffenaar door de rechter gaat in daags nadat de griffier de benoeming aan de vereffenaar heeft meegedeeld; de griffier doet de mededeling terstond, indien de beslissing die de benoeming inhoudt, bij voorraad uitvoerbaar is en anders, zodra zij in kracht van gewijsde is gegaan.

  • 4

    Iedere vereffenaar doet aan de registers waar de rechtspersoon is ingeschreven, opgaaf van zijn optreden als zodanig en van de gegevens over zichzelf die van een bestuurder worden verlangd.

  • 5

    De rechtbank kan een vereffenaar met ingang van een door haar bepaalde dag ontslaan, het zij op diens verzoek, hetzij wegens gewichtige redenen op verzoek van een medevereffenaar, het openbaar ministerie of ambtshalve.

  • 6

    De ontslagen vereffenaar legt rekening en verantwoording af aan degenen die de vereffening voortzetten. Is de opvolger door de rechter benoemd, dan geschiedt de rekening en verantwoording ten overstaan van de rechter.


Artikel 23a

  • 1

    Een vereffenaar heeft, tenzij de statuten anders bepalen, dezelfde bevoegdheden, plichten en aansprakelijkheid als een bestuurder, voor zover deze verenigbaar zijn met zijn taak als vereffenaar.

  • 2

    Zijn er twee of meer vereffenaars, dan kan ieder van hen alle werkzaamheden verrichten, tenzij anders is bepaald. Bij verschil van mening tussen de vereffenaars beslist op verzoek van een hunner de rechter die bij de vereffening is betrokken, en anders de kantonrechter. De rechter bedoeld in de vorige zin, kan ook een verdeling van het loon vaststellen.

  • 3

    Zowel de rechtbank als een door haar in de vereffening benoemde rechter-commissaris kan voor de vereffening nodige bevelen geven, al dan niet in de vorm van een bevelschrift in executoriale vorm. De vereffenaar is verplicht hun aanwijzingen op te volgen. Tegen de bevelen en aanwijzingen staan geen rechtsmiddelen open.

  • 4

    Blijkt de vereffenaar dat de schulden de baten vermoedelijk zullen overtreffen, dan doet hij aangifte tot faillietverklaring, tenzij alle bekende schuldeisers desgevraagd instemmen met voortzetting van de vereffening buiten faillissement.

  • 5

    De voorgaande bepalingen van dit artikel en de artikelen 23b-23c zijn niet van toepassing op vereffening in faillissement.


Artikel 23b

  • 1

    De vereffenaar draagt hetgeen na de voldoening der schuldeisers van het vermogen van de ontbonden rechtspersoon is overgebleven, in verhouding tot ieders recht over aan hen die krachtens de statuten daartoe zijn gerechtigd, of anders aan de leden of aandeelhouders. Heeft geen ander recht op het overschot, dan keert hij het uit aan de Staat, die het zoveel mogelijk overeenkomstig het doel van de rechtspersoon besteedt. In afwijking van het voorgaande kan de rechter die een rechtspersoon op grond van artikel 20 verboden verklaart, bepalen dat de vereffenaar na ontbinding het overschot uitkeert aan de Staat.

  • 2

    De vereffenaar stelt een rekening en verantwoording op van de vereffening, waaruit de omvang en samenstelling van het overschot blijken. Zijn er twee of meer gerechtigden tot het overschot, dan stelt de vereffenaar een plan van verdeling op dat de grondslagen der verdeling bevat.

  • 3

    Voor zover tot het overschot iets anders dan geld behoort en de statuten of een rechterlijke beschikking geen nadere aanwijzing behelzen, komen als wijzen van verdeling in aanmerking:

    • a.

      toedeling van een gedeelte van het overschot aan ieder der gerechtigden;

    • b.

      overbedeling aan een of meer gerechtigden tegen vergoeding van de overwaarde;

    • c.

      verdeling van de netto-opbrengst na verkoop.

  • 4

    De vereffenaar legt de rekening en verantwoording en het plan van verdeling neer ten kantore van de registers waarin de rechtspersoon is ingeschreven, en in elk geval ten kantore van de rechtspersoon, als dat er is, of op een andere plaats in het arrondissement waar de rechtspersoon woonplaats heeft. De stukken liggen daar twee maanden voor ieder ter inzage. De vereffenaar maakt in een nieuwsblad bekend waar en tot wanneer zij ter inzage liggen. De rechter kan aankondiging in de Staatscourant bevelen.

  • 5

    Binnen twee maanden nadat de rekening en verantwoording en het plan zijn neergelegd en de nederlegging overeenkomstig lid 4 is bekendgemaakt en aangekondigd, kan iedere schuldeiser of gerechtigde daartegen door het indienen van een verzoek bij de rechtbank in verzet komen. De vereffenaar doet van gedaan verzet mededeling op de zelfde wijze als waarop de nederlegging van de rekening en verantwoording en het plan van verdeling zijn medegedeeld.

  • 6

    Telkens wanneer de stand van het vermogen daartoe aanleiding geeft, kan de vereffenaar een uitkering bij voorbaat aan de gerechtigden doen. Na de aanvang van de verzettermijn doet hij dit niet zonder machtiging van de rechter.

  • 7

    Zodra de intrekking van of beslissing op elk verzet onherroepelijk is, deelt de vereffenaar dit mede op de wijze waarop het verzet is medegedeeld. Brengt de beslissing wijziging in het plan van verdeling, dan wordt ook het gewijzigde plan van verdeling op deze wijze meegedeeld.

  • 8

    De vereffenaar consigneert geldbedragen waarover niet binnen zes maanden na de laatste betaalbaarstelling is beschikt.

  • 9

    De vereffening eindigt op het tijdstip waarop geen aan de vereffenaar bekende baten meer aanwezig zijn.

  • 10

    Na verloop van een maand nadat de vereffening is geëindigd, doet de vereffenaar rekening en verantwoording van zijn beheer aan de rechter, indien deze bij de vereffening is betrokken.


Artikel 23c

  • 1

    Indien na het tijdstip waarop de rechtspersoon is opgehouden te bestaan nog een schuldeiser of gerechtigde tot het saldo opkomt of van het bestaan van een bate blijkt, kan de rechtbank op verzoek van een belanghebbende de vereffening heropenen en zo nodig een vereffenaar benoemen. In dat geval herleeft de rechtspersoon, doch uitsluitend ter afwikkeling van de heropende vereffening. De vereffenaar is bevoegd van elk der gerechtigden terug te vorderen hetgeen deze te veel uit het overschot heeft ontvangen.

  • 2

    Gedurende het tijdvak waarin de rechtspersoon had opgehouden te bestaan, is er een verlengingsgrond als bedoeld in artikel 320 van Boek 3 ten aanzien van de verjaring van rechtsvorderingen van of tegen de rechtspersoon.


Artikel 24

  • 1

    De boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van een ontbonden rechtspersoon moeten worden bewaard gedurende zeven jaren nadat de rechtspersoon heeft opgehouden te bestaan. Bewaarder is degene die bij of krachtens de statuten, dan wel door de algemene vergadering of, als de rechtspersoon een stichting was, door het bestuur als zodanig is aangewezen.

  • 2

    Ontbreekt een bewaarder en is de laatste vereffenaar niet bereid te bewaren, dan wordt een bewaarder, zo mogelijk uit de kring dergenen die bij de rechtspersoon waren betrokken, op verzoek van een belanghebbende benoemd door de kantonrechter van de rechtbank van het arrondissement waarin de rechtspersoon woonplaats had. Rechtsmiddelen staan niet open.

  • 3

    Binnen acht dagen na het ingaan van zijn bewaarplicht moet de bewaarder zijn naam en adres opgeven aan de registers waarin de ontbonden rechtspersoon was ingeschreven.

  • 4

    De in lid 2 genoemde kantonrechter kan desverzocht machtiging tot raadpleging van de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers geven aan iedere belanghebbende, indien de rechtspersoon een stichting was; aan iedere schuldeiser, indien het bestuur van de rechtspersoon niet heeft voldaan aan de verplichtingen uit artikel 19b lid 1 en overigens aan ieder die aantoont bij inzage een redelijk belang te hebben in zijn hoedanigheid van voormalig lid of aandeelhouder van de rechtspersoon of houder van certificaten van diens aandelen, dan wel als rechtverkrijgende van een zodanige persoon.


Artikel 24a

  • 1

    Dochtermaatschappij van een rechtspersoon is:

    • a.

      een rechtspersoon waarin de rechtspersoon of een of meer van zijn dochtermaatschappijen, al dan niet krachtens overeenkomst met andere stemgerechtigden, alleen of samen meer dan de helft van de stemrechten in de algemene vergadering kunnen uitoefenen;

    • b.

      een rechtspersoon waarvan de rechtspersoon of een of meer van zijn dochtermaatschappijen lid of aandeelhouder zijn en, al dan niet krachtens overeenkomst met andere stemgerechtigden, alleen of samen meer dan de helft van de bestuurders of van de commissarissen kunnen benoemen of ontslaan, ook indien alle stemgerechtigden stemmen.

  • 2

    Met een dochtermaatschappij wordt gelijk gesteld een onder eigen naam optredende vennootschap waarin de rechtspersoon of een of meer dochtermaatschappijen als vennoot volledig jegens schuldeisers aansprakelijk is voor de schulden.

  • 3

    Voor de toepassing van lid 1 worden aan aandelen verbonden rechten niet toegerekend aan degene die de aandelen voor rekening van anderen houdt. Aan aandelen verbonden rechten worden toegerekend aan degene voor wiens rekening de aandelen worden gehouden, indien deze bevoegd is te bepalen hoe de rechten worden uitgeoefend dan wel zich de aandelen te verschaffen.

  • 4

    Voor de toepassing van lid 1 worden stemrechten, verbonden aan verpande aandelen, toegerekend aan de pandhouder, indien hij mag bepalen hoe de rechten worden uitgeoefend. Zijn de aandelen evenwel verpand voor een lening die de pandhouder heeft verstrekt in de gewone uitoefening van zijn bedrijf, dan worden de stemrechten hem slechts toegerekend, indien hij deze in eigen belang heeft uitgeoefend.


Artikel 24b

Een groep is een economische eenheid waarin rechtspersonen en vennootschappen organisatorisch zijn verbonden. Groepsmaatschappijen zijn rechtspersonen en vennootschappen die met elkaar in een groep zijn verbonden.


Artikel 24c

  • 1

    Een rechtspersoon of vennootschap heeft een deelneming in een rechtspersoon, indien hij of een of meer van zijn dochtermaatschappijen alleen of samen voor eigen rekening aan die rechtspersoon kapitaal verschaffen of doen verschaffen teneinde met die rechtspersoon duurzaam verbonden te zijn ten dienste van de eigen werkzaamheid. Indien een vijfde of meer van het geplaatste kapitaal wordt verschaft, wordt het bestaan van een deelneming vermoed.

  • 2

    Een rechtspersoon heeft een deelneming in een vennootschap, indien hij of een dochtermaatschappij:

    • a.

      daarin als vennoot jegens schuldeisers volledig aansprakelijk is voor de schulden; of

    • b.

      daarin anderszins vennoot is teneinde met die vennootschap duurzaam verbonden te zijn ten dienste van de eigen werkzaamheid.


Artikel 24d

  • 1

    Bij de vaststelling in hoeverre de leden of aandeelhouders stemmen, aanwezig of vertegenwoordigd zijn, of in hoeverre het aandelenkapitaal verschaft wordt of vertegenwoordigd is, wordt geen rekening gehouden met lidmaatschappen of aandelen waarvan de wet of een statutaire regeling als bedoeld in artikel 228 lid 5 bepaalt dat daarvoor geen stem kan worden uitgebracht.

  • 2

    In afwijking van lid 1 wordt voor de toepassing van de artikelen 24c, 63a, 152, 201a, 220, 224a, 262, 265a, 333a lid 2, 334ii lid 2, 336 lid 1, 346, 379 lid 1 en lid 2, 407 lid 2, 408 lid 1 en 414 ten aanzien van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid tevens rekening gehouden met aandelen waarvan een statutaire regeling als bedoeld in artikel 228 lid 5 bepaalt dat daarvoor geen stem kan worden uitgebracht.


Artikel 25

Van de bepalingen van dit boek kan slechts worden afgeweken, voor zover dat uit de wet blijkt.




Hoofdstuk I Grondslagen voor de objectieve en subjectieve belastingplicht

Hoofdstuk I Grondslagen voor de objectieve en subjectieve belastingplicht


Burgerlijk Wetboek Boek 8, Verkeersmiddelen en vervoer


Wet van 2 juli 1959, houdende regelen, welke aan een aantal rijksbelastingen gemeen zijn


Artikel 1

  • 1

    Krachtens deze wet worden de volgende belastingen geheven:

    • 1°.

      erfbelasting over de waarde van al wat krachtens erfrecht wordt verkregen door het overlijden van iemand die ten tijde van het overlijden in Nederland woonde;

    • 2°.

      schenkbelasting over de waarde van al wat krachtens schenking wordt verkregen van iemand die ten tijde van de schenking in Nederland woonde.

  • 2

    Onder verkrijging krachtens erfrecht wordt voor de toepassing van deze wet mede verstaan de verkrijging van vergunningen en aanspraken bij of na het overlijden van de erflater indien die verkrijging rechtstreeks verband houdt met de omstandigheid dat de erflater die of dergelijke vergunningen en aanspraken bezat.

  • 3

    De verkrijging ten gevolge van de vaststelling van een rentevergoeding op grond van:

    • a.

      een uiterste wilsbeschikking ten aanzien van vorderingen en schulden die zijn ontstaan krachtens erfrecht, of

    • b.

      een overeenkomst als bedoeld in artikel 13, vierde lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek, wordt voor de toepassing van deze wet geacht alleen krachtens erfrecht door het overlijden te zijn verkregen indien deze binnen de met inachtneming van artikel 45 vastgestelde aangiftetermijn is vastgesteld of overeengekomen.

  • 4

    Indien de rentevergoeding, bedoeld in het derde lid, wordt vastgesteld of overeengekomen na de in dat lid bedoelde termijn, wordt het daaruit voortvloeiende voordeel geacht krachtens schenking te zijn verkregen.

  • 5

    De verkrijging krachtens de uitoefening van een wilsrecht als bedoeld in de artikelen 19, 20, 21 en 22 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek wordt voor de toepassing van deze wet niet aangemerkt als een verkrijging krachtens erfrecht.

  • 6

    Indien ten gevolge van uiterste wilsbeschikkingen die inhoudelijk overeenkomen met het bepaalde in afdeling 1 van titel 3 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek wilsrechten opkomen, worden die voor de toepassing van deze wet op dezelfde wijze behandeld als wilsrechten als bedoeld in de artikelen 19, 20, 21 en 22 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 7

    Onder schenking wordt voor de toepassing van deze wet verstaan de gift, bedoeld in artikel 186, tweede lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, voor zover artikel 13 niet van toepassing is, en voorts de voldoening aan een natuurlijke verbintenis als bedoeld in artikel 3 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 8

    Onder schenking wordt niet begrepen de bevoordeling als gevolg van verwerping door een erfgenaam of legataris, noch de bevoordeling als gevolg van het afzien door de echtgenoot van een wettelijke verdeling van de nalatenschap op de voet van artikel 18 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 9

    Een gift onder opschortende voorwaarde wordt voor de toepassing van deze wet geacht tot stand te komen op het moment dat de voorwaarde wordt vervuld.


Wet van 2 juli 1959, houdende regelen, welke aan een aantal rijksbelastingen gemeen zijn

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het ter vereenvoudiging van de wetgeving inzake rijksbelastingen wenselijk is, regelen welke aan een aantal belastingen gemeen zijn, in een algemene wet samen te vatten;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:


Artikel 1a

  • 1

    In afwijking van artikel 5a, eerste lid, onderdeel b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen worden voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen twee ongehuwde personen slechts als partner aangemerkt indien zij gedurende de in het tweede lid genoemde periode:

    • a.

      beiden meerderjarig zijn;

    • b.

      op hetzelfde woonadres staan ingeschreven in de basisregistratie personen of een daarmee naar aard en strekking overeenkomende registratie buiten Nederland;

    • c.

      ingevolge een notarieel samenlevingscontract een wederzijdse zorgverplichting hebben;

    • d.

      geen bloedverwanten in de rechte lijn zijn, en

    • e.

      niet met een ander aan de in de onderdelen a tot en met d genoemde voorwaarden voldoen.

  • 2

    De in de aanhef van het eerste lid bedoelde periode is:

    • a.

      voor de bepalingen die zien op de heffing van erfbelasting: zes maanden voorafgaand aan het overlijden dat aanleiding is tot de heffing van erfbelasting;

    • b.

      voor de bepalingen die zien op de heffing van schenkbelasting: twee jaar voorafgaand aan de schenking.

  • 3

    De in het eerste lid, onderdeel c, gestelde voorwaarde geldt niet voor personen die tot het tijdstip van het overlijden of de schenking gedurende een onafgebroken periode van ten minste vijf jaren staan ingeschreven op hetzelfde woonadres in de basisregistratie personen of een daarmee naar aard en strekking overeenkomende registratie buiten Nederland.

  • 4

    Artikel 5a, zevende lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is van overeenkomstige toepassing op de personen, bedoeld in het eerste en derde lid.

  • 5

    Artikel 5a, tweede lid, vierde lid en vijfde lid, derde volzin, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen blijft buiten toepassing voor deze wet en de daarop berustende bepalingen.


Artikel 1b

Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen worden de landen van het Koninkrijk der Nederlanden aangemerkt als afzonderlijke mogendheden.


Artikel 2

  • 1

    Een Nederlander die in dienstbetrekking staat tot de Staat der Nederlanden, wordt steeds geacht in Nederland te wonen, indien hij is uitgezonden:

    • a.

      als lid van een diplomatieke, permanente of consulaire vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden in het buitenland, of

    • b.

      om in het kader van een verdrag waarbij de Staat der Nederlanden partij is, in een andere mogendheid werkzaamheden te verrichten.

  • 2

    Indien een Nederlander op grond van het eerste lid geacht wordt in Nederland te wonen, worden de partner en de kinderen die jonger zijn dan 27 jaar en die in belangrijke mate door hem worden onderhouden in de zin van artikel 1.5 van de Wet inkomstenbelasting 2001, tevens geacht in Nederland te wonen.

  • 3

    In geval van schenking door een rechtspersoon wordt de plaats, waar de schenker is gevestigd, als zijn woonplaats aangemerkt.


Artikel 3

  • 1

    Een Nederlander die in Nederland heeft gewoond en binnen tien jaren nadat hij Nederland metterwoon heeft verlaten, is overleden of een schenking heeft gedaan, wordt geacht ten tijde van zijn overlijden of van het doen van de schenking in Nederland te hebben gewoond.

  • 2

    Onverminderd het in het eerste lid bepaalde wordt ieder die in Nederland heeft gewoond en binnen een jaar nadat hij Nederland metterwoon heeft verlaten een schenking heeft gedaan, geacht ten tijde van het doen van de schenking in Nederland te hebben gewoond.


Artikel 4

  • 1

    De vaststelling van vermissing wordt, voor de toepassing van deze wet, met werkelijk overlijden in alle opzichten gelijk gesteld, behoudens vermindering van de dientengevolge opgelegde belastingaanslagen in de gevallen bij de artikelen 422 en 423 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek voorzien.

  • 2

    De dagtekening van de vaststelling van vermissing wordt als de dag van het overlijden beschouwd.


Artikel 5

  • 1

    De erfbelasting wordt geheven van hetgeen ieder verkrijgt, eventueel na aftrek van zijn aandeel in de volgens deze wet voor aftrek in aanmerking komende schulden, legaten en lasten.

  • 2

    De schenkbelasting wordt geheven van hetgeen de begiftigde verkrijgt, eventueel na aftrek van aan de schenking verbonden lasten en verplichtingen, waardoor hetzij de schenker, hetzij een derde wordt gebaat.


Artikel 6

Al wat een in gemeenschap gehuwde, tengevolge van de door de erfgenamen van zijn echtgenoot gedane afstand van de gemeenschap, geniet, wordt hij, voor de toepassing van deze wet, geacht krachtens erfrecht door het overlijden van zijn echtgenoot te verkrijgen.


Artikel 7

  • 1

    De waarde van hetgeen de verkrijger voor zijn verkrijging heeft opgeofferd of van hetgeen door de erflater ten laste van de verkrijger werd bedongen, strekt in mindering van de waarde welke op grond van de artikelen 8, 10, 11 en 13, tweede lid, in aanmerking wordt genomen voor de erfbelasting, maar niet verder dan tot nihil.

  • 2

    De overdrachtsbelasting, voor zover deze niet heeft geleid tot toepassing van artikel 13 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer, en de schenkbelasting, betaald ter zake van de in aanmerking genomen waarde, bedoeld in het eerste lid, strekken in mindering van de belasting die verschuldigd is ten gevolge van de in het eerste lid bedoelde artikelen.

  • 3

    De bedragen die ten gevolge van het eerste en tweede lid in mindering strekken, worden vermeerderd met een enkelvoudige rente naar het in artikel 21, veertiende lid, bedoelde percentage van de dag van betaling van die bedragen tot en met de dag van het overlijden ten gevolge waarvan de verkrijging op grond van de artikelen 8, 10, 11 en 13, tweede lid, geacht wordt plaats te vinden.


Artikel 8

  • 1

    Goederen, niet zijnde registergoederen, welke - of waarvan de daarop betrekking hebbende bewijsstukken - bij het overlijden onder de overledene berustten of voor hem door anderen werden bewaard of bezeten, worden, voor de toepassing van deze wet, geacht krachtens erfrecht door het overlijden te zijn verkregen door hem, aan wie die goederen of die bewijsstukken moeten worden afgegeven.

  • 2

    Indien en voor zover de goederen reeds vóór het overlijden aan anderen toebehoorden, kan op de in het vorige lid bedoelde verkrijging de verplichting tot afgifte in mindering worden gebracht.

  • 3

    Wat is schuldig erkend bij uiterste wil, wordt voor de toepassing van deze wet geacht krachtens erfrecht door het overlijden te zijn verkregen.

  • 4

    De in de voorgaande leden vervatte bepalingen zijn niet toepasselijk voor goederen, bewijsstukken of schuldigerkenningen:

    • 1°.

      welke de overledene, tengevolge van de uitoefening van een beroep of bedrijf, onder zich had voor iemand, niet behorende tot zijn bloed- of aanverwanten tot de vierde graad ingesloten of hun partners;

    • 2°.

      welke de overledene onder zich had als openbaar ambtenaar, als ouder uitoefenende het ouderlijk gezag, als voogd, als curator, als executeur of door de rechter benoemde vereffenaar van een nalatenschap of als bewindvoerder in de gevallen waarin deze als zodanig volgens een uitdrukkelijke wetsbepaling is aangesteld of bij verdeling van een gemeenschap is benoemd;

    • 3°.

      welke bij het overlijden verblijven aan deelgenoten, ingevolge een overeenkomst tussen de overledene en die deelgenoten gesloten;

    • 4°.

      welke toebehoren aan de partner;

    • 5°.

      welke reeds tijdens het leven van de erflater bestonden en rechtens afdwingbaar waren.

  • 5

    De bepalingen van dit artikel zijn mede toepasselijk op de daarin bedoelde goederen, bewijsstukken of schuldigerkenningen, berustende onder of bewaard of bezeten voor de in algehele gemeenschap van goederen gehuwde echtgenoot van de overledene.


Artikel 9

  • 1

    Geldvorderingen die zijn ontstaan als gevolg van een verkrijging krachtens erfrecht worden ongeacht de hoogte van de rente die zij op grond van een uiterste wilsbeschikking of op grond van een rentevaststelling als bedoeld in artikel 1, derde lid, dragen, in aanmerking genomen voor ten hoogste de nominale waarde.

  • 2

    Ingeval een geldvordering als bedoeld in het eerste lid ten gevolge van of na het overlijden van de schuldenaar opeisbaar wordt, onderscheidenlijk tijdens het leven van de schuldenaar opeisbaar wordt of wordt afgelost, en deze vordering op grond van een uiterste wilsbeschikking of op grond van een rentevaststelling als bedoeld in artikel 1, derde lid, een rentebestanddeel bevat dat hoger is dan indien de vordering een samengestelde rente had gedragen naar het percentage, bedoeld in artikel 21, veertiende lid, wordt het deel van de rente dat uitgaat boven de rente die bij het hiervoor bedoelde percentage zou zijn opgebouwd, zonodig in afwijking van artikel 1, derde lid, voor de toepassing van deze wet geacht door de schuldeiser krachtens erfrecht, onderscheidenlijk krachtens schenking te zijn verkregen van de schuldenaar.

  • 3

    In afwijking van het tweede lid wordt het deel van de rente, bedoeld in dat lid, dat wordt betaald door de uitoefening van een wilsrecht als bedoeld in de artikelen 19 of 21 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek, bij het overlijden van de langstlevende ouder of stiefouder, bedoeld in die artikelen, geacht krachtens erfrecht van die ouder of stiefouder te zijn verkregen. Op het moment dat de ouder of stiefouder afziet van het vruchtgebruik, bedoeld in de artikelen 19 of 21 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek, dan wel daarvan afstand doet, is het bepaalde in de eerste volzin niet of niet langer van toepassing en wordt de in de eerste volzin bedoelde rente geacht krachtens schenking van de langstlevende ouder of stiefouder te zijn verkregen.


Artikel 10

  • 1

    Al wat iemand ten koste van het vermogen van de erflater heeft verkregen in verband met een rechtshandeling of een samenstel van rechtshandelingen waarbij de erflater of diens echtgenoot partij was, en alle goederen waarop de erflater ten laste van zijn vermogen een vruchtgebruik heeft verworven, worden geacht krachtens erfrecht door overlijden te zijn verkregen, indien:

    • a.

      de erflater in verband daarmee tot aan zijn overlijden of een daarmee verband houdend tijdstip het genot heeft gehad van een vruchtgebruik of een periodieke uitkering, en

    • b.

      het vruchtgebruik onderscheidenlijk de periodieke uitkering ten laste is gekomen van de verkrijger.

  • 2

    In afwijking van artikel 7, eerste lid, wordt op de waarde van hetgeen op grond van het eerste lid voor de erfbelasting in aanmerking wordt genomen, geen aftrek toegelaten voor vruchtgebruik voor zover dat middellijk of onmiddellijk door de erflater is genoten.

  • 3

    Voor de toepassing van dit artikel wordt de erflater geacht een genot van een vruchtgebruik te hebben gehad van de in het eerste lid bedoelde goederen indien hij tegenover het genot dat hij van de goederen heeft aan degene ten laste van wie dat genot komt niet jaarlijks daadwerkelijk een bedrag betaalt dat ten minste gelijk is aan het percentage, bedoeld in artikel 21, veertiende lid, van de waarde van de goederen in onbezwaarde staat.

  • 4

    Dit artikel is niet van toepassing indien:

    • a.

      de verkrijger niet is de partner van de erflater, noch behoort tot diens bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad of hun partners, of

    • b.

      het genot van het vruchtgebruik of de periodieke uitkering voor de erflater meer dan 180 dagen vóór zijn overlijden is geëindigd.

  • 5

    Dit artikel is niet van toepassing voor zover het genot, bedoeld in het eerste lid, betrekking heeft op een onderbedelingsvordering die is ontstaan als gevolg van een verdeling van de volle eigendom van goederen en voor zover het nominale bedrag van de met de onderbedelingsvordering corresponderende overbedelingsschuld niet groter is dan de waarde van de overbedeling.

  • 6

    Dit artikel is niet van toepassing indien het vruchtgebruik, bedoeld in het eerste lid, bestaat uit een vruchtgebruik van een geldsom dat is ontstaan doordat bij een legaat tegen inbreng van die geldsom, de inbreng op basis van een testamentaire bepaling schuldig is gebleven. De eerste volzin is niet van toepassing voor zover de schuldig gebleven inbreng direct of indirect verband houdt met de verkrijging door de erflater van een vruchtgebruik dat ten gevolge van het overlijden van de erflater teniet gaat.

  • 7

    Voor de toepassing van dit artikel wordt niet als een rechtshandeling in de zin van dit artikel aangemerkt:

  • 8

    Indien bij iemand ten aanzien van wie dit artikel zou zijn toegepast indien hij ten tijde van het overlijden van de erflater nog in leven zou zijn geweest, artikel 7 van toepassing zou zijn geweest, vindt ten aanzien van zijn rechtsopvolgers krachtens erfrecht laatstgenoemd artikel toepassing naar rato van hun verkrijging op grond van dit artikel.

  • 9

    Het eerste lid is mede van toepassing indien tot het vermogen van de erflater een of meer als gevolg van een uiterste wil ontstane schulden behoren, voor zover de nominale waarde van die schuld, onderscheidenlijk die schulden, meer bedraagt dan de waarde van hetgeen die erflater krachtens erfrecht heeft verkregen van degene die de uiterste wil heeft opgemaakt. Voor de bepaling van de laatstbedoelde waarde worden de in de eerste volzin bedoelde schulden buiten beschouwing gelaten.


Artikel 11

  • 1

    Indien het aandeel van een persoon in goederen ten gevolge van een vennootschapsovereenkomst bij zijn leven hetzij verblijft of kan worden toegedeeld aan, hetzij kan worden overgenomen door de deelgenoten of één of meer van hen, wordt het verbleven, toegedeelde of overgenomen aandeel voor de toepassing van deze wet geacht krachtens schenking te zijn verkregen. Het in de vorige volzin bepaalde is van overeenkomstige toepassing op goederen waaromtrent een vennootschapsovereenkomst is gesloten krachtens welke die goederen van de rechthebbende zullen toebehoren aan of kunnen worden overgenomen door de overige contractanten of één of meer van hen.

  • 2

    Indien het aandeel van een erflater in goederen ten gevolge van een overeenkomst bij zijn overlijden hetzij verblijft of kan worden toegedeeld aan, hetzij kan worden overgenomen door de deelgenoten of één of meer van hen, wordt het verbleven, toegedeelde of overgenomen aandeel voor de toepassing van deze wet geacht krachtens erfrecht door het overlijden te zijn verkregen. Het in de vorige volzin bepaalde is van overeenkomstige toepassing op goederen waaromtrent een overeenkomst is gesloten krachtens welke die goederen bij overlijden van de rechthebbende zullen toebehoren aan of kunnen worden overgenomen door de overige contractanten of één of meer van hen, alsmede op goederen waaromtrent door de erflater een verplichting tot levering is aangegaan en de levering plaatsvindt bij overlijden of een daarmee verband houdend tijdstip.

  • 3

    Al wat is schuldig erkend of kwijtgescholden onder voorwaarde van overleving van degene aan wie is schuldig erkend of kwijtgescholden, wordt voor de toepassing van deze wet geacht krachtens erfrecht door het overlijden te zijn verkregen.

  • 4

    Hetgeen aan de langstlevende echtgenoot, krachtens een bij huwelijksvoorwaarden gemaakt en van het overlijden van de eerststervende afhankelijk beding, bij dat overlijden meer toekomt dan de helft der gemeenschap of, in geval van een verrekenbeding of deelgenootschap, meer toekomt dan volgens de wettelijke regeling het geval zou zijn, wordt voor de toepassing van deze wet geacht krachtens erfrecht door het overlijden van de eerststervende te zijn verkregen.

  • 5

    Het eerste en het tweede lid zijn uitsluitend van toepassing indien de verkrijger de partner is van de schenker of de erflater of behoort tot diens bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad of hun partners.


Artikel 12

  • 1

    Al wat binnen 180 dagen aan het overlijden voorafgegaan is geschonken door een erflater, die ten tijde van dat overlijden in Nederland woonde, wordt, voor de regeling van de erfbelasting, geacht krachtens erfrecht door het overlijden te zijn verkregen. Al wat wordt verkregen krachtens een schenking die tot stand is gekomen na het overlijden van de schenker, wordt voor de toepassing van deze wet geacht krachtens erfrecht door het overlijden te zijn verkregen.

  • 2

    Artikel 7, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 3

    Het in het eerste lid, eerste volzin, bepaalde is niet toepasselijk op schenkingen:

    • 1°.

      als bedoeld in artikel 33, onderdelen 1°, 2°, 3°, 8°, 9°, 11° en 12° en, voor zover het een schenking betreft waarvoor de verhoogde vrijstelling geldt, 5°;

    • 2°.

      waarvan de schenkbelasting is kwijtgescholden op grond van artikel 67.


Slotformulier en ondertekening

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk 2 juli 1959 JULIANA.

De Staatssecretaris van Financiën, VAN DEN BERGE.

De Minister van Justitie, A. C. W. BEERMAN.

Uitgegeven de achtentwintigste augustus 1959. De Minister van Justitie, A. C. W. BEERMAN.


Artikel 13

  • 1

    Al wat ten gevolge van of na het overlijden van een erflater wordt verkregen krachtens een overeenkomst van levensverzekering, ongevallenverzekering daaronder begrepen, of krachtens een derdenbeding, wordt voor de toepassing van deze wet geacht krachtens erfrecht door het overlijden te zijn verkregen, voor zover de verkrijging kan worden toegerekend aan een onttrekking aan het vermogen van de erflater, behoudens voor zover bij de verkrijger de aan die onttrekking ontleende rechten reeds voor het overlijden van de erflater aan de heffing van schenk- of erfbelasting waren onderworpen.

  • 2

    Indien de erflater bij een overeenkomst van levensverzekering verzekerde is en de erflater, diens partner of een van diens bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad of hun partners bij die overeenkomst als verzekeraar is opgetreden, wordt voor de toepassing van het eerste lid een verkrijging krachtens die overeenkomst van levensverzekering geacht volledig aan het vermogen van de erflater te zijn onttrokken.


Artikel 13a

  • 1

    Indien aandelen in of winstbewijzen van een vennootschap welker kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld in waarde zijn gestegen door het overlijden van de erflater en deze aandelen of winstbewijzen worden gehouden door een ander dan de erflater, worden deze geacht door de houder krachtens erfrecht te zijn verkregen, waarbij deze aandelen of winstbewijzen voor het bedrag van de bedoelde waardestijging in aanmerking worden genomen.

  • 2

    Het eerste lid vindt slechts toepassing indien:

    • a.

      de aandelen of winstbewijzen behoren tot een aanmerkelijk belang in de zin van afdeling 4.3 van de Wet inkomstenbelasting 2001, en

    • b.

      de houder van de aandelen of winstbewijzen de partner van de erflater is of behoort tot diens bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad of hun partners.

  • 3

    Bij het bepalen van de in het eerste lid bedoelde waardestijging blijven buiten aanmerking verplichtingen die in verband met het overlijden van de erflater ontstaan, voorzover deze middellijk of onmiddellijk een waardedrukkend effect hebben op de waarde van de aandelen of winstbewijzen, behoudens voorzover deze verplichtingen leiden tot verkrijgingen die ten gevolge van het overlijden van de erflater op grond van deze wet in de heffing worden betrokken of zijn vrijgesteld.

  • 4

    Indien een verplichting die ingevolge het derde lid buiten aanmerking blijft, aanleiding geeft tot inkomsten die bij een in het eerste lid bedoelde houder op grond van de Wet inkomstenbelasting 2001 in de heffing worden betrokken, wordt de door die houder daarover verschuldigde inkomstenbelasting in mindering gebracht op de bij die houder in aanmerking te nemen waardestijging.

  • 5

    Voor de toepassing van dit artikel zijn de artikelen 4.3 tot en met 4.5a van de Wet inkomstenbelasting 2001 van overeenkomstige toepassing.


Artikel 14

Opzegging van een beperkt recht wordt voor de toepassing van deze wet gelijkgesteld met verkrijging van dat recht door degene, ten behoeve van wie de opzegging heeft plaatsgehad.


Artikel 15

  • 1

    Van een geldlening die geen rente draagt, of een rente draagt die lager is dan het percentage, bedoeld in artikel 21, veertiende lid, en welke lening rechtens dan wel in feite direct opeisbaar is of dat op enig moment wordt, wordt de schuldeiser vanaf de dag waarop de lening opeisbaar wordt voor de toepassing van deze wet geacht van dag tot dag een vruchtgebruik aan de schuldenaar te hebben geschonken.

  • 2

    Het eerste lid is uitsluitend van toepassing op een geldlening die direct of indirect aan een natuurlijk persoon is verstrekt door een natuurlijk persoon die daarbij niet handelt in de uitoefening van zijn beroep of bedrijf.


Artikel 16

  • 1

    De bezittingen en de schulden van een afgezonderd particulier vermogen als bedoeld in artikel 2.14a, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001, die tot het overlijden van een erflater ingevolge dat artikel zijn toegerekend aan die erflater, en met ingang van zijn overlijden aan zijn erfgenamen, worden voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen geacht door die erfgenamen krachtens erfrecht te zijn verkregen en wel per erfgenaam voor het deel dat ingevolge dat artikel aan de erfgenaam wordt toegerekend. De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot bezittingen en schulden als bedoeld in artikel 2.14a, zevende lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 die zonder toepassing van dat lid tot het overlijden van de erflater zouden zijn toegerekend aan die erflater, en met ingang van zijn overlijden aan zijn erfgenamen.

  • 2

    Onder hetgeen krachtens erfrecht wordt verkregen, wordt voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen mede verstaan het ten gevolge van het overlijden van een erflater verkrijgen van een in rechte vorderbare aanspraak op een afgezonderd particulier vermogen als bedoeld in artikel 2.14a van de Wet inkomstenbelasting 2001.

  • 3

    Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld ter zake van de in dit artikel bedoelde verkrijging.


Artikel 17

  • 1

    Al wat wordt verkregen van een afgezonderd particulier vermogen als bedoeld in artikel 2.14a, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001, op andere wijze dan bedoeld in artikel 16, wordt voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen, geacht door schenking te zijn verkregen van de persoon of personen waaraan de bezittingen en schulden van het afgezonderd particulier vermogen ingevolge artikel 2.14a van de Wet inkomstenbelasting 2001 worden toegerekend. De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot al wat wordt verkregen, op andere wijze dan bedoeld in artikel 16, ten laste van bezittingen als bedoeld in artikel 2.14a, zevende lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001, met dien verstande dat in dat geval wordt geacht te zijn verkregen van de persoon of personen waaraan die bezittingen zonder toepassing van dat lid zouden zijn toegerekend.

  • 2

    Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld van ter zake van de in dit artikel bedoelde schenking.



Artikel 18

  • 1

    Onder vruchtgebruik worden, voor de toepassing van deze wet, mede verstaan vruchtgenot, gebruik en bewoning, vruchten en inkomsten, jaarlijkse opbrengst en soortgelijke uitkeringen uit daartoe aangewezen goederen.

  • 2

    Onder periodieke uitkering wordt, voor de toepassing van deze wet, behalve de uitkering in geld, mede verstaan elke andere, voortdurende, of op vastgestelde tijdstippen terugkerende, prestatie.


Artikel 19

  • 1

    Voor de toepassing van deze wet worden gelijkgesteld:

    • a.

      voor de bepaling van aanverwantschap, twee ongehuwde personen die ingevolge artikel 1a als elkaars partners worden aangemerkt, met gehuwden;

    • b.

      aanverwanten met bloedverwanten, met dien verstande dat deze gelijkstelling eindigt ingeval het partnerschap dat de aanverwantschap deed ontstaan anders dan door overlijden is geëindigd;

    • c.

      pleegkinderen met kinderen die in familierechtelijke betrekking tot de pleegouder staan;

    • d.

      kinderen over wie overeenkomstig artikel 253t van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek een ander dan de ouder gezamenlijk met de ouder het ouderlijk gezag uitoefent of heeft uitgeoefend met kinderen die in familierechtelijke betrekking tot die ander staan;

    • e.

      kinderen over wie overeenkomstig artikel 282 of 292 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek de voogdij door twee personen gezamenlijk wordt uitgeoefend of is uitgeoefend met kinderen die tot die personen in familierechtelijke betrekking staan.

  • 2

    Als pleegkinderen worden aangemerkt zij, die vóór het tijdstip waarop zij de leeftijd van 21 jaar hebben bereikt dan wel het tijdstip waarop zij vóór die leeftijd in het huwelijk zijn getreden, gedurende ten minste vijf jaren uitsluitend door de pleegouder - dan wel uitsluitend door hem en zijn echtgenoot tezamen - als een eigen kind zijn onderhouden en opgevoed.


Artikel 20

  • 1

    Voor de regeling van de erfbelasting kunnen van de nalatenschap als lasten slechts worden afgetrokken de kosten van lijkbezorging voor zover zij niet bovenmatig zijn.

  • 2

    Onder de kosten van lijkbezorging kunnen worden begrepen de sommen, besproken of uitgekeerd voor de uitvaart van de erflater en de tot een jaar na het overlijden te zijnen behoeve te houden godsdienstige of levensbeschouwelijke plechtigheden.

  • 3

    De schulden ten laste van de erflater kunnen slechts worden afgetrokken voor zover zij rechtens afdwingbaar zijn en alsdan behoudens het navolgende:

    • a.

      lopende renten en andere periodieke verplichtingen, alsmede zakelijke belastingen, dijk- en polderlasten, molen- en sluisgelden en soortgelijke omslagen zijn slechts aftrekbaar tot en met de dag van het overlijden;

    • b.

      belastingschulden kunnen niet worden afgetrokken, voor zover daarvoor ontheffing kan worden verkregen.

  • 4

    Rechtsvorderingen tot nakoming van schulden, ten aanzien waarvan ten tijde van het overlijden de verjaringstermijn is verstreken, worden vermoed te zijn verjaard.

  • 5

    Op de verkrijging wordt in mindering gebracht de inkomstenbelasting welke de verkrijger verschuldigd kan worden ter zake van:

  • 6

    De in het vijfde lid bedoelde belasting wordt gesteld op:

    • a.

      30% van het bedrag van de reserves, voorzover het de oudedagsreserve betreft;

    • b.

      20% van het bedrag van de overige reserves;

    • c.

      30% van de waarde van de stamrechten;

    • d.

      6,25% van de waarde van de aandelen, winstbewijzen, bewijzen van deelgerechtigdheid en koopopties, voorzover deze de verkrijgingsprijs daarvan in de zin van de Wet inkomstenbelasting 2001 overtreft.

  • 7

    Voor de toepassing van dit artikel:

    • a.

      wordt met de houder van de in het vijfde lid, onderdeel c, genoemde vermogensbestanddelen gelijkgesteld degene die slechts is gerechtigd tot voordelen uit die vermogensbestanddelen en wordt zijn gerechtigdheid aangemerkt als een dergelijk vermogensbestanddeel;

    • b.

      is artikel 4.5a van de Wet inkomstenbelasting 2001 van overeenkomstige toepassing.




Titel 2 Het recht op de naam

Titel 2 Het recht op de naam


Wet van 3 mei 1989, houdende regelen met betrekking tot de openbare registers voor registergoederen, alsmede met betrekking tot het kadaster


Besluit van 17 mei 1965, houdende uitvoering van de Wet op de loonbelasting 1964


Artikel 4

  • 1

    Een ieder heeft de voornamen die hem in zijn geboorteakte zijn gegeven.

  • 2

    De ambtenaar van de burgerlijke stand weigert in de geboorteakte voornamen op te nemen die ongepast zijn, of overeenstemmen met bestaande geslachtsnamen tenzij deze tevens gebruikelijke voornamen zijn.

  • 3

    Geeft de aangever geen voornamen op, of worden deze alle geweigerd zonder dat de aangever ze door een of meer andere vervangt, dan geeft de ambtenaar ambtshalve het kind een of meer voornamen, en vermeldt hij uitdrukkelijk in de akte dat die voornamen ambtshalve zijn gegeven.

  • 4

    Wijziging van de voornamen kan op verzoek van de betrokken persoon of zijn wettelijke vertegenwoordiger worden gelast door de rechtbank. De wijziging geschiedt doordat van de beschikking een latere vermelding aan de akte van geboorte wordt toegevoegd, overeenkomstig artikel 20a, eerste lid. In geval van wijziging van de voornamen van een buiten Nederland geboren persoon geeft de rechtbank die de beschikking geeft, voor zoveel nodig ambtshalve hetzij een last tot inschrijving van de akte van geboorte dan wel van de akte of de uitspraak, bedoeld in artikel 25g, eerste lid, hetzij de in artikel 25c bedoelde beschikking.


Wet van 3 mei 1989, houdende regelen met betrekking tot de openbare registers voor registergoederen, alsmede met betrekking tot het kadaster

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is, mede ter uitvoering van artikel 3.1.2.1, tweede lid, van het Burgerlijk Wetboek, nieuwe regelen vast te stellen met betrekking tot de openbare registers voor registergoederen, alsmede met betrekking tot het kadaster (Kadasterwet);

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:


Besluit van 17 mei 1965, houdende uitvoering van de Wet op de loonbelasting 1964

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Financiën van 26 april 1965, nr. B5/6210, Directie Wetgeving Directe Belastingen;

Gelet op de artikelen 4, 7, 33 en 34 van de Wet op de loonbelasting 1964 (Stb. 521);

De Raad van State gehoord (advies van 12 mei 1965, nr. 64);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Financiën van 14 mei 1965, nr. 135/7088, Directie Wetgeving Directe belastingen;

Hebben goedgevonden en verstaan:


Artikel 5

  • 1

    Indien een kind alleen in familierechtelijke betrekking tot de moeder staat, heeft het haar geslachtsnaam. Indien een kind door adoptie alleen in familierechtelijke betrekking tot de vader staat, heeft het zijn geslachtsnaam.

  • 2

    Indien een kind door erkenning in familierechtelijke betrekking tot de vader komt te staan, houdt het de geslachtsnaam van de moeder, tenzij de moeder en de erkenner ter gelegenheid van de erkenning gezamenlijk verklaren dat het kind de geslachtsnaam van de vader zal hebben of van beide ouders in een vrij te bepalen volgorde. Van deze verklaring wordt melding gemaakt in de akte van erkenning. De eerste twee volzinnen zijn van overeenkomstige toepassing bij erkenning van een ongeboren kind. De ouders kunnen evenwel ter gelegenheid van de voltrekking van hun huwelijk of van de registratie van hun partnerschap alsnog gezamenlijk verklaren, dat hun kind voortaan de geslachtsnaam van de andere ouder zal hebben of van beide ouders in een vrij te bepalen volgorde. Van deze verklaring wordt een akte van naamskeuze opgemaakt. Indien een kind door gerechtelijke vaststelling van het vaderschap in familierechtelijke betrekking tot de vader komt te staan, houdt het de geslachtsnaam van de moeder, tenzij de moeder en de man, wiens vaderschap is vastgesteld, ter gelegenheid van de vaststelling gezamenlijk verklaren dat het kind de geslachtsnaam van de vader zal hebben of van beide ouders in een vrij te bepalen volgorde. De rechterlijke uitspraak inzake de vaststelling van het vaderschap vermeldt de verklaring van de ouders omtrent de geslachtsnaamkeuze.

  • 3

    Indien een kind door adoptie in familierechtelijke betrekking komt te staan tot beide adoptanten van verschillend geslacht, die met elkaar zijn gehuwd, heeft het kind de geslachtsnaam van de vader, tenzij de adoptanten ter gelegenheid van de adoptie gezamenlijk verklaren dat het kind de geslachtsnaam van de moeder, de oorspronkelijke geslachtsnaam of de geslachtsnaam van beide adoptanten in een vrij te bepalen volgorde of van één van hen in combinatie met de oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind in een vrij te bepalen volgorde zal hebben. Indien de adoptanten niet met elkaar gehuwd zijn of indien beide adoptanten van hetzelfde geslacht zijn en met elkaar gehuwd zijn, houdt het kind de geslachtsnaam die het heeft, tenzij de adoptanten ter gelegenheid van de adoptie gezamenlijk verklaren dat het een van hun beider geslachtsnamen zal hebben of van hun beiden in een vrij te bepalen volgorde of van één van hen in combinatie met de oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind in een vrij te bepalen volgorde. Indien een kind door adoptie in familierechtelijke betrekking tot de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel van een ouder komt te staan, houdt het zijn geslachtsnaam, tenzij de ouder en diens echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel gezamenlijk verklaren dat het kind de geslachtsnaam zal hebben van die ouder dan wel de geslachtsnaam van de echtgenoot, geregistreerde partner of andere levensgezel of van hun beiden in een vrij te bepalen volgorde of van één van hen in combinatie met de oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind in een vrij te bepalen volgorde, dan wel de geslachtsnaam van die ouder. De rechterlijke uitspraak inzake de adoptie vermeldt de verklaring van de adoptanten omtrent de geslachtsnaamkeuze.

  • 4

    Indien een kind door geboorte in familierechtelijke betrekking tot beide ouders komt te staan, verklaren de ouders gezamenlijk voor of ter gelegenheid van de aangifte van de geboorte welke geslachtsnaam het kind zal hebben. Dat kan de geslachtsnaam zijn van één van de ouders of de geslachtsnamen van beide ouders in een vrij te bepalen volgorde. Van de verklaring van de ouders die voor de aangifte van de geboorte wordt afgelegd, wordt een akte van naamskeuze opgemaakt. Van de verklaring van de ouders die ter gelegenheid van de aangifte van de geboorte wordt afgelegd, wordt melding gemaakt in de akte van geboorte. Het voorgaande is van overeenkomstige toepassing indien een ouder en zijn echtgenoot of geregistreerde partner die niet de ouder is, van rechtswege gezamenlijk het gezag als bedoeld in artikel 253sa over het kind zullen uitoefenen of uitoefenen. De verklaring die niet ter gelegenheid van de aangifte van de geboorte wordt afgelegd, kan ten overstaan van iedere ambtenaar van de burgerlijke stand worden afgelegd.

  • 5

    Wordt een verklaring houdende naamskeuze, bedoeld in het vierde lid, voor of ter gelegenheid van de aangifte van de geboorte afgelegd, dan heeft het kind de gekozen naam vanaf de geboorte. Geschiedt de naamskeuze niet uiterlijk ter gelegenheid van de aangifte van de geboorte, dan neemt de ambtenaar van de burgerlijke stand als geslachtsnaam van het kind in de geboorteakte op:

    • a.

      de geslachtsnaam van de vader in geval het kind door geboorte in familierechtelijke betrekking tot beide ouders komt te staan;

    • b.

      de geslachtsnaam van de moeder in geval een ouder en zijn echtgenoot of geregistreerde partner die niet de ouder is, van rechtswege gezamenlijk het gezag als bedoeld in artikel 253sa over het kind uitoefenen.

  • 6

    Indien de moeder na de geboorte van het kind op grond van artikel 199, onderdeel b, het vaderschap van de overleden echtgenoot of geregistreerde partner ontkent of op grond van artikel 198, tweede lid, het moederschap van de overleden echtgenote of geregistreerde parnter ontkent en zij ten tijde van de geboorte en van de ontkenning is hertrouwd of een nieuw partnerschap heeft laten registreren, kunnen de moeder en haar echtgenoot of geregistreerde partner gezamenlijk ter gelegenheid van de ontkenning verklaren welke geslachtsnaam het kind zal hebben. Dat kan de geslachtsnaam zijn van de moeder of de echtgenoot of echtgenote of geregistreerde partner, of van beide in een vrij te bepalen volgorde. Van deze verklaring wordt een akte van naamskeuze opgemaakt. Bij gebreke van een verklaring heeft het kind de geslachtsnaam van de echtgenoot of geregistreerde partner.

  • 7

    Indien een kind op het tijdstip van het ontstaan van de familierechtelijke betrekking met beide ouders zestien jaar of ouder is, verklaart het zelf ten overstaan van de ambtenaar van de burgerlijke stand of van de notaris of, in geval van adoptie of gerechtelijke vaststelling van het vaderschap, ten overstaan van de rechter of het de geslachtsnaam van de ene of de andere ouder zal hebben of van beide ouders in een vrij te bepalen volgorde of bij adoptie, een geslachtsnaam die is gekozen overeenkomstig het derde lid. Van deze verklaring wordt melding gemaakt in de akte van erkenning of in de rechterlijke uitspraak inzake adoptie of gerechtelijke vaststelling van het vaderschap.

  • 8

    Een verklaring van de ouders als bedoeld in het tweede, vierde of zesde lid, kan slechts ten aanzien van de geslachtsnaam van hun eerste kind worden afgelegd. De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van het eerste kind over wie de ouder en zijn echtgenoot of geregistreerde partner die niet de ouder is, van rechtswege gezamenlijk het gezag als bedoeld in artikel 253sa zullen uitoefenen of uitoefenen. Onverminderd het zevende lid, hebben volgende kinderen van dezelfde ouders dan wel kinderen over wie dezelfde ouder en dezelfde echtgenoot of geregistreerde partner die niet de ouder is, van rechtswege het gezag gezamenlijk zullen uitoefenen, dezelfde geslachtsnaam als het eerste kind, met dien verstande dat in het geval dat volgende kinderen blijkens de geboorteakte of krachtens toepasselijk recht een naam hebben die afwijkt van de naam van het eerste kind, de ouders kunnen verklaren dat het desbetreffende kind dezelfde geslachtsnaam zal hebben als het eerste kind. Indien een kind door adoptie in familierechtelijke betrekking komt te staan tot zijn adoptanten kan in afwijking van het voorgaande steeds worden gekozen voor de oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind of een combinatie van de oorspronkelijke geslachtsnaam met de geslachtsnaam van een der adoptanten, waarbij alle kinderen van die adoptanten met een combinatie van geslachtsnamen tenminste een zelfde geslachtsnaam van de adoptant hebben en alle kinderen die niet door adoptie in familierechtelijke betrekking tot de ouders komen te staan dezelfde geslachtsnaam of gecombineerde geslachtsnaam hebben. De gekozen oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind werkt niet door voor volgende kinderen van die adoptanten. Indien voor de geboorte of ter gelegenheid van de aangifte naamskeuze is gedaan ten aanzien van een kind dat levenloos ter wereld komt of is gekomen, wordt deze keuze opgenomen in de akte, bedoeld in artikel 19i, eerste lid, en geldt zij alleen ten aanzien van dit kind.

  • 9

    Is één van de ouders voorafgaand aan het tijdstip waarop de naamskeuze uiterlijk moet zijn gedaan overleden en is de naamskeuze niet gedaan, dan legt de andere ouder een verklaring omtrent de naamskeuze af. Hetzelfde geldt indien één van de ouders wegens diens lichamelijke of geestelijke toestand onder curatele staat dan wel indien ten aanzien van hem of haar een mentorschap bestaat.

  • 10

    Zijn de vader en moeder onbekend, dan neemt de ambtenaar van de burgerlijke stand in de geboorteakte een voorlopige voornaam en geslachtsnaam op, in afwachting van het koninklijk besluit waarbij de voornamen en de geslachtsnaam van het kind worden vastgesteld.

  • 11

    Indien op grond van het tweede tot en met negende lid een kind, wiens vader van adel is, niet zijn geslachtsnaam verkrijgt, gaat de adeldom niet over op dat kind.

  • 12

    De geslachtsnaam van kinderen geboren uit een huwelijk met een lid van het koninklijk huis wordt bij koninklijk besluit bepaald.

  • 13

    In het tweede, vijfde en zesde lid wordt onder «moeder» verstaan de vrouw uit wie het kind is geboren. In deze leden wordt met «de vader» van het kind en zijn «vaderschap» gelijkgesteld de moeder die niet de vrouw is uit wie het kind is geboren onderscheidenlijk haar moederschap.

  • 14

    Wordt voor het kind gekozen voor een combinatie van geslachtsnamen van de ouders, en een ouder heeft een geslachtsnaam die een combinatie is van twee geslachtsnamen van ouders, dan kan maximaal één geslachtsnaam uit de combinatie worden doorgegeven. Dat geldt ook als op grond van het derde lid bij adoptie wordt gekozen voor een geslachtsnaam van één van de ouders in combinatie met de oorspronkelijke geslachtsnaam van het kind, of als die uit een combinatie van twee geslachtsnamen bestaat, één geslachtsnaam uit de combinatie.


Artikel 6

De geslachtsnaam wordt ten aanzien van een ieder dwingend bewezen door de akte van geboorte.


Artikel 7

  • 1

    De geslachtsnaam van een persoon kan op zijn verzoek, of op verzoek van zijn wettelijke vertegenwoordiger, door de Koning worden gewijzigd.

  • 2

    Hij wiens geslachtsnaam of voornamen niet bekend zijn, kan de Koning verzoeken voor hem een geslachtsnaam of voornamen vast te stellen.

  • 3

    Een wijziging of vaststelling van de geslachtsnaam door de Koning heeft geen invloed op de geslachtsnaam van de kinderen van de betrokken persoon die voor de datum van het besluit meerderjarig zijn geworden of die niet onder zijn gezag staan.

  • 4

    Een wijziging of vaststelling van de geslachtsnaam door de Koning blijft in stand niettegenstaande een latere erkenning of een gerechtelijke vaststelling van het ouderschap.

  • 5

    Bij algemene maatregel van bestuur worden regelen gesteld betreffende de gronden waarop de geslachtsnaamswijziging kan worden verleend, de wijze van indiening en behandeling van verzoeken als in het eerste en het tweede lid bedoeld en betreffende het voor wijziging van de geslachtsnaam verschuldigde recht.

  • 6

    Indien Onze Minister van Justitie voornemens is een voordracht te doen voor een koninklijk besluit strekkende tot inwilliging van een verzoek als bedoeld in het eerste of tweede lid, deelt hij dit voornemen schriftelijk mee aan de verzoeker en degene wiens geslachtsnaam is verzocht, alsmede, indien het verzoek op de geslachtsnaam van een minderjarige betrekking heeft, zijn ouders en degene aan wie de minderjarige de geslachtsnaam, waarvan wijziging is verzocht, rechtstreeks ontleent. De schriftelijke mededeling van het voornemen geldt als een beschikking.

  • 7

    Onze Minister van Justitie doet de schriftelijke mededeling van het voornemen binnen twintig weken.


Artikel 8

Hij die de naam van een ander zonder diens toestemming voert, handelt jegens die persoon onrechtmatig, wanneer hij daardoor de schijn wekt die ander te zijn of tot diens geslacht of gezin te behoren.


Artikel 9

  • 1

    Een vrouw die gehuwd is of die gehuwd is geweest dan wel wier partnerschap geregistreerd is of is geweest en die niet is getrouwd na beëindiging van de registratie of is hertrouwd dan wel niet een geregistreerd partnerschap is aangegaan na beëindiging van het huwelijk of opnieuw is aangegaan, is steeds bevoegd de geslachtsnaam van haar echtgenoot of van haar geregistreerde partner te voeren of aan de hare te doen voorafgaan dan wel die te doen volgen op haar eigen geslachtsnaam.

  • 2

    Indien het huwelijk door echtscheiding is ontbonden en daaruit geen afstammelingen in leven zijn dan wel indien het geregistreerd partnerschap op de wijze bedoeld in artikel 80c, onder c of d, is beëindigd, kan de rechtbank, wanneer daartoe gegronde redenen bestaan, op verzoek van de gewezen echtgenoot of de gewezen geregistreerde partner aan de vrouw de haar in het eerste lid toegekende bevoegdheid ontnemen.

  • 3

    Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van de man die gehuwd is of gehuwd is geweest dan wel wiens partnerschap geregistreerd is of is geweest en die niet is getrouwd na beëindiging van de registratie of is hertrouwd dan wel niet een geregistreerd partnerschap is aangegaan na beëindiging van het huwelijk of opnieuw is aangegaan.


Slotformulier en ondertekening

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeriële departementen, autoriteiten, colleges en ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage 3 mei 1989 Beatrix

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, E. H. T. M. Nijpels

De Minister van Justitie, F. Korthals Altes

Uitgegeven de eerste juni 1989 De Minister van Justitie, F. Korthals Altes


Slotformulier en ondertekening

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Soestdijk 17 mei 1965 JULIANA.

De Minister van Financiën, A. VONDELING.

Uitgegeven de vijfentwintigste mei 1965. De Minister van Justitie, SAMKALDEN.


Titel II Ambt, bevoegdheid, benoeming en ontslag van de notaris

Titel II Ambt, bevoegdheid, benoeming en ontslag van de notaris




Artikel 2

  • 1

    Het ambt van notaris houdt de bevoegdheid in om authentieke akten te verlijden in de gevallen waarin de wet dit aan hem opdraagt of een partij zulks van hem verlangt en andere in de wet aan hem opgedragen werkzaamheden te verrichten.

  • 2

    Tot het voeren van de titel notaris is uitsluitend bevoegd hij die als zodanig is benoemd en beëdigd en die niet geschorst of gedefungeerd is.

  • 3

    De notaris oefent het ambt, waaronder het beheer van het protocol dat onder hem berust, voor eigen rekening en risico uit.


Uitvoeringsbeschikking vennootschapsbelasting 1971


Wet van 3 december 2014, houdende regels inzake de verzekering van zorg aan mensen die zijn aangewezen op langdurige zorg (Wet langdurige zorg)


Artikel 3

  • 1

    De notaris wordt als zodanig bij koninklijk besluit benoemd. In het besluit wordt de plaats van vestiging aangegeven.

  • 2

    De notaris legt binnen zes maanden na de dagtekening van het benoemingsbesluit voor de rechtbank in het arrondissement waarin de kamer voor het notariaat is gevestigd waaronder hij ressorteert, de navolgende eed af:

    «Ik zweer getrouwheid aan de Koning en de Grondwet en eerbied voor de rechterlijke autoriteiten.

    Ik zweer, dat ik mij zal gedragen naar de wetten, de reglementen en de verordeningen die op het notarisambt van toepassing zijn en dat ik mijn taak eerlijk, nauwgezet en onpartijdig zal uitvoeren; dat ik geheimhouding zal betrachten ten aanzien van alles waarvan ik door mijn ambt kennis neem en dat ik voorts, middellijk noch onmiddellijk, onder enige naam of voorwendsel, tot het verkrijgen van mijn benoeming aan iemand iets heb gegeven of beloofd, noch zal geven of beloven.»

    Als de eed niet tijdig is afgelegd, vervalt de benoeming.

  • 3

    Wanneer de eed, bedoeld in het tweede lid, in de Friese taal wordt afgelegd, luidt de tekst van de eed als volgt:

    «Ik swar trou oan de Kening en de Grûnwet en earbied foar de rjochterlike autoriteiten.

    Ik swar, dat ik my hâlde en drage sil neffens de wetten, de regleminten en de oarderingen dy’t op it notarisamt fan tapassing binne en dat ik myn taak earlik, sekuer en ûnpartidich útfiere sil; dat ik geheimhâlding betrachtsje sil oangeande alles dêr’t ik troch myn amt kunde oan krij en dat ik fierders, streekrjocht noch midlik, ûnder hokker namme of útwynsel dan ek, foar it krijen fan myn beneaming oan immen eat jûn of tasein haw, noch jaan of tasizze sil.»

  • 4

    De griffier van de rechtbank geeft ter zitting een proces-verbaal van de eedsaflegging af aan de notaris.

  • 5

    De notaris is bevoegd met ingang van de dag na de eedsaflegging. Indien in het benoemingsbesluit een latere datum is vermeld, is hij bevoegd met ingang van die dag indien tevoren de eed is afgelegd. Is hij waarnemer van het kantoor, dan is hij terstond na de eedsaflegging bevoegd.

  • 6

    De notaris laat zich terstond na de eedsaflegging inschrijven in het register voor het notariaat, bedoeld in artikel 5, onder overlegging van het proces-verbaal van de eedsaflegging en onder deponering van zijn handtekening en paraaf.



Wet van 3 december 2014, houdende regels inzake de verzekering van zorg aan mensen die zijn aangewezen op langdurige zorg (Wet langdurige zorg)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten te vervangen door een, de gehele bevolking omvattende, verplichte verzekering voor langdurige zorg, waarin rekening wordt gehouden met maatschappelijke ontwikkelingen van de laatste decennia en die recht doet aan de eigen verantwoordelijkheid van de burgers voor de wijze waarop zij hun leven inrichten, deelnemen aan het maatschappelijk leven, en de wijze waarop zij elkaar naar vermogen daarin bijstaan;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:


Artikel 4

De notaris deponeert terstond na de eedsaflegging zijn handtekening en paraaf ter griffie van de rechtbank waar hij de eed heeft afgelegd.



Artikel 5

  • 1

    Er is een register voor het notariaat, dat wordt bijgehouden door de KNB.

  • 2

    In het register wordt iedere notaris, toegevoegd notaris en kandidaat-notaris opgenomen, onder vermelding van naam en plaats en datum van geboorte. In het register worden ten aanzien van hen, voor zover van toepassing, tevens gegevens opgenomen betreffende:

    • a.

      de benoeming van de notaris, zijn ontslag of overlijden;

    • b.

      de plaats van vestiging van de notaris;

    • c.
    • d.

      een aanwijzing tot overname van een protocol als bedoeld in artikel 15;

    • e.

      de toevoeging als bedoeld in artikel 30b;

    • f.

      de waarneming als bedoeld in artikel 28;

    • g.

      de eedsaflegging, bedoeld in artikel 3, met opname in het register van handtekening en paraaf;

    • h.

      een nevenbetrekking als bedoeld in artikel 11;

    • i.

      de onherroepelijke oplegging van een tuchtmaatregel als bedoeld in artikel 103, eerste, derde en vierde lid;

    • j.

      de bij onherroepelijke uitspraak gegrond verklaarde bedenking zonder oplegging van een tuchtmaatregel, bedoeld in artikel 103, tweede lid;

    • k.

      de oplegging van een ordemaatregel als bedoeld in de artikelen 25b, 26, 27 en 106, eerste en vijfde lid;

    • l.

      de onherroepelijke oplegging van een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom als bedoeld in artikel 111b, tweede lid.

  • 3

    Het register ligt voor een ieder ter inzage. De KNB verstrekt op verzoek een gewaarmerkt afschrift of uittreksel tegen kostprijs.

  • 4

    De registratie van de oplegging van de ordemaatregel, bedoeld in artikel 25b, van een bij onherroepelijke uitspraak gegrond verklaarde bedenking zonder oplegging van een maatregel als bedoeld in artikel 103, tweede lid, of van de onherroepelijke oplegging van een bestuurlijke boete of last onder dwangsom als bedoeld in artikel 111b, tweede lid, is niet openbaar. De registratie van de oplegging van de ordemaatregelen, bedoeld in de artikelen 26, 27 en 106, eerste en vijfde lid, is openbaar zolang deze maatregelen van kracht zijn. De registratie van de onherroepelijke oplegging van een waarschuwing of berisping als bedoeld in artikel 103, eerste lid, is niet openbaar, tenzij toepassing is gegeven aan artikel 103, vijfde lid. Ditzelfde geldt voor de onherroepelijke oplegging van een geldboete als bedoeld in artikel 103, eerste lid, onderdeel c, tenzij deze gelijktijdig is opgelegd met een tuchtmaatregel ten aanzien waarvan de openbaarheid niet is beperkt.

  • 5

    Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld betreffende de toepassing van het tweede en derde lid, de inrichting van het register, de wijze waarop het wordt bijgehouden, de inzage in het register en het verstrekken van gegevens uit het register door de KNB.


Artikel 2 [Vervallen per 01-01-2016]

[Vervallen]


Artikel 6

  • 1

    Tot notaris is slechts benoembaar hij die de Nederlandse nationaliteit bezit of de nationaliteit van een andere lidstaat van de Europese Unie, van een overige staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of van de Zwitserse Bondsstaat.

  • 2

    Voor de benoembaarheid tot notaris is vereist:

    • a.

      dat

      • 1°.

        hem op grond van het met goed gevolg afleggen van een afsluitend examen van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs aan een universiteit dan wel de Open Universiteit als bedoeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, de graad Master op het gebied van het notarieel recht is verleend, of

      • 2°.

        hij het recht heeft verkregen om de titel meester te voeren op grond van het met goed gevolg afleggen van het afsluitend examen van een opleiding op het gebied van het notarieel recht aan een universiteit of de Open Universiteit als bedoeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

    • b.

      dat hij:

      • 1°.

        een stage heeft doorlopen als bedoeld in artikel 31;

      • 2°.

        met goed gevolg heeft afgelegd het examen, bedoeld in artikel 33;

      • 3°.

        als toegevoegd notaris of kandidaat-notaris gedurende de laatste twee jaren voorafgaand aan zijn verzoek tot benoeming, per jaar gemiddeld ten minste 21 uur per week, in het Koninkrijk in Europa onder verantwoordelijkheid van een notaris of een waarnemer werkzaam is geweest of het notarisambt heeft waargenomen, dan wel als notaris gedurende die periode het notarisambt heeft vervuld;

      • 4°.

        dat hij in het bezit is van een ondernemingsplan dat voldoet aan de voorwaarden van artikel 7, eerste lid, alsmede van het advies als bedoeld in artikel 7, tweede lid, alsmede

    • c.

      dat hij in het bezit is van een verklaring omtrent het gedrag, afgegeven volgens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;

    • d.

      dat hij de Nederlandse taal in voldoende mate beheerst voor een goede uitoefening van het notarisambt.

  • 3

    Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot de beroepsvereisten, waaraan hij die de opleiding, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, heeft gevolgd moet voldoen.

  • 4

    Bij algemene maatregel van bestuur kunnen graden, verleend door een universiteit, de Open Universiteit of een hogeschool als bedoeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, of daaraan gelijkwaardige getuigschriften worden aangewezen die voor de toepasselijkheid van het tweede lid, onderdeel a, onder 1°, gelijk worden gesteld aan de in dat lid bedoelde graad Bachelor op het gebied van het recht.



Artikel 7

  • 1

    Het ondernemingsplan, bedoeld in artikel 6, is zodanig opgesteld dat daaruit in ieder geval blijkt:

    • a.

      dat de verzoeker over voldoende financiële middelen beschikt om een kantoor te houden dat in overeenstemming is met de eisen van het ambt; en

    • b.

      dat op redelijke gronden mag worden verwacht dat na drie jaren de praktijk kostendekkend kan worden uitgeoefend.

  • 2

    Over het ondernemingsplan wordt advies uitgebracht door een door Onze Minister te benoemen Commissie van deskundigen. De KNB en het Bureau verstrekken de Commissie desgevraagd de door haar in verband met het onderzoek van het ondernemingsplan benodigde inlichtingen. Het advies wordt als bijlage bij het ondernemingsplan gevoegd.

  • 3

    Voor de advisering over het ondernemingsplan door de Commissie van deskundigen worden aan de verzoeker kosten in rekening gebracht.

  • 4

    Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld omtrent:

    • a.

      het ondernemingsplan;

    • b.

      de samenstelling en de werkwijze van de Commissie van deskundigen;

    • c.

      de wijze waarop de kosten van de advisering worden berekend.


Artikel 2a

  • 1

    Voor de toepassing van artikel 13, twaalfde lid, onderdeel b, onder 1°, van de wet worden de werkzaamheden van een lichaam als daar bedoeld aangemerkt als actieve financieringswerkzaamheden indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    • a.

      het lichaam houdt zich anders dan incidenteel bezig met het arrangeren en uitvoeren van financiële transacties ten behoeve van tot het concern behorende lichamen;

    • b.

      het feitelijk van derden aangetrokken vreemd vermogen bedraagt doorgaans ten minste 20% van de waarde in het economische verkeer van de activa van het lichaam;

    • c.

      het lichaam voert niet langer dan 12 maanden achtereen het beheer over overtollige liquiditeiten die meer belopen dan 10% van het gestorte kapitaal van het lichaam, waarbij kortlopende beleggingen welke worden aangehouden met het oog op de verwerving van deelnemingen buiten beschouwing blijven;

    • d.

      het lichaam is in zijn bestuur en de dagelijkse bedrijfsvoering, waarbij de normale bemoeienis met de bedrijfsvoering door de aandeelhouder of de concernleiding buiten beschouwing blijft, zelfstandig;

    • e.

      het aantal personen in dienstbetrekking tot het lichaam, hun bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn in overeenstemming met de aard en functie van het lichaam en het lichaam beschikt over een eigen kantoor dat is voorzien van in de financiële sector gebruikelijke faciliteiten; en

    • f.

      het lichaam verricht de voor deze regeling relevante transacties via eigen bankrekeningen.

  • 2

    Indien het lichaam niet voldoet aan de in het eerste lid, onder b, opgenomen voorwaarde wordt het lichaam geacht aan deze voorwaarde te voldoen indien de belastingplichtige aannemelijk maakt dat de behoefte van de tot het concern behorende lichamen waarvoor het lichaam financieringswerkzaamheden verricht, aan feitelijk van derden aangetrokken vreemd vermogen minder is dan 20% van de waarde in het economische verkeer van de activa van het lichaam alsmede dat voornoemde tot het concern behorende lichamen, behoudens vanwege specifieke zakelijke redenen, zelf geen vreemd vermogen feitelijk van derden hebben aangetrokken. Specifieke zakelijke redenen als bedoeld in de vorige volzin doen zich in ieder geval voor, voor zover:

    • a.

      het lichaam en een ander tot het concern behorend lichaam in verschillende landen zijn gevestigd en de valuta van het vestigingsland van het andere concernlichaam aan dusdanig grote koersschommelingen onderhevig is dat het voor dat andere concernlichaam niet wenselijk was om feitelijk vreemd vermogen van derden aan te trekken in een andere valuta dan die van zijn vestigingsland;

    • b.

      het andere concernlichaam kortlopende kredieten heeft verkregen van zijn leveranciers; of

    • c.

      door het andere concernlichaam ter financiering van onroerende zaken hypothecaire leningen zijn aangegaan in het land waar deze zaken zijn gelegen.

  • 3

    Onder feitelijk van derden aangetrokken vreemd vermogen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt mede begrepen vreemd vermogen dat verband houdt met door een ander tot het concern behorend lichaam feitelijk van derden aangetrokken vreemd vermogen indien dat andere lichaam om zakelijke redenen het binnen het concern benodigde vreemd vermogen van derden aantrekt.

  • 4

    Voor de toepassing van dit artikel wordt als concern aangemerkt de belastingplichtige tezamen met de met hem verbonden lichamen als bedoeld in artikel 10a, vierde lid, van de wet.

  • 5

    Het eerste tot en met vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing bij de bepaling of, voor de toepassing van artikel 15g, tweede lid, onderdeel a, van de wet, de werkzaamheden van een buitenlandse onderneming als bedoeld in dat artikel, worden aangemerkt als actieve financieringswerkzaamheden, met dien verstande dat:

    • a.

      onder lichaam mede een buitenlandse onderneming wordt verstaan, en

    • b.

      voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel b, wordt uitgegaan van het vreemd vermogen is,dat onderscheidenlijk de activa die zijn, toe te rekenen aan de buitenlandse onderneming.


Artikel 8

  • 1

    Degene die voor benoeming tot notaris in aanmerking wenst te komen dient bij de KNB een daartoe strekkend verzoek in, met opgave van de gemeente waarin hij voornemens is zich als notaris te vestigen. Bij het verzoek legt hij bewijsstukken over waaruit blijkt dat hij voldoet aan de voorwaarden van artikel 6. De overlegging van bewijsstukken met betrekking tot de voorwaarden als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onderdelen a en b, onder 1° en 2°, is niet vereist indien die reeds bij een eerder verzoek zijn overgelegd. In het verzoek doet hij tevens opgave van de werkgever of werkgevers bij wie hij als kandidaat-notaris of toegevoegd notaris in dienst is geweest. Bij indiening van het verzoek is voor de behandeling ervan door de verzoeker een vergoeding verschuldigd. De KNB geleidt het verzoek met de bewijsstukken door naar Onze Minister en doet afschriften toekomen aan de Commissie toegang notariaat en het Bureau.

  • 2

    Onze Minister wint advies in omtrent de persoonlijke geschiktheid van de verzoeker voor het notarisambt bij de door hem benoemde Commissie toegang notariaat. Bij onvoldoende gebleken persoonlijke geschiktheid voor het ambt van notaris of gegronde vrees voor enige schade aan de eer en het aanzien van het notarisambt, wordt het verzoek geweigerd. Een beschikking tot weigering van de benoeming wordt gegeven door Onze Minister.

  • 3

    Ten behoeve van haar advies stelt de Commissie ten aanzien van de verzoeker een onderzoek in.

  • 4

    Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld betreffende de Commissie en haar werkzaamheden. Bij regeling van Onze Minister wordt de hoogte vastgesteld van de vergoeding, bedoeld in het eerste lid.

  • 5

    Op het verzoek wordt beslist binnen vijf maanden na ontvangst ervan.

  • 6

    De KNB en het Bureau kunnen met betrekking tot het verzoek advies uitbrengen aan Onze Minister.

  • 7

    In afwijking van artikel 8:4, derde lid, onderdeel a, van de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen een besluit tot benoeming tot notaris beroep instellen.


Artikel 2b

  • 1

    Voor de toepassing van artikel 13, twaalfde lid, onderdeel c, onder 1°, van de wet worden de werkzaamheden van een lichaam als daar bedoeld aangemerkt als actieve terbeschikkingstellingswerkzaamheden indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    • a.

      het lichaam houdt zich anders dan incidenteel bezig met het ter beschikking stellen van bedrijfsmiddelen ten behoeve van tot het concern behorende lichamen;

    • b.

      de aanschaffingskosten van de ter beschikking gestelde bedrijfsmiddelen zijn voor ten minste 20% gefinancierd met feitelijk van derden aangetrokken vreemd vermogen;

    • c.

      het lichaam is in zijn bestuur en de dagelijkse bedrijfsvoering, waarbij de normale bemoeienis met de bedrijfsvoering door de aandeelhouder of de concernleiding buiten beschouwing blijft, zelfstandig in het nemen van beslissingen over:

      • 1°.

        de aanschaf, het onderhoud, de vervreemding en het beheer, waaronder begrepen beslissingen inzake de voorwaarden waaronder ter beschikking wordt gesteld, van materiële vaste activa;

      • 2°.

        de aanschaf, het onderhoud, de ontwikkeling en het beheer, waaronder begrepen beslissingen inzake de voorwaarden waaronder ter beschikking wordt gesteld, van immateriële vaste activa;

    • d.

      het lichaam heeft de economische eigendom van de ter beschikking gestelde bedrijfsmiddelen;

    • e.

      het aantal personen in dienstbetrekking tot het lichaam, hun bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn in overeenstemming met de aard en functie van het lichaam en het lichaam beschikt over een eigen kantoor dat is voorzien van de gebruikelijke faciliteiten, en

    • f.

      het lichaam verricht de voor deze regeling relevante transacties via eigen bankrekeningen.

  • 2

    Indien het lichaam niet voldoet aan de in het eerste lid, onderdeel b, opgenomen voorwaarde wordt het lichaam geacht aan deze voorwaarde te voldoen indien de belastingplichtige aannemelijk maakt dat het lichaam ten minste in dezelfde mate met feitelijk van derden aangetrokken vreemd vermogen is gefinancierd als het concern waarvan het lichaam deel uitmaakt.

  • 3

    Onder feitelijk van derden aangetrokken vreemd vermogen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, wordt mede begrepen vreemd vermogen dat verband houdt met door een ander tot het concern behorend lichaam feitelijk van derden aangetrokken vreemd vermogen indien dat andere lichaam om zakelijke redenen het binnen het concern benodigde vreemd vermogen van derden aantrekt.

  • 4

    Voor de toepassing van dit artikel wordt als concern aangemerkt de belastingplichtige tezamen met de met hem verbonden lichamen, bedoeld in artikel 10a, vierde lid, van de wet.

  • 5

    Het eerste tot en met het vierde lid zijn van overeenkomstige toepassing bij de bepaling of, voor de toepassing van artikel 15g, tweede lid, onderdeel a, van de wet, de werkzaamheden van een buitenlandse onderneming als bedoeld in dat artikel, worden aangemerkt als actieve terbeschikkingstellingswerkzaamheden, met dien verstande dat onder lichaam mede een buitenlandse onderneming wordt verstaan.


Artikel 9

Een notaris kan, onverminderd de onverenigbaarheden die voortvloeien uit andere wetten, niet tevens lid zijn van de rechterlijke macht, behoudens als raadsheer-plaatsvervanger, rechter-plaatsvervanger of kantonrechter-plaatsvervanger, noch kan hij gerechtsdeurwaarder, bewaarder van het kadaster en de openbare registers of advocaat zijn. Hetzelfde geldt voor een toegevoegd notaris of een kandidaat-notaris.


Artikel 2c


Artikel 10

  • 1

    De plaats van vestiging van een notaris kan door Onze Minister worden gewijzigd bij een beschikking waarbij tevens de datum van ingang wordt bepaald. De bevoegdheid van de notaris in de vorige plaats van vestiging vervalt van rechtswege met ingang van dezelfde datum, onverminderd het bepaalde in artikel 13.

  • 2

    De notaris die zich in een andere plaats wenst te vestigen, richt daartoe een verzoek tot Onze Minister. Hij doet daarbij opgave van de gemeente waar hij voornemens is zich te vestigen en geeft daarbij, in geval van vestiging buiten het arrondissement, aan of hij gebruik wil maken van de bevoegdheid, bedoeld in het zesde lid. Bij dit verzoek legt hij een ondernemingsplan over als bedoeld in het eerste lid van artikel 7, betrekking hebbend op de plaats waar hij voornemens is zich te vestigen, alsmede het advies als bedoeld in het tweede lid van dat artikel.

  • 3

    Onze Minister zendt een afschrift van het verzoek met bijlagen aan het bestuur van de KNB en aan het Bureau, met het verzoek hem uiterlijk binnen drie maanden in kennis te stellen van eventuele aan hen bekende feiten of omstandigheden welke naar hun oordeel tot weigering van het verzoek zouden kunnen leiden.

  • 4

    Het verzoek kan uitsluitend worden geweigerd indien het bij het verzoek overgelegde ondernemingsplan niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 7.

  • 5

    Op het verzoek wordt beslist binnen vijf maanden na ontvangst ervan.

  • 6

    Indien de notaris zich vestigt buiten het arrondissement waarin zijn plaats van vestiging is gelegen, is hij bevoegd zijn protocol over te brengen naar de nieuwe plaats van vestiging.


Artikel 2d

Voor de toepassing van artikel 17, derde lid, onderdeel b, van de wet, wordt, tenzij de inspecteur het tegendeel aannemelijk maakt, de belastingplichtige geacht het aanmerkelijk belang niet te houden met als hoofddoel of een van de hoofddoelen om de heffing van inkomstenbelasting bij een ander te ontgaan en wordt geacht sprake te zijn van geldige zakelijke redenen die de economische realiteit weerspiegelen indien:

  • a.

    ten minste de helft van het totale aantal statutaire en beslissingsbevoegde bestuursleden van de belastingplichtige woont of feitelijk is gevestigd in de staat waarin de belastingplichtige is gevestigd;

  • b.

    de in de staat, bedoeld in onderdeel a, wonende of gevestigde bestuursleden beschikken over de benodigde professionele kennis om hun taken naar behoren uit te voeren, tot welke taken ten minste behoort de besluitvorming, op grond van de eigen verantwoordelijkheid van de belastingplichtige en binnen het kader van de normale concernbemoeienis, over door de belastingplichtige af te sluiten transacties, alsmede het zorg dragen voor een goede afhandeling van de afgesloten transacties;

  • c.

    de belastingplichtige beschikt over gekwalificeerd personeel voor de adequate uitvoering en registratie van de door de belastingplichtige af te sluiten transacties;

  • d.

    in de staat, bedoeld in onderdeel a, de bestuursbesluiten van de belastingplichtige worden genomen;

  • e.

    in de staat, bedoeld in onderdeel a, de belangrijkste bankrekeningen van de belastingplichtige worden aangehouden;

  • f.

    in de staat, bedoeld in onderdeel a, de boekhouding van de belastingplichtige wordt gevoerd;

  • g.

    de belastingplichtige een bedrag aan loonkosten heeft dat een vergoeding vormt voor de werkzaamheden in het kader van de economische activiteiten van de belastingplichtige in het licht van zijn aanmerkelijk belang in de in Nederland gevestigde vennootschap en dat ten minste gelijk is aan € 100.000 vermenigvuldigd met de woonlandfactor die ingevolge de bijlage geldt voor de staat waarin de belastingplichtige is gevestigd; en

  • h.

    de belastingplichtige gedurende een periode van ten minste 24 maanden een in de staat, bedoeld in onderdeel a, gelegen onroerende zaak of deel van een onroerende zaak ter beschikking heeft waarbij zich in die onroerende zaak, onderscheidenlijk dat deel, een kantoor bevindt dat is voorzien van gebruikelijke faciliteiten voor de uitoefening van de werkzaamheden, bedoeld in onderdeel g, en die werkzaamheden ook daadwerkelijk in dat kantoor worden uitgeoefend.


Artikel 11

  • 1

    De notaris doet terstond opgave aan de KNB en aan de kamer voor het notariaat van het aanvaarden en beëindigen van een al dan niet bezoldigde nevenbetrekking.

  • 2

    De kamer kan bij met redenen omklede beslissing de uitoefening door de notaris van een nevenbetrekking ongewenst verklaren, indien hierdoor zijn onpartijdigheid of onafhankelijkheid wordt of kan worden beïnvloed dan wel de eer of het aanzien van het ambt wordt of kan worden geschaad. Van die beslissing zendt de kamer onverwijld bij aangetekende brief een afschrift aan de notaris. Daarbij deelt zij tevens mee op welke wijze de notaris tegen de beslissing beroep kan instellen. De KNB en het Bureau ontvangen elk een afschrift van de beslissing van de kamer.

  • 3

    Binnen zes weken na de dag van verzending van het afschrift van de beslissing kan de notaris tegen de beslissing beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam. Tegen de beslissing van het gerechtshof is geen hogere voorziening toegelaten. De KNB en het Bureau ontvangen elk een afschrift van de beslissing van het gerechtshof.

  • 4

    Indien de beslissing onherroepelijk is geworden of in beroep is bevestigd, is de notaris verplicht de nevenbetrekking zo spoedig mogelijk te beëindigen.

  • 5

    De notaris is bevoegd om, voordat hij een nevenbetrekking aanvaardt, de kamer van toezicht te verzoeken een beslissing te nemen over de vraag of de uitoefening van deze nevenbetrekking toelaatbaar is. Het derde lid is van overeenkomstige toepassing. Op de behandeling van de zaak bij de kamer voor het notariaat en bij het gerechtshof zijn de artikelen 101, 102 en 104 van overeenkomstige toepassing.

  • 6

    Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de toegevoegd notaris en de kandidaat-notaris.


Artikel 2e

  • 1

    Voor de toepassing van artikel 13ab, vijfde lid, van de wet wordt, tenzij de inspecteur aannemelijk maakt dat slechts aan de in dit lid gestelde voorwaarden wordt voldaan met als hoofddoel of een van de hoofddoelen om in aanmerking te komen voor de uitzondering op de voet van artikel 13ab, vijfde lid, van de wet, een gecontroleerd lichaam geacht een wezenlijke economische activiteit uit te oefenen indien:

    • a.

      ten minste de helft van het totale aantal statutaire en beslissingsbevoegde bestuursleden van het gecontroleerde lichaam woont of feitelijk is gevestigd in de staat waarin het gecontroleerde lichaam is gevestigd;

    • b.

      de in de staat, bedoeld in onderdeel a, wonende of gevestigde bestuursleden beschikken over de benodigde professionele kennis om hun taken naar behoren uit te voeren, tot welke taken ten minste behoort de besluitvorming, op grond van de eigen verantwoordelijkheid van het gecontroleerde lichaam en binnen het kader van de normale concernbemoeienis, over door het gecontroleerde lichaam af te sluiten transacties, alsmede het zorg dragen voor een goede afhandeling van de afgesloten transacties;

    • c.

      het gecontroleerde lichaam beschikt over gekwalificeerd personeel voor de adequate uitvoering en registratie van de door het gecontroleerde lichaam af te sluiten transacties;

    • d.

      in de staat, bedoeld in onderdeel a, de bestuursbesluiten van het gecontroleerde lichaam worden genomen;

    • e.

      in de staat, bedoeld in onderdeel a, de belangrijkste bankrekeningen van het gecontroleerde lichaam worden aangehouden;

    • f.

      in de staat, bedoeld in onderdeel a, de boekhouding van het gecontroleerde lichaam wordt gevoerd;

    • g.

      het gecontroleerde lichaam een bedrag aan loonkosten heeft dat een vergoeding vormt voor de werkzaamheden van het gecontroleerde lichaam en dat ten minste gelijk is aan € 100.000 vermenigvuldigd met de woonlandfactor die ingevolge de bijlage geldt voor de staat waarin het gecontroleerde lichaam is gevestigd; en

    • h.

      het gecontroleerde lichaam gedurende een periode van ten minste 24 maanden een in de staat, bedoeld in onderdeel a, gelegen onroerende zaak of deel van een onroerende zaak ter beschikking heeft waarbij zich in die onroerende zaak, onderscheidenlijk dat deel, een kantoor bevindt dat is voorzien van gebruikelijke faciliteiten voor de uitoefening van de werkzaamheden van het gecontroleerde lichaam en die werkzaamheden ook daadwerkelijk in dat kantoor worden uitgeoefend.

  • 2

    Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op aan een vaste inrichting toerekenbare besmette voordelen als bedoeld in artikel 15e, elfde lid, van de wet, met dien verstande dat daarbij voor gecontroleerd lichaam wordt gelezen: vaste inrichting.


Artikel 12

  • 1

    De notaris is verplicht kantoor te houden in de plaats van vestiging die in het besluit van zijn benoeming is vermeld en aldaar zijn protocol te bewaren.

  • 2

    De notaris mag, behoudens voor zover in de wet of bij rechterlijke beslissing anders is bepaald, zijn protocol of een onderdeel daarvan niet uit handen geven.

  • 3

    De notaris is verplicht zijn protocol op ordelijke wijze te bewaren op een tegen brand en andere gevaren beveiligde plaats.


Artikel 3

  • 1

    Een voorlopige verliesverrekening als bedoeld in artikel 21, derde lid, van de wet kan worden verleend indien het verlies over een kalenderjaar wordt aangegeven door de in de uitnodiging tot het doen van aangifte gevraagde gegevens en bescheiden en andere gegevensdragers of de inhoud daarvan duidelijk, stellig en zonder voorbehoud in te vullen en te ondertekenen en de gevraagde bescheiden of andere gegevensdragers in te leveren of toe te zenden.

  • 2

    Bij de berekening van een voorlopige verliesverrekening wordt het vermoedelijke verlies voor tachtig percent in aanmerking genomen.


Artikel 12a [Vervallen per 01-01-2013]

[Vervallen]


Artikel 4 Aftrekbare giften in natura; voorwaarden taxatierapport

Artikel 4 Aftrekbare giften in natura; voorwaarden taxatierapport

  • 1

    Het taxatierapport, bedoeld in artikel 16, vierde lid, van de wet, bevat de uitkomsten van een taxatie die is uitgevoerd door een onafhankelijke taxateur die is ingeschreven in een register dat tot doel heeft zijn deskundigheid te waarborgen.

  • 2

    De taxatie heeft niet meer dan drie maanden voor het moment van schenking alsmede niet meer dan zes maanden na het moment van schenking plaatsgevonden.

  • 3

    Het taxatierapport bevat ten minste de volgende gegevens:

    • a.

      de voorletters, de achternaam, het adres, de woonplaats en het telefoonnummer van de taxateur die de taxatie feitelijk heeft verricht;

    • b.

      de inschrijving van de taxateur in het voor de gift relevante taxatieregister;

    • c.

      een verklaring van de taxateur dat de in het taxatierapport opgegeven waarde door hem naar waarheid is vastgesteld aan de hand van een gedegen fysieke opname, ondersteund door visueel materiaal van het getaxeerde object;

    • d.

      de datum van de fysieke opname;

    • e.

      de getaxeerde waarde in het economische verkeer op het moment van schenking;

    • f.

      een omschrijving van het type en de omvang van het object of het belang en de aard van het gebruik;

    • g.

      de waarderelevante gegevens;

    • h.

      indien van toepassing: een motivering van de individuele afwijking ten opzichte van de relevante marktgegevens.


Artikel 13

Het is de notaris toegestaan buiten zijn plaats van vestiging ambtelijke werkzaamheden te verrichten, mits op het grondgebied van Nederland. Hij is evenwel niet bevoegd buiten zijn plaats van vestiging bijkantoren te hebben. Ook is hij niet bevoegd buiten zijn plaats van vestiging op vaste of onregelmatige tijden zitdagen te houden, met uitzondering van de waddeneilanden, indien op het desbetreffende eiland geen notaris gevestigd is.


Artikel 4a Aftrekbare giften in natura; voorwaarden factuur

Artikel 4a Aftrekbare giften in natura; voorwaarden factuur

  • 1

    De factuur, bedoeld in artikel 16, vierde lid, van de wet, is niet meer dan drie maanden voorafgaand aan het moment van schenking uitgereikt.

  • 2

    De factuur bevat voorts de waarde in het economische verkeer zoals die door onafhankelijke partijen is of zou zijn overeengekomen.

  • 3

    De factuur bevat een vermelding van ten minste de volgende gegevens:

    • a.

      de datum waarop de factuur is uitgereikt;

    • b.

      de volledige naam en adresgegevens van de verkoper en de afnemer;

    • c.

      het type en de omvang van het object of het belang en de aard van het gebruik.


Artikel 14

  • 1

    De notaris is met ingang van de eerstvolgende maand na het bereiken van de zeventigjarige leeftijd van rechtswege ontslagen.

  • 2

    Aan de notaris die voor het bereiken van de in het eerste lid genoemde leeftijd ontslag verzoekt, wordt ontslag verleend bij koninklijk besluit, dat tevens de datum van ingang daarvan vermeldt.

  • 3

    Op voordracht van Onze Minister kan de notaris bij koninklijk besluit worden ontslagen, indien hij:

    • a.

      geen gevolg heeft gegeven aan de verplichting, bedoeld in artikel 11, vierde lid, om een ongewenst verklaarde nevenbetrekking te beëindigen;

    • b.

      bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld dan wel aan hem bij een dergelijke rechterlijke uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft.

  • 4

    Op voordracht van Onze Minister wordt aan de notaris bij koninklijk besluit ontslag verleend, indien hij:

    • a.

      niet langer de Nederlandse nationaliteit bezit, of de nationaliteit van een andere lidstaat van de Europese Unie, van een overige staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of van de Zwitserse Bondsstaat;

    • b.

      een ambt of betrekking heeft aanvaard dat, onderscheidenlijk die, op grond van artikel 9 onverenigbaar is met het notarisambt.

  • 5

    De griffiers der gerechten doen aan Onze Minister, de kamer voor het notariaat, de KNB en het Bureau mededeling van rechterlijke beslissingen als bedoeld in het derde lid, onderdeel b.

  • 6

    Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de toegevoegd notaris, met dien verstande dat zijn toevoeging door Onze Minister wordt ingetrokken dan wel kan worden ingetrokken.

  • 7

    In geval van waarneming door de notaris of toegevoegd notaris is bij zijn ontslag, respectievelijk de intrekking van zijn toevoeging, tevens zijn benoeming als waarnemer van rechtswege ingetrokken.


Artikel 4b [Vervallen per 04-09-1971]

[Vervallen]


Artikel 15

  • 1

    Indien de notaris overlijdt, defungeert of zich vestigt buiten het arrondissement waarin zijn plaats van vestiging is gelegen zonder medeneming van zijn protocol, wijst Onze Minister, gehoord de KNB, een notaris aan om het protocol en eventueel de overige notariële bescheiden over te nemen. Indien deze bescheiden moeten worden overgenomen door een nieuw benoemde notaris, kan de aanwijzing bij het koninklijk besluit van zijn benoeming plaatsvinden. Bij verordening worden nadere voorschriften gegeven over de wijze waarop de overdracht en de overname van het protocol en de overige notariële bescheiden dienen te geschieden.

  • 2

    De aangewezen notaris treedt met ingang van de dag van zijn aanwijzing van rechtswege in de plaats van zijn ambtsvoorganger met betrekking tot de bijzondere rekeningen, bedoeld in artikel 25. Hij stelt de financiële onderneming, bedoeld in artikel 25, eerste lid, terstond van zijn aanwijzing in kennis.


Artikel 5

  • 1

    De aangifte als bedoeld in artikel 25a, tweede lid, van de wet wordt gedaan binnen drie jaren na afloop van het tijdvak waarover de belasting wordt geheven.

  • 2

    Ingeval binnen de in het eerste lid bedoelde termijn van drie jaren hetzij een uitnodiging tot het doen van aangifte is uitgereikt of toegezonden hetzij de inspecteur is verzocht om een uitnodiging tot het doen van aangifte, wordt die termijn verlengd tot het einde van de door de inspecteur ingevolge artikel 9, eerste tot en met derde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen gestelde of verlengde termijn.


Artikel 5a [Vervallen per 04-09-1971]

[Vervallen]


Slotformulier en ondertekening

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te Wassenaar 3 december 2014 Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

Uitgegeven de twaalfde december 2014 De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


Artikel 6

  • 1

    Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na die van de dagtekening van de Staatscourant waarin zij is geplaatst.

  • 2

    Deze regeling kan worden aangehaald als: Uitvoeringsbeschikking vennootschapsbelasting 1971


Slotformulier en ondertekening

‘s-Gravenhage, 1 september 1971.

De Staatssecretaris van Financiën, W. Scholten


Bijlage behorende bij de Uitvoeringsbeschikking vennootschapsbelasting 1971

Bijlage behorende bij de Uitvoeringsbeschikking vennootschapsbelasting 1971

De woonlandfactor, bedoeld in de artikelen 2d, onderdeel g, en 2e, eerste lid, onderdeel g, wordt voor andere lidstaten van de Europese Unie, andere staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte en Zwitserland bepaald aan de hand van de volgende tabel:

Staat

Woonlandfactor

België

100%

Bulgarije

50%

Cyprus

80%

Denemarken

100%

Duitsland

100%

Estland

80%

Finland

100%

Frankrijk

100%

Griekenland

80%

Hongarije

60%

Ierland

100%

IJsland

100%

Italië

90%

Kroatië

60%

Letland

70%

Liechtenstein

100%

Litouwen

60%

Luxemburg

100%

Malta

80%

Noorwegen

100%

Oostenrijk

100%

Polen

60%

Portugal

80%

Roemenië

50%

Slovenië

80%

Slowakije

70%

Spanje

90%

Tsjechië

70%

Zweden

100%

Zwitserland

100%

Voor andere staten wordt de woonlandfactor bepaald aan de hand van de tabel die is opgenomen in de Regeling woonlandbeginsel in de sociale zekerheid 2012.


Boek 6 Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht

Boek 6 Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht



§ 2 Nadere uitwerking definities politiek prominente personen en uiteindelijk belanghebbende

§ 2 Nadere uitwerking definities politiek prominente personen en uiteindelijk belanghebbende


Titel 1 Algemene bepalingen

Titel 1 Algemene bepalingen


Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting; geruisloze omzetting; standaardvoorwaarden en toelichting


Artikel 2

  • 1

    Prominente publieke functies als bedoeld in de definitie van politiek prominente persoon in de zin van artikel 1, eerste lid, van de wet zijn in elk geval:

    • a.

      staatshoofd, regeringsleider, minister, onderminister of staatssecretaris;

    • b.

      parlementslid of lid van een soortgelijk wetgevend orgaan;

    • c.

      lid van het bestuur van een politieke partij;

    • d.

      lid van een hooggerechtshof, constitutioneel hof of van een andere hoge rechterlijke instantie die arresten wijst waartegen, behalve in uitzonderlijke omstandigheden, geen beroep openstaat;

    • e.

      lid van een rekenkamer of van een raad van bestuur van een centrale bank;

    • f.

      ambassadeur, zaakgelastigde of hoge officier van de strijdkrachten;

    • g.

      lid van het leidinggevend lichaam, toezichthoudend lichaam of bestuurslichaam van een staatsbedrijf;

    • h.

      bestuurder, plaatsvervangend bestuurder, lid van de raad van bestuur of bekleder van een gelijkwaardige functie bij een internationale organisatie.

  • 2

    Middelbare of lagere functionarissen vallen niet onder de in het eerste lid bedoelde prominente publieke functies.

  • 3

    Familierelaties als bedoeld in de definitie van familielid van een politiek prominente persoon in de zin van artikel 1, eerste lid, van de wet zijn:

    • a.

      de echtgenoot van een politiek prominente persoon of een persoon die als gelijkwaardig met de echtgenoot van een politiek prominente persoon wordt aangemerkt;

    • b.

      een kind van een politiek prominente persoon, de echtgenoot van dat kind of een persoon die als gelijkwaardig met de echtgenoot van dat kind wordt aangemerkt;

    • c.

      de ouder van een politiek prominente persoon.

  • 4

    Personen bekend als naaste geassocieerde van een politiek prominente persoon in de zin van artikel 1, eerste lid, van de wet zijn:

    • a.

      een natuurlijke persoon van wie bekend is dat deze met een politiek prominente persoon de gezamenlijke uiteindelijk belanghebbende is van een juridische entiteit of een juridische constructie, of die met een politiek prominente persoon andere nauwe zakelijke relaties heeft;

    • b.

      een natuurlijke persoon die de enige uiteindelijk belanghebbende is van een juridische entiteit of juridische constructie waarvan bekend is dat deze is opgezet ten behoeve van de feitelijke begunstiging van een politiek prominente persoon.


Inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting; geruisloze omzetting; standaardvoorwaarden en toelichting

De minister van Financiën heeft het volgende besloten.


Artikel 3

  • 1

    Categorieën van natuurlijke personen die in elk geval moeten worden aangemerkt als uiteindelijk belanghebbende zijn:

    • a.

      in het geval van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of een naamloze vennootschap, niet zijnde een vennootschap die als uitgevende instelling is onderworpen aan openbaarmakingsvereisten als bedoeld in de richtlijn transparantie, dan wel aan vergelijkbare internationale standaarden, met inbegrip van een 100 procent dochtermaatschappij van een dergelijke vennootschap:

      • 1°.

        natuurlijke personen die de uiteindelijke eigenaar zijn van of zeggenschap hebben over de vennootschap, via:

        • het direct of indirect houden van meer dan 25 procent van de aandelen, van de stemrechten of van het eigendomsbelang in de vennootschap, met inbegrip van het houden van toonderaandelen; of

        • andere middelen, waaronder de voorwaarden voor consolidatie van een jaarrekening, bedoeld in artikel 406, in samenhang met de artikelen 24a, 24b en 24d, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek; of

      • 2°.

        indien na uitputting van alle mogelijke middelen en op voorwaarde dat er geen gronden voor verdenking bestaan, geen van de personen, bedoeld in subonderdeel 1°, is achterhaald, of indien er enige twijfel bestaat of een persoon als bedoeld in subonderdeel 1° de uiteindelijke eigenaar is of zeggenschap heeft, dan wel de natuurlijke persoon is voor wiens rekening een transactie wordt verricht, de natuurlijke persoon of personen die behoort of behoren tot het hoger leidinggevend personeel van de vennootschap;

    • b.

      in het geval van een kerkgenootschap als bedoeld in artikel 2 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek:

      • 1°.

        natuurlijke personen die bij ontbinding van het kerkgenootschap als rechtsopvolger in het statuut van het kerkgenootschap zijn benoemd; of

      • 2°.

        indien na uitputting van alle mogelijke middelen en op voorwaarde dat er geen gronden voor verdenking bestaan, geen van de personen, bedoeld in subonderdeel 1°, is achterhaald, of indien er enige twijfel bestaat of een persoon als bedoeld in subonderdeel 1° de uiteindelijke eigenaar is of zeggenschap heeft, dan wel de natuurlijke persoon is voor wiens rekening een transactie wordt verricht, de natuurlijke personen die als bestuurder staan vermeld in het eigen statuut, of zo mogelijk als bestuurder staan genoemd in de documenten van de kerkelijke organisatie;

    • c.

      in het geval van een overige rechtspersoon:

      • 1°.

        natuurlijke personen die de uiteindelijke eigenaar zijn van of zeggenschap hebben over de rechtspersoon, via:

        • het direct of indirect houden van meer dan 25 procent van het eigendomsbelang in de rechtspersoon;

        • het direct of indirect kunnen uitoefenen van meer dan 25 procent van de stemmen bij besluitvorming ter zake van wijziging van de statuten van de rechtspersoon; of

        • het kunnen uitoefenen van feitelijk zeggenschap over de rechtspersoon; of

      • 2°.

        indien na uitputting van alle mogelijke middelen en op voorwaarde dat er geen gronden voor verdenking bestaan, geen van de personen, bedoeld in subonderdeel 1°, is achterhaald, of indien er enige twijfel bestaat of een persoon als bedoeld in subonderdeel 1° de uiteindelijke eigenaar is of zeggenschap heeft, dan wel de natuurlijke persoon is voor wiens rekening een transactie wordt verricht, de natuurlijke persoon of personen die behoort of behoren tot het hoger leidinggevend personeel van de rechtspersoon;

    • d.

      in het geval van een personenvennootschap:

      • 1°.

        natuurlijke personen die de uiteindelijke eigenaar zijn van of zeggenschap hebben over de personenvennootschap via:

        • het direct of indirect houden van meer dan 25 procent van het eigendomsbelang in de personenvennootschap;

        • het direct of indirect kunnen uitoefenen van meer dan 25 procent van de stemmen bij besluitvorming ter zake van wijziging van de overeenkomst die ten grondslag ligt aan de personenvennootschap, of ter zake van de uitvoering van die overeenkomst anders dan door daden van beheer, voor zover in die overeenkomst besluitvorming bij meerderheid van stemmen is voorgeschreven; of

        • het kunnen uitoefenen van feitelijke zeggenschap over de personenvennootschap; of

      • 2°.

        indien na uitputting van alle mogelijke middelen en op voorwaarde dat er geen gronden voor verdenking bestaan, geen van de personen, bedoeld in subonderdeel 1°, is achterhaald, of indien er enige twijfel bestaat of een persoon als bedoeld in subonderdeel 1° de uiteindelijke eigenaar is of zeggenschap heeft, dan wel de natuurlijke persoon is voor wiens rekening een transactie wordt verricht, de natuurlijke persoon of personen die behoort of behoren tot het hoger leidinggevend personeel van de personenvennootschap;

    • e.

      in het geval van een trust, de volgende natuurlijke personen:

      • 1°.

        de oprichter of oprichters;

      • 2°.

        de trustee of trustees;

      • 3°.

        voor zover van toepassing, de protector of protectors;

      • 4°.

        de begunstigden, of voor zover de afzonderlijke personen die de begunstigden zijn van de trust niet kunnen worden bepaald dan wel het vijfde lid, tweede volzin van toepassing is, de groep van personen in wier belang de trust hoofdzakelijk is opgericht of werkzaam is; en

      • 5°.

        elke andere natuurlijke persoon die door directe of indirecte eigendom of via andere middelen uiteindelijke zeggenschap over de trust uitoefent.

  • 2

    Het eerste lid, onderdeel a, is van overeenkomstige toepassing op Europese naamloze vennootschappen en Europese coöperatieve vennootschappen, alsmede op andere juridische entiteiten vergelijkbaar met een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid of een naamloze vennootschap.

  • 3

    Het eerste lid, onderdeel c, is van overeenkomstige toepassing op andere juridische entiteiten vergelijkbaar met een van deze rechtspersonen.

  • 4

    Het eerste lid, onderdeel d, is van overeenkomstige toepassing op rederijen, Europees economische samenwerkingsverbanden of andere juridische entiteiten vergelijkbaar met een personenvennootschap.

  • 5

    Het eerste lid, onderdeel e, is van overeenkomstige toepassing op andere juridische constructies vergelijkbaar met een trust. In geval van een fonds voor gemene rekening dat wordt aangeboden aan honderdvijftig personen of meer en wordt beheerd door een beheerder waaraan een vergunning als bedoeld in artikel 2:65 of artikel 2:69b, eerste lid, van de Wet op het financieel toezicht is verleend, wordt als uiteindelijk belanghebbende in de zin van het eerste lid, onderdeel e, onder 4°, aangemerkt de groep van natuurlijke personen in wier belang dit fonds voor gemene rekening hoofdzakelijk is opgericht of werkzaam is.

  • 6

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder hoger leidinggevend personeel uitsluitend verstaan: elke bestuurder in de zin van artikel 9 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, of, in het geval van een personenvennootschap, elke vennoot, met uitzondering van een vennoot bij wijze van geldschieting als bedoeld in artikel 19, eerste lid, van het Wetboek van Koophandel.

  • 7

    Het eerste lid, onderdelen a, b, c en d, het tweede, derde, vierde en zesde lid, zijn van overeenkomstige toepassing op een juridische entiteit die is aangewezen als uiteindelijk belanghebbende als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e.


Dit besluit bevat een samenvoeging, actualisering en verduidelijking van de besluiten van 11 augustus 2004, nr. CPP2004/664M en van 31 december 2004, nr. CPP2004/1568M. Daarnaast zijn in het besluit versoepelingen opgenomen bij de toepassing van de geruisloze omzetting in verhuursituaties (onderdeel 2.2.2.a.), bij de geruisloze omzetting door één ondernemer van meer objectieve ondernemingen (onderdeel 2.2.2.c.1.) en met betrekking tot de indieningstermijn van een verzoek (onderdeel 14.2). Ten slotte is in bijlage 2 de extra voorwaarde opgenomen die wordt gesteld in de situatie waarin een buitenlandse belastingplichtige de faciliteit van de geruisloze omzetting wenst toe te passen.


Artikel 4


Slotformulier en ondertekening

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag 30 juni 2010

De minister van Financiën,J.C. de Jager


Bijlage 1

Standaardvoorwaarden voor de geruisloze omzetting als bedoeld in artikel 3.65 van de Wet inkomstenbelasting 2001.

Definities

  • a.

    overgangstijdstip: het tijdstip van de overgang van de heffing van inkomstenbelasting naar de heffing van vennootschapsbelasting;

  • b.

    de vennootschap: de naar Nederlands recht opgerichte naamloze vennootschap of de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid.

Voorwaarden

  • 1.

    Indien de belastingplichtige aandelen in de vennootschap vervreemdt binnen drie jaren na de inbreng van de onderneming in de vennootschap, wordt de inbreng geacht onderdeel uit te maken van een geheel van rechtshandelingen gericht op de overdracht van de onderneming, tenzij de belastingplichtige het tegendeel aannemelijk maakt.

  • 2.

    De vennootschap treedt voor het bepalen van de winst van de omgezette onderneming vanaf het overgangstijdstip rechtstreeks in de plaats van de belastingplichtige, behoudens voorzover uit het verschil in wezen tussen de vennootschap en de belastingplichtige of uit de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 het tegendeel voortvloeit.

  • 3.

    Voor de toepassing van artikel 20, tweede lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 op vóór het overgangstijdstip door de vennootschap geleden verliezen en op terug te wentelen verlies van één der jaren ná het overgangstijdstip naar een vóór dat tijdstip gelegen jaar, wordt de winst van de vennootschap ieder jaar gesplitst in delen waarvan elk betrekking heeft op de vóór het overgangstijdstip door respectievelijk de belastingplichtige en de vennootschap gedreven ondernemingen. Deze splitsing vindt plaats alsof geen inbreng heeft plaatsgevonden, waarbij slechts winst aan de onderneming van de belastingplichtige of van de vennootschap kan worden toegerekend voorzover deze als zodanig bij de vennootschap tot uitdrukking komt.

    Indien een aldus uit de splitsing voortvloeiend deel negatief is wordt dit in mindering gebracht op het andere, positieve deel. Verliezen van de vennootschap geleden vóór het overgangstijdstip worden uitsluitend verrekend met het aan de vóór het overgangstijdstip door de vennootschap gedreven onderneming toe te rekenen positieve deel. Ná het overgangstijdstip door de vennootschap geleden verliezen die zijn toe te rekenen aan de reeds vóór het overgangstijdstip door de vennootschap gedreven onderneming, kunnen worden verrekend met belastbare winsten van vóór het overgangstijdstip. Ná het overgangstijdstip door de vennootschap geleden verliezen die zijn toe te rekenen aan de vóór het overgangstijdstip door de belastingplichtige gedreven onderneming zijn uitgesloten van verrekening met belastbare winsten van vóór het overgangstijdstip.

  • 4.

    De belastingplichtige mag worden gecrediteerd voor de op het overgangstijdstip materieel verschuldigde inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. Daarenboven mag de belastingplichtige ter afronding worden gecrediteerd voor een bedrag van ten hoogste 5% van hetgeen op de aandelen is gestort, maar voor niet meer dan € 25.000.

  • 5.

    De ter zake van het ingebrachte vermogen uit te geven aandelen worden bij de belastingplichtige geplaatst. De aandelen moeten worden volgestort.

  • 6.

    De verkrijgingsprijs bedoeld in artikel 4.21 van de Wet IB 2001 van de bij de omzetting verkregen aandelen wordt gesteld op de som van de fiscale boekwaarden op het overgangstijdstip van de vermogensbestanddelen die worden ingebracht. Indien en voorzover zonder de toepassing van artikel 3.65 van de Wet IB 2001 voordelen – zowel positieve als negatieve voordelen – zouden zijn vrijgesteld door de toepassing van artikel 3.11 (vrijstelling voor bosbedrijf) of artikel 3.12 (landbouwvrijstelling) van de Wet IB 2001 wordt het bedrag bepaald op grond van de vorige volzin, verhoogd respectievelijk verlaagd met deze voordelen. Daarnaast vindt verhoging van dit bedrag plaats met 200% van de negatieve terugkeerreserve genoemd in artikel 3.65, derde lid, van de Wet IB 2001. Dit bedrag wordt vervolgens verminderd met het bedrag van de reserves als bedoeld in artikel 3.53, eerste lid, onderdeel a en b, van de Wet IB 2001, de bij de vennootschap bedongen lijfrenten als bedoeld in de artikelen 3.128 en 3.129 van de Wet IB 2001 en met de creditering als bedoeld in de vierde standaardvoorwaarde.

  • 7a.

    De deelnemingsvrijstelling als bedoeld in artikel 13 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 vindt geen toepassing op positieve voordelen uit hoofde van een deelneming tot het bedrag waarmee op het overgangstijdstip de waarde in het economische verkeer van die deelneming de boekwaarde overtreft.

  • 7b.

    Ingeval in enig jaar zich een omstandigheid voordoet als aangeduid in voorwaarde 7c, wordt de vennootschap geacht in dat jaar voor de toepassing van voorwaarde 7a uit de in die voorwaarde bedoelde deelneming positieve voordelen te hebben genoten tot het bedrag waarmee op het overgangstijdstip de waarde in het economische verkeer van die deelneming de boekwaarde overtreft, voorzover dat bedrag de eerder op de voet van voorwaarde 7a in aanmerking genomen positieve voordelen overtreft.

  • 7c.

    Een omstandigheid als bedoeld in voorwaarde 7b is:

    • a.

      de deelneming wordt geheel of voor een deel vervreemd;

    • b.

      de onderneming of een gedeelte van de onderneming van het lichaam waarin wordt deelgenomen, wordt vervreemd;

    • c.

      het aandeel in de winst dat de vennootschap uit hoofde van de deelneming toekomt, neemt af omdat een ander lichaam, dan wel een natuurlijk persoon een belang bij die winst verwerft;

    • d.

      de deelneming gaat bij de vennootschap behoren tot het vermogen van een buitenlandse onderneming op de winst waarvan een regeling ter voorkoming van dubbele belasting van toepassing is;

    • e.

      een vennootschap, zijnde een deelneming waarop voorwaarde 7a van toepassing is, wordt met toepassing van artikel 15 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 geacht te zijn opgegaan in de vennootschap;

    • f.

      de deelneming wordt geheel of voor een deel overgedragen in het kader van een overdracht van een onderneming of een zelfstandig deel van een onderneming waarop artikel 14 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 van toepassing is.

    Voorwaarde 7b vindt geen toepassing ter zake van een omstandigheid als bedoeld onder a, b of c indien de vennootschap aannemelijk maakt dat is vervreemd aan een niet met haar verbonden lichaam in de zin van artikel 10a, vierde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 respectievelijk een niet met haar verbonden natuurlijk persoon in de zin van artikel 3.92 van de Wet IB 2001.

  • 7d.

    Het voor ingebrachte aandelen opgeofferde bedrag in de zin van artikel 13d, tweede lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt niet hoger gesteld dan de boekwaarde van de desbetreffende aandelen op het overgangstijdstip. Voor de toepassing van artikel 13d, tweede lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt het opgeofferde bedrag vermeerderd met de positieve voordelen uit hoofde van die deelneming waarop de deelnemingsvrijstelling op grond van voorwaarde 7a geen toepassing heeft gevonden.

  • 7e.

    Voor de toepassing van artikel 13ca van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt de periode waarin de deelneming heeft behoord tot het vermogen van de in te brengen onderneming toegerekend aan de vennootschap.

    Waar in deze voorwaarde wordt gesproken over de deelneming wordt bedoeld een deelneming waarvoor de deelnemingsvrijstelling geldt.

    Sinds 2010 valt hieronder ook de kwalificerende beleggingsdeelneming.

  • 8.

    De vennootschap komt binnen vijftien maanden na het overgangstijdstip tot stand en de inbreng vindt eveneens binnen deze termijn plaats.

  • 9.

    De vennootschap verklaart schriftelijk aan de voor de heffing van inkomstenbelasting bevoegde inspecteur dat zij de bovenstaande voorwaarden en beperkingen aanvaardt.


Bijlage 2

Extra voorwaarde: in buitenland woonachtige aandeelhouder

Artikel 3.65, eerste lid, eerste volzin, van de Wet IB 2001 (zogenoemde niet-stakingsfictie) geldt vanwege claimverlies niet voor zover de uit de toepassing van de faciliteit van de geruisloze omzetting voortvloeiende aanmerkelijkbelangclaim (als gevolg van verdragstoepassing) niet kan worden geëffectueerd. In dat geval verhoogt de inspecteur de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen van belastingplichtige met het bedrag van dat claimverlies (hierna: het geconserveerde bedrag). De verhoging vindt plaats in het laatste jaar waarin de resultaten van de onderneming van belastingplichtige in de inkomstenbelasting worden betrokken. Het voorgaande leidt er echter niet toe dat de in de vennootschapsbelasting gedreven onderneming voor het gestaakte aandeel tegen de werkelijke waarde wordt voortgezet.

Het geconserveerde bedrag wordt bepaald door het aanmerkelijkbelangtarief geldend in het jaar van de geruisloze omzetting te vermenigvuldigen met de belastingclaim die niet behouden blijft. De claim die niet behouden blijft, is gelijk aan de waarde in het economische verkeer van de om te zetten onderneming minus de boekwaarde van die onderneming op het overgangstijdstip en verminderd met de vennootschapsbelastingclaim die op het overgangstijdstip wordt gevestigd. Indien en voor zover zonder de toepassing van artikel 3.65 van de Wet IB 2001 voordelen – zowel positieve als negatieve voordelen – zouden zijn vrijgesteld door de toepassing van artikel 3.11 of 3.12 van de Wet IB 2001 wordt de waarde in het economische verkeer van de onderneming genoemd in de vorige volzin tevens verlaagd respectievelijk verhoogd met deze voordelen.

De vennootschapsbelastingclaim wordt berekend door het vennootschapsbelastingtarief geldend in het jaar van de geruisloze omzetting te vermenigvuldigen met het verschil tussen de waarde in het economische verkeer van de om te zetten onderneming en de boekwaarde van die onderneming op het overgangstijdstip. Hierbij wordt uiteraard ook rekening gehouden met eventuele objectieve vrijstellingen ex. artikel 3.11 of 3.12 van de Wet IB 2001.

De ontvanger verleent de belastingschuldige op diens schriftelijk verzoek uitstel van betaling voor het geconserveerde bedrag mits voldoende zekerheid wordt gesteld en wordt ingestemd met de door de ontvanger te stellen voorwaarden. Het schriftelijke verzoek en de zekerheidstelling blijven achterwege in geval de belastingschuldige in een lidstaat van de Europese Unie woont.

Het uitstel eindigt indien zich een situatie voordoet genoemd in artikel 25, achtste lid, onderdeel a of b, van de Invorderingswet 1990 dan wel indien de feitelijke leiding van de vennootschap wordt verplaatst naar een ander land dan Nederland.

Artikel 24, achtste lid, artikel 26, vierde en vijfde lid, onderdeel a, artikel 28, tweede lid, van de Invorderingswet 1990 zijn van overeenkomstige toepassing.

Toelichting

Deze voorwaarde brengt met zich dat de (inkomsten)belastingclaim in geval van toepassing van de faciliteit van de geruisloze omzetting in alle situaties globaal gehandhaafd blijft. Omdat de naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid tegen boekwaarden de onderneming voortzet, blijft deze claim doorgaans behouden. De inkomstenbelastingclaim wordt dan omgezet in een qua grootte vergelijkbare vennootschapsbelasting- en aanmerkelijkbelangclaim.

In situaties waarin (een deel van) de inkomstenbelastingclaim verloren dreigt te gaan, wordt op grond van deze voorwaarde dit claimverlies veilig gesteld door de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen van belastingplichtige met dit verlies te verhogen. De aanslag van het laatste jaar waarin de resultaten van de onderneming van belastingplichtige in de inkomstenbelasting worden betrokken, wordt verhoogd.

Genoemd claimverlies ontstaat onder andere indien een buitenlandse belastingplichtige een verzoek om toepassing van deze faciliteit doet. De consequentie van de voorwaarde is dat de onderneming voor een deel is gestaakt. Deze staking betekent echter niet dat de onderneming voor dit deel tegen de werkelijke waarde wordt voortgezet.

De berekening van genoemd geconserveerd bedrag is als volgt:

ab-tarief x ((waarde in het economisch verkeer onderneming -/- boekwaarde onderneming -/- vrijstelling artikel 3.11/3.12 Wet IB 2001) -/- vennootschapsbelastingclaim)

De vennootschapsbelastingclaim wordt bepaald door het vennootschapsbelastingtarief te vermenigvuldigen met het verschil tussen de waarde in het economische verkeer en de boekwaarde van de onderneming op het overgangstijdstip. Voor het geconserveerde bedrag wordt op verzoek van de natuurlijke persoon/aandeelhouder uitstel van betaling verleend. Belastingplichtige moet dan wel zekerheid stellen. In geval de aandeelhouder woonachtig is in een EU-lidstaat, verleent de ontvanger automatisch uitstel van betaling en vervalt de zekerheidstellingseis. Genoemd uitstel wordt beëindigd in geval en voor zover aandelen of winstbewijzen die aan het uitstel ten grondslag liggen, worden vervreemd. Hiertoe wordt ook gerekend de verplaatsing van de feitelijke leiding van de opgerichte vennootschap. De belastingaanslag wordt alsdan invorderbaar. Vervreemding wordt opgevat conform hoofdstuk 4 van de Wet IB 2001 met uitzondering van de situatie waarin de faciliteit van artikel 14c van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 wordt toegepast maar inclusief de situatie waarbij de feitelijke leiding van de vennootschap wordt verplaatst.

Gedurende het uitstel wordt niet overgegaan tot verrekening van uit te betalen belastingbedragen met de bedragen waarvoor uitstel van betaling is verleend. Evenmin wordt invorderingsrente in rekening gebracht.

Bij vervreemding van (een deel van) de aandelen vindt invordering van een evenredig deel van de aanslag plaats. Bij het uitkeren van dividend wordt de aanslag verminderd met de verschuldigde dividendbelasting voorzover het heffingsrecht voor deze belasting volgens verdragsrechtelijke regels aan Nederland wordt toegewezen.

Voorbeeld

31-12-07

A

BW

WW

Kas

50

50

Kapitaal

200

Gebouw

200

300

Schulden

100

Inventaris

100

150

Crediteuren

50

350

500

350

1-1-08

BV A

Kas

50

EV

200

(a.k. 95)

Gebouw

200

Schulden

100

Inventaris

100

Crediteuren

50

350

350

Stel

De balans van A, woonachtig in België, ziet er ultimo 2007 als hierboven uit. Het overgangstijdstip is 1-1-2008. Er is geen goodwill in de onderneming van A aanwezig. A valt onder het hoogste IB-tarief (stel: 50%). Het Vpb-tarief is 25,5%.

Ruisende inbreng

Indien A de onderneming ruisend inbrengt in een bv zou de Nederlandse fiscus als gevolg van de staking van de onderneming 67,5 van A ontvangen. De stakingswinst bedraagt namelijk 150 (meerwaarde in het gebouw en de inventaris) en de belastbare winst is ongeveer 135 (150 minus de ondernemersaftrek en minus de MKB-winstvrijstelling). De fiscus legt A als gevolg van de staking dan een hogere aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen op van 67,5 (50% x 135).

Artikel 3.65 Wet IB 2001

Bij toepassing van artikel 3.65 Wet IB is het de bedoeling dat de IB-claim (in casu dus 67,5) wordt omgezet in een ongeveer even grote Vpb- (38,25) en ab-claim (27,93). Als gevolg van de geruisloze omzetting behoort met andere woorden een belastingclaim van (38,25 + 27,93=) 66,18 te ontstaan voor Nederland. Doordat A geen inwoner is van Nederland ontstaat doorgaans echter slechts een claim van 38,25. Op grond van verdragsrechtelijke regels raakt Nederland een deel van de belastingclaim (de ab-claim) kwijt. Om dit te herstellen verhoogt de inspecteur daarom de aanslag inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen van belastingplichtige met genoemd claimverlies.

De verhoging bedraagt op grond van de voorwaarde 25% x ((350 – 200 – 0) – (25,5% x (350-200))= 25% x (150–38,25)= 27,93. Dit is dus gelijk aan het belastingbedrag dat Nederland veelal kwijtraakt.



Eerste Boek De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad

Eerste Boek De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad


Hoofdstuk 3 Bepalingen betreffende het melden van ongebruikelijke transacties

Hoofdstuk 3 Bepalingen betreffende het melden van ongebruikelijke transacties



Hoofdstuk I Inleidende bepaling

Hoofdstuk I Inleidende bepaling


Burgerlijk Wetboek Boek 10, Internationaal Privaatrecht


Wet van 15 maart 1928, houdende regeling van sommige van landgoederen geheven belastingen tot bevordering van behoud van natuurschoon


Artikel 1

Krachtens deze wet worden de volgende belastingen geheven:

  • a.

    een overdrachtsbelasting;

  • b.

    een assurantiebelasting.


Wet van 15 maart 1928, houdende regeling van sommige van landgoederen geheven belastingen tot bevordering van behoud van natuurschoon

Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, salut! doen te weten:

Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenschelijk is om, tot bevordering van behoud van natuurschoon, sommige van landgoederen geheven wordende belastingen nader te regelen;

Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan, bij deze:


Artikel 1

  • 1

    Deze wet verstaat onder:

    • a.

      landgoed: een geheel of gedeeltelijk met natuurterreinen, bossen of andere houtopstanden bezette onroerende zaak - daaronder begrepen die waarop een buitenplaats of andere, bij het karakter van het landgoed passende, opstallen voorkomen - voor zover het blijven voortbestaan van die onroerende zaak in zijn karakteristieke verschijningsvorm voor het behoud van het natuurschoon wenselijk is, en:

      • 1°.

        de onroerende zaak in Nederland is gelegen, of

      • 2°.

        de onroerende zaak is gelegen in een andere lidstaat van de Europese Unie of een staat waarmee Nederland een regeling is overeengekomen die voorziet in de uitwisseling van inlichtingen en deze zaak een element vormt van het Nederlands cultureel erfgoed.

    • b.

      eigenaar:

      • 1°.

        de eigenaar van een onroerende zaak die niet is bezwaard met het beperkt recht van vruchtgebruik of, behoudens in gevallen als bedoeld in het derde lid, dat van erfpacht;

      • 2°.

        de vruchtgebruiker of, behoudens in gevallen als bedoeld in het derde lid, de erfpachter;

    • c.

      economische eigendom: een samenstel van rechten en verplichtingen met betrekking tot een onroerende zaak, dat een belang bij die zaak vertegenwoordigt. Het belang omvat ten minste enig risico van waardeverandering en komt toe aan een ander dan de civiel-juridische eigenaar. De verlening van uitsluitend het recht op levering wordt niet aangemerkt als overdracht van economische eigendom;

    • d.

      Onze Minister: Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

    • e.

      Onze Ministers: Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Onze Minister van Financiën.

  • 2

    Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld inzake de voorwaarden waaraan een onroerende zaak moet voldoen om te kunnen worden aangemerkt als een landgoed. Die voorwaarden betreffen:

    • a.

      de oppervlakte van de onroerende zaak, waarbij mede in aanmerking kan worden genomen de oppervlakte van één aangrenzende onroerende zaak die als een landgoed is aangemerkt of gelijktijdig met de eerstgenoemde onroerende zaak als een landgoed wordt aangemerkt, indien tussen de beide onroerende zaken een nauwe historische band bestaat;

    • b.

      het percentage van de oppervlakte van de onroerende zaak dat ten minste met natuurterreinen, bossen of andere houtopstanden bezet dient te zijn alsmede de aard van de natuurterreinen, bossen en andere houtopstanden;

    • c.

      de omvang en hoedanigheid van de niet met natuurterreinen, bossen of andere houtopstanden bezette terreinen, al dan niet gerelateerd aan de hoedanigheid van direct aan de onroerende zaak grenzende terreinen;

    • d.

      de wijze en de aard van de bebouwing;

    • e.

      het soort gebruik dat van de terreinen en de opstallen wordt gemaakt;

    • f.

      de criteria om aangemerkt te worden als element van het Nederlands cultureel erfgoed ingeval de onroerende zaak niet in Nederland is gelegen.

  • 3

    Indien een onroerende zaak bezwaard is met het recht van erfpacht wordt, onder bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden, in plaats van de erfpachter de hoofdgerechtigde van die onroerende zaak aangemerkt als de eigenaar, indien de hoofdgerechtigde aantoont dat bij de erfpachter geen economische eigendom van de onroerende zaak berust.

  • 4

    In afwijking in zoverre van het tweede lid worden bij algemene maatregel van bestuur regels gesteld inzake de voorwaarden waaraan een onroerende zaak, die voldoet aan de in het tweede lid, onderdelen a, c, d en e bedoelde voorwaarden, doch niet aan de voorwaarden, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, moet voldoen om te kunnen worden aangemerkt als een landgoed.


Artikel 2

  • 1

    De eigenaar die zijn onroerende zaak wenst aangemerkt te zien als een landgoed, doet aan Onze Ministers een daartoe strekkend verzoek dat wordt ingediend bij Onze Minister.

  • 2

    Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot:

    • a.

      de wijze van indiening van een verzoek als bedoeld in het eerste lid en de besluitvorming daarover, en

    • b.

      de omstandigheden waaronder een verzoek uitsluitend kan worden ingediend in samenhang met eenzelfde verzoek dat door de eigenaar van een aangrenzende onroerende zaak wordt ingediend.

  • 3

    Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur wordt bepaald welke bescheiden, naast een beschrijving van de karakteristieke verschijningsvorm van de onroerende zaak alsmede uittreksels uit de basisregistratie kadaster, bij het verzoek moeten worden overgelegd en worden regels gesteld betreffende de inhoud van die beschrijving en van die andere bescheiden.

  • 4

    Onze Ministers beslissen op het verzoek bij gezamenlijke beschikking.

  • 5

    Indien aan het verzoek wordt voldaan, wordt de onroerende zaak als een landgoed aangemerkt met ingang van het tijdstip waarop het verzoek bij Onze Minister is ingekomen.


Artikel 3

  • 1

    Een als landgoed aangemerkte onroerende zaak wordt niet langer als zodanig beschouwd in de gevallen waarin:

    • a.

      de eigenaar Onze Minister schriftelijk mededeelt dat hij zijn de onroerende zaak niet langer wenst aangemerkt te zien als een landgoed;

    • b.

      het karakter van landgoed van de onroerende zaak is aangetast of verloren is gegaan door gebrek aan behoorlijk onderhoud of door andere omstandigheden;

    • c.

      • 1°.

        de eigendom van de onroerende zaak is overgedragen;

      • 2°.

        het beperkt recht van vruchtgebruik of, behoudens ingeval de hoofdgerechtigde nog steeds als eigenaar wordt aangemerkt op grond van artikel 1, derde lid, dat van erfpacht op de onroerende zaak is gevestigd of een zodanig recht op de onroerende zaak is geëindigd, waaronder begrepen de gevallen waarin de erfpachter door de toepassing van artikel 1, derde lid, niet langer als eigenaar wordt aangemerkt. Met de vestiging van het recht van erfpacht wordt gelijkgesteld de overdracht van economische eigendom aan een erfpachter die aanvankelijk op grond van artikel 1, derde lid, niet als eigenaar van de onroerende zaak werd aangemerkt;

      • 3°.

        de onroerende zaak bij verdeling is gesplitst en aan verschillende deelgenoten is toegedeeld;

    • d.

      op grond van artikel 1, tweede lid, onderdeel a, de oppervlakte van een aangrenzende onroerende zaak in aanmerking is genomen en deze onroerende zaak of het aangrenzende gedeelte daarvan niet langer als een landgoed, onderscheidenlijk als een gedeelte daarvan, wordt aangemerkt;

    • e.

      de onroerende zaak niet voldoet aan de regels, bedoeld in artikel 1, tweede lid, eerste zin.

  • 2

    Het eerste lid, aanhef en onderdeel c, vindt geen toepassing, voor zover Onze Ministers op verzoek van de eigenaar bij gezamenlijke beschikking beslissen dat de onroerende zaak blijft aangemerkt als een landgoed. Het verzoek dient binnen zes maanden na de overdracht, na de vestiging of het eindigen van het beperkt recht, onderscheidenlijk na de verdeling bij Onze Minister te worden ingediend. Onze Minister is bevoegd in bijzondere gevallen de termijn van zes maanden te verlengen.

  • 3

    In de gevallen waarin de onroerende zaak niet langer als een landgoed wordt aangemerkt ingevolge het eerste lid, onderdelen a of c, stellen Onze Ministers bij gezamenlijke beschikking vast dat de onroerende zaak niet langer als zodanig wordt beschouwd met ingang van het tijdstip waarop de mededeling bij Onze Minister is ingekomen, onderscheidenlijk het tijdstip van de overdracht, van de vestiging of het eindigen van het beperkt recht, dan wel van de verdeling.

  • 4

    In het geval waarin de onroerende zaak, naar het oordeel van Onze Ministers, niet langer als een landgoed wordt aangemerkt ingevolge het eerste lid, onderdelen b of e, beslissen Onze Ministers bij gezamenlijke beschikking dat de onroerende zaak niet langer als zodanig wordt beschouwd met ingang van de datum van die beschikking.

  • 5

    Indien de oppervlakte van een onroerende zaak waarvoor door Onze Ministers een beschikking is afgegeven als bedoeld in het derde of het vierde lid, in aanmerking is genomen bij de toetsing van een andere onroerende zaak aan de voorwaarden, genoemd in artikel 1, tweede lid, zenden Onze Ministers een afschrift van voornoemde beschikking ter kennisgeving aan de eigenaar of eigenaren van deze andere onroerende zaak.

  • 6

    Het eerste lid, aanhef en onderdeel d, vindt geen toepassing voorzover Onze Ministers op verzoek van de eigenaar bij gezamenlijke beschikking beslissen dat de onroerende zaak blijft aangemerkt als een landgoed. Het verzoek wordt binnen zes maanden na de datum van de kennisgeving, bedoeld in het vijfde lid, ingediend.

  • 7

    Ingeval een onroerende zaak ingevolge toepassing van het eerste lid, onderdeel d, niet langer als een landgoed kan worden aangemerkt, stellen Onze Ministers niet eerder dan zes maanden na verzending van de kennisgeving, bedoeld in het vijfde lid, bij gezamenlijke beschikking vast dat de onroerende zaak niet langer als een landgoed wordt aangemerkt met ingang van de datum van die beschikking.

  • 8

    Een eigenaar kan aan Onze Ministers een verklaring vragen dat een door hem voorgenomen handeling niet zal leiden tot een beschikking, als bedoeld in het vierde lid.

  • 9

    Met betrekking tot een gedeelte van de onroerende zaak vinden het eerste tot en met het achtste lid overeenkomstige toepassing.


Artikel 3a

  • 1

    Indien de onroerende zaak, bedoeld in artikel 1, vierde lid, na verloop van drie jaren nadat zij als een landgoed is aangemerkt, niet voldoet aan de in artikel 1, tweede lid, onderdeel b, bedoelde voorwaarden, dan wel indien zij naar het oordeel van Onze Minister na die termijn niet aan die voorwaarden zal voldoen, beslissen Onze Ministers bij gezamenlijke beschikking dat de onroerende zaak niet langer als een landgoed wordt aangemerkt met ingang van de datum van die beschikking. Onze Minister kan de termijn van drie jaren op grond van bijzondere omstandigheden met maximaal twee jaren verlengen.

  • 2

    Een eigenaar van een onroerende zaak die op de voet van artikel 1, vierde lid, als een landgoed is aangemerkt, kan aan Onze Ministers een verklaring vragen dat aan de in artikel 1, tweede lid, onderdeel b, bedoelde voorwaarden is voldaan.

  • 3

    Het eerste en tweede lid vinden overeenkomstige toepassing met betrekking tot een gedeelte van de onroerende zaak.


Artikel 4

  • 1

    Vanaf het tijdstip waarop een onroerende zaak of een gedeelte daarvan niet langer als een landgoed wordt aangemerkt, wordt die onroerende zaak of dat gedeelte binnen een termijn van 10 jaren niet opnieuw als zodanig aangemerkt ingeval het verzoek daartoe wordt gedaan door degene die op dat tijdstip eigenaar was of door een vennootschap waarvan hij middellijk of onmiddellijk aandeelhouder is.

  • 2

    Indien in het geval als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, het karakter van landgoed niet in ernstige mate is aangetast kunnen Onze Ministers bij gezamenlijke beschikking, in afwijking in zoverre van het eerste lid, een kortere termijn van ten hoogste 5 jaren vaststellen en kunnen zij daarbij voorwaarden stellen. Alsdan vinden de artikelen 8 en 9c geen toepassing. Ingeval de in de eerste volzin bedoelde aantasting van het karakter van landgoed voortvloeit uit omstandigheden die het gevolg zijn van overmacht, wordt bovendien voor de toepassing van artikel 5.7, eerste lid, onderdeel c, van de Wet inkomstenbelasting 2001 en van artikel 220d, eerste lid, onderdeel d, van de Gemeentewet de onroerende zaak of het desbetreffende gedeelte daarvan gelijkgesteld met een landgoed.

  • 3

    Het eerste lid en de artikelen 8 en 9c vinden alsnog toepassing indien binnen de kortere termijn:

    • a.

      de eigenaar Onze Minister schriftelijk mededeelt dat hij zijn onroerende zaak onderscheidenlijk het in het eerste lid bedoelde gedeelte na afloop van die termijn niet opnieuw wenst aangemerkt te zien als een landgoed;

    • b.

      de krachtens het tweede lid gestelde voorwaarden niet worden nageleefd; dan wel

    • c.

      zich wederom een geval als bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, voordoet;

    • d.

      een aangrenzende onroerende zaak, waarvan de oppervlakte in aanmerking is genomen als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel a, door toepassing van artikel 3, eerste lid, niet meer als een landgoed in aanmerking wordt genomen, tenzij op deze aangrenzende onroerende zaak het tweede lid van toepassing is, dan wel

    • e.

      zich met betrekking tot een aangrenzende onroerende zaak, waarvan de oppervlakte in aanmerking is genomen als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel a, en waarop het tweede lid toepassing heeft gevonden, een van de gebeurtenissen, bedoeld in de onderdelen a, b of c voordoet.

  • 4

    Met betrekking tot het derde lid, onderdeel a, en de onderdelen b, c, d en e vindt artikel 3, derde lid, onderscheidenlijk vierde, vijfde en zevende tot en met negende lid, overeenkomstige toepassing.

  • 5

    Ingeval artikel 3, zevende lid, toepassing heeft gevonden op een onroerende zaak ten gevolge van het feit dat deze onroerende zaak was aangemerkt als een landgoed rekening houdende met de oppervlakte van een aangrenzende onroerende zaak waarop het tweede lid is toegepast, is het tweede lid op de eerstgenoemde onroerende zaak van overeenkomstige toepassing.


Artikel 5 [Vervallen per 29-06-1989]

[Vervallen]


Artikel 6 [Vervallen per 29-06-1989]

[Vervallen]


Artikel 7

  • 1

    Indien tot een verkrijging in de zin van de Successiewet 1956 een onroerende zaak behoort, die is aangemerkt als een landgoed vindt - mits aan de in het volgende lid gestelde voorwaarden is voldaan - geen invordering plaats van het verschil tussen de volgens de aanslag verschuldigde schenkbelasting onderscheidenlijk erfbelasting en de belasting, welke verschuldigd zou zijn, indien de onroerende zaak wordt gesteld op de helft van de waarde in het economische verkeer, welke op het tijdstip van de verkrijging aan de zaak zou moeten worden toegekend, in geval daarop de last rustte om het gedurende een tijdvak van 25 jaren als zodanig in stand te houden en geen opgaand hout te vellen, dan volgens de regels van normaal bosbeheer noodzakelijk of gebruikelijk is. Voor zover het landgoed overeenkomstig door Onze Ministers goedgekeurde regelen voor het publiek is opengesteld, wordt, in afwijking in zoverre van de vorige volzin, de waarde van dat landgoed gesteld op nihil.

  • 2

    Het vorige lid is slechts van toepassing, indien in de aangifte behalve de naar artikel 21 van de voormelde wet bepaalde waarde in het economische verkeer worden opgegeven de in dat lid bedoelde waarde in het economische verkeer en de in artikel 2, vierde lid, bedoelde beschikking, zomede, indien en voor zover het een opengesteld landgoed betreft, de beschikking, waarbij de regelen voor de openstelling zijn goedgekeurd.

  • 3

    Het in het eerste lid bepaalde geldt ook, indien de hiervoor bedoelde beschikkingen op verzoek van de verkrijgers eerst na het overlijden of de schenking zijn afgegeven.

  • 4

    Het in het eerste lid bepaalde geldt niet voor zover het een verkrijging in de zin van de Successiewet 1956 betreft door degene die in de vijf jaren voorafgaande aan de verkrijging de onroerende zaak onder bezwarende titel heeft overgedragen en, gedurende die periode van vijf jaren, voor een verkrijging door zijn rechtsopvolgers onder algemene titel.

  • 5

    In het aanslagbiljet wordt behalve van het bedrag van de aanslag melding gemaakt van het bedrag van de terstond invorderbare belasting. De vaststelling van laatstbedoeld bedrag wordt voor de toepassing van de wettelijke bepalingen betreffende de schenk- en erfbelasting en de regeling inzake belastingrente beschouwd als de oplegging van een aanslag.


Artikel 7a

  • 1

    Voor de heffing van de schenk- en erfbelasting, geheven krachtens de Successiewet 1956en voor de toepassing van artikel 8a, worden de bezittingen en schulden van een naamloze vennootschap of van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid als bezittingen en schulden harer gezamenlijke aandeelhouders beschouwd, indien:

    • a.

      de werkzaamheden der naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid uitsluitend of hoofdzakelijk bestaan in de instandhouding en exploitatie van onroerende zaken als landgoederen;

    • b.

      alle aandeelhouders natuurlijke personen zijn;

    • c.

      het aantal aandeelhouders niet meer dan twintig bedraagt.

  • 2

    Voor de toepassing van het eerste lid worden rechtspersonen, welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stellen, met natuurlijke personen gelijk gesteld.

  • 3

    Het in het eerste lid, onderdeel c, genoemde vereiste is niet van toepassing, indien het aantal aandeelhouders, niet meer dan twintig bedragen hebbende, uitsluitend door erfenis, legaten, schenkingen en ontbindingen van huwelijksgemeenschappen of gemeenschappen van geregistreerd partnerschap gestegen is tot meer dan twintig mits, nadat het aantal aandeelhouders gestegen was tot meer dan twintig, dat aantal niet door andere dan de genoemde oorzaken verder gestegen is.


Artikel 8

  • 1

    In het geval waarin een beschikking is genomen als bedoeld in artikel 3a, eerste lid, dan wel indien binnen een tijdvak van 25 jaren na het overlijden of de schenking zich één van de in artikel 3, derde, vierde en zevende lid, genoemde gevallen voordoet, wordt de belasting - waarvan ingevolge artikel 7, eerste lid, invordering achterwege is gebleven - alsnog ingevorderd, verminderd met de reeds op grond van artikel 8a ingevorderde belasting.

  • 2

    Indien een van de in het eerste lid bedoelde gevallen zich heeft voorgedaan met betrekking tot een gedeelte van de onroerende zaak, wordt de belasting herrekend naar de helft van de waarde in het economische verkeer (of, voor zover de onroerende zaak volgens goedgekeurde regelen blijft opengesteld, de op nihil gestelde waarde in het economische verkeer), ten dage, waarop zich één van die gevallen heeft voorgedaan, aan de onroerende zaak, voor zover die als landgoed blijft aangemerkt, overeenkomstig artikel 7, eerste lid, toe te kennen, vermeerderd met de waarde in het economische verkeer, welke op dat tijdstip ingevolge artikel 21 van de Successiewet 1956 aan het overige gedeelte van de onroerende zaak, met inbegrip van het gevelde opgaande hout, moet worden toegekend, zonder dat de som van die waarden de in artikel 7, tweede lid, eerstbedoelde waarde te boven gaat. In dat geval wordt de aldus herrekende belasting, verminderd met de reeds ingevorderde belasting, alsnog ingevorderd. Teruggave van belasting heeft deze bepaling niet tengevolge.

  • 3

    Indien door Onze Ministers wordt beslist, dat, te rekenen van een tijdstip, liggende binnen een tijdvak van 25 jaren na het overlijden of de schenking, de onroerende zaak niet langer volgens goedgekeurde regelen is opengesteld, en de vorige twee leden niet van toepassing zijn, vindt alsnog invordering plaats van de belasting berekend naar de helft van de in artikel 7, eerste lid, bedoelde waarde in het economische verkeer, verminderd met de reeds ingevorderde belasting.

  • 4

    Indien het in het vorige lid bedoelde geval zich voordoet ten aanzien van een gedeelte van de onroerende zaak en het tweede lid niet van toepassing is, wordt de belasting herrekend naar de op nihil gestelde waarde in het economische verkeer, op het in het vorige lid bedoelde tijdstip aan de onroerende zaak, voor zover die volgens goedgekeurde regelen blijft opengesteld, overeenkomstig artikel 7, eerste lid, toe te kennen, vermeerderd met de helft van de waarde in het economische verkeer, welke op dat tijdstip ingevolge laatstgemelde bepaling aan het overige gedeelte van de onroerende zaak moet worden toegekend, zonder dat deze som de in artikel 7, eerste lid, bedoelde waarde te boven gaat. De aldus herrekende belasting, verminderd met de reeds ingevorderde belasting, wordt alsnog ingevorderd. Teruggave van belasting heeft deze bepaling niet tengevolge.

  • 5

    Indien één van de gevallen, in dit artikel bedoeld, zich voordoet, zijn zij, die tot het doen van aangifte van de verkrijging zijn of waren gehouden, verplicht binnen twee maanden, nadat zij daartoe schriftelijk door de inspecteur zijn uitgenodigd, bij nadere aangifte de gegevens te verstrekken, welke voor de invordering of herrekening ingevolge dit artikel nodig zijn, voor zover deze nog niet aan de inspecteur bekend zijn. Artikel 11 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen is van toepassing. Het bedrag van de in te vorderen belasting wordt bij aanslag vastgesteld.

  • 6

    Op het bedrag van de belasting, dat ingevolge artikel 7, eerste lid, niet wordt ingevorderd, blijft Hoofdstuk V van de Invorderingswet 1990 van toepassing. De aldaar bedoelde rente wordt evenwel slechts in rekening gebracht over en tegelijk met de belasting, waarvan op grond van dit artikel alsnog invordering plaatsheeft.

  • 7

    Onze Minister van Financiën kan in bijzondere gevallen beslissen, dat de vorige bepalingen van dit artikel geheel of gedeeltelijk buiten toepassing blijven.


Artikel 8a

  • 1

    Indien degene ten aanzien van wie artikel 7 toepassing heeft gevonden, binnen een tijdvak van 25 jaren na het overlijden of de schenking:

    • a.

      de eigendom van het landgoed overdraagt, of

    • b.

      het recht van vruchtgebruik of, behoudens ingeval de hoofdgerechtigde nog steeds als eigenaar wordt aangemerkt op grond van artikel 1, derde lid, dat van erfpacht op de onroerende zaak vestigt, overdraagt of daarvan afstand doet, waaronder begrepen de gevallen waarin de erfpachter door de toepassing van artikel 1, derde lid, niet langer als eigenaar wordt aangemerkt,

    vindt alsnog invordering plaats overeenkomstig de volgende leden van de belasting waarvan bij hem ingevolge artikel 7, eerste lid, invordering achterwege is gebleven.

  • 2

    Voor de toepassing van dit artikel wordt onder overdracht mede begrepen de overdracht van de economische eigendom.

  • 3

    De ingevolge het eerste lid in te vorderen belasting bedraagt het product van de ten tijde van de in het eerste lid, onderdeel a of b, bedoelde gebeurtenis nog niet verstreken volle jaren van het in het eerste lid bedoelde tijdvak en 1/25 gedeelte van de belasting waarvan ingevolge artikel 7, eerste lid, invordering achterwege is gebleven.

  • 4

    Indien een van de in het eerste lid bedoelde gevallen zich voordoet met betrekking tot een gedeelte van het landgoed wordt een bedrag aan belasting ingevorderd dat gelijk is aan het overeenkomstig het derde lid berekende bedrag vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller gelijk is aan de waarde van het betrokken gedeelte van het landgoed en de noemer gelijk is aan de waarde van het gehele landgoed. Voor de in de vorige volzin bedoelde waarde van het betrokken gedeelte van het landgoed respectievelijk die van het gehele landgoed wordt in aanmerking genomen de waarde in het economische verkeer op het moment dat de in het eerste lid bedoelde gebeurtenissen zich voordoen.

  • 5

    In afwijking van het eerste lid wordt de belasting niet ingevorderd voorzover tegenover de in de onderdelen a of b bedoelde gebeurtenis geen directe of indirecte tegenprestatie staat. Indien sprake is van een tegenprestatie die afwijkt van hetgeen in het economische verkeer door onafhankelijke partijen zou zijn overeengekomen, wordt het bedrag aan belasting ingevorderd dat gelijk is aan het overeenkomstig het derde of vierde lid berekende bedrag vermenigvuldigd met een breuk waarvan de teller gelijk is aan de waarde van de tegenprestatie en de noemer gelijk is aan de waarde van de tegenprestatie die tussen onafhankelijke partijen zou zijn overeengekomen.

  • 6

    Indien de in het eerste lid genoemde rechtshandelingen worden verricht door degene die het landgoed of een gedeelte daarvan dan wel een van de in het eerste lid genoemde beperkte rechten heeft verkregen krachtens verdeling van een gemeenschap dan wel krachtens een opeenvolging van dergelijke verdelingen, vindt dit artikel toepassing alsof die verdeling of verdelingen niet hebben plaatsgevonden.

  • 7

    Indien degene die een landgoed of een beperkt recht van vruchtgebruik of van erfpacht daarop heeft verkregen ten gevolge van de verdeling van een nalatenschap, dat landgoed of dat beperkt recht binnen de in het eerste lid bedoelde periode van 25 jaar overdraagt aan een van de deelgenoten of voormalige deelgenoten in die nalatenschap, blijft met betrekking tot die overdracht het eerste lid buiten toepassing. De deelgenoot of voormalige deelgenoot aan wie het in de vorige volzin bedoelde landgoed of beperkt recht is overgedragen wordt voor de toepassing van dit artikel geacht dat landgoed of beperkt recht te hebben verkregen krachtens verdeling van de eerder genoemde nalatenschap.

  • 8

    Artikel 8, vijfde en zevende lid, is van overeenkomstige toepassing.


Artikel 9

Op de ingevolge de artikelen 7, 8 en 8a aan te geven waarden en op te leggen aanslagen zijn de wettelijke bepalingen betreffende de schenk- en erfbelasting en de bepalingen van de Algemene wet inzake rijksbelastingen voor zoveel mogelijk van toepassing.


Artikel 9a

Ter zake van de verkrijging van een landgoed is geen overdrachtsbelasting verschuldigd.


Artikel 9b [Vervallen per 01-01-2006]

[Vervallen]


Artikel 9c

De belasting die door toepassing van artikel 9a niet is geheven, is alsnog verschuldigd indien met betrekking tot het landgoed een beschikking wordt genomen als bedoeld in artikel 3a, eerste lid, dan wel binnen een tijdvak van 25 jaren na de verkrijging zich een van de in artikel 3, derde, vierde en zevende lid, genoemde gevallen voordoet.


Artikel 10


Artikel 11 [Vervallen per 29-06-1989]

[Vervallen]


Artikel 12

Deze wet kan worden aangehaald als "Natuurschoonwet 1928".


Artikel 13

Deze wet wordt geacht in werking te zijn getreden met ingang van den eersten Januari 1928.


Slotformulier en ondertekening

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministerieele Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage den 15den Maart 1928 WILHELMINA.

De Minister van Financiën, DE GEER.

De Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw, J. B. KAN.

Uitgegeven den zeven en twintigsten Maart 1928. De Minister van Justitie, J. DONNER.


Titel I Van faillissement



Titel 2 Verenigingen


Besluit van 18 december 1964, houdende uitvoering van de Algemene wet inzake rijksbelastingen


Artikel 26

  • 1

    De vereniging is een rechtspersoon met leden die is gericht op een bepaald doel, anders dan een dat is omschreven in artikel 53 lid 1 of lid 2.

  • 2

    Een vereniging wordt bij meerzijdige rechtshandeling opgericht.

  • 3

    Een vereniging mag geen winst onder haar leden verdelen.


Besluit van 18 december 1964, houdende uitvoering van de Algemene wet inzake rijksbelastingen

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 4 december 1964, nr. B 4/16765, Directie Wetgeving directe belastingen;

Gelet op de artikelen 61 en 70 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 1959, 301);

De Raad van State gehoord (advies van 9 december 1964, nr. 37);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 17 december 1964, nr. B 4/17303, Directie Wetgeving directe belastingen;

Hebben goedgevonden en verstaan:


Artikel 27

  • 1

    Wordt een vereniging opgericht bij een notariële akte, dan moeten de volgende bepalingen in acht worden genomen.

  • 2

    De akte wordt verleden in de Nederlandse taal. Indien de vereniging haar zetel heeft in de provincie Fryslân kan de akte in de Friese taal worden verleden. Een volmacht tot medewerking aan de akte moet schriftelijk zijn verleend.

  • 3

    De akte bevat de statuten van de vereniging.

  • 4

    De statuten houden in:

    • a.

      de naam van de vereniging en de gemeente in Nederland waar zij haar zetel heeft;

    • b.

      het doel van de vereniging;

    • c.

      de verplichtingen die de leden tegenover de vereniging hebben, of de wijze waarop zodanige verplichtingen kunnen worden opgelegd;

    • d.

      de wijze van bijeenroeping van de algemene vergadering;

    • e.

      de wijze van benoeming en ontslag van de bestuurders;

    • f.

      de bestemming van het batig saldo van de vereniging in geval van ontbinding, of de wijze waarop de bestemming zal worden vastgesteld.

  • 5

    De notaris, ten overstaan van wie de akte wordt verleden, draagt zorg dat de akte voldoet aan het in de leden 2-4 bepaalde. Bij verzuim is hij persoonlijk jegens hen die daardoor schade hebben geleden, aansprakelijk.


Artikel 1

  • 1

    De zelfstandige binnenschipper is gehouden woonplaats te kiezen in Nederland, tenzij hij:

    • a.

      in Nederland een vaste woonplaats heeft;

    • b.

      niet in Nederland woont en niet als binnenschipper een binnenlandse onderneming drijft.

  • 2

    Het lid van de bemanning van een binnenschip - daaronder begrepen de niet-zelfstandige binnenschipper - is bevoegd, en op vordering van de inspecteur gehouden, woonplaats te kiezen in Nederland. Indien hij geen woonplaats heeft gekozen, wordt hij geacht woonplaats te hebben op de vaste woonplaats of de gekozen woonplaats van zijn inhoudingsplichtige. Het vorenstaande geldt niet indien:

    • a.

      hij in Nederland een vaste woonplaats heeft;

    • b.

      hij niet in Nederland woont en niet als binnenschipper in Nederland een dienstbetrekking vervult.

  • 3

    De stukken betreffende de heffing en de invordering van belasting kunnen worden gezonden en betekend aan de gekozen woonplaats.


Artikel 28

  • 1

    Is een vereniging niet overeenkomstig het eerste lid van het vorige artikel opgericht, dan kan de algemene vergadering besluiten de statuten te doen opnemen in een notariële akte.

  • 2

    De leden 2-5 van het vorige artikel zijn van overeenkomstige toepassing.


Artikel 2

  • 1

    De keuze van de woonplaats of een wijziging van de keuze wordt schriftelijk gedaan bij de inspecteur.

  • 2

    Hij die ingevolge artikel 1, eerste lid, verplicht is woonplaats te kiezen, doet dit binnen acht weken na de aanvang van zijn werkzaamheden. Woont hij niet in Nederland, dan doet hij de keuze binnen een week nadat hij het drijven van een binnenlandse onderneming heeft aangevangen.

  • 3

    Hij die ingevolge artikel 1, tweede lid, verplicht is woonplaats te kiezen, doet dit binnen een door de inspecteur te bepalen termijn.


Artikel 29

  • 1

    De bestuurders van een vereniging waarvan de statuten zijn opgenomen in een notariële akte, zijn verplicht haar te doen inschrijven in het handelsregister en een authentiek afschrift van de akte, dan wel een authentiek uittreksel van de akte bevattende de statuten, ten kantore van dat register neer te leggen.

  • 2

    Zolang de opgave ter eerste inschrijving en nederlegging niet zijn geschied, is iedere bestuurder voor een rechtshandeling waardoor hij de vereniging verbindt, naast de vereniging hoofdelijk aansprakelijk.


Artikel 3

Degene die verplicht is woonplaats te kiezen, is desgevraagd gehouden de in de artikelen 47 en 53 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers of de inhoud daarvan, voor raadpleging aan de inspecteur ter beschikking te stellen op de gekozen woonplaats.


Artikel 30

  • 1

    Een vereniging waarvan de statuten niet zijn opgenomen in een notariële akte, kan geen registergoederen verkrijgen en kan geen erfgenaam zijn.

  • 2

    De bestuurders zijn hoofdelijk naast de vereniging verbonden voor schulden uit een rechtshandeling die tijdens hun bestuur opeisbaar worden. Na hun aftreden zijn zij voorts hoofdelijk verbonden voor schulden, voortspruitend uit een tijdens hun bestuur verrichte rechtshandeling, voor zover daarvoor niemand ingevolge de vorige zin naast de vereniging is verbonden. Aansprakelijkheid ingevolge een der voorgaande zinnen rust niet op degene die niet tevoren over de rechtshandeling is geraadpleegd en die heeft geweigerd haar, toen zij hem bekend werd, als bestuurder voor zijn verantwoording te nemen. Ontbreken personen die ingevolge de eerste of tweede zin naast de vereniging zijn verbonden, dan zijn degenen die handelden, hoofdelijk verbonden.

  • 3

    De bestuurders van een zodanige vereniging kunnen haar doen inschrijven in het handelsregister. Indien de statuten op schrift zijn gesteld, leggen zij alsdan een afschrift daarvan ten kantore van dat register neer.

  • 4

    Heeft de inschrijving, bedoeld in het vorige lid, plaatsgevonden, dan is degene die uit hoofde van lid 2 wordt verbonden slechts aansprakelijk, voor zover de wederpartij aannemelijk maakt dat de vereniging niet aan de verbintenis zal voldoen.


Artikel 4

Het niet voldoen aan een verplichting bedoeld in de artikelen 1 tot en met 3 is een strafbaar feit.


Artikel 5

Hij die bij de inwerkingtreding van dit besluit ingevolge artikel 1, eerste lid, gehouden wordt woonplaats te kiezen, doet dit binnen twee maanden na de inwerkingtreding van dit besluit.


Artikel 31 [Vervallen per 01-01-1992]

[Vervallen]



Artikel 32 [Vervallen per 01-09-1994]

[Vervallen]


Artikel 6

  • 1

    Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Wet op de inkomstenbelasting 1964 in werking treedt.

  • 2

    Dit besluit kan worden aangehaald als: Uitvoeringsbesluit Algemene wet inzake rijksbelastingen 1964.


Artikel 33

Tenzij de statuten anders bepalen, beslist het bestuur over de toelating van een lid en kan bij niet-toelating de algemene vergadering alsnog tot toelating besluiten.


Slotformulier en ondertekening

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Soestdijk 18 december 1964 JULIANA.

De Staatssecretaris van Financiën, VAN DEN BERGE.

Uitgegeven de tweeëntwintigste december 1964. De Minister van Justitie a.i., E. H. TOXOPEUS.


Artikel 34

  • 1

    Het lidmaatschap van de vereniging is persoonlijk, tenzij de statuten anders bepalen.

  • 2

    Tenzij de statuten van de vereniging anders bepalen, gaat het lidmaatschap van een rechtspersoon die door fusie of splitsing ophoudt te bestaan, over op de verkrijgende rechtspersoon onderscheidenlijk overeenkomstig de aan de akte van splitsing gehechte beschrijving op een van de verkrijgende rechtspersonen.


Artikel 34a

Verbintenissen kunnen slechts bij of krachtens de statuten aan het lidmaatschap worden verbonden.


Artikel 35

  • 1

    Het lidmaatschap eindigt:

    • a.

      door de dood van het lid, tenzij de statuten overgang krachtens erfrecht toelaten;

    • b.

      door opzegging door het lid;

    • c.

      door opzegging door de vereniging;

    • d.

      door ontzetting.

  • 2

    De vereniging kan het lidmaatschap opzeggen in de gevallen in de statuten genoemd, voorts wanneer een lid heeft opgehouden aan de vereisten door de statuten voor het lidmaatschap gesteld, te voldoen, alsook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren. Tenzij de statuten dit aan een ander orgaan opdragen, geschiedt de opzegging door het bestuur.

  • 3

    Ontzetting kan alleen worden uitgesproken wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of besluiten der vereniging handelt, of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.

  • 4

    Tenzij de statuten dit aan een ander orgaan opdragen, geschiedt de ontzetting door het bestuur. Het lid wordt ten spoedigste schriftelijk van het besluit, met opgave van redenen, in kennis gesteld. Hem staat, behalve wanneer krachtens de statuten het besluit door de algemene vergadering is genomen, binnen één maand na ontvangst van de kennisgeving van het besluit, beroep op de algemene vergadering of een daartoe bij de statuten aangewezen orgaan of derde open. De statuten kunnen een andere regeling van het beroep bevatten, doch de termijn kan niet korter dan op één maand worden gesteld. Gedurende de beroepstermijn en hangende het beroep is het lid geschorst.

  • 5

    Wanneer het lidmaatschap in de loop van een boekjaar eindigt, blijft, tenzij de statuten anders bepalen, desniettemin de jaarlijkse bijdrage voor het geheel verschuldigd.

  • 6

    De vereniging draagt er zorg voor dat leden de voor opzegging van het lidmaatschap noodzakelijke informatie eenvoudig kunnen raadplegen. De informatie wordt in ieder geval opvallend vermeld op de hoofdpagina van de website en op bladzijde 1, 2 of 3 van het ledenblad, indien een vereniging gebruik maakt van deze communicatiemiddelen.


Artikel 36

  • 1

    Tenzij de statuten anders bepalen, kan opzegging van het lidmaatschap slechts geschieden tegen het einde van een boekjaar en met inachtneming van een opzeggingstermijn van vier weken; op deze termijn is de Algemene termijnenwet niet van toepassing. In ieder geval kan het lidmaatschap worden beëindigd tegen het eind van het boekjaar, volgend op dat waarin wordt opgezegd, of onmiddellijk, indien redelijkerwijs niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren.

  • 2

    Een opzegging in strijd met het in het vorige lid bepaalde, doet het lidmaatschap eindigen op het vroegst toegelaten tijdstip volgende op de datum waartegen was opgezegd.

  • 3

    Een lid kan voorts zijn lidmaatschap met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat een besluit waarbij zijn rechten zijn beperkt of zijn verplichtingen zijn verzwaard, hem is bekend geworden of medegedeeld; het besluit is alsdan niet op hem van toepassing. Deze bevoegdheid tot opzegging kan de leden bij de statuten worden ontzegd voor het geval van wijziging van de daar nauwkeurig omschreven rechten en verplichtingen en voorts in het algemeen voor het geval van wijziging van geldelijke rechten en verplichtingen.

  • 4

    Een lid kan zijn lidmaatschap ook met onmiddellijke ingang opzeggen binnen een maand nadat hem een besluit is meegedeeld tot omzetting van de vereniging in een andere rechtsvorm, tot fusie of tot splitsing.


Artikel 37

  • 1

    Het bestuur wordt uit de leden benoemd, De statuten kunnen echter bepalen dat bestuurders ook buiten de leden kunnen worden benoemd.

  • 2

    De benoeming geschiedt door de algemene vergadering. De statuten kunnen de wijze van benoeming echter ook anders regelen, mits elk lid middellijk of onmiddellijk aan de stemming over de benoeming der bestuurders kan deelnemen.

  • 3

    De statuten kunnen bepalen, dat een of meer der bestuursleden, mits minder dan de helft, door andere personen dan de leden worden benoemd.

  • 4

    Is in de statuten bepaald dat een bestuurder in een vergadering uit een bindende voordracht moet worden benoemd, dan kan aan die voordracht het bindend karakter worden ontnomen door een met ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen genomen besluit van die vergadering. In de statuten kan worden bepaald dat op deze vergadering ten minste een bepaald aantal stemmen moet kunnen worden uitgebracht; dit aantal mag niet hoger worden gesteld dan twee derden van het aantal stemmen dat door de stemgerechtigden gezamenlijk kan worden uitgebracht. Indien de voordracht één kandidaat voor een te vervullen plaats bevat, heeft een besluit over de voordracht tot gevolg dat de kandidaat is benoemd, tenzij het bindende karakter aan de voordracht wordt ontnomen.

  • 5

    Indien ingevolge de statuten een bestuurslid door leden of afdelingen buiten een vergadering wordt benoemd, dan moet aan de leden gelegenheid worden geboden kandidaten te stellen. De statuten kunnen bepalen dat dit recht slechts aan een aantal leden gezamenlijk toekomt, mits hun aantal niet hoger wordt gesteld dan een vijfde van het aantal leden dat aan de verkiezing kan deelnemen. De statuten kunnen voorts bepalen dat aldus gestelde kandidaten slechts zijn benoemd, indien zij ten minste een bepaald aantal stemmen op zich hebben verenigd, mits dit aantal niet groter is dan twee derden van het aantal der uitgebrachte stemmen.

  • 6

    Een bestuurslid kan, ook al is hij voor een bepaalde tijd benoemd, te allen tijde door het orgaan dat hem heeft benoemd, worden ontslagen of geschorst. Een veroordeling tot herstel van de arbeidsovereenkomst tussen de vereniging en bestuurder kan door de rechter niet worden uitgesproken.

  • 7

    Tenzij de statuten anders bepalen, wijst het bestuur uit zijn midden een voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan.


Artikel 38

  • 1

    Behoudens het in het volgende artikel bepaalde, hebben alle leden die niet geschorst zijn, toegang tot de algemene vergadering en hebben daar ieder één stem; een geschorst lid heeft toegang tot de vergadering waarin het besluit tot schorsing wordt behandeld, en is bevoegd daarover het woord te voeren. De statuten kunnen aan bepaalde leden meer dan één stem toekennen.

  • 2

    Tenzij de statuten anders bepalen, treden de voorzitter en de secretaris van het bestuur of hun vervangers, als zodanig ook op bij de algemene vergadering.

  • 3

    De statuten kunnen bepalen dat personen die deel uitmaken van andere organen der vereniging en die geen lid zijn, in de algemene vergadering stemrecht kunnen uitoefenen. Het aantal der door hen gezamenlijk uitgebrachte stemmen zal echter niet meer mogen zijn dan de helft van het aantal der door de leden uitgebrachte stemmen.

  • 4

    Tenzij de statuten anders bepalen, kan iemand die krachtens lid 1 of lid 3 stemgerechtigd is, aan een andere stemgerechtigde schriftelijk volmacht verlenen tot het uitbrengen van zijn stem.

  • 5

    Aan de eis van schriftelijkheid van de volmacht wordt voldaan indien de volmacht elektronisch is vastgelegd.

  • 6

    De statuten kunnen bepalen dat iemand die krachtens lid 1 of lid 3 stemgerechtigd is het stemrecht kan uitoefenen door middel van een elektronisch communicatiemiddel.

  • 7

    Voor de toepassing van lid 6 is vereist dat de stemgerechtigde via het elektronisch communicatiemiddel kan worden geïdentificeerd, rechtstreeks kan kennisnemen van de verhandelingen ter vergadering en het stemrecht kan uitoefenen. De statuten kunnen bepalen dat bovendien is vereist dat de stemgerechtigde via het elektronisch communicatiemiddel kan deelnemen aan de beraadslaging.

  • 8

    De statuten kunnen bepalen dat stemmen die voorafgaand aan de algemene vergadering via een elektronisch communicatiemiddel worden uitgebracht, doch niet eerder dan op de dertigste dag voor die van de vergadering, gelijk worden gesteld met stemmen die ten tijde van de vergadering worden uitgebracht.

  • 9

    Bij of krachtens de statuten kunnen voorwaarden worden gesteld aan het gebruik van het elektronisch communicatiemiddel. Indien deze voorwaarden krachtens de statuten worden gesteld, worden deze bij de oproeping bekend gemaakt.


Artikel 39

  • 1

    De statuten kunnen bepalen dat de algemene vergadering zal bestaan uit afgevaardigden die door en uit de leden worden gekozen. De wijze van verkiezing en het aantal van de afgevaardigden worden door de statuten geregeld; elk lid moet middellijk of onmiddellijk aan de verkiezing kunnen deelnemen. De leden 4 en 5 van artikel 37 zijn bij de verkiezing van overeenkomstige toepassing. Artikel 38 lid 3 is van overeenkomstige toepassing op personen die deel uitmaken van andere organen der vereniging en die geen afgevaardigde zijn.

  • 2

    De statuten kunnen bepalen dat bepaalde besluiten van de algemene vergadering aan een referendum zullen worden onderworpen. De statuten regelen de gevallen waarin, de tijd waarbinnen, en de wijze waarop het referendum zal worden gehouden. Hangende de uitslag van het referendum wordt de uitvoering van het besluit geschorst.


Artikel 40

  • 1

    Aan de algemene vergadering komen in de vereniging alle bevoegdheden toe, die niet door de wet of de statuten aan andere organen zijn opgedragen.

  • 2

    Een eenstemmig besluit van alle leden of afgevaardigden, ook al zijn deze niet in een vergadering bijeen, heeft, mits met voorkennis van het bestuur genomen, dezelfde kracht als een besluit van de algemene vergadering.


Artikel 41

  • 1

    Het bestuur roept de algemene vergadering bijeen, zo dikwijls het dit wenselijk oordeelt, of wanneer het daartoe volgens de wet of de statuten verplicht is. De statuten kunnen deze bevoegdheid ook aan anderen dan het bestuur verlenen.

  • 2

    Op schriftelijk verzoek van ten minste een zodanig aantal leden of afgevaardigden als bevoegd is tot het uitbrengen van een tiende gedeelte der stemmen in de algemene vergadering of van een zoveel geringer aantal als bij de statuten is bepaald, is het bestuur verplicht tot het bijeenroepen van een algemene vergadering op een termijn van niet langer dan vier weken na indiening van het verzoek.

  • 3

    Indien aan het verzoek binnen veertien dagen geen gevolg wordt gegeven, kunnen, tenzij in de statuten de wijze van bijeenroeping der algemene vergadering voor dit geval anders is geregeld, de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan op de wijze waarop het bestuur de algemene vergadering bijeenroept of bij advertentie in ten minste één ter plaatse waar de vereniging gevestigd is, veelgelezen dagblad. De verzoekers kunnen alsdan anderen dan bestuursleden belasten met de leiding der vergadering en het opstellen der notulen.

  • 4

    Tenzij de statuten anders bepalen, wordt aan de eis van schriftelijkheid van het verzoek bedoeld in lid 2 voldaan indien het verzoek elektronisch is vastgelegd.

  • 5

    Tenzij de statuten anders bepalen kan, indien een lid of afgevaardigde hiermee instemt, de bijeenroeping geschieden door een langs elektronische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht aan het adres dat door hem voor dit doel is bekend gemaakt.


Artikel 41a

De artikelen 37-41 zijn van overeenkomstige toepassing op de afdelingen van een vereniging die geen rechtspersonen zijn en die een algemene vergadering en een bestuur hebben; hetgeen in die artikelen omtrent de statuten is bepaald, kan in een afdelingsreglement worden neergelegd.


Artikel 42

  • 1

    In de statuten van de vereniging kan geen verandering worden gebracht dan door een besluit van een algemene vergadering, waartoe is opgeroepen met de mededeling dat aldaar wijziging van de statuten zal worden voorgesteld. De termijn voor oproeping tot een zodanige vergadering bedraagt ten minste zeven dagen.

  • 2

    Zij die de oproeping tot de algemene vergadering ter behandeling van een voorstel tot statutenwijziging hebben gedaan, moeten ten minste vijf dagen vóór de vergadering een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, op een daartoe geschikte plaats voor de leden ter inzage leggen tot na afloop van de dag waarop de vergadering wordt gehouden. Aan de afdelingen waaruit de vereniging bestaat en aan afgevaardigden moet het voorstel ten minste veertien dagen vóór de vergadering ter kennis zijn gebracht; de vorige zin is alsdan niet van toepassing.

  • 3

    Het bepaalde in de eerste twee leden is niet van toepassing, indien in de algemene vergadering alle leden of afgevaardigden aanwezig of vertegenwoordigd zijn en het besluit tot statutenwijziging met algemene stemmen wordt genomen.

  • 4

    Het in dit artikel en de eerste twee leden van het volgende artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing op een besluit tot ontbinding.


Artikel 43

  • 1

    Tenzij de statuten anders bepalen, behoeft een besluit tot statutenwijziging ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen.

  • 2

    Voor zover de bevoegdheid tot wijziging bij de statuten mocht zijn uitgesloten, is wijziging niettemin mogelijk met algemene stemmen in een vergadering, waarin alle leden of afgevaardigden aanwezig of vertegenwoordigd zijn.

  • 3

    Een bepaling in de statuten, welke de bevoegdheid tot wijziging van een of meer andere bepalingen beperkt, kan slechts worden gewijzigd met inachtneming van gelijke beperking.

  • 4

    Een bepaling in de statuten, welke de bevoegdheid tot wijziging van een of meer andere bepalingen uitsluit, kan slechts worden gewijzigd met algemene stemmen in een vergadering, waarin alle leden of afgevaardigden aanwezig of vertegenwoordigd zijn.

  • 5

    Heeft de vereniging volledige rechtsbevoegdheid, dan treedt de wijziging niet in werking dan nadat hiervan een notariële akte is opgemaakt. De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de gewijzigde statuten neder te leggen ten kantore van het handelsregister.

  • 6

    De bestuurders van een vereniging met beperkte rechtsbevoegdheid, waarvan de statuten overeenkomstig artikel 30 lid 3 van dit Boek in afschrift ten kantore van het handelsregister zijn nedergelegd, zijn verplicht aldaar tevens een afschrift van de wijziging en van de gewijzigde statuten neder te leggen.


Artikel 44

  • 1

    Behoudens beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de vereniging.

  • 2

    Slechts indien dit uit de statuten voortvloeit, is het bestuur bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt. De statuten kunnen deze bevoegdheid aan beperkingen en voorwaarden binden. De uitsluiting, beperkingen en voorwaarden gelden mede voor de bevoegdheid tot vertegenwoordiging van de vereniging ter zake van deze handelingen, tenzij de statuten anders bepalen.

  • 3

    Bij de vervulling van hun taak richten de bestuurders zich naar het belang van de vereniging en de met haar verbonden onderneming of organisatie.

  • 4

    De statuten kunnen bepalen dat een met name of in functie aangeduide bestuurder meer dan één stem wordt toegekend. Een bestuurder kan niet meer stemmen uitbrengen dan de andere bestuurders tezamen.

  • 5

    De statuten bevatten voorschriften omtrent de wijze waarop in de uitoefening van de taken en bevoegdheden voorlopig wordt voorzien in geval van ontstentenis of belet van alle bestuurders. De statuten kunnen deze voorschriften bevatten voor het geval van ontstentenis of belet van een of meer bestuurders. In de statuten kan nader worden bepaald wanneer sprake is van belet. Degene die bij ontstentenis of belet van bestuurders ingevolge een statutaire regeling is aangewezen tot het verrichten van bestuursdaden, wordt voor wat deze bestuursdaden betreft met een bestuurder gelijkgesteld.

  • 6

    Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang bedoeld in lid 3. Wanneer hierdoor geen bestuursbesluit kan worden genomen, wordt het besluit genomen door de raad van commissarissen. Bij ontbreken van een raad van commissarissen, wordt het besluit genomen door de algemene vergadering, tenzij de statuten anders bepalen.

  • 7

    Tenzij de statuten anders bepalen, kan de algemene vergadering aan de bestuurders een bezoldiging toekennen.

  • 8

    De bestuurders hebben als zodanig een raadgevende stem in de algemene vergadering.


Artikel 44a

[Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden]


Artikel 45

  • 1

    Het bestuur vertegenwoordigt de vereniging, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit.

  • 2

    De statuten kunnen de bevoegdheid tot vertegenwoordiging bovendien toekennen aan een of meer bestuurders. Zij kunnen bepalen dat een bestuurder de vereniging slechts met medewerking van een of meer anderen mag vertegenwoordigen.

  • 3

    Bevoegdheid tot vertegenwoordiging die aan het bestuur of aan een bestuurder toekomt, is onbeperkt en onvoorwaardelijk, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit. Een wettelijk toegelaten of voorgeschreven beperking van of voorwaarde voor de bevoegdheid tot vertegenwoordiging kan slechts door de vereniging worden ingeroepen.

  • 4

    De statuten kunnen ook aan andere personen dan bestuurders bevoegdheid tot vertegenwoordiging toekennen.


Artikel 46

De vereniging kan, voor zover uit de statuten niet het tegendeel voortvloeit, ten behoeve van de leden rechten bedingen en, voor zover dit in de statuten uitdrukkelijk is bepaald, te hunnen laste verplichtingen aangaan. Zij kan nakoming van bedongen rechten jegens en schadevergoeding aan een lid vorderen, tenzij dit zich daartegen verzet.


Artikel 47

  • 1

    Tenzij uitvoering is gegeven aan artikel 44a lid 1, kan bij de statuten worden bepaald dat er een raad van commissarissen zal zijn. Deze kan ook als raad van toezicht worden aangeduid. De raad bestaat uit een of meer natuurlijke personen.

  • 2

    De raad van commissarissen heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het bestuur en de algemene gang van zaken in de vereniging en de met haar verbonden onderneming of organisatie. Hij staat het bestuur met raad terzijde. Bij de vervulling van hun taak richten de commissarissen zich naar het belang van de vereniging en de met haar verbonden onderneming of organisatie.

  • 3

    Tenzij bij de statuten anders is bepaald, is de raad van commissarissen bevoegd iedere door de algemene vergadering benoemde bestuurder te allen tijde te schorsen. Deze schorsing kan te allen tijde door de algemene vergadering worden opgeheven.

  • 4

    De statuten kunnen bepalen dat een met name of in functie aangeduide commissaris meer dan één stem wordt toegekend. Een commissaris kan niet meer stemmen uitbrengen dan de andere commissarissen tezamen.

  • 5

    De statuten bevatten voorschriften omtrent de wijze waarop in de uitoefening van de taken en bevoegdheden voorlopig wordt voorzien in geval van ontstentenis of belet van alle commissarissen. De statuten kunnen deze voorschriften bevatten voor het geval van ontstentenis of belet van een of meer commissarissen. In de statuten kan nader worden bepaald wanneer sprake is van belet. Degene die bij ontstentenis of belet van commissarissen ingevolge een statutaire regeling de taken van een commissaris vervult, wordt voor het vervullen van die taken met een commissaris gelijkgesteld.

  • 6

    De statuten kunnen aanvullende bepalingen omtrent de taak en de bevoegdheden van de raad en zijn leden bevatten.

  • 7

    Een commissaris neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vereniging en de daaraan verbonden onderneming of organisatie. Wanneer de raad van commissarissen hierdoor geen besluit kan nemen, wordt het besluit genomen door de algemene vergadering, tenzij de statuten anders bepalen.

  • 8

    Tenzij de statuten anders bepalen, kan de algemene vergadering aan de commissarissen als zodanig een bezoldiging toekennen.

  • 9

    Tenzij de statuten de commissarissen stemrecht toekennen, hebben zij als zodanig in de algemene vergadering een raadgevende stem.

  • 10

    Het bestuur verschaft de raad van commissarissen tijdig de voor de uitoefening van diens taak noodzakelijke gegevens.

  • 11

    Het bestuur stelt ten minste een keer per jaar de raad van commissarissen schriftelijk op de hoogte van de hoofdlijnen van het strategisch beleid, van de algemene en financiële risico’s en van de gebruikte beheers- en controlesystemen.


Artikel 47a

  • 1

    Op de benoeming van commissarissen die niet reeds bij de akte van oprichting zijn aangewezen, is artikel 37 van toepassing, tenzij de benoeming overeenkomstig artikel 63f geschiedt. Hetzelfde geldt voor schorsing en ontslag van commissarissen.

  • 2

    Bij een aanbeveling of voordracht tot benoeming van een commissaris worden van de kandidaat meegedeeld zijn leeftijd, zijn beroep, de betrekkingen die hij bekleedt of heeft bekleed voor zover die van belang zijn in verband met de vervulling van de taak van een commissaris. Tevens wordt vermeld aan welke rechtspersonen hij reeds als commissaris is verbonden; indien zich daaronder rechtspersonen bevinden, die tot een zelfde groep behoren, kan met de aanduiding van de groep worden volstaan. De aanbeveling en de voordracht tot benoeming of herbenoeming worden gemotiveerd. Bij herbenoeming wordt rekening gehouden met de wijze waarop de kandidaat zijn taak als commissaris heeft vervuld.


Artikel 48

  • 1

    Het bestuur brengt op een algemene vergadering binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn door de algemene vergadering, een bestuursverslag uit over de gang van zaken in de vereniging en over het gevoerde beleid. Het legt de balans en de staat van baten en lasten met een toelichting ter goedkeuring aan de vergadering over. Deze stukken worden ondertekend door de bestuurders en commissarissen; ontbreekt de ondertekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van redenen melding gemaakt. Na verloop van de termijn kan ieder lid van de gezamenlijke bestuurders in rechte vorderen dat zij deze verplichtingen nakomen.

  • 2

    Ontbreekt een raad van commissarissen en wordt omtrent de getrouwheid van de stukken aan de algemene vergadering niet overgelegd een verklaring afkomstig van een accountant als bedoeld in artikel 393 lid 1, dan benoemt de algemene vergadering jaarlijks een commissie van ten minste twee leden die geen deel van het bestuur mogen uitmaken. De commissie onderzoekt de stukken bedoeld in de tweede zin van lid 1, en brengt aan de algemene vergadering verslag van haar bevindingen uit. Het bestuur is verplicht de commissie ten behoeve van haar onderzoek alle door haar gevraagde inlichtingen te verschaffen, haar desgewenst de kas en de waarden te tonen en de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de vereniging voor raadpleging beschikbaar te stellen.

  • 3

    Een vereniging die een of meer ondernemingen in stand houdt welke ingevolge de wet in het handelsregister moeten worden ingeschreven, vermeldt bij de staat van baten en lasten de netto-omzet van deze ondernemingen.


Artikel 49

  • 1

    Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar van een vereniging als bedoeld in artikel 360 lid 3, behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste vier maanden door de algemene vergadering op grond van bijzondere omstandigheden, maakt het bestuur een jaarrekening op en legt het deze voor de leden ter inzage ten kantore van de vereniging. Binnen deze termijn legt het bestuur ook het bestuursverslag ter inzage voor de leden, tenzij de artikelen 396 lid 7 of 403 voor de vereniging gelden.

  • 2

    De jaarrekening wordt ondertekend door de bestuurders en door de commissarissen; ontbreekt de ondertekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt.

  • 3

    De jaarrekening wordt vastgesteld door de algemene vergadering die het bestuur uiterlijk een maand na afloop van de termijn doet houden. Vaststelling van de jaarrekening strekt niet tot kwijting aan een bestuurder onderscheidenlijk commissaris.

  • 4

    Artikel 48 lid 1 is niet van toepassing op de vereniging bedoeld in artikel 360 lid 3. Artikel 48 lid 2 is hierop van toepassing met dien verstande dat onder stukken wordt verstaan de stukken die ingevolge lid 1 worden overgelegd.

  • 5

    Een vereniging als bedoeld in artikel 360 lid 3 mag ten laste van de door de wet voorgeschreven reserves een tekort slechts delgen voor zover de wet dat toestaat.

  • 6

    Onze Minister van Economische Zaken kan desverzocht om gewichtige redenen ontheffing verlenen van de verplichting tot het opmaken, het overleggen en het vaststellen van de jaarrekening. Afdeling 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op deze verzoeken tot ontheffing.


Artikel 50

De vereniging, bedoeld in artikel 360 lid 3, zorgt dat de opgemaakte jaarrekening, het bestuursverslag en de krachtens artikel 392 lid 1 toe te voegen gegevens vanaf de oproep voor de algemene vergadering, bestemd tot behandeling van de jaarrekening, te haren kantore aanwezig zijn. De leden kunnen de stukken aldaar inzien en er kosteloos een afschrift van verkrijgen.


Artikel 50a

  • 1

    Ten aanzien van de taakvervulling door bestuurders vindt het bepaalde bij de artikelen 131 en 138 lid 1 en leden 3 tot en met 10 overeenkomstige toepassing.

  • 2

    Ten aanzien van de taakvervulling door bestuurders vindt het bepaalde bij de artikelen 138 lid 2 en 139 overeenkomstige toepassing in geval van:

    • a.

      een vereniging waarvan de statuten zijn opgenomen in een notariële akte en die aan de heffing van vennootschapsbelasting is onderworpen; of

    • b.

      een vereniging die bij of krachtens de wet verplicht is een financiële verantwoording op te stellen die gelijk of gelijkwaardig is aan een jaarrekening als bedoeld in titel 9.

  • 3

    Ten aanzien van de taakvervulling door commissarissen vindt overeenkomstige toepassing:

    • a.

      het bepaalde in lid 1 en lid 2, met dien verstande dat in lid 2 voor artikel 139 moet worden gelezen artikel 150; en

    • b.

      het bepaalde in artikel 9.


Artikel 51

In geval van faillissement of surséance van betaling van een vereniging die is ingeschreven in het handelsregister, worden de aankondigingen welke krachtens de Faillissementswet in de Staatscourant worden opgenomen, door hem die met die openbaarmaking is belast, mede ter inschrijving in dat register opgegeven.


Artikel 52

Voorzover van de bepalingen van deze titel in de statuten kan worden afgeweken, kan deze afwijking alleen geschieden bij op schrift gestelde statuten.



§ 1.1 Begrips- en reikwijdtebepalingen

§ 1.1 Begrips- en reikwijdtebepalingen


Hoofdstuk II Bepaling van het belastbaar bedrag

Hoofdstuk II Bepaling van het belastbaar bedrag


Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011


Artikel 1

  • 1

    In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • aanbieder van een bewaarportemonnee: entiteit die diensten aanbiedt om namens haar cliënten cryptografische privésleutels te beveiligen om virtuele valuta aan te houden, op te slaan en over te dragen;

    • bijkantoor: duurzaam in een andere staat dan de staat van zetel aanwezig onderdeel zonder rechtspersoonlijkheid van een rechtspersoon of vennootschap;

    • cliënt: natuurlijke persoon of rechtspersoon met wie een zakelijke relatie wordt aangegaan of die een transactie laat uitvoeren;

    • correspondentrelatie:

      • a.

        het verlenen van bankdiensten door een bank als correspondent aan een andere bank als respondent, met inbegrip van het verstrekken van een lopende of andere passiefrekening en aanverwante diensten, zoals contantenbeheer, internationale geldovermakingen, verwerking van cheques, transitrekeningen en valutawisseldiensten; of

      • b.

        de betrekkingen tussen banken onderling, andere financiële ondernemingen onderling, of tussen banken en andere financiële ondernemingen, waar soortgelijke diensten als bedoeld onder a door een correspondentinstelling aan een respondentinstelling worden verleend, met inbegrip van betrekkingen die zijn aangegaan voor effectentransacties of geldovermakingen;

    • de Nederlandsche Bank: de Nederlandsche Bank N.V.;

    • dochteronderneming: dochteronderneming als bedoeld in artikel 2, tiende lid, van de richtlijn jaarrekening;

    • Europese Bankautoriteit: de Europese toezichthoudende autoriteit opgericht bij verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PbEU 2010, L 331);

    • Europese toezichthoudende autoriteiten: de Europese Autoriteit voor effecten en markten, de Europese Autoriteit voor verzekeringen en bedrijfspensioenen en de Europese Bankautoriteit;

    • elektronisch geld: elektronisch geld als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht;

    • familielid van een politiek prominente persoon: natuurlijke persoon die een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen familierelatie heeft met een politiek prominente persoon;

    • financieren van terrorisme: de gedraging strafbaar gesteld in artikel 421, eerste lid, van het Wetboek van Strafrecht;

    • Financiële inlichtingen eenheid: Financiële inlichtingen eenheid, bedoeld in artikel 12, eerste lid;

    • gekwalificeerde deelneming: rechtstreeks of middellijk belang van ten minste tien procent van het geplaatste aandelenkapitaal of een daarmee vergelijkbaar belang, of het rechtstreeks of middellijk kunnen uitoefenen van ten minste tien procent van de stemrechten of een daarmee vergelijkbare zeggenschap;

    • groep: groep van ondernemingen bestaande uit een moederonderneming, haar dochterondernemingen en de entiteiten waarin de moederonderneming of haar dochterondernemingen een deelneming hebben als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de richtlijn jaarrekening, alsook ondernemingen die met elkaar verbonden zijn door een betrekking als bedoeld in artikel 22 van de richtlijn jaarrekening;

    • hoger leidinggevend personeel:

      • a.

        personen die het dagelijks beleid van een instelling bepalen; of

      • b.

        personen werkzaam onder verantwoordelijkheid van een instelling, die een leidinggevende functie vervullen direct onder het echelon van de dagelijks beleidsbepalers en die verantwoordelijk zijn voor natuurlijke personen wier werkzaamheden van invloed zijn op de blootstelling van een instelling aan de risico’s op witwassen en het financieren van terrorisme;

    • identificeren: opgave van de identiteit laten doen;

    • instelling: bank, andere financiële onderneming, of natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap handelend in het kader van zijn beroepsactiviteiten, waarop deze wet ingevolge artikel 1a van toepassing is;

    • lidstaat: een lidstaat van de Europese Unie alsmede een staat, niet zijnde een lidstaat van de Europese Unie, die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte;

    • melding: melding als bedoeld in artikel 16, eerste lid;

    • moederonderneming: moederonderneming als bedoeld in artikel 2, negende lid, van de richtlijn jaarrekening;

    • nationale risicobeoordeling: verslag van de identificatie, analyse en beoordeling van de nationale risico’s op witwassen en het financieren van terrorisme als bedoeld in artikel 1f;

    • ongebruikelijke transactie: transactie die op grond van de indicatoren bedoeld in artikel 15, eerste lid, als ongebruikelijk is aan te merken;

    • persoon bekend als naaste geassocieerde van een politiek prominente persoon: natuurlijke persoon die behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen categorie personen;

    • persoonsgegeven: persoonsgegeven als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Algemene verordening gegevensbescherming;

    • platform voor de veiling van emissierechten: platform voor de veiling van emissierechten als bedoeld in hoofdstuk VII van de verordening inzake de veiling van broeikasgasemissierechten;

    • politiek prominente persoon: natuurlijke persoon die een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen prominente publieke functie bekleedt of heeft bekleed;

    • richtlijn betaaldiensten: richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64 (PbEU 2015, L 337);

    • richtlijn jaarrekening: richtlijn 2013/34/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende de jaarlijkse financiële overzichten, geconsolideerde financiële overzichten en aanverwante verslagen van bepaalde ondernemingsvormen, tot wijziging van Richtlijn 2006/43/EG van het het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijnen 78/660/EEG en 83/349/EEG van de Raad (PbEU 2013, L 182);

    • richtlijn kapitaalvereisten: richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PbEU 2013, L 176);

    • shellbank: bank of andere financiële onderneming als bedoeld in artikel 1a, tweede en derde lid, of onderneming die gelijkwaardige activiteiten als die van een bank of andere financiële onderneming verricht, die is opgericht in een staat waar zij geen fysieke aanwezigheid heeft en die geen onderdeel uitmaakt van een onder toezicht staande groep;

    • supranationale risicobeoordeling: door de Europese Commissie beschikbaar gesteld verslag van de identificatie, analyse en beoordeling van de risico’s op witwassen en het financieren van terrorisme die van invloed zijn op de interne markt en verband houden met grensoverschrijdende activiteiten als bedoeld in artikel 6 van de vierde anti-witwasrichtlijn;

    • toezichthoudende autoriteit: het ingevolge artikel 1d bevoegde bestuursorgaan;

    • transactie: handeling of samenstel van handelingen van of ten behoeve van een cliënt waarvan de instelling ten behoeve van haar dienstverlening aan die cliënt heeft kennisgenomen;

    • transitrekening: bankrekening die bij een in Nederland gevestigde bank wordt aangehouden door een bank gevestigd in een staat die geen lidstaat is en die door een cliënt van laatstbedoelde bank gedebiteerd of gecrediteerd kan worden zonder tussenkomst van de in Nederland gevestigde bank;

    • uiteindelijk belanghebbende: natuurlijke persoon die de uiteindelijke eigenaar is van of zeggenschap heeft over een cliënt, dan wel de natuurlijke persoon voor wiens rekening een transactie of activiteit wordt verricht;

    • verifiëren: vaststellen dat de opgegeven identiteit overeenkomt met de werkelijke identiteit;

    • verordening betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie: verordening (EU) 2015/847 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie over de betaler en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1781/2006 (PbEU 2015, L 141);

    • verordening inzake de veiling van broeikasgasemissierechten: verordening (EU) nr. 1031/2010 van de Europese Commissie van 12 november 2010 inzake de tijdstippen, het beheer en andere aspecten van de veiling van broeikasgasemissierechten overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een regeling voor de handel in broeikasgasemissierechten binnen de Gemeenschap (PbEU 2010, L 302);

    • vierde anti-witwasrichtlijn: richtlijn 2015/849 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 inzake de voorkoming van het gebruik van het financiële stelsel voor het witwassen van geld of terrorismefinanciering, tot wijziging van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad en tot intrekking van Richtlijn 2005/60 van het Europees Parlement en de Raad en Richtlijn 2006/70/EG van de Commissie (PbEU 2015, L 141);

    • virtuele valuta: een digitale weergave van waarde die niet door een centrale bank of een overheid wordt uitgegeven of gegarandeerd, die niet noodzakelijk aan een wettelijk vastgestelde valuta is gekoppeld en die niet de juridische status van valuta of geld heeft, maar die door natuurlijke personen of rechtspersonen als ruilmiddel wordt aanvaard en die elektronisch kan worden overgedragen, opgeslagen en verhandeld;

    • witwassen: de gedragingen strafbaar gesteld in de artikelen 420bis, 420bis.1, 420ter, 420quater en 420quater.1 van het Wetboek van strafrecht;

    • zakelijke relatie: zakelijke, professionele, of commerciële relatie tussen een instelling en een natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap, die verband houdt met de professionele activiteiten van die instelling en waarvan op het tijdstip dat het contact wordt gelegd, wordt aangenomen dat deze enige tijd zal duren.

  • 2

    In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt onder de begrippen «trust», «trustee» en «insteller» verstaan hetgeen daaronder in het op 1 juli 1985 te ’s-Gravenhage tot stand gekomen Verdrag inzake het recht dat toepasselijk is op trusts en inzake de erkenning van trusts (Trb. 1985, 141) wordt verstaan.

  • 3

    Bij algemene maatregel van bestuur worden de categorieën natuurlijke personen aangewezen die in elk geval moeten worden aangemerkt als uiteindelijk belanghebbende als bedoeld in het eerste lid.


Artikel 21

  • 1

    Het verkregene wordt in aanmerking genomen naar de waarde welke daaraan op het tijdstip van de verkrijging in het economische verkeer kan worden toegekend.

  • 2

    Goederen, verkregen onder de ontbindende voorwaarde van overlijden waarbij zich een opschortende voorwaarde ten gunste van een verwachter aansluit, worden in aanmerking genomen naar de waarde van die goederen als waren zij onvoorwaardelijk verkregen.

  • 3

    Voor de effecten die zijn opgenomen in een prijscourant, aangewezen krachtens artikel 5.21 van de Wet inkomstenbelasting 2001, wordt de waarde in het economische verkeer gesteld op de slotnotering die is vermeld in de prijscourant die betrekking heeft op de laatste beursdag voorafgaande aan de dag van de verkrijging.

  • 4

    Bij verkrijging door de vervulling van een opschortende voorwaarde welke zich aansluit bij de ontbindende voorwaarde van het overlijden van een eerdere verkrijger, is voor de bepaling van de aard en waarde van het verkregene beslissend het tijdstip waarop het genot voor de verwachter aanvangt.

  • 5

    Onroerende zaken die in gebruik zijn als woning, worden in aanmerking genomen naar de volgens hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken voor die onroerende zaken vastgestelde waarde voor het kalenderjaar waarin de verkrijging plaatsvindt dan wel, ingeval de verkrijger daarvoor kiest, voor het op dat kalenderjaar volgende kalenderjaar. Indien de woning deel uitmaakt van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 16 van de Wet waardering onroerende zaken, wordt de waarde van de woning gesteld op het gedeelte van de waarde van de onroerende zaak dat kan worden toegerekend aan de woning.

  • 6

    Met betrekking tot een woning ter zake waarvan het vijfde lid geen toepassing kan vinden door het ontbreken van een op grond van hoofdstuk IV van de Wet waardering onroerende zaken vastgestelde waarde, wordt de waarde van de woning bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 16 tot en met 18 en 20, tweede lid, van die wet en van het vijfde lid, tweede volzin.

  • 7

    Indien zich in het kalenderjaar waarin de verkrijging plaatsvindt, maar op of vóór het moment van de verkrijging, met betrekking tot een onroerende zaak als bedoeld in het vijfde of zesde lid een gebeurtenis voordoet als bedoeld in artikel 18, derde lid, van de Wet waardering onroerende zaken, wordt, in afwijking van het vijfde en zesde lid, de waarde van de onroerende zaak bepaald met overeenkomstige toepassing van het bepaalde bij of krachtens de artikelen 16 tot en met 18 en 20, tweede lid van die wet, naar de staat van die zaak op het moment van de verkrijging.

  • 8

    Indien een woning geheel of gedeeltelijk wordt verhuurd en op deze verhuur afdeling 5 van titel 4 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing is, of ingevolge een voor ten minste 12 jaren aangegane pachtovereenkomst wordt verpacht en op deze verpachting titel 5 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing is, wordt de waarde gesteld op een bij algemene maatregel van bestuur vast te stellen, van de huurprijs afhankelijk percentage van het waardegegeven, bedoeld in het vijfde of zesde lid. Indien sprake is van een voor bepaalde tijd aangegane huurovereenkomst als bedoeld in artikel 271 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, is de eerste zin niet van toepassing. Een onroerende zaak als bedoeld in de eerste volzin wordt niet voor een lagere waarde in aanmerking genomen dan de waarde, bedoeld in het vijfde of zesde lid, indien deze wordt verkregen door een huurder, onderscheidenlijk een pachter, van die onroerende zaak of zijn partner.

  • 9

    De waarde van een recht van erfpacht op een onroerende zaak die als woning in gebruik is, wordt gesteld op de waarde van die onroerende zaak, berekend volgens het vijfde of zesde lid, verminderd met de overeenkomstig het veertiende lid bepaalde waarde van de canon.

  • 10

    In afwijking van het vijfde tot en met zevende lid wordt een woning in aanmerking genomen naar de waarde in het economische verkeer ingeval de waarde in het economische verkeer van de woning als gevolg van een persoonlijke verplichting tot betaling van servicekosten voor diensten die geen betrekking hebben op de woning zelf in belangrijke mate afwijkt van de waarde, bedoeld in het vijfde, zesde of zevende lid.

  • 11

    De waarde van hetgeen onder de last van een vruchtgebruik, een beperkt recht of van een periodieke uitkering wordt verkregen, wordt gesteld op de waarde in onbezwaarde staat, verminderd met de waarde van die last. Met elkaar opvolgende vruchtgebruiken, beperkte rechten en periodieke uitkeringen wordt bij de waardebepaling van de daarmee bezwaarde goederen terstond rekening gehouden.

  • 12

    Wat in het economische verkeer als een eenheid pleegt te worden beschouwd, wordt in aanmerking genomen met inachtneming van die omstandigheid.

  • 13

    De waarde van een onderneming wordt bepaald alsof de onderneming wordt voortgezet (waarde going concern), maar ten minste op de liquidatiewaarde. De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot de waardering van vermogensbestanddelen die behoren tot een aanmerkelijk belang als bedoeld in afdeling 4.3 van de Wet inkomstenbelasting 2001.

  • 14

    Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld voor de bepaling van de waarde van een vruchtgebruik, van beperkte rechten en van rechten op en verplichtingen tot periodieke uitkeringen en voor het daarbij te gebruiken percentage.

  • 15

    Een geldvordering als bedoeld in artikel 13, derde lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek alsmede, indien de nalatenschap is verdeeld overeenkomstig artikel 13 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek, een geldvordering als bedoeld in artikel 80, eerste lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek, wordt in aanmerking genomen als een renteloze vordering, indien daarop het rentepercentage, berekend overeenkomstig het bepaalde in artikel 13, vierde lid, onderscheidenlijk artikel 84 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek, van toepassing is. De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing op de schulden die corresponderen met de aldaar bedoelde geldvorderingen.


Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011

De Minister van Financiën,

Handelende wat betreft de artikelen 8, 8a, 11, tweede lid, 12, 13 en 31 van de Wet op de loonbelasting 1964, in overeenstemming met de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Handelende wat betreft artikel 8 van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965, in overeenstemming met de Minister van Ontwikkelingssamenwerking;

Gelet op de artikelen 5b, 6, 8, 8a, 11, 11a, 12, 13, 13bis, 18, 19a, 19f, 19g, 25, vierde lid, 26, zesde lid, 28, 28a, 29, 31, eerste lid, onderdeel c, 31a, 32ab, 32ba, 33, 35d, 35e, 35k, 35l en 35m van de Wet op de loonbelasting 1964 en de artikelen 2e en 8 van het Uitvoeringsbesluit loonbelasting 1965;

Besluit:


Artikel 1a

  • 1

    Deze wet is van toepassing op banken en andere financiële ondernemingen, alsmede op de ingevolge het vierde lid aangewezen natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen handelend in het kader van hun beroepsactiviteiten.

  • 2

    Als bank wordt aangemerkt een bank als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, niet zijnde een natuurlijke persoon, rechtspersoon of vennootschap waarvoor op grond van artikel 2:11, tweede lid, of artikel 2:16, vierde lid, van die wet geen vergunning tot uitoefening van het bedrijf van bank vereist is, of een bijkantoor in Nederland van een bank met zetel buiten Nederland.

  • 3

    Als andere financiële ondernemingen worden aangemerkt:

  • 4

    Als natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen handelend in het kader van hun beroepsactiviteiten waarop deze wet van toepassing is worden aangewezen:

    • a.

      natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen die als belastingadviseur zelfstandig onafhankelijk beroepsactiviteiten uitoefenen, dan wel natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen voor zover zij anderszins zelfstandig in hoofdzaak, onafhankelijk, al dan niet via andere aan hen gelieerde natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen, daarmee vergelijkbare activiteiten beroeps- of bedrijfsmatig verrichten;

    • b.

      natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen die als externe registeraccountant of externe accountant-administratieconsulent zelfstandig onafhankelijk beroepsactiviteiten waaronder forensische accountancy uitoefenen, dan wel natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen, voor zover die anderszins zelfstandig onafhankelijk daarmee vergelijkbare activiteiten beroeps- of bedrijfsmatig verrichten;

    • c.

      natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen die als advocaat:

      • 1°.

        zelfstandig onafhankelijk beroeps- of bedrijfsmatig advies geven of bijstand verlenen bij:

        • i.

          het aan- of verkopen van registergoederen;

        • ii.

          het beheren van geld, effecten, munten, muntbiljetten, edele metalen, edelstenen of andere waarden;

        • iii.

          het oprichten of beheren van vennootschappen, rechtspersonen of soortgelijke lichamen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen dan wel het organiseren van de inbreng die nodig is voor de oprichting, de exploitatie of het beheer daarvan;

        • iv.

          het aan- of verkopen van aandelen in, of het geheel of gedeeltelijk aan- of verkopen dan wel overnemen van ondernemingen, vennootschappen, rechtspersonen of soortgelijke lichamen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;

        • v.

          werkzaamheden op fiscaal gebied die vergelijkbaar zijn met de werkzaamheden van de in onderdeel a beschreven beroepsgroepen;

        • vi.

          het vestigen van een recht van hypotheek op een registergoed; of

      • 2°.

        zelfstandig onafhankelijk beroeps- of bedrijfsmatig optreden in naam en voor rekening van een cliënt bij enigerlei financiële transactie of onroerende zaaktransactie;

    • d.

      natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen die als notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris:

      • 1°.

        zelfstandig onafhankelijk beroeps- of bedrijfsmatig advies geven of bijstand verlenen bij:

        • i.

          het aan- of verkopen van registergoederen;

        • ii.

          het beheren van geld, effecten, munten, muntbiljetten, edele metalen, edelstenen of andere waarden;

        • iii.

          het oprichten of beheren van vennootschappen, rechtspersonen of soortgelijke lichamen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen dan wel het organiseren van de inbreng die nodig is voor de oprichting, de exploitatie of het beheer daarvan;

        • iv.

          het aan- of verkopen van aandelen in, of het geheel of gedeeltelijk aan- of verkopen dan wel overnemen van ondernemingen, vennootschappen, rechtspersonen of soortgelijke lichamen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel b, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;

        • v.

          werkzaamheden op fiscaal gebied die vergelijkbaar zijn met de werkzaamheden van de in onderdeel a beschreven beroepsgroepen;

        • vi.

          het vestigen van een recht van hypotheek op een registergoed; of

      • 2°.

        zelfstandig onafhankelijk beroeps- of bedrijfsmatig optreden in naam en voor rekening van een cliënt bij enigerlei financiële transactie of onroerende zaaktransactie;

    • e.

      natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen die in de uitoefening van een aan dat van advocaat, notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris gelijksoortig juridisch beroep of bedrijf de in onderdeel c of d genoemde werkzaamheden verrichten;

    • f.
    • g.

      natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen die beroeps- of bedrijfsmatig een adres of postadres ter beschikking stellen, niet zijnde een trustkantoor als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Wet toezicht trustkantoren 2018;

    • h.

      natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen die beroeps- of bedrijfsmatig bemiddelen bij het tot stand brengen en het sluiten van overeenkomsten inzake onroerende zaken en rechten waaraan onroerende zaken zijn onderworpen, met inbegrip van het tot stand brengen en sluiten van een overeenkomst tot huur als bedoeld in artikel 7:201 van het Burgerlijk Wetboek, voor zover de maandelijkse huurprijs een bedrag van € 10.000 of meer bedraagt;

    • i.

      natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen die beroeps- of bedrijfsmatig handelen als koper of verkoper van goederen, voor zover betaling van deze goederen in contanten plaatsvindt voor een bedrag van € 10.000 of meer, ongeacht of de transactie plaatsvindt in een handeling of door middel van meer handelingen waartussen een verband bestaat;

    • j.

      natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen die beroeps- of bedrijfsmatig bemiddelen inzake koop en verkoop van voertuigen, schepen, kunstvoorwerpen, antiquiteiten, edelstenen, edele metalen, sieraden of juwelen;

    • k.

      natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen die beroeps- of bedrijfsmatig handelen als koper of verkoper van kunstvoorwerpen, voor zover betaling van deze kunstvoorwerpen plaatsvindt voor een bedrag van € 10.000 of meer, ongeacht of de transactie plaatsvindt in een handeling of door middel van meer handelingen waartussen een verband bestaat;

    • l.

      natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen die beroeps- of bedrijfsmatig diensten voor het wisselen tussen virtuele valuta en fiduciaire valuta aanbieden;

    • m.

      natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen die beroeps- of bedrijfsmatig bewaarportemonnees aanbieden;

    • n.

      natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen die beroeps- of bedrijfsmatig gelegenheid geven als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op de kansspelen of die activiteiten verrichten als bedoeld in artikel 7a, 30b, 30h of 30z van die wet.

    • o.

      natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen die beroeps- of bedrijfsmatig taxaties uitvoeren van onroerende zaken en rechten waaraan onroerende zaken zijn onderworpen;

    • p.
    • q.

      natuurlijke personen, rechtspersonen of vennootschappen die behoren tot een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen categorie beroepen of personen.

  • 5

    Deze wet is niet van toepassing op belastingadviseurs als bedoeld in het vierde lid, onderdeel a, en personen als bedoeld in het vierde lid, onderdeel c, d en e, voor zover zij voor een cliënt werkzaamheden verrichten betreffende de bepaling van diens rechtspositie, diens vertegenwoordiging en verdediging in rechte, het geven van advies voor, tijdens en na een rechtsgeding of het geven van advies over het instellen of vermijden van een rechtsgeding.

  • 6

    Indien een beleggingsinstelling als bedoeld in het derde lid, onderdeel d, een beleggingsmaatschappij met aparte beheerder is of een beleggingsfonds of indien een icbe als bedoeld in het derde lid, onderdeel h, een fonds voor collectieve belegging in effecten of een maatschappij voor collectieve belegging in effecten met aparte beheerder is, draagt de beheerder van de betreffende instelling zorg voor de naleving van de bij of krachtens deze wet gestelde regels door de instelling.


Artikel 22 [Vervallen per 01-01-2002]

[Vervallen]


Artikel 1b

  • 1

    Bij regeling van Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Justitie en Veiligheid kunnen instellingen als bedoeld in artikel 1a, vierde lid, onderdeel n, zo nodig onder het stellen van aanvullende regels, geheel of gedeeltelijk worden vrijgesteld van de bij of krachtens deze wet gestelde regels, indien, rekening houdend met de aard en de omvang van de te verlenen diensten, voor die instellingen een bewezen laag risico op witwassen en financieren van terrorisme bestaat.

  • 2

    Geen vrijstelling kan worden verleend aan instellingen als bedoeld in artikel 1a, vierde lid, onderdeel n, die activiteiten verrichten als bedoeld in artikel 27g of 31 van de Wet op de kansspelen.


Artikel 23 [Vervallen per 01-01-2010]

[Vervallen]


Artikel 1c

  • 1

    Onze Minister van Financiën kan, in bij algemene maatregel van bestuur te bepalen gevallen, ontheffing verlenen van de bij of krachtens deze wet gestelde regels aan instellingen die incidenteel of in zeer beperkte mate financiële werkzaamheden verrichten, indien er een bewezen laag risico op witwassen of financieren van terrorisme bestaat. Aan een ontheffing kunnen voorschriften of beperkingen worden verbonden.

  • 2

    Onze Minister van Financiën kan een op grond van het eerste lid verleende ontheffing wijzigen, geheel of gedeeltelijk intrekken of beperken, dan wel daaraan nadere voorschriften verbinden, indien:

    • a.

      is gebleken dat bij de aanvraag van de ontheffing onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt en kennis omtrent de juiste en volledige gegevens tot een andere beslissing zou hebben geleid;

    • b.

      de houder van een ontheffing omstandigheden of feiten heeft verzwegen op grond waarvan, zo zij voor het tijdstip waarop de ontheffing werd verleend zich hadden voorgedaan of bekend waren geweest, de ontheffing zou zijn geweigerd;

    • c.

      de houder van een ontheffing niet langer voldoet aan de bij of krachtens deze wet gestelde regels, dan wel niet meer voldoet aan de aan de ontheffing verbonden voorschriften of de gestelde beperkingen niet naleeft.

  • 3

    Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot het verlenen, wijzigen, intrekken of beperken van een ontheffing.


Artikel 1d

  • 1

    Met de uitvoering en handhaving van deze wet zijn belast:

    • a.

      de Nederlandsche Bank N.V.: voor zover het betreft instellingen als bedoeld in artikel 1a, tweede lid, derde lid, onderdeel a, b, e, f, g en j, vierde lid, onderdeel l en m, of bijkantoren van dergelijke instellingen met zetel buiten Nederland, alsmede instellingen als bedoeld in artikel 1a, vierde lid, onderdeel f;

    • b.

      de Stichting Autoriteit Financiële Markten: voor zover het betreft instellingen als bedoeld in artikel 1a, derde lid, onderdeel c, d, h en i of bijkantoren van dergelijke instellingen met zetel buiten Nederland, alsmede beheerders als bedoeld in artikel 1a, zesde lid;

    • c.

      het Bureau Financieel Toezicht: voor zover het betreft instellingen als bedoeld in artikel 1a, vierde lid, onderdeel a, b, d en e;

    • d.

      de deken, bedoeld in artikel 22, tweede lid, van de Advocatenwet: voor zover het betreft instellingen als bedoeld in artikel 1a, vierde lid, onderdeel c;

    • e.

      Onze Minister van Financiën: voor zover het betreft instellingen als bedoeld in artikel 1a, vierde lid, onderdeel g, h, i, j, k, o en p;

    • f.

      de kansspelautoriteit: voor zover het betreft instellingen als bedoeld in artikel 1a, vierde lid, onderdeel n.

  • 2

    De Nederlandsche Bank N.V. is belast met de uitvoering en handhaving van de verordening betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie.

  • 3

    De Stichting Autoriteit Financiële Markten is belast met de uitvoering en handhaving van de verordening inzake de veiling van broeikasgasemissierechten.

  • 4

    De in het eerste lid genoemde bestuursorganen kunnen, indien een verordening als bedoeld in artikel 288 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie betrekking heeft op een onderwerp dat verband houdt met de voorkoming van witwassen of financieren van terrorisme, bij algemene maatregel van bestuur tevens worden belast met de uitvoering en handhaving van de bij of krachtens die verordening gestelde regels.

  • 5

    De bij of krachtens een verordening als bedoeld in het tweede, derde of vierde lid gestelde regels worden voor de toepassing van deze wet gelijkgesteld met bij of krachtens deze wet gestelde regels.

  • 6

    De in het eerste lid genoemde bestuursorganen oefenen hun taak uit op een risico gebaseerde en effectieve wijze en nemen artikel 48, zesde tot en met achtste lid, van de vierde anti-witwasrichtlijn daarbij in acht.

  • 7

    Bij regeling van Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Justitie en Veiligheid kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de taakuitoefening van de op grond van dit artikel bevoegde bestuursorganen, met uitzondering van de deken, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d.


Artikel 1e

Bij regeling van Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Justitie en Veiligheid kunnen banken die deel uitmaken van een groep banken die blijvend is aangesloten bij een centrale kredietinstelling die controle uitoefent op de bedrijfsvoering en uitbesteding van die banken worden vrijgesteld van het toezicht door de Nederlandsche Bank N.V., indien de centrale kredietinstelling toezicht houdt op die groep banken en in voldoende mate bevoegd is voor de naleving van deze wet noodzakelijke instructies te geven aan die banken. Aan deze vrijstelling kunnen beperkingen worden gesteld en voorschriften worden verbonden.


Slotformulier en ondertekening

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën,J.C. de Jager



Boek 7 Bijzondere overeenkomsten

Boek 7 Bijzondere overeenkomsten


Titel III De uitoefening van het notarisambt

Titel III De uitoefening van het notarisambt




Titel 1 Algemene bepalingen

Titel 1 Algemene bepalingen


Titel 3 Woonplaats


Besluit van 21 december 2000, houdende vaststelling van het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001


Artikel 16

Het verrichten van wettelijke werkzaamheden en werkzaamheden die de notaris in samenhang daarmee pleegt te verrichten, berust op een overeenkomst tussen de notaris en de cliënt, bedoeld in titel 5 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.


Besluit van 14 september 1971, houdende uitvoering van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969


Besluit van 9 december 2014, houdende regels inzake de langdurige zorg (Besluit langdurige zorg)


Artikel 1

  • 1

    Erfopvolging heeft plaats bij versterf of krachtens uiterste wilsbeschikking.

  • 2

    Van de erfopvolging bij versterf kan worden afgeweken bij een uiterste wilsbeschikking die een erfstelling of een onterving inhoudt.


Artikel 10

  • 1

    De woonplaats van een natuurlijk persoon bevindt zich te zijner woonstede, en bij gebreke van woonstede ter plaatse van zijn werkelijk verblijf.

  • 2

    Een rechtspersoon heeft zijn woonplaats ter plaatse waar hij volgens wettelijk voorschrift of volgens zijn statuten of reglementen zijn zetel heeft.


Besluit van 21 december 2000, houdende vaststelling van het Besluit voorkoming dubbele belasting 2001

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën 20 november 2000, nr. IFZ2000/1293M, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Internationale Fiscale Zaken;

Gelet op artikel 38, eerste lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen;

De Raad van State gehoord (advies van 13 december 2000, nr. W06.000541/IV);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 19 december 2000, nr. IFZ2000/1397U, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Internationale Fiscale Zaken;

Hebben goedgevonden en verstaan:



Besluit van 14 september 1971, houdende uitvoering van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 17 augustus 1971, nr. B 71/15503, Directie Wetgeving directe belastingen;

Gelet op de artikelen 5 en 29 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Stb. 469);

De Raad van State gehoord (advies van 25 augustus 1971, nr. 11);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 7 september 1971, nr. B 71/16415, Directie Wetgeving directe belastingen;

Hebben goedgevonden en verstaan:


Besluit van 9 december 2014, houdende regels inzake de langdurige zorg (Besluit langdurige zorg)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 6 oktober 2014, kenmerk 673059-126985-WJZ;

Gelet op de artikelen 2.1.1, vierde en vijfde lid, 2.2.1, tweede lid, 3.1.1, tweede lid, 3.1.3, eerste en tweede lid, 3.2.1, vierde en vijfde lid, 3.2.3, vijfde lid, 3.2.5, eerste en tweede lid, 3.2.6, eerste en tweede lid, 3.3.2, achtste lid, 3.3.3, eerste, vijfde en zesde lid, 3.3.5, tweede en vierde lid, 4.1.1, vierde en zesde lid, 4.2.4, tweede, derde en vierde lid, 5.1.4, 7.1.2, derde en vijfde lid, 8.1.1, tweede lid, 10.1.4, eerste lid, 11.1.4, eerste lid, en 12.4.8, eerste en tweede lid, van de Wet langdurige zorg, artikel 60, tweede en derde lid, van de Wet bijzondere opnemingen in psychiatrische ziekenhuizen, artikel 2 en 56a van de Wet marktordening gezondheidszorg, artikel 91 van de Wet financiering sociale verzekeringen, artikel 1, tweede lid, 5, tweede lid, en 6 van de Wet toelating zorginstellingen, artikel 1, tweede lid, van de Kwaliteitswet zorginstellingen, artikel 11, derde lid, van de Zorgverzekeringswet, artikel 2, tweede lid, van de Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg, artikel 8.1.8, tweede lid, van de Jeugdwet, artikel 2.1.4, vierde lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de artikelen 6.16 en 6.25 van de Wet inkomstenbelasting 2001, artikel 91, eerste lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen en artikel 54 van de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, artikel 11, zevende lid, van de Wet sociale werkvoorziening, artikel 1, tweede lid, van de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur, artikel 13 van de Wegenverkeerswet, artikel 29, derde lid, van de Mededingingswet, artikel 2, vijfde lid, van de Kaderwet militaire pensioenen, artikel 70c van de Woningwet, artikel 11, tweede lid, van de Wet op de huurtoeslag, artikel 29, eerste lid, van de Wet bescherming persoonsgegevens, artikel 38a, van het Wetboek van Strafrecht;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 20 november 2014, No. W13.14.0367/III);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 5 december 2014, kenmerk 697545-130582;

Hebben goedgevonden en verstaan:


Artikel 2

  • 1

    Wanneer de volgorde waarin twee of meer personen zijn overleden niet kan worden bepaald, worden die personen geacht gelijktijdig te zijn overleden en valt aan de ene persoon geen voordeel uit de nalatenschap van de andere ten deel.

  • 2

    Indien een belanghebbende ten gevolge van omstandigheden die hem niet kunnen worden toegerekend, moeilijkheden ondervindt bij het bewijs van de volgorde van overlijden, kan de rechter hem een of meermalen uitstel verlenen, zulks voor zover redelijkerwijs mag worden aangenomen dat het bewijs binnen de termijn van het uitstel kan worden geleverd.


Artikel 11

  • 1

    Een natuurlijk persoon verliest zijn woonstede door daden, waaruit zijn wil blijkt om haar prijs te geven.

  • 2

    Een natuurlijk persoon wordt vermoed zijn woonstede te hebben verplaatst, wanneer hij daarvan op de wettelijk voorgeschreven wijze aan de betrokken colleges van burgemeester en wethouders heeft kennis gegeven.


Artikel 17

  • 1

    De notaris oefent zijn ambt in onafhankelijkheid uit en behartigt de belangen van alle bij de rechtshandeling betrokken partijen op onpartijdige wijze en met de grootst mogelijke zorgvuldigheid.

  • 2

    De notaris mag zijn ambt niet uitoefenen in dienstbetrekking of in enig ander verband waardoor zijn onafhankelijkheid of onpartijdigheid wordt of kan worden beïnvloed.

  • 3

    Het is de notaris verboden, rechtstreeks of middellijk, te handelen en te beleggen in registergoederen en effecten in ter beurze genoteerde en in niet ter beurze genoteerde vennootschappen, tenzij hij redelijkerwijs mag verwachten dat hierdoor zijn onpartijdigheid of onafhankelijkheid niet wordt of kan worden beïnvloed dan wel de eer of het aanzien van het ambt niet wordt of kan worden geschaad.



Artikel 3

  • 1

    Van rechtswege zijn onwaardig om uit een nalatenschap voordeel te trekken:

    • a.

      hij die onherroepelijk veroordeeld is ter zake dat hij de overledene heeft omgebracht, heeft getracht hem om te brengen, dat feit heeft voorbereid of daaraan heeft deelgenomen;

    • b.

      hij die onherroepelijk veroordeeld is wegens een opzettelijk tegen de erflater gepleegd misdrijf waarop naar de Nederlandse wettelijke omschrijving een vrijheidsstraf is gesteld met een maximum van ten minste vier jaren, dan wel wegens poging tot, voorbereiding van, of deelneming aan een dergelijk misdrijf;

    • c.

      hij van wie bij onherroepelijke rechterlijke uitspraak is vastgesteld dat hij tegen de erflater lasterlijk een beschuldiging van een misdrijf heeft ingebracht, waarop naar de Nederlandse wettelijke omschrijving een vrijheidsstraf met een maximum van ten minste vier jaren is gesteld;

    • d.

      hij die de overledene door een feitelijkheid of door bedreiging met een feitelijkheid heeft gedwongen of belet een uiterste wilsbeschikking te maken;

    • e.

      hij die de uiterste wil van de overledene heeft verduisterd, vernietigd of vervalst.

  • 2

    Rechten door derden te goeder trouw verkregen voordat de onwaardigheid is vastgesteld worden geëerbiedigd. In geval echter de goederen om niet zijn verkregen, kan de rechter aan de rechthebbenden, en ten laste van hem die daardoor voordeel heeft genoten, een naar billijkheid te bepalen vergoeding toekennen.

  • 3

    Een onwaardigheid vervalt, wanneer de erflater aan de onwaardige op ondubbelzinnige wijze zijn gedraging heeft vergeven.


Artikel 12

  • 1

    Een minderjarige volgt de woonplaats van hem die het gezag over hem uitoefent, de onder curatele gestelde die van zijn curator. Oefenen beide ouders tezamen het gezag over hun minderjarige kind uit, doch hebben zij niet dezelfde woonplaats, dan volgt het kind de woonplaats van de ouder bij wie het feitelijk verblijft dan wel laatstelijk heeft verbleven.

  • 2

    Wanneer iemands goederen onder bewind staan, volgt hij voor alles wat de uitoefening van dit bewind betreft, de woonplaats van de bewindvoerder.

  • 3

    Wanneer ten behoeve van een persoon een mentorschap is ingesteld, volgt hij voor alles wat de uitoefening van dit mentorschap betreft, de woonplaats van de mentor.

  • 4

    Het eerste, tweede en derde lid zijn niet van toepassing voor zover het betreft de relatieve bevoegdheid van de rechter gedurende een curatele, een bewind als bedoeld in titel 19 en een mentorschap. Hetzelfde geldt indien ten aanzien van een persoon een curatele, een mentorschap of een bewind als bedoeld in titel 19 en tevens een bewind als bedoeld in afdeling 7 van titel 5 van Boek 4 of een bewind als bedoeld in artikel 182 van Boek 7 van kracht zijn en de bevoegde kantonrechter de andere kantonrechter als uitsluitend bevoegde heeft aangewezen.

  • 5

    Wanneer de persoon, van wie de woonplaats wordt afgeleid, overlijdt of zijn gezag of zijn hoedanigheid verliest, duurt de afgeleide woonplaats voort, totdat een nieuwe woonplaats is verkregen.


Artikel 18

  • 1

    De notaris kan een samenwerkingsverband aangaan met beoefenaren van een ander beroep, mits hierdoor zijn onafhankelijkheid of onpartijdigheid niet wordt of kan worden beïnvloed.

  • 2

    Bij verordening worden ter waarborging van die onafhankelijkheid en onpartijdigheid regels vastgesteld over de wijze waarop samenwerkingsverbanden kunnen worden aangegaan.

  • 3

    De notaris is verplicht om jaarlijks binnen de in artikel 24, vierde lid, genoemde termijn, aan het Bureau een verklaring van een onafhankelijke externe deskundige over te leggen, waaruit blijkt dat hij heeft voldaan aan de voorschriften van de verordening, bedoeld in het tweede lid.



Artikel 4

  • 1

    Een voor het openvallen van een nalatenschap verrichte rechtshandeling is nietig, voor zover zij de strekking heeft een persoon te belemmeren in zijn vrijheid om bevoegdheden uit te oefenen, welke hem krachtens dit Boek met betrekking tot die nalatenschap toekomen.

  • 2

    Overeenkomsten strekkende tot beschikking over nog niet opengevallen nalatenschappen in hun geheel of over een evenredig deel daarvan, zijn nietig.


Artikel 13

Het sterfhuis van een overledene is daar, waar hij zijn laatste woonplaats heeft gehad.


Artikel 19

  • 1

    De notaris mag geen akte verlijden waarin hijzelf, zijn echtgenoot of een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad hetzij in persoon of door een vertegenwoordiger, als partij optreedt. Evenmin mag de notaris een akte verlijden waarin hijzelf, zijn echtgenoot of een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad als vertegenwoordiger optreedt voor een partij bij die akte. Hetzelfde geldt met betrekking tot een akte waarbij een rechtspersoon als partij of vertegenwoordiger optreedt,

    • a.

      waarvan de notaris weet of had behoren te weten dat de in dit lid bedoelde personen daarin alleen of gezamenlijk de meerderheid van de aandelen houden; of

    • b.

      waarin de notaris of zijn echtgenoot de functie van bestuurder of commissaris vervult.

  • 2

    Het bepaalde in het eerste lid geldt niet voor akten waarbij openbare verkopingen, openbare verhuringen, openbare verpachtingen of openbare aanbestedingen worden geconstateerd en de in dat lid bedoelde personen als koper, huurder, pachter of aannemer zijn vermeld, noch voor akten waarin een proces-verbaal van het verhandelde in een vergadering wordt opgenomen en daarin deze personen als deelnemer worden vermeld.

  • 3

    In geval van overtreding van een bepaling van het eerste lid, eerste en tweede volzin, mist de akte authenticiteit en voldoet zij niet aan de voorschriften waarin de vorm van een notariële akte wordt geëist.

  • 4

    Het bepaalde in het eerste lid geldt tevens voor een waarnemer ten opzichte van de vervangen notaris en diens echtgenoot.


Artikel 3

Een in artikel 5, eerste lid, onderdeel b, van de wet omschreven lichaam is van de belasting vrijgesteld mits de werkzaamheden van het lichaam in overeenstemming zijn met het in voormelde onderdeel b aangegeven doel en bovendien de winst, behoudens een uitkering tot ten hoogste vijf percent per jaar over het gestorte kapitaal of over de inleggelden, uitsluitend kan worden aangewend ten bate van de verzekerden, een ingevolge het onderhavige artikel vrijgesteld lichaam, of een algemeen maatschappelijk belang.


Artikel 5

  • 1

    Op verzoek van de schuldenaar kan de rechtbank wegens gewichtige redenen bepalen dat een geldsom die krachtens dit Boek of, in verband met de verdeling van de nalatenschap, krachtens titel 7 van Boek 3 is verschuldigd, al dan niet vermeerderd met een in de beschikking te bepalen rente, eerst na verloop van zekere tijd, hetzij ineens, hetzij in termijnen behoeft te worden voldaan. Hierbij let de rechtbank op de belangen van beide partijen; aan een inwilliging kan de voorwaarde worden verbonden dat binnen een bepaalde tijd een door de rechtbank goedgekeurde zakelijke of persoonlijke zekerheid voor de voldoening van hoofdsom en rente wordt gesteld.

  • 2

    Een in het vorige lid bedoelde beschikking kan op verzoek van een der partijen, gegrond op ten tijde van die beschikking niet voorziene omstandigheden, door de in het vorige lid genoemde rechtbank worden gewijzigd.


Artikel 14

Een persoon die een kantoor of een filiaal houdt, heeft ten aanzien van aangelegenheden die dit kantoor of dit filiaal betreffen mede aldaar woonplaats.


Artikel 20

  • 1

    De notaris mag geen akte verlijden die een begunstiging van één of meer van de in artikel 19, eerste lid, bedoelde personen inhoudt; de verboden begunstiging is nietig. Een benoeming tot executeur van een nalatenschap is geen verboden begunstiging.

  • 2

    Artikel 19, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 3

    Met betrekking tot de begunstiging van getuigen bij akten die een uiterste wilsbeschikking bevatten, zijn de artikelen 61 en 62, eerste lid, van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing.


Artikel 4

Een in artikel 5, eerste lid, onderdeel c, van de wet omschreven lichaam is van de belasting vrijgesteld mits het lichaam van publiekrechtelijke aard is, dan wel, indien dat niet het geval is, het lichaam, zo het winst behaalt, deze uitsluitend kan aanwenden ten bate van een ingevolge het onderhavige artikel vrijgesteld lichaam of een algemeen maatschappelijk belang.


Artikel 20a

Notariële akten die uiterste wilsbeschikkingen inhouden, bevatten geen andere rechtshandelingen.


Artikel 5

Een in artikel 5, eerste lid, onderdeel d, van de wet omschreven lichaam dat werkzaam is op het gebied van de landbouw is van de belasting vrijgesteld mits:

  • a.

    zo winst wordt behaald, deze in het jaar niet meer bedraagt dan € 7500, dan wel in het jaar en de daaraan voorafgaande vier jaren tezamen niet meer bedraagt dan € 37 500, en

  • b.

    doel en feitelijke werkzaamheden bestaan in het exploiteren van bedrijfsmiddelen, het beschikbaar stellen van arbeidskrachten of het aankopen van landbouwbenodigdheden een en ander uitsluitend of nagenoeg uitsluitend ten behoeve van de aandeelhouders, leden, deelnemers of deelgerechtigden.


Artikel 6

In dit Boek wordt onder de waarde van de goederen der nalatenschap verstaan de waarde van die goederen op het tijdstip onmiddellijk na het overlijden van de erflater, waarbij geen rekening wordt gehouden met het vruchtgebruik dat daarop krachtens afdeling 1 of 2 van titel 3 kan komen te rusten.


Artikel 15

Een persoon kan een andere woonplaats dan zijn werkelijke slechts kiezen, wanneer de wet hem daartoe verplicht, of wanneer de keuze bij schriftelijk of langs elektronische weg aangegane overeenkomst voor een of meer bepaalde rechtshandelingen of rechtsbetrekkingen geschiedt en voor de gekozen woonplaats een redelijk belang aanwezig is. Indien de keuze bij langs elektronische weg aangegane overeenkomst geschiedt, is artikel 227a lid 1 van Boek 6 van overeenkomstige toepassing.


Artikel 21

  • 1

    De notaris is verplicht de hem bij of krachtens de wet opgedragen of de door een partij verlangde werkzaamheden te verrichten, behoudens het bepaalde in het tweede, derde, en vierde lid.

  • 2

    De notaris is verplicht zijn dienst te weigeren wanneer naar zijn redelijke overtuiging of vermoeden de werkzaamheid die van hem verlangd wordt leidt tot strijd met het recht of de openbare orde, wanneer zijn medewerking wordt verlangd bij handelingen die kennelijk een ongeoorloofd doel of gevolg hebben of wanneer hij andere gegronde redenen voor weigering heeft.

  • 3

    De notaris kan een verzoek van een partij tot het verrichten van werkzaamheden doorverwijzen naar een andere notaris binnen dezelfde onderneming of binnen het samenwerkingsverband waarvan hij deel uitmaakt, mits die het verzoek aanvaardt.

  • 4

    De notaris kan een verzoek van een partij tot het verrichten van werkzaamheden doorverwijzen naar een andere notaris, mits die het verzoek aanvaardt en de werkzaamheden niet algemeen gebruikelijk en van een zodanige aard zijn dat het belang van de verzoekende partij met de doorverwijzing wordt gediend.

  • 5

    Bij verordening worden nadere regels gesteld betreffende de toepassing van het tweede tot en met het vierde lid.

  • 6

    Bij verordening kunnen tevens nadere regels worden gesteld betreffende de toepassing van de artikelen 333i, achtste lid, 334uu, achtste lid, en 335l, zevende lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek.


Artikel 6

Een in artikel 5, eerste lid, onderdeel d, van de wet omschreven lichaam dat werkzaam is op het gebied van de verzekering tegen schade op onderlinge grondslag is van de belasting vrijgesteld mits, zo winst wordt behaald, deze in het jaar niet meer bedraagt dan € 7 500, dan wel in het jaar en de daaraan voorafgaande vier jaren te zamen niet meer bedraagt dan € 37 500.


Artikel 7

  • 1

    Schulden van de nalatenschap zijn:

    • a.

      de schulden van de erflater die niet met zijn dood tenietgaan, voor zover niet begrepen in onderdeel i;

    • b.

      de kosten van lijkbezorging, voor zover zij in overeenstemming zijn met de omstandigheden van de overledene;

    • c.

      de kosten van vereffening van de nalatenschap, met inbegrip van het loon van de vereffenaar;

    • d.

      de kosten van executele, met inbegrip van het loon van de executeur;

    • e.

      de schulden uit belastingen die ter zake van het openvallen der nalatenschap worden geheven, voor zover zij op de erfgenamen komen te rusten;

    • f.

      de schulden die ontstaan door toepassing van afdeling 2 van titel 3;

    • g.

      de schulden ter zake van legitieme porties waarop krachtens artikel 80 aanspraak wordt gemaakt;

    • h.

      de schulden uit legaten welke op een of meer erfgenamen rusten;

    • i.

      de schulden uit giften en andere handelingen die ingevolge artikel 126 worden aangemerkt als legaten.

  • 2

    Bij de voldoening van de schulden ten laste van de nalatenschap worden achtereenvolgens met voorrang voldaan:

    • 1°.

      de schulden, bedoeld in lid 1 onder a tot en met e;

    • 2°.

      de schulden, bedoeld in lid 1 onder f;

    • 3°.

      de schulden, bedoeld in lid 1 onder g.

    Ontbreken schulden als bedoeld in lid 1 onder f, dan worden eerst de schulden, bedoeld in lid 1 onder a tot en met c, en vervolgens de schulden, bedoeld in lid 1 onder d, e en g, met voorrang voldaan.

  • 3

    In de nalatenschap van de langstlevende ouder, bedoeld in artikel 20, en de stiefouder, bedoeld in artikel 22, wordt een verplichting tot overdracht van goederen als bedoeld in die artikelen met een schuld als bedoeld in lid 1 onder a gelijkgesteld.


Artikel 22

  • 1

    De notaris is, voorzover niet bij wet anders is bepaald, ten aanzien van al hetgeen waarvan hij uit hoofde van zijn werkzaamheid als zodanig kennis neemt tot geheimhouding verplicht. Dezelfde verplichting geldt voor de personen die onder zijn verantwoordelijkheid werkzaam zijn voor al hetgeen waarvan zij kennis dragen uit hoofde van hun werkzaamheid.

  • 2

    De geheimhoudingsplicht van de notaris en van de onder zijn verantwoordelijkheid werkzame personen blijft ook bestaan na beëindiging van het ambt of de betrekking waarin de werkzaamheid is verricht.


Slotformulier en ondertekening

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage 21 december 2000 Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën, W. J. Bos

Uitgegeven de achtentwintigste december 2000 De Minister van Justitie, A. H. Korthals


Artikel 7

Een in artikel 5, eerste lid, onderdeel d, van de wet omschreven lichaam dat werkzaam is op het gebied van de verzorging van uitvaarten is van de belasting vrijgesteld mits, zo winst wordt behaald, deze in het jaar niet meer bedraagt dan € 7 500, dan wel in het jaar en de daaraan voorafgaande vier jaren te zamen niet meer bedraagt dan € 37 500 en voorts:

  • a.

    doel en feitelijke werkzaamheid bestaan in het verzorgen van uitvaarten uitsluitend of nagenoeg uitsluitend van de aandeelhouders, leden, deelnemers of deelgerechtigden en hun gezinsleden; en

  • b.

    de uitvaarten van de onder a genoemde personen hoofdzakelijk tegen vergoeding van een entreegeld en een jaarlijkse bijdrage worden verzorgd.


Artikel 8

  • 1

    In dit Boek worden met echtgenoten gelijkgesteld geregistreerde partners.

  • 2

    Voor de toepassing van lid 1 is mede begrepen onder:

    • a.

      huwelijk: geregistreerd partnerschap;

    • b.

      gehuwd: als partner geregistreerd;

    • c.

      huwelijksgemeenschap: gemeenschap van een geregistreerd partnerschap;

    • d.

      trouwbeloften: beloften tot het aangaan van een geregistreerd partnerschap;

    • e.

      echtscheiding: beëindiging van een geregistreerd partnerschap op de wijze als bedoeld in artikel 80c onder c of d van Boek 1.

  • 3

    Onder stiefkind van de erflater wordt in dit Boek verstaan een kind van de echtgenoot of geregistreerde partner van de erflater, van welk kind de erflater niet zelf ouder is. Zodanig kind blijft stiefkind, indien het huwelijk of het geregistreerd partnerschap is geëindigd.


Artikel 23

  • 1

    Het is de notaris verboden, rechtstreeks of middellijk, handelingen te verrichten of na te laten waarvan hij redelijkerwijs moet verwachten dat zij ertoe kunnen leiden, dat hij te eniger tijd niet zal kunnen voldoen aan zijn financiële verplichtingen.

  • 2

    In ieder geval is het de notaris verboden:

    • a.

      leningen aan te gaan, behoudens voor zover deze redelijkerwijs nodig zijn voor de uitoefening van het ambt of voor persoonlijke doeleinden;

    • b.

      leningen te verstrekken aan degene die partij is bij een akte of die rechtstreeks of middellijk betrokken is bij een rechtshandeling waarop de akte betrekking heeft;

    • c.

      zich borg te stellen of anderszins in te staan voor schulden van anderen, behoudens voor zover dit redelijkerwijs nodig is voor de uitoefening van het ambt of voor persoonlijke doeleinden.

  • 3

    De rechtsgeldigheid van een rechtshandeling welke is verricht in strijd met het eerste en tweede lid is niet uit dien hoofde aantastbaar.


Artikel 7a

Een lichaam dat voldoet aan de voorwaarden gesteld in de artikelen 5, 6 of 7 is in afwijking van de genoemde artikelen niet van de belasting vrijgesteld, indien het lichaam dit bij het indienen van de aangifte over het jaar verzoekt.


Artikel 24

  • 1

    De notaris is verplicht van zijn kantoorvermogen en van alles betreffende zijn werkzaamheden, daaronder begrepen het beheer van gelden van derden al dan niet vallend onder artikel 25, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde op eenvoudige wijze zijn rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.

  • 2

    Het in het vorige lid bepaalde is van overeenkomstige toepassing op het privé-vermogen van de notaris, daaronder mede begrepen het vermogen van een gemeenschap van goederen waarin hij is gehuwd.

  • 3

    Bij verordening kunnen voorschriften worden vastgesteld ten aanzien van de wijze waarop de kantoor- en privé-administratie moeten worden ingericht, bijgehouden en bewaard.

  • 4

    De notaris dient binnen vier maanden na afloop van elk boekjaar een verslag in bij het Bureau ten aanzien van zowel het kantoorvermogen als ten aanzien van zijn privé-vermogen. Voor wat betreft de kantoorwerkzaamheden bevat het verslag een winst- en verliesrekening. Het verslag gaat vergezeld van een verklaring danwel mededeling die is afgegeven door een accountant als bedoeld in artikel 393, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. De termijn voor indiening van het verslag kan op verzoek van de notaris door het Bureau op grond van bijzondere omstandigheden worden verlengd met ten hoogste twee maanden. Op het verzoek wordt beslist binnen vier weken na ontvangst ervan.

  • 5

    Bij regeling van Onze Minister worden regels gesteld betreffende de wijze van indiening en de inhoud van het verslag en van de verklaring respectievelijk mededeling, bedoeld in het vierde lid, alsmede de inhoud en wijze van indiening van overige gegevens aan het Bureau.

  • 6

    De notaris is verplicht de in de leden 1 en 2 bedoelde boeken, bescheiden en andere gegevensdragers betreffende zijn kantoor- en privé-administratie gedurende de in artikel 10, derde lid, van Boek 2 Burgerlijk Wetboek bedoelde termijn te bewaren. Artikel 10, vierde lid, Boek 2 Burgerlijk Wetboek is van toepassing.


Artikel 7aa [Vervallen per 01-01-2017]

[Vervallen]


Artikel 25

  • 1

    De notaris is verplicht bij een financiële onderneming die ingevolge de Wet op het financieel toezicht in Nederland het bedrijf van bank mag uitoefenen een of meer bijzondere rekeningen aan te houden op zijn naam met vermelding van zijn hoedanigheid, die uitsluitend bestemd zijn voor gelden, die hij in verband met zijn werkzaamheden als zodanig onder zich neemt. Gelden die aan de notaris in verband met zijn werkzaamheden als zodanig ten behoeve van derden worden toevertrouwd, moeten op die rekening worden gestort. De bovenbedoelde financiële onderneming voegt de over de gelden gekweekte rente toe aan het saldo van de bijzondere rekening. Indien deze gelden abusievelijk op een andere rekening van de notaris zijn gestort of indien ten onrechte gelden op de bijzondere rekening zijn gestort, is de notaris verplicht deze onverwijld op de juiste rekening te storten. Hetzelfde geldt indien de gelden rechtstreeks in handen van de notaris zijn gesteld. Indien meer notarissen in een maatschap samenwerken, kan de bijzondere rekening ten name van die notarissen tezamen, de maatschap of vennootschap worden gesteld. In geval van samenwerking met beoefenaren van een ander beroep moet uit de tenaamstelling van de bijzondere rekening blijken dat de notaris deze rekening houdt. De notaris vermeldt het nummer van de bijzondere rekening op zijn briefpapier.

  • 2

    De notaris is bij uitsluiting bevoegd tot het beheer en de beschikking over de bijzondere rekening. Hij kan aan een onder zijn verantwoordelijkheid werkzame persoon volmacht verlenen. Ten laste van deze rekening mag hij slechts betalingen doen in opdracht van een rechthebbende.

  • 3

    Het vorderingsrecht voortvloeiende uit de bijzondere rekening behoort toe aan de gezamenlijke rechthebbenden. Het aandeel van iedere rechthebbende wordt berekend naar evenredigheid van het bedrag dat te zijnen behoeve op de bijzondere rekening is gestort. De notaris of, indien het een gezamenlijke rekening als bedoeld in het eerste lid, zesde volzin betreft, iedere notaris, is verplicht een tekort in het saldo van de bijzondere rekening terstond aan te vullen, en hij is ter zake daarvan aansprakelijk, tenzij hij aannemelijk kan maken dat hem ter zake van het ontstaan van het tekort geen verwijt treft.

  • 4

    Een rechthebbende heeft voor zover uit de aard van zijn recht niet anders voortvloeit, te allen tijde recht op uitkering van zijn aandeel in het saldo van de bijzondere rekening. Is het saldo van de bijzondere rekening niet toereikend om aan iedere rechthebbende het bedrag van zijn aandeel uit te keren, dan mag de notaris aan de rechthebbende slechts zoveel uitkeren als in verband met de rechten van de andere rechthebbenden mogelijk is. In dat geval wordt het saldo onder de rechthebbenden verdeeld naar evenredigheid van ieders aandeel, met dien verstande dat, indien een notaris zelf rechthebbende is, hem slechts wordt toegedeeld hetgeen overblijft, nadat de andere rechthebbenden het hun toekomende hebben ontvangen.

  • 5

    Er kan geen derdenbeslag worden gelegd onder de in het eerste lid bedoelde financiële onderneming op het aandeel van een rechthebbende in de bijzondere rekening. Is onder de notaris derdenbeslag gelegd op het aandeel van een rechthebbende in de bijzondere rekening, dan kan de notaris die overeenkomstig de artikelen 476a en 477 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering verklaring heeft gedaan of die is veroordeeld overeenkomstig artikel 477a van dat wetboek, zonder opdracht van de rechthebbende overeenkomstig de verklaring of veroordeling betalen aan de executant.

  • 6

    Rechtshandelingen verricht in strijd met de bepalingen van dit artikel zijn vernietigbaar. De vernietigingsgrond kan worden ingeroepen door iedere rechtstreeks belanghebbende. Rechten, door derden te goeder trouw anders dan om niet verkregen op gelden die het voorwerp waren van de vernietigde rechtshandeling, worden geëerbiedigd.

  • 7

    Bij verordening kunnen nadere regels worden gesteld betreffende de bijzondere rekening en het beheer van de gelden, bedoeld in het eerste lid. Onze Minister kan regels vaststellen met betrekking tot de wijze van berekening en uitkering van de rente van de op de bijzondere rekening gestorte gelden.

  • 8

    De notaris verstrekt, in uitzondering op zijn geheimhoudingsplicht, bedoeld in artikel 22, aan de inspecteur of de ontvanger, bedoeld in artikel 2 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, artikel 2 van de Invorderingswet 1990 dan wel artikel 1:3 van de Algemene douanewet, indien deze dit, daartoe gemachtigd door Onze Minister van Financiën, verzoekt uit hoofde van de uitoefening van een bevoegdheid op grond van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, de Invorderingswet 1990 onderscheidenlijk de Algemene douanewet:

    • a.

      de namen, adressen en woonplaatsen van de personen die betrokken zijn bij betalingen naar of vanaf de bijzondere rekening in verband met een in het verzoek specifiek aangeduide transactie of handeling waaraan de notaris zijn medewerking heeft verleend, alsmede de omvang van die betalingen en de nummers van de bankrekeningen waarvan door die personen gebruik is gemaakt;

    • b.

      de aard van de transactie of handeling waarop een in het verzoek specifiek aangeduide betaling naar of vanaf de bijzondere rekening betrekking heeft, alsmede de namen, adressen en woonplaatsen van de personen die daarbij betrokken zijn, de omvang van de betalingen en de nummers van de bankrekeningen waarvan door die personen gebruik is gemaakt.

    Bij het verstrekken van de hiervoor genoemde gegevens wordt hun onderling verband door de notaris aangeduid.

  • 9

    De notaris verstrekt, in uitzondering op zijn geheimhoudingsplicht, bedoeld in artikel 22, aan de opsporingsambtenaar, de officier van justitie, de rechter-commissaris of Onze Minister voor Rechtsbescherming, de gegevens met betrekking tot de bijzondere rekening die deze vordert uit hoofde van de uitoefening van een bevoegdheid op grond van het Wetboek van Strafvordering.

  • 10

    Van de bepalingen van dit artikel en van de in het zevende lid bedoelde regels kan niet worden afgeweken.


Artikel 7ab

Een niet naar Nederlands recht opgerichte rechtspersoon is naar aard en inrichting vergelijkbaar als bedoeld in artikel 14c, achtste lid, onderdeel b, van de wet met een naar Nederlands recht opgerichte naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid indien:

  • a.

    een dergelijke rechtspersoon is aan te merken als een vennootschap met een geheel, in gelijke of evenredige delen, in aandelen verdeeld kapitaal;

  • b.

    een dergelijke rechtspersoon in het land van oprichting als subject onderworpen is aan een belasting naar de winst;

  • c.

    de kapitaalverschaffers niet verder aansprakelijk zijn dan tot het bedrag dat op hun aandelen in de vennootschap is gestort;

  • d.

    alle kapitaalverschaffers in beginsel stemrecht hebben overeenkomstig hun aandeel in het kapitaal van de rechtspersoon.


Artikel 25a

Bij regeling van Onze Minister kan aan notarissen de plicht worden opgelegd tot het doen van een melding aan het Bureau indien er zich, in de regeling nader aan te duiden, gebeurtenissen voordoen die aanmerkelijke nadelige gevolgen kunnen hebben voor de financiële positie van een notaris.


Artikel 7b

Ingeval een belastingplichtige bij het begin van het boekjaar dat aanvangt op of na 1 januari 1990 voor de heffing van de vennootschapsbelasting geacht wordt te zijn opgegaan in een andere belastingplichtige, gaan met ingang van het tijdstip waarop dit niet langer het geval is de ingevolge de artikelen 3.40 en 3.47 van de Wet inkomstenbelasting 2001 nog niet uitgewerkte en latente aanspraken op investeringsaftrek en verplichtingen tot desinvesteringsbijtellingen ter zake van de tot hun vermogens op dat tijdstip behorende goederen de belastingplichtige aan tot wiens vermogen het goed behoort waarop de aanspraak of verplichting betrekking heeft.


Slotformulier en ondertekening

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar 9 december 2014 Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Uitgegeven de achttiende december 2014 De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


Artikel 25b

  • 1

    Indien de continuïteit van de praktijk van een notaris vanwege de wijze van bedrijfsvoering in gevaar dreigt te komen, kan door de voorzitter van de kamer voor het notariaat, ambtshalve naar aanleiding van een klacht dan wel op verzoek van de KNB of het Bureau, na verhoor of behoorlijke oproeping van de notaris, voor een periode van maximaal een jaar een stille bewindvoerder worden benoemd. Artikel 27, eerste lid, tweede tot en met vierde volzin, tweede lid en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 2

    De stille bewindvoerder geeft de notaris advies en begeleiding bij zijn bedrijfsvoering en is tevens bevoegd om daaromtrent bindende aanwijzingen aan de notaris te geven.

  • 3

    Bij de benoeming wordt een honorarium vastgesteld dat ten laste komt van de notaris.

  • 4

    De kamer voor het notariaat of haar voorzitter kan instructies geven aan de bewindvoerder met betrekking tot de bewindvoering.

  • 5

    De kamer voor het notariaat of haar voorzitter kan de bewindvoering te allen tijde opschorten of beëindigen.


Artikel 7c

Ten aanzien van belastingplichtigen wier winst wordt bepaald over een niet met het kalenderjaar samenvallend boekjaar gelden de bedragen die ingevolge artikel 10.1 van de Wet inkomstenbelasting 2001 bij het begin van een kalenderjaar de in de artikelen 3.41, 3.42 en 3.47 van die wet vermelde bedragen vervangen, voor het eerst met betrekking tot het boekjaar dat met of in het kalenderjaar aanvangt.



Artikel 26

  • 1

    Een notaris wordt door de voorzitter van de kamer voor het notariaat geschorst in de uitoefening van zijn ambt indien hij:

    • a.

      zich in voorlopige hechtenis bevindt;

    • b.

      tegen hem een gerechtelijk vooronderzoek ter zake van een misdrijf is ingesteld;

    • c.

      bij een nog niet onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld dan wel aan hem bij een dergelijke rechterlijke uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft;

    • d.

      bij rechterlijke uitspraak onder curatele is gesteld, in staat van faillissement is verklaard, ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, hij surséance van betaling heeft gekregen, dan wel wegens schulden is gegijzeld, voor de duur van die maatregel.

  • 2
  • 3

    De griffiers der gerechten doen aan de kamer voor het notariaat, de KNB en het Bureau mededeling van rechterlijke beslissingen als bedoeld in het eerste lid.

  • 4

    In een geval als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, eindigt de schorsing na drie maanden. De kamer voor het notariaat kan de schorsing telkens voor ten hoogste drie maanden verlengen.

  • 5

    In geval van waarneming door de notaris wordt hij tevens voor de duur van zijn schorsing geschorst als waarnemer in de uitoefening van het ambt, onverminderd de bevoegdheid van de kamer voor het notariaat tot intrekking van de benoeming tot waarnemer, bedoeld in artikel 29, eerste lid.

  • 6

    Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de toegevoegd notaris, met dien verstande dat zijn toevoeging door de voorzitter van de kamer voor het notariaat wordt opgeschort.


Artikel 8

  • 1

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het is geplaatst.

  • 2

    Dit besluit kan worden aangehaald als: Uitvoeringsbesluit vennootschapsbelasting 1971.


Artikel 27

  • 1

    Een notaris, die wegens zijn lichamelijke of geestelijke toestand niet in staat is tot het behoorlijk verrichten van zijn werkzaamheden kan, na verhoor of behoorlijke oproeping, door de voorzitter van de kamer voor het notariaat voor onbepaalde tijd in de uitoefening van zijn ambt worden geschorst. De kamer voor het notariaat bekrachtigt deze maatregel binnen vier weken. Op verzoek van de notaris kan de kamer voor het notariaat de schorsing te allen tijde opheffen. Op de beslissingen van de voorzitter en de kamer voor het notariaat is artikel 104, tweede lid, van overeenkomstige toepassing. Artikel 103, zevende lid, is van toepassing.

  • 2

    De notaris kan binnen zes weken na de dag van verzending van het afschrift van de beslissing tot schorsing of tot weigering van de opheffing van de schorsing daartegen in beroep komen bij het gerechtshof Amsterdam. Het beroep schorst de tenuitvoerlegging van de maatregel niet. Tegen de beslissing van het gerechtshof is geen hogere voorziening toegelaten.

  • 3

    Op de behandeling van de zaak bij de kamer voor het notariaat en bij het gerechtshof zijn de artikelen 101, 102, 104, 105 en 107 van overeenkomstige toepassing.

  • 4

    In geval van blijvende ongeschiktheid van de notaris voor de uitoefening van het ambt wordt hij, op voordracht van Onze Minister, de kamer voor het notariaat gehoord, bij koninklijk besluit ontslagen.


Slotformulier en ondertekening

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit, dat in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Soestdijk 14 september 1971 JULIANA.

De Staatssecretaris van Financiën, W. SCHOLTEN.

Uitgegeven de drieëntwintigste september 1971. De Minister van Justitie, VAN AGT.


Artikel 28

In de waarneming van het notarisambt wordt voorzien:

  • a.

    in geval van afwezigheid of verhindering van de notaris;

  • b.

    wanneer de notaris niet in staat is zijn ambt uit te oefenen wegens ziekte;

  • c.

    in geval van schorsing in de uitoefening van zijn ambt;

  • d.

    in geval van ontzetting uit zijn ambt;

  • e.

    in geval van ontslag of vestiging buiten het arrondissement waarin zijn vestigingsplaats is gelegen;

  • f.

    in geval van zijn overlijden.


Artikel 29

  • 1

    Tot waarnemer is benoembaar een notaris of toegevoegd notaris. Een kandidaat-notaris is tot waarnemer benoembaar indien hij voldoet aan de vereisten van artikel 6, eerste en tweede lid, onderdelen b, onder 1° en 2°, en c, en gedurende de laatste twee jaren voorafgaand aan zijn verzoek tot benoeming, per jaar gemiddeld ten minste 21 uur per week onder verantwoordelijkheid van een notaris of van een waarnemer werkzaam is geweest of als notaris gedurende die periode het notarisambt heeft vervuld. In afwijking van het vorenstaande kan een kandidaat-notaris tot waarnemer worden benoemd in de gevallen van artikel 28, onderdelen a en b, indien hij ten minste drie jaar heeft afgerond van de stage, bedoeld in artikel 31, en gedurende het laatste jaar voorafgaande aan de benoeming tot waarnemer gemiddeld ten minste 21 uur per week onder verantwoordelijkheid van een notaris of van een waarnemer werkzaam is geweest of in die periode als notaris het notarisambt heeft vervuld. De kandidaat-notaris die reeds op grond van het tweede lid als waarnemer is benoemd, behoeft in geval van benoeming als waarnemer voor een andere notaris niet opnieuw te voldoen aan het vereiste van artikel 6, tweede lid, onderdeel c. Het notarisambt kan slechts worden waargenomen door degene die de zeventigjarige leeftijd nog niet heeft bereikt.

  • 2

    Op verzoek van een notaris benoemt de voorzitter van de kamer voor het notariaat een of meer notarissen, toegevoegd notarissen of kandidaat-notarissen die zich daartoe bereid hebben verklaard, tot vaste waarnemer teneinde de notaris in de in artikel 28, onderdelen a en b, bedoelde gevallen te vervangen. Telkens wanneer zich een geval als bedoeld in artikel 28 voordoet benoemt de voorzitter ambtshalve één of meer waarnemers, tenzij het een geval als bedoeld in artikel 28, onderdelen a of b, betreft en er een vaste waarnemer is. Alvorens tot benoeming van een waarnemer over te gaan wint de voorzitter advies in bij de KNB. In het geval van ambtshalve benoeming tot waarnemer treft hij zo nodig een regeling omtrent het honorarium.

  • 3

    De kamer voor het notariaat of zijn voorzitter kan een benoeming tot waarnemer te allen tijde intrekken. Van elke benoeming van een waarnemer en van elke intrekking van een benoeming wordt onmiddellijk kennis gegeven aan de betrokkenen, de KNB en het Bureau. Tegen een beslissing tot benoeming of tot intrekking van een benoeming kan binnen dertig dagen na de dag van verzending van de brief waarbij die beslissing aan betrokkenen wordt meegedeeld beroep worden ingesteld bij het gerechtshof Amsterdam. Artikel 107, tweede tot en met vierde lid en zesde lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 4

    De periode van waarneming kan niet langer zijn dan één jaar in geval van een volledige waarneming. Bij waarneming in deeltijd dient de notaris zijn ambt uit te oefenen gedurende minimaal het aantal uren per week dat bij algemene maatregel van bestuur wordt vastgesteld. De kamer voor het notariaat kan van het bovenstaande in bijzondere gevallen ontheffing verlenen.

  • 5

    In geval van een ambtshalve benoeming als waarnemer kan de betrokkene slechts wegens gegronde redenen zijn benoeming weigeren.

  • 6

    De ambtshalve benoemde waarnemer, die een notaris in de in artikel 28, onderdelen c, d, en e, bedoelde gevallen vervangt, kan in geval van afwezigheid, verhindering of ziekte worden vervangen door een andere waarnemer, die voldoet aan de in het eerste lid, tweede volzin, gestelde eisen. Het tweede lid, eerste volzin, is van overeenkomstige toepassing.

  • 7

    De waarnemer is verantwoordelijk voor het beheer van het protocol van de vervangen notaris en de uitoefening van het notarisambt met betrekking tot dat protocol. Zolang de waarnemer bevoegd is, is de notaris onbevoegd met betrekking tot zijn eigen protocol het notarisambt uit te oefenen.

  • 8

    De notaris meldt aan de KNB en de financiële onderneming, bedoeld in artikel 25, eerste lid, terstond de waarneming van zijn functie op grond van artikel 28 door een waarnemer als bedoeld in het tweede lid, eerste volzin. In geval van een ambtshalve benoeming tot waarnemer stelt de waarnemer terstond de financiële onderneming in kennis van zijn benoeming en van de intrekking van zijn benoeming.

  • 9

    De notaris en elke niet-ambtshalve benoemde waarnemer zijn ieder voor de door de laatste als zodanig verrichte werkzaamheden of gepleegde verzuimen jegens derden voor het geheel aansprakelijk.

  • 10

    De waarnemer gebruikt het zegel van de vervangen notaris en de door de waarnemer opgemaakte minuten behoren tot het protocol van de vervangen notaris.

  • 11

    Bij verordening worden nadere voorschriften gegeven over de wijze waarop de overdracht en de overname van het protocol en de overige notariële bescheiden dienen te geschieden, alsmede de mogelijkheden van vrijstelling en ontheffing daarvan.


Artikel 29a

De notarispraktijk wordt voor rekening en risico van de vervangen notaris voortgezet:

  • a.

    bij waarneming in de in artikel 28, onderdelen a of b, bedoelde gevallen;

  • b.

    bij waarneming in de in artikel 28, onderdelen c, d, e of f, bedoelde gevallen, indien in het benoemingsbesluit het honorarium voor de waarnemer is vastgesteld.


Artikel 30

De kandidaat-notaris die tot waarnemer is benoemd, legt, indien dit nog niet eerder heeft plaatsgevonden, in verband met de aanvaarding van zijn benoeming de eed af voor de rechtbank in het arrondissement waarin de kamer voor het notariaat is gevestigd waaronder de te vervangen notaris ressorteert. Artikel 3, tweede tot en met vijfde lid, en artikel 4 zijn van overeenkomstige toepassing.


Artikel 30a

  • 1

    Een gedefungeerde notaris verkrijgt, indien hij dit wenst, de hoedanigheid van kandidaat-notaris gedurende een jaar na zijn ontslag. Als hij tot waarnemer wordt benoemd is artikel 30 niet van toepassing. Een notaris die voor of na zijn defungeren tot vaste waarnemer is benoemd is één jaar na zijn defungeren van rechtswege uit deze functie ontslagen.

  • 2

    Na de beëindiging van de notariële werkzaamheden zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, behoudt de kandidaat-notaris, indien hij dit wenst, gedurende een jaar de hoedanigheid van kandidaat-notaris. Indien hij voor of na de beëindiging van zijn notariële werkzaamheden tot vaste waarnemer is benoemd is hij één jaar na die beëindiging van rechtswege uit deze functie ontslagen. Hetzelfde geldt voor de toegevoegd notaris, indien deze na de beëindiging van zijn toevoeging niet werkzaam is geweest als kandidaat-notaris.

  • 3

    Indien de gedefungeerde notaris of de gewezen toegevoegd notaris of kandidaat-notaris ambtshalve benoemd is tot waarnemer, behoudt hij de hoedanigheid van kandidaat-notaris gedurende één jaar na het einde van de laatste waarnemingsperiode.

  • 4

    De gedefungeerde notaris, de gewezen toegevoegd notaris of kandidaat-notaris of de ambtshalve benoemde waarnemer die gedurende een jaar waarnemingsbevoegd wil blijven, geeft binnen een week na defungeren of de beëindiging van de notariële werkzaamheden of de waarneming, kennis aan de KNB dat hij de hoedanigheid van kandidaat-notaris wenst te verkrijgen onderscheidenlijk wenst te behouden. De KNB zendt de gedefungeerde notaris of de gewezen toegevoegd notaris of kandidaat-notaris een bewijs van ontvangst van de kennisgeving.



Algemeene bepaling




§ 3 Nadere regels betrouwbaarheid

§ 3 Nadere regels betrouwbaarheid


Hoofdstuk I Inleidende bepalingen

Hoofdstuk I Inleidende bepalingen


Wet van 3 april 1969, houdende vervanging van het eerste boek van het Burgerlijk Wetboek door Boek 1 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek en, in verband daarmede, wijziging van dit boek en de overige boeken van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en andere wetten, alsmede van overgangsbepalingen (Invoeringswet Boek 1 nieuw B.W.)


Artikel 1

Het Burgerlijk Wetboek is, voor zoo verre daarvan bij dit Wetboek niet bijzonderlijk is afgeweken, ook op de in dit Wetboek behandelde onderwerpen toepasselijk.


Wet van 15 december 1994, houdende algemene regels inzake de waardering van onroerende zaken


Wet van 11 mei 2000 tot vaststelling van de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001


Artikel 5

De Nederlandsche Bank stelt vast of de betrouwbaarheid van een persoon als bedoeld in artikel 23h, tweede lid, van de wet buiten twijfel staat op basis van diens voornemens, handelingen en antecedenten.


Artikel 1

Onder de naam 'omzetbelasting' wordt een belasting geheven ter zake van:

  • a.

    leveringen van goederen en diensten, welke in Nederland door een als zodanig handelende ondernemer onder bezwarende titel worden verricht;

  • b.

    intracommunautaire verwervingen van goederen onder bezwarende titel in Nederland door een als zodanig handelende ondernemer en door rechtspersonen, andere dan ondernemers;

  • c.

    intracommunautaire verwervingen onder bezwarende titel, anders dan in de zin van onderdeel b, van nieuwe vervoermiddelen in Nederland;

  • d.

    invoer van goederen.


Wet van 3 april 1969, houdende vervanging van het eerste boek van het Burgerlijk Wetboek door Boek 1 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek en, in verband daarmede, wijziging van dit boek en de overige boeken van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en andere wetten, alsmede van overgangsbepalingen (Invoeringswet Boek 1 nieuw B.W.)

Wij JULIANA, Bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is het eerste boek van het Burgerlijk Wetboek te vervangen door Boek 1 van het nieuwe Burgerlijk Wetboek en, in verband daarmede, dit boek alsmede het tweede, derde en vierde boek en de slotbepaling van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, het Wetboek van Strafrecht, het Wetboek van Strafvordering en andere wetten te wijzigen, en overgangsbepalingen vast te stellen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg dert Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:


Wet van 15 december 1994, houdende algemene regels inzake de waardering van onroerende zaken

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regels te stellen met betrekking tot een uniforme bepaling van de waarde van onroerende zaken en de wijze van vaststelling daarvan ten behoeve van de heffing van belastingen, alsmede om het toezicht op de waardebepaling en waardevaststelling op te dragen aan een daartoe in te stellen Waarderingskamer;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:


Wet van 11 mei 2000 tot vaststelling van de Invoeringswet Wet inkomstenbelasting 2001

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om de invoering en inwerkingtreding te regelen van de Wet inkomstenbelasting 2001 en in verband daarmee enige wetten aan te passen alsmede het overgangsrecht te regelen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:


Artikel 6

De Nederlandsche Bank neemt bij de vaststelling, bedoeld in artikel 5, in ieder geval de antecedenten genoemd in bijlage 2 in aanmerking.


Artikel 1a

  • 1

    Artikel 1, aanhef en onderdeel b, is niet van toepassing wanneer het verworven goed:

    • a.

      is geleverd door een ondernemer op wie de in de artikelen 282 tot en met 292 van de BTW-richtlijn 2006 bedoelde vrijstellingsregeling van toepassing is;

    • b.

      is geleverd in de zin van artikel 3, eerste lid, onderdeel f;

    • c.

      is geleverd met toepassing van artikel 5a, eerste lid; of

    • d.

      is geleverd met toepassing van een van de in de artikelen 312 tot en met 325 en 333 tot en met 340 van de BTW-richtlijn 2006 bedoelde bijzondere regelingen.

  • 2

    Artikel 1, aanhef en onderdeel b, is voorts niet van toepassing op intracommunautaire verwervingen van goederen, andere dan nieuwe vervoermiddelen en accijnsgoederen, door:

    • a.

      ondernemers die uitsluitend leveringen van goederen of diensten verrichten waarvoor geen recht op aftrek van belasting bestaat; en

    • b.

      rechtspersonen, andere dan ondernemers;

    voor zover het totaal van de vergoedingen ter zake van deze verwervingen in het lopende kalenderjaar niet meer bedraagt dan € 10 000 , mits het totaal van de vergoedingen ter zake van dergelijke verwervingen in het voorafgaande kalenderjaar niet meer heeft bedragen dan € 10 000 .

  • 3

    De in het tweede lid bedoelde ondernemers en rechtspersonen kunnen aan de inspecteur verzoeken om dat lid op hen niet van toepassing te doen zijn. Bij inwilliging van het verzoek geldt zulks tot wederopzegging door belanghebbende doch ten minste voor twee kalenderjaren. De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld inzake de toepassing van dit lid.


Artikel 7

  • 1

    De Nederlandsche Bank verkrijgt inzicht in de in artikel 5 bedoelde voornemens, handelingen en antecedenten op grond van:

    • a.

      door betrokkene verstrekte gegevens en inlichtingen;

    • b.

      door de Landelijke Officier van Justitie verstrekte politiegegevens;

    • c.

      gegevens uit de registratie, bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet controle op rechtspersonen;

    • d.

      gegevens en inlichtingen, verkregen van de Belastingdienst;

    • e.

      gegevens en inlichtingen, verkregen van Nederlandse of buitenlandse overheidsinstanties dan wel van Nederlandse of buitenlandse van overheidswege aangewezen instanties die belast zijn met het toezicht op financiële markten of op personen die op die markten werkzaam zijn;

    • f.

      ambtsberichten van het Openbaar Ministerie;

    • g.

      inlichtingen, verkregen van door betrokkene opgegeven referenties;

    • h.

      gegevens uit openbare bronnen;

    • i.

      inlichtingen, verkregen van curatoren of bewindvoerders met betrekking tot faillissementen, surseances, schuldsaneringen, bewindvoeringen of noodregelingen waarbij de in artikel 1c bedoelde persoon betrokken is geweest;

    • j.

      inlichtingen, verkregen van organisaties van huidige of voormalige beroepsgenoten van betrokkene; of

    • k.

      gegevens en inlichtingen, verkregen uit andere bij ministeriële regeling aan te wijzen bronnen.

  • 2

    Indien de gegevens of inlichtingen, verkregen overeenkomstig het eerste lid, de Nederlandsche Bank aanleiding geven tot nader onderzoek, kan de Nederlandsche Bank ook inlichtingen inwinnen en gegevens opvragen bij andere personen of instanties dan genoemd in dat lid. De Nederlandsche Bank stelt de betrokkene in dat geval vooraf schriftelijk in kennis van:

    • a.

      de reden van het nadere onderzoek;

    • b.

      de personen of instanties bij wie nadere gegevens of inlichtingen zullen worden ingewonnen; en

    • c.

      de aard van de nadere gegevens of inlichtingen.


Artikel 2

Op de belasting, verschuldigd ter zake van leveringen van goederen en diensten, wordt in aftrek gebracht de belasting ter zake van de aan de ondernemer verrichte leveringen van goederen en verleende diensten, ter zake van de door hem verrichte intracommunautaire verwervingen van goederen en ter zake van invoer van voor hem bestemde goederen.


Artikel 8

  • 1

    De betrouwbaarheid van de betrokkene staat niet buiten twijfel indien:

    • a.

      deze onherroepelijk veroordeeld is terzake van een misdrijf, genoemd in onderdeel 1 van bijlage 2, waarbij sinds het onherroepelijk worden van de uitspraak minder dan acht jaren zijn verstreken;

    • b.

      deze veroordeeld is terzake van een misdrijf, genoemd in onderdeel 1 van bijlage 2, waarbij de uitspraak nog niet onherroepelijk is of waarbij sinds het onherroepelijk worden van de uitspraak acht of meer jaren zijn verstreken;

    • c.

      deze veroordeeld is terzake van een overtreding van artikel 69 van de Algemene wet inzake de rijksbelastingen of artikel 65 van de Invorderingswet 1990, waarbij betrokkene veroordeeld is tot een gevangenisstraf of boete; of

    • d.

      deze een vergrijpboete van meer dan € 62.500 opgelegd heeft gekregen terzake van een feit, genoemd in onderdeel 5 van bijlage 2, en het besluit waarbij de vergrijpboete is opgelegd onherroepelijk is geworden of waarbij ten minste de rechter in eerste aanleg uitspraak heeft gedaan.

  • 2

    De Nederlandsche Bank kan op grond van de omstandigheden of belangen, genoemd in artikel 9, afwijken van het eerste lid, ten aanzien van de onderdelen b, c en d.


Artikel 2a

  • 1

    In deze wet en in de daarop gebaseerde bepalingen wordt verstaan onder:

    • a.

      BTW-richtlijn 2006: Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PbEU 2006, L 347);

    • b.

      lidstaat: een lidstaat van de Europese Unie;

    • c.

      Unie: het geheel van de grondgebieden van de lidstaten zoals die gebieden zijn omschreven in artikel 5, onder 2, van de BTW-richtlijn 2006, met dien verstande dat ook het Vorstendom Monaco en het eiland Man worden behandeld als gebied van de Franse Republiek respectievelijk het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland en dat ook de zones Akrotiri en Dhekelia van Cyprus, die onder de soevereiniteit van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland vallen, worden behandeld als gebied van de Republiek Cyprus;

    • d.

      • 1°.

        derde-land: elke staat of elk grondgebied waarop het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie niet van toepassing is met uitzondering van het land en de gebieden, genoemd in onderdeel c;

      • 2°.

        derdelandsgebieden: de gebieden, genoemd in artikel 6 van BTW-richtlijn 2006.

    • e.

      accijnsgoederen: bier, wijn, tussenprodukten, overige alcoholhoudende produkten, minerale oliën en tabaksprodukten als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de accijns, kolen als bedoeld in artikel 32, onderdeel a, van de Wet belastingen op milieugrondslag, alsmede aardgas als bedoeld in artikel 47, eerste lid, onderdeel m, van de Wet belastingen op milieugrondslag in verbinding met artikel 48, tweede lid, van die wet, maar met uitzondering van gas dat wordt geleverd via een op het grondgebied van de Unie gesitueerd aardgassysteem of een op een dergelijk systeem aangesloten net;

    • f.

      nieuwe vervoermiddelen: voor het personen- of goederenvervoer bestemde schepen met een lengte van meer dan 7,5 m, luchtvaartuigen met een totaal opstijggewicht van meer dan 1550 kg en landvoertuigen die zijn uitgerust met een motor van meer dan 48 cc cilinderinhoud of met een vermogen van meer dan 7,2 kW, met uitzondering van schepen en luchtvaartuigen als bedoeld in de bij deze wet behorende tabel II, onderdeel a, post 3, onder a, onderscheidenlijk e, wanneer op het tijdstip van de levering:

      • 1°.

        na het tijdstip van eerste ingebruikneming van het landvoertuig niet meer dan zes maanden, dan wel van het schip of luchtvaartuig niet meer dan drie maanden, zijn verstreken; of

      • 2°.

        het vervoermiddel, als het een landvoertuig betreft ten hoogste 6000 km heeft afgelegd, als het een schip betreft ten hoogste 100 uren heeft gevaren, dan wel als het een luchtvaartuig betreft ten hoogste 40 uren heeft gevlogen;

    • g.

      btw-identificatienummer: het nummer dat ingevolge artikel 214 van de BTW-richtlijn 2006 door een lidstaat aan een ondernemer of aan een rechtspersoon, andere dan ondernemer, is toegekend;

    • h.

      intracommunautair goederenvervoer: het vervoer van goederen waarvan de plaats van vertrek en de plaats van aankomst op het grondgebied van twee verschillende lidstaten zijn gelegen;

    • i.

      plaats van vertrek: de plaats waar het goederenvervoer daadwerkelijk aanvangt, zonder rekening te houden met de trajecten die worden afgelegd om zich naar de plaats te begeven waar de goederen zich bevinden;

    • j.

      plaats van aankomst: de plaats waar het goederenvervoer daadwerkelijk eindigt;

    • k.

      wederverkoper: de ondernemer wiens activiteiten geheel of ten dele bestaan uit de wederverkoop van gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen of antiquiteiten;

    • l.

      gebruikte goederen: alle roerende lichamelijke zaken die, in de staat waarin zij verkeren of na herstelling daarvan, opnieuw kunnen worden gebruikt, andere dan nieuwe vervoermiddelen die worden verzonden of vervoerd van een lidstaat naar een andere lidstaat, en andere dan bij ministeriële regeling aan te wijzen edele metalen en edelstenen;

    • m.

      kunstvoorwerpen, voorwerpen voor verzamelingen en antiquiteiten: de bij ministeriële regeling aan te wijzen goederen;

    • n.

      gedeelte van een binnen de Unie verricht passagiersvervoer: het gedeelte van een vervoer dat, zonder tussenstop buiten de Unie, plaatsvindt tussen de plaats van vertrek en de plaats van aankomst van het vervoer van passagiers; in geval het een heen- en terugreis betreft, wordt de terugreis als een afzonderlijk vervoer beschouwd;

    • o.

      plaats van vertrek van een vervoer van passagiers: het eerste punt in de Unie waar passagiers aan boord kunnen komen, eventueel na een tussenstop buiten de Unie;

    • p.

      plaats van aankomst van een vervoer van passagiers: het laatste punt in de Unie waar passagiers die binnen de Unie aan boord zijn gekomen van boord kunnen gaan, eventueel vóór een tussenstop buiten de Unie;

    • q.

      elektronische diensten: langs elektronische weg verrichte diensten, met name de in bijlage II van de BTW-richtlijn 2006 beschreven diensten;

    • r.

      telecommunicatiediensten: diensten waarmee de transmissie, uitzending of ontvangst van signalen, geschriften, beelden en geluiden of informatie van allerlei aard per draad, via radiofrequente straling, langs optische weg of met behulp van andere elektromagnetische middelen mogelijk wordt gemaakt, met inbegrip van de daarmee samenhangende overdracht en verlening van rechten op het gebruik van infrastructuur voor de transmissie, uitzending of ontvangst, waaronder het bieden van toegang tot wereldwijde informatienetten;

    • s.

      normale waarde:

      • 1°.

        het volledige bedrag, de omzetbelasting niet daaronder begrepen, dat de afnemer van goederen of diensten, om de desbetreffende goederen of diensten op dat tijdstip te verkrijgen, in dezelfde handelsfase als waarin de goederen worden geleverd of de diensten worden verricht, op het tijdstip van die levering of van die verrichting en bij vrije mededinging daarvoor zou moeten betalen aan een zelfstandige leverancier of dienstverrichter in Nederland;

      • 2°.

        indien geen vergelijkbare levering of verrichting als bedoeld onder 1° voorhanden is:

        • met betrekking tot goederen: een waarde die niet lager is dan de aankoopprijs van de goederen of van soortgelijke goederen of, indien er geen aankoopprijs is, dan de kostprijs, berekend op het tijdstip waarop de levering wordt verricht;

        • met betrekking tot diensten: een waarde die niet lager is dan de door de ondernemer voor het verrichten van de dienst gemaakte uitgaven;

    • t.

      voucher: een instrument ten aanzien waarvan de verplichting bestaat dat instrument als tegenprestatie of gedeeltelijke tegenprestatie voor goederenleveringen of diensten te aanvaarden en waarbij de te verrichten goederenleveringen of diensten, of de identiteit van de potentiële verrichters ervan, vermeld staan op het instrument zelf of in de bijbehorende documentatie, inclusief de voorwaarden voor het gebruik van het instrument;

    • u.

      voucher voor enkelvoudig gebruik: een voucher waarbij de plaats van de goederenlevering of dienstverrichting waarop de voucher betrekking heeft, alsmede het bedrag van de over die goederen of diensten verschuldigde belasting, bekend zijn op het tijdstip van uitgifte van de voucher;

    • v.

      voucher voor meervoudig gebruik: alle vouchers, uitgezonderd vouchers voor enkelvoudig gebruik;

    • w.

      intracommunautaire afstandsverkopen van goederen: de leveringen van goederen die worden verzonden of vervoerd door of voor rekening van de leverancier, ook wanneer de leverancier indirect tussenkomt bij het vervoer of de verzending van de goederen, vanuit een andere lidstaat dan die van aankomst van de verzending of het vervoer van de goederen naar de afnemer, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

      • 1°.

        de levering van goederen wordt verricht aan een ondernemer of aan een rechtspersoon, andere dan ondernemer, van wie de intracommunautaire verwervingen van goederen krachtens artikel 1a, tweede lid, niet aan de belasting zijn onderworpen, of aan enige andere niet-ondernemer;

      • 2°.

        de geleverde goederen zijn geen nieuwe vervoermiddelen, noch goederen, geleverd na montage of installatie, door of voor rekening van de leverancier, met of zonder beproeven van de geïnstalleerde of gemonteerde goederen;

    • x.

      afstandsverkopen van uit een derdelandsgebied of een derde-land ingevoerde goederen: de leveringen van goederen die worden verzonden of vervoerd door of voor rekening van de leverancier, met inbegrip van gevallen waarin de leverancier indirect tussenkomt bij het vervoer of de verzending van de goederen, vanuit een derdelandsgebied of een derde-land naar een afnemer in een lidstaat, indien aan de volgende voorwaarden is voldaan:

      • 1°.

        de levering van goederen wordt verricht aan een ondernemer of aan een rechtspersoon, andere dan ondernemer, van wie de intracommunautaire verwervingen van goederen krachtens artikel 1a, tweede lid, niet aan de belasting zijn onderworpen, of aan enige andere niet-ondernemer;

      • 2°.

        de geleverde goederen zijn geen nieuwe vervoermiddelen, noch goederen, geleverd na montage of installatie, door of voor rekening van de leverancier, met of zonder beproeven van de geïnstalleerde of gemonteerde goederen.

  • 2

    Bij ministeriële regeling worden regels gesteld omtrent de wijze waarop moet worden aangetoond of een vervoermiddel als nieuw aangemerkt dient te worden.


Artikel 9

De Nederlandsche Bank neemt bij de vaststelling van de betrouwbaarheid in aanmerking:

  • a.

    het onderlinge verband tussen de aan een antecedent ten grondslag liggende gedraging of gedragingen en de overige omstandigheden van het geval;

  • b.

    de belangen die de wet beoogt te beschermen; en

  • c.

    de overige belangen van de aanbieder en de betrokkene.


Slotformulier en ondertekening

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage 11 mei 2000 Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën, W. J. Bos

De Minister van Financiën, G. Zalm

Uitgegeven de dertigste mei 2000 De Minister van Justitie, A. H. Korthals


Slotformulier en ondertekening

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage 15 december 1994 Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën, W. A. F. G. Vermeend

De Staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, A. G. M. van de Vondervoort

Uitgegeven de tweeëntwintigste december 1994 De Minister van Justitie, W. Sorgdrager


Slotformulier en ondertekening

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven ten Paleize Soestdijk 3 april 1969 JULIANA.

De Minister van Justitie, C. H. F. POLAK.

Uitgegeven de achtentwintigste april 1969. De Minister van Justitie, C. H. F. POLAK.



Hoofdstuk 3A Registratie van aanbieders van diensten voor het wisselen tussen virtuele valuta en fiduciaire valuta en aanbieders van bewaarportemonnees

Hoofdstuk 3A Registratie van aanbieders van diensten voor het wisselen tussen virtuele valuta en fiduciaire valuta en aanbieders van bewaarportemonnees



Tweede Boek Van de gerechtelijke tenuitvoerlegging van vonnissen, beschikkingen en authentieke akten

Tweede Boek Van de gerechtelijke tenuitvoerlegging van vonnissen, beschikkingen en authentieke akten


Titel 2 Rechtshandelingen


Begripsbepaling


Wet van 28 september 2006, houdende regels met betrekking tot de financiële markten en het toezicht daarop (Wet op het financieel toezicht)


Artikel 23b

  • 1

    Een ieder die in of vanuit Nederland beroeps- of bedrijfsmatig diensten aanbiedt voor het wisselen tussen virtuele valuta en fiduciaire valuta registreert zich bij de Nederlandsche Bank.

  • 2

    Een ieder die in of vanuit Nederland beroeps- of bedrijfsmatig bewaarportemonnees aanbiedt registreert zich bij de Nederlandsche Bank.


Besluit van 23 november 1990, tot vaststelling van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928


Artikel 32

  • 1

    Iedere natuurlijke persoon is bekwaam tot het verrichten van rechtshandelingen, voor zover de wet niet anders bepaalt.

  • 2

    Een rechtshandeling van een onbekwame is vernietigbaar. Een eenzijdige rechtshandeling van een onbekwame, die niet tot een of meer bepaalde personen gericht was, is echter nietig.



Wet van 28 september 2006, houdende regels met betrekking tot de financiële markten en het toezicht daarop (Wet op het financieel toezicht)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat de hervorming van het toezicht op de financiële markten naar een functioneel ingericht toezicht, herziening van de wetgeving met betrekking tot dat toezicht noodzakelijk maakt;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:


Artikel 23bb

In dit hoofdstuk wordt verstaan onder uiteindelijk belanghebbende: uiteindelijk belanghebbende als bedoeld in artikel 10a, eerste lid, van deze wet.


Besluit van 23 november 1990, tot vaststelling van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 4 mei 1990, nr. J. 905759, Directie Juridische en Bedrijfsorganisatorische Zaken, gedaan mede namens de Staatssecretaris van Financiën;

Gelet op de artikelen 1, derde lid, en 2, tweede lid, van de Natuurschoonwet 1928 (Stb. 1989, 252);

De Raad van State gehoord (advies van 10 juli 1990, no. W11.90.0201);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij van 8 november 1990, nr. J. 9013303, uitgebracht mede namens de Staatssecretaris van Financiën;

Hebben goedgevonden en verstaan:


Artikel 33

Een rechtshandeling vereist een op een rechtsgevolg gerichte wil die zich door een verklaring heeft geopenbaard.


Artikel 23c

  • 1

    Een verzoek tot registratie als bedoeld in artikel 23b geschiedt onder opgave van bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te bepalen gegevens. Deze gegevens kunnen betrekking hebben op:

    • a.

      gegevens van feitelijke aard;

    • b.

      gegevens die verband houden met de naleving van voorschriften op grond van deze wet of de Sanctiewet 1977.

  • 2

    De Nederlandsche Bank registreert een aanbieder als bedoeld in artikel 23b binnen twee maanden na ontvangst van de in het eerste lid bedoelde gegevens.

  • 3

    Een aanbieder als bedoeld in artikel 23b kan enkel diensten als bedoeld in dit hoofdstuk aanbieden indien hij geregistreerd is.


Artikel 1

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.
  • b.

    houtopstanden: houtopstanden niet zijnde kweekgoed, kerstboomteelten, laagstamboomgaarden of snijgrienden;

  • c.

    buitenplaats: onroerende zaak met daarop gelegen een in oorsprong versterkt huis, een kasteel, een buitenhuis of een landhuis, eventueel met bijgebouwen, met een architectonisch daarmee verbonden historische tuin of historisch park van ten minste één hectare waarvan de aanleg dateert van vóór 1900 en herkenbaar aanwezig is, indien dit complex, dan wel ten minste één van de onderdelen daarvan, een rijksmonument als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet is;

  • d.

    natuurterrein: terrein bestaande uit bij ministeriële regeling aangewezen natuurtypen of landschapselementtypen;

  • e.

    Onze Ministers: Onze Ministers van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en van Financiën;

  • f.

    economische eigendom: economische eigendom als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel c, van de Natuurschoonwet 1928.


Artikel 34

  • 1

    Heeft iemand wiens geestvermogens blijvend of tijdelijk zijn gestoord, iets verklaard, dan wordt een met de verklaring overeenstemmende wil geacht te ontbreken, indien de stoornis een redelijke waardering der bij de handeling betrokken belangen belette, of indien de verklaring onder invloed van die stoornis is gedaan. Een verklaring wordt vermoed onder invloed van de stoornis te zijn gedaan, indien de rechtshandeling voor de geestelijk gestoorde nadelig was, tenzij het nadeel op het tijdstip van de rechtshandeling redelijkerwijze niet was te voorzien.

  • 2

    Een zodanig ontbreken van wil maakt een rechtshandeling vernietigbaar. Een eenzijdige rechtshandeling die niet tot een of meer bepaalde personen gericht was, wordt door het ontbreken van wil echter nietig.


Artikel 23d

  • 1

    De Nederlandsche Bank gaat niet over tot registratie van een aanbieder als bedoeld in artikel 23b indien:

    • a.

      de gegevens bedoeld in artikel 23c, eerste lid, niet volledig zijn;

    • b.

      zij na verificatie van de gegevens bedoeld in artikel 23c, eerste lid, niet overtuigd is van de juistheid van deze gegevens;

    • c.

      een aanbieder als bedoeld in artikel 23b niet voldoet aan artikel 23h, eerste, tweede, derde of vierde lid;

    • d.

      een uiteindelijk belanghebbende van een aanbieder als bedoeld in artikel 23b niet voldoet aan artikel 23h, derde lid.

  • 2

    DNB stelt de aanbieder onverwijld op de hoogte indien zij op grond van het eerste lid niet over gaat tot registratie.

  • 3

    De Nederlandsche Bank kan de registratie van een aanbieder als bedoeld in artikel 23b doorhalen indien:

    • a.

      de aanbieder hierom verzoekt;

    • b.

      de aanbieder bij het verzoek tot registratie onjuiste of onvolledige gegevens heeft verstrekt, en kennis omtrent de juiste en volledige gegevens ertoe zou hebben geleid dat De Nederlandsche Bank niet tot registratie zou zijn overgegaan;

    • c.

      de aanbieder relevante omstandigheden of feiten heeft verzwegen op grond waarvan, zo zij voor het tijdstip waarop de registratie heeft plaatsgevonden zich hadden voorgedaan of bekend waren geweest, De Nederlandsche Bank niet zou zijn overgegaan tot registratie;

    • d.

      de aanbieder niet voldoet aan de bij of krachtens deze wet of de Sanctiewet 1977 gestelde regels;

    • e.

      de aanbieder niet voldoet aan de verplichting tot betaling van een bedrag op grond van de Wet bekostiging financieel toezicht 2019;

    • f.

      de aanbieder geen diensten heeft verleend binnen een termijn van zes maanden na registratie;

    • g.

      de aanbieder zijn dienstverlening heeft beëindigd, dan wel zijn dienstverlening gedurende meer dan zes maanden heeft gestaakt;

    • h.

      de aanbieder de onderneming ten behoeve waarvan de registratie heeft plaatsgevonden, geheel of gedeeltelijk overdraagt;

    • i.

      de aanbieder in staat van faillissement is komen te verkeren;

    • j.

      doorhaling of beëindiging heeft plaatsgevonden van de inschrijving van de aanbieder in het handelsregister bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel h, van de Handelsregisterwet 2007;

    • k.

      de aanbieder is opgehouden te bestaan;

    • l.

      een uiteindelijk belanghebbende van een aanbieder als bedoeld in artikel 23b niet voldoet aan artikel 23h, derde lid.


Artikel 2

  • 1

    Om als een landgoed te kunnen worden aangemerkt, dient een onroerende zaak te voldoen aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      de oppervlakte van de onroerende zaak bedraagt ten minste 5 hectare;

    • b.

      terreinen en wateren behorende tot de onroerende zaak vormen een aaneengesloten gebied;

    • c.

      de oppervlakte van de onroerende zaak is voor ten minste 30 percent bezet met houtopstanden of natuurterreinen en

    • d.

      het soort gebruik dat van de onroerende zaak wordt gemaakt, maakt geen inbreuk op het natuurschoon.

  • 2

    Voor zover tot de onroerende zaak behorende terreinen, opstallen of wateren, of het soort gebruik dat daarvan wordt gemaakt, inbreuk maken op het natuurschoon, worden die terreinen, die opstallen en die wateren niet gerekend tot de als landgoed aan te merken onroerende zaak.

  • 3

    De terreinen en wateren behorende tot een onroerende zaak worden mede als een aaneengesloten gebied aangemerkt, indien:

    • a.

      de terreinen en wateren gescheiden worden door:

      • 1°.

        onverharde wegen,

      • 2°.

        verharde wegen niet breder dan vijf meter,

      • 3°.

        waterlopen niet breder dan 25 meter, of

      • 4°.

        niet-geëlektrificeerde enkelsporen; of

    • b.

      de terreinen en wateren gescheiden worden door een weg, dijk, spoorweg of waterloop, voor zover er een landschappelijke of functionele samenhang is tussen de terreinen en deze samenhang herkenbaar aanwezig is, of voor zover er een nauwe historische band bestaat tussen de terreinen.

  • 4

    Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel c, worden tot de met houtopstanden bezette oppervlakte van de onroerende zaak mede gerekend kapvlakten, waarop een herplantplicht rust ingevolge de afdeling 11.3 van het Besluit activiteiten leefomgeving en welke niet groter zijn dan 15 percent van de oppervlakte van de met houtopstanden bezette terreinen tot ten hoogste 5 hectare, met dien verstande dat een kapvlakte van 0,5 hectare of minder wordt aangemerkt als een met houtopstanden bezet terrein.

  • 5

    Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel c, worden tot de met natuurterreinen bezette oppervlakte van de onroerende zaak uitsluitend natuurterreinen gerekend die zelfstandig dan wel gezamenlijk met direct hieraan grenzende houtopstanden een aaneengesloten oppervlakte van ten minste 0,5 hectare hebben.


Artikel 35

Tegen hem die eens anders verklaring of gedraging, overeenkomstig de zin die hij daaraan onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht toekennen, heeft opgevat als een door die ander tot hem gerichte verklaring van een bepaalde strekking, kan geen beroep worden gedaan op het ontbreken van een met deze verklaring overeenstemmende wil.


Artikel 23e

  • 1

    Een aanbieder als bedoeld in artikel 23b meldt schriftelijk aan de Nederlandsche Bank een voornemen tot wijziging van:

    • a.

      de identiteit van degenen die het beleid van de aanbieder bepalen of mede bepalen;

    • b.

      de identiteit van degenen die al dan niet middellijk een gekwalificeerde deelneming houden in de aanbieder;

    • c.

      de identiteit van een uiteindelijk belanghebbende van de aanbieder.

  • 2

    Een wijziging als bedoeld in het eerste lid wordt niet doorgevoerd dan nadat de Nederlandsche Bank hiervoor toestemming heeft gegeven.

  • 3

    Een aanbieder als bedoeld in artikel 23b meldt onverwijld schriftelijk aan de Nederlandsche Bank een wijziging van:

    • a.

      de formele en feitelijke zeggenschapsstructuur van de groep waartoe de aanbieder behoort;

    • b.

      de antecedenten van degenen die het beleid van de aanbieder bepalen of mede bepalen;

    • c.

      de antecedenten van degenen die een gekwalificeerde deelneming houden in de aanbieder alsmede de omvang van de desbetreffende gekwalificeerde deelneming;

    • d.

      de antecedenten van de uiteindelijk belanghebbende van de aanbieder;

    • e.

      de formele en feitelijke zeggenschapsstructuur of de bedrijfsvoering van de aanbieder;

    • f.

      een wijziging van de omvang van de desbetreffende gekwalificeerde deelneming;

    • g.

      overige bij ministeriële regeling te bepalen gegevens.

  • 4

    De houder van een gekwalificeerde deelneming en de uiteindelijk belanghebbende verschaffen een aanbieder als bedoeld in artikel 23b alle informatie die noodzakelijk is om te voldoen aan dit artikel.

  • 5

    Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld over de bij de in het eerste en derde lid bedoelde kennisgeving te verstrekken gegevens.


Artikel 2a

Een onroerende zaak als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, aanhef en onder 2°, van de Natuurschoonwet 1928 vormt een element van het Nederlands cultureel erfgoed, indien:

  • a.

    de onroerende zaak cultuurhistorische waarde heeft, omdat:

    • 1°.

      de onroerende zaak of een wezenlijk onderdeel daarvan een bijzondere uitdrukking is van een voor Nederland kenmerkende culturele, sociaal-economische, bestuurlijke, beleidsmatige of geestelijke ontwikkeling;

    • 2°.

      de onroerende zaak of een wezenlijk onderdeel daarvan een bijzondere uitdrukking is van een geografische, landschappelijke of historisch-ruimtelijke ontwikkeling, die evident verband houdt met de Nederlandse geschiedenis;

    • 3°.

      de onroerende zaak of een wezenlijk onderdeel daarvan een bijzondere uitdrukking is van een technische of typologische ontwikkeling, die haar oorsprong heeft in Nederland of waarvan de ontwikkelaar een Nederlander is die van betekenis is geweest voor Nederland;

    • 4°.

      de onroerende zaak of een wezenlijk onderdeel daarvan een bijzondere innovatieve waarde of pionierskarakter heeft, waarbij deze vernieuwing haar oorsprong heeft in Nederland; of

    • 5°.

      de onroerende zaak of een wezenlijk onderdeel daarvan een bijzondere herinneringswaarde heeft door zijn verbondenheid met een historische episode die van groot belang is voor de Nederlandse geschiedenis; of

  • b.

    de onroerende zaak architectonische en kunsthistorische waarde heeft, omdat:

    • 1°.

      de onroerende zaak of een wezenlijk onderdeel daarvan van belang is voor de geschiedenis van de Nederlandse architectuur of Nederlandse bouwtechniek; of

    • 2°.

      de onroerende zaak of een wezenlijk onderdeel daarvan tot het oeuvre van een Nederlandse bouwmeester, architect, ingenieur of kunstenaar behoort dat voor een belangrijk deel in Nederland tot stand kwam.


Artikel 36

Tegen hem die als derde op grond van een verklaring of gedraging, overeenkomstig de zin die hij daaraan onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht toekennen, het ontstaan, bestaan of tenietgaan van een bepaalde rechtsbetrekking heeft aangenomen en in redelijk vertrouwen op de juistheid van die veronderstelling heeft gehandeld, kan door degene om wiens verklaring of gedraging het gaat, met betrekking tot deze handeling op de onjuistheid van die veronderstelling geen beroep worden gedaan.


Artikel 23f

  • 1

    Er is een openbaar register van aanbieders als bedoeld in artikel 23b die door de Nederlandsche Bank zijn geregistreerd. Het register wordt gehouden door de Nederlandsche Bank en wordt in ieder geval gepubliceerd op een daartoe geschikte website.

  • 2

    De Nederlandsche Bank verricht de inschrijving en doorhaling in het register op zodanige wijze dat uit het register is op te maken vanaf welk tijdstip, welke diensten als bedoeld in artikel 23b een geregistreerde aanbieder mag verrichten.

  • 3

    In het register worden ten aanzien van een aanbieder als bedoeld in artikel 23b de volgende gegevens opgenomen:

    • a.

      de naam en het adres en, indien van toepassing, de statutaire zetel en de naam en het adres van zijn bijkantoren;

    • b.

      de datum van inschrijving van de aanbieder als bedoeld in artikel 23b in het register;

    • c.

      het nummer van de inschrijving van de aanbieder als bedoeld in artikel 23b bij de Kamer van Koophandel.

  • 4

    De Nederlandsche Bank draagt onverwijld zorg voor de inschrijving van de aanbieder als bedoeld in artikel 23b.

  • 5

    Indien van toepassing vermeldt de Nederlandsche Bank bij doorhaling dat het desbetreffende besluit nog niet onherroepelijk is.

  • 6

    De Nederlandsche Bank versterkt aan een ieder desgevraagd, tegen betaling van de kostprijs, afschriften uit het register.


Artikel 3

  • 1

    Artikel 2, eerste lid, onderdeel a, is niet van toepassing op een buitenplaats of een deel daarvan.

  • 2

    Artikel 2, eerste lid, onderdeel c, is niet van toepassing op een buitenplaats met een oppervlakte van minder dan vijf hectare of een deel daarvan.

  • 3

    Artikel 2, eerste lid, onderdelen a en c, is niet van toepassing op een onroerende zaak met een oppervlakte van minder dan vijf hectare doch groter dan één hectare, indien:

    • a.

      de onroerende zaak grenst aan een onroerende zaak die als landgoed is aangemerkt en de oppervlakte van beide onroerende zaken gezamenlijk ten minste vijf hectare bedraagt, of de onroerende zaak met één aangrenzende nog niet als landgoed aangemerkte onroerende zaak, gezamenlijk een oppervlakte van ten minste vijf hectare heeft;

    • b.

      tussen beide onroerende zaken een nauwe historische band bestaat; en

    • c.

      de oppervlakte van de onroerende zaak voor ten minste 50 percent bezet is met natuurterreinen die voldoen aan artikel 2, vijfde lid, of houtopstanden.

  • 4

    Artikel 2, eerste lid, onderdelen a en c, is niet van toepassing op een onroerende zaak met een oppervlakte van ten hoogste één hectare, indien:

    • a.

      op de onroerende zaak een opstal is gelegen die vóór 1 januari 1950 is gebouwd en die na deze datum uiterlijk zijn karakter heeft behouden;

    • b.

      de onroerende zaak grenst aan een onroerende zaak die als landgoed is aangemerkt en de oppervlakte van beide onroerende zaken gezamenlijk ten minste vijf hectare bedraagt;

    • c.

      een nauwe historische band bestaat tussen de opstal, bedoeld in onderdeel a, en de onroerende zaak die als landgoed is aangemerkt, bedoeld in onderdeel b; en

    • d.

      de onroerende zaak bezwaard is met een beperkt recht van vruchtgebruik of erfpacht en de hoofdgerechtigde van die onroerende zaak eigenaar is van de onroerende zaak die is aangemerkt als landgoed als bedoeld in onderdeel b.

  • 5

    Opstallen, gelegen op onroerende zaken met een oppervlakte van minder dan vijf hectare die met toepassing van het eerste, derde of vierde lid als landgoed kunnen worden aangemerkt, maken slechts deel uit van het landgoed voor zover het betreft:

    • a.

      rijksmonumenten als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet;

    • b.

      opstallen voor het technisch beheer van het landgoed, ongeschikt voor verblijf, met een oppervlakte van ten hoogste 20 m2 en een nokhoogte van ten hoogste 3 meter; of,

    • c.

      opstallen die vóór 1 januari 1950 zijn gebouwd en die na deze datum uiterlijk hun karakter hebben behouden, voor zover een nauwe historische band bestaat tussen de opstal en het landgoed.

  • 6

    In afwijking van artikel 2, eerste lid, onderdeel c, kan een onroerende zaak waarop een of meer golfbanen zijn gelegen, slechts als landgoed worden aangemerkt, indien de oppervlakte van iedere golfbaan voor ten minste 50 percent is bezet met natuurterreinen die voldoen aan artikel 2, vijfde lid, of met houtopstanden, en het overige deel van de onroerende zaak, indien van toepassing, voor ten minste 30 percent is bezet met natuurterreinen die voldoen aan artikel 2, vijfde lid, of met houtopstanden.

  • 7

    In afwijking van artikel 2, eerste lid, onderdeel c, kan een onroerende zaak, die nog niet voor ten minste 30 percent van de oppervlakte bestaat uit houtopstanden of natuurterreinen, en in afwijking van het derde lid, onderdeel c, en het zesde lid, kan een onroerende zaak die nog niet voor ten minste 50 percent van de oppervlakte bestaat uit houtopstanden of natuurterreinen, als landgoed worden aangemerkt, indien, blijkens een beplantingsplan en blijkens het begin van de feitelijke uitvoering daarvan, het voornemen bestaat om de onroerende zaak in voldoende mate met houtopstanden te bezetten, mits de onroerende zaak naar het oordeel van Onze Ministers na afloop van de in artikel 3a, eerste lid, van de Natuurschoonwet 1928 genoemde termijn aan alle voorwaarden voor aanmerking als landgoed zal voldoen.

  • 8

    Het in het vierde lid, onderdeel a, het vijfde lid, onderdeel c, en artikel 5, eerste lid, onderdeel d, genoemde jaartal wordt telkens na het verstrijken van een periode van tien jaren na 1 juni 2017 met tien jaren verhoogd.


Artikel 23g

  • 1

    Het is een ieder die in een derde land woonachtig of gevestigd is of zijn zetel heeft verboden beroeps- of bedrijfsmatig in Nederland diensten aan te bieden voor het wisselen tussen virtuele valuta en fiduciaire valuta.

  • 2

    Het is een ieder die in een derde land woonachtig of gevestigd is of zijn zetel heeft verboden beroeps- of bedrijfsmatig in Nederland bewaarportemonnees aan te bieden.

  • 3

    Het verbod in het eerste onderscheidenlijk het tweede lid is niet van toepassing op een aanbieder die in een door Onze Minister aangewezen derde land woonachtig of gevestigd is of zijn zetel heeft, waar toezicht op het uitoefenen van het beroep of bedrijf, bedoeld in het eerste onderscheidenlijk het tweede lid, wordt uitgeoefend dat in voldoende mate waarborgen biedt ten aanzien van de belangen die deze wet beoogt te beschermen en de aanbieder in het desbetreffende derde land onder toezicht staat.


Artikel 3a

De hoofdgerechtigde van een onroerende zaak die de onroerende zaak heeft bezwaard met het beperkt recht van erfpacht zonder de economische eigendom over te dragen wordt aangemerkt als de eigenaar van die onroerende zaak, indien die onroerende zaak een oppervlakte heeft van minder dan vijf hectaren.


Artikel 37

  • 1

    Tenzij anders is bepaald, kunnen verklaringen, met inbegrip van mededelingen, in iedere vorm geschieden, en kunnen zij in een of meer gedragingen besloten liggen.

  • 2

    Indien bepaald is dat een verklaring schriftelijk moet worden gedaan, kan zij, voor zover uit de strekking van die bepaling niet anders volgt, ook bij exploit geschieden.

  • 3

    Een tot een bepaalde persoon gerichte verklaring moet, om haar werking te hebben, die persoon hebben bereikt. Nochtans heeft ook een verklaring die hem tot wie zij was gericht, niet of niet tijdig heeft bereikt, haar werking, indien dit niet of niet tijdig bereiken het gevolg is van zijn eigen handeling, van de handeling van personen voor wie hij aansprakelijk is, of van andere omstandigheden die zijn persoon betreffen en rechtvaardigen dat hij het nadeel draagt.

  • 4

    Wanneer een door de afzender daartoe aangewezen persoon of middel een tot een ander gerichte verklaring onjuist heeft overgebracht, geldt het ter kennis van de ontvanger gekomene als de verklaring van de afzender, tenzij de gevolgde wijze van overbrenging door de ontvanger was bepaald.

  • 5

    Intrekking van een tot een bepaalde persoon gerichte verklaring moet, om haar werking te hebben, die persoon eerder dan of gelijktijdig met de ingetrokken verklaring bereiken.


Artikel 23h

  • 1

    Het beleid van een aanbieder als bedoeld in artikel 23b wordt bepaald of mede bepaald door personen die geschikt zijn in verband met de door die aanbieder verleende diensten. Indien binnen die aanbieder een orgaan belast is met het toezicht op het beleid en de algemene zaken van de aanbieder, wordt dit toezicht gehouden door personen die geschikt zijn voor de uitoefening van dit toezicht.

  • 2

    Het beleid van een aanbieder als bedoeld in artikel 23b wordt bepaald of mede bepaald door personen wier betrouwbaarheid buiten twijfel staat. Indien binnen die aanbieder een orgaan belast is met het toezicht op het beleid en de algemene gang van zaken binnen de aanbieder, wordt dit toezicht gehouden door personen wier betrouwbaarheid buiten twijfel staat.

  • 3

    De uiteindelijk belanghebbende van een aanbieder als bedoeld in artikel 23b is, gelet op zijn reputatie, geschikt en zijn betrouwbaarheid staat buiten twijfel.

  • 4

    De betrouwbaarheid van een persoon staat buiten twijfel wanneer dat eenmaal door de Nederlandsche Bank of de stichting Autoriteit Financiële Markten voor de toepassing van deze wet, de Wet op het financieel toezicht of de Wet toezicht trustkantoren 2018 is vastgesteld, zolang niet een wijziging in de relevante feiten of omstandigheden een redelijke aanleiding geeft tot een nieuwe beoordeling.

  • 5

    Indien sprake is van een gekwalificeerde deelneming wordt die gehouden door natuurlijke personen wier betrouwbaarheid buiten twijfel staat, of in geval van een rechtspersoon, de betrouwbaarheid van de bestuurders van die rechtspersoon buiten twijfel staat.

  • 6

    Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop wordt vastgesteld of de betrouwbaarheid van een persoon buiten twijfel staat en welke feiten en omstandigheden daarbij in aanmerking worden genomen, alsmede regels met betrekking tot de misdrijven die, indien begaan door die persoon, met het oog op de belangen die de wet beoogt te beschermen, tot de vaststelling leiden dat de betrouwbaarheid van die persoon niet buiten twijfel staat.


Artikel 4

Als inbreuk makend op het natuurschoon, bedoeld in artikel 2, tweede lid, wordt in ieder geval beschouwd de omstandigheid dat terreinen en opstallen op die terreinen die tot de onroerende zaak behoren, zijn ingericht of worden gebruikt:

  • a.

    voor industriële doeleinden;

  • b.

    voor intensieve veehouderij;

  • c.

    voor winning van bodemmaterialen of mijnbouw;

  • d.

    voor glastuinbouw;

  • e.

    als stortplaats voor afval;

  • f.

    als opslagplaats voor andere materialen dan die afkomstig uit of bestemd voor de land- en bosbouw op de onroerende zaak;

  • g.

    voor auto- of motorsport;

  • h.

    voor intensieve dag- of verblijfsrecreatie anders dan terreinen die zijn ingericht met inachtneming van het bepaalde in artikel 6, tweede lid.


Artikel 38

  • 1

    Tenzij uit de wet of uit de aard van de rechtshandeling anders voortvloeit, kan een rechtshandeling onder een tijdsbepaling of een voorwaarde worden verricht.

  • 2

    De vervulling van een voorwaarde heeft geen terugwerkende kracht.


Slotformulier en ondertekening

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage 28 september 2006 Beatrix

De Minister van Financiën, G. Zalm

Uitgegeven de eenendertigste oktober 2006 De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin


Artikel 23i

  • 1

    Een aanbieder als bedoeld in artikel 23b is niet met personen verbonden in een formele of feitelijke zeggenschapsstructuur die in zodanige mate ondoorzichtig is dat deze een belemmering vormt of kan vormen voor het adequaat uitoefenen van toezicht op de aanbieder.

  • 2

    Een aanbieder als bedoeld in artikel 23b is niet met personen verbonden in een formele of feitelijke zeggenschapsstructuur indien het recht van een staat, dat op die personen van toepassing is, een belemmering vormt of kan vormen voor het adequaat uitoefenen van toezicht op de aanbieder.


Artikel 5

  • 1

    Onverminderd het bepaalde in artikel 4 wordt als inbreuk makend op het natuurschoon, bedoeld in artikel 2, tweede lid, in ieder geval niet beschouwd de omstandigheid dat op de onroerende zaak:

    • a.

      parken of tuinen zijn gelegen, die behoren bij een buitenplaats;

    • b.

      landschappelijk aangelegde parken of landschapsstructuren die vanouds behoren bij een buitenplaats zijn gelegen, waarvan de aanleg dateert van vóór 1900 en herkenbaar aanwezig is, en voorts op die onroerende zaak een rijksmonument als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet is gelegen;

    • c.

      terreinen zijn gelegen, die vanouds het vrije uitzicht mogelijk maken op of vanuit een op die onroerende zaak gelegen opstal daterend van vóór 1900, voor zover die terreinen aan weerszijden worden begrensd door houtopstanden;

    • d.

      opstallen zijn gelegen, die vóór 1 januari 1950 zijn gebouwd en die na de genoemde datum uiterlijk hun karakter hebben behouden;

    • e.

      andere opstallen dan die bedoeld in onderdeel d zijn gelegen, indien zij grotendeels functioneel zijn voor de instandhouding of voor het beheer van de onroerende zaak, en die, ingeval zij door hun verschijningsvorm inbreuk maken op het natuurschoon, aan het oog zijn onttrokken door beplanting;

    • f.

      waterpartijen voorkomen, dan wel waterlopen die noodzakelijk zijn voor de waterhuishouding van de onroerende zaak;

    • g.

      terreinen zijn gelegen, die worden gebruikt voor de landbouw voor zover elk van die terreinen:

      • 1°.

        ten hoogste een oppervlakte van 5 hectare heeft, of, zo dit meer is, die oppervlakte niet meer bedraagt dan 5 percent van de oppervlakte van de onroerende zaak tot een maximale oppervlakte van 20 hectare, en de omtrek van dat terrein voor ten minste 75 percent is omgeven door houtopstanden, dan wel de omtrek van dat terrein voor ten minste 50 percent is omgeven door een nagenoeg aaneengesloten houtopstand en voorts visueel van de aangrenzende terreinen is gescheiden door een of meer bomen die bepalend zijn voor het landschap; en

      • 2°.

        tezamen met een of meer aangrenzende, niet door houtopstanden gescheiden, voor de landbouw gebruikte terreinen ten hoogste een oppervlakte van 20 hectare heeft en de gezamenlijke omtrek van die terreinen voor 100 percent is omgeven door houtopstanden;

    • h.

      parkeerterreinen van beperkte omvang zijn gelegen, voor zover deze zijn bestemd voor gebruik door de eigenaar, door de gebruiker of door de bezoekers van de onroerende zaak;

    • i.

      terreinen zijn gelegen die worden gebruikt voor de landbouw die als gevolg van bij of krachtens wet geldende beperkingen niet geheel omgeven kunnen worden door houtopstanden, voor zover elk van die terreinen:

      • 1°.

        ten hoogste een oppervlakte van 5 hectare heeft; en

      • 2°.

        voor ten minste 75 percent van de omtrek is omgeven door houtopstanden en waar dit niet is toegestaan, door natuurterreinen, waarbij het deel van de omzoming dat uit natuurterreinen bestaat minimaal 5 meter breed is; of

    • j.

      terreinen zijn gelegen die worden gebruikt voor de landbouw waarvoor geen bij of krachtens wet opgelegde beperkingen gelden voor het omgeven met houtopstanden, voor zover:

      • 1°.

        elk van de terreinen:

        • i.

          ten hoogste een oppervlakte van 5 hectare heeft; en

        • ii.

          voor ten minste 75 percent van de omtrek is omgeven door houtopstanden of natuurterreinen; en

      • 2°.

        voor zover de terreinen voor een deel omgeven worden door natuurterreinen:

        • i.

          de eigenaar aannemelijk maakt dat het met natuurterreinen omgeven meer bijdraagt aan natuurdoelstellingen die voor het gebied gelden op grond van een besluit van bestuursorganen van het Rijk, een provincie, een gemeente of een waterschap dan houtopstanden zouden bijdragen; en

        • ii.

          het deel van de omzoming dat uit natuurterreinen bestaat minimaal 5 meter breed is.

  • 2

    Onder in het eerste lid, onderdelen g, i en j, bedoelde houtopstanden worden mede begrepen houtopstanden die niet zijn gelegen op de onroerende zaak zelf maar daaraan direct grenzen.


Artikel 39

Tenzij uit de wet anders voortvloeit, zijn rechtshandelingen die niet in de voorgeschreven vorm zijn verricht, nietig.


Bijlage branches

Het bedrijf van levensverzekeraar wordt onderscheiden naar de volgende branches:

  • 1.

    Levensverzekering algemeen:

    kapitaal, pensioen en lijfrenteverzekeringen, met uitzondering van de onder de branches 2 en 3 begrepen verzekeringen, verzekeringen in verband met de verzorging van de uitvaart van de mens die uitsluitend strekken tot het verrichten van andere dan geldelijke prestaties alsmede aanvullende verzekeringen als bedoeld in artikel 1:6, tweede lid, zoals invaliditeitsverzekeringen en verzekeringen bij overlijden ten gevolge van een ongeval.

  • 2.

    Levensverzekering in verband met huwelijk of geboorte

  • 3.

    Levensverzekering verbonden met beleggingsfondsen

  • 4.

    Permanent health insurance:

    niet opzegbare langlopende ziekteverzekeringen gesloten met ingezetenen van Ierland of het Verenigd Koninkrijk.

  • 5.

    Deelneming in spaarkassen

  • 6.

    Kapitalisatieverrichtingen:

    verrichtingen gebaseerd op een actuariële techniek tot sparen met het oog op kapitaalvorming, bestaande uit verplichtingen die in ruil voor eenmalige of periodieke stortingen voor wat betreft hun duur en hun bedrag bepaald zijn.

  • 7.

    Beheer over collectieve pensioenfondsen:

    beheer over de beleggingen van pensioenfondsen waaronder de waarden die tegenover de voorziening voor pensioenverplichtingen staan.

Het bedrijf van schadeverzekeraar wordt onderscheiden naar de volgende branches, waartoe de daarbij vermelde risico’s behoren:

  • 1.

    Ongevallen:

    • a.

      forfaitaire uitkeringen ter zake van ongevallen en beroepsziekten;

    • b.

      overige uitkeringen ter zake van ongevallen en beroepsziekten.

  • 2.

    Ziekte:

    • a.

      forfaitaire uitkeringen ter zake van andere ziekten dan beroepsziekten;

    • b.

      overige uitkeringen ter zake van andere ziekten dan beroepsziekten.

  • 3.

    Voertuigcasco:

    schaden aan motorrijtuigen en overige voertuigen, met uitzondering van schaden aan rollend spoorwegmaterieel.

  • 4.

    Casco rollend spoorwegmaterieel:

    schaden aan rollend spoorwegmaterieel.

  • 5.

    Luchtvaartuigcasco:

    schaden aan luchtvaartuigen.

  • 6.

    Casco zee- en binnenschepen:

    schaden aan zee- en binnenschepen.

  • 7.

    Vervoerde zaken:

    schaden aan vervoerde zaken of bagage, onafhankelijk van de aard van het transportmiddel.

  • 8.

    Brand en natuurevenementen:

    schaden aan zaken (met uitzondering van schaden, begrepen onder de branches Voertuigcasco, Casco rollend spoorwegmaterieel, Luchtvaartuigcasco, Casco zee- en binnenschepen en Vervoerde zaken), wanneer deze zijn veroorzaakt door brand, ontploffing, storm of andere natuurevenementen (met uitzondering van hagel en vorst), kernenergie of aardverzakking.

  • 9.

    Andere schaden aan zaken:

    schaden aan zaken (met uitzondering van schaden, begrepen onder de branches Voertuigcasco, Casco rollend spoorwegmaterieel, Luchtvaartuigcasco, Casco zee- en binnenschepen en Vervoerde zaken), wanneer deze zijn veroorzaakt door hagel of vorst, alsmede door alle overige evenementen die niet reeds zijn begrepen onder de branche Brand en natuurevenementen.

  • 10A.

    Aansprakelijkheid motorrijtuigen:

    aansprakelijkheden die voortvloeien uit het gebruik van motorrijtuigen (met uitzondering van de aansprakelijkheden, begrepen onder de branche Aansprakelijkheid wegvervoer).

  • 10B.

    Aansprakelijkheid wegvervoer:

    aansprakelijkheden die voor de vervoerder voortvloeien uit goederenvervoer over de weg (met uitzondering van de aansprakelijkheden, begrepen onder de branche Aansprakelijkheid motorrijtuigen).

  • 11.

    Aansprakelijkheid luchtvaartuigen:

    aansprakelijkheden die voortvloeien uit het gebruik van luchtvaartuigen, aansprakelijkheden van de vervoerder daaronder begrepen.

  • 12.

    Aansprakelijkheid zee- en binnenschepen:

    aansprakelijkheden die voortvloeien uit het gebruik van zee- en binnenschepen, aansprakelijkheden van de vervoerder daaronder begrepen.

  • 13.

    Algemene aansprakelijkheid:

    overige vormen van aansprakelijkheid die niet reeds zijn begrepen onder de branches Aansprakelijkheid motorrijtuigen, Aansprakelijkheid wegvervoer, Aansprakelijkheid luchtvaartuigen en Aansprakelijkheid zee- en binnenschepen.

  • 14.

    Krediet:

    schaden die het gevolg zijn van algemene insolventie, verleend exportkrediet, hypothecair krediet, landbouwkrediet en verkoop op afbetaling.

  • 15.

    Borgtocht:

    schaden die het gevolg zijn van verleende directe borgtocht en indirecte borgtocht.

  • 16.

    Diverse geldelijke verliezen:

    geldelijke verliezen die het gevolg zijn van niet onder een der andere branches vallende risico’s.

  • 17.

    Rechtsbijstand:

    verleende diensten en gemaakte kosten in het bijzonder met het oog op verhaal van door een verzekerde geleden schade en diens verdediging of vertegenwoordiging, zowel in als buiten rechte (met uitzondering van de werkzaamheden ter verdediging of vertegenwoordiging van een verzekerde die een verzekeraar krachtens een overeenkomst van aansprakelijkheidsverzekering mede in zijn eigen belang verricht).

  • 18.

    Hulpverlening:

    onmiddellijke hulpverlening aan in moeilijkheden verkerende personen die op reis zijn of zich buiten hun woonplaats bevinden (met uitzondering van onderhoudsdiensten, dienstverlening na verkoop en de loutere aanwijzing omtrent of terbeschikkingstelling van hulp door een tussenpersoon).


Artikel 23j

  • 1

    Een aanbieder als bedoeld in artikel 23b voert een adequaat beleid dat een integere en beheerste uitoefening van het bedrijf waarborgt, met in achtneming van de artikelen 2 tot en met 2f, 3 tot en met 10, 16, 20a, 20b, 23e tot en met 23j en 33 tot en met 35a.

  • 2

    Een aanbieder als bedoeld in artikel 23b richt de bedrijfsvoering zodanig in dat deze een beheerste en integere uitoefening van zijn bedrijf waarborgt, met inachtneming van de artikelen 2 tot en met 2f, 3 tot en met 10, 16, 20a, 20b, 23e tot en met 23j en 33 tot en met 35a.

  • 3

    Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de verplichtingen in dit artikel. Deze regels kunnen betrekking hebben op:

    • a.

      een integere bedrijfsuitoefening, waaronder wordt verstaan het tegengaan van:

      • 1°.

        belangenverstrengeling;

      • 2°.

        strafbare feiten of andere wetsovertredingen door de aanbieder of zijn werknemers, die het vertrouwen in de aanbieder kunnen schaden;

      • 3°.

        relaties met cliënten of derden, die het vertrouwen in de aanbieder kunnen schaden

    • b.

      het beheersen van bedrijfsprocessen en bedrijfsrisico’s.


Artikel 6

  • 1

    Als inbreuk makend op het natuurschoon, bedoeld in artikel 2, tweede lid, wordt niet beschouwd de omstandigheid dat op de onroerende zaak een of meer kampeerterreinen zijn gelegen, mits er per oppervlakte van 25 hectare ten hoogste één kampeerterrein is gelegen.

  • 2

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt onder kampeerterrein verstaan een terrein dat is ingericht of kennelijk duurzaam wordt gebruikt voor het kamperen en:

    • a.

      waarvan de oppervlakte niet groter is dan 1 hectare;

    • b.

      dat niet is gelegen op een natuurterrein, dan wel in een historisch park of in een historische tuin;

    • c.

      dat op meer dan 500 meter van een ander kampeerterrein op die onroerende zaak is gelegen;

    • d.

      waarop geen andere voorzieningen zijn aangebracht dan die voor de toevoer van gas, electriciteit en water en voor sanitaire behoeften;

    • e.

      waarop geen vaste standplaatsen zijn aangelegd.


Artikel 40

  • 1

    Een rechtshandeling die door inhoud of strekking in strijd is met de goede zeden of de openbare orde, is nietig.

  • 2

    Strijd met een dwingende wetsbepaling leidt tot nietigheid van de rechtshandeling, doch, indien de bepaling uitsluitend strekt ter bescherming van één der partijen bij een meerzijdige rechtshandeling, slechts tot vernietigbaarheid, een en ander voor zover niet uit de strekking van de bepaling anders voortvloeit.

  • 3

    Het vorige lid heeft geen betrekking op wetsbepalingen die niet de strekking hebben de geldigheid van daarmede strijdige rechtshandelingen aan te tasten.


Bijlage bij artikel 1:79 Wet op het financieel toezicht

Bijlage bij artikel 1:79 Wet op het financieel toezicht

Overtreding van voorschriften, gesteld bij of krachtens artikel:

Algemeen deel

1:5a, tweede lid, onderdelen k en l, en derde lid,

1:10

1:28, tweede en derde lid

1:58, tweede en derde lid

1:58a, tweede lid

1:58b, tweede lid

1:58c, derde lid

1:59, tweede lid

1:67, eerste lid

1:74, eerste lid

1:75, eerste lid, voor zover het betreft de niet-naleving van een met betrekking tot artikel 4:24a, eerste of tweede lid, gegeven aanwijzing.

1:75a

1:76, achtste lid, aanhef en onderdeel a

1:76ba

1:77, eerste lid

1:77c

1:77d, eerste tot en met derde lid

1:77f

1:89

1:113

1:114, eerste en tweede lid

1:116

1:117, eerste tot en met derde lid

1:118

1:119

1:120, eerste, tweede, vierde en vijfde lid

1:121, eerste lid

1:122, eerste lid

1:124, eerste lid

1:125, eerste en tweede lid

1:127

1:128, tweede en derde lid

1:130

Deel Markttoegang financiële ondernemingen

2:3.0a, eerste en vierde lid

2:3.0b, eerste lid

2:3.0e

2:3.0f, eerste en vierde lid

2:3.0g, eerste lid

2:3.0h

2:3.0j

2:3.0k, eerste en vierde lid

2:3.0l, eerste lid

2:3.0n

2:3a, eerste lid

2:3e, eerste lid en vierde tot en met zesde lid

2:3f, eerste lid

2:3g, eerste lid

2:4, eerste lid

2:6, eerste lid

2:8, eerste lid

2:9, eerste en tweede lid

2:10, eerste, tweede en vierde lid

2:10a, eerste lid

2:10e, eerste lid

2:10f, eerste lid

2:11, eerste lid

2:14, tweede lid

2:15, eerste en tweede lid

2:16, eerste en derde lid

2:18, eerste en tweede lid

2:20

2:24, tweede lid

2:25, eerste en tweede lid

2:26

2:26a, eerste lid

2:26c, eerste lid

2:26d, eerste lid

2:26f, eerste lid

2:27, eerste lid

2:34, tweede lid

2:35

2:36, eerste tot en met vijfde lid

2:38, eerste en tweede lid

2:39, eerste en tweede lid

2:40, eerste lid

2:45

2:46

2:48, eerste lid

2:50, eerste lid

2:52, eerste lid

2:53, eerste en tweede lid

2:54, eerste, tweede en vierde lid

2:54a, eerste lid

2:54c, eerste lid

2:54d, eerste lid

2:54f, eerste lid

2:54g, eerste lid

2:54i, eerste lid

2:54l, eerste lid

2:54n, eerste lid

2:54o

2:54q

2:55, eerste lid

2:60, eerste lid

2:65

2:66a, derde en zesde lid

2:67a, eerste, derde en vierde lid

2:69, eerste, tweede, zevende en achtste lid

2:69b, eerste lid

2:69c, eerste en derde lid

2:70

2:70, tweede lid

2:70a

2:71, eerste lid

2:72, eerste lid

2:73, eerste en tweede lid

2:75, eerste lid

2:80, eerste lid

2:81, derde en vierde lid

2:84, eerste en tweede lid

2:86, eerste lid

2:90 eerste en tweede lid

2:92, eerste lid

2:96, eerste lid

2:100, tweede lid

2:101, eerste lid

2:102, eerste lid

2:103

2:103a, eerste lid

2:103b

artikel 2:103c

2:106.0a, eerste lid

2:106a, eerste en vierde lid

2:107, eerste lid

2:107a, eerste lid

2:108, eerste lid

2:110, eerste lid

2:111, eerste lid

2:112, eerste lid

2:114, eerste lid

2:115, eerste lid

2:117, eerste lid

2:118, eerste lid

2:120, eerste lid

2:121, eerste lid

2:121a, eerste lid

2:121c eerste, vijfde, zesde en negende lid

2:121ca, eerste, tweede, vijfde en zesde lid

2:121d eerste, vijfde, zesde en negende lid

2:121e

2:121f

2:121g

2:121h

2:122, eerste en vierde lid

2:122a, eerste lid

2:123, eerste, derde tot en met vijfde lid

2:124.0a, eerste tot en met derde, zesde en zevende lid

2:124b, eerste en tweede lid

2:125, eerste, zesde en zevende lid

2:125a, eerste en tweede lid en vijfde en zesde lid

2:126, eerste lid

2:127, eerste lid

2:128, vijfde lid

2:129, eerste en derde lid

2:130, eerste lid

Deel Prudentieel toezicht financiële ondernemingen

3:2, vijfde en zesde lid

3:5, eerste en vierde lid

3:6, eerste lid

3:7, eerste en vierde lid

3:8, eerste tot en met derde en vijfde lid

3:9, eerste lid

artikel 3:9a, eerste lid

3:10, eerste tot en met derde lid

3:15, eerste en tweede lid

3:16, eerste tot en met derde lid

3:17, eerste en tweede lid

3:17, tweede lid, aanhef en onderdeel c, onder 4

3:17, zesde lid

3:17b, eerste tot en met derde en vijfde lid

3:17c, eerste en derde lid

3:18, eerste tot en met derde lid

3:18b, eerste lid

3:19, eerste en tweede lid

3:19a

3:20

3:20a

3:21, eerste en tweede lid

3:24

artikel 3:29, eerste tot en met vierde lid

3:29a, eerste en tweede lid

3:29aa, vierde, zevende en achtste lid

3:29b

3:29c, eerste lid en vierde lid

3:29d, vierde, zevende en achtste lid

3:30, eerste lid

3:32

3:33a, eerste en derde lid

3:33b

3:33b, eerste lid

3:33ba

3:33c

3:34

3:35

3:35a, eerste en tweede lid

3:36, eerste, derde en zesde lid

3:37, eerste tot en met derde lid

3:38

3:38a

3:38b

3:39, eerste en tweede lid

3:40

3:41

3:42

3:43, tweede lid

3:44, eerste lid

3:47, eerste tot en met derde, vijfde en zesde lid

3:48

3:51

3:52

3:53, eerste tot en met derde, vijfde en zesde lid

3:54, derde lid

3:55, tweede lid

3:55a, eerste en tweede lid

3:57, eerste, tweede en vierde tot en met zesde lid

3:57, vijfde lid

3:57a

3:57b

3:59, tweede lid

3:62, tweede lid

3:62a, derde tot en met zesde lid

3:62b, eerste en tweede lid

3:62ba, eerste tot en met zesde lid

3:63, eerste tot en met derde lid

3:63, derde lid

3:66

3:67, eerste tot en met vijfde lid

3:68, eerste en derde lid

3:68a, eerste en tweede lid

3:69, eerste en tweede lid

3:69a

3:70, eerste lid

3:71, eerste en tweede lid

3:72, eerste, derde tot en met zevende lid

3:73

3:73a

3:73c, eerste en tweede lid

3:74, eerste en tweede lid

3:74a, eerste tot en met derde lid

3:74b, eerste en tweede lid

3:74c

3:75

3:76, eerste en tweede lid

3:77

3:78, eerste en tweede lid

3:81, eerste tot en met derde lid

3:82, eerste en tweede lid

3:83, eerste en tweede lid

3:86, eerste en tweede lid

3:87, eerste en tweede lid

3:88, eerste, tweede en vierde lid

3:95, eerste lid

3:96, eerste en vierde lid

3:97

3:97, eerste lid

3:99, eerste lid

3:99a

3:103, eerste tot en met derde lid

3:103a, eerste en derde lid

3:104, eerste en derde lid

3:105, vierde lid

3:106, eerste lid

3:110, vierde en vijfde lid

3:111, derde lid

3:111a, eerste, tweede en zesde lid

artikel 3:111a.0, eerste, tweede en zesde lid

3:111c

3:112, eerste lid

3:113, eerste en tweede lid

3:114, eerste lid

3:114a, eerste lid

3:116

3:119, eerste lid

3:120, eerste tot en met vijfde en zevende lid

3:124, tweede lid

3:125, eerste lid

3:129, eerste en tweede lid

3:130, eerste lid

3:131, eerste lid

3:131a, eerste lid

3:132, derde lid

3:135, eerste tot en met derde en zesde lid

3:136, eerste en tweede lid

3:137, eerste lid

3:141, eerste lid

3:143

3:144, eerste lid

3:146, eerste lid

3:148, eerste lid

3:259, eerste en tweede lid

3:262

3:263

3:264

3:267, derde tot en met vijfde lid

3:267a, eerste tot en met vierde lid

3:267b, eerste tot en met vierde lid

3:267c, eerste lid

3:267h

artikel 3:267i, eerste lid

3:269, eerste tot en met derde lid

3:269a, eerste en derde lid

3:273, eerste lid

3:273a

3:273b

3:273c

3:273d

3:277a, eerste lid

3:279, eerste en vierde lid

3:280, tweede tot en met vierde lid

3:280a

3:280g

3:281

3:281a, tweede en derde lid

3:281b, eerste en tweede lid

3:284, eerste lid

3:288a, eerste tot en met derde lid en vijfde lid

3:288b, eerste tot en met derde lid

3:288e, eerste en tweede lid

3:288f, eerste en tweede lid

3:288h, tweede tot en met vijfde lid

3:288i, eerste, derde en vierde lid

3:296, eerste tot en met vierde lid

3:297, eerste tot en met derde en vijfde lid

3:298, eerste tot en met derde en vijfde lid

3:299, eerste en tweede lid

3:301, eerste lid

3:302, eerste lid

3:303, eerste en tweede lid

3:304

3:305, eerste, tweede en vierde lid

3:306

Deel Bijzondere maatregelen en voorzieningen betreffende financiële ondernemingen

3A:11b

3A:13, eerste en derde lid

3A:13a, eerste en derde lid

3A:13b, eerste lid

3A:14, eerste, derde en vierde lid

3A:15, eerste, vierde en vijfde lid

3A:16, eerste, derde en vierde lid

3A:20b, eerste en tweede lid

3A:21, zesde lid

3A:22

3A:26, vierde lid

3A:36

3A:42

3A:44, zesde lid

3A:45

3A:47, eerste, tweede en derde lid

3A:48, derde, vijfde en zesde lid

3A:52, eerste en tweede lid

3A:53, eerste lid

3A:54, eerste, derde en vijfde lid

3A:56, eerste lid

3A:57a, eerste lid

3A:63a

3A:71, tweede en derde lid

3A:72, tweede lid

3A:83, tweede lid

3A:138, tweede lid

Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen

4:3, eerste en vierde lid

4:4, eerste lid

4:4a

4:5, derde lid

4:6, eerste en tweede lid

4:6a, eerste lid

artikel 4:9, eerste tot en met vierde lid

4:9.0a, eerste lid

4:10, eerste lid

4:11, eerste tot en met vierde lid

4:13, eerste en tweede lid

4:14, eerste tot en met derde lid

4:15, eerste en tweede lid

4:15a, eerste, tweede en vierde lid

4:16, eerste tot en met derde lid

4:17, eerste en derde lid

4:18a, eerste en tweede lid

4:18b, tweede en derde lid

4:18c, derde lid

4:18d, eerste en tweede lid

4:18e, eerste en tweede lid

4:19, eerste tot en met derde en vijfde lid

4:20, eerste, derde en vierde lid

4:21

4:22, eerste en tweede lid

4:22a, eerste tot en met derde lid

4:23, eerste tot en met zesde en negende lid

4:23a

4:23b, eerste, tweede en vierde lid

4:24, eerste tot en met vierde lid, zesde en zevende lid

4:25, eerste lid

4:25a, eerste lid

4:25b, eerste en tweede lid

4:25d

4:26, eerste tot en met zevende lid

4:27, eerste, tweede en vierde lid

4:27a, eerste lid

4:30a, eerste tot en met derde lid

4:31, eerste tot en met vierde lid

4:31a

4:32, eerste lid

4:33, eerste tot en met derde lid

4:34, derde lid

4:35

4:37c

4:37d, eerste en derde lid

4:37e, eerste en tweede lid

4:37j, eerste en tweede lid

4:37k, eerste tot en met vierde lid

4:37l, eerste tot en met derde lid

4:37m, eerste lid

4:37n

4:37o, eerste tot en met vierde lid

4:37p, eerste lid

4:37s, eerste lid

4:37t

4:37u

4:37v, eerste, derde en vierde lid

4:37y

4:37z, eerste, derde en vierde lid

4:39

4:40

4:42

4:44, eerste en tweede lid

4:46, eerste tot en met vierde lid

4:46a

4:47, eerste tot en met vijfde lid

4:48, eerste en tweede lid

4:49, eerste tot en met vierde lid

4:50, eerste en tweede lid

4:51, eerste tot en met vijfde lid

4:52, eerste tot en met derde lid

4:52a

4:53

4:55

4:57c, eerste tot en met derde en vijfde lid

4:58

4:59

4:59a, eerste tot en met derde lid

4:59b, eerste en tweede lid

4:59c, eerste tot en met zevende lid

4:59d, eerste tot en met zesde lid

4:59e, eerste en tweede lid

4:60, eerste tot en met derde lid

4:61, eerste lid

4:61a, eerste tot en met vijfde lid

4:61b, eerste tot en met vierde lid

4:62, eerste tot en met derde lid

4:62b, eerste en tweede lid

4:62e, eerste en tweede lid

4:62f, eerste tot en met derde lid

4:62g, eerste lid

4:62h, eerste en tweede lid

4:62i

4:62j, eerste tot en met vierde lid

4:62k

4:62m, eerste en tweede lid

4:62n

4:62o, eerste tot en met vierde lid

4:62q, eerste lid

4:62r, eerste tot en met derde lid

4:62s, eerste en tweede lid

4:62t, eerste en tweede lid

4:62u, eerste, tweede en vierde lid

4:62v, eerste lid

4:62w, eerste en tweede lid

4:63, eerste en tweede lid

4:63a, eerste lid

4:65, eerste tot en met derde lid

4:66

4:67, eerste lid

4:68, eerste lid

4:69, eerste lid

4:70, eerste tot en met zevende lid

4:71, eerste tot en met vijfde lid

4:71a

4:71b, eerste tot en met derde lid

4:71c

4:71d, eerste tot en met zesde lid

4:71f

4:71g, eerste lid

4:71h

4:71i, tweede tot en met vierde lid

4:74, eerste lid

4:74b, eerste, tweede en derde lid

4:74c

4:75, eerste en tweede lid

4:75a, eerste lid

4:76, eerste en tweede lid

4:76a

4:76b

4:76c

4:76d

4:77, eerste tot en met vierde lid

4:78, eerste en tweede lid

4:79, eerste lid

4:83, eerste lid

4:84, eerste en tweede lid

4:85, eerste en derde tot en met vijfde lid

4:86

4:87, eerste tot en met vierde lid

4:87a

4:87aa, vierde, zevende en achtste lid

4:88, eerste tot en met vierde lid

4:89, eerste en tweede lid

4:89a

4:89b, eerste en tweede lid

4:90, eerste en tweede lid

4:90a, eerste tot en met vijfde lid

4:90b, eerste tot en met tiende en twaalfde lid

4:90d, eerste, tweede en vierde lid

4:90e, eerste lid

4:91a, eerste, derde tot en met zevende en negende tot en met tiende lid

4:91aa

4:91ab

4:91b, eerste tot en met vierde lid

4:91c

4:91c, eerste en tweede lid

4:91d

4:91d, eerste en tweede lid

4:91da, eerste tot en met elfde lid

4:91n, eerste tot en met vierde lid

4:91o, eerste tot en met vierde en zesde lid

4:91p

4:93, eerste tot en met vierde lid

4:94, eerste tot en met derde lid

4:95, eerste tot en met derde lid

4:96, eerste en tweede lid

4:97, eerste en derde lid

4:99, eerste en tweede lid

4:100, eerste tot en met derde lid

4:100a, eerste en tweede lid

4:100b, eerste tot en met derde lid

4:100c

4:100d, eerste en tweede lid

4:100f

Deel Gedragstoezicht financiële markten

5:3

5:4

5:25a, tweede lid

5:25c, eerste en zesde tot en met negende lid

5:25d, eerste en derde lid

5:25e

5:25h

5:25m, eerste, tweede, vijfde en zesde lid

5:25p

5:25q

5:25v, derde lid

5:25w

5:26, eerste lid

5:27, derde en vierde lid

5:29, eerste, tweede, vierde en vijfde lid

5:29a, eerste lid

5:30

5:30a, eerste en vierde lid

5:30b, eerste en derde lid

5:30c

5:30d, eerste lid

5:30e

5:31, eerste, derde en vierde lid

5:32, eerste tot en met vierde lid

5:32a, eerste tot en met derde lid

5:32b, eerste, tweede, derde en vijfde lid

5:32c

5:32d, eerste en zevende lid

5:32e

5:32f, eerste lid

5:32g

5:32j, eerste tot en met derde lid

5:32k, eerste, tweede en vierde lid

5:32l, eerste tot en met derde lid

5:32m

5:51, eerste lid

5:68, eerste lid

5:74, eerste, derde en vierde lid,

5:76, tweede lid,

5:78

5:79

5:80, tweede lid

5:80a, eerste en vierde lid

5:86, eerste en tweede lid

5:88, eerste, tweede, vierde en vijfde lid

5:88a

5:89b, eerste lid

5:89e, eerste lid

5:89f, eerste, tweede en vierde lid

5:89g

5:89h


Artikel 7

  • 1

    Een verzoek aan Onze Ministers om een onroerende zaak aan te merken als een landgoed wordt ingediend met gebruikmaking van een daartoe bestemd formulier en bevat ten minste:

    • a.

      een overzicht van de als landgoed aan te merken kadastrale percelen, waarbij per perceel de (geschatte) oppervlakte wordt vermeld;

    • b.

      een beschrijving van:

      • 1°.

        de vanuit het oogpunt van natuurschoon kenmerkende structuren en elementen van de onroerende zaak;

      • 2°.

        de hoedanigheid van de terreinen, de opstallen en het soort gebruik dat van die terreinen en van die opstallen wordt gemaakt; en

      • 3°.

        de historische ontwikkeling van de onroerende zaak.

  • 2

    Bij het verzoek worden in ieder geval overgelegd:

    • a.

      actuele uittreksels uit de basisregistratie kadaster die op de onroerende zaak betrekking hebben;

    • b.

      kleurenfoto’s van de opstallen;

    • c.

      een topografische kaart van de onroerende zaak, waarop de in het eerste lid, onderdeel b, onder 1° en 2°, bedoelde gegevens zijn aangegeven;

    • d.

      voor zover het betreft een aanvraag ten aanzien van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 3, eerste, tweede of vijfde lid, onderdeel a, een afschrift van de beschikking waarbij de onroerende zaak is aangewezen als rijksmonument als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet;

    • e.

      in geval een verzoek wordt gedaan om de onroerende zaak aan te merken als een landgoed met toepassing van artikel 3, derde of vierde lid, bewijsstukken waaruit de nauwe historische band als bedoeld in deze artikelleden en, indien van toepassing, artikel 3, vijfde lid, blijkt;

    • f.

      voor zover het betreft een aanvraag ten aanzien van een onroerende zaak als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel a, aanhef en onder 2°, van de Natuurschoonwet 1928, bewijsstukken en kopieën van de literatuur en documentatie waaruit blijkt dat het landgoed een element is van het Nederlands cultureel erfgoed, bedoeld in artikel 2a. De aanvrager verstrekt Onze Ministers op hun verzoek een door een beëdigde vertaler gemaakte vertaling van de ingediende documenten;

    • g.

      ingeval een verzoek wordt gedaan om de onroerende zaak aan te merken als een landgoed met toepassing van artikel 5, eerste lid, onderdeel i, bewijsstukken waaruit blijkt dat er bij of krachtens wet opgelegde beperkingen zijn die het voor een eigenaar niet mogelijk maken om te voldoen aan artikel 5, eerste lid, onderdeel g, onder 1°; en

    • h.

      ingeval een verzoek wordt gedaan om de onroerende zaak aan te merken als een landgoed met toepassing van artikel 5, eerste lid, onderdeel j, bewijsstukken waaruit blijkt dat op grond van besluiten van bestuursorganen van het Rijk, een provincie, een gemeente of een waterschap, natuurterreinen, waarmee de voor landbouw gebruikte terreinen zijn omgeven, meer dan houtopstanden bijdragen aan de natuurdoelstellingen.

  • 3

    Een verzoek om een onroerende zaak als landgoed aan te merken met toepassing van artikel 3, derde lid, wordt ingediend tezamen met het verzoek van de eigenaar van de in dat lid bedoelde nog niet als landgoed aangemerkte aangrenzende onroerende zaak om die zaak als landgoed aan te merken. Bij de verzoeken wordt tevens een gezamenlijke verklaring van de eigenaren van de onroerende zaken gevoegd, waarin zij om toepassing van artikel 3, derde lid, verzoeken. Indien beide onroerende zaken ieder een oppervlakte van minder dan 5 hectare hebben en één van de gezamenlijk ingediende verzoeken wordt afgewezen, wordt ook het andere verzoek afgewezen.

  • 4

    Bij een verzoek om een onroerende zaak als landgoed aan te merken met toepassing van artikel 3, zesde lid, worden tevens overgelegd:

    • a.

      een beplantingsplan, waarvan het model door Onze Ministers wordt vastgesteld; en

    • b.

      een duidelijke kaart of plattegrond, waarop de tot de onroerende zaak behorende percelen die geheel of gedeeltelijk met houtopstanden bezet zullen worden, zijn aangegeven, onder vermelding van de kadastrale nummers.

  • 5

    Indien met betrekking tot een onroerende zaak regelen als bedoeld artikel 7, eerste lid, van de Natuurschoonwet 1928 inzake openstelling voor het publiek ter goedkeuring aan Onze Ministers worden voorgelegd, worden bij het verzoek tot goedkeuring op een afzonderlijke topografische kaart de wegen en paden die voor het publiek toegankelijk zijn en de totale lengte van deze wegen en paden in meters, alsmede de plaatsaanduiding van de toegangsborden, aangegeven.

  • 6

    De topografische kaart, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, onderscheidenlijk vijfde lid, heeft een schaal van 1 : 10.000, met dien verstande dat voor een onroerende zaak kleiner dan vijf hectare de schaal 1 : 2500 bedraagt.

  • 7

    Bij regeling van Onze Ministers kan worden afgeweken van het eerste en tweede lid ten aanzien van bij die regeling aangewezen categorieën van verzoeken.

  • 8

    Onze Ministers besluiten binnen een termijn van zestien weken na ontvangst van het verzoek, bedoeld in het eerste lid.


Bijlage bij artikel 1:80 Wet op het financieel toezicht

Bijlage bij artikel 1:80 Wet op het financieel toezicht

Overtreding van voorschriften, gesteld bij of krachtens artikel:

Algemeen deel

1:5a, tweede lid, onderdelen k en l, en derde lid,

1:10

1:28, tweede en derde lid

1:58, tweede en derde lid

1:58a, tweede lid

1:58b, tweede lid

1:58c, derde lid

1:59, tweede lid

1:67, eerste lid

1:74, eerste lid

1:75, eerste lid, voor zover het betreft de niet-naleving van een met betrekking tot artikel 4:24a, eerste of tweede lid, gegeven aanwijzing.

1:75a

1:76, achtste lid, aanhef en onderdeel a

1:76ba

1:77, eerste lid

1:77c

1:77d, eerste tot en met derde lid

1:77f

1:89

1:113

1:114, eerste en tweede lid

1:116

1:117, eerste tot en met derde lid

1:118

1:119

1:120, eerste, tweede, vierde en vijfde lid

1:121, eerste lid

1:122, eerste lid

1:124, eerste lid

1:125, eerste en tweede lid

1:127

1:128, tweede en derde lid

1:130

Deel Markttoegang financiële ondernemingen

2:3.0a, eerste en vierde lid

2:3.0b, eerste lid

2:3.0e

2:3.0f, eerste en vierde lid

2:3.0g, eerste lid

2:3.0h

2:3.0j

2:3.0k, eerste en vierde lid

2:3.0l, eerste lid

2:3.0n

2:3a, eerste lid

2:3e, eerste lid en vierde tot en met zesde lid

2:3f, eerste lid

2:3g, eerste lid

2:4, eerste lid

2:6, eerste lid

2:8, eerste lid

2:9, eerste en tweede lid

2:10, eerste, tweede en vierde lid

2:10a, eerste lid

2:10e, eerste lid

2:10f, eerste lid

2:11, eerste lid

2:14, tweede lid

2:15, eerste en tweede lid

2:16, eerste en derde lid

2:18, eerste en tweede lid

2:20

2:24, tweede lid

2:25, eerste en tweede lid

2:26

2:26a, eerste lid

2:26c, eerste lid

2:26d, eerste lid

2:26f, eerste lid

2:27, eerste lid

2:34, tweede lid

2:35

2:36, eerste tot en met vijfde lid

2:38, eerste en tweede lid

2:39, eerste en tweede lid

2:40, eerste lid

2:45

2:46

2:48, eerste lid

2:50, eerste lid

2:52, eerste lid

2:53, eerste en tweede lid

2:54, eerste, tweede en vierde lid

2:54a, eerste lid

2:54c, eerste lid

2:54d, eerste lid

2:54f, eerste lid

2:54g, eerste lid

2:54i, eerste lid

2:54l, eerste lid

2:54n, eerste lid

2:54o

2:54q

2:55, eerste lid

2:60, eerste lid

2:65

2:66a, derde en zesde lid

2:67a, eerste, derde en vierde lid

2:69, eerste tot en met derde, vijfde tot en met achtste lid

2:69b, eerste lid

2:69c, eerste en derde lid

2:70

2:70, tweede lid

2:70a

2:71, eerste lid

2:72, eerste lid

2:73, eerste en tweede lid

2:75, eerste lid

2:80, eerste lid

2:81, derde en vierde lid

2:84, eerste en tweede lid

2:86, eerste lid

2:90, eerste en tweede lid

2:92, eerste lid

2:96, eerste lid

2:99, vierde en vijfde lid

2:100, tweede lid

2:101, eerste lid

2:102, eerste lid

2:103

2:103a, eerste lid

2:103b

artikel 2:103c

2:106.0a, eerste lid

2:106a, eerste en vierde lid

2:107, eerste lid

2:107a, eerste lid

2:108, eerste lid

2:110, eerste lid

2:111, eerste lid

2:112, eerste lid

2:114, eerste lid

2:115, eerste lid

2:117, eerste lid

2:118, eerste lid

2:120, eerste lid

2:121, eerste lid

2:121a, eerste lid

2:121c eerste, vijfde, zesde en negende lid

2:121ca, eerste, tweede, vijfde en zesde lid

2:121d eerste, vijfde, zesde en negende lid

2:121e

2:121f

2:121g

2:121h

2:122, eerste en vierde lid

2:122a, eerste lid

2:123, eerste, derde tot en met vijfde lid

2:124, vijfde lid

2:124a, vijfde lid

2:124.0a, eerste tot en met derde, zesde en zevende lid

2:124b, eerste en tweede lid

2:125, eerste, zesde en zevende lid

2:125a, eerste en tweede lid en vijfde en zesde lid

2:126, eerste lid

2:127, eerste lid

2:128, vijfde lid

2:129, eerste en derde lid

2:130, eerste lid

Deel Prudentieel toezicht financiële ondernemingen

3:2, vijfde en zesde lid

3:5, eerste en vierde lid

3:6, eerste lid

3:7, eerste en vierde lid

3:8, eerste tot en met derde en vijfde lid

3:9, eerste lid

artikel 3:9a, eerste lid

3:10, eerste tot en met derde lid

3:15, eerste en tweede lid

3:16, eerste tot en met derde lid

3:17, eerste en tweede lid

3:17, tweede lid, aanhef en onderdeel c, onder 4

3:17, zesde lid

3:17b, eerste tot en met derde en vijfde lid

3:17c, eerste en derde lid

3:18, eerste tot en met derde lid

3:18b, eerste lid

3:19, eerste en tweede lid

3:19a

3:20

3:20a

3:21, eerste en tweede lid

3:24

artikel 3:29, eerste tot en met vierde lid

3:29a, eerste en tweede lid

3:29aa, vierde, zevende en achtste lid

3:29b

3:29c, eerste lid en vierde lid, onder a

3:29d, vierde, zevende en achtste lid

3:30, eerste lid

3:32

3:33a, eerste en derde lid

3:33b

3:33b, eerste lid

3:33ba

3:33c

3:34

3:35, eerste lid

3:35a, eerste en tweede lid

3:36, eerste, derde en zesde lid

3:37, eerste tot en met derde lid

3:38

3:38a

3:38b

3:39, eerste en tweede lid

3:40

3:41

3:42

3:43, tweede lid

3:44, eerste lid

3:47, eerste tot en met derde, vijfde en zesde lid

3:48

3:51

3:52

3:53, eerste tot en met derde, vijfde en zesde lid

3:54, derde lid

3:55, tweede lid

3:55a, eerste en tweede lid

3:57, eerste, tweede en vierde tot en met zesde lid

3:57, vijfde lid

3:57a

3:57b

3:59, tweede lid

3:62, tweede lid

3:62a, derde tot en met zesde lid

3:62b, eerste en tweede lid

3:62ba, eerste tot en met zesde lid

3:63, eerste tot en met derde lid

3:63, derde lid

3:66

3:67, eerste tot en met vijfde lid

3:68, eerste en derde lid

3:68a, eerste en tweede lid

3:69, eerste en tweede lid

3:69a

3:70, eerste lid

3:71, eerste en tweede lid

3:72, eerste en derde tot en met zevende lid

3:73

3:73a

3:73c, eerste en tweede lid

3:74, eerste en tweede lid

3:74a, eerste tot en met derde lid

3:74b, eerste en tweede lid

3:74c

3:75

3:76, eerste en tweede lid

3:77

3:78, eerste en tweede lid

3:81, eerste tot en met derde lid

3:82, eerste en tweede lid

3:83, eerste en tweede lid

3:86, eerste en tweede lid

3:87, eerste en tweede lid

3:88, eerste, tweede en vierde lid

3:95, eerste lid

3:96, eerste en vierde lid

3:97

3:97, eerste lid

3:99, eerste lid

3:99a

3:103, eerste tot en met derde lid

3:103a, eerste en derde lid

3:104, eerste en derde lid

3:105, vierde lid

3:106, eerste lid

3:110, vierde en vijfde lid

3:111, derde lid

3:111a, eerste, tweede en zesde lid

artikel 3:111a.0, eerste, tweede en zesde lid

3:111c

3:112, eerste lid

3:113, eerste en tweede lid

3:114, eerste lid

3:114a, eerste lid

3:116

3:119, eerste lid

3:120, eerste tot en met vijfde en zevende lid

3:124, tweede lid

3:125, eerste lid

3:126, eerste lid

3:129, eerste en tweede lid

3:130, eerste lid

3:131, eerste lid

3:131a, eerste lid

3:132, derde lid

3:135, eerste tot en met derde en zesde lid

3:136, eerste en tweede lid

3:137, eerste lid

3:141, eerste lid

3:143

3:144, eerste lid

3:146, eerste lid

3:148, eerste lid

3:259, eerste en tweede lid

3:262

3:263

3:264

3:267, derde tot en met vijfde lid

3:267a, eerste tot en met vierde lid

3:267b, eerste tot en met vierde lid

3:267c, eerste lid

3:267h

artikel 3:267i, eerste lid

3:269, eerste tot en met derde lid

3:269a, eerste en derde lid

3:273, eerste lid

3:273a

3:273b

3:273c

3:273d

3:277a, eerste lid

3:279, eerste en vierde lid

3:280, tweede tot en met vierde lid

3:280a

3:280g

3:281

3:281a, tweede en derde lid

3:281b, eerste en tweede lid

3:284, eerste lid

3:288a, eerste tot en met derde lid en vijfde lid

3:288b, eerste tot en met derde lid

3:288e, eerste en tweede lid

3:288f, eerste en tweede lid

3:288h, tweede tot en met vijfde lid

3:288i, eerste, derde en vierde lid

3:296, eerste tot en met vierde lid

3:297, eerste tot en met derde en vijfde lid

3:298, eerste tot en met derde en vijfde lid

3:299, eerste en tweede lid

3:301, eerste lid

3:302, eerste lid

3:303, eerste en tweede lid

3:304

3:305, eerste, tweede en vierde lid

3:306

Deel Bijzondere maatregelen en voorzieningen betreffende financiële ondernemingen

3A:11b

3A:13, eerste en derde lid

3A:13a, eerste en derde lid

3A:13b, eerste lid

3A:14, eerste, derde en vierde lid

3A:15, eerste, vierde en vijfde lid

3A:16, eerste, derde en vierde lid

3A:16b

3A:20b, eerste en tweede lid

3A:21, zesde lid

3A:22

3A:26, vierde lid

3A:36

3A:42

3A:44, zesde lid

3A:45

3A:47, eerste, tweede en derde lid

3A:48, derde, vijfde en zesde lid

3A:52, eerste en tweede lid

3A:53, eerste lid

3A:54, eerste, derde en vijfde lid

3A:56, eerste lid

3A:57a, eerste lid

3A:63a

3A:71, tweede en derde lid

3A:72, tweede lid

3A:83, tweede lid

3A:138, tweede lid

Deel Gedragstoezicht financiële ondernemingen

4:3, eerste en vierde lid

4:4, eerste lid

4:4a

4:5, tweede en derde lid

4:6, eerste en tweede lid

4:6a, eerste lid

4:9, eerste tot en met vierde lid

4:9.0a, eerste lid

4:10, eerste lid

4:11, eerste tot en met vierde lid

4:13, eerste en tweede lid

4:14, eerste tot en met derde lid

4:15, eerste en tweede lid

4:15a, eerste, tweede en vierde lid

4:16, eerste tot en met derde lid

4:17, eerste en derde lid

4:18a, eerste en tweede lid

4:18b, tweede en derde lid

4:18c, derde lid

4:18d, eerste en tweede lid

4:18e, eerste en tweede lid

4:19, eerste tot en met vierde lid

4:20, eerste, derde en vierde lid

4:21

4:22, eerste en tweede lid

4:22a, eerste tot en met derde lid

4:23, eerste tot en met zesde en negende lid

4:23a

4:23b, eerste, tweede en vierde lid

4:24, eerste tot en met vierde lid, zesde en zevende lid

4:25, eerste lid

4:25a, eerste lid

4:25b, eerste en tweede lid

4:25d

4:26, eerste tot en met achtste lid

4:27, eerste, tweede en vierde lid

4:27a, eerste lid

4:30a, eerste tot en met derde lid

4:31, eerste tot en met derde lid

4:31a

4:32, eerste lid

4:33, eerste tot en met derde lid

4:34, eerste tot en met derde lid

4:35

4:37c

4:37d, eerste en derde lid

4:37e, eerste en tweede lid

4:37j, eerste en tweede lid

4:37k, eerste tot en met vierde lid

4:37l, eerste tot en met derde lid

4:37m, eerste lid

4:37n

4:37o, eerste tot en met vierde lid

4:37p, eerste lid

4:37s, eerste lid

4:37t

4:37u

4:37v, eerste, derde en vierde lid

4:37y

4:37z, eerste, derde en vierde lid

4:39

4:40

4:42

4:44, eerste en tweede lid

4:46, eerste tot en met vierde lid

4:46a

4:47, eerste tot en met vijfde lid

4:48, eerste en tweede lid

4:49, eerste tot en met vierde lid

4:50, eerste en tweede lid

4:51, eerste tot en met vijfde lid

4:52, eerste tot en met derde lid

4:52a

4:53

4:55

4:57c, eerste tot en met derde en vijfde lid

4:58

4:59

4:59a, eerste tot en met derde lid

4:59b, eerste en tweede lid

4:59c, eerste tot en met zevende lid

4:59d, eerste tot en met zesde lid

4:59e, eerste en tweede lid

4:60, eerste tot en met derde lid

4:61, eerste lid

4:61a, eerste tot en met vijfde lid

4:61b, eerste tot en met vierde lid

4:62, eerste tot en met derde lid

4:62b, eerste en tweede lid

4:62e, eerste en tweede lid

4:62f, eerste tot en met derde lid

4:62g, eerste tot en met vierde lid

4:62h, eerste tot en met derde lid

4:62i

4:62j, eerste tot en met vierde lid

4:62k

4:62m, eerste en tweede lid

4:62n

4:62o, eerste tot en met vierde lid

4:62q, eerste lid

4:62r, eerste tot en met derde lid

4:62s, eerste en tweede lid

4:62t, eerste en tweede lid

4:62u, eerste, tweede en vierde lid

4:62v, eerste lid

4:62w, eerste en tweede lid

4:63, eerste en tweede lid

4:63a, eerste lid

4:65, eerste tot en met derde lid

4:66

4:67, eerste lid

4:68, eerste lid

4:69, eerste lid

4:70, eerste tot en met zevende lid

4:71, eerste tot en met vijfde lid

4:71a

4:71b, eerste tot en met derde lid

4:71c

4:71d, eerste tot en met zesde lid

4:71e

4:71f

4:71g, eerste lid

4:71h

4:71i, tweede tot en met vierde lid

4:74, eerste en tweede lid

4:74b, eerste, tweede en derde lid

4:74c

4:75, eerste en tweede lid

4:75a, eerste lid

4:76, eerste en tweede lid

4:76a

4:76b

4:76c

4:76d

4:77, eerste tot en met vierde lid

4:78, eerste en tweede lid

4:79, eerste lid

4:83, eerste lid

4:84, eerste en tweede lid

4:85, eerste en derde tot en met vijfde lid

4:86

4:87, eerste tot en met derde lid

4:87a

4:87aa, vierde, zevende en achtste lid

4:88, eerste tot en met vierde lid

4:89, eerste en tweede lid

4:89a

4:89b, eerste en tweede lid

4:90, eerste en tweede lid

4:90a, eerste tot en met vijfde lid

4:90b, eerste tot en met tiende en twaalfde lid

4:90d, eerste, tweede en vierde lid

4:90e, eerste lid

4:91a, eerste, derde tot en met zevende en negende tot en met tiende lid

4:91aa

4:91ab

4:91b, eerste tot en met vierde lid

4:91c

4:91c, eerste en tweede lid

4:91d

4:91d, eerste en tweede lid

4:91da, eerste tot en met elfde lid

4:91n, eerste tot en met vierde lid

4:91o, eerste tot en met vierde lid en zesde lid

4:91p

4:93, eerste tot en met vierde lid

4:94, eerste tot en met derde lid

4:95, eerste tot en met derde lid

4:96, eerste en tweede lid

4:97, eerste tot en met derde lid

4:99, eerste en tweede lid

4:100, eerste tot en met derde lid

4:100a, eerste en tweede lid

4:100b, eerste tot en met derde lid

4:100c

4:100d, eerste en tweede lid

4:100f

4:103, eerste en vierde lid

4:104, eerste en derde lid

Deel Gedragstoezicht financiële markten

5:3

5:4

5:25a, tweede lid

5:25c, eerste en zesde tot en met negende lid

5:25d, eerste en derde lid

5:25e

5:25h

5:25m, eerste, tweede, vijfde en zesde lid

5:25p

5:25q

5:25v, derde lid

5:25w

5:26, eerste lid

5:27, derde en vierde lid

5:29, eerste, tweede, vierde en vijfde lid

5:29a, eerste lid

5:30

5:30a, eerste en vierde lid

5:30b, eerste en derde lid

5:30c

5:30d, eerste lid

5:30e

5:31, eerste, derde en vierde lid

5:32, eerste tot en met vierde lid

5:32a, eerste tot en met derde lid

5:32b, eerste tot en met derde en vijfde lid

5:32c

5:32d, eerste en zevende lid

5:32e

5:32f, eerste lid

5:32g, eerste en tweede lid

5:32j, eerste tot en met derde lid

5:32k, eerste, tweede en vierde lid

5:32l, eerste tot en met derde lid

5:32m

5:34, eerste en tweede lid

5:35, eerste tot en met vierde lid

5:36

5:37

5:38, eerste, tweede en derde lid

5:39, eerste en tweede lid

5:40

5:41, eerste en tweede lid

5:42

5:43, eerste en tweede lid

5:44

5:48, derde tot en met achtste en tiende lid

5:50

5:51, eerste lid

5:68, eerste lid

5:74, eerste, derde en vierde lid,

5:76, tweede lid,

5:78

5:79

5:80, tweede lid

5:80a, eerste en vierde lid

5:86, eerste en tweede lid

5:88, eerste, tweede, vierde en vijfde lid

5:88a

5:89b, eerste lid

5:89e, eerste lid

5:89f, eerste, tweede en vierde lid

5:89g

5:89h


Artikel 41

Betreft een grond van nietigheid slechts een deel van een rechtshandeling, dan blijft deze voor het overige in stand, voor zover dit, gelet op inhoud en strekking van de handeling, niet in onverbrekelijk verband met het nietige deel staat.


Artikel 8

De voorwaarden, bedoeld in artikel 220d, eerste lid, onderdeel d, van de Gemeentewet, zijn:

  • a.

    ten minste 30 percent van de oppervlakte van het landgoed is bezet met houtopstanden; of

  • b.

    de oppervlakte van het landgoed is voor ten minste 20 percent met houtopstanden bezet waarbij de oppervlakte voorts voor ten minste 50 percent bestaat uit natuurterreinen.


Artikel 42

Beantwoordt de strekking van een nietige rechtshandeling in een zodanige mate aan die van een andere, als geldig aan te merken rechtshandeling, dat aangenomen moet worden dat die andere rechtshandeling zou zijn verricht, indien van de eerstgenoemde wegens haar ongeldigheid was afgezien, dan komt haar de werking van die andere rechtshandeling toe, tenzij dit onredelijk zou zijn jegens een belanghebbende die niet tot de rechtshandeling als partij heeft medegewerkt.


Artikel 9

  • 1

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het wordt geplaatst.

  • 2

    Dit besluit kan worden aangehaald als: Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928.


Slotformulier en ondertekening

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage 23 november 1990 Beatrix

De Staatssecretaris van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, J. D. Gabor

De Staatssecretaris van Financiën, M. J. J. van Amelsvoort

Uitgegeven de eenendertigste december 1990. De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin


Artikel 43

  • 1

    Rechtshandelingen die, hetzij rechtstreeks, hetzij door tussenkomende personen, strekken tot verkrijging door:

    • a.

      rechters, leden van het openbaar ministerie, gerechtsauditeurs, griffiers, advocaten, deurwaarders en notarissen van goederen waarover een geding aanhangig is voor het gerecht, onder welks rechtsgebied zij hun bediening uitoefenen;

    • b.

      ambtenaren, van goederen die door hen of te hunnen overstaan worden verkocht, of

    • c.

      personen met openbaar gezag bekleed, van goederen die toebehoren aan het Rijk, provincies, gemeenten of andere openbare instellingen en aan hun beheer zijn toevertrouwd,

    zijn nietig en verplichten de verkrijgers tot schadevergoeding.

  • 2

    Lid 1 onder a heeft geen betrekking op uiterste wilsbeschikkingen, door een erflater ten voordele van zijn wettelijke erfgenamen gemaakt, noch op rechtshandelingen krachtens welke deze erfgenamen goederen der nalatenschap verkrijgen.

  • 3

    In het geval bedoeld in het eerste lid onder c is de rechtshandeling geldig, indien zij met Onze goedkeuring is geschied of het een verkoop in het openbaar betreft. Indien de rechtshandeling strekt tot verkrijging door een lid van de gemeenteraad of een wethouder, onderscheidenlijk de burgemeester komt de in de vorige zin bedoelde bevoegdheid tot goedkeuring toe aan gedeputeerde staten, onderscheidenlijk de Commissaris van de Koning.


Artikel 44

  • 1

    Een rechtshandeling is vernietigbaar, wanneer zij door bedreiging, door bedrog of door misbruik van omstandigheden is tot stand gekomen.

  • 2

    Bedreiging is aanwezig, wanneer iemand een ander tot het verrichten van een bepaalde rechtshandeling beweegt door onrechtmatig deze of een derde met enig nadeel in persoon of goed te bedreigen. De bedreiging moet zodanig zijn, dat een redelijk oordelend mens daardoor kan worden beïnvloed.

  • 3

    Bedrog is aanwezig, wanneer iemand een ander tot het verrichten van een bepaalde rechtshandeling beweegt door enige opzettelijk daartoe gedane onjuiste mededeling, door het opzettelijk daartoe verzwijgen van enig feit dat de verzwijger verplicht was mede te delen, of door een andere kunstgreep. Aanprijzingen in algemene bewoordingen, ook al zijn ze onwaar, leveren op zichzelf geen bedrog op.

  • 4

    Misbruik van omstandigheden is aanwezig, wanneer iemand die weet of moet begrijpen dat een ander door bijzondere omstandigheden, zoals noodtoestand, afhankelijkheid, lichtzinnigheid, abnormale geestestoestand of onervarenheid, bewogen wordt tot het verrichten van een rechtshandeling, het tot stand komen van die rechtshandeling bevordert, ofschoon hetgeen hij weet of moet begrijpen hem daarvan zou behoren te weerhouden.

  • 5

    Indien een verklaring is tot stand gekomen door bedreiging, bedrog of misbruik van omstandigheden van de zijde van iemand die geen partij bij de rechtshandeling is, kan op dit gebrek geen beroep worden gedaan jegens een wederpartij die geen reden had het bestaan ervan te veronderstellen.


Artikel 45

  • 1

    Indien een schuldenaar bij het verrichten van een onverplichte rechtshandeling wist of behoorde te weten dat daarvan benadeling van een of meer schuldeisers in hun verhaalsmogelijkheden het gevolg zou zijn, is de rechtshandeling vernietigbaar en kan de vernietigingsgrond worden ingeroepen door iedere door de rechtshandeling in zijn verhaalsmogelijkheden benadeelde schuldeiser, onverschillig of zijn vordering vóór of na de handeling is ontstaan.

  • 2

    Een rechtshandeling anders dan om niet, die hetzij meerzijdig is, hetzij eenzijdig en tot een of meer bepaalde personen gericht, kan wegens benadeling slechts worden vernietigd, indien ook degenen met of jegens wie de schuldenaar de rechtshandeling verrichtte, wisten of behoorden te weten dat daarvan benadeling van een of meer schuldeisers het gevolg zou zijn.

  • 3

    Wordt een rechtshandeling om niet wegens benadeling vernietigd, dan heeft de vernietiging ten aanzien van de bevoordeelde die wist noch behoorde te weten dat van de rechtshandeling benadeling van een of meer schuldeisers het gevolg zou zijn, geen werking, voor zover hij aantoont dat hij ten tijde van de verklaring of het instellen van de vordering tot vernietiging niet ten gevolge van de rechtshandeling gebaat was.

  • 4

    Een schuldeiser die wegens benadeling tegen een rechtshandeling opkomt, vernietigt deze slechts te zijnen behoeve en niet verder dan nodig is ter opheffing van de door hem ondervonden benadeling.

  • 5

    Rechten, door derden te goeder trouw anders dan om niet verkregen op goederen die het voorwerp waren van de vernietigde rechtshandeling, worden geëerbiedigd. Ten aanzien van de derde te goeder trouw die om niet heeft verkregen, heeft de vernietiging geen werking voor zover hij aantoont dat hij op het ogenblik dat het goed van hem wordt opgeëist, niet ten gevolge van de rechtshandeling gebaat is.


Artikel 46

  • 1

    Indien de rechtshandeling waardoor een of meer schuldeisers zijn benadeeld, is verricht binnen één jaar voor het inroepen van de vernietigingsgrond en de schuldenaar zich niet reeds voor de aanvang van die termijn tot die rechtshandeling had verplicht, wordt vermoed dat men aan beide zijden wist of behoorde te weten dat een zodanige benadeling het gevolg van de rechtshandeling zou zijn:

    • 1°.

      bij overeenkomsten, waarbij de waarde der verbintenis aan de zijde van de schuldenaar aanmerkelijk die der verbintenis aan de andere zijde overtreft;

    • 2°.

      bij rechtshandelingen ter voldoening van of zekerheidstelling voor een niet opeisbare schuld;

    • 3°.

      bij rechtshandelingen, door de schuldenaar die een natuurlijk persoon is, verricht met of jegens:

      • a.

        zijn echtgenoot, zijn pleegkind of een bloed- of aanverwant tot in de derde graad;

      • b.

        een rechtspersoon waarin hij, zijn echtgenoot, zijn pleegkind of een bloed- of aanverwant tot in de derde graad bestuurder of commissaris is, dan wel waarin deze personen, afzonderlijk of tezamen, als aandeelhouder rechtstreeks of middellijk voor ten minste de helft van het geplaatste kapitaal deelnemen;

    • 4°.

      bij rechtshandelingen, door de schuldenaar die rechtspersoon is, verricht met of jegens een natuurlijk persoon:

      • a.

        die bestuurder of commissaris van de rechtspersoon is, dan wel met of jegens diens echtgenoot, pleegkind of bloed- of aanverwant tot in de derde graad;

      • b.

        die al dan niet tezamen met zijn echtgenoot, zijn pleegkinderen en zijn bloed- of aanverwanten tot in de derde graad, als aandeelhouder rechtstreeks of middellijk voor ten minste de helft van het geplaatste kapitaal deelneemt;

      • c.

        wiens echtgenoot, pleegkinderen of bloed- of aanverwanten tot in de derde graad, afzonderlijk of tezamen, als aandeelhouder rechtstreeks of middellijk voor tenminste de helft van het geplaatste kapitaal deelnemen;

    • 5°.

      bij rechtshandelingen, door de schuldenaar die rechtspersoon is, verricht met of jegens een andere rechtspersoon, indien

      • a.

        een van deze rechtspersonen bestuurder is van de andere;

      • b.

        een bestuurder, natuurlijk persoon, van een van deze rechtspersonen, of diens echtgenoot, pleegkind of bloed- of aanverwant tot in de derde graad, bestuurder is van de andere;

      • c.

        een bestuurder, natuurlijk persoon, of een commissaris van een van deze rechtspersonen, of diens echtgenoot, pleegkind of bloed- of aanverwant tot in de derde graad, afzonderlijk of tezamen, als aandeelhouder rechtstreeks of middellijk voor ten minste de helft van het geplaatste kapitaal deelneemt in de andere;

      • d.

        in beide rechtspersonen voor ten minste de helft van het geplaatste kapitaal rechtstreeks of middellijk wordt deelgenomen door dezelfde rechtspersoon, dan wel dezelfde natuurlijke persoon, al dan niet tezamen met zijn echtgenoot, zijn pleegkinderen en zijn bloed- of aanverwanten tot in de derde graad;

    • 6°.

      bij rechtshandelingen, door de schuldenaar die rechtspersoon is, verricht met of jegens een groepsmaatschappij.

  • 2

    Met een echtgenoot wordt een geregistreerde partner of een andere levensgezel gelijkgesteld.

  • 3

    Onder pleegkind wordt verstaan hij die duurzaam als eigen kind is verzorgd en opgevoed.

  • 4

    Onder bestuurder, commissaris of aandeelhouder wordt mede verstaan hij die minder dan een jaar vóór de rechtshandeling bestuurder, commissaris of aandeelhouder is geweest.

  • 5

    Indien de bestuurder van een rechtspersoon-bestuurder zelf een rechtspersoon is, wordt deze rechtspersoon met de rechtspersoon-bestuurder gelijkgesteld.


Artikel 47

In geval van benadeling door een rechtshandeling om niet, die de schuldenaar heeft verricht binnen één jaar vóór het inroepen van de vernietigingsgrond, wordt vermoed dat hij wist of behoorde te weten dat benadeling van een of meer schuldeisers het gevolg van de rechtshandeling zou zijn.


Artikel 48

Onder schuldenaar in de zin van de drie vorige artikelen is begrepen hij op wiens goed voor de schuld van een ander verhaal kan worden genomen.


Artikel 49

Een vernietigbare rechtshandeling wordt vernietigd hetzij door een buitengerechtelijke verklaring, hetzij door een rechterlijke uitspraak.


Artikel 50

  • 1

    Een buitengerechtelijke verklaring die een rechtshandeling vernietigt, wordt door hem in wiens belang de vernietigingsgrond bestaat, gericht tot hen die partij bij de rechtshandeling zijn.

  • 2

    Een buitengerechtelijke verklaring kan een rechtshandeling met betrekking tot een registergoed die heeft geleid tot een inschrijving in de openbare registers of tot een tot levering van een registergoed, bestemde akte, slechts vernietigen indien alle partijen in de vernietiging berusten.


Artikel 51

  • 1

    Een rechterlijke uitspraak vernietigt een rechtshandeling, doordat zij een beroep in rechte op een vernietigingsgrond aanvaardt.

  • 2

    Een rechtsvordering tot vernietiging van een rechtshandeling wordt ingesteld tegen hen die partij bij de rechtshandeling zijn.

  • 3

    Een beroep in rechte op een vernietigingsgrond kan te allen tijde worden gedaan ter afwering van een op de rechtshandeling steunende vordering of andere rechtsmaatregel. Hij die dit beroep doet, is verplicht om zo spoedig mogelijk daarvan mededeling te doen aan de partijen bij de rechtshandeling die niet in het geding zijn verschenen.


Artikel 52

  • 1

    Rechtsvorderingen tot vernietiging van een rechtshandeling verjaren:

    • a.

      in geval van onbekwaamheid: drie jaren nadat de onbekwaamheid is geëindigd, of, indien de onbekwame een wettelijke vertegenwoordiger heeft, drie jaren nadat de handeling ter kennis van de wettelijke vertegenwoordiger is gekomen;

    • b.

      in geval van bedreiging of misbruik van omstandigheden: drie jaren nadat deze invloed heeft opgehouden te werken;

    • c.

      in geval van bedrog, dwaling of benadeling: drie jaren nadat het bedrog, de dwaling of de benadeling is ontdekt;

    • d.

      in geval van een andere vernietigingsgrond: drie jaren nadat de bevoegdheid om deze vernietigingsgrond in te roepen, aan degene aan wie deze bevoegdheid toekomt, ten dienste is komen te staan.

  • 2

    Na de verjaring van de rechtsvordering tot vernietiging van de rechtshandeling kan deze niet meer op dezelfde vernietigingsgrond door een buitengerechtelijke verklaring worden vernietigd.


Artikel 53

  • 1

    De vernietiging werkt terug tot het tijdstip waarop de rechtshandeling is verricht.

  • 2

    Indien de reeds ingetreden gevolgen van een rechtshandeling bezwaarlijk ongedaan gemaakt kunnen worden, kan de rechter desgevraagd aan een vernietiging geheel of ten dele haar werking ontzeggen. Hij kan aan een partij die daardoor onbillijk wordt bevoordeeld, de verplichting opleggen tot een uitkering in geld aan de partij die benadeeld wordt.


Artikel 54

  • 1

    De bevoegdheid om ter vernietiging van een meerzijdige rechtshandeling een beroep te doen op misbruik van omstandigheden vervalt, wanneer de wederpartij tijdig een wijziging van de gevolgen van de rechtshandeling voorstelt, die het nadeel op afdoende wijze opheft.

  • 2

    Bovendien kan de rechter op verlangen van een der partijen, in plaats van een vernietiging wegens misbruik van omstandigheden uit te spreken, ter opheffing van dit nadeel de gevolgen van de rechtshandeling wijzigen.


Artikel 55

  • 1

    De bevoegdheid om ter vernietiging van een rechtshandeling een beroep op een vernietigingsgrond te doen vervalt, wanneer hij aan wie deze bevoegdheid toekomt, de rechtshandeling heeft bevestigd, nadat de verjaringstermijn ter zake van de rechtsvordering tot vernietiging op die grond een aanvang heeft genomen.

  • 2

    Eveneens vervalt de bevoegdheid om een beroep op een vernietigingsgrond te doen, wanneer een onmiddellijk belanghebbende na de aanvang van de verjaringstermijn aan hem aan wie deze bevoegdheid toekomt een redelijke termijn heeft gesteld om te kiezen tussen bevestiging en vernietiging en deze binnen deze termijn geen keuze heeft gedaan.


Artikel 56

Voor de toepassing van de artikelen 50-55 gelden mede als partij:

  • a.

    in geval van eenzijdige tot een of meer bepaalde personen gerichte rechtshandeling: die personen;

  • b.

    in geval van andere eenzijdige rechtshandelingen: zij die onmiddellijk belanghebbenden zijn bij de instandhouding van die handeling.


Artikel 57

Behoeft een rechtshandeling om het beoogde gevolg te hebben goedkeuring, machtiging, vergunning of enige andere vorm van toestemming van een overheidsorgaan of van een andere persoon, die geen partij bij de rechtshandeling is, dan kan iedere onmiddellijk belanghebbende aan hen die partij bij de rechtshandeling zijn geweest, aanzeggen dat, indien niet binnen een redelijke, bij die aanzegging gestelde termijn die toestemming wordt verkregen, de handeling te zijnen aanzien zonder gevolg zal blijven.


Artikel 58

  • 1

    Wanneer eerst na het verrichten van een rechtshandeling een voor haar geldigheid gesteld wettelijk vereiste wordt vervuld, maar alle onmiddellijk belanghebbenden die zich op dit gebrek hadden kunnen beroepen, in de tussen de handeling en de vervulling van het vereiste liggende tijdsruimte de handeling als geldig hebben aangemerkt, is daarmede de rechtshandeling bekrachtigd.

  • 2

    Het vorige lid is niet van toepassing op het geval dat een rechtshandeling nietig is als gevolg van handelingsonbekwaamheid van degene die haar heeft verricht en deze vervolgens handelingsbekwaam wordt.

  • 3

    Inmiddels verkregen rechten van derden behoeven aan bekrachtiging niet in de weg te staan, mits zij worden geëerbiedigd.


Artikel 59

Buiten het vermogensrecht vinden de bepalingen van deze titel overeenkomstige toepassing, voor zover de aard van de rechtshandeling of van de rechtsbetrekking zich daartegen niet verzet.


Titel II Van surseance van betaling

Titel II Van surseance van betaling




Hoofdstuk II Overdrachtsbelasting

Hoofdstuk II Overdrachtsbelasting


Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Hoofdstuk I Algemene bepalingen


Wet van 7 december 2006, houdende regels inzake de inrichting van het landelijke gebied (Wet inrichting landelijk gebied)


Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994


Artikel 1 Reikwijdte en definitie


Wet van 7 december 2006, houdende regels inzake de inrichting van het landelijke gebied (Wet inrichting landelijk gebied)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regels te stellen over de verdeling van bevoegdheden tussen Rijk en provincies bij de vaststelling, financiering en uitvoering van het gebiedsgerichte beleid en dat om in het kader van dat beleid te komen tot een doelmatiger toepassing van het instrument van de landinrichting de bepalingen van de Landinrichtingswet zodanig ingrijpend moeten worden herzien dat het wenselijk is hiervoor een geheel nieuwe wettelijke regeling vast te stellen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:



Artikel 2 Uitbreiding partnerbegrip

Artikel 2 Uitbreiding partnerbegrip [Vervallen per 01-01-2011]

[Vervallen]


Artikel 3 Toerekening afgezonderd particulier vermogen


Slotformulier en ondertekening

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage 7 december 2006 Beatrix

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C. P. Veerman

De Staatssecretaris van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, P. L. B. A. van Geel

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K. M. H. Peijs

Uitgegeven de twintigste december 2006 De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin


Slotformulier en ondertekening

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst, met uitzondering van de bijlagen OB69, OB97, OB101, OB140, MB1, MB3, MB4, MB5, MB6, MB7, MB9 en MB11, die ter inzage worden gelegd bij de Directie Wetgeving Directe Belastingen van het Ministerie van Financiën.

De Staatssecretaris van Financiën, M.J.J. van Amelsvoort.


Bijlage Behorende bij artikel 42g, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994

Bijlage Behorende bij artikel 42g, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994

Maximale hoeveelheid tabaksproducten per persoon en per week

Personeel van buitenlandse NAVO-strijdkrachten

Gezinsleden van 18 jaar of ouder

Sigaretten of

300

80

Sigaren of

60

20

Cigarillo’s of

100

30

Rooktabak

250 gram

100 gram

Maximale hoeveelheid alcoholhoudende dranken per persoon en per week

Personeel van buitenlandse NAVO-strijdkrachten

Echtgenoot, echtgenote of partner

Alcoholhoudende dranken met een alcoholgehalte van meer dan 22 volume percenten

2 liter

2 liter

Overige alcoholhoudende dranken, wijn en bier

redelijke hoeveelheden

redelijke hoeveelheden


Boek 7a Bijzondere overeenkomsten; vervolg

Boek 7a Bijzondere overeenkomsten; vervolg


Titel 1 Eigendom in het algemeen

Titel 1 Eigendom in het algemeen


Titel 3 Coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen

Titel 3 Coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen


§ 2.1 Cliëntenonderzoek


Artikel 1

  • 1

    Eigendom is het meest omvattende recht dat een persoon op een zaak kan hebben.

  • 2

    Het staat de eigenaar met uitsluiting van een ieder vrij van de zaak gebruik te maken, mits dit gebruik niet strijdt met rechten van anderen en de op wettelijke voorschriften en regels van ongeschreven recht gegronde beperkingen daarbij in acht worden genomen.

  • 3

    De eigenaar van de zaak wordt, behoudens rechten van anderen, eigenaar van de afgescheiden vruchten.


Artikel 3

  • 1

    Een instelling verricht ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme cliëntenonderzoek.

  • 2

    Het cliëntenonderzoek stelt de instelling in staat om:

    • a.

      de cliënt te identificeren en diens identiteit te verifiëren;

    • b.

      de uiteindelijk belanghebbende van de cliënt te identificeren en redelijke maatregelen te nemen om zijn identiteit te verifiëren, indien de cliënt een rechtspersoon is, redelijke maatregelen te nemen om inzicht te verwerven in de eigendoms- en zeggenschapsstructuur van de cliënt, en indien de uiteindelijk belanghebbende lid is van het hoger leidinggevend personeel, noodzakelijke redelijke maatregelen te nemen om de identiteit te verifiëren van de natuurlijke persoon die lid is van het hoger leidinggevend personeel, waarbij de genomen maatregelen en de ondervonden moeilijkheden tijdens het verificatieproces worden vastgelegd;

    • c.

      het doel en de beoogde aard van de zakelijke relatie vast te stellen;

    • d.

      een voortdurende controle op de zakelijke relatie en de tijdens de duur van deze relatie verrichte transacties uit te oefenen, teneinde te verzekeren dat deze overeenkomen met de kennis die de instelling heeft van de cliënt en diens risicoprofiel, met zo nodig een onderzoek naar de bron van de middelen die bij de zakelijke relatie of de transactie gebruikt worden;

    • e.

      vast te stellen of de natuurlijke persoon die de cliënt vertegenwoordigt daartoe bevoegd is en in voorkomend geval de natuurlijke persoon te identificeren en diens identiteit te verifiëren;

    • f.

      redelijke maatregelen te nemen om te verifiëren of de cliënt ten behoeve van zichzelf optreedt dan wel ten behoeve van een derde.

  • 3

    Indien een cliënt handelt als trustee van een trust of ten behoeve van een andere juridische constructie strekt het in het eerste lid bedoelde cliëntenonderzoek zich tevens uit tot de trust of juridische constructie, met overeenkomstige toepassing van de maatregelen, bedoeld in het tweede lid. Het cliëntenonderzoek stelt de instelling in dat geval eveneens in staat om vast te stellen of de cliënt bevoegd is op te treden als trustee van een trust of ten behoeve van een andere juridische constructie. Indien een cliënt bij het aangaan van een zakelijke relatie of het verrichten van een incidentele transactie boven de drempels bedoeld in artikel 3, vijfde lid, onderdelen b en g, zesde lid of zevende lid, handelt in de hoedanigheid van trustee, dan stelt de cliënt de instelling met spoed op de hoogte van die hoedanigheid en verstrekt aan de instelling de in artikel 5 van de Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies bedoelde gegevens en bescheiden.

  • 4

    Indien een cliënt optreedt als vennoot van een personenvennootschap strekt het in het eerste lid bedoelde cliëntenonderzoek zich tevens uit tot de personenvennootschap, met overeenkomstige toepassing van de maatregelen, bedoeld in het tweede lid. Het cliëntenonderzoek stelt de instelling in dat geval eveneens in staat om vast te stellen of de natuurlijke persoon die de vennoten in de personenvennootschap vertegenwoordigt daartoe bevoegd is en, in voorkomend geval, om die persoon te identificeren en diens identiteit te verifiëren.

  • 5

    Een instelling verricht het cliëntenonderzoek in de volgende gevallen:

    • a.

      indien zij in of vanuit Nederland een zakelijke relatie aangaat;

    • b.

      indien zij in of vanuit Nederland een incidentele transactie verricht ten behoeve van de cliënt van ten minste € 15.000, of twee of meer transacties waartussen een verband bestaat met een gezamenlijke waarde van ten minste € 15.000;

    • c.

      indien er indicaties zijn dat de cliënt betrokken is bij witwassen of financieren van terrorisme;

    • d.

      indien zij twijfelt aan de juistheid of volledigheid van eerder verkregen gegevens van de cliënt;

    • e.

      indien het risico van betrokkenheid van een bestaande cliënt bij witwassen of financieren van terrorisme daartoe aanleiding geeft;

    • f.

      indien er, gelet op de staat waarin een cliënt woonachtig of gevestigd is of zijn zetel heeft, een verhoogd risico op witwassen of financieren van terrorisme bestaat;

    • g.

      indien zij in of vanuit Nederland een incidentele transactie verricht ten behoeve van de cliënt of de trust, inhoudende een geldovermaking als bedoeld in artikel 3, negende lid, van de verordening betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie, ten bedrage van ten minste € 1.000.

  • 6

    Een instelling als bedoeld in artikel 1a, vierde lid, onderdeel i, verricht cliëntenonderzoek indien zij in of vanuit Nederland een incidentele transactie verricht ten behoeve van de cliënt van ten minste € 10.000 in contant geld, of twee of meer transacties waartussen een verband bestaat met een gezamenlijke waarde van ten minste € 10.000 in contant geld.

  • 7

    In afwijking van het vijfde lid, onderdeel b, verricht een instelling als bedoeld in artikel 1a, vierde lid, onderdeel n, cliëntenonderzoek indien zij in of vanuit Nederland een incidentele transactie verricht ten behoeve van de cliënt van ten minste € 2.000,– bij het ophalen van een prijs of het aangaan van een weddenschap, of twee of meer transacties waartussen een verband bestaat met een gezamenlijke waarde van ten minste € 2.000,– of meer.

  • 8

    Een instelling stemt het cliëntenonderzoek aantoonbaar af op de risicogevoeligheid voor witwassen of financiering van terrorisme van het type cliënt, zakelijke relatie, product of transactie.

  • 9

    Een instelling houdt bij het bepalen van de risicogevoeligheid, bedoeld in het achtste lid, tenminste rekening met de in bijlage I bij de vierde anti-witwasrichtlijn genoemde risicovariabelen.

  • 10

    Het eerste tot en met het negende lid en het elfde lid zijn niet van toepassing op een instelling als bedoeld in artikel 1a, vierde lid, onderdeel o.

  • 11

    Een instelling neemt redelijke maatregelen om ervoor te zorgen dat de gegevens die ingevolge het tweede tot en met vierde lid zijn verzameld over daar bedoelde personen, actueel gehouden worden. De gegevens worden in elk geval geactualiseerd indien relevante omstandigheden van de cliënt veranderen, een instelling op grond van deze wet verplicht is tot het opnemen van contact met de cliënt om informatie met betrekking tot de uiteindelijk begunstigde te evalueren of de instelling daartoe verplicht is op grond van Richtlijn 2011/16/EU van de Raad van 15 februari 2011 betreffende de administratieve samenwerking op het gebied van de belastingen en tot intrekking van Richtlijn 77/79/EEG (PbEU 2011, L 64).

  • 12

    In dit artikel wordt verstaan onder personenvennootschap: een maatschap als bedoeld in artikel 1655 van boek 7A van het Burgerlijk Wetboek, een vennootschap onder firma als bedoeld in artikel 16 van het Wetboek van Koophandel en een commanditaire vennootschap als bedoeld in artikel 19 van het Wetboek van Koophandel, alsmede een maatschap of vennootschap naar buitenlands recht die met een van deze rechtsvormen vergelijkbaar is.

  • 13

    Voor de toepassing van het tweede lid wordt, indien de in het eerste lid bedoelde verplichting rust op een tussenpersoon als bedoeld in artikel 1a, vierde lid, onderdeel h, onder cliënt mede verstaan: de wederpartij van de cliënt bij een door bemiddeling van de tussenpersoon tot stand gebrachte en gesloten overeenkomst inzake onroerende zaken en rechten waaraan onroerende zaken zijn onderworpen.

  • 14

    In geval van een trustkantoor als bedoeld in artikel 1a, vierde lid, onderdeel f, dat diensten verleent als bedoeld in de begripsomschrijving van trustdienst in artikel 1, eerste lid, van de Wet toezicht trustkantoren 2018:

    • a.

      wordt onder cliëntenonderzoek in de zin van het eerste lid verstaan de maatregelen die zijn voorgeschreven krachtens hoofdstuk 4 van de Wet toezicht trustkantoren 2018 en die worden uitgevoerd voorafgaand aan of bij de uitvoering van een dienst of het aangaan van een zakelijke relatie;

    • b.

      zijn het tweede tot en met het negende lid en elfde lid niet van toepassing.

  • 15

    Bij het verrichten van het cliëntenonderzoek verlaten de instellingen zich niet uitsluitend op de informatie in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007.


Artikel 2

De eigenaar van een zaak is bevoegd haar van een ieder die haar zonder recht houdt, op te eisen.


Artikel 3a

  • 1

    In aanvulling op artikel 3, tweede tot en met vierde lid, stelt het cliëntenonderzoek een bank of andere financiële onderneming in staat om onverwijld nadat een begunstigde van een levensverzekering is geïdentificeerd of aangewezen:

    • a.

      de naam van de persoon vast te leggen, indien de begunstigde als met name genoemde natuurlijke persoon of rechtspersoon of juridische constructie is geïdentificeerd;

    • b.

      voldoende informatie in te winnen betreffende de begunstigde om ervan overtuigd te zijn dat op het tijdstip van uitbetaling de identiteit van de begunstigde kan worden vastgesteld, indien de begunstigde door middel van kenmerken of naar categorie of anderszins is aangewezen.

  • 2

    Verificatie van de identiteit van de begunstigde, bedoeld in het eerste lid, vindt plaats op het tijdstip van uitbetaling van de levensverzekering.

  • 3

    Indien een levensverzekering aan een derde wordt overgedragen, identificeert een bank of andere financiële onderneming die op de hoogte is van de overdracht de uiteindelijk belanghebbende op het tijdstip van de overdracht aan de natuurlijke persoon, rechtspersoon of juridische constructie die de waarde van de overgedragen polis te eigen voordele ontvangt.


Artikel 3

Voor zover de wet niet anders bepaalt, is de eigenaar van een zaak eigenaar van al haar bestanddelen.


Artikel 4

  • 1

    Een instelling voldoet aan artikel 3, tweede lid, onderdelen a en b, en indien van toepassing het derde en vierde lid van dat artikel, voordat de zakelijke relatie wordt aangegaan of een incidentele transactie als bedoeld in artikel 3, vijfde lid, onderdelen b en g, zesde en zevende lid, wordt uitgevoerd.

  • 2

    Bij het aangaan van een nieuwe zakelijke relatie met een cliënt als bedoeld in artikel 3, tweede lid, onderdeel b, of vierde lid, beschikt de instelling over een bewijs van inschrijving in het handelsregister, bedoeld in artikel 2 van de Handelsregisterwet 2007, en stelt de instelling vast of de uiteindelijk belanghebbenden van de cliënt zijn opgenomen als bedoeld in artikel 15a van die wet.

  • 3

    In afwijking van het eerste lid is het een instelling toegestaan de identiteit van de cliënt en, indien van toepassing, de identiteit van de uiteindelijk belanghebbende te verifiëren tijdens het aangaan van de zakelijke relatie, indien dit noodzakelijk is om de dienstverlening niet te verstoren en indien er weinig risico op witwassen of financieren van terrorisme bestaat. In dat geval verifieert de instelling de identiteit zo spoedig mogelijk na het eerste contact met de cliënt.

  • 4

    In afwijking van het eerste lid is het een bank of andere financiële onderneming toegestaan een rekening, met inbegrip van een rekening voor effectentransacties, te openen voordat de verificatie van de identiteit van de cliënt heeft plaatsgevonden, indien zij waarborgt dat deze rekening niet kan worden gebruikt voordat de verificatie heeft plaatsgevonden.

  • 5

    In afwijking van het eerste lid kan een notaris, toegevoegd notaris of kandidaat-notaris als bedoeld in artikel 1a, vierde lid, onderdeel d, de identiteit van de cliënt en, indien van toepassing, van de uiteindelijk belanghebbende verifiëren op het moment dat identificatie op grond van artikel 39 van de Wet op het notarisambt is vereist.

  • 6

    In afwijking van het eerste lid is het een instelling toegestaan om de identiteit van de begunstigde van een trust of van een soortgelijke juridische constructie pas vast te stellen op het tijdstip van uitbetaling of op het tijdstip waarop de begunstigde zijn definitieve rechten uitoefent, mits de begunstigde voor het aangaan van de zakelijke relatie of het uitvoeren van een incidentele transactie aan de hand van specifieke kenmerken of naar categorie is omschreven en de instelling zodanige informatie inwint dat zij in staat is de identiteit van de begunstigde vast te stellen op het tijdstip van uitbetaling of op het tijdstip waarop de begunstigde zijn definitieve rechten uitoefent.


Artikel 5

  • 1

    Onverminderd artikel 4 is het een instelling verboden een zakelijke relatie aan te gaan met of een transactie uit te voeren voor een cliënt, tenzij:

    • a.

      zij zelf ten aanzien van die cliënt onderzoek heeft verricht conform artikel 3, of ten aanzien van die cliënt onderzoek is verricht conform artikel 3 of op daarmee overeenkomende wijze door:

      • 1°.

        een instelling als bedoeld in artikel 1a, vierde lid, onderdelen a tot en met e, met zetel in Nederland of een andere lidstaat;

      • 2°.

        een instelling als bedoeld in artikel 1a, vierde lid, onderdeel f, waaraan een vergunning als bedoeld in artikel 3, eerste en tweede lid, of artikel 4, eerste lid, onderdeel c, van de Wet toezicht trustkantoren 2018 is verleend;

      • 3°.

        een instelling als bedoeld in artikel 1a, tweede lid en derde lid, of een bijkantoor daarvan met zetel onderscheidenlijk vestigingsplaats in Nederland of een andere lidstaat;

      • 4°.

        een instelling als bedoeld onder 1° of 3°, met zetel in een door Onze Minister van Financiën aangewezen staat die geen lidstaat is, in welke staat wettelijke voorschriften van toepassing zijn die gelijkwaardig zijn aan het bepaalde in artikel 3, tweede tot en met vijfde en achtste lid, en artikel 8, eerste lid, en er toezicht wordt uitgeoefend op de naleving van die voorschriften, of een bijkantoor van de instelling in Nederland;

      • 5°.

        een bijkantoor of meerderheidsdochteronderneming, gevestigd in een staat die geen lidstaat is, van een instelling als bedoeld onder 1° of 3° met vestiging in Nederland of in een andere lidstaat, indien het bijkantoor of de meerderheidsdochteronderneming deel uitmaakt van dezelfde groep en volledig voldoet aan de op het niveau van de groep geldende gedragslijnen en procedures overeenkomstig artikel 2f, eerste tot en met derde lid;

    • b.

      dit onderzoek heeft geleid tot het in artikel 3, tweede lid, aanhef en onderdelen a, b, c, e en f, derde en vierde lid bedoelde resultaat; en

    • c.

      de instelling beschikt over alle identificatie- en verificatiegegevens en overige gegevens inzake de identiteit van de in artikel 3, tweede, derde en vierde lid, bedoelde personen.

  • 2

    De toezichthoudende autoriteit kan toestaan dat een instelling, dan wel een bijkantoor of dochteronderneming in Nederland van een instelling met zetel buiten Nederland, het bepaalde in het eerste lid naleeft via de op het niveau van de groep geldende gedragslijnen en procedures, indien:

    • a.

      de instelling zich verlaat op informatie verstrekt door een derde die deel uitmaakt van dezelfde groep;

    • b.

      die groep cliëntenonderzoeksmaatregelen, regels inzake bewaring van bewijsstukken en programma’s ter bestrijding van witwassen en terrorismefinanciering toepast overeenkomstig de bij of krachtens deze wet gestelde regels; en

    • c.

      op de effectieve uitvoering van de in onderdeel b bedoelde voorschriften op het niveau van de groep toezicht wordt uitgeoefend door een bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst of van een staat die geen lidstaat is.

  • 3

    Indien een instelling met betrekking tot een zakelijke relatie niet kan voldoen aan artikel 3, eerste tot en met vierde en veertiende lid, onderdeel a, beëindigt de instelling die zakelijke relatie.

  • 4

    Het eerste tot en met derde lid zijn niet van toepassing op de gevallen als bedoeld in de artikelen 6 en 7.

  • 5

    Het is een bank of andere financiële onderneming verboden een correspondentrelatie aan te gaan of voort te zetten met een shellbank of met een bank of andere financiële onderneming waarvan bekend is dat deze een shellbank toestaat van haar rekeningen gebruik te maken.


Titel IIIa De toegevoegd notaris

Titel IIIa De toegevoegd notaris




§ 1.2 Risicomanagement


Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen


Hoofdstuk III Tarief; berekening van de belasting; vrijstellingen

Hoofdstuk III Tarief; berekening van de belasting; vrijstellingen


Artikel 30b

  • 1

    Een notaris kan, met goedkeuring van Onze Minister, een kandidaat-notaris aanwijzen als een aan hem toegevoegd notaris. Het aantal toegevoegd notarissen per notaris bedraagt ten hoogste drie.

  • 2

    De toegevoegd notaris is bevoegd om namens, onder verantwoordelijkheid en toezicht van de notaris handelingen te verrichten als bedoeld in artikel 2, eerste lid. De notaris beschikt over een exclusieve instructiebevoegdheid ten aanzien van de notariële werkzaamheden van de toegevoegd notaris.

  • 3

    De toegevoegd notaris is vaste waarnemer als bedoeld in artikel 29, tweede lid, teneinde de notaris te vervangen in de in artikel 28, onderdelen a en b, bedoelde gevallen.

  • 4

    In geval van waarneming neemt de waarnemer de toevoeging waar, tenzij de toegevoegd notaris zelf als waarnemer optreedt.

  • 5

    De toegevoegd notaris gebruikt een zegel dat gelijk is aan het zegel van de notaris, bedoeld in artikel 51, met dien verstande dat hierop tevens zijn eigen naam en hoedanigheid zijn vermeld. De door de toegevoegd notaris opgemaakte minuten behoren tot het protocol van de notaris.

  • 6

    Tot het voeren van de titel toegevoegd notaris is uitsluitend bevoegd hij die overeenkomstig het eerste lid als zodanig is aangewezen en wiens toevoeging niet is beëindigd of opgeschort.


Besluit van 29 april 1970, houdende vaststelling van het Besluit beleggingsinstellingen


Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 december 2014, houdende regels inzake de Wet langdurige zorg (Regeling langdurige zorg)


Artikel 1f

  • 1

    Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Justitie en Veiligheid gezamenlijk publiceren een verslag van de geïdentificeerde, geanalyseerde en beoordeelde nationale risico’s op witwassen en het financieren van terrorisme, bedoeld in artikel 7 van de vierde anti-witwasrichtlijn. Dit verslag wordt elke twee jaar geactualiseerd.

  • 2

    Ter voorbereiding van dit verslag publiceren Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Justitie en Veiligheid gezamenlijk de statistieken, bedoeld in artikel 44 van de vierde anti-witwasrichtlijn. Deze statistieken worden jaarlijks geactualiseerd.


Artikel 1.1 Inkomstenbelasting

Artikel 1.1 Inkomstenbelasting

Onder de naam inkomstenbelasting wordt een belasting geheven van natuurlijke personen.


Artikel 24

  • 1

    De belasting wordt geheven naar het volgende tarief. In dit tarief is in de derde en vierde kolom voor de daarin genoemde verkrijgers het heffingspercentage opgenomen over het gedeelte van de belaste verkrijging, gelegen tussen de daarnaast in de eerste en tweede kolom genoemde bedragen.

    Gedeelte van de belaste verkrijging tussen

    en

    I. indien verkregen door partner of afstammelingen in de rechte lijn1)

    II. in overige gevallen

    € 0

    € 152.368

    10%

    30%

    € 152.368 en hoger

    20%

    40%

    1 Voor afstammelingen in de tweede of verdere graad bedraagt de belasting het ingevolge deze kolom verschuldigde, vermeerderd met 80% daarvan.

  • 2

    De overdrachtsbelasting, voor zover deze niet heeft geleid tot toepassing van artikel 13 van de Wet op belastingen van rechtsverkeer, betaald over het bedrag waarover schenkbelasting verschuldigd is, strekt in mindering van de schenkbelasting.


Artikel 30c

  • 1

    Een kandidaat-notaris komt in aanmerking voor toevoeging aan een notaris indien hij voldoet aan de voorwaarden van artikel 6, met uitzondering van het tweede lid, onderdeel b, onder 4°, en indien wordt voldaan aan de voorwaarden die volgen uit artikel 30b, tweede lid.

  • 2

    Het verzoek om goedkeuring van de toevoeging wordt ingediend door de notaris en de kandidaat-notaris gezamenlijk. Artikel 8 is van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de bij het verzoek over te leggen bewijsstukken tevens betrekking hebben op de vervulling van de voorwaarden die volgen uit artikel 30b, tweede lid, en dat het advies van de Commissie toegang notariaat tevens ziet op de vraag of aan deze voorwaarden wordt voldaan. Aan de goedkeuring kunnen nadere voorwaarden worden verbonden.

  • 3

    De toegevoegd notaris die aan een notaris wordt toegevoegd, legt, indien dit nog niet eerder heeft plaatsgevonden, in verband met de aanvaarding van zijn toevoeging de eed af voor de rechtbank in het arrondissement waarin de kamer voor het notariaat is gevestigd waaronder de notaris aan wie hij wordt toegevoegd ressorteert. Artikel 3, tweede tot en met vijfde lid, en artikel 4 zijn van overeenkomstige toepassing.


Besluit van 29 april 1970, houdende vaststelling van het Besluit beleggingsinstellingen

Wij JULIANA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz., enz., enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 29 december 1969, nr. B 69/23370, Directie Wetgeving directe belastingen;

Gelet op artikel 28, eerste lid, en tweede lid, letter b, en artikel 31, derde lid, letters a, b en c, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (Stb. 469);

De Raad van State gehoord (advies van 21 januari 1970, nr. 8);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 22 april 1970, nr. B 70/1850, Directie Wetgeving directe belastingen;

Hebben goedgevonden en verstaan:



Artikel 2

  • 1

    Een instelling met een bijkantoor of een meerderheidsdochteronderneming in een staat die geen lidstaat is en waar de wettelijke voorschriften ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme minder verstrekkend zijn dan de bij of krachtens deze wet gestelde regels, draagt er zorg voor dat het bijkantoor, onderscheidenlijk de meerderheidsdochteronderneming, de bij of krachtens deze wet gestelde regels naleeft, voor zover het recht van de betrokken staat hier niet aan in de weg staat.

  • 2

    Indien het recht van de betrokken staat aan toepassing van het eerste lid in de weg staat, stelt de instelling de toezichthoudende autoriteit daarvan in kennis en neemt zij maatregelen om het risico van witwassen en financieren van terrorisme doeltreffend te beheersen. Indien van toepassing neemt zij hierbij het bepaalde op grond van artikel 45, zevende lid, van de vierde anti-witwasrichtlijn in acht.

  • 3

    Een instelling die een vestiging in een andere lidstaat exploiteert, ziet er op toe dat deze vestiging de in die lidstaat ter omzetting van de vierde anti-witwasrichtlijn geldende bepalingen naleeft.


Artikel 1.2 Uitbreiding en beperking partnerregeling

Artikel 1.2 Uitbreiding en beperking partnerregeling

  • 1

    In aanvulling op artikel 5a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen wordt voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen onder partner mede verstaan degene die op hetzelfde woonadres als de belastingplichtige staat ingeschreven in de basisregistratie personen en:

    • a.

      uit wiens relatie met de belastingplichtige een kind is geboren;

    • b.

      die een kind van de belastingplichtige heeft erkend dan wel van wie een kind door de belastingplichtige is erkend;

    • c.

      die voor de toepassing van een pensioenregeling als partner van de belastingplichtige is aangemeld;

    • d.

      die samen met de belastingplichtige een woning heeft, die hun anders dan tijdelijk als hoofdverblijf ter beschikking staat op grond van eigendom, waaronder begrepen economisch eigendom, of op grond van een recht van lidmaatschap van een coöperatie;

    • e.

      die evenals de belastingplichtige meerderjarig is, waarbij op dat woonadres tevens een minderjarig kind van ten minste een van beiden staat ingeschreven, behoudens ingeval de belastingplichtige een verzoek indient om niet als partner te worden aangemerkt van degene, bedoeld in de aanhef van dit lid, bij welk verzoek de belastingplichtige door middel van een schriftelijke huurovereenkomst, waaraan bij ministeriële regeling nadere voorwaarden kunnen worden gesteld, doet blijken dat een van beiden op zakelijke gronden een gedeelte van de woning huurt van de ander of dat beiden op zakelijke gronden een eigen gedeelte van de woning huren van een derde, of

    • f.

      die in het aan het kalenderjaar voorafgaande kalenderjaar reeds partner van de belastingplichtige was.

  • 2

    Degene die ingevolge het eerste lid voor een deel van het kalenderjaar als partner wordt aangemerkt, wordt ook als partner aangemerkt in de andere perioden van het kalenderjaar, voor zover hij in die perioden op hetzelfde woonadres als de belastingplichtige staat ingeschreven in de basisregistratie personen.

  • 3

    Een persoon kan op enig moment slechts één partner hebben. Indien de belastingplichtige op grond van het eerste lid op dat moment meer dan één partner zou hebben, geldt als partner van de belastingplichtige degene die ingevolge artikel 5a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen op dat moment als partner wordt aangemerkt; mocht op grond van artikel 5a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen op dat moment geen persoon als partner zijn aangemerkt, geldt als partner degene die op grond van de in het eerste lid eerstgenoemde categorie als partner wordt aangemerkt.

  • 4

    In afwijking van artikel 5a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen en het eerste lid wordt niet als partner aangemerkt:

    • a.

      een bloed- of aanverwant in de eerste graad van de belastingplichtige, tenzij beiden bij de aanvang van het kalenderjaar de leeftijd van 27 jaar hebben bereikt;

    • b.

      een persoon die geen inwoner is van Nederland en geen kwalificerende buitenlandse belastingplichtige als bedoeld in artikel 7.8 is;

    • c.

      een persoon die de leeftijd van 27 jaar nog niet heeft bereikt en voor wie de belastingplichtige in enig jaar een pleegvergoeding heeft ontvangen op grond van de Wet op de jeugdzorg of de Jeugdwet, dan wel voor wie de belastingplichtige in enig jaar kinderbijslag heeft ontvangen op grond van de Algemene Kinderbijslagwet, indien de belastingplichtige en deze persoon in enig jaar een gezamenlijk verzoek hebben ingediend bij de inspecteur om niet als partners te worden aangemerkt.

  • 5

    Personen die partners waren op grond van het eerste lid, blijven als partners aangemerkt nadat de in dat onderdeel bedoelde inschrijving op hetzelfde woonadres niet langer mogelijk is als gevolg van opname in een verpleeghuis of verzorgingshuis vanwege medische redenen of ouderdom van een van hen, zolang na het einde van die inschrijving op hetzelfde woonadres ten aanzien van geen van beiden een derde persoon als partner wordt aangemerkt. De eerste volzin vindt geen toepassing meer indien één van beiden door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de inspecteur laat weten dat zij niet langer als partners willen worden aangemerkt. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ten behoeve van de uitvoering van dit lid.

  • 6

    Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen worden twee ongehuwde personen die met toepassing van de vorige leden en artikel 5a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen als elkaars partners worden aangemerkt of aangemerkt zijn geweest, voor de bepaling van aanverwantschap gelijkgesteld met gehuwden, onderscheidenlijk voormalige gehuwden.

  • 7

    Onder partner wordt niet verstaan degene die uitsluitend ingevolge het eerste lid, onderdeel e, als partner wordt aangemerkt en woont in een accommodatie van een instelling die opvang als bedoeld in artikel 1.1.1 van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 biedt, mits de belastingplichtige een afschrift van de beschikkingen, bedoeld in artikel 2.3.5, tweede lid, van die wet, tot het treffen van een maatwerkvoorziening voor hem en voor de persoon, bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, ten behoeve van opvang overlegt.

  • 8

    Een aanverwant van de belastingplichtige wordt uitsluitend als aanverwant als bedoeld in het vierde lid, onderdeel a, aangemerkt ingeval de belastingplichtige en de aanverwant in enig jaar een gezamenlijk verzoek bij de inspecteur hebben ingediend om niet als partners te worden aangemerkt.

  • 9

    Een persoon die op basis van een verzoek als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, het vierde lid, onderdeel c, of het achtste lid niet als partner van de belastingplichtige wordt aangemerkt, wordt eveneens niet als partner van de belastingplichtige aangemerkt voor de toepassing van de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen.

  • 10

    Op een verzoek als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, het vierde lid, onderdeel c, of het achtste lid beslist de inspecteur bij voor bezwaar vatbare beschikking.


Artikel 25

Verkrijgingen krachtens erfrecht door partners worden voor de berekening van de erfbelasting aangemerkt als verkrijging door één van de partners, bij verschil in graad door degene van hen, die de erflater het naast verwant is.


Artikel 30d

  • 1

    De toevoeging eindigt van rechtswege door:

    • a.

      opzegging dan wel het eindigen van de arbeidsovereenkomst van de toegevoegd notaris of schorsing in zijn werkzaamheden door zijn werkgever;

    • b.

      ontzetting uit het ambt, ontslag of overlijden van de notaris;

    • c.

      onherroepelijke oplegging aan de notaris van een ontzegging van de bevoegdheid tot het aanwijzen van een toegevoegd notaris als bedoeld in artikel 103, eerste lid, onderdeel d;

    • d.

      onherroepelijke oplegging aan de toegevoegd notaris van een ontzegging in de bevoegdheid om als toegevoegd notaris op te treden als bedoeld in artikel 103, derde lid;

    • e.

      benoeming van de toegevoegd notaris tot notaris.

  • 2

    Indien de toevoeging op grond van het eerste lid, onderdelen b of c, is geëindigd, kan de voorzitter van kamer voor het notariaat bij de benoeming van een waarnemer als bedoeld in artikel 29, tweede lid, de desbetreffende kandidaat-notaris met diens instemming aanwijzen als aan de waarnemer toegevoegd notaris, voor de duur van de waarneming.

  • 3

    Onverminderd het bepaalde in het eerste lid, onderdeel c, wordt de toevoeging opgeschort met het ingaan van de schorsing van de notaris in de uitoefening van het ambt. De opschorting eindigt met de benoeming van een waarnemer dan wel door beëindiging van de schorsing.

  • 4

    Onze Minister kan de toevoeging intrekken:

    • a.

      op verzoek van de toegevoegd notaris;

    • b.

      indien er sprake is van andere omstandigheden dan bedoeld in het eerste lid waardoor niet langer wordt voldaan aan de voorwaarden voor toevoeging die volgen uit artikel 30b, tweede lid, en aan de voorwaarden als bedoeld in artikel 30c, tweede lid, laatste volzin.

  • 5

    Indien er zich feiten of omstandigheden voordoen die ingevolge het eerste lid leiden tot beëindiging van de toevoeging van rechtswege, of ingevolge het vierde lid grond kunnen vormen voor intrekking van de toevoeging, doen de notaris en de toegevoegd notaris daarvan onverwijld mededeling aan de KNB en Onze Minister.



Artikel 2a

  • 1

    Ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme verricht een instelling cliëntenonderzoek en meldt zij verrichte of voorgenomen ongebruikelijke transacties overeenkomstig de bij of krachtens de hoofdstukken 2 en 3 gestelde regels. Daarbij besteedt een instelling bijzondere aandacht aan ongebruikelijke transactiepatronen en aan transacties die naar hun aard een hoger risico op witwassen of financieren van terrorisme met zich brengen.

  • 2

    Een instelling treft adequate maatregelen ter voorkoming van risico’s op witwassen en financieren van terrorisme die kunnen ontstaan door het gebruik van nieuwe technologieën in het economisch verkeer.


Artikel 1.3 De keuze voor kwalificatie als partner

Artikel 1.3 De keuze voor kwalificatie als partner [Vervallen per 01-01-2011]

[Vervallen]


Artikel 26

  • 1

    Partners worden voor de berekening van de schenkbelasting als één en dezelfde persoon aangemerkt. De schenkbelasting wordt alsdan berekend naar de naaste verwantschap tussen de schenker of diens partner en de begiftigde of diens partner.

  • 2

    Indien schenkingen worden gedaan binnen een jaar vóór het huwelijk van de schenkers of van de begiftigden, wordt het huwelijk geacht reeds ten tijde van die schenkingen te hebben bestaan.

  • 3

    Het eerste lid is niet van toepassing op schenkingen van een partner aan zijn partner.


Artikel 1a

Indien een beleggingsinstelling heeft gekozen voor het vormen van een herbeleggingsreserve als bedoeld in artikel 4, eerste lid, wordt in afwijking van artikel 8 van de wet, niet tot de winst gerekend het in het tweede lid van artikel 4 bedoelde bedrag.


Artikel 2b

  • 1

    Een instelling neemt maatregelen om haar risico’s op witwassen en financieren van terrorisme vast te stellen en te beoordelen, waarbij de maatregelen in verhouding staan tot de aard en de omvang van de instelling.

  • 2

    Bij het vaststellen en beoordelen van de risico’s, bedoeld in het eerste lid, houdt de instelling in ieder geval rekening met de risicofactoren die verband houden met het type cliënt, product, dienst, transactie en leveringskanaal en met landen of geografische gebieden.

  • 3

    Een instelling legt de resultaten van het vaststellen en beoordelen van haar risico’s vast, houdt deze actueel en verstrekt deze resultaten desgevraagd aan de toezichthoudende autoriteit.

  • 4

    De toezichthoudende autoriteit kan ontheffing verlenen van het eerste tot en met derde lid, indien de instelling behoort tot een sector waarvan de inherente specifieke risico’s op witwassen en financieren van terrorisme duidelijk en inzichtelijk zijn.


Artikel 1.4 Pleegkind

Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt onder een kind mede verstaan een pleegkind, ook wat betreft bloed- en aanverwantschap.


Artikel 26a

Voor de berekening van de schenkbelasting wordt een verkrijging van een afgezonderd particulier vermogen als bedoeld in artikel 17 geacht te zijn verkregen van de persoon of personen waarop artikel 2.14a van de Wet inkomstenbelasting 2001 voor het desbetreffende afgezonderd particulier vermogen van toepassing is.


Artikel 2

  • 1

    Het in artikel 28, tweede lid, onderdeel b, van de wet bedoelde gedeelte van de winst is het positieve bedrag van de voor uitdeling beschikbare winst verminderd met de te verrekenen uitdelingstekorten.

  • 2

    Als voor uitdeling beschikbare winst wordt aangemerkt het bedrag van de in het jaar genoten belastbare winst:

  • 3

    Als uitdelingstekort wordt aangemerkt hetzij het verlies van een jaar vermeerderd met de bedragen, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, onder 1° tot en met 8°, en verminderd met het bedrag, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, hetzij het negatieve bedrag waartoe de verminderingen en vermeerdering van de belastbare winst, bedoeld in dat lid, per saldo mochten leiden.

  • 4

    Een uitdelingstekort wordt verrekend met de voor uitdeling beschikbare winst van de acht volgende jaren. De verrekening geschiedt in de volgorde waarin de uitdelingstekorten zijn ontstaan en de voor uitdeling beschikbare winsten zijn gemaakt.

  • 5

    Als het ter beschikking stellen van winst wordt mede aangemerkt uitreiking van aandelen en van bewijzen van deelgerechtigdheid uit de winst tot onderscheidenlijk de nominale waarde en hetgeen geldt als storting. Bijschrijving uit de winst op aandelen en bestemming van winst tot storting op reeds uitgegeven bewijzen van deelgerechtigdheid worden met zodanige uitreiking gelijkgesteld.

  • 6

    Voor de toepassing van het tweede lid wordt onder een evenredig gedeelte verstaan een gedeelte dat evenredig is aan de verhouding tussen de waarde in het economische verkeer van het vermogen bij aanvang van het boekjaar verminderd met de herbeleggingsreserve bij aanvang van het boekjaar, en de waarde in het economische verkeer van het vermogen bij aanvang van het boekjaar.


Artikel 2c

  • 1

    Een instelling beschikt over gedragslijnen, procedures en maatregelen om de risico’s op witwassen en financieren van terrorisme en de risico’s die zijn geïdentificeerd in de meest recente versies van de supranationale risicobeoordeling en de nationale risicobeoordeling te beperken en effectief te beheersen.

  • 2

    De gedragslijnen, procedures en maatregelen, bedoeld in het eerste lid, zijn evenredig aan de aard en de omvang van de instelling en hebben ten minste betrekking op de naleving van de bepalingen in hoofdstuk 1, paragraaf 1.2, 1.3, hoofdstuk 2, hoofdstuk 3, paragraaf 3.2 en hoofdstuk 5.

  • 3

    De gedragslijnen, procedures en maatregelen behoeven de goedkeuring van de personen die het dagelijks beleid van een instelling bepalen.

  • 4

    Een instelling draagt zorg voor een systematische toetsing van de gedragslijnen, procedures en maatregelen en draagt waar nodig zorg voor een bijstelling hiervan.


Artikel 1.5 In belangrijke mate onderhouden van kinderen

Artikel 1.5 In belangrijke mate onderhouden van kinderen

Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen kunnen bij ministeriële regeling regels worden gesteld op grond waarvan wordt beoordeeld of een kind in belangrijke mate wordt onderhouden.


Artikel 27

De gedurende een kalenderjaar door dezelfde schenker aan dezelfde begiftigde gedane schenkingen worden aangemerkt als deel uitmakend van één schenking ten belope van het gezamenlijke bedrag.


Artikel 3

In aanvulling op artikel 8 van de wet wordt uitreiking van aandelen aan een beleggingsinstelling voor de nominale waarde als dividend beschouwd voorzover niet blijkt dat storting heeft plaatsgevonden of zal plaatsvinden. Bijschrijving op aandelen wordt met uitreiking van aandelen gelijkgesteld.


Artikel 4

  • 1

    Beleggingsinstellingen die daarvoor kiezen, kunnen een herbeleggingsreserve vormen. Deze keuze geldt ook voor volgende jaren.

  • 2

    In de reserve wordt opgenomen een bedrag gelijk aan de som van het in het jaar volgens goed koopmansgebruik berekende saldo van koerswinsten en koersverliezen op effecten, het saldo van winsten en verliezen ter zake van de vervreemding van overige beleggingen en het ingevolge artikel 10, zesde lid, berekende saldo van herwaarderingswinsten en herwaarderingsverliezen verminderd met een evenredig gedeelte van de kosten die met het beheer van de beleggingen verband houden.

  • 3

    De herbeleggingsreserve wordt verminderd met een evenredig gedeelte van het totaal van de bedragen, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a, onder 1° tot en met 8°, en vermeerderd met een evenredig gedeelte van het bedrag, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel b.

  • 4

    Indien de toepassing van het tweede en derde lid zou leiden tot een vermindering van de reserve die groter is dan de herbeleggingsreserve aan het begin van het jaar, blijft de vermindering beperkt tot de omvang van de reserve aan het begin van het jaar, en wordt het nog niet in mindering gebrachte deel aangemerkt als een verlies ter zake van vervreemding van beleggingen in het volgende jaar. De inspecteur stelt het naar het volgende jaar over te brengen verlies vast bij voor bezwaar vatbare beschikking.

  • 5

    De reserve wordt bij het einde van een jaar niet hoger vastgesteld dan:

    • a.

      het vermogen verminderd met hetgeen op de in omloop zijnde aandelen of bewijzen van deelgerechtigdheid is gestort, met de toelaatbare reserves en met de over het jaar vast te stellen uitdelingen van winst, dan wel, zo dat lager is,

    • b.

      de boekwaarde van de beleggingen.

  • 6

    Ingeval vergoedingen wegens verlies of beschadiging van effecten of overige beleggingen, de boekwaarde van die effecten of die overige beleggingen dan wel van het beschadigde gedeelte overtreffen, wordt het verschil gelijkgesteld met winst ter zake van vervreemding van beleggingen.

  • 7

    Voor de toepassing van dit artikel wordt onder evenredig gedeelte verstaan een gedeelte dat evenredig is aan de verhouding tussen de omvang van de herbeleggingsreserve bij aanvang van het boekjaar, en de waarde in het economische verkeer van het gehele vermogen bij aanvang van het boekjaar.


Artikel 2d

  • 1

    Indien het dagelijks beleid van een instelling wordt bepaald door twee of meer personen, wijst een instelling één van de personen die het dagelijks beleid van de instelling bepalen aan die is belast met de verantwoordelijkheid voor de naleving door de instelling van het bij of krachtens deze wet bepaalde.

  • 2

    Voor zover passend bij de aard en omvang van de instelling, beschikt een instelling over een onafhankelijke en effectieve compliancefunctie.

  • 3

    De compliancefunctie is gericht op het controleren van de naleving van wettelijke regels en interne regels die de instelling zelf heeft opgesteld en omvat onder meer de taak die strekt tot het verstrekken van de gegevens, bedoeld in artikel 16, aan de Financiële inlichtingen eenheid.

  • 4

    Indien van toepassing en voor zover passend bij de aard en de omvang van de instelling, draagt een instelling er zorg voor dat op onafhankelijke wijze een auditfunctie wordt uitgeoefend ten aanzien van haar werkzaamheden. De auditfunctie controleert de naleving door een instelling van de bij of krachtens deze wet gestelde regels en de uitoefening van de compliancefunctie.


Artikel 1.6 Mogendheid

Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen worden de landen van het Koninkrijk der Nederlanden aangemerkt als afzonderlijke mogendheden.


Artikel 28

Schenkingen, door ouders tezamen of afzonderlijk gedurende een kalenderjaar aan een kind gedaan, worden aangemerkt als één schenking ten belope van het gezamenlijk bedrag.


Artikel 5

  • 1

    Beleggingsinstellingen kunnen een afrondingsreserve vormen.

  • 2

    De reserve bedraagt, behoudens het bepaalde in artikel 7, eerste lid, ten hoogste één percent van hetgeen is gestort op de bij het einde van het jaar in omloop zijnde aandelen of bewijzen van deelgerechtigdheid. Indien en voor zover de berekening van de belastbare winst tot een negatief bedrag zou leiden, wordt de reserve aan de winst toegevoegd.


Artikel 1.6a Levensverzekering


Artikel 29

  • 1

    Indien onzekerheid bestaat omtrent de verwantschap of omtrent de persoon van de schenker of van de verkrijger, wordt de maximale belasting geheven, die verschuldigd zou kunnen zijn, behoudens vermindering van de aanslag, voor zover deze naderhand blijkt te hoog te zijn.

  • 2

    Bestaat de onzekerheid ten aanzien van de persoon van de schenker, dan wordt deze, behoudens tegenbewijs, geacht in Nederland te wonen.

  • 3

    Met betrekking tot aanslagen die onder toepassing van dit artikel zijn vastgesteld, geldt de schenker, zolang er onzekerheid bestaat over de persoon van de verkrijger, als belanghebbende als bedoeld in artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 4

    De bepalingen van dit artikel zijn mede toepasselijk, indien de naam of de woonplaats van de schenker of van de begiftigde desgevraagd niet wordt genoemd.


Artikel 6 [Vervallen per 01-01-2008]

[Vervallen]


Artikel 1.7 Lijfrenten en pensioenen

Artikel 1.7 Lijfrenten en pensioenen

  • 1

    In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder lijfrente:

    • a.

      een aanspraak volgens een overeenkomst van levensverzekering op vaste en gelijkmatige periodieke uitkeringen die eindigen uiterlijk bij overlijden, welke aanspraak niet kan worden afgekocht, vervreemd, prijsgegeven, of formeel of feitelijk tot voorwerp van zekerheid kan dienen, anders dan op grond van artikel 3.126, eerste lid, onderdeel d, onder 2°, of ten behoeve van uitstel van betaling op grond van artikel 25, vijfde lid, Invorderingswet 1990, alsmede de met een zodanige aanspraak verband houdende aanspraak op winstuitkeringen;

    • b.

      een aanspraak op het tegoed van een lijfrenterekening of op de waarde van eenlijfrentebeleggingsrecht (artikel 3.126a), welke aanspraak niet kan worden afgekocht, vervreemd, prijsgegeven, of formeel of feitelijk tot voorwerp van zekerheid kan dienen, anders dan op grond van artikel 3.126a, tweede lid, onderdeel d, onder 2°, of ten behoeve van uitstel van betaling op grond van artikel 25, vijfde lid, Invorderingswet 1990, alsmede de met een zodanige aanspraak verband houdende aanspraak op winstuitkeringen.

  • 2

    In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder pensioenregeling:

  • 3

    Aanspraken op periodieke uitkeringen waarvan de uitkeringen zijn ingegaan en waarvan de hoogte van de uitkeringen niet voor de gehele uitkeringsperiode in geldeenheden is vastgesteld, worden gelijkgesteld met aanspraken op vaste en gelijkmatige periodieke uitkeringen indien de aanspraken en uitkeringen voldoen aan bij ministeriële regeling te stellen regels.

  • 4

    Een aanspraak op het tegoed van een lijfrenterekening of op de waarde van een lijfrentebeleggingsrecht als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, is, voor zover de ter zake ingelegde bedragen in aanmerking konden worden genomen voor de bepaling van het belastbare inkomen uit werk en woning, niet vatbaar voor beslag.

  • 5

    Onder een pensioenregeling als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, wordt mede begrepen hetgeen wordt verkregen als gevolg van de voldoening van een te hoge premie die niet is gecorrigeerd binnen zes maanden na afloop van het kalenderjaar, bedoeld in artikel 36, onderdeel c, van de Wet verplichte beroepspensioenregeling of artikel 26, onderdeel c, van de Pensioenwet.

  • 6

    Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld op grond waarvan een regeling als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, die vrijwillig wordt voortgezet nadat de arbeidsverhouding op grond waarvan deelneming aan die pensioenregeling was verplicht is geëindigd, tevens als pensioenregeling wordt aangemerkt.


Artikel 30

  • 1

    Het bedrag van de belastingen ondergaat ten gevolge van verwerping of van afstand van rechten geen vermindering. De eerste volzin is niet van toepassing indien op de voet van artikel 18 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek wordt afgezien van een wettelijke verdeling van de nalatenschap overeenkomstig artikel 13 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 2

    Bij verwerping door de erfgenamen van een overledene van hetgeen aan deze uit een vroeger opengevallen nalatenschap is opgekomen, wordt ten laste van hen, die ten gevolge van die verwerping verkrijgen, niet minder belasting geheven, dan in totaal verschuldigd zou zijn wegens de verkrijging door de overledene en wegens de overgang van deze op zijn erfgenamen.

  • 3

    Indien de verwachters gedurende het leven van de bezwaarde afstand doen van hun recht of dat na zijn dood verwerpen of niet aanvaarden, wordt ten laste van hen, die het bezwaarde goed uit de nalatenschap van de bezwaarde verkrijgen, niet minder belasting geheven, dan zonder die afstand, verwerping of niet aanvaarding verschuldigd zou zijn.


Artikel 7

  • 1

    Indien het over een jaar berekende belastbare bedrag van een beleggingsinstelling in afwijking van de aangifte op een hoger bedrag zou moeten worden vastgesteld wordt, in plaats van het gedeelte van die verhoging dat overeenkomt met het bedrag waarmede de op de voet van artikel 2 te verrichten uitdelingen de over het jaar verrichte uitdelingen te boven gaat, een bedrag gelijk aan dat gedeelte toegevoegd aan de afrondingsreserve. Het in de vorige volzin laatstgenoemde bedrag wordt in het jaar waarin de in artikel 8, eerste lid, bedoelde beschikking onherroepelijk is komen vast te staan, uit de afrondingsreserve aan de winst van de beleggingsinstelling toegevoegd.

  • 2

    Indien het over een jaar berekende belastbare bedrag van een beleggingsinstelling in afwijking van de aangifte op een lager bedrag zou moeten worden vastgesteld wordt, voor zover mogelijk, in plaats daarvan tot het bedrag van de verlaging een bedrag aan de winst van dat jaar toegevoegd uit de afrondingsreserve.


Artikel 1.7a Gelijkstelling met inkomen uit tegenwoordige arbeid

Artikel 1.7a Gelijkstelling met inkomen uit tegenwoordige arbeid [Vervallen per 01-01-2011]

[Vervallen]


Artikel 31

De belasting, verschuldigd wegens de afstand van vermogen verkregen onder een in artikel 21, tweede lid, bedoelde voorwaarde door de bezwaarde aan de echtgenoot of een of meer van de bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad van de verwachter of aan de echtgenoot van één van die verwanten, bedraagt niet minder dan de belasting, verschuldigd wegens de overgang van dat goed van de bezwaarde op de verwachter krachtens de vervulling van de voorwaarde.


Artikel 8

  • 1

    De inspecteur stelt de bedragen van de toevoeging aan of de vermindering van onderscheidenlijk de herbeleggingsreserve en de afrondingsreserve bij voor bezwaar vatbare beschikking vast. Artikel 11, derde en vierde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen (Stb. 301) is van overeenkomstige toepassing.

  • 2

    Indien enig feit grond oplevert voor het vermoeden dat een toevoeging tot een te laag bedrag of een vermindering tot een te hoog bedrag is vastgesteld, kan de inspecteur de in het eerste lid bedoelde beschikking herzien bij voor bezwaar vatbare beschikking. Een feit dat de inspecteur bekend was of redelijkerwijs bekend had kunnen zijn, kan geen grond voor herziening opleveren. De bevoegdheid tot herziening vervalt door verloop van vijf jaren na het einde van het jaar waarop de beschikking betrekking heeft. Indien voor het doen van aangifte uitstel is verleend, wordt de termijn van vijf jaren met de duur van dit uitstel verlengd.


Artikel 1.7b Gelijkstelling met de premie voor een verzekering

Artikel 1.7b Gelijkstelling met de premie voor een verzekering [Vervallen per 01-01-2013]

[Vervallen]


Artikel 31a [Vervallen per 01-01-2010]

[Vervallen]


Artikel 9

Ten aanzien van beleggingsinstellingen bedraagt de belasting nul percent van het belastbare bedrag.


Artikel 1.8 Wederzijdse erkenning

Artikel 1.8 Wederzijdse erkenning

Waar in deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verwezen naar Nederlandse voorschriften of verklaringen van Nederlandse instellingen, worden voorschriften van of verklaringen van instellingen in een van de lidstaten van de Europese Unie die naar aard en strekking overeenkomen met eerstbedoelde Nederlandse voorschriften of verklaringen van Nederlandse instellingen daarmee gelijkgesteld:

  • a.

    indien ter zake regelgeving in het kader van het Verdrag betreffende de Europese Unie of het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is vastgesteld waaruit de overeenkomst naar aard en strekking blijkt;

  • b.

    in overige gevallen: voorzover dat bij ministeriële regeling is bepaald.


Artikel 32

  • 1

    Van erfbelasting is vrijgesteld, hetgeen wordt verkregen:

    • 1°.

      door de Staat;

    • 2°.

      door een provincie, de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba of een gemeente in Nederland, zonder bijzondere opdracht of met een opdracht, indien en voor zover deze opdracht aan de making niet het karakter ontneemt van te zijn geschied in het algemeen belang;

    • 3°.

      door een algemeen nut beogende instelling, voor zover aan de verkrijging niet een opdracht is verbonden, welke aan de verkrijging het karakter ontneemt van te zijn geschied in het algemeen belang;

    • 4°.

      door de hierna genoemde personen tot de daarachter vermelde bedragen:

      • a.

        partner: € 795.156;

      • b.

        kinderen die grotendeels op kosten van de overledene werden onderhouden en die ten gevolge van ziekte of gebreken vermoedelijk in de eerstkomende drie jaren buiten staat zullen zijn om met arbeid die voor hun kracht berekend is, de helft te verdienen van hetgeen lichamelijk en geestelijk gezonde personen van gelijke leeftijd in staat zijn aan inkomen uit arbeid te verwerven: € 75.546;

      • c.

        kinderen voor wie de onder b bedoelde vrijstelling niet van toepassing is: € 25.187;

      • d.

        kleinkinderen: € 25.187;

      • e.

        ouders: € 59.643;

      • f.

        overige verkrijgers: € 2.658;

    • 5°.

      aan waarde van aanspraken ingevolge een pensioenregeling alsmede aan waarde van lijfrenten;

    • 6°.

      [vervallen;]

    • 7°.

      [vervallen;]

    • 8°.

      door een sociaal belang behartigende instelling, voor zover aan de verkrijging niet een opdracht is verbonden welke aan de verkrijging het karakter ontneemt van te zijn geschied in het sociaal belang;

    • 9°.

      door een steunstichting SBBI, voor zover aan de verkrijging niet een opdracht is verbonden welke aan de verkrijging het karakter ontneemt van te zijn bestemd voor de realisatie van de doelstelling van de steunstichting;

    • 10°.

      door een werknemer van de erflater of zijn partner of door een nabestaande van zodanige werknemer, voor zover het verkregene kan worden beschouwd als de voldoening aan een ter zake van de verrichte arbeid bestaande natuurlijke verbintenis als is bedoeld in artikel 3 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.

      Voor zover een verkrijging van een nabestaande van de werknemer aan periodieke uitkeringen ingevolge deze bepaling is vrijgesteld van erfbelasting, wordt zij, voor de toepassing van deze wet, beschouwd als een aan de werknemer toe te rekenen bevoordeling krachtens een ten behoeve van de verkrijger gemaakt beding;

    • 11°.

      aan nog niet vorderbare termijnen van renten, van uitkeringen, van bezoldigingen en van andere inkomsten.

  • 2

    De waarde van aanspraken ingevolge een pensioenregeling – andere dan die ingevolge de Algemene Ouderdomswet en de Algemene nabestaandenwet –, van lijfrenten alsmede van aanspraken op periodieke uitkeringen bij overlijden welke door een partner ten gevolge van het overlijden worden verkregen en hetzij van erfbelasting zijn vrijgesteld ingevolge het eerste lid, onder 5°, hetzij naar hun aard niet krachtens deze wet belastbaar zijn, strekt voor de helft in mindering van het in het eerste lid, onder 4°, onderdeel a, bedoelde bedrag, met dien verstande dat na deze korting de vrijstelling niet minder bedraagt dan € 205.420. Voor zover de omvang van de in de eerste volzin bedoelde aanspraken wordt bepaald met toepassing van artikel 13, wordt de verkrijging van deze aanspraken voor de toepassing van dit lid, geacht geheel te kunnen worden toegerekend aan een onttrekking aan het vermogen van de erflater.

  • 3

    Onder pensioenregeling wordt voor de toepassing van deze wet verstaan een pensioenregeling als bedoeld in artikel 1.7, tweede lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 of een nettopensioenregeling als bedoeld in artikel 5.17 van die wet.

  • 4

    Onder lijfrenten worden verstaan lijfrenten als bedoeld in artikel 3.125 van de Wet inkomstenbelasting 2001, welke zijn verzekerd bij een verzekeraar als bedoeld in artikel 3.126 van die wet, alsmede aanspraken op tegoeden van lijfrenterekeningen of waarden van lijfrentebeleggingsrechten als bedoeld in artikel 3.126a van die wet, voorzover de terzake voldane premies respectievelijk de overgemaakte bedragen voor de heffing van de inkomstenbelasting als uitgaven voor inkomensvoorzieningen in aftrek konden worden gebracht, alsmede nettolijfrenten als bedoeld in artikel 5.16 van die wet.


Artikel 10

  • 1

    Een lichaam wordt uitsluitend met ingang van een jaar als beleggingsinstelling aangemerkt. Ingeval het lichaam vóór dat tijdstip reeds aan de heffing van vennootschapsbelasting is onderworpen, is dit het jaar volgende op dat waarin aan het bepaalde in het tweede lid is voldaan.

  • 2

    Aan het einde van het jaar, voorafgaande aan dat met ingang waarvan een lichaam als beleggingsinstelling wordt aangemerkt, worden:

  • 3

    Ingeval een beleggingsinstelling in de loop van een jaar niet langer voldoet aan het bepaalde in artikel 28, tweede lid, van de wet wordt het lichaam reeds met ingang van dat jaar niet meer als beleggingsinstelling aangemerkt, met dien verstande dat ingeval niet wordt voldaan aan het bepaalde in het tweede lid, onderdeel b, van dat artikel het lichaam niet meer als beleggingsinstelling wordt aangemerkt met ingang van het jaar waarop de voor uitdeling beschikbare winst betrekking heeft. De bij het begin van het jaar, met ingang waarvan het lichaam niet meer als beleggingsinstelling wordt aangemerkt, aanwezige afrondingsreserve wordt opgenomen in de winst van dat jaar.

  • 4

    Het negatieve saldo aan besmette voordelen, bedoeld in artikel 13ab, zevende lid, van de wet, dat is ontstaan in een periode waarin een belastingplichtige als beleggingsinstelling is aangemerkt (statusperiode), vermeerdert niet een positief saldo van besmette voordelen als bedoeld in artikel 13ab, eerste en tweede lid, van de wet buiten de statusperiode.

  • 5

    Het op de voet van artikel 15b, vijfde lid, van de wet voortgewentelde saldo aan renten dat is ontstaan in de statusperiode, komt niet in aftrek bij het bepalen van de winst buiten de statusperiode. Het op de voet van artikel 15b, vijfde lid, van de wet voortgewentelde saldo aan renten dat buiten de statusperiode is ontstaan, komt niet in aftrek bij het bepalen van de winst binnen de statusperiode.

  • 6

    Aan het einde van het jaar, voorafgaande aan dat met ingang waarvan een lichaam niet langer als beleggingsinstelling wordt aangemerkt, worden de beleggingen te boek gesteld voor de waarde welke daaraan in het economische verkeer kan worden toegekend.


Slotformulier en ondertekening

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,M.J. van Rijn


Artikel 11 [Vervallen per 01-07-1990]

[Vervallen]


Bijlage A bij artikel 2.1 van de Regeling langdurige zorg

Bijlage A bij artikel 2.1 van de Regeling langdurige zorg

Zorgprofielen integraal pakket als bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, van het Besluit langdurige zorg (met conversietabel ZZP’s Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en tevens met aanduiding van zorgprofielen waarboven meer zorg mogelijk is met *)

Sector Verpleging en verzorging (VV)

ZZP AWBZ

VV Beschut wonen met intensieve begeleiding en uitgebreide verzorging

4 VV

VV Beschermd wonen met intensieve dementiezorg

5 VV

VV Beschermd wonen met intensieve verzorging en verpleging

6 VV

VV Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, vanwege specifieke aandoeningen, met de nadruk op begeleiding

7 VV*

VV Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, vanwege specifieke aandoeningen, met de nadruk op verzorging/verpleging

8 VV*

VV Herstelgerichte behandeling met verpleging en verzorging

9b VV

Sector Verstandelijk Gehandicapt (VG)

VG Wonen met begeleiding en verzorging

3 VG

VG Wonen met begeleiding en intensieve verzorging

4 VG

VG Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verzorging

5 VG*

VG Wonen met intensieve begeleiding, verzorging en gedragsregulering

6 VG

VG (Besloten) wonen met zeer intensieve begeleiding, verzorging en gedragsregulering

7 VG*

VG Wonen met begeleiding en volledige verzorging en verpleging

8 VG*

Sector Licht Verstandelijk Gehandicapt (LVG)

LVG Wonen met enige behandeling en begeleiding (18 tot 23 jaar)

1 LVG

LVG Wonen met behandeling en begeleiding (18 tot 23 jaar)

2 LVG

LVG Wonen met intensieve behandeling en begeleiding, kleine groep (18 tot 23 jaar)

3 LVG

LVG Wonen met zeer intensieve behandeling en begeleiding (18 tot 23 jaar)

4 LVG*

LVG Besloten wonen met zeer intensieve behandeling en begeleiding (18 tot 23 jaar).

5 LVG*

LVG Behandeling in een SGLVG behandelcentrum

1 SGLVG*

Sector Lichamelijk Gehandicapt (LG)

LG Wonen met begeleiding en enige verzorging

2 LG

LG Wonen met begeleiding en verzorging

4 LG

LG Wonen met begeleiding en intensieve verzorging

5 LG*

LG Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verzorging

6 LG*

LG Wonen met zeer intensieve begeleiding en zeer intensieve verzorging

7 LG*

Sector Zintuiglijk Gehandicapt, auditief en communicatief (ZGaud)

ZGaud Wonen met intensieve begeleiding en verzorging

2 ZGaud

ZGaud Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verzorging

3 ZGaud*

ZGaud Wonen met intensieve begeleiding en enige verzorging

4 ZGaud

Sector Zintuiglijk Gehandicapt, visueel (ZGvis)

ZGvis Wonen met begeleiding en enige verzorging

2 ZGvis

ZGvis Wonen met intensieve begeleiding en verzorging

3 ZGvis

ZGvis Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verzorging

4 ZGvis

ZGvis Wonen met zeer intensieve begeleiding en zeer intensieve verzorging

5 ZG vis*

Sector GGZ, B-groep (GGZ-B)

GGZ-B Voortgezet verblijf met intensieve begeleiding

3b GGZ

GGZ-B Voortgezet verblijf met intensieve begeleiding en verzorging

4b GGZ

GGZ-B Voortgezet verblijf met intensieve begeleiding en gedragsregulering

5b GGZ

GGZ-B Voortgezet verblijf met intensieve begeleiding en intensieve verpleging en verzorging

6b GGZ*

GGZ-B Beveiligd voortgezet verblijf vanwege extreme gedragsproblematiek met zeer intensieve begeleiding

7b GGZ*

Sector GGZ Wonen

GGZ wonen met intensieve begeleiding

GGZ wonen met intensieve begeleiding en verzorging

GGZ wonen met intensieve begeleiding en gedragsregulering

GGZ wonen met intensieve begeleiding en intensieve verpleging en verzorging

GGZ Beveiligd wonen vanwege extreme gedragsproblematiek met zeer intensieve begeleiding

VV Beschut wonen met intensieve begeleiding en uitgebreide verzorging.

Zorgprofiel

De cliënten hebben intensieve begeleiding gecombineerd met uitgebreide verzorging nodig. De reden hiervoor kan verschillend zijn.

De cliënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid betreffende veel aspecten hulp nodig, zoals bij de communicatie, het nemen van besluiten en het uitvoeren van taken. Ze kunnen niet of nauwelijks zelfstandig deelnemen aan het maatschappelijk leven.

De cliënten hebben ten aanzien van alle psychosociale/cognitieve functies behoefte aan hulp, toezicht of sturing, omdat de cliënten veel beperkingen hebben met betrekking tot met name denken en geheugen, oriëntatie en concentratie.

Ten aanzien van de verschillende aspecten van ADL hebben de cliënten veelal toezicht en stimulatie nodig, omdat de cliënt beperkingen heeft waardoor er ondersteuning nodig is bij kleine verzorgingstaken, wassen en kleden.

De cliënten hebben ten aanzien van mobiliteit veelal toezicht of stimulatie nodig. Binnenshuis kan de cliënt zich beperkt zelfstandig bewegen. Betreffende het verplaatsen buitenshuis is in het algemeen hulp of overname van zorg nodig.

Cliënten kunnen een kwetsbare gezondheid hebben vanwege een chronische ziekte die voortdurende verpleegkundige aandacht vereist.

Bij deze cliënten kan sprake zijn van enige gedragsproblematiek waarbij af en toe hulp, toezicht of sturing nodig is. Bij deze cliënten kan ook psychiatrische problematiek voorkomen, vooral passief van aard.

De aard van het begeleidingsdoel heeft vaak betrekking op begeleiding bij achteruitgang, maar kan ook stabilisatie zijn.

De cliënten hebben een structurele behoefte aan zorg, op meerdere momenten per dag.

Het beperkingenbeeld van deze cliënten verandert langzaam tot snel.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een psychogeriatrische of somatische ziekte/aandoening.

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

VV Beschermd wonen met intensieve dementiezorg.

Zorgprofiel

De cliënten hebben vanwege ernstige dementiële problematiek behoefte aan intensieve begeleiding en intensieve verzorging. De cliënten zijn (bijna) geheel zorgafhankelijk.

De cliënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid op alle aspecten in ieder geval hulp en vaak overname van zorg nodig. Er is bij deze cliënten sprake van vergaand verlies van zelfregie. Er kan sprake zijn van zwerfgedrag. De cliënten hebben geen greep meer op hun eigen doen en laten.

Ze hebben ten aanzien van de verschillende psychosociale/cognitieve functies continu hulp, toezicht en sturing nodig, omdat de cliënten veel beperkingen hebben met betrekking tot oriëntatie, concentratie en geheugen en denken. Er is sprake van volledige desoriëntatie naar tijd, plaats en persoon.

Ten aanzien van ADL is betreffende alle aspecten hulp of overname van zorg nodig, waaronder eten en drinken, kleine verzorgingstaken, de persoonlijke zorg voor tanden, haren, nagels en huid, de toiletgang, het wassen en het kleden.

Ten aanzien van mobiliteit hebben de cliënten vaak hulp of overname van zorg nodig. Binnenshuis kan de cliënt zich zeer beperkt zelfstandig bewegen, buitenshuis kan dat helemaal niet.

Als gevolg van de kwetsbare gezondheid is verpleegkundige aandacht noodzakelijk (o.a. voorkomen van decubitus en infecties).

De cliënten kunnen soms gedragsproblematiek vertonen. Dit betreft dan met name dwangmatig gedrag, ongecontroleerd/ontremd gedrag of reactief gedrag met betrekking tot interactie.

Bij een deel van de cliënten komt psychiatrische problematiek voor, vooral passief van aard.

De aard van het begeleidingsdoel heeft meestal betrekking op begeleiding bij achteruitgang.

De cliënten hebben een structurele behoefte aan zorg, op meerdere momenten per dag.

Het beperkingenbeeld van deze cliënten verandert langzaam tot snel.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een psychogeriatrische ziekte/aandoening.

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

VV Beschermd wonen met intensieve verzorging en verpleging.

Zorgprofiel

De cliënten hebben vanwege ernstige somatische beperkingen op veel momenten van de dag behoefte aan begeleiding, intensieve verzorging en verpleging, in een beschermende woonomgeving.

De cliënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid een begeleidingsbehoefte betreffende het begrijpen wat anderen zeggen, het begrijpelijk maken naar anderen. Soms is hierbij toezicht en stimulatie nodig. Betreffende de overige aspecten van sociale redzaamheid is in het algemeen hulp bij of overname van zorg nodig, hieronder vallen initiëren en uitvoeren van eenvoudige en complexe taken. De cliënt is niet zijn zelfregie kwijt.

De cliënten hebben ten aanzien van de psychosociale/cognitieve functies, betreffende concentratie, motivatie en psychosociaal welbevinden, vaak of continu hulp, toezicht of sturing nodig, vanwege een combinatie van fysieke en psychische moeilijkheden (zoals snel vermoeid, minder controle over armen en benen, vertraagd denkvermogen).

De cliënten hebben ten aanzien van de verschillende aspecten van ADL in het algemeen overname van zorg nodig. Betreffende eten en drinken kan toezicht en stimulatie in sommige situaties voldoende zijn (de cliënt is meestal goed in staat om zelf te bepalen welke hulp nodig is en hoe hij die hulp wil krijgen).

De cliënten hebben zowel binnenshuis- als buitenshuis op het gebied van mobiliteit overname van zorg nodig (vaak met behulp van een rolstoel).

De cliënt heeft continu behoefte aan verpleegkundige aandacht (o.a. wondverzorging, pijnbestrijding).

Van gedragsproblematiek is bij deze cliënten in het algemeen geen sprake.

Bij deze cliënten kan ook psychiatrische problematiek voorkomen, vooral passief van aard (bijvoorbeeld depressiviteit).

De aard van het begeleidingsdoel heeft meestal betrekking op begeleiding bij achteruitgang maar kan ook gericht zijn op stabilisatie.

De cliënten hebben een structurele behoefte aan zorg, op meerdere momenten per dag.

Het beperkingenbeeld van deze cliënten verandert vaak snel.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een somatische ziekte/aandoening.

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

VV Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, vanwege specifieke aandoeningen, met de nadruk op begeleiding.

Zorgprofiel

De cliënten hebben op grond van een chronische ziekte specifieke begeleiding nodig in combinatie met zeer intensieve verzorging en verpleging in een beschermende woonomgeving.

De cliënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid volledige begeleiding nodig, overname van taken is noodzakelijk. Met name bestaat er sterke behoefte aan het bieden van dagstructurering. Ze kunnen niet of nauwelijks zelfstandig deelnemen aan het maatschappelijk leven, communiceren, zelfstandig besluiten nemen, complexe taken initiëren en regie voeren over hun eigen leven. Deze cliënten hebben behoefte aan een vaste structuur en hulp bij het organiseren van de dag.

De cliënten hebben ten aanzien van de psychosociale/cognitieve functies continu hulp, toezicht of sturing en begeleiding nodig, omdat er onder andere sprake is van beperkingen op het gebied van oriëntatie, geheugen en denken, concentratie en motivatie. Daarnaast kan extra begeleiding nodig zijn om familieleden te leren omgaan met de veranderde persoon.

De cliënten hebben ten aanzien van de verschillende aspecten van ADL veel hulp nodig. Met name bij kleine verzorgingstaken, de persoonlijke zorg voor tanden, haren, nagels en huid en bij het wassen kan ook behoefte zijn aan overname van zorg.

De cliënten hebben ten aanzien van mobiliteit binnenshuis veelal hulp nodig. Ten aanzien van mobiliteit buitenshuis is overname van zorg nodig (er is altijd een begeleider nodig). Verpleging is nodig om de chronische ziekte in de gaten te houden en eventueel passende maatregelen te nemen.

Er is bij deze cliënten vaak sprake van gedragsproblematiek, waardoor in die situaties vaak of continu hulp, toezicht of sturing nodig is. De aard van de gedragsproblematiek is divers, maar reactief gedrag met betrekking tot interactie en verbaal agressief gedrag komen in veel situaties voor. Een deel van de cliënten vertoont psychiatrische problematiek, zowel passief als actief van aard.

De aard van het begeleidingsdoel heeft meestal betrekking op begeleiding bij geleidelijke achteruitgang.

De cliënten hebben een structurele behoefte aan zorg, op meerdere momenten per dag. Het beperkingenbeeld van deze cliënten verandert vaak langzaam.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een somatische ziekte/aandoening of een psychogeriatrische ziekte/aandoening.

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

VV Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, vanwege specifieke aandoeningen, met de nadruk op verzorging/verpleging.

Zorgprofiel

De cliënten hebben op grond van een ernstige somatische aandoening/ziekte behoefte aan specifieke en zeer intensieve verzorging en verpleging in combinatie met begeleiding in een beschermende woonomgeving.

De cliënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid volledige begeleiding nodig, overname van taken is noodzakelijk. Deze begeleiding komt voort uit beperkingen die de ziekte met zich meebrengt en meestal niet uit het ontbreken van zelfregie. Met name bestaat er sterke behoefte aan het bieden van dagstructurering. Ze kunnen niet of nauwelijks zelfstandig deelnemen aan het maatschappelijk leven, complexe taken initiëren en regie voeren over hun eigen leven.

De cliënten hebben ten aanzien van de psychosociale/cognitieve functies overname nodig als gevolg van beperkingen op het gebied van concentratie en motivatie. Mede vanwege veranderingen in karakter en persoonlijkheid kunnen ook de partner en/of kinderen behoefte hebben aan begeleiding.

De cliënten hebben ten aanzien van alle aspecten van ADL ten gevolge van hun specifieke aandoeningen/ziektes minimaal hulp dan wel overname van zorg nodig.

De cliënten hebben ten aanzien van mobiliteit, zowel binnenshuis als buitenshuis, behoefte aan hulp of overname.

De cliënten hebben ten gevolge van de specifieke aandoeningen/ziektes continu behoefte aan veel (gespecialiseerde) verpleegkundige aandacht (voorkomen van decubitus, infecties, longontsteking).

Van gedragsproblematiek is bij deze cliënten in het algemeen geen sprake. Bij deze cliënten is meestal geen sprake van psychiatrische problematiek.

De aard van het begeleidingsdoel heeft meestal betrekking op begeleiding bij achteruitgang van de zorgsituatie.

De cliënten hebben een structurele behoefte aan zorg, op meerdere momenten per dag.

Het beperkingenbeeld van deze cliënten verandert vaak langzaam.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een somatische ziekte/aandoening.

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

Herstelgerichte behandeling met verpleging en verzorging;

sector verpleging en verzorging.

Zorgprofiel

Bij cliënten heeft medisch-specialistische diagnostiek/interventie plaatsgevonden waarbij doorgaans sprake is geweest van een opname. In aansluiting op de interventie is behoefte aan herstelgerichte behandeling die aanvullende integrale en multidisciplinaire aanpak vereist. De medisch-specialistische diagnostiek/interventie is afgerond. Naast de aandoening waarvoor de cliënt (aanvullende) behandeling ontvangt heeft de cliënt ook andere problemen in de zin van kwetsbaarheid en comorbiditeit (zoals problemen met de bloedsomloop, psychogeriatrische aandoeningen, het bewegingsapparaat en/of metabole stoornissen), hetgeen leidt tot instabiliteit, complicaties en verminderde leer- en trainbaarheid.

Aanvullend op de herstelgerichte behandeling kan functionele diagnostiek noodzakelijk zijn. Deze aanvullende functionele diagnostiek is vooral gericht op het beperkingenniveau van de cliënt, het onderzoeken welke behandeldoelen haalbaar zijn en het onderzoeken van behandelmogelijkheden (verbeteren van het functioneren van de verzekerde voor zover mogelijk, voorkomen van verergering van beperkingen en het zo lang mogelijk handhaven van zelfstandigheid).

De cliënten hebben ten aanzien van sociale redzaamheid op alle aspecten in ieder geval hulp en vaak overname van zorg nodig. Er is bij deze cliënten sprake van vergaand verlies van zelfregie. Er kan sprake zijn van zwerfgedrag. De cliënten hebben geen grip meer op hun eigen doen en laten.

Cliënten hebben ten aanzien van de verschillende psychosociale/cognitieve functies continu hulp, toezicht en sturing nodig, omdat de cliënten veel beperkingen hebben met betrekking tot oriëntatie, concentratie, geheugen en denken. Er is vaak sprake van desoriëntatie naar tijd, plaats en persoon.

Ten aanzien van ADL hebben cliënten op alle aspecten hulp of overname van zorg nodig, waaronder eten en drinken, kleine verzorgingstaken, de persoonlijke zorg voor tanden, haren, nagels en huid, de toiletgang, het wassen en kleden.

Ten aanzien van mobiliteit hebben de cliënten vaak hulp of overname van zorg nodig. Gedurende de verblijfsperiode vermindert de mobiliteitsproblematiek substantieel.

In het kader van herstel is verpleegkundige aandacht nodig.

Meestal is geen sprake van psychiatrische problematiek.

De cliënten kunnen soms gedragproblematiek vertonen. Dit betreft met name dwangmatig gedrag, ongecontroleerd/ontremd gedrag of reactief gedrag met betrekking tot interactie.

De aard van het begeleidingsdoel is veelal gericht op stabilisatie, soms op ontwikkeling of begeleiding bij achteruitgang.

Het beperkingenbeeld van de cliënt verandert langzaam.

De cliënten hebben een tijdelijke behoefte (2-6 maanden) aan extra behandeling en zorg, op meerdere momenten per dag.

Cliënten hebben behoefte aan 24 uur per dag zorg in de nabijheid.

Bij deze cliëntgroep is sprake van een multidisciplinaire inzet van behandelaars, waarbij specialistische deskundigheid op het gebied van ouderengeneeskunde noodzakelijk is.

De dominante grondslag is meestal een somatische of psychogeriatrische ziekte/ aandoening.

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

VG Wonen met begeleiding en verzorging.

Zorgprofiel

De volwassen cliënten functioneren sociaal beperkt zelfstandig. De cliënten wordt een veilige en vertrouwde leef- en werkwoonomgeving geboden. Het tijdsbesef is beperkt. De ondersteuning is gericht op het stimuleren van de zelfredzaamheid bij het uitvoeren van taken en op regievoering over het eigen leven. De begeleiding is gericht op het zo mogelijk deelnemen aan het maatschappelijk leven

Ten aanzien van sociale redzaamheid hebben de cliënten in het algemeen hulp nodig. Op het gebied van schriftelijke communicatie en besluitnemings- en oplossingsvaardigheden is soms ook overname nodig. Bij het uitvoeren van complexere taken is vrijwel altijd overname nodig.

Met betrekking tot de psychosociale/cognitieve functies hebben de cliënten af en toe of vaak hulp, toezicht of sturing nodig. De oriëntatie met betrekking tot ruimte en personen is gelegen in de voor de cliënt bekende omgeving en personen. Met name ten aanzien van concentratie, geheugen en denken, en ten aanzien van het psychosociaal welbevinden is vaak hulp nodig.

Met betrekking tot ADL hebben cliënten regelmatig behoefte aan toezicht en stimulatie. Bij de kleine verzorgingstaken, de persoonlijke zorg voor tanden, haren, nagels, huid en bij het wassen kan soms behoefte zijn aan enige hulp.

Ten aanzien van mobiliteit is doorgaans geen hulp nodig. In de vaste vertrouwde omgeving kan de cliënt zich oriënteren. Er kan wel behoefte zijn aan toezicht of stimulatie bij het verplaatsen buitenshuis.

Bij deze cliënten is doorgaans geen sprake van verpleging.

Bij deze cliënten is niet of in geringe mate sprake van gedragsproblematiek en psychiatrische problematiek.

De aard van het begeleidingsdoel is doorgaans gericht op stabilisatie of ontwikkeling.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een verstandelijke handicap (functiestoornis).

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

VG Wonen met begeleiding en intensieve verzorging.

Zorgprofiel

De cliënten functioneren sociaal zeer beperkt zelfstandig vanwege een verstandelijke handicap (functiestoornis). Een belangrijk doel van de begeleiding is het bieden van een veilige en vertrouwde leef- en werkwoonomgeving. Deelname aan het maatschappelijk leven is slechts met begeleiding mogelijk.

Ten aanzien van sociale redzaamheid hebben de cliënten veelal hulp of overname nodig. Cliënten zijn niet in staat complexere taken zelf uit te voeren. Hetzelfde geldt voor het huishoudelijk leven, het regelen van de dagelijkse routine en het nemen van beslissingen en oplossen van problemen. De ondersteuning is zowel gericht op stimulering en ontwikkeling, als op instandhouding van de zelfredzaamheid bij het uitvoeren van taken en van de regievoering over het eigen leven.

Ten aanzien van de psychosociale/cognitieve functies hebben cliënten vaak hulp, toezicht of sturing nodig. De oriëntatie met betrekking tot ruimte en personen is beperkt tot de voor de cliënt bekende omgeving en personen. Het tijdsbesef is zeer beperkt.

Ten aanzien van ADL is in het algemeen toezicht of hulp nodig. Bij het uitvoeren van kleine verzorgingstaken is veelal overname nodig. Dit betreft de zorg voor tanden, haren, nagels en huid. Met betrekking tot het eten en drinken volstaat meestal toezicht en stimulatie.

Op het gebied van mobiliteit kan enige hulp nodig zijn, vooral bij het verplaatsen buitenshuis. Ten aanzien van oriëntatie in ruimte en de fijne motoriek is toezicht en stimulatie nodig.

Bij deze cliënten is doorgaans geen sprake van verpleging.

Bij deze cliënten is niet of in geringe mate sprake van gedragsproblematiek en psychiatrische problematiek.

De aard van het begeleidingsdoel is gericht op stabilisatie of het voorkomen van achteruitgang, en waar mogelijk op ontwikkeling. Dit uit zich bijvoorbeeld in begeleiding op het gebied van welbevinden en/of participatie aan het maatschappelijk leven.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een verstandelijke handicap (functiestoornis).

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

VG Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verzorging.

Zorgprofiel

De cliënten functioneren sociaal niet zelfstandig en zijn continu begeleidingsbehoeftig vanwege een verstandelijke handicap (functiestoornis). Deelname aan het maatschappelijk leven is slechts met individuele begeleiding mogelijk. De begeleiding heeft een structuurverlenend karakter, met een duidelijke dagindeling, vaste leefregels en strikte afspraken. Daarnaast is er aandacht voor het ontwikkelen van sociale en praktische vaardigheden.

Wat betreft de sociale redzaamheid hebben de cliënten overname nodig bij het onderhouden van de sociale relaties, deelname aan het maatschappelijk leven, uitvoeren van taken en het regelen van de dagelijkse routine. Ten aanzien van communicatie is hulp nodig.

Ten aanzien van de psychosociale/cognitieve functies hebben cliënten vaak hulp, toezicht of sturing nodig. Er is sprake van gerichte begeleiding met als doel het realiseren van een vaste thuisbasis die veiligheid en geborgenheid biedt.

Ten aanzien van ADL hebben de cliënten hulp en regelmatig overname nodig. De begeleiding richt zich op het in stand houden van de mogelijkheden van de cliënt. Bij het eten en drinken is hulp en stimulatie vaak voldoende.

Op het gebied van mobiliteit kan hulp nodig zijn, vooral bij het verplaatsen buitenshuis. Bij de oriëntatie in ruimte, tijd, plaats en personen is overname van zorg nodig.

Bij deze cliënten kan sprake zijn van specifiek verpleegkundig handelen in verband met diverse aandoeningen.

Bij deze cliënten kan in geringe mate sprake zijn van gedragsproblematiek en psychiatrische problematiek. Hiervoor is gerichte begeleiding noodzakelijk. De begeleiding richt zich met name op het voorkomen van dwangmatig of manipulatief gedrag.

De aard van het begeleidingsdoel is veelal gericht op stabilisatie of het voorkomen van achteruitgang, en waar mogelijk op ontwikkeling.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een verstandelijke handicap (functiestoornis).

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

VG Wonen met intensieve begeleiding, verzorging en gedragsregulering.

Zorgprofiel

De cliënten functioneren sociaal (zeer) beperkt zelfstandig en zijn intensief begeleidingsbehoeftig, vanwege een verstandelijke handicap (functiestoornis) gecombineerd met gedragsproblematiek en/of psychiatrische problematiek. De begeleiding is vaak individueel en structuurbiedend, gericht op het reguleren van de gedragsproblematiek en op veiligheid. Er worden grenzen gesteld door anderen. Er is sprake van een voorspelbare invulling van de dag en van vaste leefregels. Veiligheidsrisico’s voor de begeleiders zijn beperkt.

Op het gebied van sociale redzaamheid hebben de cliënten ten aanzien van de meeste aspecten hulp of overname van taken nodig. Met name bij het uitvoeren van complexere taken, het regelen van de dagelijkse routine en het huishoudelijk leven is vanwege gedragsproblematiek overname van taken nodig.

Ten aanzien van de psychosociale/cognitieve functies hebben cliënten vaak hulp, toezicht of sturing nodig. Met name op het gebied van concentratie, geheugen en denken kan zelfs sprake zijn van continu behoefte aan hulp, toezicht of sturing.

De cliënt kan ADL veelal zelf uitvoeren, maar iemand anders moet wel toezien of stimuleren of soms helpen.

Ten aanzien van mobiliteit is doorgaans geen hulp nodig, soms wel toezicht en stimulatie bij het verplaatsen buitenshuis.

Bij deze cliënten is doorgaans geen sprake van verpleging.

Er is sprake van structurele, vaak cumulatieve gedragsproblematiek. De cliënten hebben hierdoor vaak of continu behoefte aan hulp, toezicht of sturing. De cliënten vragen van hun omgeving continu grote alertheid vanwege manipulatief, dwangmatig, ontremd en reactief gedrag.

Er komt regelmatig psychiatrische problematiek voor bij deze cliënten. Dit kan zowel actief als passief of wisselend van aard zijn.

De aard van het begeleidingsdoel is doorgaans gericht op stabilisatie of ontwikkeling.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een verstandelijke handicap (functiestoornis).

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

VG (Besloten) wonen met zeer intensieve begeleiding, verzorging en gedragsregulering

Zorgprofiel

Cliënten zijn sterk gedragsgestoord en licht of ernstig verstandelijk gehandicapt.

Beide cliëntgroepen functioneren sociaal beperkt of nauwelijks zelfstandig en zijn intensief begeleidingsbehoeftig, vanwege een verstandelijke handicap (functiestoornis) gecombineerd met gedrags- en/of psychiatrische problematiek. De cliënten hebben permanent structuur, veiligheid en bescherming nodig. De begeleiding is vaak individueel en structuurbiedend, waarbij de nadruk ligt op voorspelbaarheid van de invulling van de dag en vaste leefregels. Voor de doelgroep SGLVG heeft de begeleiding meer het karakter van hulp, in tegenstelling tot de doelgroep SGEVG waar de nadruk meer op overname ligt en met name de ADL-zorg meer nadrukkelijk aanwezig is. Wat betreft tijdbesteding komen deze twee groepen met elkaar overeen, waardoor tot uitdrukking wordt gebracht dat toezien en helpen voor de doelgroep SGLVG tijdsintensiever is dan overname van taken.

Er is sprake van risicovol gedrag, maatschappelijk probleemgedrag en cliënten zijn vaak zelf niet gemotiveerd voor behandeling. In verband met veiligheidsrisico’s zijn doorgaans meerdere begeleiders tegelijkertijd aanwezig.

Wat betreft sociale redzaamheid hebben cliënten hulp of overname van taken nodig, mede vanwege een combinatie van op elkaar ingrijpende problematiek (denk aan een verstandelijke handicap gepaard gaande met lichamelijke en/of zintuiglijke handicap(s) en/of psychogeriatrische problematiek etc.). Deelname aan het sociale leven is alleen mogelijk met individuele begeleiding.

Ten aanzien van de psychosociale/cognitieve functies hebben cliënten vaak tot continu hulp, toezicht of sturing nodig. Met name op het vlak van concentratie, geheugen en denken kunnen cliënten continu behoefte hebben aan hulp, toezicht of sturing.

De doelgroep SGLVG-cliënten kunnen ADL veelal zelf uitvoeren, maar hebben vaak wel behoefte aan toezicht en stimulatie. Ten aanzien van mobiliteit is doorgaans geen hulp nodig, soms is wel toezicht en stimulatie nodig bij het verplaatsen buitenshuis.

De doelgroep SGEVG-cliënten hebben ten aanzien van ADL wel regelmatig hulp nodig, met name bij de kleine verzorgingstaken, de persoonlijke zorg voor tanden, haren, nagels en huis, het wassen en het eten en drinken. Het kan voorkomen dat er twee verzorgenden/begeleiders nodig zijn. Ten aanzien van de mobiliteit kunnen zij ook hulp nodig hebben. Deze kan in intensiteit wisselend zijn. Met name bij oriëntatie in ruimte en het verplaatsen buitenshuis is hulp nodig. Cliënten kunnen door lichamelijke problematiek afhankelijk zijn van een elektrische rolstoel, ingewikkelde transfers, omgevingsbesturing en hulpmiddelen. Er kan sprake zijn van verpleegkundige aandacht.

Deze cliënten kennen verschillende vormen van extreme gedragsproblematiek. Dit kan zich op allerlei wijze uiten, bijvoorbeeld verbaal agressief, lichamelijk agressief, destructief, manipulatief, dwangmatig, ongecontroleerd en reactief gedrag. Hierbij is continu behoefte aan hulp, toezicht of sturing. Daarbij is zelfverwondend of zelfbeschadigend gedrag eveneens te verwachten. De cliënten vragen van hun omgeving continu grote alertheid. Het corrigeren van gedrag is zeer moeilijk doordat cliënten niet of moeilijk (met gangbare middelen) beïnvloedbaar zijn. Cliënten hebben geen of weinig inzicht in hun eigen aandeel bij interactieproblemen en een zeer beperkt leervermogen. Ze kunnen frequent en onvoorspelbaar fors gewelddadig reageren.

Kenmerkend voor deze doelgroepen is dat er doorgaans sprake is van een CEP-score van 3 of hoger en de aanwezigheid van een Bijzonder Zorgplan CCE. Er komt regelmatig psychiatrische problematiek voor bij deze cliënten. Deze kan actief, passief of wisselend van aard zijn.

De aard van het begeleidingsdoel is meestal gericht op stabilisatie of op ontwikkeling. Dit uit zich in het reguleren van de gedragsproblematiek en het bieden van structuur en veiligheid.

Cliënten hebben blijvend behoefte aan permanent toezicht.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een verstandelijke handicap (functiestoornis).

Gemiddelde scores beperkingen SGLVG

Gemiddelde scores beperkingen SGEVG

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

VG Wonen met begeleiding en volledige verzorging en verpleging

Zorgprofiel

Meervoudig gehandicapte cliënten functioneren sociaal niet zelfstandig en zijn continu begeleidingsbehoeftig vanwege een verstandelijke handicap (functiestoornis). De cliënten hebben daarnaast lichamelijke beperkingen waarvoor volledige verzorging en soms verpleging noodzakelijk is. Deelname aan het maatschappelijk leven is slechts met individuele begeleiding mogelijk. De begeleiding heeft een structuurverlenend karakter, met een duidelijke dagindeling.

Wat betreft de sociale redzaamheid is overname van zorg nodig. Dit heeft betrekking op het onderhouden van de sociale relaties, deelname aan het maatschappelijk leven, communicatie, uitvoeren van taken en het regelen van de dagelijkse routine. De cliënten zijn niet in staat om taken zelfstandig uit te voeren, mede vanwege een combinatie van op elkaar ingrijpende problematiek (denk aan een verstandelijke handicap die gepaard gaat met lichamelijke handicaps).

Ten aanzien van de psychosociale/cognitieve functies is overname en soms hulp nodig. Er is sprake van gerichte begeleiding met als doel het realiseren van een vaste thuisbasis die veiligheid en geborgenheid biedt.

Ten aanzien van ADL is overname van zorg nodig. Bij sommige cliënten is inzet van twee verzorgenden/begeleiders nodig om de zorg uit te voeren.

Ten aanzien van mobiliteit is overname noodzakelijk. Cliënten zijn niet mobiel. Zowel binnen als buitenshuis zijn cliënten volledig afhankelijk van een (elektrische) rolstoel, omgevingsbesturing en hulpmiddelen. Bij het maken van transfers is overname van zorg (met hulpmiddelen) nodig. Bij de oriëntatie is overname van zorg nodig.

Bij deze cliënten is regelmatig sprake van specifiek verpleegkundig handelen in verband met diverse aandoeningen.

Bij deze cliënten is geen of in geringe mate sprake van gedragsproblematiek en psychiatrische problematiek.

De aard van het begeleidingsdoel is veelal gericht op stabilisatie of begeleiding bij (geleidelijke) achteruitgang.

Cliënten hebben blijvend behoefte aan:

- Permanent toezicht, of

- 7x24 uur per dag zorg in de nabijheid.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een verstandelijke handicap (functiestoornis).

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

Wonen met enige behandeling en begeleiding;

sector licht verstandelijk gehandicapt (18 tot 23 jaar).

Zorgprofiel

De cliënten verblijven gedurende een afgebakende periode in een omgeving waar huisvesting, huishoudelijke ondersteuning en begeleiding met een behandelend karakter wordt geboden. Er is sprake van een duidelijk omschreven behandelklimaat. Cliënten worden behandeld aan de hand van een voor de cliënt vastgesteld behandelplan. Zij worden voorbereid op een zo zelfstandig mogelijk leven/ wonen. Door de instelling wordt contact onderhouden met de ouders/thuissituatie, eventueel de school van de cliënt en met andere externe betrokkenen zoals bijvoorbeeld het maatschappelijk werk.

Wat betreft sociale redzaamheid hebben de cliënten behoefte aan toezicht en stimulatie. Ten aanzien van complexe taken en op het gebied van besluitnemings- en oplossingsvaardigheden hebben cliënten hulp nodig.

Ten aanzien van het psychosociaal/cognitief functioneren hebben cliënten af en toe hulp, toezicht of sturing nodig. Op het gebied van geheugen en denken, concentratie en psychosociaal welbevinden kan vaker hulp, toezicht of sturing nodig zijn.

De cliënt kan ADL zelf uitvoeren, er is hooguit toezicht en stimulatie noodzakelijk.

Ten aanzien van mobiliteit is doorgaans geen sprake van beperkingen.

Er is doorgaans geen sprake van verpleging.

Er is sprake van gedragsproblematiek. De cliënt is in een fase gekomen waarin de gedragsproblematiek hanteerbaar is geworden. Ten aanzien van de gedragsproblematiek is enige sturing, regulering en toezicht nodig. Dit is met name aan de orde op het gebied van manipulatief gedrag en reactief gedrag met betrekking tot interactie.

Er kan sprake zijn van psychiatrische problematiek.

De aard van het begeleidingsdoel is gericht op het reguleren van de gedragsproblematiek, op ontwikkeling en waar mogelijk op vermaatschappelijking.

De cliënt heeft een structurele zorgbehoefte, op zowel geplande als ongeplande tijden en is cognitief in staat ‘even te wachten’ op de zorg zonder dat er direct problemen ontstaan.

Het profiel is doorgaans van toepassing op een cliënt die volgens zijn behandelaar is aangewezen op het afmaken van een onder de Jeugdwet aangevangen behandeling met verblijf.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een verstandelijke handicap (functiestoornis) met de verbijzondering dat de beperkte sociale redzaamheid in verband met een licht verstandelijke beperking een integrale behandeling noodzakelijk maakt.

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

Wonen met behandeling en begeleiding;

sector licht verstandelijk gehandicapt (18 tot 23 jaar).

Zorgprofiel

De cliënten verblijven gedurende een afgebakende periode in een omgeving waar huisvesting, huishoudelijke ondersteuning en begeleiding met een behandelend karakter wordt geboden. Er is sprake van een duidelijk omschreven behandelklimaat, dat zich uit kan strekken tot alle leefklimaten. Cliënten worden behandeld aan de hand van een voor de cliënt vastgesteld behandelplan dat zich richt op het leren van sociale vaardigheden, het aanleren van praktische vaardigheden, het verbeteren van de vrijetijdsbesteding,het ontwikkelen en aanleren van emotionele vaardigheden, versterken van motorische ontwikkeling, versterking van autonomie, verbetering van het sociale netwerk en seksuele opvoeding. Door de instelling wordt regelmatig contact onderhouden met de ouders/ thuissituatie, eventueel de school van het kind en met andere externe betrokkenen, zoals bijvoorbeeld het maatschappelijk werk.

Op het gebied van sociale redzaamheid hebben de cliënten vaak hulp en soms overname nodig, zij kunnen taken vaak niet zelf uitvoeren. Het gaat dan met name om het uitvoeren van complexere taken, het regelen van de dagelijkse routine en taken die besluitnemings- en oplossingsvaardigheden vereisen.

Ten aanzien van het psychosociaal/cognitief functioneren hebben cliënten af en toe tot vaak hulp, toezicht of sturing nodig.

De cliënt kan ADL in principe zelf uitvoeren, maar er is wel regelmatig behoefte aan toezicht en stimulatie, met name bij de kleine verzorgingstaken, de persoonlijke zorg voor tanden, haren, nagels, huid en bij het wassen, eten en drinken.

Ten aanzien van mobiliteit is er doorgaans geen sprake van beperkingen.

Er is doorgaans geen sprake van verpleging.

Er is sprake van gedragsproblematiek. De cliënt heeft hierbij veel sturing, regulering en toezicht nodig. Er is met name sprake van verbaal agressief gedrag, manipulatief gedrag, ongecontroleerd, ontremd gedrag en reactief gedrag met betrekking tot interactie.

Bijkomende psychiatrische problematiek komt regelmatig voor.

De aard van het begeleidingsdoel is gericht op het reguleren van de gedragsproblematiek, op ontwikkeling en waar mogelijk op vermaatschappelijking.

De cliënt heeft een structurele zorgbehoefte, op zowel geplande als ongeplande tijden.

Het profiel is doorgaans van toepassing op een cliënt voor wie de behandelaar heeft aangegeven dat dit onder de Jeugdwet aangevangen integrale behandeltraject nog niet is afgerond met ingang van het 18e

levensjaar.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een verstandelijke handicap (functiestoornis) met de verbijzondering dat de beperkte sociale redzaamheid in verband met een licht verstandelijke beperking een integrale behandeling noodzakelijk maakt.

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

Wonen met intensieve behandeling en begeleiding, kleine groep;

sector licht verstandelijk gehandicapt (18 tot 23 jaar).

Zorgprofiel

De cliënten verblijven gedurende een afgebakende periode in een omgeving waar huisvesting, huishoudelijke ondersteuning en begeleiding met een behandelend karakter wordt geboden. Er is sprake van een duidelijk omschreven behandelklimaat, dat zich uitstrekt tot alle leefsferen. Cliënten worden behandeld aan de hand van een voor de cliënt vastgesteld behandelplan dat zich richt op het leren van sociale vaardigheden, het aanleren van praktische vaardigheden, het verbeteren van vrijetijdsbesteding, het ontwikkelen en aanleren van emotionele vaardigheden, versterken van motorische ontwikkeling, versterking van autonomie, verbetering van het sociale netwerk en seksuele opvoeding. In verband met specifieke problematiek is verblijf binnen een kleine overzichtelijke groep en intensieve betrokkenheid vereist. Door de instelling wordt regelmatig contact onderhouden met de ouders/ thuissituatie,eventueel de school van het kind en met andere externe betrokkenen zoals bijvoorbeeld het maatschappelijk werk.

Op het gebied van sociale redzaamheid hebben de cliënten veel hulp nodig. Zij kunnen taken vaak met veel moeite zelf uitvoeren en hebben daarbij veel hulp of zelfs overname nodig.

Ook ten aanzien van het psychosociaal/cognitief functioneren hebben de cliënten vaak hulp, toezicht of sturing nodig.

De ADL kan de cliënt in principe zelf uitvoeren, maar ten aanzien van vrijwel alle aspecten is veel toezicht en stimulatie nodig.

Ten aanzien van mobiliteit is er doorgaans geen sprake van beperkingen.

Er is doorgaans geen sprake van verpleging.

Er is sprake van ernstige gedragsproblematiek. De cliënt heeft continu sturing, regulering, behandeling, ondersteuning en toezicht nodig. Er is met name sprake van verbaal agressief gedrag, manipulatief gedrag, ongecontroleerd, ontremd gedrag, reactief gedrag met betrekking tot interactie, zelfverwondend of zelfbeschadigend gedrag, angsten en psychosomatiek.

Bijkomende psychiatrische problematiek komt regelmatig voor.

De aard van het begeleidingsdoel is gericht op het reguleren van de gedragsproblematiek, op ontwikkeling en waar mogelijk op vermaatschappelijking.

De cliënt heeft een structurele zorgbehoefte, op zowel geplande als ongeplande tijden.

Het profiel is onder andere van toepassing op een cliënt voor wie de behandelaar heeft aangegeven dat dit onder de Jeugdwet aangevangen integrale behandeltraject nog niet is afgerond met ingang van het 18e levensjaar.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een verstandelijke handicap (functiestoornis) met de verbijzondering dat de beperkte sociale redzaamheid en ernstige gedragsproblematiek in verband met een licht verstandelijke beperking een integrale behandeling noodzakelijk maakt.

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

Wonen met zeer intensieve behandeling en begeleiding;

sector licht verstandelijk gehandicapt (18 tot 23 jaar).

Zorgprofiel

De cliënten verblijven gedurende een afgebakende periode in een omgeving waar alle leefsferen, te weten het wonen, school en/of dagbesteding en de vrije tijd op elkaar zijn afgestemd en waar vanuit de voorziening ondersteuning in de andere leefsferen plaatsvindt. Tevens wordt huishoudelijke ondersteuning geboden. Er is sprake van een duidelijk omschreven behandelklimaat, waarin permanente beveiliging mogelijk is en de bewegingsruimte enige tijd beperkt kan worden. De cliënt wordt behandeld aan de hand van een voor de cliënt vastgesteld behandelplan dat zich richt op het leren van sociale vaardigheden, het aanleren van praktische vaardigheden, het verbeteren van de vrijetijdsbesteding, het ontwikkelen en aanleren van emotionele vaardigheden, versterken van motorische ontwikkeling, versterking van autonomie, verbetering van het sociale netwerk en seksuele opvoeding. In verband met specifieke problematiek is verblijf binnen een kleine overzichtelijke groep en intensieve betrokkenheid vereist. Door de instelling wordt regelmatig contact onderhouden met de ouders/thuissituatie en met andere externe betrokkenen zoals bijvoorbeeld het maatschappelijk werk.

Wat betreft de sociale redzaamheid is veelal hulp nodig. Met name bij het aangaan van sociale relaties, deelname aan het maatschappelijk leven, het regelen van de dagelijkse routine en het uitvoeren van complexere taken is vaak continu hulp of overname nodig. Ten aanzien van het psychosociaal/cognitief functioneren hebben de cliënten vaak hulp, toezicht of sturing nodig.

Bij het uitvoeren van ADL heeft de cliënt continu toezicht en stimulatie nodig en soms (gedeeltelijke) overname, vooral bij de kleine verzorgingstaken en het wassen. Tevens is toezicht nodig met betrekking tot het voldoende en gezond eten en drinken. Ten aanzien van mobiliteit zijn er doorgaans geen beperkingen.

Er is doorgaans geen sprake van verpleging.

Er is sprake van zeer ernstige gedragsproblematiek. De cliënt heeft continu sturing, regulering, behandeling, ondersteuning en toezicht nodig. Er is met name sprake van verbaal agressief gedrag, destructief gedrag, manipulatief gedrag, ongecontroleerd, ontremd gedrag, reactief gedrag met betrekking tot interactie en zelfverwondend of zelfbeschadigend gedrag. Ook grensoverschrijdend seksueel gedrag kan voorkomen. De cliënt heeft een sterke neiging zich aan begeleiding te onttrekken en/of een gevaar voor zichzelf of de omgeving te vormen.

Bijkomende psychiatrische problematiek komt regelmatig voor.

De aard van het begeleidingdoel is gericht op het reguleren van de gedragsproblematiek, op ontwikkeling en waar mogelijk op vermaatschappelijking.

De cliënt heeft een structurele zorgbehoefte, op zowel geplande als niet geplande tijden.

Het profiel is onder andere van toepassing op een jongvolwassen cliënt voor wie de behandelaar heeft aangegeven dat dit onder de Jeugdwet aangevangen integrale behandeltraject nog niet is afgerond met ingang van het 18e levensjaar.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een verstandelijke handicap (functiestoornis) met de verbijzondering dat de beperkte sociale redzaamheid en ernstige gedragsproblematiek in verband met een licht verstandelijke beperking een integrale behandeling noodzakelijk maakt.

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

Besloten wonen met zeer intensieve behandeling en begeleiding;

sector licht verstandelijk gehandicapt (18 tot 23 jaar).

Zorgprofiel

De cliënten verblijven gedurende een afgebakende periode in een besloten omgeving, waar alle leefsferen, te weten het wonen, school en/of dagbesteding en de vrije tijd op elkaar zijn afgestemd en waar vanuit de voorziening ondersteuning in de andere leefsferen plaatsvindt. Er is sprake van een duidelijk omschreven behandelklimaat, waarin permanente beveiliging aanwezig is. De cliënt wordt behandeld aan de hand van een voor de cliënt vastgesteld behandelplan dat zich richt op het leren van sociale vaardigheden, het aanleren van praktische vaardigheden, het verbeteren van de vrijetijdsbesteding, het ontwikkelen en aanleren van emotionele vaardigheden, versterken van motorische ontwikkeling, versterking van autonomie, verbetering van het sociale netwerk en seksuele opvoeding. In verband met specifieke problematiek is verblijf binnen een kleine overzichtelijke groep en intensieve betrokkenheid vereist in een besloten omgeving. Een fysiek beschermende omgeving is mede noodzakelijk door voortdurend dreigende conflicten met de omgeving. Door de instelling wordt regelmatig contact onderhouden met de ouders/thuissituatie en met andere externe betrokkenen zoals bijvoorbeeld het maatschappelijk werk.

Met betrekking tot sociale redzaamheid hebben cliënten vrijwel altijd hulp of overname nodig. Ten aanzien van het psychosociaal/cognitief functioneren hebben de cliënten vaak hulp, toezicht of sturing nodig.

Bij het uitvoeren van ADL heeft de cliënt continu toezicht en stimulatie nodig en soms hulp, vooral bij de kleine verzorgingstaken en het wassen. Tevens is toezicht nodig met betrekking tot het voldoende en gezond eten en drinken.

Ten aanzien van mobiliteit zijn doorgaans geen beperkingen. Bij het verplaatsen buitenshuis en op het gebied van oriëntatie, kan wel toezicht en stimulatie nodig zijn.

Er is doorgaans geen sprake van verpleging.

Er is sprake van zeer ernstige gedragsproblematiek. Er is met name sprake van verbaal agressief gedrag, destructief gedrag, manipulatief gedrag, ongecontroleerd, ontremd gedrag, reactief gedrag met betrekking tot interactie. Ook grensoverschrijdend seksueel gedrag kan voorkomen. De cliënt heeft continu sturing, regulering, behandeling, ondersteuning en toezicht nodig.

De mate van toezicht is zeer intensief. De deur van de verblijfsruimte is gesloten. Verblijf buiten de besloten verblijfsruimte is beperkt en als dit plaatsvindt, gaat de cliënt niet zonder direct toezicht naar buiten.

Bijkomende psychiatrische problematiek komt regelmatig voor.

De aard van het begeleidingsdoel is gericht op het reguleren van de gedragsproblematiek, op ontwikkeling en waar mogelijk op vermaatschappelijking.

De cliënt heeft een structurele zorgbehoefte, op zowel geplande als ongeplande tijden.

Het profiel is onder andere van toepassing op een cliënt voor wie de behandelaar heeft aangegeven dat dit onder de Jeugdwet aangevangen integrale behandeltraject nog niet is afgerond met ingang van het 18e levensjaar.

De dominante grondslag is meestal een verstandelijke handicap (functiestoornis) met de verbijzondering dat de beperkte sociale redzaamheid en ernstige gedragsproblematiek in verband met een licht verstandelijke beperking een integrale behandeling noodzakelijk maakt.

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

LVG Behandeling in een SGLVG behandelcentrum.

Zorgprofiel

Het verblijf van de volwassen cliënten op de SGLVG behandelafdeling wordt gekenmerkt door een drie leefsferen situatie (een geïntegreerd aanbod van wonen, school/werk en vrije tijd) en een therapeutisch milieu. De begeleiding en behandeling is multidisciplinair en integraal: alle betrokkenen werken volgens het behandelplan van de cliënt. De dagelijkse begeleiding omvat onderzoek en observatie in de dagelijkse situatie, individuele begeleidingsgesprekken/therapieën en in de behandelfase tevens praktijkgerichte vorming.

Ten aanzien van sociale redzaamheid, zowel het aangaan en onderhouden van relaties en contacten als deelname aan het maatschappelijk leven, het inperken van gevaar en de dagelijkse routine hebben cliënten continu hulp of overname nodig. Cliënten hebben moeite met het zelfstandig nemen van besluiten, het inschatten van de gevolgen en het oplossen van problemen. Cliënten kunnen eenvoudige taken gedeeltelijk zelf initiëren en uitvoeren, maar hier is wel toezicht en stimulatie bij nodig, soms moet gedeeltelijk worden overgenomen. Ook bij de dagelijkse routine, structuur aanbrengen in de dagindeling en het huishoudelijk leven is toezicht, stimulatie en gedeeltelijke overname nodig.

Met betrekking tot de psychosociale/cognitieve functies hebben cliënten continu hulp, toezicht of sturing nodig.

Cliënten kunnen de verschillende aspecten van ADL in principe zelf uitvoeren, maar hebben hier wel toezicht en stimulatie of soms hulp bij nodig.

Ten aanzien van mobiliteit hebben de cliënten doorgaans geen beperkingen. Bij het verplaatsen buitenshuis en met betrekking tot oriëntatie is wel vaak toezicht of stimulatie nodig.

Er is doorgaans geen sprake van verpleging.

Er is sprake van ernstige, complexe gedragsproblematiek. De cliënt heeft hierbij continu toezicht, sturing of hulp nodig.

Er is vaak sprake van psychiatrische problematiek, die in veel gevallen actief van aard is.

De aard van het begeleidingsdoel is gericht op stabilisatie en ontwikkeling.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een verstandelijke handicap (functiestoornis) met de verbijzondering dat de beperkte sociale redzaamheid en ernstige gedragsproblematiek in verband met een licht verstandelijke beperking een integrale behandeling noodzakelijk maakt.

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

LG Wonen met enige begeleiding en enige verzorging (2015).

Zorgprofiel

Cliënten zijn licht lichamelijk gehandicapt, functioneren sociaal grotendeels zelfstandig binnen een bepaalde structuur en hebben een goed besef van tijd, plaats en persoon.

De cliënten kunnen grotendeels zelf de regie voeren over hun eigen leven, zij hebben daarbij ten aanzien van de sociale redzaamheid toezicht of stimulatie nodig. Dit kan met name het geval zijn bij besluitnemings- en oplossingsvaardigheden en bij het uitvoeren van complexe taken.

De cliënten hebben ten aanzien van de psychosociale/cognitieve functies af en toe hulp, toezicht of sturing nodig. Dit kan met name het geval zijn ten aanzien van concentratie, geheugen en denken, prikkelgevoeligheid en het psychosociaal welbevinden van de cliënten.

De cliënten kunnen ADL zelf uitvoeren, er is hooguit af en toe toezicht of stimulatie nodig, bijvoorbeeld bij het wassen en aan- en uitkleden.

Ten aanzien van de mobiliteit zijn de cliënten vrijwel volledig zelfstandig, er kan af en toe toezicht of stimulatie nodig zijn.

Er is doorgaans geen of in geringe mate sprake van verpleging.

Er is meestal geen sprake van gedrags- of psychiatrische problematiek.

De aard van het begeleidingsdoel is veelal gericht op stabilisatie of ontwikkeling.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een lichamelijke handicap (functiestoornis).

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

LG Wonen met begeleiding en enige verzorging.

Zorgprofiel

Cliënten zijn matig lichamelijk gehandicapt en functioneren sociaal beperkt zelfstandig binnen een afgesproken vaste structuur. Cliënten worden op een eenduidige manier benaderd.

De cliënten kunnen niet zelfstandig de regie voeren over hun eigen leven en hebben daardoor ten aanzien van de sociale redzaamheid dagelijks behoefte aan hulp. Dit is met name het geval bij het onderhouden en aangaan van sociale contacten, besluitnemings- en oplossingsvaardigheden, eenvoudige taken en het huishoudelijk leven. Bij het uitvoeren van complexe taken is soms overname nodig.

De cliënten hebben ten aanzien van de psychosociale/cognitieve functies begeleiding nodig in de vorm van hulp, toezicht of sturing. De intensiteit kan veranderlijk zijn. Met name op het vlak van concentratie, geheugen en denken, informatieverwerking, perceptie van zichzelf en bij prikkelgevoeligheid is dit vaak aan de orde.

De cliënten kunnen veel ADL grotendeels zelf uitvoeren, maar er is wel behoefte aan toezicht en stimulatie bij bijvoorbeeld de kleine verzorgingstaken, de persoonlijke zorg voor tanden, haren, nagels, huid en bij het eten en drinken. Bij het wassen en aankleden kan hulp nodig zijn.

Ten aanzien van de mobiliteit kan de cliënt zich voor een groot deel zelf redden, er is wel af en toe toezicht of stimulatie nodig. Dit betreft met name het verplaatsen buitenshuis.

Af en toe kan verpleegkundige aandacht nodig zijn.

Er kan sprake zijn van gedragsproblematiek, de cliënt kan met name door manipulatief, dwangmatig, ontremd en reactief gedrag af en toe hulp, toezicht en sturing nodig hebben.

Bij deze cliënten kan soms psychiatrische problematiek voorkomen, actief dan wel passief van aard.

De aard van het begeleidingsdoel is gericht op stabilisatie en ontwikkeling.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een lichamelijke handicap (functiestoornis).

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

LG Wonen met enige begeleiding en verzorging (2015).

Zorgprofiel

Cliënten zijn ernstig lichamelijk gehandicapt en functioneren sociaal grotendeels zelfstandig binnen een bepaalde structuur.

Cliënten kunnen voor een groot deel zelf de regie voeren over hun eigen leven. Zij hebben hierbij ten aanzien van de sociale redzaamheid toezicht of stimulatie nodig. Echter bij de uitvoering van complexe taken en met betrekking tot het huishoudelijk leven kan behoefte bestaan aan hulp.

De cliënten hebben ten aanzien van de psychosociale/cognitieve functies af en toe hulp, toezicht of sturing nodig. Dit kan met name het geval zijn bij informatieverwerking, perceptie van zichzelf en psychosociaal welbevinden van de cliënten. Cliënten hebben een goed besef van tijd, plaats en persoon.

De cliënten kunnen een aantal aspecten van ADL niet of met veel moeite zelf uitvoeren, er is veelal sprake van behoefte aan hulp bij het wassen, kleden en de toiletgang. Bij andere ADL-taken is meer sprake van toezicht of stimulatie.

Ten aanzien van de mobiliteit hebben cliënten behoefte aan toezicht of stimulatie. Er kan wel vaak hulp, toezicht of stimulatie nodig zijn bij transfers en het voortbewegen binnenshuis. Het kan voorkomen dat hierbij hulpmiddelen nodig zijn. Met betrekking tot de motoriek kan af en toe behoefte zijn aan hulp, toezicht of sturing.

Af en toe kan verpleegkundige aandacht nodig zijn.

Er is meestal geen sprake van gedrags- of psychiatrische problematiek.

De aard van het begeleidingsdoel is veelal gericht op stabilisatie, soms op ontwikkeling of begeleiding bij achteruitgang. De cliënten hebben een structurele zorgbehoefte, op zowel geplande als op niet geplande tijden.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een lichamelijke handicap (functiestoornis).

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

LG Wonen met begeleiding en verzorging.

Zorgprofiel

Cliënten zijn ernstig lichamelijk gehandicapt en functioneren sociaal beperkt zelfstandig binnen een afgesproken vaste structuur. Zij worden op een eenduidige manier benaderd.

De cliënten kunnen niet zelfstandig de regie over hun eigen leven voeren en hebben daardoor ten aanzien van de sociale redzaamheid vaak hulp of overname van taken nodig. Bijvoorbeeld bij deelname aan het maatschappelijk leven, het voeren van een huishouden, dagelijkse routine, het uitvoeren van eenvoudige taken en ten aanzien van besluitnemings- en oplossingsvaardigheden. Bij het uitvoeren van complexe taken is vaak volledige overname van taken nodig.

De cliënten hebben ten aanzien van de psychosociale/cognitieve functies begeleiding nodig in de vorm van hulp, toezicht of sturing. De intensiteit kan veranderlijk zijn. Met name op het vlak van concentratie, geheugen en denken, informatieverwerking, perceptie van zichzelf en bij prikkelgevoeligheid is vaak hulp, toezicht of sturing nodig van begeleiders.

De cliënten hebben ten aanzien van alle aspecten van ADL ten minste toezicht of stimulatie nodig, maar vaak ook hulp. Bijvoorbeeld bij de kleine verzorgingstaken, het wassen en aankleden, het in en uit bed gaan en de toiletgang.

Ten aanzien van de mobiliteit is altijd ten minste toezicht of stimulatie maar vaak ook hulp nodig. Cliënten hebben hulp nodig bij het maken van transfers, het voortbewegen binnenshuis en het verplaatsen buitenshuis. Voor verplaatsing en transfers zijn doorgaans hulpmiddelen nodig.

Regelmatig is verpleegkundige aandacht vereist.

Er kan sprake zijn van gedragsproblematiek, de cliënt kan met name door manipulatief, dwangmatig, ontremd en reactief gedrag af en toe hulp, toezicht en sturing nodig hebben.

Bij deze cliënten kan soms ook sprake zijn van psychiatrische problematiek, actief dan wel passief van aard.

De aard van het begeleidingsdoel is veelal gericht op stabilisatie, soms op ontwikkeling of begeleiding bij achteruitgang.

Het beperkingenbeeld van de cliënt verandert langzaam of soms ook niet. De cliënten hebben een structurele zorgbehoefte, op zowel geplande als op niet geplande tijden.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een lichamelijke handicap (functiestoornis).

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

LG Wonen met begeleiding en intensieve verzorging.

Zorgprofiel

Cliënten zijn zeer ernstig lichamelijk gehandicapt en functioneren sociaal grotendeels zelfstandig binnen een bepaalde structuur.

De cliënten kunnen redelijk zelf de regie over hun eigen leven voeren, maar hebben hierbij wel toezicht of stimulatie nodig, en in enkele gevallen hulp ten aanzien van de sociale redzaamheid. Dit is vooral het geval bij het uitvoeren van complexe taken en praktische zaken in het huishoudelijk leven.

De cliënten hebben ten aanzien van de psychosociale/cognitieve functies af en toe hulp, toezicht of sturing nodig. Dit kan met name het geval zijn bij geheugen en denken, informatieverwerking en bij het psychosociaal welbevinden van de cliënten. Cliënten hebben een goed besef van tijd, plaats en persoon.

De cliënt is volledig ADL afhankelijk, er is hulp of overname van taken nodig. Het kan voorkomen dat er regelmatig twee verzorgenden nodig zijn om deze zorg van de cliënt over te nemen.

Ten aanzien van de mobiliteit hebben de cliënten hulp en soms overname nodig. De cliënt kan afhankelijk zijn van een elektrische rolstoel, ingewikkelde transfers, omgevingsbesturing en hulpmiddelen. Ten aanzien van de motoriek is vaak hulp, toezicht of sturing nodig.

Er is regelmatig tot vaak verpleegkundige aandacht vereist. Dit kan ook gespecialiseerd verpleegkundig handelen omvatten, waarbij sprake kan zijn van de directe beschikbaarheid van een verpleegkundige.

Er is meestal geen sprake van gedrags- of psychiatrische problematiek.

De aard van het begeleidingsdoel is veelal gericht op stabilisatie of (geleidelijke) achteruitgang. De cliënten hebben een structurele zorgbehoefte, op zowel geplande als op niet geplande tijden.

Eventuele behandeling is gericht op complicaties en preventie hiervan.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een lichamelijke handicap (functiestoornis).

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

LG Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verzorging.

Zorgprofiel

Cliënten zijn zeer ernstig lichamelijk gehandicapt en functioneren sociaal beperkt zelfstandig binnen een afgesproken vaste structuur. Zij worden op een eenduidige manier benaderd.

De cliënten zijn zelf niet in staat regie te voeren over hun eigen leven. Zij hebben ten aanzien van de sociale redzaamheid hulp of soms overname van taken nodig. Overname komt met name voor met betrekking tot deelname aan het maatschappelijk leven, het nemen van beslissingen en het uitvoeren van eenvoudige en complexe taken.

De cliënten hebben ten aanzien van de psychosociale/cognitieve functies af en toe tot vaak hulp, toezicht of sturing nodig. Dit is met name vaker nodig bij geheugen en denken, concentratie, perceptie van zichzelf en prikkelgevoeligheid van de cliënten.

De cliënt is volledig ADL afhankelijk, er is hulp of overname van taken nodig. Het kan voorkomen dat regelmatig twee verzorgenden deze zorg van de cliënt moeten overnemen.

Ten aanzien van de mobiliteit is hulp en overname nodig, zowel bij het voortbewegen binnenshuis als buitenshuis. Ten aanzien van de motoriek is vaak hulp, toezicht of sturing nodig.

Er is regelmatig tot vaak verpleegkundige aandacht vereist. Dit kan ook gespecialiseerd verpleegkundig handelen omvatten, waarbij sprake kan zijn van de directe beschikbaarheid van een verpleegkundige.

Er kan sprake zijn van gedragsproblematiek, de cliënt kan met name door manipulatief, dwangmatig en reactief gedrag af en toe hulp, toezicht en sturing nodig hebben.

Bij deze cliënten is soms ook sprake van psychiatrische problematiek, actief dan wel passief van aard.

De aard van het begeleidingsdoel is veelal gericht op stabilisatie of (geleidelijke) achteruitgang. De cliënten hebben een structurele zorgbehoefte, op zowel geplande als op niet geplande tijden.

Eventuele behandeling is gericht op complicaties en preventie hiervan.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een lichamelijke handicap (functiestoornis).

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

LG Wonen met zeer intensieve begeleiding en zeer intensieve verzorging.

Zorgprofiel

Cliënten zijn zeer ernstig lichamelijk gehandicapt, functioneren sociaal zeer beperkt zelfstandig en moeten op een eenduidige manier worden benaderd.

Cliënten kunnen zelf geen regie voeren over hun eigen leven en hebben daardoor ten aanzien van de sociale redzaamheid totale overname nodig. Dit betreft het onderhouden van de sociale relaties, communicatie,deelname aan het maatschappelijk leven, uitvoeren van taken en het regelen van de dagelijkse routine.

Cliënten hebben ten aanzien van de psychosociale/cognitieve functies vaak tot continu hulp, toezicht of sturing nodig. Continu hulp, toezicht of sturing kan met name het geval zijn bij het geheugen en denken, concentratie, perceptie van zichzelf en prikkelgevoeligheid van de cliënten. Oriëntatie met betrekking tot ruimte en personen is veelal beperkt tot de dagelijkse omgeving en mensen in de directe nabijheid. Het tijdsbesef is veelal beperkt.

De cliënt is volledig ADL afhankelijk. Het kan voorkomen dat er regelmatig twee verzorgenden nodig zijn om deze zorg van de cliënt over te nemen.

Ten aanzien van de mobiliteit is volledige overname nodig, zowel buitenshuis als binnenshuis. Daarbij hebben cliënten vaak moeite met oriëntatie in ruimte. Wat betreft de motoriek is vrijwel continu hulp, toezicht of sturing nodig.

Er is regelmatig tot vaak verpleegkundige aandacht vereist. Dit kan ook gespecialiseerd verpleegkundig handelen omvatten, waarbij sprake kan zijn van de directe beschikbaarheid van een verpleegkundige.

Er is veelal sprake van gedragsproblematiek voortkomend uit geriatrische of soms psychiatrische problematiek, de cliënten hebben af en toe tot vaak hulp, toezicht en sturing nodig. De cliënten kunnen met name door dwangmatig, ontremd en reactief gedrag vaak hulp, toezicht en sturing nodig hebben.

Er kan sprake zijn van psychiatrische problematiek, actief dan wel passief van aard.

De aard van het begeleidingsdoel is veelal gericht op (geleidelijke) achteruitgang of stabilisatie. De cliënten hebben een structurele zorgbehoefte, op zowel geplande als op niet geplande tijden.

De behandeling is gericht op complicaties en preventie hiervan.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een lichamelijke handicap (functiestoornis).

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

ZGaud Wonen met begeleiding en enige verzorging (2015).

Zorgprofiel

De cliënten zijn auditief en/of communicatief gehandicapt, met eventueel andere problematiek.

De cliënten hebben ten aanzien van de sociale redzaamheid regelmatig hulp, toezicht of sturing nodig. Dit kan met name het geval zijn bij communicatie, besluitnemings- en oplossingsvaardigheden, het uitvoeren van eenvoudige taken en bij het uitvoeren van complexe taken.

De cliënten hebben ten aanzien van de psychosociale/cognitieve functies af en toe hulp, toezicht of sturing nodig. Met name ten aanzien van informatieverwerking, prikkelgevoeligheid en bij het psychosociaal welbevinden van de cliënten is vaker hulp, toezicht of sturing nodig.

De cliënten kunnen ADL grotendeels zelf uitvoeren, er is af en toe toezicht of stimulatie nodig. Dit kan met name het geval zijn bij het eten en drinken.

De cliënten zijn zeer zelfstandig met betrekking tot mobiliteit.

Er is doorgaans geen behoefte aan verpleging.

Er kan sprake zijn van gedragsproblematiek.

Er kan soms sprake zijn van psychiatrische problematiek, welke actief dan wel passief van aard kan zijn.

De aard van het begeleidingsdoel is veelal gericht op ontwikkeling, soms ook op stabilisatie.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een zintuiglijke handicap (functiestoornis).

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

ZGaud Wonen met intensieve begeleiding en verzorging.

Zorgprofiel

De cliënten zijn auditief en/of communicatief gehandicapt en hebben beperkte meervoudige problematiek.

De cliënten hebben ten aanzien van de sociale redzaamheid hulp of overname van taken nodig. Dit kan met name het geval zijn bij communicatie, deelname aan het maatschappelijk leven, dagelijkse routine, besluitnemings- en oplossingsvaardigheden en bij het uitvoeren van eenvoudige en complexe taken.

De cliënten hebben ten aanzien van de psychosociale/cognitieve functies vaak tot continu hulp, toezicht of sturing nodig. Continu hulp, toezicht of sturing kan met name het geval zijn bij geheugen en denken, concentratie, perceptie van zichzelf en de omgeving en prikkelgevoeligheid van de cliënten.

De cliënten hebben ten aanzien van de ADL toezicht en stimulatie nodig, en soms hulp. Met name bij kleine verzorgingstaken, de persoonlijke zorg voor tanden, haren, nagels, huid en bij het wassen kan er hulp nodig zijn.

De cliënten hebben ten aanzien van de mobiliteit toezicht en stimulatie nodig. Met name bij het verplaatsen buitenshuis hebben cliënten vaak behoefte aan hulp.

Er kan enige (specialistische) verpleegkundige aandacht vereist zijn.

Er kan sprake zijn van gedragsproblematiek, hierbij is af en toe hulp, toezicht of sturing nodig. Met name vanwege dwangmatig en reactief gedrag met betrekking tot interactie kan vaker behoefte zijn aan hulp, toezicht of sturing.

Er kan sprake zijn van psychiatrische problematiek, welke vaak actief en soms passief of wisselend van aard is.

De aard van het begeleidingsdoel is veelal gericht op ontwikkeling, soms ook op stabilisatie. De cliënten hebben een structurele zorgbehoefte, op zowel geplande als op niet geplande tijden.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een zintuiglijke handicap (functiestoornis).

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

ZGaud Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verzorging.

Zorgprofiel

De cliënten zijn auditief en/of communicatief gehandicapt en hebben een ernstige meervoudige problematiek.

De cliënten zijn niet sociaal zelfredzaam en hebben ten aanzien van de totale sociale redzaamheid overname nodig.

De cliënten hebben ten aanzien van de psychosociale/cognitieve functies vaak tot continu hulp, toezicht of sturing nodig. Continu hulp, toezicht of sturing kan met name het geval zijn bij geheugen en denken, concentratie, perceptie van zichzelf en de omgeving en bij prikkelgevoeligheid van de cliënten.

De cliënten kunnen de ADL niet of met veel moeite zelf uitvoeren, er is veelal sprake van hulp bij deze taken. Met name bij de kleine verzorgingstaken, de persoonlijke zorg voor tanden, haren, nagels, huid en bij het wassen kan in plaats van hulp soms overname noodzakelijk zijn.

De cliënten hebben ten aanzien van de mobiliteit vaak hulp, toezicht of stimulatie nodig. Dit is met name het geval met betrekking tot de oriëntatie in ruimte en het verplaatsen buitenshuis.

Er kan enige (specialistische) verpleegkundige aandacht vereist zijn.

Er kan sprake zijn van gedragsproblematiek, waarbij dan af en toe tot vaak hulp, toezicht of sturing nodig is.

Tevens is er vaak sprake van psychiatrische problematiek, welke vaak actief maar ook passief of wisselend van aard kan zijn.

De aard van het begeleidingsdoel is veelal gericht op ontwikkeling, soms op stabilisatie. De cliënten hebben een structurele zorgbehoefte, op zowel geplande als op niet geplande tijden.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een zintuiglijke handicap (functiestoornis).

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

ZGaud Wonen met intensieve begeleiding en enige verzorging.

Zorgprofiel

De cliënten zijn auditief en/of communicatief gehandicapt. Er is sprake van bijkomende problematiek.

De cliënten hebben ten aanzien van de sociale redzaamheid regelmatig hulp nodig. Dit kan met name het geval zijn bij communicatie, deelname aan het maatschappelijk leven, dagelijkse routine en bij het uitvoeren van eenvoudige taken. Bij besluitnemings- en oplossingsvaardigheden en het uitvoeren van complexe taken kan sprake zijn van overname.

De cliënten hebben ten aanzien van de psychosociale/cognitieve functies vaak hulp, toezicht of sturing nodig. Met name ten aanzien van informatieverwerking, geheugen en denken, prikkelgevoeligheid, perceptie van zichzelf en de omgeving, zelfbepaling en bij het psychosociaal welbevinden van de cliënten is vaker hulp, toezicht of sturing nodig.

De cliënten kunnen ADL grotendeels zelf uitvoeren, er is af en toe toezicht of stimulatie nodig. Dit kan met name het geval zijn bij persoonlijke zorg zoals wassen en eten en drinken.

De cliënten zijn doorgaans zelfstandig met betrekking tot mobiliteit.

Met name bij het verplaatsen buitenshuis hebben cliënten soms toezicht of sturing nodig.

Er is doorgaans geen behoefte aan verpleging.

Er kan sprake zijn van gedragsproblematiek, hierbij is af en toe toezicht of sturing nodig. Met name vanwege reactief gedrag met betrekking tot interactie, manipulatief en dwangmatig gedrag.

Er kan sprake zijn van psychiatrische problematiek, welke actief dan wel passief van aard kan zijn.

De aard van het begeleidingsdoel is veelal gericht op ontwikkeling, soms ook op stabilisatie. De cliënten hebben een structurele zorgbehoefte, op zowel geplande als op niet geplande tijden.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een zintuiglijke handicap (functiestoornis).

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

ZGvis Wonen met enige begeleiding en enige verzorging (2015)

Zorgprofiel

De cliënten zijn enkelvoudig visueel gehandicapt en hebben een beperkte andere problematiek.

De cliënten hebben ten aanzien van de sociale redzaamheid toezicht en stimulatie nodig. Dit kan met name het geval zijn bij communicatie, besluitnemings- en oplossingsvaardigheden en bij het uitvoeren van complexe taken.

De cliënten hebben ten aanzien van de psychosociale/cognitieve functies af en toe hulp, toezicht of sturing nodig. Dit kan met name het geval zijn bij geheugen en denken, concentratie, perceptie van de omgeving en zichzelf en bij het psychosociaal welbevinden van de cliënten.

De cliënten kunnen de ADL grotendeels zelf uitvoeren, er kan bij het eten en drinken toezicht of stimulatie nodig zijn.

De cliënten zijn zelfstandig met betrekking tot mobiliteit, er kan af en toe sprake zijn van behoefte aan toezicht of stimulatie bij het verplaatsen buitenshuis.

Er is doorgaans geen sprake van verpleging.

Gedragsproblematiek en psychiatrische problematiek zijn doorgaans niet aan de orde.

De aard van het begeleidingsdoel is meestal gericht op ontwikkeling of soms stabilisatie. De cliënten hebben een structurele zorgbehoefte, op zowel geplande als op niet geplande tijden.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een zintuiglijke handicap (functiestoornis).

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

ZGvis Wonen met begeleiding en enige verzorging.

Zorgprofiel

De cliënten zijn enkelvoudig visueel gehandicapt en hebben matige andere problematiek.

De cliënten hebben ten aanzien van sociale redzaamheid toezicht en stimulatie nodig en soms hulp. Hulp is met name nodig bij deelname aan het maatschappelijk leven, het uitvoeren van eenvoudige en complexe taken en ten aanzien van besluitnemings- en oplossingsvaardigheden.

De cliënten hebben ten aanzien van de psychosociale/cognitieve functies regelmatig hulp, toezicht of sturing nodig. Met name ten aanzien van informatieverwerking, perceptie van de omgeving en zichzelf en bij de prikkelgevoeligheid van de cliënten is vaker behoefte aan hulp, toezicht of sturing.

De cliënten kunnen de ADL-taken grotendeels zelf uitvoeren, maar hebben wel regelmatig behoefte aan toezicht of stimulatie. Overname kan met name nodig zijn als het gaat om kinderen.

De cliënten zijn redelijk zelfstandig met betrekking tot mobiliteit, er is af en toe toezicht of stimulatie nodig. Bij het verplaatsen buitenshuis kan soms hulp nodig zijn.

Verpleging is niet of in geringe mate aan de orde voor deze cliënten.

Er is meestal geen sprake van gedragsproblematiek.

Er kan psychiatrische problematiek aan de orde zijn, actief dan wel passief van aard.

De aard van het begeleidingsdoel is veelal gericht op ontwikkeling of stabilisatie. De cliënten hebben een structurele zorgbehoefte, op zowel geplande als op niet geplande tijden.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een zintuiglijke handicap (functiestoornis).

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

ZGvis Wonen met intensieve begeleiding en verzorging.

Zorgprofiel

De cliënten zijn visueel gehandicapt en hebben ernstige andere problematiek.

De cliënten hebben ten aanzien van de sociale redzaamheid hulp en soms overname nodig. Met betrekking tot communicatie (begrijpen wat anderen zeggen, zich begrijpelijk maken en lezen, schrijven en rekenen) is hulp nodig. Van overname is sprake ten aanzien van deelname aan het maatschappelijk leven, het nemen van besluiten, uitvoeren van eenvoudige en complexe taken en het regelen van dagelijkse routine.

De cliënten hebben ten aanzien van de psychosociale/cognitieve functies regelmatig hulp, toezicht of sturing nodig. Met name ten aanzien van informatieverwerking, perceptie van de omgeving en zichzelf en bij de prikkelgevoeligheid van de cliënten kan vaker behoefte zijn aan hulp, toezicht of sturing.

De cliënten hebben ten aanzien van ADL met name behoefte aan toezicht en stimulatie, soms ook aan hulp, vooral bij de kleine verzorgingstaken en de persoonlijke zorg voor tanden, haren, nagels, huid en bij het aan- en uitkleden.

De cliënten zijn redelijk zelfstandig met betrekking tot mobiliteit, er is af en toe toezicht of stimulering nodig. Bij het verplaatsen buitenshuis en oriëntatie in ruimten is meestal hulp nodig, soms ook bij verplaatsingen binnenshuis.

Verpleging is niet of in geringe mate aan de orde voor deze cliënten.

Er kan sprake zijn van gedrags- en psychiatrische problematiek, welke zowel actief als passief van aard kan zijn.

De aard van het begeleidingsdoel is met name gericht op ontwikkeling en in kleinere mate op stabilisatie of achteruitgang. De cliënten hebben een structurele zorgbehoefte, op zowel geplande als op niet geplande tijden.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een zintuiglijke handicap (functiestoornis).

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

ZGvis Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verzorging.

Zorgprofiel

De cliënten zijn visueel gehandicapt en hebben een ernstige meervoudige problematiek.

De cliënten hebben ten aanzien van de sociale redzaamheid hulp en overname nodig. Overname kan met name het geval zijn bij deelname aan het maatschappelijk leven, communicatie, huishoudelijk leven, dagelijkse routine regelen en bij uitvoering van eenvoudige en complexe taken.

De cliënten hebben ten aanzien van de psychosociale/cognitieve functies vaak hulp, toezicht of sturing nodig. Dit kan met name het geval zijn bij concentratie, geheugen en denken, perceptie van de omgeving en zichzelf en de prikkelgevoeligheid van de cliënten.

De cliënten hebben ten aanzien van ADL doorgaans hulp nodig. Overname kan soms nodig zijn met betrekking tot de kleine verzorgingstaken, persoonlijke zorg voor tanden, haren, nagels, huid en bij het wassen en kleden.

De cliënten hebben ten aanzien van mobiliteit met name hulp en overname nodig. Hulp is nodig bij het voortbewegen binnenshuis, overname is nodig met betrekking tot het verplaatsen buitenshuis en oriëntatie in ruimten. Ook ten aanzien van de motoriek kan af en toe behoefte bestaan aan hulp, toezicht of sturing.

Verpleging is niet of in geringe mate aan de orde bij deze cliënten.

Er kan sprake zijn van gedragsproblematiek waarbij dan af en toe hulp, toezicht of sturing nodig is. Ook kan er sprake zijn van psychiatrische problematiek, actief dan wel passief van aard.

De aard van het begeleidingsdoel is vaak gericht op ontwikkeling, maar kan ook gericht zijn op stabilisatie of het omgaan met (geleidelijke) achteruitgang. De cliënten hebben een structurele zorgbehoefte, op zowel geplande als op niet geplande tijden.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een zintuiglijke handicap (functiestoornis).

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

ZGvis Wonen met zeer intensieve begeleiding en zeer intensieve verzorging.

Zorgprofiel

De cliënten zijn visueel gehandicapt en hebben zeer ernstige meervoudige problematiek. Dit kan zowel een sterke begeleidingsbehoefte in combinatie met intensieve verzorging zijn (groep A), als ook intensieve begeleiding in combinatie met intensieve gedragsregulering (groep B). Beide profielen worden in dit ZZP onderscheiden en beschreven.

De cliënten hebben ten aanzien van de totale sociale redzaamheid hulp of volledige overname nodig.

De cliënten hebben ten aanzien van de psychosociale/cognitieve functies vaak tot continu hulp, toezicht of sturing nodig. Dit kan met name het geval zijn bij het geheugen en denken, concentratie, perceptie van de omgeving en zichzelf en bij de prikkelgevoeligheid van de cliënten.

Cliëntgroep A heeft ten aanzien van ADL-taken volledige hulp of overname nodig.

Ten aanzien van de mobiliteit heeft cliëntgroep A veelal overname nodig. Overname kan met name het geval zijn bij oriëntatie in ruimte, bewegen, transfers maken en het voortbewegen binnens- en buitenshuis. Ook ten aanzien van de motoriek kan regelmatig behoefte bestaan aan hulp, toezicht of sturing.

Cliëntgroep B kan de ADL-taken veelal zelf uitvoeren, waarbij wel sprake kan zijn van toezicht of stimulatie.

Ten aanzien van de mobiliteit geldt voor cliëntgroep B dat zij in grote mate zelfredzaam zijn, soms kan enig toezicht of stimuleren nodig zijn.

Bij cliëntgroep A kan voor een deel van de cliënten verpleegkundige aandacht vereist zijn. Bij cliëntgroep B is verpleegkundige aandacht niet of in geringe mate aan de orde.

Bij cliëntgroep A kan soms sprake zijn van gedragsproblematiek, met name in de vorm van dwangmatig gedrag en/of reactief gedrag met betrekking tot interactie.

Bij cliëntgroep B is vaak sprake van gedragsproblematiek welke gerelateerd kan zijn aan verslavingsgedrag. Dit kan zich met name uiten in verbaal agressief gedrag, manipulatief en/of dwangmatig gedrag. Hierbij bestaat regelmatig behoefte aan hulp, toezicht of sturing.

Psychiatrische problematiek kan voorkomen bij deze cliënten, dit kan zowel passief als actief van aard zijn. Actieve psychiatrische problematiek komt met name voor bij cliëntgroep B.

Bij cliëntgroep A is de aard van het begeleidingsdoel met name gericht op ontwikkeling, maar kan ook stabilisatie of begeleiding bij achteruitgang betreffen. Soms is sprake van begeleiding in de terminale fase.

Bij cliëntgroep B is de aard van het begeleidingsdoel meestal gericht op stabilisatie of op ontwikkeling. Dit uit zich in het reguleren van de gedragsproblematiek en het bieden van structuur en veiligheid.

De cliënten hebben een structurele zorgbehoefte, op zowel geplande als op niet geplande tijden.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een zintuiglijke handicap (functiestoornis).

Gemiddelde scores beperkingen (A)

Gemiddelde scores beperkingen (B)

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

GGZ-B Voortgezet verblijf met intensieve begeleiding.

Zorgprofiel

Deze cliëntgroep heeft vanwege een psychiatrische aandoening een vorm van behandeling (geneeskundige zorg) nodig die het verblijf in een instelling noodzakelijk maakt. Daarnaast is intensieve begeleiding nodig, die continu nabij is. De cliënten hebben een veilige, weinig eisende en prikkelarme verblijfsomgeving nodig die bescherming, stabiliteit en structuur biedt. De behandelaar is integraal verantwoordelijk voor het behandelplan en verblijf.

De cliënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid dagelijks intensieve begeleiding nodig. Er is sprake van verlies van zelfregie en van een verstoord dag- en nachtritme. Cliënten hebben grote problemen met het onderhouden van sociale relaties en het invullen van de dag. Tot deelname aan het maatschappelijk leven is men nagenoeg niet in staat en vaak ook niet in geïnteresseerd. Daarnaast zijn er forse beperkingen in de besluitnemings- en oplossingsvaardigheden en bij het initiëren en uitvoeren van eenvoudige en complexere taken. De cliënten hebben in het algemeen begeleiding nodig bij het beheren van geld en het verrichten van administratieve handelingen. Ze reizen doorgaans met begeleiding.

De cliënten hebben in het algemeen intensieve ondersteuning nodig ten aanzien van alle cognitieve/psychische functies.

De aard van het behandel-/begeleidingsdoel kan ontwikkelingsgericht zijn, zodanig dat terugkeer naar huis dan wel plaatsing in een beschermende woonomgeving mogelijk wordt. De behandeling is daarbij met name gericht op het herstel van het persoonlijk functioneren. Er is echter ook een groep cliënten die als chronisch is te beschouwen. Voor deze groep is stabilisatie en continuering van de situatie het uitgangspunt. Ook kan sprake zijn van begeleiding bij achteruitgang. Deze groep zal permanent behandeling nodig blijven hebben om verdere/nieuwe terugval te voorkomen.

Ten aanzien van ADL hebben de cliënten in het algemeen behoefte aan toezicht of stimulatie met betrekking tot de persoonlijke verzorging.

Ten aanzien van mobiliteit hebben de cliënten in het algemeen geen hulp nodig.

Bij deze cliënten kan terugkerend sprake zijn van enige gedragsproblematiek, maar die is hanteerbaar in de context van voortdurende begeleiding. Dit speelt met name bij reactief gedrag met betrekking tot interactie.

De psychiatrische problematiek bij deze cliënten variëren van passief tot actief. De psychiatrische symptomen zijn bij tijd en wijle lastig onder controle te krijgen; dan is intensivering van zorg gewenst (of bijstelling van medicatie).

Het profiel is van toepassing op een volwassen cliënt waarvoor de GGZ-behandelaar heeft aangegeven dat dit onder de Zorgverzekeringswet aangevangen behandeltraject na drie jaar nog niet is afgerond.

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Behandel-/begeleidingsdoel

GGZ-B Voortgezet verblijf met intensieve begeleiding en verzorging.

Zorgprofiel

Deze cliëntgroep heeft vanwege een ernstige psychiatrische aandoening een vorm van behandeling (geneeskundige zorg) nodig die het verblijf in een instelling noodzakelijk maakt. Daarnaast is intensieve begeleiding plus verzorging vanwege (somatische) gezondheidsproblemen nodig. De cliënten hebben een structuur en toezicht biedende beschermende verblijfsomgeving nodig. De behandelaar is integraal verantwoordelijk voor het behandelplan en verblijf.

De cliënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid dagelijks intensieve begeleiding nodig. Er is sprake van verlies, van zelfregie en van een verstoord dag- en nachtritme. Cliënten hebben grote problemen met het onderhouden van sociale relaties en het invullen van de dag. Tot deelname aan het maatschappelijk leven is men niet in staat. Daarnaast zijn er forse beperkingen in de besluitnemings- en oplossingsvaardigheden en bij het initiëren en uitvoeren van eenvoudige en complexere taken. De cliënten hebben in het algemeen begeleiding nodig bij het beheren van geld en het verrichten van administratieve handelingen. Ze reizen doorgaans met begeleiding.

De cliënten hebben in het algemeen intensieve ondersteuning nodig ten aanzien van alle cognitieve/psychische functies.

De aard van het behandel-/begeleidingsdoel kan ontwikkelingsgericht zijn, zodanig dat terugkeer naar huis dan wel plaatsing in een beschermende woonomgeving mogelijk wordt. Er is echter ook een groep cliënten die als chronisch is te beschouwen. Voor deze groep is stabilisatie en continuering van de situatie het uitgangspunt. Deze groep zal permanent behandeling nodig blijven hebben om verdere/nieuwe terugval te voorkomen.

Ten aanzien van ADL hebben de cliënten vanwege gezondheidsproblemen vaak dagelijks behoefte aan hulp bij de persoonlijke verzorging (bijvoorbeeld als gevolg van problemen passend bij het ouder worden of door verwaarlozing van de gezondheid door het zwerven op straat).

Ten aanzien van mobiliteit hebben de cliënten in het algemeen geen hulp nodig.

Bij deze cliënten is sprake van gedragsproblematiek. De behandeling is mede gericht op het beheersbaar houden van deze gedragsproblematiek en het omgaan met defecten.

De psychiatrische problematiek is bij deze cliënten over het algemeen actief van aard (de psychopathologie is floride en/of er is sprake van een actieve middelen verslaving).

Het profiel is van toepassing op een volwassen cliënt waarvoor de GGZ-behandelaar heeft aangegeven dat dit onder de Zorgverzekeringswet aangevangen behandeltraject na drie jaar nog niet is afgerond.

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Behandel-/begeleidingsdoel

GGZ-B Voortgezet verblijf met intensieve begeleiding en gedragsregulering.

Zorgprofiel

Deze cliëntgroep heeft vanwege een ernstige psychiatrische aandoening intensieve behandeling (geneeskundige zorg) nodig die het verblijf in een instelling noodzakelijk maakt. Daarnaast is intensieve begeleiding en structurering nodig. De verblijfsomgeving moet structuur, veiligheid en bescherming bieden. De behandelaar is integraal verantwoordelijk voor het behandelplan en verblijf.

De cliënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid dagelijks intensieve begeleiding nodig die voortdurend nabij is, met daarnaast een sterk gestructureerde dagindeling. Cliënten zijn nauwelijks in staat sociale relaties te onderhouden en de dag in te vullen. Tot deelname aan het maatschappelijk leven is men niet in staat, noch geïnteresseerd. Daarnaast ontbreken de besluitnemings- en oplossingsvaardigheden en moet het initiëren en uitvoeren van eenvoudige en complexere taken vaak worden overgenomen. De cliënten hebben begeleiding nodig bij het beheren van geld en het verrichten van administratieve handelingen. Ze reizen met begeleiding.

De cliënten hebben intensieve ondersteuning nodig ten aanzien van alle cognitieve/ psychische functies.

De aard van het behandel-/begeleidingsdoel kan ontwikkelingsgericht zijn, zodanig dat terugkeer naar huis dan wel plaatsing in een beschermende woonomgeving mogelijk wordt. Er is echter ook een groep cliënten die als chronisch is te beschouwen. Voor deze groep is stabilisatie en continuering van de situatie het uitgangspunt. Deze groep zal permanent behandeling nodig blijven hebben om verdere/nieuwe terugval te voorkomen.

Ten aanzien van ADL hebben de cliënten betreffende de verschillende aspecten behoefte aan toezicht en stimulatie en/of hulp. Er kunnen somatische problemen zijn die extra aandacht vragen; als gevolg van zelfverwaarlozing.

Ten aanzien van mobiliteit hebben de cliënten in het algemeen geen hulp nodig.

Bij deze cliënten is sprake van ernstige gedragsproblematiek die, mede vanuit de behandeling, voortdurend moet worden gereguleerd. Deze cliënten doen een groot beroep op hun sociale omgeving en zetten deze voortdurend onder druk met manipulatief gedrag. Ze zijn beperkt gevoelig voor correctie, hebben weinig inzicht in hun eigen aandeel bij interactieproblemen en een relatief beperkt leervermogen. Er is sprake van verbaal agressief gedrag, manipulatief, dwangmatig, destructief en reactief gedrag met betrekking tot interactie. Er kan sprake zijn van zelfverwondend of zelfbeschadigend gedrag.

De psychiatrische problematiek is bij deze cliënten over het algemeen actief van aard (de psychopathologie is floride en/of er is sprake van actieve middelenverslaving). De psychiatrische symptomen zijn moeilijk onder controle te krijgen. Er is regelmatig sprake van intensivering van de behandeling en begeleiding en er is regelmatige bijstelling van de medicatie nodig.

Het profiel is van toepassing op een volwassen cliënt waarvoor de GGZ-behandelaar heeft aangegeven dat dit onder de Zorgverzekeringswet aangevangen behandeltraject na drie jaar nog niet is afgerond.

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Behandel-/begeleidingsdoel

GGZ-B Voortgezet verblijf met intensieve begeleiding en intensieve verpleging en verzorging.

Zorgprofiel

Deze cliëntgroep heeft vanwege een ernstige psychiatrische aandoening intensieve behandeling (geneeskundige zorg) nodig die het verblijf in een instelling noodzakelijk maakt. Daarnaast is er, in combinatie met een somatische aandoening, een lichamelijke handicap of verstandelijke beperking, intensieve begeleiding en zorg nodig. De verblijfsomgeving moet structuur, veiligheid en bescherming bieden en zijn aangepast aan de beperkingen van de cliënten (b.v. rolstoelgebruik). De behandelaar is integraal verantwoordelijk voor het behandelplan en verblijf.

De cliënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid dagelijks intensieve begeleiding nodig die voortdurend nabij is, met daarnaast een sterk gestructureerde dagindeling. Cliënten zijn nauwelijks in staat sociale relaties te onderhouden en de dag in te vullen. Tot deelname aan het maatschappelijk leven is men niet in staat, noch geïnteresseerd. Daarnaast ontbreken de besluitnemings- en oplossingsvaardigheden en moet het initiëren en uitvoeren van eenvoudige en complexere taken vaak worden overgenomen. De cliënten hebben begeleiding nodig bij het beheren van geld en het verrichten van administratieve handelingen. Ze reizen met begeleiding.

De cliënten hebben intensieve ondersteuning nodig ten aanzien van alle cognitieve/ psychische functies.

De aard van het behandel-/begeleidingsdoel kan ontwikkelingsgericht zijn, zodanig dat terugkeer naar huis dan wel plaatsing in een beschermende woonomgeving mogelijk wordt. Er is echter ook een groep cliënten die als chronisch is te beschouwen. Voor deze groep is stabilisatie en continuering van de situatie of begeleiding bij achteruitgang het uitgangspunt. Deze groep zal permanent behandeling nodig blijven hebben om verdere/nieuwe terugval te voorkomen of te beperken.

Met betrekking tot ADL is er uitgebreide behoefte aan hulp, onder andere bij het eten en drinken, bij het zich wassen en kleden, de toiletgang, eten en drinken. De cliënt is op dit gebied nagenoeg volledig zorgafhankelijk. Bij deze cliënten is tevens vaak sprake van verpleegkundig handelen als gevolg van fysieke gezondheidsproblemen.

Ten aanzien van mobiliteit is met betrekking tot het maken van transfers (in en uit bed; in en uit rolstoel) hulp nodig.

Bij deze cliënten is sprake van gedragsproblematiek. De behandeling is mede gericht op het beheersbaar houden van deze gedragsproblematiek.

De psychiatrische problematiek is bij deze cliënten over het algemeen actief van aard (de psychopathologie is floride). De psychiatrische symptomen zijn moeilijk onder controle te krijgen. Er is regelmatig sprake van intensivering van de behandeling en begeleiding en er is regelmatige bijstelling van de medicatie nodig. De behandeling is zowel gericht op de psychiatrische problematiek als op de bijkomende problematiek.

Het profiel is van toepassing op een volwassen cliënt waarvoor de GGZ-behandelaar heeft aangegeven dat dit onder de Zorgverzekeringswet aangevangen behandeltraject na drie jaar nog niet is afgerond.

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Behandel-/begeleidingsdoel

GGZ-B Beveiligd voortgezet verblijf vanwege extreme gedragsproblematiek met zeer intensieve begeleiding.

Zorgprofiel

Deze cliëntgroep heeft vanwege een zeer ernstige psychiatrische aandoening zeer intensieve behandeling (geneeskundige zorg) nodig die het verblijf in een instelling noodzakelijk maakt. Daarnaast is zeer intensieve begeleiding nodig met daarnaast intensieve verzorging, een buitengewoon gestructureerd klimaat en grote mate van beveiliging en bescherming. De verblijfsomgeving moet hier op zijn afgestemd. Er is een specifieke bouwkundige setting en specifieke beveiligingsklimaat nodig. De behandelaar is integraal verantwoordelijk voor het behandelplan en verblijf.

De cliënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid dagelijks zeer intensieve begeleiding nodig die voortdurend nabij is, met daarnaast een buitengewoon sterk gestructureerde dagindeling. Cliënten zijn niet in staat sociale relaties te onderhouden en de dag in te vullen. Deelname aan het maatschappelijk leven is vanwege de extreme gedragsproblematiek niet aan de orde. Verder ontbreken alle besluitnemings- en oplossingsvaardigheden en moet het initiëren en uitvoeren van eenvoudige en complexere taken volledig worden overgenomen.

De cliënten hebben intensieve ondersteuning nodig ten aanzien van alle cognitieve/ psychische functies.

De aard van het behandel-/begeleidingsdoel kan ontwikkelingsgericht zijn, zodanig dat terugkeer naar huis dan wel plaatsing in een beschermende woonomgeving mogelijk wordt. Er is echter ook een groep cliënten die als chronisch is te beschouwen. Voor deze groep is stabilisatie en continuering van de situatie het uitgangspunt. Deze groep zal permanent een behandeling nodig blijven hebben om verdere/nieuwe terugval te voorkomen.

Ten aanzien van ADL hebben de cliënten betreffende de verschillende aspecten behoefte aan enige hulp. Bij deze cliënten is regelmatig tot vaak verpleegkundig handelen nodig (medicatie en gezondheidsbescherming).

Ten aanzien van mobiliteit hebben de cliënten in beperkte mate hulp nodig. Uit veiligheidsoverwegingen kan geen sprake zijn van het zelfstandig verplaatsen buitenshuis.

Deze cliënten kennen verschillende vormen van extreme gedragsproblematiek. Dit betreft verbaal agressief, lichamelijk agressief, destructief, manipulatief, dwangmatig, ongecontroleerd en reactief gedrag. Hierbij is continu behoefte aan hulp, toezicht of sturing. Daarbij is zelfverwondend of zelfbeschadigend gedrag eveneens te verwachten. De cliënten doen een groot beroep op hun sociale omgeving en zetten deze continu onder druk. Ze zijn ongevoelig voor correctie, hebben geen inzicht in hun eigen aandeel bij interactieproblemen en hebben een zeer beperkt leervermogen. Ze kunnen frequent en onvoorspelbaar fors gewelddadig reageren.

De psychiatrische problematiek is bij deze cliënten over het algemeen actief van aard (de psychopathologie is floride). De psychiatrische symptomen zijn moeilijk onder controle te krijgen. Er is regelmatig sprake van intensivering van de behandeling en begeleiding en er is regelmatige bijstelling van de medicatie nodig.

Het profiel is van toepassing op een volwassen cliënt waarvoor de GGZ-behandelaar heeft aangegeven dat dit onder de Zorgverzekeringswet aangevangen behandeltraject na drie jaar nog niet is afgerond.

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Behandel-/begeleidingsdoel

Sector GGZ, Wonen

GGZ Wonen met intensieve begeleiding

Zorgprofiel

Deze cliëntgroep heeft vanwege een psychiatrische aandoening intensieve begeleiding nodig. Ze zijn niet in staat regie te voeren over een zelfstandige huishouding, hebben niet de potentie (kunnen en willen) om zelfstandig te wonen; kunnen hun hulpvraag niet uitstellen en/of verwoorden en/of zijn niet in staat om tijdig hulp te vragen. Er is sprake van een beperkt probleemoplossend vermogen, van impulsief beslissen en reageren en van problemen in de impulsbeheersing.

Het vaardigheidsniveau van de cliënt is beperkt. Cliënten kunnen eenvoudige taken waar zij in het dagelijks leven voor staan niet zonder begeleiding uitvoeren. De cliënten hebben een veilige, weinig eisende en prikkelarme woonomgeving nodig die bescherming, stabiliteit, veiligheid en structuur biedt. De begeleiding, psychiatrische verpleging en/of behandeling is dan ook met name gericht op het omgaan met de defecten en de kwetsbaarheid als gevolg daarvan, op het ondersteunen en/of behandelen van cliënten om het probleemgedrag om te buigen tot constructief of functioneel gedrag.

De psychiatrische problematiek bij deze cliënten varieert van passief tot actief. De psychiatrische symptomen zijn bij tijd en wijle lastig onder controle te krijgen, dan is intensivering van zorg gewenst (of bijstelling van medicatie). Cliënten hebben zelf geen of beperkt inzicht in de gevolgen van de aandoening en de effecten van hun (probleem)gedrag.

Sociale redzaamheid

De cliënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid dagelijks intensieve begeleiding nodig. Er is sprake van verlies van zelfregie en/of een verstoord dag- en nachtritme. Cliënten hebben grote problemen met het onderhouden van sociale relaties en het invullen van de dag. Buiten professionals hebben cliënten zeer weinig relaties die steunend kunnen zijn of deze relaties zijn niet in de nabijheid. Tot deelname aan het maatschappelijk leven is men nagenoeg niet in staat, cliënt ervaart geen binding met de samenleving. Cliënt vraagt niet op een adequate wijze om hulp, geeft de eigen grenzen niet aan.

Psychosociale / cognitieve functies

Er zijn forse beperkingen in de besluitnemings- en oplossingsvaardigheden en bij het initiëren en uitvoeren van eenvoudige taken. De cliënten hebben bijvoorbeeld begeleiding nodig bij het beheren van geld en/of het verrichten van administratieve handelingen. Cliënten hebben begeleiding nodig bij het structureren van de dag en het doen van dagelijkse repeterende handelingen zoals verzorgen van maaltijden en doen van boodschappen. De cliënten hebben in het algemeen intensieve ondersteuning nodig ten aanzien van alle cognitieve/psychische functies.

ADL / HDL

Ten aanzien van ADL hebben de cliënten in het algemeen behoefte aan toezicht of stimulatie met betrekking tot de persoonlijke verzorging en het schoonhouden van hun persoonlijke leefomgeving.

Mobiliteit

Cliënten kunnen vanwege lichamelijke schade ten gevolge van leefstijl en/of vanwege gevolgschade van de stoornis en/of de medicatie, eerder dan gemiddeld mobiliteitsproblemen hebben. Vaak maken zij dan gebruik van hulpmiddelen op relatief jonge leeftijd vanwege somatische aandoeningen.

Gedragsproblematiek

Bij deze cliënten kan terugkerend sprake zijn van enige gedragsproblematiek, maar die is hanteerbaar in de context van voortdurende begeleiding in de nabijheid. Dit speelt met name bij reactief gedrag met betrekking tot interactie.

Aard van het begeleidings / behandeldoel

De aard van het begeleidings-/behandeldoel is leren omgaan met of begeleiden bij de kwetsbaarheid en het hanteren van de effecten van hun gedrag. De focus ligt op stabilisatie en behoud van vaardigheden en is ontwikkelingsgericht. Er kan echter ook sprake zijn van begeleiding bij achteruitgang en het voorkomen van instabiliteit op het gebied van levensterreinen zoals huisvesting, financiën en sociale relaties. Cliënt heeft een zinvolle invulling van de dag.

Grondslag

Bij cliënten in dit zorgprofiel is sprake van een psychiatrische aandoening, psychische stoornis (waartoe ook verslaving behoort). Mogelijk in combinatie met een (licht) verstandelijke beperking en/of een lichte somatische aandoening.

GGZ Wonen met intensieve begeleiding en verzorging

Zorgprofiel

Deze cliëntgroep heeft vanwege een psychiatrische aandoening intensieve begeleiding nodig. Ze kunnen hun hulpvraag niet uitstellen en/of verwoorden en/of zijn niet in staat om tijdig hulp te vragen. De cliënten hebben een structuur en toezicht biedende beschermende woonomgeving nodig, die deels een besloten karakter kan hebben (gecontroleerde in- en uitgang). Er is ondersteuning van taken op alle levensterreinen nodig inclusief hulp vanwege (somatische) gezondheidsbeperkingen.

De psychiatrische problematiek bij deze cliënten varieert van passief tot actief en/of er is sprake van actieve middelen verslaving. De problematiek wordt getracht onder controle te houden met medicijnen en begeleiding, psychiatrische verpleging en/of behandeling gericht op het gedrag van de cliënt, op het ondersteunen en/of behandelen van cliënten om het probleemgedrag om te buigen tot constructief of functioneel gedrag. Indien van toepassing is sprake van gecontroleerd gebruik van middelen.

Sociale redzaamheid

De cliënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid dagelijks intensieve begeleiding nodig. Er is sprake van verlies van zelfregie en van een verstoord dag- en nachtritme. Cliënten hebben grote problemen met het onderhouden van sociale relaties en het invullen van de dag. Buiten professionals hebben cliënten zeer weinig relaties die steunend kunnen zijn of deze relaties zijn niet in de nabijheid. Tot deelname aan het maatschappelijk leven is men niet in staat, cliënt ervaart geen binding met de samenleving. Cliënt vraagt niet op een adequate wijze om hulp, geeft de eigen grenzen niet aan.

Psychosociale / cognitieve functies

Er zijn forse beperkingen in de besluitnemings- en oplossingsvaardigheden en bij het initiëren en uitvoeren van eenvoudige taken. De cliënten hebben begeleiding nodig bij het beheren van geld en het verrichten van administratieve handelingen. Dagelijks repeterende handelingen worden voor de cliënt georganiseerd, cliënt kan daarbij onder begeleiding taken uitvoeren. Cliënten hebben in het algemeen intensieve ondersteuning nodig ten aanzien van alle cognitieve/psychische functies; er kan sprake zijn van geheugendefecten.

ADL / HDL

Ten aanzien van ADL hebben de cliënten vanwege een slechte gezondheid in algemene zin veelal dagelijks behoefte aan hulp bij de persoonlijke verzorging (bijvoorbeeld als gevolg van problemen passend bij het ouder worden of door verwaarlozing van de gezondheid door het zwerven op straat). Cliënten kunnen hun persoonlijke leefomgeving niet zelfstandig schoonhouden, hierbij worden zij intensief begeleid.

Mobiliteit

Cliënten hebben vanwege lichamelijke schade ten gevolge van leefstijl en/of vanwege gevolgschade van de stoornis en/of de medicatie, eerder dan gemiddeld mobiliteitsproblemen. Vaak maken zij gebruik van hulpmiddelen op relatief jonge leeftijd vanwege somatische aandoeningen. Op bekende ‘ingesleten’ routes kunnen ze zonder begeleiding reizen. Voor overige routes reizen ze met begeleiding.

Gedragsproblematiek

Bij deze cliënten is sprake van gedragsproblematiek. De begeleiding is mede gericht op het beheersbaar houden van deze gedragsproblematiek en het begeleiden van gedrag als gevolg van cognitieve schade.

Aard van het begeleidings / behandeldoel

De aard van het begeleidings-/behandeldoel is ontwikkelingsgericht in het leren omgaan met of begeleiden bij de kwetsbaarheid en het hanteren van de effecten van hun gedrag, danwel stabilisatie en continuering van de situatie. Gericht op het voorkomen van instabiliteit op het gebied van huisvesting, financiën, sociale relaties. Cliënt heeft een zinvolle invulling van de dag.

Grondslag

Bij cliënten in dit zorgprofiel is sprake van een psychiatrische aandoening, psychische stoornis (waartoe ook verslaving behoort), mogelijk in combinatie met een somatische aandoening, een lichamelijke en/of (lichte) verstandelijke handicap.

GGZ Wonen met intensieve begeleiding en gedragsregulering

Zorgprofiel

Deze cliëntgroep heeft vanwege een complexe psychiatrische aandoening intensieve zorg en intensieve begeleiding nodig. Ze kunnen hun hulpvraag niet uitstellen en/of verwoorden en/of zijn niet in staat om tijdig hulp te vragen. De woonomgeving moet veel structuur, veiligheid en bescherming bieden, die deels een besloten karakter kan hebben (gecontroleerde in- en uitgang). Er is ondersteuning en overname van taken op alle levensterreinen nodig.

De psychiatrische problematiek is bij deze cliënten actief van aard (de psychopathologie is floride). De problematiek wordt getracht onder controle te houden met medicijnen en intensieve begeleiding, psychiatrische verpleging en/of behandeling.

Sociale redzaamheid

De cliënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid dagelijks intensieve begeleiding nodig die voortdurend nabij is, met daarnaast een sterk gestructureerde dagindeling. Er is sprake van verlies van zelfregie en vaak van een verstoord dag- en nachtritme. Cliënten zijn vanwege een gebrek aan sociale vaardigheden niet in staat sociale relaties te onderhouden en de dag in te vullen. Tot deelname aan het maatschappelijk leven is men niet in staat, cliënten ervaren grote afstand tot de maatschappij. Cliënt vraagt niet op adequate wijze om hulp, geeft de eigen grenzen niet aan.

Psychosociale / cognitieve functies

Bij deze cliënten ontbreken de besluitnemings- en oplossingsvaardigheden en moet het initiëren en uitvoeren van eenvoudige en complexere taken vaak worden overgenomen of is aanvullende hulp noodzakelijk. De cliënten hebben begeleiding nodig bij het beheren van geld en het verrichten van administratieve handelingen. De cliënten hebben intensieve ondersteuning nodig ten aanzien van alle cognitieve/psychische functies. Ze beslissen vaak impulsief, hebben geen inzicht in de consequenties van gedrag.

ADL / HDL

Ten aanzien van ADL hebben de cliënten betreffende de verschillende aspecten behoefte aan toezicht en stimulatie en/of hulp. Er kunnen somatische problemen zijn die extra aandacht vragen als gevolg van zelfverwaarlozing. Cliënten verwaarlozen hun persoonlijke leefomgeving hebben hierbij intensieve begeleiding nodig.

Mobiliteit

Cliënten kunnen vanwege lichamelijke schade ten gevolge van leefstijl en/of vanwege gevolgschade van de stoornis en/of de medicatie, eerder dan gemiddeld mobiliteitsproblemen hebben. Vaak maken zij dan gebruik van hulpmiddelen op relatief jonge leeftijd vanwege somatische aandoeningen. Op zeer bekende ‘ingesleten’ routes kunnen ze zonder begeleiding reizen. Voor overige routes reizen ze met begeleiding.

Gedragsproblematiek

Bij deze cliënten is sprake van ernstige gedragsproblematiek die, mede door intensieve begeleiding, voortdurend moet worden gereguleerd. Deze cliënten doen een groot beroep op hun omgeving en zetten deze voortdurend onder druk met probleemgedrag. Ze zijn beperkt gevoelig voor correctie en niet in staat hun gedrag na correctie aan te passen, hebben weinig inzicht in hun eigen aandeel bij interactie-problemen en een relatief beperkt leervermogen. Er is sprake van verbaal agressief gedrag, manipulatief, dwangmatig, destructief en reactief gedrag met betrekking tot interactie. Er kan sprake zijn van zelfverwondend of zelfbeschadigend gedrag.

Aard van het begeleidings / behandeldoel

De aard van het begeleidings-/behandeldoel is stabilisatie en continuering van de situatie dan wel ontwikkelingsgericht (daar waar mogelijk). Cliënten worden begeleid met of geleerd om te gaan met hun kwetsbaarheid en het hanteren van de effecten van hun gedrag. Cliënt heeft een zinvolle invulling van de dag.

Grondslag

Bij cliënten in dit zorgprofiel is sprake van een psychiatrische aandoening, psychische stoornis (waartoe ook verslaving behoort), mogelijk in combinatie met een somatische aandoening, een lichamelijke en/of (lichte) verstandelijke handicap.

GGZ Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verpleging en verzorging

Zorgprofiel

Deze cliëntgroep heeft vanwege een complexe psychiatrische aandoening, in combinatie met een somatische aandoening, lichamelijke handicap of verstandelijke beperking, intensieve begeleiding, verpleging en zorg nodig. Ze kunnen hun hulpvraag niet uitstellen en/of verwoorden en/of zijn niet in staat om tijdig hulp te vragen. De wederzijdse beïnvloeding van de stoornissen, aandoeningen en/of beperkingen leidt tot complexe zorgvragen. De woonomgeving moet veel voorspelbaarheid, structuur, veiligheid en bescherming bieden en zijn aangepast aan de beperkingen van de cliënten (b.v. rolstoelgebruik). Er is veelal overname van taken op alle levensterreinen nodig. Cliënten zijn kwetsbaar bij een verstoring van het lichamelijk/cognitief ziektebeeld.

De psychiatrische problematiek is bij deze cliënten actief van aard (de psychopathologie is floride). De problematiek wordt getracht onder controle te houden met medicijnen en intensieve begeleiding, psychiatrische verpleging en/of behandeling.

Sociale redzaamheid

De cliënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid dagelijks intensieve begeleiding nodig die voortdurend nabij is, met daarnaast een sterk gestructureerde dagindeling. Er zijn zware regieproblemen. Cliënten zijn niet in staat sociale relaties te onderhouden en de dag in te vullen. Tot deelname aan het maatschappelijk leven is men niet in staat.

Psychosociale / cognitieve functies

Bij deze cliënten ontbreken de besluitnemings- en oplossingsvaardigheden en moet het initiëren en uitvoeren van bijna alle taken vaak worden overgenomen. De cliënten hebben begeleiding nodig bij het beheren van geld en het verrichten van administratieve handelingen. De cliënten hebben intensieve ondersteuning nodig ten aanzien van alle cognitieve/psychische functies.

ADL / HDL

Met betrekking tot ADL hebben de cliënten vanwege een slechte gezondheidssituatie uitgebreide behoefte aan hulp, onder andere bij het eten en drinken en bij het zich wassen en kleden. Ze hebben veelal dagelijks behoefte aan hulp of overname bij de persoonlijke verzorging (bijvoorbeeld als gevolg van problemen passend bij het ouder worden of door verwaarlozing van de gezondheid door het zwerven op straat). De somatische klachten zijn zodanig van aard dat veelal dagelijks behoefte is aan intensieve verpleging en monitoring.

Cliënten kunnen hun persoonlijke leefomgeving niet zelfstandig schoonhouden, hierbij moeten zij intensief worden begeleid.

Mobiliteit

Ten aanzien van mobiliteit wordt gebruik gemaakt van hulpmiddelen en ondersteuning door begeleiding. Op zeer bekende ‘ingesleten’ routes kunnen ze zonder begeleiding reizen. Voor overige routes reizen ze met begeleiding.

Gedragsproblematiek

Bij deze cliënten is sprake van ernstige gedragsproblematiek die, mede door intensieve begeleiding, voortdurend moet worden gereguleerd.

Aard van het begeleidings / behandeldoel

De aard van het begeleidingsdoel is divers; zowel stabilisatie en continuering van de situatie, ontwikkelingsgericht (daar waar mogelijk) en begeleiding bij achteruitgang zijn aan de orde. Cliënt heeft een zinvolle invulling van de dag.

Grondslag

Bij cliënten in dit zorgprofiel is sprake van een psychiatrische aandoening, psychische stoornis (waartoe ook verslaving behoort), in combinatie met een somatische aandoening, een lichamelijke en/of (lichte) verstandelijke handicap.

GGZ Beveiligd wonen vanwege extreme gedragsproblematiek met zeer intensieve begeleiding

Zorgprofiel

Deze cliëntgroep heeft vanwege een zeer ernstige psychiatrische aandoening zeer intensieve begeleiding nodig met daarnaast intensieve verzorging, een buitengewoon gestructureerd klimaat en grote mate van beveiliging en bescherming. De verblijfsomgeving moet hier op zijn afgestemd, bijvoorbeeld prikkelarm. Er is een specifieke bouwkundige setting en specifieke beveiligingsklimaat nodig met bijvoorbeeld een gecontroleerde in- en uitgang. Er is ondersteuning en overname van taken op alle levensterreinen nodig.

De psychiatrische problematiek is bij deze cliënten over het algemeen actief van aard (de psychopathologie is floride). De psychiatrische symptomen zijn moeilijk onder controle te krijgen. Er is regelmatig sprake van intensivering van de psychiatrische verpleging, behandeling en begeleiding en er is regelmatige bijstelling van de medicatie nodig.

Sociale redzaamheid

De cliënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid dagelijks zeer intensieve begeleiding nodig die voortdurend nabij is, met daarnaast een buitengewoon sterk gestructureerde dagindeling. Er is sprake van verlies van zelfregie en vaak van een verstoord dag- en nachtritme. Cliënten zijn niet in staat sociale relaties te onderhouden en de dag in te vullen. Deelname aan het maatschappelijk leven is vanwege de extreme gedragsproblematiek niet aan de orde.

Psychosociale / cognitieve functies

Bij deze cliënten ontbreken alle besluitnemings- en oplossingsvaardigheden en moet het initiëren en uitvoeren van eenvoudige en complexere taken volledig worden overgenomen. De cliënten hebben intensieve ondersteuning nodig ten aanzien van alle cognitieve/psychische functies.

ADL / HDL

Ten aanzien van ADL hebben de cliënten betreffende de verschillende aspecten behoefte aan enige hulp. Bij deze cliënten is regelmatig tot vaak verpleegkundig handelen nodig (medicatie en gezondheidsbescherming). Cliënten verwaarlozen hun persoonlijke leefomgeving hebben hierbij intensieve begeleiding nodig.

Mobiliteit

Ten aanzien van mobiliteit hebben de cliënten in beperkte mate hulp nodig. Uit veiligheidsoverwegingen kan geen sprake zijn van het zelfstandig verplaatsen buitenshuis.

Gedragsproblematiek

Deze cliënten hebben nagenoeg geen impulsbeheersing en kennen verschillende vormen van extreme gedragsproblematiek. Dit betreft verbaal agressief, lichamelijk agressief, destructief, manipulatief, dwangmatig, ongecontroleerd en reactief gedrag. Hierbij is continu behoefte aan hulp, toezicht of sturing. Daarbij is zelfverwondend of zelfbeschadigend gedrag eveneens te verwachten. De cliënten doen een groot beroep op hun sociale omgeving en zetten deze continu onder druk. Ze zijn ongevoelig voor correctie, hebben geen inzicht in hun eigen aandeel bij interactie-problemen en hebben een zeer beperkt leervermogen. Ze kunnen frequent en onvoorspelbaar fors gewelddadig reageren.

Aard van het begeleidings / behandeldoel

De problematiek van deze groep cliënten is als chronisch te beschouwen. Voor deze groep is stabilisatie en continuering van de situatie het uitgangspunt. Deze groep zal permanent begeleiding en behandeling nodig blijven hebben om verdere/nieuwe terugval te voorkomen. Cliënt heeft een zinvolle invulling van de dag.

Grondslag

Bij cliënten in dit zorgprofiel is sprake van een psychiatrische aandoening, psychische stoornis (waartoe ook verslaving behoort), mogelijk in combinatie met een somatische aandoening, een lichamelijke en/of (lichte) verstandelijke handicap.


Artikel 1.9 Gelijkstelling met basisregistratie personen

Artikel 1.9 Gelijkstelling met basisregistratie personen

  • 1

    Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt met de basisregistratie personen gelijkgesteld een daarmee naar aard en strekking overeenkomende registratie buiten Nederland.

  • 2

    Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld voor de situatie dat een persoon niet in Nederland woont en niet is ingeschreven in een naar aard en strekking met de basisregistratie personen overeenkomende registratie buiten Nederland.


Artikel 32a [Vervallen per 01-01-2010]

[Vervallen]


Artikel 12

  • 1

    Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de datum van uitgifte van het Staatsblad waarin het is geplaatst.

  • 2

    Dit besluit kan worden aangehaald als: Besluit beleggingsinstellingen.


Bijlage B bij artikel 8.4 van de Regeling langdurige zorg

Bijlage B bij artikel 8.4 van de Regeling langdurige zorg

Verdeling van gemeenten over zorgkantoorregio's in 2016

Groningen

Appingedam, Bedum, Bellingwedde, De Marne, Delfzijl, Eemsmond, Groningen, Grootegast, Haren, Hoogezand-Sappemeer, Leek, Loppersum, Marum, Menterwolde, Oldambt, Pekela, Slochteren, Stadskanaal, Ten Boer, Veendam, Vlagtwedde, Winsum, Zuidhorn

Friesland

Achtkarspelen, Ameland, Dantumadiel, de Fryske Marren, Dongeradeel, Ferwerderadiel, Franekeradeel, Harlingen, Heerenveen, het Bildt, Kollumerland en Nieuwkruisland, Leeuwarden, Leeuwarderadeel, Littenseradiel, Menameradiel, Ooststellingwerf, Opsterland, Schiermonnikoog, Smallingerland, Súdwest Fryslân, Terschelling, Tytsjerksteradiel, Vlieland, Weststellingwerf

Drenthe

Aa en Hunze, Assen, Borger-Odoorn, Coevorden, De Wolden, Emmen, Hoogeveen, Meppel, Midden-Drenthe, Noordenveld, Tynaarlo, Westerveld

Zwolle

Dalfsen, Elburg, Ermelo, Hardenberg, Harderwijk, Hattem, Kampen, Nunspeet, Oldebroek, Ommen, Putten, Staphorst, Steenwijkerland, Zwartewaterland, Zwolle

Twente

Almelo, Borne, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo, Hof van Twente, Losser, Oldenzaal, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand, Wierden

Apeldoorn, Zutphen e.o.

Apeldoorn, Brummen, Epe, Heerde, Lochem, Zutphen

Midden IJssel

Deventer, Olst-Wijhe, Raalte, Voorst

Arnhem

Aalten, Arnhem, Barneveld, Berkelland, Bronckhorst, Doesburg, Doetinchem, Duiven, Ede, Lingewaard, Montferland, Oost-Gelre, Oude IJsselstreek, Overbetuwe, Renkum, Rheden, Rijnwaarden, Rozendaal, Scherpenzeel, Wageningen, Westervoort, Winterswijk, Zevenaar

Nijmegen

Beuningen, Buren, Culemborg, Druten, Geldermalsen, Gennep, Berg en Dal, Heumen, Lingewaal, Mook en Middelaar, Neder-Betuwe, Neerijnen, Nijmegen, Tiel, West Maas en Waal, Wijchen

Utrecht

Amersfoort, Baarn, Bunnik, Bunschoten, De Bilt, De Ronde Venen, Houten, IJsselstein, Leusden, Lopik, Montfoort, Nieuwegein, Nijkerk, Oudewater, Renswoude, Rhenen, Soest, Stichtse Vecht, Utrecht, Utrechtse Heuvelrug, Veenendaal, Wijk bij Duurstede, Woerden, Woudenberg, Zeist

Flevoland

Dronten, Lelystad, Noordoostpolder, Urk, Zeewolde

't Gooi

Bussum, Gooise Meren, Muiden

Noord-Holland Noord

Alkmaar, Bergen nh, Den Helder, Drechterland, Enkhuizen, Heerhugowaard, Heiloo, Hollands Kroon, Hoorn, Koggenland, Langedijk, Medemblik, Opmeer, Schagen, Stede Broec, Texel

Kennemerland

Beverwijk, Bloemendaal, Castricum, Haarlem, Haarlemmerliede en Spaarnwoude, Heemskerk, Heemstede, Uitgeest, Velsen, Zandvoort

Zaanstreek/Waterland

Beemster, Edam-Volendam, Landsmeer, Oostzaan, Purmerend, Waterland, Wormerland, Zaanstad

Amsterdam

Amsterdam, Diemen

Amstelland en de Meerlanden

Aalsmeer, Amstelveen, Haarlemmermeer, Ouder-Amstel, Uithoorn

Zuid-Holland Noord

Alphen aan den Rijn, Hillegom, Kaag en Braassem, Katwijk, Leiden, Leiderdorp, Lisse, Nieuwkoop, Noordwijk, Noordwijkerhout, Oegstgeest, Teylingen, Voorschoten, Zoeterwoude

Haaglanden

‘s-Gravenhage, Leidschendam-Voorburg, Rijswijk, Wassenaar, Zoetermeer

Westland Schieland Delfland

Delft, Langsingerland, Maassluis, Midden- Delfland, Pijnacker-Nootdorp, Schiedam, Vlaardingen, Westland

Midden-Holland

Bodegraven-Reeuwijk, Gouda, Krimpenerwaard, Waddinxveen, Zuidplas

Rotterdam

Capelle aan den IJssel, Krimpen aan den IJssel, Rotterdam

Zuid-Hollandse eilanden

Albrandswaard, Barendrecht, Binnenmaas, Brielle, Cromstrijen, Goeree-Overflakkee, Hellevoetsluis, Korendijk, Nissewaard, Oud-Beijerland, Ridderkerk, Strijen, Westvoorne

Waardenland

Alblasserdam, Dordrecht, Giessenlanden, Gorinchem, Hardinxveld-Giessendam,

Hendrik-Ido-Ambacht, Molenwaard, Papendrecht, Sliedrecht, Vijfheerenlanden Zwijndrecht

Zeeland

Borsele, Goes, Hulst, Kapelle, Middelburg, Noord-Beveland, Reimerswaal, Schouwen-Duiveland, Sluis, Terneuzen, Tholen, Veere, Vlissingen

West-Brabant

Aalburg, Alphen-Chaam, Baarle-Nassau, Bergen op Zoom, Breda, Drimmelen, Etten-Leur, Geertruidenberg, Halderberge, Moerdijk, Oosterhout, Roosendaal, Rucphen, Steenbergen, Werkendam, Woensdrecht, Woudrichem, Zundert

Midden-Brabant

Dongen, Gilze en Rijen, Goirle, Heusden, Hilvarenbeek, Loon op Zand, Oisterwijk, Tilburg, Waalwijk

Noordoost Brabant

Bernheze, Boekel, Boxmeer, Boxtel, Cuijk, Grave, Haaren, Landerd, Maasdriel,

Mill en Sint Hubert, Oss, Schijndel, ‘s-Hertogenbosch, Sint Anthonis, Sint-Michielsgestel,

Sint-Oedenrode, Uden, Veghel, Vught, Zaltbommel

Zuidoost Brabant

Asten, Bergeijk, Best, Bladel, Cranendonck, Deurne, Eersel, Eindhoven, Geldrop-Mierlo, Gemert-Bakel, Heeze-Leende, Helmond, Laarbeek,

Nuenen, Gerwen en Nederwetten, Oirschot, Reusel-De Mierden, Someren,

Son en Breugel, Valkenswaard, Veldhoven, Waalre

Noord- en Midden-Limburg

Beesel, Bergen lb, Echt-Susteren, Horst aan de Maas, Leudal, Maasgouw, Nederweert, Peel en Maas, Roerdalen, Roermond, Venlo, Venray, Weert

Zuid-Limburg

Beek, Brunssum, Eijsden-Margraten, Gulpen-Wittem, Heerlen, Kerkrade, Landgraaf, Maastricht, Meerssen, Nuth, Onderbanken, Schinnen, Simpelveld, Sittard-Geleen, Stein, Vaals, Valkenburg aan de Geul, Voerendaal


Artikel 1.10 Vaste inrichting of vaste vertegenwoordiger


Artikel 33

Van schenkbelasting is vrijgesteld, hetgeen wordt verkregen:

  • 1°.

    van:

    • a.

      de Koning;

    • b.

      de vermoedelijke opvolger van de Koning;

    • c.

      de Koning die afstand van het koningschap heeft gedaan;

    • d.

      de echtgenoot of echtgenote van de Koning, de echtgenoot of echtgenote van de vermoedelijke opvolger van de Koning of de echtgenoot of echtgenote van de Koning die afstand van het koningschap heeft gedaan;

    uit hoofde van hun functie en hoedanigheid;

  • 2°.

    door de Staat, of van de Staat, een provincie, de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba of gemeente;

  • 3°.

    door een provincie of gemeente in Nederland, zonder bijzondere opdracht of met een opdracht, indien en voor zover deze opdracht aan de schenking niet het karakter ontneemt van te zijn geschied in het algemeen belang;

  • 4°.

    door een algemeen nut beogende instelling, voor zover aan de verkrijging niet een opdracht is verbonden, welke aan de verkrijging het karakter ontneemt van te zijn geschied in het algemeen belang;

  • 5°.

    door een kind van de ouders, tot een bedrag van € 6.633, met dien verstande dat dit bedrag voor een kind tussen 18 en 40 jaar voor één kalenderjaar wordt verhoogd, mits op deze verhoogde vrijstelling in de aangifte een beroep wordt gedaan, tot een bedrag van:

    • a.

      € 31.813; of

    • b.

      € 66.268, onder bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden, indien het bedrag is bestemd voor de betaling van kosten van een studie of de opleiding voor een beroep ten behoeve van dat kind en deze kosten aanzienlijk hoger zijn dan gebruikelijk;

  • 6°.

    [vervallen;]

  • 7°.

    in alle andere gevallen: € 2.658;

  • 8°.

    door iemand, die niet in staat is zijn schulden te betalen, indien en voor zover het verkregene strekt om de begiftigde daartoe in staat te stellen;

  • 9°.

    door iemand te wiens laste over die verkrijging inkomstenbelasting of een voorheffing van die belasting wordt geheven;

  • 10°.

    van een algemeen nut beogende instelling, voor zover de uitkeringen geheel of nagenoeg geheel het karakter hebben van te zijn geschied in het algemeen belang;

  • 11°.

    door een rechtspersoon, welke uitsluitend of nagenoeg uitsluitend ten doel heeft de bevordering van de materiële en geestelijke belangen van de werknemers in het bedrijf van de schenker, dan wel in de bedrijven van de schenker en anderen, of van de nabestaanden van die werknemers;

  • 12°

    indien en voor zover de schenking heeft gestrekt tot voldoening aan een natuurlijke verbintenis als is bedoeld in artikel 3 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek. Voor zover een ingevolge deze bepaling van schenkbelasting vrijgestelde verkrijging haar grond vindt in de voldoening aan een natuurlijke verbintenis als is bedoeld in de vorige volzin tot verzorging na het overlijden van de schuldenaar - de omzetting van zodanige verbintenis in een rechtens afdwingbare daaronder begrepen - wordt zij geacht krachtens erfrecht door het overlijden te zijn verkregen. Voor zover een schenking van een periodieke uitkering door een werkgever of zijn echtgenoot of door een pensioenfonds aan een nabestaande van een werknemer ingevolge deze bepaling is vrijgesteld van schenkbelasting, wordt zij, voor de toepassing van deze wet, beschouwd als een aan de werknemer toe te rekenen bevoordeling krachtens een ten behoeve van de verkrijger gemaakt beding;

  • 13°.

    door een sociaal belang behartigende instelling, voor zover aan de verkrijging niet een opdracht is verbonden welke aan de verkrijging het karakter ontneemt van te zijn geschied in het sociaal belang;

  • 14°.

    door een steunstichting SBBI, voor zover aan de verkrijging niet een opdracht is verbonden welke aan de verkrijging het karakter ontneemt van te zijn bestemd voor de realisatie van de doelstelling van de steunstichting.


Slotformulier en ondertekening

Onze Minister van Financiën is belast met de uitvoering van dit besluit, dat met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en waarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

Soestdijk 29 april 1970 JULIANA.

De Staatssecretaris van Financiën, F. H. M. GRAPPERHAUS.

Uitgegeven de achtste mei 1970. De Minister van Justitie, C. H. F. POLAK.


Bijlage C bij artikel 5.13 van de Regeling langdurige zorg

Bijlage C bij artikel 5.13 van de Regeling langdurige zorg

Klassen voor vormen van zorg (persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding individueel, begeleiding groep), per zorgprofiel telkens met of zonder begeleiding groep.

Met inbegrip van klassen voor vormen van zorg per zorgzwaartepakket op basis van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten voor verzekerden die krachtens overgangsrecht toegang hebben verkregen tot zorg krachtens de Wet langdurige zorg.

Tot ieder zorgprofiel behoort tevens schoonhouden van de woonruimte, klasse 1.

Zorgprofiel

ZZP AWBZ

Persoonlijke verzorging

Verpleging

Begeleiding

Individueel

Begeleiding

Groep

Sector Verpleging en Verzorging

1VV

1

1

2

2VV

3

2

1

3VV

4

1

2

Beschut wonen met intensieve begeleiding en uitgebreide verzorging

4VV

4

2

3

Beschermd wonen met intensieve dementiezorg

5VV

4

3

4

Beschermd wonen met intensieve verzorging en verpleging

6VV

4

3

4

Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, vanwege specifieke aandoeningen, met de nadruk op begeleiding

7VV

4

3

6

Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, vanwege specifieke aandoeningen, met de nadruk op verzorging en verpleging

8VV

5

3

7

Herstelgerichte behandeling met verpleging en verzorging

9bVV

5

2

4

Beschermd verblijf met intensieve palliatief-terminale zorg

10VV

7

5

4

Sector GGZ, B-groep

1GGZ B

1

0

3

1GGZ B

1

0

3

4

2GGZ B

1

0

4

2GGZ B

1

0

4

4

Voortgezet verblijf met intensieve begeleiding

3GGZ B

1

0

5

Voortgezet verblijf met intensieve begeleiding, ook begeleiding groep

3GGZ B

1

0

5

4

Voortgezet verblijf met intensieve begeleiding en verzorging

4GGZ B

3

1

4

Voortgezet verblijf met intensieve begeleiding en verzorging, ook begeleiding groep

4GGZ B

3

1

4

4

Voortgezet verblijf met intensieve begeleiding en gedragsregulering

5GGZ B

2

1

5

Voortgezet verblijf met intensieve begeleiding en gedragsregulering, ook begeleiding groep

5GGZ B

2

1

5

5

Voortgezet verblijf met intensieve begeleiding en intensieve verzorging en verpleging

6GGZ B

4

2

5

Voortgezet verblijf met intensieve begeleiding en intensieve verzorging en verpleging, ook begeleiding groep

6GGZ B

4

2

5

4

Beveiligd voortgezet verblijf vanwege extreme gedragsproblematiek met zeer intensieve begeleiding

7GGZ B

3

2

7

Beveiligd voortgezet verblijf vanwege extreme gedragsproblematiek met zeer intensieve begeleiding, ook begeleiding groep

7GGZ B

3

2

7

5

Sector Licht Verstandelijk Gehandicapt

Wonen met begeleiding en verzorging

1LVG

2

4

1

Wonen met behandeling en begeleiding

2LVG

2

6

1

Wonen met intensieve behandeling en begeleiding, kleine groep

3LVG

4

6

1

Wonen met zeer intensieve behandeling en begeleiding

4LVG

5

7

2

Besloten wonen met zeer intensieve behandeling en begeleiding

5LVG

5

7

2

Behandeling in een SGLVG behandelcentrum

1SGLVG

3

7

3

Sector Verstandelijk Gehandicapt

1VG

2

3

1VG

2

3

5

2VG

2

4

2VG

2

4

5

Wonen met begeleiding en verzorging

3VG

1

5

Wonen met begeleiding en verzorging, ook begeleiding groep

3VG

1

5

6

Wonen met begeleiding en intensieve en intensieve verzorging

4VG

2

0

5

Wonen met begeleiding en intensieve en intensieve verzorging, ook begeleiding groep

4VG

2

0

5

6

Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verzorging

5VG

4

1

5

Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verzorging, ook begeleiding groep

5VG

4

1

5

7

Wonen met intensieve begeleiding, verzorging en gedragregulering

6VG

2

6

Wonen met intensieve begeleiding, verzorging en gedragregulering, ook begeleiding groep

6VG

2

6

8

(besloten) wonen met zeer intensieve begeleiding, verzorging en gedragsregulering

7VG

4

0

7

(besloten) wonen met zeer intensieve begeleiding, verzorging en gedragsregulering, ook begeleiding groep

7VG

4

0

7

9

Wonen met begeleiding en volledige verzorging en verpleging

8VG

7

2

3

Wonen met begeleiding en volledige verzorging en verpleging, ook begeleiding groep

8VG

7

2

3

7

Sector Lichamelijk Gehandicapt

Wonen met enige begeleiding en enige verzorging (2015)

1LG

2

0

4

Wonen met enige begeleiding en enige verzorging (2015), ook begeleiding groep

1LG

2

0

4

6

Wonen met begeleiding en enige verzorging

2LG

4

0

4

Wonen met begeleiding en enige verzorging, ook begeleiding groep

2LG

4

0

4

6

Wonen met enige begeleiding en verzorging (2015)

3LG

4

0

3

Wonen met enige begeleiding en verzorging (2015), ook begeleiding groep

3LG

4

0

3

7

Wonen met begeleiding en verzorging

4LG

4

0

4

Wonen met begeleiding en verzorging, ook begeleiding groep

4LG

4

0

4

6

Wonen met begeleiding en intensieve verzorging

5LG

5

1

4

Wonen met begeleiding en intensieve verzorging, ook begeleiding groep

5LG

5

1

4

7

Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verzorging

6LG

6

2

4

Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verzorging, ook begeleiding groep

6LG

6

2

4

6

Wonen met zeer intensieve begeleiding en zeer intensieve verzorging

7LG

6

2

5

Wonen met zeer intensieve begeleiding en zeer intensieve verzorging, ook begeleiding groep

7LG

6

2

5

5

Sector Zintuiglijk Gehandicapt, visueel

Wonen met enige begeleiding en enige verzorging (2015)

1ZGvis

2

3

Wonen met enige begeleiding en enige verzorging (2015), ook begeleiding groep

1ZGvis

2

3

6

Wonen met begeleiding en enige verzorging

2ZGvis

2

5

Wonen met begeleiding en enige verzorging, ook begeleiding groep

2ZGvis

2

5

5

Wonen met intensieve begeleiding en verzorging

3ZGvis

3

1

5

Wonen met intensieve begeleiding en verzorging, ook begeleiding groep

3ZGvis

3

1

5

5

Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verzorging

4ZGvis

6

1

5

Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verzorging, ook begeleiding groep

4ZGvis

6

1

5

7

Wonen met zeer intensieve begeleiding en zeer intensieve verzorging

5ZGvis

6

1

6

Wonen met zeer intensieve begeleiding en zeer intensieve verzorging, ook begeleiding groep

5ZGvis

6

1

6

7

Sector Zintuiglijk Gehandicapt, auditief en communicatief

Wonen met begeleiding en enige verzorging

1ZGaud

1

5

Wonen met begeleiding en enige verzorging, ook begeleiding groep

1ZGaud

1

5

8

Wonen met intensieve begeleiding en verzorging

2ZGaud

5

2

7

Wonen met intensieve begeleiding en verzorging, ook begeleiding groep

2ZGaud

5

2

7

9

Wonen intensieve begeleiding en intensieve verzorging

3ZGaud

7

3

7

Wonen intensieve begeleiding en intensieve verzorging, ook begeleiding groep

3ZGaud

7

3

7

9

Wonen intensieve begeleiding en enige verzorging

4ZGaud

3

7

Wonen intensieve begeleiding en enige verzorging, ook begeleiding groep

4ZGaud

3

7

7


Artikel 33a [Vervallen per 01-01-2024]

[Vervallen]


Artikel 1.11 Buitenlandse rechtsvormen en vennootschappen waarvan het kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld

Artikel 1.11 Buitenlandse rechtsvormen en vennootschappen waarvan het kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld

[Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden]


Bijlage D bij artikel 5.24 van de Regeling langdurige zorg.

Bijlage D bij artikel 5.24 van de Regeling langdurige zorg.

Aanvaardbaarheidspercentages, bedoeld in artikel 3.7.2, derde lid, van het besluit langdurige zorg.

Andorra 100%

Aruba 60%

Australië 100%

Bosnië 43%

België 100%

Bonaire 60%

Canada 100%

Curaçao 60%

Denemarken 100%

Duitsland 100%

Finland 100%

Frankrijk 100%

Griekenland 78%

Hongarije 57%

Hong Kong 100%

Ierland 100%

IJsland 100%

Israël 83%

Italië 92%

Japan 89%

Kroatië 44%

Liechtenstein 100%

Luxemburg 100%

Maleisië 37%

Malta 63%

Mexico 43%

Monaco 100%

Nieuw-Zeeland 72%

Noorwegen 100%

Oostenrijk 100%

Polen 48%

Portugal 69%

Roemenië 33%

Rusland 38%

Saba 60%

Servië 43%

Singapore 100%

Sint Eustatius 60%

Sint Maarten 60%

Slowakije 50%

Spanje 85%

Suriname 48%

Thailand 31%

Tsjechië 59%

Turkije 41%

Verenigd Koninkrijk 100%

Verenigde Staten 100%

Zuid-Afrika 42%

Zuid-Korea 72%

Zweden 100%

Zwitserland 100%

Het aanvaardbaarheidspercentage voor een land dat in bovenstaande lijst ontbreekt is 30%.


Artikel 34

Wij behouden Ons voor bij algemene maatregel van bestuur regelen te stellen, ten doel hebbende te bevorderen, dat het vermogen van de in artikel 33, onder 11°, bedoelde rechtspersonen blijvend wordt aangewend voor het door die rechtspersonen beoogde doel; bij niet-naleving van deze regelen blijft gemelde vrijstellingsbepaling buiten toepassing.


Bijlage E bij artikel 9.3d van de Regeling langdurige zorg

Bijlage E bij artikel 9.3d van de Regeling langdurige zorg

  • 1.

    Voor de berekening van het aantal uren, bedoeld in artikel 9.3d, eerste lid, onderdeel a, wordt een indicatie voor ‘begeleiding individueel’ of ‘persoonlijke verzorging’ in een van de hiernavolgende klassen aangemerkt als een indicatie voor het na de klasse genoemde aantal uren:

    klasse

    uren

    1

    1,0

    2

    3,0

    3

    5,5

    4

    8,5

    5

    11,5

    6

    14,5

    7

    18,0

    8

    22,5

  • 2.

    Voor de berekening van het aantal uren, bedoeld in artikel 9.3d, eerste lid, onderdeel a, wordt een indicatie voor ‘verpleging’ in een van de hiernavolgende klassen aangemerkt als een indicatie voor het na de klasse genoemde aantal uren:

    klasse

    uren

    0

    0,5

    1

    1,5

    2

    3,0

    3

    5,5

    4

    8,5

    5

    11,5

    6

    14,5

    7

    18,0

  • 3.

    Indien een verzekerde krachtens zijn indicatiebesluit is aangewezen op ‘begeleiding individueel’ en daartoe klasse 8 vermeerderd met extra geïndiceerde uren geïndiceerd heeft gekregen, wordt het aantal uren ‘begeleiding individueel’, bedoeld in artikel 9.3d, eerste lid, onderdeel a, bepaald door het aantal van 25 te vermeerderen met het aantal extra geïndiceerde uren.

  • 4.

    Indien een verzekerde krachtens zijn indicatiebesluit is aangewezen op ‘persoonlijke verzorging’ en daartoe klasse 8 vermeerderd met extra geïndiceerde uren geïndiceerd heeft gekregen, wordt het aantal uren ‘persoonlijke verzorging’, bedoeld in artikel 9.3d, eerste lid, onderdeel a, bepaald door het aantal van 25 te vermeerderen met het aantal extra geïndiceerde uren.

  • 5.

    Indien een verzekerde krachtens zijn indicatiebesluit is aangewezen op ‘verpleging’ en daartoe klasse 7 vermeerderd met extra geïndiceerde uren geïndiceerd heeft gekregen, wordt het aantal uren ‘verpleging’, bedoeld in artikel 9.3d, eerste lid, onderdeel a, bepaald door het aantal van 20 te vermeerderen met het aantal extra geïndiceerde uren.


Artikel 35 [Vervallen per 01-01-2010]

[Vervallen]


Bijlage F bij de artikelen 9.8, tweede en derde lid, 9.8a, eerste lid, 9.9, eerste lid, 9.10, eerste lid, 9.14, tweede lid, alsmede 9.16, eerste lid, van de Regeling langdurige zorg

Bijlage F bij de artikelen 9.8, tweede en derde lid, 9.8a, eerste lid, 9.9, eerste lid, 9.10, eerste lid, 9.14, tweede lid, alsmede 9.16, eerste lid, van de Regeling langdurige zorg

Zorgprofielen als bedoeld in de artikelen 9.8, tweede en derde lid, 9.8a, eerste lid, 9.9, eerste lid, 9.10, eerste lid, 9.14, tweede lid, alsmede 9.16, eerste lid, van de Regeling langdurige zorg (met conversietabel zzp’s Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten)

VV

Beschut wonen met enige begeleiding

Zorgprofiel

Deze cliëntgroep heeft enige begeleiding nodig, in een beschutte woonomgeving, omdat ze niet meer helemaal zelfstandig kan wonen.

De cliënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid vooral behoefte aan enige begeleiding op het gebied van het nemen van besluiten, het komen tot oplossingen, deelname aan het maatschappelijk leven, het uitvoeren van complexere taken en het huishoudelijk leven. De begeleiding bestaat uit toezicht of stimulatie. Betreffende het uitvoeren van complexere taken kan ook overname van zorg nodig zijn.

De cliënten hebben in het algemeen weinig ondersteuning nodig ten aanzien van de psychosociale/cognitieve functies. Vanwege bijvoorbeeld eenzaamheid of lusteloosheid kan bij deze cliënten af en toe behoefte bestaan aan hulp, toezicht of sturing ten aanzien van motivatie, geheugen en denken en het psychosociaal welbevinden.

Ten aanzien van ADL zijn de cliënten meestal zelfstandig. Zij kunnen wel behoefte hebben aan toezicht en stimulatie betreffende kleine verzorgingstaken en wassen en kleden, zodat de cliënt zich goed blijft verzorgen.

Ten aanzien van mobiliteit zijn de cliënten in het algemeen redelijk zelfstandig. Betreffende het verplaatsen buitenshuis, het lopen van korte afstanden, kunnen cliënten wel behoefte hebben aan toezicht en stimulatie (bijvoorbeeld door aan te geven hoe ergens te komen).

Bij deze cliënten is geen sprake van verpleging.

Bij deze cliënten is meestal geen sprake van gedragsproblematiek.

Bij deze cliënten is meestal geen sprake van psychiatrische problematiek.

De aard van het begeleidingsdoel is bij de cliënten vaak stabilisatie.

Het beperkingenbeeld van deze cliënten verandert meestal langzaam.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een somatische ziekte/aandoening of een (beginnende) psychogeriatrische ziekte/aandoening.

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

VV

Beschut wonen met begeleiding en verzorging

Zorgprofiel

Deze cliëntgroep kan niet meer zelfstandig wonen en heeft vanwege vooral somatische problematiek dagelijks behoefte aan begeleiding en verzorging in een beschutte woonomgeving.

De cliënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid in het algemeen weinig ondersteuning nodig. Met name kan behoefte bestaan aan toezicht of stimulatie betreffende deelname aan het maatschappelijk leven en besluitnemings- en oplossingsvaardigheden. Bij het uitvoeren van complexere taken en het huishoudelijk leven kan ook behoefte bestaan aan het overnemen van zorg. Er kan sprake zijn van een beginnend verlies van regie over het dagelijks leven.

De cliënten kunnen ten aanzien van alle psychosociale/cognitieve functies af en toe behoefte hebben aan hulp, toezicht en sturing, met name vanwege beperkingen met betrekking tot geheugen en denken, concentratie en motivatie.

Ten aanzien van ADL hebben de cliënten betreffende de kleine verzorgingstaken, het wassen en het aan- en uitkleden dagelijks behoefte aan hulp. Betreffende eten en drinken en de toiletgang bestaat bij de cliënten soms behoefte aan toezicht en stimulatie.

Ten aanzien van mobiliteit hebben de cliënten betreffende het verplaatsen binnenshuis soms hulp nodig (voor veel cliënten is bijvoorbeeld een rollator voldoende). Voor het verplaatsen buitenshuis hebben cliënten (naast eventueel de hulp van een rollator) behoefte aan toezicht en stimulatie.

In een beperkt aantal gevallen is sprake van verpleegkundige aandacht.

Bij deze cliënten is meestal geen sprake van gedragsproblematiek en ook geen sprake van psychiatrische problematiek.

De aard van het begeleidingsdoel is bij deze cliënten vaak stabilisatie of begeleiding bij achteruitgang. De zorgbehoefte kan in de tijd wisselend van aard zijn en er is behoefte aan zorg op meerdere momenten per dag.

Het beperkingenbeeld van deze cliënten verandert langzaam.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een somatische ziekte/aandoening of een (beginnende) psychogeriatrische ziekte/aandoening.

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

VV

Beschut wonen met begeleiding en intensieve verzorging

Zorgprofiel

Deze cliëntgroep heeft vanwege omvangrijke somatische problematiek behoefte aan begeleiding en vooral ook intensieve verzorging, in een beschutte woonomgeving.

De cliënten hebben ten aanzien van sociale redzaamheid hulp nodig betreffende deelname aan het maatschappelijk leven, besluitnemings-/oplossingsvaardigheden, uitvoeren van eenvoudige taken en dagelijkse routine. Betreffende de communicatie is veelal toezicht of stimulatie nodig. Betreffende het uitvoeren van complexere taken en het huishoudelijke leven moet vaak overname van zorg plaatsvinden. Er is vaak sprake van een beginnend verlies van regie over het dagelijks leven.

De cliënten hebben vanwege het verlies aan geestelijke spankracht ten aanzien van verschillende psychosociale/cognitieve functies vaak hulp, toezicht of sturing nodig; het betreft concentratie, geheugen en denken, motivatie en psychosociaal welbevinden.

Ten aanzien van ADL hebben de cliënten op verschillende terreinen hulp nodig, het betreft de kleine verzorgingstaken, de zorg voor tanden, haren, nagels en huid, het wassen en kleden en de toiletgang. Bij het eten en drinken is vaak toezicht en stimulatie nodig.

Ten aanzien van mobiliteit binnenshuis en het bewegen/maken van transfers (opstaan/zitten, in/uit bed) hebben cliënten regelmatig behoefte aan hulp. Betreffende de mobiliteit buitenshuis is vaak hulp of overname van zorg nodig.

Cliënten kunnen een kwetsbare gezondheid hebben vanwege een chronische ziekte die voortdurende verpleegkundige aandacht vereist.

Bij deze cliënten is meestal geen sprake van gedragsproblematiek.

Bij deze cliënten is meestal geen sprake van psychiatrische problematiek.

De aard van het begeleidingsdoel is bij deze cliënten gericht op begeleiding bij achteruitgang of op stabilisatie.

Het beperkingenbeeld van deze cliënten verandert langzaam tot snel.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een somatische ziekte/aandoening.

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

VG Wonen met enige begeleiding

Deze cliëntgroep functioneert sociaal redelijk zelfstandig. De cliënten zijn zich bewust van de verstandelijke handicap en van de gevolgen daarvan voor het sociaal functioneren. Cliënten kunnen ondersteuning soms moeilijk accepteren.

De cliënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid beperkte begeleiding nodig. Dit betreft met name toezicht en stimulatie bij het aangaan van sociale relaties en contacten en deelname aan het maatschappelijk leven. Met betrekking tot besluitnemings- en oplossingsvaardigheden en (schriftelijke) communicatie is naast toezicht en stimulatie soms hulp nodig. Bij het uitvoeren van complexere taken hebben cliënten veelal hulp nodig.

De cliënten hebben ten aanzien van de psychosociale/cognitieve functies af en toe hulp, toezicht of sturing nodig. Dit betreft met name het geheugen en denken, concentratie en het psychosociaal welbevinden.

Cliënten hebben in het algemeen geen hulp nodig bij ADL. Ten aanzien van kleine verzorgingstaken en het wassen kan toezicht of stimulatie nodig zijn.

Ten aanzien van mobiliteit is doorgaans geen hulp nodig.

Bij deze cliënten is meestal geen sprake van verpleging.

Bij deze cliënten is meestal geen sprake van gedragsproblematiek.

Bij deze cliënten is meestal geen sprake van psychiatrische problematiek.

De aard van het begeleidingsdoel is gericht op stabilisatie of ontwikkeling. Dit richt zich met name op vermaatschappelijking.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een verstandelijke handicap (functiestoornis).

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

VG Wonen met begeleiding

Deze cliëntgroep functioneert sociaal beperkt zelfstandig. Cliënten zijn zich onvoldoende bewust van de verstandelijke handicap waardoor er op sociaal-emotioneel gebied problemen kunnen ontstaan. In de vaste vertrouwde omgeving kan de cliënt zich oriënteren. Een belangrijk doel van de begeleiding is het bieden van een veilige en vertrouwde leef- en werkwoonomgeving en/of het trainen naar wonen met enige begeleiding.

Ten aanzien van de sociale redzaamheid van cliënten is zowel toezicht of stimulatie nodig als concrete hulp. Hulp is met name nodig met betrekking tot lezen, schrijven en rekenen, de regievoering over het dagelijks leven (dagelijkse routine), het nemen van besluiten, het zoeken van oplossingen en het communiceren met anderen. Daarnaast hebben cliënten vaak moeite met het zelfstandig contacten maken met anderen, deelnemen aan clubs en vrijetijdsbesteding buitenshuis en het naar algemene voorzieningen gaan. Op dit gebied hebben cliënten hulp nodig.

Met betrekking tot de psychosociale/cognitieve functies hebben cliënten af en toe hulp, toezicht en sturing nodig. Met name waar het gaat om geheugen en denken en het psychosociaal welbevinden.

Ten aanzien van ADL hebben de cliënten in het algemeen geen hulp nodig. Alleen met betrekking tot het verrichten van de kleine verzorgingstaken, de persoonlijke zorg voor tanden, haren, nagels, huid en bij het wassen kan sprake zijn van toezicht of stimulatie.

Ten aanzien van mobiliteit hebben de cliënten doorgaans geen hulp nodig.

Bij deze cliënten is doorgaans geen sprake van verpleging.

Bij deze cliënten is niet of in geringe mate sprake van gedragsproblematiek en psychiatrische problematiek.

De aard van het begeleidingsdoel is gericht op stabilisatie of ontwikkeling.

Dit uit zich bijvoorbeeld (waar mogelijk) in vermaatschappelijking.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een verstandelijke handicap (functiestoornis).

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

LG

Wonen met enige begeleiding en enige verzorging.

Zorgprofiel

Cliënten zijn licht lichamelijk gehandicapt, functioneren sociaal grotendeels zelfstandig binnen een bepaalde structuur en hebben een goed besef van tijd, plaats en persoon.

De cliënten kunnen grotendeels zelf de regie voeren over hun eigen leven, zij hebben daarbij ten aanzien van de sociale redzaamheid toezicht of stimulatie nodig. Dit kan met name het geval zijn bij besluitnemings- en oplossingsvaardigheden en bij het uitvoeren van complexe taken.

De cliënten hebben ten aanzien van de psychosociale/cognitieve functies af en toe hulp, toezicht of sturing nodig. Dit kan met name het geval zijn ten aanzien van concentratie, geheugen en denken, prikkelgevoeligheid en het psychosociaal welbevinden van de cliënten.

De cliënten kunnen ADL zelf uitvoeren, er is hooguit af en toe toezicht of stimulatie nodig, bijvoorbeeld bij het wassen en aan- en uitkleden.

Ten aanzien van de mobiliteit zijn de cliënten vrijwel volledig zelfstandig, er kan af en toe toezicht of stimulatie nodig zijn.

Er is doorgaans geen of in geringe mate sprake van verpleging.

Er is meestal geen sprake van gedrags- of psychiatrische problematiek.

De aard van het begeleidingsdoel is veelal gericht op stabilisatie of ontwikkeling.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een lichamelijke handicap (functiestoornis).

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

LG Wonen met enige begeleiding en verzorging.

Zorgprofiel

Cliënten zijn ernstig lichamelijk gehandicapt en functioneren sociaal grotendeels zelfstandig binnen een bepaalde structuur.

Cliënten kunnen voor een groot deel zelf de regie voeren over hun eigen leven. Zij hebben hierbij ten aanzien van de sociale redzaamheid toezicht of stimulatie nodig. Echter bij de uitvoering van complexe taken en met betrekking tot het huishoudelijk leven kan behoefte bestaan aan hulp.

De cliënten hebben ten aanzien van de psychosociale/cognitieve functies af en toe hulp, toezicht of sturing nodig. Dit kan met name het geval zijn bij informatieverwerking, perceptie van zichzelf en psychosociaal welbevinden van de cliënten. Cliënten hebben een goed besef van tijd, plaats en persoon.

De cliënten kunnen een aantal aspecten van ADL niet of met veel moeite zelf uitvoeren, er is veelal sprake van behoefte aan hulp bij het wassen, kleden en de toiletgang. Bij andere ADL-taken is meer sprake van toezicht of stimulatie.

Ten aanzien van de mobiliteit hebben cliënten behoefte aan toezicht of stimulatie. Er kan wel vaak hulp, toezicht

of stimulatie nodig zijn bij transfers en het voortbewegen binnenshuis. Het kan voorkomen dat hierbij hulpmiddelen nodig zijn. Met betrekking tot de motoriek kan af en toe behoefte zijn aan hulp, toezicht of sturing.

Af en toe kan verpleegkundige aandacht nodig zijn.

Er is meestal geen sprake van gedrags- of psychiatrische problematiek.

De aard van het begeleidingsdoel is veelal gericht op stabilisatie, soms op ontwikkeling of begeleiding bij achteruitgang. De cliënten hebben een structurele zorgbehoefte, op zowel geplande als op niet geplande tijden.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een lichamelijke handicap (functiestoornis).

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

ZG

(visueel) Wonen met enige begeleiding en enige verzorging.

Zorgprofiel

De cliënten zijn enkelvoudig visueel gehandicapt en hebben een beperkte andere problematiek.

De cliënten hebben ten aanzien van de sociale redzaamheid toezicht en stimulatie nodig. Dit kan met name het geval zijn bij communicatie, besluitnemings- en oplossingsvaardigheden en bij het uitvoeren van complexe taken.

De cliënten hebben ten aanzien van de psychosociale/cognitieve functies af en toe hulp, toezicht of sturing nodig. Dit kan met name het geval zijn bij geheugen en denken, concentratie, perceptie van de omgeving en zichzelf en bij het psychosociaal welbevinden van de cliënten.

De cliënten kunnen de ADL grotendeels zelf uitvoeren, er kan bij het eten en drinken toezicht of stimulatie nodig zijn.

De cliënten zijn zelfstandig met betrekking tot mobiliteit, er kan af en toe sprake zijn van behoefte aan toezicht of stimulatie bij het verplaatsen buitenshuis.

Er is doorgaans geen sprake van verpleging.

Gedragsproblematiek en psychiatrische problematiek zijn doorgaans niet aan de orde.

De aard van het begeleidingsdoel is meestal gericht op ontwikkeling of soms stabilisatie. De cliënten hebben een structurele zorgbehoefte, op zowel geplande als op niet geplande tijden.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een zintuiglijke handicap (functiestoornis).

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

ZG

(auditief en communicatief) Wonen met begeleiding en enige verzorging.

Zorgprofiel

De cliënten zijn auditief en/of communicatief gehandicapt, met eventueel andere problematiek.

De cliënten hebben ten aanzien van de sociale redzaamheid regelmatig hulp, toezicht of sturing nodig. Dit kan met name het geval zijn bij communicatie, besluitnemings- en oplossingsvaardigheden, het uitvoeren van eenvoudige taken en bij het uitvoeren van complexe taken.

De cliënten hebben ten aanzien van de psychosociale/cognitieve functies af en toe hulp, toezicht of sturing nodig. Met name ten aanzien van informatieverwerking, prikkelgevoeligheid en bij het psychosociaal welbevinden van de cliënten is vaker hulp, toezicht of sturing nodig.

De cliënten kunnen ADL grotendeels zelf uitvoeren, er is af en toe toezicht of stimulatie nodig. Dit kan met name het geval zijn bij het eten en drinken.

De cliënten zijn zeer zelfstandig met betrekking tot mobiliteit.

Er is doorgaans geen behoefte aan verpleging.

Er kan sprake zijn van gedragsproblematiek.

Er kan soms sprake zijn van psychiatrische problematiek, welke actief dan wel passief van aard kan zijn.

De aard van het begeleidingsdoel is veelal gericht op ontwikkeling, soms ook op stabilisatie.

De dominante grondslag voor dit cliëntprofiel is meestal een zintuiglijke handicap (functiestoornis).

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Aard van het begeleidingsdoel

GGZ-B Voortgezet verblijf met begeleiding

Cliëntprofiel

Deze cliëntgroep heeft vanwege een psychiatrische aandoening een vorm van behandeling (geneeskundige zorg) nodig die het verblijf in een instelling noodzakelijk maakt. Daarnaast is begeleiding en vooral bescherming en stabiliteit nodig, in een veilige en weinig eisende verblijfsomgeving. De behandelaar is integraal verantwoordelijk voor het behandelplan en verblijf.

De cliënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid in het algemeen dagelijks begeleiding nodig, die naar intensiteit beperkt kan zijn. Er is sprake van enig verlies van zelfregie en mogelijk van een verstoord dag- en nachtritme. Cliënten hebben in beperkte mate problemen met het onderhouden van sociale relaties, het deelnemen aan het maatschappelijk leven en het invullen van de dag.

De cliënten hebben in het algemeen ondersteuning nodig ten aanzien van de cognitieve/psychische functies. Dit speelt met name bij concentratie, geheugen en denken, motivatie en het psychosociaal welbevinden.

De aard van het behandel-/begeleidingsdoel kan ontwikkelingsgericht zijn, zodanig dat terugkeer naar huis dan wel plaatsing in een beschermende woonomgeving mogelijk wordt. De behandeling is daarbij met name gericht op het herstel van het persoonlijk functioneren. Er is echter ook een groep cliënten die als chronisch is te beschouwen. Voor deze groep is stabilisatie en continuering van de situatie het uitgangspunt. Deze groep zal permanent behandeling nodig blijven hebben om verdere/nieuwe terugval te voorkomen.

Ten aanzien van ADL hebben de cliënten in het algemeen enige behoefte aan toezicht of stimulatie met betrekking tot de persoonlijke verzorging, de intensiteit daarvan is beperkt.

Ten aanzien van mobiliteit hebben de cliënten in het algemeen geen hulp nodig.

Bij deze cliënten is in het algemeen geen sprake van gedragsproblematiek.

De psychiatrische problematiek is bij deze cliënten in het algemeen zodanig ontwikkeld dat de psychiatrische symptomen onder controle zijn en dat deze in het dagelijks leven geen overheersende rol meer spelen. Er is sprake van een goede reactie op (depot)medicatie.

De zorgverlening is volgens afspraak en direct oproepbaar te leveren.

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Behandel-/begeleidingsdoel

GGZ-B Voortgezet verblijf met structuur en uitgebreide begeleiding

Cliëntprofiel

Deze cliëntgroep heeft vanwege een psychiatrische aandoening een vorm van behandeling (geneeskundige zorg) nodig die het verblijf in een instelling noodzakelijk maakt. Daarnaast is er continu begeleiding nodig. De cliënten hebben een structuur, stabiliteit, bescherming en veiligheid biedende verblijfsomgeving nodig waarin toezicht wordt gehouden en die weinig eisen stelt. De behandelaar is integraal verantwoordelijk voor het behandelplan en verblijf.

De cliënten hebben ten aanzien van hun sociale redzaamheid dagelijkse uitgebreide begeleiding nodig. Er is sprake van verlies van zelfregie en van een verstoord dag- en nachtritme. Cliënten hebben problemen met het onderhouden van sociale relaties, het deelnemen aan het maatschappelijk leven en het invullen van de dag. Daarnaast zijn er beperkingen in de besluitnemings- en oplossingsvaardigheden en bij het initiëren en uitvoeren van complexere taken.

De cliënten hebben in het algemeen uitgebreide ondersteuning nodig ten aanzien van alle cognitieve/psychische functies.

De aard van het behandel-/begeleidingsdoel kan ontwikkelingsgericht zijn, zodanig dat terugkeer naar huis dan wel plaatsing in een beschermende woonomgeving mogelijk wordt. De behandeling is daarbij met name gericht op het herstel van het persoonlijk functioneren. Er is echter ook een groep cliënten die als chronisch is te beschouwen. Voor deze groep is stabilisatie en continuering van de situatie het uitgangspunt. Tevens kan sprake zijn van begeleiding bij achteruitgang. Deze groep zal permanent behandeling nodig blijven hebben om verdere/nieuwe terugval te voorkomen.

Ten aanzien van ADL hebben de cliënten in het algemeen enige behoefte aan toezicht of stimulatie met betrekking tot de persoonlijke verzorging, de intensiteit daarvan is beperkt.

Ten aanzien van mobiliteit hebben de cliënten in het algemeen geen hulp nodig.

Bij deze cliënten kan terugkerend sprake zijn van enige gedragsproblematiek, maar die is hanteerbaar in de context van voortdurende begeleiding. Dit speelt met name bij manipulatief gedrag en reactief gedrag met betrekking tot interactie.

De psychiatrische problematiek is bij deze cliënten in het algemeen zodanig ontwikkeld dat de psychiatrische symptomen onder controle zijn en dat deze in het dagelijks leven geen overheersende rol meer spelen. Er is sprake van een goede reactie op (depot)medicatie.

De zorgverlening is voortdurend in de nabijheid te leveren.

Gemiddelde scores beperkingen

Aard van de psychiatrische problematiek

Behandel-/begeleidingsdoel


Artikel 35a

  • 1

    Met betrekking tot de in de artikelen 24, 32, eerste lid, onderdeel 4°, en tweede lid, 33, onderdelen 5° en 7°, en 35b, eerste lid, vermelde bedragen zijn de artikelen 10.1 en 10.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001 van overeenkomstige toepassing.

  • 2

    De vervangende bedragen zijn van toepassing, indien het overlijden, de schenking of de in artikel 45, derde lid, tweede zin, of in artikel 53, eerste lid, bedoelde gebeurtenis plaatsvindt op of na 1 januari van het jaar waarvoor de vervanging geldt, zo mede indien op of na 1 januari van dat jaar krachtens schenking wordt verkregen ten gevolge van de vervulling van een voorwaarde.


Bijlage G bij artikel 4.8 van de Regeling langdurige zorg

Bijlage G bij artikel 4.8 van de Regeling langdurige zorg

  • 1.

    Deze bijlage is uitsluitend van toepassing op de berekening van de bijdrage met inachtneming van het lopende kalenderjaar, bedoeld in de artikelen 3.3.2.3, eerste lid, onderdeel b, onder 2° en 4°, 3.3.2.4, tweede en vierde lid, 3.3.2.5, eerste en tweede lid, en 3.3.2.6, eerste lid, van het Besluit langdurige zorg.

  • 2.

    Het in artikel 3.3.1.2, eerste lid, onder b, aanhef, van het Besluit langdurige zorg genoemde bedrag wordt voor de berekening, bedoeld in het eerste lid, telkens vastgesteld op: € 10.542.

  • 3.

    De in artikel 3.3.2.3, eerste lid, onderdeel b, onder 4° en 5°, van het Besluit langdurige zorg genoemde bedragen worden voor de berekening, bedoeld in het eerste lid, telkens vastgesteld op € 20.869.

  • 4.

    Het in artikel 3.3.2.4, eerste lid, van het Besluit langdurige zorg genoemde bedrag wordt voor de berekening, bedoeld in het eerste lid, vastgesteld op: € 6.325.

  • 5.

    De in artikel 3.3.2.4a, eerste en derde lid, van het Besluit langdurige zorg genoemde bedragen worden voor de berekening, bedoeld in het eerste lid, vastgesteld op € 20.869.

  • 6.

    Het in artikel 4.3, onderdeel a, van de Regeling langdurige zorg genoemde bedrag wordt voor de berekening, bedoeld in het eerste lid, vastgesteld op: € 3.998.

  • 7.

    Het in artikel 4.3, onderdeel b, van de Regeling langdurige zorg genoemde bedrag wordt voor de berekening, bedoeld in het eerste lid, vastgesteld op: € 6.219.

  • 8.

    De in artikel 4.4, eerste lid, onderdeel a, van de Regeling langdurige zorg genoemde bedragen, respectievelijk percentage worden voor de berekening, bedoeld in het eerste lid, vastgesteld op: € 1.642, 5,45%, € 2.510,45 en € 4.761,14.

  • 9.

    De in artikel 4.4, eerste lid, onderdeel b, van de Regeling langdurige zorg genoemde bedragen, respectievelijk percentage worden voor de berekening, bedoeld in het eerste lid, vastgesteld op: € 1.642, 5,45% en € 4.761,14.

  • 10.

    De in artikel 4.4, eerste lid, onderdeel c, van de Regeling langdurige zorg genoemde bedragen, respectievelijk percentage worden voor de berekening, bedoeld in het eerste lid, vastgesteld op: € 1.642, 5,45%, € 2.237,80 en € 4.761,14.

  • 11.

    De in artikel 4.4, tweede lid, onderdeel a, van de Regeling langdurige zorg genoemde bedragen, respectievelijk percentage worden vastgesteld op: € 1.250, € 21.431, 13,55% en € 21.431.

  • 12.

    De in artikel 4.4, tweede lid, onderdeel b, van de Regeling langdurig genoemde bedragen, respectievelijk percentage worden voor de berekening, bedoeld in het eerste lid, vastgesteld op: € 2.397, € 21.431, 13,55% en € 21.431.

  • 13.

    Het in artikel 4.6, onderdeel a, van de Regeling langdurige zorg genoemde bedrag wordt voor de berekening, bedoeld in het eerste lid, vastgesteld op: € 9.653.

  • 14.

    Het in artikel 4.6, onderdeel b, van de Regeling langdurige zorg genoemde bedrag wordt voor de berekening, bedoeld in het eerste lid, vastgesteld op: € 11.461.

  • 15.

    Het in artikel 4.6, onderdeel c, van de Regeling langdurige zorg genoemde bedrag wordt voor de berekening, bedoeld in het eerste lid, vastgesteld op: € 7.322.

  • 16.

    Het in artikel 4.6, onderdeel d, van de Regeling langdurige zorg genoemde bedrag wordt voor de berekening, bedoeld in het eerste lid, vastgesteld op: € 14.866.


Bijlage H Tarieventabel persoonsgebonden budget-Wlz 2021

Bijlage H Tarieventabel persoonsgebonden budget-Wlz 2021

Deze tabel is alleen van toepassing op budgethouders met een indicatie voor verblijf (een indicatie voor een ZZP of een zorgprofiel).

Zorgprofiel

ZZP

Wel of geen Begeleiding groep

Persoonlijke Verzorging

Verpleging

Begeleiding Individueel

Begeleiding Groep

Huishoudelijke hulp

Totaal

Verpleging en verzorging

1VV

nvt

€ 1.728

€ 4.438

€ 6.878

€ 3.875

€ 16.918

2VV

nvt

€ 9.488

€ 8.876

€ 2.293

€ 3.875

€ 24.532

3VV

nvt

€ 14.672

€ 4.438

€ 6.878

€ 3.875

€ 29.863

Beschut wonen met intensieve begeleiding en uitgebreide verzorging

4VV

nvt

€ 14.672

€ 8.876

€ 12.590

€ 3.875

€ 40.014

Beschermd wonen met intensieve dementiezorg

5VV

nvt

€ 14.672

€ 16.273

€ 19.468

€ 3.875

€ 54.289

Beschermd wonen met intensieve verzorging en verpleging

6VV

nvt

€ 14.672

€ 16.273

€ 19.468

€ 3.875

€ 54.289

Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, vanwege specifieke aandoeningen, met de nadruk op begeleiding

7VV

nvt

€ 14.672

€ 16.273

€ 33.183

€ 3.875

€ 68.003

Beschermd wonen met zeer intensieve zorg, vanwege specifieke aandoeningen, met de nadruk op verzorging en verpleging

8VV

nvt

€ 19.825

€ 16.273

€ 41.187

€ 3.875

€ 81.161

Licht verstandelijk gehandicapt

Wonen met begeleiding en verzorging

1LVG

ja, zonder vervoer

€ 5.184

€ -

€ 19.468

€ 2.828

€ 3.875

€ 31.356

1LVG

ja, met vervoer

€ 5.184

€ -

€ 19.468

€ 3.168

€ 3.875

€ 31.695

Wonen met behandeling en begeleiding

2LVG

ja, zonder vervoer

€ 5.184

€ -

€ 33.183

€ 2.828

€ 3.875

€ 45.071

2LVG

ja, met vervoer

€ 5.184

€ -

€ 33.183

€ 3.168

€ 3.875

€ 45.410

Verstandelijk gehandicapt

1VG

nee

€ 5.184

€ -

€ 12.590

€ -

€ 3.875

€ 21.650

1VG

ja, zonder vervoer

€ 5.184

€ -

€ 12.590

€ 14.143

€ 3.875

€ 35.792

1VG

ja, met vervoer

€ 5.184

€ -

€ 12.590

€ 15.838

€ 3.875

€ 37.488

2VG

nee

€ 5.184

€ -

€ 19.468

€ -

€ 3.875

€ 28.527

2VG

ja, zonder vervoer

€ 5.184

€ -

€ 19.468

€ 14.143

€ 3.875

€ 42.670

2VG

ja, met vervoer

€ 5.184

€ -

€ 19.468

€ 15.838

€ 3.875

€ 44.366

Wonen met begeleiding en verzorging

3VG

nee

€ 1.728

€ -

€ 26.304

€ -

€ 3.875

€ 31.907

3VG

ja, zonder vervoer

€ 1.728

€ -

€ 26.304

€ 16.971

€ 3.875

€ 48.878

3VG

ja, met vervoer

€ 1.728

€ -

€ 26.304

€ 18.664

€ 3.875

€ 50.571

Wonen met begeleiding en intensieve en intensieve verzorging

4VG

nee

€ 5.184

€ 1.478

€ 26.304

€ -

€ 3.875

€ 36.841

4VG

ja, zonder vervoer

€ 5.184

€ 1.478

€ 26.304

€ 16.971

€ 3.875

€ 53.812

4VG

ja, met vervoer

€ 5.184

€ 1.478

€ 26.304

€ 18.664

€ 3.875

€ 55.505

Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verzorging

5VG

nee

€ 14.672

€ 4.438

€ 26.304

€ -

€ 3.875

€ 49.289

5VG

ja, zonder vervoer

€ 14.672

€ 4.438

€ 26.304

€ 19.800

€ 3.875

€ 69.090

5VG

ja, met vervoer

€ 14.672

€ 4.438

€ 26.304

€ 21.495

€ 3.875

€ 70.784

Wonen met intensieve begeleiding, verzorging en gedragregulering

6VG

nee

€ 5.184

€ -

€ 33.183

€ -

€ 3.875

€ 42.242

6VG

ja, zonder vervoer

€ 5.184

€ -

€ 33.183

€ 22.629

€ 3.875

€ 64.871

6VG

ja, met vervoer

€ 5.184

€ -

€ 33.183

€ 24.324

€ 3.875

€ 66.566

(besloten) wonen met zeer intensieve begeleiding, verzorging en gedragsregulering

7VG

nee

€ 14.672

€ 1.478

€ 41.187

€ -

€ 3.875

€ 61.212

7VG

ja, zonder vervoer

€ 14.672

€ 1.478

€ 41.187

€ 25.458

€ 3.875

€ 86.670

7VG

ja, met vervoer

€ 14.672

€ 1.478

€ 41.187

€ 27.152

€ 3.875

€ 88.363

Wonen met begeleiding en volledige verzorging en verpleging

8VG

nee

€ 31.043

€ 8.876

€ 12.590

€ -

€ 3.875

€ 56.385

8VG

ja, zonder vervoer

€ 31.043

€ 8.876

€ 12.590

€ 19.800

€ 3.875

€ 76.185

8VG

ja, met vervoer

€ 31.043

€ 8.876

€ 12.590

€ 21.495

€ 3.875

€ 77.880

Lichamelijk gehandicapt

Wonen met enige begeleiding en enige verzorging (2015)

1LG

nee

€ 5.184

€ 1.478

€ 19.468

€ -

€ 3.875

€ 30.005

1LG

ja, zonder vervoer

€ 5.184

€ 1.478

€ 19.468

€ 16.971

€ 3.875

€ 46.976

1LG

ja, met vervoer

€ 5.184

€ 1.478

€ 19.468

€ 18.664

€ 3.875

€ 48.669

Wonen met begeleiding en enige verzorging

2LG

nee

€ 14.672

€ 1.478

€ 19.468

€ -

€ 3.875

€ 39.493

2LG

ja, zonder vervoer

€ 14.672

€ 1.478

€ 19.468

€ 16.971

€ 3.875

€ 56.464

2LG

ja, met vervoer

€ 14.672

€ 1.478

€ 19.468

€ 18.664

€ 3.875

€ 58.157

Wonen met enige begeleiding en verzorging (2015)

3LG

nee

€ 14.672

€ 1.478

€ 12.590

€ -

€ 3.875

€ 32.615

3LG

ja, zonder vervoer

€ 14.672

€ 1.478

€ 12.590

€ 19.800

€ 3.875

€ 52.415

3LG

ja, met vervoer

€ 14.672

€ 1.478

€ 12.590

€ 21.495

€ 3.875

€ 54.110

Wonen met begeleiding en verzorging

4LG

nee

€ 14.672

€ 1.478

€ 19.468

€ -

€ 3.875

€ 39.493

4LG

ja, zonder vervoer

€ 14.672

€ 1.478

€ 19.468

€ 16.971

€ 3.875

€ 56.464

4LG

ja, met vervoer

€ 14.672

€ 1.478

€ 19.468

€ 18.664

€ 3.875

€ 58.157

Wonen met begeleiding en intensieve verzorging

5LG

nee

€ 19.825

€ 4.438

€ 19.468

€ -

€ 3.875

€ 47.606

5LG

ja, zonder vervoer

€ 19.825

€ 4.438

€ 19.468

€ 19.800

€ 3.875

€ 67.406

5LG

ja, met vervoer

€ 19.825

€ 4.438

€ 19.468

€ 21.495

€ 3.875

€ 69.101

Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verzorging

6LG

nee

€ 25.011

€ 8.876

€ 19.468

€ -

€ 3.875

€ 57.230

6LG

ja, zonder vervoer

€ 25.011

€ 8.876

€ 19.468

€ 16.971

€ 3.875

€ 74.201

6LG

ja, met vervoer

€ 25.011

€ 8.876

€ 19.468

€ 18.664

€ 3.875

€ 75.895

Wonen met zeer intensieve begeleiding en zeer intensieve verzorging

7LG

nee

€ 25.011

€ 8.876

€ 26.304

€ -

€ 3.875

€ 64.066

7LG

ja, zonder vervoer

€ 25.011

€ 8.876

€ 26.304

€ 14.143

€ 3.875

€ 78.209

7LG

ja, met vervoer

€ 25.011

€ 8.876

€ 26.304

€ 15.838

€ 3.875

€ 79.904

Visueel gehandicapt

Wonen met enige begeleiding en enige verzorging (2015)

1ZGvis

nee

€ 5.184

€ -

€ 12.590

€ -

€ 3.875

€ 21.650

1ZGvis

ja, zonder vervoer

€ 5.184

€ -

€ 12.590

€ 16.971

€ 3.875

€ 38.621

1ZGvis

ja, met vervoer

€ 5.184

€ -

€ 12.590

€ 18.664

€ 3.875

€ 40.314

Wonen met begeleiding en enige verzorging

2ZGvis

nee

€ 5.184

€ -

€ 26.304

€ -

€ 3.875

€ 35.363

2ZGvis

ja, zonder vervoer

€ 5.184

€ -

€ 26.304

€ 14.143

€ 3.875

€ 49.506

2ZGvis

ja, met vervoer

€ 5.184

€ -

€ 26.304

€ 15.838

€ 3.875

€ 51.202

Wonen met intensieve begeleiding en verzorging

3ZGvis

nee

€ 9.488

€ 4.438

€ 26.304

€ -

€ 3.875

€ 44.105

3ZGvis

ja, zonder vervoer

€ 9.488

€ 4.438

€ 26.304

€ 14.143

€ 3.875

€ 58.248

3ZGvis

ja, met vervoer

€ 9.488

€ 4.438

€ 26.304

€ 15.838

€ 3.875

€ 59.943

Wonen met intensieve begeleiding en intensieve verzorging

4ZGvis

nee

€ 25.011

€ 4.438

€ 26.304

€ -

€ 3.875

€ 59.627

4ZGvis

ja, zonder vervoer

€ 25.011

€ 4.438

€ 26.304

€ 19.800

€ 3.875

€ 79.428

4ZGvis

ja, met vervoer

€ 25.011

€ 4.438

€ 26.304

€ 21.495

€ 3.875

€ 81.122

Wonen met zeer intensieve begeleiding en zeer intensieve verzorging

5ZGvis

nee

€ 25.011

€ 4.438

€ 33.183

€ -

€ 3.875

€ 66.506

5ZGvis

ja, zonder vervoer

€ 25.011

€ 4.438

€ 33.183

€ 19.800

€ 3.875

€ 86.307

5ZGvis

ja, met vervoer

€ 25.011

€ 4.438

€ 33.183

€ 21.495

€ 3.875

€ 88.001

Auditief gehandicapt

Wonen met begeleiding en enige verzorging

1ZGaud

nee

€ 1.728

€ -

€ 26.304

€ -

€ 3.875

€ 31.907

1ZGaud

ja, zonder vervoer

€ 1.728

€ -

€ 26.304

€ 22.629

€ 3.875

€ 54.536

1ZGaud

ja, met vervoer

€ 1.728

€ -

€ 26.304

€ 24.324

€ 3.875

€ 56.231

Wonen met intensieve begeleiding en verzorging

2ZGaud

nee

€ 19.825

€ 8.876

€ 41.187

€ -

€ 3.875

€ 73.764

2ZGaud

ja, zonder vervoer

€ 19.825

€ 8.876

€ 41.187

€ 25.458

€ 3.875

€ 99.222

2ZGaud

ja, met vervoer

€ 19.825

€ 8.876

€ 41.187

€ 27.152

€ 3.875

€ 100.915

Wonen intensieve begeleiding en intensieve verzorging

3ZGaud

nee

€ 31.043

€ 16.273

€ 41.187

€ -

€ 3.875

€ 92.379

3ZGaud

ja, zonder vervoer

€ 31.043

€ 16.273

€ 41.187

€ 25.458

€ 3.875

€ 117.837

3ZGaud

ja, met vervoer

€ 31.043

€ 16.273

€ 41.187

€ 27.152

€ 3.875

€ 119.530

Wonen intensieve begeleiding en enige verzorging

4ZGaud

nee

€ 9.488

€ -

€ 41.187

€ -

€ 3.875

€ 54.550

4ZGaud

ja, zonder vervoer

€ 9.488

€ -

€ 41.187

€ 19.800

€ 3.875

€ 74.351

4ZGaud

ja, met vervoer

€ 9.488

€ -

€ 41.187

€ 21.495

€ 3.875

€ 76.045

GGZ wonen met intensieve begeleiding

1GGZ-W

nee

€ 1.727

€ 1.478

€ 26.304

€ -

€ 3.875

€ 33.384

1GGZ-W

ja, zonder vervoer

€ 1.727

€ 1.478

€ 26.304

€ 11.315

€ 3.875

€ 44.699

1GGZ-W

ja, met vervoer

€ 1.727

€ 1.478

€ 26.304

€ 12.667

€ 3.875

€ 46.052

GGZ wonen met intensieve begeleiding en verzorging

2GGZ-W

nee

€ 9.488

€ 4.438

€ 19.468

€ -

€ 3.875

€ 37.269

2GGZ-W

ja, zonder vervoer

€ 9.488

€ 4.438

€ 19.468

€ 11.315

€ 3.875

€ 48.585

2GGZ-W

ja, met vervoer

€ 9.488

€ 4.438

€ 19.468

€ 12.667

€ 3.875

€ 49.937

GGZ wonen met intensieve begeleiding en gedragsregulering

3GGZ-W

nee

€ 5.184

€ 4.438

€ 26.304

€ -

€ 3.875

€ 39.801

3GGZ-W

ja, zonder vervoer

€ 5.184

€ 4.438

€ 26.304

€ 14.143

€ 3.875

€ 53.945

3GGZ-W

ja, met vervoer

€ 5.184

€ 4.438

€ 26.304

€ 15.838

€ 3.875

€ 55.639

GGZ wonen met intensieve begeleiding en intensieve verpleging en verzorging

4GGZ-W

nee

€ 14.672

€ 8.876

€ 26.304

€ -

€ 3.875

€ 53.727

4GGZ-W

ja, zonder vervoer

€ 14.672

€ 8.876

€ 26.304

€ 11.315

€ 3.875

€ 65.042

4GGZ-W

ja, met vervoer

€ 14.672

€ 8.876

€ 26.304

€ 12.667

€ 3.875

€ 66.394


Bijlage I Tarieventabel persoonsgebonden budget Wlz-indiceerbaren in een ADL-woning 2020

Bijlage I Tarieventabel persoonsgebonden budget Wlz-indiceerbaren in een ADL-woning 2020

Klasse

Persoonlijke Verzorging

Verpleging

Begeleiding individueel

Begeleiding Groep zonder vervoer

Begeleiding Groep met vervoer

0

€ 1.423

1

€ 1.577

€ 4.274

€ 2.093

€ 2.587

€ 2.898

2

€ 4.733

€ 8.549

€ 6.280

€ 5.177

€ 5.796

3

€ 8.677

€ 15.673

€ 11.516

€ 7.763

€ 8.693

4

€ 13.412

€ 24.223

€ 17.797

€ 10.352

€ 11.590

5

€ 18.144

€ 32.773

€ 24.077

€ 12.941

€ 14.491

6

€ 22.877

€ 41.321

€ 30.359

€ 15.529

€ 17.077

7

€ 28.399

€ 51.295

€ 37.687

€ 18.117

€ 19.667

8

€ 35.500

€ 47.108

€ 20.704

€ 22.254

9

€ 23.292

€ 24.843

Additioneel bedrag per uur of dagdeel bij indicatie in de hoogste klasse:

Indicatie:

Extra bedrag

Klasse 9

€ 1.577

Klasse 8

€ 2.850

Klasse 9

€ 2.093

Klasse 10

€ 2.587

Klasse 10

€ 2.587

Kortdurend verblijf: € 113 per etmaal.



























































































































































Eerste Boek Van den koophandel in het algemeen

Eerste Boek Van den koophandel in het algemeen



§ 4 Integere en beheerste bedrijfsvoering

§ 4 Integere en beheerste bedrijfsvoering


Titel 2 Erfopvolging bij versterf

Titel 2 Erfopvolging bij versterf


Titel 4 Burgerlijke stand


Begripsbepalingen


Wet van 4 juni 1992, houdende algemene regels van bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht)


Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet waardering onroerende zaken


Artikel 10

Een aanbieder beschikt over procedures en maatregelen met betrekking tot het tegengaan van verstrengeling van belangen van:

  • a.

    personen die het beleid van de aanbieder bepalen of mede bepalen;

  • b.

    indien van toepassing, bestuurders van de aanbieder of een rechtspersoon of vennootschap van dezelfde groep;

  • c.

    indien van toepassing, personen die belast zijn met de compliancefunctie of auditfunctie of lid zijn van een orgaan belast met het intern toezicht op de aanbieder;

  • d.

    indien van toepassing, andere werknemers of personen die in opdracht van de aanbieder werkzaamheden verrichten met een taak of functie waarin belangenverstrengeling zich redelijkerwijs zou kunnen voordoen.


Artikel 9

Ten einde als erfgenaam bij versterf te kunnen optreden, moet men bestaan op het ogenblik dat de nalatenschap openvalt.



Wet van 4 juni 1992, houdende algemene regels van bestuursrecht (Algemene wet bestuursrecht)

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat ingevolge artikel 107, tweede lid, van de Grondwet de wet algemene regels van bestuursrecht dient vast te stellen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:




Artikel 10

  • 1

    De wet roept tot een nalatenschap als erfgenamen uit eigen hoofde achtereenvolgens:

    • a.

      de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot van de erflater tezamen met diens kinderen;

    • b.

      de ouders van de erflater tezamen met diens broers en zusters;

    • c.

      de grootouders van de erflater;

    • d.

      de overgrootouders van de erflater.

  • 2

    De afstammelingen van een kind, broer, zuster, grootouder of overgrootouder worden bij plaatsvervulling geroepen.

  • 3

    Alleen zij die tot de erflater in familierechtelijke betrekking stonden, worden tot de in de vorige leden genoemde bloedverwanten gerekend.



Artikel 11

  • 1

    De bedrijfsvoering van een aanbieder bestaat ten minste uit:

    • a.

      een duidelijke, evenwichtige en adequate organisatiestructuur; en

    • b.

      een duidelijke, evenwichtige en adequate verdeling van taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden.

  • 2

    De bedrijfsvoering is afgestemd op de aard en de omvang van de integriteitsrisico’s van de aanbieder.

  • 3

    De bedrijfsvoering wordt op inzichtelijke wijze vastgelegd.


Artikel 11

  • 1

    Degenen die tezamen uit eigen hoofde tot een nalatenschap worden geroepen, erven voor gelijke delen.

  • 2

    In afwijking van lid 1 is het erfdeel van een halfbroer of halfzuster de helft van het erfdeel van een volle broer, een volle zuster of een ouder.

  • 3

    Wanneer het erfdeel van een ouder door toepassing van de leden 1 en 2 minder zou bedragen dan een kwart, wordt het verhoogd tot een kwart en worden de erfdelen van de overige erfgenamen naar evenredigheid verminderd.


Artikel 2

  • 1

    Bij de bepaling van de waarde wordt buiten aanmerking gelaten de waarde van:

    • a.

      ten behoeve van de land- of bosbouw bedrijfsmatig geëxploiteerde cultuurgrond, voor zover die niet de ondergrond vormt van gebouwde eigendommen;

    • b.

      één of meer onroerende zaken die deel uitmaken van een op de voet van de Natuurschoonwet 1928 aangewezen landgoed dat voldoet aan de voorwaarden, genoemd in artikel 8 van het Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928, met uitzondering van de daarop voorkomende gebouwde eigendommen;

    • c.

      natuurterreinen waaronder mede worden verstaan duinen, heidevelden, zandverstuivingen, moerassen en plassen, die beheerd worden door rechtspersonen met volledige rechtsbevoegdheid welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het behoud van natuurschoon ten doel stellen;

    • d.

      openbare land- en waterwegen en banen voor openbaar vervoer per rail, een en ander met inbegrip van kunstwerken;

    • e.

      werktuigen die van een onroerende zaak kunnen worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis aan die werktuigen wordt toegebracht en die niet op zichzelf als gebouwde eigendommen zijn aan te merken;

    • f.

      waterverdedigings- en waterbeheersingswerken die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning;

    • g.

      onroerende zaken die in hoofdzaak zijn bestemd voor de openbare eredienst of voor het houden van openbare bezinningssamenkomsten van levensbeschouwelijke aard, een en ander met uitzondering van delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;

    • h.

      werken die zijn bestemd voor de zuivering van riool- en ander afvalwater en die worden beheerd door organen, instellingen of diensten van publiekrechtelijke rechtspersonen, met uitzondering van de delen van zodanige werken die dienen als woning.

  • 2

    Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, wordt onder landbouw verstaan landbouw in de zin van artikel 312 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.


Artikel 12

Dit besluit treedt in werking op het tijdstip waarop de Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn in werking treedt.


Artikel 12

  • 1

    Plaatsvervulling geschiedt met betrekking tot personen die op het ogenblik van het openvallen van de nalatenschap niet meer bestaan, die onwaardig zijn, onterfd zijn of verwerpen of wier erfrecht is vervallen.

  • 2

    Zij die bij plaatsvervulling erven, worden staaksgewijze geroepen tot het erfdeel van degene wiens plaats zij vervullen.

  • 3

    Degenen die de erflater verder dan de zesde graad bestaan, erven niet.


Artikel 3

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 1995.


Artikel 13

Dit besluit wordt aangehaald als: Uitvoeringsbesluit Wwft 2018.


Artikel 4

De regeling wordt aangehaald als: Uitvoeringsregeling uitgezonderde objecten Wet waardering onroerende zaken.


Slotformulier en ondertekening

De Staatssecretaris van Financiën, W.A. Vermeend


Slotformulier en ondertekening

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te ’s-Gravenhage 4 juni 1992 Beatrix

De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin

De Minister van Binnenlandse Zaken, C. I. Dales

Uitgegeven de dertigste juni 1992 De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin


Bijlage 1 Regeling rechtstreeks beroep (artikel 7:1, eerste lid, onderdeel g)

Bijlage 1 Regeling rechtstreeks beroep (artikel 7:1, eerste lid, onderdeel g)

Tegen een besluit, genomen op grond van een in deze regeling genoemd voorschrift dan wel anderszins in deze regeling omschreven, kan geen bezwaar worden gemaakt.

Archiefwet 1995: artikel 38, indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan de artikelen 124, 124a en hoofdstuk XVII van de Gemeentewet

Bekendmakingswet: artikel 21, indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan artikel 121 van de Provinciewet

Elektriciteitswet 1998: artikel 51

Gaswet: artikel 19

Gemeentewet:

Kaderwet dienstplicht: artikel 13

Kieswet:

Landbouwkwaliteitswet: een besluit van een tuchtgerecht of een centraal tuchtgerecht, ingesteld door een controle-instelling als bedoeld in artikel 13

Mededingingswet: de artikelen 37, eerste lid, 44, eerste lid, en 47, eerste lid

Omgevingswet:

Postwet 2009: hoofdstuk 3A en artikel 58

Provinciewet:

Spoorwegwet: hoofdstuk 5, paragraaf 2, en artikel 71, tweede lid

Telecommunicatiewet, voor zover het betreft een besluit van de Autoriteit Consument en Markt, genomen op grond van:

Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten: de artikelen 5 tot en met 10

Tijdelijke wet bestuurlijke maatregelen terrorismebestrijding: de artikelen 2 tot en met 4

Uitvoeringswet EU-zeehavenverordening: artikel 7, voor zover het betreft een besluit van de Autoriteit Consument en Markt

Uitvoeringswet verordening Europees burgerinitiatief: artikel 2, aanhef en onder c

Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk bankenafwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees parlement en de Raad (PbEU 2014, L 225): de artikelen 16, 18 en 21

Verordening (EU) nr. 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten en tot intrekking van Richtlijn 2003/71/EG (PbEU 2017, L 168): de artikelen 20, eerste en vijfde lid, en 23, eerste lid

Verordening (EU) 2021/23 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1095/2010, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 806/2014 en (EU) 2015/2365, en de Richtlijnen 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2007/36/EG, 2014/59/EU en (EU) 2017/1132 (PbEU 2021, L 22): de artikelen 21 tot en met 58

Vreemdelingenwet 2000:

Waterschapswet: de artikelen 31, derde lid, 33, vierde lid, en 41, vijfde lid

Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften: artikel 32

Wet gemeenschappelijke regelingen:

Wet luchtvaart: de artikelen 8.25ea, vierde lid, 8.25f, tweede, vierde en vijfde lid, 8.40f, vierde lid, en 8.40g, tweede, vierde en vijfde lid

Wet milieubeheer:

Wet Naleving Europese regelgeving publieke entiteiten: de artikelen 2, eerste lid, 3 en 5

Wet op het financieel toezicht:

Wet politiegegevens: artikelen 25 en 28

Wet tijdelijk huisverbod


Bijlage 2 Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak (artikelen 8:5, 8:6, 8:7, 8:105 en 8:106)

Bijlage 2 Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak (artikelen 8:5, 8:6, 8:7, 8:105 en 8:106)

Hoofdstuk 1 Van beroep uitgezonderde besluiten (artikel 8:5)

Artikel 1 Geen beroep

Tegen een besluit, genomen op grond van een in dit artikel genoemd voorschrift of anderszins in dit artikel omschreven, kan geen beroep worden ingesteld.

Archiefwet 1995:

  • a.

    artikel 38, indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan artikel 124 van de Gemeentewet voor zover het beroep niet wordt ingesteld door het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur van een waterschap, en indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan artikel 124a van de Gemeentewet voor zover het beroep niet wordt ingesteld door gedeputeerde staten

  • b.

    artikel 38, indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan hoofdstuk XVII van de Gemeentewet, voor zover het betreft de weigering om een besluit tot vernietiging te nemen en het niet tijdig nemen van een besluit tot vernietiging en voor zover het betreft de weigering om een voordracht tot vernietiging te doen

Bekendmakingswet: artikel 21, indien overeenkomstige toepassing is gegeven artikel 121 van de Provinciewet, voor zover het beroep niet wordt ingesteld door het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur van een waterschap

Burgerlijk Wetboek:

Elektriciteitswet 1998: de artikelen 9b, derde lid, 9c, vierde lid, en 20a, vierde lid

Faillissementswet: artikel 285

Financiële-verhoudingswet: artikel 9

Gaswet: artikel 39b, derde lid

Gemeentewet:

  • a.
  • b.

    artikel 85, tweede lid, voor zover het betreft de weigering om een besluit tot vernietiging te nemen en het niet tijdig nemen van een besluit tot vernietiging

  • c.

    artikel 124, voor zover het beroep niet wordt ingesteld door de raad, het college van burgemeester en wethouders, onderscheidenlijk de burgemeester

  • d.

    artikel 124a, voor zover het beroep niet wordt ingesteld door gedeputeerde staten, onderscheidenlijk de commissaris van de Koning

  • e.
  • f.

    artikel 268, voor zover het betreft de weigering om een besluit tot vernietiging te nemen en het niet tijdig nemen van een besluit tot vernietiging

  • g.

    artikel 278, voor zover het betreft de weigering om een voordracht tot vernietiging te doen

  • h.

    de artikelen 278a, vierde lid, en 281, tweede lid, indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan artikel 124 van de Gemeentewet voor zover het beroep niet wordt ingesteld door de raad, het college van burgemeester en wethouders, onderscheidenlijk de burgemeester, en indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan artikel 124a van de Gemeentewet voor zover het beroep niet wordt ingesteld door gedeputeerde staten, onderscheidenlijk de commissaris van de Koning

Geneesmiddelenwet: artikel 17, onderdeel a

Gerechtsdeurwaarderswet: artikel 3a, tweede lid

Instellingswet Autoriteit Consument en Markt: artikel 12h, eerste lid, voor zover de aanvraag is afgewezen

Invoeringswet Omgevingswet: artikel 4.45

Invorderingswet 1990, met uitzondering van de artikelen 30, 49 en 62a

Jeugdwet:

Kaderwet zelfstandige bestuursorganen: artikel 21a, eerste en tweede lid

Kostenwet invordering rijksbelastingen, met uitzondering van artikel 7

Leegstandwet:

Omgevingswet:

Participatiewet: de artikelen 52 en 81 en paragraaf 6.5

Pensioenwet: de artikelen 150m, tweede lid, 150oa, eerste lid, en 150q, tweede lid, voor zover het beroep niet wordt ingesteld door het pensioenfonds

Politiewet 2012: de artikelen 18, 20, 34, 35, 36, eerste lid, 37, eerste lid, 39, derde en vijfde lid, en 52

Provinciewet:

  • a.
  • b.

    artikel 83, tweede lid, voor zover het betreft de weigering om een besluit tot vernietiging te nemen en het niet tijdig nemen van een besluit tot vernietiging

  • c.

    artikel 121, voor zover het beroep niet wordt ingesteld door gedeputeerde staten, onderscheidenlijk de commissaris van de Koning

  • d.
  • e.

    artikel 261, voor zover het betreft de weigering om een besluit tot vernietiging te nemen en het niet tijdig nemen van een besluit tot vernietiging

  • f.

    artikel 271, voor zover het betreft de weigering om een voordracht tot vernietiging te doen

  • g.

    de artikelen 271a, vierde lid, en 274, tweede lid, indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan artikel 121 van de Provinciewet, voor zover het beroep niet wordt ingesteld door provinciale staten, gedeputeerde staten, onderscheidenlijk de commissaris van de Koning

Richtlijn 2008/50/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2008 betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa (PbEU 2008, L 152): een kennisgeving als bedoeld in artikel 22, vierde lid

Rijkswet Onderzoeksraad voor veiligheid, met uitzondering van beslissingen ten aanzien van de algemeen secretaris en de medewerkers van het bureau

Telecommunicatiewet: de artikelen 3.5, 3.5a, 3.5b, 3.22 en 18.9, eerste en tweede lid

Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten: de artikelen 2 en 4

Tijdelijke wet Groningen:

Uitleveringswet

Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte: de artikelen 7, tweede, derde, vijfde, achtste en negende lid, en 7a, derde lid

Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk bankenafwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2014, L 225): de artikelen 16, 18 en 21, voor zover het betreft een weigering om een besluit te nemen of het niet tijdig nemen van een besluit;

Verordening (EU) 2021/23 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1095/2010, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 806/2014 en (EU) 2015/2365, en de Richtlijnen 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2007/36/EG, 2014/59/EU en (EU) 2017/1132 (PbEU 2021, L 22): de artikelen 21 tot en met 58, voor zover het betreft een weigering om een besluit te nemen of het niet tijdig nemen van een besluit

Waterschapswet: artikel 156, eerste lid, voor zover het betreft de weigering om een vernietiging te bevorderen en het niet tijdig nemen van een besluit tot vernietiging

Wegenverkeerswet 1994: de artikelen 132c, vijfde lid, en 132d, tweede lid

Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften

Wet bekostiging financieel toezicht 2019: een besluit omtrent de goedkeuring als bedoeld in de artikelen 6 en 9

Wet College voor de rechten van de mens, met uitzondering van de artikelen 14 tot en met 18

Wet gemeenschappelijke regelingen:

  • a.

    de artikelen 32b en 45a gelezen in samenhang met artikel 32b, voor zover het beroep niet wordt ingesteld door het bestuur van het openbaar lichaam, het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie of het gemeenschappelijk orgaan

  • b.

    artikel 32c, voor zover het beroep niet wordt ingesteld door gedeputeerde staten

  • c.

    de artikelen 36, eerste lid, 49 gelezen in samenhang met artikel 36, eerste lid, en 50h, eerste lid, voor zover het betreft de weigering om een besluit tot vernietiging te nemen en het niet tijdig nemen van een besluit tot vernietiging

  • d.

    de artikelen 39b en 49 gelezen in samenhang met artikel 39b, voor zover het betreft de weigering om een voordracht tot vernietiging te doen

  • e.

    de artikelen 39c, vierde lid en 39e, tweede lid, indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan artikel 32b voor zover het beroep niet wordt ingesteld door het bestuur van het openbaar lichaam, het bestuur van de bedrijfsvoeringsorganisatie of het gemeenschappelijk orgaan, en indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan artikel 32c, voor zover het beroep niet wordt ingesteld door gedeputeerde staten, en artikel 49 gelezen in samenhang met dit onderdeel

Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden: artikel 108

Wet luchtvaart:

Wet melding collectief ontslag

Wet milieubeheer:

Wet Naleving Europese regelgeving publieke entiteiten:

  • a.

    artikel 2, eerste lid, voor zover het betreft de weigering om een aanwijzing te geven

  • b.

    artikel 3, voor zover het betreft de weigering om een aanwijzing te geven

  • c.

    artikel 5, voor zover het betreft de weigering om een besluit te nemen

Wet op de expertisecentra: artikel 123, vierde lid, zolang de gemeenteraad de aanvulling nog niet heeft bekrachtigd

Wet op de rechterlijke organisatie: de artikelen 46a, eerste lid, 62a, eerste lid, en 100

Wet opheffing particuliere banken van leening: artikel 2

Wet op het financieel toezicht:

Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek: artikel 7.61

Wet op het primair onderwijs: artikel 128, vierde lid, zolang de gemeenteraad de aanvulling nog niet heeft bekrachtigd

Wet publieke gezondheid: de artikelen 31 en 35

Wet rechtspositie rechterlijke ambtenaren:

  • a.

    een besluit tot benoeming, plaatsing of aanwijzing als bedoeld in hoofdstuk 2, tenzij het beroep wordt ingesteld door een rechterlijk ambtenaar of rechterlijk ambtenaar in opleiding als zodanig, zijn nagelaten betrekkingen of zijn rechtverkrijgenden

  • b.

    een besluit van de Hoge Raad als bedoeld in hoofdstuk 6A

  • c.

    een vordering als bedoeld in artikel 46o

Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15: de artikelen 4, eerste lid, 8b, eerste lid, 9, eerste lid, en 16, eerste lid

Wet toezicht financiële verslaggeving: de artikelen 2, eerste lid, 3, eerste en tweede lid, 4, 9, 12 en 30

Wet van 18 december 2008 tot wijziging van de Wet luchtvaart inzake vernieuwing van de regelgeving voor burgerluchthavens en militaire luchthavens en de decentralisatie van bevoegdheden voor burgerluchthavens naar het provinciaal bestuur (Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens) (Stb. 2008, 561): artikel X

Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen: artikel 30, tweede lid

Wet verplichte beroepspensioenregeling: de artikelen 145l, tweede lid, 145na, eerste lid, en 145p, tweede lid, voor zover het beroep niet wordt ingesteld door het beroepspensioenfonds

Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, met uitzondering van de artikelen 5:2 en 13:4

Wet vervoer gevaarlijke stoffen: de artikelen 13, eerste lid, en 14, eerste, tweede en vierde lid

Wet voortgezet onderwijs 2020: artikel 5.23, vierde lid, zolang de gemeenteraad de aanvulling nog niet heeft bekrachtigd

Wet vrachtwagenheffing: de artikelen 8, tweede lid, 9, tweede lid, en 12, eerste lid

Wet windenergie op zee: artikel 9, eerste lid

Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten, met uitzondering van artikel 61

Zorgverzekeringswet:

Hoofdstuk 2 Beroep in eerste aanleg bij een bijzondere bestuursrechter (artikelen 8:4, tweede lid, en 8:6)

Artikel 2 Beroep bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State

Tegen een besluit, genomen op grond van een in dit artikel genoemd voorschrift of anderszins in dit artikel omschreven, kan beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.

Archiefwet 1995: artikel 38, indien overeenkomstige toepassing is gegeven aan:

Bekendmakingswet: artikel 21, indien overeenkomstige toepassing is gegeven artikel 121 van de Provinciewet, voor zover het beroep wordt ingesteld door het dagelijks bestuur of het algemeen bestuur van een waterschap

Experimentenwet onderwijs

Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/331 van de Commissie van 19 december 2018 tot vaststelling van een voor de hele Unie geldende overgangsregeling voor de geharmoniseerde kosteloze toewijzing van emissierechten overeenkomstig artikel 10bis van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2019, L 59): voor zover het besluiten betreft van de Nederlandse emissieautoriteit, genoemd in artikel 2.1 van de Wet milieubeheer

Gemeentewet:

Kaderwet dienstplicht: de artikelen 10, eerste lid, 11 en 13

Kernenergiewet

Kieswet:

Mijnbouwwet:

  • a.

    een besluit dat van toepassing is op het continentaal plat, met uitzondering van een besluit krachtens de afdelingen 5.1.1, 5.1.2, 5.3, 5.4 of 5.5

  • b.

    instemming met een winningsplan krachtens artikel 34, instemming met een winningsplan of een opslagplan krachtens 39, eerste lid, en de vaststelling van een operationele strategie krachtens artikel 52d

Omgevingswet:

Participatiewet: artikel 76, eerste en tweede lid

Provinciewet:

Reconstructiewet concentratiegebieden, voor zover het betreft een besluit tot vaststelling, wijziging of uitwerking van het reconstructieplan, alsmede een besluit dat is genomen met toepassing van de artikelen 40 tot en met 43

Tijdelijke experimentenwet nieuwe stembiljetten: de artikelen 5 tot en met 10

Tijdelijke wet aanwijzing bèta-opleidingen: artikel 2, eerste lid

Tijdelijke wet Groningen:

Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2066 van de Commissie van 19 december 2018 inzake de monitoring en rapportage van de emissies van broeikasgassen overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2018, L 334): voor zover het besluiten betreft van de Nederlandse emissieautoriteit, genoemd in artikel 2.1 van de Wet milieubeheer

Uitvoeringsverordening (EU) 2018/2067 van de Commissie van 19 december 2018 inzake de verificatie van gegevens en de accreditatie van verificateurs krachtens Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2018, L 334): voor zover het besluiten betreft van de Nederlandse emissieautoriteit, genoemd in artikel 2.1 van de Wet milieubeheer

Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1842 van de Commissie van 31 oktober 2019 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad wat de verdere regelingen voor de aanpassingen van de kosteloze toewijzing van emissierechten als gevolg van veranderingen in het activiteitsniveau betreft (PbEU 2019, L 282): voor zover het besluiten betreft van de Nederlandse emissieautoriteit, genoemd in artikel 2.1 van de Wet milieubeheer

Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2006 betreffende de overbrenging van afvalstoffen (PbEU 2006, L 190)

Verordening (EU) nr. 601/2012 van de Commissie van 21 juni 2012 inzake de monitoring en rapportage van de emissies van broeikasgassen overeenkomstig Richtlijn 2003/87/EG van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2012, L181):

voor zover het besluiten betreft van de Nederlandse emissieautoriteit, genoemd in artikel 2.1 van de Wet milieubeheer

Uitvoeringswet verordening Europees burgerinitiatief: artikel 2, aanhef en onder c

Vreemdelingenwet 2000: de artikelen 43 en 45, vierde lid

Waterschapswet:

Wet aanvullende regels veiligheid wegtunnels: artikel 8, eerste lid, voor zover het een vergunning betreft voor een tunnel die deel uitmaakt van een projectbesluit als bedoeld in afdeling 5.2 van de Omgevingswet

Wet bescherming Antarctica

Wet educatie en beroepsonderwijs:

Wet financiering sociale verzekeringen: artikel 91

Wet gemeenschappelijke regelingen:

Wet gewetensbezwaren militaire dienst:

Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg: de artikelen 11c, eerste en derde lid, en 11d, eerste lid

Wet langdurige zorg, voor zover het betreft een besluit van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, met uitzondering van hoofdstuk 10, § 4

Wet luchtvaart: de artikelen 8.25, tweede lid, 8.25b, 8.25c, 8.43, eerste lid, 8.64, eerste lid, 8.70, eerste en zesde lid, 8.77, eerste lid, 8a.50a, 8a.54, 10.15, eerste lid, en 10.39, ook voor zover het besluit kan worden aangemerkt als algemeen verbindend voorschrift als bedoeld in artikel 8:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, maar met uitzondering van een besluit op grond van de artikelen 8.70, eerste lid, en 10.15, eerste lid, voor zover het betreft de luchthavens Lelystad, Rotterdam en Eindhoven.

Wet maatschappelijke ondersteuning 2015: artikel 2.6.8

Wet milieubeheer, met inbegrip van een besluit dat betrekking heeft op handhaving, doch met uitzondering van:

Wet Naleving Europese regelgeving publieke entiteiten: de artikelen 2, eerste lid, 3 en 5

Wet op de expertisecentra:

Wet op het financieel toezicht: de artikelen 6:1 en 6:2

Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek: de artikelen 2.9, derde lid, 5.8, eerste lid, 5.9, eerste en tweede lid, 5.16, eerste en derde lid, 5.17, 5.18, 5.19, eerste, tweede en derde lid, 5.20, eerste lid, 5.26, eerste lid, 5.27, eerste en tweede lid, 5.29, eerste lid, 6.5, 7.64, eerste lid, en 15.1, eerste lid

Wet op het primair onderwijs:

  • a.
  • b.

    titel IV: de afdelingen 2 en 8, een goedkeuring van rechtswege daaronder begrepen

  • c.
  • d.

    artikel 193, tweede lid, tweede volzin, voor zover het betreft een besluit op grond van bepalingen die bij de algemene maatregel van bestuur ingevolge artikel 193, tweede lid, tweede volzin, van overeenkomstige toepassing zijn verklaard, alsmede een besluit op grond van bepalingen van de algemene maatregel van bestuur die daarmee overeenkomen

Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen: artikel 9, vijfde lid

Wet tijdelijke tolheffing Blankenburgverbinding en ViA15: artikel 2, eerste lid

Wet toelating zorginstellingen

Wet voortgezet onderwijs 2020:

Wet windenergie op zee: artikelen 3, eerste lid en 11, eerste lid

Woningwet: artikel 19, voor zover het betreft de intrekking van een toelating

Zorgverzekeringswet: voor zover het betreft een beschikking op grond van artikel 34a of een besluit van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport of van het Zorginstituut Nederland met uitzondering van een beschikking jegens een persoon die behoort tot het personeel van het Zorginstituut Nederland

Artikel 3 Beroep bij de Centrale Raad van Beroep

Tegen een besluit, genomen op grond van een in dit artikel genoemd voorschrift of anderszins in dit artikel omschreven, kan beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep. Een besluit waarbij de volgende ambtenaren, hun nagelaten betrekkingen of hun rechtverkrijgenden belanghebbende zijn:

  • a.

    een rechterlijk ambtenaar als bedoeld in artikel 1, onderdeel b, van de Wet op de rechterlijke organisatie als zodanig

  • b.

    een lid van de Centrale Raad van Beroep of het College van Beroep voor het bedrijfsleven met rechtspraak belast als zodanig

  • c.

    een senior-gerechtsauditeur of gerechtsauditeur van de Centrale Raad van Beroep of het College van Beroep voor het bedrijfsleven als zodanig

  • d.

    een gewezen ambtenaar als bedoeld in onderdeel a, b of c als zodanig

Algemene pensioen- en uitkeringswet politieke ambtsdragers

Garantiewet Burgerlijk Overheidspersoneel Indonesië, voor zover het betreft een besluit op grond van de Algemene oorlogsongevallenregeling

Liquidatiewet ongevallenwetten: artikel 24, eerste lid

Tijdelijke vergoedingsregeling psychotherapie na-oorlogse generatie

Wet buitengewoon pensioen 1940–1945

Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet

Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers

Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945

Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945

Artikel 4 Beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven

Tegen een besluit, genomen op grond van een in dit artikel genoemd voorschrift of anderszins in dit artikel omschreven, kan beroep worden ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

Een besluit van de Sociaal-Economische Raad of van de Kamer van Koophandel, genoemd in artikel 2 van de Wet op de Kamer van Koophandel, met uitzondering van:

Algemene douanewet: een beschikking ter zake van landbouwrestituties

Bankwet 1998: artikel 12, vierde lid, voor zover het een schorsing of ontheffing van een directeur betreft

Burgerlijk Wetboek, Boek 2, voor zover het besluit is bekendgemaakt voor 1 juli 2011:

  • a.

    artikel 64, derde lid, tweede volzin, voor zover het betreft een weigering om de in de eerste volzin bedoelde termijn te verlengen

  • b.

    de artikelen 68, tweede lid, en 125, tweede lid, voor zover het betreft een weigering van een verklaring

  • c.

    artikel 156, voor zover het betreft:

    • 1.

      een weigering, wijziging of intrekking van een ontheffing

    • 2.

      een besluit tot verlening van de ontheffing voor zover daaraan voorschriften zijn verbonden dan wel daarbij beperkingen zijn opgelegd

  • d.

    artikel 175, derde lid, tweede volzin, voor zover het betreft een afwijzing van een verzoek

  • e.

    de artikelen 179, tweede lid, en 235, tweede lid, voor zover het betreft een weigering van een verklaring

  • f.

    artikel 266, voor zover het betreft:

    • 1.

      een besluit tot weigering, wijziging of intrekking van de ontheffing

    • 2.

      een besluit tot verlening van de ontheffing voor zover daaraan voorschriften zijn verbonden dan wel daarbij beperkingen zijn opgelegd

Elektriciteitswet 1998, met inbegrip van een besluit van de Autoriteit Consument en Markt, genomen op grond van de artikelen 36, 37, 41, 41c, 55, 56, tweede lid, en 57, derde en vierde lid, dat kan worden aangemerkt als algemeen verbindend voorschrift als bedoeld in artikel 8:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en met uitzondering van een besluit op grond van de artikelen 9b, vierde lid, 9c, derde lid, 9d, tweede en derde lid, 9e, vijfde lid, 9f, zesde lid, 20a, derde lid, 20b, derde lid, 20c, tweede en derde lid, 77h en 77i

Gaswet, met inbegrip van een besluit van de Autoriteit Consument en Markt, genomen op grond van de artikelen 12f, 12g, 23, 24, tweede lid, 25, derde en vierde lid, 81, 81c en 82, dat kan worden aangemerkt als algemeen verbindend voorschrift als bedoeld in artikel 8:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht en met uitzondering van een besluit op grond van de artikelen 16, 39b, derde lid, 39c, derde lid, 39d, tweede en derde lid, 60ac en 60ad

Gemeentewet: artikel 125, voor zover het betreft een besluit dat betrekking heeft op de handhaving van het bepaalde bij of krachtens de Winkeltijdenwet

Hamsterwet

Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies, met uitzondering van de artikelen 22 en 23

Kaderwet EZK- en LNV-subsidies

Landbouwkwaliteitswet

Landbouwwet: de artikelen 13, 15, 17 tot en met 22 en 26

Loodsenwet: de artikelen 21, derde lid, 27b, vierde lid, 27d, 27f, 27h en 27l

Marktverordening voor het wegvervoer

Meststoffenwet, met uitzondering van artikel 51

Metrologiewet

Noodwet voedselvoorziening: de artikelen 6 tot en met 10 en 29, behoudens in geval van toepassing van artikel 18

Plantgezondheidswet, met uitzondering van artikel 26

Postwet 2009: hoofdstuk 3A en artikel 58

Prijzennoodwet

Prijzenwet

Scheepvaartverkeerswet: de artikelen 14a, tweede lid, eerste volzin, en 15ba, eerste lid

Spoorwegwet: artikel 63, tweede lidhoofdstuk 5, paragraaf 2, en artikel 71, tweede lid

Telecommunicatiewet, voor zover het betreft een besluit van de Autoriteit Consument en Markt, genomen op grond van:

Tijdelijke wet Nationaal Groeifonds

Uitvoeringswet EU-zeehavenverordening: artikel 7, voor zover het betreft een besluit van de Autoriteit Consument en Markt

Uitvoeringswet verordening Europese coöperatieve vennootschap: het verzet, bedoeld in de artikelen 6, eerste lid, en 9

Uitvoeringswet verordening Europese vennootschap: het verzet, bedoeld in de artikelen 5, eerste lid, en 7

Verordening (EG) nr. 1435/2003 van de Raad van 22 juli 2003 betreffende het statuut voor een Europese Coöperatieve Vennootschap (SCE) (PbEU 2003, L 207): artikel 7, veertiende lid, tweede alinea

Verordening (EG) nr. 2157/2001 van de Raad van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (SE) (PbEG 2001, L 294): artikel 8, veertiende lid, tweede alinea

Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk bankenafwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees parlement en de Raad (PbEU 2014, L 225): de artikelen 16, 18 en 21

Verordening (EU) nr. 2017/1129 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 betreffende het prospectus dat moet worden gepubliceerd wanneer effecten aan het publiek worden aangeboden of tot de handel op een gereglementeerde markt worden toegelaten en tot intrekking van Richtlijn 2003/71/EG (PbEU 2017, L 168): de artikelen 20, eerste en vijfde lid, en 23, eerste lid

Verordening (EU) 2021/23 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1095/2010, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 806/2014 en (EU) 2015/2365, en de Richtlijnen 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2007/36/EG, 2014/59/EU en (EU) 2017/1132 (PbEU 2021, L 22): de artikelen 21 tot en met 58

Waarborgwet 2019, met uitzondering van artikel 38

Warmtewet, met inbegrip van een op grond van artikel 5, eerste lid, genomen besluit tot vaststelling van een maximumprijs, en met uitzondering van artikel 18

Wedervergeldingswet zeescheepvaart:

  • a.

    een verlening of weigering van een vergunning of een ontheffing

  • b.

    een intrekking van een vergunning of een ontheffing krachtens artikel 7

  • c.

    een oplegging van een heffing

Wet capaciteitsbeheersing binnenvaartvloot

Wet dieren, met uitzondering van een besluit op grond van artikel 8.7

Wet geneesmiddelenprijzen, met uitzondering van artikel 11 en met inbegrip van een besluit tot vaststelling van een maximumprijs

Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden, met uitzondering van de artikelen 90 en 108

Wet uitvoering EU-handelingen energie-efficiëntie, met uitzondering van de artikelen 21 en 22

Wet inkomstenbelasting 2001:

  • a.

    de artikelen 3.37, eerste lid, en 3.42, eerste lid, voor zover het betreft een besluit van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat, en

  • b.

    artikel 3.52a, eerste, tweede en elfde lid, voor zover het betreft een besluit van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat, met uitzondering van een boetebesluit als bedoeld in het elfde lid en een daarmee samenhangende correctie-RDA-beschikking als bedoeld in het tweede lid

Wet langdurige zorg: artikel 11.4.1 en artikel 11.4.2

Wet luchtvaart: de artikelen 8.25ea, vierde lid, 8.25f, tweede, vierde en vijfde lid, 8.25g, eerste lid, 8.40f, vierde lid, en 8.40g, tweede, vierde en vijfde lid

Wet marktordening gezondheidszorg, met uitzondering van beschikkingen van de Nederlandse Zorgautoriteit als bedoeld in paragraaf 4 van hoofdstuk 6

Wet medewerking verdedigingsvoorbereiding

Wet nationaliteit zeeschepen in rompbevrachting

Wet op de architectentitel, met inbegrip van een besluit inzake een aanwijzing als bedoeld in de artikelen 9, eerste lid, onderdeel j, 10, eerste lid, onderdeel f, 11, eerste lid, onderdeel f, en 12, eerste lid, onderdeel f, dat kan worden aangemerkt als algemeen verbindend voorschrift als bedoeld in artikel 8:3, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht, tenzij het betreft een besluit als bedoeld in artikel 8:4, derde lid, onderdeel b, van de Algemene wet bestuursrecht

Wet op het accountantsberoep

Wet op het financieel toezicht:

Wet personenvervoer 2000, met uitzondering van de artikelen 56, eerste lid, 59, eerste lid, 94, eerste lid, en 96, eerste lid

Wet terugvordering staatssteun: artikel 3

Wet uitvoering Internationaal Energieprogramma

Wet verbod pelsdierhouderij

Wet van 22 juni 1994 tot wijziging van het Burgerlijk Wetboek, het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, het Wetboek van Koophandel en de Wet nationaliteit zeeschepen in rompbevrachting (wijziging voorwaarden nationaliteitsverlening en registratie zeeschepen) (Stb. 1994, 507) : een verklaring als bedoeld in artikel V, eerste lid

Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen: een besluit genomen door een van de in artikel 30, eerste lid, genoemde bestuursorganen, tenzij toepassing of mede toepassing is gegeven aan artikel 26

Wet vervoer over zee

Wet voorraadvorming aardolieproducten 2012, met uitzondering van artikel 26 en met inbegrip van een besluit van Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat dat is genomen op grond van een bilateraal akkoord en betrekking heeft op het niet in Nederland aanhouden van een wettelijke voorraad

Wet wegvervoer goederen

Wet windenergie op zee: artikelen 15, vierde lid, 16, 17, 21, tweede lid, en 25

Wetboek van Koophandel: artikel 311a

Winkeltijdenwet

Zaaizaad- en plantgoedwet 2005

Zorgverzekeringswet: artikel 122a

Artikel 5 Beroep bij een gerechtshof

Tegen een besluit, genomen op grond van een in dit artikel genoemd voorschrift of anderszins in dit artikel omschreven, kan beroep worden ingesteld bij een gerechtshof.

Wet financiering sociale verzekeringen: een uitspraak op bezwaar als bedoeld in de artikelen 95 en 97

Hoofdstuk 3 Beroep in eerste aanleg bij een andere rechtbank (artikel 8:7, derde lid)

Artikel 6 Beroep bij de rechtbank Den Haag

Tegen een besluit, genomen op grond van een in dit artikel genoemd voorschrift of anderszins in dit artikel omschreven, kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank Den Haag.

Besluit van 20 juni 1984, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur regelende de vergoeding van motorrijtuigenbelasting voor oorlogsgetroffenen (Stb. 1984, 364)

Garantiewet Burgerlijk Overheidspersoneel Indonesië, met uitzondering van een besluit op grond van de Algemene oorlogsongevallenregeling

Garantiewet militairen K.N.I.L.

Garantiewet Surinaamse pensioenen

Wet ambtenaren defensie

de reglementen van de Stichting Maror-gelden Overheid, de Stichting Joods Humanitair Fonds, de Stichting Rechtsherstel Sinti en Roma en de Stichting Het Gebaar

Samenloopregeling Indonesische pensioenen 1960

Toeslagregeling pensioenen Suriname en Nederlandse Antillen

Toeslagwet Indonesische pensioenen 1956

Uitkeringswet gewezen militairen

Uitkeringswet tegemoetkoming twee tot vijfjarige diensttijd veteranen

Vreemdelingenwet 2000, met uitzondering van de artikelen 43 en 45, vierde lid, en met dien verstande dat de rechtbank Den Haag het beroep kan behandelen in alle zittingsplaatsen van alle rechtbanken, bedoeld in artikel 21b, eerste en tweede lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie

Wet arbeid vreemdelingen, met uitzondering van een besluit tot het opleggen van een bestuurlijke boete, en met dien verstande dat de rechtbank Den Haag beroepen tegen besluiten als bedoeld in die wet kan behandelen in alle zittingsplaatsen van alle rechtbanken, bedoeld in artikel 21b, eerste en tweede lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie

Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen

Wet bescherming oorspronkelijke topografieën van halfgeleiderprodukten, voor zover het betreft een besluit van het bureau, bedoeld in artikel 1, omtrent de inschrijving van een depot op grond van die wet

Wet Centraal Orgaan opvang asielzoekers: de in artikel 5, eerste en tweede lid, bedoelde besluiten en handelingen, met dien verstande dat de rechtbank Den Haag de beroepen kan behandelen in alle zittingsplaatsen van alle rechtbanken, bedoeld in artikel 21b, eerste en tweede lid, van de Wet op de rechterlijke organisatie

Wet financiële voorzieningen privatisering ABP

Wet milieubeheer: de artikelen 18.16a, eerste, tweede of vijfde lid, 18.16b, eerste lid, 18.16c, eerste lid, en 18.16s, eerste lid

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017: hoofdstuk 5

Wet pensioenvoorzieningen K.N.I.L.

Wet rechtspositionele voorzieningen rampbestrijders

Wet van 16 juli 2001 tot het stellen van nadere regels in verband met de introductie van een toeslagregeling ter compensatie van het gemis aan overhevelingstoeslag per 1 januari 2001 ten aanzien van de Toeslagwet Indonesische pensioenen 1956 en enkele andere overzeese pensioenwetten alsmede het actualiseren van die wetten in verband met de inwerkingtreding van de Algemene nabestaandenwet (Stb. 2001, 377)

Wet van 21 december 1951, houdende een onderstandsregeling ingevolge artikel 2 Garantiewet Burgerlijk Overheidspersoneel Indonesië (Stb. 1951, 592)

Artikel 7 Beroep bij de rechtbank Rotterdam

Tegen een besluit, genomen op grond van een in dit artikel genoemd voorschrift of anderszins in dit artikel omschreven, kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank Rotterdam.

Aanbestedingswet 2012, artikel 4.21

Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied, artikel 3.8

Bankwet 1998: artikel 9c, eerste en tweede lid

Burgerlijk Wetboek:

Drinkwaterwet: artikel 50, derde lid, in samenhang met artikel 70a van de Mededingingswet

Elektriciteitswet 1998: de artikelen 77h en 77i

Gaswet: de artikelen 16, 60ac en 60ad

Handelsregisterwet 2007: de artikelen 47a en 47b

Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies: de artikelen 22 en 23

Instellingswet Autoriteit Consument en Markt

Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet

Loodsenwet, met uitzondering van de artikelen 21, derde lid, 27b, vierde lid, 27d, 27f, 27h en 27l

Mededingingswet

Muntwet 2002: artikel 11, eerste en tweede lid

Pensioenwet

Postwet 2009, met uitzondering van hoofdstuk 3A en artikel 58

Sanctiewet 1977: de artikelen 10ba tot en met 10d

Spoorwegwet, met uitzondering van de artikelen 19 en hoofdstuk 5, paragraaf 2, en artikel 71, tweede lid

Tabaks- en rookwarenwet

Telecommunicatiewet, met inbegrip van de verordeningen genoemd in artikel 18.2a, met uitzondering van:

Uitvoeringswet cyberbeveiligingsverordening

Uitvoeringswet EU-zeehavenverordening: artikel 9, eerste lid

Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk bankenafwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees parlement en de Raad (PbEU 2014, L 225), met uitzondering van de artikelen 16, 18 en 21

Verordening (EU) 2021/23 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1095/2010, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 806/2014 en (EU) 2015/2365, en de Richtlijnen 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2007/36/EG, 2014/59/EU en (EU) 2017/1132 (PbEU 2021, L 22), met uitzondering van de artikelen 21 tot en met 58

Warenwet

Warmtewet: artikel 18

Wet bekostiging financieel toezicht

Wet bestrijding maritieme ongevallen

Wet bestrijding ongevallen Noordzee, voor zover het betreft een beschikking van Onze Minister, genomen op een verzoek om een tegemoetkoming als bedoeld in artikel 13, eerste lid

Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen, voor zover het een besluit betreft dat betrekking heeft op een aanbieder van een essentiële dienst in de sectoren energie, digitale infrastructuur, bankwezen, infrastructuur voor de financiële markt, gezondheidszorg en spoor of op een digitaledienstverlener

Wet dieren: artikel 8.7

Wet financiële betrekkingen buitenland 1994

Wet geneesmiddelenprijzen: artikel 11

Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden: artikel 90

Wet handhaving consumentenbescherming

Wet uitvoering EU-handelingen energie-efficiëntie: de artikelen 21 en 22

Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken

Wet inkomstenbelasting 2001: een boetebesluit als bedoeld in artikel 3.52a, elfde lid, en een daarmee samenhangende correctie-RDA-beschikking als bedoeld in het tweede lid van dit artikel

Wet inzake de geldtransactiekantoren, voor zover die wet nog van toepassing is op grond van artikel IX van de Wijzigingswet financiële markten 2012

Wet lokaal spoor, met uitzondering van artikel 12

Wet luchtvaart: artikel 11.24

Wet marktordening gezondheidszorg, voor zover het betreft beschikkingen van de Nederlandse Zorgautoriteit als bedoeld in paragraaf 4 van hoofdstuk 6

Wet oneerlijke handelspraktijken landbouw- en voedselvoorzieningsketen: artikel 9

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017: artikel 53, zevende lid

Wet op het financieel toezicht, met uitzondering van:

Wet personenvervoer 2000: de artikelen 56, eerste lid, 59, eerste lid, 94, eerste lid, en 96, eerste lid

Wet privatisering APB, voor zover het de overeenkomstige toepassing van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 betreft op grond van artikel 21, vierde lid

Wet schadefonds olietankschepen

Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme

Wet toezicht accountantsorganisaties

Wet toezicht financiële verslaggeving

Wet toezicht trustkantoren 2018

Wet van 12 juli 2012 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (implementatie van richtlijnen en verordeningen op het gebied van elektriciteit en gas) (Stb. 2012, 334): artikel XX

Wet van 23 november 2006 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet in verband met nadere regels omtrent een onafhankelijk netbeheer ( Stb. 2006, 614 )

Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames

Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen: een besluit genomen door een van de in artikel 30, eerste lid, genoemde bestuursorganen, waarin toepassing of mede toepassing is gegeven aan artikel 26

Wet verplichte beroepspensioenregeling

Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000

Artikel 8 Overige

  • 1

    Tegen een besluit, genomen op grond van de Overgangswet elektriciteitsproductiesector, kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank Gelderland.

  • 2

    Tegen een besluit op grond van de afdelingen 5.1.1, 5.1.2, 5.3, 5.4 en 5.5 van de Mijnbouwwet alsmede een besluit als bedoeld in artikel 26 van de Wet voorraadvorming aardolieproducten 2012 kan beroep worden ingesteld bij de rechtbanken Noord-Nederland, Gelderland, Noord-Holland, Den Haag en Zeeland-West-Brabant in het ressort waarvan de indiener van het beroepschrift zijn woonplaats heeft. Indien de indiener van het beroepschrift geen woonplaats in Nederland heeft, kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank binnen het rechtsgebied waarvan het bestuursorgaan zijn zetel heeft.

  • 3

    Tegen een besluit van de Raad voor rechtsbijstand, bedoeld in hoofdstuk II van de Wet op de rechtsbijstand, kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank in het arrondissement waar de raad is gevestigd.

  • 4

    Tegen een beschikking als bedoeld in artikel 8:2, tweede lid, van de Algemene douanewet, met uitzondering van een beschikking ter zake van landbouwrestituties, kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank Noord-Holland.

  • 5

    Tegen een beschikking als bedoeld in artikel 18, derde lid, van de Wet strategische diensten kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank te Haarlem.

  • 6

    Tegen een besluit van de Dienst, genoemd in artikel 1 van de Kadasterwet, omtrent wijziging van een authentiek gegeven of omtrent wijziging van een ander gegeven dan een authentiek gegeven, kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank binnen het rechtsgebied waarvan:

    • a.

      de onroerende zaak waarmee het betreffende gegeven verband houdt, geheel of grotendeels is gelegen, of

    • b.

      de Dienst, genoemd in artikel 1 van de Kadasterwet, is gevestigd indien het betreffende gegeven verband houdt met een te boek staand schip of luchtvaartuig.

  • 7

    Tegen een besluit op grond van artikel 2.3 van de Jeugdwet kan beroep worden ingesteld bij de kinderrechter binnen wiens rechtsgebied de betrokken gemeente is gelegen.

  • 8

    Tegen een besluit inzake subsidieverstrekking voor een project op grond van de Uitvoeringswet EFRO, kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank binnen het rechtsgebied waarvan een autoriteit als bedoeld in artikel 3 van die wet die bevoegd is besluiten te nemen inzake de verstrekking van EFRO-middelen voor het project, haar zetel heeft, tenzij die autoriteit in het buitenland gevestigd is.

  • 9

    Tegen een besluit als bedoeld in hoofdstuk V, afdeling 2, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen van een bestuursorgaan als bedoeld in artikel 8:7, tweede lid, kan beroep worden ingesteld bij:

    • a.

      de rechtbanken Noord-Holland, Den Haag en Zeeland-West-Brabant in het ressort waarvan de indiener van het beroepschrift zijn woonplaats heeft dan wel, indien de indiener van het beroepschrift geen woonplaats in Nederland heeft, bij de rechtbanken Noord-Holland, Den Haag en Zeeland-West-Brabant in het ressort waarvan het bestuursorgaan zijn zetel heeft;

    • b.

      de rechtbank Gelderland, indien de indiener van het beroepschrift zijn woonplaats heeft in het arrondissement Gelderland, het arrondissement Overijssel of het arrondissement Midden-Nederland, met uitzondering van de provincie Flevoland dan wel, indien de indiener van het beroepschrift geen woonplaats in Nederland heeft, wanneer het bestuursorgaan zijn zetel heeft in het arrondissement Gelderland, het arrondissement Overijssel of het arrondissement Midden-Nederland, met uitzondering van de provincie Flevoland;

    • c.

      de rechtbank Noord-Nederland, indien de indiener van het beroepschrift zijn woonplaats heeft in het arrondissement Noord-Nederland of de provincie Flevoland dan wel, indien de indiener van het beroepschrift geen woonplaats in Nederland heeft, wanneer het bestuursorgaan zijn zetel heeft in het arrondissement Noord-Nederland of de provincie Flevoland.

  • 10

    Tegen een besluit als bedoeld in artikel 2, derde lid, en artikel 15, eerste lid, van de Tijdelijke wet Groningen kan beroep worden ingesteld bij de rechtbank Noord-Nederland.

Hoofdstuk 4 Hoger beroep (artikelen 8:105 en 8:106, eerste lid, onder a)

Artikel 9 Hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep, met schorsende werking

Tegen een uitspraak van de rechtbank of van de voorzieningenrechter omtrent een besluit, genomen op grond van een in dit artikel genoemd voorschrift of anderszins in dit artikel omschreven, kan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.

De volgende besluiten:

  • a.

    een besluit over een gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in hoofdstuk IV van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer

  • b.

    een op grond van een gemeentelijke verordening of gemeenschappelijke regeling genomen besluit over een gehandicaptenparkeerkaart

  • c.

    een besluit over een gehandicaptenparkeerplaats voor een bepaald voertuig

Algemene Kinderbijslagwet

Algemene nabestaandenwet

Algemene Ouderdomswet

Besluit bovenwettelijke werkloosheidsregeling voor onderwijspersoneel primair onderwijs, voor zover het betreft een besluit van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, voor zover het betreft een besluit van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid voor onderwijspersoneel primair onderwijs, voor zover het betreft een besluit van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Burgerlijk Wetboek: Boek 7, artikel 673e

Kaderwet SZW-subsidies, voor zover het betreft een algemene maatregel van bestuur of een ministeriële regeling op grond van artikel 9

Liquidatiewet Ongevallenwetten,met uitzondering van artikel 24, eerste lid

Participatiewet, met uitzondering van de artikelen 52, 76, eerste en tweede lid, en 81 en paragraaf 6.5

Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria

Tijdelijke wet pilot loondispensatie

Toeslagenwet

Werkloosheidswet

Wet arbeid en zorg: hoofdstuk 3, afdeling 2, en de artikelen 4:2b en 6:3

Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten

Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen

Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen

Wet financiering sociale verzekeringen, voor zover het betreft een besluit van de Sociale verzekeringsbank of het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

Wet hersteloperatie toeslagen: Artikelen 3.6, 3.7, 3.8, 3.10 met uitzondering van kwijtschelding die ziet op vorderingen die verband houden met de inning van de eigen bijdrage als bedoeld in artikel 2.1.4b van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel 3.11

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers

Wet inkomensvoorziening oudere werklozen

Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen: een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen op grond van artikel 2.3

Wet langdurige zorg, met uitzondering van:

  • a.

    besluiten van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

  • b.

    besluiten van een met het toezicht belaste ambtenaar, en

  • c.

    een beschikking op grond van artikel 11.4.1 of 11.4.2

Wet maatschappelijke ondersteuning 2015: artikel 3a.1.1

Wet milieubeheer: artikel 15.50

Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering

Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen

Wet overige OCW-subsidies: artikel 19a

Wet sociale werkvoorziening

Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen, met uitzondering van artikel 9, vijfde lid

Wet terugdringing beroep op de arbeidsongeschiktheidsregelingen

Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen

Ziektewet

Zorgverzekeringswet: de artikelen 9b, 9c, 18f, 18g, 69 en 70, behalve voor zover op grond van artikel 18f, eerste lid, in samenhang met artikel 18d of 18e, een besluit is genomen over de verschuldigdheid van de bestuursrechtelijke premie of de hoogte daarvan

Artikel 10 Hoger beroep bij de Centrale Raad van Beroep, zonder schorsende werking

Tegen een uitspraak van de rechtbank of van de voorzieningenrechter omtrent een besluit, genomen op grond van een in dit artikel genoemd voorschrift of anderszins in dit artikel omschreven, kan eveneens hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.

Algemene wet bestuursrecht: artikel 4:126, voor zover het besluit betrekking heeft op schade, veroorzaakt door een besluit op grond van een ander voorschrift, genoemd in artikel 9 of 10 van deze Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak, of door een handeling ter uitvoering van een zodanig besluit

Een besluit waarbij een persoon met betrekking tot diens in artikel 3 van de Ambtenarenwet 2017 bedoelde hoedanigheid, zijn nagelaten betrekkingen of zijn rechtverkrijgenden belanghebbende zijn.

Besluit van 20 juni 1984, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur regelende de vergoeding van motorrijtuigenbelasting voor oorlogsgetroffenen (Stb. 1984, 364)

Garantiewet Burgerlijk Overheidspersoneel Indonesië, met uitzondering van een besluit op grond van de Algemene oorlogsongevallenregeling

Garantiewet militairen K.N.I.L.

Garantiewet Surinaamse pensioenen

Jeugdwet: artikel 2.3 en paragraaf 8.1

Noodwet Arbeidsvoorziening

Noodwet Geneeskundigen

de reglementen van de Stichting Maror-gelden Overheid, de Stichting Joods Humanitair Fonds, de Stichting Rechtsherstel Sinti en Roma en de Stichting Het Gebaar

Samenloopregeling Indonesische pensioenen 1960

Toeslagregeling pensioenen Suriname en Nederlandse Antillen

Toeslagwet Indonesische pensioenen 1956

Uitkeringswet gewezen militairen

Uitkeringswet tegemoetkoming twee tot vijfjarige diensttijd veteranen

Wet allocatie arbeidskrachten door intermediairs, met uitzondering van artikel 15b en hoofdstuk 5

Wet educatie en beroepsonderwijs, voor zover het betreft een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in de artikelen 4.1.2 en 4.3.2, voor zover het besluiten van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap betreft

Wet financiële voorzieningen privatisering ABP

Wet hersteloperatie toeslagen: Artikel 3.10 voor zover kwijtschelding ziet op vorderingen die verband houden met de inning van de eigen bijdrage als bedoeld in artikel 2.1.4b van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en artikel 3.12 voor zover kwijtschelding betrekking heeft op vorderingen die verband houden met de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, met uitzondering van de artikelen 2.6.8 en 3a.1.1

Wet op de expertisecentra, voor zover het betreft een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in de artikelen 33, tweede lid, en 55, voor zover het besluiten van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap betreft

Wet op de Nederlandse organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek, voor zover het betreft een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 14, voor zover het besluiten van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap betreft

Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, voor zover het betreft een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 4.5, voor zover het besluiten van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap betreft

Wet op het primair onderwijs, voor zover het betreft een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in de artikelen 33, tweede lid, en 52, voor zover het besluiten van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap betreft

Wet pensioenvoorzieningen K.N.I.L.

Wet privatisering ABP

Wet rechtspositionele voorzieningen rampbestrijders

Wet studiefinanciering 2000

Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

Wet van 21 december 1951, houdende een onderstandsregeling ingevolge artikel 2 Garantiewet Burgerlijk Overheidspersoneel Indonesië (Stb. 1951, 592)

Wet van 25 mei 1962, houdende instelling van een Bijstandkorps van burgerlijke rijksambtenaren, dat bestemd is voor dienst in Nederlands-Nieuw-Guinea (Stb. 1962, 196)

Wet van 16 juli 2001 tot het stellen van nadere regels in verband met de introductie van een toeslagregeling ter compensatie van het gemis aan overhevelingstoeslag per 1 januari 2001 ten aanzien van de Toeslagwet Indonesische pensioenen 1956 en enkele andere overzeese pensioenwetten alsmede het actualiseren van die wetten in verband met de inwerkingtreding van de Algemene nabestaandenwet (Stb. 2001, 377)

Wet verevening pensioenrechten bij scheiding

Wet voortgezet onderwijs 2020, voor zover het betreft een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 7.34, voor zover het besluiten van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap betreft

Artikel 11 Hoger beroep bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven

Tegen een uitspraak van de rechtbank of van de voorzieningenrechter omtrent een besluit, genomen op grond van een in dit artikel genoemd voorschrift of anderszins in dit artikel omschreven, kan hoger beroep worden ingesteld bij het College van Beroep voor het bedrijfsleven.

Aanbestedingswet 2012, artikel 4.21

Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied, artikel 3.8

Algemene wet bestuursrecht: artikel 4:126, voor zover het besluit betrekking heeft op schade, veroorzaakt door een besluit op grond van een ander voorschrift, genoemd in artikel 11 van deze Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak, of door een handeling ter uitvoering van een zodanig besluit

Bankwet 1998: artikel 9c, eerste en tweede lid

Burgerlijk Wetboek: de artikelen 63d, tweede lid, 156 en 266 van Boek 2

Drinkwaterwet: artikel 50, derde lid, in samenhang met artikel 70a van de Mededingingswet

Elektriciteitswet 1998: de artikelen 77h en 77i

Gaswet: de artikelen 16, 60ac en 60ad

Handelsregisterwet 2007: de artikelen 47a en 47b

Implementatiewet registratie uiteindelijk belanghebbenden van trusts en soortgelijke juridische constructies: de artikelen 22 en 23

Instellingswet Autoriteit Consument en Markt

Invoerings- en aanpassingswet Pensioenwet

Loodsenwet, met uitzondering van de artikelen 21, derde lid, 27b, vierde lid, 27d, 27f, 27h en 27l

Mededingingswet

Meststoffenwet: artikel 51

Muntwet 2002: artikel 11, eerste en tweede lid

Overgangswet elektriciteitsproductiesector

Pensioenwet

Plantgezondheidswet: artikel 26

Postwet 2009, met uitzondering van hoofdstuk 3A en artikel 58

Sanctiewet 1977: de artikelen 10ba tot en met 10d

Spoorwegwet, met uitzondering van de artikelen 19, 21 en hoofdstuk 5, paragraaf 2, en artikel 71, tweede lid

Tabaks- en rookwarenwet

Telecommunicatiewet, met inbegrip van de verordeningen genoemd in artikel 18.2a, met uitzondering van:

Uitvoeringswet cyberbeveiligingsverordening

Uitvoeringswet EU-zeehavenverordening: artikel 9, eerste lid

Verordening (EU) nr. 806/2014 van het Europees parlement en de Raad van 15 juli 2014 tot vaststelling van eenvormige regels en een eenvormige procedure voor de afwikkeling van kredietinstellingen en bepaalde beleggingsondernemingen in het kader van een gemeenschappelijk afwikkelingsmechanisme en een gemeenschappelijk bankenafwikkelingsfonds en tot wijziging van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees parlement en de Raad (PbEU 2014, L 225), met uitzondering van de artikelen 16, 18 en 21

Verordening (EU) 2021/23 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende een kader voor het herstel en de afwikkeling van centrale tegenpartijen en tot wijziging van de Verordeningen (EU) nr. 1095/2010, (EU) nr. 648/2012, (EU) nr. 600/2014, (EU) nr. 806/2014 en (EU) 2015/2365, en de Richtlijnen 2002/47/EG, 2004/25/EG, 2007/36/EG, 2014/59/EU en (EU) 2017/1132 (PbEU 2021, L 22), met uitzondering van de artikelen de artikelen 21 tot en met 58

Waarborgwet 2019: artikel 38

Warenwet

Warmtewet: artikel 18

Wet aanwijzing nationale accreditatie-instantie: hoofdstuk 3

Wet bekostiging financieel toezicht

Wet bestrijding maritieme ongevallen

Wet bestuurlijke boete meldingsplichten door ministers verstrekte subsidies, voor zover de boete is opgelegd ter zake van het niet voldoen aan een bijzondere meldingsplicht die is verbonden aan een krachtens de Kaderwet EZK- en LNV-subsidies verstrekte subsidie

Wet beveiliging netwerk- en informatiesystemen, voor zover het een besluit betreft dat betrekking heeft op een aanbieder van een essentiële dienst in de sectoren energie, digitale infrastructuur, bankwezen, infrastructuur voor de financiële markt en spoor of op een digitaledienstverlener

Wet dieren: artikel 8.7

Wet financiële betrekkingen buitenland 1994

Wet geneesmiddelenprijzen: artikel 11

Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden: artikel 90

Wet handhaving consumentenbescherming

Wet uitvoering EU-handelingen energie-efficiëntie: de artikelen 21 en 22

Wet informatie-uitwisseling bovengrondse en ondergrondse netten en netwerken

Wet inkomstenbelasting 2001: een boetebesluit als bedoeld in artikel 3.52a, elfde lid, en een daarmee samenhangende correctie-RDA-beschikking als bedoeld in het tweede lid van dit artikel

Wet inzake de geldtransactiekantoren,voor zover die wet nog van toepassing is op grond van artikel IX van de Wijzigingswet financiële markten 2012

Wet lokaal spoor, met uitzondering van artikel 12

Wet luchtvaart: artikel 11.24

Wet marktordening gezondheidszorg, voor zover het betreft een besluit van de Nederlandse Zorgautoriteit als bedoeld in hoofdstuk 6, paragraaf 4

Wet oneerlijke handelspraktijken landbouw- en voedselvoorzieningsketen: artikel 9

Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2017: artikel 53, zevende lid

Wet op het financieel toezicht, met uitzondering van:

Wet op het notarisambt, voor zover het de toepassing of overeenkomstige toepassing van de Wet verplichte beroepspensioenregeling betreft op grond van artikel 113c

Wet personenvervoer 2000: de artikelen 56, eerste lid, 59, eerste lid, 94, eerste lid, en 96, eerste lid

Wet privatisering APB, voor zover het de overeenkomstige toepassing van de Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000 betreft op grond van artikel 21, vierde lid

Wet schadefonds olietankschepen

Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme

Wet toezicht accountantsorganisaties

Wet toezicht financiële verslaggeving

Wet toezicht trustkantoren 2018

Wet van 12 juli 2012 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet (implementatie van richtlijnen en verordeningen op het gebied van elektriciteit en gas) (Stb. 2012, 334): artikel XX

Wet van 23 november 2006 tot wijziging van de Elektriciteitswet 1998 en van de Gaswet in verband met nadere regels omtrent een onafhankelijk netbeheer ( Stb. 2006, 614 )

Wet veiligheidstoets investeringen, fusies en overnames

Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen: een besluit genomen door een van de in artikel 30, eerste lid, genoemde bestuursorganen, waarin toepassing of mede toepassing is gegeven aan artikel 26

Wet verplichte beroepspensioenregeling

Wet verplichte deelneming in een bedrijfstakpensioenfonds 2000

Artikel 12 Hoger beroep bij een gerechtshof

Tegen een uitspraak van de rechtbank of van de voorzieningenrechter omtrent een besluit, genomen op grond van een in dit artikel genoemd voorschrift of anderszins in dit artikel omschreven, kan hoger beroep worden ingesteld bij een gerechtshof.

Algemene douanewet: artikel 8:2, tweede lid

Algemene wet bestuursrecht: artikel 4:126, voor zover het besluit betrekking heeft op schade, veroorzaakt door een besluit op grond van een ander voorschrift, genoemd in artikel 12 van deze Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak, of door een handeling ter uitvoering van een zodanig besluit

Algemene wet inzake rijksbelastingen: artikel 26

Mijnbouwwet: de afdelingen 5.1.1, 5.1.2, 5.3, 5.4 en 5.5

Wet strategische diensten: artikel 18, derde lid


Bijlage 3 Regeling verlaagd griffierecht (artikelen 8:41 en 8:109)

Bijlage 3 Regeling verlaagd griffierecht (artikelen 8:41 en 8:109)

Artikel 1

Het tarief, genoemd in artikel 8:41, tweede lid, onderdeel a, dan wel genoemd in artikel 8:109, eerste lid, onderdeel a, geldt indien het beroep, dan wel hoger beroep, betreft:

  • a.

    een besluit inzake een uitkering bij werkloosheid of ziekte, genomen ten aanzien van een persoon met betrekking tot diens in artikel 3 van de Ambtenarenwet 2017 bedoelde hoedanigheid;

  • b.

    een besluit inzake een uitkering op grond van blijvende arbeidsongeschiktheid op grond van een wettelijk voorschrift waarbij de natuurlijke persoon ter zake van zijn arbeidsongeschiktheid vanwege het Rijk invaliditeitspensioen is verzekerd, of een besluit, genomen op grond van artikel P9 van de Algemene burgerlijke pensioenwet;

  • c.

    een bestuurlijke boete van ten hoogste € 340;

  • d.

    een besluit waarbij de kosten van bestuursdwang op ten hoogste € 340 zijn vastgesteld.

Artikel 2

Het tarief, genoemd in artikel 8:41, tweede lid, onderdeel a, dan wel genoemd in artikel 8:109, eerste lid, onderdeel a, geldt voorts indien het beroep, dan wel hoger beroep, betreft een besluit, genomen op grond van een in dit artikel genoemd voorschrift of anderszins in dit artikel omschreven.

De volgende besluiten:

Algemene bijstandswet

Algemene Kinderbijslagwet

Algemene nabestaandenwet

Algemene Ouderdomswet

Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen

Algemene wet inzake rijksbelastingen, tenzij het beroep of hoger beroep door een natuurlijke persoon is ingesteld tegen een uitspraak inzake een besluit met betrekking tot de toepassing van:

Besluit bovenwettelijke werkloosheidsregeling voor onderwijspersoneel primair onderwijs, voor zover het betreft besluiten van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Besluit van 20 juni 1984, houdende vaststelling van een algemene maatregel van bestuur regelende de vergoeding van motorrijtuigenbelasting voor oorlogsgetroffenen (Stb. 1984, 364)

Besluit Werkloosheid onderwijs- en onderzoekpersoneel, voor zover het betreft besluiten van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Besluit ziekte en arbeidsongeschiktheid voor onderwijspersoneel primair onderwijs, voor zover het betreft besluiten van Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap

Garantiewet Burgerlijk Overheidspersoneel Indonesië, met inbegrip van een besluit op grond van de Algemene oorlogsongevallenregeling

Garantiewet Militairen K.N.I.L.

Garantiewet Surinaamse pensioenen

Kaderwet SZW-subsidies, voor zover het betreft een algemene maatregel van bestuur of een ministeriële regeling op grond van artikel 9

Liquidatiewet Ongevallenwetten

Mijnbouwwet: de afdelingen 5.1.1, 5.1.2, 5.3, 5.4 en 5.5

Participatiewet, met uitzondering van de artikelen 52, 76, eerste en tweede lid, en 81 en paragraaf 6.5

Reglement eenmalige uitkering silicose-vergoeding oud-mijnwerkers, vastgesteld bij besluit van het bestuur van de Stichting Silicose Oud-Mijnwerkers van 18 april 1994

de reglementen van de Stichting Maror-gelden Overheid, de Stichting Joods Humanitair Fonds, de Stichting Rechtsherstel Sinti en Roma en de Stichting Het Gebaar

Samenloopregeling Indonesische pensioenen 1960

Tijdelijke vergoedingsregeling psychotherapie na-oorlogse generatie

Tijdelijke wet beperking inkomensgevolgen arbeidsongeschiktheidscriteria

Tijdelijke wet pilot loondispensatie

Toeslagenwet

Toeslagregeling pensioenen Suriname en Nederlandse Antillen

Toeslagwet Indonesische pensioenen 1956

Uitkeringswet tegemoetkoming twee tot vijfjarige diensttijd veteranen

Werkloosheidswet

Wet arbeid en zorg: hoofdstuk 3, afdeling 2, en de artikelen 4:2b en 6:3

Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten

Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening militairen

Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen

Wet buitengewoon pensioen 1940–1945

Wet buitengewoon pensioen Indisch verzet

Wet buitengewoon pensioen zeelieden-oorlogsslachtoffers

Wet educatie en beroepsonderwijs: artikel 7.5.9, eerste lid

Wet financiering sociale verzekeringen, voor zover het betreft een besluit van de Sociale verzekeringsbank of het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen

Wet gemeentelijke schuldhulpverlening

Wet gevolgen brutering uitkeringsregelingen

Wet hersteloperatie toeslagen: Artikelen 3.6, 3.7, 3.8, 3.10 met uitzondering van kwijtschelding die ziet op vorderingen die verband houden met de inning van de eigen bijdrage als bedoeld in artikel 3.2.5 van de Wet langdurige zorg en artikel 3.12 voor zover kwijtschelding betrekking heeft op vorderingen die verband houden met de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

Wet inburgering 2021

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen

Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers

Wet inkomensvoorziening oudere werklozen

Wet Invoering en financiering Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen: een besluit van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen op grond van artikel 2.3

Wet langdurige zorg, met uitzondering van een besluit van Onze Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Wet maatschappelijke ondersteuning 2015

Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering

Wet op de rechtsbijstand: een besluit van de Raad voor rechtsbijstand, indien het beroep dan wel hoger beroep wordt ingesteld door een rechtzoekende als bedoeld in artikel 1, eerste lid

Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek: artikel 7.64, eerste lid

Wet overheidspersoneel onder de werknemersverzekeringen

Wet pensioenvoorzieningen K.N.I.L.

Wet sociale werkvoorziening

Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen

Wet studiefinanciering 2000

Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten

Wet terugdringing beroep op de arbeidsongeschiktheidsregelingen

Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940–1945

Wet uitkeringen vervolgingsslachtoffers 1940–1945

Wet van 21 december 1951, houdende een onderstandsregeling ingevolge artikel 2 Garantiewet Burgerlijk Overheidspersoneel Indonesië (Stb. 1951, 592)

Wet van 16 juli 2001 tot het stellen van nadere regels in verband met de introductie van een toeslagregeling ter compensatie van het gemis aan overhevelingstoeslag per 1 januari 2001 ten aanzien van de Toeslagwet Indonesische pensioenen 1956 en enkele andere overzeese pensioenwetten alsmede het actualiseren van die wetten in verband met de inwerkingtreding van de Algemene nabestaandenwet (Stb. 2001, 377)

Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen

Ziektewet

Zorgverzekeringswet: de artikelen 9b, 9c, 18f, 18g, 69, 70 en 118a


Derde Boek Van rechtspleging van onderscheiden aard

Derde Boek Van rechtspleging van onderscheiden aard


Hoofdstuk 4 Toezicht en handhaving

Hoofdstuk 4 Toezicht en handhaving


Hoofdstuk II Heffing ter zake van leveringen en diensten

Hoofdstuk II Heffing ter zake van leveringen en diensten



Titel III Schuldsaneringsregeling natuurlijke personen

Titel III Schuldsaneringsregeling natuurlijke personen



Boek 8 Verkeersmiddelen en vervoer

Boek 8 Verkeersmiddelen en vervoer


Titel 3 Volmacht


Titel 1 Verbintenissen in het algemeen

Titel 1 Verbintenissen in het algemeen


Hoofdstuk I Overdrachtsbelasting

Hoofdstuk I Overdrachtsbelasting


Hoofdstuk 1 Definitiebepalingen

Hoofdstuk 1 Definitiebepalingen


Wet van 18 december 2013 tot invoering van een verhuurderheffing over 2014 en volgende jaren alsmede wijziging van enige wetten met betrekking tot de nadere herziening van de fiscale behandeling van de eigen woning (Wet maatregelen woningmarkt 2014 II)


Wet van 7 maart 1991, houdende nieuwe bepalingen inzake de lijkbezorging


Artikel 60

  • 1

    Volmacht is de bevoegdheid die een volmachtgever verleent aan een ander, de gevolmachtigde, om in zijn naam rechtshandelingen te verrichten.

  • 2

    Waar in deze titel van rechtshandeling wordt gesproken, is daaronder het in ontvangst nemen van een verklaring begrepen.


Artikel 2

De waarde van een canon, een retributie of een huur als is bedoeld in artikel 11 van de wet, wordt bepaald met inachtneming van de bij dit besluit behorende bijlage.


Artikel 1

Deze regeling verstaat onder:

  • a.

    de wet: de Registratiewet 1970;

  • b.

    de inspecteur: de algemeen directeuren van de organisatieonderdelen, genoemd in artikel 3, eerste lid, onderdelen a en c, en de directeur van het organisatieonderdeel, genoemd in artikel 3, eerste lid, onderdeel b, van de Uitvoeringsregeling Belastingdienst 2003;

  • c.
  • d.

    het register: het register, bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel a, van de wet;

  • e.

    het repertorium: het repertorium, bedoeld in artikel 7 van de wet;

  • f.

    elektronisch afschrift: in digitale vorm uitgegeven afschrift in de zin van artikel 49, eerste lid, onderdeel a, van de Wet op het notarisambt dat is voorzien van een gekwalificeerde elektronische handtekening van de notaris die voldoet aan de daaraan bij of krachtens Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (PbEU 2014, L 257) gestelde eisen en aan de daartoe door de KNB, in overeenstemming met de Belastingdienst, opgestelde richtlijnen;

  • g.

    renvooien: de bijvoegingen, veranderingen en doorhalingen, die op de kant of aan de voet van de akte zijn vermeld, mits daarbij de plaats in de akte is aangegeven waarop zij betrekking hebben;

  • h.

    elektronische kopie: elektronische kopie als bedoeld in artikel 4, derde lid, van de wet die is voorzien van een gekwalificeerde elektronische handtekening van de notaris die voldoet aan de daaraan bij of krachtens Verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (PbEU 2014, L 257) gestelde eisen en aan de daartoe door de KNB, in overeenstemming met de Belastingdienst, opgestelde richtlijnen;

  • i.

    elektronische kopie van een annex: elektronische kopie van een aan een notariële akte gehecht stuk als bedoeld in artikel 7b van de wet;

  • j.

    RSIN: rechtspersonen en samenwerkingsverbanden informatienummer dat door de Kamer van Koophandel wordt verstrekt bij inschrijving van rechtspersonen en samenwerkingsverbanden in het handelsregister.


Wet van 18 december 2013 tot invoering van een verhuurderheffing over 2014 en volgende jaren alsmede wijziging van enige wetten met betrekking tot de nadere herziening van de fiscale behandeling van de eigen woning (Wet maatregelen woningmarkt 2014 II)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is om vanaf 2014, als onderdeel van de maatregelen om de woningmarkt in zowel het huur- als het koopsegment beter te laten functioneren, een heffing in te voeren voor verhuurders van woningen in de gereguleerde sector en een tariefsaanpassing aftrek kosten eigen woning in de inkomstenbelasting in te voeren waardoor het fiscale voordeel ter zake van de aftrek van dergelijke kosten voor zover deze tegen het tarief in de vierde schijf worden vergolden stapsgewijs wordt verkleind, alsmede om enkele onduidelijkheden, onbedoelde gevolgen en omissies als gevolg van de invoering van de aflossingseis in de inkomstenbelasting te herstellen;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:


Wet van 7 maart 1991, houdende nieuwe bepalingen inzake de lijkbezorging

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is nieuwe wettelijke bepalingen inzake de lijkbezorging vast te stellen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:


Artikel 61

  • 1

    Een volmacht kan uitdrukkelijk of stilzwijgend worden verleend.

  • 2

    Is een rechtshandeling in naam van een ander verricht, dan kan tegen de wederpartij, indien zij op grond van een verklaring of gedraging van die ander heeft aangenomen en onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijze mocht aannemen dat een toereikende volmacht was verleend, op de onjuistheid van deze veronderstelling geen beroep worden gedaan.

  • 3

    Indien een volgens wet of gebruik openbaar gemaakte volmacht beperkingen bevat, die zo ongebruikelijk zijn dat de wederpartij ze daarin niet behoefde te verwachten, kunnen deze haar niet worden tegengeworpen, tenzij zij ze kende.


Artikel 3

De vrijstelling, bedoeld in artikel 15, eerste lid, onderdeel t, van de wet, is van toepassing onder de volgende voorwaarden:

  • a.

    uit het verkoopregulerend beding bij de eerdere verkrijging blijkt een zelfbewoningsplicht voor de eerdere verkrijger;

  • b.

    ten tijde van de eerdere verkrijging is de waarde van de woning, bedoeld in artikel 52 van de wet, zonder rekening te houden met het verkoopregulerend beding, niet hoger dan de ten tijde van de eerdere verkrijging geldende woningwaardegrens, genoemd in artikel 15, eerste lid, onderdeel p, onder 4° van de wet, dan wel niet hoger dan € 400.000 indien de woning is verkregen vóór 1 april 2021;

  • c.

    de woning is bij de eerdere verkrijging verkregen met een koperskorting van ten minste 10% en ten hoogste 50% van de waarde van die woning ten tijde van de eerdere verkrijging;

  • d.

    uit de notariële akte van levering waarin de verkrijging wordt vastgelegd blijkt dat is voldaan aan de onderdelen b en c;

  • e.

    bij vervreemding door de natuurlijk persoon geldt dat de natuurlijk persoon de verkregen koperskorting geheel of gedeeltelijk moet terugbetalen aan de verkrijger, of dat de verkrijger in bepaalde mate deelt in de tussentijdse waardeontwikkeling.


Artikel 62

  • 1

    Een algemene volmacht strekt zich slechts uit tot daden van beschikking, indien schriftelijk en ondubbelzinnig is bepaald dat zij zich ook tot die daden uitstrekt. Onder algemene volmacht wordt verstaan de volmacht die alle zaken van de volmachtgever en alle rechtshandelingen omvat, met uitzondering van hetgeen ondubbelzinnig is uitgesloten.

  • 2

    Een bijzondere volmacht die in algemene bewoordingen is verleend, strekt zich slechts uit tot daden van beschikking indien dit ondubbelzinnig is bepaald. Niettemin strekt een volmacht die voor een bepaald doel is verleend, zich uit tot alle daden van beheer en van beschikking die dienstig kunnen zijn tot het bereiken van dit doel.


Artikel 3a [Vervallen per 01-01-2017]

[Vervallen]


Artikel 63

  • 1

    De omstandigheid dat iemand onbekwaam is tot het verrichten van rechtshandelingen voor zichzelf, maakt hem niet onbekwaam tot het optreden als gevolmachtigde.

  • 2

    Wanneer een volmacht door een onbekwaam persoon is verleend, is een krachtens die volmacht door de gevolmachtigde verrichte rechtshandeling op gelijke wijze geldig, nietig of vernietigbaar, als wanneer zij door de onbekwame zelf zou zijn verricht.


Artikel 4

  • 1

    De in artikel 15, eerste lid, onderdeel e, onder 1°, van de wet bedoelde vrijstelling bij inbreng in een vennootschap die geen in aandelen verdeeld kapitaal heeft, van een onderneming, waaronder mede wordt verstaan de onderneming bestaande in een deelgerechtigdheid in een maatschap, vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap, is van toepassing indien alle tot het ondernemingsvermogen behorende activa en passiva die een functie vervullen in de onderneming worden ingebracht tegen bijschrijving op de kapitaalrekening van de vennootschap van een bedrag dat ten minste 90 percent is van de waarde in het economische verkeer van het vermogen van de ingebrachte onderneming dan wel de boekwaarde van dat vermogen, zoals die geldt voor de heffing van inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting, in gevallen waarin de ondernemer inbrengt met voorbehoud van stille reserves.

  • 2

    In afwijking van het eerste lid is de aldaar bedoelde vrijstelling eveneens van toepassing indien de inbreng geen betrekking heeft op een onderneming maar op afzonderlijke onroerende zaken, mits de inbreng volgt op een verkrijging als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onderdeel f, onder 1° of 2°, van de wet, en de verkrijging en de inbreng uitsluitend plaatshebben in verband met de toetreding, uittreding of vervanging van vennoten, dan wel de toepassing van artikel 14c van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. De in dit lid bedoelde onroerende zaken moeten voorafgaand aan bedoelde verkrijging deel hebben uitgemaakt van het vermogen van de onderneming van de vennootschap en niet zijn gebruikt of bestemd voor gebruik in het kader van het verkrijgen, vervreemden, of exploiteren van onroerende zaken.

  • 3

    De belasting die door toepassing van artikel 15, eerste lid, onderdeel e, onder 1°, van de wet niet is geheven ter zake van een inbreng is alsnog verschuldigd, indien de inbrenger binnen drie jaren na de inbreng niet meer vennoot is van de vennootschap, dan wel binnen die periode zijn bijschrijving wegens inbreng op de kapitaalrekening is verminderd, anders dan door afboeking van zijn aandeel in het verlies van de vennootschap. De bepaling is eveneens van toepassing bij het verlenen van een koopoptie op het aandeel of een deel van het aandeel van de inbrenger in het vermogen van de vennootschap.

  • 4

    De belasting die door toepassing van artikel 15, eerste lid, onderdeel e, onder 1°, van de wet niet is geheven ter zake van een inbreng is alsnog verschuldigd, indien de onderneming niet gedurende een periode van ten minste drie jaren na de inbreng door de vennootschap wordt voortgezet.

  • 5

    Het derde en vierde lid blijft buiten toepassing in geval van een inbreng als bedoeld in het eerste lid, dan wel een omzetting als bedoeld in artikel 5.

  • 6

    Onder kapitaalrekening wordt verstaan de rekening op de balans van de vennootschap waarop de deelgerechtigdheid van de vennoot in het vermogen van de vennootschap wordt opgenomen.

  • 7

    Voor de toepassing van dit artikel worden onder onroerende zaken mede verstaan fictieve onroerende zaken als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de wet, rechten waaraan onroerende zaken of fictieve onroerende zaken zijn onderworpen, alsmede de economische eigendom van deze zaken of rechten.


Artikel 64

Tenzij anders is bepaald, is een gevolmachtigde slechts in de navolgende gevallen bevoegd de hem verleende volmacht aan een ander te verlenen:

  • a.

    voor zover de bevoegdheid hiertoe uit de aard der te verrichten rechtshandelingen noodzakelijk voortvloeit of in overeenstemming is met het gebruik;

  • b.

    voor zover de verlening van de volmacht aan een andere persoon in het belang van de volmachtgever noodzakelijk is en deze zelf niet in staat is een voorziening te treffen;

  • c.

    voor zover de volmacht goederen betreft, die gelegen zijn buiten het land waarin de gevolmachtigde zijn woonplaats heeft.


Artikel 4a


Artikel 65

Is een volmacht aan twee of meer personen tezamen verleend, dan is ieder van hen bevoegd zelfstandig te handelen, tenzij anders is bepaald.


Artikel 5

  • 1

    De in artikel 15, eerste lid, onderdeel e, onder 2°, bedoelde vrijstelling bij omzetting van een niet in de vorm van een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid gedreven onderneming, waaronder mede wordt verstaan de onderneming bestaande in een deelgerechtigdheid in een maatschap, vennootschap onder firma of commanditaire vennootschap, in een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid is van toepassing indien alle tot het ondernemingsvermogen behorende activa en passiva die een functie vervullen in de onderneming worden ingebracht tegen toekenning van aandelen, mits de oprichters van de vennootschap in het aandelenkapitaal geheel of nagenoeg geheel in dezelfde verhouding gerechtigd zijn als in het vermogen van de omgezette onderneming.

  • 2

    Onder toekenning van aandelen wordt begrepen het geval waarin naast de toekenning van aandelen tevens een bedrag in geld wordt betaald van ten hoogste 10 percent van de waarde van hetgeen op de aandelen is gestort, met dien verstande dat ingeval de omzetting plaatsvindt met toepassing van artikel 3.65 van de Wet inkomstenbelasting 2001, dit bedrag kan worden gesteld op het bedrag waarvoor de ondernemer op grond van de aan deze toepassing verbonden voorwaarden wordt gecrediteerd.

  • 3

    De belasting die door toepassing van artikel 15, eerste lid, onderdeel e, onder 2°, van de wet niet is geheven ter zake van een omzetting is alsnog verschuldigd, indien de inbrenger binnen drie jaren na de omzetting niet meer in het bezit is van alle bij of in verband met die omzetting verkregen aandelen. De bepaling is eveneens van toepassing bij vervreemding van claims en het verlenen van een koopoptie op de aandelen, alsmede bij een gehele of gedeeltelijke terugbetaling van hetgeen op de aandelen is gestort.

  • 4

    De belasting die door toepassing van artikel 15, eerste lid, onderdeel e, onder 2°, van de wet niet is geheven ter zake van een omzetting is alsnog verschuldigd, indien de onderneming niet gedurende een periode van ten minste drie jaren na de omzetting door de vennootschap wordt voortgezet.

  • 5

    Het derde lid blijft buiten toepassing in geval van vervreemding van de aandelen in het kader van een splitsing als bedoeld in artikel 5c, dan wel indien ten minste 75 percent van de aandelen van de opgerichte vennootschap wordt verkregen door een andere vennootschap tegen toekenning van eigen aandelen, met dien verstande dat de toegekende aandelen in de plaats komen van de in het derde lid bedoelde aandelen. Onder toekenning van aandelen wordt mede begrepen het geval waarin naast de toekenning van aandelen tevens een bedrag in geld wordt betaald van ten hoogste 10 percent van de nominale waarde van de toegekende aandelen.

  • 6

    Het vierde lid blijft buiten toepassing in geval van vervreemding in het kader van een fusie als bedoeld in artikel 5a, een interne reorganisatie als bedoeld in artikel 5b, dan wel een splitsing als bedoeld in artikel 5c.


Artikel 66

  • 1

    Een door de gevolmachtigde binnen de grenzen van zijn bevoegdheid in naam van de volmachtgever verrichte rechtshandeling treft in haar gevolgen de volmachtgever.

  • 2

    Voor zover het al of niet aanwezig zijn van een wil of van wilsgebreken, alsmede bekendheid of onbekendheid met feiten van belang zijn voor de geldigheid of de gevolgen van een rechtshandeling, komen ter beoordeling daarvan de volmachtgever of de gevolmachtigde of beiden in aanmerking, al naar gelang het aandeel dat ieder van hen heeft gehad in de totstandkoming van de rechtshandeling en in de bepaling van haar inhoud.


Artikel 5bis

  • 1

    De in artikel 15, eerste lid, onderdeel h, van de wet bedoelde vrijstelling wegens fusie is van toepassing bij overgang van vermogen onder algemene titel in het kader van een juridische fusie tussen rechtspersonen, mits die fusie hoofdzakelijk plaatsvindt op grond van zakelijke overwegingen. De eerste volzin blijft buiten toepassing in geval van een fusie waarop artikel 5b, eerste lid, van toepassing is.

  • 2

    De in artikel 15, eerste lid, onderdeel h, van de wet bedoelde vrijstelling wegens fusie is niet van toepassing dan wel de belasting die door toepassing van artikel 15, eerste lid, onderdeel h, van de wet niet is geheven is alsnog verschuldigd, indien:

    • a.

      een aandeelhouder van een verdwijnende rechtspersoon, welke rechtspersoon op het tijdstip van de fusie kwalificeert als een rechtspersoon als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, van de wet, op dat tijdstip of op enig tijdstip in het daaraan voorafgaande jaar, al dan niet tezamen met een tot hetzelfde concern als gedefinieerd in artikel 5b, tweede lid, behorend lichaam, een belang van ten minste een derde gedeelte in de verdwijnende rechtspersoon bezit of heeft bezeten, daarvoor als gevolg van de fusie geen in de plaats komend soortgelijk belang in de verkrijgende rechtspersoon of een groepsmaatschappij daarvan verkrijgt, dan wel dat soortgelijk belang binnen drie jaren na de fusie geheel of ten dele vervreemdt;

    • b.

      een aandeelhouder van de verkrijgende rechtspersoon, welke rechtspersoon op het tijdstip van de fusie kwalificeert als een rechtspersoon als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, van de wet, op dat tijdstip of op enig tijdstip in het daaraan voorafgaande jaar, al dan niet tezamen met een tot hetzelfde concern als gedefinieerd in artikel 5b, tweede lid, behorend lichaam, een belang van ten minste een derde gedeelte in de verkrijgende rechtspersoon bezit of heeft bezeten, dat belang binnen drie jaren na de fusie geheel of ten dele vervreemdt;

    • c.

      een aandeelhouder van een verdwijnende rechtspersoon als gevolg van de fusie een belang van ten minste een derde gedeelte in de verkrijgende rechtspersoon of een groepsmaatschappij daarvan, welke rechtspersoon of groepsmaatschappij als gevolg van de fusie kwalificeert als een rechtspersoon als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, van de wet, verkrijgt en dat belang binnen drie jaren na de fusie geheel of ten dele vervreemdt;

    • d.

      een aandeelhouder van de verkrijgende rechtspersoon of van een groepsmaatschappij daarvan als gevolg van de fusie een belang van ten minste een derde gedeelte in de verkrijgende rechtspersoon of de groepsmaatschappij daarvan, welke rechtspersoon of groepsmaatschappij als gevolg van de fusie kwalificeert als een rechtspersoon als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, van de wet, bezit en dat belang binnen drie jaren na de fusie geheel of ten dele vervreemdt.

  • 3

    De belasting die door toepassing van artikel 15, eerste lid, onderdeel h, van de wet niet is geheven ter zake van een fusie is alsnog verschuldigd, indien de activiteiten van de fuserende rechtspersonen niet gedurende een periode van ten minste drie jaren na de fusie door de verkrijgende rechtspersoon in haar geheel worden voortgezet.

  • 4

    Het tweede lid blijft buiten toepassing in geval van een vervreemding van het belang in het kader van een geruisloze terugkeer als bedoeld in artikel 4a, een juridische fusie als bedoeld in dit artikel, een bedrijfsfusie als bedoeld in artikel 5a, een interne reorganisatie als bedoeld in artikel 5b, een splitsing als bedoeld in artikel 5c, dan wel indien ten minste 75 percent van de aandelen van de verkrijgende vennootschap wordt verkregen door een andere vennootschap tegen toekenning van eigen aandelen, waaronder mede wordt begrepen het geval waarin naast toekenning van aandelen tevens een bedrag in geld wordt betaald van ten hoogste 10 percent van hetgeen op de aandelen is gestort. De eerste volzin is slechts van toepassing indien het toegekende belang in de plaats komt van het in het tweede lid bedoelde belang dan wel het in het tweede lid bedoelde belang de resterende periode in het bezit blijft bij de opvolgende verkrijger.

  • 5

    Het derde lid blijft buiten toepassing in geval van vervreemding van de activiteiten in het kader van een inbreng als bedoeld in artikel 4, een geruisloze terugkeer als bedoeld in artikel 4a, een juridische fusie als bedoeld in dit artikel, een bedrijfsfusie als bedoeld in artikel 5a, een interne reorganisatie als bedoeld in artikel 5b, een splitsing als bedoeld in artikel 5c, mits de in het derde lid bedoelde activiteiten gedurende de resterende periode door de opvolgende verkrijger worden voortgezet. In geval van een inbreng als bedoeld in artikel 4 is de eerste volzin slechts van toepassing indien het ter zake van de inbreng verkregen belang in de vennootschap de resterende periode blijft behouden.

  • 6

    Het vierde en het vijfde lid blijven buiten toepassing ingeval de daargenoemde gebeurtenissen in samenhang met de juridische fusie in overwegende mate gericht zijn op het ontgaan van belastingheffing.

  • 7

    De in artikel 15, eerste lid, onderdeel h, van de wet bedoelde vrijstelling is eveneens van toepassing op uit de fusie voortvloeiende verkrijgingen van een belang in een verkrijgende rechtspersoon of een groepsmaatschappij daarvan, welke rechtspersoon of groepsmaatschappij kwalificeert als een lichaam als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel a, van de wet.

  • 8

    Voor de toepassing van dit artikel wordt onder rechtspersoon verstaan de naamloze vennootschap, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, de coöperatie, de onderlinge waarborgmaatschappij, alsmede de stichting. Onder rechtspersoon wordt mede verstaan het lichaam dat naar het recht van een andere Staat is opgericht en naar aard en inrichting vergelijkbaar is met een lichaam als bedoeld in dit lid.


Slotformulier en ondertekening

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te Wassenaar 18 december 2013 Willem-Alexander

DeMinistervoorWonen en Rijksdienst, S.A. Blok

De Staatssecretaris van Financiën, F.H.H. Weekers

Uitgegeven de vierentwintigste december 2013 De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


Artikel 67

  • 1

    Hij die een overeenkomst aangaat in naam van een nader te noemen volmachtgever, moet diens naam noemen binnen de door de wet, de overeenkomst of het gebruik bepaalde termijn of, bij gebreke hiervan, binnen een redelijke termijn.

  • 2

    Wanneer hij de naam van de volmachtgever niet tijdig noemt, wordt hij geacht de overeenkomst voor zichzelf te hebben aangegaan, tenzij uit de overeenkomst anders voortvloeit.


Artikel 5a

  • 1

    De in artikel 15, eerste lid, onderdeel h, van de wet bedoelde vrijstelling wegens fusie is van toepassing indien een vennootschap uitsluitend de gehele onderneming of een zelfstandig onderdeel daarvan van een andere vennootschap verkrijgt tegen toekenning van aandelen.

  • 2

    Onder toekenning van aandelen wordt begrepen het geval waarin naast de toekenning van aandelen tevens een bedrag in geld wordt betaald van ten hoogste 10 percent van de waarde van hetgeen op de aandelen is gestort.

  • 3

    De belasting die door toepassing van artikel 15, eerste lid, onderdeel h, van de wet niet is geheven ter zake van een fusie is alsnog verschuldigd, indien de inbrengende vennootschap binnen drie jaren na de fusie niet meer in het bezit is van alle bij of in verband met die fusie verkregen aandelen.

  • 4

    De belasting die door toepassing van artikel 15, eerste lid, onderdeel h, van de wet niet is geheven ter zake van een fusie is alsnog verschuldigd, indien de onderneming niet gedurende een periode van ten minste drie jaren na de fusie door de verkrijgende vennootschap wordt voortgezet.

  • 5

    Het derde lid blijft buiten toepassing in geval van vervreemding van de aandelen in het kader van een interne reorganisatie als bedoeld in artikel 5b, een splitsing als bedoeld in artikel 5c, dan wel indien ten minste 75 percent van de aandelen van de vennootschap die de in het eerste lid bedoelde aandelen heeft toegekend, wordt verkregen door een andere vennootschap tegen toekenning van eigen aandelen, met dien verstande dat de toegekende aandelen in de plaats komen van de in het derde lid bedoelde aandelen. Onder toekenning van aandelen wordt mede begrepen het geval waarin naast de toekenning van aandelen tevens een bedrag in geld wordt betaald van ten hoogste 10 percent van de nominale waarde van de toegekende aandelen.

  • 6

    Het vierde lid blijft buiten toepassing in geval van vervreemding van de onderneming in het kader van een fusie als bedoeld in dit artikel, een interne reorganisatie als bedoeld in artikel 5b, dan wel een splitsing als bedoeld in artikel 5c.

  • 7

    Voor de toepassing van dit artikel wordt onder vennootschap verstaan de naamloze vennootschap, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, de open commanditaire vennootschap, alsmede andere vennootschappen welker kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld. Onder vennootschap wordt mede verstaan de vereniging, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij met een in aandelen verdeeld kapitaal. Tevens wordt daaronder verstaan het lichaam dat naar het recht van een andere Staat is opgericht en naar aard en inrichting vergelijkbaar is met een lichaam als bedoeld in dit lid.


Bijlage 1 behorende bij artikel 1.11, tweede lid, onderdeel d, van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II

Bijlage 1 behorende bij artikel 1.11, tweede lid, onderdeel d, van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II

Gemeenten bedoeld in artikel 1.11, tweede lid, onderdeel d, per 1 januari 2017

Aalsmeer

Alkmaar

Amersfoort

Amstelveen

Amsterdam

Apeldoorn

Asten

Baarn

Barneveld

Bergeijk

Bergen (Noord-Holland)

Bernheze

Best

Bladel

Blaricum

Bloemendaal

Boekel

Boxtel

Bunnik

Bunschoten

Buren

Cranendonck

Culemborg

De Bilt

De Ronde Venen

Deurne

Diemen

Dijk en Waard

Edam-Volendam

Ede

Eemnes

Eersel

Eindhoven

Elburg

Epe

Ermelo

Geldrop-Mierlo

Gemert-Bakel

Gooise Meren

Haarlem

Haarlemmermeer

Harderwijk

Hattem

Heemstede

Heerde

Heeze-Leende

Heiloo

Helmond

’s-Hertogenbosch

Heusden

Hillegom

Hilversum

Houten

Huizen

IJsselstein

Kaag en Braassem

Katwijk

Laarbeek

Land van Cuijk

Landsmeer

Laren

Leiden

Leiderdorp

Leusden

Lisse

Lopik

Maasdriel

Maashorst

Meierijstad

Montfoort

Neder-Betuwe

Nieuwegein

Nijkerk

Noordwijk

Nuenen, Gerwen en Nederwetten

Nunspeet

Oegstgeest

Oirschot

Oldebroek

Oostzaan

Oss

Ouder-Amstel

Oudewater

Purmerend

Putten

Renswoude

Reusel-De Mierden

Rhenen

Scherpenzeel

Sint-Michielsgestel

Soest

Someren

Son en Breugel

Stichtse Vecht

Teylingen

Tiel

Uithoorn

Utrecht

Utrechtse Heuvelrug

Valkenswaard

Veenendaal

Veldhoven

Vijfheerenlanden

Voorschoten

Voorst

Vught

Waalre

Wageningen

Waterland

West Betuwe

West Maas en Waal

Wijdemeren

Wijk bij Duurstede

Woerden

Woudenberg

Zaltbommel

Zandvoort

Zeist

Zoeterwoude


Artikel 68

Tenzij anders is bepaald, kan een gevolmachtigde slechts dan als wederpartij van de volmachtgever optreden, wanneer de inhoud van de te verrichten rechtshandeling zo nauwkeurig vaststaat, dat strijd tussen beider belangen uitgesloten is.


Bijlage 2 behorende bij artikel 1.11, eerste lid, onderdeel o, en tweede lid, onderdeel j, van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II

Bijlage 2 behorende bij artikel 1.11, eerste lid, onderdeel o, en tweede lid, onderdeel j, van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II

Aalsmeer

Albrandswaard

Alkmaar

Almere

Amersfoort

Amstelveen

Amsterdam

Apeldoorn

Arnhem

Asten

Baarn

Barendrecht

Barneveld

Berg en Dal

Bergeijk

Bergen (Noord-Holland)

Bernheze

Best

Beuningen

Beverwijk

Bladel

Blaricum

Bloemendaal

Boekel

Boxtel

Breda

Bunnik

Bunschoten

Buren

Capelle aan den IJssel

Cranendonck

Culemborg

De Bilt

De Ronde Venen

Delft

Den Haag

Deurne

Deventer

Diemen

Dijk en Waard

Doesburg

Dordrecht

Druten

Duiven

Edam-Volendam

Ede

Eemnes

Eersel

Eindhoven

Elburg

Emmen

Enschede

Epe

Ermelo

Geldrop-Mierlo

Gemert-Bakel

Gooise Meren

Groningen

Haaren

Haarlem

Haarlemmermeer

Harderwijk

Hattem

Heemskerk

Heemstede

Heerde

Heeze-Leende

Heiloo

Helmond

’s-Hertogenbosch

Heumen

Heusden

Hillegom

Hilversum

Hoorn

Houten

Huizen

IJsselstein

Kaag en Braassem

Katwijk

Krimpen aan den IJssel

Laarbeek

Land van Cuijk

Landsmeer

Lansingerland

Laren

Leeuwarden

Leiden

Leiderdorp

Leidschendam-Voorburg

Lelystad

Leusden

Lingewaard

Lisse

Lopik

Maasdriel

Maashorst

Maassluis

Maasstricht

Meierijstad

Midden-Delfland

Montferland

Montfoort

Mook en Middelaar

Neder-Betuwe

Nieuwegein

Nijkerk

Nijmegen

Nissewaard

Noordwijk

Nuenen, Gerwen en Nederwetten

Nunspeet

Oegstgeest

Oirschot

Oldebroek

Oostzaan

Oss

Ouder-Amstel

Oudewater

Overbetuwe

Pijnacker-Nootdorp

Purmerend

Putten

Renkum

Renswoude

Reusel-De Mierden

Rheden

Rhenen

Ridderkerk

Rijswijk

Rotterdam

Rozendaal

Scherpenzeel

Schiedam

Sint-Michielsgestel

Soest

Someren

Son en Breugel

Stichtse Vecht

Teylingen

Tiel

Tilburg

Uitgeest

Uithoorn

Utrecht

Utrechtse Heuvelrug

Valkenswaard

Veenendaal

Veldhoven

Velsen

Venlo

Vijfheerenlanden

Vlaardingen

Voorne aan Zee

Voorschoten

Voorst

Vught

Waalre

Wageningen

Wassenaar

Waterland

Weert

West Betuwe

West Maas en Waal

Westervoort

Westland

Wijchen

Wijdemeren

Wijk bij Duurstede

Woerden

Wormerland

Woudenberg

Zaanstad

Zaltbommel

Zandvoort

Zeist

Zevenaar

Zoetermeer

Zoeterwoude


Artikel 5b

  • 1

    De in artikel 15, eerste lid, onderdeel h, bedoelde vrijstelling wegens interne reorganisatie is van toepassing indien een tot het concern behorende vennootschap onroerende zaken overdraagt aan een andere vennootschap van dat concern.

  • 2

    Onder een concern wordt verstaan een vennootschap waarin niet een andere vennootschap het gehele of nagenoeg gehele belang heeft, samen met alle andere vennootschappen waarin zij het gehele of nagenoeg gehele belang heeft.

  • 3

    De belasting die door toepassing van artikel 15, eerste lid, onderdeel h, van de wet niet is geheven wegens interne reorganisatie is alsnog verschuldigd, indien:

    • a.

      de eerste vennootschap die het gehele of nagenoeg gehele belang heeft in zowel de vennootschap die de onroerende zaken verkrijgt als de vennootschap die de onroerende zaken overdraagt, binnen drie jaren na de interne reorganisatie geen geheel of nagenoeg geheel belang meer heeft in de vennootschap die de onroerende zaken heeft verkregen, waarbij een vennootschap die een geheel of nagenoeg geheel belang heeft in de eerstgenoemde vennootschap in de plaats kan treden van deze vennootschap; of

    • b.

      de vennootschap die de onroerende zaken heeft overgedragen binnen drie jaren na de interne reorganisatie geen geheel of nagenoeg geheel belang meer heeft in de vennootschap die de onroerende zaken heeft verkregen, met dien verstande dat dit onderdeel slechts van toepassing is ingeval er geen vennootschap is die het gehele of nagenoeg gehele belang heeft in zowel de vennootschap die de onroerende zaken verkrijgt als de vennootschap die de onroerende zaken overdraagt.

  • 4

    De belasting die door toepassing van artikel 15, eerste lid, onderdeel h, van de wet niet is geheven wegens interne reorganisatie is alsnog verschuldigd voorzover de overdragende vennootschap tot het concern is gaan behoren als gevolg van een andere gebeurtenis dan bedoeld in artikel 5a, eerste en vijfde lid, waarbij geen overdrachtsbelasting verschuldigd was, indien de onroerende zaken zijn verkregen door die overdragende vennootschap vóór de hiervoor bedoelde gebeurtenis en de onderneming of de activiteiten van die vennootschap niet gedurende drie jaren binnen het concern zijn voortgezet.

  • 5

    Het derde lid blijft buiten toepassing ingeval de vennootschap die de onroerende zaken verkrijgt op het tijdstip van de interne reorganisatie het gehele of nagenoeg gehele belang heeft in de vennootschap die de onroerende zaken overdraagt.

  • 6

    Het derde lid blijft buiten toepassing ingeval de onroerende zaken niet meer in het bezit zijn van de vennootschap die de onroerende zaken heeft verkregen, tenzij:

    • a.

      de onroerende zaken zijn overgedragen aan een vennootschap binnen het concern en ter zake van deze verkrijging geen beroep is gedaan op de vrijstelling als bedoeld in dit artikel;

    • b.

      de onroerende zaken zijn overgedragen aan een vennootschap binnen het concern die het gehele of nagenoeg gehele belang heeft in de vennootschap die de onroerende zaken overdraagt; of

    • c.

      de onroerende zaken zijn overgedragen aan een vennootschap buiten het concern en ter zake van deze verkrijging geen overdrachtsbelasting verschuldigd was.

  • 7

    Het derde lid blijft buiten toepassing ingeval niet meer aan de in het derde lid bedoelde voorwaarden wordt voldaan als gevolg van een juridische fusie binnen het concern, mits de opvolgende verkrijger voor de toepassing van het derde lid de resterende periode in de plaats treedt van de verdwijnende vennootschap.

  • 8

    Voor de toepassing van het tweede, derde en vijfde lid dient het gehele of nagenoeg gehele belang vertegenwoordigd te worden door het onmiddellijk of middellijk bezit van aandelen.

  • 9

    Voor de toepassing van dit artikel wordt onder vennootschap verstaan de naamloze vennootschap, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, de open commanditaire vennootschap, alsmede andere vennootschappen welker kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld. Onder vennootschap wordt mede verstaan de vereniging, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij met een in aandelen verdeeld kapitaal, alsmede een stichting of vereniging zonder een in aandelen verdeeld kapitaal indien deze stichting of vereniging een overeenkomstige functie vervult als de eerstbedoelde vennootschap in het tweede lid. Tevens wordt daaronder verstaan het lichaam dat naar het recht van een andere Staat is opgericht en naar aard en inrichting vergelijkbaar is met een lichaam als bedoeld in dit lid.

  • 10

    Voor de toepassing van dit artikel worden onder onroerende zaken mede verstaan fictieve onroerende zaken als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de wet, rechten waaraan onroerende zaken of fictieve onroerende zaken zijn onderworpen, alsmede de economische eigendom van deze zaken of rechten.


Slotformulier en ondertekening

Lasten en bevelen, dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst, en dat alle Ministeriële Departementen, Autoriteiten, Colleges en Ambtenaren, wie zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage 7 maart 1991 Beatrix

De Minister van Binnenlandse Zaken, C. I. Dales

De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin

De Staatssecretaris van Welzijn, Volksgezondheid en Cultuur, H. J. Simons

Uitgegeven de vierde april 1991 De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin


Artikel 69

  • 1

    Wanneer iemand zonder daartoe bevoegd te zijn als gevolmachtigde in naam van een ander heeft gehandeld, kan laatstgenoemde de rechtshandeling bekrachtigen en haar daardoor hetzelfde gevolg verschaffen, als zou zijn ingetreden wanneer zij krachtens een volmacht was verricht.

  • 2

    Is voor het verlenen van een volmacht tot de rechtshandeling een bepaalde vorm vereist, dan geldt voor de bekrachtiging hetzelfde vereiste.

  • 3

    Een bekrachtiging heeft geen gevolg, indien op het tijdstip waarop zij geschiedt, de wederpartij reeds heeft te kennen gegeven dat zij de handeling wegens het ontbreken van een volmacht als ongeldig beschouwt, tenzij de wederpartij op het tijdstip dat zij handelde heeft begrepen of onder de gegeven omstandigheden redelijkerwijs heeft moeten begrijpen dat geen toereikende volmacht was verleend.

  • 4

    Een onmiddellijk belanghebbende kan degene in wiens naam gehandeld is, een redelijke termijn voor de bekrachtiging stellen. Hij behoeft niet met een gedeeltelijke of voorwaardelijke bekrachtiging genoegen te nemen.

  • 5

    Rechten door de volmachtgever vóór de bekrachtiging aan derden verleend, blijven gehandhaafd.


Artikel 5c

  • 1

    De in artikel 15, eerste lid, onderdeel h, van de wet bedoelde vrijstelling wegens splitsing is van toepassing wanneer sprake is van overgang van vermogen onder algemene titel in het kader van een splitsing van een vennootschap met in aandelen verdeeld kapitaal, behoudens in het geval dat de splitsing in overwegende mate is gericht op het ontgaan of uitstellen van belastingheffing. De splitsing wordt, tenzij het tegendeel aannemelijk wordt gemaakt, geacht in overwegende mate te zijn gericht op het ontgaan of uitstellen van belastingheffing indien de splitsing niet plaatsvindt op grond van zakelijke overwegingen zoals herstructurering of rationalisering van de actieve werkzaamheden van de splitsende en de verkrijgende rechtspersonen. Indien aandelen in de gesplitste rechtspersoon, dan wel in een verkrijgende rechtspersoon binnen drie jaar na de splitsing geheel of ten dele, direct of indirect worden vervreemd aan een lichaam dat niet met de gesplitste rechtspersoon en met de verkrijgende rechtspersonen is verbonden als bedoeld in artikel 10a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, worden zakelijke overwegingen niet aanwezig geacht, tenzij het tegendeel aannemelijk wordt gemaakt.

  • 2

    Voor de toepassing van dit artikel wordt onder vennootschap verstaan de naamloze vennootschap, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, de open commanditaire vennootschap, alsmede andere vennootschappen waarvan het kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld. Onder vennootschap wordt mede verstaan de vereniging, coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij met een in aandelen verdeeld kapitaal. Tevens wordt daaronder verstaan het lichaam dat naar het recht van een andere Staat is opgericht en dat naar aard en inrichting vergelijkbaar is met een lichaam als bedoeld in dit lid.


Artikel 70

Hij die als gevolmachtigde handelt, staat jegens de wederpartij in voor het bestaan en de omvang van de volmacht, tenzij de wederpartij weet of behoort te begrijpen dat een toereikende volmacht ontbreekt of de gevolmachtigde de inhoud van de volmacht volledig aan de wederpartij heeft medegedeeld.


Artikel 5d

  • 1

    De in artikel 15, eerste lid, onderdeel h, van de wet bedoelde vrijstelling is op een verkrijging door een vereniging als bedoeld in artikel 6.33, onderdeel c, van de Wet inkomstenbelasting 2001 of een algemeen nut beogende instelling van toepassing:

    • a.

      bij een juridische fusie tussen twee of meer van deze verenigingen of instellingen, indien in het kader daarvan alle activa en passiva van één of meer van de verdwijnende verenigingen of instellingen onder algemene titel overgaan op de verkrijgende vereniging of instelling of op een in het kader van de fusie nieuw opgerichte dergelijke vereniging of instelling, mits bij de overgang commerciële factoren geen rol spelen;

    • b.

      bij een taakoverdracht tussen twee of meer van deze verenigingen of instellingen, indien in het kader daarvan alle activa en passiva die betrekking hebben op de overgedragen taak aan de verkrijgende vereniging of instelling worden overgedragen, mits bij de overdracht commerciële factoren geen rol spelen.

  • 2

    De vrijstelling is niet van toepassing op de verkrijging indien de overdracht uitsluitend de exploitatie van onroerende zaken inhoudt of de afzonderlijke overdracht van onroerende zaken betreft of als de onroerende zaken niet worden aangewend voor de overgedragen taak.

  • 3

    De belasting die door toepassing van artikel 15, eerste lid, onderdeel h, van de wet niet is geheven, is alsnog verschuldigd indien de verkrijgende vereniging of instelling binnen drie jaren na de fusie of taakoverdracht niet meer bestaat of niet meer aangemerkt wordt als een vereniging als bedoeld in artikel 6.33, onderdeel c, van de Wet inkomstenbelasting 2001 of een algemeen nut beogende instelling.

  • 4

    Het derde lid blijft buiten toepassing indien een verkrijgende vereniging of instelling niet langer als vereniging als bedoeld in artikel 6.33, onderdeel c, van de Wet inkomstenbelasting 2001 of een algemeen nut beogende instelling wordt aangemerkt als gevolg van een juridische fusie als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, of als gevolg van een taakoverdracht als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, voor zover de belasting betrekking heeft op onroerende zaken die in het kader van deze juridische fusie zijn overgegaan of in het kader van deze taakoverdracht zijn overgedragen.

  • 5

    Van commerciële factoren als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, is geen sprake indien:

    • a.

      voor de activa en passiva die betrekking hebben op de overgedragen taak geen koopsom of andere prestatie wordt bedongen; of

    • b.

      van overheidswege een overnamesom dient te worden bedongen tot een voorgeschreven waarde van de overgedragen activa, waarbij de totale waarde van de overgedragen passiva en een aanvullende koopsom of andere prestatie niet hoger is dan de waarde van die overnamesom.


Artikel 71

  • 1

    Verklaringen, door een gevolmachtigde afgelegd, kunnen door de wederpartij als ongeldig van de hand worden gewezen, indien zij de gevolmachtigde terstond om bewijs van de volmacht heeft gevraagd en haar niet onverwijld hetzij een geschrift waaruit de volmacht volgt is overgelegd, hetzij de volmacht door de volmachtgever is bevestigd.

  • 2

    Bewijs van volmacht kan niet worden verlangd, indien de volmacht door de volmachtgever ter kennis van de wederpartij was gebracht, indien zij op een door wet of gebruik bepaalde wijze was bekendgemaakt, of indien zij voortvloeit uit een aanstelling waarmede de wederpartij bekend is.


Artikel 6


Artikel 72

Een volmacht eindigt:

  • a.

    door de dood, de ondercuratelestelling, het faillissement van de volmachtgever of het ten aanzien van hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen;

  • b.

    door de dood, de ondercuratelestelling, het faillissement van de gevolmachtigde of het ten aanzien van hem van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, tenzij anders is bepaald;

  • c.

    door herroeping door de volmachtgever;

  • d.

    door opzegging door de gevolmachtigde.



Artikel 73

  • 1

    Niettegenstaande de dood of de ondercuratelestelling van de volmachtgever blijft de gevolmachtigde bevoegd de rechtshandelingen te verrichten, die nodig zijn voor het beheer van een onderneming.

  • 2

    Niettegenstaande de dood of de ondercuratelestelling van de volmachtgever blijft de gevolmachtigde bevoegd rechtshandelingen te verrichten, die niet zonder nadeel kunnen worden uitgesteld. Hetzelfde geldt indien de gevolmachtigde de volmacht heeft opgezegd.

  • 3

    De in de vorige leden vermelde bevoegdheid eindigt een jaar na het overlijden, de ondercuratelestelling of de opzegging.


Artikel 7

  • 1

    Met betrekking tot de belasting ter zake van een verkrijging van andere goederen dan bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdelen a en b, van de wet, waarvan een onderhandse akte is opgemaakt op de voet van artikel II van de wet van 28 juni 1956 (Stb. 376), wordt aangifte gedaan door het aanbieden van die akte ter registratie. Het verschuldigde bedrag aan overdrachtsbelasting wordt vermeld in een aan de voet van de akte gestelde, door de verkrijger of namens deze door de persoon die de akte heeft opgesteld, ondertekende verklaring. Voor zover in de akte niet alle gegevens voorkomen waarvan kennisneming van belang kan zijn voor de heffing van de belasting, dienen deze te worden opgenomen in die verklaring.

  • 2

    Ten aanzien van de inhoud van de akte, voor zover deze van belang is voor de heffing van de belasting, en de in het eerste lid bedoelde verklaring, zijn de wettelijke bepalingen met betrekking tot de aangifte van overeenkomstige toepassing als vormden die akte en verklaring te zamen de door de verkrijger gedane aangifte.

  • 3

    De persoon die de in het eerste lid bedoelde akte heeft opgesteld, is hoofdelijk aansprakelijk voor de belasting welke is verschuldigd wegens de verkrijging waarvan de akte is opgemaakt, zulks tot het bedrag dat ingevolge de inhoud van die akte is verschuldigd.


Artikel 74

  • 1

    Voor zover een volmacht strekt tot het verrichten van een rechtshandeling in het belang van de gevolmachtigde of van een derde, kan worden bepaald dat zij onherroepelijk is, of dat zij niet eindigt door de dood of ondercuratelestelling van de volmachtgever. Eerstgenoemde bepaling sluit, tenzij anders blijkt, de tweede in.

  • 2

    Bevat de volmacht een bepaling als in het vorige lid bedoeld, dan mag de wederpartij aannemen dat het aldaar voor de geldigheid van die bepaling gestelde vereiste vervuld is, tenzij het tegendeel voor haar duidelijk kenbaar is.

  • 3

    Tenzij anders is bepaald, kan de gevolmachtigde een overeenkomstig het eerste lid onherroepelijk verleende volmacht ook buiten de in artikel 64 genoemde gevallen aan een ander verlenen.

  • 4

    De rechtbank kan op verzoek van de volmachtgever, of van een erfgenaam of de curator van de volmachtgever, een bepaling als in het eerste lid bedoeld wegens gewichtige redenen wijzigen of buiten werking stellen.


Artikel 75

  • 1

    Na het einde van de volmacht moet de gevolmachtigde desgevorderd geschriften waaruit de volmacht blijkt, teruggeven of toestaan dat de volmachtgever daarop aantekent dat de volmacht is geëindigd. In geval van een bij notariële akte verleende volmacht tekent de notaris die de minuut onder zijn berusting heeft, op verzoek van de volmachtgever het einde van de volmacht daarop aan.

  • 2

    Wanneer te vrezen is dat een gevolmachtigde van een volmacht ondanks haar einde gebruik zal maken, kan de volmachtgever zich wenden tot de voorzieningenrechter van de rechtbank met verzoek de wijze van bekendmaking van het einde van de volmacht te bepalen, die ten gevolge zal hebben dat het tegen een ieder kan worden ingeroepen. Tegen een toewijzende beschikking krachtens dit lid is geen hogere voorziening toegelaten.


Artikel 76

  • 1

    Een oorzaak die de volmacht heeft doen eindigen, kan tegenover een wederpartij die noch van het einde van de volmacht, noch van die oorzaak kennis droeg, slechts worden ingeroepen:

    • a.

      indien het einde van de volmacht of de oorzaak die haar heeft doen eindigen aan de wederpartij was medegedeeld of was bekend gemaakt op een wijze die krachtens wet of verkeersopvattingen meebrengt dat de volmachtgever het einde van de volmacht aan de wederpartij kan tegenwerpen;

    • b.

      indien de dood van de volmachtgever van algemene bekendheid was;

    • c.

      indien de aanstelling of tewerkstelling, waaruit de volmacht voortvloeide, op een voor derden kenbare wijze was beëindigd;

    • d.

      indien de wederpartij van de volmacht op geen andere wijze had kennis gekregen dan door een verklaring van de gevolmachtigde.

  • 2

    In de gevallen van het vorige lid is de gevolmachtigde die voortgaat op naam van de volmachtgever te handelen, tot schadevergoeding gehouden jegens de wederpartij die van het einde van de volmacht geen kennis droeg. Hij is niet aansprakelijk indien hij wist noch behoorde te weten dat de volmacht was geëindigd.


Artikel 77

Wordt ondanks de dood van de volmachtgever krachtens de volmacht een geldige rechtshandeling verricht, dan worden de erfgenamen van de volmachtgever en de wederpartij gebonden alsof de handeling bij het leven van de volmachtgever was verricht.


Artikel 78

Wanneer iemand optreedt als vertegenwoordiger uit anderen hoofde dan volmacht, zijn de artikelen 63, lid 1, 66, lid 1, 67, 69, 70, 71 en 75 lid 2 van overeenkomstige toepassing, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit.


Artikel 79

Buiten het vermogensrecht vinden de bepalingen van deze titel overeenkomstige toepassing, voor zover de aard van de rechtshandeling of van de rechtsbetrekking zich daartegen niet verzet.



Eerste titel Algemene bepalingen

Eerste titel Algemene bepalingen


§ 3.1 De Financiële inlichtingen eenheid

§ 3.1 De Financiële inlichtingen eenheid


Hoofdstuk I Belastingplicht

Hoofdstuk I Belastingplicht


Hoofdstuk III Assurantiebelasting

Hoofdstuk III Assurantiebelasting


Hoofdstuk II Vrijstellingen

Hoofdstuk II Vrijstellingen


Wet van 30 mei 1990, inzake invordering van rijksbelastingen, andere dan invoerrechten en accijnzen


Artikel 12

  • 1

    Er is een Financiële inlichtingen eenheid.

  • 2

    De algemene leiding, de organisatie en het beheer van de Financiële inlichtingen eenheid berusten bij Onze Minister van Justitie.

  • 3

    Benoeming, schorsing en ontslag van het hoofd van de Financiële inlichtingen eenheid geschieden bij koninklijk besluit op voordracht van Onze Minister van Justitie, in overeenstemming met Onze Minister van Financiën.

  • 4

    Onze Minister van Justitie bepaalt in overeenstemming met Onze Minister van Financiën de begroting van de Financiële inlichtingen eenheid.


Artikel 1

Onder de naam 'vennootschapsbelasting' wordt een directe belasting geheven van de lichamen vermeld in de artikelen 2 en 3.


Artikel 4 Aangewezen mogendheid

Artikel 4 Aangewezen mogendheid [Vervallen per 01-01-2017]

[Vervallen]


Wet van 30 mei 1990, inzake invordering van rijksbelastingen, andere dan invoerrechten en accijnzen

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is de wet van 22 mei 1845 (Stb. 1926, 334) op de invordering van ’s Rijks directe belastingen te vervangen door een meer overzichtelijke en op verschillende punten herziene wet;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:


Artikel 13

De Financiële inlichtingen eenheid heeft met het oog op het voorkomen en opsporen van witwassen en onderliggende basisdelicten, alsmede financieren van terrorisme, tot taak:

  • a.

    het verzamelen, registreren, bewerken en analyseren van de gegevens die het verkrijgt, teneinde te bezien of deze gegevens van belang kunnen zijn voor het voorkomen en opsporen van misdrijven;

  • b.

    het verstrekken van persoonsgegevens en andere gegevens in overeenstemming met deze wet en het bij of krachtens de Wet politiegegevens bepaalde;

  • c.

    een instelling berichten over de ontvangst van een melding door die instelling, de ontvangst van nadere gegevens of inlichtingen verstrekt door die instelling, alsmede over trends en fenomenen die naar voren komen uit ontvangen meldingen, en in voorkomende gevallen, door tussenkomst van het openbaar ministerie, over de betekenis van een melding door die instelling voor de vervolging van strafbare feiten;

  • d.

    het verrichten van onderzoek naar ontwikkelingen op het gebied van witwassen en financieren van terrorisme en naar de verbetering van de methoden om witwassen en financieren van terrorisme te voorkomen en op te sporen;

  • e.

    het geven van aanbevelingen voor de bedrijfstakken omtrent de invoering van passende procedures voor interne controle en communicatie en andere te treffen maatregelen tot voorkoming van het gebruik van die bedrijfstakken voor witwassen en financieren van terrorisme;

  • f.

    het geven van voorlichting omtrent het voorkomen en opsporen van witwassen en financieren van terrorisme aan:

    • 1°.

      de bedrijfstakken en beroepsgroepen;

    • 2°.

      de toezichthoudende autoriteit;

    • 3°.

      het openbaar ministerie en de overige ambtenaren belast met de opsporing van strafbare feiten;

    • 4°.

      het publiek;

  • g.

    het geven van inlichtingen aangaande het meldgedrag van de instellingen aan de toezichthoudende autoriteit en de personen, bedoeld in onderdeel f, onder 3°;

  • h.

    het onderhouden van contacten met buitenlandse van overheidswege aangewezen instanties die een vergelijkbare taak hebben als de Financiële inlichtingen eenheid;

  • i.

    het jaarlijks uitbrengen van een verslag met betrekking tot de taakuitoefening en zijn werkzaamheden in het voorafgaande jaar en van zijn voornemens voor het komende jaar, dat wordt aangeboden aan Onze Minister van Justitie en ter kennis gebracht van Onze Minister van Financiën.


Artikel 5 Schenking ten behoeve van een eigen woning

Artikel 5 Schenking ten behoeve van een eigen woning [Vervallen per 01-01-2024]

[Vervallen]


Artikel 1a

[Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden]


Artikel 13a

  • 1

    Ten behoeve van de uitoefening van haar taken op grond van artikel 13, werkt de Financiële inlichtingen eenheid zoveel mogelijk samen met de financiële inlichtingen eenheden van andere lidstaten.

  • 2

    De Financiële inlichtingen eenheid wisselt met een financiële inlichtingen eenheid van een andere lidstaat, uit eigen beweging of op verzoek van die andere financiële inlichtingen eenheid en zo nodig onder het stellen van voorwaarden of beperkingen, alle beschikbare informatie uit die relevant kan zijn voor de verwerking of de analyse door die financiële inlichtingen eenheid van informatie met betrekking tot witwassen of financieren van terrorisme en de betrokken natuurlijke of rechtspersonen.

  • 3

    De informatie, bedoeld in het tweede lid, wordt ook uitgewisseld indien:

    • a.

      op het tijdstip van uitwisseling niet is vastgesteld welk basisdelict bij de te analyseren of de te verwerken informatie is betrokken;

    • b.

      de definitie van een betrokken misdrijf van fiscale aard in de andere lidstaat anders is dan naar Nederlands recht omschreven.

  • 4

    Een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt door de Financiële inlichtingen eenheid in behandeling genomen, indien:

    • a.

      het verzoek de relevante feiten en achtergrondinformatie bevat; en

    • b.

      in het verzoek uiteen is gezet wat de redenen zijn voor het verzoek en hoe de gevraagde informatie zal worden gebruikt.

  • 5

    Indien een verzoek als bedoeld in het tweede lid in behandeling wordt genomen, gebruikt de Financiële inlichtingen eenheid voor het vergaren van de verzochte informatie al haar bevoegdheden op grond van deze wet en verstrekt zij de verzochte informatie onverwijld aan de financiële inlichtingen eenheid van de andere lidstaat.

  • 6

    Aan een verzoek als bedoeld in het tweede lid wordt niet voldaan indien het verstrekken van de gevraagde informatie zich niet zou verdragen met de Nederlandse wet.

  • 7

    De Financiële inlichtingen eenheid wijst een centraal contactpunt aan dat verantwoordelijk is voor de ontvangst van de verzoeken bedoeld in het tweede lid.

  • 8

    Indien een financiële inlichtingen eenheid van een andere lidstaat verzoekt om toestemming voor het delen van informatie afkomstig van de Financiële inlichtingen eenheid met bevoegde autoriteiten in een andere lidstaat, verstrekt de Financiële inlichtingen eenheid deze toestemming onverwijld en zo ruim mogelijk, tenzij het verlenen van toestemming:

    • a.

      niet past binnen het kader van de wetgeving ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme;

    • b.

      strijdig is met wettelijke bepalingen;

    • c.

      een strafrechtelijk onderzoek kan schaden; of

    • d.

      de belangen van natuurlijke of rechtspersonen op wie de informatie betrekking heeft onevenredig kan schaden.

  • 9

    Indien het verstrekken van informatie of het verlenen van toestemming op grond van het zesde lid, onderscheidenlijk het achtste lid, wordt geweigerd, wordt dit gemotiveerd kenbaar gemaakt aan de financiële inlichtingen eenheid die om de informatie of toestemming heeft verzocht.


Artikel 2

  • 1

    Als binnenlandse belastingplichtigen zijn aan de belasting onderworpen de in Nederland gevestigde:

    • a.

      naamloze vennootschappen, besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, open commanditaire vennootschappen en andere vennootschappen welker kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld;

    • b.

      coöperaties en verenigingen op coöperatieve grondslag;

    • c.

      onderlinge waarborgmaatschappijen en verenigingen welke op onderlinge grondslag als verzekeraar of bank optreden;

    • d.

      verenigingen en stichtingen die op de voet van de Woningwet bij koninklijk besluit zijn toegelaten als instellingen die in het belang van de volkshuisvesting werkzaam zijn;

    • e.

      hiervoor niet genoemde verenigingen en stichtingen alsmede andere dan publiekrechtelijke rechtspersonen, indien en voor zover zij een onderneming drijven;

    • f.

      fondsen voor gemene rekening;

    • g.

      publiekrechtelijke rechtspersonen, niet zijnde de Staat, die niet al op grond van de onderdelen a, b, c, d en e belastingplichtig zijn, voor zover zij een onderneming drijven.

  • 2

    Als binnenlandse belastingplichtigen zijn mede aan de belasting onderworpen de ondernemingen gedreven door de Staat. Voor de toepassing van deze wet worden alle ondernemingen gedreven door de Staat die behoren tot eenzelfde bij koninklijk besluit ingesteld ministerie als bedoeld in artikel 44 van de Grondwet, geacht tezamen één onderneming gedreven door de Staat te vormen.

  • 3

    Als binnenlandse belastingplichtigen zijn mede aan de belasting onderworpen omgekeerde hybride lichamen.

  • 4

    Onder een fonds voor gemene rekening wordt verstaan een fonds ter verkrijging van voordelen voor de deelgerechtigden door het voor gemene rekening beleggen of anderszins aanwenden van gelden, mits van de deelgerechtigdheid in het fonds blijkt uit verhandelbare bewijzen van deelgerechtigdheid. Een fonds voor gemene rekening wordt als onderneming aangemerkt. De bewijzen van deelgerechtigdheid worden als verhandelbaar aangemerkt indien voor vervreemding niet de toestemming van alle deelgerechtigden is vereist, met dien verstande dat ingeval vervreemding uitsluitend kan plaatsvinden aan het fonds voor gemene rekening of aan bloed- en aanverwanten in de rechte linie de bewijzen niet als verhandelbaar worden aangemerkt.

  • 5

    Heeft de oprichting van een lichaam plaatsgevonden naar Nederlands recht, dan wordt voor de toepassing van deze wet, met uitzondering van de artikelen 13 tot en met 13d, 13i tot en met 13k, 14a, 14b, 15 en 15a, het lichaam steeds geacht in Nederland te zijn gevestigd. Bij een lichaam dat zonder toepassing van de eerste volzin niet een binnenlandse belastingplichtige zou zijn, wordt, in afwijking van hoofdstuk II, het voordeel uit hoofde van een aanmerkelijk belang als bedoeld in artikel 17, derde lid, onderdeel b, bepaald op de voet van hoofdstuk III. Een Europese naamloze vennootschap die bij haar oprichting werd beheerst door Nederlands recht, wordt voor de toepassing van de eerste volzin geacht te zijn opgericht naar Nederlands recht.

  • 6

    De lichamen, vermeld in het eerste lid, onderdelen a, b, c en d, en het derde lid, worden geacht hun onderneming te drijven met behulp van hun gehele vermogen.

  • 7

    Voor de toepassing van deze wet wordt het bestaan van een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid steeds aangenomen, zodra en zolang een onderneming als behorende aan een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid in het handelsregister staat ingeschreven.

  • 8

    De ondernemingen van een lichaam als bedoeld in het eerste lid, onderdelen e en g, worden voor de toepassing van deze wet geacht tezamen één onderneming te vormen.

  • 9

    Voor de toepassing van deze wet worden op de BES eilanden gevestigde lichamen die door de toepassing van artikel 5.2 van de Belastingwet BES geacht worden niet op de BES eilanden te zijn gevestigd, geacht in Nederland te zijn gevestigd.

  • 10

    Op schriftelijk verzoek en onder door Onze Minister te stellen voorwaarden staat de inspecteur toe dat een lichaam als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, geacht wordt zijn onderneming te drijven met behulp van zijn gehele vermogen, indien het lichaam als culturele instelling is aangemerkt. Het verzoek moet uiterlijk binnen zes maanden na afloop van het jaar waarop het verzoek voor het eerst betrekking heeft, worden ingediend bij de inspecteur. De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking waarin de door Onze Minister te stellen voorwaarden zijn opgenomen. Bij inwilliging van het verzoek geldt dit tot wederopzegging door het lichaam, waarbij wederopzegging alleen mogelijk is met ingang van het tiende jaar of een veelvoud daarvan na het einde van het jaar waarvoor het verzoek voor het eerst is ingewilligd.

  • 11

    Voor de toepassing van deze wet wordt onder een publiekrechtelijke rechtspersoon verstaan een Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersoon alsmede een daarmee vergelijkbare buitenlandse rechtspersoon.

  • 12

    Onder een omgekeerd hybride lichaam wordt verstaan een naar Nederlands recht aangegaan of in Nederland gevestigd samenwerkingsverband indien ten minste 50% van de stemrechten, kapitaalbelangen of winstrechten in dat samenwerkingsverband direct of indirect worden gehouden door een of meer aan dat samenwerkingsverband gelieerde lichamen als bedoeld in artikel 12ac, tweede lid, die zijn gevestigd in een staat die dat samenwerkingsverband als een belastingplichtige voor een naar de winst geheven belasting beschouwt en de winst van dat samenwerkingsverband voor Nederlandse belastingdoeleinden zonder toepassing van deze bepaling toerekenbaar is aan de houders van de stemrechten, kapitaalbelangen, onderscheidenlijk winstrechten, in dat samenwerkingsverband.

  • 13

    Onder een omgekeerd hybride lichaam als bedoeld in het twaalfde lid wordt niet verstaan een in dat lid bedoeld samenwerkingsverband dat belegt in effecten en een gediversifieerde portefeuille aanhoudt en dat kwalificeert als:


Artikel 6 Schenking voor de betaling van kosten van een studie of de opleiding voor een beroep

Artikel 6 Schenking voor de betaling van kosten van een studie of de opleiding voor een beroep

  • 1

    Een vrijstelling als bedoeld in artikel 33, onderdeel 5°, onder b, van de wet voor een schenking die is bestemd voor de betaling van kosten van een studie of de opleiding voor een beroep ten behoeve van dat kind, welke kosten aanzienlijk hoger zijn dan gebruikelijk, wordt niet verleend voor de aflossing van schulden die zijn aangegaan voor de financiering van een dergelijke studie of opleiding en wordt voorts slechts verleend indien:

    • a.

      de schenking is aangegaan bij notariële akte waarin is vermeld voor de betaling van welke studie of opleiding de schenking is bedoeld alsmede het bedrag van de verwachte kosten van die studie of opleiding;

    • b.

      de schenking is gedaan onder de ontbindende voorwaarde dat de schenking vervalt voor zover het geschonken bedrag niet binnen twee kalenderjaren na het jaar waarin de schenking is gedaan aan de studie of opleiding is besteed, en

    • c.

      desgevraagd met schriftelijke bescheiden wordt aangetoond dat het bedrag van de schenking daadwerkelijk door de schenker is betaald en, binnen de in onderdeel b bedoelde termijn, door de begunstigde is aangewend voor de in de in onderdeel a bedoelde akte vermelde studie of opleiding.

  • 2

    Voor de toepassing van artikel 33, onderdeel 5°, onder b, van de wet worden kosten voor een studie of de opleiding voor een beroep aangemerkt als aanzienlijk hoger dan gebruikelijk indien deze, exclusief kosten voor levensonderhoud, ten minste € 20 000 per jaar bedragen.


Artikel 13b

  • 1

    De Financiële inlichtingen eenheid kan, ten behoeve van haar taken, bedoeld in artikel 13, een financiële inlichtingen eenheid van een andere lidstaat verzoeken om informatie die relevant kan zijn voor de verwerking of de analyse van informatie met betrekking tot witwassen of financieren van terrorisme en de betrokken natuurlijke of rechtspersonen, indien zij daarbij ten minste de volgende informatie verstrekt:

    • a.

      relevante feiten en achtergrondinformatie bij het verzoek;

    • b.

      de redenen voor het verzoek; en

    • c.

      de wijze waarop de verzochte informatie zal worden gebruikt.

  • 2

    De Financiële inlichtingen eenheid gebruikt informatie die zij heeft ontvangen van een financiële inlichtingen eenheid van een andere lidstaat uitsluitend indien:

    • a.

      het gebruik van de informatie noodzakelijk is voor het vervullen van haar taken, bedoeld in artikel 13;

    • b.

      het gebruik van de informatie alleen plaatsvindt voor het doel waarvoor de informatie is gevraagd of verstrekt, dan wel met voorafgaande toestemming van de financiële inlichtingen eenheid die de informatie heeft verstrekt; en

    • c.

      wordt voldaan aan de beperkingen en voorwaarden die aan het gebruik van de informatie zijn gesteld door de financiële inlichtingen eenheid die de informatie heeft verstrekt.

  • 3

    Informatie afkomstig van een financiële inlichtingen eenheid van een andere lidstaat wordt door de Financiële inlichtingen eenheid niet zonder voorafgaande toestemming van die financiële inlichtingen eenheid verstrekt aan de personen, bedoeld in artikel 13, onderdeel g.


Artikel 3

  • 1

    Als buitenlandse belastingplichtigen zijn aan de belasting onderworpen de niet in Nederland gevestigde:

    • a.

      verenigingen en andere rechtspersonen;

    • b.

      open commanditaire vennootschappen en andere niet rechtspersoonlijkheid bezittende vennootschappen welker kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld;

    • c.

      doelvermogens;

    • d.

      maar op Aruba, Curaçao of Sint Maarten gevestigde lichamen die een onderneming drijven met behulp van een vaste inrichting op de BES eilanden of een vaste vertegenwoordiger op de BES eilanden;

    die Nederlands inkomen genieten.

  • 2

    In afwijking in zoverre van het eerste lid zijn lichamen die vergelijkbaar zijn met een naar Nederlands recht opgerichte vereniging of stichting als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel e, of die een kerkgenootschap zijn, slechts aan de belasting onderworpen voor zover zij een onderneming drijven. Artikel 2, negende lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 3

    In afwijking in zoverre van het eerste lid zijn met Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersonen vergelijkbare buitenlandse rechtspersonen slechts aan de belasting onderworpen voor zover zij een onderneming drijven.

  • 4

    Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt onder vaste inrichting of vaste vertegenwoordiger verstaan:

    • a.

      voor zover in de relatie tot de andere staat een verdrag van toepassing is dat, of een regeling is getroffen die, voorziet in een regeling voor de heffing over bestanddelen van de winst: het begrip vaste inrichting zoals dat geldt voor de toepassing van die regeling;

    • b.

      voor zover in de relatie tot de andere staat niet een verdrag als bedoeld in onderdeel a van toepassing is en geen regeling als bedoeld in dat onderdeel is getroffen: een vaste bedrijfsinrichting met behulp waarvan de werkzaamheden van een onderneming geheel of gedeeltelijk worden uitgeoefend, met dien verstande dat de plaats van uitvoering van een bouwwerk of van constructie- of installatiewerkzaamheden slechts dan een vaste inrichting is indien de duur ervan twaalf maanden overschrijdt.

  • 5

    In afwijking in zoverre van het vierde lid, onderdeel b, wordt niet als een vaste inrichting beschouwd:

    • a.

      het gebruikmaken van inrichtingen, uitsluitend voor opslag, uitstalling of aflevering van aan de belastingplichtige toebehorende goederen of koopwaar;

    • b.

      het aanhouden van een voorraad van aan de belastingplichtige toebehorende goederen of koopwaar, uitsluitend voor opslag, uitstalling of aflevering;

    • c.

      het aanhouden van een voorraad van aan de belastingplichtige toebehorende goederen of koopwaar, uitsluitend voor bewerking of verwerking door een ander;

    • d.

      het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend om voor de onderneming goederen of koopwaar aan te kopen of inlichtingen in te winnen;

    • e.

      het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend om voor de onderneming enige andere werkzaamheid uit te oefenen;

    • f.

      het aanhouden van een vaste bedrijfsinrichting, uitsluitend voor een combinatie van de in de onderdelen a tot en met e genoemde werkzaamheden;

    mits de werkzaamheid, of, voor de toepassing van onderdeel f, het totaal van de werkzaamheden van de vaste bedrijfsinrichting, van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft.

  • 6

    Het vijfde lid is niet van toepassing indien een belastingplichtige een vaste bedrijfsinrichting in een andere staat gebruikt of aanhoudt en die belastingplichtige of een gelieerd lichaam of gelieerde natuurlijk persoon op die of een andere plaats in die staat werkzaamheden uitoefent, en:

    • a.

      die plaats een vaste inrichting vormt voor die belastingplichtige of dat gelieerde lichaam of die gelieerde natuurlijk persoon; of

    • b.

      het totaal van de werkzaamheden, bedoeld in de aanhef, niet van voorbereidende aard is of het karakter van hulpwerkzaamheid heeft;

    mits de werkzaamheden, bedoeld in de aanhef, aanvullende taken zijn die deel uitmaken van een samenhangende bedrijfsvoering.

  • 7

    Indien:

    • a.

      een belastingplichtige in een andere staat werkzaamheden uitoefent op een plaats van uitvoering van een bouwwerk of op een plaats van constructie- of installatiewerkzaamheden en die werkzaamheden worden uitgeoefend gedurende een of meer tijdvakken die in totaal langer duren dan 30 dagen, maar twaalf maanden niet overschrijden; en

    • b.

      op die plaats van uitvoering van een bouwwerk of op die plaats van constructie- of installatiewerkzaamheden gedurende meerdere tijdvakken, waarvan ieder tijdvak langer duurt dan 30 dagen, met dat bouwwerk of die constructie- of installatiewerkzaamheden verband houdende werkzaamheden worden uitgeoefend door een of meer gelieerde lichamen of natuurlijk personen;

    worden bij de vaststelling van de periode van twaalf maanden, bedoeld in het vierde lid, onderdeel b, die tijdvakken gevoegd bij de totale periode waarin die belastingplichtige werkzaamheden heeft uitgeoefend op die plaats van uitvoering van een bouwwerk of op die plaats van constructie- of installatiewerkzaamheden.

  • 8

    Indien een lichaam of een natuurlijk persoon, niet zijnde een onafhankelijke vertegenwoordiger als bedoeld in het negende lid, voor een belastingplichtige optreedt in een andere staat en daarbij gewoonlijk overeenkomsten afsluit of gewoonlijk de voornaamste rol speelt bij het afsluiten van overeenkomsten die stelselmatig zonder materiële wijziging door die belastingplichtige worden afgesloten:

    • a.

      en die overeenkomsten worden afgesloten:

      • 1°.

        in naam van die belastingplichtige;

      • 2°.

        voor de eigendomsoverdracht of voor het verlenen van het gebruiksrecht van goederen die aan die belastingplichtige toebehoren of ter zake waarvan die belastingplichtige het gebruiksrecht heeft; of

      • 3°.

        voor het verstrekken van diensten door die belastingplichtige; en

    • b.

      de werkzaamheden van het lichaam of de natuurlijk persoon niet beperkt blijven tot werkzaamheden als bedoeld in het vijfde en zesde lid die, indien zij zouden worden uitgeoefend met behulp van een vaste bedrijfsinrichting, die vaste bedrijfsinrichting op grond van de bepalingen van die leden niet tot een vaste inrichting zouden maken;

    heeft die belastingplichtige voor de toepassing van het vierde lid, onderdeel b, in die staat een vaste inrichting ter zake van alle werkzaamheden die dat lichaam, onderscheidenlijk die natuurlijk persoon, voor die belastingplichtige verricht.

  • 9

    Voor de toepassing van het vierde lid, onderdeel b, heeft een belastingplichtige geen vaste inrichting indien voor hem een lichaam of een natuurlijk persoon in een andere staat optreedt en dat lichaam, onderscheidenlijk die natuurlijk persoon, in die staat een bedrijf uitoefent als een onafhankelijke vertegenwoordiger en voor die belastingplichtige handelt in de normale uitoefening van dat bedrijf. Indien dat lichaam, onderscheidenlijk die natuurlijk persoon, evenwel uitsluitend of nagenoeg uitsluitend optreedt voor de belastingplichtige of een of meer gelieerde lichamen of natuurlijk personen, wordt dat lichaam, onderscheidenlijk die natuurlijk persoon, niet aangemerkt als een onafhankelijke vertegenwoordiger.

  • 10

    Voor de toepassing van dit artikel wordt als gelieerd lichaam of gelieerde natuurlijk persoon aangemerkt:

    • a.

      een lichaam waarin de belastingplichtige een belang heeft;

    • b.

      een lichaam dat of een natuurlijk persoon die een belang heeft in de belastingplichtige.

  • 11

    Indien een natuurlijk persoon of een lichaam een belang heeft in de belastingplichtige en in een of meer andere lichamen, wordt voor de toepassing van dit artikel ieder van die lichamen aangemerkt als een gelieerd lichaam.

  • 12

    Onder een belang als bedoeld in het tiende en elfde lid wordt verstaan een belang dat:

    • a.

      meer dan 50% bedraagt van de aandelen in het nominaal gestorte kapitaal van het lichaam en meer dan 50% vertegenwoordigt van de statutaire stemrechten in het lichaam; of

    • b.

      recht geeft op meer dan 50% van de winst van het lichaam.


Artikel 13c

  • 1

    De Financiële inlichtingen eenheid werkt bij de toepassing van geavanceerde technologieën samen met de financiële inlichtingen eenheden van andere lidstaten. Deze technologieën stellen de Financiële inlichtingen eenheid in staat om, onder de voorwaarden gesteld in de artikelen 13a en 13b, anoniem verbanden te leggen tussen de eigen gegevens en de gegevens van andere financiële inlichtingen eenheden, zodat personen die in verband worden gebracht met witwassen en het financieren van terrorisme kunnen worden opgespoord en hun opbrengsten en geldmiddelen kunnen worden geïdentificeerd.

  • 2

    De Financiële inlichtingen eenheid maakt voor de contacten met de financiële inlichtingen eenheden van de andere lidstaten gebruik van beschermde kanalen.


Artikel 4

Onder het drijven van een onderneming als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen e en g, en tweede lid, en in artikel 3, tweede en derde lid, wordt mede verstaan:

  • a.

    een uiterlijk daarmee overeenkomende werkzaamheid waardoor in concurrentie wordt getreden met ondernemingen, gedreven door natuurlijke personen, dan wel door lichamen, vermeld in artikel 2, eerste lid, onderdelen a, b, c en d;

  • b.

    een werkzaamheid die bestaat uit de verzorging van werknemers of gewezen werknemers, van hun echtgenoten of gewezen echtgenoten, dan wel hun partners of gewezen partners en van hun kinderen of pleegkinderen door middel van uitkeringen op grond van een regeling voor vervroegde uittreding (VUT-uitkeringen) of pensioen, uit het verzekeren van dergelijke uitkeringen, dan wel uit het verzekeren van lijfrenten of kapitaalsuitkeringen uit levensverzekering;

  • c.

    het zijn van medegerechtigde tot het vermogen van een onderneming, voor zover dit niet opkomt uit effectenbezit, waarbij de medegerechtigdheid zich niet behoeft uit te strekken tot een eventueel liquidatiesaldo.


Artikel 14

  • 1

    Bij de Financiële inlichtingen eenheid kunnen persoonsgegevens worden verwerkt ten behoeve van de taak, bedoeld in artikel 13.

  • 2

    Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld over de categorieën van personen waarover de Financiële inlichtingen eenheid gegevens verwerkt, de gegevensverstrekking en verbanden met andere verzamelingen van persoonsgegevens, de bewaring en vernietiging van gegevens en de protocolplicht.

  • 3

    Op de verwerking van persoonsgegevens door de Financiële inlichtingen eenheid zijn de artikelen 1, 2, 3, eerste en tweede lid, 4, 4a, 4b, 4c, 5, 6, 6a, 6b, 6c, 7, 7a, 15, 15a, 16, eerste lid, onderdelen a en b, 17, 17b, 18, 22 en 23, 24a tot en met 33b, alsmede de artikelen 35 tot en met 36 van de Wet politiegegevens van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor de Financiële inlichtingen eenheid als verwerkingsverantwoordelijke in de zin van artikel 1, onderdeel f, van die wet wordt aangemerkt Onze Minister van Justitie en Veiligheid.


Artikel 5

  • 1

    Wij behouden Ons voor bij algemene maatregel van bestuur onder daarbij te stellen voorwaarden van de belasting vrij te stellen:

    • a.

      lichamen welker bezittingen uitsluitend of hoofdzakelijk bestaan uit op de voet van de Natuurschoonwet 1928 (Stb. 1989, 252) aangewezen landgoederen, welker werkzaamheden ten minste hoofdzakelijk bestaan uit de instandhouding van die landgoederen en welker overige werkzaamheden niet kunnen worden aangemerkt als het drijven van een onderneming;

    • b.

      lichamen welke zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend ten doel stellen de verzorging van werknemers en gewezen werknemers bij invaliditeit en ouderdom en de verzorging van hun echtgenoten en gewezen echtgenoten, dan wel partners en gewezen partners en van hun kinderen en pleegkinderen die de leeftijd van 30 jaar nog niet hebben bereikt, een en ander door middel van pensioen krachtens een pensioenregeling of van uitkeringen krachtens een regeling voor vervroegde uittreding, behoudens voorzover zij voordelen behalen uit bij algemene maatregel van bestuur aangewezen werkzaamheden die niet rechtstreeks verband houden met het uitvoeren van bedoelde regelingen.

    • c.

      lichamen welke uitsluitend of nagenoeg uitsluitend werkzaamheden verrichten welke bestaan uit:

      • 1°.

        het genezen, verplegen of verzorgen van zieken, kraamvrouwen, mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking, wezen of ouderen die niet meer zelfstandig kunnen wonen;

      • 2°.

        het bieden van een passende werkzaamheid aan mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking; dan wel

      • 3°.

        het verstrekken van kleine kredieten aan personen, behorende tot de economisch zwakke groepen van de bevolking;

    • d.

      lichamen welke werkzaam zijn op het gebied van de landbouw, van de verzekering tegen schade op onderlinge grondslag of van de verzorging van uitvaarten, mits bij deze lichamen het streven naar winst, hetzij geheel ontbreekt, hetzij van bijkomstige betekenis is;

    • e.

      ziekenhuisverplegingsfondsen en ziektekostenverzekeringsmaatschappijen, voor zover zij geen winst beogen of maken anders dan voor instellingen ten bate van de volksgezondheid;

    • f.

      instellingen welke krachtens de wet zijn toegelaten of erkend als draagster van risico met betrekking tot publiekrechtelijk geregelde verzekeringen, uitsluitend of nagenoeg uitsluitend risico’s verzekeren krachtens de sociale-verzekeringswetten met uitzondering van de Zorgverzekeringswet en geen andere onderneming drijven dan een verzekeringsonderneming;

    • g.

      lichamen welker werkzaamheid uitsluitend of nagenoeg uitsluitend bestaat uit het in stand houden van openbare leeszalen en bibliotheken.

  • 2

    Het eerste lid, onderdeel b, is niet van toepassing op:

    • a.

      naamloze vennootschappen, besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid en andere vennootschappen welker kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld waarin een werknemer of gewezen werknemer, zijn echtgenoot of partner, een van hun bloed- of aanverwanten in de rechte lijn of in de tweede graad van de zijlijn, dan wel een van hun pleegkinderen al dan niet tezamen voor ten minste tien percent van het nominaal gestorte kapitaal, onmiddellijk of middellijk, aandeelhouder is;

    • b.

      andere dan de onder a bedoelde lichamen waarvan de werkzaamheid hoofdzakelijk bestaat in de uitvoering van pensioenregelingen of van regelingen voor vervroegde uittreding van werknemers of gewezen werknemers van naamloze vennootschappen, besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid of andere vennootschappen welker kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld waarin deze werknemers of gewezen werknemers, hun echtgenoten of partners, hun bloed- of aanverwanten in de rechte lijn of in de tweede graad van de zijlijn, dan wel hun pleegkinderen al dan niet tezamen voor ten minste tien percent van het nominaal gestorte kapitaal, onmiddellijk of middellijk, aandeelhouder zijn of op enig moment zijn geweest.

  • 3

    Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel b, wordt onder een pensioenregeling of een regeling voor vervroegde uittreding verstaan:

  • 4

    De voordracht voor een krachtens het eerste lid vast te stellen algemene maatregel van bestuur wordt niet eerder gedaan dan vier weken nadat het ontwerp aan beide kamers der Staten-Generaal is voorgelegd.

  • 5

    Voor de toepassing van het eerste lid, aanhef en onderdeel b, worden met werknemers gelijkgesteld: deelnemers aan een pensioenregeling als bedoeld in artikel 1.7, tweede lid, onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting 2001.


Artikel 14a

  • 1

    In het kader van haar taak op grond van artikel 13, onderdeel g, kan de Financiële inlichtingen eenheid op verzoek informatie verstrekken aan de in dat onderdeel bedoelde personen, indien het verzoek betrekking heeft op aangelegenheden die verband houden met witwassen, daarmee verband houdende basisdelicten, of financieren van terrorisme.

  • 2

    De Financiële inlichtingen eenheid kan een verzoek om informatie als bedoeld in het eerste lid weigeren indien zwaarwegende belangen zich tegen het verstrekken van informatie verzetten.

  • 3

    De toezichthoudende autoriteit en de personen, bedoeld in artikel 13, onderdeel g, informeren de Financiële inlichtingen eenheid over de wijze waarop gebruik is gemaakt van de overeenkomstig dit artikel verstrekte informatie en over het resultaat van de op grond van deze informatie uitgevoerde onderzoeken of inspecties.


Artikel 6

  • 1

    Lichamen als bedoeld in artikel 2, eerste lid, onderdeel e, en artikel 3, tweede lid, zijn met betrekking tot een jaar van de belasting vrijgesteld, indien de winst van het jaar – opgevat overeenkomstig hoofdstuk II van deze wet met uitzondering van artikel 9a en artikel 12 – niet meer bedraagt dan € 15 000, dan wel van het jaar en de daaraan voorafgaande vier jaren tezamen niet meer bedraagt dan € 75 000. Indien in een jaar verlies geleden wordt, wordt de winst voor dat jaar gesteld op nihil.

  • 2

    Het eerste lid is niet van toepassing ten aanzien van lichamen die een werkzaamheid verrichten als bedoeld in artikel 4, onderdeel b.

  • 3

    Op een uiterlijk gelijktijdig met de aangifte gedaan verzoek van een lichaam bepaalt de inspecteur bij voor bezwaar vatbare beschikking dat dit lichaam, in afwijking van het eerste lid, niet van de belasting is vrijgesteld.

  • 4

    Bij inwilliging van het verzoek, bedoeld in het derde lid, geldt dit tot wederopzegging door het lichaam, waarbij wederopzegging alleen mogelijk is met ingang van het vijfde jaar of een veelvoud daarvan na het einde van het jaar waarvoor het verzoek voor het eerst is ingewilligd.


Artikel 6a

  • 1

    Van de belasting wordt op verzoek vrijgesteld een beleggingsinstelling, welker doel en feitelijke werkzaamheid bestaat uit de belegging van gelden of andere goederen en die uitsluitend belegt in financiële instrumenten, met toepassing van het beginsel van risicospreiding, waarbij de aandelen of bewijzen van deelgerechtigdheid (rechten van deelneming) op verzoek van de deelnemers ten laste van de activa van de instelling direct of indirect worden ingekocht of terugbetaald (vrijgestelde beleggingsinstelling).

  • 2

    Het eerste lid vindt slechts toepassing indien de beleggingsinstelling een naamloze vennootschap of een fonds voor gemene rekening is, of een lichaam dat is opgericht of aangegaan naar het op de BES eilanden geldende recht dan wel het recht van Aruba, Curaçao, Sint Maarten, een lidstaat van de Europese Unie of een staat in de relatie waarmee een met Nederland gesloten verdrag ter voorkoming van dubbele belasting van toepassing is waarin een bepaling is opgenomen die discriminatie naar nationaliteit verbiedt voor lichamen die overigens in dezelfde situatie verkeren als naar Nederlands recht opgerichte of aangegane lichamen, die naar aard en inrichting vergelijkbaar is met het hiervoor genoemde naar Nederlands recht opgerichte of aangegane lichaam.

  • 3

    Voor de toepassing van dit artikel wordt onder een beleggingsinstelling verstaan een lichaam waarin ter collectieve belegging gevraagde of verkregen gelden of andere goederen zijn of worden opgenomen teneinde de deelnemers in de opbrengst van de beleggingen te doen delen.

  • 4

    Voor de toepassing van dit artikel worden onder financiële instrumenten verstaan:

  • 5

    Een lichaam wordt uitsluitend met ingang van een jaar als vrijgestelde beleggingsinstelling aangemerkt.

  • 6

    Het verzoek, bedoeld in het eerste lid, wordt uiterlijk ingediend in het jaar met ingang waarvan het lichaam als vrijgestelde beleggingsinstelling wil worden aangemerkt. De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking.

  • 7

    Indien een lichaam in de loop van een jaar niet langer voldoet aan de voorwaarden voor vrijstelling van de belasting, wordt het lichaam met ingang van dat jaar bij een voor bezwaar vatbare beschikking van de inspecteur niet meer als vrijgestelde beleggingsinstelling aangemerkt.

  • 8

    Op verzoek van de vrijgestelde beleggingsinstelling wordt zij niet meer als zodanig aangemerkt. Het verzoek, bedoeld in de eerste volzin, moet zijn ingediend voorafgaande aan het jaar met ingang waarvan het lichaam niet meer als vrijgestelde beleggingsinstelling wil worden aangemerkt. De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking.


Artikel 6b


Artikel 6c [Vervallen per 01-01-2017]

[Vervallen]


Slotformulier en ondertekening

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren, wie zulks aangaat aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te 's-Gravenhage 30 mei 1990 Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën, M. J. J. van Amelsvoort

De Staatssecretaris van Justitie, A. Kosto

Uitgegeven de eenendertigste mei 1990 De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin



Titel IV De stage, de registratie van de werktijd en de beroepsopleiding van de kandidaat-notaris

Titel IV De stage, de registratie van de werktijd en de beroepsopleiding van de kandidaat-notaris




Titel 2 Eigendom van roerende zaken

Titel 2 Eigendom van roerende zaken


Titel 4 Naamloze vennootschappen

Titel 4 Naamloze vennootschappen


Eerste afdeling Van de faillietverklaring

Eerste afdeling Van de faillietverklaring


§ 2.2 Vereenvoudigd cliëntenonderzoek

§ 2.2 Vereenvoudigd cliëntenonderzoek


Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen (hoofdstuk 1 van de wet)

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen (hoofdstuk 1 van de wet)


Afdeling 1 Begripsbepalingen

Afdeling 1 Begripsbepalingen


Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering


Artikel 31

  • 1

    Een kandidaat-notaris moet, alvorens tot notaris te kunnen worden benoemd, gedurende een stage van ten minste zes jaren werkzaam zijn geweest op één of meer notariskantoren in Nederland. In geval van werkzaamheid in deeltijd van minder dan een gemiddelde van 28 uur per week wordt de vereiste duur van de stage naar evenredigheid verlengd, met dien verstande dat bij een gemiddelde van ten minste 21 uur per week de verlengde duur maximaal acht jaren bedraagt. De stage vangt aan op de dag van de kennisgeving, bedoeld in artikel 32, eerste lid.

  • 2

    Bij verordening wordt bepaald aan welke verplichtingen de notaris en de kandidaat-notaris gedurende de stage moeten voldoen.

  • 3

    Op verzoek van een kandidaat-notaris kan de KNB besluiten tot verkorting van de in het eerste lid bedoelde termijn indien bepaalde werkzaamheden van de verzoeker, anders dan bedoeld in het eerste lid, relevant zijn voor de voorbereiding op het notarisambt.

  • 4

    Bij verordening worden nadere regels gesteld betreffende de behandeling van het verzoek, bedoeld in het derde lid, en de waardering van de werkzaamheden.


Besluit van 17 december 2002, houdende vaststelling van het Besluit fiscale eenheid 2003


Wet van 9 juli 2014, houdende regels inzake de gemeentelijke ondersteuning op het gebied van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen en opvang (Wet maatschappelijke ondersteuning 2015)


Artikel 4

Hij die een aan niemand toebehorende roerende zaak in bezit neemt, verkrijgt daarvan de eigendom.


Artikel 1

  • 1

    De schuldenaar, die in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, wordt, hetzij op eigen aangifte, hetzij op verzoek van een of meer zijner schuldeisers, bij rechterlijk vonnis in staat van faillissement verklaard.

  • 2

    De faillietverklaring kan ook worden uitgesproken, om redenen van openbaar belang, op verzoek van het Openbaar Ministerie.


Artikel 6

  • 1

    In afwijking van artikel 3, tweede tot en met vierde lid, kan een instelling een vereenvoudigd cliëntenonderzoek verrichten indien een zakelijke relatie of transactie naar haar aard een laag risico op witwassen of financieren van terrorisme met zich brengt. De instelling houdt daarbij ten minste rekening met de in bijlage II bij de vierde anti-witwasrichtlijn genoemde risicofactoren.

  • 2

    Een instelling verzamelt aantoonbaar voldoende gegevens om te kunnen vaststellen of met betrekking tot een cliënt een vereenvoudigd cliëntenonderzoek, als bedoeld in het eerste lid, kan worden verricht.

  • 3

    Een instelling neemt redelijke maatregelen om ervoor te zorgen dat de gegevens die ingevolge het tweede lid zijn verzameld en de daarop gebaseerde vaststelling actueel gehouden worden.

  • 4

    Een instelling zorgt voor een toereikende controle van de transacties of de zakelijke relatie om te verzekeren dat kan worden voldaan aan het bepaalde in artikel 16.


Artikel 1 Reikwijdte en definitie

Artikel 1 Reikwijdte en definitie


Artikel 1

Goederen zijn alle zaken en alle vermogensrechten.


Artikel 32

  • 1

    De kandidaat-notaris die:

    • a.

      werkzaamheden op een notariskantoor heeft aanvaard; of

    • b.

      werkzaamheden in een andere vestiging van een notariskantoor heeft aanvaard; of

    • c.

      meer of minder uren per week op een notariskantoor werkzaam is, geeft hiervan binnen een week nadat hij met de uitoefening van die werkzaamheden is begonnen of nadat zijn arbeidsduur is gewijzigd, kennis aan de KNB.

    Deze kennisgeving wordt door de desbetreffende notaris voor «gezien» getekend. Indien de kandidaat-notaris werkzaam is voor of deel uitmaakt van een maatschap van notarissen of van notarissen en kandidaat-notarissen kan zulks geschieden door één van die notarissen. Indien het de eerste maal is dat hij als kandidaat-notaris werkzaam is, legt hij daarbij tevens het getuigschrift van het door hem afgelegd examen dan wel een erkenning van beroepskwalificaties over als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties.

  • 2

    De kennisgeving houdt in:

    • a.

      datum en plaats van geboorte van de kandidaat-notaris;

    • b.

      de voornamen, de naam en de plaats van vestiging van de notaris te wiens kantore de kandidaat-notaris het laatst werkzaam is geweest en gedurende welk tijdvak, of de verklaring dat hij als kandidaat-notaris nog niet eerder op een notariskantoor werkzaam was;

    • c.

      in geval van werkzaamheid in deeltijd, het aantal uren per week dat de kandidaat-notaris op het notariskantoor werkzaam is.

  • 3

    De KNB zendt de kandidaat-notaris een bewijs van ontvangst van de kennisgeving. Zij zendt tevens het door haar voor «gezien» getekende getuigschrift, indien dit aan haar is overgelegd, aan de kandidaat-notaris terug.

  • 4

    Binnen een week nadat de kandidaat-notaris zijn werkzaamheden op het notariskantoor heeft beëindigd, geeft de notaris hiervan schriftelijk kennis aan de KNB.

  • 5

    Op verzoek geeft de KNB aan de kandidaat-notaris een verklaring af ter bevestiging dat hij de in artikel 31 bedoelde stage heeft doorlopen.


Besluit van 17 december 2002, houdende vaststelling van het Besluit fiscale eenheid 2003

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 7 oktober 2002, WDB2002/563M;

Gelet op artikel 15, vierde en tiende lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969;

De Raad van State gehoord (advies van 30 oktober 2002, No. W06.02 0446/IV);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 13 december 2002, WDB2002/827;

Hebben goedgevonden en verstaan:


Wet van 9 juli 2014, houdende regels inzake de gemeentelijke ondersteuning op het gebied van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen en opvang (Wet maatschappelijke ondersteuning 2015)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat burgers een eigen verantwoordelijkheid dragen voor de wijze waarop zij hun leven inrichten en deelnemen aan het maatschappelijk leven, en dat van burgers mag worden verwacht dat zij elkaar naar vermogen daarin bijstaan; dat het tevens wenselijk is nieuwe regels te stellen om de rechten en plichten van de burger meer met elkaar in evenwicht te brengen; dat burgers die zelf dan wel samen met personen in hun naaste omgeving onvoldoende zelfredzaam zijn of onvoldoende in staat zijn tot participatie, een beroep moeten kunnen doen op door de overheid georganiseerde ondersteuning; dat de ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie van personen met een beperking, chronische psychische of psychosociale problemen, erop gericht moet zijn dat burgers zo lang mogelijk in de eigen leefomgeving kunnen blijven; dat het in de rede ligt de overheidsverantwoordelijkheid voor het ondersteunen van de zelfredzaamheid en de participatie zo dicht mogelijk bij de burger te beleggen; dat het daarom wenselijk is nieuwe regels te stellen inzake de gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de ondersteuning van personen met een beperking en personen met psychische of psychosociale problemen; dat het voorts wenselijk is dat daarbij zorg wordt gedragen voor een goede toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor mensen met een beperking;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:


Artikel 5

  • 1

    Hij die een onbeheerde zaak vindt en onder zich neemt, is verplicht:

    • a.

      met bekwame spoed overeenkomstig lid 2, eerste zin, van de vondst aangifte te doen, tenzij hij terstond na de vondst daarvan mededeling heeft gedaan aan degene die hij als eigenaar of als tot ontvangst bevoegd mocht beschouwen;

    • b.

      met bekwame spoed tevens overeenkomstig lid 2, tweede zin, mededeling van de vondst te doen, indien deze is gedaan in een woning, een gebouw of een vervoermiddel, tenzij hij krachtens het bepaalde onder a, slot ook niet tot aangifte verplicht was;

    • c.

      de zaak in bewaring te geven aan de gemeente die dit vordert.

  • 2

    De in lid 1 onder a bedoelde aangifte kan in iedere gemeente worden gedaan bij de daartoe aangewezen ambtenaar. De in lid 1 onder b bedoelde mededeling geschiedt bij degene die de woning bewoont of het gebouw of vervoermiddel in gebruik of exploitatie heeft, dan wel bij degene die daar voor hem toezicht houdt.

  • 3

    De vinder is te allen tijde bevoegd de zaak aan enige gemeente in bewaring te geven. Zolang hij dit niet doet, is hij verplicht zelf voor bewaring en onderhoud zorg te dragen.

  • 4

    De vinder kan van de in lid 2, eerste zin, bedoelde ambtenaar een bewijs van aangifte of van inbewaringgeving verlangen.


Artikel 2

  • 1

    De faillietverklaring geschiedt door de rechtbank van de woonplaats des schuldenaars.

  • 2

    Indien de schuldenaar zich buiten het Rijk in Europa heeft begeven, is de rechtbank zijner laatste woonplaats bevoegd.

  • 3

    Ten aanzien van vennoten onder ene firma is de rechtbank, binnen welker gebied het kantoor der vennootschap is gevestigd, mede bevoegd.

  • 4

    Indien de schuldenaar binnen het Rijk in Europa geen woonplaats heeft, doch aldaar een beroep of bedrijf uitoefent, is de rechtbank, binnen welker gebied hij een kantoor heeft, bevoegd.

  • 5

    Wordt in het geval van het derde of vierde lid door meer dan één daartoe bevoegde rechtbank op verschillende dagen de faillietverklaring uitgesproken, dan heeft alleen de eerst gedane uitspraak rechtsgevolgen. Heeft de uitspraak van verschillende rechtbanken op dezelfde dag plaats, dan heeft alleen de uitspraak van de rechtbank, die in de wet van 10 augustus 1951, Stb. 347 het eerst genoemd wordt, rechtsgevolgen.


Artikel 7

  • 1

    De artikelen 3, tweede lid, onderdelen a tot en met c, e en f, en 4 zijn niet van toepassing voor zover een instelling een zakelijke relatie aangaat of een transactie verricht met betrekking tot elektronisch geld en:

    • a.

      het elektronisch geld waarop de geldwaarde is opgeslagen niet kan worden heropgeladen of een betalingstransactielimiet heeft van € 150 per maand en uitsluitend in Nederland kan worden gebruikt;

    • b.

      de opgeslagen geldwaarde van het elektronisch geld niet meer dan € 150 bedraagt;

    • c.

      het elektronisch geld uitsluitend wordt gebruikt voor de aankoop van goederen of diensten;

    • d.

      de opgeslagen geldwaarde van het elektronisch geld niet kan worden aangevuld met anoniem elektronisch geld; en

    • e.

      de uitgever van het elektronisch geld zorgt voor een toereikende controle van de transacties of de zakelijke relatie om te verzekeren dat kan worden voldaan aan het bepaalde in artikel 16.

  • 2

    Een instelling verzamelt voldoende gegevens om te kunnen vaststellen of het eerste lid van toepassing is.

  • 3

    Het eerste lid is niet van toepassing indien sprake is van terugbetaling in contanten of opname in contanten van de monetaire waarde van het elektronisch geld en het terug te betalen bedrag hoger is dan € 50, of indien sprake is van een betalingstransactie op afstand als bedoeld in artikel 4, onderdeel 6, van de richtlijn betaaldiensten en het betaalde bedrag hoger is dan € 50 per transactie.

  • 4

    Banken en andere financiële ondernemingen accepteren enkel betalingen verricht met anonieme prepaidkaarten die zijn uitgegeven in derde landen, indien deze kaarten voldoen aan eisen gelijkwaardig aan die van het eerste of derde lid.


Artikel 2 In belangrijke mate onderhouden van kinderen

Artikel 2 In belangrijke mate onderhouden van kinderen

Een kind wordt in belangrijke mate op kosten van de ouder onderhouden indien de op de ouder drukkende bijdrage in de kosten van het onderhoud van het kind ten minste € 519 per kwartaal beloopt. De ouder wordt geacht een kind in belangrijke mate op zijn kosten te onderhouden indien hij voor het kind recht heeft op kinderbijslag ingevolge de Algemene Kinderbijslagwet of op een tegemoetkoming volgens een naar aard en strekking met de Algemene Kinderbijslagwet overeenkomende buitenlandse regeling.


Artikel 2

Zaken zijn de voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten.


Artikel 33

  • 1

    De KNB draagt zorg voor een opleiding voor kandidaat-notarissen gedurende de stage, aan het eind waarvan een examen wordt afgenomen. De opleiding duurt ten hoogste drie jaren en neemt ten minste twee maal per jaar een aanvang.

  • 2

    Over de volgende onderwerpen betreffende de opleiding worden bij verordening nadere regels vastgesteld:

    • a.

      de aanvangsdata van de opleiding en de onderwerpen waarop zij betrekking heeft;

    • b.

      de inhoud van het examen, de wijze waarop het examen wordt afgenomen en de personen die bevoegd zijn het examen af te nemen;

    • c.

      de voorwaarden voor de toelating tot het afleggen van het examen;

    • d.

      de voorwaarden voor het verkrijgen van vrijstelling voor bepaalde onderdelen van het examen;

    • e.

      de hoogte van de cursus- en examengelden en te wiens laste deze komen.


Artikel 6

  • 1

    De vinder die aan de hem in artikel 5 lid 1 gestelde eisen heeft voldaan, verkrijgt de eigendom van de zaak één jaar na de in artikel 5 lid 1 onder a bedoelde aangifte of mededeling, mits de zaak zich op dat tijdstip nog bevindt in de macht van de vinder of van de gemeente.

  • 2

    Is de zaak anders dan op haar vordering aan de gemeente in bewaring gegeven en valt zij onder de niet-kostbare zaken, aangewezen bij of krachtens een algemene maatregel van bestuur als bedoeld in artikel 12 onder b, dan is lid 1 niet van toepassing en is de burgemeester drie maanden na de inbewaringgeving bevoegd de zaak voor rekening van de gemeente te verkopen of haar om niet aan een derde over te dragen of te vernietigen.

  • 3

    Is de zaak in bewaring gegeven aan de gemeente en is noch lid 1, noch lid 2 van toepassing, dan is de burgemeester één jaar na de inbewaringgeving bevoegd de zaak voor rekening van de gemeente te verkopen of haar om niet aan een derde over te dragen of te vernietigen.

  • 4

    De vorige leden gelden niet, wanneer de eigenaar of een ander die tot ontvangst van de zaak bevoegd is, zich daartoe heeft aangemeld bij degene die de zaak in bewaring heeft vóórdat de toepasselijke termijn is verstreken of, in de gevallen van de leden 2 en 3, op een tijdstip na het verstrijken van de termijn, waarop de gemeente de zaak redelijkerwijs nog te zijner beschikking kan stellen.


Artikel 3

  • 1

    Indien een verzoek tot faillietverklaring een natuurlijke persoon betreft en hij geen verzoek heeft ingediend tot het uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling bedoeld in titel III, geeft de griffier de schuldenaar terstond bij brief kennis dat hij binnen veertien dagen na de dag van de verzending van die brief alsnog een verzoek als bedoeld in artikel 284 kan indienen.

  • 2

    De behandeling van het verzoek tot faillietverklaring wordt geschorst totdat de in het eerste lid bedoelde termijn is verstreken.


Artikel 2a Ingegane lijfrenten waarvan de termijnen niet in geldeenheden, maar in units zijn vastgesteld

Artikel 2a Ingegane lijfrenten waarvan de termijnen niet in geldeenheden, maar in units zijn vastgesteld

  • 1

    Een aanspraak op periodieke uitkeringen waarvan de uitkeringen zijn ingegaan en waarvan de hoogte van de uitkeringen niet voor de gehele uitkeringsperiode in geldeenheden is vastgesteld, wordt op grond van artikel 1.7, derde lid, van de wet gelijkgesteld met een aanspraak op vaste en gelijkmatige periodieke uitkeringen indien wordt voldaan aan de hierna opgenomen regels.

  • 2

    Met betrekking tot de uitkeringen en de administratieve vormgeving daarvan gelden de volgende regels:

    • a.

      de termijnen van een oudedagslijfrente of een tijdelijke oudedagslijfrente als bedoeld in artikel 3.125, eerste lid, onderdeel a, respectievelijk onderdeel c, van de wet worden op de ingangsdatum uitgedrukt in een vast aantal beleggingseenheden (units) per jaar;

    • b.

      indien bij een of meer van de onder a genoemde lijfrenten een nabestaandenlijfrente als bedoeld in artikel 3.125, onderdeel b, van de wet is meeverzekerd, dient deze op de ingangsdatum van de lijfrente waarbij deze is meeverzekerd te worden uitgedrukt in een vast aantal beleggingseenheden per jaar; in plaats daarvan kan op die ingangsdatum voor de nabestaandenlijfrente een kapitaal worden bepaald dat dient als rekengrootheid voor de vaststelling van de hoogte van de termijnen van de nabestaandenlijfrente in beleggingseenheden of euro’s; indien de nabestaandenlijfrente niet een lijfrente in beleggingseenheden of een gerichte lijfrente is, maar is verzekerd als een recht op uitkeringen in euro’s, wordt de nabestaandenlijfrente geadministreerd als een zelfstandig recht ten opzichte van de in onderdeel a genoemde lijfrenten;

    • c.

      de hoogte van de uiteindelijk in euro’s uit te keren termijnen van lijfrente dient uitsluitend te worden beïnvloed door het verschil tussen het feitelijk behaalde beleggingsrendement en de rekenrente die ten tijde van het ingaan van de lijfrente als rekenrendement is gehanteerd. Daartoe wordt de contante waarde van de termijnen in beleggingseenheden actuarieel bijgehouden overeenkomstig de wijze waarop dat geschiedt voor termijnen van lijfrenten in euro’s.

  • 3

    Met betrekking tot de tariefgrondslagen voor het berekenen van de uitkeringen gelden de volgende regels:

    • a.

      de verzekeraar van de lijfrente gaat op de ingangsdatum van de lijfrente uit van sterftegrondslagen die passen bij de sterfterisico’s van de verzekerde rechten;

    • b.

      de verzekeraar van de lijfrente gaat ter berekening van het op jaarbasis uit te keren vaste aantal beleggingseenheden uit van ten hoogste het netto rekenrendement dat hij op de ingangsdatum hanteert voor soortgelijke lijfrenten in euro’s of van het op de ingangsdatum van de lijfrente geldende u-rendement zoals dat periodiek wordt gepubliceerd door het Centrum voor Verzekeringstatistiek van het Verbond van Verzekeraars; gedurende de looptijd vindt geen herberekening plaats van het aantal jaarlijks uit te keren beleggingseenheden;

    • c.

      in de hoogte van de termijnen van lijfrente in beleggingseenheden wordt geen inflatie-element verdisconteerd.

  • 4

    Jaarlijks verwerkt de verzekeraar, overeenkomstig de bij lijfrenteverzekeringen met uitkeringen in euro’s te hanteren handelwijze, de actuariële gevolgen van de op de ingangsdatum veronderstelde tariefgrondslagen in de administratie van de contante waarde van de uitkeringen in beleggingseenheden en in de administratie van de beleggingswaarde zelf.

  • 5

    Met betrekking tot de peildatum en de periode van vaststellen van de uitkeringen in euro’s gelden de volgende regels:

    • a.

      bij de berekening van de per vervallen termijn verschuldigde uitkering in euro’s kan worden uitgegaan van de waarde van de beleggingseenheid op een vaste peildatum in de kalendermaand van betaling of in de daaraan voorafgaande kalendermaand;

    • b.

      gedurende een periode van ten hoogste 12 maanden (herrekenperiode) kunnen de in de herrekenperiode uit te keren termijnen bij aanvang daarvan in euro’s worden vastgesteld; de hoogte van de uitkeringen in euro’s dient daarbij te worden bepaald op basis van de werkelijke waarde van de beleggingseenheid per een vaste peildatum gelegen in de kalendermaand waarin de herrekenperiode ingaat of in een van de twee daaraan voorafgaande kalendermaanden; slechts eenmalig kan worden gekozen voor een datum van ingang van de herrekenperiode.

  • 6

    Met betrekking tot meeverzekerde nabestaandenlijfrenten en tot de wijze van rekening houden met het overlijden van verzekerden gelden de volgende regels:

    • a.

      in de in het tweede lid, onderdeel b, genoemde gevallen waarin een of meer nabestaandenlijfrenten zijn meeverzekerd, dient bij de vaststelling van de hoogte van de termijnen van de lijfrenten als bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, voor iedere meeverzekerde nabestaandenlijfrente op actuarieel verantwoorde wijze rekening te worden gehouden met het feit dat die nabestaandenlijfrente is meeverzekerd;

    • b.

      indien een meeverzekerde nabestaandenlijfrente op de ingangsdatum van een van de in het tweede lid, onderdeel a, genoemde lijfrenten is uitgedrukt in een jaarlijks vast aantal beleggingseenheden, wordt bij overlijden van een verzekerde zowel de contante waarde van de beleggingseenheden als de totale beleggingswaarde herrekend. Het overlijden dient daarbij geen invloed te hebben op de waarde per beleggingseenheid. Een vrijval van de beleggingswaarde bij overlijden komt, overeenkomstig de bij uitkeringen in euro’s te hanteren handelwijze, ten goede aan de verzekeraar in verband met het door deze gelopen langlevenrisico.


Artikel 34

  • 1

    Er is een commissie van toezicht die tot taak heeft toezicht te houden op de opleiding voor de kandidaat-notarissen en op het examen. De commissie bestaat uit vijf leden. Drie leden, waaronder de voorzitter, worden benoemd door Onze Minister, de andere leden door de KNB. De commissie is gevestigd ten kantore van de KNB.

  • 2

    Bij verordening worden nadere regels gesteld betreffende de zittingsduur en het aftreden van de leden en de voorzitter, alsmede betreffende de werkzaamheid, de vergaderingen, de besluitvorming en andere onderwerpen die voor het functioneren van de commissie van toezicht van belang zijn.


Artikel 2a

  • 1

    Dieren zijn geen zaken.

  • 2

    Bepalingen met betrekking tot zaken zijn op dieren van toepassing, met in achtneming van de op wettelijke voorschriften en regels van ongeschreven recht gegronde beperkingen, verplichtingen en rechtsbeginselen, alsmede de openbare orde en de goede zeden.


Artikel 7

De vinder kan, door de zaak onverwijld af te geven aan de bewoner van de woning of de gebruiker of exploitant van de ruimte waar de vondst is gedaan, dan wel aan degene die daar voor hem toezicht houdt, zijn rechtspositie met alle daaraan verbonden verplichtingen doen overgaan op die bewoner, gebruiker of exploitant met dien verstande dat geen recht op beloning bestaat.


Artikel 3a

  • 1

    Indien een verzoek tot faillietverklaring en een verzoek tot het uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling bedoeld in titel III gelijktijdig aanhangig zijn, komt eerst het laatste in behandeling.

  • 2

    De behandeling van het verzoek tot faillietverklaring wordt geschorst totdat bij in kracht van gewijsde gegane uitspraak is beslist op het verzoek tot het uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling.

  • 3

    Het verzoek tot faillietverklaring vervalt van rechtswege door de uitspraak tot de definitieve toepassing van de schuldsaneringsregeling.


Artikel 2b Ingegane lijfrenterekeningtermijnen of lijfrentebeleggingsrechttermijnen waarvan de omvang niet in geldeenheden, maar in units is vastgesteld

Artikel 2b Ingegane lijfrenterekeningtermijnen of lijfrentebeleggingsrechttermijnen waarvan de omvang niet in geldeenheden, maar in units is vastgesteld

  • 1

    Een aanspraak op termijnen als bedoeld in artikel 3.126a, vierde en zesde lid, van de wet waarvan de termijnen zijn ingegaan en waarvan de hoogte van de termijnen niet voor de gehele uitkeringsperiode in geldeenheden is vastgesteld, wordt op grond van artikel 3.126a, zevende lid, in verbinding met artikel 1.7, derde lid, van de wet gelijkgesteld met een aanspraak op vaste en gelijkmatige termijnen indien wordt voldaan aan de hierna opgenomen regels.

  • 2

    Met betrekking tot de termijnen en de administratieve vormgeving daarvan gelden de volgende regels:

    • a.

      de termijnen worden op de ingangsdatum uitgedrukt in een vast aantal beleggingseenheden (units) per jaar;

    • b.

      de hoogte van de uiteindelijk in euro’s uit te keren termijnen dient uitsluitend te worden beïnvloed door het verschil tussen het feitelijk behaalde beleggingsrendement en de rekenrente die ten tijde van het ingaan van de termijnen als rekenrendement is gehanteerd.

  • 3

    Met betrekking tot de grondslagen voor het berekenen van de termijnen gelden de volgende regels:

    • a.

      de bank, beleggingsonderneming of beheerder, bedoeld in artikel 3.126a, eerste lid, van de wet, gaat ter berekening van het op jaarbasis uit te keren vaste aantal beleggingseenheden uit van ten hoogste het netto rekenrendement dat hij op de ingangsdatum hanteert voor soortgelijke termijnen in euro’s of van het op de ingangsdatum van de termijnen geldende u-rendement zoals dat periodiek wordt gepubliceerd door het Centrum voor Verzekeringstatistiek van het Verbond van Verzekeraars; gedurende de looptijd vindt geen herberekening plaats van het aantal jaarlijks uit te keren beleggingseenheden;

    • b.

      in de hoogte van de termijnen in beleggingseenheden wordt geen inflatie-element verdisconteerd.

  • 4

    Met betrekking tot de peildatum en de periode van vaststellen van de termijnen in euro’s gelden de volgende regels:

    • a.

      bij de berekening van de verschuldigde termijn in euro’s kan worden uitgegaan van de waarde van de beleggingseenheid op een vaste peildatum in de kalendermaand van betaling of in de daaraan voorafgaande kalendermaand;

    • b.

      gedurende een periode van ten hoogste 12 maanden (herrekenperiode) kunnen de in de herrekenperiode uit te keren termijnen bij aanvang daarvan in euro’s worden vastgesteld; de hoogte van de termijnen in euro’s dient daarbij te worden bepaald op basis van de werkelijke waarde van de beleggingseenheid per een vaste peildatum gelegen in de kalendermaand waarin de herrekenperiode ingaat of in een van de twee daaraan voorafgaande kalendermaanden; slechts eenmalig kan worden gekozen voor een datum van ingang van de herrekenperiode.


Artikel 35 [Vervallen per 01-01-2012]

[Vervallen]


Artikel 3

  • 1

    Onroerend zijn de grond, de nog niet gewonnen delfstoffen, de met de grond verenigde beplantingen, alsmede de gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen of werken.

  • 2

    Roerend zijn alle zaken die niet onroerend zijn.


Artikel 8

  • 1

    Indien een aan de gemeente in bewaring gegeven zaak aan snel tenietgaan of achteruitgang onderhevig is of wegens de onevenredig hoge kosten of ander nadeel de bewaring daarvan niet langer van de gemeente kan worden gevergd, is de burgemeester bevoegd haar te verkopen.

  • 2

    Indien de zaak zich niet voor verkoop leent, is de burgemeester bevoegd haar om niet aan een derde in eigendom over te dragen of te vernietigen.

  • 3

    Indien een dier wordt gevonden, is de burgemeester na verloop van twee weken, nadat het dier door de gemeente in bewaring is genomen, bevoegd het zo mogelijk tegen betaling van een koopprijs, en anders om niet, aan een derde in eigendom over te dragen. Mocht ook dit laatste zijn uitgesloten, dan is de burgemeester bevoegd het dier te doen afmaken. De termijn van twee weken behoeft niet te worden in acht genomen, indien het dier slechts met onevenredig hoge kosten gedurende dat tijdvak kan worden bewaard, of afmaking om geneeskundige redenen vereist is.

  • 4

    De opbrengst treedt in de plaats van de zaak.


Artikel 3b

De artikelen 3 en 3a blijven buiten toepassing indien een verzoek tot faillietverklaring een schuldenaar betreft ten aanzien van wie de schuldsaneringsregeling van toepassing is.


Artikel 36

De commissie van toezicht brengt elk jaar aan Onze Minister en aan het bestuur van de KNB verslag uit over haar werkzaamheden. Dit verslag wordt door de KNB algemeen verkrijgbaar gesteld.


Artikel 4

  • 1

    Al hetgeen volgens verkeersopvatting onderdeel van een zaak uitmaakt, is bestanddeel van die zaak.

  • 2

    Een zaak die met een hoofdzaak zodanig verbonden wordt dat zij daarvan niet kan worden afgescheiden zonder dat beschadiging van betekenis wordt toegebracht aan een der zaken, wordt bestanddeel van de hoofdzaak.


Artikel 9

Bestaat de aan de gemeente in bewaring gegeven zaak in geld, dan is de gemeente slechts verplicht aan degene die haar kan opeisen, een gelijk bedrag uit te keren, en vervalt deze verplichting zodra de burgemeester tot verkoop voor rekening van de gemeente bevoegd zou zijn geweest.


Artikel 3d

  • 1

    Als een eigen aangifte of een verzoek tot faillietverklaring en een verzoek tot aanwijzing van een herstructureringsdeskundige als bedoeld in artikel 371 gelijktijdig aanhangig zijn, komt eerst het laatste in behandeling.

  • 2

    De behandeling van de eigen aangifte of het verzoek tot faillietverklaring wordt in ieder geval geschorst totdat de rechtbank heeft beslist op het verzoek tot aanwijzing van de herstructureringsdeskundige. Wijst de rechtbank het verzoek toe, dan kondigt zij daarbij tevens overeenkomstig artikel 376 een afkoelingsperiode af en blijft de schorsing tijdens die periode van kracht.


Artikel 10

  • 1

    Hij die de zaak opeist van de gemeente of van de vinder die aan de hem in artikel 5 lid 1 gestelde eisen heeft voldaan, is verplicht de kosten van bewaring en onderhoud en tot opsporing van de eigenaar of een andere tot ontvangst bevoegde te vergoeden. De gemeente of de vinder is bevoegd de afgifte op te schorten totdat deze verplichting is nagekomen. Indien degene die de zaak opeist, de verschuldigde kosten niet binnen een maand nadat ze hem zijn opgegeven, heeft voldaan, wordt hij geacht zijn recht op de zaak te hebben prijsgegeven.

  • 2

    De vinder die aan de op hem rustende verplichtingen heeft voldaan, heeft naar omstandigheden recht op een redelijke beloning.


Artikel 5

Inboedel is het geheel van tot huisraad en tot stoffering en meubilering van een woning dienende roerende zaken, met uitzondering van boekerijen en verzamelingen van voorwerpen van kunst, wetenschap of geschiedkundige aard.


Artikel 4

  • 1

    De aangifte tot faillietverklaring wordt gedaan en het verzoek daartoe ingediend ter griffie en met de meeste spoed in raadkamer behandeld. Het Openbaar Ministerie wordt daarop gehoord. Indien de aangifte tot faillietverklaring wordt gedaan door een natuurlijk persoon, stelt de griffier deze terstond ervan in kennis dat hij, onverminderd artikel 15b, eerste lid, een verzoek als bedoeld in artikel 284 kan indienen.

  • 2

    Een schuldenaar die gehuwd is of een geregistreerd partnerschap is aangegaan kan slechts aangifte doen met medewerking van zijn echtgenoot onderscheidenlijk geregistreerde partner tenzij iedere gemeenschap tussen echtgenoten onderscheidenlijk geregistreerde partners, is uitgesloten.

  • 3

    Ten aanzien ener vennootschap onder ene firma, moet de aangifte inhouden de naam en de woonplaats van elk der hoofdelijk voor het geheel verbonden vennoten.

  • 4

    De aangifte of het verzoek tot faillietverklaring bevat zodanige gegevens dat de rechter kan beoordelen of hem rechtsmacht toekomt op grond van de verordening, genoemd in artikel 5, derde lid.

  • 5

    Het vonnis van faillietverklaring wordt ter openbare zitting uitgesproken en is bij voorraad, op de minuut uitvoerbaar, niettegenstaande enige daartegen gerichte voorziening.


Artikel 11

Indien een vinder die op grond van artikel 6 lid 1 eigenaar is geworden van een aan de gemeente in bewaring gegeven zaak, zich niet binnen één maand na zijn verkrijging bij de gemeente heeft aangemeld om de zaak in ontvangst te nemen, is de burgemeester bevoegd de zaak voor rekening van de gemeente te verkopen, om niet aan een derde over te dragen of te vernietigen.


Artikel 5

  • 1

    De verzoeken, bedoeld in het vorige artikel en in de artikelen 5a, 8, 9, 10, 11, 15c, tweede lid, 42a, 67, 155, 166, 198, 206, 371, eerste lid, 376, eerste lid, 378, eerste lid, 379, eerste lid, en 383, eerste lid, worden ingediend door een advocaat.

  • 2

    Het eerste lid is niet van toepassing op een hoger beroep dat wordt ingesteld tegen een beschikking van de rechter-commissaris, houdende machtiging aan de curator tot opzegging van een arbeidsovereenkomst.

  • 3

    Verzoeken op de voet van de artikelen 46, 72, tweede lid, onder e, en 77, vierde lid, van de verordening (EU) 2015/848 van het Europees Parlement en de Raad van 20 mei 2015 betreffende insolventieprocedures (PbEU 2015, L 141) worden ingediend door een advocaat.


Artikel 6

Rechten die, hetzij afzonderlijk hetzij tezamen met een ander recht, overdraagbaar zijn, of er toe strekken de rechthebbende stoffelijk voordeel te verschaffen, ofwel verkregen zijn in ruil voor verstrekt of in het vooruitzicht gesteld stoffelijk voordeel, zijn vermogensrechten.


Artikel 12

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen:

  • a.

    nadere regels worden gesteld omtrent de uitoefening van de uit de artikelen 5-11 voor de gemeenten voortvloeiende bevoegdheden;

  • b.

    groepen van niet-kostbare zaken worden aangewezen, waarvoor artikel 6 lid 2 geldt;

  • c.

    nadere regels worden gesteld omtrent de aanwijzing van bepaalde soorten personen en instellingen, waarbij deze, geheel of gedeeltelijk en al dan niet onder nadere voorwaarden, worden vrijgesteld van de aangifteplicht van artikel 5 lid 1 onder a of voor de afwikkeling van vondsten worden gelijkgesteld met een gemeente;

  • d.

    voor de afwikkeling van vondsten door personen of instellingen als bedoeld onder c groepen van niet afgehaalde zaken met gevonden zaken worden gelijkgesteld.


Artikel 5a

  • 1

    Een verzoek tot opening van een groepscoördinatieprocedure als bedoeld in artikel 61 van de in artikel 5, derde lid, genoemde verordening kan worden gedaan door een insolventiefunctionaris bij de rechtbank, aangewezen in artikel 2.

  • 2

    Tegen een beslissing van de rechtbank als bedoeld in artikel 77, vierde lid, van de in artikel 5, derde lid, genoemde verordening, kan een bij de groepscoördinatieprocedure betrokken insolventiefunctionaris gedurende acht dagen, na de dag waarop die beslissing is genomen, in hoger beroep komen.

  • 3

    Het hoger beroep wordt ingesteld bij verzoek, in te dienen ter griffie van het rechtscollege dat bevoegd is van de zaak kennis te nemen.

  • 4

    De rechter beveelt in geval van een mondelinge behandeling de oproeping van de verzoeker in hoger beroep, de bij de groepscoördinatieprocedure betrokken coördinator en de in eerste aanleg in de procedure verschenen belanghebbenden.

  • 5

    De griffier zendt onverwijld een afschrift van de beslissing op het verzoek, bedoeld in het derde lid, aan de rechtbank.


Artikel 7

Een afhankelijk recht is een recht dat aan een ander recht zodanig verbonden is, dat het niet zonder dat andere recht kan bestaan.


Artikel 13

  • 1

    Een schat komt voor gelijke delen toe aan degene die hem ontdekt, en aan de eigenaar van de onroerende of roerende zaak, waarin de schat wordt aangetroffen.

  • 2

    Een schat is een zaak van waarde, die zolang verborgen is geweest dat daardoor de eigenaar niet meer kan worden opgespoord.

  • 3

    De ontdekker is verplicht van zijn vondst aangifte te doen overeenkomstig artikel 5 lid 1 onder a. Indien geen aangifte is gedaan of onzeker is aan wie de zaak toekomt, kan de gemeente overeenkomstig artikel 5 lid 1 onder c vorderen dat deze aan haar in bewaring wordt gegeven, totdat vaststaat wie rechthebbende is.


Artikel 6

  • 1

    De rechtbank kan bevelen, dat de schuldenaar worde opgeroepen, om in persoon of bij gemachtigde gehoord te worden. De griffier doet de oproeping op de wijze, bij algemene maatregel van bestuur te bepalen. Is buiten Nederland een hoofdinsolventieprocedure geopend op de voet van artikel 3, eerste lid, van de in artikel 5, derde lid, genoemde verordening, dan stelt de griffier de insolventiefunctionaris of de schuldenaar als bedoeld in artikel 2, onder 3, van de in artikel 5, derde lid, genoemde verordening in de hoofdinsolventieprocedure onverwijld schriftelijk in kennis van de aanvraag onder mededeling dat deze zijn zienswijze binnen een daartoe door de rechter bepaalde termijn kenbaar kan maken.

  • 2

    Indien de schuldenaar, die is opgeroepen om gehoord te worden, gehuwd is of een geregistreerd partnerschap is aangegaan, is zijn echtgenoot onderscheidenlijk geregistreerde partner mede bevoegd om in persoon of bij gemachtigde te verschijnen.

  • 3

    De faillietverklaring wordt uitgesproken, indien summierlijk blijkt van het bestaan van feiten of omstandigheden, welke aantonen, dat de schuldenaar in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, en, zo een schuldeiser het verzoek doet, ook van het vorderingsrecht van deze.

  • 4

    Ontleent de Nederlandse rechter zijn rechtsmacht aan de in artikel 5, derde lid, genoemde verordening, dan wordt in het vonnis van faillietverklaring vermeld of het een hoofdinsolventieprocedure dan wel een territoriale insolventieprocedure in de zin van de verordening betreft.


Slotformulier en ondertekening

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te Wassenaar 9 juli 2014 Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Uitgegeven de achttiende juli 2014 De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


Artikel 8

Een beperkt recht is een recht dat is afgeleid uit een meer omvattend recht, hetwelk met het beperkte recht is bezwaard.


Artikel 14

  • 1

    De eigendom van een roerende zaak die een bestanddeel wordt van een andere roerende zaak die als hoofdzaak is aan te merken, gaat over aan de eigenaar van deze hoofdzaak.

  • 2

    Indien geen der zaken als hoofdzaak is aan te merken en zij toebehoren aan verschillende eigenaars, worden deze mede-eigenaars van de nieuwe zaak, ieder voor een aandeel evenredig aan de waarde van de zaak.

  • 3

    Als hoofdzaak is aan te merken de zaak waarvan de waarde die van de andere zaak aanmerkelijk overtreft of die volgens verkeersopvatting als zodanig wordt beschouwd.


Artikel 7

  • 1

    Hangende het onderzoek kan de rechtbank de verzoeker desverlangd verlof verlenen de boedel te doen verzegelen. Zij kan daaraan de voorwaarde van zekerheidstelling tot een door haar te bepalen bedrag, verbinden.

  • 2

    De verzegeling geschiedt door een bij dit verlof aan te wijzen notaris. Buiten de verzegeling blijven zaken die onder artikel 21 vallen; in het proces-verbaal wordt een korte beschrijving daarvan opgenomen.


Artikel 9

  • 1

    Natuurlijke vruchten zijn zaken die volgens verkeersopvatting als vruchten van andere zaken worden aangemerkt.

  • 2

    Burgerlijke vruchten zijn rechten die volgens verkeersopvatting als vruchten van goederen worden aangemerkt.

  • 3

    De afzonderlijke termijnen van een lijfrente gelden als vruchten van het recht op de lijfrente.

  • 4

    Een natuurlijke vrucht wordt een zelfstandige zaak door haar afscheiding, een burgerlijke vrucht een zelfstandig recht door haar opeisbaar worden.


Artikel 15

Worden roerende zaken die aan verschillende eigenaars toebehoren door vermenging tot één zaak verenigd, dan is het vorige artikel van overeenkomstige toepassing.


Artikel 8

  • 1

    De schuldenaar, die in staat van faillissement is verklaard, nadat hij op de aanvraag tot faillietverklaring is gehoord, heeft gedurende acht dagen, na de dag der uitspraak, recht van hoger beroep.

  • 2

    Zo hij niet is gehoord, heeft hij gedurende veertien dagen, na de dag der uitspraak, recht van verzet. Indien hij tijdens de uitspraak zich niet binnen het Rijk in Europa bevindt, wordt die termijn verlengd tot een maand.

  • 3

    Van het vonnis, op het verzet gewezen, kan hij gedurende acht dagen, na de dag der uitspraak, in hoger beroep komen.

  • 4

    Het verzet of hoger beroep wordt ingesteld door indiening van een verzoek ter griffie van het rechtscollege, dat van de zaak kennis moet nemen. De voorzitter bepaalt terstond dag en uur voor de behandeling.

  • 5

    De schuldenaar, de schuldeiser die het faillissement heeft verzocht, en, in geval van verzet, de curator, worden opgeroepen op de wijze bepaald in de artikelen 271 tot en met 277 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

  • 6

    De behandeling geschiedt op de wijze bij artikel 4 voorgeschreven.


Artikel 10

Registergoederen zijn goederen voor welker overdracht of vestiging inschrijving in daartoe bestemde openbare registers noodzakelijk is.


Slotformulier en ondertekening

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

's-Gravenhage 17 december 2002 Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën, S. R. A. van Eijck

Uitgegeven de vierentwintigste december 2002 De Minister van Justitie, J. P. H. Donner


Artikel 16

  • 1

    Indien iemand uit een of meer roerende zaken een nieuwe zaak vormt, wordt deze eigendom van de eigenaar van de oorspronkelijke zaken. Behoorden deze toe aan verschillende eigenaars, dan zijn de vorige twee artikelen van overeenkomstige toepassing.

  • 2

    Indien iemand voor zichzelf een zaak vormt of doet vormen uit of mede uit een of meer hem niet toebehorende roerende zaken, wordt hij eigenaar van de nieuwe zaak, tenzij de kosten van de vorming dit wegens hun geringe omvang niet rechtvaardigen.

  • 3

    Bij het verwerken van stoffen tot een nieuwe stof of het kweken van planten zijn de vorige leden van overeenkomstige toepassing.


Artikel 9

  • 1

    Bij afwijzing van de aangifte of aanvraag tot faillietverklaring bestaat recht van hoger beroep, gedurende acht dagen na de dag der afwijzing.

  • 2

    Hetzelfde geldt bij vernietiging der faillietverklaring ten gevolge van verzet, in welk geval van het hoger beroep door de griffier van het gerechtshof, waarbij het is aangebracht, onverwijld wordt kennis gegeven aan de griffier van de rechtbank die de vernietiging heeft uitgesproken.

  • 3

    De instelling en behandeling van het hoger beroep geschiedt op de wijze in de artikelen 4 en 6 voorgeschreven.


Artikel 11

Goede trouw van een persoon, vereist voor enig rechtsgevolg, ontbreekt niet alleen, indien hij de feiten of het recht, waarop zijn goede trouw betrekking moet hebben, kende, maar ook indien hij ze in de gegeven omstandigheden behoorde te kennen. Onmogelijkheid van onderzoek belet niet dat degene die goede reden tot twijfel had, aangemerkt wordt als iemand die de feiten of het recht behoorde te kennen.


Artikel 17

Degene die krachtens zijn genotsrecht op een zaak gerechtigd is tot de vruchten daarvan, verkrijgt de eigendom der vruchten door haar afscheiding.


Artikel 10

  • 1

    Elk schuldeiser, met uitzondering van hem die de faillietverklaring heeft verzocht, en elk belanghebbende heeft tegen de faillietverklaring recht van verzet gedurende acht dagen na de dag der uitspraak.

  • 2

    Het verzet wordt ingesteld door indiening van een verzoek ter griffie van het rechtscollege, dat de faillietverklaring heeft uitgesproken.

  • 3

    De voorzitter bepaalt terstond dag en uur voor de behandeling.

  • 4

    De schuldenaar, de schuldeiser die het faillissement heeft verzocht, de curator en de schuldeiser of belanghebbende die het verzet heeft ingesteld, worden opgeroepen op de wijze bepaald in de artikelen 271 tot en met 277 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

  • 5

    De behandeling geschiedt op de wijze bij artikel 4 voorgeschreven.


Artikel 18

De eigendom van een roerende zaak wordt verloren, wanneer de eigenaar het bezit prijsgeeft met het oogmerk om zich van de eigendom te ontdoen.


Artikel 12

Bij de vaststelling van wat redelijkheid en billijkheid eisen, moet rekening worden gehouden met algemeen erkende rechtsbeginselen, met de in Nederland levende rechtsovertuigingen en met de maatschappelijke en persoonlijke belangen, die bij het gegeven geval zijn betrokken.


Artikel 11

  • 1

    De schuldeiser of de belanghebbende, wiens in het vorige artikel bedoeld verzet door de rechtbank is afgewezen, heeft recht van hoger beroep, gedurende acht dagen na de dag der afwijzing.

  • 2

    Hetzelfde geldt, bij vernietiging der faillietverklaring door de rechtbank ten gevolge van dat verzet, voor de schuldenaar, de schuldeiser, die de faillietverklaring verzocht heeft, en het Openbaar Ministerie, in welk geval tevens het tweede lid van artikel 9 van toepassing is.

  • 3

    De instelling en behandeling van het hoger beroep geschiedt op de wijze in de artikelen 4 en 6 voorgeschreven.

  • 4

    Is het verzet bij het gerechtshof gedaan, dan is hoger beroep uitgesloten.


Artikel 19

  • 1

    De eigenaar van tamme dieren verliest daarvan de eigendom, wanneer zij, nadat zij uit zijn macht zijn gekomen, zijn verwilderd.

  • 2

    De eigenaar van andere dieren verliest daarvan de eigendom, wanneer zij de vrijheid verkrijgen en de eigenaar niet terstond beproeft ze weder te vangen of zijn pogingen daartoe staakt.


Artikel 12

  • 1

    Van het arrest, door het gerechtshof gewezen, kunnen de schuldenaar, de schuldeiser die de faillietverklaring verzocht, de in art. 10 bedoelde schuldeiser of belanghebbende en het Openbaar Ministerie, gedurende acht dagen na de dag der uitspraak, in cassatie komen.

  • 2

    Het beroep in cassatie wordt aangebracht en behandeld op de wijze bepaald in de artikelen 426 tot en met 429 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

  • 3

    Indien de cassatie is gericht tegen een arrest, houdende vernietiging van het vonnis van faillietverklaring, geeft de griffier van de Hoge Raad van het verzoek tot cassatie onverwijld kennis aan de griffier van het gerechtshof dat de vernietiging heeft uitgesproken.


Artikel 13

  • 1

    Degene aan wie een bevoegdheid toekomt, kan haar niet inroepen, voor zover hij haar misbruikt.

  • 2

    Een bevoegdheid kan onder meer worden misbruikt door haar uit te oefenen met geen ander doel dan een ander te schaden of met een ander doel dan waarvoor zij is verleend of in geval men, in aanmerking nemende de onevenredigheid tussen het belang bij de uitoefening en het belang dat daardoor wordt geschaad, naar redelijkheid niet tot die uitoefening had kunnen komen.

  • 3

    Uit de aard van een bevoegdheid kan voortvloeien dat zij niet kan worden misbruikt.


Artikel 13

  • 1

    Indien ten gevolge van verzet, hoger beroep of cassatie de faillietverklaring wordt vernietigd, blijven niettemin geldig en verbindend voor de schuldenaar de handelingen, door de curator verricht vóór of op de dag, waarop aan het voorschrift tot aankondiging overeenkomstig artikel 15 is voldaan.

  • 2

    Hangende het verzet, het hoger beroep of de cassatie kan geen raadpleging over een akkoord plaats hebben, noch tot de vereffening van de boedel buiten toestemming van de schuldenaar worden overgegaan.


Artikel 14

Een bevoegdheid die iemand krachtens het burgerlijk recht toekomt, mag niet worden uitgeoefend in strijd met geschreven of ongeschreven regels van publiekrecht.


Artikel 13a

Indien de faillietverklaring wordt vernietigd wordt de opzegging van een arbeidsovereenkomst door een curator, in afwijking van artikel 13, eerste lid, met terugwerkende kracht beheerst door de wettelijke of overeengekomen regels die van toepassing zijn buiten faillissement, met dien verstande dat de termijnen, bedoeld in artikel 686a, vierde lid, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, aanvangen op het tijdstip waarop het faillissement wordt vernietigd.


Artikel 15

De artikelen 11-14 vinden buiten het vermogensrecht toepassing, voor zover de aard van de rechtsbetrekking zich daartegen niet verzet.


Artikel 14

  • 1

    Het vonnis van faillietverklaring houdt in de benoeming van een of meer leden van de rechtbank tot rechter-commissaris in het faillissement, en de aanstelling van een of meer curators. De rechter die de faillietverklaring uitspreekt, geeft in de uitspraak tevens last aan de curator tot het openen van aan de gefailleerde gerichte brieven en telegrammen. De rechtbank vermeldt op het vonnis het tijdstip van de faillietverklaring tot op de minuut nauwkeurig.

  • 2

    Van de faillietverklaring wordt door de griffier onverwijld kennis gegeven aan het postvervoerbedrijf of de postvervoerbedrijven die zijn aangewezen als verlener van de universele postdienst, alsmede de andere geregistreerde postvervoerbedrijven, bedoeld in de Postwet 2009. In de kennisgeving wordt melding gemaakt van de in het vorige lid bedoelde last.

  • 3

    Een uittreksel uit het vonnis van faillietverklaring, houdende vermelding van de naam, de woonplaats of het kantoor en het beroep van de gefailleerde, van de naam van de rechter-commissaris, van de naam en de woonplaats of het kantoor des curators, van de dag der uitspraak, alsmede van de naam, het beroep en de woonplaats of het kantoor van ieder lid der voorlopige commissie uit de schuldeisers, zo er een benoemd is, wordt door de curator onverwijld geplaatst in de Nederlandsche Staatscourant.

  • 4

    Op verzoek van een insolventiefunctionaris of een schuldenaar als bedoeld in artikel 2, onder 3 en 5, van de in artikel 5, derde lid, genoemde verordening geeft de griffier van de rechtbank Den Haag onverwijld in de Staatscourant kennis van de in artikel 28 van die verordening bedoelde gegevens. Een zodanige kennisgeving vindt in elk geval plaats wanneer de schuldenaar in Nederland een vestiging heeft in de zin van artikel 2, onder 10, van de in de eerste zin bedoelde verordening. De gegevens, bedoeld in de eerste zin, worden aan de griffier verstrekt in de Nederlandse, Engelse, Duitse of Franse taal.

  • 5

    De rechtbank stelt op grond van het eerste lid een curator aan die adequaat is opgeleid en over de voor zijn taken vereiste deskundigheid beschikt. Bij de aanstelling:

    • a.

      houdt de rechtbank rekening met de specifieke kenmerken van de zaak, waaronder eventuele grensoverschrijdende elementen, en de ervaring en deskundigheid van de curator; en

    • b.

      hanteert de rechtbank een procedure en voorwaarden die duidelijk, transparant en rechtvaardig zijn.


Artikel 14b

Benoemt de rechtbank meerdere rechters-commissarissen, dan zijn zij zowel afzonderlijk als tezamen bevoegd om de in deze wet genoemde bevoegdheden uit te oefenen.


Artikel 15

  • 1

    Zodra een vonnis van faillietverklaring ten gevolge van verzet, hoger beroep of cassatie is vernietigd, en in de twee eerste gevallen de termijn, om in hoger beroep of in cassatie te komen, verstreken is zonder dat daarvan gebruik is gemaakt, wordt door de griffier van het rechtscollege, dat de vernietiging heeft uitgesproken, van die uitspraak kennis gegeven aan de curator en aan het postvervoerbedrijf of de postvervoerbedrijven die zijn aangewezen als verlener van de universele postdienst, alsmede de andere geregistreerde postvervoerbedrijven, bedoeld in de Postwet 2009.

  • 2

    Gelijke kennisgeving geschiedt, in geval van vernietiging van een vonnis van faillietverklaring in hoger beroep of cassatie, aan de griffier van de rechtbank, die het vonnis heeft gewezen.

  • 3

    De rechter, die de vernietiging van een vonnis van faillietverklaring uitspreekt, stelt tevens het bedrag vast van de faillissementskosten en van het salaris des curators. Hij brengt dit bedrag ten laste van degene, die de faillietverklaring heeft aangevraagd, van de schuldenaar, of van beide in de door de rechter te bepalen verhouding. Artikel 71, derde lid, is van overeenkomstige toepassing. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. Een bevelschrift van tenuitvoerlegging zal daarvan worden uitgegeven ten behoeve van de curator.


Artikel 15a

Wordt faillietverklaring in hoger beroep of in cassatie uitgesproken met vernietiging van een vonnis of arrest, waarbij de aangifte of aanvrage tot faillietverklaring werd afgewezen, dan geeft de griffier van het rechtscollege, dat de faillietverklaring uitspreekt, van die uitspraak kennis aan de griffier van de rechtbank, waarbij de aangifte of aanvrage is ingediend.


Artikel 15b

  • 1

    Indien redelijkerwijs niet geoordeeld kan worden dat de gefailleerde wegens hem toe te rekenen omstandigheden binnen de termijn bedoeld in artikel 3, eerste lid, geen verzoek tot het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling heeft ingediend of indien het faillissement is uitgesproken op eigen aangifte van de schuldenaar, kan de rechtbank, totdat de verificatievergadering is gehouden of, indien de verificatievergadering achterwege blijft, totdat de rechter-commissaris de beschikkingen als bedoeld in artikel 137a, eerste lid, heeft gegeven, op verzoek van de gefailleerde diens faillissement opheffen onder het gelijktijdig uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling bedoeld in titel III.

  • 2

    De gefailleerde dient daartoe een verzoek als bedoeld in artikel 284 in bij de rechtbank waar de aangifte of het verzoek tot faillietverklaring werd ingediend. Het derde lid van artikel 284 is niet van toepassing.

  • 3

    Het eerste lid is niet van toepassing:

    • a.

      indien het faillissement is uitgesproken terwijl de schuldsaneringsregeling ten aanzien van de schuldenaar van toepassing was;

    • b.

      indien de schuldenaar in staat van faillissement verkeert door beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling;

    • c.

      indien het faillissement is uitgesproken op grond van artikel 340, vierde lid.

  • 4

    Alvorens te beslissen kan de rechtbank de gefailleerde, de rechter-commissaris en de curator oproepen om te worden gehoord. Artikel 6, tweede lid, is van toepassing.

  • 5

    Bij toewijzing van het verzoek, spreekt de rechtbank de definitieve toepassing van de schuldsaneringsregeling uit.

  • 6

    Van de opheffing van het faillissement wordt door de griffier kennis gegeven in de aankondiging die is voorgeschreven in artikel 293. Indien in het faillissement overeenkomstig artikel 108 reeds het tijdstip voor de verificatievergadering was bepaald, zal in die aankondiging tevens mededeling worden gedaan dat die verificatievergadering niet zal worden gehouden.


Artikel 15c

  • 1

    Tegen het vonnis, houdende uitspraak tot de opheffing van het faillissement en tot de toepassing van de schuldsaneringsregeling, kunnen noch door schuldeisers noch door andere belanghebbenden rechtsmiddelen worden ingesteld.

  • 2

    Indien de toepassing van de schuldsaneringsregeling niet is uitgesproken, heeft de gefailleerde gedurende acht dagen na de dag van de uitspraak het recht van hoger beroep. Het hoger beroep wordt ingesteld door indiening van een verzoek ter griffie van het gerechtshof, dat van de zaak kennis moet nemen. De griffier van het gerechtshof geeft van die indiening onverwijld kennis aan de griffier van de rechtbank.

  • 3

    De voorzitter bepaalt terstond dag en uur voor de behandeling, welke zal moeten plaatshebben binnen twintig dagen na de dag van de indiening van het verzoek. De uitspraak vindt niet later plaats dan op de achtste dag na die van de behandeling van het verzoek ter zitting. Van het arrest van het gerechtshof wordt door de griffier onverwijld mededeling gedaan aan de griffier van de rechtbank.

  • 4

    Indien het gerechtshof het faillissement handhaaft, kan de schuldenaar gedurende acht dagen na die van de uitspraak in cassatie komen. Het beroep in cassatie wordt ingesteld door indiening van een verzoek ter griffie van de Hoge Raad. De voorzitter bepaalt terstond dag en uur voor de behandeling. De griffier van de Hoge Raad geeft van het beroep in cassatie en van de uitspraak van de Hoge Raad onverwijld kennis aan de griffier van de rechtbank.

  • 5

    Zolang niet op het verzoek bedoeld in artikel 15b, tweede lid, is beslist en, indien de schuldsaneringsregeling niet is uitgesproken, hangende het hoger beroep of de cassatie, kan in het faillissement geen raadpleging over een akkoord plaatshebben, noch tot uitdeling aan de schuldeisers worden overgegaan.


Artikel 15d

  • 1

    Indien het faillissement wordt opgeheven onder het gelijktijdig uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling, gelden de volgende regelen:

    • a.

      handelingen door de curator tijdens het faillissement verricht, blijven geldend en verbindend;

    • b.

      boedelschulden, gedurende het faillissement ontstaan, gelden ook in de schuldsaneringsregeling als boedelschulden;

    • c.

      in het faillissement ingediende vorderingen gelden als ingediend in de schuldsaneringsregeling.

  • 2

    Het tijdstip, waarop de termijnen vermeld in de artikelen 43 en 45 aanvangen, wordt berekend met ingang van de dag van de faillietverklaring.


Artikel 16

  • 1

    Indien niet voldoende baten beschikbaar zijn voor de voldoening van de faillissementskosten en de overige boedelschulden, kan de rechtbank, op voordracht van de rechter-commissaris en na de schuldeiserscommissie, zo die er is, gehoord te hebben, bevelen, hetzij de kosteloze behandeling, hetzij, na verhoor of behoorlijke oproeping van de gefailleerde, en in dit geval bij beschikking in het openbaar uit te spreken, de opheffing van het faillissement.

  • 2

    De rechter, die de opheffing van het faillissement beveelt, stelt tevens het bedrag van de faillissementskosten vast en - zo daartoe gronden aanwezig zijn - van het salaris van de curator. Hij brengt deze bedragen ten laste van de schuldenaar. Zij worden bij voorrang boven alle andere schulden voldaan. Artikel 71, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 3

    Tegen deze vaststelling staat geen rechtsmiddel open. Een bevelschrift van tenuitvoerlegging zal daarvan worden uitgegeven ten behoeve van de curator.

  • 4

    In afwijking van hetgeen in het tweede lid is bepaald, komen de kosten van de in deze titel bevolen publicaties, voorzover deze niet uit de boedel kunnen worden voldaan, ten laste van de Staat. De griffier van het rechtscollege dat de opheffing heeft bevolen, draagt zorg voor de voldoening van het door de rechtbank vast te stellen bedrag dat ten laste van de Staat komt.


Artikel 17

Het bevel tot kosteloze behandeling van het faillissement heeft ten gevolge vrijstelling van griffiekosten.


Artikel 18

De beschikking, bevelende de opheffing van het faillissement, wordt op dezelfde wijze openbaar gemaakt als het vonnis van faillietverklaring en daartegen kunnen de schuldenaar en de schuldeisers op dezelfde wijze en binnen dezelfde termijnen opkomen, als bepaald is ten aanzien van het vonnis, waarbij een faillietverklaring wordt geweigerd. Indien na een dergelijke opheffing opnieuw aangifte of – binnen drie jaar – aanvraag tot faillietverklaring wordt gedaan, is de schuldenaar of de aanvrager verplicht aan te tonen, dat er voldoende baten aanwezig zijn om de kosten van het faillissement te bestrijden.


Artikel 19

  • 1

    Er wordt een centraal openbaar register bijgehouden, ten behoeve waarvan de griffier van de rechtbank, voor ieder faillissement afzonderlijk, met vermelding van de dagtekening, de volgende gegevens inschrijft:

    • 1°.

      een uittreksel van de rechterlijke beslissingen, waarbij de faillietverklaring uitgesproken of de uitgesprokene weder opgeheven is;

    • 2°.

      de summiere inhoud en de homologatie van het akkoord;

    • 3°.

      de ontbinding van het akkoord;

    • 4°.

      het bedrag van de uitdelingen bij vereffening;

    • 5°.

      de opheffing van het faillissement ingevolge artikel 15b of artikel 16;

    • 6°.

      de rehabilitatie;

    • 7°.

      de vereisten vermeld in artikel 24, tweede lid, van de in artikel 5, derde lid, genoemde verordening;

    • 8°.

      bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aan te wijzen stukken.

  • 2

    Omtrent vorm en inhoud van het centrale register worden door Ons bij algemene maatregel van bestuur nadere regels gegeven.

  • 3

    De griffier is verplicht aan ieder kosteloze inzage van het centrale register en tegen betaling een uittreksel daaruit te verstrekken.

  • 4

    De griffier geeft de in het eerste lid genoemde gegevens door aan Onze Minister van Justitie of een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen ander orgaan ten behoeve van het centrale register.


Artikel 19a

Door Onze Minister van Justitie of, indien ingevolge artikel 19, vierde lid, een ander orgaan is aangewezen, door dat orgaan, wordt het centrale register gehouden, waarin de in artikel 19, eerste lid, genoemde gegevens worden ingeschreven.


Artikel 19b

In het geval, bedoeld in artikel 14, vierde lid, worden de gegevens met betrekking tot de daar bedoelde insolventieprocedure door de griffier van de rechtbank Den Haag ingeschreven in het register.


Tweede Boek Van de regten en verpligtingen uit scheepvaart voortspruitende

Tweede Boek Van de regten en verpligtingen uit scheepvaart voortspruitende


§ 1.3 Groepen


Hoofdstuk 2 Raamwerk


Hoofdstuk IIIA Bedrijfsopvolging

Hoofdstuk IIIA Bedrijfsopvolging


Artikel 2e

  • 1

    Een instelling als bedoeld in artikel 1a, derde lid, onderdeel b of e, met hoofdkantoor in een andere lidstaat en met vestigingen niet zijnde bijkantoren in Nederland, wijst in Nederland op verzoek van de toezichthoudende autoriteit een centraal contactpunt aan met het oog op de naleving van de bij of krachtens deze wet gestelde regels.

  • 2

    Het centraal contactpunt bewerkstelligt namens de instelling en met inachtneming van het bepaalde op grond van artikel 45, elfde lid, van de vierde anti-witwasrichtlijn, de naleving van de bij of krachtens deze wet gestelde regels en draagt zorg voor het aanleveren van de door de toezichthoudende autoriteit op grond van deze wet verzochte informatie.

  • 3

    De toezichthoudende autoriteit kan een instelling verzoeken een centraal contactpunt als bedoeld in het eerste lid aan te wijzen in de op grond van artikel 45, elfde lid, van de vierde anti-witwasrichtlijn aangewezen gevallen.


Artikel 35b

  • 1

    Indien tot de verkrijging ondernemingsvermogen behoort als bedoeld in artikel 35c, dat wordt verkregen in het kader van een bedrijfsopvolging als bedoeld in het vijfde lid, wordt op verzoek van de verkrijger een voorwaardelijke vrijstelling verleend van:

    • a.

      indien de totale waarde van het ondernemingsvermogen van de objectieve onderneming waarop de verkrijging betrekking heeft € 1.325.253 niet te boven gaat: 100%;

    • b.

      in alle overige gevallen:

      • 1°.

        indien de liquidatiewaarde van het ondernemingsvermogen van de objectieve onderneming waarop de verkrijging betrekking heeft hoger is dan de waarde going concern: 100 percent van het verschil tussen liquidatiewaarde en lagere waarde going concern;

      • 2°.

        voor zover de totale waarde van het ondernemingsvermogen van de objectieve onderneming waarop de verkrijging betrekking heeft, na toepassing van hetgeen is bepaald onder 1°, € 1.325.253 niet te boven gaat: 100%, en

      • 3°.

        voor zover de totale waarde van het ondernemingsvermogen van de objectieve onderneming waarop de verkrijging betrekking heeft, na toepassing van hetgeen is bepaald onder 1°, € 1.325.253 te boven gaat: 83%.

    Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot hetgeen voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder een objectieve onderneming. Daarbij kan worden bepaald in hoeverre tot die objectieve onderneming tevens worden gerekend vermogensbestanddelen die worden ter beschikking gesteld aan een samenwerkingsverband en vermogensbestanddelen als bedoeld in artikel 35c, eerste lid, onderdeel d.

  • 2

    Op verzoek van de verkrijger wordt voorts de waarde van het verkregen ondernemingsvermogen na aftrek van het bedrag van de voorwaardelijke vrijstelling aangemerkt als geconserveerde waarde, dit met het oog op de toepassing van artikel 25, twaalfde lid, van de Invorderingswet 1990.

  • 3

    De belasting over de geconserveerde waarde wordt bepaald op het verschil tussen de belasting over de belaste verkrijging en de belasting over de belaste verkrijging verminderd met deze geconserveerde waarde.

  • 4

    Indien het ondernemingsvermogen is verkregen onder een last of tegen een tegenprestatie, wordt voor de toepassing van dit artikel die last of tegenprestatie niet in mindering gebracht op de waarde van het verkregen ondernemingsvermogen.

  • 5

    Voor de toepassing van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt onder een bedrijfsopvolging verstaan: een verkrijging van ondernemingsvermogen als bedoeld in artikel 35c, van een erflater of schenker die voldoet aan de bezitstermijn als bedoeld in artikel 35d, mits de verkrijger gedurende vijf jaren voldoet aan het voortzettingvereiste, bedoeld in artikel 35e.

  • 6

    Ingeval op enig tijdstip binnen vijf jaren na de verkrijging van het ondernemingsvermogen niet meer of niet meer geheel wordt voldaan aan het voortzettingvereiste, vervalt in zoverre de voorwaardelijke vrijstelling.

  • 7

    De verzoeken, bedoeld in het eerste en tweede lid, worden gelijktijdig met de aangifte gedaan.


Artikel 2f

  • 1

    Een instelling die deel uitmaakt van een groep past de op het niveau van de groep geldende gedragslijnen en procedures op effectieve wijze toe, voor zover die voldoen aan de bij of krachtens deze wet gestelde regels.

  • 2

    Een instelling draagt tevens zorg voor een effectieve toepassing van de in het eerste lid bedoelde gedragslijnen en procedures door haar bijkantoren of meerderheidsdochterondernemingen met zetel buiten Nederland.

  • 3

    Onder de gedragslijnen en procedures, bedoeld in het eerste en tweede lid, worden in ieder geval verstaan gedragslijnen en procedures inzake gegevensbescherming en gedragslijnen en procedures voor het delen van informatie binnen de groep, voor zover deze gegevens en informatie betrekking hebben op het voorkomen van witwassen en financieren van terrorisme.

  • 4

    Indien het recht van een betrokken staat die geen lidstaat is in de weg staat aan de toepassing van het tweede lid, stelt de instelling de toezichthoudende autoriteit hiervan in kennis en ziet de instelling er op toe dat het bijkantoor of de meerderheidsdochteronderneming aanvullende maatregelen neemt om het risico op witwassen en financieren van terrorisme doeltreffend te beheersen. Indien van toepassing neemt zij hierbij het bepaalde op grond van artikel 45, zevende lid, van de vierde anti-witwasrichtlijn in acht.

  • 5

    Indien de aanvullende maatregelen, bedoeld in het vierde lid, onvoldoende zijn, neemt de toezichthoudende autoriteit aanvullende toezichtmaatregelen, waarbij onder meer wordt verlangd dat de groep geen zakelijke relaties aangaat of die relaties beëindigt en geen transacties uitvoert, dan wel waarbij de groep, indien nodig, wordt verzocht haar bedrijfsactiviteiten in de betrokken staat te beëindigen.


Artikel 35c

  • 1

    Voor de toepassing van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt onder de verkrijging van ondernemingsvermogen verstaan de verkrijging van:

    • a.

      een onderneming als bedoeld in artikel 3.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, of een gedeelte daarvan;

    • b.

      een medegerechtigdheid als bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, onderdeel a, van de Wet inkomstenbelasting 2001, of een gedeelte daarvan;

    • c.

      vermogensbestanddelen die bij de erflater of schenker behoorden tot een aanmerkelijk belang als bedoeld in afdeling 4.3, met uitzondering van artikel 4.10, van de Wet inkomstenbelasting 2001, mits het lichaam waarop het belang betrekking heeft een onderneming drijft als bedoeld in onderdeel a, of een medegerechtigdheid houdt als bedoeld in onderdeel b, en waarbij slechts als ondernemingsvermogen wordt aangemerkt de waarde van deze vermogensbestanddelen voor zover die waarde toerekenbaar is aan:

      • 1°.

        bedoelde onderneming of medegerechtigdheid, en

      • 2°.

        het beleggingsvermogen van dat lichaam tot maximaal 5 percent van de ingevolge onder 1° toegerekende waarde;

    • d.

      onroerende zaken die bij de erflater of schenker behoorden tot een werkzaamheid als bedoeld in artikel 3.92 van de Wet inkomstenbelasting 2001, mits deze dienstbaar zijn aan de onderneming van een lichaam als bedoeld in onderdeel c, en de verkrijger tegelijkertijd vermogensbestanddelen als bedoeld in onderdeel c, verkrijgt die op dat lichaam betrekking hebben.

  • 2

    Het eerste lid, onderdeel b, is met betrekking tot een medegerechtigdheid alleen van toepassing voor zover dit een medegerechtigdheid betreft die een rechtstreekse voortzetting vormt van een eerder door de erflater of schenker gedreven onderneming als bedoeld in artikel 3.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, en de medegerechtigdheid wordt verkregen door een persoon die reeds beherend vennoot is van de onderneming waarop de medegerechtigdheid betrekking heeft, dan wel enig aandeelhouder is van een vennootschap die reeds een zodanig beherend vennoot is.

  • 3

    Het eerste lid, onderdeel c, is met betrekking tot een medegerechtigdheid alleen van toepassing voor zover dit een medegerechtigdheid betreft die een rechtstreekse voortzetting vormt van een eerder door de vennootschap gedreven onderneming als bedoeld in artikel 3.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, en de vermogensbestanddelen die bij de erflater of schenker behoorden tot een aanmerkelijk belang worden verkregen door een persoon die reeds beherend vennoot is van de onderneming waarop de medegerechtigdheid betrekking heeft, dan wel enig aandeelhouder is van een vennootschap die reeds een zodanig beherend vennoot is.

  • 4

    Het eerste lid, onderdeel c, is met betrekking tot preferente aandelen uitsluitend van toepassing, indien:

    • a.

      de preferente aandelen een omzetting vormen van een eerder door de erflater of schenker gehouden aanmerkelijk belang van gewone aandelen;

    • b.

      de omzetting tot preferente aandelen gepaard is gegaan met het toekennen van gewone aandelen aan een ander;

    • c.

      ten tijde van de omzetting tot preferente aandelen de vennootschap waarop de omgezette aandelen betrekking hadden een onderneming dreef als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, of een medegerechtigdheid hield als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, en

    • d.

      de verkrijger van de preferente aandelen reeds voor ten minste 5% van het geplaatste kapitaal aandeelhouder is van gewone aandelen als bedoeld in onderdeel b.

  • 5

    Ingeval het lichaam waarin de erflater of schenker een aanmerkelijk belang als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, hield, direct of indirect een belang heeft in een ander lichaam, worden voor de toepassing van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen de bezittingen en schulden van dat andere lichaam, met inachtneming van de omvang van dat belang, toegerekend aan eerstbedoeld lichaam, mits:

    • a.

      de erflater of schenker in dat andere lichaam indirect een aanmerkelijk belang hield als bedoeld in afdeling 4.3 van de Wet inkomstenbelasting 2001, of

    • b.

      de erflater of schenker in dat andere lichaam indirect een belang hield van minder dan 5% doch ten minste 0,5% en:

      • 1°.

        dat belang bij een van zijn rechtsvoorgangers krachtens erfrecht, huwelijksvermogensrecht of schenking een indirect aanmerkelijk belang heeft gevormd als bedoeld in onderdeel a;

      • 2°.

        dat belang uitsluitend is verwaterd door vererving, overgang krachtens huwelijksvermogensrecht of schenking, en

      • 3°.

        direct voorafgaande aan de verwatering van dat belang tot beneden de 5% dat andere lichaam een onderneming dreef of een medegerechtigdheid hield als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c.

    Ingeval het aandelenkapitaal van de vennootschap waarin de erflater of schenker indirect een belang hield uit meerdere soorten aandelen bestaat, geschiedt de toerekening met inachtneming van de waarde in het economische verkeer van die aandelen. Dit lid vindt met betrekking tot indirect gehouden preferente aandelen alleen toepassing indien deze zijn uitgegeven in het kader van een bedrijfsoverdracht die voldoet aan bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden.

  • 6

    Tot het ondernemingsvermogen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, onder 1°, wordt niet gerekend een belang in een ander lichaam.

  • 7

    Tot het ondernemingsvermogen, bedoeld in het eerste lid, worden mede niet gerekend:

    • a.

      onroerende zaken of gedeelten daarvan voor zover die meer dan bijkomstig rechtens dan wel in feite, direct of indirect, ter beschikking zijn gesteld aan een ander, of die daartoe bestemd zijn; en

    • b.

      schulden die rechtstreeks samenhangen met die onroerende zaken of gedeelten daarvan.

  • 8

    Voor de toepassing van het zevende lid, onderdeel a, wordt niet als een ander aangemerkt:

    • a.

      een participant in een samenwerkingsverband waaraan de onroerende zaken of gedeelten daarvan ter beschikking zijn gesteld, mits de erflater of schenker ten tijde van het overlijden, onderscheidenlijk de schenking, winst uit onderneming als bedoeld in de artikelen 3.2 of 3.3, eerste lid, onderdeel a, van de Wet inkomstenbelasting 2001 geniet uit dat samenwerkingsverband; en

    • b.

      een lichaam waarin de erflater of schenker ten tijde van het overlijden, onderscheidenlijk de schenking, een direct aanmerkelijk belang als bedoeld in afdeling 4.3, met uitzondering van artikel 4.10, van de Wet inkomstenbelasting 2001 heeft of een indirect belang als bedoeld in het vijfde lid, aanhef en onderdeel a of onderdeel b, aanhef en onder 1° tot en met 3°, heeft.

  • 9

    Het zevende lid is niet van toepassing op de terbeschikkingstelling van los land op grond van een schriftelijke pachtovereenkomst, mits wordt voldaan aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 396, eerste lid, onderdelen a tot en met c, van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 10

    Onder onroerende zaken als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, het zevende lid, onderdeel a, en het achtste lid, onderdeel a worden mede verstaan appartementsrechten, rechten van opstal en erfpacht of vruchtgebruik van onroerende zaken, dan wel de economische eigendom, opgevat overeenkomstig artikel 2, tweede lid, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer, van onroerende zaken of genoemde rechten.

  • 11

    Voor de toepassing van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen zijn de artikelen 4.3 tot en met 4.5a van de Wet inkomstenbelasting 2001 van overeenkomstige toepassing.

  • 12

    Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de toepassing van dit artikel.


Artikel 35d

  • 1

    Voor de toepassing van dit hoofdstuk en de daarop berustende bepalingen wordt onder een erflater of schenker verstaan een erflater die gedurende één jaar tot het overlijden, onderscheidenlijk een schenker die gedurende vijf jaren tot de schenking:

    • a.

      ondernemer was in de zin van artikel 3.4 of artikel 3.5 van de Wet inkomstenbelasting 2001 met betrekking tot de in artikel 35c, eerste lid, onderdeel a, bedoelde onderneming;

    • b.

      medegerechtigde was in de zin van artikel 3.3, eerste lid, onderdeel a van de Wet inkomstenbelasting 2001 met betrekking tot de in artikel 35c, eerste lid, onderdeel b, bedoelde medegerechtigdheid;

    • c.

      aanmerkelijkbelanghouder was van de vermogensbestanddelen, bedoeld in artikel 35c, eerste lid, onderdeel c, en het lichaam waarop het aanmerkelijk belang betrekking heeft gedurende de in de aanhef bedoelde periode van één jaar, onderscheidenlijk vijf jaren, de daar bedoelde onderneming dreef of de daar bedoelde medegerechtigdheid bezat, en het in artikel 35c, eerste lid, onderdeel c, onder 2°, bedoelde beleggingsvermogen niet in deze periode via een storting in het lichaam is ingebracht;

    • d.

      resultaat uit een werkzaamheid genoot met betrekking tot de onroerende zaak, bedoeld in artikel 35c, eerste lid, onderdeel d, en die onroerende zaak gedurende de in de aanhef bedoelde periode van één jaar, onderscheidenlijk vijf jaren, dienstbaar was aan de onderneming van het lichaam, bedoeld in artikel 35c, eerste lid, onderdeel c.

  • 2

    Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de toepassing van dit artikel.


Artikel 35e

  • 1

    Een verkrijger voldoet aan het voortzettingsvereiste indien gedurende de periode van vijf jaren, bedoeld in artikel 35b, vijfde lid, zich geen van de hierna genoemde gebeurtenissen voordoet:

    • a.

      indien het een verkrijging betreft als bedoeld in artikel 35c, eerste lid, onderdeel a: de verkrijger houdt op uit de onderneming, of een gedeelte daarvan, winst te genieten of gaat ter zake belastbare winst genieten in de zin van artikel 3.3 van de Wet inkomstenbelasting 2001;

    • b.

      indien het een verkrijging betreft als bedoeld in artikel 35c, eerste lid, onderdeel b: de verkrijger houdt op uit de verkregen medegerechtigdheid, of een gedeelte daarvan, winst te genieten;

    • c.

      indien het een verkrijging betreft van vermogensbestanddelen als bedoeld in artikel 35c, eerste lid, onderdeel c:

      • 1°.

        de verkrijger vervreemdt vermogensbestanddelen of een gedeelte van de in deze vermogensbestanddelen liggende rechten;

      • 2°.

        vermogensbestanddelen worden omgezet in preferente aandelen of op andere wijze wordt de aanspraak van de verkregen vermogensbestanddelen op toekomstige winsten of waardeontwikkelingen beperkt, of

      • 3°.

        het lichaam waarop de vermogensbestanddelen betrekking hebben, houdt op uit de onderneming of de medegerechtigdheid, of een gedeelte daarvan, winst te genieten;

    • d.

      indien het een verkrijging betreft als bedoeld in artikel 35c, eerste lid, onderdeel d:

      • 1°.

        de verkrijger houdt op de onroerende zaak geheel of voor een gedeelte daarvan ter beschikking te stellen aan het in dat lid bedoelde lichaam, of

      • 2°.

        de onroerende zaak houdt op geheel of voor een gedeelte daarvan dienstbaar te zijn aan de in dat lid bedoelde onderneming.

  • 2

    Indien de verkrijger in de periode, bedoeld in het eerste lid, een samenwerkingsverband aangaat, houdt hij voor de toepassing van dit artikel slechts op winst te genieten voor zover zijn gerechtigdheid tot de winst daardoor verder afneemt dan het aandeel in de winst waartoe hij gerechtigd was vóór de verkrijging waarop artikel 35b is toegepast.

  • 3

    Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel c, wordt onder vervreemden mede verstaan een handeling of gebeurtenis als bedoeld in artikel 4.16, eerste lid, onderdelen a, b, c, d, e en i, tweede lid, en vijfde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001, ook als deze handeling of gebeurtenis betrekking heeft op vermogensbestanddelen die bij de verkrijger niet tot een aanmerkelijk belang behoren als bedoeld in afdeling 4.3 van de Wet inkomstenbelasting 2001.

  • 4

    Het eerste lid, onderdeel c, is van overeenkomstige toepassing op de gewone aandelen van de verkrijger, bedoeld in artikel 35c, vierde lid. Ingeval met betrekking tot de in de eerste volzin bedoelde gewone aandelen niet wordt voldaan aan het eerste lid, onderdeel c, vervalt de voorwaardelijke vrijstelling met betrekking tot de preferente aandelen, bedoeld in artikel 35c, vierde lid, overeenkomstig artikel 35b, zesde lid, naar evenredigheid.

  • 5

    Indien zich een van de in het eerste lid bedoelde gebeurtenissen heeft voorgedaan, doet de verkrijger hiervan aangifte binnen acht maanden na die gebeurtenis.

  • 6

    Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de toepassing van dit artikel.


Artikel 35f

  • 1

    Indien ten gevolge van de verdeling van de nalatenschap wijziging komt in de gerechtigdheid tot het ondernemingsvermogen, vindt dit hoofdstuk op verzoek van de verkrijger van wie de gerechtigdheid toeneemt, toepassing op basis van de aldus ontstane gerechtigdheid.

  • 2

    Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op de verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap waarin de erflater was gerechtigd. De vorige volzin is niet van toepassing op de echtgenoot van de erflater.

  • 3

    Dit artikel vindt uitsluitend toepassing indien de verdeling van de nalatenschap, onderscheidenlijk de huwelijksgoederengemeenschap heeft plaatsgevonden binnen twee jaren na het overlijden van de erflater.

  • 4

    Het verzoek, bedoeld in het eerste en tweede lid, geschiedt door het doen van aangifte binnen acht maanden nadat de in het eerste lid onderscheidenlijk tweede lid bedoelde verdeling heeft plaatsgevonden.


Vierde Boek Arbitrage


Boek 10 Internationaal privaatrecht

Boek 10 Internationaal privaatrecht


Hoofdstuk 5 Bepalingen met betrekking tot het bewaren van bewijsstukken en training

Hoofdstuk 5 Bepalingen met betrekking tot het bewaren van bewijsstukken en training


Titel 1 Koop en ruil


Titel 3 Het erfrecht bij versterf van de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot en van de kinderen alsmede andere wettelijke rechten

Titel 3 Het erfrecht bij versterf van de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot en van de kinderen alsmede andere wettelijke rechten


Titel 5 Het huwelijk


Inleidende bepalingen


Artikel 1a

  • 1

    De inspecteur stelt de datum met ingang waarvan ingevolge artikel 1a, derde lid, eerste volzin, van de wet, het tweede lid van dat artikel niet van toepassing is, vast:

    • a.

      op de datum van dagtekening van de beschikking bedoeld in het derde lid van dat artikel; dan wel

    • b.

      indien degene die het verzoek indient zulks wenst, op een in het verzoek aangegeven latere datum.

  • 2

    De wederopzegging als bedoeld in artikel 1a, derde lid, tweede volzin, van de wet, dient schriftelijk te geschieden.

  • 3

    De inspecteur stelt de datum met ingang waarvan na de wederopzegging artikel 1a, tweede lid, van de wet, wederom van toepassing is, vast, met inachtneming van het derde lid, tweede volzin, van dat artikel, op 1 januari van het jaar volgend op dat waarin de wederopzegging is ontvangen.


Artikel 1b

In geval moet worden aangetoond dat een vervoermiddel een nieuw vervoermiddel is, dienen zodanig deugdelijke gegevens te worden overgelegd dat aan de hand daarvan kan worden vastgesteld dat het vervoermiddel een nieuw vervoermiddel is. In ieder geval moeten worden overgelegd:


Tweede afdeling Homologatie van een onderhands akkoord

Tweede afdeling Homologatie van een onderhands akkoord



Hoofdstuk I Belastingplicht

Hoofdstuk I Belastingplicht


Hoofdstuk IIA Heffing ter zake van intracommunautaire verwervingen

Hoofdstuk IIA Heffing ter zake van intracommunautaire verwervingen


Wet van 23 maart 2016, houdende regels over het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving (Omgevingswet)


Artikel 1

Onder de naam 'loonbelasting' wordt van werknemers of hun inhoudingsplichtige, van artiesten, van beroepssporters, van buitenlandse gezelschappen en van bij of krachtens deze wet aan te wijzen andere personen een directe belasting geheven.


Wet van 23 maart 2016, houdende regels over het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving (Omgevingswet)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen, die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben dat het wenselijk is om, mede gelet op internationaalrechtelijke verplichtingen en artikel 21 van de Grondwet, met het oog op duurzame ontwikkeling, samenhangende, doelmatige en vereenvoudigde regels te stellen over het beschermen en benutten van de fysieke leefomgeving;

Zo is het, dat Wij, de Afdeling advisering van de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:


Artikel 2

  • 1

    Werknemer is de natuurlijke persoon die tot een inhoudingsplichtige in privaatrechtelijke of in publiekrechtelijke dienstbetrekking staat of van een inhoudingsplichtige loon geniet uit een vroegere privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking van hemzelf of van een ander, dan wel uit een bestaande privaatrechtelijke of publiekrechtelijke dienstbetrekking van een ander.

  • 2

    Degene die van een Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersoon loon geniet uit een dienstbetrekking tot een niet-inhoudingsplichtige dan wel loon in de vorm van premies voor werkaanvaarding ten behoeve van uitkeringsgerechtigden, wordt geacht tot die rechtspersoon in dienstbetrekking te staan.

  • 3

    Tenzij werkzaamheden zijn of worden verricht in een functie van bestuurder of commissaris van een in Nederland gevestigd lichaam, dan wel in dienstbetrekking bij de Staat der Nederlanden of in het kader van een uitzending op grond van een verdrag waarbij de Staat der Nederlanden partij is, is het eerste lid niet van toepassing op personen die niet in Nederland wonen, met betrekking tot een geheel buiten Nederland vervulde dienstbetrekking. Voor werkzaamheden die zijn of worden verricht aan boord van schepen of luchtvaartuigen in het internationale verkeer van een onderneming waarvan de leiding in Nederland is gevestigd, is de eerste volzin slechts van toepassing indien wordt voldaan aan de in het vierde lid gestelde voorwaarden.

  • 4

    Het eerste lid is eveneens niet van toepassing op personen die niet in Nederland wonen, met betrekking tot een nagenoeg geheel buiten Nederland vervulde dienstbetrekking, anders dan de dienstbetrekkingen die in het derde lid, eerste volzin, zijn genoemd, indien:

    • a.

      het loon is onderworpen aan een belasting naar het inkomen die door of vanwege Aruba, Curaçao, Sint Maarten, de BES eilanden of een andere mogendheid wordt geheven, en

    • b.

      het loon niet op grond van een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting of op grond van enige andere regel van interregionaal of internationaal recht in feite slechts in Nederland aan een belasting naar het inkomen is onderworpen.

  • 5

    Het eerste lid is eveneens niet van toepassing op personen die niet in Nederland wonen, met betrekking tot een gedeeltelijk, maar niet nagenoeg geheel buiten Nederland vervulde dienstbetrekking, anders dan de dienstbetrekkingen die in het derde lid, eerste volzin, zijn genoemd, voorzover het loon uit die dienstbetrekking met inachtneming van verdragen waarbij de Staat der Nederlanden partij is, feitelijk is onderworpen aan een belasting naar het inkomen die door of vanwege Aruba, Curaçao, Sint Maarten, de BES eilanden of een andere mogendheid wordt geheven.

  • 6

    Het eerste lid is eveneens niet van toepassing op personen die als vrijwilliger uitsluitend vergoedingen of verstrekkingen ontvangen met een gezamenlijke waarde van ten hoogste € 210 per maand en € 2.100 per kalenderjaar. Hierbij wordt onder vrijwilliger verstaan degene die niet bij wijze van beroep arbeid verricht voor een algemeen nut beogende instelling, een sportorganisatie of een niet als zodanig aan te merken lichaam dat niet is onderworpen aan de vennootschapsbelasting of daarvan is vrijgesteld.

  • 7

    Bij het begin van het kalenderjaar worden de in het zesde lid genoemde bedragen bij ministeriële regeling vervangen door andere bedragen. Het bedrag per kalenderjaar wordt berekend door het te vervangen bedrag te vermenigvuldigen met de tabelcorrectiefactor, bedoeld in artikel 10.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, en vervolgens de nodig geachte afronding aan te brengen. Indien in het voorafgaande kalenderjaar een dergelijke afronding is toegepast, kan bij vervanging worden uitgegaan van het niet-afgeronde bedrag. Het bedrag per maand wordt berekend door het volgens de tweede zin berekende bedrag per kalenderjaar te vermenigvuldigen met 1/10.

  • 8

    Krachtens wettelijk vruchtgenot aan een kind ontleend loon wordt geacht door het kind te zijn genoten.

  • 9

    Loon in de vorm van periodieke uitkeringen welke van publiekrechtelijke aard zijn, kan in het kalenderjaar waarin de verstrekking van die uitkeringen aanvangt dan wel eindigt volgens bij ministeriële regeling te stellen regels worden geacht niet te zijn genoten door de werknemer doch door zijn partner in de zin van artikel 1.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001.


Artikel 3

  • 1

    Als dienstbetrekking wordt beschouwd de arbeidsverhouding van:

    • a.

      degene, die, anders dan in de uitoefening van een bedrijf of in de zelfstandige uitoefening van een beroep, en anders dan als thuiswerker, ingevolge een overeenkomst tot aanneming van werk als bedoeld in artikel 750 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, persoonlijk een werk tot stand brengt;

    • b.

      degene, die de in onderdeel a bedoelde persoon bij het tot stand brengen van dat werk bijstaat;

    • c.

      degene, die krachtens overeenkomst met een ander tegen beloning geregeld zijn bemiddeling verleent tot het tot stand komen van overeenkomsten tussen daartoe door hem te bezoeken personen en die ander, mits hij de bedoelde bemiddeling uitsluitend voor die ander verleent, het verlenen van die bemiddeling niet een voor hem bijkomstige werkzaamheid is en hij zich daarbij doorgaans niet door meer dan twee andere personen laat bijstaan;

    • d.

      degene, die krachtens overeenkomst met een ander tegen beloning geregeld zijn bemiddeling verleent tot het tot stand komen van overeenkomsten tussen daartoe door hem te bezoeken personen en een opdrachtgever van die ander, mits hij de bedoelde bemiddeling uitsluitend voor die ander verleent, het verlenen van die bemiddeling niet een voor hem bijkomstige werkzaamheid is en hij zich daarbij doorgaans niet door meer dan twee andere personen laat bijstaan;

    • e.

      degene, die werkzaam is om vakbekwaamheid te verwerven, onder wie mede wordt begrepen degene, die als leerling van een instelling van onderwijs praktisch werkzaam is, alsmede degene, die aan een bedrijfsschool opleiding ontvangt, een en ander indien een beloning wordt genoten, die niet uitsluitend bestaat in het ontvangen van onderricht;

    • f.

      het kind van 15 jaar of ouder dat werkzaam is in de onderneming van zijn ouder, tenzij die onderneming deel uitmaakt van een samenwerkingsverband met het kind en het kind daaruit als ondernemer als bedoeld in artikel 3.4 van de Wet inkomstenbelasting 2001 winst uit onderneming geniet;

    • g.

      degene, die in de zin van artikel 4 van de Ziektewet (Stb. 1987, 88) als bestuurder werkzaam is ten behoeve van een coöperatie;

    • h.

      de bestuurder van een vennootschap als bedoeld in artikel 132, derde lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, mits hij geen niet uitvoerende bestuurder als bedoeld in artikel 129a, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek is.

  • 2

    Het eerste lid, onderdelen a en b, vindt geen toepassing indien de in onderdeel a bedoelde overeenkomst rechtstreeks is aangegaan met een natuurlijk persoon ten behoeve van diens persoonlijke aangelegenheden.


Artikel 4

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regelen worden gesteld, ingevolge welke eveneens als dienstbetrekking wordt beschouwd de arbeidsverhouding van:

  • a.

    degene, die als thuiswerker arbeid verricht;

  • b.

    degene, die de onder a bedoelde persoon als hulp bij het verrichten van de arbeid bijstaat;

  • c.

    degene, die een tak van sport op topniveau beoefent en ter zake daarvan een inkomensvoorziening of een kostenvergoeding geniet;

  • d.

    degene, die arbeid verricht ten behoeve van een lichaam waarin hij of zijn partner als bedoeld in artikel 12a, vijfde lid, onderdeel a, een aanmerkelijk belang heeft in de zin van de Wet inkomstenbelasting 2001;

  • e.

    degene, die tegen beloning persoonlijk arbeid verricht en wiens arbeidsverhouding niet reeds ingevolge de voorgaande bepalingen als dienstbetrekking wordt beschouwd, doch hiermede maatschappelijk gelijk kan worden gesteld;

  • f.

    degene die uit een arbeidsverhouding die niet op grond van een andere bepaling als dienstbetrekking wordt beschouwd een beloning geniet, mits diegene vooraf aan de inspecteur meldt, door middel van een gezamenlijke verklaring van hemzelf en de beoogde inhoudingsplichtige, dat zijn arbeidsverhouding als dienstbetrekking moet worden beschouwd.


Artikel 5

  • 1

    Als dienstbetrekking wordt niet beschouwd de arbeidsverhouding van degene die uitsluitend of nagenoeg uitsluitend diensten verricht ten behoeve van het huishouden van de natuurlijke persoon tot wie hij in dienstbetrekking staat, indien hij de diensten doorgaans op minder dan vier dagen per week verricht.

  • 2

    Onder het verrichten van diensten ten behoeve van een huishouden wordt voor de toepassing van dit artikel mede verstaan het verlenen van zorg aan de leden van dat huishouden.


Artikel 5a

  • 1

    Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder artiest: degene die ingevolge een overeenkomst van korte duur als musicus of anderszins als artiest optreedt, tenzij:

    • a.

      hij inwoner is van Aruba, Curaçao, Sint Maarten, de BES eilanden of een land waarmee de Staat der Nederlanden een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting heeft gesloten; of

    • b.

      hij het optreden rechtstreeks is overeengekomen met een natuurlijke persoon ten behoeve van diens persoonlijke aangelegenheden; of

    • c.

      hij voldoet aan bij algemene maatregel van bestuur te stellen voorwaarden.

  • 2

    Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder beroepssporter: degene die ingevolge een overeenkomst van korte duur als beroep een tak van sport beoefent, tenzij:

    • a.

      hij in Nederland woont, of

    • b.

      hij inwoner is van Aruba, Curaçao, Sint Maarten, de BES eilanden of een land waarmee de Staat der Nederlanden een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting heeft gesloten; of

    • c.

      hij de sportbeoefening rechtstreeks is overeengekomen met een natuurlijke persoon ten behoeve van diens persoonlijke aangelegenheden.

  • 3

    Ingeval een artiest of beroepssporter optreedt of als beroep een tak van sport beoefent in het kader van een dienstbetrekking tot een in Nederland gevestigde inhoudingsplichtige, is hij voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen werknemer.

  • 4

    Ingeval een niet in Nederland wonende artiest of beroepssporter optreedt of als beroep een tak van sport beoefent in het kader van een dienstbetrekking tot een inhoudingsplichtige die niet in Nederland is gevestigd, vindt de heffing van loonbelasting plaats ingevolge de regelingen zoals die gelden voor artiesten en beroepssporters.


Artikel 5b

  • 1

    Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder buitenlands gezelschap: een groep van hoofdzakelijk niet in Nederland wonende natuurlijke personen of gevestigde lichamen waarbij de leden van de groep individueel of gezamenlijk ingevolge een overeenkomst van korte duur als artiest in Nederland optreden of als beroep een tak van sport in Nederland beoefenen, tenzij:

    • 1°.

      het optreden of de sportbeoefening rechtstreeks is overeengekomen met een natuurlijk persoon ten behoeve van diens persoonlijke aangelegenheden, of

    • 2°.

      volgens bij ministeriële regeling te stellen regels aannemelijk wordt gemaakt dat het gezelschap hoofdzakelijk bestaat uit leden die inwoner zijn dan wel gevestigd zijn in een land waarmee de Staat der Nederlanden een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting heeft gesloten of inwoner zijn van dan wel gevestigd zijn in Nederland of op Aruba, Curaçao, Sint Maarten of de BES eilanden.

  • 2

    De rechten die een buitenlands gezelschap heeft en de verplichtingen die daarop rusten, komen toe aan elk lid van het gezelschap en rusten op elk lid van het gezelschap. Een lid kan zich doen vertegenwoordigen door een lid dat als leider van het gezelschap fungeert.

  • 3

    Ingeval een lid van een buitenlands gezelschap optreedt of als beroep een tak van sport beoefent in het kader van een dienstbetrekking tot een inhoudingsplichtige die niet in Nederland is gevestigd, vindt de heffing van loonbelasting plaats ingevolge de regelingen zoals die gelden voor het buitenlandse gezelschap.


Artikel 6

  • 1

    Inhoudingsplichtige is:

    • a.

      degene, tot wie een of meer personen in dienstbetrekking staan;

    • b.

      degene, die aan een of meer personen loon uit een vroegere dienstbetrekking tot hemzelf of tot een ander verstrekt;

    • c.

      degene, die ingevolge een aanspraak die niet tot het loon behoort, aan een of meer personen uitkeringen of verstrekkingen uit een dienstbetrekking tot een ander doet.

  • 2

    Wie niet in Nederland woont of gevestigd is, wordt slechts als inhoudingsplichtige beschouwd voor zover hij:

    • a.

      in Nederland een vaste inrichting voor de uitoefening van zijn bedrijf, beroep of andere bezigheid of een in Nederland wonende of gevestigde vaste vertegenwoordiger heeft, dan wel

    • b.

      een of meer personen in dienst heeft van wie het loon is onderworpen aan de inkomstenbelasting, met betrekking tot deze personen de loonadministratie in Nederland houdt en zich voor deze personen als inhoudingsplichtige bij de inspecteur heeft gemeld.

  • 3

    Voor de toepassing van het tweede lid, onderdeel a, wordt onder vaste inrichting of vaste vertegenwoordiger verstaan:

    • a.

      een vaste inrichting of vaste vertegenwoordiger als bedoeld in artikel 3, vierde tot en met twaalfde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969;

    • b.

      het verrichten van werkzaamheden in het kader van een onderneming gedurende een aaneengesloten periode van ten minste 30 dagen, indien die werkzaamheden plaatsvinden in, op of boven het Noordzeewinningsgebied, waarbij het Noordzeewinningsgebied bestaat uit de territoriale zee van Nederland alsmede het buiten de territoriale zee onder de Noordzee gelegen deel van de zeebodem en de ondergrond daarvan, voor zover het Koninkrijk der Nederlanden daar op grond van het internationale recht rechten mag uitoefenen;

    • c.

      het verrichten van werkzaamheden die gericht zijn op het verlenen van tussenkomst ten behoeve van degenen die tegen beloning persoonlijke arbeid in Nederland verrichten en een derde ten behoeve van wie die arbeid wordt verricht.

  • 4

    Diplomatieke, consulaire en andere vertegenwoordigers van andere Mogendheden en de hun toegevoegde ambtenaren, alsmede bij ministeriële regeling aan te wijzen internationale organisaties en vertegenwoordigers en functionarissen daarvan, worden niet als inhoudingsplichtigen beschouwd.

  • 5

    Ingeval artikel 19b toepassing vindt, is in afwijking van het eerste lid voor de aanspraak die ingevolge dat artikel als loon wordt aangemerkt, inhoudingsplichtige degene die als verzekeraar van die aanspraak optreedt.

  • 6

    Een in Nederland gevestigd onderdeel van een concern waartoe ook een onderdeel behoort dat op grond van het tweede of derde lid als inhoudingsplichtige wordt aangemerkt, kan op gezamenlijk verzoek van deze concernonderdelen, in afwijking in zoverre van het eerste, tweede en derde lid, door de inspecteur, die daarbij voorwaarden kan stellen, worden aangewezen als inhoudingsplichtige voor een of meer personen die bij het niet in Nederland gevestigde concernonderdeel in dienst zijn. De aanwijzing en de daarbij gestelde voorwaarden kunnen, al dan niet op verzoek, worden gewijzigd of ingetrokken. Aanwijzing, wijziging of intrekking vinden plaats bij voor bezwaar vatbare beschikking.


Artikel 6a [Vervallen per 01-05-2016]

[Vervallen]


Artikel 7

Als degene tot wie de dienstbetrekking bestaat, wordt beschouwd:

  • a.

    bij toepassing van artikel 3, eerste lid, onderdelen a en b: de aanbesteder;

  • b.

    bij toepassing van artikel 3, eerste lid, onderdelen c en d: degene met wie de overeenkomst tot bemiddeling is gesloten;

  • c.

    bij toepassing van artikel 3, eerste lid, onderdeel e: degene bij wie de werkzaamheden worden verricht of de opleiding wordt genoten;

  • d.

    bij toepassing van artikel 3, eerste lid, onderdeel f: de ouder;

  • e.

    bij toepassing van artikel 3, eerste lid, onderdeel g: de coöperatie;

  • f.

    bij toepassing van artikel 3, eerste lid, onderdeel h: de vennootschap;

  • g.

    bij toepassing van artikel 4, onderdeel a: de opdrachtgever;

  • h.

    bij toepassing van artikel 4, onderdeel b: de thuiswerker;

  • i.

    bij toepassing van artikel 4, onderdeel c: degene met wie de inkomensvoorziening of kostenvergoeding is overeengekomen;

  • j.

    bij toepassing van artikel 4, onderdeel d: het lichaam;

  • k.

    bij toepassing van artikel 4, onderdelen e en f: degene die bij de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 4, als inhoudingsplichtige is aangewezen.


Artikel 8

Bij ministeriële regeling kan, in overeenstemming met Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, een ander dan de persoon bedoeld in artikel 6 of artikel 7 worden aangewezen als inhoudingsplichtige met betrekking tot:

  • a.

    degene, die krachtens overeenkomst met een ander tegen beloning geregeld zijn bemiddeling verleent tot het tot stand komen van overeenkomsten tussen daartoe door hem te bezoeken personen en een opdrachtgever van die ander;

  • b.

    degene, die een thuiswerker als hulp bij het verrichten van de arbeid bijstaat;

  • c.

    degene, die als beroep een tak van sport beoefent.


Artikel 8a

  • 1

    Ten aanzien van een artiest, beroepssporter of buitenlands gezelschap is inhoudingsplichtige:

    • a.

      voorzover de gage wordt ontvangen van degene met wie het optreden of de sportbeoefening is overeengekomen: degene met wie het optreden of de sportbeoefening is overeengekomen;

    • b.

      voorzover de gage wordt ontvangen van een derde: deze derde.

  • 2

    Wie niet in Nederland woont of gevestigd is, wordt slechts als inhoudingsplichtige beschouwd voorzover hij in Nederland een vaste inrichting voor de uitoefening van zijn bedrijf, beroep of andere bezigheid heeft, dan wel een in Nederland wonende of gevestigde vaste vertegenwoordiger. Hierbij wordt mede als vaste inrichting aangemerkt het in Nederland verrichten of doen verrichten van werkzaamheden die gericht zijn op het in Nederland laten optreden van artiesten, beroepssporters of buitenlandse gezelschappen.

  • 3

    Bij ministeriële regeling kan, in overeenstemming met Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de inhoudingsplicht worden verlegd naar een andere persoon dan voortvloeit uit de toepassing van het eerste of tweede lid.


Slotformulier en ondertekening

Lasten en bevelen dat deze in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat alle ministeries, autoriteiten, colleges en ambtenaren die zulks aangaat, aan de nauwkeurige uitvoering de hand zullen houden.

Gegeven te Wassenaar 23 maart 2016 Willem-Alexander

De Minister van Infrastructuur en Milieu, M.H. Schultz van Haegen-Maas Geesteranus

De Staatssecretaris van Economische Zaken, M.H.P. van Dam

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, R.H.A. Plasterk

De Minister voor Wonen en Rijksdienst, S.A. Blok

De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, M. Bussemaker

Uitgegeven de zesentwintigste april 2016 De Minister van Veiligheid en Justitie, G.A. van der Steur


Bijlage bij artikel 1.1 van deze wet

Bijlage bij artikel 1.1 van deze wet

A Begrippen

Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt, tenzij anders bepaald, verstaan onder:

  • afvalstoffen: afvalstoffen waarop de Wet milieubeheer van toepassing is;

  • afvalwater: alle water waarvan de houder zich ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen;

  • alarmeringswaarde: alarmeringswaarde als bedoeld in artikel 19.10;

  • andere milieubelastende installatie: vaste technische eenheid waarin een milieubelastende activiteit, anders dan een activiteit als bedoeld in bijlage I bij de richtlijn industriële emissies, wordt verricht en ook andere activiteiten die worden verricht op dezelfde locatie die met die activiteit rechtstreeks samenhangen, in technisch verband staan en gevolgen kunnen hebben voor de emissies en verontreiniging;

  • archeologisch monument: archeologisch monument als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet;

  • archeologische toevalsvondst van algemeen belang: onverwachte vondst in of op de bodem, anders dan bij het doen van opgravingen als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet, voor zover evident of vermoedelijk van algemeen belang uit het oogpunt van de archeologische monumentenzorg;

  • autosnelweg: op grond van de Wegenverkeerswet 1994 aangeduide autosnelweg;

  • autoweg: op grond van de Wegenverkeerswet 1994 aangeduide autoweg;

  • beheer van afvalstoffen: beheer van afvalstoffen als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer;

  • beheer van watersystemen: samenstel van aan watersystemen verbonden taken, gericht op het voorkomen en waar nodig beperken van overstromingen, wateroverlast en waterschaarste, in samenhang met het beschermen en verbeteren van de chemische en ecologische kwaliteit van die watersystemen en de vervulling van de op grond van deze wet aan die watersystemen toegekende maatschappelijke functies;

  • beperkingengebied: bij of krachtens de wet aangewezen gebied waar vanwege de aanwezigheid van een werk of object regels gelden over activiteiten die gevolgen hebben of kunnen hebben voor dat werk of object;

  • beperkingengebiedactiviteit: activiteit binnen een beperkingengebied;

  • bergingsgebied: gebied waaraan op grond van deze wet een functie voor waterstaatkundige doeleinden is toegedeeld, niet zijnde een oppervlaktewaterlichaam of onderdeel daarvan, dat dient ter verruiming van de bergingscapaciteit van een of meer watersystemen en dat ook als bergingsgebied op de legger is opgenomen;

  • beschermen van het milieu: beschermen en verbeteren van het milieu;

  • besluit geldelijke regelingen: besluit als bedoeld in artikel 12.36;

  • beste beschikbare technieken: het meest doeltreffende en geavanceerde ontwikkelingsstadium van de activiteiten en exploitatiemethoden waarbij de praktische bruikbaarheid van speciale technieken om het uitgangspunt voor de emissiegrenswaarden en andere vergunningsvoorwaarden te vormen is aangetoond, met als doel emissies en gevolgen voor het milieu in zijn geheel te voorkomen of, wanneer dit niet mogelijk is, te beperken, waarbij wordt verstaan onder:

    • a.

      «technieken»: zowel de toegepaste technieken als de wijze waarop de installatie wordt ontworpen, gebouwd, onderhouden, geëxploiteerd en ontmanteld,

    • b.

      «beschikbare»: op zodanige schaal ontwikkeld dat de betrokken technieken, kosten en baten in aanmerking genomen, economisch en technisch haalbaar in de betrokken industriële context kunnen worden toegepast, onafhankelijk van de vraag of die technieken wel of niet binnen Nederland worden toegepast of geproduceerd, mits zij voor de exploitant op redelijke voorwaarden toegankelijk zijn, en

    • c.

      «beste»: het meest doeltreffend voor het bereiken van een hoog algemeen niveau van bescherming van het milieu in zijn geheel;

  • bijzonder nationaal natuurgebied: natuurgebied als bedoeld in artikel 2.44, tweede lid;

  • bijzondere spoorweg: spoorweg die niet als hoofdspoorweg of lokale spoorweg is aangewezen;

  • binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen: activiteit die is gericht op het bewerkstelligen van het binnen of buiten het grondgebied van Nederland brengen;

  • bodem: het vaste deel van de aarde met de zich daarin bevindende vloeibare en gasvormige bestanddelen en organismen;

  • bouwactiviteit: activiteit inhoudende het bouwen van een bouwwerk;

  • bouwen: plaatsen, geheel of gedeeltelijk oprichten, vernieuwen, veranderen of vergroten;

  • bouwwerk: constructie van enige omvang van hout, steen, metaal of ander materiaal, die op de plaats van bestemming hetzij direct of indirect met de grond verbonden is, hetzij direct of indirect steun vindt in of op de grond, bedoeld om ter plaatse te functioneren, met inbegrip van de daarvan deel uitmakende bouwwerkgebonden installaties anders dan een schip dat wordt gebruikt voor verblijf van personen en dat is bestemd en wordt gebruikt voor de vaart;

  • buitenplanse omgevingsplanactiviteit: activiteit, inhoudende:

    • a.

      een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, of

    • b.

      een andere activiteit die in strijd is met het omgevingsplan;

  • burgerluchthaven van regionale betekenis: luchthaven, niet zijnde de luchthaven Schiphol, een overige burgerluchthaven van nationale betekenis of een militaire luchthaven;

  • Commissie voor de milieueffectrapportage: het adviesorgaan, genoemd in artikel 17.5;

  • cultureel erfgoed: monumenten, archeologische monumenten, stads- en dorpsgezichten, cultuurlandschappen en, voor zover dat voorwerp is of kan zijn van een evenwichtige toedeling van functies aan locaties in het omgevingsplan, ander cultureel erfgoed als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet;

  • delfstoffen: delfstoffen als bedoeld in artikel 1, onder a, van de Mijnbouwwet;

  • dieren: in ieder geval dieren in al hun ontwikkelingsstadia, levend of dood, delen van dieren, uit deze dieren verkregen producten, of andere zaken voor zover uit een begeleidend document, de verpakking, een merk of etiket, of uit andere omstandigheden blijkt dat het gaat om delen van dieren of daaruit verkregen producten, met uitzondering van eieren;

  • doelen van de wet: de doelen, bedoeld in artikel 1.3;

  • duurzame ontwikkeling: ontwikkeling die voorziet in de behoeften van de huidige generatie zonder de mogelijkheden voor toekomstige generaties om in hun eigen behoeften te voorzien in gevaar te brengen;

  • eieren: eieren en schalen van eieren;

  • emissie: directe of indirecte uitstoot, uit puntbronnen of diffuse bronnen, van stoffen, trillingen, warmte of geluid in de lucht, het water of de bodem;

  • energie-infrastructuur: werken, kabels of leidingen, waaronder lege buizen, ondergrondse ondersteuningswerken en beschermingswerken, bestemd voor opwekking of winning, transport en opslag van elektriciteit, respectievelijk stoffen als energiedrager;

  • faunabeheereenheid: faunabeheereenheid als bedoeld in artikel 8.1;

  • faunabeheerplan: faunabeheerplan als bedoeld in artikel 8.1;

  • flora- en fauna-activiteit: activiteit met mogelijke gevolgen voor van nature in het wild levende dieren of planten;

  • gebouw: bouwwerk dat een voor mensen toegankelijke overdekte geheel of gedeeltelijk met wanden omsloten ruimte vormt;

  • gedoogplichtbeschikking: beschikking tot oplegging van een gedoogplicht als bedoeld in afdeling 10.3;

  • gelijkwaardige maatregel: gelijkwaardige maatregel als bedoeld in artikel 4.7;

  • gemeentelijk voorkeursrecht: voorkeursrecht op naam van een gemeente;

  • gesloten stortplaats: gesloten stortplaats als bedoeld in artikel 8.47, eerste lid, onder b, van de Wet milieubeheer;

  • gevaarlijke afvalstof: gevaarlijke afvalstof als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer;

  • grondwater: water dat zich onder het bodemoppervlak in de verzadigde zone bevindt en dat in direct contact met de bodem of ondergrond staat;

  • grondwaterlichaam: afzonderlijke grondwatermassa in een of meer watervoerende lagen;

  • habitat van een soort: door specifieke abiotische en biotische factoren bepaald milieu waarin de soort tijdens een van de fasen van zijn biologische cyclus leeft;

  • herbeplanten: door aanplant, bezaaiing of natuurlijke verjonging of op andere wijze realiseren van een nieuwe houtopstand;

  • herverkaveling: samenvoeging van onroerende zaken in een gebied, verdeling van het gebied in kavels en toewijzing van die kavels aan eigenaren;

  • herverkavelingsblok: een geheel van in een herverkaveling opgenomen onroerende zaken;

  • hoofdspoorweg: spoorweg als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Spoorwegwet;

  • hoofdspoorweginfrastructuur: hoofdspoorweginfrastructuur als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Spoorwegwet;

  • houtopstand: zelfstandige eenheid van bomen, boomvormers, struiken, hakhout of griend;

  • infrastructuur: wegen en vaarwegen, waaronder routenetwerken voor wandelen, fietsen en varen, spoorwegen, havens, luchthavens, energie-infrastructuur, telecommunicatie-infrastructuur, buisleidingen, openbare hemelwater- en ontwateringsstelsels en vuilwaterriolen, infrastructuur voor watervoorzieningswerken als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Drinkwaterwet en andere vitale infrastructuur;

  • inrichtingsbesluit: besluit als bedoeld in artikel 12.7;

  • inrichtingsprogramma: programma als bedoeld in artikel 3.14a;

  • instandhoudingsdoelstellingen: instandhoudingsdoelstellingen als bedoeld in artikel 2.44, eerste lid;

  • internationaalrechtelijke verplichting: verplichting op grond van een voor Nederland verbindend verdrag of besluit van een volkenrechtelijke organisatie;

  • invasieve uitheemse soort: uitheemse soort waarvan is vastgesteld dat de introductie of verspreiding ervan een bedreiging is of nadelige gevolgen heeft voor de biodiversiteit en aanverwante ecosysteemdiensten;

  • ippc-installatie: installatie als bedoeld in artikel 3, onder 3, van de richtlijn industriële emissies, voor zover daarin een activiteit als bedoeld in bijlage I bij die richtlijn wordt verricht;

  • jacht: bemachtigen, opzettelijk doden of met het oog daarop opsporen van dieren van soorten, genoemd in artikel 8.3, vierde lid, en het doen van pogingen daartoe, in een jachtveld, in overeenstemming met de regels over de uitoefening van de jacht, gesteld op grond van artikel 4.3, eerste lid, onder k;

  • jachtgeweeractiviteit: het gebruik van een geweer om in het wild levende dieren te doden;

  • jachthouder: degene die op grond van artikel 8.3 gerechtigd is tot het uitoefenen van de jacht in een jachtveld;

  • jachtveld: voor de uitoefening van de jacht bestemd of geschikt terrein;

  • kavel: een aaneengesloten oppervlakte gronden van een eigenaar, omgeven door gronden van andere eigenaren of door openbare wegen of spoorwegen, of door niet overschrijdbare waterlopen;

  • korpschef: korpschef als bedoeld in artikel 27 van de Politiewet 2012;

  • landinrichtingsactiviteit: activiteit die gevolgen heeft of kan hebben voor de uitvoering van een inrichtingsprogramma;

  • landschappen: gebieden zoals die door mensen worden waargenomen, waarvan het karakter wordt bepaald door natuurlijke of menselijke factoren en de interactie daartussen;

  • legger: legger als bedoeld in artikel 2.39;

  • lokale spoorweg: spoorweg die krachtens artikel 2, eerste lid, van de Wet lokaal spoor als zodanig is aangewezen;

  • lokale spoorweginfrastructuur: de elementen, bedoeld in artikel 2, vijfde lid, van de Wet lokaal spoor;

  • lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam: activiteit, niet zijnde een stortingsactiviteit op zee, inhoudende het brengen van stoffen, warmte of water direct op een oppervlaktewaterlichaam, voor zover het gaat om de gevolgen van die stoffen of warmte of dat water voor het watersysteem;

  • lozingsactiviteit op een zuiveringtechnisch werk: activiteit inhoudende het brengen van stoffen, warmte of water met behulp van een werk, niet zijnde een openbaar vuilwaterriool, in een zuiveringtechnisch werk in exploitatie bij een waterschap of een rechtspersoon die door het bestuur van een waterschap met de zuivering van stedelijk afvalwater is belast, voor zover het gaat om de gevolgen van die stoffen of warmte of dat water voor het zuiveringtechnisch werk of het watersysteem;

  • luchthaven: luchthaven als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet luchtvaart;

  • luchthavenbesluit: luchthavenbesluit als bedoeld in artikel 1.1, eerste lid, van de Wet luchtvaart;

  • maatwerkregels: maatwerkregels als bedoeld in artikel 4.6;

  • maatwerkvoorschriften: maatwerkvoorschriften als bedoeld in artikel 4.5;

  • mijnbouwinstallatie: mijnbouwinstallatie als bedoeld in artikel 1, onder o, van de Mijnbouwwet;

  • mijnbouwlocatieactiviteit: activiteit inhoudende het gebruiken van een locatie in een oppervlaktewaterlichaam voor:

    • a.

      een mijnbouwinstallatie, met inbegrip van het voor die installatie geldende beperkingengebied, of

    • b.

      een verkenningsonderzoek, met uitzondering van het bij dat onderzoek gebruiken van ontplofbare stoffen;

  • mijnbouwwerk: mijnbouwwerk als bedoeld in artikel 1, onder n, van de Mijnbouwwet;

  • milieubelastende activiteit: activiteit die nadelige gevolgen voor het milieu kan veroorzaken, niet zijnde een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam of een lozingsactiviteit op een zuiveringtechnisch werk of een wateronttrekkingsactiviteit;

  • milieueffectrapport: milieueffectrapport als bedoeld in afdeling 16.4;

  • militaire luchthaven: militaire luchthaven als bedoeld in artikel 10.12, eerste lid, van de Wet luchtvaart;

  • monument: monument als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet;

  • nationaal park: gebied met belangrijke natuurwetenschappelijke of landschappelijke kwaliteiten;

  • nationaal voorkeursrecht: voorkeursrecht op naam van de Staat;

  • Natura 2000: Europees ecologisch netwerk dat bestaat uit de speciale beschermingszones, bedoeld in artikel 4, eerste en tweede lid, van de vogelrichtlijn en artikel 1, onder l, van de habitatrichtlijn;

  • Natura 2000-activiteit: activiteit, inhoudende het realiseren van een project als bedoeld in artikel 6, derde lid, van de habitatrichtlijn dat niet direct verband houdt met of nodig is voor het beheer van een Natura 2000-gebied, maar afzonderlijk of in combinatie met andere plannen of projecten significante gevolgen kan hebben voor een Natura 2000-gebied;

  • Natura 2000-gebied: gebied dat:

    • a.

      door de bevoegde autoriteit van het land waarin het gebied is gelegen is aangewezen als speciale beschermingszone, ter uitvoering van de artikelen 3, tweede lid, onder a, en 4, eerste en tweede lid, van de vogelrichtlijn of de artikelen 3, tweede lid, en 4, vierde lid, van de habitatrichtlijn, of

    • b.

      is opgenomen op de lijst van gebieden van communautair belang, bedoeld in artikel 4, tweede lid, van de habitatrichtlijn;

  • natuurlijke habitat: geheel natuurlijke of halfnatuurlijke land- of waterzone met bijzondere geografische, abiotische en biotische kenmerken;

  • natuurlijke hulpbronnen: delfstoffen, oppervlaktedelfstoffen, water, biomassa, warmte, windenergie, zonne-energie, waterkracht en energie uit een zee, voor zover die door de mens aan de fysieke leefomgeving onttrokken kunnen worden;

  • omgevingsplan: omgevingsplan als bedoeld in artikel 2.4;

  • omgevingsplanactiviteit: activiteit, inhoudende:

    • a.

      een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die niet in strijd is met het omgevingsplan,

    • b.

      een activiteit waarvoor in het omgevingsplan is bepaald dat het is verboden deze zonder omgevingsvergunning te verrichten en die in strijd is met het omgevingsplan, of

    • c.

      een andere activiteit die in strijd is met het omgevingsplan;

  • omgevingsvergunning: omgevingsvergunning als bedoeld in afdeling 5.1;

  • omgevingsverordening: omgevingsverordening als bedoeld in artikel 2.6;

  • omgevingsvisie: omgevingsvisie als bedoeld in afdeling 3.1;

  • omgevingswaarde: omgevingswaarde als bedoeld in afdeling 2.3;

  • ongewoon voorval: gebeurtenis, ongeacht de oorzaak daarvan, die afwijkt van het normale verloop van een activiteit, zoals een storing, ongeluk, calamiteit, waardoor significante nadelige gevolgen voor de fysieke leefomgeving ontstaan of dreigen te ontstaan, waaronder:

    • a.

      een geval van een inbreuk op vergunningsvoorwaarden als bedoeld in artikel 8 van de richtlijn industriële emissies, of

    • b.

      een zwaar ongeval als bedoeld in artikel 3, onder 13, van de Seveso-richtlijn;

  • ontgrondingsactiviteit: activiteit inhoudende het ontgronden;

  • openbaar vuilwaterriool: voorziening voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater, in beheer bij een gemeente of een rechtspersoon die door een gemeente met het beheer is belast;

  • openbare registers: openbare registers als bedoeld in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek;

  • oppervlaktewaterlichaam: samenhangend geheel van vrij aan het aardoppervlak voorkomend water, met de daarin aanwezige stoffen, en de bijbehorende bodem en oevers, alsmede flora en fauna;

  • overige burgerluchthaven van nationale betekenis: luchthaven als bedoeld in artikel 8.1, tweede lid, onder a, derde of vierde lid, van de Wet luchtvaart;

  • planten: in ieder geval planten in al hun ontwikkelingsstadia, levend of dood, delen van planten, uit planten verkregen producten, geënte planten, of andere zaken voor zover uit een begeleidend document, de verpakking, een merk of etiket, of uit andere omstandigheden blijkt dat het gaat om delen van planten of daaruit verkregen producten;

  • primaire waterkering: waterkering die bescherming biedt tegen overstroming door water van een oppervlaktewaterlichaam waarvan de waterstand direct invloed ondergaat van hoge stormvloed, hoog opperwater van een van de grote rivieren, hoog water van het IJsselmeer of het Markermeer, of een combinatie daarvan, en van het Volkerak-Zoommeer, het Grevelingenmeer, het getijdedeel van de Hollandsche IJssel en de Veluwerandmeren;

  • programma: programma als bedoeld in afdeling 3.2;

  • project:

    • a.

      het bouwen van bouwwerken of de totstandbrenging van installaties of werken,

    • b.

      andere activiteiten die onderdelen van de fysieke leefomgeving wijzigen, inclusief activiteiten voor de winning van delfstoffen;

  • projectbesluit: projectbesluit als bedoeld in afdeling 5.2;

  • provinciaal voorkeursrecht: voorkeursrecht op naam van een provincie;

  • regionale wateren: watersystemen of onderdelen daarvan die niet in beheer zijn bij het Rijk;

  • rijksmonument: rijksmonument als bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet;

  • rijksmonumentenactiviteit: activiteit inhoudende het slopen, verstoren, verplaatsen of wijzigen van een rijksmonument of een voorbeschermd rijksmonument of het herstellen of gebruiken daarvan waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht;

  • rijkswateren: watersystemen of onderdelen daarvan die in beheer zijn bij het Rijk;

  • ruilbesluit: besluit als bedoeld in artikel 12.22;

  • sloopactiviteit: activiteit inhoudende het slopen van een bouwwerk;

  • slopen: geheel of gedeeltelijk afbreken of uit elkaar nemen;

  • staat van instandhouding van een natuurlijke habitat: som van de invloeden die op de betrokken natuurlijke habitat en de daar voorkomende typische soorten inwerken en op lange termijn een verandering kunnen bewerkstelligen in de natuurlijke verspreiding, de structuur en de functies van die habitat of die van invloed kunnen zijn op het voortbestaan op lange termijn van de betrokken typische soorten op het grondgebied, bedoeld in artikel 2 van de habitatrichtlijn;

  • staat van instandhouding van een soort: effect van de som van de invloeden die op de betrokken soort inwerken en op lange termijn een verandering kunnen bewerkstelligen in de verspreiding en de grootte van de populaties van die soort op het grondgebied, bedoeld in artikel 2 van de habitatrichtlijn;

  • stads- en dorpsgezichten: groepen van onroerende zaken, van algemeen belang vanwege hun schoonheid, onderlinge ruimtelijke of structurele samenhang, wetenschappelijke of cultuurhistorische waarde en in welke groepen zich een of meer monumenten bevinden;

  • stedelijk afvalwater: huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater;

  • storten: storten als bedoeld in artikel 1.1 van de Wet milieubeheer;

  • stortingsactiviteit op zee: activiteit, inhoudende:

    • a.

      het zich ontdoen van stoffen in de zee door deze vanaf vaartuigen, luchtvaartuigen of op de zeebodem opgerichte werken in de zee te brengen of op zee te verbranden, tenzij het gaat om:

      • 1°.

        handelingen die samenhangen met of voortvloeien uit het normale gebruik van het vaartuig, luchtvaartuig of werk, mits dat gebruik niet ten doel heeft het zich ontdoen van stoffen,

      • 2°.

        het plaatsen van vaste substanties of voorwerpen met een ander oogmerk dan het zich enkel ervan te ontdoen,

      • 3°.

        het achterlaten van vaste substanties of voorwerpen die aanvankelijk in de zee zijn geplaatst met een ander oogmerk dan het zich ervan te ontdoen,

    • b.

      het zich ontdoen in de zee van vaartuigen, luchtvaartuigen of op de zeebodem opgerichte werken,

    • c.

      het aan boord van een vaartuig of luchtvaartuig nemen van stoffen met het oogmerk om zich daarvan te ontdoen op een wijze als bedoeld onder a of om die in zee te brengen ten behoeve van een activiteit als bedoeld onder d, of het afgeven of opslaan van stoffen met een van die oogmerken, of

    • d.

      het in de zee brengen van stoffen vanaf vaartuigen, luchtvaartuigen of op de zeebodem opgerichte werken ten behoeve van een activiteit waarbij bewust wordt ingegrepen in het mariene milieu om natuurlijke processen te beïnvloeden en die als zodanig is aangewezen in bijlage 4 bij het Londen-protocol;

  • stortplaats: terrein waar afvalstoffen worden gestort, of het gedeelte van een terrein waar afvalstoffen worden gestort als op het terrein niet alleen afvalstoffen worden gestort, met uitzondering van winningsafvalvoorzieningen;

  • stroomgebiedsdistrict: stroomgebiedsdistrict als bedoeld in artikel 2, onder 15, van de kaderrichtlijn water;

  • telecommunicatie-infrastructuur: werken, kabels of leidingen, waaronder lege buizen, ondersteuningswerken en beschermingswerken, die onderdeel zijn van een elektronisch communicatienetwerk als bedoeld in artikel 1.1 van de Telecommunicatiewet;

  • toevalsvondst van verontreiniging op of in de bodem: onverwachte vondst van verontreiniging op of in de bodem met onaanvaardbare risico’s voor de gezondheid als gevolg van blootstelling aan die verontreiniging;

  • uitheemse soort: soort, ondersoort of lager taxum van dieren, planten, schimmels of micro-organismen die zijn geïntroduceerd buiten hun natuurlijke verspreidingsgebied, met inbegrip van alle delen, gameten, zaadcellen, eicellen of propagulen van die soort en alle kruisingen, variëteiten of rassen, die kunnen overleven en zich vervolgens kunnen voortplanten;

  • valkeniersactiviteit: het gebruik van een vogel voor het vangen of doden van een dier;

  • vellen: rooien of verrichten van andere handelingen die de dood of ernstige beschadiging van een houtopstand tot gevolg kunnen hebben;

  • verhandelen: aankopen, te koop vragen, verwerven voor commerciële doeleinden, tentoonstellen voor commerciële doeleinden, gebruik met winstoogmerk, verkopen, in bezit hebben met het oog op verkoop, ten verkoop aanbieden of vervoeren met het oog op verkoop;

  • verkenningsonderzoek: verkenningsonderzoek als bedoeld in artikel 1, onder d, van de Mijnbouwwet;

  • verontreinigende stof: een stof of groep van stoffen die, vanwege zijn eigenschappen en de introductie ervan in het milieu, schadelijk kan zijn voor het milieu of de menselijke gezondheid;

  • vervreemder:

    • a.

      eigenaar van een onroerende zaak waarop een voorkeursrecht is gevestigd, die tot vervreemding daarvan wil overgaan,

    • b.

      rechthebbende op een recht van opstal, erfpacht, beklemming of vruchtgebruik waaraan een onroerende zaak waarop een voorkeursrecht is gevestigd is onderworpen en die tot vervreemding daarvan wil overgaan, of

    • c.

      degene die bij ontbinding van een gemeenschap met de vereffening is belast en die tot vervreemding van een onroerende zaak waarop een voorkeursrecht is gevestigd wil overgaan;

  • vervreemding:

    • a.

      overdracht in eigendom of verdeling van een onroerende zaak waarop een voorkeursrecht is gevestigd,

    • b.

      overdracht, verdeling of vestiging van een recht van opstal, erfpacht, beklemming of vruchtgebruik waaraan een onroerende zaak waarop een voorkeursrecht is gevestigd is of wordt onderworpen;

  • voor menselijke consumptie bestemd water: voor menselijke consumptie bestemd water als bedoeld in artikel 2, aanhef en onder 37, van de kaderrichtlijn water;

  • voor stikstof gevoelige habitats: voor stikstof gevoelige leefgebieden voor vogelsoorten, natuurlijke habitats en habitats van soorten waarvoor een instandhoudingsdoelstelling geldt;

  • voorbereidingsbesluit: besluit als bedoeld in afdeling 4.2;

  • voorbeschermd rijksmonument: monument of archeologisch monument waarvoor de toezending van het ontwerpbesluit tot aanwijzing als rijksmonument op grond van artikel 3:13, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht heeft plaatsgevonden, vanaf de dag van die toezending tot het moment van inschrijving in het rijksmonumentenregister, bedoeld in artikel 1.1 van de Erfgoedwet, of het moment waarop vaststaat dat het monument of archeologisch monument niet wordt ingeschreven in dat register;

  • voorkeursbeslissing: beslissing als bedoeld in artikel 5.49;

  • wateractiviteit: beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een waterstaatswerk, beperkingengebiedactiviteit met betrekking tot een installatie, niet zijnde een mijnbouwinstallatie, in een waterstaatswerk, lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam, lozingsactiviteit op een zuiveringtechnisch werk, stortingsactiviteit op zee, wateronttrekkingsactiviteit of, voor zover het gaat om een waterschapsverordening, elke andere activiteit waarover die verordening regels bevat;

  • wateronttrekkingsactiviteit: activiteit inhoudende:

    • a.

      het onttrekken van water aan een oppervlaktewaterlichaam,

    • b.

      het onttrekken van grondwater door een daarvoor bestemde voorziening, of

    • c.

      het in de bodem brengen van water, ter aanvulling van het grondwater, in samenhang met het onttrekken van grondwater door een daarvoor bestemde voorziening;

  • waterschapsverordening: waterschapsverordening als bedoeld in artikel 2.5;

  • waterstaatswerk: oppervlaktewaterlichaam, bergingsgebied, waterkering of ondersteunend kunstwerk;

  • watersysteem: samenhangend geheel van een of meer oppervlaktewaterlichamen en grondwaterlichamen, met bijbehorende bergingsgebieden, waterkeringen en ondersteunende kunstwerken;

  • weg: weg met inbegrip van de daarin gelegen kunstwerken en wat verder naar zijn aard daartoe behoort;

  • werelderfgoed: op het grondgebied van Nederland gelegen cultureel en natuurlijk erfgoed dat op grond van het werelderfgoedverdrag is opgenomen in de Lijst van het Werelderfgoed;

  • wildbeheereenheid: wildbeheereenheid als bedoeld in artikel 8.2;

  • windpark: samenstel van voorzieningen waarmee elektriciteit met behulp van wind wordt geproduceerd;

  • winningsafvalstoffen: afvalstoffen die rechtstreeks afkomstig zijn uit de prospectie, winning, behandeling en opslag van mineralen en de exploitatie van groeven, met uitzondering van afvalstof afkomstig van offshore-prospectie, -winning en -behandeling van mineralen;

  • winningsafvalvoorziening: terrein waar alleen winningsafvalstoffen worden gestort of verzameld, of het gedeelte van een terrein waar winningsafvalstoffen worden gestort of verzameld;

  • zee: mariene wateren, met uitzondering van de binnenwateren van staten, met inbegrip van de zeebodem en ondergrond daarvan;

  • zuiveringtechnisch werk: werk voor het zuiveren van stedelijk afvalwater, in exploitatie bij een waterschap of gemeente, of een rechtspersoon die door het bestuur van een waterschap met de zuivering van stedelijk afvalwater is belast, met inbegrip van het bij dat werk behorende werk voor het transport van stedelijk afvalwater;

  • zwemlocatie: zwemlocatie als bedoeld in artikel 2.30.

B Verordeningen, richtlijnen en besluiten als bedoeld in artikel 288 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en internationale verdragen

Voor de toepassing van deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • algemene verordening gegevensbescherming: Verordening (EU) 2016/679 van het Europees Parlement en de Raad van 27 april 2016 betreffende de bescherming van natuurlijke personen in verband met de verwerking van persoonsgegevens en betreffende het vrije verkeer van die gegevens en tot intrekking van Richtlijn 95/46/EG (PbEU 2016, L 119);

  • benelux-overeenkomst over jacht en vogelbescherming: benelux-overeenkomst op het gebied van de jacht en de vogelbescherming (Trb. 1970, 155);

  • benelux-regelgeving over jacht en vogelbescherming: de benelux-overeenkomst inzake jacht en vogelbescherming en de beschikkingen van het Comité van Ministers van de Benelux Economische Unie die berusten op die overeenkomst;

  • cites-basisverordening: Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad van de Europese Unie van 9 december 1996 inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (PbEG 1997, L 61);

  • cites-verdrag: de op 3 maart 1973 te Washington tot stand gekomen Overeenkomst inzake de internationale handel in bedreigde en in het wild levende dier- en plantensoorten (Trb. 1975, 22);

  • drinkwaterrichtlijn: Richtlijn (EU) 2020/2184 van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2020 betreffende de kwaliteit van voor menselijke consumptie bestemd water (herschikking) (PbEU 2020, L 435);

  • Europees landschapsverdrag: op 20 oktober 2000 te Florence tot stand gekomen Verdrag van de Raad van Europa inzake het landschap (Trb. 2005, 23);

  • Europese cites-regelgeving:

    • cites-basisverordening,

    • een verordening die berust op de cites-basisverordening,

    • een andere verordening of richtlijn die betrekking heeft op het verhandelen, bezit of verwerken van aan de natuur onttrokken dieren, planten of producten daarvan, en die geheel of gedeeltelijk berust op artikel 114, 192, 207 of 352 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, of op een andere bindende EU-rechtshandeling die op een of meer van die artikelen berust;

  • Europese flegt-regelgeving:

    • flegt-basisverordening,

    • een verordening die berust op de flegt-basisverordening,

    • een andere verordening of richtlijn die betrekking heeft op het verhandelen, bezit of verwerken van aan de natuur onttrokken hout of houtproducten, en die geheel of gedeeltelijk berust op artikel 114, 192, 207 of 352 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, of op een andere bindende EU-rechtshandeling die op een of meer van die artikelen berust;

  • Europese houtregelgeving:

    • hout-basisverordening,

    • een verordening die berust op de hout-basisverordening,

    • een andere verordening of richtlijn die betrekking heeft op het verhandelen, bezit of verwerken van aan de natuur onttrokken hout of houtproducten, en die geheel of gedeeltelijk berust op artikel 114, 192, 207 of 352 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, of op een andere bindende EU-rechtshandeling die op een of meer van die artikelen berust;

  • Europese invasieve-exotenregelgeving:

    • invasieve-exoten-basisverordening,

    • een verordening die berust op de invasieve-exoten-basisverordening,

    • een andere verordening of richtlijn die betrekking heeft op invasieve uitheemse soorten, en die geheel of gedeeltelijk berust op artikel 114, 192, 207 of 352 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, of op een andere bindende EU-rechtshandeling die op een of meer van die artikelen berust;

  • Europese zeehondenregelgeving:

    • zeehonden-basisverordening,

    • een verordening die berust op de zeehonden-basisverordening,

    • Richtlijn 83/129/EEG van de Raad van 28 maart 1983 betreffende de invoer in de Lid-Staten van huiden van bepaalde zeehondenjongen en daarvan vervaardigde produkten (PbEG 1983, L 91),

    • een andere verordening of richtlijn die betrekking heeft op zeehondenproducten, en die geheel of gedeeltelijk berust op artikel 95 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, of op een andere bindende EU-rechtshandeling die op dat artikel berust;

  • flegt-basisverordening: Verordening (EG) nr. 2173/2005 van de Raad van de Europese Unie van 20 december 2005 inzake de opzet van een FLEGT-vergunningensysteem voor de invoer van hout in de Europese Gemeenschap (PbEU 2005, L 347);

  • grondwaterrichtlijn: Richtlijn 2006/118/EG van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2006 betreffende de bescherming van het grondwater tegen verontreiniging en achteruitgang van de toestand (PbEU 2006, L 372);

  • habitatrichtlijn: Richtlijn 92/43/EEG van de Raad van 21 mei 1992 inzake de instandhouding van de natuurlijke habitats en de wilde flora en fauna (PbEG 1992, L 206);

  • hout-basisverordening: Verordening (EU) nr. 995/2010 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 oktober 2010 tot vaststelling van de verplichtingen van marktdeelnemers die hout en houtproducten op de markt brengen (PbEU 2010, L 295);

  • invasieve-exoten-basisverordening: Verordening (EU) nr. 1143/2014 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 oktober 2014 betreffende de preventie en beheersing van de introductie en verspreiding van invasieve uitheemse soorten (PbEU 2014, L 317);

  • kaderrichtlijn afvalstoffen: Richtlijn 2008/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 betreffende afvalstoffen en tot intrekking van een aantal richtlijnen (PbEU 2008, L 312);

  • kaderrichtlijn mariene strategie: Richtlijn 2008/56/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het beleid ten aanzien van het mariene milieu (PbEU 2008, L 164);

  • kaderrichtlijn maritieme ruimtelijke planning: Richtlijn 2014/89/EU van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 tot vaststelling van een kader voor maritieme ruimtelijke planning (PbEU 2014, L 257);

  • kaderrichtlijn water: Richtlijn 2000/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2000 tot vaststelling van een kader voor communautaire maatregelen betreffende het waterbeleid (PbEG 2000, L 327);

  • Londen-protocol: op 7 november 1996 te Londen tot stand gekomen Protocol bij het op 29 december 1972 te Londen tot stand gekomen Verdrag inzake de voorkoming van verontreiniging van de zee ten gevolge van het storten van afval en andere stoffen (Trb. 1998, 134);

  • mer-richtlijn: Richtlijn 2011/92/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 betreffende de milieueffectbeoordeling van bepaalde openbare en particuliere projecten (PbEU 2012, L 26);

  • nec-richtlijn: Richtlijn (EU) 2016/2284 van het Europees Parlement en de Raad van 14 december 2016 betreffende de vermindering van nationale emissies van bepaalde luchtverontreinigende stoffen, tot wijziging van de Richtlijn 2003/35/EG en tot intrekking van Richtlijn 2001/81/EG (PbEU 2016, L 334);

  • Ospar-verdrag: op 22 september 1992 te Parijs tot stand gekomen Verdrag inzake de bescherming van het mariene milieu in het noordoostelijk deel van de Atlantische Oceaan (Trb. 1993, 16);

  • PRTR-verordening: Verordening (EG) nr. 166/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 januari 2006 betreffende de instelling van een Europees register inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen en tot wijziging van de Richtlijnen 91/689/EEG en 96/61/EG van de Raad (PbEG 2006, L 33);

  • richtlijn autowrakken: Richtlijn 2000/53/EG van het Europees Parlement en de Raad van 18 september 2000 betreffende autowrakken (PbEG 2000, L 269);

  • richtlijn benzinedampterugwinning: Richtlijn 2009/126/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 oktober 2009 inzake fase II-benzinedampterugwinning tijdens het bijtanken van motorvoertuigen in benzinestations (PbEU 2009, L 285);

  • richtlijn energieprestatie van gebouwen: Richtlijn 2010/31/EU van het Europees Parlement en de Raad van 19 mei 2010 betreffende de energieprestatie van gebouwen (PbEU 2010, L 153);

  • richtlijn geologische opslag van kooldioxide: Richtlijn 2009/31/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 betreffende de geologische opslag van kooldioxide en tot wijziging van Richtlijn 85/337/EEG van de Raad, de Richtlijnen 2000/60/EG, 2001/80/EG, 2004/35/EG, 2006/12/EG en 2008/1/EG en Verordening (EG) nr. 1013/2006 van het Europees Parlement en de Raad (PbEU 2009, L 140);

  • richtlijn gevaarlijke stoffen in de lucht: Richtlijn 2004/107/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 december 2004 betreffende arseen, cadmium, kwik, nikkel en polycyclische aromatische koolwaterstoffen in de lucht (PbEU 2005, L 23);

  • richtlijn havenontvangstvoorzieningen: Richtlijn 2000/59/EG van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2000 betreffende havenontvangstvoorzieningen voor scheepsafval en ladingresiduen (PbEG 2000, L 332);

  • richtlijn hergebruik van overheidsinformatie: Richtlijn 2003/98/EG van het Europees Parlement en de Raad van 17 november 2003 inzake het hergebruik van overheidsinformatie (PbEU 2003, L 345);

  • richtlijn hernieuwbare energie: Richtlijn 2009/28/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 april 2009 ter bevordering van het gebruik van energie uit hernieuwbare bronnen en houdende wijziging en intrekking van Richtlijn 2001/77/EG en Richtlijn 2003/30/EG (PbEU 2009, L 140);

  • richtlijn industriële emissies: Richtlijn 2010/75/EU van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 inzake industriële emissies (geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging) (PbEU 2010, L 334);

  • richtlijn luchtkwaliteit: Richtlijn 2008/50/EG van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2008 betreffende de luchtkwaliteit en schonere lucht voor Europa (PbEU 2008, L 152);

  • richtlijn milieustrafrecht: Richtlijn 2008/99/EG van het Europees Parlement en de Raad van 19 november 2008 inzake de bescherming van het milieu door middel van het strafrecht (PbEU 2008, L 328);

  • richtlijn offshore veiligheid: Richtlijn 2013/30/EU van het Europees Parlement en de Raad van 12 juni 2013 betreffende de veiligheid van offshore olie- en gasactiviteiten en tot wijziging van Richtlijn 2004/35/EG (PbEU 2013, L 178);

  • richtlijn omgevingslawaai: Richtlijn 2002/49/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 juni 2002 inzake de evaluatie en de beheersing van omgevingslawaai (PbEG 2002, L 189);

  • richtlijn overstromingsrisico’s: Richtlijn 2007/60/EG van het Europees Parlement en de Raad van 23 oktober 2007 over beoordeling en beheer van overstromingsrisico’s (PbEU 2007, L 288);

  • richtlijn prioritaire stoffen: Richtlijn 2008/105/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 december 2008 inzake milieukwaliteitsnormen op het gebied van het waterbeleid tot wijziging en vervolgens intrekking van de Richtlijnen 82/176/EEG, 83/513/EEG, 84/156/EEG, 84/491/EEG en 86/280/EEG van de Raad, en tot wijziging van Richtlijn 2000/60/EG (PbEU 2008, L 348);

  • richtlijn stedelijk afvalwater: Richtlijn 91/271/EEG van de Raad van 21 mei 1991 inzake de behandeling van stedelijk afvalwater (PbEG 1991, L 135);

  • richtlijn toegang tot milieu-informatie: Richtlijn 2003/4/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2003 inzake de toegang van het publiek tot milieu-informatie en tot intrekking van Richtlijn 90/313/EEG van de Raad (PbEG 2003, L 41);

  • richtlijn winningsafval: Richtlijn 2006/21/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 maart 2006 betreffende het beheer van afval van de winningsindustrieën en houdende wijziging van Richtlijn nr. 2004/35/EG (PbEU 2006, L 102);

  • SEA-protocol: op 21 mei 2003 te Kiev tot stand gekomen Protocol inzake strategische milieubeoordeling bij het op 25 februari 1991 te Espoo tot stand gekomen Verdrag inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband (Trb. 2003, 154);

  • Seveso-richtlijn: Richtlijn 2012/18/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende de beheersing van de gevaren van zware ongevallen waarbij gevaarlijke stoffen zijn betrokken, houdende wijziging en vervolgens intrekking van Richtlijn 96/82/EG van de Raad (PbEU 2012, L 197);

  • smb-richtlijn: Richtlijn 2001/42/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 27 juni 2001 betreffende de beoordeling van de gevolgen voor het milieu van bepaalde plannen en programma’s (PbEG 2001, L 197);

  • verdrag van Aarhus: op 25 juni 1998 te Aarhus tot stand gekomen Verdrag betreffende toegang tot informatie, inspraak bij besluitvorming en toegang tot de rechter inzake milieuaangelegenheden (Trb. 1998, 289);

  • verdrag van Bern: op 19 september 1979 te Bern tot stand gekomen Verdrag inzake het behoud van wilde dieren en planten en hun natuurlijke leefmilieus (Trb. 1980, 60);

  • verdrag van Bonn: op 23 juni 1979 te Bonn tot stand gekomen Verdrag inzake de bescherming van trekkende wilde diersoorten (Trb. 1980, 145);

  • verdrag van Chicago: op 7 december 1944 te Chicago tot stand gekomen Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (Stb. 1947, H 165);

  • verdrag van Espoo: op 25 februari 1991 te Espoo tot stand gekomen Verdrag inzake milieueffectrapportage in grensoverschrijdend verband (Trb. 1991, 104);

  • verdrag van Granada: op 3 oktober 1985 te Granada tot stand gekomen Overeenkomst inzake het behoud van het architectonische erfgoed van Europa (Trb. 1985, 163);

  • verdrag van Valletta: op 16 januari 1992 te Valletta tot stand gekomen herziene Europees Verdrag inzake de bescherming van het archeologisch erfgoed (Trb. 1992, 32);

  • verordening governance van de energie-unie: Verordening (EU) 2018/1999 van het Europees Parlement en de Raad van 11 december 2018 inzake de governance van de energie-unie en van de klimaatactie, tot wijziging van Richtlijn 94/22/EG, Richtlijn 98/70/EG, Richtlijn 2009/31/EG, Verordening (EG) nr. 663/2009, Verordening (EG) nr. 715/2009, Richtlijn 2009/73/EG, Richtlijn 2009/119/EG van de Raad, Richtlijn 2010/31/EU, Richtlijn 2012/27/EU, Richtlijn 2013/30/EU en Richtlijn (EU) 2015/652 van de Raad, en tot intrekking van Verordening (EU) nr. 525/2013 (PbEU 2018, L 328);

  • VN-Gehandicaptenverdrag: op 13 december 2006 te New York tot stand gekomen Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap (Trb. 2007, 169);

  • VN-Zeerechtverdrag: op 10 december 1982 te Montego-Bay tot stand gekomen Verdrag inzake het recht van de zee (Trb. 1983, 83);

  • vogelrichtlijn: Richtlijn 2009/147/EG van het Europees Parlement en de Raad van 30 november 2009 inzake het behoud van de vogelstand (PbEU 2010, L 20);

  • walvisverdrag: op 2 december 1949 te Washington tot stand gekomen Verdrag tot regeling van de walvisvangst (Trb. 1951, 26);

  • werelderfgoedverdrag: op 16 november 1972 te Parijs tot stand gekomen overeenkomst inzake de bescherming van het cultureel en natuurlijk erfgoed van de wereld (Trb. 1973, 155);

  • wildklemverordening: Verordening (EEG) nr. 3254/91 van de Raad van 4 november 1991 houdende een verbod op het gebruik van de wildklem in de Gemeenschap en op het binnenbrengen in de Gemeenschap van pelzen en produkten die vervaardigd zijn van bepaalde in het wild levende diersoorten uit landen waar gebruik wordt gemaakt van de wildklem of andere vangmethoden die niet stroken met de internationale normen voor humane vangst met behulp van vallen (PbEG 1991, L 308);

  • zeehonden-basisverordening: Verordening (EG) nr. 1007/2009 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 16 september 2009 betreffende de handel in zeehondenproducten (PbEU 2009, L 286);

  • zwemwaterrichtlijn: Richtlijn 2006/7/EG van het Europees Parlement en de Raad van 15 februari 2006 betreffende het beheer van de zwemwaterkwaliteit en tot intrekking van Richtlijn 76/160/EEG (PbEU 2006, L 64).


Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen



Titel 4 Verkrijging en verlies van goederen

Titel 4 Verkrijging en verlies van goederen


Titel 2 Overgang van vorderingen en schulden en afstand van vorderingen

Titel 2 Overgang van vorderingen en schulden en afstand van vorderingen


Hoofdstuk II Assurantiebelasting

Hoofdstuk II Assurantiebelasting


Hoofdstuk 2 Registratie van notariële akten langs elektronische weg bij de KNB

Hoofdstuk 2 Registratie van notariële akten langs elektronische weg bij de KNB


Eerste titel Algemene regels

Eerste titel Algemene regels


Artikel 1

  • 1

    In deze wet en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    ambtenaar: ambtenaar van de Dienst;

    authentiek gegeven: in een basisregistratie opgenomen gegeven dat bij wettelijk voorschrift als authentiek is aangemerkt;

    basisregistratie: verzameling gegevens, waarvan bij wet is bepaald dat deze een basisregistratie vormt;

    bewaarder: bewaarder als bedoeld in artikel 6;

    brondocument:

    • 1°.

      in de openbare registers ingeschreven of anderszins door de Dienst gehouden document, of

    • 2°.

      besluit of gewaarmerkt afschrift daarvan;

    catalogus basisregistratie topografie: catalogus basisregistratie topografie als bedoeld in artikel 98a, derde lid;

    Dienst: Dienst voor het kadaster en de openbare registers als bedoeld in artikel 2 van de Organisatiewet Kadaster;

    geografisch gegeven:

    • 1°.

      in artikel 98a, tweede lid, genoemd geografisch object;

    • 2°.

      identificerend objectnummer als bedoeld in artikel 98a, derde lid, of een ander in de catalogus basisregistratie topografie daarmee gelijkgesteld identificerend kenmerk, dat aan het betreffende geografisch object wordt toegekend, of

    • 3°.

      ander kenmerk als bedoeld in artikel 98a, derde lid, dat in de catalogus basisregistratie topografie wordt genoemd;

    kadastrale grens: op basis van inlichtingen van belanghebbenden en met gebruikmaking van de bescheiden, bedoeld in artikel 50, door de Dienst vastgestelde grens tussen percelen;

    kadastrale grootte: indicatieve omvang van een perceel, berekend door de Dienst;

    kadastrale kaart: kadastrale kaart als bedoeld in artikel 48, derde lid;

    Onze Minister: Onze Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

    openbare registers: openbare registers als bedoeld in artikel 16 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek juncto artikel 8, eerste lid;

    perceel: kadastraal geïdentificeerd en met kadastrale grenzen begrensd deel van het Nederlands grondgebied;

    rechtspersoon: privaatrechtelijke of publiekrechtelijke rechtspersoon, met inbegrip van de openbare vennootschap met rechtspersoonlijkheid;

    registratie: registratie of basisregistratie.

  • 2

    De begripsomschrijvingen, opgenomen in de artikelen 1, 2, 3, eerste lid, 8 en 10 van Boek 3, de artikelen 1, 2, 3, 3a, 190 en 780 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek en artikel 312 van het Wetboek van Koophandel, gelden ook voor de onderhavige wet.


Besluit van 30 mei 1990, houdende het uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990


Artikel 8 [Vervallen per 01-07-1990]

[Vervallen]


Artikel 2

  • 1

    Het register bevat een elektronisch afschrift van elke ter registratie aangeboden akte als bedoeld in de artikelen 3 en 4 van de wet of een elektronische kopie van iedere ter registratie aangeboden akte als bedoeld in artikel 4, derde lid, van de wet.

  • 2

    De registratie, bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel a, van de wet, en de vermelding van de gegevens, bedoeld in het derde lid, geschieden overeenkomstig de door de KNB, in overeenstemming met de Belastingdienst, daartoe opgestelde richtlijnen.

  • 3

    Het opvragen en aanbieden van een elektronische kopie van een annex geschiedt overeenkomstig de door de KNB, in overeenstemming met de Belastingdienst, daartoe opgestelde richtlijnen.

  • 4

    Bij de registratie van een akte, bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de wet, worden ten minste de gegevens, bedoeld in artikel 3, eerste lid, onderdelen a tot en met f, vermeld, met uitzondering van de woonplaats.

  • 5

    De notaris ontvangt ter bevestiging van de registratie van een akte een elektronisch ontvangstbericht met de datum van de registratie van die akte.

  • 6

    De gegevens in het register en het repertorium betreffende een notariële akte worden ten minste 31 jaar bewaard.


Artikel 430

  • 1

    De grossen van in Nederland gewezen vonnissen, van beschikkingen van de Nederlandse rechter en van in Nederland verleden authentieke akten alsmede van andere bij de wet als executoriale titel aangewezen stukken kunnen in geheel Nederland worden ten uitvoer gelegd.

  • 2

    Zij moeten aan het hoofd voeren de woorden: In naam van de Koning.

  • 3

    Zij kunnen niet worden ten uitvoer gelegd dan na betekening aan de partij tegen wie de executie zich zal richten.


Artikel 1a

  • 1

    Er is een basisregistratie kadaster, bestaande uit administratieve gegevens met betrekking tot onroerende zaken en de landelijke kadastrale kaart.

  • 2

    Er is voorts een basisregistratie topografie, bestaande uit:

    • a.

      een landsdekkend topografisch bestand op een schaalniveau van 1:10 000, en

    • b.

      landsdekkende topografische bestanden op een schaalniveau kleiner dan 1:10 000.


Besluit van 30 mei 1990, houdende het uitvoeringsbesluit Invorderingswet 1990

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Financiën van 17 maart 1989, nr. WDB89/106, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Wetgeving Directe Belastingen;

Gelet op de artikelen 25, derde lid, 28, tweede lid, en 36, tweede lid, van de Invorderingswet 1990 (Stb. 221);

De Raad van State gehoord (advies van 19 juli 1989, nr. W06.89 0153);

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Financiën van 18 mei 1990, nr. WDB 90/273, Directoraat-Generaal voor Fiscale Zaken, Directie Wetgeving Directe Belastingen;

Hebben goedgevonden en verstaan:


Artikel 9 [Vervallen per 08-12-1995]

[Vervallen]


Artikel 3

  • 1

    De inschrijving door de notaris, bedoeld in artikel 7 van de wet, in het repertorium omvat voor elke akte ten minste:

    • a.

      een doorlopend volgnummer;

    • b.

      de dagtekening van de akte;

    • c.

      de soort van de akte;

    • d.

      van ten minste een van de bij de akte optredende partijen:

      • 1°.

        bij natuurlijke personen: de naam, met inbegrip van de voornamen, en de woonplaats;

      • 2°.

        bij niet-natuurlijke personen: de statutaire naam en de woonplaats;

    • e.

      de vermelding of het een in minuut dan wel in originali verleden akte betreft;

    • f.

      het aantal renvooien en het aantal annexen.

  • 2

    De notaris schrijft de door hem verleden akten dagelijks in het repertorium in, uiterlijk de dag nadat een akte is verleden. De artikelen 1 en 3 van de Algemene termijnenwet zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 3

    Doorhalingen in het repertorium blijven zichtbaar. Een volgnummer dat is doorgehaald, wordt niet opnieuw gebruikt.

  • 4

    De inschrijving in het repertorium geschiedt overeenkomstig de daartoe door de KNB, in overeenstemming met de Belastingdienst, opgestelde richtlijnen.

  • 5

    De KNB legt de dagtekening van de registratie vast en draagt ervoor zorg dat deze door de notaris kan worden geraadpleegd.

  • 6

    In afwijking van het eerste lid, onderdeel d, worden in geval van een proces-verbaal-akte als bedoeld in artikel 37 van de Wet op het notarisambt de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, onder 1° en 2°, van ten minste een van de bij de inhoud belanghebbende personen of rechtspersonen vermeld in plaats van die gegevens van een bij de akte optredende partij.


Artikel 431

  • 1

    Behoudens het bepaalde in de artikelen 985-994, kunnen noch beslissingen, door vreemde rechters gegeven, noch buiten Nederland verleden authentieke akten binnen Nederland ten uitvoer worden gelegd.

  • 2

    De gedingen kunnen opnieuw bij de Nederlandse rechter worden behandeld en afgedaan.


Artikel 2

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regelen gesteld omtrent de wijze van kadastrale aanduiding van onroerende zaken en appartementsrechten.


Artikel 9a

  • 1

    Het verzoek om een vergunning voor een fiscaal vertegenwoordiger bevat de volgende gegevens:

    • a.

      naam, adres en woon- of vestigingsplaats van de verzoeker;

    • b.

      het beoogde tijdstip van aanvang van het fiscaal vertegenwoordigerschap; en

    • c.

      naam, adres en woon- of vestigingsplaats van de verzekeraar die niet in Nederland woont of is gevestigd.

  • 2

    Een vergunning voor een fiscaal vertegenwoordiger wordt slechts verleend indien de verzoeker:

    • a.

      in Nederland woont of is gevestigd;

    • b.

      in de afgelopen vijf jaren niet wegens overtreding van de wettelijke bepalingen inzake rijksbelastingen onherroepelijk is veroordeeld; en

    • c.

      naar het oordeel van de inspecteur voldoende solvabel is.

  • 3

    De verlening van een vergunning voor een fiscaal vertegenwoordiger is tevens gebonden aan de voorwaarde dat de verzoeker optreedt voor alle verzekeringen waarvoor assurantiebelasting is verschuldigd van de verzekeraar die niet in Nederland woont of is gevestigd.

  • 4

    De inspecteur kan de vergunning intrekken of wijzigen:

    • a.

      op verzoek van de fiscaal vertegenwoordiger met schriftelijke instemming van de verzekeraar die niet in Nederland woont of is gevestigd;

    • b.

      op verzoek van de verzekeraar die niet in Nederland woont of is gevestigd; of

    • c.

      indien de fiscaal vertegenwoordiger niet meer voldoet aan de voorwaarden waaronder de vergunning is verleend.

  • 5

    De verzekeraar die niet in Nederland woont of is gevestigd wordt van de intrekking of wijziging van de vergunning in kennis gesteld, alsmede van de gronden waarop deze berust.


Artikel 4

  • 1

    De notaris doet aangifte overdrachtsbelasting als bedoeld in artikel 21a van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994, via de KNB bij de inspecteur door registratie van de akte, bedoeld in artikel 3 van de wet, en indien van toepassing het aanbieden van de verklaring, bedoeld in artikel 15a van de Wet op belastingen van rechtsverkeer, alsmede door het insturen van een of meerdere elektronische berichten overeenkomstig de door de KNB, in overeenstemming met de Belastingdienst, daartoe opgestelde richtlijnen, het bericht omvat ten minste de volgende gegevens:

    • a.

      het burgerservicenummer of het RSIN van iedere verkrijger;

    • b.

      het verschuldigde bedrag;

    • c.

      het tarief dat wordt toegepast, voor iedere verkrijger afzonderlijk;

    • d.

      de maatstaf van heffing per toegepast tarief;

    • e.

      de vermelding of sprake is van meegeleverde roerende zaken;

    • f.

      de vermelding voor iedere verkrijger afzonderlijk of een beroep op een vrijstelling wordt gedaan onder verwijzing naar de bepaling van de vrijstelling waarop een beroep wordt gedaan;

    • g.

      indien een beroep wordt gedaan op artikel 14, tweede lid, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer de adresgegevens van het verkregen object;

    • h.

      indien een beroep wordt gedaan op artikel 15, eerste lid, onderdeel p, van de Wet op belastingen van rechtsverkeer de adresgegevens en het totaal van de waarde van de woning of rechten waaraan deze is onderworpen en tot die woning behorende aanhorigheden.

  • 2

    Als tijdstip van het doen van aangifte overdrachtsbelasting bij de inspecteur geldt het tijdstip waarop het elektronische afschrift en het elektronische bericht de KNB hebben bereikt. Als tijdstip van ontvangst door de inspecteur van de berichten inzake de overdrachtsbelasting waarmee een aangifte wordt gecorrigeerd, waarmee bezwaar wordt gemaakt of waarmee een verzoek wordt ingediend, geldt het tijdstip waarop dat bericht de KNB heeft bereikt. De inzending van de berichten, bedoeld in de eerste en tweede volzin, geschiedt overeenkomstig de door de KNB, in overeenstemming met de Belastingdienst, daartoe opgestelde richtlijnen.

  • 3

    De KNB draagt zorg voor onverwijlde doorzending van het elektronische bericht, bedoeld in het eerste lid, en de berichten, bedoeld in het tweede lid, op de wijze zoals is vastgesteld in overleg tussen de KNB en de Belastingdienst waarbij bij verzending van het elektronische bericht een verwijzing wordt opgenomen naar de desbetreffende akte.


Artikel 431a

Indien de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van een executoriale titel op een ander overgaat, kan de executie eerst worden aangevangen of voortgezet na betekening van deze overgang aan de geëxecuteerde. Indien de rechtsopvolger bij wet is bepaald of door een fusie als bedoeld in artikel 309 of een splitsing als bedoeld in artikel 334a van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek vaststaat, kan worden volstaan met het schriftelijk mededelen van de overgang van de bevoegdheid tot tenuitvoerlegging aan de geëxecuteerde mits deze hierdoor niet in zijn belang wordt geschaad.


Artikel 2a

De Dienst heeft, onverminderd het bepaalde in andere wettelijke voorschriften, als doeleinden:

  • a.

    de bevordering van de rechtszekerheid ten aanzien van registergoederen:

    • 1°.

      in het rechtsverkeer;

    • 2°.

      in het economisch verkeer;

    • 3°.

      in het bestuurlijk verkeer tussen burgers en bestuursorganen;

  • b.

    de bevordering van een doelmatige geo-informatie-infrastructuur;

  • c.

    een doelmatige informatievoorziening van de overheid ten behoeve van de goede vervulling van publiekrechtelijke taken en de nakoming van wettelijke verplichtingen door bestuursorganen, en

  • d.

    ondersteuning en bevordering van de economische activiteiten.


Artikel 5

De notaris draagt ervoor zorg dat de elektronische middelen waarmee hij toegang heeft tot het register en het repertorium en waarmee hij de gegevens verstrekt ten behoeve van de aangifte overdrachtsbelasting voldoen aan de daarvoor door de KNB gestelde eisen.


Artikel 432

Geen vonnis waarvan de voorlopige tenuitvoerlegging niet is toegestaan kan tegen een derde worden ten uitvoer gelegd, noch kan daaraan door die derde worden voldaan, dan acht dagen na betekening daarvan aan de partij die in het ongelijk is gesteld, en met overlegging van een verklaring van de griffier dat er op zijn registers geen verzet, hoger beroep of cassatie daartegen is aangetekend.


Artikel 3

  • 1

    De Dienst heeft, onverminderd het bepaalde in andere wettelijke voorschriften, tot taak:

    • a.

      het houden van de openbare registers;

    • b.

      het houden en bijwerken van de basisregistratie kadaster;

    • c.

      het instandhouden van een net van coördinaatpunten;

    • d.

      het houden en bijwerken van een registratie voor schepen;

    • e.

      het houden en bijwerken van een registratie voor luchtvaartuigen;

    • f.

      het uniform, consistent en landsdekkend verzamelen, geometrisch vastleggen, beheren en cartografisch weergeven van geografische gegevens alsmede het houden en bijwerken van de basisregistratie topografie;

    • g.

      het in opdracht van Onze Minister van Defensie vervaardigen, verzamelen en bijwerken van geografische gegevens ten behoeve van de krijgsmacht, het uniform en consistent overeenkomstig diens opdracht cartografisch weergeven van die gegevens en het aan Onze Minister van Defensie verstrekken van inlichtingen omtrent die gegevens;

    • h.

      het bevorderen van de kenbaarheid van de ligging van ondergrondse kabels en leidingen en fysieke infrastructuur alsmede het bevorderen van de oriëntatie over geplande civiele werken in de zin van hoofdstuk 5a van de Telecommunicatiewet;

    • i.

      het verstrekken van inlichtingen omtrent gegevens die de Dienst heeft gekregen in het kader van de uitvoering van de taken, bedoeld in de onderdelen a tot en met f;

    • j.

      het bevorderen van de toegankelijkheid en de uitwisselbaarheid van gegevens als bedoeld in de onderdelen a tot en met f;

    • k.

      het vervaardigen en verstrekken van informatie door verwerking van gegevens als bedoeld in de onderdelen a tot en met f, voor zover het vervaardigen en verstrekken van die informatie niet onverenigbaar zijn met de doeleinden, genoemd in artikel 2a;

    • l.

      het in opdracht van een of meer van Onze Ministers verrichten van werkzaamheden of het aan een of meer van Onze Ministers verstrekken van informatie over gegevens als bedoeld in de onderdelen a tot en met f ter nakoming van op Nederland rustende internationale verplichtingen uit verdragen en overeenkomsten of daarop gebaseerde besluiten overeenkomstig die verdragen, overeenkomsten of besluiten;

    • m.

      het houden en beheren van de landelijke voorziening, bedoeld in artikel 26 van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen, alsmede het verlenen van inzage in die voorziening en het verstrekken van de daarin opgenomen gegevens overeenkomstig artikel 32, eerste lid, onderdeel b, van die wet;

    • n.

      het houden en beheren van de landelijke voorziening WOZ, bedoeld in artikel 37aa van de Wet waardering onroerende zaken, alsmede het verlenen van inzage in die voorziening en het verstrekken van de daarin opgenomen gegevens overeenkomstig de artikelen 37aa en 40b van die wet;

    • o.

      het houden van en verwerken van geografische gegevens in de basisregistratie grootschalige topografie, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistratie grootschalige topografie, alsmede het verlenen van inzage in die basisregistratie en het verstrekken van de daarin opgenomen gegevens overeenkomstig artikel 22 van die wet;

    • p.

      het in opdracht van een of meer van Onze Ministers valideren van geografische gegevens, ter bevordering van de kwaliteit en doelmatigheid van de informatieverstrekking door bestuursorganen; en

    • q.

      het op verzoek leveren van bijstand in de uitoefening van bevoegdheden over landinrichting als bedoeld in hoofdstuk 12 van de Omgevingswet of de uitvoering van ander beleid gericht op de verbetering van het landelijk gebied, voor zover het betreft inrichting, gebruik en beheer daarvan.

  • 2

    Bij algemene maatregel van bestuur kunnen aan de Dienst andere taken dan genoemd in het eerste lid worden opgedragen of marktactiviteiten worden toegestaan, voorzover die taken en marktactiviteiten verband houden met de taken, genoemd in het eerste lid, en niet onverenigbaar zijn met de doeleinden, genoemd in artikel 2a. Bij algemene maatregel van bestuur kan worden bepaald dat Onze Minister nadere regels kan stellen met betrekking tot de uitvoering van de bij die maatregel opgedragen taken of toegestane marktactiviteiten.


Artikel 3a

  • 1

    De Dienst verzamelt persoonsgegevens als bedoeld in artikel 4 van de Algemene verordening gegevensbescherming voor de doeleinden, genoemd in artikel 2a, onverminderd het bepaalde in andere wettelijke voorschriften.

  • 2

    De Dienst verwerkt geen persoonsgegevens in verband met de totstandbrenging of de instandhouding van een directe relatie tussen de Dienst of een derde en de betrokkene met het oog op werving voor commerciële of charitatieve doelen.



Artikel 433

De partij die verzet heeft gedaan, of hoger beroep of beroep in cassatie heeft ingesteld, heeft de bevoegdheid om daarvan ter griffie van het gerecht dat het bestreden vonnis heeft uitgesproken, in een daartoe bestemd register aantekening te doen houden, met vermelding van de namen van de partijen, de dagtekening van het vonnis en die van het verzet, het hoger beroep of het beroep in cassatie.


Artikel 3b

Ten aanzien van verwerkingen als bedoeld in artikel 3a is het bestuur van de Dienst verwerkingsverantwoordelijke, bedoeld in artikel 4 van de Algemene verordening gegevensbescherming.


Artikel 7

De verplichtingen van notarissen, genoemd in de wet, gelden jegens iedere inspecteur.


Artikel 434

De overhandiging van de executoriale titel, waarvan men de uitvoering verlangt, aan de deurwaarder, machtigt hem in die zaak tot het doen van de gehele executie, uit die titel voortvloeiende, met uitzondering alleen van die bij lijfsdwang, waartoe een bijzondere volmacht vereist wordt.


Artikel 3c [Vervallen per 01-01-2008]

[Vervallen]


Artikel 8

De KNB kan beschikken over gegevens uit het repertorium indien dat noodzakelijk is voor het voldoen aan haar wettelijke taken. De KNB draagt zorg voor het onderhoud van het register en het repertorium.


Artikel 434a

Kosten terzake van ambtshandelingen, verricht door gerechtsdeurwaarders, worden voor de bepaling van de kosten van tenuitvoerlegging in aanmerking genomen overeenkomstig bij of krachtens algemene maatregel van bestuur vastgestelde tarieven.


Artikel 3d

  • 1

    Ter waarborging van de kwaliteit van de verwerking van gegevens die de Dienst heeft verkregen in het kader van de vervulling van de hem opgedragen taken, legt het bestuur van de Dienst passende technische en organisatorische maatregelen ten uitvoer om die gegevens te beveiligen tegen verlies, aantasting en onbevoegde wijziging, kennisneming of verstrekking, onverminderd het bepaalde daaromtrent bij of krachtens deze wet. Bij het nemen van de maatregelen, bedoeld in de eerste zin, houdt het bestuur van de Dienst rekening met de stand van de techniek, de kosten van tenuitvoerlegging en de desbetreffende risico’s.

  • 2

    De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, omvatten ten minste:

    • a.

      maatregelen met betrekking tot personen die in dienst zijn van of werkzaam zijn voor de Dienst, voorzover betrokken bij de verwerking van de te beveiligen gegevens;

    • b.

      maatregelen met betrekking tot de toegang tot gebouwen en ruimten waarin de te beveiligen gegevens zijn opgeslagen door de Dienst;

    • c.

      maatregelen met betrekking tot een deugdelijke werking en beveiliging van de apparatuur en programmatuur die bij het verwerken van de te beveiligen gegevens worden ingezet;

    • d.

      maatregelen met betrekking tot het beheer van de te beveiligen gegevens, waaronder mede verstaan die welke strekken tot het waarborgen dat de te beveiligen gegevens zijn opgeslagen op gegevensdragers met een voldoende kwaliteit en levensduur;

    • e.

      maatregelen met betrekking tot de gevallen waarin onbevoegd is kennisgenomen van de te beveiligen gegevens of die onbevoegd zijn gewijzigd of verstrekt, en

    • f.

      maatregelen met betrekking tot calamiteiten.

  • 3

    Indien de Dienst gegevens te zijnen behoeve laat verwerken door een persoon die niet rechtstreeks aan zijn gezag is onderworpen, draagt het bestuur van de Dienst er zorg voor dat die verwerker voldoende waarborgen biedt ten aanzien van de technische en organisatorische beveiligingsmaatregelen met betrekking tot de te verrichten verwerkingen. Het bestuur van de Dienst ziet toe op en draagt zorg voor de naleving van die maatregelen door die verwerker.

  • 4

    Het bestuur van de Dienst draagt er zorg voor dat eenmaal per jaar door een of meer deskundigen de toereikendheid van de genomen en ten uitvoer gelegde beveiligingsmaatregelen, bedoeld in het eerste en derde lid, wordt gecontroleerd, daaronder mede verstaan de toereikendheid van het toezicht op de naleving en effectuering van die maatregelen. Een deskundige als bedoeld in de eerste zin is niet betrokken of betrokken geweest bij de voorbereiding, vaststelling en uitvoering van de beveiligingsmaatregelen.



Artikel 435

  • 1

    Het staat aan de executant vrij beslag te leggen op alle voor beslag vatbare goederen, waartoe hij bevoegd is zijn vordering te verhalen.

  • 2

    Hij is verplicht een beslag dat strekt tot verhaal op een goed dat aan een ander dan de schuldenaar toebehoort, en dat ten laste van die ander wordt gelegd, binnen acht dagen aan de schuldenaar te betekenen.

  • 3

    Wordt een beslag van de in het vorige lid bedoelde strekking ten laste van de schuldenaar gelegd, dan is de beslaglegger verplicht het binnen acht dagen aan de ander te betekenen of, zo hij diens recht niet kent, onverwijld nadat hij van dat recht kennis heeft gekregen. Indien de ander, voordat acht dagen na deze betekening zijn verstreken, schriftelijk aan de deurwaarder mededeelt zich tegen het verhaal op zijn goed te verzetten, geldt het beslag jegens hem slechts als conservatoir en kan de executie jegens hem slechts plaatsvinden uit hoofde van een tegen hem verkregen executoriale titel om deze executie te dulden.


Artikel 4

Het bestuur van de Dienst bepaalt:

  • a.

    op welke plaatsen de Dienst kantoor houdt;

  • b.

    op welke plaatsen en gedurende welke tijden stukken ter inschrijving in de openbare registers kunnen worden aangeboden, en

  • c.

    op welke plaatsen en gedurende welke tijden loket wordt gehouden voor het publiek.


Slotformulier en ondertekening

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst en dat daarvan afschrift zal worden gezonden aan de Raad van State.

's-Gravenhage 30 mei 1990 Beatrix

De Staatssecretaris van Financiën, M. J. J. van Amelsvoort

Uitgegeven de eenendertigste mei 1990 De Minister van Justitie, E. M. H. Hirsch Ballin


Artikel 436

Beslag mag niet worden gelegd op goederen, bestemd voor de openbare dienst of op goederen die De Nederlandsche Bank N.V. onder zich heeft ten behoeve van een systeem als bedoeld in artikel 212a, onder b, van de Faillissementswet.


Artikel 4a [Vervallen per 01-01-2008]

[Vervallen]


Artikel 437

Hetgeen omtrent de executie van een goed is bepaald, is van overeenkomstige toepassing op de executie van een beperkt recht op of een aandeel in een zodanig goed.


Artikel 5 [Vervallen per 01-05-1994]

[Vervallen]


Artikel 6

  • 1

    Onder de benaming van bewaarder van het kadaster en de openbare registers worden door het bestuur van de Dienst ten minste twee bewaarders benoemd.

  • 2

    Tot bewaarder kunnen uitsluitend worden benoemd zij die:

    • a.

      op grond van het met goed gevolg afleggen van het afsluitend examen van een opleiding op het gebied van het recht aan een universiteit of de Open Universiteit waarop de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek betrekking heeft, het recht om de titel meester te voeren, hebben verkregen;

    • b.

      een door het bestuur van de Dienst voldoende verklaarde opleiding van gelijkwaardige aard hebben, of

    • c.

      in het bezit zijn van een ten aanzien van het beroep van bewaarder verleende erkenning van beroepskwalificaties als bedoeld in artikel 5 van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties.

    Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de beroepsvereisten, bedoeld in onderdeel a.

  • 3

    Bij afwezigheid, belet, ontstentenis of schorsing van een bewaarder wordt hij vervangen door een of meer van de andere bewaarders door het bestuur van de Dienst aan te wijzen op een daarbij door dat bestuur te bepalen wijze.

  • 4

    Het bestuur van de Dienst kan een of meer personen behorend tot het personeel van de Dienst belasten met de waarneming van het ambt van bewaarder.


Artikel 438

  • 1

    Geschillen die in verband met een executie rijzen, worden gebracht voor de rechtbank die naar de gewone regels bevoegd zou zijn, of in welker rechtsgebied de inbeslagneming plaatsvindt, zich een of meer van de betrokken zaken bevinden of de executie zal geschieden. In afwijking van de vorige zin worden geschillen die rijzen in verband met de executie van een door de kantonrechter afgegeven executoriale titel voor de kantonrechter gebracht die de executoriale titel heeft afgegeven.

  • 2

    Tot het verkrijgen van een voorziening bij voorraad kan het geschil ook worden gebracht in kort geding voor de voorzieningenrechter van de volgens het eerste lid bevoegde rechtbank. In zaken die ten gronde door de kantonrechter worden behandeld en beslist, is ook de kantonrechter bevoegd tot het geven van deze voorziening. Daarbij is op de kantonrechter van toepassing hetgeen over de voorzieningenrechter is bepaald.

  • 3

    Onverminderd zijn overige bevoegdheden kan de voorzieningenrechter desgevorderd de tenuitvoerlegging schorsen voor een bepaalde tijd of totdat op het geschil zal zijn beslist, dan wel bepalen dat de tenuitvoerlegging slechts tegen zekerheidstelling mag plaatsvinden of worden voortgezet. Hij kan beslagen, al of niet tegen zekerheidsstelling, opheffen. Hij kan gedurende de tenuitvoerlegging herstel bevelen van verzuimde formaliteiten met bepaling van welke op het verzuim gevolgde formaliteiten opnieuw moeten worden verricht en te wiens laste de kosten daarvan zullen komen. Hij kan bepalen dat een in het geding geroepen derde de voortzetting van de tenuitvoerlegging moet gedogen dan wel zijn medewerking daaraan moet verlenen, al of niet tegen zekerheidsstelling door de executant.

  • 4

    Voor zover de zaak zich niet leent voor behandeling in kort geding, kan de voorzieningenrechter in plaats van de vordering af te wijzen de zaak op verlangen van de eiser verwijzen naar de rechtbank met bepaling van de dag waarop zij op de rol moet komen. Tegen een gedaagde die op voormeld tijdstip niet verschijnt en ook voor de voorzieningenrechter niet bij advocaat is verschenen, wordt slechts verstek verleend, zo hij tegen dit tijdstip bij exploit is opgeroepen met inachtneming van de voor dagvaarding voorgeschreven termijn, dan wel van de termijn die op verlangen van de eiser door de voorzieningenrechter bepaald is.

  • 5

    De deurwaarder die met de executie is belast en daarbij op een bezwaar stuit dat een onverwijlde voorziening nodig maakt, kan zich met een daarvan door hem opgemaakt proces-verbaal bij de voorzieningenrechter vervoegen ten einde deze in kort geding tussen de betrokken partijen te doen beslissen. De voorzieningenrechter zal de behandeling aanhouden tot de partijen zijn opgeroepen, tenzij hij, gelet op de aard van het bezwaar, een onmiddellijke beslissing geboden acht. De deurwaarder die zijn voormelde bevoegdheid zonder instemming van de executant uitoefent, kan persoonlijk in de kosten worden veroordeeld, indien deze uitoefening nodeloos was.

  • 6

    Verzet tegen de executie door een derde geschiedt door dagvaarding van zowel de executant als de geëxecuteerde.


Artikel 7

  • 1

    De bewaarder is, onverminderd het bepaalde bij of krachtens deze of een andere wet, belast met:

    • a.

      het verrichten van inschrijvingen in de openbare registers en het stellen van aantekeningen in die registers, en

    • b.

      het bijwerken van de basisregistratie kadaster, de registratie voor schepen en de registratie voor luchtvaartuigen.

  • 2

    De bewaarder kan met betrekking tot een of meer van zijn bevoegdheden die hem zijn toegekend bij of krachtens deze of een andere wet, mandaat of machtiging verlenen aan een of meer personen behorend tot het personeel van de Dienst. Verlening van mandaat of machtiging behoeft de instemming van het bestuur van de Dienst, voorzover het mandaat of de machtiging wordt verleend aan personeel van de Dienst dat niet werkzaam is onder verantwoordelijkheid van de bewaarder.

  • 3

    Het bestuur van de Dienst wijst een bewaarder aan als hoofdbewaarder belast met de verdeling van de werkzaamheden tussen hem en de andere bewaarder of bewaarders, indien er meer dan twee bewaarders zijn benoemd. Het bestuur van de Dienst kan richtlijnen en instructies geven aan de hoofdbewaarder met betrekking tot de verdeling, bedoeld in de eerste zin.

  • 4

    Het bestuur van de Dienst kan richtlijnen en instructies geven aan de bewaarder met betrekking tot:

    • a.

      het verrichten van werkzaamheden en het uitoefenen van bevoegdheden die hem zijn opgedragen onderscheidenlijk toegekend bij of krachtens deze of een andere wet, en

    • b.

      de toepassing van het tweede lid, eerste zin.


Artikel 438a

  • 1

    In zaken betreffende een executie die volgens de tweede en de derde titel van dit Boek of titel 9 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek worden ingeleid door indiening van een verzoek aan de voorzieningenrechter van de rechtbank, is bevoegd de voorzieningenrechter in wiens rechtsgebied de te executeren zaken zich geheel of grotendeels bevinden of de executie zal geschieden.

  • 2

    De indiening van verzoeken krachtens de artikelen 459, derde lid, 461b, 462, tweede lid, 463, vijfde lid, 463a, 465, 481, eerste lid, 496, tweede lid, en 506, tweede lid, kan ook door een deurwaarder geschieden. Hetzelfde geldt voor een verzoek krachtens artikel 234, derde lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, indien de executie door een pandhouder geschiedt, of krachtens artikel 251 van dat Boek. Indien een deurwaarder het verzoek indient, geldt zijn kantoor als gekozen woonplaats van de verzoeker.


Artikel 7a

  • 1

    Personen die door de Dienst, het bestuur van de Dienst of een daartoe op grond van een wettelijk voorschrift bevoegde functionaris van de Dienst zijn belast met aan de uitvoering van de aan de Dienst opgedragen taken verbonden werkzaamheden, zijn bevoegd, met medeneming van de benodigde apparatuur en andere hulpmiddelen, elke plaats te betreden, onverminderd artikel 2 van de Algemene wet op het binnentreden, en daar een waarneming, meting of graving te verrichten en daarop of daarin een teken te stellen, voorzover dat redelijkerwijs nodig is voor de vervulling van hun taak ter uitvoering van aan de Dienst opgedragen taken.

  • 2

    De eigenaar, de beperkt gerechtigde en de gebruiker van een registergoed zijn verplicht aan een persoon als bedoeld in het eerste lid binnen de door hem gestelde redelijke termijn alle medewerking te verlenen die deze redelijkerwijs kan vorderen bij de uitoefening van zijn bevoegdheden, genoemd in het eerste lid, met dien verstande dat de toegang slechts wordt verleend tussen acht uur 's morgens en zes uur 's avonds en dat die niet behoeft te worden verleend op zaterdagen, zondagen en algemeen erkende feestdagen.

  • 3

    De eigenaar, de beperkt gerechtigde en de gebruiker van een gebouw en grond zijn verplicht te gedogen dat daarop of daarin een teken wordt gesteld ter uitvoering van aan de Dienst opgedragen taken. De eerste zin is van overeenkomstige toepassing op het aanbrengen van een brandmerk op een schip als bedoeld in artikel 21, eerste lid, onderdeel c.

  • 4

    Indien de toegang wordt geweigerd, verschaffen de personen, bedoeld in het eerste lid, zich zo nodig toegang met behulp van de sterke arm. Indien het verrichten van de handelingen, bedoeld in het eerste lid, niet wordt toegestaan of de medewerking, bedoeld in het tweede lid, niet wordt verleend, zijn de personen, bedoeld in het eerste lid, bevoegd het verrichten van de handelingen, bedoeld in het eerste lid, zo nodig met behulp van de sterke arm mogelijk te maken.

  • 5

    De schade die uit de toepassing van het eerste of derde lid voortvloeit, wordt door de Dienst vergoed. Het verzoek om schadevergoeding wordt ingediend bij het bestuur van de Dienst. De vordering tot schadevergoeding staat ter kennisneming van de kantonrechter van de rechtbank van het arrondissement waarin de plaats van vestiging van de Dienst is gelegen. Tegen de uitspraak staat geen rechtsmiddel open.


Artikel 438b

Voor zover de executie andere handelingen vergt dan het doen van een exploot, is artikel 64 van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat voor de overeenkomstige toepassing van het derde lid van dat artikel de plaats waar de handeling moet worden verricht, bepalend is.


Artikel 7b

  • 1

    Een persoon als bedoeld in artikel 7a, eerste lid, draagt bij het verrichten van de werkzaamheden, bedoeld in artikel 7a, eerste lid, een legitimatiebewijs bij zich, dat is uitgegeven door het bestuur van de Dienst, en toont zijn legitimatiebewijs desgevraagd terstond.

  • 2

    Het legitimatiebewijs bevat een foto van de betrokken persoon en vermeldt in elk geval zijn naam en hoedanigheid.

  • 3

    Het model van het legitimatiebewijs wordt vastgesteld bij regeling van het bestuur van de Dienst.


Artikel 438c

Wanneer voor de tenuitvoerlegging van een rechterlijke beslissing een financiële waarborg is vereist, wordt een gelijkwaardige bij een in een andere lidstaat van de Europese Unie gevestigde bank of verzekeraar gestelde waarborg erkend. Die banken moeten in een lidstaat van de Europese Unie erkend zijn overeenkomstig Richtlijn 2013/36/EU van het Europees Parlement en de Raad van 26 juni 2013 betreffende toegang tot het bedrijf van kredietinstellingen en het prudentieel toezicht op kredietinstellingen en beleggingsondernemingen, tot wijziging van Richtlijn 2002/87/EG en tot intrekking van de Richtlijnen 2006/48/EG en 2006/49/EG (PbEU 2013, L 176), en die verzekeraars overeenkomstig richtlijn 2009/138/EG van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2009 betreffende de toegang tot en uitoefening van het verzekerings- en het herverzekeringsbedrijf (Solvabiliteit II) (PbEU 2009, L 335).



Artikel 7d

  • 1

    De bevoegdheden die op grond van artikel 2:15, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht aan een bestuursorgaan zijn toegekend, komen uitsluitend toe aan het bestuur van de Dienst.

  • 2

    Het bestuur van de Dienst kan de ingevolge het eerste lid aan hem toekomende bevoegdheden uitsluitend uitoefenen door het vaststellen van regelingen.


Artikel 7e

  • 1

    Indien in deze wet wordt voorgeschreven dat een document van een elektronische handtekening wordt voorzien, wordt een elektronische handtekening gebruikt als bedoeld in artikel 3, onderdeel 12, van verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van richtlijn 1999/93/EG (PbEU 2014, L 257).

  • 2

    In afwijking van het eerste lid kan, indien in deze wet een elektronische handtekening van de bewaarder wordt voorgeschreven, gebruikgemaakt worden van een elektronisch zegel als bedoeld in artikel 3, onderdeel 27, van verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van richtlijn 1999/93/EG (PbEU 2014, L 257).

  • 3

    Een certificaat waarop een in deze wet voorgeschreven elektronische handtekening is gebaseerd, bevat geen pseudoniem.


Titel V De akten, minuten, grossen en afschriften

Titel V De akten, minuten, grossen en afschriften



Eerste afdeling Van de verlening van surseance van betaling en haar gevolgen

Eerste afdeling Van de verlening van surseance van betaling en haar gevolgen


Tweede titel De dagvaardingsprocedure in eerste aanleg

Tweede titel De dagvaardingsprocedure in eerste aanleg


§ 3.2 De Meldingsplicht


Hoofdstuk II Voorwerp van de belasting bij binnenlandse belastingplichtigen

Hoofdstuk II Voorwerp van de belasting bij binnenlandse belastingplichtigen


Hoofdstuk IV Kapitaalsbelasting

Hoofdstuk IV Kapitaalsbelasting


Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen (Hoofdstuk 1 van de wet)

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen (Hoofdstuk 1 van de wet)


Hoofdstuk III Bedrijfsopvolging

Hoofdstuk III Bedrijfsopvolging


Artikel 37

  • 1

    Notariële akten kunnen zijn partij-akten of proces-verbaal-akten. Partij-akten bevatten waarnemingen van de notaris, verklaringen van partijen en eventueel bevestigingen daarvan door getuigen. Proces-verbaal-akten bevatten slechts waarnemingen van de notaris en eventueel bevestigingen daarvan door getuigen.

  • 2

    Partij-akten komen tot stand door ondertekening van de akte door de partijen, de notaris en de eventuele getuigen. Proces-verbaal-akten komen tot stand door ondertekening van de akte door de notaris en de eventuele getuigen.

  • 3

    Is een proces-verbaal-akte ten bewijze van instemming medeondertekend door een of meer bij de inhoud belanghebbende personen, dan geldt die akte te hunnen opzichte tevens als partij-akte voor wat betreft de bewijskracht van de daarin vermelde waarnemingen van de notaris.


Besluit van 27 oktober 2014, houdende regels ter uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Uitvoeringsbesluit Wmo 2015)


Artikel 214

  • 1

    De schuldenaar die voorziet, dat hij met het betalen van zijn opeisbare schulden niet zal kunnen voortgaan, kan surseance van betaling aanvragen.

  • 2

    Hij zal zich daartoe, onder overlegging van een door behoorlijke bescheiden gestaafde staat als bedoeld in artikel 96, bij verzoekschrift, door hemzelf en zijn advocaat ondertekend, wenden tot de rechtbank, aangewezen in artikel 2. Het verzoekschrift bevat zodanige gegevens dat de rechter kan beoordelen of hem rechtsmacht toekomt op grond van de verordening, genoemd in artikel 5, derde lid.

  • 3

    Bij het verzoekschrift kan een ontwerp van een akkoord worden gevoegd.

  • 4

    Surseance van betaling wordt niet verleend aan een natuurlijke persoon die geen zelfstandig beroep of bedrijf uitoefent, noch aan een bank als bedoeld in artikel 212g, eerste lid, onderdeel a, noch aan een beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 212oo, tweede zin, noch aan een verzekeraar als bedoeld in artikel 213, noch aan een centrale tegenpartij als bedoeld in artikel 213ll, onderdeel b.


Artikel 15

  • 1

    Bij algemene maatregel van bestuur worden, zo nodig per daarbij te onderscheiden categorieën transacties, indicatoren vastgesteld aan de hand waarvan wordt beoordeeld of een transactie wordt aangemerkt als een ongebruikelijke transactie.

  • 2

    Indien het spoedeisende belang dat vereist, kunnen bij regeling van Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Justitie gezamenlijk de indicatoren, bedoeld in het eerste lid, worden vastgesteld voor een termijn van ten hoogste zes maanden.


Artikel 1 Reikwijdte en definitie


Artikel 7 Hetgeen tot een objectieve onderneming wordt gerekend

Artikel 7 Hetgeen tot een objectieve onderneming wordt gerekend

  • 1

    Onder een objectieve onderneming als bedoeld in artikel 35b, eerste lid, van de wet wordt mede begrepen buitenvennootschappelijk gehouden ondernemingsvermogen, mits dit vermogen bestaat uit onroerende zaken.

  • 2

    Tot een objectieve onderneming als bedoeld in artikel 35b, eerste lid, van de wet die toebehoort aan een vennootschap welker kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld, worden mede gerekend de onroerende zaken die op de voet van artikel 3.92 van de Wet inkomstenbelasting 2001 ter beschikking zijn gesteld aan de vennootschap en dienstbaar zijn aan de onderneming van de vennootschap.

  • 3

    Indien ingevolge artikel 35c, vijfde lid, van de wet bezittingen en schulden van een lichaam voor een gedeelte worden toegerekend aan een ander lichaam, worden deze bezittingen en schulden voor de in artikel 35b, eerste lid, van de wet bedoelde bepaling van de totale waarde van het ondernemingsvermogen van de objectieve onderneming, voor het geheel in aanmerking genomen voor zover zij ondernemingsvermogen vormen als bedoeld in artikel 35c van de wet.

  • 4

    Indien de verkrijging aandelen betreft in een lichaam waarin de erflater, onderscheidenlijk de schenker, op enig moment in het afgelopen jaar, onderscheidenlijk op enig moment in de afgelopen vijf jaren, indirect aandeelhouder was, wordt voor de toepassing van dit artikel uitgegaan van de situatie als ware de erflater, onderscheidenlijk de schenker, nog steeds indirect aandeelhouder. De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing in een situatie waarin de verkrijging aandelen betreft in een lichaam dat is ontstaan bij een juridische splitsing als bedoeld in artikel 3.56 van de Wet inkomstenbelasting 2001.

  • 5

    Voor het eerste en tweede lid is artikel 35c, tiende lid, van de wet van overeenkomstige toepassing.


Artikel 38

  • 1

    De notaris is verplicht de voor hem verleden akten in zijn protocol op te nemen. Deze verplichting geldt ook voor door hem afgegeven Europese erfrechtverklaringen als bedoeld in artikel 188a van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 2

    Van deze verplichting is uitgezonderd de akte van volmachtverlening waarin uitdrukkelijk is vermeld dat zij aan de volmachtgever zal worden uitgegeven. In dat geval neemt de notaris een afschrift van de akte in zijn protocol op.

  • 3

    In een akte van volmacht waarin uitdrukkelijk is vermeld dat zij aan de volmachtgever zal worden uitgegeven mogen de persoonlijke gegevens van de gevolmachtigde oningevuld worden gelaten. Hiervoor mogen niet meer dan vier regels worden opengelaten.

  • 4

    De notaris is verplicht binnen een maand na afloop van het kalenderjaar aan het bestuur van de KNB opgave te doen van het aantal in dat jaar gepasseerde akten.


Besluit van 27 oktober 2014, houdende regels ter uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Uitvoeringsbesluit Wmo 2015)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 juli 2014, kenmerk 644936-123830-WJZ;

Gelet op artikelen 1.1.2, vijfde lid, 1.2.2, derde lid, 2.1.4, vierde lid, 2.6.2, tweede lid, 2.6.5, tweede lid, 3.3, derde lid, en 5.4.1, derde en vijfde lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, 6, vierde lid, en 77 van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten, 4, eerste lid, van de Wet wettelijke grondslag bdu siv, 29, derde lid, van de Mededingingswet, 40, eerste lid, van de Participatiewet, 1, tweede lid, van de Kwaliteitswet zorginstellingen, 10, eerste lid, van de Uitvoeringswet huurprijzen woonruimte, 2, vijfde lid, van de Kaderwet militaire pensioenen, 15, derde lid, en 19, tweede lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning, 11, eerste lid, van de Wet op de omzetbelasting, 11, eerste lid, van de Tabakswet, 15, eerste lid, van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992, 5, eerste lid, van de Wet toelating zorginstellingen, 90, vijfde lid, van de Wet financiering sociale verzekeringen, 13, eerste lid, van de Financiële-verhoudingswet, 5, tweede lid, en 7, tweede lid, van de Veteranenwet en 16 van het Wetboek van strafrecht;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord advies van 1 oktober 2014, nummer W13.14.0265/III;

Gezien het nader rapport van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 22 oktober 2014, 678491-128032-WJZ;

Hebben goedgevonden en verstaan:


Artikel 215

  • 1

    Het verzoekschrift met bijbehorende stukken wordt ter griffie van de rechtbank neergelegd, ter kosteloze inzage van een ieder. Indien de schuldenaar een moedermaatschappij met zetel in Nederland van een verzekeraar met een vergunning als bedoeld in artikel 2:26a, 2:27 of 2:54a van de Wet op het financieel toezicht is stelt de griffier van de rechtbank De Nederlandsche Bank N.V. terstond in kennis van de neerlegging.

  • 2

    De rechtbank zal dadelijk de gevraagde surseance voorlopig verlenen en een of meer bewindvoerders benoemen, ten einde met de schuldenaar het beheer over diens zaken te voeren. Bovendien beveelt de rechtbank, dat de bekende schuldeisers, benevens de schuldenaar, en indien de schuldenaar een moedermaatschappij met zetel in Nederland van een verzekeraar met een vergunning als bedoeld in artikel 2:26a, 2:27 of 2:54a van de Wet op het financieel toezicht is, De Nederlandsche Bank N.V., tegen een door de rechtbank op korte termijn bepaalde dag, door de griffier bij brieven worden opgeroepen, ten einde, alvorens beslist wordt omtrent het definitief verlenen van de gevraagde surseance, op het verzoekschrift te worden gehoord. Behalve de dag worden uur en plaats der bijeenkomst daarbij vermeld, alsmede of een ontwerp van akkoord bij het verzoekschrift is gevoegd. Artikel 6, eerste lid, derde zin, en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 3

    Als een verzoek tot verlening van surseance en een verzoek tot aanwijzing van een herstructureringsdeskundige als bedoeld in artikel 371 gelijktijdig aanhangig zijn, komt eerst het laatste in behandeling en vindt in afwijking van het tweede lid geen voorlopige verlening van surseance plaats.

  • 4

    De behandeling van het verzoek en de voorlopige verlening van surseance van betaling worden in ieder geval geschorst totdat de rechtbank heeft beslist op het verzoek tot aanwijzing van de herstructureringsdeskundige. Wijst de rechtbank het verzoek toe, dan kondigt zij daarbij tevens overeenkomstig artikel 376 een afkoelingsperiode af en blijft de schorsing tijdens die periode van kracht.

  • 5

    De rechtbank benoemt op grond van het tweede lid een bewindvoerder die adequaat is opgeleid en over de voor zijn taken vereiste deskundigheid beschikt. Bij de benoeming:

    • a.

      houdt de rechtbank rekening met de specifieke kenmerken van de zaak, waaronder eventuele grensoverschrijdende elementen, en de ervaring en deskundigheid van de bewindvoerder; en

    • b.

      hanteert de rechtbank een procedure en voorwaarden die duidelijk, transparant en rechtvaardig zijn.


Artikel 16

  • 1

    Een instelling meldt een verrichte of voorgenomen ongebruikelijke transactie onverwijld nadat het ongebruikelijke karakter van de transactie bekend is geworden, aan de Financiële inlichtingen eenheid.

  • 2

    Bij een melding als bedoeld in het eerste lid verstrekt de instelling de volgende gegevens:

    • a.

      de identiteit van de cliënt, de identiteit van de uiteindelijk belanghebbenden en, voor zover mogelijk, de identiteit van degene ten behoeve van wie de transactie wordt uitgevoerd;

    • b.

      de aard en het nummer van het identiteitsbewijs van de cliënt en, voorzover mogelijk, van de overige in onderdeel a bedoelde personen;

    • c.

      de aard, het tijdstip en de plaats van de transactie;

    • d.

      de omvang en de bestemming en herkomst van de gelden, effecten, edele metalen of andere waarden die bij de transactie betrokken zijn;

    • e.

      de omstandigheden op grond waarvan de transactie als ongebruikelijk wordt aangemerkt;

    • f.

      een omschrijving van de desbetreffende zaken van grote waarde bij een transactie boven de € 10.000;

    • g.

      aanvullende, bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen, gegevens.

  • 3

    In afwijking van het tweede lid verstrekt een instelling als bedoeld in artikel 1a, vierde lid, onderdeel o, de gegevens bedoeld in het tweede lid voor zover zij daarover beschikt, alsmede een beschrijving van de desbetreffende onroerende zaken en rechten waaraan onroerende zaken zijn onderworpen.

  • 4

    De meldingsplicht, bedoeld in het eerste lid, is van overeenkomstige toepassing indien:

    • a.

      een cliëntenonderzoek als bedoeld in artikel 3, eerste lid, niet leidt tot het in artikel 5, eerste lid, onderdeel b, bedoelde resultaat of tot de uitvoering van de in artikel 3, veertiende lid, onderdeel a, bedoelde maatregelen, en er tevens indicaties zijn dat de desbetreffende cliënt betrokken is bij witwassen of financieren van terrorisme;

    • b.

      een zakelijke relatie wordt beëindigd ingevolge artikel 5, derde lid, en er tevens indicaties zijn dat de desbetreffende cliënt betrokken is bij witwassen of financieren van terrorisme.

  • 5

    Bij een melding ingevolge het vierde lid verstrekt een instelling naast de gegevens, bedoeld in het tweede lid, een beschrijving van de redenen waarom het vierde lid van toepassing is.


Artikel 1a Pensioenregeling; vrijwillige voortzetting

Artikel 1a Pensioenregeling; vrijwillige voortzetting

  • 1

    Een regeling als bedoeld in artikel 1.7, tweede lid, onderdeel b, van de wet, die vrijwillig wordt voortgezet nadat de arbeidsverhouding op grond waarvan deelneming aan die pensioenregeling was verplicht is geëindigd, wordt, onder door Onze Minister te stellen voorwaarden, als een zodanige pensioenregeling aangemerkt, ingeval:

    • a.

      de regeling ten hoogste tien jaar vrijwillig wordt voortgezet;

    • b.

      gedurende de vrijwillige voorzetting als pensioengevend inkomen geen hoger bedrag in aanmerking wordt genomen dan het gemiddelde pensioengevend inkomen, bedoeld in artikel 3.18, vierde lid, onderdeel d, van de wet, in de vijf aan het eerste dienstjaar van vrijwillige voortzetting voorafgaande kalenderjaren, voor zover de belastingplichtige in die jaren heeft deelgenomen aan de pensioenregeling;

    • c.

      onverminderd onderdeel b vanaf het vierde kalenderjaar van vrijwillige voortzetting als pensioengevend inkomen geen hoger bedrag in aanmerking wordt genomen dan het gezamenlijke bedrag van het pensioengevend inkomen, bedoeld in artikel 3.18, vierde lid, onderdeel d, van de wet, vermeerderd met het belastbare loon, het belastbare resultaat uit overige werkzaamheden en de belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen van de belastingplichtige in het derde kalenderjaar voorafgaande aan het betreffende dienstjaar.

  • 2

    Ingeval de arbeidsverhouding, bedoeld in het eerste lid, is geëindigd als gevolg van arbeidsongeschiktheid, is het eerste lid, onderdelen a en c, niet van toepassing zolang een inkomensvervangende arbeidsongeschiktheidsuitkering wordt ontvangen.


Artikel 8 In het kader van een bedrijfsoverdracht uitgegeven preferente aandelen

Artikel 8 In het kader van een bedrijfsoverdracht uitgegeven preferente aandelen

  • 1

    Onder een omzetting van gewone aandelen in preferente aandelen als bedoeld in artikel 35c, vierde lid, onderdeel a, van de wet wordt ook begrepen een uitgifte van preferente aandelen in het kader van een aandelenfusie als bedoeld in artikel 3.55 van de Wet inkomstenbelasting 2001, een juridische splitsing als bedoeld in artikel 3.56 van die wet of een juridische fusie als bedoeld in artikel 3.57 van die wet.

  • 2

    Aan het gestelde in artikel 35c, vierde lid, onderdeel a, van de wet wordt ook geacht te zijn voldaan indien de daar bedoelde preferente aandelen krachtens erfrecht of schenking worden verkregen van een rechtsopvolger krachtens erfrecht of huwelijksvermogensrecht van degene die de aandelen heeft omgezet als bedoeld in genoemd onderdeel.

  • 3

    Indirect gehouden preferente aandelen zijn uitgegeven in het kader van een bedrijfsoverdracht als bedoeld in artikel 35c, vijfde lid, laatste volzin, van de wet indien:

    • a.

      de preferente aandelen een omzetting vormen van een eerder door de erflater of schenker gehouden indirect belang van gewone aandelen als bedoeld in artikel 35c, vijfde lid, onderdelen a en b, van de wet;

    • b.

      de omzetting in preferente aandelen gepaard is gegaan met het toekennen van gewone aandelen aan een ander;

    • c.

      ten tijde van de omzetting in preferente aandelen de vennootschap waarop de omgezette aandelen betrekking hadden een onderneming dreef als bedoeld in artikel 35c, eerste lid, onderdeel a, van de wet, of een medegerechtigdheid hield als bedoeld in artikel 35c, het eerste lid, onderdeel b, van de wet, en

    • d.

      de verkrijger van de indirect gehouden preferente aandelen reeds voor ten minste 5% van het geplaatste kapitaal direct of indirect aandeelhouder is van gewone aandelen als bedoeld in onderdeel b.

    Voor de toepassing van dit lid wordt onder een omzetting van gewone aandelen in preferente aandelen als bedoeld in de eerste volzin ook begrepen een uitgifte van preferente aandelen in het kader van een aandelenfusie als bedoeld in artikel 3.55 van de Wet inkomstenbelasting 2001, een juridische splitsing als bedoeld in artikel 3.56 van die wet of een juridische fusie als bedoeld in artikel 3.57 van die wet. Voorts wordt daaronder ook begrepen een uitgifte van preferente aandelen in het kader van een bedrijfsfusie als bedoeld in artikel 14 van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.

  • 4

    Indien preferente aandelen zijn ontstaan in het kader van een gefaseerde bedrijfsoverdracht als bedoeld in artikel 35c, vierde of vijfde lid, van de wet, dan behouden deze aandelen het karakter dat zij in aanmerking worden genomen voor de toepassing van artikel 35c, eerste lid, onderdeel c, van de wet voor zover de houder van deze preferente aandelen ook houder is van de gewone aandelen die bij het ontstaan van de preferente aandelen zijn toegekend aan de bedrijfsopvolger.

  • 5

    Voor de bepaling of de verkrijger van de preferente aandelen voldoet aan de voorwaarde van artikel 35c, vierde lid, onderdeel d, van de wet worden de preferente aandelen niet gerekend tot het geplaatste kapitaal. De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing voor de toepassing van het derde lid, eerste volzin, onderdeel d.


Artikel 39

  • 1

    De bij het verlijden van de akte verschijnende personen en getuigen moeten aan de notaris bekend zijn. Hij stelt de identiteit van de personen die de eerste maal voor hem verschijnen vast aan de hand van een document als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht. Indien onder de verantwoordelijkheid van de notaris werkzame personen als gevolmachtigden of getuigen optreden, is de tweede volzin niet van toepassing.

  • 2

    De notaris kan in alle gevallen de tegenwoordigheid van twee getuigen verlangen indien hij dit wenselijk acht.

  • 3

    De getuigen moeten meerderjarig zijn en hun woonplaats hebben in Nederland. Zij moeten de taal verstaan waarin de akte is opgesteld, of die waarin de akte van bewaargeving is geschreven.

  • 4

    Geen getuigen kunnen zijn:

    • a.

      de echtgenoot en de bloed- en aanverwanten van de notaris of de partijen bij de akte tot en met de derde graad;

    • b.

      de vervangen notaris en diens echtgenoot, indien de akte wordt verleden door een waarnemer.

  • 5

    In geval van niet-naleving van enige bepaling van dit artikel, met uitzondering van het eerste lid, tweede volzin, mist de akte authenticiteit en voldoet zij niet aan de voorschriften waarin de vorm van een notariële akte wordt geëist.


Artikel 215a

  • 1

    Elke schuldeiser heeft tegen de voorlopige verlening van surseance recht van verzet gedurende acht dagen na de dag waarop de surseance voorlopig is verleend op grond van het ontbreken van internationale bevoegdheid bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de verordening, genoemd in artikel 5, derde lid.

  • 2

    De rechter, die een voorlopige verlening van surseance intrekt, stelt tevens het bedrag vast van de kosten van de surseance van betaling en van het salaris van de bewindvoerder. Hij brengt dit bedrag ten laste van de schuldenaar. Artikel 250, derde lid, is van overeenkomstige toepassing. Tegen deze beslissing staat geen rechtsmiddel open. Een bevelschrift van tenuitvoerlegging zal daarvan worden uitgegeven ten behoeve van de bewindvoerder.


Artikel 16a

Een melding als bedoeld in artikel 16 die betrekking heeft op een andere lidstaat, wordt door de Financiële inlichtingen eenheid onverwijld gedeeld met de financiële inlichtingen eenheid van die lidstaat, tenzij het verstrekken van de melding:

  • a.

    strijdig is met een wettelijk voorschrift;

  • b.

    een strafrechtelijk onderzoek kan schaden;

  • c.

    de belangen van natuurlijke of rechtspersonen op wie de informatie betrekking heeft onevenredig kan schaden.


Artikel 9 Bezitsperiode voor het overlijden, onderscheidenlijk voor de schenking

Artikel 9 Bezitsperiode voor het overlijden, onderscheidenlijk voor de schenking

  • 1

    Aan de periode van één jaar, onderscheidenlijk vijf jaren, bedoeld in artikel 35d, eerste lid, van de wet, is mede voldaan:

    • a.

      ingeval de erflater of schenker een onderneming drijft die eerder werd gedreven door een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid en welke onderneming met toepassing van artikel 14c van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 door de erflater of schenker is voortgezet of mede voortgezet: indien de periode waarin de onderneming voor rekening van de erflater of schenker wordt gedreven en de periode waarin hij aandeelhouder was in bedoelde naamloze of besloten vennootschap tezamen een aaneengesloten periode van ten minste één jaar, onderscheidenlijk van ten minste vijf jaren, vormt;

    • b.

      ingeval de erflater of schenker aanmerkelijkbelanghouder is en het aanmerkelijk belang betrekking heeft op een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid die een onderneming drijft die eerder voor rekening van de erflater of schenker werd gedreven en welke onderneming met toepassing van artikel 3.65 van de Wet inkomstenbelasting 2001 is omgezet in bedoelde vennootschap: indien de periode van aanmerkelijkbelanghouder en de periode waarin de onderneming voor rekening van de erflater of schenker werd gedreven tezamen een aaneengesloten periode van ten minste één jaar, onderscheidenlijk van ten minste vijf jaren, vormt;

    • c.

      ingeval de erflater of schenker medegerechtigde is in de zin van artikel 3.3, eerste lid, onderdeel a, van de Wet inkomstenbelasting 2001 en die medegerechtigdheid betrekking heeft op een onderneming die eerder voor rekening van de erflater of schenker werd gedreven:indien de periode waarin de onderneming voor rekening van de erflater of schenker werd gedreven ten minste één, onderscheidenlijk ten minste vijf jaren, bedroeg;

    • d.

      ingeval de erflater of schenker resultaat uit een werkzaamheid geniet met betrekking tot een onroerende zaak en de onroerende zaak eerder deel uitmaakte van het ondernemingsvermogen van een voor rekening van de erflater of schenker gedreven onderneming: indien de periode van het genieten van resultaat uit een werkzaamheid en de periode van ondernemerschap tezamen een aaneengesloten periode van ten minste één jaar, onderscheidenlijk van ten minste vijf jaren, vormt.

  • 2

    Ingeval de erflater of schenker ophoudt winst te genieten uit een onderneming in geval van overheidsingrijpen als bedoeld in artikel 3.54, twaalfde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de waarde van de tot die onderneming behorende vermogensbestanddelen of de waarde van de in het kader van dat overheidsingrijpen verkregen vergoeding voor zover deze vergoeding niet in de waarde van de tot die onderneming behorende vermogensbestanddelen is begrepen binnen de termijn, bedoeld in artikel 3.54, vijfde lid, van die wet, geheel of gedeeltelijk wordt geherinvesteerd in een onderneming waaruit de erflater of schenker winst geniet, wordt aan de periode van één jaar, onderscheidenlijk vijf jaren, bedoeld in artikel 35d, eerste lid, van de wet, mede voldaan indien de periode waarin eerstgenoemde onderneming voor rekening van de erflater of schenker wordt gedreven en de periode na herinvestering in een andere onderneming die voor rekening van de erflater of schenker wordt gedreven tezamen een periode van ten minste één jaar, onderscheidenlijk ten minste vijf jaren, vormen.

  • 3

    Ingeval het lichaam waarin de erflater of schenker een aanmerkelijk belang als bedoeld in artikel 35c, eerste lid, onderdeel c, van de wet houdt, ophoudt een onderneming te drijven in geval van overheidsingrijpen als bedoeld in artikel 3.54, twaalfde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 en de waarde van de tot die onderneming behorende vermogensbestanddelen of de waarde van de in het kader van dat overheidsingrijpen verkregen vergoeding voor zover deze vergoeding niet in de waarde van de tot die onderneming behorende vermogensbestanddelen is begrepen binnen de termijn, bedoeld in artikel 3.54, vijfde lid, van die wet, geheel of gedeeltelijk wordt geherinvesteerd in een door dat lichaam te drijven onderneming, wordt aan de periode van één jaar, onderscheidenlijk vijf jaren, bedoeld in artikel 35d, eerste lid, van de wet, mede voldaan indien de periode waarin de erflater, onderscheidenlijk de schenker, aanmerkelijkbelanghouder was met betrekking tot dat lichaam terwijl dat lichaam eerstgenoemde onderneming drijft en de periode waarin de erflater, onderscheidenlijk de schenker, aanmerkelijkbelanghouder is met betrekking tot dat lichaam na herinvestering in een door dat lichaam te drijven onderneming tezamen een periode van ten minste één jaar, onderscheidenlijk ten minste vijf jaren, vormen.

  • 4

    Indien de waarde van de onderneming direct na het moment van de laatste herinvestering hoger is dan de waarde van de totale herinvestering, is het tweede of derde lid uitsluitend op een deel van de waarde van de onderneming van toepassing. Dit deel wordt berekend door de waarde van de onderneming op het moment dat het tweede of derde lid wordt toegepast te vermenigvuldigen met het quotiënt van het bedrag of de waarde van de totale herinvestering en de waarde van de onderneming direct na het moment van de laatste herinvestering.

  • 5

    In geval van een aandelenfusie als bedoeld in artikel 3.55 van de Wet inkomstenbelasting 2001 worden voor de toets of is voldaan aan de periode van één, onderscheidenlijk vijf jaren, bedoeld in artikel 35d, eerste lid, van de wet, de bezitsperiode van de verkregen aandelen en de bezitsperiode van de afgestane aandelen bij elkaar gevoegd als ware het één periode. De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing bij een juridische splitsing als bedoeld in artikel 3.56 van de Wet inkomstenbelasting 2001, alsmede bij een juridische fusie als bedoeld in artikel 3.57 van die wet.

  • 6

    In geval van preferente aandelen als bedoeld in artikel 35c, vierde lid, van de wet is aan de periode van één, onderscheidenlijk vijf jaren, bedoeld in artikel 35d, eerste lid, van de wet, mede voldaan indien de bezitsperiode van de gewone aandelen tenminste één jaar, onderscheidenlijk ten minste vijf jaren, bedroeg.

  • 7

    Met betrekking tot ondernemingsvermogen dat de erflater zelf krachtens erfrecht of schenking heeft verkregen en waarop hoofdstuk IIIA van de wet ten aanzien van hem van toepassing is geweest, wordt steeds geacht te zijn voldaan aan de voorwaarde van een periode van één jaar, bedoeld in artikel 35d, eerste lid, van de wet.


Artikel 40

  • 1

    De akte vermeldt in ieder geval de naam, voornamen en de plaats van vestiging van de notaris voor wie de akte wordt verleden. Indien de akte wordt verleden voor een toegevoegd notaris of een waarnemer, worden diens naam en voornamen vermeld, alsmede de voorgenoemde gegevens van de notaris tot wiens protocol de akte behoort.

  • 2

    De akte vermeldt bovendien:

    • a.

      naam, voornamen, geboortedatum en -plaats, woonplaats met adres en burgerlijke staat van de natuurlijke personen die blijkens de akte daarbij als partij optreden;

    • b.

      rechtsvorm, naam en woonplaats met adres van de rechtspersonen die blijkens de akte daarbij als partij optreden;

    • c.

      ten aanzien van natuurlijke en rechtspersonen die blijkens de akte voormelde partijen vertegenwoordigen: de in de onderdelen a en b bedoelde gegevens, met uitzondering van de burgerlijke staat, alsmede de grond van hun bevoegdheid, met dien verstande dat voor natuurlijke personen die een kantoor houden of werkzaam zijn op een kantoor ten aanzien van aangelegenheden die dit kantoor betreffen in plaats van de woonplaats met adres ook het kantooradres vermeld kan worden;

    • d.

      naam, voornamen, geboortedatum en -plaats van iedere getuige, indien de akte in tegenwoordigheid van getuigen wordt verleden;

    • e.

      de plaats, het jaar, de maand en de dag, waarop de akte is verleden;

    • f.

      in geval van toepassing van artikel 42, eerste lid, naam, voornamen, geboortedatum en -plaats en woonplaats van de tolk-vertaler.

    Indien opgave van één of meer van deze gegevens niet mogelijk is, worden de redenen daarvan vermeld.

  • 3

    Indien de vermelding van het tijdstip van de ondertekening van de akte door de notaris, in verband met de inschrijving in de openbare registers of om andere reden van belang kan zijn, wordt ook dit tijdstip vermeld.

  • 4

    Indien de akte de plaats, het jaar, de maand of de dag niet vermeldt, mist zij authenticiteit en voldoet zij niet aan de voorschriften waarin de vorm van een notariële akte wordt geëist.


Artikel 216

De griffier doet van de indiening van het verzoek, van de voorlopige verlening van surseance en het tijdstip daarvan tot op de minuut nauwkeurig, van de naam van de rechter-commissaris, van de namen en woonplaatsen der benoemde bewindvoerders en van de overeenkomstig het tweede lid van het voorgaande artikel bepaalde dag onmiddellijk aankondiging in de Staatscourant. Indien bij het verzoekschrift een ontwerp van akkoord is gevoegd, wordt daarvan in de aankondiging melding gemaakt.


Artikel 17

  • 1

    De Financiële inlichtingen eenheid kan ten behoeve van de uitvoering van haar taak, bedoeld in artikel 13, aanhef en onderdelen a en b, gegevens of inlichtingen opvragen bij een instelling die een melding heeft gedaan of bij een instelling die naar het oordeel van de Financiële inlichtingen eenheid beschikt over gegevens of inlichtingen die relevant zijn voor het analyseren door de Financiële inlichtingen eenheid van een transactie of voorgenomen transactie of van een zakelijke relatie.

  • 2

    De instelling waaraan overeenkomstig het eerste lid deze gegevens of inlichtingen zijn gevraagd, verstrekt deze onverwijld en in schriftelijke vorm, alsmede in spoedeisende gevallen mondeling, aan de Financiële inlichtingen eenheid.

  • 3

    Indien een instelling met vestiging in een andere lidstaat naar het oordeel van de Financiële inlichtingen eenheid beschikt over gegevens of inlichtingen als bedoeld in het eerste lid, kan de Financiële inlichtingen eenheid overeenkomstig artikel 13b, de financiële inlichtingen eenheid van de lidstaat waar de instelling is gevestigd om deze gegevens of inlichtingen verzoeken.


Artikel 10 Voortzettingsperiode

Artikel 10 Voortzettingsperiode

  • 1

    Op verzoek van de verkrijger wordt niet als een gebeurtenis als bedoeld in artikel 35e van de wet aangemerkt:

  • 2

    Indien tot de verkrijging een onroerende zaak behoort als bedoeld in artikel 35c, eerste lid, onderdeel d, van de wet en als gevolg van een gebeurtenis als bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, het ter beschikking stellen van dat vermogensbestanddeel eindigt, is op verzoek geen sprake van een gebeurtenis als bedoeld in artikel 35e van de wet voor zover de onroerende zaak in de nieuw ontstane situatie binnen de oorspronkelijk verkregen onderneming wordt gebruikt.

  • 3

    Indien tot de verkrijging een onroerende zaak behoort als bedoeld in artikel 35c, eerste lid, onderdeel d, van de wet en als gevolg van een gebeurtenis als bedoeld in het eerste lid, onderdeel d, de terbeschikkingstelling is voortgezet als een terbeschikkingstelling aan de verkrijgende vennootschap, is op verzoek geen sprake van een gebeurtenis als bedoeld in artikel 35e van de wet. De eerste volzin is van overeenkomstige toepassing bij een gebeurtenis als bedoeld in het eerste lid, tweede volzin.

  • 4

    Na toepassing van het eerste, tweede of derde lid, vindt voor de resterende duur van de termijn van vijf jaren artikel 35e van de wet volledig toepassing op de alsdan ontstane situatie. Indien het eerste lid, onderdeel c, toepassing heeft gevonden, wordt de voortzettingstermijn, bedoeld in artikel 35e van de wet, geschorst gedurende de periode dat nog niet is geherinvesteerd.

  • 5

    De inspecteur beslist op het in het eerste lid, tweede lid of derde lid bedoelde verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking.

  • 6

    Van een gebeurtenis als bedoeld in artikel 35e van de wet is geen sprake indien deze zich voordoet ten gevolge van het overlijden van de verkrijger, of als gevolg van de verdeling van de nalatenschap van deze verkrijger binnen twee jaar na zijn overlijden. Voor de toepassing van artikel 35e van de wet worden voor de resterende duur van de termijn van vijf jaren de rechtsopvolgers krachtens erfrecht of huwelijksvermogensrecht geacht in de plaats te treden van de oorspronkelijke verkrijger.

  • 7

    Van een gebeurtenis als bedoeld in artikel 35e van de wet is geen sprake indien deze zich voordoet als gevolg van een overgang onder algemene titel krachtens huwelijksvermogensrecht. Voor de toepassing van artikel 35e van de wet wordt voor de resterende duur van de termijn van vijf jaren de rechtsopvolger krachtens huwelijksvermogensrecht geacht in de plaats te treden van de oorspronkelijke verkrijger. Van een gebeurtenis als bedoeld in artikel 35e van de wet is evenmin sprake indien gedurende de resterende duur van de termijn de huwelijksgemeenschap wordt ontbonden en binnen twee jaar na de ontbinding wordt verdeeld waarbij het ondernemingsvermogen als bedoeld in Hoofdstuk IIIA van de wet, wordt toegescheiden aan de oorspronkelijke verkrijger. Voor de toepassing van artikel 35e van de wet treedt de oorspronkelijke verkrijger dan weer voor de resterende duur van de termijn van vijf jaren in de plaats van de in de tweede volzin bedoelde rechtsopvolger krachtens huwelijksvermogensrecht.

  • 8

    Indien binnen de termijn van vijf jaren, bedoeld in artikel 35e van de wet, door de verkrijger een door toepassing van artikel 35c, elfde lid, van die wet met een aandeel of winstbewijs gelijkgesteldekoopoptie wordt uitgeoefend, treden de daardoor verworven aandelen of winstbewijzen voor de resterende duur van de genoemde termijn in de plaats van die koopoptie.


Artikel 41

  • 1

    De tekst van een akte voldoet aan de volgende eisen:

    • a.

      zij moet goed leesbaar zijn en mag geen afkortingen bevatten;

    • b.

      zij moet zoveel mogelijk ononderbroken doorlopen;

    • c.

      ruimten die zijn opengebleven en onbeschreven vakken moeten vóór de ondertekening voor beschrijving onbruikbaar worden gemaakt;

    • d.

      getallen ter bepaling van het aantal of de grootte van zaken, alsmede tijdsaanduidingen moeten in schrijfletters worden uitgedrukt; zij kunnen tevens in cijfers worden herhaald of voorafgesteld.

  • 2

    De inhoud van de akte wordt duurzaam op deugdelijk materiaal gesteld. Bij verordening kunnen regels worden gesteld omtrent dit materiaal en omtrent de wijze waarop de tekst van de akte daarop wordt gesteld, onverminderd het te dien aanzien op grond van artikel 21, eerste lid, van de Archiefwet 1995 bepaalde.

  • 3

    Het voorgaande lid is van overeenkomstige toepassing op de Europese erfrechtverklaring bedoeld in artikel 188a van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek.


Artikel 217

De surseance wordt geacht te zijn ingegaan bij de aanvang van de dag, waarop zij voorlopig is verleend.


Artikel 42

  • 1

    De akte wordt verleden in de Nederlandse taal. Indien partijen zulks verlangen, wordt de akte verleden in een vreemde of de Friese taal, mits de notaris die taal voldoende verstaat, tenzij de wet anders bepaalt. Indien een verschijnende partij de taal van de akte niet voldoende verstaat, verschijnt mede een tolk, die zo mogelijk ook beëdigd vertaler is, die de zakelijke inhoud van de akte vertaalt. De akte wordt dan mede door hem ondertekend. Van zijn bijstand wordt in het slot van de akte melding gemaakt.

  • 2

    De akte kan in meer dan één taal worden verleden. In dat geval wordt de tekst in de ene taal gevolgd door de tekst in een andere taal. Deze bepaling is ook van toepassing indien de akte wordt verleden in de Nederlandse en de Friese taal, of de Friese taal één van de talen is waarin de akte is verleden.

  • 3

    De voorgaande leden zijn van overeenkomstige toepassing op de afgifte van een Europese erfrechtverklaring als bedoeld in artikel 188a van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek.


Artikel 18

De Financiële inlichtingen eenheid bepaalt de wijze waarop een melding moet worden gedaan, of gegevens of inlichtingen als bedoeld in artikel 17, eerste lid, moeten worden verstrekt.


Artikel 43

  • 1

    De partijen bij de akte en de bij het verlijden van de akte eventueel verschijnende andere personen krijgen tijdig tevoren de gelegenheid om van de inhoud van de akte kennis te nemen. Alvorens tot het verlijden van een akte over te gaan, doet de notaris aan de verschijnende personen mededeling van de zakelijke inhoud daarvan en geeft daarop een toelichting. Zo nodig wijst hij daarbij tevens op de gevolgen die voor partijen of één of meer hunner uit de inhoud van de akte voortvloeien. Indien het niet betreft een akte als bedoeld in het tweede lid en de verschijnende personen verklaren van de inhoud van de akte kennis te hebben genomen en met beperkte voorlezing in te stemmen, leest de notaris hun in elk geval de volgende gedeelten van de akte voor:

    • a.

      de voornamen, de naam en de plaats van vestiging van de notaris en de datum en de plaats van het verlijden van de akte;

    • b.

      de gegevens van de verschijnende personen en van de partijen;

    • c.

      het slot.

  • 2

    Van akten die in tegenwoordigheid van getuigen worden verleden, leest de notaris steeds de volledige tekst voor. Hij voldoet dan eveneens in het bijzijn van getuigen aan de in de tweede en derde zin van het eerste lid genoemde informatieplicht.

  • 3

    De beschreven bladzijden van de akte worden doorlopend genummerd. Voor zover op een blad niet de ondertekening voorkomt als bedoeld in het vierde lid of de bladen niet reeds met toepassing van artikel 45, eerste lid, onderdeel d, van een paraaf zijn voorzien, worden zij door de notaris van een paraaf voorzien.

  • 4

    De akte wordt door ieder der verschijnende personen onmiddellijk na voorlezing ondertekend. Onmiddellijk daarna ondertekent de notaris de akte. Indien een persoon verklaart niet te kunnen ondertekenen zal van deze verklaring, alsmede de reden van verhindering, melding worden gemaakt. Een akte die in tegenwoordigheid van getuigen wordt verleden, wordt door de getuigen en de notaris onmiddellijk na voorlezing ondertekend. Betreft het een akte als bedoeld in artikel 40, derde lid, dan neemt de notaris, voordat hij tot ondertekening overgaat, het uur en de minuut van die ondertekening in de akte op.

  • 5

    Van de mededeling van de zakelijke inhoud en de toelichting daarop overeenkomstig het eerste lid van dit artikel, van de beperkte of volledige voorlezing overeenkomstig het eerste of het tweede lid, alsmede van de ondertekening overeenkomstig het vierde lid wordt in het slot van de akte melding gemaakt.

  • 6

    In geval van niet-naleving van de voorschriften van de eerste volzin van het tweede lid en de eerste tot en met vierde volzin van het vierde lid mist de akte authenticiteit en voldoet zij niet aan de voorschriften waarin de vorm van een notariële akte wordt geëist.


Artikel 218

  • 1

    Ten bepaalden dage hoort de rechtbank in raadkamer de schuldenaar, de rechter-commissaris, de bewindvoerders en de in persoon bij schriftelijk gemachtigde of bij advocaat opgekomen schuldeisers. Iedere schuldeiser is bevoegd om, zelfs zonder opgeroepen te zijn, op te komen.

  • 2

    De rechtbank kan de schuldenaar definitief surseance verlenen, tenzij zich daartegen verklaren hetzij houders van meer dan één vierde van het bedrag der ter vergadering vertegenwoordigde, in artikel 233 bedoelde, schuldvorderingen, hetzij meer dan één derde der houders van zodanige vorderingen.

  • 3

    Over de toelating tot de stemming beslist, bij verschil, de rechtbank.

  • 4

    Surseance kan nimmer definitief worden verleend, indien er gegronde vrees bestaat, dat de schuldenaar zal trachten de schuldeisers tijdens de surseance te benadelen of het vooruitzicht niet bestaat, dat hij na verloop van tijd zijn schuldeisers zal kunnen bevredigen.

  • 5

    De rechtbank, het verzoek afwijzende, kan bij dezelfde beschikking de schuldenaar in staat van faillissement verklaren. Wordt het faillissement niet uitgesproken, dan blijft de voorlopig verleende surseance gehandhaafd tot de beschikking der rechtbank in kracht van gewijsde is gegaan.

  • 6

    Indien een aanvrage tot faillietverklaring, niet zijnde een verzoek als bedoeld in artikel 213ar, en een verzoek tot surseance gelijktijdig aanhangig zijn, komt eerst het verzoek tot surseance in behandeling. Indien een aanvrage tot faillietverklaring als bedoeld in artikel 213ar en een verzoek tot surseance gelijktijdig aanhangig zijn, komt eerst de aanvrage tot faillietverklaring in behandeling.

  • 7

    De beschikking op het verzoek is met redenen omkleed en wordt uitgesproken ter openbare zitting.

  • 8

    In afwijking van het vijfde lid stelt de rechtbank De Nederlandsche Bank N.V. in staat te worden gehoord alvorens een moedermaatschappij met zetel in Nederland van een verzekeraar als bedoeld in artikel 213abis, eerste lid, in staat van faillissement te verklaren.



Artikel 44

  • 1

    De volmachten waaraan de verschijnende personen hun bevoegdheid ontlenen en die niet behoren tot het protocol van een Nederlandse notaris worden aan de akte gehecht.

  • 2

    Indien krachtens een mondelinge volmacht wordt gehandeld, wordt zulks in de akte vermeld met de verklaring van de notaris, dat hem van het bestaan van de volmacht genoegzaam is gebleken.

  • 3

    Indien de notaris de in het tweede lid bedoelde verklaring niet kan geven, wordt een schriftelijke volmacht overgelegd.


Artikel 219

  • 1

    Gedurende acht dagen na de dag der uitspraak heeft, in geval van afwijzing van het verzoek, de schuldenaar, of, ingeval de surseance verleend is, iedere schuldeiser, die zich niet vóór het verlenen daarvan heeft verklaard, recht van hoger beroep.

  • 2

    Het hoger beroep wordt ingesteld door indiening van een verzoek ter griffie van het gerechtshof, dat van de zaak kennis moet nemen. De voorzitter bepaalt terstond dag en uur voor de behandeling.

  • 3

    Indien het hoger beroep door een schuldeiser is ingesteld, geeft deze uiterlijk op de vierde dag volgende op die, waarop hij zijn verzoek heeft gedaan, aan de advocaat, die het verzoek tot surseance heeft ingediend, bij deurwaardersexploot kennis van het hoger beroep en van de tijd voor de behandeling bepaald. Deze kennisgeving geldt voor oproeping van de schuldenaar.

  • 4

    De griffier van het gerechtshof doet van het hoger beroep en van de tijd, voor de behandeling bepaald, aankondiging in de Staatscourant. Tevens geeft hij van het ingestelde hoger beroep aan de griffier der rechtbank kennis, neemt van deze de in artikel 214 bedoelde stukken over en legt die op zijn griffie voor een ieder ter kosteloze inzage.


Artikel 45

  • 1

    Voordat de notaris de akte ondertekent, mag hij wijzigingen in de tekst aanbrengen met inachtneming van de volgende voorschriften:

    • a.

      doorhalingen geschieden op zodanige wijze dat de oorspronkelijke tekst leesbaar blijft;

    • b.

      de gewijzigde tekst wordt aangebracht in de kant van de desbetreffende bladzijde of vóór het slot van de akte;

    • c.

      de wijziging moet worden goedgekeurd en de goedkeuring vermeldt het aantal doorgehaalde of bijgevoegde woorden, letters, cijfers, leestekens en symbolen;

    • d.

      indien de goedkeuring geschiedt in de kant van de bladzijde, moet zij worden gewaarmerkt met een paraaf door allen die de akte ondertekenen.

  • 2

    De notaris is bevoegd kennelijke schrijffouten en kennelijke misslagen in de tekst van een akte ook na het verlijden daarvan te verbeteren. Hij maakt van deze verbeteringen proces-verbaal op en stelt op de oorspronkelijke akte een aantekening daarvan, onder vermelding van datum en repertoriumnummer van dit proces-verbaal. Hij zendt een afschrift van het proces-verbaal aan partijen.


Artikel 220

  • 1

    Bij de behandeling van het hoger beroep wordt het verzoek niet opnieuw in stemming gebracht, maar ieder schuldeiser is bevoegd in persoon, bij schriftelijk gemachtigde of bij advocaat aan de bestrijding of verdediging van de uitspraak, waartegen het beroep gericht is, deel te nemen.

  • 2

    De behandeling heeft plaats in raadkamer; het arrest wordt uitgesproken ter openbare zitting.


Artikel 45a

  • 1

    De artikelen 19, 20, 40 tot en met 42, en 45 zijn van overeenkomstige toepassing op een bijhoudingsverklaring als bedoeld in artikel 46a van de Kadasterwet.

  • 2

    De notaris zendt een afschrift van de bijhoudingsverklaring, bedoeld in het eerste lid, aan partijen, nadat hij op de oorspronkelijke akte een aantekening heeft gesteld van het opmaken van die bijhoudingsverklaring onder vermelding van de datum ervan.


Artikel 221

  • 1

    Van het arrest, door het gerechtshof gewezen, kan, ingeval van afwijzing van het verzoek, de schuldenaar, of, ingeval de surseance is verleend, iedere schuldeiser, die zich niet vóór het verlenen daarvan heeft verklaard, gedurende acht dagen na de dag der uitspraak, in cassatie komen.

  • 2

    Het beroep in cassatie wordt ingesteld bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van de Hoge Raad. De voorzitter bepaalt terstond dag en uur voor de behandeling.

  • 3

    De griffier van de Hoge Raad doet van het beroep in cassatie en van de tijd, voor de behandeling bepaald, aankondiging in de Staatscourant. Tevens geeft hij van het ingestelde beroep kennis aan de griffier van het gerechtshof, neemt van deze de in artikel 214 bedoelde stukken over en legt die op zijn griffie voor een ieder ter kosteloze inzage.

  • 4

    De bepalingen van het derde lid van artikel 219 en van het tweede lid van artikel 220 vinden overeenkomstige toepassing.


Artikel 46

De notaris neemt bij de vermelding ingevolge artikel 89, tweede lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek van de titel van overdracht in de akte van levering steeds ook op een vermelding van de geldelijke tegenprestatie, ook al is deze voor de overdracht zonder belang. Wordt met het oog op de inschrijving een uittreksel afgegeven, dan neemt de notaris deze vermelding ook daarin op.


Artikel 222

  • 1

    De beschikking, waarbij de surseance definitief wordt toegestaan, is bij voorraad uitvoerbaar, niettegenstaande enige daartegen gerichte voorziening.

  • 2

    Zij wordt aangekondigd op de wijze, in artikel 216 voorgeschreven.


Artikel 47

Na de dood van de erflater moet de notaris een onderhandse uiterste wil die hem gesloten is ter hand gesteld, aanbieden aan de kantonrechter van het sterfhuis. De kantonrechter zal de uiterste wil openen en proces-verbaal opmaken van de aanbieding en de opening van de uiterste wil, alsmede van de staat waarin deze zich bevindt, en dit stuk daarna aan de notaris die de aanbieding heeft gedaan, teruggeven.


Slotformulier en ondertekening

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar 27 oktober 2014 Willem-Alexander

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M.J. van Rijn

Uitgegeven de zevende november 2014 De Minister van Veiligheid en Justitie, I.W. Opstelten


Artikel 222a

  • 1

    Bij elke rechtbank wordt door de griffier een openbaar register aangehouden, waarin hij voor iedere surseance van betaling afzonderlijk, achtereenvolgens, met vermelding van de dagtekening, inschrijft:

    • 1°.

      een uittreksel van de rechterlijke beslissingen, waarbij voorlopig of definitief surseance van betaling is verleend, waarbij deze is verlengd of waarbij de surseance van betaling is ingetrokken;

    • 2°.

      de benoeming van een rechter-commissaris;

    • 3°.

      de summiere inhoud en de homologatie van het akkoord;

    • 4°.

      de ontbinding van het akkoord;

    • 5°.

      de vereisten vermeld in artikel 24, tweede lid, van de in artikel 5, derde lid, genoemde verordening;

    • 6°.

      bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aan te wijzen stukken.

  • 2

    Omtrent vorm en inhoud van het register worden bij algemene maatregel van bestuur nadere regels gegeven.

  • 3

    De griffier is verplicht aan ieder kosteloze inzage van het register en tegen betaling een uittreksel daaruit te verstrekken.

  • 4

    De griffier geeft de in het eerste lid genoemde gegevens door aan Onze Minister van Justitie of een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen ander orgaan ten behoeve van het in artikel 222b genoemde centrale register.


Artikel 48


Artikel 49

  • 1

    Voor zover bij of krachtens de wet niet anders is bepaald, geeft de notaris van de tot zijn protocol behorende notariële akten:

    • a.

      afschriften, uittreksels en grossen uit aan partijen bij de akte en aan degenen die een recht ontlenen aan de akte indien de gehele inhoud van de akte van rechtstreeks belang is voor dat recht;

    • b.

      al dan niet in executoriale vorm uitgegeven uittreksels uit aan degenen die aan een deel van de inhoud van de akte een recht ontlenen, doch alleen voor wat betreft dat gedeelte van de akte dat rechtstreeks van belang is voor dat recht;

    • c.

      afschriften, uittreksels en grossen uit aan de rechtverkrijgenden onder algemene titel van de onder a en b genoemde partij of rechthebbende.

    Het uittreksel moet woordelijk gelijkluidend zijn met de overgenomen gedeelten van de akte. Het moet het hoofd en het slot van de akte vermelden en tot slot hebben de woorden: Uitgegeven voor woordelijk gelijkluidend uittreksel.

  • 2

    Onder degene die een recht ontleent aan de inhoud van de akte als bedoeld in het eerste lid, onder a en b, wordt mede begrepen degene die door een uiterste wilsbeschikking een erfrechtelijke aanspraak heeft verloren, doch slechts ten aanzien van het desbetreffende onderdeel van die wilsbeschikking.

  • 3

    Van de niet tot zijn protocol behorende akten en stukken mag de notaris afschriften en uittreksels uitgeven aan degenen die over de akte of het stuk beschikken.

  • 4

    Degene die op grond van dit artikel recht heeft op een afschrift, uittreksel of grosse, kan ook inzage in de akte of het desbetreffende gedeelte van de akte verlangen.


Artikel 222b

  • 1

    Door onze Minister van Justitie of, indien ingevolge artikel 222a, vierde lid, een ander orgaan is aangewezen, door dat orgaan, wordt een centraal register gehouden, waarin de in artikel 222a, eerste lid, genoemde gegevens worden ingeschreven.

  • 2

    Omtrent vorm en inhoud van het register worden bij algemene maatregel van bestuur nadere regels gegeven.

  • 3

    Een ieder heeft kosteloos inzage in het register en kan tegen betaling een uittreksel daaruit verkrijgen.


Artikel 49a

De erflater kan bij uiterste wilsbeschikking bepalen dat de in artikel 49, eerste lid, bedoelde afschriften, uittreksels en grossen van zijn uiterste wil niet mogen worden uitgegeven noch inzage in zijn uiterste wil mag worden verleend, voor zijn lijk is begraven of verbrand, met dien verstande dat zodanig uitstel niet meer mag bedragen dan vijf dagen na het overlijden van de erflater.


Artikel 223

  • 1

    Bij het definitief verlenen der surseance bepaalt de rechtbank haar duur ten hoogste op anderhalf jaar. Indien de surseance is geëindigd door het verloop van de termijn waarvoor zij is verleend, doen de bewindvoerders daarvan aankondiging in de Staatscourant.

  • 2

    Vóór het einde der surseance kan door de schuldenaar eenmaal of meermalen haar verlenging voor ten hoogste anderhalf jaar worden gevraagd. Het verzoek wordt behandeld op dezelfde wijze als een verzoek tot verlening van surseance. Zolang bij afloop der surseance op een verzoek tot verlenging nog niet is beschikt, blijft de surseance gehandhaafd. De door de rechtbank gewezen beschikking wordt bekendgemaakt op de wijze als in het eerste lid is bepaald.


Artikel 49b

  • 1

    De notaris geeft van tot zijn protocol behorende verklaringen van erfrecht desverlangd afschriften uit aan degenen die daarbij belang hebben in verband met een rechtsverhouding waarin zij tot de erflater stonden. Eveneens geeft de notaris van tot zijn protocol behorende notariële akten, houdende uiterste wilsbeschikkingen, desverlangd uittreksels uit aan personen als bedoeld in de eerste zin, doch alleen voor wat betreft dat gedeelte van de akte dat betrekking heeft op feiten als bedoeld in artikel 188 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 2

    Artikel 49a is van overeenkomstige toepassing.


Artikel 223a

  • 1

    Bij het voorlopig verlenen van de surseance benoemt de rechtbank een of meer van haar leden tot rechter-commissaris, teneinde de bewindvoerders op hun verzoek van advies te dienen en toezicht te houden op de vervulling door de bewindvoerders van de door hen ingevolge deze titel te verrichten taken.

  • 2

    Benoemt de rechtbank meerdere rechters-commissarissen, dan zijn zij zowel afzonderlijk als tezamen bevoegd om de in deze wet genoemde bevoegdheden uit te oefenen.



Artikel 223b


Artikel 50

  • 1

    De notaris kan aan iedere partij bij een akte daarvan een grosse afgeven. Deze moet tot hoofd hebben de woorden: In naam van de Koning, en tot slot: Uitgegeven voor eerste grosse. Van elke afgifte van een grosse stelt de notaris op de akte een gewaarmerkte aantekening, behelzende de dag van de afgifte, de rang van de grosse en de aanduiding van de partij, aan welke zij werd uitgereikt. De notaris geeft desverlangd een tweede of verdere grosse af aan iedere partij bij de akte, dan wel aan hun rechtverkrijgenden onder algemene titel.

  • 2

    Uittreksels mogen slechts als grossen worden uitgegeven van:

    • a.

      akten van verdeling van gemeenschappen;

    • b.

      processen-verbaal van openbare verkopingen, verhuringen, verpachtingen en aanbestedingen;

    • c.

      testamenten.

  • 3

    Geen grossen mogen worden uitgegeven van een verklaring van erfrecht of een Europese erfrechtverklaring als bedoeld in respectievelijk artikel 188 en 188a van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek of een notariële verklaring als bedoeld in de artikelen 26, 27, derde lid, 30, 31, onder b, juncto 26, eerste lid, 34, 35 en 36 van de Kadasterwet.


Artikel 224

  • 1

    Indien meer dan één bewindvoerder is benoemd, wordt voor de geldigheid hunner handelingen toestemming der meerderheid of bij staking van stemmen een beslissing van de rechter-commissaris vereist. Het tweede lid van artikel 70 vindt overeenkomstige toepassing.

  • 2

    De rechtbank kan te allen tijde een bewindvoerder, na hem gehoord of behoorlijk opgeroepen te hebben, ontslaan en door een ander vervangen of hem één of meer bewindvoerders toevoegen, een en ander op verzoek van hemzelf, van de andere bewindvoerders, van één of meer schuldeisers of van de schuldenaar, op voordracht van de rechter-commissaris, dan wel ambtshalve.


Artikel 51

  • 1

    Het zegel van de notaris bevat het koninklijk wapen en in het randschrift de hoedanigheid van notaris, de eerste letters van zijn voornamen, zijn naam en zijn plaats van vestiging. Het zegel wordt aangebracht op alle door hem uit te geven akten en af te geven grossen, afschriften en uittreksels, verklaringen van erfrecht of Europese erfrechtverklaringen als bedoeld in respectievelijk artikel 188 en 188a van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek, legalisaties en andere verklaringen die door de notaris als zodanig worden afgegeven. Het zegel wordt tevens gebezigd bij de handeling, bedoeld in artikel 658 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, en andere verzegelingen die de notaris als zodanig verricht.

  • 2

    De notaris moet ervoor zorgen dat van het zegel geen misbruik kan worden gemaakt.


Artikel 225

  • 1

    Bij het voorlopig verlenen der surseance kan de rechtbank zodanige bepalingen maken, als zij ter beveiliging van de belangen der schuldeisers nodig oordeelt.

  • 2

    Zij kan dit ook gedurende de surseance doen op voordracht van de rechter-commissaris, op verzoek van de bewindvoerders of van één of meer schuldeisers dan wel ambtshalve.


Artikel 52

  • 1

    De notaris maakt proces-verbaal op van iedere voor hem plaats hebbende eedsaflegging die niet reeds onderdeel uitmaakt van een akte.

  • 2

    Legalisatie van een handtekening door de notaris houdt in dat hij op het aangeboden stuk of op een daaraan aangehecht stuk een door hem gedagtekende en ondertekende verklaring stelt waarin hij de echtheid van de handtekening bevestigt.

  • 3

    De handtekening van de notaris wordt overeenkomstig het bepaalde in het tweede lid desgevraagd gelegaliseerd door de president van de rechtbank in het arrondissement waar de kamer voor het notariaat is gevestigd waaronder de notaris ressorteert. Hij kan de overige presidenten van de rechtbanken in het ressort waarin de kamer is gevestigd, machtigen deze bevoegdheid uit te oefenen. Afdeling 10.1.1 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.


Artikel 53

  • 1

    Bij algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld omtrent de gegevens en verklaringen welke in grossen, afschriften en uittreksels van akten dienen te worden opgenomen.

  • 2

    Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld omtrent de wijze waarop elektronische afschriften en elektronische uittreksels van akten worden vervaardigd.


Artikel 226

  • 1

    Bij het voorlopig verlenen der surseance kan de rechtbank één of meer deskundigen benoemen teneinde binnen een door haar te bepalen termijn, die zo nodig kan worden verlengd, een onderzoek naar de staat van de boedel in te stellen en een beredeneerd verslag van hun bevinding uit te brengen. Het laatste lid van artikel 225 vindt overeenkomstige toepassing.

  • 2

    Het verslag van de deskundigen bevat een met redenen omkleed oordeel over de betrouwbaarheid van de door de schuldenaar overgelegde staat en bescheiden, en over de vraag of er vooruitzicht bestaat, dat de schuldenaar na verloop van tijd zijn schuldeisers zal kunnen bevredigen. Het verslag geeft zo mogelijk de maatregelen aan, welke tot die bevrediging kunnen leiden.

  • 3

    De deskundigen leggen hun verslag neder ter griffie van de rechtbank, ter kosteloze inzage van een ieder. De neerlegging geschiedt kosteloos.

  • 4

    Het laatste lid van artikel 224 vindt ten aanzien van de deskundigen overeenkomstige toepassing.


Artikel 227

  • 1

    De bewindvoerders brengen, telkens na verloop van drie maanden, een verslag uit over de toestand van de boedel. Met dit verslag wordt gehandeld, gelijk in het derde lid van artikel 226 is voorgeschreven.

  • 2

    De termijn, bedoeld in het vorige lid, kan door de rechter-commissaris worden verlengd.


Artikel 228

  • 1

    Gedurende de surseance is de schuldenaar onbevoegd enige daad van beheer of beschikking betreffende de boedel te verrichten zonder medewerking, machtiging of bijstand van de bewindvoerders. Indien de schuldenaar in strijd daarmede gehandeld heeft, zijn de bewindvoerders bevoegd alles te doen, wat vereist wordt, om de boedel te dier zake schadeloos te houden.

  • 2

    Voor verbintenissen van de schuldenaar, zonder medewerking, machtiging of bijstand van de bewindvoerders na de aanvang der surseance ontstaan, is de boedel niet aansprakelijk, dan voorzover deze tengevolge daarvan is gebaat.


Artikel 229

  • 1

    Indien de schuldenaar in enige gemeenschap gehuwd is of in enige gemeenschap een geregistreerd partnerschap is aangegaan, worden onder de boedel de baten en lasten van die gemeenschap begrepen.

  • 2

    Artikel 61 vindt overeenkomstige toepassing.


Artikel 230

  • 1

    Gedurende de surseance kan de schuldenaar niet tot betaling zijner in artikel 233 bedoelde schulden worden genoodzaakt en blijven alle tot verhaal van die schulden aangevangen executies geschorst.

  • 2

    De gelegde beslagen vervallen en de schuldenaar, die zich in gijzeling bevindt, wordt daaruit ontslagen, zodra de uitspraak, houdende definitieve verlening der surseance of homologatie van het akkoord, in kracht van gewijsde is gegaan, beide tenzij de rechtbank op verzoek van de bewindvoerders reeds een vroeger tijdstip daarvoor heeft bepaald. De inschrijving van een desbetreffende, op verzoek van de bewindvoerders af te geven verklaring van de rechter-commissaris, machtigt de bewaarder van de openbare registers tot doorhaling.

  • 3

    Het in de voorgaande leden bepaalde vindt geen toepassing ten aanzien van executies en beslagen ten behoeve van vorderingen waaraan voorrang is verbonden, voorzover het de goederen betreft, waarop de voorrang rust.

  • 4

    Ter zake van schulden waarvoor het eerste lid geldt, is artikel 36 van overeenkomstige toepassing.


Artikel 231

  • 1

    De surseance stuit de loop niet van reeds aanhangige rechtsvorderingen, noch belet het instellen van nieuwe.

  • 2

    Indien niettemin de rechtsgedingen blotelijk betreffen de vordering van betaling ener schuld, door de schuldenaar erkend, en de eiser geen belang heeft om vonnis te verkrijgen, teneinde rechten tegen derden te doen gelden, kan de rechter, na van de erkenning der schuld akte te hebben verleend, het uitspreken van het vonnis opschorten tot na het einde der surseance.

  • 3

    De schuldenaar kan, voor zoveel betreft rechtsvorderingen, welke rechten of verplichtingen tot de boedel behorende ten onderwerp hebben, noch eisende, noch verwerende in rechte optreden, zonder medewerking der bewindvoerders.


Artikel 231a

Artikel 231 is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot rechtsvorderingen betreffende een goed of recht waarover de schuldenaar het beheer en de beschikking heeft verloren door de opening van een in Nederland op grond van artikel 19 van de verordening, genoemd in artikel 5, derde lid, te erkennen insolventieprocedure.


Artikel 232

De surseance werkt niet ten aanzien van:

  • 1°.

    vorderingen waaraan voorrang is verbonden, behoudens voorzover zij niet verhaald kunnen worden op de goederen waarop de voorrang rust;

  • 2°.

    vorderingen wegens kosten van levensonderhoud of van verzorging of opvoeding, verschuldigd krachtens de wet en vastgesteld bij overeenkomst of rechterlijke uitspraak, behoudens voorzover het gaat om vóór de aanvang der surseance vervallen termijnen, waarvan de rechtbank het bedrag heeft vastgesteld, waarvoor de surseance werkt;

  • 3°.

    termijnen van huurkoop en van scheepshuurkoop.


Artikel 233

De betaling van alle andere schulden, bestaande vóór de aanvang der surseance, kan, zolang de surseance duurt, niet anders plaats hebben dan aan alle schuldeisers gezamenlijk, in evenredigheid hunner vorderingen.


Artikel 234

  • 1

    Hij die zowel schuldenaar als schuldeiser van de boedel is, kan zijn schuld met zijn vordering op de boedel verrekenen, indien beide zijn ontstaan vóór de aanvang van de surseance of voortvloeien uit een handeling vóór de aanvang van de surseance met de schuldenaar verricht.

  • 2

    De vordering op de schuldenaar wordt zo nodig berekend naar de regels in de artikelen 261 en 262 gesteld.

  • 3

    Van de zijde van de boedel kan geen beroep worden gedaan op artikel 136 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.


Artikel 235

  • 1

    Niettemin is degene die een schuld aan de boedel of een vordering op de boedel vóór de aanvang van de surseance van een derde heeft overgenomen, niet bevoegd tot verrekening, indien hij bij de overneming niet te goeder trouw heeft gehandeld.

  • 2

    Na de aanvang van de surseance overgenomen vorderingen of schulden kunnen niet worden verrekend.

  • 3

    De artikelen 55 en 56 zijn van overeenkomstige toepassing.


Artikel 236

  • 1

    Indien een wederkerige overeenkomst bij de aanvang van de surseance zowel door de schuldenaar als door zijn wederpartij in het geheel niet of slechts gedeeltelijk is nagekomen en de schuldenaar en de bewindvoerder zich niet binnen een hun daartoe schriftelijk door de wederpartij gestelde redelijke termijn bereid verklaren de overeenkomst gestand te doen, verliezen zij het recht hunnerzijds nakoming van de overeenkomst te vorderen.

  • 2

    Indien de schuldenaar en de bewindvoerder zich wel tot nakoming van de overeenkomst bereid verklaren, zijn zij verplicht desverlangd voor deze nakoming zekerheid te stellen.

  • 3

    De vorige leden zijn niet van toepassing op overeenkomsten waarbij de schuldenaar slechts verbintenissen op zich heeft genomen tot door hem persoonlijk te verrichten handelingen.


Artikel 236a

Voor vorderingen die de wederpartij uit hoofde van ontbinding of vernietiging van een vóór de aanvang van de surseance met de schuldenaar gesloten overeenkomst op deze heeft verkregen, of die strekken tot schadevergoeding ter zake van tekortschieten in de nakoming van een vóór de aanvang van de surseance op deze verkregen vordering, kan zij opkomen op de voet, in artikel 233 bepaald.


Artikel 237

Indien in het geval van artikel 236 de levering van waren, die ter beurze op termijn worden verhandeld, bedongen is tegen een vastgesteld tijdstip of binnen een bepaalde termijn, en dit tijdstip invalt of die termijn verstrijkt na de aanvang der surseance, wordt de overeenkomst door de voorlopige verlening van surseance ontbonden en kan de wederpartij van de schuldenaar zonder meer voor schadevergoeding opkomen op de voet, in artikel 233 bepaald. Lijdt de boedel door de ontbinding schade dan is de wederpartij verplicht deze te vergoeden.


Artikel 237a

  • 1

    Zodra de surseance een aanvang heeft genomen, kan zowel de schuldenaar, die huurkoper is, als de verkoper de huurkoop dan wel scheepshuurkoop ontbonden verklaren.

  • 2

    Deze ontbinding heeft dezelfde gevolgen als ontbinding der overeenkomst wegens het niet nakomen door de koper van zijn verplichtingen.

  • 3

    De verkoper kan voor het hem verschuldigde bedrag opkomen op de voet als in artikel 233 bepaald.


Artikel 237b

  • 1

    Een wederpartij is niet bevoegd de nakoming van zijn verbintenis die voortvloeit uit een overeenkomst tot het geregeld afleveren van gas, water, elektriciteit of verwarming, benodigd voor de eerste levensbehoeften of voor het voortzetten van de door de schuldenaar gedreven onderneming, jegens de schuldenaar op te schorten wegens het door de schuldenaar niet nakomen van een vóór de surseance ontstane verbintenis tot betaling van een geldsom.

  • 2

    Een tekortkoming door de schuldenaar in de nakoming van een verbintenis als in het eerste lid bedoeld, die plaatsvond vóór de verlening van de surseance, levert geen grond op voor ontbinding van een overeenkomst als bedoeld in het eerste lid.

  • 3

    Een beroep door de wederpartij op een beding dat verlening van de surseance, de aanvraag van de surseance of het leggen van beslag grond oplevert voor ontbinding van een overeenkomst als bedoeld in het eerste lid, dan wel dat die overeenkomst daardoor van rechtswege zal zijn ontbonden, is slechts toegelaten met goedvinden van de schuldenaar en de bewindvoerder.


Artikel 238

  • 1

    Zodra de surseance een aanvang heeft genomen, kan de schuldenaar, die huurder is, met inachtneming van het bij artikel 228 bepaalde, de huur tussentijds doen eindigen, mits de opzegging geschiede tegen een tijdstip, waarop dergelijke overeenkomsten naar plaatselijk gebruik eindigen. Bovendien moet bij de opzegging de daarvoor overeengekomen of gebruikelijke termijn in acht genomen worden, met dien verstande echter, dat een termijn van drie maanden in elk geval voldoende zal zijn. Zijn de huurpenningen vooruit betaald, dan kan de huur niet eerder worden opgezegd dan tegen de dag, waarop de termijn, waarvoor vooruitbetaling heeft plaats gehad, eindigt.

  • 2

    Van de aanvang der surseance af is de huurprijs boedelschuld.

  • 3

    Indien de schuldenaar pachter is, vindt het bovenstaande overeenkomstige toepassing.


Artikel 239

  • 1

    Zodra de surseance een aanvang heeft genomen, kan de schuldenaar, met inachtneming van het bij artikel 228 bepaalde, aan werknemers in zijn dienst, de arbeidsovereenkomst opzeggen, met inachtneming van de overeengekomen of wettelijke termijnen, met dien verstande echter, dat in elk geval de arbeidsovereenkomst kan worden geëindigd door opzegging met een termijn van zes weken of, indien de termijn, omschreven in artikel 672 lid 2 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek langer is dan zes weken, met inachtneming van die termijn.

  • 2

    Zodra de surseance een aanvang heeft genomen, behoeft bij opzegging der arbeidsovereenkomst door werknemers in dienst van de schuldenaar het bepaalde in artikel 672 lid 4 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek niet in acht te worden genomen.

  • 3

    Van de aanvang der surseance af zijn het loon en de met de arbeidsovereenkomst samenhangende premieschulden boedelschuld.

  • 4

    Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op agentuurovereenkomsten.


Artikel 240

  • 1

    Voldoening nadat de surseance voorlopig is verleend doch vóór de bekendmaking daarvan, aan de schuldenaar gedaan, ter vervulling van verbintenissen jegens deze vóórdien ontstaan, bevrijdt hem, die haar deed, tegenover de boedel, zolang zijn bekendheid met de voorlopige verlening van de surseance niet bewezen wordt.

  • 2

    Voldoening, als in het vorig lid bedoeld, nà de bekendmaking aan de schuldenaar gedaan, bevrijdt tegenover de boedel alleen dan, wanneer hij, die haar deed, bewijst, dat de voorlopige verlening van de surseance te zijner woonplaats langs de weg der wettelijke aankondiging nog niet bekend kon zijn, behoudens het recht van bewindvoerders om aan te tonen, dat zij hem toch bekend was.

  • 3

    In elk geval bevrijdt voldoening aan de schuldenaar hem, die haar deed, tegenover de boedel, voorzover hetgeen door hem voldaan werd ten bate van de boedel is gekomen.


Artikel 241

De surseance werkt niet ten voordele van de borgen en andere medeschuldenaren.


Artikel 241a

  • 1

    De rechtbank kan op verzoek van elke belanghebbende of ambtshalve bij schriftelijke beschikking een afkoelingsperiode afkondigen, waarin elke bevoegdheid van derden, met uitzondering van boedelschuldeisers, tot verhaal op tot de boedel behorende goederen of tot de opeising van goederen die zich in de macht van de schuldenaar bevinden, voor een periode van ten hoogste twee maanden, niet kan worden uitgeoefend dan met machtiging van de rechter-commissaris. De rechtbank kan deze periode eenmaal verlengen met een periode van ten hoogste twee maanden.

  • 2

    De rechtbank kan haar beschikking beperken tot bepaalde derden en daaraan voorwaarden verbinden. De rechter-commissaris kan voorwaarden verbinden aan een door hem gegeven machtiging van een derde tot uitoefening van een aan deze toekomende bevoegdheid.

  • 3

    Indien een derde ter zake van zijn bevoegdheid een redelijke termijn aan de curator stelt, wordt deze termijn geschorst tijdens de afkoelingsperiode.

  • 4

    De afkoelingsperiode kan ook op verlangen van de schuldenaar worden afgekondigd door de rechter die de surseance verleent. De afkoelingsperiode die wordt afgekondigd met de verlening van de surseance wordt geacht te zijn ingegaan bij de aanvang van de dag waarop de surseance voorlopig is verleend.


Artikel 241b


Artikel 241c

  • 1

    Tijdens de afkoelingsperiode kan de ontvanger die een beslag heeft gelegd als bedoeld in artikel 22, derde lid, Invorderingswet 1990, niet tot uitwinning overgaan, tenzij de rechter-commissaris anders beslist.

  • 2

    Een beslag als bedoeld in artikel 22, derde lid, van de Invorderingswet 1990 dat tijdens de afkoelingsperiode wordt gelegd op een zaak die zich op de bodem van de schuldenaar bevindt en die niet aan hem toebehoort, kan niet worden tegengeworpen aan de eigenaar van de zaak of, als daarop een pandrecht van een ander rust, aan die ander, indien deze voordat het beslag was gelegd bij deurwaardersexploot aanspraak heeft gemaakt op afgifte van de zaak.



Artikel 241e

  • 1

    In afwijking van artikel 217 werkt het verlenen van surseance aan een schuldenaar uit hoofde van een financiëlezekerheidsovereenkomst als bedoeld in artikel 51 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek niet terug tot aan het begin van de dag waarop zij voorlopig is verleend, ten aanzien van een door de schuldenaar voor het tijdstip van het verlenen van surseance gesloten financiëlezekerheidsovereenkomst of een overdracht, vestiging van een pandrecht of een opdracht tot verrekening op grond daarvan.

  • 2

    De artikelen 217, 228, tweede lid, 234, eerste lid, 235, tweede lid, van deze wet, kunnen niet aan derden worden tegengeworpen ten aanzien van een door een schuldenaar na het tijdstip van het verlenen van surseance gesloten financiëlezekerheidsovereenkomst als bedoeld in artikel 51 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, een overdracht of vestiging van een pandrecht op grond van een financiëlezekerheidsovereenkomst, alsmede elke rechtshandeling op grond van een financiëlezekerheidsovereenkomst vanwege verbintenissen van de schuldenaar die na het tijdstip van het verlenen van surseance zijn ontstaan, mits de betreffende rechtshandeling plaatsvindt op de dag van het verlenen van surseance en de wederpartij kan aantonen dat deze ten tijde van de rechtshandeling het verlenen van surseance niet kende of behoorde te kennen.


Artikel 242

  • 1

    Nadat de surseance is verleend, kan zij, op voordracht van de rechter-commissaris, op verzoek van de bewindvoerders, van één of meer der schuldeisers of ook ambtshalve door de rechtbank worden ingetrokken:

    • 1°.

      indien de schuldenaar zich, gedurende de loop der surseance, aan kwade trouw in het beheer van de boedel schuldig maakt;

    • 2°.

      indien hij zijn schuldeisers tracht te benadelen;

    • 3°.

      indien hij handelt in strijd met artikel 228, eerste lid;

    • 4°.

      indien hij nalaat te doen, wat in de bepalingen, door de rechtbank bij het verlenen der surseance of later gesteld, aan hem is opgelegd of wat naar het oordeel der bewindvoerders door hem in het belang des boedels moet worden gedaan;

    • 5°.

      indien, hangende de surseance, de staat des boedels zodanig blijkt te zijn, dat handhaving der surseance niet langer wenselijk is of het vooruitzicht, dat de schuldenaar na verloop van tijd zijn schuldeisers zal kunnen bevredigen, blijkt niet te bestaan.

  • 2

    In de gevallen, vermeld onder 1° en 5°, zijn de bewindvoerders verplicht de intrekking te vragen.

  • 3

    De verzoeker, de schuldenaar en de bewindvoerders worden gehoord of behoorlijk opgeroepen. De oproeping geschiedt door de griffier tegen een door de rechtbank te bepalen dag. De beschikking is met redenen omkleed.

  • 4

    Indien op grond van dit artikel de surseance wordt ingetrokken, kan bij dezelfde beschikking de faillietverklaring van de schuldenaar worden uitgesproken. Wordt het faillissement niet uitgesproken, dan blijft de surseance gehandhaafd tot de beschikking der rechtbank in kracht van gewijsde is gegaan.

  • 5

    In afwijking van het vierde lid stelt de rechtbank De Nederlandsche Bank N.V. in staat te worden gehoord alvorens de faillietverklaring uit te spreken van een moedermaatschappij met zetel in Nederland van een verzekeraar als bedoeld in artikel 213abis, eerste lid.


Artikel 243

  • 1

    Gedurende acht dagen na de dag der beschikking heeft, in geval van intrekking der surseance, de schuldenaar, en, ingeval de intrekking der surseance geweigerd is, hij, die het verzoek tot intrekking heeft gedaan, recht van hoger beroep tegen de beschikking der rechtbank.

  • 2

    Het hoger beroep wordt ingesteld door indiening van een verzoek ter griffie van het gerechtshof, dat van de zaak moet kennis nemen. De griffier van het gerechtshof geeft van die indiening terstond kennis aan die van de rechtbank.

  • 3

    De voorzitter van het gerechtshof bepaalt terstond dag en uur voor de behandeling van het verzoek. De griffier roept ten spoedigste hen, die het verzoek tot intrekking hebben gedaan, de schuldenaar en de bewindvoerders schriftelijk tegen de bepaalde dag op.

  • 4

    De beschikking van het gerechtshof wordt door de griffier terstond medegedeeld aan die van de rechtbank.


Artikel 244

  • 1

    Gedurende acht dagen na de beschikking van het gerechtshof kan de daarbij in het ongelijk gestelde partij in cassatie komen.

  • 2

    Het beroep in cassatie wordt ingesteld door indiening van een verzoek ter griffie van de Hoge Raad. De griffier van de Hoge Raad geeft van die indiening terstond kennis aan die van de rechtbank.

  • 3

    De voorzitter van de Hoge Raad bepaalt terstond dag en uur voor de behandeling van het verzoek. De griffier roept ten spoedigste de partijen schriftelijk tegen de bepaalde dag op. De beschikking van de Hoge Raad wordt door de griffier terstond medegedeeld aan die van de rechtbank.


Artikel 245

Zodra een beschikking, waarbij de surseance is ingetrokken, in kracht van gewijsde is gegaan, wordt zij aangekondigd, gelijk is voorgeschreven in artikel 216.


Artikel 246

  • 1

    Indien de rechtbank van oordeel is, dat de behandeling van het verzoek tot intrekking van de surseance niet zal zijn beëindigd vóór de dag, waarop de schuldeisers of, indien van toepassing, De Nederlandsche Bank N.V. krachtens artikel 215, tweede lid, worden gehoord, gelast zij, dat de griffier de schuldeisers schriftelijk zal mededelen, dat dit verhoor op die dag niet zal worden gehouden.

  • 2

    Zo nodig bepaalt zij later de dag waarop dit verhoor alsnog zal plaats vinden; de schuldeisers of, indien van toepassing, De Nederlandsche Bank N.V. worden door de griffier schriftelijk opgeroepen.


Artikel 247

  • 1

    De schuldenaar is steeds bevoegd aan de rechtbank de intrekking van de surseance te verzoeken, op grond dat de toestand des boedels hem weer in staat stelt zijn betalingen te hervatten. De bewindvoerders en, indien het een definitief verleende surseance betreft, de schuldeisers worden gehoord of behoorlijk opgeroepen.

  • 2

    Deze oproeping geschiedt schriftelijk door de griffier tegen een door de rechtbank te bepalen dag.


Artikel 247a

  • 1

    Uiterlijk op de achtste dag voorafgaande aan de dag bepaald overeenkomstig artikel 215, tweede lid, doch in ieder geval niet later dan twee maanden na de dag waarop de surseance voorlopig is verleend, kan de rechtbank op verzoek van de schuldenaar, zijnde een natuurlijke persoon, de hem voorlopig verleende surseance intrekken onder het gelijktijdig uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling bedoeld in titel III.

  • 2

    De schuldenaar zal zich daartoe met een verzoek als bedoeld in artikel 284 wenden tot de rechtbank die de surseance voorlopig heeft verleend.

  • 3

    Alvorens te beslissen kan de rechtbank de schuldenaar, de rechter-commissaris en de bewindvoerder oproepen om te worden gehoord.

  • 4

    Artikel 6, tweede lid, is van toepassing.

  • 5

    Bij toewijzing van het verzoek, spreekt de rechtbank de definitieve toepassing van de schuldsaneringsregeling uit.

  • 6

    Van de intrekking van de voorlopig verleende surseance wordt door de griffier kennis gegeven in de aankondiging die is voorgeschreven in artikel 293. In die aankondiging wordt tevens mededeling gedaan dat het verhoor van de schuldeisers, bepaald overeenkomstig artikel 215, tweede lid, niet zal worden gehouden. Indien op de voet van artikel 255 of 264 reeds een tijdstip was bepaald voor de raadpleging en stemming over een akkoord, wordt in die aankondiging mededeling gedaan dat die raadpleging en stemming niet zullen plaatsvinden.


Artikel 247b

  • 1

    Tegen het vonnis, houdende uitspraak tot de intrekking van de voorlopig verleende surseance en tot de toepassing van de schuldsaneringsregeling, kunnen noch door schuldeisers noch door andere belanghebbenden rechtsmiddelen worden ingesteld.

  • 2

    Indien het verzoek tot de toepassing van de schuldsaneringsregeling is afgewezen, heeft de schuldenaar gedurende acht dagen na de dag van de uitspraak het recht van hoger beroep. Het hoger beroep wordt ingesteld door indiening van een verzoek ter griffie van het gerechtshof, dat van de zaak kennis moet nemen. De griffier van het gerechtshof geeft van die indiening onverwijld kennis aan de griffier van de rechtbank.

  • 3

    De voorzitter bepaalt terstond dag en uur voor de behandeling, welke zal moeten plaatshebben binnen twintig dagen na de dag van de indiening van het verzoek. De uitspraak vindt niet later plaats dan op de achtste dag na die van de behandeling van het verzoek ter zitting. Van het arrest van het gerechtshof wordt door de griffier onverwijld mededeling gedaan aan de griffier van de rechtbank.

  • 4

    De schuldenaar kan van de uitspraak van het gerechtshof gedurende acht dagen na die van de uitspraak in cassatie komen. Het beroep in cassatie wordt ingesteld door indiening van een verzoek ter griffie van de Hoge Raad. De voorzitter bepaalt terstond dag en uur voor de behandeling. De griffier van de Hoge Raad geeft van het beroep in cassatie en van de uitspraak van de Hoge Raad onverwijld kennis aan de griffier van de rechtbank.

  • 5

    Zolang niet op het verzoek bedoeld in artikel 247a, tweede lid, is beslist en, indien de schuldsaneringsregeling niet is uitgesproken, hangende het hoger beroep of de cassatie, kan de surseance van betaling niet definitief worden verleend en kan geen raadpleging over een akkoord plaatshebben.


Artikel 247c

  • 1

    Indien de surseance van betaling wordt ingetrokken onder het gelijktijdig uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling, gelden de volgende regelen:

    • a.

      de bewindvoerder in de schuldsaneringsregeling oefent de bevoegdheid uit, in artikel 228, eerste lid, tweede volzin, aan de bewindvoerder in de surseance toegekend;

    • b.

      boedelschulden, gedurende de toepassing van de surseance ontstaan, gelden ook in de toepassing van de schuldsaneringsregeling als boedelschulden;

    • c.

      in de surseance ingediende vorderingen gelden als ingediend in de schuldsaneringsregeling.

  • 2

    Artikel 249, eerste lid, onder 1° en 4°, is van overeenkomstige toepassing.


Artikel 247d

In het geval van een verzoek tot omzetting als bedoeld in artikel 51, eerste lid, van de verordening, genoemd in artikel 5, derde lid, zijn, wanneer het de omzetting in een faillissement betreft, de artikelen 242, derde lid, en 243 tot en met 246 dan wel, wanneer het de omzetting in een toepassing van de schuldsaneringsregeling betreft, de artikelen 247a, derde tot en met vijfde lid, 247b, eerste lid, en 247c van overeenkomstige toepassing.


Artikel 248

  • 1

    Gedurende een surseance kan faillietverklaring behoudens de mogelijkheid van artikel 213ar niet rauwelijks worden verzocht.

  • 2

    Indien ingevolge een der bepalingen van deze titel een faillietverklaring uitgesproken wordt, vindt artikel 14 overeenkomstige toepassing; wordt ingevolge die bepalingen een faillissement vernietigd, dan vinden de artikelen 13 en 15 overeenkomstige toepassing.


Artikel 249

  • 1

    Indien de faillietverklaring wordt uitgesproken ingevolge een der bepalingen van deze titel of wel binnen één maand na het einde der surseance, gelden de volgende regelen:

    • 1°.

      het tijdstip, waarop de termijnen vermeld in de artikelen 43 en 45 van deze wet en in de artikelen 138, zesde lid, en 248, zesde lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek aanvangen, wordt berekend van de aanvang der surseance af;

    • 2°.

      de curator oefent de bevoegdheid uit, in het eerste lid van artikel 228 aan de bewindvoerders toegekend;

    • 3°.

      handelingen, door de schuldenaar met medewerking, machtiging of bijstand van de bewindvoerders verricht, worden beschouwd als handelingen van de curator en boedelschulden, gedurende de surseance ontstaan, zullen ook in het faillissement als boedelschulden gelden;

    • 4°.

      de boedel is niet aansprakelijk voor verbintenissen van de schuldenaar, zonder medewerking, machtiging of bijstand van de bewindvoerders gedurende de surseance ontstaan, dan voorzover deze ten gevolge daarvan gebaat is.

  • 2

    Is opnieuw surseance verzocht, binnen een maand na afloop van een vroeger verleende, dan geldt hetgeen in het eerste lid is bepaald mede voor het tijdvak der eerstvolgende surseance.


Artikel 249a

Indien de faillietverklaring van een beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, van een financiële instelling die een verklaring van ondertoezichtstelling als bedoeld in artikel 3:110 van die wet heeft, of van een persoon die een vergunning heeft ingevolge artikel 3:4, eerste lid van die wet, wordt uitgesproken ingevolge een bepaling van deze titel of binnen een maand na het einde van een surseance van betaling die aan een dergelijke onderneming is verleend, wordt de uitvoering van de vangnetregeling die werd uitgevoerd tijdens de surseance van betaling voortgezet tijdens het faillissement op de voet van afdeling 3.5.6 van die wet.


Artikel 250

  • 1

    Het loon van de deskundigen, benoemd ingevolge de bepaling van artikel 226, en van de bewindvoerders wordt bepaald door de rechtbank en bij voorrang voldaan.

  • 2

    Dit laatste is ook van toepassing op hun verschotten en op die, door de griffier ten gevolge van de bepalingen van deze titel gedaan.

  • 3

    De rechtbank stelt het loon van de bewindvoerder vast aan de hand van uitgangspunten waarin het belang van een efficiënte behandeling van de surseance tot uitdrukking komt. Overweegt de rechtbank om af te wijken van een voorstel van de bewindvoerder tot vaststelling van zijn loon of stemt de rechter-commissaris niet met een dergelijk voorstel in, dan beslist de rechtbank niet over het loon van de bewindvoerder dan nadat zij de bewindvoerder op een door haar nader te bepalen wijze en binnen een door haar te bepalen termijn in de gelegenheid heeft gesteld een zienswijze te geven.


Artikel 250a [Vervallen per 01-01-2007]

[Vervallen]


Artikel 251

De bepalingen van internationaal recht van de artikelen 203-205 vinden bij surseance overeenkomstige toepassing.


Titel 3 Eigendom van onroerende zaken

Titel 3 Eigendom van onroerende zaken


Titel 5 Besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid

Titel 5 Besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid


Vijfde titel A Van koop en verkoop op afbetaling

Vijfde titel A Van koop en verkoop op afbetaling


Tweede afdeling Van de gevolgen der faillietverklaring

Tweede afdeling Van de gevolgen der faillietverklaring


§ 2.3 Verscherpt cliëntenonderzoek

§ 2.3 Verscherpt cliëntenonderzoek


Hoofdstuk 2 Raamwerk (hoofdstuk 2 van de wet)

Hoofdstuk 2 Raamwerk (hoofdstuk 2 van de wet)


Artikel 20

  • 1

    De eigendom van de grond omvat, voor zover de wet niet anders bepaalt:

    • a.

      de bovengrond;

    • b.

      de daaronder zich bevindende aardlagen;

    • c.

      het grondwater dat door een bron, put of pomp aan de oppervlakte is gekomen;

    • d.

      het water dat zich op de grond bevindt en niet in open gemeenschap met water op eens anders erf staat;

    • e.

      gebouwen en werken die duurzaam met de grond zijn verenigd, hetzij rechtstreeks, hetzij door vereniging met andere gebouwen en werken, voor zover ze geen bestanddeel zijn van eens anders onroerende zaak;

    • f.

      met de grond verenigde beplantingen.

  • 2

    In afwijking van lid 1 behoort de eigendom van een net, bestaande uit een of meer kabels of leidingen, bestemd voor transport van vaste, vloeibare of gasvormige stoffen, van energie of van informatie, dat in, op of boven de grond van anderen is of wordt aangelegd, toe aan de bevoegde aanlegger van dat net dan wel aan diens rechtsopvolger.


Artikel 20

Het faillissement omvat het gehele vermogen van de schuldenaar ten tijde van de faillietverklaring, alsmede hetgeen hij gedurende het faillissement verwerft.


Artikel 8

  • 1

    Een instelling verricht, in aanvulling op artikel 3, tweede tot en met vierde lid, verscherpt cliëntenonderzoek in ten minste de volgende gevallen:

    • a.

      indien de zakelijke relatie of transactie naar haar aard een hoger risico op witwassen of financieren van terrorisme met zich brengt;

    • b.

      indien de staat waar de cliënt woonachtig of gevestigd is of zijn zetel heeft op grond van artikel 9 van de vierde anti-witwasrichtlijn door de Europese Commissie is aangewezen als staat met een hoger risico op witwassen of financieren van terrorisme.

  • 2

    Een instelling houdt ten minste rekening met de risicofactoren, bedoeld in bijlage III bij de vierde anti-witwasrichtlijn, om vast te stellen of het eerste lid, onderdeel a, van toepassing is.

  • 3

    Een instelling neemt redelijke maatregelen om de achtergrond en het doel van complexe of ongebruikelijk grote transacties, van transacties met een ongebruikelijk patroon of zonder duidelijk economisch of rechtmatig doel te onderzoeken en onderwerpt de gehele zakelijke relatie met de cliënt in dat geval aan een verscherpte controle.

  • 4

    Onverminderd het eerste lid draagt een bank of andere financiële onderneming die een correspondentrelatie aangaat of is aangegaan met een respondentinstelling in een staat die geen lidstaat is en waarbij betalingen worden verricht, er bij het aangaan van de zakelijke relatie zorg voor dat:

    • a.

      zij voldoende informatie over de betrokken respondentinstelling verzamelt om een volledig beeld te krijgen van de aard van haar bedrijfsactiviteiten, en op basis van openbaar beschikbare informatie de reputatie van de respondentinstelling en de kwaliteit van het toezicht dat op de respondentinstelling wordt uitgeoefend beoordeelt;

    • b.

      zij de procedures en maatregelen ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme van de betrokken respondentinstelling beoordeelt;

    • c.

      indien het een nieuwe correspondentrelatie betreft, de beslissing tot het aangaan van die relatie wordt genomen of goedgekeurd door het hoger leidinggevend personeel van de bank of andere financiële onderneming;

    • d.

      de verantwoordelijkheden van de bank of andere financiële onderneming en van de respondentinstelling worden vastgelegd;

    • e.

      de betrokken respondentinstelling de cliënten die rechtstreeks toegang hebben tot transitrekeningen heeft geïdentificeerd, hun identiteit heeft geverifieerd en daarnaast doorlopend toezicht houdt op deze cliënten en dat deze in staat is om haar op verzoek de relevante cliëntgegevens te verstrekken.

  • 5

    In aanvulling op de cliëntenonderzoeksmaatregelen, bedoeld in artikel 3:

    • a.

      beschikt een instelling over passende risicobeheersystemen, waaronder op risico gebaseerde procedures, om te bepalen of de cliënt of de uiteindelijk belanghebbende een politiek prominente persoon is;

    • b.

      past een instelling de volgende maatregelen toe bij het aangaan of voortzetten van een zakelijke relatie met of het verrichten van een transactie voor een politiek prominente persoon:

      • 1°.

        voor het aangaan of voortzetten van deze zakelijke relatie of het verrichten van deze transactie, is de toestemming vereist van een persoon die deel uitmaakt van het hoger leidinggevend personeel;

      • 2°.

        passende maatregelen worden getroffen om de bron van het vermogen en van de middelen die bij deze zakelijke relatie of deze transactie gebruikt worden, vast te stellen;

      • 3°.

        de zakelijke relatie wordt doorlopend aan verscherpte controle onderworpen.

  • 6

    In aanvulling op de cliëntenonderzoeksmaatregelen, bedoeld in artikel 3:

    • a.

      neemt een instelling, uiterlijk bij uitbetaling van de polis of bij gehele of gedeeltelijke overdracht van de polis, redelijke maatregelen om te bepalen of de begunstigde dan wel de uiteindelijk belanghebbende van de begunstigde van een levensverzekering, een politiek prominente persoon is;

    • b.

      past een instelling de volgende maatregelen toe in geval de persoon, bedoeld in onderdeel a, een politiek prominente persoon is:

      • 1°.

        een persoon die deel uitmaakt van het hoger leidinggevend personeel wordt geïnformeerd over de uitbetaling van de polisopbrengsten aan de personen, bedoeld in onderdeel a, voorafgaand aan deze uitbetaling;

      • 2°.

        de gehele zakelijke relatie met de polishouder wordt aan verscherpte controle onderworpen.

  • 7

    Indien de cliënt of de uiteindelijk belanghebbende niet langer een prominente publieke functie bekleedt, past de instelling passende risicogebaseerde maatregelen zo lang als nodig, doch ten minste gedurende 12 maanden toe, totdat deze persoon niet langer het hoger risico met zich brengt dat hoort bij politiek prominente personen.

  • 8

    De maatregelen, bedoeld in het vijfde tot en met het zevende lid, zijn van overeenkomstige toepassing op familieleden van politiek prominente personen en personen bekend als naaste geassocieerden van politiek prominente personen.

  • 9

    Indien de cliënt of de uiteindelijk belanghebbende gedurende de zakelijke relatie een politiek prominente persoon wordt of blijkt te zijn, voldoet de instelling onverwijld nadat hiervan is gebleken aan het vijfde lid, het zesde lid, onderdeel b, en het zevende en achtste lid.

  • 10

    Indien een cliënt een bijkantoor of meerderheidsdochteronderneming met zetel of vestiging in een staat als bedoeld in het eerste lid is van een in een lidstaat gevestigde instelling, en het betreffende bijkantoor of de betreffende meerderheidsdochteronderneming volledig voldoet aan de voor de groep geldende gedragslijnen en procedures overeenkomstig artikel 2f, tweede lid, kan in plaats van een verscherpt cliëntenonderzoek, cliëntenonderzoek worden verricht dat is afgestemd op de risico’s op witwassen of financieren van terrorisme die met deze cliënt gepaard gaan.

  • 11

    Een instelling neemt redelijke maatregelen om ervoor te zorgen dat de gegevens, die ingevolge het derde tot en met zesde, achtste en tiende lid zijn verzameld, actueel gehouden worden.


Artikel 3 Woonplaatsfictie; aanwijzing mogendheid

Artikel 3 Woonplaatsfictie; aanwijzing mogendheid

Voor de toepassing van artikel 2.2, eerste lid, van de wet, worden, voorzover het niet gaat om lidstaten van de Europese Unie, als de in die bepaling bedoelde mogendheden aangewezen alle mogendheden waarmee Nederland een regeling ter voorkoming van dubbele belasting is overeengekomen, waarvan de bepalingen van toepassing zijn.


Artikel 21

  • 1

    De bevoegdheid van de eigenaar van de grond om deze te gebruiken, omvat de bevoegdheid tot gebruik van de ruimte boven en onder de oppervlakte.

  • 2

    Het gebruik van de ruimte boven en onder de oppervlakte is aan anderen toegestaan, indien dit zo hoog boven of zo diep onder de oppervlakte plaats vindt, dat de eigenaar geen belang heeft zich daartegen te verzetten.

  • 3

    De vorige leden zijn niet van toepassing op de bevoegdheid tot vliegen.


Artikel 21

Niettemin blijven buiten het faillissement:


Artikel 9

  • 1

    Onverminderd artikel 8, eerste lid, verricht een instelling met betrekking tot transacties, zakelijke relaties en correspondentbankrelaties gerelateerd aan staten die op grond van artikel 9 van de vierde anti-witwasrichtlijn in gedelegeerde handelingen van de Europese Commissie zijn aangewezen als staten met een hoger risico op witwassen of financieren van terrorisme de volgende verscherpte onderzoeksmaatregelen:

    • a.

      verzamelen van aanvullende informatie over die cliënten en uiteindelijk belanghebbenden;

    • b.

      verzamelen van aanvullende informatie met betrekking tot het doel en de aard van die zakelijke relatie;

    • c.

      verzamelen van informatie over de herkomst van de fondsen die bij die zakelijke relatie of transactie gebruikt worden en de bron van het vermogen van die cliënten en van die uiteindelijk belanghebbenden;

    • d.

      verzamelen van informatie over de achtergrond van en beweegredenen voor de voorgenomen of verrichte transacties van die cliënten;

    • e.

      verkrijgen van goedkeuring van het hoger leidinggevend personeel voor het aangaan of voortzetten van die zakelijke relatie;

    • f.

      verrichten van verscherpte controle op die zakelijke relatie met en de transacties van die cliënten, door het aantal controles en de frequentie van actualiseringen van gegevens over die cliënten en die uiteindelijk belanghebbenden te verhogen en door transactiepatronen te selecteren die nader onderzocht moeten worden.

  • 2

    In aanvulling op het eerste lid kan bij ministeriële regeling worden bepaald dat een instelling tevens één of meer van de volgende aanvullende risicobeperkende maatregelen toepast met betrekking tot cliënten die transacties uitvoeren die verband houden met staten als bedoeld in het eerste lid:

    • a.

      toepassen van aanvullende elementen van verscherpt cliëntenonderzoek;

    • b.

      invoeren van verscherpte meldmechanismen of het systematisch melden van financiële transacties;

    • c.

      beperken van die transacties, zakelijke relaties of correspondentbankrelaties;

    • d.

      niet uitvoeren van die transacties en beëindiging van die zakelijke relaties en correspondentbankrelaties;

    • e.

      overige bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen maatregelen.

  • 3

    In aanvulling op het eerste lid, kunnen bij ministeriële regeling ten aanzien van de in het eerste lid aangewezen staten tevens één of meer van de volgende maatregelen worden bepaald:

    • a.

      vestigingsverbod voor dochterondernemingen of bijkantoren van instellingen afkomstig uit die staten;

    • b.

      vestigingsverbod voor dochterondernemingen of bijkantoren van instellingen in die staten;

    • c.

      uitvoeren van verscherpte controle op of toepassen van verscherpte eisen aan de uitvoering van een externe audit voor in die staten gevestigde dochterondernemingen of bijkantoren door een instelling;

    • d.

      toepassen van hogere eisen aan de uitvoering van een externe audit voor groepen ten aanzien van in die staten gevestigde dochterondernemingen of bijkantoren door een instelling;

    • e.

      herzien, wijzigen of beëindigen van zakelijke relaties en correspondentrelaties in die staten door banken en andere financiële ondernemingen;

    • f.

      overige bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen maatregelen.

  • 4

    In de regeling bedoeld in het tweede en derde lid, kan worden bepaald dat bij die regeling aangewezen instellingen één of meer van de maatregelen genoemd in het tweede en derde lid verrichten. Daarbij kan onderscheid worden gemaakt naar categorie instelling.


Artikel 4 Tijdsevenredige vermindering heffingskorting

Artikel 4 Tijdsevenredige vermindering heffingskorting

Bij de tijdsevenredige vermindering, bedoeld in artikel 2.7, tweede lid, van de wet, van de heffingskorting voor de inkomstenbelasting wordt:

  • a.

    een kalenderjaar op 360 dagen gesteld;

  • b.

    een kalendermaand op 30 dagen gesteld;

  • c.

    de dag waarop het tijdvak aanvangt als een gehele dag in aanmerking genomen;

  • d.

    de dag waarop het tijdvak eindigt niet in aanmerking genomen.


Artikel 22

Wanneer een erf niet is afgesloten, mag ieder er zich op begeven, tenzij de eigenaar schade of hinder hiervan kan ondervinden of op duidelijke wijze kenbaar heeft gemaakt, dat het verboden is zonder zijn toestemming zich op het erf te bevinden, een en ander onverminderd hetgeen omtrent openbare wegen is bepaald.


Artikel 22

In het vorige artikel wordt onder «gefailleerde» mede begrepen de echtgenoot of de geregistreerde partner van de in enige gemeenschap van goederen gehuwde onderscheidenlijk als partner geregistreerde.


Artikel 9a

Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Justitie en Veiligheid gezamenlijk stellen een lijst met de functies vast die in Nederland kwalificeren als prominente publieke functies. Deze lijst wordt actueel gehouden.


Artikel 4a Toerekening afgezonderd particulier vermogen

Artikel 4a Toerekening afgezonderd particulier vermogen

  • 1

    Degene die als begunstigde een juridisch afdwingbaar recht heeft ten laste van een afgezonderd particulier vermogen, wordt in zoverre in de belastingheffing betrokken.

  • 2

    Indien aan twee of meer personen de bezittingen en schulden alsmede de opbrengsten en uitgaven van een afgezonderd particulier vermogen worden toegerekend, wordt bij deze toerekening aangesloten bij de waarde van hetgeen ten tijde van de afzondering door ieder van de bedoelde personen of hun rechtsvoorgangers is afgezonderd in de zin van artikel 2.14a, derde lid, van de wet. Met uitkeringen uit het vermogen van het afgezonderd particulier vermogen wordt op overeenkomstige wijze rekening gehouden.

  • 3

    Ingeval bij een afzondering van vermogen in een afgezonderd particulier vermogen niet bekend is welk vermogen door iemand is afgezonderd, vindt toerekening van dit vermogen plaats naar rato van het aantal personen dat vermogen daarin heeft afgezonderd.

  • 4

    Onder het onder in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke voorwaarden rechtens dan wel in feite, direct of indirect, afzonderen van vermogensbestanddelen in een afgezonderd particulier vermogen, bedoeld in artikel 2.14a, derde lid, onderdeel a, van de wet, wordt mede verstaan:

    • a.

      het vervreemden van vermogensbestanddelen aan een afgezonderd particulier vermogen tegen een prijs die afwijkt van de waarde in het economische verkeer;

    • b.

      het bedingen van voorwaarden bij het vervreemden van vermogensbestanddelen aan een afgezonderd particulier vermogen die niet overeenkomen met voorwaarden die in het maatschappelijk verkeer gebruikelijk zijn;

    • c.

      het inbrengen van vermogensbestanddelen in een afgezonderd particulier vermogen waarbij de inbreng en daarmee samenhangende rechtshandelingen gericht zijn op of direct of indirect verband houden met het ontgaan of uitstellen van de toerekening, bedoeld in artikel 2.14a, eerste lid, van de wet.

  • 5

    Bezittingen en schulden van een afgezonderd particulier vermogen worden in aanmerking genomen naar de waarde in het economisch verkeer die zou gelden als deze bezittingen en schulden deel zouden uitmaken van het vermogen van degene aan wie de bezittingen en schulden van het afgezonderd particulier vermogen worden toegerekend.

  • 6

    De erfgenaam die gebruik wil maken van de tegenbewijsregeling, bedoeld in artikel 2.14a, zesde lid, van de wet, dient ten minste de volgende gegevens aan de inspecteur over te leggen:

    • a.

      een beschrijving van het soort afgezonderd particulier vermogen en land van vestiging;

    • b.

      de oprichtingsakte van het afgezonderd particulier vermogen inclusief bijlagen (zoals instructies, reglementen, letter of wishes, statuten);

    • c.

      de meest actuele jaarstukken van het afgezonderd particulier vermogen over minimaal drie jaren;

    • d.

      naam- en adresgegevens van de inbrenger van het vermogen en van de overige erfgenamen;

    • e.

      alle overige stukken waaruit blijkt dat de bedoelde erfgenaam geen begunstigde is van het afgezonderd particulier vermogen en dit in de toekomst ook nooit kan worden.


Artikel 23

  • 1

    Is een voorwerp of een dier anders dan door opzet of grove nalatigheid van de eigenaar op de grond van een ander terecht gekomen, dan moet de eigenaar van de grond hem op zijn verzoek toestaan het voorwerp of het dier op te sporen en weg te voeren.

  • 2

    De bij de opsporing en wegvoering aangerichte schade moet door de eigenaar van het voorwerp of het dier aan de eigenaar van de grond worden vergoed. Voor deze vordering heeft laatstgenoemde een retentierecht op het voorwerp of het dier.


Artikel 22a

  • 1

    Ten aanzien van een overeenkomst van levensverzekering vallen voorts buiten de boedel:

    • a.

      het recht op het doen afkopen van een levensverzekering voorzover de begunstigde of de verzekeringnemer door afkoop onredelijk benadeeld wordt;

    • b.

      het recht om de begunstiging te wijzigen, tenzij de wijziging geschiedt ten behoeve van de boedel en de begunstigde of de verzekeringnemer daardoor niet onredelijk benadeeld wordt;

    • c.

      het recht om de verzekering te belenen.

  • 2

    Voor de uitoefening van het recht op het doen afkopen en het recht om de begunstiging te wijzigen, behoeft de curator de toestemming van de rechter-commissaris, die daarbij zonodig vaststelt tot welk bedrag deze rechten mogen worden uitgeoefend. Slechts met schriftelijke toestemming van de verzekeringnemer is de curator bevoegd tot overdracht van de verzekering.

  • 3

    Indien de curator de begunstiging heeft gewijzigd, vervalt deze wijziging met de beëindiging van het faillissement.

  • 4

    Indien de begunstiging na de faillietverklaring onherroepelijk wordt, kan deze onherroepelijkheid niet aan de boedel worden tegengeworpen. De verzekeraar is verplicht een uitkering, waarop de begunstiging betrekking heeft, onder zich te houden. Voor zover vaststaat dat de begunstiging niet zal worden gewijzigd, blijven de eerste en de tweede volzin buiten toepassing. Ten aanzien van de begunstigde is artikel 69 van overeenkomstige toepassing.

  • 5

    In afwijking van het vierde lid, tweede zin, kan de verzekeraar een betaling aan de begunstigde tegenwerpen aan de boedel, voorzover de curator niet bewijst dat de verzekeraar op het tijdstip van betaling op de hoogte was van het faillissement of van een daaraan voorafgegaan beslag ten laste van de verzekeringnemer. In dat geval heeft de curator verhaal op de begunstigde.


Artikel 24

Aan de Staat behoren onroerende zaken die geen andere eigenaar hebben.


Artikel 23

Door de faillietverklaring verliest de schuldenaar van rechtswege de beschikking en het beheer over zijn tot het faillissement behorend vermogen, te rekenen van de dag waarop de faillietverklaring wordt uitgesproken, die dag daaronder begrepen.


Artikel 25

De bodem van de territoriale zee en van de Waddenzee is eigendom van de Staat.


Artikel 24

Voor verbintenissen van de schuldenaar, na de faillietverklaring ontstaan, is de boedel niet aansprakelijk dan voorzover deze ten gevolge daarvan is gebaat.


Artikel 26

De stranden der zee tot aan de duinvoet worden vermoed eigendom van de Staat te zijn.


Artikel 25

  • 1

    Rechtsvorderingen, welke rechten of verplichtingen tot de failliete boedel behorende ten onderwerp hebben, worden zowel tegen als door de curator ingesteld.

  • 2

    Indien zij, door of tegen de gefailleerde ingesteld of voortgezet, een veroordeling van de gefailleerde ten gevolge hebben, heeft die veroordeling tegenover de failliete boedel geen rechtskracht.


Artikel 27

  • 1

    De grond waarop zich openbare vaarwateren bevinden, wordt vermoed eigendom van de Staat te zijn.

  • 2

    Dit vermoeden werkt niet tegenover een openbaar lichaam:

    • a.

      dat die wateren onderhoudt en het onderhoud niet van de Staat heeft overgenomen;

    • b.

      dat die wateren onderhield en waarvan dit onderhoud door de Staat of door een ander openbaar lichaam is overgenomen.


Artikel 26

Rechtsvorderingen, die voldoening van een verbintenis uit de boedel ten doel hebben, kunnen gedurende het faillissement ook tegen de gefailleerde op geen andere dan een in artikel 110 bepaalde wijze worden ingesteld.


Artikel 28

  • 1

    Onroerende zaken die openbaar zijn, met uitzondering van de stranden der zee, worden, wanneer zij door een openbaar lichaam worden onderhouden, vermoed eigendom van dat openbare lichaam te zijn.

  • 2

    Dit vermoeden werkt niet tegenover hem aan wie het onderhoud is overgenomen.


Artikel 27

  • 1

    Indien de rechtsvordering tijdens de faillietverklaring aanhangig en door de schuldenaar ingesteld is, wordt het geding ten verzoeke van de verweerder geschorst, ten einde deze gelegenheid te geven, binnen een door de rechter te bepalen termijn, de curator tot overneming van het geding op te roepen.

  • 2

    Zo deze aan die oproeping geen gevolg geeft, heeft de verweerder het recht ontslag van de instantie te vragen; bij gebreke daarvan kan het geding tussen de gefailleerde en de verweerder worden voortgezet, buiten bezwaar van de boedel.

  • 3

    Ook zonder opgeroepen te zijn, is de curator bevoegd het proces te allen tijde over te nemen en de gefailleerde buiten het geding te doen stellen.


Artikel 29

De grens van een langs een water liggend erf verplaatst zich met de oeverlijn, behalve in geval van opzettelijke drooglegging of tijdelijke overstroming. Een overstroming is niet tijdelijk, indien tien jaren na de overstroming het land nog door het water wordt overspoeld en de drooglegging niet is begonnen.


Artikel 28

  • 1

    Indien de rechtsvordering tijdens de faillietverklaring aanhangig en tegen de schuldenaar ingesteld is, is de eiser bevoegd schorsing te verzoeken, ten einde, binnen een door de rechter te bepalen termijn, de curator in het geding te roepen.

  • 2

    Door zijn verschijning neemt deze het proces over en is de gefailleerde van rechtswege buiten het geding.

  • 3

    Indien de curator verschijnende dadelijk in de eis toestemt, zijn de proceskosten van de tegenpartij geen boedelschuld.

  • 4

    Zo de curator niet verschijnt, is op het tegen de gefailleerde te verkrijgen vonnis de bepaling van het tweede lid van artikel 25 niet toepasselijk.


Artikel 30

  • 1

    Een verplaatsing van de oeverlijn wijzigt de grens niet meer, nadat deze is vastgelegd, hetzij door de eigenaars van land en water overeenkomstig artikel 31, hetzij door de rechter op vordering van een hunner tegen de ander overeenkomstig artikel 32. De vastlegging geldt jegens een ieder.

  • 2

    Indien bij de vastlegging in plaats van de werkelijke eigenaar van een erf iemand die als zodanig in de openbare registers was ingeschreven, partij is geweest, is niettemin het vorige lid van toepassing, tenzij de werkelijke eigenaar tegen inschrijving van de akte of het vonnis verzet heeft gedaan voordat zij is geschied.


Artikel 29

Voorzover tijdens de faillietverklaring aanhangige rechtsvorderingen voldoening ener verbintenis uit de boedel ten doel hebben, wordt het geding na de faillietverklaring geschorst, om alleen dan voortgezet te worden, indien de verificatie der vordering betwist wordt. In dit geval wordt hij, die de betwisting doet, in de plaats van de gefailleerde, partij in het geding.


Artikel 31

  • 1

    De vastlegging van de grens door de eigenaars van land en water geschiedt bij een daartoe bestemde notariële akte, binnen veertien dagen gevolgd door de inschrijving daarvan in de openbare registers.

  • 2

    De bewaarder der registers is bevoegd van de inschrijving kennis te geven aan ieder die als rechthebbende of beslaglegger op een der erven staat ingeschreven.

  • 3

    Voor zover de in de akte beschreven grens van de toenmalige oeverlijn afwijkt, kan een derde die op het ogenblik van de inschrijving een recht op een der erven heeft, daarvan huurder of pachter is of daarop een beslag heeft doen inschrijven, de toenmalige oeverlijn als vastgelegde grens aanmerken.


Artikel 30

  • 1

    Indien vóór de faillietverklaring de stukken van het geding tot het geven van een beslissing aan de rechter zijn overgelegd, zijn het tweede lid van artikel 25 en de artikelen 27-29 niet toepasselijk.

  • 2

    De artikelen 27-29 worden weer toepasselijk, indien het geding voor de rechter, bij wie het aanhangig is, ten gevolge van zijn beslissing wordt voortgezet.


Artikel 32

  • 1

    Een vordering tot vastlegging van de grens wordt slechts toegewezen, indien de instelling ervan in de openbare registers is ingeschreven en allen die toen als rechthebbende of beslaglegger op een der erven stonden ingeschreven, tijdig in het geding zijn geroepen.

  • 2

    De rechter bepaalt de grens overeenkomstig de oeverlijn op het tijdstip van de inschrijving van de vordering. Alvorens de eis toe te wijzen, kan hij de maatregelen bevelen en de bewijsopdrachten doen, die hij in het belang van niet-verschenen belanghebbenden nuttig oordeelt.

  • 3

    De kosten van de vordering komen ten laste van de eiser.

  • 4

    Verzet, hoger beroep en cassatie moeten op straffe van niet-ontvankelijkheid binnen acht dagen na het instellen van het rechtsmiddel worden ingeschreven in de registers, bedoeld in artikel 433 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering. In afwijking van artikel 143 van dat wetboek begint de verzettermijn te lopen vanaf de betekening van het vonnis aan de ingeschrevene, ook als de betekening niet aan hem in persoon geschiedt, tenzij de rechter hiertoe nadere maatregelen heeft bevolen en aan dat bevel niet is voldaan.

  • 5

    De vastlegging treedt in op het tijdstip dat het vonnis waarbij de vordering is toegewezen, in de openbare registers wordt ingeschreven. Deze inschrijving geschiedt niet voordat het vonnis in kracht van gewijsde is gegaan.


Artikel 31

Indien een geding door of tegen de curator, of ook in het geval van artikel 29 tegen een schuldeiser wordt voortgezet, kan door de curator of door die schuldeiser de nietigheid worden ingeroepen van handelingen, door de schuldenaar vóór zijn faillietverklaring in het geding verricht, zo bewezen wordt dat deze door die handelingen de schuldeisers desbewust heeft benadeeld en dat dit aan zijn tegenpartij bekend was.


Artikel 33

  • 1

    Verplaatst zich, nadat de grens is vastgelegd, de oeverlijn van een openbaar water landinwaarts, dan moet de eigenaar van het overspoelde erf het gebruik van het water overeenkomstig de aan dat water op grond van de Omgevingswet toegekende functies dulden.

  • 2

    Verplaatst zich, nadat de grens is vastgelegd, de oeverlijn van een water dat de eigenaar van het aanliggende erf voor enig doel mag gebruiken, in de richting van het water, dan kan de eigenaar van dat erf vorderen dat hem op de drooggekomen grond een of meer erfdienstbaarheden worden verleend, waardoor hij zijn bevoegdheden ten aanzien van het water kan blijven uitoefenen.

  • 3

    Het vorige lid is van overeenkomstige toepassing ten behoeve van hem die het water voor enig doel mag gebruiken en daartoe een erfdienstbaarheid op het aan het water liggende erf heeft.

  • 4

    In geval van grensvastlegging overeenkomstig artikel 32 zijn de vorige leden reeds van toepassing, wanneer de oeverlijn zich na de inschrijving van de vordering verplaatst.


Artikel 32

De artikelen 27 tot en met 31 zijn van overeenkomstige toepassing met betrekking tot rechtsvorderingen betreffende een goed of recht waarover de schuldenaar het beheer en de beschikking heeft verloren door de opening van een in Nederland op grond van artikel 19 van de verordening, genoemd in artikel 5, derde lid, te erkennen insolventieprocedure.


Artikel 34

De oeverlijn in de zin van de vorige vijf artikelen wordt bepaald door de normale waterstand, of, bij wateren waarvan het peil periodiek wisselt, door de normale hoogwaterstand. Grond, met andere dan gewoonlijk in het water levende planten begroeid, wordt echter gerekend aan de landzijde van de oeverlijn te liggen, ook al wordt die grond bij hoogwater overstroomd.


Artikel 33

  • 1

    Het vonnis van faillietverklaring heeft ten gevolge, dat alle gerechtelijke tenuitvoerlegging op enig deel van het vermogen van de schuldenaar, vóór het faillissement aangevangen, dadelijk een einde neemt, en dat, ook van hetzelfde ogenblik af, geen vonnis bij lijfsdwang kan worden ten uitvoer gelegd.

  • 2

    Gelegde beslagen vervallen; de inschrijving van een desbetreffende verklaring van de rechter-commissaris machtigt de bewaarder van de openbare registers tot doorhaling. Het beslag herleeft, zodra het faillissement een einde neemt ten gevolge van vernietiging of opheffing van het faillissement, mits het goed dan nog tot de boedel behoort. Indien de inschrijving van het beslag in de openbare registers is doorgehaald, vervalt de herleving, indien niet binnen veertien dagen na de herleving een exploot is ingeschreven, waarbij van de herleving mededeling aan de schuldenaar is gedaan.

  • 3

    Indien de schuldenaar zich in gijzeling bevindt, wordt hij ontslagen, zodra het vonnis van faillietverklaring in kracht van gewijsde is gegaan, behoudens toepassing van artikel 87.

  • 4

    Het bepaalde bij dit artikel geldt niet voor lijfsdwang bij vonnissen, beschikkingen en authentieke akten, waarbij een uitkering tot levensonderhoud, krachtens het Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek verschuldigd, daaronder begrepen het verschuldigde voor verzorging en opvoeding van een minderjarige en voor levensonderhoud en studie van een meerderjarige die de leeftijd van een en twintig jaren niet heeft bereikt, is bevolen of toegezegd, alsmede beschikkingen, waarbij een uitkering, krachtens artikel 85 lid 2 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek door de ene partner aan de andere partner verschuldigd, is bevolen, alsmede besluiten op grond van paragraaf 6.5 van de Participatiewet.


Artikel 35

  • 1

    Nieuw duin dat zich op het strand vormt, behoort aan de eigenaar van het aan het strand grenzende duin, wanneer beide duinen een geheel zijn geworden, zodanig dat zij niet meer van elkander kunnen worden onderscheiden.

  • 2

    Daarentegen verliest deze eigenaar de grond welke door afneming van het duin deel van het strand wordt.

  • 3

    Uitbreiding of afneming van een duin als bedoeld in de leden 1 en 2 brengt geen wijziging meer in de eigendom nadat de grens is vastgesteld, hetzij door de eigenaars van strand en duin, hetzij door de rechter op vordering van een hunner tegen de ander. De artikelen 30-32 zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 4

    Buiten het geval van de leden 1 en 2 brengt uitbreiding of afneming van een duin geen wijziging in de eigendom.


Artikel 33a [Vervallen per 01-01-1978]

[Vervallen]


Artikel 36

Dient een muur, hek, heg of greppel, dan wel een niet bevaarbaar stromend water, een sloot, gracht of dergelijke watergang als afscheiding van twee erven, dan wordt het midden van deze afscheiding vermoed de grens tussen deze erven te zijn. Dit vermoeden geldt niet, indien een muur slechts aan één zijde een gebouw of werk steunt.


Artikel 34

Indien vóór het faillissement van de schuldenaar de uitwinning zijner goederen zo ver was gevorderd, dat de dag van de verkoop reeds was bepaald, kan de curator, op machtiging van de rechter-commissaris, de verkoop voor rekening van de boedel laten voortgaan.


Artikel 35

  • 1

    Indien op de dag van de faillietverklaring nog niet alle handelingen die voor een levering door de schuldenaar nodig zijn, hebben plaatsgevonden, kan de levering niet geldig meer geschieden.

  • 2

    Heeft de schuldenaar voor de dag van de faillietverklaring een toekomstig goed bij voorbaat geleverd, dan valt dit goed, indien het eerst na de aanvang van die dag door hem is verkregen, in de boedel, tenzij het gaat om nog te velde staande vruchten of beplantingen die reeds voor de faillietverklaring uit hoofde van een zakelijk recht of een huur- of pachtovereenkomst aan de schuldenaar toekwamen.

  • 3

    Voor de toepassing van de artikelen 86 en 238 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek wordt degene die van de schuldenaar heeft verkregen, geacht na de bekendmaking van de faillietverklaring, bedoeld in artikel 14, derde lid, diens onbevoegdheid te hebben gekend.


Artikel 35a

Indien een beding als bedoeld in artikel 252 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek op de dag van de faillietverklaring nog niet in de openbare registers was ingeschreven, kan de curator het registergoed ten aanzien waarvan het is gemaakt, vrij van het beding overeenkomstig de artikelen 101 of 176 verkopen.


Artikel 35b

Aan een gift, door de schuldenaar gedaan onder een opschortende voorwaarde of een opschortende tijdsbepaling, die op de dag van de faillietverklaring nog niet was vervuld of verschenen, kan de begiftigde generlei recht tegen de boedel ontlenen.


Artikel 36

  • 1

    Wanneer een verjaringstermijn betreffende een rechtsvordering, als bedoeld in artikel 26, zou aflopen gedurende het faillissement of binnen zes maanden na het einde daarvan, loopt de termijn voort totdat zes maanden na het einde van het faillissement zijn verstreken.

  • 2

    Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op van rechtswege aanvangende vervaltermijnen.


Artikel 36a

Wanneer een termijn die vóór de faillietverklaring uit hoofde van artikel 55, tweede lid, van Boek 3 of artikel 88 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek aan de schuldenaar was gesteld, ten tijde van de faillietverklaring nog niet was verstreken, loopt de termijn voort voorzover dit redelijkerwijze noodzakelijk is om de curator in staat te stellen zijn standpunt te bepalen. De wederpartij kan de curator daartoe een nieuwe redelijke termijn stellen.


Artikel 37

  • 1

    Indien een wederkerige overeenkomst ten tijde van de faillietverklaring zowel door de schuldenaar als door zijn wederpartij in het geheel niet of slechts gedeeltelijk is nagekomen en de curator zich niet binnen een hem daartoe schriftelijk door de wederpartij gestelde redelijke termijn bereid verklaart de overeenkomst gestand te doen, verliest de curator het recht zijnerzijds nakoming van de overeenkomst te vorderen.

  • 2

    Indien de curator zich wel tot nakoming van de overeenkomst bereid verklaart, is hij verplicht bij die verklaring voor deze nakoming zekerheid te stellen.

  • 3

    De vorige leden zijn niet van toepassing op overeenkomsten waarbij de gefailleerde slechts verbintenissen op zich heeft genomen tot door hem persoonlijk te verrichten handelingen.


Artikel 37a

Voor vorderingen die de wederpartij uit hoofde van ontbinding of vernietiging van een vóór de faillietverklaring met de schuldenaar gesloten overeenkomst op deze heeft verkregen, of die strekken tot schadevergoeding ter zake van tekortschieten in de nakoming van een vóór de faillietverklaring op deze verkregen vordering, kan zij als concurrent schuldeiser in het faillissement opkomen.


Artikel 37b

  • 1

    Een wederpartij is niet bevoegd de nakoming van zijn verbintenis die voortvloeit uit een overeenkomst tot het geregeld afleveren van gas, water, elektriciteit of verwarming, benodigd voor de eerste levensbehoeften of voor het voortzetten van de door de schuldenaar gedreven onderneming, jegens de schuldenaar op te schorten wegens het door de schuldenaar niet nakomen van een vóór de faillietverklaring ontstane verbintenis tot betaling van een geldsom.

  • 2

    Een tekortkoming door de schuldenaar in de nakoming van een verbintenis als in het eerste lid bedoeld, die plaatsvond vóór de faillietverklaring, levert geen grond op voor ontbinding van een overeenkomst als bedoeld in het eerste lid.

  • 3

    Een beroep door de wederpartij op een beding dat het faillissement, de aanvraag van het faillissement of het leggen van beslag door een derde grond oplevert voor ontbinding van een overeenkomst als bedoeld in het eerste lid, dan wel dat die overeenkomst daardoor van rechtswege zal zijn ontbonden, is slechts toegelaten met goedvinden van de curator.


Artikel 38

Indien in het geval van artikel 37 de levering van waren, die ter beurze op termijn worden verhandeld, bedongen is tegen een vastgesteld tijdstip of binnen een bepaalde termijn, en dit tijdstip invalt of die termijn verstrijkt na de faillietverklaring, wordt de overeenkomst door de faillietverklaring ontbonden en kan de wederpartij van de gefailleerde zonder meer voor schadevergoeding als concurrent schuldeiser opkomen. Lijdt de boedel door de ontbinding schade, dan is de wederpartij verplicht deze te vergoeden.


Artikel 38a

  • 1

    Indien de gefailleerde huurkoper is, kan zowel de curator als de verkoper de huurkoop dan wel scheepshuurkoop ontbonden verklaren.

  • 2

    Deze ontbinding heeft dezelfde gevolgen als ontbinding der overeenkomst wegens het niet nakomen door de koper van zijn verplichtingen.

  • 3

    De verkoper kan voor het hem verschuldigde bedrag als concurrent schuldeiser opkomen.


Artikel 39

  • 1

    Indien de gefailleerde huurder is, kan zowel de curator als de verhuurder de huur tussentijds doen eindigen, mits de opzegging geschiede tegen een tijdstip, waarop dergelijke overeenkomsten naar plaatselijk gebruik eindigen. Bovendien moet bij de opzegging de daarvoor overeengekomen of gebruikelijke termijn in acht genomen worden, met dien verstande echter, dat een termijn van drie maanden in elk geval voldoende zal zijn. Zijn er huurpenningen vooruitbetaald, dan kan de huur niet eerder opgezegd worden, dan tegen de dag, waarop de termijn, waarvoor vooruitbetaling heeft plaats gehad, eindigt. Van de dag der faillietverklaring af is de huurprijs boedelschuld.

  • 2

    Indien de gefailleerde pachter is, vindt het bovenstaande overeenkomstige toepassing.


Artikel 40

  • 1

    Werknemers in dienst van de gefailleerde kunnen de arbeidsovereenkomst opzeggen en hun kan wederkerig door de curator de arbeidsovereenkomst worden opgezegd, en wel met inachtneming van de overeengekomen of wettelijke termijnen, met dien verstande echter dat in elk geval de arbeidsovereenkomst kan worden opgezegd met een termijn van zes weken.

  • 2

    Van de dag der faillietverklaring af zijn het loon en de met de arbeidsovereenkomst samenhangende premieschulden boedelschuld.

  • 3

    Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op agentuurovereenkomsten.


Artikel 41

  • 1

    Erfenissen, gedurende het faillissement aan de gefailleerde opkomende, worden door de curator niet anders aanvaard dan onder voorrecht van boedelbeschrijving.

  • 2

    Tot het verwerpen ener nalatenschap behoeft de curator machtiging van de rechter-commissaris.


Artikel 42

  • 1

    De curator kan ten behoeve van de boedel elke rechtshandeling die de schuldenaar vóór de faillietverklaring onverplicht heeft verricht en waarvan deze bij dit verrichten wist of behoorde te weten dat daarvan benadeling van de schuldeisers het gevolg zou zijn, door een buitengerechtelijke verklaring vernietigen. Artikel 50, tweede lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek is niet van toepassing.

  • 2

    Een rechtshandeling anders dan om niet, die hetzij meerzijdig is, hetzij eenzijdig en tot een of meer bepaalde personen gericht, kan wegens benadeling slechts worden vernietigd, indien ook degenen met of jegens wie de schuldenaar de rechtshandeling verrichtte, wisten of behoorden te weten dat daarvan benadeling van de schuldeisers het gevolg zou zijn.

  • 3

    Wordt een rechtshandeling om niet wegens benadeling vernietigd, dan heeft de vernietiging ten aanzien van de bevoordeelde, die wist noch behoorde te weten dat van de rechtshandeling benadeling van de schuldeisers het gevolg zou zijn, geen werking, voorzover hij aantoont dat hij ten tijde van de faillietverklaring niet ten gevolge van de rechtshandeling gebaat was.


Artikel 42a

  • 1

    Een rechtshandeling die is verricht nadat de schuldenaar ter griffie van de rechtbank een verklaring heeft gedeponeerd als bedoeld in artikel 370, derde lid, of nadat er overeenkomstig artikel 371 door de rechtbank een herstructureringsdeskundige is aangewezen, kan niet met een beroep op het vorige artikel worden vernietigd, als de rechter op verzoek van de schuldenaar voor die rechtshandeling een machtiging heeft afgegeven. De rechter honoreert dit verzoek als op het moment dat de machtiging wordt verstrekt redelijkerwijs valt aan te nemen dat:

    • a.

      het verrichten van de rechtshandeling noodzakelijk is om:

      • de door de schuldenaar gedreven onderneming tijdens de voorbereiding van een akkoord als bedoeld in de artikelen genoemd in de aanhef te kunnen blijven voortzetten, of

      • een akkoord als bedoeld in de artikelen genoemd in de aanhef te kunnen voorbereiden, in stemming te kunnen brengen of overeenkomstig artikel 384 door de rechtbank te kunnen laten homologeren, en

    • b.

      de belangen van de gezamenlijke schuldeisers van de schuldenaar bij deze rechtshandeling gediend zijn, terwijl geen van de individuele schuldeisers daardoor wezenlijk in zijn belangen wordt geschaad.

  • 2

    De artikelen 369, zevende tot en met tiende lid, en 371, tweede lid, eerste, tweede en vijfde zin, en veertiende lid, zijn van overeenkomstige toepassing.


Artikel 43

  • 1

    Indien de rechtshandeling waardoor de schuldeisers zijn benadeeld, is verricht binnen een jaar voor de faillietverklaring en de schuldenaar zich niet reeds voor de aanvang van die termijn daartoe had verplicht, wordt de aan het slot van artikel 42, eerste lid, eerste zin, bedoelde wetenschap, behoudens tegenbewijs, vermoed aan beide zijden te bestaan:

    • 1°.

      bij overeenkomsten, waarbij de waarde der verbintenis aan de zijde van de schuldenaar aanmerkelijk die der verbintenis aan de andere zijde overtreft;

    • 2°.

      bij rechtshandelingen ter voldoening van of zekerheidstelling voor een niet opeisbare schuld;

    • 3°.

      bij rechtshandelingen, door de schuldenaar die een natuurlijk persoon is, verricht met of jegens:

      • a.

        zijn echtgenoot, zijn pleegkind of een bloed- of aanverwant tot in de derde graad;

      • b.

        een rechtspersoon waarin hij, zijn echtgenoot, zijn pleegkind of een bloed- of aanverwant tot in de derde graad bestuurder of commissaris is, dan wel waarin deze personen, afzonderlijk of tezamen, als aandeelhouder rechtstreeks of middellijk voor ten minste de helft van het geplaatste kapitaal deelnemen;

    • 4°.

      bij rechtshandelingen, door de schuldenaar die rechtspersoon is, verricht met of jegens een natuurlijk persoon,

      • a.

        die bestuurder of commissaris van de rechtspersoon is, dan wel met of jegens diens echtgenoot, pleegkind of bloed- of aanverwant tot in de derde graad:

      • b.

        die al dan niet tezamen met zijn echtgenoot, zijn pleegkinderen en zijn bloed- of aanverwanten tot in de derde graad, als aandeelhouder rechtstreeks of middellijk voor ten minste de helft van het geplaatste kapitaal deelneemt;

      • c.

        wiens echtgenoot, pleegkinderen of bloed- of aanverwanten tot in de derde graad, afzonderlijk of tezamen, als aandeelhouder rechtstreeks of middellijk voor tenminste de helft van het geplaatste kapitaal deelnemen;

    • 5°.

      bij rechtshandelingen, door de schuldenaar die rechtspersoon is, verricht met of jegens een andere rechtspersoon, indien

      • a.

        een van deze rechtspersonen bestuurder is van de andere;

      • b.

        een bestuurder, natuurlijk persoon, van een van deze rechtspersonen, of diens echtgenoot, pleegkind of bloed- of aanverwant tot in de derde graad, bestuurder is van de andere;

      • c.

        een bestuurder, natuurlijk persoon, of een commissaris van een van deze rechtspersonen, of diens echtgenoot, pleegkind of bloed- of aanverwant tot in de derde graad, afzonderlijk of tezamen, als aandeelhouder rechtstreeks of middellijk voor ten minste de helft van het geplaatste kapitaal deelneemt in de andere;

      • d.

        in beide rechtspersonen voor ten minste de helft van het geplaatste kapitaal rechtstreeks of middellijk wordt deelgenomen door dezelfde rechtspersoon, dan wel dezelfde natuurlijke persoon, al dan niet tezamen met zijn echtgenoot, zijn pleegkinderen en zijn bloed- of aanverwanten tot in de derde graad;

    • 6°.

      bij rechtshandelingen, door de schuldenaar die rechtspersoon is, verricht met of jegens een groepsmaatschappij.

  • 2

    Met een echtgenoot wordt een geregistreerde partner of een andere levensgezel gelijkgesteld.

  • 3

    Onder pleegkind wordt verstaan hij die duurzaam als eigen kind is verzorgd en opgevoed.

  • 4

    Onder bestuurder, commissaris of aandeelhouder wordt mede verstaan hij die minder dan een jaar vóór de rechtshandeling bestuurder, commissaris of aandeelhouder is geweest.

  • 5

    Indien de bestuurder van een rechtspersoon-bestuurder zelf een rechtspersoon is, wordt deze rechtspersoon met de rechtspersoon-bestuurder gelijkgesteld.

  • 6

    Artikel 138, tiende lid, van boek 2 van het Burgerlijk Wetboek is van toepassing ingeval de schuldenaar een rechtspersoon is.


Artikel 45

In geval van benadeling door een rechtshandeling om niet, die de schuldenaar heeft verricht binnen één jaar vóór de faillietverklaring, wordt vermoed dat hij wist of behoorde te weten dat benadeling van de schuldeisers het gevolg van de rechtshandeling zou zijn.


Artikel 47

De voldoening door de schuldenaar aan een opeisbare schuld kan alleen dan worden vernietigd, wanneer wordt aangetoond, hetzij dat hij die de betaling ontving, wist dat het faillissement van de schuldenaar reeds aangevraagd was, en er geen sprake was van een schorsing van de behandeling van die aanvraag overeenkomstig de artikelen 3d, tweede lid, en 376, tweede lid, onder c hetzij dat de betaling het gevolg was van overleg tussen de schuldenaar en de schuldeiser, dat ten doel had laatstgenoemde door die betaling boven andere schuldeisers te begunstigen.


Artikel 48

  • 1

    Krachtens het vorige artikel kan geen terugvordering geschieden van hem, die als houder van een papier aan order of toonder, uit hoofde zijner rechtsverhouding tot vroegere houders, tot aanneming der betaling verplicht was.

  • 2

    In dit geval is hij, te wiens bate het papier is uitgegeven, verplicht de door de schuldenaar betaalde som aan de boedel terug te geven, wanneer wordt aangetoond, hetzij dat hij bij de uitgifte van het papier de in het vorige artikel genoemde wetenschap bezat, hetzij dat de uitgifte het gevolg was van een overleg als in dat artikel bedoeld.


Artikel 49

  • 1

    Rechtsvorderingen, gegrond op de bepalingen der artikelen 42-48, worden ingesteld door de curator.

  • 2

    Niettemin kunnen de schuldeisers op gronden, aan die bepalingen ontleend, de toelating ener vordering bestrijden.


Artikel 50

Beëindiging van het faillissement door de homologatie van een akkoord doet de rechtsvorderingen in het vorige artikel bedoeld vervallen, tenzij het akkoord boedelafstand inhoudt, in welk geval zij ten behoeve van de schuldeisers vervolgd of ingesteld kunnen worden door de vereffenaars.


Artikel 51

  • 1

    Hetgeen door de vernietigde rechtshandeling uit het vermogen van de schuldenaar gegaan is, moet door hen jegens wie de vernietiging werkt, aan de curator worden teruggegeven met inachtneming van afdeling 2 van titel 4 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 2

    Rechten, door derden te goeder trouw anders dan om niet op de terug te geven goederen verkregen, worden geëerbiedigd. Tegen een derde te goeder trouw die om niet heeft verkregen, heeft geen terugvordering plaats voorzover hij aantoont dat hij ten tijde van de faillietverklaring niet ten gevolge van de rechtshandeling gebaat was.

  • 3

    Het door de schuldenaar uit hoofde van de vernietigde rechtshandeling ontvangene of de waarde daarvan, wordt door de curator teruggegeven, voorzover de boedel erdoor is gebaat. Voor het tekortkomende kunnen zij jegens wie de vernietiging werkt, als concurrent schuldeiser opkomen.


Artikel 52

  • 1

    Voldoening na de faillietverklaring doch vóór de bekendmaking daarvan, aan de gefailleerde gedaan, tot nakoming van verbintenissen jegens deze vóór de faillietverklaring ontstaan, bevrijdt hem, die haar deed, tegenover de boedel, zolang zijn bekendheid met de faillietverklaring niet bewezen wordt.

  • 2

    Voldoening, als in het vorig lid bedoeld, na de bekendmaking der faillietverklaring aan de gefailleerde gedaan, bevrijdt tegenover de boedel alleen dan, wanneer hij, die haar deed, bewijst dat de faillietverklaring te zijner woonplaats langs de weg der wettelijke aankondiging nog niet bekend kon zijn, behoudens het recht van de curator om aan te tonen, dat zij hem toch bekend was.

  • 3

    In elk geval bevrijdt voldoening aan de gefailleerde de schuldenaar tegenover de boedel, voorzover hetgeen door hem voldaan werd ten bate van de boedel is gekomen.


Artikel 53

  • 1

    Hij die zowel schuldenaar als schuldeiser van de gefailleerde is, kan zijn schuld met zijn vordering op de gefailleerde verrekenen, indien beide zijn ontstaan vóór de faillietverklaring of voortvloeien uit handelingen, vóór de faillietverklaring met de gefailleerde verricht.

  • 2

    De vordering op de gefailleerde wordt zonodig berekend naar de regels in de artikelen 130 en 131 gesteld.

  • 3

    De curator kan geen beroep doen op artikel 136 van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.


Artikel 54

  • 1

    Niettemin is degene die een schuld aan de gefailleerde of een vordering op de gefailleerde vóór de faillietverklaring van een derde heeft overgenomen, niet bevoegd tot verrekening, indien hij bij de overneming niet te goeder trouw heeft gehandeld.

  • 2

    Na de faillietverklaring overgenomen vorderingen of schulden kunnen niet worden verrekend.

  • 3

    Degene die een verrekening verricht, is te goeder trouw als bedoeld in het eerste lid als deze verrekening:

    • a.

      geschiedt nadat de schuldenaar ter griffie van de rechtbank een verklaring heeft gedeponeerd als bedoeld in artikel 370, derde lid, of er overeenkomstig artikel 371 door de rechtbank een herstructureringsdeskundige is aangewezen, en

    • b.

      wordt verricht in het kader van de financiering van de voortzetting van de door de schuldenaar gedreven onderneming en niet strekt tot inperking van die financiering.


Artikel 55

De schuldenaar van de gefailleerde die zijn schuld wil verrekenen met een vordering aan order of toonder, is gehouden te bewijzen dat hij het papier reeds op het ogenblik der faillietverklaring te goeder trouw had verkregen.


Artikel 56

Hij die met de gefailleerde deelgenoot is in een gemeenschap waarvan tijdens het faillissement een verdeling plaatsvindt, kan toepassing van artikel 184, eerste lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek verlangen, ook als de schuld van de gefailleerde aan de gemeenschap er een is onder een nog niet vervulde opschortende voorwaarde. De artikelen 130 en 131 zijn van toepassing.


Artikel 57

  • 1

    Pand- en hypotheekhouders kunnen hun recht uitoefenen, alsof er geen faillissement was.

  • 2

    Bij de verdeling kunnen uit eigen hoofde mede de beperkt gerechtigden opkomen, wier recht vóór de faillietverklaring was gevestigd, maar door de executie door een pand- of hypotheekhouder is vervallen, voor hun recht op schadevergoeding, bedoeld in artikel 282 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 3

    Bij de verdeling van de opbrengst oefent de curator ten behoeve van de boedel mede de rechten uit, die de wet aan beslagleggers op het goed toekent. Hij is gehouden mede de belangen te behartigen van de bevoorrechte schuldeisers die in rang boven de voormelde pand- en hypotheekhouders en beperkt gerechtigden gaan.

  • 4

    Zo een rangregeling nodig is, wordt deze verzocht aan de voorzieningenrechter van de rechtbank waarvan de rechter-commissaris in het faillissement lid is. De verdeling geschiedt ten overstaan van deze rechter-commissaris op de wijze voorgeschreven in het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.


Artikel 58

  • 1

    De curator kan de pand- en hypotheekhouders een redelijke termijn stellen om tot uitoefening van hun rechten overeenkomstig het vorige artikel over te gaan. Heeft de pand- of hypotheekhouder het onderpand niet binnen deze termijn verkocht, dan kan de curator de goederen opeisen en met toepassing van de artikelen 101 of 176 verkopen, onverminderd het recht van de pand- en hypotheekhouders op de opbrengst. De rechter-commissaris is bevoegd de termijn op verzoek van de pand- of hypotheekhouder een of meer malen te verlengen.

  • 2

    De curator kan een met pand of hypotheek bezwaard goed tot op het tijdstip van de verkoop lossen tegen voldoening van hetgeen waarvoor het pand- of hypotheekrecht tot zekerheid strekt, alsmede van de reeds gemaakte kosten van executie.


Artikel 59

Indien de opbrengst niet toereikend is om een pand- of hypotheekhouder of een dergenen wier beperkt recht door de executie is vervallen, te voldoen, kan hij voor het ontbrekende als concurrent schuldeiser in de boedel opkomen.


Artikel 59a

  • 1

    De artikelen 57-59 zijn niet van toepassing wanneer de hypotheek rust op een luchtvaartuig dat te boek staat in de openbare registers, bedoeld in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, of in een verdragsregister als bedoeld in artikel 1300 onder d van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 2

    Hypotheekhouders wier rechten rusten op luchtvaartuigen als bedoeld in het vorige lid, en andere schuldeisers die op grond van artikel 1317 van Boek 8 van het Burgerlijk Wetboek een voorrecht op het luchtvaartuig hebben, kunnen hun recht uitoefenen, alsof er geen faillissement was. Artikel 57, tweede en derde lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 3

    De curator kan deze schuldeisers een redelijke termijn stellen om tot uitoefening van hun rechten overeenkomstig het vorige lid over te gaan. Heeft de schuldeiser het luchtvaartuig niet binnen deze termijn verkocht, dan kan de curator het luchtvaartuig verkopen. De rechter-commissaris is bevoegd de termijn op verzoek van de schuldeiser een of meer malen te verlengen.

  • 4

    Op verkoop door de curator zijn de artikelen 584d en 584f-584q van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de curator wordt aangemerkt als beslaglegger uit hoofde van een vordering die niet van enige voorrang is voorzien, en dat met het vonnis van faillietverklaring wordt gehandeld als voorgeschreven voor het proces-verbaal van beslag.

  • 5

    De rechter-commissaris in het faillissement kan in dat geval bepalen dat een door hem vast te stellen gedeelte van de algemene faillissementskosten als kosten van de executie in de zin van artikel 584n van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering zal gelden.

  • 6

    De curator kan het luchtvaartuig tot op het tijdstip van de verkoop lossen tegen voldoening van het daarop verschuldigde, alsmede van de reeds gemaakte kosten van executie.

  • 7

    Artikel 59 is van overeenkomstige toepassing.


Artikel 60

  • 1

    De schuldeiser die retentierecht heeft op een aan de schuldenaar toebehorende zaak, verliest dit recht niet door de faillietverklaring.

  • 2

    De zaak kan door de curator worden opgeëist en met toepassing van artikel 101 of 176 worden verkocht, onverminderd de voorrang, aan de schuldeiser in artikel 292 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek toegekend. De curator kan ook, voorzover dit in het belang is van de boedel, de zaak in de boedel terugbrengen door voldoening van de vordering waarvoor het retentierecht kan worden uitgeoefend.

  • 3

    De schuldeiser kan de curator een redelijke termijn stellen om tot toepassing van het vorige lid over te gaan. Heeft de curator de zaak niet binnen deze termijn verkocht, dan kan de schuldeiser haar verkopen met overeenkomstige toepassing van de bepalingen betreffende parate executie door een pandhouder of, als het een registergoed betreft, die betreffende parate executie door een hypotheekhouder. De rechter-commissaris is bevoegd de termijn op verzoek van de curator een of meer malen te verlengen.

  • 4

    Betreft het een registergoed, dan dient de schuldeiser, op straffe van verval van het recht van parate executie, binnen veertien dagen na het verstrijken van de in het vorige lid bedoelde termijn, aan de curator bij exploot aan te zeggen dat hij tot executie overgaat, en dit exploot in de openbare registers te doen inschrijven.


Artikel 60a

  • 1

    Indien tot het vermogen van de gefailleerde onder bewind staande goederen behoren en zich schuldeisers ter verificatie hebben aangemeld, die deze goederen onbelast met het bewind kunnen uitwinnen, zal de curator deze goederen van de bewindvoerder opeisen, onder zijn beheer nemen en te gelde maken, voorzover dit voor de voldoening van deze schuldeisers uit de opbrengst nodig is. Door de opeising eindigt het bewind over het goed. De opbrengst wordt overeenkomstig deze wet onder deze schuldeisers verdeeld, voorzover zij zijn geverifieerd. De curator draagt hetgeen na deze verdeling van de opbrengst over is, aan de bewindvoerder af, tenzij de andere schuldeisers de onder bewind staande goederen onder de last van het bewind kunnen uitwinnen in welk geval het restant overeenkomstig deze wet onder deze laatste schuldeisers verdeeld wordt.

  • 2

    Indien zich slechts schuldeisers ter verificatie hebben aangemeld die de goederen onder de last van het bewind kunnen uitwinnen, worden deze goederen door de curator overeenkomstig de artikelen 101 of 176 onder die last verkocht.

  • 3

    Buiten de gevallen, bedoeld in de vorige leden, blijven de onder bewind staande goederen buiten het faillissement en wordt slechts aan de curator uitgekeerd wat de goederen netto aan vruchten hebben opgebracht.

  • 4

    De bewindvoerder is te allen tijde, zodra de curator dit verlangt, verplicht aan deze rekening en verantwoording af te leggen.


Artikel 60b

  • 1

    Zijn krachtens het vorige artikel goederen buiten het faillissement gebleven en heeft de bewindvoerder opgehouden de schuldeisers te betalen die deze goederen onbelast met bewind kunnen uitwinnen, dan kan de rechtbank die de faillietverklaring heeft uitgesproken op verzoek van ieder van deze schuldeisers die niet in het faillissement kan opkomen, de curator opdragen ook het beheer van deze goederen op zich te nemen en voor de vereffening te hunnen behoeve zorg te dragen.

  • 2

    De bepalingen betreffende faillietverklaring en faillissement zijn van overeenkomstige toepassing.


Artikel 61

De echtgenoot of geregistreerde partner van de schuldenaar neemt alle goederen die hem toebehoren en niet in de huwelijksgemeenschap onderscheidenlijk de gemeenschap van het geregistreerd partnerschap vallen, terug.


Artikel 62 [Vervallen per 01-01-2003]

[Vervallen]


Artikel 63

  • 1

    Het faillissement van de persoon die in enige gemeenschap van goederen gehuwd is of in enige gemeenschap van goederen een geregistreerd partnerschap is aangegaan, wordt als faillissement van die gemeenschap behandeld. Het omvat, behoudens de uitzonderingen van artikel 21, alle goederen, die in de gemeenschap vallen, en strekt ten behoeve van alle schuldeisers, die op de goederen der gemeenschap verhaal hebben. Goederen die de gefailleerde buiten de gemeenschap heeft, strekken slechts tot verhaal van schulden die daarop verhaald zouden kunnen worden, indien er generlei gemeenschap was.

  • 2

    Bij het faillissement van een schuldenaar die in gemeenschap van goederen gehuwd is of die in gemeenschap van goederen een geregistreerd partnerschap is aangegaan, zijn de bepalingen van deze wet omtrent handelingen door de schuldenaar verricht, toepasselijk op de handelingen waardoor de gemeenschap wettig verbonden is, onverschillig wie van de echtgenoten onderscheidenlijk van de geregistreerde partners deze verrichtte.


Artikel 63a

  • 1

    De rechter-commissaris kan op verzoek van elke belanghebbende of ambtshalve bij schriftelijke beschikking een afkoelingsperiode afkondigen, waarin elke bevoegdheid van derden, met uitzondering van boedelschuldeisers, tot verhaal op tot de boedel behorende goederen of tot de opeising van goederen die zich in de macht van de gefailleerde of de curator bevinden, voor een periode van ten hoogste twee maanden niet dan met zijn machtiging kan worden uitgeoefend. De rechter-commissaris kan deze periode eenmaal verlengen met een periode van ten hoogste twee maanden.

  • 2

    De rechter-commissaris kan zijn beschikking beperken tot bepaalde derden en voorwaarden verbinden zowel aan zijn beschikking als aan de machtiging van een derde tot uitoefening van een aan deze toekomende bevoegdheid.

  • 3

    Indien een derde ter zake van zijn bevoegdheid een redelijke termijn aan de curator stelt, wordt deze termijn geschorst tijdens de afkoelingsperiode.

  • 4

    De afkoelingsperiode kan ook op verlangen van de aanvrager van het faillissement of van de schuldenaar worden afgekondigd door de rechter die de faillietverklaring uitspreekt. De afkoelingsperiode die tegelijkertijd wordt afgekondigd met de faillietverklaring heeft gevolgen vanaf de dag waarop de faillietverklaring wordt uitgesproken, die dag daaronder begrepen.


Artikel 63b


Artikel 63c

  • 1

    Tijdens de afkoelingsperiode kan de ontvanger die een beslag heeft gelegd als bedoeld in artikel 22, derde lid, Invorderingswet 1990, niet tot uitwinning overgaan, tenzij de rechter-commissaris anders beslist.

  • 2

    Een beslag als bedoeld in artikel 22, derde lid, van de Invorderingswet 1990 dat tijdens de afkoelingsperiode wordt gelegd op een zaak die zich op de bodem van de gefailleerde bevindt en die niet aan hem toebehoort, kan niet worden tegengeworpen aan de eigenaar van de zaak of, als daarop een pandrecht van een ander rust, aan die ander, indien deze voordat het beslag was gelegd bij deurwaardersexploot aanspraak heeft gemaakt op afgifte van de zaak.



Artikel 63e

  • 1

    In afwijking van de artikelen 23 en 35 werkt de faillietverklaring van een schuldenaar uit hoofde van een financiëlezekerheidsovereenkomst als bedoeld in artikel 51 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek niet terug tot aan het begin van de dag waarop zij wordt uitgesproken, ten aanzien van een door de schuldenaar voor het tijdstip van faillietverklaring gesloten financiëlezekerheidsovereenkomst of een overdracht, vestiging van een pandrecht of een opdracht tot verrekening op grond daarvan.

  • 2

    De artikelen 23, 24, 35, 53, eerste lid, 54, tweede lid, van deze wet, alsmede artikel 72, aanhef en onder a, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, kunnen niet aan derden worden tegengeworpen ten aanzien van een door een schuldenaar na het tijdstip van faillietverklaring gesloten financiëlezekerheidsovereenkomst als bedoeld in artikel 51 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek, een overdracht of vestiging van een pandrecht op grond van een financiëlezekerheidsovereenkomst, alsmede elke rechtshandeling op grond van een financiëlezekerheidsovereenkomst vanwege verbintenissen van de schuldenaar die na het tijdstip van faillietverklaring zijn ontstaan, mits de betreffende rechtshandeling plaatsvindt op de dag van faillietverklaring en de wederpartij kan aantonen dat deze ten tijde van de rechtshandeling de faillietverklaring niet kende of behoorde te kennen.


Hoofdstuk 6 Overgangs- en slotbepalingen

Hoofdstuk 6 Overgangs- en slotbepalingen


Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Hoofdstuk I Algemene bepalingen


Hoofdstuk 3 Heffingsgrondslag bij werk en woning

Hoofdstuk 3 Heffingsgrondslag bij werk en woning


Hoofdstuk IIIb Verkrijging blote eigendom van een eigen woning

Hoofdstuk IIIb Verkrijging blote eigendom van een eigen woning


Afdeling 1A Elektronisch vermogensrechtelijk rechtsverkeer

Afdeling 1A Elektronisch vermogensrechtelijk rechtsverkeer


Afdeling 1 Belastbaar feit

Afdeling 1 Belastbaar feit


Artikel 36

De rechtsgeldigheid van een privaatrechtelijke rechtshandeling van een instelling als bedoeld in artikel 1a, tweede lid, welke is verricht in strijd met de bij of krachtens deze wet gestelde regels is niet uit dien hoofde aantastbaar.


Artikel 1

  • 1

    De bepalingen van deze wet gelden in Nederland bij de heffing van rijksbelastingen, de heffing van belastingrente, revisierente en bestuurlijke boeten welke ingevolge de belastingwet kunnen worden vastgesteld of opgelegd, alsmede bij de uitvoering van de basisregistratie inkomen, een en ander met uitzondering van de belastingen voor zover voor een belanghebbende na een door de inspecteur gedane uitspraak op bezwaar met betrekking tot deze belastingen beroep openstaat bij het Gerecht in eerste aanleg van Bonaire, Sint-Eustatius en Saba, bedoeld in hoofdstuk VIII van de Belastingwet BES.

  • 2

    Onder rijksbelastingen worden verstaan belastingen welke van rijkswege door de rijksbelastingdienst worden geheven.

  • 3

    Met betrekking tot de heffing van rijksbelastingen blijven titel 5.2 en afdeling 10.2.1 van de Algemene wet bestuursrecht buiten toepassing.


Artikel 35g

  • 1

    Indien krachtens erfrecht de blote eigendom wordt verkregen van een woning die voor de vruchtgebruiker een eigen woning is als bedoeld in artikel 3.111 van de Wet inkomstenbelasting 2001, wordt, met het oog op de toepassing van artikel 25, twintigste lid, van de Invorderingswet 1990, op verzoek van de verkrijger de waarde van de blote eigendom aangemerkt als geconserveerde waarde, voor zover het deel van de verkrijging dat niet bestaat uit de blote eigendom van de woning wordt overschreden door het bedrag van de verschuldigde erfbelasting.

  • 2

    De belasting over de geconserveerde waarde wordt bepaald op het verschil tussen de belasting over de belaste verkrijging en de belasting over de belaste verkrijging verminderd met deze geconserveerde waarde.

  • 3

    Indien de verkrijging omvat zowel blote eigendom als bedoeld in het eerste lid als ondernemingsvermogen als bedoeld in artikel 35b, tweede lid, wordt voor de bepaling van de belasting over de geconserveerde waarde van de blote eigendom de verkrijging van het ondernemingsvermogen genegeerd.

  • 4

    Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de verkrijging van een krachtens erfrecht verkregen onderbedelingsvordering.


Artikel 15a

Evenals een elektronische gekwalificeerde handtekening als bedoeld in artikel 3, onderdeel 12, van verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronisch transacties in de interne markt en tot intrekking van richtlijn 1999/93/EG (PbEU 2014, L 257) hebben een geavanceerde elektronische handtekening als bedoeld in onderdeel 11, en een andere elektronische handtekening als bedoeld in onderdeel 10, van artikel 3 van deze verordening dezelfde rechtsgevolgen als een handgeschreven handtekening, indien voor deze beide elektronische handtekeningen de methode voor ondertekening die gebruikt is voldoende betrouwbaar is, gelet op het doel waarvoor de elektronische handtekening is gebruikt en op alle overige omstandigheden van het geval.


Artikel 2

  • 1

    Onder de naam 'overdrachtsbelasting' wordt een belasting geheven ter zake van de verkrijging van in Nederland gelegen onroerende zaken of van rechten waaraan deze zijn onderworpen.

  • 2

    Voor de toepassing van deze wet wordt onder verkrijging mede begrepen de verkrijging van de economische eigendom. Onder economische eigendom wordt verstaan een samenstel van rechten en verplichtingen met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde onroerende zaken of rechten waaraan deze zijn onderworpen, dat een belang bij die zaken of rechten vertegenwoordigt. Het belang omvat ten minste enig risico van waardeverandering en komt toe aan een ander dan de eigenaar of beperkt gerechtigde. Onder de verkrijging van de economische eigendom van onroerende zaken of van rechten waaraan deze zijn onderworpen wordt mede verstaan de verkrijging van een samenstel van rechten en verplichtingen dat een belang als hiervoor bedoeld vertegenwoordigt bij een bestanddeel van een onroerende zaak dat zelfstandig aan een recht kan worden onderworpen, dan wel bij een recht waaraan een onroerende zaak kan worden onderworpen. De verkrijging van uitsluitend het recht op levering wordt niet aangemerkt als verkrijging van economische eigendom.

  • 3

    Het tweede lid is niet van toepassing bij verkrijging van rechten van deelneming in:

    • a.

      een beleggingsfonds;

    • b.

      een fonds voor collectieve belegging in effecten;

    als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht.

  • 4

    Het derde lid is niet van toepassing indien:

    • a.

      de verkrijger, al dan niet tezamen met een verbonden lichaam als bedoeld in artikel 4, zesde of zevende lid, of een verbonden natuurlijk persoon als bedoeld in artikel 4, achtste lid;

    • b.

      de verkrijger een natuurlijk persoon is tezamen met zijn echtgenoot, zijn bloed- en aanverwanten in de rechte linie en in de tweede graad van de zijlinie;

    als gevolg van de verkrijging met inbegrip van de reeds aan hem toebehorende rechten van deelneming en ingevolge dezelfde of een samenhangende overeenkomst nog te verkrijgen rechten, voor ten minste een derde gedeelte belang in het beleggingsfonds of het fonds voor collectieve belegging in effecten heeft.

  • 5

    Voor toepassing van het derde lid worden verkrijgingen binnen een tijdsverloop van twee jaren door:

    • a.

      een natuurlijk persoon, zijn echtgenoot, zijn bloed- en aanverwanten in de rechte linie en door een lichaam waarin hij, al dan niet tezamen met zijn echtgenoot en zijn bloed- en aanverwanten in de rechte linie, een geheel of nagenoeg geheel belang heeft;

    • b.

      een rechtspersoon en door een tot hetzelfde concern als gedefinieerd krachtens artikel 15, eerste lid, onderdeel h, behorend lichaam;

    beschouwd als te hebben plaatsgehad ingevolge dezelfde of een samenhangende overeenkomst.

  • 6

    Onder verkrijging van rechten als bedoeld in het derde lid wordt mede begrepen de verkrijging van de economische eigendom door bestaande deelnemers in een beleggingsfonds of fonds voor collectieve beleggingen in effecten als gevolg van de intrekking van bewijzen van deelgerechtigdheid na gehele of gedeeltelijke uittreding door een andere deelnemer.

  • 7

    Voor de toepassing van dit artikel worden onder lichamen verstaan verenigingen, andere rechtspersonen, maat- en vennootschappen en doelvermogens.


Artikel 37 [Vervallen per 25-07-2018]

[Vervallen]


Artikel 2

  • 1

    Deze wet verstaat onder:

    • a.

      belastingwet: zowel deze wet als andere wettelijke bepalingen betreffende de heffing van de onder artikel 1 vallende belastingen;

    • b.

      lichamen: verenigingen en andere rechtspersonen, maat- en vennootschappen, ondernemingen van publiekrechtelijke rechtspersonen en doelvermogens.

  • 2

    Waar in de belastingwet wordt gesproken:

    • a.

      van vereniging, is daaronder begrepen de samenwerkingsvorm zonder rechtspersoonlijkheid die met een vereniging maatschappelijk gelijk kan worden gesteld;

    • b.

      met betrekking tot een lichaam van bestuurder, zijn daaronder begrepen de beherende vennoot van een maat- of vennootschap en de binnenlandse vertegenwoordiger van een niet in Nederland gevestigd lichaam, alsmede in geval van ontbinding hij die met de vereffening is belast;

    • c.

      van Mogendheid, wordt daaronder mede begrepen een daarmee gelijk te stellen bestuurlijke eenheid;

    • d.

      van staat, wordt daaronder mede begrepen Mogendheid;

    • e.

      van verdrag, wordt daaronder mede begrepen een regeling ter voorkoming van dubbele belasting die is overeengekomen met een in onderdeel c bedoelde bestuurlijke eenheid, alsmede een regeling ter voorkoming van dubbele belasting die is getroffen voor de relatie met een of meer landen binnen het Koninkrijk;

    • f.

      van regeling ter voorkoming van dubbele belasting, wordt daaronder mede begrepen regelen ter voorkoming van dubbele belasting die zijn overeengekomen met een in onderdeel c bedoelde bestuurlijke eenheid.

  • 3

    De belastingwet verstaat onder:

    • a.

      Onze Minister: Onze Minister van Financiën;

    • b.

      directeur, inspecteur of ontvanger: de functionaris die als zodanig bij ministeriële regeling is aangewezen;

    • c.

      open commanditaire vennootschap: de commanditaire vennootschap waarbij, buiten het geval van vererving of legaat, toetreding of vervanging van commanditaire vennoten kan plaats hebben zonder toestemming van alle vennoten, beherende zowel als commanditaire;

    • d.

      • 1°.

        Koninkrijk: Koninkrijk der Nederlanden;

      • 2°.

        Rijk: het land Nederland, zijnde Nederland en de BES eilanden;

      • 3°.

        Nederland: het in Europa gelegen deel van het Koninkrijk, met dien verstande dat voor de heffing van de inkomstenbelasting, de loonbelasting, de vennootschapsbelasting, de assurantiebelasting en de minimumbelasting Nederland tevens omvat de exclusieve economische zone van het Koninkrijk, bedoeld in artikel 1 van de Rijkswet instelling exclusieve economische zone, voorzover deze grenst aan de territoriale zee in Nederland;

      • 4°.

        BES eilanden: de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba, met daaronder begrepen, met inachtneming van de Rijkswet tot vaststelling van een zeegrens tussen Curaçao en Bonaire en tussen Sint Maarten en Saba, het buiten de territoriale zee van de BES eilanden gelegen deel van de zeebodem en de ondergrond daarvan, voor zover het Koninkrijk daar op grond van het internationale recht ten behoeve van de exploratie en de exploitatie van natuurlijke rijkdommen soevereine rechten mag uitoefenen, alsmede de in, op, of boven dat gebied aanwezige installaties en andere inrichtingen ten behoeve van de exploratie en exploitatie van natuurlijke rijkdommen in dat gebied;

    • e.

      belastingaanslag: de voorlopige aanslag, de aanslag, de navorderingsaanslag en de naheffingsaanslag, alsmede de voorlopige conserverende aanslag, de conserverende aanslag en de conserverende navorderingsaanslag in de inkomstenbelasting, de schenk- en erfbelasting;

    • f.

      aandeel: mede de deelgerechtigdheid van een commanditaire vennoot in een open commanditaire vennootschap en het stemrecht, kapitaalbelang of winstrecht in een lichaam als bedoeld in artikel 2, twaalfde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969, indien de houder van het stemrecht, kapitaalbelang of winstrecht woonachtig of gevestigd is in een staat die dat lichaam als een belastingplichtige voor een naar de winst geheven belasting beschouwt;

    • g.

      Douanewetboek van de Unie: Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en van de Raad van 9 oktober 2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PbEU 2013, L 269);

    • h.

      Gedelegeerde Verordening Douanewetboek van de Unie: Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/2446 van de Commissie van 28 juli 2015 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad met nadere regels betreffende een aantal bepalingen van het douanewetboek van de Unie (PbEU 2015, L 343);

    • ha.

      Uitvoeringsverordening Douanewetboek van de Unie: Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 van de Commissie van 24 november 2015 houdende nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie (PbEU 2015, L 343);

    • i.

      kind: eerstegraads bloedverwant en aanverwant in de neergaande lijn;

    • j.
    • k.

      vennootschap: mede een lichaam als bedoeld in artikel 2, twaalfde lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969;

    • l.

      partner: persoon als bedoeld in artikel 5a;

    • m.

      algemeen nut beogende instelling: een instelling als bedoeld in artikel 5b;

    • n.

      culturele instelling: een instelling als bedoeld in artikel 5b, vierde lid;

    • o.

      sociaal belang behartigende instelling: een instelling als bedoeld in artikel 5c;

    • p.

      steunstichting SBBI: een stichting als bedoeld in artikel 5d.

  • 4

    Het in de belastingwet genoemde bestuur van ’s Rijks belastingen wordt uitgeoefend door de door Onze Minister aangewezen ambtenaren.

  • 5

    Hetgeen bij of krachtens deze wet wordt bepaald inzake de in het derde lid, onderdeel e, bedoelde voorlopige aanslag, aanslag of navorderingsaanslag, is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot de in dat onderdeel bedoelde voorlopige conserverende aanslag, onderscheidenlijk conserverende aanslag of conserverende navorderingsaanslag, met dien verstande dat:

    • a.

      een voorlopige aanslag en in de belastingwet daartoe aangewezen voorheffingen niet worden verrekend met een conserverende aanslag en een voorlopige conserverende aanslag niet wordt verrekend met een aanslag;

    • b.

      een voorlopige conserverende aanslag niet wordt verrekend met een conserverende aanslag doch vervalt tegelijk met de vaststelling van de conserverende aanslag onder toerekening van het ter zake van de voorlopige conserverende aanslag verleende uitstel van betaling, de daaromtrent gestelde zekerheid, alsmede van de betalingen die op die conserverende voorlopige aanslag mochten zijn verricht, aan de conserverende aanslag.

  • 6

    Bepalingen van de belastingwet die rechtsgevolgen verbinden aan het aangaan, het bestaan, de beëindiging of het beëindigd zijn van een huwelijk zijn van overeenkomstige toepassing op het aangaan, het bestaan, de beëindiging onderscheidenlijk het beëindigd zijn van een geregistreerd partnerschap.

  • 7

    Voor de toepassing van de belastingwet en de daarop berustende bepalingen wordt een Europese coöperatieve vennootschap gelijkgesteld met een Europese naamloze vennootschap met dien verstande dat bij algemene maatregel van bestuur voor de toepassing van de in die algemene maatregel van bestuur genoemde bepalingen de rechtsvorm gelijkgesteld kan worden met een coöperatie.


Artikel 15b [Vervallen per 10-03-2017]

[Vervallen]


Artikel 38

  • 1

    Ten aanzien van cliënten waarnaar reeds cliëntenonderzoek is verricht op grond van deze wet, zoals deze luidde voor inwerkingtreding van de Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn, verricht een instelling het cliëntenonderzoek, bedoeld in artikel 3, eerste lid, bij eerste gelegenheid.

  • 2

    Onder eerste gelegenheid in de zin van het eerste lid wordt verstaan het eerste moment dat door de cliënt contact wordt opgenomen met de instelling of het eerste moment dat de instelling, met inachtneming van de risicogevoeligheid voor witwassen of financieren van terrorisme van het type cliënt, zakelijke relatie, product of transactie, aanleiding vindt om het cliëntenonderzoek te doen plaatsvinden.

  • 3

    In afwijking van het eerste lid verricht een bank of andere financiële onderneming in geval van een zakelijke relatie met betrekking tot een levensverzekeringsovereenkomst als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht, die is aangegaan voor het tijdstip van inwerkingtreding van de Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn, het cliëntenonderzoek, bedoeld in de artikelen 3, eerste lid, en 3a, zodra een geldelijke uitkering plaatsvindt aan de cliënt of begunstigde.

  • 4

    De artikelen 3a, 6, 7 en 8 zijn van overeenkomstige toepassing op een cliëntenonderzoek dat op grond van het eerste of derde lid wordt verricht.


Artikel 3

  • 1

    Als verkrijging wordt niet aangemerkt die krachtens:

    • a.

      boedelmenging, erfrecht of verjaring;

    • b.

      verdeling van een huwelijksgemeenschap of nalatenschap, waarin de verkrijger was gerechtigd als rechtverkrijgende onder algemene titel;

    • c.

      natrekking van een zaak op het tijdstip waarop die zaak wordt aangebracht op, aan of in een onroerende zaak, tenzij van die zaak omzetbelasting wordt geheven ter zake van de levering en de vergoeding, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wet op de omzetbelasting 1968, tezamen met de verschuldigde omzetbelasting, lager is dan de waarde, bedoeld in artikel 9, en de verkrijger die omzetbelasting op grond van artikel 15 van die wet niet of niet nagenoeg geheel in aftrek kan brengen.

    Voor de toepassing van deze bepaling wordt de waarde ten minste gesteld op de kostprijs van de zaak, met inbegrip van de omzetbelasting, zoals die zou ontstaan bij de voortbrenging door een onafhankelijke derde op het tijdstip van de natrekking.

  • 2

    Als verkrijging als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a of b, wordt niet aangemerkt hetgeen wordt verkregen krachtens de uitoefening van een wilsrecht als bedoeld in de artikelen 19, 20, 21 en 22 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek.


Artikel 3

  • 1

    De bevoegdheid van een directeur, inspecteur of ontvanger is niet bepaald naar een geografische indeling van het Rijk.

  • 2

    Bij ministeriële regeling worden regels gesteld omtrent de hoofdlijnen van de inrichting van de rijksbelastingdienst alsmede omtrent de functionaris, bedoeld in artikel 2, derde lid, onderdeel b, onder wie een belastingplichtige ressorteert.


Artikel 39

  • 1

    Op overtredingen die hebben plaatsgevonden of zijn aangevangen voor het tijdstip van inwerkingtreding van de Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn, zijn de artikelen 32e tot en met 32j niet van toepassing.

  • 2

    In afwijking van het eerste lid wordt in het geval van een overtreding, begaan door een instelling als bedoeld in artikel 1a, tweede lid of derde lid, onderdeel c, en waarop artikel 28a van deze wet, zoals dat luidde voor het tijdstip van inwerkingtreding van de Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn, van toepassing is, een besluit tot het publiceren van een waarschuwing of verklaring na het tijdstip van inwerkingtreding van de Implementatiewet vierde anti-witwasrichtlijn genomen met inachtneming van de artikelen 32h, 32i en 32j.


Artikel 15c

Buiten het vermogensrecht vindt artikel 15a overeenkomstige toepassing, voor zover de aard van de rechtshandeling of van de rechtsbetrekking zich daartegen niet verzet.


Artikel 4

  • 1

    Als zaken als bedoeld in artikel 2 worden mede aangemerkt (fictieve onroerende zaken):

    • a.

      aandelen in een rechtspersoon, waarvan de bezittingen op het tijdstip van de verkrijging of op enig tijdstip in het daaraan voorafgaande jaar grotendeels bestaan of hebben bestaan uit onroerende zaken en tegelijkertijd ten minste 30% van de bezittingen bestaat of heeft bestaan uit in Nederland gelegen onroerende zaken, mits de onroerende zaken, als geheel genomen, op dat tijdstip geheel of hoofdzakelijk dienstbaar zijn of waren aan het verkrijgen, vervreemden of exploiteren van die onroerende zaken;

    • b.

      rechten van lidmaatschap van verenigingen of coöperaties, indien in die rechten is begrepen het recht op uitsluitend of nagenoeg uitsluitend gebruik van een in Nederland gelegen gebouw of van een gedeelte daarvan dat blijkens zijn inrichting is bestemd om als afzonderlijk geheel te worden gebruikt.

  • 2

    Voor de toepassing van het eerste lid worden onder onroerende zaken mede verstaan fictieve onroerende zaken, rechten waaraan onroerende zaken of fictieve onroerende zaken zijn onderworpen, alsmede de economische eigendom van deze zaken of rechten.

  • 3

    Bij toepassing van het eerste lid, onderdeel a, wordt ter zake van de verkrijging van aandelen alleen belasting geheven wanneer de verkrijger met inbegrip van de reeds aan hem toebehorende aandelen en ingevolge dezelfde of een samenhangende overeenkomst nog te verkrijgen aandelen:

    • a.

      als natuurlijk persoon, al dan niet tezamen met zijn echtgenoot, zijn bloed- en aanverwanten in de rechte linie en in de tweede graad van de zijlinie of een verbonden lichaam, voor ten minste een derde gedeelte, en, al dan niet tezamen met zijn echtgenoot, voor meer dan zeven percent belang in de rechtspersoon heeft;

    • b.

      als rechtspersoon, al dan niet tezamen met een verbonden lichaam of een verbonden natuurlijk persoon, voor ten minste een derde gedeelte belang in de rechtspersoon heeft.

  • 4

    Voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a:

    • a.

      heeft, wanneer een rechtspersoon, al dan niet tezamen met een tot hetzelfde concern als gedefinieerd krachtens artikel 15, eerste lid, onderdeel h, behorend lichaam, of met een natuurlijk persoon die, al dan niet tezamen met zijn echtgenoot of zijn bloed- en aanverwanten in de rechte linie, een geheel of nagenoeg geheel belang heeft in de rechtspersoon, voor ten minste een derde gedeelte een belang bezit of heeft bezeten in een ander lichaam, bij het bepalen van zijn bezittingen naar evenredigheid toerekening plaats van de bezittingen en schulden van het andere lichaam;

    • b.

      worden, na toepassing van de toerekening uit onderdeel a, vorderingen van de rechtspersoon op de verkrijger of op met de rechtspersoon of de verkrijger verbonden lichamen en verbonden natuurlijke personen als bedoeld in het derde, zesde, zevende of achtste lid van dit artikel, niet tot de bezittingen gerekend, tenzij aannemelijk wordt gemaakt dat deze vorderingen voortvloeien of voortvloeiden uit een bij de aard en omvang van de rechtspersoon en de verkrijger, of daarmee verbonden lichamen of natuurlijke personen, passende normale bedrijfsuitoefening;

    • c.

      worden, na toepassing van de toerekening uit onderdeel a, bezittingen van de rechtspersoon, andere dan onroerende zaken en de vorderingen bedoeld in onderdeel b, bij aanwezigheid van schulden van de rechtspersoon aan de verkrijger of aan met de rechtspersoon of de verkrijger verbonden lichamen of verbonden natuurlijke personen als bedoeld in het derde, zesde, zevende of achtste lid van dit artikel, geacht te zijn gefinancierd door die schulden en worden die bezittingen in zoverre niet in aanmerking genomen, tenzij aannemelijk wordt gemaakt dat deze bezittingen voortvloeien of voortvloeiden uit een bij de aard en omvang van de rechtspersoon en de verkrijger, of daarmee verbonden lichamen of natuurlijke personen, passende normale bedrijfsuitoefening.

  • 5

    Voor de toepassing van het derde en vierde lid:

    • a.

      wordt onder degene die een belang heeft mede verstaan degene die, anders dan als pandhouder, rechthebbende is op rechten waaraan het in dat lid bedoelde belang is onderworpen, alsmede degene die rechthebbende is op de economische eigendom van dat belang. Deze rechten en economische eigendom worden geacht een belang in de rechtspersoon te vertegenwoordigen dat overeenstemt met het belang dat kan worden toegekend aan de aandelen waarop ze betrekking hebben;

    • b.

      worden de volgende verkrijgingen beschouwd als te hebben plaatsgehad ingevolge dezelfde of een samenhangende overeenkomst:

      • 1°.

        verkrijgingen binnen een tijdsverloop van twee jaren door dezelfde verkrijger als bedoeld in het derde lid, onderdeel a, zijn echtgenoot, zijn bloed- en aanverwanten in de rechte linie en door een lichaam waarin hij, al dan niet tezamen met zijn echtgenoot en zijn bloed- en aanverwanten in de rechte linie, een geheel of nagenoeg geheel belang heeft;

      • 2°.

        verkrijgingen binnen een tijdsverloop van twee jaren door dezelfde verkrijger als bedoeld in het derde lid, onderdeel b, en door een tot hetzelfde concern als gedefinieerd krachtens artikel 15, eerste lid, onderdeel h, behorend lichaam;

    • c.

      wordt ter vaststelling van het belang van de verkrijger, bij:

      • samenloop van middellijk belang via een verbonden lichaam met het belang van het verbonden lichaam, uitsluitend het belang van het verbonden lichaam in aanmerking genomen;

      • samenloop van middellijk belang van een verbonden lichaam of een verbonden natuurlijk persoon via de verkrijger met het belang van de verkrijger, uitsluitend het belang van de verkrijger in aanmerking genomen; en

      • samenloop van belang bij wege van economische eigendom met belang bij wege van juridische eigendom, dan wel van blote eigendom met vruchtgebruik, het belang slechts eenmaal in aanmerking genomen.

  • 6

    Voor de toepassing van het derde lid, onderdeel a, wordt als een met de verkrijger verbonden lichaam aangemerkt een lichaam waarin de verkrijger, zijn echtgenoot of zijn bloed- en aanverwanten in de rechte linie en in de tweede graad van de zijlinie, al dan niet tezamen, voor ten minste een derde gedeelte belang heeft.

  • 7

    Voor de toepassing van het derde lid, onderdeel b, wordt als een met de verkrijger verbonden lichaam aangemerkt:

    • a.

      een lichaam waarin de verkrijger voor ten minste een derde gedeelte belang heeft;

    • b.

      een lichaam dat voor ten minste een derde gedeelte belang heeft in de verkrijger;

    • c.

      een lichaam waarin een derde, zijn echtgenoot of zijn bloed- en aanverwanten in de rechte linie en in de tweede graad van de zijlinie, al dan niet tezamen, voor ten minste een derde gedeelte belang heeft, terwijl deze derde al dan niet tezamen met zijn echtgenoot of zijn bloed- en aanverwanten in de rechte linie en in de tweede graad van de zijlinie tevens voor ten minste een derde gedeelte belang heeft in de verkrijger.

  • 8

    Voor de toepassing van het derde lid, onderdeel b, wordt als een met de verkrijger verbonden natuurlijk persoon aangemerkt een natuurlijk persoon die, al dan niet tezamen met zijn echtgenoot en zijn bloed- en aanverwanten in de rechte linie en in de tweede graad van de zijlinie, voor ten minste een derde gedeelte belang heeft in de verkrijger of in een met de verkrijger verbonden lichaam, alsmede de echtgenoot van deze persoon en de bloed- en aanverwanten in de rechte linie en in de tweede graad van de zijlinie van deze persoon.

  • 9

    De rechtspersonen, bedoeld in het eerste lid, zijn gehouden met inachtneming van bij ministeriële regeling te stellen regels bij aangifte de gegevens te verstrekken waarvan de kennisneming van belang kan zijn voor de heffing van de belasting. Met betrekking tot deze verplichtingen blijft artikel 53, derde lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen buiten toepassing.

  • 10

    Voor de toepassing van dit artikel is artikel 2, zevende lid, van overeenkomstige toepassing.

  • 11

    Onder aandelen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, en het derde lid worden mede verstaan rechten uit bestaande aandelen.


Artikel 3a

  • 1

    In afwijking van artikel 2:14, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht wordt in het verkeer tussen belastingplichtigen of inhoudingsplichtigen en de inspecteur of het bestuur van ’s Rijks belastingen een bericht uitsluitend elektronisch verzonden.

  • 2

    Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de wijze waarop het elektronische berichtenverkeer plaatsvindt.

  • 3

    Bij ministeriële regeling kunnen berichten en groepen van belastingplichtigen of inhoudingsplichtigen worden aangewezen waarvoor, alsmede omstandigheden worden aangewezen waaronder, het berichtenverkeer kan plaatsvinden anders dan langs elektronische weg.


Artikel 40

Een wijziging van de vierde anti-witwasrichtlijn, de richtlijn betaaldiensten of de richtlijn kapitaalvereisten gaat voor de toepassing van deze wet gelden met ingang van de dag waarop aan de betrokken wijziging uitvoering moet zijn gegeven, tenzij bij besluit van Onze Minister van Financiën en Onze Minister van Justitie en Veiligheid dat in de Staatscourant wordt bekendgemaakt, een ander tijdstip wordt vastgesteld.


Artikel 15d

  • 1

    Degene die een dienst van de informatiemaatschappij verleent, maakt de volgende gegevens gemakkelijk, rechtstreeks en permanent toegankelijk voor degenen die gebruik maken van deze dienst, in het bijzonder om informatie te verkrijgen of toegankelijk te maken:

    • a.

      zijn identiteit en adres van vestiging;

    • b.

      gegevens die een snel contact en een rechtstreekse en effectieve communicatie met hem mogelijk maken, met inbegrip van zijn elektronische postadres;

    • c.

      voor zover hij in een handelsregister of een vergelijkbaar openbaar register is ingeschreven: het register waar hij is ingeschreven en zijn inschrijvingsnummer, of een vergelijkbaar middel ter identificatie in dat register;

    • d.

      voor zover een activiteit aan een vergunningsstelsel is onderworpen: de gegevens over de bevoegde toezichthoudende autoriteit;

    • e.

      voor zover hij een gereglementeerd beroep uitoefent:

      • de beroepsvereniging of -organisatie waarbij hij is ingeschreven,

      • de beroepstitel en de lidstaat van de Europese Unie of andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte waar die is toegekend,

      • een verwijzing naar de beroepsregels die in Nederland van toepassing zijn en de wijze van toegang daartoe;

    • f.

      voor zover hij een aan de BTW onderworpen activiteit uitoefent: het btw-identificatienummer zoals bedoeld in artikel 2a, eerste lid, onder g, van de Wet op de Omzetbelasting 1968.

  • 2

    De dienstverlener geeft aanduidingen van prijzen in een dienst van de informatiemaatschappij duidelijk en ondubbelzinnig aan, met de uitdrukkelijke vermelding of, en zo mogelijk welke, belasting en leveringskosten daarbij inbegrepen zijn.

  • 3

    Onder dienst van de informatiemaatschappij wordt verstaan elke dienst die gewoonlijk tegen vergoeding, langs elektronische weg, op afstand en op individueel verzoek van de afnemer van de dienst wordt verricht zonder dat partijen gelijktijdig op dezelfde plaats aanwezig zijn. Een dienst wordt langs elektronische weg verricht indien deze geheel per draad, per radio, of door middel van optische of andere elektromagnetische middelen wordt verzonden, doorgeleid en ontvangen met behulp van elektronische apparatuur voor de verwerking, met inbegrip van digitale compressie, en de opslag van gegevens.


Artikel 5

Als rechten waaraan zaken zijn onderworpen worden niet aangemerkt de rechten van grondrente, pand en hypotheek.


Artikel 41 [Vervallen per 25-07-2018]

[Vervallen]


Artikel 3b

[Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden]


Artikel 15e

  • 1

    Indien commerciële communicatie deel uitmaakt van een dienst van de informatiemaatschappij of een dergelijke dienst vormt, zorgt degene in wiens opdracht de commerciële communicatie geschiedt dat:

    • a.

      de commerciële communicatie duidelijk als zodanig herkenbaar is;

    • b.

      de commerciële communicatie zijn identiteit vermeldt;

    • c.

      de commerciële communicatie, indien deze verkoopbevorderende aanbiedingen, wedstrijden of spelen omvat, een duidelijke en ondubbelzinnige vermelding bevat van de aard en de voorwaarden van de aanbieding of de deelneming;

    • d.

      ongevraagde commerciële communicatie door middel van elektronische post reeds bij de ontvangst duidelijk en ondubbelzinnig als zodanig herkenbaar is.

  • 2

    [vervallen.]

  • 3

    Onder commerciële communicatie als bedoeld in dit artikel wordt verstaan elke vorm van communicatie bestemd voor het aanprijzen van de goederen, diensten of het imago van een onderneming, instelling of persoon die een commerciële, industriële of ambachtelijke activiteit of een gereglementeerd beroep uitoefent, met uitzondering van informatie die rechtstreeks toegang geeft tot de activiteit van de onderneming, instelling of persoon, in het bijzonder een domeinnaam of een elektronisch postadres. Mededelingen over goederen of diensten of het imago van een onderneming, instelling of persoon die onafhankelijk van deze en in het bijzonder zonder financiële tegenprestatie zijn samengesteld, zijn geen commerciële communicatie.


Artikel 42 [Vervallen per 25-07-2018]

[Vervallen]


Artikel 6

  • 1

    Opzegging van een beperkt recht wordt beschouwd als verkrijging van dat recht door degene ten behoeve van wie de opzegging plaats heeft.

  • 2

    Wijziging van een beperkt recht wordt beschouwd als afstand van dat recht tegen verkrijging van een nieuw beperkt recht.

  • 3

    Indien bij het einde van een beperkt recht tot gebruik van een onroerende zaak door de gebruiker daarop aangebrachte zaken ten goede komen aan een andere gerechtigde tot die onroerende zaak, worden die zaken geacht door die gerechtigde te zijn verkregen.


Artikel 4

  • 1

    Waar iemand woont en waar een lichaam gevestigd is, wordt naar de omstandigheden beoordeeld.

  • 2

    Voor de toepassing van het eerste lid worden schepen en luchtvaartuigen welke in Nederland hun thuishaven hebben, ten opzichte van de bemanning als deel van Nederland beschouwd.

  • 3

    Voor de toepassing van de wettelijke bepalingen ter uitvoering van Richtlijn 2009/133/EG van de Raad van 19 oktober 2009 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor fusies, splitsingen, gedeeltelijke splitsingen, inbreng van activa en aandelenruil met betrekking tot vennootschappen uit verschillende lidstaten en voor de verplaatsing van de statutaire zetel van een SE of een SCE van een lidstaat naar een andere lidstaat (PbEU 2009, L 310), Richtlijn 2011/96/EU van de Raad van 30 november 2011 betreffende de gemeenschappelijke fiscale regeling voor moedermaatschappijen en dochterondernemingen uit verschillende lidstaten (PbEU 2011, L 345) of Richtlijn 2003/49/EG van de Raad van 3 juni 2003 betreffende een gemeenschappelijke belastingregeling inzake uitkeringen van interest en royalty's tussen verbonden ondernemingen van verschillende lidstaten (PbEU 2003, L 157) wordt, in afwijking in zoverre van het eerste lid en voor zover dat voortvloeit uit de genoemde richtlijnen, een lichaam geacht te zijn gevestigd in een lidstaat van de Europese Unie indien dat lichaam volgens de fiscale wetgeving van die lidstaat aldaar is gevestigd.

  • 4

    Een instelling voor collectieve belegging in effecten als bedoeld in artikel 1 van Richtlijn 2009/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 juli 2009 tot coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende instellingen voor collectieve belegging in effecten (icbe’s) (PbEU 2009, L 302), wordt geacht te zijn gevestigd in de lidstaat of staat waarvan de bevoegde autoriteit de instelling overeenkomstig artikel 5 van die richtlijn heeft toegelaten.

  • 5

    Een alternatieve beleggingsinstelling als bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel k, van Richtlijn 2011/61/EU van het Europees Parlement en de Raad van 8 juni 2011 inzake beheerders van alternatieve beleggingsinstellingen en tot wijziging van de Richtlijnen 2003/41/EG en 2009/65/EG en van de Verordeningen (EG) nr. 1060/2009 en (EU) nr. 1095/2010 (PbEU 2011, L 174) wordt geacht te zijn gevestigd in de lidstaat van herkomst, bedoeld in artikel 4, eerste lid, onderdeel p, van die richtlijn, indien:


Artikel 42a

De artikelen 19, 20, 22, 23 en 33 tot en met 35 zijn van overeenkomstige toepassing op een platform voor de veiling van emissierechten.


Artikel 15f

  • 1

    Degenen die diensten van de informatiemaatschappij verlenen of gebruiken kunnen zich richten tot een door Onze Minister van Justitie in overeenstemming met Onze Minister van Economische Zaken aan te wijzen rechtspersoon teneinde:

    • a.

      algemene informatie te verkrijgen over hun contractuele rechten en plichten alsmede over klachtenprocedures en rechtsmiddelen in het geval van een geschil;

    • b.

      nadere gegevens te verkrijgen over de autoriteiten of organisaties waar zij nadere informatie of praktische bijstand kunnen krijgen.

  • 2

    De rechtspersoon, bedoeld in lid 1, werkt bij de uitoefening van zijn taken samen met de overeenkomstige organisaties in andere lidstaten van de Europese Unie en de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

  • 3

    De controleurs van de Belastingdienst/Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst – Economische Controle Dienst (Belastingdienst/FIOD-ECD) worden aangewezen als ambtenaren, belast met de opsporing van overtredingen van de voorschriften gesteld bij de artikelen 15d en 15e lid 1.


Artikel 5

  • 1

    De vaststelling van een belastingaanslag geschiedt door het ter zake daarvan opmaken van een aanslagbiljet door de inspecteur. De dagtekening van het aanslagbiljet geldt als dagtekening van de vaststelling van de belastingaanslag. De inspecteur stelt het aanslagbiljet ter invordering van de daaruit blijkende belastingaanslag aan de ontvanger ter hand.

  • 2

    Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing met betrekking tot het door de inspecteur nemen van een beschikking of het doen van uitspraak strekkende tot - al dan niet nadere - vaststelling van een ingevolge de belastingwet verschuldigd of terug te geven bedrag.


Artikel 7

Hetgeen bij een verdeling wordt toegedeeld, wordt geacht voor het geheel te zijn verkregen.


Artikel 43

[Wijzigt de Wet inzake de geldtransactiekantoren.]


Artikel 5a

  • 1

    Als partner wordt aangemerkt:

    • a.

      de echtgenoot;

    • b.

      de ongehuwde meerderjarige persoon waarmee de ongehuwde meerderjarige belastingplichtige een notarieel samenlevingscontract is aangegaan en met wie hij staat ingeschreven op hetzelfde woonadres in de basisregistratie personen of een daarmee naar aard en strekking overeenkomende registratie buiten Nederland.

  • 2

    Degene die ingevolge het eerste lid voor een deel van het kalenderjaar als partner wordt aangemerkt, wordt ook als partner aangemerkt in de andere perioden van het kalenderjaar, voor zover hij in die perioden op hetzelfde woonadres als de belastingplichtige staat ingeschreven in de basisregistratie personen of een daarmee naar aard en strekking overeenkomende registratie buiten Nederland.

  • 3

    Voor de toepassing van het eerste lid wordt een persoon die van tafel en bed is gescheiden, aangemerkt als ongehuwd. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ten behoeve van de uitvoering van dit lid.

  • 4

    In afwijking van het eerste lid wordt een persoon niet meer als partner aangemerkt ingeval:

    • a.

      een verzoek, zoals bedoeld in artikel 150, respectievelijk 169 van Boek 1 van het Burgerlijk Wetboek tot echtscheiding, respectievelijk tot scheiding van tafel en bed is ingediend, en

    • b.

      hij niet meer op hetzelfde woonadres in de basisregistratie personen of een daarmee naar aard en strekking overeenkomende registratie buiten Nederland staat ingeschreven als de belastingplichtige.

  • 5

    Een persoon kan op enig moment slechts één partner hebben. Ingeval een persoon meer dan één echtgenoot heeft, wordt alleen de echtgenoot uit de oudste verbintenis als partner aangemerkt. Bij meer dan één notarieel samenlevingscontract, wordt alleen het oudste samenlevingscontract in aanmerking genomen. Een notarieel samenlevingscontract met meer dan één persoon, wordt niet in aanmerking genomen.

  • 6

    Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld op basis waarvan iemand die niet in Nederland woont, geacht wordt op zijn woonadres te zijn ingeschreven in een naar aard en strekking met de basisregistratie personen overeenkomende registratie buiten Nederland.

  • 7

    Personen die partners waren op grond van het eerste lid, onderdeel b, blijven als partners aangemerkt nadat de in dat onderdeel bedoelde inschrijving op hetzelfde woonadres niet langer mogelijk is als gevolg van opname in een verpleeghuis of verzorgingshuis vanwege medische redenen of ouderdom van een van hen, zolang na het einde van die inschrijving op hetzelfde woonadres ten aanzien van geen van beiden een derde persoon als partner wordt aangemerkt. De eerste volzin vindt geen toepassing meer indien één van beiden door middel van een schriftelijke kennisgeving aan de inspecteur laat weten dat zij niet langer als partners willen worden aangemerkt. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld ten behoeve van de uitvoering van dit lid.


Artikel 8

  • 1

    Indien voor de verkrijging van een goed als bedoeld in artikel 2 een akte in de openbare registers, bedoeld in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, moet worden ingeschreven, vindt de verkrijging plaats op het tijdstip waarop de akte wordt opgemaakt.

  • 2

    Een verkrijging krachtens een rechtshandeling die onder opschortende voorwaarde is verricht, komt tot stand op het tijdstip waarop de voorwaarde wordt vervuld.

  • 3

    Nietigheid van een verkrijging wordt buiten beschouwing gelaten.


Artikel 44

[Wijzigt de Wet op de economische delicten.]


Artikel 5b

  • 1

    Een algemeen nut beogende instelling is een instelling – niet zijnde een vennootschap met een in aandelen verdeeld kapitaal, een coöperatie, een onderlinge waarborgmaatschappij of een ander lichaam waarin bewijzen van deelgerechtigdheid kunnen worden uitgegeven – die:

    • a.

      uitsluitend of nagenoeg uitsluitend het algemeen nut beoogt;

    • b.

      haar gegevens op elektronische wijze via internet openbaar maakt;

    • c.

      voldoet aan bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden; en

    • d.

      als zodanig is aangemerkt door:

      • 1°.

        de inspecteur ingeval de instelling is gevestigd in het Koninkrijk, in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een bij ministeriële regeling aangewezen staat; of

      • 2°.

        Onze Minister ingeval de instelling niet is gevestigd in het Koninkrijk, een andere lidstaat van de Europese Unie en een bij ministeriële regeling aangewezen staat waarbij aanvullende voorwaarden kunnen worden gesteld.

  • 2

    Algemeen nut beogende instellingen zijn in ieder geval:

    • a.

      de Staat, de provincies, de gemeenten en de waterschappen in Nederland alsmede daarmee vergelijkbare lichamen in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte;

    • b.

      de landen Aruba, Curaçao en Sint Maarten, de openbare lichamen Bonaire, Sint Eustatius en Saba alsmede de gemeenten, waterschappen en daarmee vergelijkbare publiekrechtelijke lichamen in die landen of openbare lichamen.

  • 3

    Als algemeen nut in de zin van dit artikel wordt beschouwd:

    • a.

      welzijn;

    • b.

      cultuur;

    • c.

      onderwijs, wetenschap en onderzoek;

    • d.

      bescherming van natuur en milieu, daaronder begrepen bevordering van duurzaamheid;

    • e.

      gezondheidszorg;

    • f.

      jeugd- en ouderenzorg;

    • g.

      ontwikkelingssamenwerking;

    • h.

      dierenwelzijn;

    • i.

      religie, levensbeschouwing en spiritualiteit;

    • j.

      de bevordering van de democratische rechtsorde;

    • k.

      volkshuisvesting;

    • l.

      een combinatie van de bovengenoemde doelen, alsmede

    • m.

      het financieel of op andere wijze ondersteunen van een algemeen nut beogende instelling.

  • 4

    Een algemeen nut beogende instelling die zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend richt op cultuur, kan verzoeken tevens te worden aangemerkt als culturele instelling.

  • 5

    Een instelling die werkzaamheden verricht die gericht zijn op het bieden van volkshuisvesting als bedoeld in het derde lid, onderdeel k, kan slechts worden aangemerkt als algemeen nut beogende instelling, indien zij op de voet van artikel 19 van de Woningwet bij koninklijk besluit is toegelaten als instelling die in het belang van de volkshuisvesting werkzaam is.

  • 6

    Het aanmerken als een algemeen nut beogende instelling of als culturele instelling geschiedt op verzoek van de instelling. De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking eventueel onder door hem te stellen voorwaarden. In afwijking van de eerste volzin kan de inspecteur een categorie instellingen dan wel een groep met elkaar verbonden instellingen bij één voor bezwaar vatbare beschikking aanmerken als instellingen als bedoeld in het eerste lid, ook zonder dat een daartoe strekkend verzoek is gedaan door die instellingen.

  • 7

    Een instelling als bedoeld in het eerste lid, wordt door de inspecteur bij voor bezwaar vatbare beschikking niet meer als zodanig aangemerkt met ingang van het tijdstip waarop deze instelling niet langer uitsluitend of nagenoeg uitsluitend een algemeen nut beogend karakter heeft, niet meer voldoet aan de bij ministeriële regeling gestelde voorwaarden dan wel niet meer is gevestigd als aangegeven in het eerste lid. Een instelling als bedoeld in het vierde lid wordt door de inspecteur bij voor bezwaar vatbare beschikking niet meer als zodanig aangemerkt met ingang van het tijdstip waarop deze instelling zich niet langer uitsluitend of nagenoeg uitsluitend richt op cultuur. Het tijdstip van intrekking kan liggen voor de datum van de dagtekening van de beschikking.

  • 8

    Een instelling als bedoeld in het eerste lid wordt eveneens door de inspecteur niet, of niet langer, als algemeen nut beogende instelling aangemerkt indien de instelling, een bestuurder van die instelling, een persoon die feitelijk leiding geeft aan die instelling of een voor die instelling gezichtsbepalende persoon door een Nederlandse rechter onherroepelijk is veroordeeld wegens het opzettelijk plegen van een misdrijf als bedoeld in artikel 67, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering en de artikelen 137c, eerste lid, 137d, eerste lid, en 266 van het Wetboek van Strafrecht, mits:

    • a.

      het misdrijf is gepleegd in de hoedanigheid van bestuurder, feitelijk leidinggevende of gezichtsbepalend persoon van de instelling;

    • b.

      nog geen vier kalenderjaren zijn verstreken sinds de veroordeling, en

    • c.

      het misdrijf gezien zijn aard of de samenhang met andere door de algemeen nut beogende instelling of genoemde personen begane misdrijven een ernstige inbreuk op de rechtsorde oplevert.

  • 9

    Een instelling als bedoeld in het eerste lid wordt eveneens door de inspecteur niet, of niet langer, als algemeen nut beogende instelling aangemerkt indien de inspecteur gerede twijfel heeft over de integriteit van de instelling, een bestuurder van die instelling, een persoon die feitelijk leiding geeft aan die instelling of een voor die instelling gezichtsbepalende persoon, en die instelling, onderscheidenlijk persoon, ondanks een verzoek daartoe van de inspecteur, niet binnen een termijn van zestien weken nadat dit verzoek is gedaan een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens overlegt.

  • 10

    Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot de gegevens, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, die openbaar worden gemaakt, alsmede met betrekking tot de wijze waarop deze gegevens via internet openbaar worden gemaakt, waarbij door grotere instellingen een verplicht standaardformulier wordt gebruikt.

  • 11

    Voor de toepassing van het vierde en het zesde tot en met negende lid kunnen bij ministeriële regeling nadere regels worden gesteld.


Artikel 45

[Wijzigt de Wet bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur.]


Artikel 5c

Een sociaal belang behartigende instelling is een instelling:

  • a.

    die in overeenstemming met haar regelgeving een sociaal belang behartigt;

  • b.

    die niet aan een winstbelasting is onderworpen dan wel daarvan is vrijgesteld;

  • c.

    die aan de leden van het orgaan van de instelling dat het beleid bepaalt ter zake van de door die leden voor de instelling verrichte werkzaamheden geen andere beloning toekent dan een vergoeding voor gemaakte onkosten en een niet bovenmatig vacatiegeld;

  • d.

    die is gevestigd in het Koninkrijk, in een andere lidstaat van de Europese Unie of in een bij ministeriële regeling aangewezen staat.


Artikel 46

[Wijzigt de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek.]


Artikel 47

[Wijzigt de Wet toezicht trustkantoren.]


Artikel 5d

  • 1

    Een steunstichting SBBI is een stichting die voldoet aan bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden en die is opgericht uitsluitend met het doel geld in te zamelen ter ondersteuning van een sociaal belang behartigende instelling ten behoeve van een bij ministeriële regeling aan te wijzen doel.

  • 2

    Het ontwerp van een ministeriële regeling als bedoeld in het eerste lid wordt ten minste vier weken voordat de regeling wordt vastgesteld, overgelegd aan de beide kamers der Staten-Generaal.


Artikel 48

[Wijzigt de Wet op de internationale bijstandsverlening bij de heffing van belastingen.]


Artikel 5e


Artikel 48a

[Wijzigt deze wet.]


Artikel 48b

[Wijzigt de Algemene wet inzake rijksbelastingen.]


Artikel 48c

[Wijzigt de Invorderingswet 1990.]


Artikel 48d

[Wijzigt de Wet op de loonbelasting 1964.]


Artikel 48e

[Wijzigt de Arbeidsomstandighedenwet.]


Artikel 48f

[Wijzigt de Wet arbeid vreemdelingen.]



Artikel 50

Deze wet treedt in werking op een bij koninklijk besluit te bepalen tijdstip.


Artikel 51

Deze wet wordt aangehaald als: Wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme.



Titel 1aa Overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud en digitale diensten tussen handelaren en consumenten

Titel 1aa Overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud en digitale diensten tussen handelaren en consumenten


Titel 4 Uiterste willen


Titel 5A Het geregistreerd partnerschap

Titel 5A Het geregistreerd partnerschap


Eerste titel Van kooplieden en van daden van koophandel

Eerste titel Van kooplieden en van daden van koophandel


Hoofdstuk I Veilingen


Hoofdstuk 1 Algemene bepaling

Hoofdstuk 1 Algemene bepaling


Afdeling 1 Algemene bepalingen

Afdeling 1 Algemene bepalingen


Besluit van 3 juli 2018, houdende regels over de kwaliteit van de fysieke leefomgeving en de uitoefening van taken en bevoegdheden (Besluit kwaliteit leefomgeving)


Artikel 80a

  • 1

    Een persoon kan tegelijkertijd slechts met één andere persoon van hetzelfde of andere geslacht een geregistreerd partnerschap aangaan.

  • 2

    Zij die een geregistreerd partnerschap aangaan, mogen niet tegelijkertijd gehuwd zijn.

  • 3

    Registratie van partnerschap geschiedt bij een akte van registratie van partnerschap opgemaakt door een ambtenaar van de burgerlijke stand.

  • 4

    Een partnerschapsregistratie kan worden gestuit, indien partijen niet de vereisten in zich verenigen om de registratie aan te gaan, of wanneer partijen niet beiden hun toestemming tot het geregistreerd partnerschap vrijelijk zullen geven, dan wel wanneer het oogmerk van de aanstaande geregistreerde partners, of één hunner, niet is gericht op de vervulling van de door de wet aan de partnerschapsregistratie verbonden plichten, doch op het verkrijgen van toelating tot Nederland. Op een stuiting zijn de artikelen 51, 52, 53, tweede tot en met vierde lid, en 54 tot en met 56 van overeenkomstige toepassing. Het openbaar ministerie is verplicht een partnerschapsregistratie te stuiten, indien het met een van de in de artikelen 31, 32, 41 en in het eerste en tweede lid van dit artikel omschreven beletselen bekend is. Indien aan de ambtenaar van de burgerlijke stand een van de in de vorige zin genoemde beletselen bekend is, of wanneer partijen niet beiden hun toestemming tot het geregistreerd partnerschap vrijelijk zullen geven, mag hij niet meewerken aan een registratie of daaraan voorafgaande formaliteiten verrichten, ook al zou geen stuiting hebben plaatsgehad.

  • 5

    Ter zake van de partnerschapsregistratie zijn de artikelen 31, 32, 37 tot en met 39, 41, 41a, 44 tot en met 49, 58 en 62 tot en met 66 van overeenkomstige toepassing.

  • 6

    Op de nietigverklaring van een partnerschapsregistratie zijn van overeenkomstige toepassing de artikelen 69 tot en met 77.

  • 7

    Op het bewijs van het bestaan van de partnerschapsregistratie zijn de artikelen 78, 79 en 80 van overeenkomstige toepassing.


Artikel 2 [Vervallen per 01-01-1935]

[Vervallen]


Artikel 2 [Vervallen per 01-01-1969]

[Vervallen]


Artikel 1

  • 1

    Dit besluit geeft uitvoering aan de artikelen 4, 5a, 7, 13bis, 18a, 18g, 19a, 31a, 33, 34, 35, 35f, 35g en 35n van de Wet op de loonbelasting 1964 en aan artikel 10a van de Algemene wet inzake rijksbelastingen.

  • 2

    Dit besluit verstaat onder:

    • a.
    • b.

      uitvoerder van aangenomen werk: degene, die, anders dan in de uitoefening van een bedrijf of in de zelfstandige uitoefening van een beroep, en anders dan als thuiswerker, ingevolge een overeenkomst tot aanneming van werk als bedoeld in artikel 750 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek die niet rechtstreeks is aangegaan met een natuurlijke persoon ten behoeve van diens persoonlijke aangelegenheden, persoonlijk een werk tot stand brengt;

    • c.

      loon in geld: het loon voor de loonbelasting, voor zover dit in geld wordt verstrekt;

    • d.

      tabelloon: het loon waarop de loonbelastingtabel wordt toegepast;

    • e.

      bruto-inkomen: het loon in de zin van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag;

    • f.

      belasting, ingeval artikel 27b, eerste lid, van de wet van toepassing is: het gezamenlijke bedrag van de belasting en de premie voor de volksverzekeringen;

    • g.

      gage: gage als bedoeld in artikel 35 van de wet;

    • h.

      gezelschap: een groep van natuurlijke personen of lichamen waarbij de leden van de groep individueel of gezamenlijk ingevolge een overeenkomst van korte duur als artiest in Nederland optreden of als beroep een tak van sport in Nederland beoefenen.


Artikel 53

  • 1

    De coöperatie is een bij notariële akte als coöperatie opgerichte vereniging. Zij moet zich blijkens de statuten ten doel stellen in bepaalde stoffelijke behoeften van haar leden te voorzien krachtens overeenkomsten, anders dan van verzekering, met hen gesloten in het bedrijf dat zij te dien einde te hunnen behoeve uitoefent of doet uitoefenen.

  • 2

    De onderlinge waarborgmaatschappij is een bij notariële akte als onderlinge waarborgmaatschappij opgerichte vereniging. Zij moet zich blijkens de statuten ten doel stellen met haar leden verzekeringsovereenkomsten te sluiten, een en ander in het verzekeringsbedrijf dat zij te dien einde ten behoeve van haar leden uitoefent.

  • 3

    De statuten van een coöperatie kunnen haar veroorloven overeenkomsten als die welke zij met haar leden sluit, ook met anderen aan te gaan; hetzelfde geldt voor de statuten van een onderlinge waarborgmaatschappij waarbij iedere verplichting van leden of oud-leden om in de tekorten bij te dragen is uitgesloten.

  • 4

    Indien een coöperatie of een onderlinge waarborgmaatschappij de in het vorige lid bedoelde bevoegdheid uitoefent, mag zij dat niet in een zodanige mate doen, dat de overeenkomsten met de leden slechts van ondergeschikte betekenis zijn.


Besluit van 3 juli 2018, houdende regels over de kwaliteit van de fysieke leefomgeving en de uitoefening van taken en bevoegdheden (Besluit kwaliteit leefomgeving)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Infrastructuur en Milieu van 30 juni 2017, nr. IenM/BSK-2017/167239, Hoofddirectie Bestuurlijke en Juridische Zaken, gedaan mede namens Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, Onze Minister van Economische Zaken en Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

Gelet op het biodiversiteitsverdrag, het Europees landschapsverdrag, de grondwaterrichtlijn, de habitatrichtlijn, de kaderrichtlijn afvalstoffen, de kaderrichtlijn mariene strategie, de kaderrichtlijn maritieme ruimtelijke planning, de kaderrichtlijn water, het Londen-protocol, de monitoringsmechanisme-verordening, de nec-richtlijn, het Ospar-verdrag, het PRTR-Protocol, de PRTR-verordening, de richtlijn gevaarlijke stoffen in de lucht, de richtlijn industriële emissies, de richtlijn luchtkwaliteit, de richtlijn omgevingslawaai, de richtlijn overstromingsrisico’s, de richtlijn prioritaire stoffen, de richtlijn stedelijk afvalwater, de richtlijn storten afvalstoffen, de richtlijn toegang tot milieu-informatie, de richtlijn winningsafval, de Seveso-richtlijn, het verdrag van Aarhus, het verdrag van Granada, het verdrag van Valletta, het VN-gehandicaptenverdrag, het VN-Zeerechtverdrag, de vogelrichtlijn, het werelderfgoedverdrag, de zwemwaterrichtlijn, en de artikelen 1.5, tweede lid, 2.11, tweede lid, 2.12, tweede lid, 2.15, eerste lid, aanhef en onder a, b, en c, 2.24, eerste lid, 2.26, eerste lid en derde lid, aanhef en onder a tot en met h, 2.27, aanhef en onder a tot en met d en onder e, onder 1°, 2.28, aanhef en onder a, b, c, e en f, 2.30, aanhef en onder a, b en c, 2.31, eerste en tweede lid, 2.32, tweede lid, 2.39, vierde lid, 2.41, tweede lid, 2.42, eerste en tweede lid, 3.10, tweede lid, aanhef en onder b, 5.18, eerste lid, 5.22, 5.23, 5.24, eerste tot en met vierde lid, 5.26, eerste lid, 5.27, 5.28, 5.31, eerste lid, 5.34, eerste en tweede lid, 5.38, derde lid, 5.40, eerste lid, aanhef en onder a, en tweede lid, aanhef en onder a, 5.42, eerste en derde lid, 16.88, eerste lid, 19.14, eerste lid, 20.1, derde lid, 20.2, eerste en derde lid, 20.6, eerste lid, onder a, onder 1° en 2°, en onder b, 20.7, aanhef en onder a tot en met d, 20.10, eerste lid, aanhef en onder a, 20.11, aanhef en onder a tot en met c, 20.14, derde lid, aanhef en onder b, 20.16, eerste lid, en 20.17, eerste lid, aanhef en onder a en c, van de Omgevingswet en de artikelen 8.48, derde lid, en 17.5a, tweede lid, van de Wet milieubeheer;

De Afdeling advisering van de Raad van State gehoord (advies van 22 december 2017, nr. W14.17.0199/IV);

Gezien het nader rapport van Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 29 juni 2018, nr. 2018-0000524061, gedaan mede namens Onze Minister van Economische Zaken en Klimaat, Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat, Onze Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Onze Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap;

Hebben goedgevonden en verstaan:


Artikel 80b

Op een geregistreerd partnerschap zijn de titels 6, 7 en 8 van overeenkomstige toepassing met uitzondering van het omtrent scheiding van tafel en bed bepaalde.


Artikel 3 [Vervallen per 01-01-1935]

[Vervallen]


Artikel 53a

  • 1

    De bepalingen van de vorige titel zijn, met uitzondering van de artikelen 26 lid 3 en 44 lid 2, op de coöperatie en de onderlinge waarborgmaatschappij van toepassing, voor zover daarvan in deze titel niet wordt afgeweken.

  • 2

    Voor een coöperatie die een bank is in de zin van artikel 415 waarop geen vrijstelling als bedoeld in artikel 3:111 lid 1 van de Wet op het financieel toezicht van toepassing is en een onderlinge waarborgmaatschappij die een verzekeringsmaatschappij is in de zin van artikel 427 is artikel 135 van overeenkomstige toepassing.


Artikel 80c

  • 1

    Het geregistreerd partnerschap eindigt:

    • a.

      door de dood;

    • b.

      indien degene ten aanzien van wie, overeenkomstig de bepalingen van de tweede afdeling van de achttiende titel van dit boek de vermissing is vastgesteld, dan wel overeenkomstig de bepalingen van de derde afdeling van de achttiende titel van dit boek het overlijden is vastgesteld, nog in leven is op de dag waarop de achtergebleven geregistreerde partner een nieuw geregistreerd partnerschap of huwelijk is aangegaan: door de voltrekking van dit geregistreerd partnerschap of huwelijk;

    • c.

      met wederzijds goedvinden door inschrijving door de ambtenaar van de burgerlijke stand van een door beide partners en een of meer advocaten of notarissen ondertekende en gedateerde verklaring waaruit blijkt dat en op welk tijdstip de partners omtrent de beëindiging van het geregistreerd partnerschap een overeenkomst hebben gesloten.

    • d.

      door ontbinding op verzoek van de partners of een van hen;

    • e.

      door omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk.

  • 2

    Tot inschrijving van verklaringen als bedoeld in het eerste lid, onder c, is de ambtenaar van de burgerlijke stand steeds bevoegd indien het geregistreerd partnerschap in Nederland is aangegaan. Indien het partnerschap buiten Nederland is aangegaan, is de ambtenaar van de burgerlijke stand tot inschrijving van verklaringen als bedoeld in het eerste lid, onder c, bevoegd indien voldaan is aan de voorwaarden van artikel 4, vierde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering voor de bevoegdheid van de rechter in geval van de ontbinding van het geregistreerd partnerschap.

  • 3

    Een geregistreerd partnerschap kan niet met wederzijds goedvinden als bedoeld in het eerste lid, onder c, worden beëindigd indien de partners:

    • a.

      al dan niet gezamenlijk het gezag uitoefenen over een of meer van hun gezamenlijke kinderen;

    • b.

      ingevolge artikel 253sa of 253t het gezag gezamenlijk uitoefenen over een of meer kinderen.


Artikel 4 [Vervallen per 01-01-1935]

[Vervallen]


Artikel 54

  • 1

    Een coöperatie en een onderlinge waarborgmaatschappij worden opgericht door een meerzijdige rechtshandeling bij notariële akte.

  • 2

    De naam van een coöperatie moet het woord "coöperatief" bevatten, die van een onderlinge waarborgmaatschappij het woord "onderling" of "wederkerig". De naam van de rechtspersoon moet aan het slot de letters W.A., B.A. of U.A. overeenkomstig artikel 56 dragen.


Artikel 80d

  • 1

    De in artikel 80c, eerste lid, onder c, bedoelde overeenkomst betreft ten minste de verklaring van beide partners dat hun geregistreerd partnerschap duurzaam ontwricht is en dat zij het willen beëindigen. Voorts betreft de overeenkomst, evenwel niet op straffe van nietigheid:

    • a.

      de uitkering tot levensonderhoud ten behoeve van de geregistreerde partner die niet voldoende inkomsten tot zijn levensonderhoud heeft, noch zich in redelijkheid kan verwerven;

    • b.

      wie van de geregistreerde partners huurder van de woonruimte die hun tot hoofdverblijf dient, zal zijn of wie van de geregistreerde partners gedurende een bij de overeenkomst te bepalen termijn het gebruik zal hebben van de woning en de inboedel die een van hen of hun beiden toebehoren dan wel ten gebruike toekomen;

    • c.

      de verdeling van enige gemeenschap waarin de partners de registratie zijn aangegaan dan wel de verrekening die bij voorwaarden als bedoeld in titel 8 is overeengekomen;

    • d.

      de verevening of verrekening van pensioenrechten.

  • 2

    Op een beëindiging van het geregistreerd partnerschap met wederzijds goedvinden zijn de artikelen 155, 157, eerste tot en met zesde lid, 158, 159, eerste en derde lid, 159a, 160 en 164 van overeenkomstige toepassing.

  • 3

    De verklaring, bedoeld in artikel 80c, eerste lid, onder c, wordt slechts ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand, indien zij de ambtenaar van de burgerlijke stand uiterlijk drie maanden na het sluiten van de overeenkomst heeft bereikt.


Artikel 5 [Vervallen per 01-01-1935]

[Vervallen]


Artikel 54a [Vervallen per 25-11-1988]

[Vervallen]


Artikel 80e

  • 1

    Op een ontbinding van een geregistreerd partnerschap als bedoeld in artikel 80c, eerste lid, onder d, zijn de artikelen 151, 153 tot en met 160, 164 en 165 van overeenkomstige toepassing.

  • 2

    De ontbinding komt tot stand door inschrijving van een rechterlijke uitspraak op verzoek van partijen of van één van hen in de registers van de burgerlijke stand. Artikel 163, derde lid, is van overeenkomstige toepassing.


Artikel 55

  • 1

    Zij die bij de ontbinding leden waren, of minder dan een jaar te voren hebben opgehouden leden te zijn, zijn tegenover de rechtspersoon naar de in de statuten aangegeven maatstaf voor een tekort aansprakelijk; wordt een coöperatie of onderlinge waarborgmaatschappij ontbonden door haar insolventie nadat zij in staat van faillissement is verklaard, dan wordt de termijn van een jaar niet van de dag der ontbinding, maar van de dag der faillietverklaring gerekend. De statuten kunnen een langere termijn dan een jaar vaststellen.

  • 2

    Bevatten de statuten niet een maatstaf voor ieders aansprakelijkheid, dan zijn allen voor gelijke delen aansprakelijk.

  • 3

    Kan op een of meer van de leden of oud-leden het bedrag van zijn aandeel in het tekort niet worden verhaald, dan zijn voor het ontbrekende de overige leden en oud-leden, ieder naar evenredigheid van zijn aandeel, aansprakelijk. Deze aansprakelijkheid bestaat ook, indien de vereffenaars afzien van verhaal op een of meer leden of oud-leden, op grond dat door de uitoefening van het verhaalsrecht een bate voor de boedel niet zou worden verkregen. Indien de vereffening geschiedt onder toezicht van personen, door de wet met dat toezicht belast, kunnen de vereffenaars van dat verhaal slechts afzien met machtiging van deze personen.

  • 4

    De aansprakelijke leden en oud-leden zijn gehouden tot onmiddellijke betaling van hun aandeel in een geraamd tekort, vermeerderd met 50 ten honderd, of zoveel minder als de vereffenaars voldoende achten, tot voorlopige dekking van een nadere omslag voor de kosten van invordering en van het aandeel van hen, die in gebreke mochten blijven aan hun verplichting te voldoen.

  • 5

    Een lid of oud-lid is niet bevoegd tot verrekening van zijn schuld uit hoofde van dit artikel.


Artikel 80f

Indien de partijen wier geregistreerd partnerschap is beëindigd, opnieuw een geregistreerd partnerschap met elkaar aangaan dan wel met elkaar in het huwelijk treden, worden alle gevolgen van het geregistreerd partnerschap geacht steeds te hebben bestaan alsof er geen beëindiging heeft plaats gehad. Nochtans wordt de geldigheid van rechtshandelingen die tussen de inschrijving van de beëindiging en de nieuwe registratie of het huwelijk zijn verricht, beoordeeld naar het tijdstip van de handeling.


Artikel 56

  • 1

    Een coöperatie of een onderlinge waarborgmaatschappij kan in afwijking van het in het vorige artikel bepaalde in haar statuten iedere verplichting van haar leden of oud-leden om in een tekort bij te dragen, uitsluiten of tot een maximum beperken. De leden kunnen hierop slechts een beroep doen, indien de rechtspersoon aan het slot van zijn naam in het eerste geval de letters U.A. (uitsluiting van aansprakelijkheid), en in het tweede geval de letters B.A. (beperkte aansprakelijkheid) heeft geplaatst. Een rechtspersoon waarop de eerste zin niet is toegepast, plaatst de letters W.A. (wettelijke aansprakelijkheid) aan het slot van zijn naam.

  • 2

    De genoemde rechtspersonen zijn, behoudens in telegrammen en reclames, verplicht haar naam volledig te voeren.


Artikel 80g

  • 1

    Indien twee personen aan de ambtenaar van de burgerlijke stand kenbaar maken dat zij het geregistreerd partnerschap dat zij zijn aangegaan, omgezet wensen te zien in een huwelijk, kan de ambtenaar van de burgerlijke stand ter zake een akte van omzetting opmaken. Indien de geregistreerde partners van wie ten minste één de Nederlandse nationaliteit bezit, buiten Nederland woonplaats hebben en in Nederland hun geregistreerd partnerschap in een huwelijk willen omzetten, geschiedt de omzetting bij de ambtenaar van de burgerlijke stand te 's-Gravenhage.

  • 2

    De artikelen 65 en 66 zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 3

    Een omzetting doet het geregistreerd partnerschap eindigen en het huwelijk aanvangen op het tijdstip dat de akte van omzetting in het register van huwelijken is opgemaakt. De omzetting brengt geen wijziging in de al dan niet bestaande familierechtelijke betrekkingen met kinderen die voor de omzetting zijn geboren.


Artikel 57 [Vervallen per 01-07-2021]

[Vervallen]


Artikel 57a [Vervallen per 01-07-2021]

[Vervallen]


Artikel 58

  • 1

    Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar, behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste vier maanden door de algemene vergadering op grond van bijzondere omstandigheden, maakt het bestuur een jaarrekening op en legt het deze voor de leden ter inzage ten kantore van de rechtspersoon. Binnen deze termijn legt het bestuur ook het bestuursverslag ter inzage voor de leden, tenzij de artikelen 396 lid 7, of 403 voor de rechtspersoon gelden. De jaarrekening wordt vastgesteld door de algemene vergadering die het bestuur uiterlijk een maand na afloop van de termijn doet houden. Artikel 48 lid 2 is van overeenkomstige toepassing. Vaststelling van de jaarrekening strekt niet tot kwijting aan een bestuurder onderscheidenlijk commissaris.

  • 2

    De opgemaakte jaarrekening wordt ondertekend door de bestuurders en door de commissarissen; ontbreekt de ondertekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt.

  • 3

    De rechtspersoon zorgt dat de opgemaakte jaarrekening, het bestuursverslag en de krachtens artikel 392 lid 1 toe te voegen gegevens vanaf de oproep voor de algemene vergadering, bestemd tot behandeling van de jaarrekening, te zijnen kantore aanwezig zijn. De leden kunnen de stukken aldaar inzien en er kosteloos een afschrift van verkrijgen.

  • 4

    Ten laste van de door de wet voorgeschreven reserves mag een tekort slechts worden gedelgd voor zover de wet dat toestaat.

  • 5

    Onze Minister van Economische Zaken kan desverzocht om gewichtige redenen ontheffing verlenen van de verplichting tot het opmaken, het overleggen en het vaststellen van de jaarrekening. Afdeling 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op deze verzoeken tot ontheffing.


Artikel 59

  • 1

    Coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen zijn niet bevoegd door een besluit wijzigingen in de met haar leden in de uitoefening van haar bedrijf aangegane overeenkomsten aan te brengen, tenzij zij zich deze bevoegdheid in de overeenkomst op duidelijke wijze hebben voorbehouden. Een verwijzing naar statuten, reglementen, algemene voorwaarden of dergelijke, is daartoe niet voldoende.

  • 2

    Op een wijziging als in het vorige lid bedoeld kan de rechtspersoon zich tegenover een lid slechts beroepen indien de wijziging schriftelijk aan het lid was medegedeeld.


Artikel 60

Voor de coöperatie geldt voorts dat, met behoud der vrijheid van uittreding uit de coöperatie, daaraan bij de statuten voorwaarden, in overeenstemming met haar doel en strekking, kunnen worden verbonden. Een voorwaarde welke verder gaat dan geoorloofd is, wordt in zoverre voor niet geschreven gehouden.


Slotformulier en ondertekening

Lasten en bevelen dat dit besluit met de daarbij behorende nota van toelichting in het Staatsblad zal worden geplaatst.

Wassenaar 3 juli 2018 Willem-Alexander

De Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, K.H. Ollongren

De Minister van Economische Zaken en Klimaat, E.D. Wiebes

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, C. van Nieuwenhuizen Wijbenga

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, C.J. Schouten

De Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, I.K. van Engelshoven

Uitgegeven de eenendertigste augustus 2018 De Minister van Justitie en Veiligheid, F.B.J. Grapperhaus


Artikel 61

Voor een coöperatie, die in haar statuten niet iedere verplichting van haar leden of oud-leden om in een tekort bij te dragen heeft uitgesloten, gelden bovendien de volgende bepalingen:

  • a.

    Het lidmaatschap wordt schriftelijk aangevraagd. Aan de aanvrager wordt eveneens schriftelijk bericht, dat hij als lid is toegelaten of geweigerd. Wanneer hij is toegelaten, wordt hem tevens medegedeeld onder welk nummer hij als lid in de administratie der coöperatie is ingeschreven. Niettemin behoeft, ten bewijze van de verkrijging van het lidmaatschap, van een schriftelijke aanvrage en een schriftelijk bericht als hiervoor bedoeld, niet te blijken.

  • b.

    De geschriften, waarbij het lidmaatschap wordt aangevraagd, worden gedurende ten minste tien jaren door het bestuur bewaard. Echter behoeven de hierbedoelde geschriften niet te worden bewaard voor zover het betreft diegenen, van wie het lidmaatschap kan blijken uit een door hen ondertekende, gedagtekende verklaring in de administratie van de coöperatie.

  • c.

    De opzegging van het lidmaatschap kan slechts geschieden, hetzij bij een afzonderlijk geschrift, hetzij door een door het lid ondertekende, gedagtekende verklaring in de administratie van de coöperatie. Het lid dat de opzegging doet, ontvangt daarvan een schriftelijke erkenning van het bestuur. Wordt de schriftelijke erkenning niet binnen veertien dagen gegeven, dan is het lid bevoegd de opzegging op kosten van de coöperatie bij deurwaardersexploot te herhalen.

  • d.

    Een door het bestuur gewaarmerkt afschrift van de ledenlijst wordt ten kantore van het handelsregister neergelegd bij de inschrijving van de coöperatie. Binnen een maand na het einde van ieder boekjaar wordt door het bestuur een schriftelijke opgave van de wijzigingen die de ledenlijst in de loop van het boekjaar heeft ondergaan, aan de ten kantore van het handelsregister neergelegde lijst toegevoegd of wordt, indien de Kamer van Koophandel dit nodig oordeelt, een nieuwe lijst neergelegd.


Bijlage I bij artikel 1.1 van dit besluit (begrippen)

Bijlage I bij artikel 1.1 van dit besluit (begrippen)

A Begrippen

Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt, tenzij anders bepaald, verstaan onder:

24-uurszorg: 24-uurszorg als bedoeld in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

aantoonbaar te verwachten archeologische monumenten: op basis van archeologische, bodemkundige of historische informatie op een locatie te verwachten archeologische monumenten;

aardgas: aardgas als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

ADR-klasse: ADR-klasse als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

basisgeluidemissie: basisgeluidemissie als bedoeld in artikel 3.27;

basisnet: basisnet als bedoeld in artikel 11 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen;

BBT-conclusies: document met de conclusies over beste beschikbare technieken, vastgesteld in overeenstemming met artikel 13, vijfde lid en zevende lid, van de richtlijn industriële emissies;

bebouwingscontour geur: bebouwingscontour geur als bedoeld in artikel 5.97, of de bebouwde kom, bedoeld in artikel 12.14;

bedgebied: bedgebied als bedoeld in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

beheerder van het oppervlaktewaterlichaam:

  • a.

    het dagelijks bestuur van het waterschap als het gaat om regionale wateren; of

  • b.

    Onze Minister van Infrastructuur en Waterstaat als het gaat om rijkswateren;

beperkt kwetsbaar gebouw: gebouw als bedoeld in bijlage VI, onder A;

beperkt kwetsbare locatie: locatie als bedoeld in bijlage VI, onder B;

bewaarplaats voor vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik: bewaarplaats voor vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

bijeenkomstfunctie: bijeenkomstfunctie als bedoeld in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

bijeenkomstfunctie voor kinderopvang: bijeenkomstfunctie voor kinderopvang als bedoeld in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

biociden: biociden als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

bodemfunctieklasse: bodemfunctieklasse als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

bouwland: bouwland als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

bovengrondse opslagtank: bovengrondse opslagtank als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

brandaandachtsgebied: brandaandachtsgebied als bedoeld in artikel 5.12, eerste lid;

brandcompartiment: brandcompartiment als bedoeld in bijlage I bij in het Besluit bouwwerken leefomgeving;

brandvoorschriftengebied: brandvoorschriftengebied als bedoeld in artikel 5.14, eerste, tweede of vijfde lid, of 12.27b;

bruto-vloeroppervlakte: bruto-vloeroppervlakte als bedoeld in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

bufferbewaarplaats voor vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik: bufferbewaarplaats voor vuurwerk of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

buisleiding van nationaal belang: buisleiding als bedoeld in artikel 5.135; bunkerstation: bunkerstation als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

CAS-nummer: CAS-nummer als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

continue trillingen: trilling die ten opzichte van de grootste trillingstijd gedurende een lange tijd aanwezig is;

dierenverblijf: dierenverblijf als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

digestaat: digestaat als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

dijktraject: deel van een waterkering waarop een omgevingswaarde van toepassing is;

dikke fractie: dikke fractie als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

drijfmest: drijfmest als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

dunne fractie: dunne fractie als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

emissiegrenswaarde: emissiegrenswaarde als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

explosieaandachtsgebied: explosieaandachtsgebied als bedoeld in artikel 5.12, tweede lid;

explosievoorschriftengebied: explosievoorschriftengebied bedoeld in artikel 5.14, eerste of tweede lid, of 12.27b;

gebruiksfunctie: gebruiksfunctie als bedoeld in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

gecumuleerd geluid: gecumuleerd geluid als bedoeld in artikel 3.38;

geluid Bs, dan: schietgeluid op een plaats over alle dag-, avond- en nachtperioden van een jaar, berekend volgens bij ministeriële regeling gestelde regels;

geluidaandachtsgebied: geluidaandachtsgebied als bedoeld in artikel 3.20;

geluidbelastingkaart: geluidbelastingkaart als bedoeld in artikel 20.17, eerste lid, van de wet;

geluidbeperkende maatregel: maatregel die het geluid op een geluidgevoelig gebouw verlaagt;

geluidbrongegevens: bij ministeriële regeling aangewezen gegevens, benodigd voor het bepalen van het geluid door een geluidbronsoort;

geluidbronsoort: het geheel van geluidbronnen, bestaande uit:

  • a.

    gemeentewegen;

  • b.

    lokale spoorwegen die bij omgevingsverordening zijn aangewezen;

  • c.

    lokale spoorwegen die niet bij omgevingsverordening zijn aangewezen;

  • d.

    waterschapswegen;

  • e.

    provinciale wegen;

  • f.

    rijkswegen;

  • g.

    hoofdspoorwegen; of

  • h.

    industrieterreinen;

geluidgevoelig gebouw: geluidgevoelig gebouw als bedoeld in artikel 3.21;

geluidgevoelige ruimte: geluidgevoelige ruimte als bedoeld in artikel 3.22;

geluidluwe gevel: gevel die ten opzichte van de andere gevels van een geluidgevoelig gebouw relatief weinig wordt belast door geluid;

geluidreferentiepunt: locatie waar een geluidproductieplafond geldt;

geluidwerende maatregel: maatregel aan een geluidgevoelig gebouw ter beperking van het geluid in dat gebouw;

gemeenteweg: weg in beheer bij een gemeente;

geurgevoelig gebouw: geurgevoelig gebouw als bedoeld in artikel 5.91;

gewasbeschermingsmiddel: gewasbeschermingsmiddel als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

gezamenlijk geluid: gezamenlijk geluid als bedoeld in artikel 3.39;

gezondheidszorgfunctie: gezondheidszorgfunctie als bedoeld in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

gifwolkaandachtsgebied: gifwolkaandachtsgebied als bedoeld in artikel 5.12, derde lid;

goed ecologisch potentieel: goed ecologisch potentieel als bedoeld in artikel 2, onder 23, van de kaderrichtlijn water;

goede ecologische toestand: goede ecologische toestand als bedoeld in artikel 2, onder 22, van de kaderrichtlijn water;

goede kwantitatieve toestand: goede kwantitatieve toestand als bedoeld in artikel 2, onder 28, van de kaderrichtlijn water;

grasland: grasland als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

grondwatersanering: grondwatersanering als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

gunstige staat van instandhouding van een natuurlijke habitat: staat van instandhouding van een natuurlijke habitat waarvoor geldt dat:

  • a.

    het natuurlijke verspreidingsgebied van de habitat en de oppervlakte van die habitat binnen dat gebied stabiel zijn of toenemen;

  • b.

    de voor behoud op lange termijn nodige specifieke structuur en functies bestaan en in de afzienbare toekomst vermoedelijk zullen blijven bestaan; en

  • c.

    de staat van instandhouding van de voor die habitat typische soorten gunstig is;

gunstige staat van instandhouding van een soort: staat van instandhouding van een soort waarvoor geldt dat:

  • a.

    uit populatiedynamische gegevens blijkt dat de betrokken soort nog steeds een levensvatbare component is van de natuurlijke habitat waarin hij voorkomt, en dat vermoedelijk op lange termijn zal blijven;

  • b.

    het natuurlijke verspreidingsgebied van die soort niet kleiner wordt of binnen afzienbare tijd lijkt te zullen worden; en

  • c.

    er een voldoende grote habitat bestaat en waarschijnlijk zal blijven bestaan om de populaties van die soort op lange termijn in stand te houden;

herhaald voorkomende trilling: kortdurende trilling met een repeterend karakter;

huiskavel: kavel met een woning;

hyperscale datacentrum: hyperscale datacentrum als bedoeld in artikel 5.161ba;

inerte winningsafvalstoffen: onbrandbare winningsafvalstoffen die geen significante fysische, chemische of biologische veranderingen ondergaan en die voldoen aan de criteria, bedoeld in artikel 1, eerste en tweede lid, van Beschikking nr. 2009/359/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 30 april 2009 tot aanvulling van de definitie van inert afval ter uitvoering van artikel 22, lid 1, onder f, van Richtlijn 2006/21/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het beheer van afval van winningsindustrieën (PbEU 2009, L 110);

interventiepunt: interventiepunt als bedoeld in artikel 8.57a;

kantoorfunctie: kantoorfunctie als bedoeld in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

krw-oppervlaktewaterlichaam: oppervlaktewaterlichaam als bedoeld in artikel 2, onder 10, van de kaderrichtlijn water;

krw-verontreinigende stof: verontreinigende stof als bedoeld in artikel 2, onder 31, van de kaderrichtlijn water, met name de stoffen, bedoeld in bijlage VIII bij die richtlijn;

krw-verontreiniging: verontreiniging als bedoeld in artikel 2, onder 33, van de kaderrichtlijn water;

kunstmatig krw-oppervlaktewaterlichaam: een door menselijke activiteiten tot stand gekomen krw-oppervlaktewaterlichaam;

kwetsbaar gebouw: gebouw als bedoeld in bijlage VI, onder C;

kwetsbare locatie: locatie als bedoeld in bijlage VI, onder D;

landbodem: landbodem als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

landbouwbedrijfskavel: kavel met een gebouw of een complex van gebouwen voor agrarische activiteiten;

landbouwgronden: landbouwgronden als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

landbouwhuisdier: landbouwhuisdier als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

langtijdgemiddelde beoordelingsniveau: LAr, LT: het gemiddelde van de afwisselende niveaus van het ter plaatse optredende geluid, gemeten in een bepaalde periode en vastgesteld en beoordeeld volgens bij ministeriële regeling gestelde regels;

Lday: maat ter bepaling van het geluid op een locatie over alle perioden van 7.00 tot 19.00 uur van een jaar als omschreven in bijlage I, onder 1, bij de richtlijn omgevingslawaai;

Lde: maat ter bepaling van het geluid op een locatie over alle perioden van 7.00 tot 19.00 en 19.00 tot 23.00 uur van een jaar door optelling van Lday en Levening, waarbij op dezelfde wijze als bij bepaling van de Lden wordt gewogen over de lengte van de perioden en Levening met 5 dB is verhoogd;

Lden: maat ter bepaling van het geluid op een locatie over alle perioden van 07.00 tot 19.00 uur, van 19.00 tot 23.00 uur en van 23.00 tot 07.00 uur van een jaar als omschreven in bijlage I, onder 1, bij de richtlijn omgevingslawaai;

Levening: maat ter bepaling van het geluid op een locatie over alle perioden van 19.00 tot 23.00 uur van een jaar als omschreven in bijlage I, onder 1, bij de richtlijn omgevingslawaai;

Lnight: maat ter bepaling van het geluid op een locatie over alle perioden van 23.00 tot 7.00 uur van een jaar als omschreven in bijlage I, onder 1, bij de richtlijn omgevingslawaai;

maritiem ruimtelijk plan: plan als bedoeld in artikel 4, derde lid, van de kaderrichtlijn maritieme ruimtelijke planning;

maritieme ruimtelijke planning: proces in het kader waarvan menselijke activiteiten in mariene gebieden worden geanalyseerd en georganiseerd om ecologische, economische en sociale doelstellingen te bereiken;

maximaal geluidniveau LAmax: maximaal geluidniveau gemeten in de meterstand «F» of «fast» als vastgesteld en beoordeeld volgens bij ministeriële regeling gestelde regels;

mestbassin: mestbassin als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

mijnsteen: mijnsteen als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

milieuverontreiniging: directe of indirecte inbreng door menselijke activiteiten van stoffen, trillingen, warmte of geluid in lucht, water of bodem die de gezondheid van de mens of de kwaliteit van het milieu kan aantasten, schade kan toebrengen aan materiële goederen, of de belevingswaarde van het milieu of ander rechtmatig milieugebruik kan aantasten of in de weg kan staan;

motorvoertuig: motorvoertuig als bedoeld in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

nationaal waterprogramma: nationaal waterprogramma als bedoeld in artikel 3.9, tweede lid, onder e, van de wet;

nevengebruiksfunctie: nevengebruiksfunctie als bedoeld in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

NEM: NEM als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

NEN-EN-ISO/IEC: NEN-EN die door de International Organization for Standardization en de International Electrotechnical Commission is vastgesteld;

niet-geluidgevoelige gevel: gevel die in het omgevingsplan of een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit met toepassing van artikel 5.78y, tweede lid, 5.78aa, tweede lid, 12.13f of 12.13g als zodanig is aangemerkt;

niet-geluidgevoelige gevel met bouwkundige maatregelen: niet-geluidgevoelige gevel die met toepassing van artikel 5.78y, tweede lid, 12.13f, of 12.13g, eerste lid, als zodanig is aangemerkt;

OUE: hoeveelheid geurstoffen die, bij verdamping in 1 m3 neutraal gas onder standaardcondities, een fysiologische reactie oproept bij een panel die gelijk is aan de reactie die optreedt bij 123 μg n-butanol, verdampt in 1 m3 neutraal gas onder standaardcondities;

onderwijsfunctie: onderwijsfunctie als bedoeld in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

ondergrondse opslagtank: ondergrondse opslagtank als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

percolaat: vloeistof die uit gestorte vaste afvalstoffen of andere vaste stoffen komt of daarmee in contact is geweest;

PGS: PGS als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

plaatsgebonden risico: risico als bedoeld in artikel 5.6;

PM10: fijnstofdeeltjes met een aerodynamische diameter van ten hoogste 10 μm;

PM2,5: fijnstofdeeltjes met een aerodynamische diameter van ten hoogste 2,5 μm;

prioritair type natuurlijke habitat: type natuurlijke habitat dat in bijlage I bij de habitatrichtlijn als zodanig is aangeduid;

prioritaire soort: soort die in bijlage II bij de habitatrichtlijn als zodanig is aangeduid;

programma stikstofreductie en natuurverbetering: programma als bedoeld in art. 3.9, vierde lid, van de wet;

programma van maatregelen mariene strategie: programma van maatregelen mariene strategie als bedoeld in artikel 5, tweede lid, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 13, tweede lid, van de kaderrichtlijn mariene strategie;

provinciale weg: weg in beheer bij een provincie;

PRTR: register als bedoeld in artikel 20.11, aanhef en onder a, van de wet;

PRTR-verslag: verslag als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

pyrotechnisch artikel voor theatergebruik: pyrotechnisch artikel voor theatergebruik als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

pyrotechnisch artikel voor theatergebruik van categorie T1: pyrotechnisch artikel voor theatergebruik van categorie T1 als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

pyrotechnisch artikel voor theatergebruik van categorie T2: pyrotechnisch artikel voor theatergebruik van categorie T2 als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

regionaal waterprogramma: regionaal waterprogramma als bedoeld in artikel 3.8, tweede lid, van de wet;

rijbaan: rijbaan als bedoeld in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

rijksweg: weg in beheer bij het Rijk;

rijstrook: rijstrook als bedoeld in artikel 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990;

Seveso-inrichting: Seveso-inrichting als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

slagschaduwgevoelig gebouw: slagschaduwgevoelig gebouw als bedoeld in artikel 5.89b;

stedelijk gebied: op grond van een omgevingsplan of een omgevingsvergunning voor een buitenplanse omgevingsplanactiviteit toegelaten stedenbouwkundig samenstel van bebouwing voor wonen, dienstverlening, bedrijvigheid, detailhandel en horeca, en de daarbij behorende openbare of sociaal-culturele voorzieningen en infrastructuur, met uitzondering van stedelijk groen aan de rand van die bebouwing en lintbebouwing langs wegen, waterwegen of waterkeringen;

steekvast zuiveringsslib: steekvast zuiveringsslib als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

sterk veranderd krw-oppervlaktewaterlichaam: krw-oppervlaktewaterlichaam dat door fysische wijzigingen als gevolg van menselijke activiteiten wezenlijk van aard is veranderd;

stikstofoxiden: stikstofoxiden als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

stroomgebiedsbeheerplan: stroomgebiedsbeheerplan als bedoeld in artikel 3.9, tweede lid, onder a, van de wet;

substraatmateriaal: substraatmateriaal als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

trillinggevoelig gebouw: trillinggevoelig gebouw als bedoeld in artikel 5.80;

trillinggevoelige ruimte: trillinggevoelige ruimte als bedoeld in artikel 5.81;

trillingssterkte Vmax: maximale trillingssterkte zoals vastgesteld volgens bij ministeriële regeling gestelde regels;

trillingssterkte Vper: gemiddelde trillingssterkte over een beoordelingsperiode zoals vastgesteld volgens bij ministeriële regeling gestelde regels;

type natuurlijk krw-oppervlaktewaterlichaam: rivier, meer, overgangswater of kustwateren als bedoeld in bijlage II, onder punt 1.2, bij de kaderrichtlijn water;

uitwendige scheidingsconstructie: uitwendige scheidingsconstructie als bedoeld in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

UN-nummer: UN-nummer als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

vaste bijvoedermiddelen: vaste bijvoedermiddelen als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

vaste mest: vaste mest als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

veldkavel: kavel die geen huis- of landbouwbedrijfskavel is;

verblijfsgebied: verblijfsgebied als bedoeld in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

verblijfsruimte: verblijfsruimte als bedoeld in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

vermengde mijnsteen: vermengde mijnsteen als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

verpakkingsgroep: verpakkingsgroep als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

vloeibaar zuiveringsslib: vloeibaar zuiveringsslib als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

vluchtige organische stof: vluchtige organische stof als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

Voorlopige Lijst werelderfgoed: lijst met erfgoederen die door Nederland bij Unesco worden voorgedragen voor plaatsing op de Lijst van het Werelderfgoed;

vuurwerk: vuurwerk als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

vuurwerk van categorie F1: vuurwerk van categorie F1 als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

vuurwerk van categorie F2: vuurwerk van categorie F2 als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

vuurwerk van categorie F3: vuurwerk van categorie F3 als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

vuurwerk van categorie F4: vuurwerk van categorie F4 als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

waterbeheerprogramma: waterbeheerprogramma als bedoeld in artikel 3.7 van de wet;

waterbodem: waterbodem als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

waterschapsweg: weg in beheer bij een waterschap;

waterwinlocatie: onttrekkingspunt van water dat wordt gebruikt voor de bereiding van voor menselijke consumptie bestemd water, of een samenstel van die onttrekkingspunten;

wet: Omgevingswet;

winningsafvalvoorziening categorie A: winningsafvalvoorziening, die door het bevoegd gezag is ingedeeld in categorie A, in overeenstemming met de criteria gesteld in bijlage III bij de richtlijn winningsafval en de criteria, bedoeld in de artikelen 1 tot en met 9 van Beschikking nr. 2009/337/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 20 april 2009 tot vaststelling van de criteria voor de indeling van afvalvoorzieningen in overeenstemming met bijlage III bij Richtlijn 2006/21/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende het beheer van afval van winningsindustrieën (PbEU 2009, L 102);

woonfunctie: woonfunctie als bedoeld in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

woongebouw: woongebouw als bedoeld in

bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

woonwagen: woonwagen als bedoeld in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving;

zeer kwetsbaar gebouw: gebouw als bedoeld in bijlage VI, onder E;

zuiveringsslib: zuiveringsslib als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

zwaar ongeval: zwaar ongeval als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving;

zwemwaterbeheersmaatregelen: maatregelen als bedoeld in artikel 2, zevende lid, van de zwemwaterrichtlijn die voor zwemlocaties worden genomen;

zwemwaterverontreiniging: aanwezigheid van microbiologische besmetting of van andere organismen of afval die de zwemwaterkwaliteit aantast en een risico voor de gezondheid van zwemmers inhoudt als bedoeld in de artikelen 3.7, 3.8, en 11.44 en in bijlage I, kolom A, bij de zwemwaterrichtlijn.

B Verordeningen, richtlijnen en besluiten

Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

cites-uitvoeringsverordening: verordening (EG) nr. 865/2006 van de Commissie van 6 mei 2006, houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 338/97 van de Raad inzake de bescherming van in het wild levende dier- en plantensoorten door controle op het desbetreffende handelsverkeer (PbEU 2006, L 166);

CLP-verordening: Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees parlement en de Raad van 16 december 2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels tot wijziging en intrekking van de Richtlijnen 67/548/EEG en 1999/45/EG en tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1907/2006 (PbEU 2008, L 353);

PRTR-protocol: op 21 mei 2003 tot stand gekomen Protocol betreffende registers inzake de uitstoot en overbrenging van verontreinigende stoffen (Trb. 2007, 95).


Artikel 62

Voor een onderlinge waarborgmaatschappij gelden voorts de volgende bepalingen:

  • a.

    Zij die als verzekeringnemer bij een onderlinge waarborgmaatschappij een overeenkomst van verzekering lopende hebben, zijn van rechtswege lid van de waarborgmaatschappij. Bij de onderlinge waarborgmaatschappij die krachtens haar statuten ook verzekeringnemers die geen lid zijn mag verzekeren, kan van deze bepaling worden afgeweken.

  • b.

    Tenzij de statuten anders bepalen, duurt het lidmaatschap dat uit een verzekeringsovereenkomst ontstaat, voort totdat alle door het lid met de waarborgmaatschappij gesloten verzekeringsovereenkomsten zijn geëindigd. Bij overdracht of overgang van de rechten en verplichtingen uit zodanige overeenkomst gaat het lidmaatschap, voor zover uit die overeenkomst voortvloeiende, op de nieuwe verkrijger of de nieuwe verkrijgers over, een en ander behoudens afwijkende bepalingen in de statuten.

  • c.

    Indien het waarborgkapitaal van een onderlinge waarborgmaatschappij in aandelen is verdeeld, zijn de artikelen 79-89, 90-92, 95, 96 lid 1, 98 leden 1 en 6, en 98c leden 1 en 2 van dit boek van overeenkomstige toepassing.


Bijlage II bij de artikelen 2.0b, 2.0c en 11.11, eerste lid, van dit besluit (veiligheid waterkeringen)

Bijlage II bij de artikelen 2.0b, 2.0c en 11.11, eerste lid, van dit besluit (veiligheid waterkeringen)

A Landkaarten primaire waterkeringen en dijktrajecten als bedoeld in artikel 2.0b

A.1. Kaart Noord-Nederland

A.2. Kaart Midden-Nederland

A.3. Kaart Zuid-West Nederland

A.4. Kaart Limburg

B Omgevingswaarden en andere parameters voor signalering veiligheid primaire waterkeringen als bedoeld in de de artikelen 2.0c en 11.11, eerste lid

Kolom 1

Kolom 2

Kolom 3

Kolom 4

Kolom 5

Kolom 6

Kolom 7

Dijktraject

Omgevingswaarden

Andere parameters voor signalering

Kans als bedoeld in artikel 2.0c, eerste lid (overstromingskans per jaar)

Kans als bedoeld in artikel 2.0c, tweede lid (faalkans per jaar)

Kans als bedoeld in artikel 2.0c, derde lid (overstromingskans per keer dat het dijktraject hydraulische belasting ondervindt)

Kans als bedoeld in artikel 2.0c, vierde lid (overstromingskans per keer dat de afvoer- of bergingscapaciteit van een watersysteem wordt vergroot)

Kans als bedoeld in artikel 2.0c, vijfde lid (kans op niet-sluiten per keer dat sluiting noodzakelijk is)

Kans als bedoeld in artikel 11.11, eerste lid, onder a

Kans als bedoeld in artikel 11.11, eerste lid, onder b

1-1

1:1.000

1:1.000

1-2

1:1.000

1:1.000

2-1

1:300

1:1.000

2-2

1:1.000

1:1.000

3-1

1:3.000

1:3.000

3-2

1:1.000

1:1.000

4-1

1:300

1:300

4-2

1:300

1:1.000

5-1

1:1.000

1:3.000

5-2

1:3.000

1:3.000

6-1

1:1.000

1:3.000

6-2

1:1.000

1:3.000

6-3

1:1.000

1:3.000

6-4

1:1.000

1:3.000

6-5

1:1.000

1:3.000

6-6

1:1.000

1:3.000

6-7

1:3.000

1:10.000

7-1

1:1.000

1:3.000

7-2

1:1.000

1:3.000

8-1

1:10.000

1:30.000

8-2

1:10.000

1:30.000

8-3

1:10.000

1:30.000

8-4

1:10.000

1:30.000

8-5

1:1.000

1:3.000

8-6

1:1.000

1:3.000

8-7

1:1.000

1:3.000

9-1

1:300

1:1.000

9-2

1:1.000

1:3.000

10-1

1:1.000

1:3.000

10-2

1:1.000

1:3.000

10-3

1:3.000

1:10.000

11-1

1:1.000

1:3.000

11-2

1:1.000

1:3.000

11-3

1:100

1:300

12-1

1:1.000

1:1.000

12-2

1:1.000

1:3.000

13-1

1:1.000

1:3.000

13-2

1:3.000

1:3.000

13-3

1:1.000

1:3.000

13-4

1:1.000

1:3.000

13-5

1:1.000

1:3.000

13-6

1:1.000

1:3.000

13-7

1:1.000

1:3.000

13-8

1:1.000

1:3.000

13-9

1:1.000

1:3.000

13a-1

1:100

1:300

13b-1

1:100

1:300

14-1

1:10.000

1:30.000

14-2

1:30.000

1:100.000

14-3

1:10.000

1:10.000

14-4

1:3.000

1:10.000

14-5

1:10.000

1:30.000

14-6

1:10.000

1:30.000

14-7

1:10.000

1:30.000

14-8

1:10.000

1:30.000

14-9

1:30.000

1:30.000

14-10

1:30.000

1:30.000

15-1

1:10.000

1:30.000

15-2

1:3.000

1:10.000

15-3

1:3.000

1:10.000

16-1

1:30.000

1:100.000

16-2

1:10.000

1:30.000

16-3

1:10.000

1:30.000

16-4

1:10.000

1:30.000

16-5

1:10

17-1

1:1.000

1:3.000

17-2

1:1.000

1:3.000

17-3

1:30.000

1:100.000

18-1

1:3.000

1:10.000

19-1

1:30.000

1:100.000

20-1

1:10.000

1:30.000

20-2

1:10.000

1:10.000

20-3

1:10.000

1:30.000

20-4

1:300

1:1.000

21-1

1:1.000

1:3.000

21-2

1:100

1:300

22-1

1:1.000

1:3.000

22-2

1:3.000

1:10.000

23-1

1:1.000

1:3.000

24-1

1:3.000

1:10.000

24-2

1:300

1:1.000

24-3

1:10.000

1:10.000

25-1

1:1.000

1:3.000

25-2

1:300

1:1.000

25-3

1:100

1:10

1:300

25-4

1:300

1:300

26-1

1:1.000

1:3.000

26-2

1:1.000

1:3.000

26-3

1:3.000

1:10.000

26-4

1:1.000

1:1.000

27-1

1:3.000

1:3.000

27-2

1:10.000

1:10.000

27-3

1:1.000

1:10

1:3.000

27-4

1:300

1:10

1:1.000

28-1

1:300

1:1.000

29-1

1:1.000

1:3.000

29-2

1:3.000

1:10.000

29-3

1:30.000

1:100.000

29-4

1:1.000

1:1.000

30-1

1:1.000

1:3.000

30-2

1:100.000

1:100.000

30-3

1:1.000

1:3.000

30-4

1:1.000.000

1:1.000.000

31-1

1:10.000

1:30.000

31-2

1:3.000

1:10.000

31-3

1:100

1:10

1:300

32-1

1:300

1:1.000

32-2

1:300

1:1.000

32-3

1:1.000

1:3.000

32-4

1:1.000

1:3.000

33-1

1:100

1:10

1:300

34-1

1:300

1:1.000

34-2

1:300

1:1.000

34-3

1:1.000

1:10

1:3.000

34-4

1:300

1:10

1:1.000

34-5

1:100

1:10

1:300

34a-1

1:1.000

1:3.000

35-1

1:3.000

1:10.000

35-2

1:1.000

1:3.000

36-1

1:3.000

1:10.000

36-2

1:10.000

1:30.000

36-3

1:10.000

1:30.000

36-4

1:3.000

1:10.000

36-5

1:3.000

1:10.000

36a-1

1:1.000

1:3.000

37-1

1:3.000

1:10.000

38-1

1:10.000

1:30.000

38-2

1:3.000

1:10.000

39-1

1:3.000

1:3.000

40-1

1:30.000

1:30.000

40-2

1:3.000

1:10.000

41-1

1:10.000

1:30.000

41-2

1:3.000

1:10.000

41-3

1:3.000

1:3.000

41-4

1:3.000

1:10.000

42-1

1:3.000

1:10.000

43-1

1:10.000

1:30.000

43-2

1:3.000

1:10.000

43-3

1:10.000

1:30.000

43-4

1:10.000

1:30.000

43-5

1:10.000

1:30.000

43-6

1:10.000

1:30.000

44-1

1:10.000

1:30.000

44-2

1:100

1:300

44-3

1:10.000

1:30.000

45-1

1:30.000

1:100.000

45-2

1:100

1:300

45-3

1:100

1:300

46-1

1:100

1:300

47-1

1:1.000

1:3.000

48-1

1:10.000

1:30.000

48-2

1:3.000

1:10.000

48-3

1:3.000

1:10.000

49-1

1:100

1:300

49-2

1:3.000

1:10.000

50-1

1:10.000

1:30.000

50-2

1:1.000

1:3.000

51-1

1:300

1:1.000

52-1

1:1.000

1:3.000

52-2

1:1.000

1:3.000

52-3

1:1.000

1:3.000

52-4

1:1.000

1:3.000

52a-1

1:1.000

1:3.000

53-1

1:1.000

1:3.000

53-2

1:3.000

1:10.000

53-3

1:3.000

1:10.000

54-1

1:300

1:1.000

55-1

1:300

1:1.000

56-1

1:100

1:300

57-1

1:100

1:300

58-1

1:100

1:300

59-1

1:100

1:300

60-1

1:100

1:300

61-1

1:100

1:300

62-1

1:100

1:300

63-1

1:100

1:300

64-1

1:100

1:300

65-1

1:100

1:300

66-1

1:100

1:300

67-1

1:100

1:300

68-1

1:300

1:1.000

68-2

1:100

1:300

69-1

1:300

1:1.000

70-1

1:100

1:300

71-1

1:100

1:300

72-1

1:100

1:300

73-1

1:100

1:300

74-1

1:100

1:300

75-1

1:100

1:300

76-1

1:100

1:300

76-2

1:100

1:300

76a-1

1:100

1:300

77-1

1:100

1:300

78-1

1:100

1:300

78a-1

1:100

1:300

79-1

1:100

1:300

80-1

1:100

1:300

81-1

1:100

1:300

82-1

1:100

1:300

83-1

1:100

1:300

84-1

1:100

1:300

85-1

1:100

1:300

86-1

1:100

1:300

87-1

1:300

1:1.000

88-1

1:100

1:300

89-1

1:100

1:300

90-1

1:1.000

1:3.000

91-1

1:300

1:300

92-1

1:100

1:300

93-1

1:300

1:1.000

94-1

1:100

1:300

95-1

1:100

1:300

201

1:3.000

1:10.000

202

1:3.000

1:10.000

204a

1:3.000

1:10.000

204b

1:300

1:1.000

205

1:1.000

1:3.000

206

1:3.000

1:10.000

208

1:30.000

1:100

1:100.000

209

1:30.000

1:10

1:100.000

210

1:30.000

1:200

1:100.000

211

1:1.000

1:3.000

212

1:3.000

1:10.000

213

1:3.000

1:10.000

214

1:1.000

1:3.000

215

1:10.000

1:30.000

216

1:1.000

1:3.000

217

1:10.000

1:30.000

218

1:10.000

1:30.000

219

1:10.000

1:30.000

221

1:3.000

1:10.000

222

1:10.000

1:30.000

223

1:10.000

1:30.000

224

1:10.000

1:30.000

225

1:10.000

1:100

1:30.000

226

1:1.000

1:3.000

227

1:1.000

1:3.000


Artikel 63

  • 1

    Het is aan een persoon die geen coöperatie of een onderlinge waarborgmaatschappij is, verboden zaken te doen met gebruik van de aanduiding "coöperatief", "onderling" of "wederkerig".

  • 2

    Ingeval van overtreding van dit verbod kan iedere coöperatie of onderlinge waarborgmaatschappij vorderen, dat de overtreder zich op straffe van een door de rechter te bepalen dwangsom onthoudt het gewraakte woord bij het doen van zaken te gebruiken.


Bijlage IIa bij de artikelen 2.0h en 2.0i, eerste lid, van dit besluit (veiligheid andere dan primaire waterkeringen in beheer bij het Rijk)

Bijlage IIa bij de artikelen 2.0h en 2.0i, eerste lid, van dit besluit (veiligheid andere dan primaire waterkeringen in beheer bij het Rijk)

A Landkaarten dijktrajecten en ingegraven delen als bedoeld in artikel 2.0h

B Omgevingswaarden als bedoeld in artikel 2.0i, eerste lid

Dijktraject

Omgevingswaarde

301

1:1.000

302

1:1.000

303

1:300

304

1:1.000

305

1:100

306

1:300

307

1:100

308

1:300

309

1:300

310

1:100

311

1:100

312

1:100

313

1:100

314

1:100

315

1:100

316

1:100

317

1:100

318

1:100

319

1:100

320

1:100

321

1:100

322

1:100

323

1:100

324

1:100

325

1:100

326

1:100

327

1:100

328

1:100

329

1:100

330

1:100

331

1:100

332

1:100

333

1:100

334

1:100

335

1:100

336

1:100

337

1:100

338

1:100

339

1:100

340

1:100

341

1:100

342

1:100

343

1:100

344

1:100

345

1:100

346

1:100

347

1:100

348

1:100

349

1:100

350

1:100

351

1:150

352

1:150

353

1:150

354

1:150

355

1:150

356

1:150

357

1:100

358

1:100

359

1:150

360

1:100

361

1:150

362

1:100

363

1:150

364

1:100

365

1:100

366

1:100

367

1:100

368

1:100

369

1:100

370

1:100

371

1:100

372

1:100

373

1:100

374

1:100

375

1:100

376

1:100

377

1:100

378

1:100

379

1:100

380

1:100

381

1:100

382

1:100

383

1:100

384

1:100

385

1:100

386

1:100

387

1:100

388

1:100

389

1:100

390

1:100

391

1:100

392

1:100

393

1:100

394

1:100

395

1:100

396

1:100

397

1:100

398

1:100

399

1:100

400

1:100

401

1:100

402

1:100

403

1:100

404

1:300

405

1:100

406

1:300

407

1:100

408

1:150

409

1:100

410

1:1.000

411

1:100

412

1:300

413

1:1.000

414

1:300

415

1:1.000

416

1:300

417

1:1.000

418

1:100

419

1:100

420

1:150

421

1:100


Bijlage III bij de artikelen 2.10, eerste en derde lid, 4.13, tweede lid, en 4.15, derde lid, van dit besluit (omgevingswaarden voor prioritaire stoffen en bepaalde krw-verontreinigende stoffen voor de goede chemische toestand van een krw-oppervlaktewaterlichaam)

Bijlage III bij de artikelen 2.10, eerste en derde lid, 4.13, tweede lid, en 4.15, derde lid, van dit besluit (omgevingswaarden voor prioritaire stoffen en bepaalde krw-verontreinigende stoffen voor de goede chemische toestand van een krw-oppervlaktewaterlichaam)

Omgevingswaarden voor prioritaire stoffen en bepaalde krw-verontreinigende stoffen voor de goede chemische toestand van een krw-oppervlaktewaterlichaam

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

Nr.

CAS-nummer

EU-nummer1

Naam van de prioritaire stof

(X) = ook aangewezen als prioritaire gevaarlijke stof

JG-OGW

Landoppervlakte wateren (μg/l)2

JG-OGW

Andere oppervlaktewateren (μg/l)2

MAC-OGW

Landoppervlakte wateren (μg/l)2

MAC-OGW

Andere oppervlaktewater en (μg/l)2

OGW

Biota (μg/kg nat gewicht)

22 december 2021

22 december 2027

1

15972-60-8

240-110-8

Alachloor

0,3

0,3

0,7

0,7

2

120-12-7

204-371-1

Anthraceen (X)

0,1

0,1

0,4

0,4

0,1

0,1

0,1

0,1

X

3

1912-24-9

217-617-8

Atrazine

0,6

0,6

2,0

2,0

4

71-43-2

200-753-7

Benzeen

10

8

50

50

5

32534-81-9

Gebromeerde diphenylethers4 (X)3

0,0005

0,0002

n.v.t.

n.v.t.

0,14

0,014

0,0085

X

6

7440-43-9

231-152-8

Cadmium en cadmiumverbindingen

(afhankelijk van de waterhardheidsklasse)5 (X)

≤ 0,08 (Klasse 1)

0,08 (Klasse 2)

0,09 (Klasse 3)

0,15 (Klasse 4)

0,25 (Klasse 5)

0,2

≤ 0,45 (Klasse 1)

0,45 (Klasse 2)

0,6 (Klasse 3)

0,9 (Klasse 4)

1,5 (Klasse 5)

≤ 0,45 (Klasse 1)

0,45 (Klasse 2)

0,6 (Klasse 3)

0,9 (Klasse 4)

1,5 (Klasse 5)

6a

56-23-5

Tetrachloorkoolstof6

12

12

n.v.t.

n.v.t.

7

85535-84-8

287-476-5

C-1013-Chlooralkanen7 (X)

0,4

0,4

1,4

1,4

8

470-90-6

207-432-0

Chlorfenvinfos

0,1

0,1

0,3

0,3

9

2921-88-2

220-864-4

Chlooryrifos

(Chloorpyrifos-ethyl)

0,03

0,03

0,1

0,1

9a

309-00-2

60-57-1

72-20-8

465-73-6

Cyclodieen pesticiden:

Aldrin6

Dieldrin6

Endrin6

Isodrin6

Σ = 0,01

Σ = 0,005

n.v.t.

n.v.t.

9b

n.v.t.

DDT totaal68

0,025

0,025

n.v.t.

n.v.t.

9b

50-29-3

Para-para-DDT6

0,01

0,01

n.v.t.

n.v.t.

10

107-06-2

203-458-1

1,2-dichloorethaan

10

10

n.v.t.

n.v.t.

11

75-09-2

200-838-9

Dichloormethaan

20

20

n.v.t.

n.v.t.

12

117-81-7

204-211-0

Di(2-ethylhexyl)ftalaat (DEHP) (X)18

1,3

1,3

n.v.t.

n.v.t.

13

330-54-1

206-354-4

Diuron

0,2

0,2

1,8

1,8

14

115-29-7

204-079-4

Endosulfan (X)

0,005

0,0005

0,01

0,004

15

206-44-0

205-912-4

Fluoranteen

0,1

0,1

1

1

0,0063

0,0063

0,12

0,12

30

X

16

118-74-1

204-273-9

Hexachloorbenzeen (X)

0,00002620

0,00002620

0,05

0,05

10

17

87-68-3

201-765-5

Hexachloorbutadieen (X)

0,0005520

0,0005520

0,6

0,6

55

18

608-73-1

210-168-9

Hexachloorcyclohexaan (X)

0,02

0,002

0,04

0,02

19

34123-59-6

251-835-4

Isoproturon

0,3

0,3

1,0

1,0

20

7439-92-1

231-100-4

Lood en loodverbindingen

7,2

7,2

n.v.t.

n.v.t.

1,212

1,3

14

14

X

21

7439-97-6

231-106-7

Kwik en kwikverbindingen (X)

0,0000720

0,0000720

0,07

0,07

20

22

91-20-3

202-049-5

Naftaleen

2,4

1,2

n.v.t.

n.v.t.

2

2

130

130

X

23

7440-02-0

231-111-4

Nikkel en nikkelverbindingen

20

20

n.v.t.

n.v.t.

412

8,6

34

34

X

24

84852-15-3

n.v.t.

Nonylfenolen (X)21

0,3

0,3

2,0

2,0

25

104-66-9

n.v.t.

Octylfenolen

(4-(1,1′,3,3′-tetramethylbutyl)-fenol)14

0,1

0,01

n.v.t.

n.v.t.

26

608-93-5

210-172-0

Pentachloorbenzeen (X)

0,007

0,0007

n.v.t.

n.v.t.

27

87-86-5

201-778-6

Pentachloorfenol

0,4

0,4

1

1

28

n.v.t.

n.v.t.

Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK)1015 (X)

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

n.v.t.

28

50-32-8

Benzo(a)pyreen (X)

1,7 × 103

1,7 × 10-3

0,27

0,027

5

X

28

205-99-2

Benzo(b) fluoranteen (X)

10

10

0,017

0,017

10

X

28

207-08-9

Benzo(k) fluoranteen (X)

10

10

0,017

0,017

10

X

28

191-24-2

Benzo(g,h,i)-peryleen (X)

10

10

8,2 × 102

8,2 × 103

10

X

28

193-39-5

Indeno(1,2,3- cd)pyreen (X)

10

10

n.v.t.

n.v.t.

10

X

29

122-34-9

204-535-2

Simazine

1

1

4

4

29a

127-18-4

Tetrachloorethyleen6

10

10

n.v.t.

n.v.t.

29b

79-01-6

Trichloorethyleen6

10

10

n.v.t.

n.v.t.

30

36643-28-4

n.v.t.

Tributyltin verbindingen (X)16

0,0002

0,0002

0,0015

0,0015

31

12002-48-1

234-413-4

Trichloorbenzenen

0,4

0,4

n.v.t.

n.v.t.

32

67-66-3

200-663-8

Trichloormethaan (chloroform)

2,5

2,5

n.v.t.

n.v.t.

33

1582-09-8

216-428-8

Trifluralin (X)18

0,03

0,03

n.v.t.

n.v.t.

34

115-32-2

204-082-0

Dicofol (X)18

1,3 102

3,2 104

n.v.t.9

n.v.t.9

33

X

35

1763-23-1

217-179-8

Perfluoroctaan sulfonzuur en zijn derivaten (PFOS) (X)18

6,5 103

1,3 103

36

7,2

9,1

X

36

124495-18-7

n.v.t.

Quinoxyfen (X)18

0,15

0,015

2,7

0,54

X

37

18

n.v.t.

Dioxinen en dioxineachtige verbindingen (X)

n.v.t.

n.v.t.

Som van PCDD+PCDF+PCB-DL

0,0065 μg.kg TEQ13

X

38

74070-46-5

277-704-1

Aclonifen

0,12

0,012

0,12

0,012

X

39

42576-02-3

255-894-7

Bifenox

0,012

0,0012

0,04

0,004

X

40

28159-98-0

248-872-3

Cybutryne

0,0025

0,0025

0,016

0,016

X

41

52315-07-8

257-842-9

Cypermethrin23

8 104

8 105

6 103

6 104

X

42

62-73-7

200-547-7

Dichloorvos

6 103

6 104

7 103

7 104

X

43

n.v.t.

Hexabroomcyclododecaan (HBCDD) (X)1819

0,0016

0,0008

0,5

0,05

167

X

44

76-44-8 / 1024-57-3

200-962-3 / 213-831-0

Heptachloor en heptachloorepoxide (X)18

2 106

1 107

3 103

3 104

6,7 102

X

45

886-50-0

212-950-5

Terbutryn

0,065

0,0065

0,34

0,034

X

1 EU-nummer: Europese inventaris van bestaande chemische handelsstoffen (EINECS) of de Europese lijst van chemische stoffen waarvan kennisgeving is gedaan (ELINCS).

2 Landoppervlaktewateren omvatten rivieren en meren en de bijbehorende kunstmatige of sterk veranderde waterlichamen. Andere oppervlaktewateren omvatten kust- en overgangswateren, met inbegrip van hiervan afgeleide kunstmatige en sterk veranderde waterlichamen.

3 Alleen tetra-, penta-, hexa- en heptabroomdifenylether (respectievelijk CAS-nummers 40088-47-9, 32534-81-9, 36483-60-0 en 68928-80-3).

4 Voor de groep prioritaire stoffen die vallen onder gebromeerde difenylethers (nr. 5) verwijst de OGW naar de som van de concentraties voor de congeneren nr. 28, 47, 99, 100, 153 en 154.

5 Voor cadmium en zijn verbindingen (nr. 6) hebben de JG-OGW en MAC-OGW betrekking op de opgeloste concentraties en zijn de OGW-waarden afhankelijk van de hardheid van het water, ingedeeld in vijf klassen (klasse 1: < 40 mg CaCO3 /l, klasse 2: 40 tot < 50 mg CaCO3 /l, klasse 3: 50 tot < 100 mg CaCO3 /l, klasse 4: 100 tot < 200 mg CaCO3 /l en klasse 5: ≥ 200 mg CaCO3 /l).

6 Deze stof is geen prioritaire stof, maar een van de andere krw-verontreinigende stoffen waarvoor de eisen identiek zijn aan de eisen die zijn vastgelegd in de wetgeving die voor 13 januari 2009 van toepassing was.

7 Er wordt geen indicatieve parameter opgegeven voor deze groep van stoffen. De indicatieve parameters moeten worden bepaald door de analysemethoden.

8 DDT totaal omvat de som van de isomeren 1,1,1-trichloor2,2-bis(p-chloorfenyl)ethaan (CAS-nummer 50-29-3; EU-nummer 200- 024-3); 1,1,1-trichloor-2-(o-chloorfenyl)-2-(p-chloorfenyl)ethaan (CAS-nummer 789-02-6; EU-nummer 212-332-5); 1,1-dichloor2,2- bis(p-chloorfenyl)ethyleen (CAS-nummer 72-55-9; EU-nummer 200-784-6) en 1,1-dichloor-2,2-bis(p-chloorfenyl)ethaan (CAS-nummer 72-54-8; EU-nummer 200-783-0).

9 Er is onvoldoende informatie beschikbaar om een MAC-OGW vast te stellen voor deze stoffen.

10 Voor de groep prioritaire stoffen die onder polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK) vallen, is de vermelde biota-OGW en de overeenkomstige JG-OGW voor water de concentratie van benzo(a)pyreen; beide OGW zijn op de toxiciteit van benzo(a)pyreen gebaseerd. Benzo(a)pyreen kan worden beschouwd als een marker voor andere PAK en daarom dient voor de vergelijking met biota-OGW en de overeenkomstige JG-OGW in water alleen benzo(a)pyreen te worden gemeten.

11 Tenzij anders vermeld, gelden de biota-OGW voor vissen. In plaats daarvan kan een alternatieve biotataxon als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de richtlijn prioritaire stoffen of een andere matrix als bedoeld in artikel 2, eerste lid, van de richtlijn prioritaire stoffen worden gemeten, voor zover de toegepaste OGW een gelijkwaardig beschermingsniveau biedt. Voor de stoffen met nummer 15 (fluorantheen) en 28 (PAK’s), gelden de biota-OGW voor schelp- en weekdieren. Voor de beoordeling van de chemische toestand is de meting van fluoranteen en PAK in vissen niet geschikt. Voor stof nummer 37 (dioxinen en dioxineachtige verbindingen) gelden de biota-OGW voor vissen, schelp- en weekdieren; zie afdeling 5.3 van de bijlage bij Verordening (EU) nr. 1259/2011 van de Commissie van 2 december 2011 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1881/2006 als het gaat om de maximumgehalten voor dioxinen, dioxineachtige pcb’s en niet-dioxineachtige pcb’s in levensmiddelen (PbEU 2011, L 320, blz. 18).

12 Deze eisen hebben betrekking op de biologisch beschikbare concentraties van de stoffen.

13 PCDD’s: polychloordibenzo-p-dioxinen; PCDF’s: polychloordibenzofuranen; PCB-DL: dioxineachtige polychloorbifenylen; TEQ’s: toxische equivalenten, volgens de toxische-equivalentiefactoren (2005) van de Wereldgezondheidsorganisatie.

14 Octylfenol (CAS 1806-26-4, EU 217-302-5) met inbegrip van isomeer 4-(1,1’,3,3’-tetramethylbutyl)-fenol (CAS 140-66-9, EU 205- 426-2).

15 Met inbegrip van benzo(a)pyreen (CAS 50-32-8, EU 200-028-5), benzo(b)fluoranteen (CAS 205-99-2, EU 205-911-9), benzo(g,h,i)peryleen (CAS 191-24-2, EU 205-883-8), benzo(k)fluoranteen (CAS 207-08-9, EU 205-916-6), indeno(1,2,3-cd)pyreen (CAS 193-39-5, EU 205-893-2) en met uitzondering van antraceen, fluoranteen en naftaleen, die afzonderlijk worden vermeld.

16 Met inbegrip van tributyltin-kation (CAS 36643-28-4).

17 Dit gaat om de volgende verbindingen: 7 polychloordibenzo-p-dioxinen (PCDD’s): 2,3,7,8-T4CDD (CAS 1746-01-6); 1,2,3,7,8-P5CDD (CAS 40321-76-4); 1,2,3,4,7,8- H6CDD (CAS 39227-28-6); 1,2,3,6,7,8-H6CDD (CAS 57653-85-7); 1,2,3,7,8,9-H6CDD (CAS 19408-74-3); 1,2,3,4,6,7,8-H7CDD (CAS 35822-46-9); 1,2,3,4,6,7,8,9-O8CDD (CAS 3268-87-9); 10 polychloordibenzofuranen (PCDF’s): 2,3,7,8-T4CDF (CAS 51207-31-9); 1,2,3,7,8-P5CDF (CAS 57117-41-6); 2,3,4,7,8-P5CDF (CAS 57117-31-4); 1,2,3,4,7,8-H6CDF (CAS 70648-26-9); 1,2,3,6,7,8-H6CDF (CAS 57117-44-9); 1,2,3,7,8,9-H6CDF (CAS 72918- 21-9); 2,3,4,6,7,8-H6CDF (CAS 60851-34-5); 1,2,3,4,6,7,8-H7CDF (CAS 67562-39-4); 1,2,3,4,7,8,9-H7CDF (CAS 55673-89-7); 1,2,3,4,6,7,8,9-O8CDF (CAS 39001-02-0); 12 dioxineachtige polychloorbifenylen (DL-PCB): 3,3’,4,4’-T4CB (PCB 77, CAS 32598-13-3); 3,3’,4’,5-T4CB (PCB 81, CAS 70362- 50-4); 2,3,3’,4,4’-P5CB (PCB 105, CAS 32598-14-4); 2,3,4,4’,5-P5CB (PCB 114, CAS 74472-37-0); 2,3’,4,4’,5-P5CB (PCB 118, CAS 31508-00-6); 2,3’,4,4’,5’-P5CB (PCB 123, CAS 65510-44-3); 3,3’,4,4’,5-P5CB (PCB 126, CAS 57465-28-8); 2,3,3’,4,4’,5-H6CB (PCB 156, CAS 38380-08-4); 2,3,3’,4,4’,5’-H6CB (PCB 157, CAS 69782-90-7); 2,3’,4,4’,5,5’-H6CB (PCB 167, CAS 52663 72-6); 3,3’,4,4’,5,5’-H6CB (PCB 169, CAS 32774-16-6); 2,3,3’,4,4’,5,5’-H7CB (PCB 189, CAS 39635-31-9).

18 Deze stoffen zijn met ingang van 22 december 2015 voor het eerst aangewezen als prioritaire gevaarlijke stof.

19 Dit gaat om 1,3,5,7,9,11-hexabroomcyclododecaan (CAS 25637-99-4), 1,2,5,6,9,10-hexabroomcyclododecaan (CAS 3194-55-6), α-hexabroomcyclododecaan (CAS 134237-50-6), β-hexabroomcyclododecaan (CAS 134237-51-7) en γ-hexabroomcyclododecaan (CAS 134237-52-8).

20 Voor deze stof heeft Nederland vanwege het toezicht op het voldoen aan de omgevingswaarde voor biota, met inachtneming van artikel 3, derde lid, van de richtlijn prioritaire stoffen, een waarde voor de concentratie van de stof in oppervlaktewater afgeleid, waarmee hetzelfde niveau van bescherming wordt geboden dat is beoogd met de biota-OGW. Voor kwik en zijn verbindingen (21) hebben de JG-OGW en MAC-OGW betrekking op de opgeloste concentraties. Op de in de tabel opgenomen JG-MKE mag geen correctie voor de natuurlijke achtergrondconcentratie worden toegepast.

21 Nonylfenol (CAS 25154-52-3, EU 246-672-0) met inbegrip van isomeren 4-nonylfenol (CAS 104-40-5, EU 203-199-4) en 4-nonylfenol (vertakt) (CAS 84852-15-3, EU 284-325-5).

22 CAS 52315-07-8 betreft een mengsel van isomeren van cypermethrin, alpha-cypermethrin (CAS 67375-30-8), bèta-cypermethrin (CAS 65731-84-2), theta-cypermethrin (CAS 71697-59-1) en zèta-cypermethrin (52315-07-8).

In de kolommen zijn achtereenvolgens aangegeven:

1. het nummer van de prioritaire stof in de kaderrichtlijn water en de richtlijn prioritaire stoffen.

2. het CAS-nummer.

3. het EU-nummer (zie noot 1).

4. de naam van de prioritaire stof en de aanwijzing van prioritaire stoffen als prioritaire gevaarlijke stof (voor die stof aangeduid met (X)). Wanneer groepen van stoffen zijn geselecteerd, worden, tenzij anders vermeld, typische voorbeelden daarvan gebruikt bij het bepalen of wordt voldaan aan de omgevingswaarden.

5 en 6. JG-OGW: Omgevingswaarde voor water, uitgedrukt als jaargemiddelde (JG) in de eenheid [μg/l]. Deze is van toepassing op de totale concentratie van alle isomeren. Bij de toepassing van de JG-OGW geldt dat op elk representatief te meten punt voor het waterlichaam het rekenkundig gemiddelde van de op verschillende tijdstippen in de loop van het jaar gemeten concentraties niet boven de norm ligt. De JG-OGW wordt uitgedrukt als de totale concentratie in het volledige watermonster. De berekening van het rekenkundig gemiddelde, de te gebruiken analysemethode en de wijze waarop een JG-OGW wordt toegepast als geen passende analysemethode bestaat die voldoet aan de minimale prestatiekenmerken, geschieden in overeenstemming met uitvoeringsinstrumenten met technische specificaties voor de chemische controle en kwaliteit van analytische resultaten volgens de kaderrichtlijn water.

In afwijking van het voorgaande hebben de JG-OGW voor cadmium, lood, kwik en nikkel (metalen) betrekking op de opgeloste concentratie. Dit is de opgeloste fase van een watermonster die wordt verkregen door filtratie over een filter van 0,45 μm of een gelijkwaardige voorbehandeling. Bij toetsing van de resultaten aan de JG-MKE kan een correctie worden toegepast, waarbij rekening wordt gehouden met:

a) natuurlijke achtergrondconcentraties voor metalen en hun verbindingen, als deze het voldoen aan de omgevingswaarden beletten, en

b) de hardheid, de pH of andere waterkwaliteitsparameters die de biologische beschikbaarheid van metalen beïnvloeden, waarbij de biobeschikbare concentratie wordt bepaald met behulp van passende biobeschikbaarheidsmodellen.

7 en 8. MAC-OGW: Omgevingswaarde voor water, uitgedrukt als maximaal aanvaardbare concentratie (MAC) in de eenheid [μg/l]. Bij de toepassing van de MAC-OGW geldt dat voor elk representatief te meten punt voor het waterlichaam geen enkele gemeten concentratie boven de norm ligt. Wanneer voor de MAC-OGW «n.v.t.» (niet van toepassing) wordt aangegeven, worden de JG-OGW verondersteld bescherming te bieden tegen kortdurende verontreinigingspieken in continue lozingen, aangezien deze aanzienlijk lager zijn dan de op basis van de acute toxiciteit afgeleide waarde. De MAC-OGW wordt uitgedrukt als de totale concentratie in het volledige watermonster. In afwijking van het voorgaande hebben de MAC-OGW voor cadmium, lood, kwik en nikkel (metalen) betrekking op de opgeloste concentratie. Dit is de opgeloste fase van een watermonster die wordt verkregen door filtratie over een filter van 0,45 μm of een gelijkwaardige voorbehandeling. Bepaald kan worden dat bij toetsing van de resultaten aan de MAC-OGW een correctie kan worden toegepast, waarbij rekening wordt gehouden met:

a) natuurlijke achtergrondconcentraties voor metalen en hun verbindingen, als deze het voldoen aan de omgevingswaarden beletten, en

b) de hardheid, de pH of andere waterkwaliteitsparameters die de biologische beschikbaarheid van metalen beïnvloeden, waarbij de biobeschikbare concentratie wordt bepaald met behulp van passende biobeschikbaarheidsmodellen.

9. OGW Biota: omgevingswaarde voor water voor biota, uitgedrukt in de eenheid [μg/kg nat gewicht].

10. datum van het voldoen aan de omgevingswaarde voor water voor de prioritaire stof: 22 december 2021 (voor de stof aangeduid met X).

11. datum van het voldoen aan de omgevingswaarde voor water voor de prioritaire stof: 22 december 2027 (voor de stof aangeduid met X).


Bijlage IIIa bij artikel 2.11 van dit besluit (indicatoren voor de goede ecologische kwaliteit)

Bijlage IIIa bij artikel 2.11 van dit besluit (indicatoren voor de goede ecologische kwaliteit)

Deze bijlage heeft betrekking op de kwaliteitselementen van de ecologische toestand of het ecologische potentieel, die in bijlage V, paragraaf 1.1, bij de kaderrichtlijn water zijn opgenomen als «specifieke synthetische verontreinigende stoffen» en «specifieke niet-synthetische verontreinigende stoffen». De in de tabel opgenomen concentratiewaarden voor specifieke krw-verontreinigende stoffen zijn vastgesteld in overeenstemming met de procedure, die is beschreven in bijlage V, paragraaf 1.2.6, bij de kaderrichtlijn water, waarbij bij de toepassing van deze procedure ook rekening is gehouden met de toxiciteit van chemische stoffen voor mensen en dieren via het aquatische milieu en de lijst van stoffen die is opgenomen in bijlage VIII bij de kaderrichtlijn water. De indeling van een oppervlaktewaterlichaam in een van de toestandsklassen waarin de ecologische toestand of het ecologisch potentieel is onderverdeeld, vindt plaats in overeenstemming met het monitoringsprogramma, aan de hand van de omschrijvingen die zijn opgenomen in bijlage V, paragraaf 1.2, de tabellen 1.2.1 tot en met 1.2.5, bij de kaderrichtlijn water.

Indicatoren voor de goede ecologische kwaliteit krw-oppervlaktewaterlichamen (stoffen)

EG-nr

CAS

Stofnaam

Kalenderjaargemiddelde waarde van de concentratie voor landoppervlaktewateren (μg/l)

Uitgedrukt als*

Kalenderjaargemiddelde waarde van de concentratie voor andere oppervlaktewateren (μg/l)**

Uitgedrukt als*

Maximaal aanvaardbare waarde van de concentratie voor landoppervlaktewateren (μg/l)**

Uitgedrukt als*

Maximaal aanvaard-bare waarde van de concentratie voor andere oppervlaktewateren (μg/l)**

Uitgedrukt als*

4

7440-38-2

Arseen (en anorganische verbindingen daarvan)

0,5

opgelost, AC correctie mogelijk

0,6

opgelost, AC correctie mogelijk

8

opgelost, AC correctie mogelijk

1,1

opgelost, AC correctie mogelijk

5

2642-71-9

Azinfos-ethyl

0,0011

totaal

0,00011

totaal

0,011

totaal

0,0011

totaal

6

86-50-0

Azinfos-methyl

0,0065

totaal

0,0013

totaal

0,014

totaal

0,0028

totaal

9

100-44-7

Benzylchloride (alfa-chloortolueen)

0,02

totaal

0,02

totaal

n.a.

n.a.

10

98-87-3

Benzylideenchloride (alfa, alfa-dichloortolueen)

0,0034

totaal

0,0034

totaal

n.a.

n.a.

19

106-47-8

4-Chlooraniline

0,22

totaal

0,057

totaal

1,2

totaal

0,12

totaal

49,

50,

51

14488-53-0

Dibutyltin (kation)

0,13

totaal

0,09

totaal

0,28

totaal

0,21

totaal

65

78-87-5

1,2-Dichloorpropaan

280

totaal

28

totaal

1.300

totaal

130

totaal

69

15165-67-0

Dichloorprop-P

1,0

totaal

0,13

totaal

7,6

totaal

0,76

totaal

73

60-51-5

Dimethoaat

0,07

totaal

0,07

totaal

0,7

totaal

0,7

totaal

79

100-41-4

Ethylbenzeen

65

totaal

10

totaal

220

totaal

22

totaal

80

122-14-5

Fenitrothion

0,009

totaal

n.a.

n.a.

n.a.

81

55-38-9

Fenthion

0,003

totaal

n.a.

n.a.

n.a.

88

330-55-2

Linuron

0,17

totaal

n.a.

0,29

totaal

n.a.

89

121-75-5

Malathion

0,013

totaal

n.a.

n.a.

n.a.

90

94-74-6

MCPA

1,4

totaal

0,14

totaal

15

totaal

1,5

totaal

91

16484-77-8

Mecoprop-P

18

totaal

1,8

totaal

160

totaal

16

totaal

94

7786-34-7

Mevinfos

0,00017

totaal

0,000017

totaal

0,017

totaal

0,0017

totaal

95

1746-81-2

Monolinuron

0,15

totaal

n.a.

0,15

totaal

n.a.

97

1113-02-6

Omethoate

1,2

totaal

n.a.

n.a.

n.a.

–99

56-55-3

Benz(a)anthraceen

0,00064

totaal

0,00027

totaal

0,28

totaal

0,012

totaal

3 μg/kg

concentratie in biota

3 μg/kg

concentratie in biota

–99

218-01-9

Chryseen

0,0029

totaal

0,0014

totaal

0,17

totaal

0,008

totaal

30 μg/kg

concentratie in biota

30 μg/kg

concentratie in biota

–99

85-01-8

Fenantreen

1,2

totaal

1,1

totaal

7,2

totaal

6,7

totaal

100

56-38-2

Parathion

0,005

totaal

n.a.

n.a.

n.a.

–100

298-00-0

Parathion-methyl

0,011

totaal

n.a.

n.a.

n.a.

105

1698-60-8

Pyrazon (Chloridazon)

27

totaal

n.a.

190

n.a.

113

24017-47-8

Triazophos

0,001

totaal

0,0001

0,02

0,002

totaal

114

126-73-8

Tributylfosfaat

66

totaal

6,6

170

17

totaal

116

52-68-6

Trichloorfon

0,001

totaal

n.a.

n.a.

n.a.

125, 126, 127

668-34-8

Trifenyltin (kation)

0,00024

totaal

0,00023

totaal

0,49

totaal

0,47

totaal

129

95-47-6,108-38-3, 106-42-3

Xylenen

17

totaal; geldt voor de som van de isomeren

1,7

totaal; geldt voor de som van de isomeren

244

totaal; geldt voor de som van de isomeren

49

totaal; geldt voor de som van de isomeren

132

25057-89-0

Bentazon

73

totaal

7,3

totaal

450

totaal

45

totaal

A

7440-32-6

Titaan

20

opgelost, AC correctie mogelijk

n.a.

n.a.

n.a.

B

7440-42-8

Borium

180

opgelost, AC correctie mogelijk

n.a.

450

opgelost, AC correctie mogelijk

n.a.

C

7440-61-1

Uranium

0,17

opgelost, AC correctie mogelijk

n.a.

8,6

opgelost, AC correctie mogelijk

n.a.

D

13494-80-9

Tellurium

100

opgelost, AC correctie mogelijk

n.a.

n.a.

n.a.

E

7440-22-4

Zilver

0,01

opgelost, AC correctie mogelijk

0,081

opgelost, AC correctie mogelijk

(zie noot 1)

0,01

opgelost, AC correctie mogelijk

0,081

opgelost, AC correctie mogelijk

(zie noot 1)

F

556-67-2

Octamethylcyclotetrasiloxaan

0,2

totaal

0,044

totaal

n.a.

n.a.

7,9 mg/kg

concentratie in biota

7,9 mg/kg

concentratie in biota

71751-41-2

Abamectine

0,001

totaal

0,0000035

totaal

0,018

totaal

0,0009

totaal

14798-03-9

Ammonium-N

0,304

(zie noot 2)

n.a.

0,608

(zie noot 2)

n.a.

7440-36-0

Antimoon

5,6

opgelost, geen AC correctie mogelijk

n.a.

200

opgelost, AC correctie mogelijk

n.a.

7440-39-3

Barium

93

opgelost, geen AC correctie mogelijk

n.a.

1.100

opgelost, AC correctie mogelijk

n.a.

7440-41-7

Beryllium

0,08

opgelost, AC correctie mogelijk

n.a.

0,813

opgelost, AC correctie mogelijk

n.a.

133-06-2

Captan

0,34

totaal

n.a.

0,34

totaal

n.a.

10605-21-7

Carbendazim

0,6

totaal

n.a.

0,6

totaal

n.a.

101-21-3

Chloorprofam

4,0

totaal

0,8

totaal

43

totaal

4,3

totaal

15545-48-9

Chloortoluron

0,4

totaal

0,04

totaal

2,3

0,23

totaal

7440-47-3

Chroom

3,4

som van chroom(III) en chroom(VI); opgelost, AC correctie mogelijk

0,6

som van chroom(III) en chroom(VI); opgelost, AC correctie mogelijk

n.a.

n.a.

52918-63-5

Deltamethrin

0,0000031

totaal

n.a.

0,00031

totaal

n.a.

333-41-5

Diazinon

0,037

totaal

n.a.

n.a.

n.a.

163515-14-8

Dimethanamid-P

0,13

totaal

n.a.

1,6

totaal

n.a.

66230-04-4

Esfenvaleraat

0,00019

totaal

n.a.

0,0017

totaal

n.a.

22224-92-6

Fenamiphos

0,012

totaal

n.a.

0,027

totaal

n.a.

72490-01-8

Fenoxycarb

0,0003

totaal

n.a.

0,026

totaal

n.a.

23560-59-0

Heptenofos

0,002

totaal

0,0002

totaal

0,02

totaal

0,002

totaal

138261-41-3

Imidacloprid

0,0083

totaal

0,00083

totaal

0,2

totaal

0,02

totaal

91465-08-6

Lambda-cyhalothrin

0,00002

totaal

n.a.

0,00047

totaal

n.a.

74223-64-6

Metsulfuron-methyl

0,01

totaal

n.a.

0,03

totaal

n.a.

7440-48-4

Kobalt

0,2

opgelost, geen AC correctie mogelijk

n.a.

1,36

opgelost, AC correctie mogelijk

0,21

opgelost, AC correctie mogelijk

7440-50-8

Koper

2,4

(zie noot 3)

opgelost, geen AC correctie mogelijk

3,5 (zie noot 4)

opgelost, geen AC correctie mogelijk

n.a.

4,5 (zie noot 4)

opgelost, geen AC correctie mogelijk

67129-08-2

Metazachloor

0,08

totaal

0,008

0,48

totaal

0,048

totaal

18691-97-9

Methabenzthiazuron

1,8

totaal

n.a.

n.a.

n.a.

51218-45-2

Metolachloor

0,4

totaal; waarde is van toepassing op S-metolachloor en het racemisch mengsel

n.a.

2,2

totaal; waarde is van toepassing op S-metolachloor en het racemisch mengsel

n.a.

7439-98-7

Molybdeen

136

opgelost, geen AC correctie mogelijk

n.a.

340

opgelost, AC correctie mogelijk

n.a.

23103-98-2

Pirimicarb

0,09

totaal

n.a.

1,8

totaal

n.a.

29232-93-7

Pirimifos-methyl

0,0005

totaal

n.a.

0,0016

totaal

n.a.

114-26-1

Propoxur

0,01

totaal

n.a.

n.a.

n.a.

96489-71-3

Pyridaben

0,0017

totaal

0,00094

totaal

0,0062

totaal

0,0012

totaal (=opgelost)

95737-68-1

Pyriproxyfen

0,00003

totaal

n.a.

0,026

totaal

n.a.

7782-49-2

Selenium

0,052

opgelost, geen AC correctie mogelijk

n.a.

24,6

opgelost, AC correctie mogelijk

2,6

opgelost, AC correctie mogelijk

83121-18-0

Teflubenzuron

0,0012

totaal

n.a.

0,0017

totaal

n.a.

5915-41-3

Terbutylazine

0,32

totaal

0,032

totaal

1,8

totaal

0,18

totaal

7440-28-0

Thallium

0,05

opgelost, geen AC correctie mogelijk

n.a.

0,76

opgelost, AC correctie mogelijk

0,34

opgelost, AC correctie mogelijk

7440-31-5

Tin

0,6

opgelost, AC correctie mogelijk

n.a.

36

opgelost, AC correctie mogelijk

n.a.

57018-04-9

Tolclofos-methyl

1,2

totaal

n.a.

7,1

n.a.

7440-62-2

Vanadium

3,5

opgelost, AC correctie mogelijk

n.a.

n.a.

n.a.

7440-66-6

Zink

7,8

(zie noot 3)

opgelost, geen AC correctie mogelijk

3

opgelost, AC correctie mogelijk

15,6

opgelost, AC correctie mogelijk

n.a.

1 Deze waarde geldt bij saliniteit van 34‰, overeenkomend met de saliniteit in de Noordzee. Bij toetsing wordt rekening gehouden met de actuele saliniteit in het krw-oppervlaktewaterlichaam.

2 Deze waarde is uitgedrukt in mg N (NH4-N + NH3-N)/l en geldt bij een pH van 7,7 en een temperatuur van 15°C. In het monitoringsprogramma wordt bepaald dat bij toetsing van de resultaten van de monitoring voor deze waarde een correctie wordt toegepast, waarbij rekening wordt gehouden met de actuele pH en temperatuur.

3 In het monitoringsprogramma, bedoeld in artikel 11.28, wordt bepaald dat bij toetsing van de resultaten een correctie wordt toegepast, waarbij rekening wordt gehouden met waterkwaliteitsparameters die de biologische beschikbaarheid van metalen beïnvloeden.

4 Deze waarden voor koper gelden voor de concentratie na filtratie en bij een DOC-gehalte van 1,4 mg DOC/l, waarbij DOC staat voor opgeloste organische koolstof. In het monitoringprogramma, bedoeld in artikel 11.28, is de wijze van omrekenen voor andere DOC-concentraties geregeld.

* Voor deze stof mag bij toetsing als dit in de tabel is aangegeven een correctie voor de lokale achtergrondconcentratie (AC correctie) worden uitgevoerd.

** In deze kolom staat de afkorting n.a. voor niet afgeleid, geen/onvoldoende gegevens.


Bijlage IV bij de artikelen 2.14, eerste lid, en 4.17, derde lid, van dit besluit (omgevingswaarden voor de goede chemische toestand van grondwaterlichamen)

Bijlage IV bij de artikelen 2.14, eerste lid, en 4.17, derde lid, van dit besluit (omgevingswaarden voor de goede chemische toestand van grondwaterlichamen)

A Omgevingswaarden voor de goede chemische toestand van grondwaterlichamen (grondwaterrichtlijn)

De volgende omgevingswaarden voor grondwaterlichamen zijn vastgesteld ter implementatie van de grondwaterkwaliteitseisen die zijn opgenomen in bijlage I bij de grondwaterrichtlijn.

Krw-verontreinigende stof

Omgevingswaarde

Nitraten

50 mg/l

Werkzame stoffen in bestrijdingsmiddelen, met inbegrip van de relevante omzettings-, afbraak- en reactieproducten daarvan

0,1 μg/l

0,5 μg/l (totaal)1

1Voor afbraakproducten van gewasbeschermingsmiddelen en biociden wordt onderscheid gemaakt op basis van humaantoxicologische relevantie. De Europese milieukwaliteitseis voor water van 0,1 μg/l geldt alleen voor humaantoxicologisch relevante afbraakproducten.

B Omgevingswaarden voor de goede chemische toestand van grondwaterlichamen (nationaal)

De volgende omgevingswaarden voor grondwaterlichamen zijn door Nederland ter uitvoering van artikel 3, eerste lid, onder b, en zesde lid, van de grondwaterrichtlijn vastgesteld, rekening houdend met bijlage VIII bij de kaderrichtlijn water, met inachtneming van de richtsnoeren, bedoeld in bijlage II, onder A, bij de grondwaterrichtlijn, en rekening houdend met de minimumlijsten, bedoeld onder B van die bijlage.

Grondwaterlichamen

Omgevingswaarde voor krw-verontreinigende stoffen

Code

Omschrijving

Type

Cl mg/l

Ni μg/l

As μg/l

Cd μg/l

Pb μg/l

P-tot mg/l

NLGW0001

Zand Eems

Zand

Zoet

160

20

13,2

0,35

7,4

2,0

NLGW0008

Zout Eems

Zout

Brak&zout

20

18,7

0,35

7,4

6,9

NLGW0002

Zand Rijn-Noord

Zand

Zoet

160

20

13,2

0,35

7,4

2,0

NLGW0007

Zout Rijn-Noord

Zout

Brak&zout

20

18,7

0,35

7,4

6,9

NLGW0009

Deklaag Rijn-Noord

Deklaag

Zoet

160

20

13,2

0,35

7,4

2,0

NLGW0015

Wadden Rijn-Noord

Duin

Zoet

160

20

13,2

0,35

7,4

2,0

NLGW0004

Zand Rijn-Midden

Zand

Zoet

160

20

13,2

0,35

7,4

2,0

NLGW0003

Zand Rijn-Oost

Zand

Zoet

160

20

13,2

0,35

7,4

2,0

NLGW0010

Deklaag Rijn-Oost

Deklaag

Zoet

160

20

13,2

0,35

7,4

2,0

NLGW0005

Zand Rijn-West

Zand

Zoet

160

20

13,2

0,35

7,4

2,0

NLGW0011

Zout Rijn-West

Zout

Brak&zout

20

18,7

0,35

7,4

6,9

NLGW0012

Deklaag Rijn-West

Deklaag

Zoet

160

20

13,2

0,35

7,4

2,0

NLGW0016

Duin Rijn-West

Duin

Zoet

160

20

13,2

0,35

7,4

2,0

NLGW0006

Zand Maas

Zand

Zoet

160

20

13,2

0,35

7,4

2,0

NLGW0013

Zout Maas

Zout

Brak&zout

20

18,7

0,35

7,4

6,9

NLGW0017

Duin Maas

Duin

Zoet

160

20

13,2

0,35

7,4

2,0

NLGW0018

Maas-Slenk-diep

n.v.t.

Zoet

160

20

13,2

0,35

7,4

NLGW0019

Krijt Zuid-Limburg

n.v.t.

Zoet

160

20

13,2

0,35

7,4

2,0

NLGWSC0001

Zoet grondwater duingebieden

Duin

Zoet

160

20

13,2

0,35

7,4

2,0

NLGWSC0002

Zoet grondwater dekzand

Zand

Zoet

160

20

13,2

0,35

7,4

2,0

NLGWSC0003

Zoet grondwater kreekgebieden

n.v.t.

Zoet

160

20

13,2

0,35

7,4

2,0

NLGWSC0004

Zout grondwater in ondiepe zandlagen

Zout

Brak&zout

20

18,7

0,35

7,4

6,9

NLGWSC0005

Grondwater diepe zandlagen

n.v.t.

Brak&zout

20

18,7

0,35

7,4


Bijlage V bij artikel 2.15, eerste lid, van dit besluit (omgevingswaarden voor water onttrokken op een waterwinlocatie gelegen in een krw-oppervlaktewaterlichaam)

Bijlage V bij artikel 2.15, eerste lid, van dit besluit (omgevingswaarden voor water onttrokken op een waterwinlocatie gelegen in een krw-oppervlaktewaterlichaam)

Omgevingswaarden voor water onttrokken op een waterwinlocatie voor de bereiding van voor menselijke consumptie bestemd water

Parameter

Omgevingswaarde

Eenheid

Noten

Zuurgraad

7,0-9,0

pH

Kleurintensiteit

50

mg/l

Gesuspendeerde stoffen

50

mg/l

Temperatuur

25

°C

Geleidingsvermogen voor elektriciteit

80

mS/m bij 20°C

Chloride

150

mg/l Cl

Sulfaat

100

mg/l SO4

Fluoride

1

mg/l F

Ammonium

1,5

mg/l NH4

Nitraat

50

mg/l NO3

Fosfaat

0,9

mg/l PO4

Zuurstof opgelost

≥ 5

mg/l O2

Natrium

120

mg/l

IJzer opgelost

0,3

mg/l

Mangaan

500

μg/l

Koper

50

μg/l

Zink

200

μg/l

Boor

1.000

μg/l

Arseen

20

μg/l

Cadmium

1,5

μg/l

Chroom (totaal)

20

μg/l

Lood

30

μg/l

Seleen

10

μg/l

Kwik

0,3

μg/l

Barium

200

μg/l

Cyanide

50

μg/l CN

Polycyclische aromatische koolwaterstoffen

1

μg/l

Gewasbeschermingsmiddelen, biociden en hun humaantoxicologisch relevante afbraakproducten per afzonderlijke stof

0,1

μg/l

1

Bacteriën van de coligroep (totaal)

2.000

aantal per 100 ml

Escherichia coli

2.000

aantal per 100 ml

Enterococcen

1.000

aantal per 100 ml

1 Voor afbraakproducten van gewasbeschermingsmiddelen en biociden wordt onderscheid gemaakt op basis van humaantoxicologische relevantie. De omgevingswaarde van 0,1 μg/l geldt alleen voor humaantoxicologisch relevante afbraakproducten.


Bijlage Va bij artikel 3.51 van dit besluit (reductiepunten financiële doelmatigheid geluidbeperkende maatregelen)

Bijlage Va bij artikel 3.51 van dit besluit (reductiepunten financiële doelmatigheid geluidbeperkende maatregelen)

Geluid op een geluidgevoelig gebouw door een weg in situatie zonder maatregelen (Lden)

Geluid op een geluidgevoelig gebouw door een spoorweg in situatie zonder maatregelen (Lden)

Reductiepunten van een geluidgevoelig gebouw

50

55

0

51

56

1.000

52

57

1.300

53

58

1.600

54

59

1.900

55

60

2.100

56

61

2.400

57

62

2.700

58

63

3.000

59

64

3.300

60

65

3.600

61

66

3.900

62

67

4.100

63

68

4.400

64

69

4.700

65

70

5.000

66

71

7.800

67

72

8.100

68

73

8.300

69

74

8.600

70

75

8.900

71

76

9.200

72

77

9.500

73

78

9.800

74

79

10.100

75

80

10.300

76

81

10.600

77

82

10.900

78

83

11.200

79

84

11.500


Bijlage Vb bij de artikelen 3.55 en 5.89j, tweede lid, van dit besluit (MTR)

Bijlage Vb bij de artikelen 3.55 en 5.89j, tweede lid, van dit besluit (MTR)

MTRhumaan = het humane Maximaal Toelaatbare Risiconiveau in microgram per kilogram lichaamsgewicht per dag. Voor niet-carcinogene stoffen komt het overeen met de «Tolerable Daily Intake (TDI)». Voor carcinogene stoffen is het gebaseerd op een extra kans op een tumorincidentie van 1 op 10.000 bij levenslange blootstelling (CRoral).

Stof

CAS-nummer

MTRhumaan

(μg/kg lg/d)

1. Metalen

Antimoon

7440-36-0

0,9

Arseen

7440-38-2

1,0

Barium (oplosbaar)

7440-39-3

20

Cadmium

7440-43-9

0,5

Chroom III

5

Chroom VI

5

Kobalt

7440-48-4

1,4

Koper

7440-50-8

140

Kwik (organisch)

0,1

Kwik (anorganisch)

2,0

Lood

7439-92-1

2,8

Molybdeen

7439-98-7

10

Nikkel

7440-02-0

50

Zink

7440-66-6

500

2. Overige anorganische stoffen

Cyanide (vrij)

57-12-5

50

Cyanide (complex)

800

Thiocyanaat

11

3. Aromatische verbindingen

Benzeen

71-43-2

3,3

Ethylbenzeen

100-41-4

100

Tolueen

108-88-3

223

Xylenen (som)1

150

Fenol

108-95-2

40

Cresolen (som)1

50

Catechol (o-dihydroxybenzeen)

120-80-9

40

Resorcinol (m-dihydroxybenzeen)

108-46-3

20

Hydrochinon (p-dihydroxybenzeen)

123-31-9

25

Styreen (vinylbenzeen)

100-42-5

120

4. Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s)

Naftaleen

91-20-3

40

Antraceen

120-12-7

40

Fenanthreen

85-01-8

40

Fluorantheen

206-44-0

50

Benzo(a)anthraceen

56-55-3

5,0

Chryseen

218-01-9

50

Benzo(a)pyreen

50-32-8

0,5

Benzo(ghi)peryleen

191-24-2

30

Benzo(k)fluorantheen

207-08-9

5,0

Indeno(1,2,3cd)pyreen

193-39-5

5,0

5. Gechloreerde koolwaterstoffen

a. Vluchtige chloorkoolwaterstoffen

Monochlooretheen (Vinylchloride)

75-01-4

0,6

Dichloormethaan

75-09-2

60

1,1-dichloorethaan

75-34-3

80

1,2-dichloorethaan

107-06-2

14

1,1-dichlooretheen

75-35-4

3

1,2-dichlooretheen(Cis)

156-59-2

6,0

1,2-dichlooretheen(Trans)

156-60-5

17

Dichloorpropaan (1,2)

78-87-5

70

Dichloorpropaan (1,3)

142-28-9

50

Trichloormethaan (Chloroform)

67-66-3;75-62-7

30

1,1,1-trichloorethaan

71-55-6

80

1,1,2-trichloorethaan

79-00-5

4

Trichlooretheen (Tri)

79-01-6

50

Tetrachloormethaan (Tetra)

56-23-5

4,0

Tetrachlooretheen (Per)

127-18-4

16

b. Chloorbenzenen

Monochloorbenzeen

108-90-7

200

1,2 dichloorbenzeen

95-50-1

430

1,4 dichloorbenzeen

106-46-7

100

Trichloorbenzenen (indiv)

12002-48-1

8,0

Tetrachloorbenzenen (som)1

12408-10-5

0,5

Pentachloorbenzeen

608-93-5

0,5

Hexachloorbenzeen

118-74-1

0,16

c. Chloorfenolen

Monochloorfenolen (som)1

25167-80-0

3

Dichloorfenolen (som)1

3

Trichloorfenolen (som)1

3

Tetrachloorfenolen (som)1

3

Pentachloorfenol

87-86-5

3

d. Polychloorbifenylen (PCB’s)

PCB's (som 7)1

0,01

e. Overige gechloreerde koolwaterstoffen

Monochlooranilinen (som)1

0,9

Trichloorbifenyl (2,5,2)

7012-37-5

0,09

Hexachloorbifenyl (2,2',4,4',5,5')

35065-27-1

0,09

Dioxine (som TEQ)2

0,000002

Chloornaftaleen (som)1

25586-43-0

80

6. Bestrijdingsmiddelen

a. Organochloor-bestrijdingsmiddelen

DDT/DDE/DDD (som)1

0,5

Drins (som)1

0,1

Aldrin

309-00-2

0,1

Dieldrin

60-57-1

0,1

Endrin

72-20-8

0,2

HCH(som)1

1

α-HCH

319-84-6

1,0

β-HCH

319-85-7

0,02

γ-HCH

58-89-9

0,04

Chloordaan (som)1

57-74-9

0,5

Endosulfan

115-29-7

6

Heptachloor

76-44-8

0,3

Heptachloorepoxide (som)1

1024-57-3

0,4

Maneb

12427-38-2

50

b. Organotinbestrijdingsmiddelen

Organotinverbindingen (som)1

0,4

Tributyltin

688-73-3

0,4

Trifenyltin

892-20-6

0,4

c. Chloorfenoxy-azijnzuur herbiciden

MCPA

94-74-6

1,5

d. Overige bestrijdingsmiddelen

Atrazine

1912-24-9

5,0

Carbaryl

63-25-2

3,0

Carbofuran

1563-66-2

2,0

7. Overige stoffen

a. Minerale olie

TPH alifaten >EC10-EC12

0,1

TPH alifaten >EC12-EC16

0,1

TPH alifaten >EC16-EC21

2

TPH alifaten >EC5-EC6

2

TPH alifaten >EC6-EC8

2

TPH alifaten >EC8-EC10

0,1

TPH aromaten >EC10-EC12

0,04

TPH aromaten >EC12-EC16

0,04

TPH aromaten >EC16-EC21

0,03

TPH aromaten >EC21-EC35

0,03

TPH aromaten >EC5-EC7

0,2

TPH aromaten >EC7-EC8

0,2

TPH aromaten >EC8-EC10

0,04

b. Overige organische verbindingen

Cyclohexanon

108-94-1

4,6

Benzylbutylftalaat

85-68-7

500

Di(2-ethylhexyl)ftalaat

117-81-7

25

Ftalaten(som)1

4,0

Pyridine

110-86-1

1

Tetrahydrofuran

109-99-9

10

Tetrahydrothiofeen

110-01-0

180

Tribroommethaan (bromoform)

75-25-2

20

1 Deze stoffen maken onderdeel uit van een somparameter. Op de samenstelling van de somparameters zijn de regels krachtens artikel 25g, negende lid, onder j, van het Besluit bodemkwaliteit van toepassing.

2 Op het berekenen van de som TEQ voor dioxine zijn de regels krachtens artikel 25g, negende lid, onder j, van het Besluit bodemkwaliteit van toepassing.


Bijlage Vc bij artikel 3.67 van dit besluit (soorten invasieve exoten waartegen provinciebestuur maatregelen neemt)

Bijlage Vc bij artikel 3.67 van dit besluit (soorten invasieve exoten waartegen provinciebestuur maatregelen neemt)

NEDERLANDSE NAAM

WETENSCHAPPELIJKE NAAM

Zoogdieren

Amerikaanse voseekhoorn

Sciurus niger

Grijze eekhoorn

Sciurus carolinensis

Indische mangoeste

Herpestes javanicus

Muntjak

Muntiacus reevesi

Pallas’ eekhoorn

Callosciurus erythraeus

Rode neusbeer

Nasua nasua

Siberische grondeekhoorn

Tamias sibiricus

Wasbeer

Procyon lotor

Wasbeerhond

Nyctereutes procyonoides

Vogels

Heilige ibis

Threskiornis aethiopicus

Huiskraai

Corvus splendens

Nijlgans

Alopochen aegyptiacus

Rosse stekelstaart

Oxyura jamaicensis

Treurmaina

Acridotheres tristis

Vissen

Amoergrondel

Percottus glenii

Blauwband

Pseudorasbora parva

Zonnebaars

Lepomis gibbosus

Reptielen / amfibieën

Amerikaanse brulkikker

Rana catesbeiana

Lettersierschildpad

Trachemys scripta

Insecten

Aziatische hoornaar

Vespa velutina

Platwormen

Nieuw-Zeelandse landplatworm

Arthurdendyus triangulatus

Terrestrische planten

Amerikaans bezemgras

Andropogon virginicus

Ballonrank

Cardiospermum grandiflorum

Chinese struikklaver

Lespedeza cuneata

Fraai lampenpoetsergras

Pennisetum setaceum

Gestekelde duizendknoop

Persicaria perfoliata

Gewone gunnera

Gunnera tinctoria

Hemelboom

Ailanthus altissima

Hoog pampagras

Cortaderia jubata

Japanse klimvaren

Lygodium japonicum

Japans steltgras

Microstegium vimineum

Kudzu

Pueraria montana var. Lobata

Mesquite

Prosopis juliflora

Oosterse hop

Humulus scandens

Perzische berenklauw

Heracleum persicum

Reuzenbalsemien

Impatiens glandulifera

Reuzenberenklauw

Heracleum mantegazzianum

Roze rimpelgras

Ehrharta calycina

Schijnambrosia

Parthenium hysterophorus

Sosnowsky’s berenklauw

Heracleum sosnowskyi

Struikaster

Baccharis halimifolia

Talgboom

Triadica sebifera

Wilgacacia

Acacia saligna

Zijdeplant

Asclepias syriaca

Water- en oeverplanten

Alligatorkruid

Alternanthera philoxeroides

Grote vlotvaren

Salvinia molesta

Grote waternavel

Hydrocotyle ranunculoides

Kleine waterteunisbloem

Ludwigia peploides

Moeraslantaarn

Lysichiton americanus

Ongelijkbladig vederkruid

Myriophyllum heterophyllum

Parelvederkruid

Myriophyllum aquaticum

Smalle theeplant

Gymnocoronis spilanthoides

Smalle waterpest

Elodea nuttallii

Verspreidbladige waterpest

Lagarosiphon major

Waterhyacint

Eichhornia crassipes

Waterteunisbloem

Ludwigia grandiflora

Waterwaaier

Cabomba caroliniana


Bijlage Vd bij artikel 4.12a van dit besluit (signaleringsparameter beoordeling grondwatersanering)

Bijlage Vd bij artikel 4.12a van dit besluit (signaleringsparameter beoordeling grondwatersanering)

Stofnaam

Signaleringsparameter beoordeling grondwatersanering (μg/l)1

1. Metalen

Antimoon

20

Arseen

60

Barium

625

Cadmium

6

Chroom

30

Kobalt

100

Koper

75

Kwik

0,3

Lood

75

Molybdeen

300

Nikkel

75

Zink

800

2. Overige anorganische stoffen

Cyanide (vrij)

1.500

Cyanide (complex)

1.500

Thiocyanaat

1.500

3. Aromatische verbindingen

Benzeen

30

Ethylbenzeen

150

Tolueen

1.000

Xylenen (som)2

70

Styreen (vinylbenzeen)

300

Fenol

2.000

Cresolen (som)2

200

4. Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s)3

Naftaleen

70

Fenantreen

5

Antraceen

5

Fluorantheen

1

Chryseen

0,2

Benzo(a)antraceen

0,5

Benzo(a)pyreen

0,05

Benzo(k)fluorantheen

0,05

Indeno(1,2,3cd)pyreen

0,05

Benzo(ghi)peryleen

0,05

5. Gechloreerde koolwaterstoffen

a. (Vluchtige) koolwaterstoffen

Monochlooretheen (vinylchloride)

5

Dichloormethaan

1.000

1,1-dichloorethaan

900

1,2-dichloorethaan

400

1,1-dichlooretheen

10

1,2-dichlooretheen (som)2

20

Dichloorpropanen (som)2

80

Trichloormethaan (Chloroform)

400

1,1,1-trichloorethaan

300

1,1,2-trichloorethaan

130

Trichlooretheen (Tri)

500

Tetrachloormethaan (Tetra)

10

Tetrachlooretheen (Per)

40

b. Chloorbenzenen4

Monochloorbenzeen

180

Dichloorbenzenen (som)2

50

Trichloorbenzenen (som)2

10

Tetrachloorbenzenen (som)2

2,5

Pentachloorbenzenen

1

Hexachloorbenzeen

0,5

c. Chloorfenolen4

Monochloorfenolen(som)2

100

Dichloorfenolen(som)2

30

Trichloorfenolen(som)2

10

Tetrachloorfenolen(som)2

10

Pentachloorfenol

3

d. Polychloorbifenylen (PCB’s)

PCB’s (som 7)2

0,01

e. Overige gechloreerde koolwaterstoffen

Monochlooranilinen (som)2

30

Chloornaftaleen (som)2

6

6. Bestrijdingsmiddelen

a. Organochloor-bestrijdingsmiddelen

Chloordaan (som)2

0,2

DDT/DDE/DDD (som)2

0,01

Drins (som)2

0,1

α-endosulfan

5

HCH-verbindingen (som)2

1

Heptachloor

0,3

Heptachloorepoxide (som)2

3

b. Organofosforpesticiden

c. Organotinbestrijdingsmiddelen

Organotinverbindingen (som)2

0,7

d. Chloorfenoxy-azijnzuur herbiciden

MCPA

50

e. Overige bestrijdingsmiddelen

Atrazine

150

Carbaryl

60

Carbofuran

100

7. Overige organische stoffen

Cyclohexanon

15.000

Ftalaten (som)2

5

Minerale olie4

600

Pyridine

30

Tetrahydrofuran

300

Tetrahydrothiofeen

5.000

Tribroommethaan (bromoform)

630

1 Op het omgaan met meetwaarden beneden de bepalingsgrens van het laboratorium zijn de regels krachtens artikel 25g, negende lid, onder i en j, van het Besluit bodemkwaliteit van toepassing.

2 Deze stoffen maken onderdeel uit van een somparameter. Op de samenstelling van de somparameters zijn de regels krachtens artikel 25g, negende lid, onder j, van het Besluit bodemkwaliteit van toepassing.

3 Voor grondwater zijn effecten van PAK’s, chloorbenzenen en chloorfenolen indirect, als fractie van de individuele parameters, optelbaar (dat wil zeggen 0,5 x parameter stof A heeft evenveel effect als 0,5 x parameter stof B). Dit betekent dat een somformule moet worden gebruikt om te beoordelen of van overschrijding van de parameter sprake is. Er is sprake van overschrijding van de parameter voor de som van een groep stoffen indien Σ(Ci/Ii) >1, waarbij Ci = gemeten concentratie van een stof uit de betreffende groep en Ii = parameter voor de betreffende stof uit de betreffende groep.

4 De definitie van minerale olie wordt beschreven bij de analysenorm. Als sprake is van verontreiniging met mengsels (bijvoorbeeld benzine of huisbrandolie) dan dient naast het alkaangehalte ook het gehalte aan aromatische en/of polycyclische aromatische koolwaterstoffen te worden bepaald. Met deze somparameter is om praktische redenen volstaan. Nadere toxicologische en chemische differentiatie wordt bestudeerd.


Bijlage VI bij artikel 5.3, tweede en derde lid, van dit besluit (beperkt kwetsbare en kwetsbare gebouwen en locaties en zeer kwetsbare gebouwen)

Bijlage VI bij artikel 5.3, tweede en derde lid, van dit besluit (beperkt kwetsbare en kwetsbare gebouwen en locaties en zeer kwetsbare gebouwen)

A Beperkt kwetsbare gebouwen

Een gebouw met een van de volgende gebruiksfuncties, alleen voor zover het gaat om die gebruiksfunctie:

  • a.

    een woonfunctie, met uitzondering van een woonfunctie in een woongebouw en een woonfunctie voor 24-uurszorg, als het gaat om een woonfunctie:

    • 1°.

      op een locatie met een dichtheid van ten hoogste twee woningen, woonschepen of woonwagens per ha;

    • 2°.

      om te worden gebruikt in het kader van de uitoefening van een beroep of bedrijf; of

    • 3°.

      die onderdeel is van lintbebouwing die loodrecht of nagenoeg loodrecht is gelegen op een buisleiding als bedoeld in artikel 3.101, eerste lid, onder a tot en met d, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover het gaat om het risico op een ongewoon voorval veroorzaakt door die activiteit;

  • b.

    een bijeenkomstfunctie, met uitzondering van een bijeenkomstfunctie:

    • 1°.

      voor kinderopvang;

    • 2°.

      voor dagverblijf van personen met een lichamelijke of geestelijke beperking;

    • 3°.

      waarin doorgaans een groot aantal personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig is; of

    • 4°.

      die een nevengebruiksfunctie is van een gebruiksfunctie als bedoeld onder E;

  • c.

    een industriefunctie als bedoeld in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, met uitzondering van gebouwen waarin doorgaans een groot aantal personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig is;

  • d.

    een kantoorfunctie met een bruto-vloeroppervlakte van ten hoogste 1.500 m2;

  • e.

    een logiesfunctie als bedoeld in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving:

    • 1°.

      op een locatie met een dichtheid van ten hoogste twee logiesfuncties per ha, en met ten hoogste 5 logiesverblijven als bedoeld in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving per gebouw; of

    • 2°.

      met een bruto-vloeroppervlakte van ten hoogste 1.500 m2;

  • f.

    een onderwijsfunctie voor volwassenenonderwijs, met uitzondering van een onderwijsfunctie waarin doorgaans een groot aantal personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig is;

  • g.

    een sportfunctie als bedoeld in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, met uitzondering van een sportfunctie:

    • 1°.

      waarin doorgaans een groot aantal personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig is; of

    • 2°.

      die een nevengebruiksfunctie is van een gebruiksfunctie als bedoeld onder E; of

  • h.

    een winkelfunctie als bedoeld in bijlage I bij het Besluit bouwwerken leefomgeving, met uitzondering van een winkelfunctie in een gebouw waarin een supermarkt of warenhuis is gevestigd, als het gaat om een winkelfunctie:

    • 1°.

      met meer dan vijf winkels en met een totale bruto-vloeroppervlakte van meer dan 1.000 m2; of

    • 2°.

      met een winkel met een bruto-vloeroppervlakte van meer dan 2.000 m2.

B Beperkt kwetsbare locaties

Een locatie voor:

  • a.

    recreatief nachtverblijf voor ten hoogste 50 personen;

  • b.

    sport, spel of recreatief dagverblijf, met uitzondering van locaties waar doorgaans een groot aantal personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig is; of

  • c.

    evenementen in de openlucht voor minder dan 5.000 personen.

C Kwetsbare gebouwen

Een gebouw met een van de volgende gebruiksfuncties, alleen voor zover het gaat om die gebruiksfunctie en voor zover het niet gaat om een beperkt kwetsbaar gebouw of een zeer kwetsbaar gebouw:

D Kwetsbare locaties

Een locatie voor:

  • a.

    recreatief nachtverblijf voor meer dan 50 personen;

  • b.

    sport, spel of recreatief dagverblijf, waar doorgaans een groot aantal personen gedurende een groot gedeelte van de dag aanwezig is; of

  • c.

    evenementen in de openlucht voor ten minste 5.000 personen.

E Zeer kwetsbare gebouwen

Een gebouw met een van de volgende gebruiksfuncties, alleen voor zover het gaat om die gebruiksfunctie en nevengebruiksfuncties daarvan:

  • a.

    een woonfunctie voor 24-uurszorg;

  • b.

    een bijeenkomstfunctie:

    • 1°.

      voor kinderopvang; of

    • 2°.

      voor dagverblijf van personen met een lichamelijke of geestelijke beperking;

  • c.
  • d.

    een gezondheidszorgfunctie met bedgebied; of

  • e.

    een onderwijsfunctie:

    • 1°.

      voor basisonderwijs; of

    • 2°.

      voor onderwijs aan minderjarigen met een lichamelijke of geestelijke beperking.


Bijlage VII bij de artikelen 5.4, 5.8, eerste en tweede lid, 5.9, tweede lid, 5.13, eerste, tweede en vierde lid, 5.14, vijfde lid, 5.16, eerste en derde lid, 8.12, eerste lid, en 11.1 tot en met 11.5 van dit besluit (opslag, productie, gebruik en vervoer van gevaarlijke stoffen en windturbines)

Bijlage VII bij de artikelen 5.4, 5.8, eerste en tweede lid, 5.9, tweede lid, 5.13, eerste, tweede en vierde lid, 5.14, vijfde lid, 5.16, eerste en derde lid, 8.12, eerste lid, en 11.1 tot en met 11.5 van dit besluit (opslag, productie, gebruik en vervoer van gevaarlijke stoffen en windturbines)

A Activiteiten met vastgestelde afstanden voor het plaatsgebonden risico zonder vergunningplicht

1 Behandelen, regelen en meten van aardgas

Activiteit

Het behandelen van aardgas, het regelen van aardgasdruk of het meten van de hoeveelheid of kwaliteit van aardgas, als de werkdruk aan de inlaatzijde ten hoogste 10.000 kPa is en de gastoevoerleiding een diameter heeft van ten hoogste 50,8 cm, bedoeld in artikel 3.97, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving.

Afstand plaatsgebonden risico

De afstanden, bedoeld in artikel 4.421, eerste lid, onder b, en tweede lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover de afstand, bedoeld in het eerste lid, onder b, van dat artikel geldt.

1a Tanken van LPG

Activiteit

Het tanken van voertuigen of werktuigen met LPG, bedoeld in artikel 4.472 van het Besluit activiteiten leefomgeving.

Afstand plaatsgebonden risico

De afstanden, bedoeld in artikel 4.472c, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover de afstand, bedoeld in het tweede lid van dat artikel, geldt.

Afstand aandachtsgebieden

Voor het:

a. brandaandachtsgebied: 60 m vanaf het vulpunt, de bovengrondse vloeistofvoerende leiding en pomp en het aansluitpunt van die leiding; en

b. explosieaandachtsgebied: 160 m vanaf het vulpunt en de bovengrondse opslagtank.

2 Tanken van CNG

Activiteit

Het tanken van voertuigen, vaartuigen of werktuigen met CNG met een installatie die een nominale druk heeft van ten minste 20.000 kPa, bedoeld in artikel 4.481 van het Besluit activiteiten leefomgeving.

Afstand plaatsgebonden risico

De afstand, bedoeld in artikel 4.484, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover de afstand, bedoeld in het tweede lid van dat artikel, geldt.

3 Opslaan van brandstoffen in bunkerstations

Activiteit

Het opslaan van vloeibare brandstoffen in een bunkerstation, bedoeld in artikel 4.522 van het Besluit activiteiten leefomgeving, met uitzondering van bunkerstations die zijn geïnstalleerd voor 1 januari 2011.

Afstand plaatsgebonden risico

De afstand, bedoeld in artikel 4.524, eerste en tweede lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover de afstand, bedoeld in het derde lid van dat artikel, geldt.

4 Kleinschalig tanken van vaartuigen of drijvende werktuigen met brandstoffen

Activiteit

Het met een handpomp of elektrische pomp tanken van vaartuigen of drijvende werktuigen, als niet meer dan 25 m3 vloeibare brandstoffen per jaar wordt getankt, bedoeld in artikel 4.529 van het Besluit activiteiten leefomgeving, met uitzondering van het tanken van:

a. vloeibare brandstoffen die niet behoren tot ADR-klasse 3;

b. gasolie, diesel of huisbrandolie met een vlampunt van 55 °C of hoger; of

c. vloeibare brandstoffen vanaf bunkerstations of met op land geplaatste vaste tankzuilen die zijn geïnstalleerd voor 1 januari 2011.

Afstand plaatsgebonden risico

De afstand, bedoeld in artikel 4.532, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover de afstand, bedoeld in het tweede lid van dat artikel, geldt.

5 Grootschalig tanken van vaartuigen of drijvende werktuigen met brandstoffen

Activiteit

Het tanken van vaartuigen of drijvende werktuigen, als meer dan 25 m3 vloeibare brandstoffen per jaar wordt getankt, bedoeld in artikel 4.539 van het Besluit activiteiten leefomgeving, met uitzondering van het tanken van:

a. vloeibare brandstoffen die niet behoren tot ADR-klasse 3;

b. gasolie, diesel of huisbrandolie met een vlampunt van 55 °C of hoger; of

c. vloeibare brandstoffen vanaf bunkerstations of met op land geplaatste vaste tankzuilen die zijn geïnstalleerd voor 1 januari 2011.

Afstand plaatsgebonden risico

De afstand, bedoeld in artikel 4.542, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover de afstand, bedoeld in het tweede lid van dat artikel, geldt.

6 Mestvergistingsinstallatie

Activiteit

Het vergisten van dierlijke meststoffen in een installatie die bestaat uit een vergistingstank en een gaszak of opslagtank voor de opslag van vergistingsgas, bedoeld in artikel 4.864, aanhef en onder b, van het Besluit activiteiten leefomgeving.

Afstand plaatsgebonden risico

De afstand, bedoeld in artikel 4.866, eerste en tweede lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover de afstand, bedoeld in het derde lid van dat artikel, geldt.

7 Opslaan van propaan of propeen in opslagtanks

Activiteit

Het opslaan van propaan of propeen in een opslagtank, bedoeld in artikel 4.896 van het Besluit activiteiten leefomgeving, als de activiteit niet als vergunningplichtig is aangewezen in artikel 3.22, eerste lid, van dat besluit.

Afstand plaatsgebonden risico

De afstand, bedoeld in artikel 4.899, eerste lid, aanhef en onder b, tweede en derde lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover de afstand, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder b, of het tweede lid van dat artikel, geldt.

Afstand aandachtsgebieden

De afstanden, bedoeld in tabel A.7.

Tabel A.7

Brandaandachtsgebied in m

Explosieaandachtsgebied

in m

Ondergrondse opslagtank: vanaf bovengrondse vloeistofvoerende leiding, aansluitpunten van die leiding en pomp

20

geen

Bovengrondse opslagtank: vanaf opslagtank

Inhoud ≤ 5 m3

20

30

Inhoud > 5 m3

20

50

> 5 bevoorradingen per jaar: vanaf vulpunt

60

160

8 Opslaan van oxiderende en verstikkende gassen in opslagtanks

Activiteit

Het opslaan van zuurstof, stikstof, argon, kooldioxide, helium of lachgas in een opslagtank, bedoeld in artikel 4.902 van het Besluit activiteiten leefomgeving, als de activiteit niet als vergunningplichtig is aangewezen in artikel 3.22, eerste lid, van dat besluit.

Afstand plaatsgebonden risico

De afstand, bedoeld in artikel 4.905, eerste lid, aanhef en onder b, en tweede lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover de afstand, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder b, of derde lid van dat artikel, geldt.

9 Opslaan van brandbare vloeistoffen anders dan diesel in bovengrondse opslagtanks

Activiteit

Het opslaan van vloeibare gevaarlijke stoffen van ADR-klasse 3 in een bovengrondse opslagtank, bedoeld in artikel 4.910 van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover het gaat om het opslaan van polyesterhars, met uitzondering van opslagtanks die zijn geïnstalleerd voor 1 januari 2013.

Afstand plaatsgebonden risico

De afstand, bedoeld in artikel 4.914, eerste lid, aanhef en onder b, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover de afstand, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder b, of tweede lid van dat artikel, geldt.

10 Opslaan van brandbare vloeistoffen anders dan diesel in ondergrondse opslagtanks

Activiteit

Het opslaan van vloeibare gevaarlijke stoffen van ADR-klasse 3 in een ondergrondse opslagtank, bedoeld in artikel 4.958 van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover het gaat om:

a. het opslaan van vloeibare brandstoffen, met uitzondering van gasolie, diesel of huisbrandolie met een vlampunt van 55 °C of hoger, voor het tanken van vaartuigen of drijvende werktuigen vanaf de wal, met uitzondering van opslagtanks die zijn geïnstalleerd voor 1 januari 2011; of

b. het opslaan van organische oplosmiddelen.

Afstand plaatsgebonden risico

De afstand, bedoeld in:

a. artikel 4.962, eerste lid, aanhef en onder b, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover de afstand, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder b, of tweede lid van dat artikel, geldt; en

b. artikel 4.963, eerste lid, eerste lid, aanhef en onder b, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover de afstand, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder b, of tweede lid van dat artikel, geldt.

11 Opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking

Activiteit

Het opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking, met uitzondering van gevaarlijke stoffen van ADR-klasse 5.2, bedoeld in artikel 4.1004 van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover het gaat om het opslaan in een opslagplaats waar meer dan:

a. 2.500 kg gevaarlijke stoffen in verpakking, met uitzondering van gevaarlijke stoffen van ADR-klasse 2 in gasflessen, wordt opgeslagen, als in de opslagplaats brandbare stoffen van ADR-klasse 3, 4.1, 4.2 of 4.3 worden opgeslagen; of

b. 1.000 l brandbare gassen van ADR-klasse 2 in gasflessen wordt opgeslagen in een opslagplaats in de buitenlucht.

Afstand plaatsgebonden risico

De afstand, bedoeld in artikel 4.1008, eerste lid, aanhef en onder b, en tweede lid, aanhef en onder b, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover de afstand, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder b, of tweede lid, aanhef en onder b, of derde lid van dat artikel, geldt.

12 Opstellen van voertuigen, opleggers of aanhangers met gevaarlijke stoffen

Activiteit

Het tegelijkertijd voor minder dan 24 uur opstellen van niet meer dan drie voertuigen, opleggers of aanhangers die zijn geladen met gevaarlijke stoffen als bedoeld in artikel 3.27, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedoeld in artikel 4.1099 van dat besluit, met uitzondering van het opstellen van voertuigen, opleggers of aanhangers voor het verrichten van formaliteiten, laden of lossen.

Afstand plaatsgebonden risico

De afstand, bedoeld in artikel 4.1101, eerste lid, aanhef en onder b, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover de afstand, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onder b, of tweede lid van dat artikel, geldt.

B Activiteiten met vastgestelde afstanden voor het plaatsgebonden risico met vergunningplicht

1 Koelinstallatie met ammoniak

Activiteit

Het exploiteren van een koelinstallatie met meer dan 1.500 kg ammoniak, bedoeld in artikel 3.16, eerste lid, aanhef en onder b, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover het gaat om:

a. minder dan 10.000 kg ammoniak; en

b. een binnendiameter van de vloeistofleiding naar de verdamper van ten hoogste 80 mm.

Afstand plaatsgebonden risico

Voor:

a. één koelinstallatie in een machinekamer: de afstanden, bedoeld in tabel B.1.1; en

b. meer dan een koelinstallatie in een machinekamer: de afstanden, bedoeld in tabel B.1.2.

Tabel B.1.1

Afstand in m

Werktemperatuur1 installatie met pompbeveiliging 2

Hoeveelheidsklasse ammoniak3 in kg

Opstellings uitvoering 45  6 

Bij binnendiameter vloeistofleiding7 naar verdamper

Vanaf machinekamer

Vanaf vloeistofleiding

≤ 50 mm

50 tot en met 80 mm

≤ 50 mm

50 tot en met 80 mm

< -25 °C

1.500 tot 3.500

1

geen

geen

geen

geen

2

geen

geen

geen

geen

3

35

35

geen

geen

3.500 tot 6.000

1

geen

geen

geen

geen

2

30

40

25

40

3

65

65

25

40

6.000 tot 8.000

1

geen

geen

geen

geen

2

30

45

30

40

3

75

75

30

40

8.000 tot 10.000

1

geen

geen

geen

geen

2

30

45

30

45

3

85

85

30

45

–25 tot en met 5 °C

1.500 tot 3.500

1

geen

geen

geen

geen

2

geen

geen

geen

geen

3

45

45

geen

geen

3.500 tot 6.000

1

geen

50

geen

geen

2

60

75

55

70

3

75

90

55

70

6.000 tot 8.000

1

geen

50

geen

geen

2

65

85

60

80

3

85

100

60

80

8.000 tot 10.000

1

geen

50

geen

geen

2

70

85

65

85

3

95

105

65

85

> -5 °C

1.500 tot 3.500

1

geen

geen

geen

geen

2

geen

geen

geen

geen

3

45

45

geen

geen

3.500 tot 6.000

1

geen

60

geen

geen

2

70

85

55

75

3

85

95

55

75

6.000 tot 8.000

1

geen

65

geen

geen

2

80

95

60

85

3

90

105

60

85

8.000 tot 10.000

1

50

65

geen

geen

2

85

105

65

90

3

95

110

65

90

1 Werktemperatuur is de afscheider- of verdampingstemperatuur.

2 Pompbeveiliging is een combinatie van elementen en voorzieningen per koudemiddelpomp, waardoor bij een breuk van de afvoerleiding van de pomp die pomp onverwijld buiten werking wordt gesteld en de toevoer van ammoniak naar de leiding wordt afgesneden. Als een installatie in opstellingsuitvoering 2 of 3 niet is uitgerust met een pompbeveiliging, wordt de afstand vermeerderd met 30 m.

3 Hoeveelheidsklasse ammoniak is de totale hoeveelheid ammoniak die in de installatie aanwezig is, met inbegrip van de hoeveelheid in een afscheidervat met minder dan 400 kg ammoniak.

4 Opstellingsuitvoering 1 is een opstelling waarbij alle ammoniakvoerende onderdelen zijn opgesteld in de machinekamer of in de productieruimte, eventueel met uitzondering van de condensor met verbindend leidingwerk, waarbij die laatste onderdelen buiten opgesteld kunnen zijn.

5 Opstellingsuitvoering 2 is een opstelling als bij opstellingsuitvoering 1, waarbij de leidingen naar en van de verdamper of verdampers met de buitenlucht in verbinding staan.

6 Opstellingsuitvoering 3 is een opstelling als bij opstellingsuitvoering 2, waarbij het afscheidervat of vloeistofvat buiten opgesteld zijn.

7 Vloeistofleiding is een met de buitenlucht in verbinding staande ammoniakvoerende leiding naar de verdamper of verdampers.

Tabel B.1.2

Hoeveelheidsklasse ammoniak 1 in koelinstallatie 1: koelinstallatie waarvoor de grootste afstand, bedoeld in tabel B.1.1, geldt in kg

≤ 6.000

6.000 tot en met 8.000

> 8.000

Hoeveelheidsklasse ammoniak 1 in koelinstallatie 2: koelinstallatie met de grootste inhoud, met uitzondering van koelinstallatie 1 (in kg)

≤ 3.500

De afstand, bepaald voor eenzelfde installatie 2 als installatie 1, maar bij de eerstvolgende hogere hoeveelheidsklasse, bedoeld in tabel B.1.1

De afstand, bepaald voor eenzelfde installatie 2 als installatie 1, bedoeld in tabel B.1.1, vermeerderd met 10 m

> 3.500

De afstand, bepaald voor eenzelfde installatie 2 als installatie 1, maar met een hoeveelheid die behoort tot de tweede hogere hoeveelheidsklasse, bedoeld in tabel B.1.1

De afstand, bepaald voor eenzelfde installatie 2 als installatie 1, bedoeld in tabel B.1.1., vermeerderd met 20 m

1 Hoeveelheidsklasse ammoniak is de totale hoeveelheid ammoniak die in de installatie aanwezig is, met inbegrip van de hoeveelheid in een afscheidervat met minder dan 400 kg ammoniak.

2 Eenzelfde installatie is een installatie met dezelfde werktemperatuur, dezelfde opstellingsuitvoering en een vloeistofleiding met dezelfde binnendiameter.

2 Opslagtank voor gassen

Activiteit

Het opslaan van meer dan 13 m3 propaan of propeen in een opslagtank, bedoeld in artikel 3.22, eerste lid, aanhef en onder c, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover het gaat om het opslaan van ten hoogste 50 m3 met een jaarlijkse doorzet van ten hoogste 600 m3.

Afstand plaatsgebonden risico

De afstanden, bedoeld in tabel B.2.

Afstand aandachtsgebieden

Voor het:

a. brandaandachtsgebied: 60 m vanaf het vulpunt, de bovengrondse vloeistofvoerende leiding, de aansluitpunten van die leiding en pomp; en

b. explosieaandachtsgebied: 160 m vanaf het vulpunt en de bovengrondse opslagtank.

Tabel B.2

Jaarlijkse doorzet

in m3

Ondergrondse opslagtank: vanaf vulpunt, bovengrondse vloeistofvoerende leiding, aansluitpunten van die leiding en pomp (in m)

Bovengrondse opslagtank: vanaf vulpunt en opslagtank

Inhoud 13 m3 tot en met 20 m3 (in m)

Inhoud 20 m3 tot en met 50 m3 (in m)

≤ 100

25

25

25

100 tot en met 300

30

35

35

> 300

40

45

55

3 Opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking

Activiteit

Het in een opslagplaats opslaan van 10.000 kg of meer in totaal van de gevaarlijke stoffen, bedoeld in artikel 3.27, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedoeld in artikel 3.28, aanhef en onder h, van dat besluit, voor zover het opslaan geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op brandbare gevaarlijke stoffen met fluor-, chloor-, broom-, stikstof- of zwavelhoudende verbindingen, of zowel brandbare gevaarlijke stoffen als gevaarlijke stoffen met die verbindingen, met uitzondering van het opslaan van verpakkingseenheden van meer dan 100 kg met een stof van ADR-klasse 6.1, verpakkingsgroep I, die in de openlucht worden gelost of geladen, en voor zover het gaat om:

a. het opslaan van ten hoogste 30.000 kg per opslagplaats, voor korte tijd en in afwachting van aansluitend vervoer naar een vooraf bekende ontvanger;

b. in een opslagplaats met een oppervlakte van ten hoogste 100 m2; of

c. in een opslagplaats met een oppervlakte van meer dan 100 m2 en ten hoogste 2.500 m2, en voor zover het gaat om het in tabel B.3 bedoelde:

1°. stikstofgehalte van de totale hoeveelheid gevaarlijke stoffen in de opslagplaats, met uitzondering van minerale anorganische meststoffen, berekend volgens bij ministeriële regeling gestelde regels; of

2°. blussysteem.

Afstand plaatsgebonden risico

De afstand vanaf de opslagplaats:

a. voor zover het gaat om het opslaan van ten hoogste 30.000 kg per opslagplaats, gedurende korte tijd en in afwachting van aansluitend vervoer naar een vooraf bekende ontvanger: 20 m; en

b. voor zover het gaat om het opslaan op andere wijze: de afstanden, bedoeld in tabel B.3.

Tabel B.3

Afstanden in m

Oppervlakte opslagplaats (m2)

≤ 100

100 tot en met 300

300 tot en met 600

600 tot en met 900

900 tot en met 1.500

1.500 tot en met 2.500

Beschermingsniveau volgens PGS 15, blussysteem en stikstofgehalte

Beschermingsniveau 1

Automatische blusgasinstallatie

20

te berekenen

te berekenen

te berekenen

te berekenen

te berekenen

Automatische hi-ex inside-air installatie

20

20

20

20

20

20

(Semi-) automatische monitorinstallatie

20

20

20

20

20

20

Bedrijfsbrandweer met handbediende deluge-installatie

20

te berekenen

te berekenen

te berekenen

te berekenen

te berekenen

Handbediende deluge-installatie met watervoorziening door bedrijfsbrandweer

20

te berekenen

te berekenen

te berekenen

te berekenen

te berekenen

Handbediende deluge-installatie met watervoorziening door lokale brandweer

20

te berekenen

te berekenen

te berekenen

te berekenen

te berekenen

Automatische sprinklerinstallatie of sprinkler in rekken

30

30

40

50

50

50

Automatische deluge installatie

30

30

40

50

50

50

Automatische hi-ex outside-air installatie, stikstofgehalte < 5%

40

45

50

55

55

55

Automatische hi-ex outside-air installatie, stikstofgehalte 5 ≤ 10%

40

te berekenen

te berekenen

te berekenen

te berekenen

te berekenen

Automatische hi-ex outside-air installatie, stikstofgehalte > 10%

50

te berekenen

te berekenen

te berekenen

te berekenen

te berekenen

Bedrijfsbrandweer met ter plaatse blussen, stikstofgehalte < 5%

260

490

570

630

630

niet van toepassing

Bedrijfsbrandweer met ter plaatse blussen, stikstofgehalte 5 ≤ 10%

260

te berekenen

te berekenen

te berekenen

te berekenen

te berekenen

Bedrijfsbrandweer met ter plaatse blussen, stikstofgehalte > 10%

310

te berekenen

te berekenen

te berekenen

te berekenen

te berekenen

Beschermingsniveau 2a, stikstofgehalte < 5 %

ADR-klasse 3 in kunststof

290

360

190

220

n.v.t.

n.v.t.

ADR-klasse 3 niet in kunststof

270

270

160

210

210

n.v.t.

Geen ADR-klasse 3

45

120

160

210

210

210

Beschermingsniveau 2a, stikstofgehalte 5 ≤ 10%

ADR-klasse 3 in kunststof

290

te berekenen

te berekenen

te berekenen

te berekenen

te berekenen

ADR-klasse 3 niet in kunststof

270

te berekenen

te berekenen

te berekenen

te berekenen

te berekenen

Geen ADR-klasse 3

120

te berekenen

te berekenen

te berekenen

te berekenen

te berekenen

Beschermingsniveau 2a, stikstofgehalte > 10 %

ADR-klasse 3 in kunststof

340

te berekenen

te berekenen

te berekenen

te berekenen

te berekenen

ADR-klasse 3 niet in kunststof

310

te berekenen

te berekenen

te berekenen

te berekenen

te berekenen

Geen ADR-klasse 3

190

te berekenen

te berekenen

te berekenen

te berekenen

te berekenen

Beschermingsniveau 3

Stikstofgehalte < 5%

30

75

80

85

85

85

Stikstofgehalte 5 ≤ 10%

65

te berekenen

te berekenen

te berekenen

te berekenen

te berekenen

Stikstofgehalte > 10%

90

te berekenen

te berekenen

te berekenen

te berekenen

te berekenen

Alle beschermingsniveaus

Gasflessen

20

20

20

20

20

20

4 Opslaan van vaste minerale anorganische meststoffen

Activiteit

Het opslaan van meer dan 100.000 kg vaste minerale anorganische meststoffen van meststoffengroep 2 van PGS 7, bedoeld in artikel 3.37, aanhef en onder a, van het Besluit activiteiten leefomgeving.

Afstand plaatsgebonden risico

60 m vanaf de opslagplaats.

5 Waterstof: opslag- en transportbedrijf, groothandel en containeroverslag en tankstation

Activiteit

Het tanken van voertuigen of werktuigen met waterstof, bedoeld in artikel 3.286, eerste lid, aanhef en onder f, van het Besluit activiteiten leefomgeving, of het bieden van gelegenheid voor het tanken van voertuigen of werktuigen met waterstof, bedoeld in artikel 3.297, aanhef en onder b, van dat besluit.

Afstand plaatsgebonden risico

a. 30 m vanaf de tussenopslag, voor zover de waterstof wordt aangevoerd via een buisleiding of op de locatie wordt geproduceerd; en

b. 35 m vanaf het vulpunt, voor zover de waterstof wordt aangevoerd met tanks.

Afstand aandachtsgebieden

Voor het brandaandachtsgebied: 55 m vanaf de opslagtank.

C Activiteiten met bij ministeriële regeling vastgestelde afstanden voor het plaatsgebonden risico

Basisnet

Activiteit

Het vervoer van gevaarlijke stoffen als bedoeld in artikel 1 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen over het basisnet.

Afstand plaatsgebonden risico

De afstand tot de locaties, bedoeld in artikel 14, eerste lid, van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen.

De afstand geldt vanaf de locaties die bij ministeriële regeling zijn aangewezen.

Afstand aandachtsgebieden

Voor de wegen, spoorwegen en binnenwateren die bij ministeriële regeling zijn aangewezen voor het:

a. brandaandachtsgebied: 30 m; en

b. explosieaandachtsgebied: 200 m.

De afstand geldt vanaf de locaties die bij ministeriële regeling zijn aangewezen.

D Activiteiten met te berekenen afstanden voor het plaatsgebonden risico zonder vergunningplicht

1 Windturbine

Activiteit

Het opwekken van elektriciteit met een windturbine met een rotordiameter van meer dan 2 m, bedoeld in artikel 3.11 van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover het niet gaat om een windpark met drie of meer windturbines.

Afstand plaatsgebonden risico

Te berekenen afstand.

2 Buisleiding met gevaarlijke stoffen

Activiteit

Het exploiteren van een buisleiding, bedoeld in artikel 3.101, eerste lid, onder a tot en met d, van het Besluit activiteiten leefomgeving.

Afstand plaatsgebonden risico

Te berekenen afstand.

Afstand aandachtsgebieden

Te berekenen afstand.

E Activiteiten met te berekenen afstanden voor het plaatsgebonden risico met vergunningplicht

1 Windturbine

Activiteit

Het opwekken van elektriciteit met een windturbine met een rotordiameter van meer dan 2 m, voor zover het gaat om een windpark met 3 of meer windturbines, bedoeld in artikel 3.13 van het Besluit activiteiten leefomgeving.

Afstand plaatsgebonden risico

Te berekenen afstand.

2 Koelinstallatie met ammoniak

Activiteit

Het exploiteren van een koelinstallatie met meer dan 1.500 kg ammoniak, bedoeld in artikel 3.16, eerste lid, aanhef en onder b, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover het gaat om:

a. ten minste 10.000 kg ammoniak; of

b. een binnendiameter van de vloeistofleiding naar de verdamper van meer dan 80 mm.

Afstand plaatsgebonden risico

Te berekenen afstand, tenzij de berekende afstand kleiner is dan de afstand die volgens tabel B.1.1 geldt voor een installatie met dezelfde werktemperatuur en dezelfde opstellingsuitvoering. In dat geval geldt de afstand uit tabel B.1.1.

Afstand aandachtsgebieden

Te berekenen afstand.

3 Opslagtank voor gassen

Activiteit

3.1. Het opslaan in een opslagtank van giftige of bijtende gassen van ADR-klasse 2, bedoeld in artikel 3.22, eerste lid, aanhef en onder a, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover het gaat om:

a. meer dan 1.500 kg ammoniak; of

b. meer dan 1 m3 andere giftige of bijtende gassen.

3.2. Het opslaan in een opslagtank van gassen in de gevarenklasse acute toxiciteit, categorie 1, 2 of 3, bedoeld in bijlage I, deel 3, bij de CLP-verordening, bedoeld in artikel 3.22, eerste lid, aanhef en onder b, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover het gaat om meer dan 1 m3.

3.3. Het opslaan in een opslagtank van meer dan 13 m3 propaan of propeen, bedoeld in artikel 3.22, eerste lid, aanhef en onder c, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover het gaat om het opslaan van:

a. ten hoogste 50 m3 met een jaarlijkse doorzet van meer dan 600 m3; of

b. meer dan 50 m3.

3.4. Het opslaan in een opslagtank van brandbare gassen van ADR-klasse 2, bedoeld in artikel 3.22, eerste lid, aanhef en onder e, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover het gaat om meer dan 13 m3 acetyleen.

Afstand plaatsgebonden risico

Te berekenen afstand.

Afstand aandachtsgebieden

Te berekenen afstand.

4 Opslagtank voor vloeistoffen en tankcontainer of verpakking die wordt gebruikt als opslagtank voor vloeistoffen

Activiteit

4.1. Het opslaan in een opslagtank met een inhoud van meer dan 250 l of een tankcontainer of verpakking die als opslagtank wordt gebruikt en een inhoud heeft van meer dan 250 l, van vloeibare gevaarlijke stoffen van ADR-klasse 6.1, bedoeld in artikel 3.25, eerste lid, aanhef en onder e, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover het gaat om meer dan 1 m3.

4.2. Het opslaan in een opslagtank met een inhoud van meer dan 250 l of een tankcontainer of verpakking die als opslagtank wordt gebruikt en een inhoud heeft van meer dan 250 l, van vloeibare gevaarlijke stoffen in de gevarenklasse acute toxiciteit, categorie 1 of 2, of 3, bedoeld in bijlage I, deel 3, bij de CLP-verordening, bedoeld in artikel 3.25, eerste lid, aanhef en onder g, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover het gaat om:

a. meer dan 1 m3; en

b. vloeibare gevaarlijke stoffen in de gevarenklasse acute toxiciteit, categorie 1 of 2, bedoeld in bijlage I, deel 3, bij de CLP-verordening; of

c. vloeibare gevaarlijke stoffen in de gevarenklasse acute toxiciteit, categorie 3, bedoeld in bijlage I, deel 3, bij de CLP-verordening, als die:

1°. bij inademing acuut toxisch zijn; of

2°. bij opname door de mond acuut toxisch zijn, voor zover die stoffen niet kunnen worden ingedeeld in die klasse bij inademing of blootstelling aan de huid.

4.3. Het opslaan in een opslagtank met een inhoud van meer dan 150 m3 of een tankcontainer of verpakking die als opslagtank wordt gebruikt en een inhoud heeft van meer dan 150 m3, bedoeld in artikel 3.25, eerste lid, aanhef en onder h, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover het gaat om:

a. vloeibare gevaarlijke stoffen van ADR-klasse 3, verpakkingsgroep I of II; en

b. een bovengrondse opslagtank of een tankcontainer of verpakking die als opslagtank wordt gebruikt.

Afstand plaatsgebonden risico

Te berekenen afstand.

Afstand aandachtsgebieden

Te berekenen afstand.

5 Opslaan van gevaarlijke stoffen in verpakking

Activiteit

5.1. Het in een opslagplaats opslaan van meer dan 1.500 l giftige of bijtende gassen van ADR-klasse 2 in gasflessen, bedoeld in artikel 3.28, aanhef en onder a, van het Besluit activiteiten leefomgeving.

5.2. Het in een opslagplaats opslaan van meer dan 1.500 l tot vloeistof verdichte gassen in de gevarenklasse acute toxiciteit, categorie 1, 2 of 3, bedoeld in bijlage I, deel 3, bij de CLP-verordening, in gasflessen, bedoeld in artikel 3.28, aanhef en onder g, van het Besluit activiteiten leefomgeving.

5.3. Het in een opslagplaats opslaan van 10.000 kg of meer in totaal van de gevaarlijke stoffen, bedoeld in artikel 3.27, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, bedoeld in artikel 3.28, aanhef en onder h, van dat besluit, voor zover het opslaan geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op brandbare gevaarlijke stoffen met fluor-, chloor-, broom-, stikstof- of zwavelhoudende verbindingen, of zowel brandbare gevaarlijke stoffen als gevaarlijke stoffen met die verbindingen, met uitzondering van het opslaan van ten hoogste 30.000 kg per opslagplaats, voor korte tijd en in afwachting van aansluitend vervoer naar een vooraf bekende ontvanger, en voor zover het gaat om:

a. een opslagplaats met een oppervlakte van meer dan 100 m2 en minder dan 2.500 m2 en voor zover het niet gaat om een geval waarvoor afstanden zijn vastgesteld in tabel B.3;

b. een opslagplaats met een oppervlakte van meer dan 2.500 m2; of

c. verpakkingseenheden van meer dan 100 kg met een stof van ADR-klasse 6.1, verpakkingsgroep I, die in de open lucht worden gelost of geladen.

Afstand plaatsgebonden risico

Te berekenen afstand.

Afstand aandachtsgebieden

Te berekenen afstand.

6 Seveso-inrichting

Activiteit

Het exploiteren van een Seveso-inrichting, bedoeld in de artikelen 3.50 en 3.51, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving.

Afstand plaatsgebonden risico

Te berekenen afstand.

Afstand aandachtsgebieden

Te berekenen afstand.

7 Behandelen, regelen en meten van aardgas

Activiteit

Het behandelen van aardgas, het regelen van aardgasdruk of het meten van de hoeveelheid of kwaliteit van aardgas, voor zover die activiteiten worden verricht in een installatie met een gastoevoerleiding met een diameter van meer dan 50,8 cm, bedoeld in de artikelen 3.97 en 3.98, aanhef en onder b, van het Besluit activiteiten leefomgeving.

Afstand plaatsgebonden risico

Te berekenen afstand.

Afstand aandachtsgebieden

Te berekenen afstand.

8 Metaalproductenindustrie: bad met giftige gevaarlijke stoffen

Activiteit

8.1. Het aanbrengen van metaallagen met een cyanidehoudend bad met een inhoud van ten minste 100 l, bedoeld in artikel 3.105, onder d, van het Besluit activiteiten leefomgeving.

8.2. Het behandelen van het oppervlak van metalen met een bad met een inhoud van ten minste 1 m3 vloeibare gevaarlijke stoffen van ADR-klasse 6.1 of vloeibare gevaarlijke stoffen in de gevarenklasse acute toxiciteit, categorie 1, 2 of 3, bedoeld in bijlage I, deel 3, bij de CLP-verordening, bedoeld in artikel 3.105, onder e, van het Besluit activiteiten leefomgeving.

Afstand plaatsgebonden risico

Te berekenen afstand.

Afstand aandachtsgebieden

Te berekenen afstand.

9 Opslag- en transportbedrijf, groothandel en containeroverslag: Seveso-hoeveelheid

Activiteit

Het buiten een Seveso-inrichting opslaan van gevaarlijke stoffen als bedoeld in artikel 3, tiende lid, van de Seveso-richtlijn, in een hoeveelheid van ten minste de drempelwaarde, bedoeld in bijlage I, deel 1, kolom 2 of deel 2, kolom 2, bij de Seveso-richtlijn, met inachtneming van de aantekeningen bij die bijlage, voor korte tijd en in afwachting van aansluitend vervoer naar een vooraf bekende ontvanger, bedoeld in artikel 3.286, eerste lid, aanhef en onder k, van het Besluit activiteiten leefomgeving.

Afstand plaatsgebonden risico

Te berekenen afstand.

Afstand aandachtsgebieden

Voor de volgende aandachtsgebieden, waarvoor de daarbij aangegeven giftige gassen van categorie GT5 en de giftige vloeistoffen van categorie LT3 en LT4 zijn aangewezen in tabel E.9:

a. voor zover het gaat om het opslaan van verpakte gevaarlijke stoffen, met uitzondering van giftige gassen van categorie GT5, of giftige vloeistoffen van categorie LT3 of LT4 vanaf de opslaglocatie:

1°. brandaandachtsgebied: 30 m;

2°. explosieaandachtsgebied: 200 m; en

3°. gifwolkaandachtsgebied: 300 m; en

b. voor zover het gaat om het opslaan van verpakte giftige gassen van categorie GT5 of giftige vloeistoffen van categorie LT3 of LT4: een te berekenen afstand.

Tabel E.9

Tkrit 1 (in K)

Tkook 2 (in K)

LC50 3 (in ppm)

< 100

100 tot 1.000

1.000 tot 10.000

> 440

> 273

GT5

400 tot en met 440

253 tot en met 273

GT5

GT5

293 tot en met 400

182 tot en met 253

GT5

GT5

GT5

P20 4 (in mbar)

Tkook (in K)

LC50 (in ppm)

< 10

10 tot 100

100 tot 1.000

1.000 tot 5.000

10 tot en met 50

353 tot 373

LT3

50 tot en met 200

323 tot 353

LT4

LT3

200 tot en met 700

303 tot 323

LT4

LT3

> 700

< 303

LT4

LT3

1 Tkrit is kritische temperatuur.

2 Tkook is kooktemperatuur.

3 LC50 is mediaan letale concentratie, dat is de concentratie van een stof waarbij 50% van de testorganismen overlijdt na 1 uur.

4 P20 is dampspanning bij 20 °C.

10 LNG: opslag- en transportbedrijf, groothandel en containeroverslag en tankstation

Activiteit

Het tanken van voertuigen of werktuigen met LNG, bedoeld in artikel 3.286, eerste lid, aanhef en onder e, van het Besluit activiteiten leefomgeving, of het bieden van gelegenheid voor het tanken van voertuigen of werktuigen met LNG, bedoeld in artikel 3.297, aanhef en onder a, van dat besluit.

Afstand plaatsgebonden risico

Te berekenen afstand.

Afstand aandachtsgebieden

Voor het brandaandachtsgebied: de afstanden, bedoeld in tabel E.10, vanaf het vulpunt.

Tabel E.10

Reactietijd noodstop-voorziening ≤ 5 sec

Bovenvulling

Verlading pomp

Voordruk < 420 kPa

Afstand in m

ja

ja

ja

ja

50

ja

ja

ja

nee

75

nee

ja

ja

ja

ja

nee

ja

ja

ja

nee

ja

nee

nee

ja

ja

nee

125

ja

ja

nee

n.v.t.

ja

nee

nee

n.v.t.

nee

nee

ja

ja

150

nee

nee

ja

nee

nee

ja

nee

n.v.t.

200

nee

nee

nee

n.v.t.

11 Mijnbouwwerk

Activiteit

11.1. Het exploiteren van een mijnbouwwerk, bedoeld in de artikelen 3.320 en 3.321, eerste lid, van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover het gaat om het exploiteren van een mijnbouwwerk, anders dan het aanpassen van een boorgat, voor zover het gaat om het winnen, opslaan, bewerken of gereedmaken voor transport van:

a. gevaarlijke stoffen in de gevarenklasse:

1°. ontvlambare gassen, categorie 1 of 2, bedoeld in bijlage I, deel 2, bij de CLP-verordening;

2°. ontvlambare vloeistoffen, categorie 1, 2 of 3, bedoeld in bijlage I, deel 2, bij de CLP-verordening; of

3°. acute toxiciteit, categorie 1, 2 of 3, bedoeld in bijlage I, deel 3, bij de CLP-verordening;

b. ontplofbare stoffen van ADR-klasse 1; of

c. gevaarlijke stoffen van ADR-klasse 2, 3, 4.1, 4.2, 4.3, 5.1, 5.2, 6.1 of 8.

Afstand plaatsgebonden risico

Te berekenen afstand.

Afstand aandachtsgebieden

Te berekenen afstand.

Activiteit

11.2. Het aanleggen of aanpassen van een boorgat met een verplaatsbaar mijnbouwwerk, bedoeld in artikel 4.1116, onder a, van het Besluit activiteiten leefomgeving.

Afstand plaatsgebonden risico

Te berekenen afstand.

12 Andere insluitsystemen

Activiteit

Elke andere milieubelastende activiteit die in hoofdstuk 3 van het Besluit activiteiten leefomgeving als vergunningplichtig is aangewezen, als van die activiteit onderdeel is het aanwezig hebben van een insluitsysteem, anders dan een koelinstallatie als bedoeld in bijlage I bij het Besluit activiteiten leefomgeving, een opslagtank als bedoeld in bijlage I bij dat besluit of een tankcontainer of verpakking die als opslagtank als bedoeld in bijlage I bij dat besluit wordt gebruikt, met:

a. meer dan 1.500 kg ammoniak;

b. meer dan 13 m3 en ten hoogste 50 m3 propaan of propeen met een jaarlijkse doorzet van meer dan 600 m3;

c. meer dan 50 m3 propaan of propeen;

d. meer dan 13 m3 acetyleen;

e. meer dan 1 m3 vloeibare gevaarlijke stoffen van ADR-klasse 6.1;

f. meer dan 1 m3 vloeibare gevaarlijke stoffen in de gevarenklasse acute toxiciteit, categorie 1, 2 of 3, bedoeld in bijlage I, deel 3, bij de CLP-verordening, voor zover het gaat om:

1°. vloeibare gevaarlijke stoffen in de gevarenklasse acute toxiciteit, categorie 1 of 2, bedoeld in bijlage I, deel 3, bij de CLP-verordening; of

2°. vloeibare gevaarlijke stoffen in de gevarenklasse acute toxiciteit, categorie 3, bedoeld in bijlage I, deel 3, bij de CLP-verordening, als die:

i. bij inademing acuut toxisch zijn; of

ii. bij opname door de mond acuut toxisch zijn, voor zover die stoffen niet kunnen worden ingedeeld in die klasse bij inademing of blootstelling aan de huid; of

g. meer dan 150 m3 vloeibare gevaarlijke stoffen van ADR-klasse 3, verpakkingsgroep I of II, voor zover het gaat om een bovengronds insluitsysteem.

Afstand plaatsgebonden risico

Te berekenen afstand.

Afstand aandachtsgebieden

Te berekenen afstand.

13 Spoorwegemplacementen

Activiteit

Het exploiteren van een spoorwegemplacement, bedoeld in artikel 3.295b van het Besluit activiteiten leefomgeving, voor zover het gaat om een spoorwegemplacement als bedoeld in tabel E.13.

Afstand plaatsgebonden risico

Te berekenen afstand.

Afstanden aandachtsgebieden

Voor het:

a. brandaandachtsgebied: 30 m vanaf de locaties waar mag worden gerangeerd met gevaarlijke stoffen die bij een ongewoon voorval tot een plasbrand of fakkelbrand kunnen leiden; en

b. explosieaandachtsgebied: 200 m vanaf de locaties waar mag worden gerangeerd met gevaarlijke stoffen die bij een ongewoon voorval tot een explosie kunnen leiden.

Tabel E.13

Locatie

Gemeente

Amersfoort Goederen

Amersfoort

Amsterdam Aziëhaven

Amsterdam

Amsterdam Westhaven

Amsterdam

Sloe

Borssele

Delfzijl Oosterhorn

Delfzijl

Deventer Goederen

Deventer

Dordrecht

Dordrecht

Lage Zwaluwe

Drimmelen

Emmen

Emmen

Onnen

Haren

Hengelo

Hengelo

Moerdijk

Moerdijk

Valburg

Overbetuwe

Roosendaal

Roosendaal

Botlek

Rotterdam

Europoort

Rotterdam

Maasvlakte

Rotterdam

Pernis

Rotterdam

Waalhaven

Rotterdam

Sittard

Sittard-Geleen

Axel aansluiting

Terneuzen

Sas van Gent

Terneuzen

Terneuzen aansluiting

Terneuzen

Blerick

Venlo

Trade Port Noord Venlo

Venlo

Venlo

Venlo

Kijfhoek

Zwijndrecht


Bijlage VIII bij artikel 5.23 van dit besluit (explosieaandachtsgebieden vuurwerk)

Bijlage VIII bij artikel 5.23 van dit besluit (explosieaandachtsgebieden vuurwerk)

A Explosieaandachtsgebied vuurwerk voor opslag van categorie F4

Hoeveelheid vuurwerk

(NEM in kg)

Afstand vanaf bewaarplaats en bewerkingsruimte (in m)

0 tot en met 750

400

750 tot en met 6.000

800

B Explosieaandachtsgebied vuurwerk voor opslag van vuuwerk van categorie F1, F2 of F3 of pyrotechnische artikelen voor theatergebruik van categorie T1 of T2

Ruimte

Grootte deuropening

Afstand (in m)

voorwaartsa

zijwaartsb

achterwaartsc

Bewaarplaats

≤ 4 m2

20

geen

geen

4 m2 tot en

met 6 m2

25

geen

geen

6 m2 tot en

met 8 m2

30

geen

geen

Bufferbewaarplaats ≤ 500 kg

alle

20

20

4

Bufferbewaarplaats

500 tot en met 1.000 kg

alle

25

20

5

Bufferbewaarplaats

1.000 tot en met 2.000 kg

alle

33

25

6

Bufferbewaarplaats

2.000 tot en met 3.500 kg

alle

42

31

8

Bufferbewaarplaats

3.500 tot en met 5.000 kg

alle

48

36

9

a Afstand voorwaarts is de afstand in zowel horizontale als verticale richting, gemeten in bolvorm vanaf het middelpunt van de deuropening van een ruimte in de richting, zoals aangegeven in onderstaande figuur, onder a.

b en c Afstand zijwaarts en afstand achterwaarts zijn de afstanden in zowel horizontale als verticale richting, gemeten in blokvorm vanaf het middelpunt van de deuropening van een ruimte in de richting, zoals aangegeven in onderstaande figuur, onder b respectievelijk c, waarbij de afstand in verticale richting gelijk is aan de afstand in (horizontale) zijwaartse richting.


Bijlage IX bij artikel 5.28 van dit besluit (civiele explosieaandachtsgebieden)

Bijlage IX bij artikel 5.28 van dit besluit (civiele explosieaandachtsgebieden)

A Civiele explosieaandachtsgebieden voor opslag van stoffen van ADR-klasse 1.1

NEM tot en met (in kg)

Afstanden (in m)

Civiel explosieaan-

dachtsgebied A

Civiel explosieaan-

dachtsgebied B

Civiel explosieaan-

dachtsgebied C

14,1

41

62

124

25

87

130

260

50

141

212

424

75

173

260

520

100

196

294

588

125

214

321

642

150

228

342

684

175

240

360

720

200

251

376

752

5.000

254

381

762

6.000

270

405

810

B Civiele explosieaandachtsgebieden voor opslag van stoffen van ADR-klasse 1.3

NEM tot en met (in kg)

Afstanden (in m)

Civiel explosieaan-

dachtsgebied A

Civiel explosieaan-

dachtsgebied B

50

16

24

100

20

30

150

23

34

200

25

37

250

27

40

300

29

43

350

30

45

400

31

47

450

33

49

500

34

51

550

35

52

600

36

54

650

37

55

700

38

57

750

39

58

800

39

59

850

41

61

900

41

62

950

42

63

1.000

43

64

C Civiele explosieaandachtsgebieden voor opslag van stoffen van ADR-klasse 1.4

Eenheid

Afstand civiel explosieaan-

dachtsgebied B (in m)

> 50 kg NEM noodsignalen

> 250.000 munitiepatronen of hagelpatronen voor vuurwapens

> 250.000 patronen voor schiethamers

20

D Vastgestelde civiele explosieaandachtsgebieden

Locatie

Gemeente

Civiel explosie-

aandachtsgebied A

Civiel explosie-

aandachtsgebied B

Civiel explosie-

aandachtsgebied C

Complex TNO Rijswijk

Rijswijk

ja

ja

nee

Complex TNO Ypenburg

’s-Gravenhage

ja

ja

ja

Complex Ulicoten

Baarle-Nassau

ja

ja

ja


Bijlage X bij artikel 5.32 van dit besluit (militaire explosieaandachtsgebieden)

Bijlage X bij artikel 5.32 van dit besluit (militaire explosieaandachtsgebieden)

Locatie

Gemeente

Militair explosie-aandachtsgebied A

Militair explosie-

aandachts-

gebied B

Militair explosie-aandachts-

gebied C

Complex Nieuwe Haven

Den Helder

ja

ja

ja

Genm de R V S Kazerne

Oirschot

ja

ja

ja

Johannes Postkazerne

Westerveld

ja

ja

nee

Kamp Alphen

Alphen-Chaam

ja

ja

ja

LC Maartensdijk

De Bilt

ja

ja

ja

Legerplaats bij Oldebroek

Elburg

nee

ja

ja

Luitenant-Generaal Bestkazerne

Venray

ja

ja

ja

Lunettenkazerne

Vught

ja

ja

nee

Marinekazerne Erfprins

Den Helder

nee

ja

nee

MC Duivelsberg

Arnhem

ja

ja

ja

MMC Beetgumermolen

Leeuwarden

ja

ja

ja

MMC Coevorden

Coevorden

ja

ja

ja

MMC De Kom

Wassenaar

ja

ja

ja

MMC Hoenderloo II

Ede

nee

nee

ja

MMC Ritthem

Vlissingen

ja

ja

ja

MMC Ruinen

De Wolden

ja

ja

ja

MMC Staphorst

Staphorst

ja

ja

ja

MMC Veenhuizen

Noordenveld

ja

ja

ja

MVK De Kooy

Den Helder

ja

ja

nee

Prinses Margrietkazerne

Oldebroek

nee

nee

ja

Sergeant-Majoor Scheickkazerne

Soest

ja

ja

ja

Springterrein Schaijk

Landerd

nee

nee

ja

Van Ghentkazerne

Rotterdam

ja

ja

nee

Vliegbasis Eindhoven

Eindhoven

ja

ja

ja

Vliegbasis Gilze-Rijen

Gilze en Rijen

ja

ja

ja

Vliegbasis Leeuwarden

Leeuwarden

ja

ja

ja

Vliegbasis Volkel

Uden

ja

ja

ja

Vliegbasis Woensdrecht

Woensdrecht

ja

ja

ja

Willem L V Nassaukazerne

De Marne

ja

ja

ja


Bijlage XI bij artikel 5.39 van dit besluit (kustfundament)

Bijlage XI bij artikel 5.39 van dit besluit (kustfundament)


Bijlage XII bij artikel 5.41, eerste lid, van dit besluit (grote rivieren)


Bijlage XIII bij de artikelen 5.76, 8.19 en 8.42 van dit besluit (militaire terreinen met militaire schietbanen en militaire springterreinen waarvoor in het omgevingsplan de standaardwaarde voor het toelaatbare geluid op een geluidgevoelig gebouw moet worden opgenomen)

Bijlage XIII bij de artikelen 5.76, 8.19 en 8.42 van dit besluit (militaire terreinen met militaire schietbanen en militaire springterreinen waarvoor in het omgevingsplan de standaardwaarde voor het toelaatbare geluid op een geluidgevoelig gebouw moet worden opgenomen)

Locatie

Gemeente

AOCS Nieuw Milligen

Apeldoorn

Artillerie Schietkamp

Oldebroek

Complex Nieuwe Haven

Den Helder

Genm de R V S Kazerne

Oirschot

Infanterie Schietkamp

Ede

Johannes Postkazerne

Westerveld

Kamp De Kiek

Goirle

Kruispeel en Achterbroek

Weert

Marinekazerne Erfprins

Den Helder

OT Arnhemse Heide

Arnhem

OT Havelte West

Steenwijkerland

OT Vlakte Van Waalsdorp

’s-Gravenhage

Sb Breezanddijk

Súdwest-Fryslân

Sb Harderwijk

Harderwijk

Sb Marnewaard

De Marne

Sb Petten

Schagen

Sb Weert

Weert

Sb Witten

Assen

Schietbaan Heumensoord

Heumen

Schietrange Vliehors

Vlieland

Schietterrein Petten

Schagen

Springterrein Schaijk

Landerd

Vliegbasis Gilze-Rijen

Gilze en Rijen

Vliegbasis Volkel

Uden

Vliegbasis Woensdrecht

Woensdrecht


Bijlage XIIIa bij artikel 5.89i, eerste lid, van dit besluit (stoffenlijst toelaatbare kwaliteit bodem)

Bijlage XIIIa bij artikel 5.89i, eerste lid, van dit besluit (stoffenlijst toelaatbare kwaliteit bodem)

Stofnaam

CAS-nummer

1. Metalen

Antimoon

7440-36-0

Arseen

7440-38-2

Barium

7440-39-3

Cadmium

7440-39-3

Chroom III

7440-43-9

Chroom VI

18540-29-9

Kobalt

7440-48-4

Koper

7440-50-8

Kwik (anorganisch)

7440-97-6

Kwik (organisch)

Lood

7439-92-1

Molybdeen

7439-98-7

Nikkel

7440-02-0

Zink

7440-66-6

2. Overige anorganische stoffen

Cyanide (vrij)

57-12-5

Cyanide (complex)

Thiocyanaat

3. Aromatische verbindingen

Benzeen

71-43-2

Ethylbenzeen

100-41-4

Tolueen

108-88-3

Xylenen (som)1

Styreen (vinylbenzeen)

100-42-5

Fenol

108-95-2

Cresolen (som)1

4. Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAK’s)

PAK’s (totaal) (som 10)1

5. Gechloreerde koolwaterstoffen

a. (Vluchtige) koolwaterstoffen

Monochlooretheen (Vinylchloride)

75-01-4

Dichloormethaan

75-09-2

1,1-dichloorethaan

75-34-3

1,2-dichloorethaan

107-06-2

1,1-dichlooretheen

75-35-4

1,2-dichlooretheen (som)1

540-59-0

Dichloorpropanen (som)1

Trichloormethaan (Chloroform)

67-66-3;75-62-7

1,1,1-trichloorethaan

71-55-6

1,1,2-trichloorethaan

79-00-5

Trichlooretheen (Tri)

79-01-6

Tetrachloormethaan (Tetra)

56-23-5

Tetrachlooretheen (Per)

127-18-4

b. Chloorbenzenen

Monochloorbenzeen

108-90-7

Dichloorbenzenen (som)1

25321-22-6

Trichloorbenzenen (som)1

Tetrachloorbenzenen (som)1

12408-10-5

Pentachloorbenzenen

608-93-5

Hexachloorbenzeen

118-74-1

c. Chloorfenolen

Monochloorfenolen (som)1

25167-80-0

Dichloorfenolen (som)1

Trichloorfenolen (som)1

Tetrachloorfenolen (som)1

Pentachloorfenol

87-86-5

d. Polychloorbifenylen (PCB’s)

PCB’s (som 7)1

e. Overige gechloreerde koolwaterstoffen

Monochlooranilinen (som)1

Dioxine (som TEQ)2

Chloornaftaleen (som)1

25586-43-0

6. Bestrijdingsmiddelen

a. organochloor-bestrijdingsmiddelen

Chloordaan (som)1

57-74-9

DDT (som)1

DDE (som)1

DDD (som)1

Aldrin

309-00-2

Drins (som)1

α-endosulfan

959-98-8

α-HCH

319-84-6

β-HCH

319-85-7

γ-HCH (lindaan)

58-89-9

Heptachloor

76-44-8

Heptachloorepoxide (som)1

1024-57-3

b. organotinbestrijdingsmiddelen

Organotinverbindingen (som)1

c. chloorfenoxy-azijnzuur herbiciden

MCPA

94-74-6

d. overige bestrijdingsmiddelen

Atrazine

1912-24-9

Carbaryl

63-25-2

Carbofuran

1563-66-2

7. Overige stoffen

Asbest

1332-21-4

Cyclohexanon

108-94-1

Dimethyl ftalaat

131-11-3

Diethyl ftalaat

84-66-2

Di-isobutyl ftalaat

84-69-5

Dibutyl ftalaat

84-74-2

Benzylbutylftalaat

85-68-7

Dihexyl ftalaat

84-75-3

Di(2-ethylhexyl)ftalaat

117-81-7

Minerale olie

8042-47-5

Pyridine

110-86-1

Tetrahydrofuran

109-99-9

Tetrahydrothiofeen

110-01-0

Tribroommethaan (bromoform)

75-25-2

1 Deze stoffen maken onderdeel uit van een somparameter. Op de samenstelling van de somparameters zijn de regels krachtens artikel 25g, negende lid, onder j, van het Besluit bodemkwaliteit van toepassing.

2 Op het berekenen van de som TEQ voor dioxine zijn de regels krachtens artikel 25g, negende lid, onder j, van het Besluit bodemkwaliteit van toepassing.


Bijlage XIIIb bij artikel 5.89j, tweede lid, van dit besluit (TCL en geurdrempel)

Bijlage XIIIb bij artikel 5.89j, tweede lid, van dit besluit (TCL en geurdrempel)

TCL = toxicologisch maximaal Toelaatbare Concentratie in Lucht in microgram per kubieke meter lucht.

Geurdrempel = de geurdrempel van een gasvormige stof is de laagste concentratie van die stof in lucht waarbij de geur ervan nog waarneembaar is door de mens, uitgedrukt in microgram per kubieke meter.

TCL eenheid

(μg/m3 )

Geurdrempel laagste eenheid

(μg/m3 )

Geurdrempel mediaan

(μg/m3 )

1. Metalen

Arseen

1,0

Barium (niet oplosbaar)

1,0

Chroom III

60

Chroom VI

0,0025

Kobalt

0,5

Koper

1,0

Kwik (metallisch)

0,2

Molybdeen

12

Nikkel

0,05

2. Overige anorganische stoffen

Cyanide (vrij)

25

2.000

900

3. Aromatische verbindingen

Benzeen

20

80.000

5.000

Ethylbenzeen

770

90.000

9.000

Tolueen

400

20.000

600

Xylenen (som)1

870

8.000

400

Fenol

20

700

20

Cresolen (som)1

170

Styreen (vinylbenzeen)

900

3.000

70

4. Polycyclische aromatische Koolwaterstoffen (PAK’s)

Naftaleen

800

50

5. Gechloreerde koolwaterstoffen

a. Vluchtige chloorkoolwaterstoffen

Monochlooretheen (Vinylchloride)

3,6

40.000

30.000

Dichloormethaan

3.000

300.000

5.000

1,1-dichloorethaan

370

600.000

200.000

1,2-dichloorethaan

48

100.000

20.000

1,1-dichlooretheen

14

1,2-dichlooretheen (Cis)

30

1,2-dichlooretheen (Trans)

60

Dichloorpropaan (1,2)

12

10.000

1.000

Dichloorpropaan (1,3)

12

10.000

1.000

Trichloormethaan (Chloroform)

100

700.000

300.000

1,1,1-trichloorethaan

380

900.000

90.000

1,1,2-trichloorethaan

17

Trichlooretheen (Tri)

200

50.000

1.000

Tetrachloormethaan (Tetra)

60

1.000.000

300.000

Tetrachlooretheen (Per)

250

100.000

10.000

b. Chloorbenzenen

Chloorbenzenen (som)1

7.000

400

Monochloorbenzeen

500

1,2 dichloorbenzeen

600

1,4 dichloorbenzeen

670

Trichloorbenzenen(indiv)

50

Tetrachloorbenzenen (som)1

600

Pentachloorbenzeen

600

Hexachloorbenzeen

0,75

c. Chloorfenolen

Chloorfenolen (som)1

400

20

d. Polychloorbifenylen (PCB’s)

PCB's (som 7)1

0,5

e. Overige gechloreerde koolwaterstoffen

Monochlooranilinen (som)1

4

Chloornaftaleen (som)1

1

6. Bestrijdingsmiddelen

a. Organochloor-bestrijdingsmiddelen

Aldrin

0,35

Dieldrin

0,35

Endrin

0,7

HCH(som)1

0,25

α -HCH

0,25

β -HCH

0,25

γ -HCH

0,14

Heptachloor

0,5

Heptachloorepoxide (som)1

0,5

Maneb

18

b. Organotinverbindingen

Tributyltin

0,02

c. Chloorfenoxy-azijnzuur-herbiciden

MCPA

7

d. Overige bestrijdingsmiddelen

Carbaryl

10

Chloordaan (som)1

0,02

7. Overige organische verbindingen

Cyclohexanon

136

10.000

500

Pyridine

120

900

9

Tetrahydrofuran

35

20.000

300

Tetrahydrothiofeen

650

3

3

Tribroommethaan (bromoform)

100

1 Deze stoffen maken onderdeel uit van een somparameter. Op de samenstelling van de somparameters zijn de regels krachtens artikel 25g, negende lid, onder j, van het Besluit bodemkwaliteit van toepassing.

– Geen TCL of geurdrempel beschikbaar


Bijlage XIIIc bij artikel 5.129a van dit besluit (PKB-Waddenzee en Waddengebied)

Bijlage XIIIc bij artikel 5.129a van dit besluit (PKB-Waddenzee en Waddengebied)


Bijlage XIV bij de artikelen 5.150, 5.155, eerste lid, en 7.6, tweede lid, van dit besluit (locaties van militaire terreinen en terreinen met militaire objecten en maximale hoogtes van bouwwerken in radarverstoringsgebieden)

Bijlage XIV bij de artikelen 5.150, 5.155, eerste lid, en 7.6, tweede lid, van dit besluit (locaties van militaire terreinen en terreinen met militaire objecten en maximale hoogtes van bouwwerken in radarverstoringsgebieden)

A Militaire terreinen en terreinen met een militair object als bedoeld in de artikelen 5.150, eerste lid, en 7.6, tweede lid

Locatie

Gemeente

ADP Schiphol (Rijk1)

Haarlemmermeer

Afsluiter Europoort

Rotterdam

Afsluiter Veldhoven

Veldhoven

Afsluiter Wittem

Gulpen-Wittem

Afsluiter Zevenhuizen

Zuidplas

Afsluiter Best

Best

Afsluiter Linne

Roerdalen

Afsluiter Klaaswaal

Cromstrijen

Antennelocatie Huisduinen

Den Helder

Antennelocatie IJmuiden

Velsen

Antennelocatie Scheveningen

’s-Gravenhage

Antennelocatie Westkapelle

Veere

Antennelocatie Woensdrecht

Woensdrecht

Antennepark Appingedam

Appingedam

Antennepark Eemnes

Eemnes

Antennepark Eibergen

Berkelland

Antennepark Hoorn

Hoorn

Antennepark Huisduinen

Den Helder

Antennepark Julianadorp

Den Helder

Antennepark Kornwerderzand

Súdwest-Fryslân

Antennepark Noordwijk

Noordwijk

Antennepark Ouddorp

Goeree-Overflakkee

Antennepark Scharendijke

Schouwen-Duiveland

Antennepark Schiermonnikoog

Schiermonnikoog

Antennepark Schoorl

Bergen (NH)

Antennepark Terschelling

Terschelling

Antennepark Zeewolde

Zeewolde

AOCS Nieuw Milligen

Apeldoorn

Artillerie Schietkamp

Oldebroek

BLP Leeuwarden

Menameradiel

Bos- en Heideterrein Schinveld

Onderbanken

Brigade Scheldestromen

Woensdrecht

Brigade Utrecht

Baarn

Camp New Amsterdam

Zeist

Centrum Mens en Luchtvaart

Haarlemmermeer

Complex Badhoevedorp

Haarlemmermeer

Complex Groot Heidekamp

Arnhem

Complex Klein Heidekamp

Arnhem

Complex Nieuw Milligen

Apeldoorn

Complex Nieuwe Haven

Den Helder

Complex Twente

Enschede

Depot Best

Best

Depot Klaphek

Lopik

Depot Leeuwarden

Menameradiel

Depot Markelo

Hof van Twente

Depot Pernis

Albrandswaard

Du Moulinkazerne

Soest

Engelbrecht van Nassaukazerne

Roosendaal

Engelense Gat

's-Hertogenbosch

Fort Crevecoeur

's-Hertogenbosch

Frederikkazerne

’s-Gravenhage

Genm de R V S Kazerne

Oirschot

HV Nassau Ouwerkerkkamp

Brunssum

Infanterie Schietkamp

Ede

Instandhoudingsbedrijf Landsystemen

Leusden

Johan Willem Frisokazerne

Assen

Johannes Postkazerne

Westerveld

Joost Dourlein kazerne

Texel

Kamp Alphen

Alphen-Chaam

Kamp De Kiek

Goirle

Kamp Holterhoek

Berkelland

Kamp Letteboer

Berkelland

Kamp Nieuw Milligen

Uddel

Kasteel van Breda

Breda

Koning Willem III Kazerne

Apeldoorn

Koningin Beatrixkazerne

’s-Gravenhage

Koningin Máximakazerne

Haarlemmermeer

Korp. Van Oudheusden kazerne

Hilversum

Kruispeel en Achterbroek

Weert

LC Bathmen

Deventer

LC Harskamp

Ede

LC Kamp Soesterberg

Soest

LC Lettele

Deventer

LC Maaldrift

Wassenaar

LC Maartensdijk

De Bilt

Legerplaats bij Oldebroek

Elburg

Legerplaats Ermelo

Ermelo

Legerplaats Harskamp (GWK)

Ede

Legerplaats Stroe

Barneveld

Lkol Tonnetkazerne

Elburg

Luitenant-Generaal Bestkazerne

Venray

Lunettenkazerne

Vught

Manifold Pernis

Rotterdam

Marinekazerne Erfprins

Den Helder

Marinekazerne Vlissingen

Vlissingen

Mass-Radarcomplex Soesterberg

Soest

Mass-Radarcomplex Twente

Enschede

MC Duivelsberg

Arnhem

MC Genie Basis Depot

Gilze en Rijen

MC Lieshout

Laarbeek

MC Rucphen

Rucphen

MC Vlissingen

Vlissingen

Michiel A De Ruyterkazerne

Vlissingen

MLT Deelen

Arnhem

MMC Beetgumermolen

Leeuwarden

MMC Coevorden

Coevorden

MMC de Kom

Wassenaar

MMC Hoenderloo II

Ede

MMC Ritthem

Vlissingen

MMC Ruinen

De Wolden

MMC Staphorst

Staphorst

MMC Veenhuizen

Noordenveld

MVK De Kooy

Den Helder

NCIA

’s-Gravenhage

NIC Brunssum

Brunssum

Oranjekazerne

Arnhem

OT Arnhemse Heide

Arnhem

OT Baggelhuizen

Assen

OT Beekhuizerzand

Harderwijk

OT Crayelheide

Venlo

OT De Dellen

Meerssen

OT De Haar

Assen

OT De Kamp

Vught

OT De Vijf Eiken

Gilze en Rijen

OT De Vlasakkers

Amersfoort

OT De Zande

Kampen

OT Ederheide

Ede

OT Ermelose Heide

Ermelo

OT Galderse Heide

Breda

OT Garderenseveld

Apeldoorn

OT Ginkelse Heide

Ede

OT Gorsselse Heide

Lochem

OT Havelte Oost

Westerveld

OT Havelte West

Steenwijkerland

OT Het Groote Veld 7

Lochem

OT Joost Dourleinkazerne

Texel

OT Langenboom

Mill en Sint Hubert

OT Leusderheide

Leusden

OT Marnewaard

De Marne

OT Oirschotse Heide

Oirschot

OT Olst-Welsum

Olst-Wijhe

OT Ossendrechtse Heide

Woensdrecht

OT Oude Kamp

Soest

OT Rucphense Heide

Rucphen

OT Scherpenberg

Apeldoorn

OT Stroese Zand

Barneveld

OT 't Harde

Elburg

OT Vlakte Van Waalsdorp

’s-Gravenhage

OT Vrachelse Heide

Oosterhout

OT Vughtse Heide

Vught

OT Weerterheide

Cranendonck

OT Wezeperberg

Oldebroek

OT Woensdrechtse Heide

Woensdrecht

OT Woldberg/Vliegstrip

Epe

Overdiepsepolder

Geertruidenberg

Prinses Margrietkazerne

Oldebroek

POMS Eygelshoven

Kerkrade

Radarlocatie Herwijnen

Lingewaal

Radarpost Noord te Wier

het Bildt

Radarstation Wemeldinge

Kapelle

Radiopeilgebouw

Berkelland

Sb Breezanddijk

Súdwest-Fryslân

Sb Harderwijk

Harderwijk

Sb Marnewaard

De Marne

Sb Petten

Schagen

Sb Weert

Weert

Sb Witten

Assen

Schietbaan Heumensoord

Heumen

Schietrange Vliehors

Vlieland

Schietterrein Petten

Schagen

Sergeant-Majoor Scheickkazerne

Soest

Soldaat Ketting Olivierkazerne

Soest

Springterrein Schaijk

Landerd

Straalzender Nieuw Milligen

Apeldoorn

Tentenkamp

Rucphen

TLP Markelo

Hof van Twente

Trip van Zoudtlandtkazerne

Breda

Uitbreiding ASK

Epe

US Army Garrison Schinnen

Schinnen

UTC Marnehuizen

De Marne

Van Braam Houckgeestkazerne

Utrechtse Heuvelrug

Van Brederodekazerne

Vught

Van Ghentkazerne

Rotterdam

Vliegbasis Eindhoven

Eindhoven

Vliegbasis Gilze-Rijen

Gilze en Rijen

Vliegbasis Leeuwarden

Leeuwarden

Vliegbasis Volkel

Uden

Vliegbasis Woensdrecht

Woensdrecht

Willem L V Nassaukazerne

De Marne

Zendercomplex Burum

Kollumerland en Nieuwkruisland

Zendercomplex LVL/GL Twente

Enschede

Zendercomplex te Ried

Franekeradeel

B Onveilige gebieden bij militaire schietbanen als bedoeld in artikel 5.150, tweede lid

Onveilige gebieden bij militaire schietbanen als bedoeld in artikel 5.150, tweede lid, zijn de gebieden in de nabijheid van de volgende militaire terreinen en terreinen met een militair object:

Locatie

Gemeente

Marinekazerne Erfprins

Den Helder

Sb Breezanddijk

Súdwest-Fryslân

Sb Marnewaard

De Marne

Sb Petten

Schagen

Schietrange Vliehors

Vlieland

Schietterrein Petten

Schagen

C Gebieden waar bouwwerken een militaire zend- en ontvangstinstallatie kunnen verstoren als bedoeld in artikel 5.150, derde lid

Gebieden waar bouwwerken een militaire zend- en ontvangstinstallatie kunnen verstoren als bedoeld in artikel 5.150, derde lid, zijn de gebieden rondom de volgende terreinen met militaire zend- en ontvangstinstallaties:

Locatie

Gemeente

Antennelocatie Huisduinen

Den Helder

Antennelocatie IJmuiden

Velsen

Antennelocatie Scheveningen

’s-Gravenhage

Antennelocatie Westkapelle

Veere

Antennelocatie Woensdrecht

Woensdrecht

Antennepark Appingedam

Appingedam

Antennepark Eemnes

Eemnes

Antennepark Eibergen

Berkelland

Antennepark Hoorn

Hoorn

Antennepark Huisduinen

Den Helder

Antennepark Julianadorp

Den Helder

Antennepark Kornwerderzand

Súdwest-Fryslân

Antennepark Noordwijk

Noordwijk

Antennepark Ouddorp

Groeree-Overflakkee

Antennepark Scharendijke

Schouwen-Duiveland

Antennepark Schiermonnikoog

Schiermonnikoog

Antennepark Schoorl

Bergen (NH)

Antennepark Terschelling

Terschelling

Antennepark Zeewolde

Zeewolde

Complex Nieuw Milligen

Apeldoorn

Complex Nieuwe Haven

Den Helder

Complex Twente

Enschede

Prinses Margrietkazerne

Oldebroek

Willem L V Nassaukazerne

De Marne

Zendercomplex Burum

Kollumerland en Nieuwkruisland

Zendercomplex LVL/GL Twente

Enschede

Zendercomplex te Ried

Franekeradeel

D Gebieden waar zich een militaire laagvliegroute voor jacht- en transportvliegtuigen bevindt als bedoeld in artikel 5.150, vierde lid

Gebieden waar zich een militaire laagvliegroute voor jacht- en transportvliegtuigen bevindt, zijn:

  • 1.

    Laagvliegroute 10, die loopt van de Duitse grens nabij Eibergen noordelijk via Almelo richting Slagharen en ten noorden van Emmen richting de Duitse grens nabij Bourtange; en

  • 2.

    Laagvliegroute 10A, die loopt vanaf het Lauwersmeer naar het zuiden ten oosten van Drachten, Zwolle en Deventer en naar de Duitse grens ten noorden van Winterswijk.

E Gebieden waar bouwwerken het militaire radarbeeld kunnen verstoren als bedoeld in artikel 5.150, vijfde lid, en maximale hoogtes van bouwwerken als bedoeld in artikel 5.155, eerste lid

Gebieden waar bouwwerken het radarbeeld kunnen verstoren zijn de locaties rondom de volgende radarstations:

Hoogte antenne ten opzichte van NAP in m

Maximale hoogte van bouwwerken ten opzichte van NAP binnen een straal van 15 km rondom het radarstation in m

Maximale hoogte van de tippen van windturbines ten opzichte van NAP buiten een straal van 15 km tot 75 km rondom het radarstation in m

AOCS Nieuw Milligen

53

De maximale hoogte van een bouwwerk, bedoeld in artikel 5.151, eerste lid, is de hoogte van de antenne, vermeerderd met 0,004363 keer de afstand van de locatie waar het bouwwerk wordt toegelaten tot de locatie van de radar.

118

Mass-Radarcomplex Soesterberg

63

128

Mass-Radarcomplex Twente

71

136

Radarpost Noord te Wier

24

89

Radarstation Herwijnen

25

90

Radarstation Wemeldinge

30

95

Vliegbasis De Kooy

27

92

Vliegbasis Leeuwarden

30

95

Vliegbasis Volkel

49

114

Vliegbasis Woensdrecht

48

113

F Gebieden waar bouwwerken het civiele radarbeeld kunnen verstoren als bedoeld in artikel 5.161a, vijfde lid, en maximale hoogtes van bouwwerken als bedoeld in artikel 5.155, eerste lid

Gebieden waar bouwwerken het radarbeeld kunnen verstoren zijn de locaties rondom de volgende radarstations:

Hoogte antenne ten opzichte van NAP in m

Maximale hoogte van bouwwerken ten opzichte van NAP binnen een straal van 15 km rondom het radarstation in m

Maximale hoogte van de tippen van windturbines ten opzichte van NAP buiten een straal van 15 km tot 75 km rondom het radarstation in m

Luchthaven Schiphol Centrum

19

De maximale hoogte van een bouwwerk, bedoeld in artikel 5.151, eerste lid, is de hoogte van de antenne, vermeerderd met 0,004363 keer de afstand van de locatie waar het bouwwerk wordt toegelaten tot de locatie van de radar.

n.v.t.

Luchthaven Schiphol TAR West

37

102


Bijlage XV bij artikel 5.156 van dit besluit (locaties elektriciteitsvoorziening)

Bijlage XV bij artikel 5.156 van dit besluit (locaties elektriciteitsvoorziening)

A Locaties voor grootschalige elektriciteitsopwekking

Locatie

Gemeente

Amer Geertruidenberg

Geertruidenberg

Amsterdams Havengebied/Noordzeekanaal

Amsterdam

Borssele/Vlissingen

Borsele en Vlissingen

Buggenum

Leudal

Burgum

Tytsjerksteradiel

Delfzijl

Delfzijl

Diemen

Diemen

Eemshaven

Het Hogeland

Flevo

Lelystad

Geleen

Sittard-Geleen

Harculo

Zwolle

Hemweg

Amsterdam

Maasbracht

Maasgouw

Maasvlakte I

Rotterdam

Maasvlakte II

Rotterdam

Moerdijk

Moerdijk

Nijmegen

Nijmegen

Rijnmond/Rotterdams Havengebied

Rotterdam

Terneuzen/Sas van Gent

Terneuzen

Utrecht

Utrecht

Velsen

Velsen

B Locaties voor een kernenergiecentrale

Locatie

Gemeente

Borssele/Vlissingen

Borsele en Vlissingen

Eemshaven

Het Hogeland

Maasvlakte I

Rotterdam

C Locaties voor een hoogspanningsverbinding

Locaties voor een hoogspanningsverbinding zijn de tracés tussen de locaties:

Beverwijk – Oostzaan – Diemen;

Beverwijk – Oterleek – Afsluitdijk – Bergum;

Beverwijk – Vijfhuizen – Bleiswijk;

Bleiswijk – Krimpen a/d IJssel;

Borssele – Rilland – Tilburg;

Boxmeer – Duitsland;

Boxmeer – Uden – ’s Hertogenbosch;

Diemen – Utrecht – Dodewaard;

Doetichem – Niederrhein (Duitsland);

Eemshaven – Eemshaven-Oudeschip;

Eemshaven – Meeden;

Eemshaven – Feda (Noorwegen);

Eemshaven – Robbenplaat;

Eemshaven – Vierverlaten;

Eemshaven-Oudeschip – Endrup (Denemarken);

Ens – Hessenweg;

Geertruidenberg – Krimpen of Geertruidenberg – Crayestein of Geertruidenberg – Moerdijk – lijn Maasvlakte – Crayestein;

Hengelo (O) – Gronau (Duitsland);

Rilland – Zandvliet (België);

Lelystad – lijn Beverwijk – Diemen;

Maasbracht – Graetheide;

Maasbracht – Van Eyck (België);

Maasbracht – Rommerskirchen/Siersdorf (Duitsland);

Maasvlakte – Simonshaven – Crayestein – Krimpen a/d IJssel;

Maasvlakte – Grain (Groot-Brittannië);

Maasvlakte – Hoek van Holland – Westerlee;

Meeden – Diele (Duitsland);

Meeden – Zwolle;

Oterleek – lijn Diemen – Ens;

Platformen Borssele Alpha en Beta – Borssele;

Platformen Hollandse Kust (zuid) Alpha en Beta – Maasvlakte;

Robbenplaat – Vierverlaten;

Vierverlaten – Bergum – Louwsmeer – Oudehaske – Ens;

Vierverlaten – Zeyerveen – Hessenweg;

Wateringen – Westerlee;

Wateringen – Bleiswijk;

Weiwerd – lijn Eemshaven-Meeden (knooppunt Schildmeer); en

Zwolle – Hengelo (O) – Doetinchem – Dodewaard – Boxmeer – Maasbracht – Eindhoven – Geertruidenberg – Krimpen a/d IJssel – Breukelen/Kortrijk – Diemen – Lelystad – Ens – Zwolle.


Bijlage XVa bij artikel 5.161a van dit besluit (locaties van communicatie-, navigatie- en radarapparatuur buiten Schiphol of overige luchthavens van nationale en regionale betekenis en maximale hoogte van bouwwerken in gebieden waar deze de werking van die apparatuur kunnen verstoren)

Bijlage XVa bij artikel 5.161a van dit besluit (locaties van communicatie-, navigatie- en radarapparatuur buiten Schiphol of overige luchthavens van nationale en regionale betekenis en maximale hoogte van bouwwerken in gebieden waar deze de werking van die apparatuur kunnen verstoren)

Gebieden waar bouwwerken communicatie-, navigatie- en radarapparatuur kunnen verstoren zijn de locaties rondom de volgende apparatuur

Bouwwerken (met inbegrip van windturbines)

Windturbines

Straal r vanaf de apparatuur in m

Maximaal toelaatbare hoogte voor bouwwerken en windturbines ten opzichte van NAP tot straal r vanaf de apparatuur in m

Straal R vanaf de apparatuur in m

Beginhoogte op straal r in m

Maximaal toelaatbare hoogte voor bouwwerken en windturbines ten opzichte van NAP vanaf straal r tot straal R vanaf de apparatuur in m

Straal j vanaf de apparatuur in km

Maximale hoogte voor windturbines ten opzichte van NAP vanaf straal R tot straal j vanaf de apparatuur in m

Locatie

Gemeente

ASS (VDF Assendelft)

Zaanstad

500

–1,7

3.000

7,03

De maximaal toelaatbare hoogte is de beginhoogte, vermeerderd met 0,01746 keer de afstand van straal r tot de locatie waar het bouwwerk wordt toegelaten.

10

50,66

FRT DME (Haastrecht)

Krimpenerwaard

300

–1,4

3.000

3,84

n.v.t.

n.v.t.

HDR (VOR DME Den Helder)

Den Helder

600

0,1

3.000

10,57

15

52,46

HSD (VOR Haamstede)

Schouwen-Duiveland

600

–1,1

3.000

9,37

15

51,26

MAS (VOR DME Maastricht)

Maastricht

600

76,3

3.000

86,77

15

128,66

MSL (VDF Maasland)

Midden-Delfland

500

–1,7

3.000

7,03

10

50,66

NYK (VDF Nijkerk)

Nijkerk

500

–0,3

3.000

8,43

10

52,06

Ontvangstation Mariekerke

Veere

300

–0,7

2.000

4,74

n.v.t.

n.v.t.

PAM (VOR DME Pampus)

Gooise Meren

600

–0,8

3.000

9,67

10

51,56

RKN (DME Rekken)

Berkelland

300

33,1

3.000

38,34

n.v.t.

n.v.t.

SPY (VOR DME Spijkerboor)

Wormerland

600

–3,4

3.000

7,07

10

48,96

TEX (VDF Texel)

Texel

500

0,5

3.000

9,23

10

52,86

VHN (VDF Veldhoven)

Veldhoven

500

19,2

3.000

27,93

10

71,56

Zendstation Domburg

Veere

300

–0,2

2.000

4,84

n.v.t.

n.v.t.

CH (Locator 06 Haarlemmermeer)

Haarlemmermeer

200

–3,8

1.000

13,70

De maximaal toelaatbare hoogte is de beginhoogte, vermeerderd met 0,08749 keer de afstand van straal r tot de locatie waar het bouwwerk wordt toegelaten.

n.v.t.

n.v.t.

EHN (NDB Eindhoven)

Eindhoven

200

19,0

1.000

36,50

n.v.t.

n.v.t.

NW (Locator 21 Nieuwstadt)

Echt-Susteren

200

39,0

1.000

56,50

n.v.t.

n.v.t.

NV (L 36R Nieuwkoop)

Nieuwkoop

200

–5,6

1.000

11,90

n.v.t.

n.v.t.

OA (Locator 18C Assendelft)

Zaanstad

200

–3,0

1.000

14,50

n.v.t.

n.v.t.

PS (Locator 06 Heenvliet)

Nissewaard

200

–1,7

1.000

15,80

n.v.t.

n.v.t.

ROT (NDB Rotterdam)

Rotterdam

200

–0,8

1.000

16,70

n.v.t.

n.v.t.

RR (Locator 24 Haastrecht)

Krimpenerwaard

200

–1,4

1.000

16,10

n.v.t.

n.v.t.

SO (Locator 23 Slochteren)

Midden-Groningen

200

–0,1

1.000

17,40

n.v.t.

n.v.t.

STD (NDB Stad)

Goeree-Overflakkee

200

2,3

1.000

19,80

n.v.t.

n.v.t.

VZ (Locator 05 Veenhuizen)

Noordenveld

200

7,1

1.000

24,60

n.v.t.

n.v.t.


Bijlage XVI bij artikel 5.161b van dit besluit (landelijke fiets- en wandelroutes)

Bijlage XVI bij artikel 5.161b van dit besluit (landelijke fiets- en wandelroutes)

A Landelijke fietsroutes

Route

Naam

Tussen

LF 1

Noordzeeroute

Den Helder – Sluis (– B; De Panne)

LF 2

Stedenroute

Amsterdam – Roosendaal (– B; Brussel)

LF 3

Rietlandroute

Holwerd – Kampen

Hanzeroute

Kampen – Millingen

Maasroute

Arnhem – Maastricht

LF 4

Midden-Nederlandroute

Den Haag – Enschede

LF 5

(België –) Thorn – Roermond

LF 6

(België –) Maastricht – Vaals (– D)

LF 7

Oeverlandroute

Schoorl – Thorn (– België) – Maastricht

LF 8

Ommen – Winterswijk

LF 9

NAP-route

Bad Nieuweschans – Breda (– België)

LF 10

Waddenzeeroute

Callantsoog – Bad Nieuweschans

LF 11

Prinsenroute

Den Haag – Breda

LF 12

Maas- en Vestingroute

Hoek van Holland – Nijmegen

LF 13

Schelde-Rheinroute

Vlissingen – Venlo

LF 14

Saksenroute

Lauwersoog – Enschede

LF 15

Boerenlandroute

Alkmaar – Enschede

LF 16

Vechtdalroute

Zwolle – Darfeld (D)

LF 17

Gorinchem – Wijk bij Duurstede

LF 19

Deventer – Holten

LF 20

Flevoroute

Haarlem – Groningen

LF 21

Zuiderzeeroute

Amsterdam – Afsluitdijk/Friesland

LF 22

Zuiderzeeroute

Afsluitdijk/Friesland – Kampen

LF 23

Zuiderzeeroute

Kampen – Amsterdam

LF 30

Breskens – Sas van Gent (– Brugge; B)

LF 51

Kempenroute

(B; Antwerpen –) Postel – Eindhoven

B Landelijke wandelroutes

Route

Naam

Tussen

LAW 1-3

Floris V-pad

Muiden-Schoonhoven-Bergen op Zoom

LAW 2

Trekvogelpad

Bergen aan Zee-Enschede

LAW 3

Marskramerpad

Bad Bentheim-Den Haag

LAW 4

Maarten van Rossumpad

’s-Hertogenbosch-Steenwijk

LAW 5-1

Nederlands Kustpad deel 1

Zeeland-Zuid-Holland, Sluis-Hoek van Holland

LAW 5-2

Nederlands Kustpad deel 2

Zuid-Holland-Noord-Holland, Hoek van Holland-Den Oever

LAW 5-3

Nederlands Kustpad deel 3

Friesland-Groningen, Stavoren-Bad Nieuweschans

LAW 6

Grote Rivierenpad

Hoek van Holland-Kleef (D)

LAW 7-1

Pelgrimspad deel 1

Amsterdam-’s-Hertogenbosch

LAW 7-2

Pelgrimspad deel 2

’s-Hertogenbosch-Maastricht

LAW 8

Zuiderzeepad

Enkhuizen-Amsterdam-Kampen-Stavoren-Enkhuizen

LAW 9-1

Pieterpad deel 1

Pieterburen-Vorden

LAW 9-2

Pieterpad deel 2

Vorden-Sint Pietersberg

LAW 10

Noaberpad

Bad Nieuweschans-Kleef (D)

LAW 11

Grenslandpad

Sluis-Thorn

LAW 12

Overijssels Havezatenpad

Oldenzaal-Steenwijk

LAW 13

Hertogenpad

Breda-Roermond

LAW 14

Groot-Frieslandpad

Bergen aan Zee-Leer (D)

LAW 15

Westerborkpad

Amsterdam-Hooghalen

LAW 16

Limes

Katwijk aan Zee-Nijmegen

Streekpad nr. 1

Scholtenpad

Achterhoek, Gelderland

Streekpad nr. 2

Twentepad

Twente, Overijssel

Streekpad nr. 3

Streekpad Nijmegen

Rijk van Nijmegen, Gelderland

Streekpad nr. 4

Streekpad WaddenWandelen

Waddeneilanden, Noord-Holland en Friesland

Streekpad nr. 5

Brabants Vennenpad

rondom Eindhoven, Noord-Brabant

Streekpad nr. 6

Drenthepad

Drenthe

Streekpad nr. 7

Krijtlandpad

Zuid-Limburg

Streekpad nr. 8

Graafschapspad

Achterhoek, Gelderland

Streekpad nr. 9

Stelling van Amsterdam

rondom Amsterdam, Noord-Holland

Streekpad nr. 10

Maas-Niederrheinpad

Maasduinen, noord- en midden-Limburg

Streekpad nr. 11

Hanzestedenpad

langs de IJssel, Gelderland en Overijssel

Streekpad nr. 12

Groene Hartpad

Groene Hart, Zuid-Holland en Utrecht

Streekpad nr. 13

Utrechtpad

rondom de stad en in de provincie Utrecht

Streekpad nr. 14

Maas- en Peelliniepad

Noordelijke Peel, Noord-Brabant

Streekpad nr. 15

Oosterscheldepad

rondom de Oosterschelde, Zeeland

Streekpad nr. 16

Veluwe Zwerfpad

Veluwe, Gelderland

Streekpad nr. 17

Brabantse Wal

Brabantse Wal, Noord-Brabant

Streekpad nr. 18

Waterliniepad

langs de Nieuwe Hollands Waterlinie, Noord-Holland, Utrecht, Gelderland, Noord-Brabant en Zuid-Holland

Streekpad nr. 19

Elfstedenpad

langs het parcours van de Elfstedentocht, Friesland

Streekpad nr. 20

Noardlike Fryske Wâlden

door Nationaal Landschap Noardlike Fryske Wâlden, Friesland


Bijlage XVII bij artikel 7.4, eerste lid, van dit besluit (kernkwaliteiten werelderfgoederen en erfgoederen op de Voorlopige Lijst werelderfgoed)

Bijlage XVII bij artikel 7.4, eerste lid, van dit besluit (kernkwaliteiten werelderfgoederen en erfgoederen op de Voorlopige Lijst werelderfgoed)

A Droogmakerij de Beemster

  • 1.

    Kernkwaliteiten van de Droogmakerij de Beemster zijn:

    • a.

      het unieke, samenhangende en goed bewaard gebleven, vroegzeventiende-eeuwse (landschaps)architectonische geheel van de Droogmakerij de Beemster, bestaande uit:

      • 1°.

        het vierkante gridpatroon van wegen en waterlopen en rechthoekige percelen;

      • 2°.

        de ringdijk en ringvaart (continuïteit en eenheid in vormgeving);

      • 3°.

        het centraal gelegen dorp (Middenbeemster) op een assenkruis van wegen;

      • 4°.

        bebouwing langs de wegen;

      • 5°.

        de relatief hooggelegen wegen met laanbeplanting;

      • 6°.

        de monumentale en typerende (stolp)boerderijen en restanten van buitens;

      • 7°.

        de oude negentiende-eeuwse gemalen en molengangen; en

      • 8°.

        de structuur en het karakter van het (beschermde) dorpsgezicht van Middenbeemster; en

    • b.

      grote openheid.

  • 2.

    Voor zover het werelderfgoed Droogmakerij de Beemster samenvalt met het werelderfgoed Stelling van Amsterdam, zijn de uitgewerkte universele waarden van het werelderfgoed Stelling van Amsterdam ook van toepassing op het werelderfgoed Droogmakerij de Beemster.

B Stelling van Amsterdam

Kernkwaliteiten van de Stelling van Amsterdam zijn:

  • a.

    het unieke, samenhangende en goed bewaard gebleven, laatnegentiende-eeuwse en vroegtwintigste-eeuwse hydrologische en militair-landschappelijke geheel, bestaande uit:

    • 1°.

      een doorgaand stelsel van liniedijken in een grote ring om Amsterdam;

    • 2°.

      sluizen en voor- en achterkanalen;

    • 3°.

      de forten, liggend op regelmatige afstand, voornamelijk langs dijken;

    • 4°.

      inundatiegebieden;

    • 5°.

      voormalige schootsvelden (visueel open) en verboden kringen (merendeels onbebouwd gebied); en

    • 6°.

      de landschappelijke inpassing en camouflage van de voormalige militaire objecten;

  • b.

    de relatief grote openheid; en

  • c.

    de groene en relatief stille ring rond Amsterdam.

C Nieuwe Hollandse Waterlinie

Kernkwaliteiten van de Nieuwe Hollandse Waterlinie zijn:

  • a.

    het unieke, in samenhang met het landschap ontworpen negentiende en twintigste-eeuwse hydrologische en militaire verdedigingssysteem, bestaande uit:

    • 1°.

      inundatiegebieden;

    • 2°.

      een zone met verdedigingswerken als forten, batterijen, lunetten, betonnen mitrailleurkazematten en groepsschuilplaatsen in hun samenhang met de omgeving;

    • 3°.

      voormalige schootsvelden (visueel open) en verboden kringen (merendeels onbebouwd gebied) rondom de forten;

    • 4°.

      waterwerken als waterlichamen, sluizen, inlaten, duikers en dijken, functionerend in samenhang met verdedigingswerken en inundatiegebieden;

    • 5°.

      overige elementen als beschutte wegen, (resten van) loopgraven en tankgrachten;

    • 6°.

      de landschappelijke inpassing en camouflage van de voormalige militaire objecten; en

    • 7°.

      de historische vestingstructuur van de vestingsteden Muiden, Weesp, Naarden, Nieuwersluis, Gorinchem en Woudrichem;

  • b.

    de grote openheid; en

  • c.

    het groene en overwegend rustige karakter.

D Romeinse Limes

Kernkwaliteiten van de Romeinse Limes zijn:

  • a.

    de unieke, samenhangende en goed bewaard gebleven voormalige (militaire) grens van het Romeinse Rijk; en

  • b.

    archeologische overblijfselen uit de periode 0 tot 400 na Christus langs de toenmalige loop van de Rijn, bestaande uit:

    • 1°.

      forten (castella), burgerlijke nederzettingen (kampdorpen/vici) en grafvelden;

    • 2°.

      militaire infrastructuur, bestaande uit wegen, waterwerken en wachttorens; en

    • 3°.

      scheepswrakken.

E Koloniën van Weldadigheid

Kernkwaliteiten van de Koloniën van Weldadigheid zijn het unieke, samenhangende en goed bewaard gebleven cultuurlandschap van een serie van agrarische ontginningen, vanaf 1818 gesticht met het oogmerk van armoedebestrijding, en bestaande uit:

  • a.

    de typologie van vrije en onvrije koloniën, als resultante van een alles omvattend systeem gericht op de opvang, disciplinering en vorming van kolonisten;

  • b.

    de structuur van het landschap, die representatief is voor het experiment van armoedebestrijding en de doorontwikkeling daarvan, tot uiting komend in:

    • 1°.

      rechte wegen;

    • 2°.

      laanstructuren en karakteristieke beplanting;

    • 3°.

      waterstructuren;

    • 4°.

      de afwisseling van openheid en beslotenheid;

    • 5°.

      het toegepaste maatsysteem van de verkaveling;

    • 6°.

      het grid van de bebouwing; en

    • 7°.

      kenmerkende monumentale gebouwen en terreinen; en

  • c.

    de structuur en het karakter van de beschermde dorpsgezichten Frederiksoord-Wilhelminaoord, Ommerschans en Veenhuizen.


Bijlage XVIII bij de artikelen 8.9, vierde lid, 8.10, 8.33, tweede lid, 8.88, derde lid, 8.93, en 8.98 van dit besluit (informatiedocumenten over milieubelastende activiteiten, lozingsactiviteiten op een oppervlaktewaterlichaam of lozingsactiviteiten op een zuiveringtechnisch werk)

Bijlage XVIII bij de artikelen 8.9, vierde lid, 8.10, 8.33, tweede lid, 8.88, derde lid, 8.93, en 8.98 van dit besluit (informatiedocumenten over milieubelastende activiteiten, lozingsactiviteiten op een oppervlaktewaterlichaam of lozingsactiviteiten op een zuiveringtechnisch werk)

A Informatiedocumenten over beste beschikbare technieken

Naam document

PGS 7

PGS 8

PGS 9

PGS 12

PGS 13

PGS 15

PGS 16

PGS 18

PGS 19

PGS 22

PGS 25

PGS 26

PGS 28

PGS 29

PGS 30

PGS 31

PGS 32

PGS 33-1

PGS 33-2

PGS 35

Lozingen uit tijdelijke baggerspeciedepots

Riooloverstorten deel 1: Knelpuntcriteria riooloverstorten

Riooloverstorten deel 2: Eenduidige basisinspanning

Riooloverstorten deel 3: Model voor vergunningverlening riooloverstorten

Riooloverstorten deel 4a: Nadere uitwerking monitoring riooloverstorten, spoor 1

Riooloverstorten deel 4b: Nadere uitwerking monitoring riooloverstorten, fase B

Verwerking waterfractie gevaarlijke en niet-gevaarlijke afvalstoffen

Integrale bedrijfstakstudie tankautoreiniging

Bodembescherming: combinaties van voorzieningen en maatregelen

B Informatiedocumenten voor de beoordeling van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een milieubelastende activiteit, een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam of een lozingsactiviteit op een zuiveringtechnisch werk

Naam document

Integrale aanpak van risico's van onvoorziene lozingen

Algemene BeoordelingsMethodiek

Handboek Immissietoets

CIW beoordelingssystematiek warmtelozingen

Kosteneffectiviteit van maatregelen ter beperking van wateremissies

C Informatiedocumenten voor het verbinden van voorschriften aan een omgevingsvergunning voor een lozingsactiviteit op een oppervlaktewaterlichaam of een lozingsactiviteit op een zuiveringtechnisch werk

Naam document

Lozingseisen Wvo-vergunningen


Bijlage XVIIIa bij de artikelen 8.62c, 8.62l en 8.62m van dit besluit (standaardwaarden voor het grondwater)

Bijlage XVIIIa bij de artikelen 8.62c, 8.62l en 8.62m van dit besluit (standaardwaarden voor het grondwater)

Stof

Standaardwaarden grondwater in μg/l (opgelost) (tenzij anders aangegeven)

I Metalen

Antimoon

0,15

Arseen

7,2

Barium

200

Cadmium

0,06

Chroom

2,5

Kobalt

0,7

Koper

1,3

Kwik

0,01

Lood

1,7

Molybdeen

3,6

Nikkel

2,1

Zink

24

II Anorganische verbindingen

Cyaniden-vrij

5

Cyaniden-complex (pH<5)1

10

Cyaniden-complex (pH >5)2

10

Bromide

0,3 mg Br/l

Chloride

100 mg Cl/l

Fluoride

0,5 mg F/l

III Aromatische verbindingen

Benzeen

0,2

Ethylbenzeen

4

Tolueen

7

Xylenen

0,2

Styreen (vinylbenzeen)

6

Fenol

0,2

Cresolen (som)

0,2

Catechol(o-dihydroxybenzeen)

0,2

Resorcinol(m-dihydroxybenzeen)

0,2

Hydrochinon(p-dihydroxybenzeen)

0,2

IV Polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK's)

Naftaleen

0,01

Antraceen

0,0007

Fenantreen

0,003

Fluorantheen

0,003

Benzo(a)antraceen

0,0001

Chryseen

0,003

Benzo(a)pyreen

0,0005

Benzo(ghi)peryleen

0,0003

Benzo(k)fluorantheen

0,0004

Indeno(1,2,3-cd)pyreen

0,0004

V Gechloreerde koolwaterstoffen

Vinylchloride

0,01

Dichloormethaan

0,01

1,1-dichloorethaan

7

1,2-dichloorethaan

7

1,1-dichlooretheen

0,01

1,2-dichlooretheen (cis en trans)

0,01

Dichloorpropanen

0,8

Trichloormethaan (chloroform)

6

1,1,1-trichloorethaan

0,01

1,1,2-trichloorethaan

0,01

Trichlooretheen (Tri)

24

Tetrachloormethaan (Tetra)

0,01

Tetrachlooretheen (Per)

0,01

Monochloorbenzeen

7

Dichloorbenzenen

3

Trichloorbenzenen

0,01

Tetrachloorbenzenen

0,01

Pentachloorbenzeen

0,003

Hexachloorbenzeen

0,00009

Monochloorfenolen (som)

0,3

Dichloorfenolen

0,2

Trichloorfenolen

0,03

Tetrachloorfenolen

0,01

Pentachloorfenol

0,04

Polychloorbifenylen (som)3

0,01

VI Bestrijdingsmiddelen

DDT/DDE/DDD4

0,004 ng/l

Aldrin

0,009 ng/l

Dieldrin

0,1 ng/l

Endrin

0,04 ng/l

HCH-verbindingen5

0,05

α-HCH

33 ng/l

ß-HCH

8 ng/l

γ-HCH

9 ng/l

Atrazine

29 ng/l

Carbaryl

2 ng/l

Carbofuran

9 ng/l

Chloordaan

0,02 ng/l

Endosulfan

0,2 ng/l

Heptachloor

0,005 ng/l

Heptachloor-epoxide

0,005 ng/l

Maneb

0,05 ng/l

MCPA

0,02

Organotinverbindingen

0,05-16 ng/l

VII Overige verontreinigingen

Cyclohexanon

0,5

Ftalaten (som)6

0,5

Minerale olie7

50

Pyridine

0,5

Tetrahydrofuran

0,5

Tetrahydrothiofeen

0,5

1 Zuurgraad: pH (0.01 M CaCl2). Voor de bepaling pH groter dan of gelijk aan 5 en pH kleiner dan 5 geldt het 90-percentiel van de gemeten waarden.

2 Zuurgraad: pH (0.01 M CaCl2). Voor de bepaling pH groter dan of gelijk aan 5 en pH kleiner dan 5 geldt het 90-percentiel van de gemeten waarden.

3 Onder standaardwaarde polychloorbifenylen (som) wordt verstaan: de som van PCB 28, 52, 101, 138, 153, 180. De standaardwaarde bevat niet PCB 118.

4 Onder DDT/DDD/DDE wordt verstaan: de som van DDT, DDD en DDE.

5 Onder HCH-verbindingen wordt verstaan: som van α-HCH, ß-HCH, γ-HCH en δ-HCH.

6 Onder de ftalaten wordt de som van alle ftalaten verstaan.

7 De definitie van minerale olie wordt beschreven bij de analysenorm. Als sprake is van verontreiniging met mengsels (bijvoorbeeld benzine of huisbrandolie) dan moet naast het alkaangehalte ook het gehalte aan aromatische en/of polycyclische aromatische koolwaterstoffen worden bepaald.


Bijlage XIX bij artikel 8.89, tweede lid, van dit besluit (toetsingswaarden voor het te infiltreren water)

Bijlage XIX bij artikel 8.89, tweede lid, van dit besluit (toetsingswaarden voor het te infiltreren water)

A Toetsingswaarden voor het te infiltreren water

Nr.

Stof

Eenheid

Toetsingswaarde (opgelost)1

MACRO PARAMETERS

1

zuurgraad (pH)

2

2

zwevende stof

mg/l

0,5 3

3

calcium (Ca ++)

mg/l

2

4

chloride (CI-)

mg/l

200 23

5

waterstofcarbonaat (HCO3-)

mg/l

2

6

natrium (Na+)

mg/l

120 23

7

ammonium (NH4+)

mg/l-N

2,5

8

nitraat (NO3-)

mg/l-N

5,6 23

9

totaal-fosfaat (PO42-tot)

mg/l-P

0,4

10

sulfaat (SO42-)

mg/l

150 2

11

fluoride (F-)

mg/l

1

12

cyaniden totaal (CN (tot))

μg/l

10

ZWARE METALEN

13

arseen (As)

μg/l

10

14

barium (Ba)

μg/l

200 3

15

cadmium (Cd)

μg/l

0,4

16

cobalt (Co)

μg/l

20

17

chroom (Cr)

μg/l

2

18

koper (Cu)

μg/l

15

19

kwik (Hg)

μg/l

0,05

20

nikkel (Ni)

μg/l

15

21

lood (Pb)

μg/l

15

22

zink (Zn)

μg/l

65

BESTRIJDINGSMIDDELEN

23

som van de bestrijdingsmiddelen

μg/l

0,5 4

organochloorbestrijdingsmiddelen

24

som van de organochloorbestrijdingsmiddelen

μg/l

0,1

25

endosulfan

μg/l

0,05

26

α-HCH

μg/l

0,05

27

-HCH (lindaan)

μg/l

0,05

28

DDT (met inbegrip van DDD en DDE)

μg/l

0,05

29

dichloorpropeen

μg/l

0,05

30

aldrin

μg/l

0,05

31

dieldrin

μg/l

0,05

32

endrin

μg/l

0,05

33

heptachloor

μg/l

0,05

34

heptachloorepoxide

μg/l

0,05

35

hexachloorbutadieen

μg/l

0,05

36

hexachloorbenzeen

μg/l

0,05

organofosforbestrijdingsmiddelen

37

azinfos-methyl

μg/l

0,1

38

dichloorvos

μg/l

0,1

39

dimethoaat

μg/l

0,1

40

mevinfos

μg/l

0,1

41

parathion

μg/l

0,1

triazines/triazinonen/aniliden

42

atrazine

μg/l

0,1

43

simazin

μg/l

0,1

44

metolachloor

μg/l

0,1

chloorfenoxyherbiciden

45

2-methyl-4-chloorfenoxy-azijnzuur (MCPA)

μg/l

0,1

46

mecoprop

μg/l

0,1

47

2,4-dichloorfenoxy-azijnzuur (2,4 D)

μg/l

0,1

ureumherbiciden

48

chloortoluron

μg/l

0,1

49

isoproturon

μg/l

0,1

50

metoxuron

μg/l

0,1

51

linuron

μg/l

0,1

chloorfenolen

52

trichloorfenolen

μg/l

0,1

53

tetrachloorfenol

μg/l

0,1

54

pentachloorfenol

μg/l

0,1

diversen

55

dinoseb

μg/l

0,1

56

2,4 dinitrofenol

μg/l

0,1

57

bentazon

μg/l

0,1

OLIE

58

minerale olie

μg/l

200

POLYCYCLISCHE AROMATISCHE KOOLWATERSTOFFEN (PAK's)

59

naftaleen

μg/l

0,1

60

anthraceen

μg/l

0,02

61

fenanthreen

μg/l

0,02

62

cryseen

μg/l

0,02

63

fluorantheen

μg/l

∑ 0,1

64

benzo(a)anthraceen

μg/l

65

benzo(k)fluorantheen

μg/l

66

benzo(a)pyreen

μg/l

67

benzo(ghi)peryleen

μg/l

68

indeno(l23cd)pyreen

μg/l

GEHALOGENEERDE KOOLWATERSTOFFEN

69

trichlooretheen

μg/l

0,5

70

tetrachlooretheen

μg/l

0,5

71

trihalomethanen (THM's)

μg/l

2

72

dichloorfenolen

μg/l

0,5

73

adsorbeerbare organische halogeenverbindingen (AOX)

μg/l

30

1 De toetsingswaarde voor zwevende stof gaat over de niet-opgeloste hoeveelheid materiaal.

2 Punt van aandacht bij de vergunningverlening in verband met lokale situatie.

3 In het infiltratiewater mag 70 dagen per jaar een concentratie aanwezig zijn boven de hier bedoelde, waarbij de volgende maxima niet mogen worden overschreden: zwevende stof 2 mg/l, CI- 300 mg/l, Na+ 180 mg/l en NO32- 11,2 mgN/I, Ba 300 μg/l.

4 Dit gaat om de som van de concentraties van de in deze bijlage aangegeven bestrijdingsmiddelen, waarbij aan bepalingen waarvan het meetresultaat< detectiegrens is, een meetresultaat O wordt toegekend.

5 THM te bepalen als som van de concentraties van chloroform, broomdichloormethaan, dibroomchloormethaan en bromoform. Als een transportchloring wordt toegepast, is het toegestane maximum 70 μg/l.

6 Als een transportchloring wordt toegepast, is het toegestane maximum 100 μg/l.

B Families en groepen van stoffen

  • 1.

    Organische halogeenverbindingen en stoffen waaruit die verbindingen kunnen ontstaan.

  • 2.

    Organische fosforverbindingen.

  • 3.

    Organische tinverbindingen.

  • 4.

    Stoffen die een kankerverwekkende, mutagene of teratogene werking hebben.

  • 5.

    Minerale oliën en koolwaterstoffen.

  • 6.

    Cyaniden.

  • 7.

    De volgende metaloïden en metalen en verbindingen daarvan:

    • kwik;

    • cadmium;

    • lood;

    • arsenicum;

    • antimoon;

    • tin;

    • beryllium;

    • uranium;

    • thallium;

    • tellurium;

    • zilver.

  • 8.

    De volgende metalloïden en metalen en verbindingen daarvan:

    • zink;

    • koper;

    • nikkel;

    • chroom;

    • selenium;

    • molybdeen;

    • borium;

    • vanadium;

    • kobalt;

    • barium;

    • titaan.

  • 9.

    Biociden en derivaten daarvan, die niet onder de families en groepen van stoffen, bedoeld onder 1 tot en met 7, vallen.

  • 10.

    Stoffen met een schadelijke werking op de smaak of geur van het grondwater en verbindingen waaruit die stoffen in het water kunnen ontstaan en die het water ongeschikt maken voor menselijke consumptie.

  • 11.

    Organische siliciumverbindingen die toxisch of persistent zijn en stoffen waaruit die verbindingen kunnen ontstaan, met uitzondering van die welke biologisch onschadelijk zijn of die snel worden omgezet in onschadelijke stoffen.

  • 12.

    Anorganische fosforverbindingen en elementair fosfor.

  • 13.

    Ammoniak, nitrieten en nitraten.

  • 14.

    Chloriden, bromiden en fluoriden.

  • 15.

    Sulfaten.





















Hoofdstuk 1a Bepalingen omtrent authentieke gegevens en de inhoud en inrichting van registraties

Hoofdstuk 1a Bepalingen omtrent authentieke gegevens en de inhoud en inrichting van registraties



Eerste titel Van rechtspleging in zaken van verkeersmiddelen en vervoer

Eerste titel Van rechtspleging in zaken van verkeersmiddelen en vervoer


§ 4.1 Toezicht op de naleving en samenwerking

§ 4.1 Toezicht op de naleving en samenwerking


Hoofdstuk II Voorwerp van de belasting

Hoofdstuk II Voorwerp van de belasting


Hoofdstuk III Heffing ter zake van invoer

Hoofdstuk III Heffing ter zake van invoer


Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen en algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen en algemene bepalingen


Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990


Artikel 24

  • 1

    Met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze wet gestelde regels zijn belast de bij besluit van de toezichthoudende autoriteit aangewezen personen. Van dat besluit wordt mededeling gedaan door plaatsing in de Staatscourant.

  • 2

    In afwijking van het eerste lid, is de deken, bedoeld in artikel 45a, eerste lid, van de Advocatenwet, belast met het toezicht op de naleving van de bij of krachtens deze wet gestelde regels.


Artikel 9

  • 1

    De belasting wordt geheven over het belastbare loon.

  • 2

    Belastbaar loon is het gezamenlijke bedrag aan loon.


Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990

De staatssecretaris van Financiën,

Gelet op de artikelen 5, 31, 35, vijfde lid, 43, 53, derde lid, en 62, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 (Stb. 221), alsmede artikel 26 van de Invorderingswet 1990artikel 300 van de gemeentewet (Stb. 1931, 89), artikel 29 van de Bevoegdhedenwet waterschappen (Stb. 1978, 285), artikel 13, veertiende lid, onderdeel a, van de Meststoffenwet (Stb. 1986, 598), artikel 61s, derde lid, onderdeel a, van de Wet algemene bepalingen milieuhygiëne (Stb. 1988, 133) en artikel 23, vierde lid, onderdeel a, van het Uitvoeringsbesluit verontreiniging rijkswateren (Stb. 1985, 377),

Besluit:


Artikel 25

  • 1

    Indien de medewerkers van een toezichthoudende autoriteit, dan wel de in artikel 24, tweede lid, bedoelde deken, bij de uitoefening van hun taak op grond van deze wet of enige andere wet feiten ontdekken die kunnen duiden op witwassen of financieren van terrorisme, licht de toezichthoudende autoriteit onder wiens verantwoordelijkheid zij hun taak uitoefenen, dan wel de in artikel 24, tweede lid, bedoelde deken, de Financiële inlichtingen eenheid in, zo nodig in afwijking van de toepasselijke wettelijke geheimhoudingsbepalingen, voor zover de gegevens of inlichtingen dienstig zijn voor de uitoefening van de wettelijke taken van de Financiële inlichtingen eenheid.

  • 2

    Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van medewerkers van De Nederlandsche Bank N.V., voor zover zij betrokken zijn bij de verwisseling, intrekking en aftekening van bankbiljetten als bedoeld in artikel 27, derde lid, van de Bankwet 1998


Artikel 10

  • 1

    Loon is al hetgeen uit een dienstbetrekking of een vroegere dienstbetrekking wordt genoten, daaronder mede begrepen hetgeen wordt vergoed of verstrekt in het kader van de dienstbetrekking.

  • 2

    Tot het loon behoren aanspraken om na verloop van tijd of onder een voorwaarde een of meer uitkeringen of verstrekkingen te ontvangen.

  • 3

    Onder aanspraken worden mede verstaan rechten op geheel of gedeeltelijk betaald verlof.

  • 4

    Tot het loon behoren uitkeringen en verstrekkingen ingevolge een tot het loon behorende aanspraak voor zover de aanspraak in afwijking van hetgeen bij of krachtens deze wet is bepaald, bij de bepaling van de verschuldigde belasting niet als loon in aanmerking is genomen.

  • 5

    Onverminderd de omstandigheid dat de inhoudingsplichtige ingevolge artikel 32ba of artikel 32bb de aldaar bedoelde belasting is verschuldigd en de bedragen die worden ingehouden als bijdrage ingevolge een in artikel 32ba bedoelde regeling tot het loon behoren, behoren tot het loon:

    • a.

      uitkeringen en verstrekkingen uit een voordien niet tot het loon gerekende aanspraak ingevolge een regeling voor vervroegde uittreding in de zin van artikel 32ba;

    • b.

      vertrekvergoedingen als bedoeld in artikel 32bb, met uitzondering van vertrekvergoedingen als bedoeld in artikel 32bb, vijfde lid;

    • c.

      hetgeen ingevolge artikel 10a tot het loon behoort ter zake van een aandelenoptierecht als bedoeld in artikel 32bb, vijfde lid.



Artikel 10a

  • 1

    Ingeval in het kader van een dienstbetrekking of vroegere dienstbetrekking met een werknemer een aandelenoptierecht is overeengekomen, behoort niet de waarde van dat recht tot het loon doch:

    • a.

      de waarde in het economische verkeer van de bij uitoefening van dat recht verkregen aandelen ten tijde van:

      • 1°.

        de uitoefening van dat recht ingeval de verkregen aandelen onmiddellijk verhandelbaar zijn; of

      • 2°.

        het verhandelbaar worden van de verkregen aandelen ingeval deze niet onmiddellijk verhandelbaar zijn; of

    • b.

      hetgeen door de werknemer wordt genoten ter zake van de vervreemding van dat recht.

  • 2

    Het loon dat ingevolge dit artikel, met uitzondering van het dertiende lid in aanmerking wordt genomen, wordt verminderd met het bedrag dat de werknemer ter zake van het aandelenoptierecht in rekening is gebracht, maar niet verder dan tot nihil.

  • 3

    Indien zulks plaatsvindt in het kader van een aandelenfusie, een splitsing van een rechtspersoon, een fusie van een rechtspersoon of een overname van 50% of meer van de aandelen in de inhoudingsplichtige of een met de inhoudingsplichtige verbonden vennootschap wordt als uitoefening of vervreemding van een aandelenoptierecht niet beschouwd:

    • a.

      het wijzigen van de voorwaarden van het optierecht terzake van het aandeel waarop het optierecht ziet, of

    • b.

      het vervangen van het optierecht door een ander aandelenoptierecht waarbij dat andere optierecht ziet op een ander aandeel, tenzij aannemelijk is dat het wijzigen of het vervangen van het aandelenoptierecht, in meer dan betekenende mate plaatsvindt om belastingheffing ter zake van het recht uit te stellen of te ontgaan.

  • 4

    Onder vervreemding wordt mede begrepen het formeel of feitelijk tot voorwerp van zekerheid worden, het brengen in het vermogen van een onderneming, alsmede het ontvangen van een schadeloosstelling als bedoeld in artikel 334p, eerste lid, of artikel 320, eerste lid, van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. De overgang onder algemene titel van een aandelenoptierecht wordt niet als een vervreemding aangemerkt.

  • 5

    Ingeval bij vervreemding van een aandelenoptierecht de tegenprestatie ontbreekt of is bedongen bij een niet onder normale omstandigheden gesloten overeenkomst, wordt als genoten bedrag aangemerkt de waarde in het economische verkeer welke ten tijde van de vervreemding aan het recht kan worden toegekend.

  • 6

    Voor de toepassing van dit artikel wordt onder een aandelenoptierecht verstaan een recht om een of meer aandelen of daarmee gelijk te stellen rechten te verwerven in de inhoudingsplichtige vennootschap of in een met de inhoudingsplichtige verbonden vennootschap, of een daarmee gelijk te stellen recht.

  • 7

    Voor de toepassing van deze wet wordt onder een met de inhoudingsplichtige verbonden vennootschap verstaan:

    • a.

      een vennootschap waarin de inhoudingsplichtige voor ten minste een derde gedeelte belang heeft;

    • b.

      een vennootschap die voor ten minste een derde gedeelte belang heeft in de inhoudingsplichtige;

    • c.

      een vennootschap waarin een derde voor ten minste een derde gedeelte belang heeft, terwijl deze derde tevens voor ten minste een derde gedeelte belang heeft in de inhoudingsplichtige.

  • 8

    Voor de toepassing van dit artikel wordt, indien een inhoudingsplichtige vennootschap of een met de inhoudingsplichtige vennootschap verbonden vennootschap is betrokken bij een splitsing of een fusie op de voet van artikel 334a onderscheidenlijk artikel 309 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek, onder die vennootschap mede verstaan de verkrijgende vennootschap in de zin van die artikelen alsmede de vennootschap die vóór de splitsing onderscheidenlijk fusie werd aangemerkt als een met de inhoudingsplichtige vennootschap verbonden vennootschap.

  • 9

    Indien de bij uitoefening van een aandelenoptierecht als bedoeld in het eerste lid verkregen aandelen op grond van een ter zake van dat aandelenoptierecht op de werknemer van toepassing zijnde contractuele bepaling gedurende een bepaalde periode niet verhandelbaar zijn als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, onder 2°, worden die aandelen voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, en artikel 13a, vierde lid, onderdeel a, uiterlijk na een periode van vijf jaar na beursgang van de vennootschap waarin de aandelen worden gehouden dan wel indien deze vennootschap bij uitoefening van het aandelenoptierecht reeds beursgenoteerd is uiterlijk na een periode van vijf jaar na uitoefening van het aandelenoptierecht geacht verhandelbaar te zijn, met dien verstande dat de aandelen ook na die periode van vijf jaar niet geacht worden verhandelbaar te zijn zolang de aandelen ingevolge een wettelijke bepaling niet verhandelbaar zijn.

  • 10

    Indien de bij uitoefening van een aandelenoptierecht als bedoeld in het eerste lid verkregen aandelen waarop het eerste lid, onderdeel a, nog geen toepassing heeft gevonden worden vervangen door andere aandelen als bedoeld in het derde lid, vindt de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, artikel 13a, vierde lid, onderdeel a, en artikel 32bb, vijfde lid, onderdeel b, plaats met betrekking tot die andere aandelen, met dien verstande dat ingeval die andere aandelen onmiddellijk verhandelbaar zijn de waarde in het economische verkeer van die andere aandelen ten tijde van het vervangen van de verkregen aandelen door die andere aandelen in aanmerking wordt genomen.

  • 11

    Indien verkregen aandelen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, onder 2°, niet onmiddellijk verhandelbaar zijn als gevolg van een op de werknemer van toepassing zijnde contractuele of wettelijke bepaling en de werknemer in strijd met die bepaling de verkregen aandelen vervreemdt voordat het aandelenoptierecht ingevolge het eerste lid, met inachtneming van de termijn, bedoeld in het negende lid, in de heffing is betrokken, behoort in zoverre in afwijking van het eerste lid tot het loon hetgeen met overeenkomstige toepassing van het vijfde lid door de werknemer wordt genoten ter zake van de vervreemding van de verkregen aandelen. Het loon dat ingevolge de eerste zin in aanmerking wordt genomen, wordt verminderd met het bedrag dat de werknemer ter zake van de schending van de bepaling, bedoeld in de eerste zin, in rekening is gebracht, maar niet verder dan tot nihil.

  • 12

    Indien de bij uitoefening van een aandelenoptierecht als bedoeld in het eerste lid verkregen aandelen niet onmiddellijk verhandelbaar zijn als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, onder 2°, wordt naar keuze van de werknemer in afwijking van het eerste lid, onderdeel a, onder 2°, tot het loon gerekend de waarde in het economische verkeer van de bij uitoefening van dat recht verkregen aandelen ten tijde van de uitoefening van dat recht. De eerste zin is slechts van toepassing indien de werknemer de keuze, bedoeld in de eerste zin, uiterlijk op het moment van uitoefening van het recht, bedoeld in de eerste zin, schriftelijk kenbaar maakt aan de inhoudingsplichtige. De inhoudingsplichtige bewaart de vastlegging van de keuze van de werknemer bij de loonadministratie.

  • 13

    Tot het loon ter zake van een aandelenoptierecht als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, worden mede gerekend de voordelen die de werknemer geniet uit de bij uitoefening van dat aandelenoptierecht verkregen aandelen waarop het eerste lid, onderdeel a, en het twaalfde lid nog geen toepassing hebben gevonden, verminderd met de op die voordelen betrekking hebbende kosten, maar niet verder dan tot nihil.

  • 14

    Indien de bij uitoefening van een aandelenoptierecht als bedoeld in het eerste lid verkregen aandelen niet onmiddellijk verhandelbaar zijn als bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, onder 2°, en het verhandelbaar worden van die aandelen deels of geheel afhankelijk is van onzekere factoren die grotendeels buiten de invloedsfeer van de werknemer liggen, kunnen bij ministeriële regeling regels worden gesteld met betrekking tot situaties waarin bepaalde aandelen voor de toepassing van het eerste lid, onderdeel a, onder 2°, worden geacht niet, deels of geheel verhandelbaar te worden.


Artikel 27

  • 1

    De toezichthoudende autoriteit werkt samen met de toezichthoudende instanties van andere lidstaten, voor zover dat voor de vervulling van haar taak op grond van deze wet of de vervulling van de taken van die instanties nodig is.

  • 2

    De Nederlandsche Bank N.V. en de Stichting Autoriteit Financiële Markten, voor zover op grond van artikel 1d, eerste lid, onderdeel a en b, belast met de uitvoering en handhaving van deze wet, verstrekken de Europese Bankautoriteit alle informatie die voor de vervulling van de taken van die autoriteiten nodig is.

  • 3

    De Nederlandsche Bank N.V. en de Stichting Autoriteit Financiële Markten informeren de Europese Bankautoriteit voorts over een maatregel die ingevolge paragraaf 4.2 van deze wet is opgelegd aan een bank of andere financiële onderneming.


Artikel 11

  • 1

    Tot het loon behoren niet:

    • a.

      [vervallen;]

    • b.

      [vervallen;]

    • c.

      aanspraken ingevolge een pensioenregeling, een en ander volgens de in of krachtens hoofdstuk IIB gestelde normeringen en beperkingen;

    • d.

      aanspraken ingevolge een regeling voor vervroegde uittreding als bedoeld in artikel 32ba;

    • e.
    • f.

      aanspraken, die naar aard en strekking overeenkomen met aanspraken als bedoeld in onderdeel e;

    • g.

      [vervallen;]

    • h.

      aanspraken op uitkeringen wegens overlijden of invaliditeit ten gevolge van een ongeval;

    • i.

      [vervallen;]

    • j.

      bedragen die worden ingehouden:

      • 1°.

        als bijdrage ingevolge een pensioenregeling;

      • 2°.

        als bijdrage voor aanspraken die ingevolge de onderdelen f en h niet tot het loon behoren;

      • 3°.

        in plaats van bijdragen als bedoeld onder 2°;

    • k.

      uitkeringen en verstrekkingen tot vergoeding van door de werknemer in verband met zijn dienstbetrekking geleden schade aan of verlies van persoonlijke zaken;

    • l.

      bij ministeriële regeling aan te wijzen voorzieningen voor militaire oorlogs- of dienstslachtoffers die verband houden met invaliditeit;

    • m.

      eenmalige uitkeringen en verstrekkingen ter zake van overlijden van de werknemer, zijn partner in het kalenderjaar of in het voorafgaande kalenderjaar – in de zin van artikel 1.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001, of zijn kinderen en pleegkinderen, voorzover deze uitkeringen en verstrekkingen niet overtreffen driemaal het loon over een maand bepaald met inachtneming van bij ministeriële regeling te stellen regels, alsmede aanspraken op de hiervoor bedoelde uitkeringen en verstrekkingen;

    • n.

      uitkeringen en verstrekkingen, andere dan die ter zake van ziekte, invaliditeit, bevalling, adoptie en overlijden, die de werknemer ontvangt uit een fonds tot welks middelen de inhoudingsplichtige gedurende de laatstverlopen vijf kalenderjaren evenveel of minder heeft bijgedragen dan de bij het fonds betrokken werknemers, tenzij die uitkeringen en verstrekkingen geschieden ingevolge een aanspraak die niet tot het loon behoort;

    • o.

      een uitkering of verstrekking die eenmaal wordt toegekend na het bereiken van een diensttijd van ten minste 25 jaar en een uitkering of verstrekking die eenmaal wordt toegekend na het bereiken van een diensttijd van ten minste 40 jaar, voor zover de waarde daarvan het loon over een maand niet overtreft, mits is voldaan aan bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden;

    • p.

      [vervallen;]

    • q.

      [vervallen;]

    • r.

      aanspraken:

      • 1°.

        op vakantieverlof en compensatieverlof, voorzover deze aanspraken aan het einde van het kalenderjaar in totaal niet meer bedragen dan de arbeidsduur per week gerekend over een periode van honderd weken;

      • 2°.

        op bij ministeriële regeling aan te wijzen geclausuleerd verlof;

      • 3°.

        op verlof tijdens rust- en feestdagen.

    • s.

      hetgeen wordt genoten ter zake van het verrichten van arbeid in de onderneming van de partner van de werknemer, indien bij het bepalen van de winst uit die onderneming de kosten en lasten die verband houden met de vergoeding voor die arbeid op grond van artikel 3.16, vierde lid, van de Wet inkomstenbelasting 2001 niet in aftrek komen;

    • t.

      aanspraken op een transitievergoeding als bedoeld in artikel 673 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 2

    Bij of krachtens ministeriële regeling kan, in overeenstemming met Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, worden bepaald dat eveneens niet tot het loon behoren andere aanspraken dan bedoeld in het eerste lid, indien zulks tot vergemakkelijking van de heffing van de belasting kan leiden.

  • 3

    Voorzover de aanspraken op vakantieverlof en compensatieverlof aan het einde van het kalenderjaar in totaal de in het eerste lid, onderdeel r, onder 1°, opgenomen begrenzingen overschrijden, wordt het meerdere geacht te zijn genoten bij het einde van het kalenderjaar of het einde van de dienstbetrekking zo deze in de loop van het kalenderjaar eindigt.


Artikel 11a [Vervallen per 01-01-2014]

[Vervallen]




Artikel 11d

Bij de bepaling van de omvang van het loon wordt geen rekening gehouden met de ter zake van het loon verschuldigde inkomensafhankelijke bijdrage, bedoeld in de Zorgverzekeringswet, en de niet in Nederland verschuldigde bijdragen die naar aard en strekking overeenkomen met ter zake van het loon verschuldigde inkomensafhankelijke bijdrage als bedoeld in de Zorgverzekeringswet.


Artikel 11e

Bij de bepaling van de omvang van het loon wordt geen rekening gehouden met op de werknemer drukkende:

  • a.

    geldboeten opgelegd door een strafrechter, geldsommen betaald aan een staat of een onderdeel daarvan ter voorkoming van strafvervolging, in het kader van een strafbeschikking of daarmee vergelijkbare buitenlandse wijze van bestraffing, dan wel ter voldoening aan een voorwaarde verbonden aan een besluit tot gratieverlening, bestuurlijke boeten en daarmee vergelijkbare buitenlandse boeten, geldboeten opgelegd op basis van bij wet geregeld tuchtrecht, geldboeten opgelegd door een instelling van de Europese Unie, alsmede kosten als bedoeld in de artikelen 234, vijfde lid, en 235, derde lid, van de Gemeentewet;

  • b.

    dwangsommen als bedoeld in afdeling 5.3.2 van de Algemene wet bestuursrecht en daarmee vergelijkbare buitenlandse dwangsommen.


Artikel 12

Bij ministeriële regeling kunnen, in overeenstemming met Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, regels worden gesteld met betrekking tot het bedrag aan fooien en dergelijke prestaties van derden, dat in bepaalde gevallen of groepen van gevallen geacht wordt te zijn genoten. Daarbij kan worden bepaald, dat een bedrag aan fooien en dergelijke prestaties van derden niet tot het loon behoort.


Artikel 12a

  • 1

    Ten aanzien van de werknemer die arbeid verricht ten behoeve van een lichaam waarin hij of zijn partner een aanmerkelijk belang heeft, wordt het in het kalenderjaar van dat lichaam genoten loon ten minste gesteld op het hoogste van de volgende bedragen:

    • a.

      het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking;

    • b.

      het hoogste loon van de werknemers die in dienst zijn van het lichaam, bedoeld in de aanhef, of met het lichaam verbonden lichamen;

    • c.

      € 56.000.

  • 2

    Indien de inhoudingsplichtige aannemelijk maakt dat het hoogste bedrag, bedoeld in het eerste lid, hoger is dan het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking, wordt het loon in afwijking van het eerste lid gesteld op het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking.

  • 3

    Indien artikel 32d van toepassing is op het door een of meer lichamen verschuldigde loon, worden het eerste en tweede lid toegepast alsof de ten behoeve van deze andere lichamen verrichte arbeid is verricht ten behoeve van de inhoudingsplichtige die ingevolge artikel 32d geacht wordt het loon te verstrekken.

  • 4

    Het eerste en tweede lid zijn niet van toepassing indien het bij toepassing van het eerste tot en met derde lid vast te stellen loon voor de arbeid in het lichaam, bedoeld in het eerste lid, en met het lichaam verbonden lichamen in het kalenderjaar niet hoger is dan € 5.000.

  • 5

    Voor de toepassing van dit artikel wordt verstaan onder:

    • a.
    • b.

      een aanmerkelijk belang: een aanmerkelijk belang in de zin van de Wet inkomstenbelasting 2001;

    • c.

      meest vergelijkbare dienstbetrekking: de dienstbetrekking die van alle dienstbetrekkingen:

      • 1°.

        waarbij een aanmerkelijk belang geen rol speelt;

      • 2°.

        die bekend zijn bij de inhoudingsplichtige en de inspecteur;

      • 3°.

        waarvan het loon bekend is of in redelijkheid geschat kan worden; en

      • 4°.

        waarvan het loon niet op een ander bedrag is vastgesteld dan in het economische verkeer gebruikelijk is;

      het meest vergelijkbaar is met de dienstbetrekking van de werknemer, bedoeld in het eerste lid, aanhef;

    • d.

      met het lichaam verbonden lichamen: met het lichaam verbonden vennootschappen als bedoeld in artikel 10a, zevende lid.

  • 6

    De inspecteur die aannemelijk maakt dat het loon uit de meest vergelijkbare dienstbetrekking hoger is dan het bedrag waarop het loon door de inhoudingsplichtige gesteld is, overlegt aan de inhoudingsplichtige ten minste de criteria op basis waarvan de inspecteur heeft vastgesteld dat de door de inspecteur aangedragen dienstbetrekking de meest vergelijkbare dienstbetrekking is.

  • 7

    Het in het eerste lid vermelde bedrag wordt bij het begin van het kalenderjaar bij ministeriële regeling vervangen door een ander. Dit bedrag wordt berekend door het te vervangen bedrag te vermenigvuldigen met de tabelcorrectiefactor van artikel 10.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001 en vervolgens de nodig geachte afronding aan te brengen. Indien in het voorafgaande jaar een dergelijke afronding is toegepast, kan bij vervanging worden uitgegaan van het niet-afgeronde bedrag.


Artikel 13

  • 1

    Niet in geld genoten loon wordt in aanmerking genomen naar de waarde die daaraan in het economische verkeer kan worden toegekend, met dien verstande dat ingeval door een derde, niet zijnde een met de inhoudingsplichtige verbonden vennootschap, ter zake van het niet in geld genoten loon een bedrag aan de inhoudingsplichtige in rekening wordt gebracht, het door de derde in rekening gebrachte bedrag in aanmerking wordt genomen.

  • 2

    Met betrekking tot niet in geld genoten loon in de vorm van verstrekkingen van branche-eigen producten van het bedrijf van de inhoudingsplichtige dan wel van het bedrijf van een met de inhoudingsplichtige verbonden vennootschap, wordt, in zoverre in afwijking van het eerste lid, steeds de waarde die daaraan in het economische verkeer kan worden toegekend in aanmerking genomen.

  • 3

    Bij ministeriële regeling kunnen, in overeenstemming met Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, nadere regels worden gesteld op grond waarvan de waarde van het volgende niet in geld genoten loon op een lager bedrag kan worden gesteld dan het ingevolge de vorige leden in aanmerking te nemen bedrag:

    • a.

      voorzieningen die geheel of gedeeltelijk gebruikt of verbruikt worden op een bij die ministeriële regeling aan te wijzen werkplek;

    • b.

      het genot van een in het kader van de dienstbetrekking ter beschikking gestelde woning.

  • 4

    De waarde van het rentevoordeel van een door de inhoudingsplichtige dan wel door een met de inhoudingsplichtige verbonden vennootschap aan de werknemer verstrekte geldlening ter zake van de aanschaf van een fiets, elektrische fiets of elektrische scooter wordt gesteld op nihil.

  • 5

    Bij ministeriële regeling kunnen, in overeenstemming met Onze Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, nadere regels worden gesteld met betrekking tot de waardering van aanspraken.

  • 6

    De ingevolge de vorige leden in aanmerking te nemen waarde wordt verminderd met het bedrag dat de werknemer ter zake in rekening wordt gebracht, met dien verstande dat de aldus verminderde waarde ten minste op nihil wordt gesteld.


Artikel 13bis

  • 1

    Indien ook voor privédoeleinden een auto ter beschikking is gesteld, wordt het voordeel op kalenderjaarbasis gesteld op ten minste:

    • a.

      22% van de waarde van de auto indien de auto niet meer dan 15 jaar geleden voor het eerst in gebruik is genomen;

    • b.

      35% van de waarde van de auto indien de auto meer dan 15 jaar geleden voor het eerst in gebruik is genomen.

    De auto wordt in ieder geval geacht ook voor privédoeleinden ter beschikking te zijn gesteld tenzij blijkt dat de auto op kalenderjaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden wordt gebruikt.

  • 2

    Het voordeel, bedoeld in het eerste lid, eerste volzin, wordt op kalenderjaarbasis verlaagd met 6% van de waarde van de auto indien uit het kentekenregister blijkt dat de CO2-uitstoot 0 gram per kilometer is, met dien verstande dat het bedrag van de verlaging ten hoogste € 1.800 bedraagt tenzij de auto wordt aangedreven door een motor die kan worden gevoed met waterstof of de auto is voorzien van geïntegreerde zonnepanelen waarbij de voor de aandrijving benodigde energie wordt opgeslagen in een accupakket dat geen lood bevat en het vermogen van de zonnepanelen in wattpiek gedeeld door het verbruik in wattuur per kilometer ten minste 7 is. Het verbruik in wattuur wordt gemeten overeenkomstig bijlage XXI bij Verordening (EU) 2017/1151 van de Commissie van 1 juni 2017 tot aanvulling van Verordening (EG) nr. 715/2007 van het Europees Parlement en de Raad betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen met betrekking tot emissies van lichte personen- en bedrijfsvoertuigen (Euro 5 en Euro 6) en de toegang tot reparatie- en onderhoudsinformatie, tot wijziging van Richtlijn 2007/46/EG van het Europees Parlement en de Raad, Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie en Verordening (EU) nr. 1230/2012 van de Commissie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 692/2008 van de Commissie (PbEU 2017, L 175).

  • 3

    Voor de toepassing van dit artikel en de daarop berustende bepalingen wordt woon-werkverkeer geacht niet voor privédoeleinden plaats te vinden. Indien uit een rittenregistratie of anderszins blijkt dat de auto op kalenderjaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden wordt gebruikt, wordt het voordeel gesteld op nihil. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld waaraan een rittenregistratie moet voldoen. Tevens kunnen regels worden gesteld over het anderszins laten blijken dat de auto op kalenderjaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden wordt gebruikt.

  • 4

    Het voordeel wordt in aanmerking genomen voorzover het uitgaat boven de vergoeding die de werknemer voor het gebruik voor privé-doeleinden is verschuldigd.

  • 5

    Voor de toepassing van dit artikel en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • a.

      auto: personenauto of bestelauto als bedoeld in artikel 3 van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992, met uitzondering van een bestelauto die door aard of inrichting uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt blijkt te zijn voor vervoer van goederen en met uitzondering van een bestelauto die buiten de werktijd niet gebruikt kan worden of een bestelauto waarvoor een verbod op privégebruik geldt, waarbij van een dergelijk verbod op privégebruik sprake is indien:

      • 1°.

        het verbod schriftelijk is vastgelegd;

      • 2°.

        de inhoudingsplichtige de vastlegging van het verbod bij de loonadministratie bewaart;

      • 3°.

        de inhoudingsplichtige voldoende toezicht houdt op de naleving van het verbod, en

      • 4°.

        de inhoudingsplichtige een passende sanctie oplegt indien het verbod wordt overtreden;

    • b.

      waarde van de auto: catalogusprijs in de zin van artikel 9 van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 vermeerderd met de belasting van personenauto’s en motorrijwielen ingevolge de artikelen 9 tot en met 9c van die wet, met dien verstande dat de waarde van een auto die meer dan vijftien jaar geleden voor het eerst in gebruik is genomen, wordt gesteld op de waarde in het economische verkeer.

  • 6

    Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld met betrekking tot de loontijdvakken waarin het in het eerste lid bedoelde voordeel in aanmerking wordt genomen.

  • 7

    Indien de werknemer een verklaring van de inspecteur overlegt waarin is vastgelegd dat de werknemer aan de inspecteur heeft medegedeeld dat de hem ter beschikking gestelde auto op kalenderjaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer voor privé-doeleinden wordt gebruikt (verklaring geen privé-gebruik), laat de inhoudingsplichtige inhouding van belasting over het in het eerste lid bedoelde voordeel achterwege. De eerste volzin is niet van toepassing ingeval de inhoudingsplichtige weet dat de in de eerste volzin bedoelde mededeling niet juist is.

  • 8

    De werknemer kan een verzoek om een verklaring geen privé-gebruik bij de inspecteur indienen. De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking.

  • 9

    De inspecteur kan de verklaring geen privé-gebruik, al dan niet op verzoek van de werknemer, bij voor bezwaar vatbare beschikking intrekken, waarbij de intrekking voor zover nodig terugwerkende kracht kan hebben. Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald in welke gevallen de werknemer om intrekking moet verzoeken.

  • 10

    In geval van een verklaring geen privé-gebruik kan de inspecteur de werknemer op enig moment verzoeken te doen blijken dat de auto op kalenderjaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer voor privé-doeleinden wordt gebruikt.

  • 11

    Indien de verklaring geen privé-gebruik wordt ingetrokken of indien de werknemer niet doet blijken dat de auto op kalenderjaarbasis voor niet meer dan 500 kilometer voor privé-doeleinden is gebruikt, wordt de verschuldigde belasting, voorzover nodig in afwijking van artikel 20, tweede lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, nageheven van de werknemer. In afwijking van de eerste volzin wordt nageheven van de inhoudingsplichtige ingeval de inhoudingsplichtige wist dat de mededeling, bedoeld in het zevende lid, eerste volzin, niet juist was.

  • 12

    Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot de verklaring geen privé-gebruik.

  • 13

    Indien een bestelauto als bedoeld in artikel 3, derde lid, van de Wet op de belasting van personenauto’s en motorrijwielen 1992 door de werknemer uitsluitend zakelijk wordt gebruikt, kan de werknemer door tussenkomst van de inhoudingsplichtige met betrekking tot deze auto aan de inspecteur een verklaring uitsluitend zakelijk gebruik afgeven (verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto). De ontvangst van die verklaring wordt door de inspecteur bevestigd. Indien een verklaring als bedoeld in de eerste volzin is afgegeven, laat de inhoudingsplichtige inhouding van belasting over het in het eerste lid bedoelde voordeel achterwege. De vorige volzin is niet van toepassing ingeval de inhoudingsplichtige weet dat de in die volzin genoemde verklaring niet juist is.

  • 14

    De werknemer kan de verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto intrekken. De mededeling van de intrekking wordt door de inspecteur bevestigd.

  • 15

    In geval van een verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto kan de inspecteur bij het vermoeden van een rit voor privédoeleinden, de inhoudingsplichtige en de werknemer verzoeken te doen blijken dat de betreffende rit zakelijk was. Slagen inhoudingsplichtige en de werknemer niet in dit bewijs, dan wordt de bestelauto geacht op kalenderjaarbasis voor meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden te worden gebruikt en wordt de verschuldigde belasting, voor zover nodig in afwijking van artikel 20, tweede lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, nageheven van de werknemer. In afwijking van de tweede volzin wordt nageheven van de inhoudingsplichtige ingeval hij wist dat de verklaring niet juist was of ingeval hij niet aanstonds heeft medegedeeld dat de werknemer ten onrechte de verklaring nog niet heeft ingetrokken.

  • 16

    Indien de werknemer de verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto heeft ingetrokken voordat hij de bestelauto ook voor privédoeleinden heeft gebruikt, wordt de bestelauto tot het moment van de intrekking geacht wel voor privédoeleinden ter beschikking te zijn gesteld, maar niet voor privédoeleinden te zijn gebruikt.

  • 17

    Bij algemene maatregel van bestuur wordt bepaald:

    • a.

      op welke wijze de verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto wordt afgegeven en ingetrokken;

    • b.

      in welke gevallen de werknemer de verklaring in ieder geval moet intrekken;

    • c.

      in welke gevallen de inhoudingsplichtige de inspecteur schriftelijk moet mededelen dat de werknemer de verklaring ten onrechte niet heeft ingetrokken en welke gegevens de inhoudingsplichtige bij deze mededeling moet verstrekken;

    • d.

      op welke wijze de inspecteur naar aanleiding van een mededeling als bedoeld in onderdeel c bekendmaakt dat de verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto geacht wordt te zijn ingetrokken;

    • e.

      vanaf welk moment de verklaring bij toepassing van onderdeel d geacht wordt te zijn ingetrokken.

  • 18

    Na de eerste wijziging van de CO2-uitstootgrens of het percentage in het tweede lid na de datum van eerste toelating van de auto, is voor een periode van 60 maanden te rekenen vanaf de eerste dag van de maand volgend op de datum van eerste toelating, de verlaging, bedoeld in het tweede lid, van toepassing overeenkomstig de bepalingen die gelden direct voorafgaand aan die wijziging.

  • 19

    Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld met betrekking tot een auto waarvan de datum van de eerste tenaamstelling in het kentekenregister niet overeenkomt met de datum van eerste toelating op de weg van die auto.


Artikel 13ter

  • 1

    Indien ook voor privédoeleinden een fiets ter beschikking is gesteld, wordt het voordeel op kalenderjaarbasis gesteld op 7% van de waarde van de fiets. De fiets wordt in ieder geval geacht ook voor privédoeleinden ter beschikking te zijn gesteld indien de fiets ook voor woon-werkverkeer ter beschikking is gesteld.

  • 2

    Het voordeel wordt in aanmerking genomen voor zover het uitgaat boven de vergoeding die de werknemer voor het gebruik voor privédoeleinden is verschuldigd.

  • 3

    Voor de toepassing van dit artikel wordt onder een fiets mede verstaan een bromfiets als bedoeld in artikel 1, eerste lid, onderdeel e, van de Wegenverkeerswet 1994, indien deze mede door menselijke spierkracht wordt aangedreven en is uitgerust met een elektromotor.

  • 4

    Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de waarde van de fiets verstaan de in Nederland door de fabrikant of importeur publiekelijk kenbaar gemaakte consumentenadviesprijs van de fiets. Indien voor de fiets geen consumentenadviesprijs beschikbaar is, wordt aangesloten bij de consumentenadviesprijs van de meest vergelijkbare fiets.


Slotformulier en ondertekening

's-Gravenhage 30 mei 1990

De staatssecretaris van Financiën, M.J.J. van Amelsvoort


Artikel 13a

  • 1

    Loon wordt beschouwd te zijn genoten op het tijdstip waarop het:

    • a.

      betaald of verrekend wordt, ter beschikking van de werknemer wordt gesteld of rentedragend wordt, dan wel

    • b.

      vorderbaar en tevens inbaar wordt.

  • 2

    Indien is overeengekomen dat het loon geheel of gedeeltelijk op een ongebruikelijk tijdstip zal worden genoten, wordt daarmee voor de toepassing van het eerste lid geen rekening gehouden.

  • 3

    Voor zover ingevolge artikel 12a het loon hoger is dan het werkelijk genoten loon, wordt het meerdere geacht te zijn genoten bij het einde van het kalenderjaar of het einde van de dienstbetrekking zo deze in de loop van het kalenderjaar eindigt.

  • 4

    In afwijking van het eerste lid:

    • a.

      wordt het bedrag dat als gevolg van de toepassing van artikel 10a, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, of twaalfde lid tot het loon behoort geacht te zijn genoten ten tijde van de uitoefening van het aandelenoptierecht, bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onderdeel a, onder 1°;

    • b.

      wordt het bedrag dat als gevolg van de toepassing van artikel 10a, eerste lid, onderdeel a, onder 2°, tot het loon behoort geacht te zijn genoten ten tijde van het verhandelbaar worden van de aandelen, bedoeld in artikel 10a, eerste lid, onderdeel a, onder 2°;

    • c.

      wordt het bedrag dat als gevolg van de toepassing van artikel 10a, elfde lid, tot het loon behoort geacht te zijn genoten ten tijde van de vervreemding van de aandelen, bedoeld in artikel 10a, elfde lid;

    • d.

      wordt loon dat ingevolge artikel 27bis is begrepen in de laatste aangifte van het kalenderjaar, geacht te zijn genoten bij het einde van het kalenderjaar of het einde van de dienstbetrekking zo deze in de loop van het kalenderjaar eindigt;

    • e.

      worden vergoedingen ter zake van vervoer in het kader van de dienstbetrekking, waaronder woon-werkverkeer, op andere wijze dan per taxi, luchtvaartuig, schip of vervoer vanwege de inhoudingsplichtige, voor zover deze € 0,23 per kilometer te boven gaan en voor zover deze niet hoger zijn dan de werkelijke kosten, geacht te zijn genoten bij het einde van het kalenderjaar of bij het einde van de dienstbetrekking zo deze in de loop van het kalenderjaar eindigt, indien in het kalenderjaar ook vergoedingen ter zake van de hiervoor bedoelde wijze van vervoer zijn of naar verwachting zullen worden berekend naar een bedrag van minder dan € 0,23 per kilometer.

  • 5

    Het vierde lid, onderdeel e, is niet van toepassing op vergoedingen ter zake van vervoer in het kader van de dienstbetrekking, waaronder woon-werkverkeer, per openbaar vervoer indien deze vergoedingen zijn vastgesteld op basis van de werkelijke kosten.

  • 6

    Voor de toepassing van het vierde lid, onderdeel e, wordt onder vervoer vanwege de inhoudingsplichtige verstaan:

    • 1°.

      vanwege de inhoudingsplichtige georganiseerd vervoer;

    • 2°.

      het reizen per openbaar vervoer op basis van door de inhoudingsplichtige aangeschafte en door hem aan de werknemer verstrekte plaatsbewijzen.

  • 7

    In afwijking van het eerste lid wordt loon dat door de inhoudingsplichtige overeenkomstig een door hem bestendig gevolgde gedragslijn aan een eerder in het kalenderjaar gelegen tijdvak wordt toegerekend dan het tijdvak waarin het ingevolge het eerste lid wordt genoten, geacht in dat eerdere tijdvak te zijn genoten.


Bijlage behorend bij artikel 1cb

Bijlage behorend bij artikel 1cb

Overeenkomst inzake de overheidsvordering

De ondergetekenden:

  • (naam), (adres, postcode en woon- of vestigingsplaats), ingeschreven in het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel te (plaats) onder nummer (nummer), verder te noemen de bank;

  • Onze Minister, voor wie optreedt (naam).

Zijn overeengekomen als volgt:

  • 1.

    Onze Minister opent hierbij een rekening bij de bank onder nummer (nummer) waarop de bedragen ingevorderd op grond van artikel 19, vierde lid, van de wet worden overgemaakt.

  • 2.

    De gegevens op grond waarvan overheidsvorderingen worden gedaan worden in digitale vorm en overeenkomstig de Europese systematiek van automatische afschrijving geleverd aan de bank.

  • 3.

    Onze Minister is verantwoordelijk voor de juistheid van de gegevens, te weten het rekeningnummer en het bedrag van de overheidsvordering, die worden geleverd bij het doen van de overheidsvordering.

  • 4.

    Onze Minister is verantwoordelijk voor de telefonische bereikbaarheid voor belastingschuldigen op een gratis nummer.

  • 5.

    De bank informeert Onze Minister over de op de rekening betrekking hebbende gegevens.

  • 6.

    De bepalingen in deze overeenkomst strekken mede ten behoeve van de betaaldienstverlener waar de belastingschuldige een betaalrekening houdt en indien op die betaalrekening een overheidsvordering is uitgevoerd, en hebben dienovereenkomstig te gelden als een onherroepelijk derdenbeding als bedoeld in artikel 253 en verder van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.

Aldus overeengekomen en getekend,

te (plaats) op (datum)

Onze Minister,

voor deze:

De bank,


Artikel 14 [Vervallen per 01-01-2007]

[Vervallen]




Hoofdstuk 1 Reikwijdte en definities

Hoofdstuk 1 Reikwijdte en definities



Titel VA De elektronische notariële akte

Titel VA De elektronische notariële akte


Titel 5 Bezit en houderschap

Titel 5 Bezit en houderschap


Titel 3 Onrechtmatige daad

Titel 3 Onrechtmatige daad


Eerste afdeling Het uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling

Eerste afdeling Het uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling


Hoofdstuk III Kapitaalsbelasting

Hoofdstuk III Kapitaalsbelasting


1 Inleiding


I Algemene bepalingen


Hoofdstuk 3 De registratie van onderhandse akten bij de Belastingdienst

Hoofdstuk 3 De registratie van onderhandse akten bij de Belastingdienst


Tweede titel Van de gerechtelijke tenuitvoerlegging op goederen die geen registergoederen zijn

Tweede titel Van de gerechtelijke tenuitvoerlegging op goederen die geen registergoederen zijn


Afdeling 1 De ambtenaar van de burgerlijke stand

Afdeling 1 De ambtenaar van de burgerlijke stand


Artikel 1 Reikwijdte

  • 1

    Dit besluit is van toepassing voor de heffing van de navolgende belastingen:

    • a.

      inkomstenbelasting;

    • b.

      loonbelasting;

    • c.

      vennootschapsbelasting;

    • d.

      erfbelasting;

    • e.

      schenkbelasting;

    • f.

      kansspelbelasting;

    • g.

      bankenbelasting.

  • 2

    Dit besluit vindt slechts toepassing voorzover niet op andere wijze in het voorkomen van dubbele belasting is voorzien.


Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 12 december 2014, houdende regels voor de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Uitvoeringsregeling Wmo 2015)


Artikel 53a

Voor de toepassing van deze titel en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

  • eidas-verordening: verordening (EU) nr. 910/2014 van het Europees Parlement en de Raad van 23 juli 2014 betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt en tot intrekking van Richtlijn 1999/93/EG (PbEU 2014, L 257);

  • elektronisch identificatiemiddel:

    • a.

      een elektronisch identificatiemiddel dat is uitgegeven op grond van een stelsel voor elektronische identificatiemiddelen met betrouwbaarheidsniveau hoog als bedoeld in artikel 8, tweede lid onderdeel c, van de eidas-verordening; of

    • b.

      een elektronisch identificatiemiddel dat is uitgegeven in een andere lidstaat van de Europese Unie op grond van een stelsel voor elektronische identificatiemiddelen met betrouwbaarheidsniveau hoog als bedoeld in artikel 8, tweede lid onderdeel c, van de eidas-verordening, en dat ten behoeve van de grensoverschrijdende authenticatie is erkend overeenkomstig artikel 6, eerste lid, van de eidas-verordening;

  • elektronische notariële akte: de notariële akte, bedoeld in artikel 53b;

  • richtlijn 2017/1132/EU: richtlijn (EU) 2017/1132 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 aangaande bepaalde aspecten van het vennootschapsrecht (PbEU 2017, L 169);

  • richtlijn 2019/1151/EU: richtlijn (EU) 2019/1151 van het Europees Parlement en de Raad van 20 juni 2019 tot wijziging van Richtlijn (EU) 2017/1132 met betrekking tot het gebruik van digitale instrumenten en processen in het kader van het vennootschapsrecht (PbEU 2019, L 186);

  • systeem voor gegevensverwerking: het systeem voor gegevensverwerking, bedoeld in artikel 53d.


Artikel 107

  • 1

    Bezit is het houden van een goed voor zichzelf.

  • 2

    Bezit is onmiddellijk, wanneer iemand bezit zonder dat een ander het goed voor hem houdt.

  • 3

    Bezit is middellijk, wanneer iemand bezit door middel van een ander die het goed voor hem houdt.

  • 4

    Houderschap is op overeenkomstige wijze onmiddellijk of middellijk.


Artikel 284

  • 1

    Een natuurlijke persoon kan, indien redelijkerwijs is te voorzien dat hij niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden of indien hij in de toestand verkeert dat hij heeft opgehouden te betalen, verzoeken de toepassing van de schuldsaneringsregeling uit te spreken.

  • 2

    Hij zal zich daartoe bij een door hem of een gevolmachtigde ondertekend verzoekschrift wenden tot de rechtbank, aangewezen in artikel 2. Indien de gevolmachtigde niet als advocaat is ingeschreven, moet een geschrift waaruit de volmacht blijkt, bij het verzoekschrift worden overgelegd. Artikel 4, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 3

    Een gehuwde schuldenaar of een schuldenaar die een geregistreerd partnerschap is aangegaan kan het verzoek slechts doen met medewerking van zijn echtgenoot onderscheidenlijk zijn geregistreerde partner, tenzij iedere gemeenschap van goederen tussen de echtgenoten onderscheidenlijk de geregistreerde partners is uitgesloten.

  • 4

    Een verzoek als bedoeld in het eerste lid kan ten behoeve van een natuurlijke persoon ook worden gedaan door burgemeester en wethouders van de gemeente waar die persoon woon- of verblijfplaats heeft.

  • 5

    De schuldsaneringsregeling natuurlijke personen kan niet van toepassing worden verklaard op een bank als bedoeld in artikel 212g, onderdeel a, noch op een beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 212oo, noch op een verzekeraar als bedoeld in artikel 213.


Artikel 10 [Vervallen per 01-01-2006]

[Vervallen]



Artikel 16

  • 1

    In elke gemeente zijn twee, of, naar goedvinden van burgemeester en wethouders, meer ambtenaren van de burgerlijke stand. Daarenboven kunnen een of meer ambtenaren van de burgerlijke stand worden belast met het verrichten van bepaalde taken. Deze dragen de titel van buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand. Een ambtenaar van de burgerlijke stand, die niet voldoet aan het in het tweede lid bedoelde vereiste van aanwijsbaarheid, wordt niet in aanmerking genomen voor de berekening van het in de eerste zin genoemde aantal.

  • 2

    De in het eerste lid bedoelde ambtenaren worden door burgemeester en wethouders aangewezen. Een aanwijzing kan voor een bepaalde tijdsduur geschieden. De aanwijzing eindigt van rechtswege met ingang van de datum waarop de uitoefening van de functie van ambtenaar van de burgerlijke stand of buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand eindigt. Als ambtenaar of buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand is slechts aanwijsbaar de persoon die in de uitoefening van zijn ambt geen onderscheid maakt als bedoeld in artikel 1 van de Algemene wet gelijke behandeling, tenzij het onderscheid is gebaseerd op een wettelijk voorschrift.

  • 3

    Ambtenaar van de burgerlijke stand van een gemeente kan slechts zijn een ambtenaar in dienst van die gemeente of een andere gemeente. Buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand kan mede zijn een persoon die geen ambtenaar in gemeentelijke dienst is.

  • 4

    De ambtenaar of buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand wordt tot zijn betrekking niet toegelaten dan na voor de rechtbank tot wier rechtsgebied de gemeente behoort waar hij voor het eerst wordt benoemd de navolgende eed dan wel belofte te hebben afgelegd:

    "Ik zweer (beloof) dat ik de betrekking van ambtenaar van de burgerlijke stand met eerlijkheid en nauwkeurigheid zal vervullen en dat ik de wettelijke voorschriften, de burgerlijke stand betreffende, met de meeste nauwgezetheid zal opvolgen; dat ik voorts, tot het verkrijgen van mijn aanstelling, middellijk noch onmiddellijk, onder enige naam of voorwendsel, aan iemand iets heb gegeven of beloofd, en dat ik, om iets in deze betrekking te doen of te laten, van niemand enige beloften of geschenken zal aannemen, middellijk of onmiddellijk. Zo waarlijk helpe mij God almachtig". ("Dat verklaar en beloof ik").

  • 5

    Wanneer de eed dan wel belofte, bedoeld in het vierde lid, in de Friese taal wordt afgelegd, luidt de tekst van de eed dan wel belofte als volgt:

    «Ik swar (ûnthjit) dat ik de funksje fan amtner fan de boargerlike stân mei earlikheid en soarchfâldichheid útoefenje sil en dat ik de wetlike foarskriften oangeande de boargerlike stân op ’en sekuersten neikomme sil; dat ik fierders, foar it krijen fan myn oanstelling, streekrjocht noch midlik, ûnder hokker namme of útwynsel dan ek, oan immen eat jûn of tasein haw, en dat ik, om eat yn dizze funksje te dwaan of te litten, fan gjinien tasizzingen of geskinken, likefolle hokker, oannimme sil, midlik of streekrjocht. Sa wier helpe my God almachtich». («Dat ferklearje en ûnthjit ik»).


Artikel 2 Vaste inrichting


Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie van 12 december 2014, houdende regels voor de uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Uitvoeringsregeling Wmo 2015)

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport en de Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Gelet op de artikelen 3 van de Kaderwet VWS-subsidies, 5, derde lid, van de Kwaliteitswet zorginstellingen, 48i, tweede lid, van de Wet Justitie-subsidies, 2.5.1, vierde lid, 4.2.10, derde lid, 4.2.13, 4.2.14, 5.2.9, zesde lid, van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, 2.7 van de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector, 107 van de Vreemdelingenwet 2000, 21 van het Besluit aanvullende arbeidsongeschiktheids- en invaliditeitsvoorzieningen militairen, 3.13, eerste lid, 4.3.3, eerste en tweede lid, en 5.3 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 en artikel 7a, vierde lid, van het Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968;

Besluiten:



Artikel 108

Of iemand een goed houdt en of hij dit voor zichzelf of voor een ander doet, wordt naar verkeersopvatting beoordeeld, met inachtneming van de navolgende regels en overigens op grond van uiterlijke feiten.


Artikel 285

  • 1

    In het verzoekschrift of in een daarbij te voegen bijlage worden opgenomen:

    • a.

      een staat als bedoeld in artikel 96;

    • b.

      een opgave van de goederen van de schuldenaar, met vermelding van eventueel daarop rustende rechten van pand en hypotheek en retentierechten die daarop uitgeoefend kunnen worden;

    • c.

      een gespecificeerde opgave van de inkomsten van de schuldenaar, hoe ook genaamd en ongeacht de titel van verkrijging, die de schuldenaar pleegt te verwerven of kan verwerven, onder vermelding van de wijzigingen die daarin over de eerstvolgende drie jaar redelijkerwijs voorzienbaar zijn;

    • d.

      een gespecificeerde opgave van de vaste lasten van de schuldenaar;

    • e.

      indien de schuldenaar is gehuwd of een geregistreerd partnerschap is aangegaan, een opgave van de gegevens, bedoeld onder c en d betreffende de echtgenoot onderscheidenlijk de geregistreerde partner;

    • f.

      een met redenen omklede verklaring dat er geen reële mogelijkheden zijn om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen, alsmede over welke aflossingsmogelijkheden de verzoeker beschikt, afgegeven door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente van de woon- of verblijfplaats van de schuldenaar of een persoon als bedoeld in artikel 48, eerste lid, onderdeel c, van de Wet op het consumentenkrediet. Als aannemelijk is dat onvoldoende aflossingsmogelijkheden bij de schuldenaar of andere omstandigheden het onmogelijk maken om tot een buitengerechtelijke schuldregeling te komen, hoeft voor de afgifte van deze verklaring niet eerst een poging te zijn gedaan om tot een dergelijke regeling te komen. Het college kan deze bevoegdheid mandateren aan een gemeentelijke kredietbank als bedoeld in de Wet financieel toezicht , aan instellingen als bedoeld in artikel 48, eerste lid, onderdeel b, van de Wet op het consumentenkrediet of aan krachtens het eerste lid, onderdeel d, van dat artikel aangewezen natuurlijke personen of rechtspersonen, dan wel categorieën daarvan;

    • g.

      een opgave van de aard en het bedrag van de vorderingen ter zake waarvan de schuldenaar zich als borg of anderszins als medeschuldenaar heeft verbonden;

    • h.

      indien de schuldenaar aan zijn schuldeisers een buitengerechtelijke schuldregeling heeft aangeboden die niet is aanvaard, de inhoud van het ontwerp van de schuldregeling, de reden waarom de schuldregeling niet is aanvaard alsmede met welke middelen, bij aanvaarding van de schuldregeling, bevrediging van schuldeisers zou kunnen plaatsvinden;

    • i.

      een opgave van andere gegevens van belang om een zo getrouw mogelijk beeld te bieden van de vermogens- en inkomenspositie van de schuldenaar en van de mogelijkheden voor schuldsanering.

  • 2

    De colleges van burgemeester en wethouders, een daartoe gemandateerde kredietbank, een daartoe gemandateerde instelling als bedoeld in artikel 48, onderdeel b, van de Wet op het consumentenkrediet of een daartoe aangewezen natuurlijke persoon of rechtspersoon zijn verplicht hun medewerking te verlenen aan de afgifte van verklaringen als bedoeld in het eerste lid, onderdeel f.


Artikel 11 [Vervallen per 01-03-1989]

[Vervallen]



Artikel 16a

  • 1

    De ambtenaar van de burgerlijke stand is belast met het opnemen in de onder hem berustende registers van de burgerlijke stand van akten en de daaraan toe te voegen latere vermeldingen, alsmede al datgene wat de instandhouding van de registers en de zorg voor de toegankelijkheid van de daarin neergelegde gegevens betreft.

  • 2

    De buitengewoon ambtenaar van de burgerlijke stand kan uitsluitend worden belast met de taken omschreven in de artikelen 45, 45a, 58, 63, 64, 65, 67, 80a, derde lid, en 80g.


Artikel 3 Uitbreiding begrip Mogendheid

Artikel 3 Uitbreiding begrip Mogendheid

  • 1

    In dit besluit wordt onder Mogendheid mede verstaan: een bestuurlijke eenheid.

  • 2

    Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen worden de landen van het Koninkrijk der Nederlanden aangemerkt als afzonderlijke Mogendheden.


Artikel 53c

  • 1

    Het bestuur van de KNB wijst een model aan als bedoeld in artikel 13 nonies van richtlijn 2017/1132/EU in ten minste een officiële taal van de Unie die zoveel mogelijk grensoverschrijdende gebruikers grotendeels begrijpen.

  • 2

    Het model, bedoeld in het eerste lid, wordt ter beschikking gesteld door middel van een openbaar toegankelijk door de KNB beheerd informatieportaal.


Artikel 109

Wie een goed houdt, wordt vermoed dit voor zichzelf te houden.


Artikel 286

Het verzoekschrift met bijbehorende stukken, bedoeld in artikel 285, eerste lid, worden ter griffie van de rechtbank neergelegd en zijn vanaf de uitspraak tot de toepassing van de schuldsaneringsregeling ter kosteloze inzage van een ieder. De neerlegging geschiedt kosteloos.


Artikel 12 [Vervallen per 01-03-1989]

[Vervallen]


Artikel 12

  • 1

    De aanbieding ter registratie van akten als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel b, van de wet, geschiedt bij de inspecteur, bedoeld in artikel 11, bij het daartoe door de Belastingdienst opengestelde kantoor.

  • 2

    Het kantoor, bedoeld in het eerste lid, is voor het aanbieden van de akten ter registratie dagelijks van 9.00 uur tot 17.00 uur geopend, met uitzondering van de zaterdag, de zondag, algemeen erkende feestdagen in de zin van de Algemene termijnenwet en de bij of krachtens artikel 3 van die wet daarmee gelijkgestelde dagen.


Artikel 4 Gebied van een andere Mogendheid

Artikel 4 Gebied van een andere Mogendheid

In dit besluit wordt onder gebied van een andere Mogendheid verstaan: het grondgebied van die Mogendheid, daaronder begrepen het gebied buiten de territoriale zee van die Mogendheid waar deze in overeenstemming met het internationale recht soevereine rechten kan uitoefenen.


Artikel 53d

  • 1

    De notaris is aangesloten op een door de KNB beheerd systeem voor gegevensverwerking.

  • 2

    Het systeem voor gegevensverwerking heeft tot doel de totstandkoming van een elektronische notariële akte mogelijk te maken.

  • 3

    Binnen het systeem voor gegevensverwerking worden persoonsgegevens, waaronder het burgerservicenummer verwerkt voor zover dit noodzakelijk is voor een goede uitvoering van deze wet en op deze wet berustende bepalingen.

  • 4

    Het systeem voor gegevensverwerking biedt in ieder geval de mogelijkheid tot:

    • a.

      het ondertekenen van de elektronische notariële akte;

    • b.

      de identificatie van partijen, getuigen, tolken en gevolmachtigden door middel van een elektronisch identificatiemiddel en de verificatie van hun identiteit;

    • c.

      het tot stand brengen van een directe beeld- en geluidverbinding tussen de verschijnende personen, getuigen en de notaris, die een natuurgetrouwe weergave biedt van wat zich op dat moment afspeelt in de ruimtes waarin de verschijnende personen, getuigen en de notaris zich bevinden;

    • d.

      het ondertekenen van de elektronische volmacht, bedoeld in artikel 53f, eerste lid;

    • e.

      het online betalen door middel van een online betaaldienst die voldoet aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 13 sexies van richtlijn 2017/1131/EU;

    • f.

      het verzamelen van de gegevens, bedoeld in artikel 3, vierde lid, van richtlijn 2019/1151/EU.

  • 5

    Het systeem voor gegevensverwerking:

    • a.

      is betrouwbaar;

    • b.

      is beveiligd tegen onbevoegd gebruik;

    • c.

      voldoet aan de meest recente internationale en nationale standaarden; en

    • d.

      stelt de partijen, getuigen, tolken en gevolmachtigden en de notaris in staat te voldoen aan de bij of krachtens de wet gestelde eisen ten aanzien van de elektronische notariële akte en de totstandkoming hiervan.

  • 6

    Bij verordening worden nadere regels gesteld ten aanzien van het systeem voor gegevensverwerking, in ieder geval ten aanzien van de vereisten, bedoeld in het vijfde lid.


Artikel 16b

Wanneer de ambtenaar van de burgerlijke stand in de uitoefening van zijn ambt op grond van enige bepaling van deze titel of van enige andere titel van dit boek in rechte optreedt, kan hij dit zonder advocaat doen.


Artikel 110

Bestaat tussen twee personen een rechtsverhouding die de strekking heeft dat hetgeen de ene op bepaalde wijze zal verkrijgen, door hem voor de ander zal worden gehouden, dan houdt de ene het ter uitvoering van die rechtsverhouding door hem verkregene voor de ander.


Artikel 287

  • 1

    De rechtbank zal met de meeste spoed op het verzoek uitspraak doen. De uitspraak geschiedt bij vonnis. Artikel 6, eerste lid, derde zin, en vierde lid, is van overeenkomstige toepassing. De toepassing van de schuldsaneringsregeling gaat in bij de aanvang van de dag waarop de rechter die toepassing heeft uitgesproken.

  • 2

    Indien in of bij het verzoekschrift gegevens als bedoeld in artikel 285, eerste lid, ontbreken, kan de rechtbank de schuldenaar een termijn van ten hoogste een maand gunnen om de ontbrekende gegevens te verstrekken. De griffier brengt het orgaan of de persoon, bedoeld in artikel 285, tweede lid, hiervan onverwijld op de hoogte. Indien na deze termijn nog steeds gegevens ontbreken, wordt de schuldenaar niet-ontvankelijk verklaard.

  • 3

    Het vonnis, bedoeld in het eerste lid houdt in de benoeming van een rechter-commissaris en een bewindvoerder. De rechtbank benoemt een bewindvoerder die adequaat is opgeleid en over de voor zijn taken vereiste deskundigheid beschikt. Bij de aanstelling:

    • a.

      houdt de rechtbank rekening met de specifieke kenmerken van de zaak, waaronder eventuele grensoverschrijdende elementen, en de ervaring en deskundigheid van de bewindvoerder; en

    • b.

      hanteert de rechtbank een procedure en voorwaarden die duidelijk, transparant en rechtvaardig zijn.

  • 4

    De rechtbank is in spoedeisende zaken bevoegd, gelet op de belangen van partijen, een voorlopige voorziening bij voorraad te geven. De voorlopige voorziening wordt gevraagd in het verzoek of, indien dit al is ingediend, door indiening van een afzonderlijk verzoek daartoe. De artikelen 256, 257 en 258 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering zijn van overeenkomstige toepassing. Op hoger beroep zijn de artikelen 358 tot en met 362 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering van toepassing.

  • 5

    De rechtbank geeft in het vonnis, bedoeld in het eerste lid, last aan de bewindvoerder tot het openen van aan de schuldenaar gerichte brieven en telegrammen gedurende een termijn van dertien maanden. De bewindvoerder kan gedurende de toepassing van de schuldsaneringsregeling de rechter-commissaris verzoeken om wijziging van de termijn of om een nieuwe last gedurende een bepaalde termijn.

  • 6

    Indien het verzoek op de voet van artikel 284, vierde lid, door burgemeester en wethouders is ingediend, wordt het verzoek niet toegewezen dan nadat de schuldenaar is opgeroepen om te worden gehoord. Dit geldt niet voor zover het verzoek strekt tot het geven van een voorlopige voorziening bij voorraad.

  • 7

    Indien het verzoek op de voet van artikel 284, vierde lid, door burgemeester en wethouders is ingediend en in het verzoek of in een daarbij gevoegde bijlage gegevens als bedoeld in artikel 285, eerste lid, ontbreken, stelt de rechtbank burgemeester en wethouders in de gelegenheid om binnen een termijn van een maand de ontbrekende gegevens te verstrekken.


Artikel 13 [Vervallen per 01-03-1989]

[Vervallen]


Artikel 13

  • 1

    Akten als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel b, van de wet worden door de inspecteur geregistreerd in het register Registratie Onderhandse Akten.

  • 2

    In het register Registratie wordt boven de eerste registratie betreffende de op eenzelfde dag aan de inspecteur aangeboden akten de datum van aanbieding vermeld en wel – met uitzondering van het jaartal – in letters.


Artikel 5 Dividenden, interest en royalty's

Artikel 5 Dividenden, interest en royalty's

In dit besluit wordt:

  • a.

    onder dividenden verstaan: voordelen uit aandelen, winstbewijzen of andere rechten, met uitzondering van schuldvorderingen, die aanspraak geven op een aandeel in de winst van vennootschappen waarvan het kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld;

  • b.

    onder interest verstaan: voordelen uit overheidsleningen, obligaties of schuldbewijzen en andere schuldvorderingen van welke aard ook, al dan niet aanspraak gevende op een aandeel in de winst;

  • c.

    onder royalty's verstaan: vergoedingen van welke aard ook voor:

    • 1°.

      het gebruik van, of het recht op gebruik van, een auteursrecht op een werk op het gebied van de wetenschap, een octrooi, een fabrieks- of handelsmerk, een tekening of model, een plan, een geheim recept of werkwijze;

    • 2°.

      het gebruik van, of het recht van gebruik van, nijverheids- en handelsuitrusting of wetenschappelijke uitrusting;

    • 3°.

      inlichtingen omtrent ervaringen op het gebied van nijverheid, handel of wetenschap, of

    • 4°.

      het verlenen van technische diensten in een ontwikkelingsland.


Artikel 53e

  • 1

    De ondertekening, bedoeld in artikel 37, tweede lid, eerste volzin, van een elektronische notariële akte vindt plaats via het systeem voor gegevensverwerking door het gebruik van een elektronische handtekening.

  • 2

    Bij verordening worden nadere regels gesteld ten aanzien van de elektronische handtekening, bedoeld in het eerste lid.


Artikel 16c

Burgemeester en wethouders bepalen de uren, waarop elk bureau van de burgerlijke stand dagelijks voor het publiek geopend zal zijn. Daarbij wordt, ten einde de werkzaamheden van de ambtenaren van de burgerlijke stand op die dagen zoveel mogelijk te beperken, een afzonderlijke regeling getroffen voor de zaterdag, de zondag, de algemeen erkende feestdagen en de overige daarvoor door burgemeester en wethouders aan te wijzen dagen, waarop gemeentelijke diensten niet of slechts gedeeltelijk zijn geopend.


Artikel 111

Wanneer men heeft aangevangen krachtens een rechtsverhouding voor een ander te houden, gaat men daarmede onder dezelfde titel voort, zolang niet blijkt dat hierin verandering is gebracht, hetzij ten gevolge van een handeling van hem voor wie men houdt, hetzij ten gevolge van een tegenspraak van diens recht.


Artikel 287a

  • 1

    De schuldenaar kan in het verzoekschrift, bedoeld in artikel 284, eerste lid, de rechtbank verzoeken één of meer schuldeisers die weigert of weigeren mee te werken aan een vóór indiening van het verzoekschrift aangeboden schuldregeling, te bevelen in te stemmen met deze schuldregeling.

  • 2

    De rechtbank stelt terstond dag, uur en plaats vast waarop zij de schuldenaar en schuldeiser of schuldeisers op wie het verzoek betrekking heeft, zal horen, onverminderd artikel 287, tweede lid.

  • 3

    De oproeping van de schuldenaar en de schuldeiser of schuldeisers geschiedt schriftelijk door de griffier. De rechter kan nader bepalen hoe deze oproeping geschiedt.

  • 4

    De rechtbank doet op de dag van de zitting of anders uiterlijk op de achtste dag daarna uitspraak op het verzoek. De uitspraak geschiedt bij vonnis.

  • 5

    De rechtbank wijst het verzoek toe indien de schuldeiser in redelijkheid niet tot weigering van instemming met de schuldregeling heeft kunnen komen, in aanmerking genomen de onevenredigheid tussen het belang dat hij heeft bij uitoefening van de bevoegdheid tot weigering en de belangen van de schuldenaar of van de overige schuldeisers die door die weigering worden geschaad. Artikel 300, lid 1, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek is van toepassing.

  • 6

    Indien de rechtbank het verzoek toewijst, veroordeelt de rechtbank de schuldeiser die instemming met de schuldregeling heeft geweigerd, in de kosten.

  • 7

    De rechtbank wijst het verzoek af indien de schuldbemiddeling niet wordt uitgevoerd door een persoon of instelling als bedoeld in artikel 48, eerste lid, van de Wet op het consumentenkrediet.

  • 8

    Indien de rechtbank het verzoek afwijst, beslist zij op het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling, indien de schuldenaar het verzoek daartoe handhaaft.


Artikel 6 Ontwikkelingsland

Artikel 6 Ontwikkelingsland

  • 1

    Voor de toepassing van dit besluit worden als ontwikkelingslanden aangewezen de Mogendheden die zijn opgenomen in de door het «Development Assistance Committee» van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling meest recent vastgestelde «List of Recipients of Official Development Assistance», met uitzondering van de daarin opgenomen hoge middeninkomenslanden. Deze aanwijzing is voor Mogendheden die in de loop van een kalenderjaar worden aangewezen, van kracht met ingang van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar van bekendmaking van genoemde lijst.

  • 2

    In afwijking van het eerste lid worden eveneens als ontwikkelingsland aangewezen de Mogendheden die:

    • a.

      als hoge middeninkomenslanden zijn opgenomen op de lijst, bedoeld in het eerste lid; en

    • b.

      als ontwikkelingsland waren aangewezen bij dit artikel zoals dat luidde op 31 december 2016; en

    • c.

      worden aangewezen als landen waarop een door Onze Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking krachtens artikel 3 van de Kaderwet subsidies Ministerie van Buitenlandse Zaken genomen besluit met het oog op het financieren van activiteiten van het midden- en kleinbedrijf dat ontwikkelingsrelevante investeringen wil doen, van toepassing is.

    De aanwijzing is voor de toepassing van dit besluit voor Mogendheden die in de loop van een kalenderjaar gaan voldoen aan de voorwaarden, genoemd in de onderdelen a, b en c, van kracht met ingang van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin aan de voorwaarden wordt voldaan.

  • 3

    Een Mogendheid die ingevolge het eerste en tweede lid in de loop van een kalenderjaar, ten opzichte van het daaraan voorgaande kalenderjaar ingevolge het eerste of tweede lid niet meer als ontwikkelingsland is aangewezen, wordt voor de toepassing van dit besluit nog als ontwikkelingsland aangemerkt gedurende dat jaar en de daaropvolgende twee kalenderjaren.

  • 4

    Voorts worden voor de jaren 2017 en 2018 als ontwikkelingsland aangewezen: Belize, Botswana, Costa Rica, Cuba, Dominica, de Dominicaanse Republiek, Ecuador, Fiji, Grenada, Iran, Irak, Jamaica, de Malediven, de Marshall eilanden, Namibië, de Palau-eilanden, St. Vincent and the Grenadines en Tonga.

  • 5

    De termijn, bedoeld in het derde of vierde lid, kan met betrekking tot een Mogendheid bij regeling van Onze Minister van Financiën, na overleg met Onze Minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, worden verlengd.


Artikel 14 [Vervallen per 01-01-2006]

[Vervallen]


Artikel 53f

  • 1

    Een volmacht tot medewerking aan een elektronische notariële akte wordt ten overstaan van de notaris die de elektronische notariële akte passeert, via het systeem voor gegevensverwerking verleend aan een onder diens verantwoordelijkheid werkzame persoon. De artikelen 53e en 53g zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 2

    De elektronische volmacht waaraan verschijnende personen hun bevoegdheid ontlenen als bedoeld in het eerste lid wordt aan de akte gekoppeld.


Artikel 14

De registratie in het register Registratie, bedoeld in artikel 13, omvat voor elke akte als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel b, van de wet ten minste de volgende gegevens:

  • a.

    een per registerdeel doorlopend volgnummer;

  • b.

    de naam van de akte;

  • c.

    van ten minste een van de bij de akte optredende partijen:

    • 1°.

      bij natuurlijke personen: de naam, met inbegrip van de voornamen, en de woonplaats;

    • 2°.

      bij niet-natuurlijke personen: de statutaire naam en de woonplaats;

  • d.

    het aantal exemplaren van de akte dat tegelijk ter registratie is aangeboden;

  • e.

    het aantal bladen van de akte;

  • f.

    het aantal renvooien en het aantal annexen.


Artikel 16d

Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld ten aanzien van de door het college van burgemeester en wethouders te treffen voorzieningen ten behoeve van de taakuitoefening door de ambtenaar van de burgerlijke stand, en voorts ten aanzien van al wat verder de taak van de ambtenaar van de burgerlijke stand betreft.


Artikel 53g

  • 1

    In afwijking van artikel 39, eerste lid, tweede volzin, stelt de notaris de identiteit van de personen die voor hem verschijnen vast aan de hand van een elektronisch identificatiemiddel via het systeem voor gegevensverwerking. Personen en getuigen kunnen aan de notaris verschijnen door het gebruik van een directe beeld- en geluidverbinding als bedoeld in artikel 53d, vierde lid, onderdeel c.

  • 2

    Het eerste lid is niet van toepassing indien de notaris in een individueel geval om de fysieke aanwezigheid van de partijen bij de akte verzoekt omdat hij redenen heeft om te vermoeden dat identiteitsfraude is gepleegd met het oog op de verificatie van de identiteit, en dit gerechtvaardigd is vanwege redenen van algemeen belang, namelijk het voorkomen van identiteitsmisbruik of – wijziging als bedoeld in artikel 13ter, vierde lid, van richtlijn 2017/1131/EU.

  • 3

    Het eerste lid, tweede volzin, is niet van toepassing indien de notaris in een individueel geval om de fysieke aanwezigheid van de partijen bij de akte verzoekt omdat hij redenen heeft om te vermoeden dat de regels inzake handelingsbekwaamheid en vertegenwoordigingsbevoegdheid niet worden nageleefd, en dit gerechtvaardigd is vanwege redenen van algemeen belang, namelijk het waarborgen van de regels inzake de handelingsbekwaamheid van partijen en hun bevoegdheid om een vennootschap te vertegenwoordigen als bedoeld in artikel 13 octies, achtste lid, van richtlijn 2017/1131/EU.


Artikel 112

Bezit wordt verkregen door inbezitneming, door overdracht of door opvolging onder algemene titel.


Artikel 287b

  • 1

    Voorafgaand aan de behandeling van het verzoek, bedoeld in artikel 287a, eerste lid, kan de schuldenaar onderscheidenlijk kunnen burgemeester en wethouders indien een verzoek op de voet van artikel 284, vierde lid, is ingediend, in het verzoek, bedoeld in artikel 284, eerste lid, de rechtbank verzoeken een voorlopige voorziening te geven indien er sprake is van een bedreigende situatie.

  • 2

    Onder een bedreigende situatie, als bedoeld in het eerste lid, wordt verstaan gedwongen woningontruiming, beëindiging van de levering van gas, elektra of water of opzegging dan wel ontbinding van de zorgverzekering.

  • 3

    Artikel 287a, tweede, derde, vierde en zevende lid, is van toepassing.

  • 4

    De voorlopige voorziening strekt tot het van toepassing verklaren van de artikelen 304 of 305 alsmede tot een verbod tot het opzeggen of ontbinden van de zorgverzekering.

  • 5

    De voorlopige voorziening wordt uitgesproken voor de duur van maximaal zes maanden.

  • 6

    Een gemeentelijke kredietbank als bedoeld in de Wet financieel toezicht of een persoon of instelling als bedoeld in artikel 48, eerste lid, van de Wet op het consumentenkrediet die namens de schuldenaar de buitengerechtelijke schuldregeling uitvoert, brengt na afloop van de voorziening, bedoeld in het eerste lid, verslag uit aan de rechtbank.


Artikel 15 [Vervallen per 29-03-1976]

[Vervallen]



Artikel 53h

  • 1

    De plaats waar de elektronische notariële akte is verleden, bedoeld in artikel 40, tweede lid, onderdeel e, is de plaats op het grondgebied van Nederland waar de notaris voor wie de elektronische notariële akte wordt verleden zich bevindt.

  • 2

    De vermelding van het tijdstip van de ondertekening van de akte door de notaris, bedoeld in artikel 40, derde lid, vindt plaats door het gebruik van een gekwalificeerde elektronische tijdstempel als bedoeld in artikel 3, onderdeel 34, van de eidas-verordening.


Artikel 113

  • 1

    Men neemt een goed in bezit door zich daarover de feitelijke macht te verschaffen.

  • 2

    Wanneer een goed in het bezit van een ander is, zijn enkele op zichzelf staande machtsuitoefeningen voor een inbezitneming onvoldoende.


Artikel 288

  • 1

    Het verzoek, bedoeld in artikel 284, eerste lid, wordt slechts toegewezen indien voldoende aannemelijk is:

    • a.

      dat de schuldenaar niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden;

    • b.

      dat de schuldenaar ten aanzien van het ontstaan of onbetaald laten van zijn schulden in de drie jaar voorafgaand aan de dag waarop het verzoek is ingediend, te goeder trouw is geweest; en

    • c.

      dat de schuldenaar de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen naar behoren zal nakomen en zich zal inspannen zoveel mogelijk baten voor de boedel te verwerven.

  • 2

    Het verzoek wordt evenwel afgewezen:

    • a.

      indien de schuldsaneringsregeling reeds op de schuldenaar van toepassing is;

    • b.

      indien de poging tot een buitengerechtelijke schuldregeling niet is uitgevoerd door een persoon of instelling als bedoeld in artikel 48, eerste lid, van de Wet op het consumentenkrediet; of

    • c.

      indien de schuldenaar schulden heeft welke voortvloeien uit een onherroepelijke veroordeling als bedoeld in artikel 358, vierde lid, ter zake van een of meer misdrijven, welke veroordeling onherroepelijk is geworden binnen vijf jaar voor de dag van indiening van het verzoek, tenzij de rechter aanleiding ziet een langere termijn in acht te nemen.

  • 3

    Het verzoek kan in afwijking van het eerste lid, onder b, en het tweede lid, onder c, worden toegewezen indien voldoende aannemelijk is dat de schuldenaar de omstandigheden die bepalend zijn geweest voor het ontstaan of onbetaald laten van zijn schulden, onder controle heeft gekregen.

  • 4

    Het van toepassing verklaren van de schuldsaneringsregeling kan niet worden geweigerd uitsluitend op grond dat er geen of onvoldoende vooruitzicht bestaat dat schuldeisers algehele of gedeeltelijke betaling op hun vorderingen zullen ontvangen.

  • 5

    Indien het verzoek wordt afgewezen, kan de schuldenaar niet ambtshalve in staat van faillissement worden verklaard.


Artikel 16 [Vervallen per 01-01-2006]

[Vervallen]


Artikel 16

Tegelijk ter registratie aangeboden gelijksoortige akten als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel b, van de wet, die door dezelfde persoon zijn aangeboden, kunnen tezamen worden geregistreerd onder een aantal volgnummers dat overeenkomt met het aantal akten. In dat geval worden de gegevens, bedoeld in artikel 14, slechts eenmaal vermeld, voor zover deze voor de verschillende akten gelijk zijn.


Artikel 53i

  • 1

    In afwijking van artikel 41, tweede lid, wordt de inhoud van de elektronische notariële akte, van de elektronische volmacht, bedoeld in artikel 53f, eerste lid, en van overige elektronische bijlagen, duurzaam gesteld in een bij verordening aan te wijzen documentstandaard, die de betrouwbaarheid, de uitleesbaarheid en de beschikbaarheid van de inhoud waarborgt en voldoet aan de meest recente nationale of internationale standaarden. De aanwijzing vindt ten minste iedere vijf jaar plaats.

  • 2

    Indien conversie van de inhoud van een verleden elektronische notariële akte, van een verleende elektronische volmacht, bedoeld in artikel 53f, eerste lid, en van overige elektronische bijlagen naar een andere documentstandaard noodzakelijk is om de duurzaamheid hiervan te waarborgen vindt conversie hiervan plaats naar een bij verordening aan te wijzen andere documentstandaard. Bij verordening worden regels gesteld over de wijze waarop deze conversie plaatsvindt. Na conversie is de elektronische notariële akte waarvan de inhoud is gesteld in de daartoe aangewezen documentstandaard de minuut van deze elektronische notariële akte.

  • 3

    In afwijking van artikel 12, eerste en tweede lid, bewaart de notaris minuten van elektronische notariële akten die tot zijn protocol behoren, elektronische volmachten bedoeld in artikel 53f, eerste lid, en overige elektronische bijlagen bij de KNB. De KNB heeft geen inzage in de in de eerste volzin bedoelde minuten van elektronische notariële akten, elektronische volmachten en overige elektronische bijlagen.

  • 4

    In afwijking van artikel 12, derde lid, worden bij verordening nadere regels gesteld ten aanzien van het bij de KNB bewaren van minuten van elektronische notariële akten, elektronische volmachten, bedoeld in artikel 53f, eerste lid, en overige elektronische bijlagen, alsmede regels met betrekking tot de wijze waarop de toegang van de notaris tot zijn protocol is gewaarborgd.


Artikel 114

Een bezitter draagt zijn bezit over door de verkrijger in staat te stellen die macht uit te oefenen, die hij zelf over het goed kon uitoefenen.


Artikel 289

  • 1

    Het vonnis waarbij de toepassing van de schuldsaneringsregeling wordt uitgesproken, kan tevens de vaststelling inhouden van de dag, uur en plaats waarop de verificatievergadering zal worden gehouden.

  • 2

    Indien de dag, uur en plaats waarop de verificatievergadering zal worden gehouden niet in het vonnis, bedoeld in het eerste lid, zijn vastgesteld, kunnen deze op een later tijdstip door de rechter-commissaris worden vastgesteld, ambtshalve, of op verzoek van de schuldenaar of van de bewindvoerder.

  • 3

    Indien de rechtbank of de rechter-commissaris de verificatievergadering bepaalt, wordt daarbij tevens de dag vastgesteld waarop uiterlijk de schuldvorderingen bij de bewindvoerder moeten worden ingediend.

  • 4

    Tussen de in het derde lid bedoelde dag en de dag van de verificatievergadering moeten ten minste veertien dagen verlopen.

  • 5

    De verificatievergadering zal niet eerder worden gehouden dan twee maanden na de dag van de uitspraak tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.


Artikel 17

Bij de registratie van een akte als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel b, van de wet worden door de inspecteur:

  • a.

    de in de akte aangebrachte renvooien gewaarmerkt;

  • b.

    genummerd en gewaarmerkt:

    • 1°.

      de bladen van uit meer bladen bestaande akten;

    • 2°.

      de annexen.


Artikel 53j

  • 1

    Artikel 43, derde lid, tweede volzin en vierde lid, derde volzin en artikel 45, eerste lid zijn niet van toepassing op de elektronische notariële akte.

  • 2

    Ten aanzien van artikel 43, vierde lid, vijfde volzin, geldt dat met het aanbrengen van het uur en de minuut van die ondertekening wordt gelezen het aanbrengen van het gekwalificeerde elektronische tijdstempel als bedoeld in artikel 53h, tweede lid.

  • 3

    Artikel 45, tweede lid, is van toepassing, met dien verstande dat ten aanzien van de tweede volzin de notaris niet een aantekening op de oorspronkelijke akte stelt, maar een aantekening aan de oorspronkelijke akte koppelt onder vermelding van datum en repertoriumnummer van dit proces-verbaal.

  • 4

    Artikel 52, tweede en derde lid, is niet van toepassing op de elektronische handtekening, bedoeld in artikel 53e, eerste lid.


Artikel 115

Voor de overdracht van het bezit is een tweezijdige verklaring zonder feitelijke handeling voldoende:

  • a.

    wanneer de vervreemder de zaak bezit en hij haar krachtens een bij de levering gemaakt beding voortaan voor de verkrijger houdt;

  • b.

    wanneer de verkrijger houder van de zaak voor de vervreemder was;

  • c.

    wanneer een derde voor de vervreemder de zaak hield, en haar na de overdracht voor de ontvanger houdt. In dit geval gaat het bezit niet over voordat de derde de overdracht heeft erkend, dan wel de vervreemder of de verkrijger de overdracht aan hem heeft medegedeeld.


Artikel 290

  • 1

    De rechter die de toepassing van de schuldsaneringsregeling uitspreekt, kan in deze uitspraak tevens voorzieningen treffen die hij ter beveiliging van de belangen van de schuldeisers nodig oordeelt.

  • 2

    De rechter-commissaris kan dit ook terwijl de schuldsaneringsregeling van toepassing is op verzoek van de bewindvoerder of van één of meer schuldeisers dan wel ambtshalve.


Artikel 18

  • 1

    De inspecteur stelt ten blijke van de registratie van een akte als bedoeld in artikel 1, tweede lid, onderdeel b, van de wet op het eerste blad van de akte of, indien meer exemplaren van de akte tegelijk ter registratie zijn aangeboden, op de eerste bladen van alle exemplaren een door hem ondertekende verklaring van registratie.

  • 2

    In de verklaring worden vermeld:

    • a.

      de plaats en dagtekening van de registratie;

    • b.

      het nummer van het registerdeel waarin, alsmede het volgnummer waaronder de registratie heeft plaatsgehad;

    • c.

      het aantal exemplaren van de akte dat tegelijk ter registratie is aangeboden, indien dat aantal meer dan een bedraagt;

    • d.

      het aantal renvooien en het aantal annexen;

    • e.

      de omstandigheid, bedoeld in artikel 15.

  • 3

    De dagtekening van de registratie wordt – met uitzondering van de eeuw – in letters gesteld.

  • 4

    Voor zover voor het stellen van de verklaring op de akte geen voldoende open ruimte is, wordt zij gesteld op een aan de akte te hechten vel papier.



Artikel 116

Hij die onder een algemene titel een ander opvolgt, volgt daarmede die ander op in diens bezit en houderschap, met alle hoedanigheden en gebreken daarvan.


Artikel 291

  • 1

    De rechter kan in de uitspraak tot de toepassing van de schuldsaneringsregeling één of meer deskundigen benoemen ten einde binnen een door hem te bepalen termijn, die zo nodig kan worden verlengd, een onderzoek naar de staat van de boedel in te stellen en een beredeneerd verslag van hun bevindingen uit te brengen. Het tweede lid van artikel 290 vindt overeenkomstige toepassing.

  • 2

    Het verslag bevat een met redenen omkleed oordeel over de betrouwbaarheid van de door de schuldenaar overgelegde staat en bescheiden.


Artikel 117

  • 1

    Een bezitter van een goed verliest het bezit, wanneer hij het goed kennelijk prijsgeeft, of wanneer een ander het bezit van het goed verkrijgt.

  • 2

    Zolang niet een der in het vorige lid genoemde gronden van bezitsverlies zich heeft voorgedaan, duurt een aangevangen bezit voort.


Artikel 292

  • 1

    Tegen de uitspraak tot toewijzing van het verzoek om een bevel tot instemming met een schuldregeling, bedoeld in artikel 287a, eerste lid, kunnen de schuldeisers die het verzoek betrof gedurende acht dagen na de dag van de uitspraak in hoger beroep komen.

  • 2

    Tegen de uitspraak tot toepassing van de schuldsaneringsregeling kan noch door schuldeisers noch door andere belanghebbenden verzet, hoger beroep of cassatie worden ingesteld, onverminderd overeenkomstige toepassing van artikel 215a.

  • 3

    Tegen de uitspraak tot afwijzing van het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling kan de schuldenaar gedurende acht dagen na de dag van de uitspraak in hoger beroep komen. Wanneer het verzoek tevens een verzoek inhield als bedoeld in het eerste lid, wordt dit verzoek eveneens aan het gerechtshof voorgelegd.

  • 4

    Het hoger beroep wordt ingesteld door indiening van een verzoek ter griffie van het gerechtshof, dat van de zaak kennis moet nemen. De voorzitter bepaalt terstond dag en uur voor de behandeling, welke zal moeten plaatshebben binnen twintig dagen na de dag van de indiening van het verzoek. De uitspraak vindt niet later plaats dan op de achtste dag na die van de behandeling van het verzoek ter zitting.

  • 5

    Van het arrest, waarbij het verzoek van de schuldenaar bedoeld in de eerste zin van het derde lid, en indien van toepassing tevens het verzoek bedoeld in de tweede zin van het derde lid, door het gerechtshof is afgewezen, kan de schuldenaar gedurende acht dagen na die van de uitspraak in cassatie komen.

  • 6

    Van het arrest, waarbij het verzoek van de schuldeisers bedoeld in het eerste lid, door het gerechtshof is afgewezen, kunnen deze schuldeisers gedurende acht dagen na die van de uitspraak in cassatie komen.

  • 7

    Het beroep in cassatie wordt ingesteld door indiening van een verzoek ter griffie van de Hoge Raad.

  • 8

    Indien het verzoek van de schuldenaar in hoger beroep of cassatie wordt verworpen, kan de schuldenaar niet ambtshalve in staat van faillissement worden verklaard.

  • 9

    Wordt de toepassing van de schuldsaneringsregeling pas in hoger beroep of cassatie uitgesproken, dan geeft de griffier van het rechtscollege daarvan onverwijld kennis aan de griffier van de rechtbank, waarbij de schuldenaar zijn verzoek heeft ingediend. De rechtbank gaat terstond na die kennisgeving over tot benoeming van een rechter-commissaris en een bewindvoerder.


Slotformulier en ondertekening

Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,M.J. van Rijn

De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,F. Teeven


Artikel 118

  • 1

    Een bezitter is te goeder trouw, wanneer hij zich als rechthebbende beschouwt en zich ook redelijkerwijze als zodanig mocht beschouwen.

  • 2

    Is een bezitter eenmaal te goeder trouw, dan wordt hij geacht dit te blijven.

  • 3

    Goede trouw wordt vermoed aanwezig te zijn; het ontbreken van goede trouw moet worden bewezen.


Artikel 293

  • 1

    De griffier van de rechtbank doet van de uitspraak tot de toepassing van de schuldsaneringsregeling, van de naam, de woonplaats en het beroep van de schuldenaar, van de naam van de rechter-commissaris, van de naam en de woonplaats of het kantoor van de bewindvoerder alsmede van de dagen, uur en plaats bedoeld in artikel 289, onverwijld aankondiging in de Staatscourant.

  • 2

    De griffier van de rechtbank geeft van de toepassing van de schuldsaneringsregeling onverwijld kennis aan het postvervoerbedrijf of de postvervoerbedrijven die zijn aangewezen als verlener van de universele postdienst, alsmede de andere geregistreerde postvervoerbedrijven, bedoeld in de Postwet 2009. In de kennisgeving wordt melding gemaakt van de in artikel 287, vijfde lid, bedoelde last.


Bijlage A bij artikel 7 van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015

Bijlage A bij artikel 7 van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015

Informatieprotocol Beleidsinformatie Veilig Thuis

1 Inleiding

1.1 Aanleiding

Per 1 januari 2015 is de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo 2015) in werking getreden. Hierin wordt omschreven dat het college zorgdraagt voor het inrichten van een Veilig Thuis-organisatie. Hiernaast verstrekt Veilig Thuis kosteloos gegevens ten behoeve van beleidsinformatie aan gemeenten, de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) en de Minister van Justitie en Veiligheid (JenV) (artikel 4.2.12, lid 1, Wmo 2015).

De Veilig Thuis-organisaties zijn in transformatie. Veilig Thuis-organisaties ontwikkelen zich tot organisaties die vanuit het perspectief van de veiligheid van betrokkenen, in overleg met de andere partijen in de keten, de voor de veiligheid benodigde interventies bepalen.

Deze transformatie is volop in ontwikkeling. Voor een deel is deze transformatie concreet geworden in het kwaliteitskader ‘Zicht op veiligheid’ dat het Landelijk Netwerk Veilig Thuis1 vaststelde in juli 2016. In het Handelingsprotocol 2.0, ingaande per 2019, staat de ontwikkeling en werkwijze van de Veilig Thuis-organisaties beschreven.

De beleidsinformatie is bedoeld voor gemeenten en de betrokken departementen als ondersteuning voor de beleidsontwikkeling voor de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. De in dit protocol vastgelegde beleidsinformatie biedt een basis voor gemeenten voor hun informatiebehoefte van Veilig Thuis. Gemeenten zullen naast deze basisinformatie ook aanvullende informatievragen aan hun Veilig Thuis-organisatie willen stellen.

De beleidsinformatie Veilig Thuis betreft informatie over het aantal adviezen dat Veilig Thuis heeft gegeven, evenals het aantal casussen waarover Veilig Thuis een of meerdere meldingen heeft gekregen en daarin ondernomen activiteiten. Daarnaast wordt een aantal kenmerken van deze adviezen en casussen in beeld gebracht. Een deel van de gegevens, namelijk die over adviezen, betreft anonieme, niet aan een persoon gerelateerde gegevens.

Bij de casussen gaat het om het verstrekken van persoonsgegevens, namelijk het burgerservicenummer (BSN), de geboortedatum en het geslacht van de persoon of personen waarover een melding is gedaan en van de persoon of personen waarop de Veilig Thuis-activiteiten betrekking had, in het Handelingsprotocol 2.0 de zogenoemde directbetrokkenen.

In artikel 4.3.1, lid 1 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 is bepaald dat de structurele verstrekking van gegevens voor de beleidsinformatie door Veilig Thuis plaatsvindt op elektronische wijze aan het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In artikel 4.3.1 lid 2 is bepaald dat de departementen en de colleges geen informatie opvragen die al aan het CBS structureel is geleverd.

In artikel 4.3.2. van datzelfde Uitvoeringsbesluit is omschreven om welke gegevens het gaat. In artikel 7 van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015 is bepaald op welke wijze deze gegevens aan het CBS moeten worden geleverd en verwijzend naar het in de bijlage opgenomen informatieprotocol. Onderhavig informatieprotocol Veilig Thuis is de bijlage horend bij dit artikel.

Elke Veilig Thuis-organisatie levert elk halfjaar aan het CBS de gegevens zoals beschreven in dit Informatieprotocol. Het CBS verwerkt deze gegevens tot statistieken en rapportages en publiceert deze zodat iedereen daar gebruik van kan maken. Microdata (informatie op persoonsniveau) komen nooit in de openbaarheid. De inhoud van alle statistieken en rapportages die gepubliceerd worden, is niet herleidbaar tot een individu. Onderzoek op dit soort data is wel mogelijk via de zogenaamde remote access voorziening van het CBS, voor organisaties die daarvoor door het CBS geautoriseerd zijn. Ook dan geldt echter dat de gegevens die worden gepubliceerd naar aanleiding van dit onderzoek nog steeds niet tot een persoon te herleiden mogen zijn.

Het informatieprotocol wordt beheerd door het ministerie van VWS. In praktijk vindt het beheer plaats in afstemming met:

  • Het ministerie van Justitie en Veiligheid.

  • Het Netwerk Veilig Thuis, het samenwerkingsverband van Veilig Thuis-organisaties.

  • De Vereniging Nederlandse Gemeenten namens alle gemeenten.

  • Het CBS.

  • Experts uit het veld.

Er wordt door het ministerie van VWS een adviescommissie samengesteld ten behoeve van het beheer van het informatieprotocol en de (duiding) van de beleidsinformatie van Veilig Thuis.

1.2 Doel en beheer

Dit informatieprotocol beschrijft zo gedetailleerd mogelijk:

  • Welke gegevens Veilig Thuis aan het CBS moet leveren.

  • Welke definities Veilig Thuis hierbij hanteert.

In onderstaande tabel is een overzicht opgenomen van alle gegevens die aangeleverd moeten worden. Tussen haakjes is aangegeven in welke paragraaf van het informatieprotocol de gegevens nader worden omschreven.

Toegevoegd zijn voor de leesbaarheid van de eindgebruiker twee bijlagen welke hun oorsprong vinden in het Handelingsprotocol 2.0; definities Huiselijk geweld en kindermishandeling zoals die door Veilig Thuis worden gehanteerd en instructie anonimiseren.

Beleidsinformatie Veilig Thuis

Adviezen

Meldingen

Onderzoeken

• Aanleiding om contact op te nemen met Veilig Thuis (2.2)

• De aard van het geweld en/of mishandeling. (2.3)

• De hoedanigheid van degene die advies heeft gevraagd (2.4)

• Aanleiding om een melding te doen bij Veilig Thuis (3.2)

• Aard van het geweld en/of de mishandeling (3.3)

• De hoedanigheid van degene die de melding heeft gedaan (3.4)

• Datum van de melding (3.5)

• Datum van het triagebesluit (3.6)

• Vervolg op melding/ triagebesluit (3.7)

• Onderzoeksnummer (3.8)

• De aard van de derde partij aan wie (direct) is overgedragen/doorverwezen (3.9)

• Gegevens over de personen waarop de melding betrekking heeft. (3. 10)

• Datum start onderzoek (4.1)

• Datum afronding onderzoek (4.2)

• Uitkomst van het onderzoek (4.3)

• Aard van het geweld en/of de mishandeling (4.4)

• Vervolg naar aanleiding van het onderzoek (4.5)

• Gegevens over de personen waarop het onderzoek betrekking heeft. (4.6)

Ook is in het informatieprotocol opgenomen (hoofdstuk 5) welke contactgegevens de Veilig Thuis-organisaties over zichzelf aan het CBS moeten leveren. Deze gegevens heeft het CBS nodig om bij de Veilig Thuis-organisaties de halfjaarlijkse gegevensuitvraag voor de beleidsinformatie Veilig Thuis te kunnen doen.

1.3 Opbouw informatieprotocol

Het informatieprotocol bestaat uit twee delen:

  • Deel 1 bevat de te hanteren definities en keuzemogelijkheden voor de gegevens zoals opgenomen in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015;

  • Deel 2 bevat de beschrijving van het aanleverproces dat het CBS hanteert en dat de Veilig Thuis-organisaties moeten volgen voor het aanleveren van de gegevens en de technische eisen die hier voor gelden.

Deel 1 Gegevensdefinities

Toelichting:

In dit deel zijn alle definities nader uitgewerkt van de begrippen waarover Veilig Thuis gegevens dient aan te leveren. Waar van toepassing is aangegeven welke keuzeopties Veilig Thuis dient te hanteren, bijvoorbeeld bij de aard van het geweld of de mishandeling, inclusief de codes die het CBS voor deze opties hanteert. Deze codes zijn ook terug te vinden in de Bestandsdefinitie Veilig Thuis van het CBS, waarin de specificaties van de aan te leveren bestanden voor de beleidsinformatie Veilig Thuis beschreven zijn.

In feite worden er drie sets met gegevens aan het CBS geleverd, samengevoegd in één bestand:

  • Een set met gegevens over de adviezen die Veilig Thuis heeft gegeven;

  • Een set met gegevens over de meldingen (triages) die Veilig Thuis heeft afgehandeld;

  • Een set met gegevens over de onderzoeken die Veilig Thuis heeft afgehandeld.

De drie sets met gegevens worden ieder in een apart hoofdstuk uitgewerkt. Een aantal begrippen komt in meerdere sets voor. Voor de leesbaarheid is er voor gekozen om deze begrippen te herhalen. Per set gegevens zijn de begrippen dan compleet, zodat de lezer niet hoeft te bladeren. De uitwerking van de begrippen verschilt echter niet.

Deel 1 sluit af met hoofdstuk 5 waarin de contactgegevens staan weergegeven die het CBS nodig heeft over de Veilig Thuis-organisaties zelf.

2 Gegevens over adviezen

Om in beeld te hebben hoe vaak Veilig Thuis een advies geeft in verband met een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling, worden gegevens uitgevraagd over de adviezen die Veilig Thuis heeft gegeven. Per advies wordt aangegeven wat de aanleiding was om contact op te nemen met Veilig Thuis (vorm van huiselijk geweld en/of kindermishandeling), de aard van het geweld (een inschatting) en wat de hoedanigheid is van degene die met Veilig Thuis contact heeft opgenomen (adviesvrager). Geen van deze gegevens zijn persoonsgegevens.

2.1 Definitie van advies

Artikel 4.1.1, eerste lid, van de Wmo 2015 bepaalt dat het college zorg draagt voor de organisatie van een Veilig Thuis-organisatie. Eén van de taken van Veilig Thuis is het geven van advies en zo nodig bieden van ondersteuning aan ieder die in verband met een vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling om dit advies vraagt (artikel 4.1.1, derde lid).

Toelichting:

In bijlage 1 van het VNG-Model Handelingsprotocol Veilig Thuis is de definitie van advies als volgt uitgewerkt:

Een advies is een op de behoefte van de adviesvrager afgestemde set van aanwijzingen, raadgevingen en tips met als doel de adviesvrager in staat te stellen zelf verder te kunnen handelen in situaties van huiselijk geweld of kindermishandeling of bij een vermoeden daarvan.

Bij het leveren van gegevens aan het CBS krijgt elk gegeven advies een voor de betreffende Veilig Thuis-organisatie uniek identificatienummer.

Het VNG-model handelingsprotocol voorziet niet in meerdere contactmomenten met iemand die advies vraagt.

Een afgesloten advies met meerdere contactmomenten wordt gedefinieerd als afgesloten als het laatste contactmoment over de onderhavige casus met de adviesvrager is geweest. Het laatste contactmoment wordt door Veilig Thuis in overleg met de adviesvrager bepaald.

Aan het CBS worden uitsluitend gegevens over afgesloten adviezen geleverd.

2.2 Aanleiding om advies te vragen bij Veilig Thuis

Als aanleiding om contact op te nemen met Veilig Thuis wordt een keuze gemaakt uit de volgende opties:

  • (ex)Partnergeweld

  • Eergerelateerd geweld

  • Ouderenmishandeling en ontspoorde zorg (vanaf 65 jaar)

  • Geweld tegen ouders jonger dan 65 jaar door hun kinderen

  • Huwelijksdwang en achterlating

  • Kindermishandeling, kindcheck

  • Kindermishandeling, vechtscheiding

  • Kindermishandeling, anders

  • Huiselijk geweld, anders

  • Andere problematiek dan huiselijk geweld of kindermishandeling

Toelichting:

In feite betreft het hier verschillende vormen en aanleidingen (kindcheck) van huiselijk geweld en kindermishandeling. Er zijn meerdere opties tegelijk per advies mogelijk. Een uitgebreide toelichting op de eerste zeven bovenstaande keuzemogelijkheden is opgenomen in hoofdstuk 8 van dit protocol. Zie ook paragraaf 3.2.

Veilig Thuis wordt ook vaak om advies gevraagd voor andere veiligheidsproblematiek dan huiselijk geweld of kindermishandeling, bijvoorbeeld een school die belt met zorgen over een suïcidale leerling. Deze adviezen kunnen worden opgenomen onder de categorie: andere problematiek dan huiselijk geweld of kindermishandeling.

2.3 Aard van het geweld

Als aard van het geweld wordt een keuze gemaakt uit de volgende opties:

  • Lichamelijke mishandeling

  • Lichamelijke verwaarlozing

  • Psychisch geweld

  • Affectieve verwaarlozing

  • Pedagogische verwaarlozing

  • Seksueel misbruik

  • Financiële uitbuiting

  • Getuige van geweld in gezin

  • Münchhausen-by-proxy

  • Vrouwelijke genitale verminking

  • Anders onveilig

  • Anders (niet onveilig)

Toelichting:

De aard van het geweld en/of de mishandeling is een verbijzondering van de vorm van het huiselijke geweld of de kindermishandeling (zie 2.2.). Sommige opties zijn alleen van toepassing bij kindermishandeling, zoals pedagogische verwaarlozing, getuige van geweld in het gezin, Münchhausen-by-proxy en vrouwelijke genitale verminking.

Er zijn meerdere opties tegelijk per advies mogelijk. Zie ook paragraaf 3.3 en 4.4

2.4 Hoedanigheid van de adviesvrager

Bij de hoedanigheid van adviesvrager wordt een keuze gemaakt uit één van de volgende opties:

Beroepsmatig, werkzaam bij:

  • Gezondheidszorg Huisarts

  • Gezondheidszorg Kinderarts

  • Gezondheidszorg Geriater

  • Gezondheidszorg GGZ

  • Gezondheidszorg Anders:

  • Onderwijs: Basisonderwijs

  • Onderwijs: Voortgezet onderwijs

  • Onderwijs: anders

  • Maatschappelijke ondersteuning/lokaal veld/ wijkteams (welzijn en Jeugd):

  • Jeugdzorg Gecertificeerde instelling

  • Jeugdzorg anders

  • Kinderopvang

  • Politie

  • Justitie

  • Beroepsmatig: anders

Niet-beroepsmatig:

  • Direct betrokkene, jeugdige

  • Direct betrokkene, volwassene

  • Familielid van direct betrokkene

  • Persoon behorend tot het sociale netwerk

  • Buurtbewoner

  • Vrijwilliger

  • Niet-beroepsmatig anders

Toelichting:

Er is steeds maar één optie per advies mogelijk. Zie ook paragraaf 3.4

3 Gegevens over meldingen/Triagebesluiten

Om in beeld te krijgen hoeveel meldingen er over huiselijk geweld of kindermishandeling, of een vermoeden daarvan, zijn gedaan bij Veilig Thuis worden gegevens uitgevraagd over de meldingen (triagebesluiten) die Veilig Thuis heeft behandeld. Per melding (triage) wordt aangegeven wat de aanleiding was om contact op te nemen met Veilig Thuis, wat de aard van het geweld en/of de mishandeling is, wat de hoedanigheid is van degene die contact heeft opgenomen met Veilig Thuis, de datum van de melding en de datum van het (triage)besluit. Tot slot wordt aangegeven op welke personen de melding betrekking had. Van deze personen worden BSN, geboortedatum en geslacht uitgevraagd.

3.1 Melding/Triage

Artikel 4.1.1, eerste lid, van de Wmo 2015 bepaalt dat het college zorg draagt voor de organisatie van een Veilig Thuis-organisatie. Eén van de taken van Veilig Thuis is fungeren als meldpunt voor gevallen of vermoedens van huiselijk geweld of kindermishandeling (artikel 4.1.1, tweede lid, onderdeel a).

Uit artikel 4.1.7 van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 blijkt de termijn waarbinnen een zogenaamd triagebesluit moet worden genomen.

In bijlage 1 van het VNG-Model Handelingsprotocol Veilig Thuis is de melding als volgt uitgewerkt:

Het kenbaar maken aan Veilig Thuis van een situatie of vermoeden van huiselijk geweld of kindermishandeling met vermelding van de persoonsgegevens van de direct betrokkene(n).

De Veilig Thuis-organisaties sluiten pas een melding af als de hele casus al of niet na onderzoek geheel kan worden afgesloten. Om verwarring te voorkomen wordt in het informatieprotocol structureel gesproken over triage/melding, in de zin dat er binnen de op grond van de in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 vastgestelde termijn een beslissing is genomen over al of niet starten van een onderzoek naar kindermishandeling en/of huiselijk geweld.

Aan het CBS worden uitsluitend afgesloten triages doorgeleverd, ook als niet alle onderliggende of bijbehorende informatie meegeleverd kan worden.

Bij de in de verslagperiode afgesloten triages geldt dat deze geleverd moeten worden op het moment dat alle handelingen die direct betrekking hebben op de triage zelf zijn afgerond en geadministreerd, met uitsluiting van monitoring.

Bij het leveren van gegevens aan het CBS krijgt elke melding/triagebesluit een voor de betreffende Veilig Thuis-organisatie uniek identificatienummer.

3.1.1 Handelwijze zorgmeldingen politie

Veel gemeenten kiezen ervoor om de afhandeling van zorgmeldingen van de politie (zowel jeugd als huiselijk geweld) door Veilig Thuis te laten uitvoeren. Veilig Thuis wordt daarmee het loket voor alle zorgmeldingen van de politie.

Deze meldingen moeten beschouwd worden als een daadwerkelijke melding bij Veilig Thuis en Veilig Thuis zal daarom een triage uitvoeren. De betreffende Veilig Thuis-organisaties dienen alle afgesloten triagebesluiten te leveren aan het CBS, dus inclusief de zorgmeldingen politie: mutaties politie en corv-meldingen van de politie.

3.1.2 meerdere meldingen over één casus

Elke melding krijgt een eigen triagebesluit en nummer. Elke melding moet binnen vijf dagen getriageerd worden. Meerdere meldingen over één casus moeten worden behandeld als aparte meldingen. Deze meldingen worden gevoegd bij het gekozen vervolg van de lopende casus (zie de opties bij 3.7).

Als er een tweede melding komt over dezelfde casus wordt die behandeld als een aparte melding die een eigen triagebesluit krijgt. Als dit tweede besluit leidt tot een wijziging voor het vervolg van deze casus, dan wordt dit ook genoteerd bij het eerste triagebesluit. Dat wil zeggen: het aanvankelijke triagebesluit wordt niet gewijzigd noch overgeschreven, maar in het dossier wordt opgenomen dat het vervolg is aangepast vanwege een tweede melding.

Een nieuwe melding kan leiden tot een ander triagebesluit over dezelfde casus. Dat betekent dat er meer meldingen en besluiten over één casus kunnen zijn.

Als onderzoek het gekozen vervolg is n.a.v. het eerste triagebesluit en als dit besluit wordt gewijzigd nav het triagebesluit op een tweede melding over dezelfde casus, dan wordt het onderzoek op basis van het eerste triagebesluit afgesloten.

Als het gekozen vervolg na een triagebesluit ongewijzigd blijft nav een tweede melding én er is gekozen voor onderzoek, dan dient het onderzoek te worden afgesloten binnen 5 dagen en tien weken vanaf de datum van de eerste melding.

Bij een tweede of derde melding over dezelfde casus wordt telkens het hoofdnummer van de casus aan het CBS geleverd zodat het CBS de meldingen en het gekozen vervolgtraject aan elkaar kan koppelen. Achtergrond hiervan is dat alle meldingen in beeld komen, maar wel gekoppeld kunnen worden aan het gekozen vervolg van de casus.

Als een casus door Veilig Thuis volledig is afgesloten kunnen er geen nieuwe meldingen meer aan worden toegevoegd.

3.2 Aanleiding om een melding te doen bij Veilig Thuis

Als aanleiding om een melding te doen bij Veilig Thuis wordt een keuze gemaakt uit de volgende opties:

  • (ex)Partnergeweld

  • Eer-gerelateerd geweld

  • Ouderenmishandeling en ontspoorde zorg (vanaf 65 jaar)

  • Geweld tegen ouders jonger dan 65 jaar door hun kinderen

  • Huwelijksdwang en achterlating

  • Kindermishandeling, kindcheck

  • Kindermishandeling, vechtscheiding

  • Kindermishandeling, anders

  • Huiselijk geweld, anders

  • Andere problematiek dan huiselijk geweld of kindermishandeling

Toelichting:

In feite betreft het hier verschillende vormen en aanleidingen van huiselijk geweld en kindermishandeling. Er zijn meerdere opties tegelijk per melding mogelijk. Een uitgebreide toelichting op de eerste zeven bovenstaande keuzemogelijkheden is opgenomen in hoofdstuk 8. Zie ook paragraaf 2.2.

3.3 Aard van het geweld en/of de mishandeling

Bij de aard van het geweld en/of de mishandeling wordt gekozen uit de volgende opties:

  • Lichamelijke mishandeling

  • Lichamelijke verwaarlozing

  • Psychisch geweld

  • Affectieve verwaarlozing

  • Pedagogische verwaarlozing

  • Seksueel misbruik

  • Financiële uitbuiting

  • Getuige van geweld in gezin

  • Münchhausen-by-proxy

  • Vrouwelijke genitale verminking

  • Anders onveilig

  • Anders

Toelichting:

De aard van het geweld en/of de mishandeling is een verbijzondering van de vorm van het huiselijke geweld of de kindermishandeling (zie 3.2.). Sommige opties zijn alleen van toepassing bij kindermishandeling, zoals pedagogische verwaarlozing, getuige van geweld in het gezin, Münchhausen-by-proxy en vrouwelijke genitale verminking.

Er zijn meerdere opties tegelijk mogelijk per melding. Zie ook paragraaf 2.3 en 4.4

3.4 Hoedanigheid van de melder

Bij de hoedanigheid van de melder wordt een keuze gemaakt uit één van de volgende opties:

Beroepsmatig, werkzaam bij:

  • Gezondheidszorg Huisarts

  • Gezondheidszorg Kinderarts

  • Gezondheidszorg Geriater

  • Gezondheidszorg GGZ

  • Gezondheidszorg Anders:

  • Onderwijs: Basisonderwijs

  • Onderwijs: Voortgezet onderwijs

  • Onderwijs: anders

  • Maatschappelijke ondersteuning/lokaal veld/ wijkteams (welzijn en Jeugd):

  • Jeugdzorg Gecertificeerde instelling

  • Jeugdzorg anders

  • Kinderopvang

  • Politie

  • Justitie

  • Beroepsmatig: anders

Niet-beroepsmatig:

  • Direct betrokkene, jeugdige

  • Direct betrokkene, volwassene

  • Familielid van direct betrokkene

  • Persoon behorend tot het sociale netwerk

  • Buurtbewoner

  • Vrijwilliger

  • Niet-beroepsmatig anders

Toelichting:

Er is steeds maar één optie per melding mogelijk. Zie ook paragraaf 2.4

3.5 Datum melding

De datum van binnenkomst van de melding (telefonisch of schriftelijk of elektronisch), dus de dag waarop de melding van de situatie of het vermoeden van huiselijk geweld en/of kindermishandeling aan Veilig Thuis heeft plaatsgevonden.

(dit wordt weergegeven als jjjjmmdd)

3.6 Datum van het triagebesluit (Vervolg melding)

De datum waarop de Veilig Thuis-organisaties als uitkomst van de triage besloten heeft hoe verder te handelen met betrekking tot de melding.

3.7 Inhoud van het triagebesluit (vervolg melding)

Na triageren zijn er verschillende uitkomsten mogelijk. In het triagebesluit wordt vastgelegd welk vervolg Veilig Thuis zal geven aan de melding. Hiervoor zijn de volgende opties mogelijk:

  • Onderzoek Veilig Thuis

  • Overdracht aan derden

  • Melding omgezet in advies

  • Geen vervolg door Veilig Thuis

Aan het CBS worden uitsluitend afgeronde triagebesluiten geleverd.

NB:

  • Onder Overdracht aan derden vallen ook:

    • activiteiten van Veilig Thuis zelf in het kader van de Wet tijdelijk huisverbod (Veilig Thuis is dan de ‘derde’);

    • overdracht aan het cliëntsysteem, dat wil zeggen dat de overdracht niet aan een professional plaatsvindt maar aan het gezinssysteem van het slachtoffer: dus bijv. aan vrouw, man, grootouders, ooms en tantes;

    • overdracht aan derden: er is sprake van huiselijk geweld en/of kindermishandeling maar er wordt geen extra hulp door Veilig Thuis georganiseerd, want er is al voldoende hulp.

  • Met Melding omgezet in advies wordt bedoeld: als de meldcode door de professional niet is doorlopen.

  • Met Geen vervolg door Veilig Thuis wordt bedoeld: er is geen redelijk vermoeden van huiselijk geweld en kindermishandeling om verdere bemoeienis te legitimeren. Bemoeienis wordt direct beëindigd.

Toelichting:

In het VNG-handelingsprotocol is de volgende definitie van het triagebesluit opgenomen.

Binnen de in het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 vastgestelde termijn moet men na ontvangst van een melding Veilig Thuis op basis van de inhoud van de melding en op basis van een (risico/veiligheids) taxatie tot een (eerste) besluit komen over de noodzakelijke vervolgstappen naar aanleiding van de melding. Ook wordt door Veilig Thuis een besluit genomen over welke instelling of professional de verantwoordelijkheid gaat nemen voor de uitvoering van de vervolgstappen.

  • De melding kan leiden tot het starten van een onderzoek door Veilig Thuis. Op basis van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 artikel 4.1.7, tweede lid, geldt hiervoor een termijn van tien weken startend op het moment van het triagebesluit.

  • Veilig Thuis kan besluiten om de melding door te leiden naar derden.

  • Ook kan Veilig Thuis besluiten dat de bemoeienis van Veilig Thuis stopt door:

    • De melding om te zetten in een advies omdat de betrokken professional niet alle stappen van de meldcode heeft doorlopen.

    • vast te stellen dat de casus geen bemoeienis van Veilig Thuis legitimeert.

De triage is afgerond als het besluit door Veilig Thuis over de noodzakelijke vervolgstappen genomen is. In het kwaliteitskader Veilig Thuis-zicht op veiligheid2 is geregeld dat Veilig Thuis verantwoordelijk blijft voor het zicht op de veiligheid van het cliëntsysteem in de casus, totdat het vervolgtraject belegd is bij het cliëntsysteem of een professional. Veilig Thuis moet dus tot het moment van overdracht zicht op de veiligheid van het cliëntsysteem houden. Dit heeft géén invloed op de datum van het triagebesluit. De triage is afgesloten.

3.8 Onderzoeksnummer

Met het triagebesluit om onderzoek te doen, optie 1 in voorgaande paragraaf, start de wettelijke termijn voor onderzoek (10 weken). De wet stelt dat een triage én onderzoek moet zijn afgerond binnen respectievelijk vijf dagen en 10 weken na de melding.

Om het triagebesluit en het onderzoek goed aan elkaar te kunnen koppelen is het nodig om te weten welke melding/triagebesluit bij welk onderzoek hoort. Hiervoor is het nodig om het onderzoeksnummer bij het triagebesluit te vermelden. Uiteraard moet dit onderzoeksnummer corresponderen met de informatie uit de gegevensset over onderzoeken, waar het betreffende onderzoek nader belicht wordt (zie paragraaf 4.1).

3.9 Directe overdracht aan derden

Het veld heeft gevraagd om in beeld te brengen naar welke partij is doorverwezen.

Hier gelden de volgende keuzeopties:

  • Overdracht aan lokale veld

    • Overdracht aan cliëntsysteem

    • Overdracht aan de Raad voor de Kinderbescherming

    • Overdracht aan politie of Openbaar Ministerie

    • Overdracht aan een jeugdhulpaanbieder

    • Overdracht aan een Gecertificeerde Instelling

    • Overdracht aan vrouwenopvang

    • Overdracht aan maatschappelijke opvang

    • Overdracht aan Jeugd GGZ

    • Overdacht aan volwassenen GGZ

    • Overdracht aan thuiszorg

    • Overdracht aan verslavingszorg

    • Overdracht aan een POH/huisarts

    • Overdracht aan ambulante hulp volwassen

    • Hulp al aanwezig

    • Bovenwettelijke taak (WTH3)

    • Anders

Er zijn meerdere opties per triagebesluit mogelijk.

3.10 Gegevens over de personen waarop de melding en triage betrekking heeft

De betrokkenen bij het huiselijk geweld en/of kindermishandeling van de betreffende melding worden geregistreerd.

Dit zijn de vermoedelijke pleger en het vermoedelijke slachtoffer, de minderjarige kinderen van de vermoedelijke pleger en/of slachtoffer, onafhankelijk of ze op het adres wonen waar het incident heeft plaatsgevonden of elders.

Ook worden de personen uitgevraagd die meer- of minderjarig zijn en die naar het oordeel van de professional in een afhankelijkheidsrelatie staan tot de vermoedelijke pleger en/of slachtoffer. (Denk bijvoorbeeld aan een volwassen verstandelijk beperkt kind dat in een instelling woont en een bezoekregeling heeft voor het weekend).

Van deze personen worden het BSN, de geboortedatum en het geslacht opgevraagd in het gegevensbestand. Het betreft hier persoonsgegevens. Er wordt geen onderscheid gemaakt in de registratie tussen vermoedelijke pleger en slachtoffer.

3.10.1 Burgerservicenummer (BSN)

Het unieke persoonsnummer van de betrokken personen zoals die staat of stond ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP).

Toelichting:

Indien er geen BSN bekend is, dan wordt in plaats van het BSN de code 000000000 genoteerd. Bij ongeboren kinderen wordt 999999999 genoteerd.

Per melding kunnen meerdere BSN’s worden genoteerd. Een melding kan namelijk betrekking hebben op meerdere personen tegelijk.

Zie ook paragraaf 4.6.1.

3.10.2 Geboortedatum

De geboortedatum van de betrokken personen wordt weergegeven als JJJJMMDD.

Toelichting:

Bij sommige personen is de exacte geboortedatum niet bekend. In die gevallen dient zoveel mogelijk informatie geleverd te worden. Dus als het geboortejaar en de geboortemaand wel bekend zijn, maar de geboortedag niet, dan dienen geboortejaar en maand geleverd te worden. Hetzelfde geldt als alleen het geboortejaar bekend is. Bij ongeboren kinderen wordt 99999999 genoteerd.

Zie ook paragraaf 4.6.2.

3.10.3. Geslacht

Het betreft hier het geslacht van de personen betrokken bij de melding. De volgende keuzeopties gelden:

  • Vrouw

  • Man

  • Onbekend

Zie ook paragraaf 4.6.3.

4 Gegevens over onderzoeken

Om zicht te hebben op het aantal onderzoeken dat Veilig Thuis uitvoert en op de uitkomst en het vervolg hiervan, wordt een aantal gegevens over de uitgevoerde onderzoeken uitgevraagd. Het betreft de start- en einddatum van de onderzoeken, de uitkomst ervan en indien van toepassing de aard van het geweld of de mishandeling en het vervolg voor de betrokkene(n). Ook wordt uitgevraagd over welke personen het onderzoek gaat. Daartoe worden het BSN, de geboortedatum en het geslacht van deze personen opgenomen in het gegevensbestand.

Bij het leveren van gegevens aan het CBS krijgt elk onderzoek een voor het betreffende Veilig Thuis uniek identificatienummer. Om het onderzoek en het triagebesluit goed aan elkaar te kunnen koppelen is het nodig om te weten welk onderzoek bij welke melding/triagebesluit hoort. Hiervoor is het nodig om het onderzoeksnummer zowel bij de melding/ triagebesluit als bij het onderzoek te vermelden (zie paragraaf 3.8).

4.1 Datum start onderzoek

Het gaat hier om de daadwerkelijke startdatum, niet om de formele startdatum. De formele startdatum is gelijk aan de datum van het triagebesluit. In de praktijk van de Veilig Thuis-organisaties kost het tijd voordat een zaak waarover het triagebesluit: onderzoek is genomen, is doorgezet naar een medewerker van Veilig Thuis.

Artikel 4.1.1 eerste lid, van de Wmo 2015 bepaalt dat het college zorg draagt voor de organisatie van een Veilig Thuis-organisatie. Eén van de taken van Veilig Thuis is het naar aanleiding van een melding onderzoeken of er daadwerkelijk sprake is van huiselijk geweld of kindermishandeling (artikel 4.1.1, tweede lid, onderdeel b).

De wet stelt dat een triage én onderzoek moeten zijn afgerond binnen respectievelijk vijf dagen en 10 weken na de melding. De termijn voor onderzoek start zodra het triagebesluit tot onderzoek is genomen.

4.2 Datum afronding onderzoek

De dag waarop Veilig Thuis het onderzoek heeft afgerond is dezelfde als de waarop Veilig Thuis zich een oordeel heeft gevormd naar aanleiding van het onderzoek over:

  • Of er sprake is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling.

  • Welke (onderliggende) problemen er zijn die (ook) moeten worden opgelost om tot duurzame veiligheid en herstel te komen.

  • Welke stappen of maatregelen genomen kunnen worden om, waar nodig, fysieke veiligheid met onmiddellijke ingang te herstellen.

  • Welke ondersteuning, hulp, behandeling of maatregelen nodig zijn voor alle betrokkenen om te komen tot duurzame veiligheid en tot herstel van de gevolgen van het huiselijk geweld of de kindermishandeling voor betrokkenen (vervolgstappen).

  • En besloten heeft welke instelling of professional de verantwoordelijkheid gaat nemen voor de uitvoering van de ondersteuning, hulp, behandeling of maatregelen die nodig zijn voor alle betrokkenen om te komen tot duurzame veiligheid en tot herstel van de gevolgen van het huiselijk geweld of de kindermishandeling voor betrokkenen.

De datum wordt weergegeven als JJJJMMDD.

NB: De casus hoeft niet al te zijn overgedragen aan derden. Tot de overdracht blijft Veilig Thuis verantwoordelijk voor het zicht op de veiligheid, maar het onderzoek is afgerond.

Toelichting:

Het doel van onderzoek is te beoordelen:

  • Of er sprake is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling.

  • Welke (onderliggende) problemen er zijn die (ook) moeten worden opgelost om tot duurzame veiligheid en herstel te komen.

  • Welke stappen of maatregelen genomen kunnen worden om, waar nodig, fysieke veiligheid met onmiddellijke ingang te herstellen.

  • Welke ondersteuning, hulp, behandeling of maatregelen nodig zijn voor alle betrokkenen om te komen tot duurzame veiligheid en tot herstel van de gevolgen van het huiselijk geweld of de kindermishandeling voor betrokkenen (vervolgstappen).

Uiterlijk binnen 5 dagen en 10 weken na ontvangst van de melding moet Veilig Thuis besluiten, op basis van de bovenstaande beoordeling, welke instelling of professional de verantwoordelijkheid gaat nemen voor de uitvoering van de ondersteuning, hulp, behandeling of maatregelen die nodig zijn voor alle betrokkenen om te komen tot duurzame veiligheid en tot herstel van de gevolgen van het huiselijk geweld of de kindermishandeling voor betrokkenen.

De datum waarop deze besluiten zijn genomen, geldt als de datum van de afronding van het onderzoek (= datum onderzoeksbesluit in de ict-systemen).

In het kwaliteitskader Veilig Thuis – zicht op veiligheid4 is geregeld dat Veilig Thuis verantwoordelijk blijft voor het zicht op de veiligheid van het cliëntsysteem in de casus, totdat het vervolgtraject is belegd bij het cliëntsysteem of een professional. Dat betekent niet per sé dat het hulptraject ook feitelijk is gestart. Het onderzoek is echter afgesloten.

4.3 Uitkomst onderzoek

Voor de uitkomst van het onderzoek of er sprake is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling gelden de volgende keuzeopties.

  • Geen huiselijk geweld

  • Huiselijk geweld niet bevestigd

  • Huiselijk geweld bevestigd

  • Geen kindermishandeling

  • Kindermishandeling niet bevestigd

  • Kindermishandeling bevestigd

  • Onderzoek (voortijdig) afgesloten: betrokkene(n) vertrokken met onbekende bestemming

  • Onderzoek /vervolgtraject voortijdig afgesloten, overdracht in verband met verhuizing naar andere regio

  • Onderzoek (voortijdig) afgesloten: betrokkene(n) overleden

Toelichting:

Bij de eerste en vijfde keuze-optie geldt dat er vermoedens zijn van huiselijk geweld en/of kindermishandeling, maar dat deze vermoedens niet voldoende onderbouwd kunnen worden.

Eén van de doelen van het onderzoek is de vaststelling of er sprake is van huiselijk geweld of kindermishandeling. Dit wordt weergegeven door de bovenstaande opties als uitkomst van het onderzoek. Soms heeft het onderzoek betrekking op huiselijk geweld en kindermishandeling, dan worden meerdere opties ingevuld.

Het kan zijn dat het onderzoek wordt afgesloten zonder dat het is afgerond. Hiervoor zijn de laatste twee opties.

Er zijn meerdere opties tegelijk mogelijk per onderzoek.

4.4 Aard van het geweld en/of de mishandeling

Bij de aard van het geweld en/of de mishandeling wordt gekozen uit de volgende opties:

  • Lichamelijke mishandeling

  • Lichamelijke verwaarlozing

  • Psychisch geweld

  • Affectieve verwaarlozing

  • Pedagogische verwaarlozing

  • Seksueel misbruik

  • Financiële uitbuiting

  • Getuige van geweld in gezin

  • Münchhausen-by-proxy

  • Vrouwelijke genitale verminking

  • Anders onveilig

  • Anders niet onveilig

Toelichting:

Het gaat in dit geval om de aard van het geweld en/of de mishandeling zoals in het onderzoek is vastgesteld. Dit houdt in dat als het onderzoek uitwijst dat er geen sprake is van huiselijk geweld en/of kindermishandeling, of dat het onderzoek het huiselijk geweld en/of de kindermishandeling niet bevestigd, er ook geen aard van dit geweld of de mishandeling is opgenomen.

Sommige opties zijn alleen van toepassing bij kindermishandeling, zoals pedagogische verwaarlozing, getuige van geweld in het gezin, Münchhausen-by-proxy en vrouwelijke genitale verminking.

Er zijn meerdere opties tegelijk per onderzoek mogelijk. Zie ook paragraaf 3.3.

4.5 Vervolg na het onderzoek

Naast vaststelling of er sprake is van huiselijk geweld of kindermishandeling wordt in het onderzoek ook vastgesteld:

  • Welke stappen of maatregelen genomen worden om, waar nodig, fysieke veiligheid met onmiddellijke ingang te herstellen.

  • Welke ondersteuning, hulp, behandeling of maatregelen nodig zijn voor alle betrokkenen om te komen tot duurzame veiligheid en tot herstel van de gevolgen van het huiselijk geweld of de kindermishandeling voor betrokkenen (vervolgstappen).

Er kan gekozen worden uit de volgende keuzeopties:

  • Overdracht aan lokale veld

  • Overdracht aan cliëntsysteem

  • Overdracht aan de Raad voor de Kinderbescherming

  • Overdracht aan politie of Openbaar Ministerie

  • Overdracht aan een jeugdhulpaanbieder

  • Overdracht aan een Gecertificeerde Instelling

  • Overdracht aan vrouwenopvang

  • Overdracht aan maatschappelijke opvang

  • Overdracht aan Jeugd GGZ

  • Overdacht aan volwassenen GGZ

  • Overdracht aan thuiszorg

  • Overdracht aan verslavingszorg

  • Overdracht aan een POH/huisarts

  • Overdracht aan ambulante hulp volwassen

  • Hulp al aanwezig

  • Bovenwettelijke taak (WTH)5

  • Anders

Toelichting:

Het betreft het vervolg voor alle betrokkenen. Het kan zijn dat betrokkene(n) al hulp kregen van één van bovenstaande instanties ten tijde van de melding en/of de uitvoering van het onderzoek. Ook in deze gevallen wordt het besluit voor het vervolg geregistreerd (keuzeoptie: Hulp al aanwezig).

Zie ook paragraaf 3.9.

NB: Meerdere opties zijn mogelijk. Alle vervolgen als gevolg van het onderzoek naar de casus, moeten worden aangevinkt (dus het vervolg voor alle betrokkenen bij de casus).

4.6 Gegevens over de personen waarop het onderzoek betrekking heeft

De betrokkenen bij het huiselijk geweld en/of kindermishandeling van het betreffende onderzoek worden geregistreerd.

Dit zijn de vermoedelijke pleger en het vermoedelijke slachtoffer, de minderjarige kinderen van de vermoedelijke pleger en/of slachtoffer onafhankelijk of ze op het adres wonen waar het incident heeft plaatsgevonden of elders.

Ook worden de personen meegenomen die meer- of minderjarig zijn en die naar het oordeel van de professional in een afhankelijkheidsrelatie staan tot de vermoedelijke pleger en/of slachtoffer (denk bijvoorbeeld aan een volwassen verstandelijk beperkt kind dat in een instelling woont en een bezoekregeling heeft voor het weekend).

Van deze personen worden het BSN, de geboortedatum en het geslacht opgevraagd in het gegevensbestand. Het betreft hier persoonsgegevens.

Er wordt geen onderscheid gemaakt in de registratie tussen vermoedelijke pleger en slachtoffer.

4.6.1 Burgerservicenummer (BSN)

Het unieke persoonsnummer van de betrokken persoon of personen zoals die staat ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP).

Toelichting:

Indien er geen BSN bekend is, dan wordt in plaats van het BSN de code 000000000 genoteerd.

Bij ongeboren kinderen wordt 999999999 genoteerd.

Per onderzoek kunnen meerdere BSN’s worden vermeld. Een onderzoek kan namelijk betrekking hebben op meerdere personen tegelijk. Zie ook paragraaf 3.10.1.

4.6.2 Geboortedatum

De geboortedatum van de persoon weergegeven als JJJJMMDD.

Toelichting:

Bij sommige personen is de exacte geboortedatum niet bekend. In die gevallen dient zoveel mogelijk informatie geleverd te worden. Dus als het geboortejaar en de geboortemaand wel bekend zijn, maar de geboortedag niet, dan dienen geboortejaar en maand geleverd te worden. Hetzelfde geldt als alleen het geboortejaar bekend is. Bij ongeboren kinderen wordt 99999999 genoteerd. Zie ook paragraaf 4.6.2 en paragraaf 3.10.2.

4.6.3 Geslacht

Het betreft hier het geslacht van de personen betrokken bij de melding. De volgende keuzeopties gelden:

  • Vrouw

  • Man

  • Onbekend

Zie ook paragraaf 3.10.3.

5 Gegevens over Veilig Thuis

Om de Veilig Thuis-organisaties periodiek te kunnen benaderen met het verzoek om gegevens te verstrekken en om eventueel contact op te nemen ter controle, heeft het CBS een aantal gegevens over de Veilig Thuis-organisaties zelf nodig.

De gemeenten dienen de contactgegevens van Veilig Thuis aan het CBS door te geven. Aangezien Veilig Thuis regionaal is georganiseerd, wijst elke regio een gemeente aan die de contactgegevens aan het CBS levert en deze op verzoek van het CBS periodiek controleert.6

Het betreft de volgende gegevens per Veilig Thuis-organisatie:

  • Naam van de organisatie (verplicht)

  • Straat van het postadres (verplicht, tenzij er een postbus is opgegeven)

  • Huisnummer van het postadres, inclusief eventuele huisnummer toevoeging (verplicht tenzij er een postbus is opgegeven)

  • Postbusnummer (indien van toepassing; niet verplicht)

  • Postcode van het postadres (4 cijfers, 2 letters; verplicht)

  • Plaatsnaam waar de organisatie is gevestigd (verplicht)

  • Algemeen telefoonnummer (verplicht, tenzij het telefoonnummer van een contactpersoon is opgegeven)

  • Algemeen e-mailadres (verplicht, tenzij het e-mailadres van een contactpersoon is opgegeven)

  • KvK nummer (verplicht)

  • Naam van het concern waartoe de organisatie behoort (indien van toepassing; niet verplicht)

  • Naam of nummer van de vestiging (indien van toepassing; niet verplicht)

  • Naam van de contactpersoon voor CBS (verplicht)

  • Functie van de contactpersoon (niet verplicht, wel wenselijk)

  • Telefoonnummer van de contactpersoon (niet verplicht, wel wenselijk)

  • E-mailadres van de contactpersoon (niet verplicht, wel wenselijk)

Deel 2 Aanleverproces en technische eisen

6 Wijze waarop de aanlevering van gegevens dient plaats te vinden

6.1 Aanleverproces

Artikel 4.3.1, lid 1 van de het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 bepaalt dat de Veilig Thuis-organisaties de structurele verstrekking van gegevens voor de beleidsinformatie op elektronische wijze aanleveren bij het CBS.

Het CBS schrijft alle Veilig Thuis-organisaties aan. Het CBS verzoekt in dit schrijven de gegevens voor de beleidsinformatie Veilig Thuis bij hen aan te leveren. In deze brief staat vermeld om welke gegevens het gaat en wanneer de gegevens uiterlijk bij het CBS aangeleverd moeten zijn. Ook bevat de brief informatie over hoe de Veilig Thuis-organisaties de gegevens aan dienen te leveren. In feite betreft het een nadere uitwerking van de informatie zoals opgenomen in deel 1 en 2 van het onderhavige informatieprotocol.

Er wordt door de Veilig Thuis-organisaties gebruik gemaakt van de beveiligde upload-voorziening die het CBS daarvoor ter beschikking heeft gesteld. Meer informatie hierover is opgenomen in deel 2 van dit informatieprotocol.

Het CBS is, in afstemming met gemeenten, verantwoordelijk voor een actueel landelijk databestand over de Veilig Thuis-organisaties die de gegevens voor beleidsinformatie moeten aanleveren.

6.2 Privacybescherming

De levering en verwerking van gegevens door Veilig Thuis voor de beleidsinformatie Veilig Thuis in het kader van de Wmo 2015, is geregeld in de Wmo 2015 en het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015. Daarin is met het oog op de bescherming van de privacy bepaald welke persoonsgegevens verwerkt mogen worden en met welk doel. Daarnaast regelt de Wet op het Centraal bureau voor de statistiek op welke wijze het CBS de gegevens mag verwerken en welke voorschriften van toepassing zijn als het gaat om het publiceren van deze gegevens.

De door het CBS gepubliceerde gegevens zijn nooit tot een persoon herleidbaar. De gepubliceerde gegevens zijn ook niet tot organisaties herleidbaar, tenzij de organisaties daar toestemming voor geven.

6.3 Verslagperiodes

De gegevens voor de beleidsinformatie over Veilig Thuis dienen twee keer per jaar bij het CBS aangeleverd te worden. Hiervoor zijn er twee verslagperiodes:

  • Het eerste halfjaar met gegevens over januari t/m juni

  • Het tweede halfjaar met gegevens over juli t/m december

6.4 Aanlevertermijnen

Het CBS vraagt de Veilig Thuis-organisaties om de gegevens binnen een termijn van drie weken na afloop van de verslagperiode aan te leveren. In iedere brief van het CBS aan de Veilig Thuis-organisaties staat aangegeven op welke datum de gegevens uiterlijk bij het CBS moeten zijn aangeleverd.

Het aanleveren van de gegevens aan het CBS is verplicht op grond van artikel 4.2.12 van de Wmo 2015 en artikel 3 van de Wet op het Centraal bureau voor de Statistiek.

In artikel 4.3.1, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 is bepaald dat de structurele gegevens voor de beleidsinformatie door Veilig Thuis elektronisch worden verstrekt aan het CBS. In artikel 4.3.1, tweede lid, is bepaald dat de departementen en de colleges geen informatie opvragen die al aan het CBS structureel is geleverd.

In artikel 4.3.2 van datzelfde Uitvoeringsbesluit is omschreven om welke gegevens het gaat. In artikel 7 van de Uitvoeringsregeling Wmo 2017 is bepaald op welke wijze deze gegevens aan het CBS moet worden aangeleverd verwijzend naar het in deze bijlage opgenomen informatieprotocol.

6.5 Correctie en aanvullingen op leveringen

Als de Veilig Thuis-organisaties de geleverde informatie over de voorgaande verslagperiode willen corrigeren of aanvullen, dan kunnen de Veilig Thuis-organisaties deze doorgeven door een nieuwe selectie over de vorige periode aan het CBS aan te leveren. Veilig Thuis kan zelf bepalen of correcties en aanvullende gegevens voldoende belangrijk zijn om aangeleverd te worden. Ook kan het CBS vragen om een correctielevering.

Alle gegevens die betrekking hebben op die voorgaande periode moeten worden aangeleverd, ook de gegevens die niet veranderd zijn. De aanname die het CBS doet is dat de nieuwe levering betere gegevens bevat over de voorgaande periode en dat daarom alle gegevens uit de oude levering overschreven mogen worden. Gegevens die wel in de eerdere levering zaten maar niet in de correctielevering, worden als verwijderd beschouwd.

In principe worden correcties en aanvullingen verwerkt die betrekking hebben op de meest recente (afgelopen) verslagperiode.

7 Technische eisen die gelden voor de gegevenslevering aan CBS

7.1 Gebruik uploadvoorziening

Voor het aanleveren van de gegevens aan het CBS dienen de Veilig Thuis-organisaties gebruik te maken van de beveiligde uploadvoorziening van het CBS.

De uploadvoorziening is te benaderen via Internet:

http://www.cbs.nl/bestandslevering

Hieronder een screenshot van de betreffende website.[Illustratie 258589.png]

Elke Veilig Thuis-organisatie krijgt van het CBS per brief/e-mail inloggegevens die bestaan uit:

  • Een zogenaamde enquêtecode

  • Een correspondentienummer

  • Een controlenummer

Met deze inloggegevens zijn de bestanden eenvoudig en veilig door de Veilig Thuis-organisaties te versturen.

7.2 Bestandsformaten en specificaties

Het CBS verwerkt voor de beleidsinformatie Veilig Thuis uitsluitend bestanden volgens het fixed width ASCII format. Daarnaast gelden er diverse voorwaarden en eisen voor de concrete opbouw van dit fixed width ASCII-bestand. Het CBS heeft al deze specificaties uitgewerkt in de Bestanddefinitie Veilig Thuis. De nieuwste versie van de Bestandsdefinitie Veilig Thuis is gepubliceerd op de website van het CBS: www.cbs.nl/jeugdzorg.

8 Toelichting op de begrippen huiselijk geweld en kindermishandeling en verschillende vormen van geweld in huiselijke kring

Huiselijk geweld

Huiselijk geweld is geweld dat door iemand uit de huiselijke of familiekring van het slachtoffer wordt gepleegd. De term huiselijk verwijst niet naar de plaats waar het geweld plaatsvindt, maar naar de relatie tussen pleger en slachtoffer, bijvoorbeeld (ex)partner, gezins- en familieleden. Dat geweld kan onder andere fysiek, seksueel en psychisch van aard zijn. Vormen van huiselijk geweld zijn: (ex)partnergeweld, ouderen-mishandeling, eergerelateerd geweld, huwelijksdwang, genitale verminking en mishandeling van ouders door hun kinderen.7

Huiselijk geweld onderscheidt zich van publiek geweld doordat het plaatsvindt binnen intieme relaties, gezins- of familieverhoudingen. Er is sprake van emotionele afhankelijkheid en loyaliteitsbanden.8 Mensenhandel valt hier dus niet onder, maar wordt wel gemeld.

Kindermishandeling

Elke vorm van voor de minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen, ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokkend of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel.9

(ex-) Partnergeweld

Geweld10 tussen partners onderscheidt zich van geweld tegen kinderen in het gezin, omdat partners beiden volwassen zijn en kinderen per definitie kwetsbaarder zijn dan hun ouders.

Partners hebben een wederzijdse zorgverplichting en zijn vaak financieel, economisch en sociaal afhankelijk van elkaar. Bij partnergeweld is vaak sprake van machtsongelijkheid, waarbij de pleger een bepaald overwicht heeft op het slachtoffer. Er kan een patroon ontstaan waardoor het slachtoffer (en het hele gezin) in een isolement kunnen raken.

Profielen van (ex-)partnergeweld:11

  • 1.

    Intiem terrorisme (‘intimate terrorism’). Eenzijdig ernstig geweld van doorgaans de man. Bijvoorbeeld: dreiging en intimidatie; constant in de gaten houden wat het slachtoffer doet en waar zij is; het ondermijnen van de wil van het slachtoffer door het zelfvertrouwen aan te tasten, door constante verbale aanvallen en door haar te overtuigen dat er geen alternatieven zijn voor de relatie; de mogelijkheden om zich tegen het controlerende gedrag te verzetten worden zoveel mogelijk beperkt door haar de toegang tot allerlei bronnen te ontzeggen en afhankelijk te maken. Dit gebeurt bijvoorbeeld door het slachtoffer te weinig geld te geven en niet toe te staan contact te hebben met vrienden of familie.

  • 2.

    Veel voorkomend partnergeweld (‘common couple violence’).

  • 3.

    Gewelddadig verzet (‘violent resistance’).

  • 4.

    Wederzijds geweld en controle (‘mutual violent control’).

Belaging

Het wederrechtelijk stelselmatig en opzettelijk inbreuk maken op iemands persoonlijke levenssfeer, bijvoorbeeld door die ander voortdurend, hinderlijk te achtervolgen, te bespieden, te bellen en te mailen of persoonlijk te bedreigen.

Belaging kan deel uitmaken van andere vormen van geweld tegen een (ex-)partner.

Eergerelateerd geweld

Eergerelateerd geweld omvat elke vorm van geestelijk of lichamelijk geweld, gepleegd vanuit een collectieve mentaliteit in reactie op een (dreiging van) schending van de eer van een man of een vrouw en daarmee van zijn of haar familie, waarvan de buitenwereld op de hoogte is of dreigt te raken.12

Het begrip ‘eergerelateerd geweld’ is de overkoepelende term voor alle vormen van dwang en psychisch en fysiek geweld om te voorkomen dat een lid van de familie een ‘misstap’ zet die de familie-eer in de gemeenschap kan schaden en alle geweld tegen de (vermeende) ‘eerschender’ om de geschonden eer te herstellen. Bij ‘eer’ kan het gaan om persoonlijke eer (iemand houdt zich aan de basisvoorwaarden van de sociale groep) of om maatschappelijke eer (men is gelijkwaardig en kan elkaar vertrouwen, waardoor men respect, steun en bescherming krijgt). Daarnaast telt in veel bevolkingsgroepen met een groepscultuur ook de familie-eer, die vooral is gekoppeld aan de seksuele eer van vooral vrouwen en meisjes. Mannen en jongens hebben de taak deze eer te beschermen, zo nodig te herstellen, desnoods met geweld. Dit zogenaamde eergerelateerd geweld komt vooral voor in culturen rond de Middellandse Zee (Spanje en Italië kenden ook eermoord), het Midden-Oosten, Zuid- en Centraal-Azië. Ook onder Roma en Hindoestaanse gemeenschappen komt eergeweld voor. Onder orthodox-christelijke en joodse gemeenschappen zien we vergelijkbare mechanismen rond kuisheid, aanzien, groepsdruk en sociale uitsluiting.

Er is een diversiteit aan vormen van eergerelateerd geweld en gradaties van ernst. Denk hierbij aan eermoord, trotsmoord, (gedwongen) zelfmoord, verstoting, seksueel misbruik, genezingsrituelen en bezweringen. Ook huwelijksdwang en achterlating kunnen hieronder vallen, maar zijn niet altijd een gevolg van een eerkwestie, want hebben soms bijvoorbeeld een financiële of verblijfsrechtelijke reden.

Ouderenmishandeling of ontspoorde zorg (vanaf 65 jaar)

Ouderenmishandeling (in huiselijke kring en professionele relatie) is het handelen of het nalaten van handelen van al degenen die in een terugkerende persoonlijke of professionele relatie met de oudere (iemand van 65 jaar of ouder) staan, waardoor de oudere persoon lichamelijke en/of psychische en/of materiële schade lijdt en waarbij van de kant van de oudere sprake is van een vorm van gedeeltelijke of volledige afhankelijkheid. (VWS, 2011; H. Comijs, 1996).

In Nederland onderscheiden we als verschijningsvormen van ouderenmishandeling: lichamelijke mishandeling, psychische mishandeling, verwaarlozing, financiële uitbuiting en seksueel misbruik. Soms wordt een zesde vorm genoemd: schending van rechten. Voorbeelden hiervan: schending van het recht op privacy, instemmingsrecht en recht op bewegingsvrijheid. Deze worden beschouwd als een vorm van psychische mishandeling.

Ontspoorde (mantel)zorg: een specifieke vorm van ouderenmishandeling.

Overschrijding van de grens van goede zorg door een mantelzorger, veroorzaakt door overbelasting, onmacht, onkunde of onwetendheid. Verschijningsvormen van ontspoorde mantelzorg: psychisch geweld, fysiek geweld, verwaarlozing, seksueel grensoverschrijdend gedrag en financieel misbruik.

Geweld tegen ouders jonger dan 65, door hun kinderen (voorheen oudermishandeling)

Een breed gedragen definitie ontbreekt nog. Op basis van signalen uit het veld is deze categorie aangepast (voorheen oudermishandeling) naar de mishandeling van ouders jonger dan 65 jaar door hun kinderen.

Werkdefinitie voor oudermishandeling13: ‘Oudermishandeling is niet-incidenteel geweld in het gezin, gepleegd door een jeugdige van 12 tot 23 jaar, gericht op (een van) de ouders/verzorgers.

Het gaat om herhaaldelijk en ernstig geweld dat niet alleen vanuit de puberteit verklaard kan worden. Het geweld kan psychisch, fysiek en seksueel zijn, maar ook financiële uitbuiting betreffen. Uitgezonderd van de definitie zijn (ex-)partnergeweld, geweld tussen broers en zussen en ouderenmishandeling (deze vormen kunnen wel voorkomen naast het geweld tegen de ouders/verzorgers)’.

Voor kinderen die geweld plegen tegen hun ouders jonger dan 65 jaar is geen categorie. Daarom wordt onder deze categorie ook verstaan volwassenen die geweld tegen hun ouders gebruiken.

Huwelijksdwang en achterlating

Huwelijksdwang is een religieus of wettelijk huwelijk waarbij de (voorbereidende) huwelijkshandelingen tegen de vrije wil van minstens een van de huwelijkskandidaten plaatshebben en waarmee onder een bepaalde vorm van dwang is ingestemd.14

Huwelijksdwang is het dwingen van een meisje, jongen, vrouw of man tot een huwelijk. Bij huwelijksdwang hebben een of beide huwelijkspartners weinig of geen zeggenschap over de sluiting van het huwelijk, het huwelijk is tegen hun wil. Een weigering wordt vaak niet geaccepteerd.

Slachtoffers van huwelijksdwang hebben doorgaans niet alleen te maken met een gebrek aan vrije partnerkeuze, maar ook met een dwang om te trouwen, vaak voor een bepaalde leeftijd. Als jongeren vervolgens tegen de wil van hun ouders/familie toch kiezen voor een zelfgekozen partner, raken ze meestal het contact kwijt met de ouders of worden ze verstoten.

Meestal gaat het bij huwelijksdwang om ouders die hun dochter of zoon een huwelijk en/of een bepaalde partner opdringen. Vaak oefent op de achtergrond ook de familie of de etnische gemeenschap druk uit. Die druk kan subtiel tot zeer dwingend zijn.

Huwelijksdwang is een vorm van huiselijk geweld en van eergerelateerd geweld. Blijvend verzet tegen het huwelijk kan aanleiding zijn tot een gedwongen achterlating of eermoord.

Achterlating:

Het tegen de zin achterlaten in het land van herkomst (van de ouders) van jongeren, vooral van meisjes van 12-23 jaar; vaak wordt het paspoort of de verblijfsvergunning van het slachtoffer afgenomen om terugkeer naar het nieuwe thuisland te verhinderen.

Huwelijkse gevangenschap:

Naast het gedwongen worden om te trouwen, kan een persoon ook gedwongen worden om getrouwd te blijven. Een vrouw of man is in dat geval een huwelijk aangegaan en wil dit beëindigen, terwijl daarvoor de medewerking van de echtgenoot nodig is. Als de echtgenoot deze medewerking weigert, is er sprake van huwelijkse gevangenschap. Dit kan voorkomen bij een formeel huwelijk, maar ook bij een informeel, religieus huwelijk. Vaak zijn het vrouwen die door hun man gedwongen worden om gehuwd te blijven. Maar het komt ook voor dat de vrouw haar man dwingt om gehuwd te blijven.15

Kindermishandeling, kindcheck:

Onderdeel van de Wet van 14 maart 2013 tot wijziging van diverse wetten in verband met de invoering van de verplichting voor bepaalde instanties waar professionals werken en voor bepaalde zelfstandige professionals om te beschikken over een meldcode voor huiselijk geweld en kindermishandeling en de kennis en het gebruik daarvan te bevorderen, onderscheidenlijk die meldcode te hanteren (Stb. 2013, 142) is de zogenaamde kindcheck16, die betrekking heeft op professionals die met volwassenen werken. Als de situatie van de cliënt aanleiding geeft om zich zorgen te maken over mogelijk aanwezige kinderen, dan zijn de professionals verplicht om na te gaan of hun cliënt verantwoordelijkheid draagt voor de opvoeding of verzorging van kinderen. Als dat het geval is, dan moeten zij nagaan of de kinderen veilig zijn. Ze dienen daarvoor een aantal stappen te volgen die beschreven staan in de Wet verplichte meldcode. De uitkomst hiervan kan zijn dat de professional contact opneemt met Veilig Thuis.17

Kindermishandeling, vechtscheiding

Gesproken kan worden van een vechtscheiding als een scheiding zeer complex verloopt door slepende meningsverschillen die vaak ook worden uitgevochten via mediators, advocaten en hulpverleners. Niet alleen de twee ouders, ook de familie en vrienden om hen heen, en ook scholen en andere instanties, raken betrokken in de strijd. In de loop van dit proces zijn veel achterdocht en wantrouwen gegroeid wat het steeds moeilijker maakt tot constructieve oplossingen te komen. In deze scheidingen raken kinderen gevangen en beschadigd. Het polariseren van de standpunten en het demoniseren van de andere ouder leidt bij kinderen tot verwarring aangezien kinderen vaak niet in staat zijn tot meervoudige partijdigheid. Het demoniseren van de andere ouder heeft als gevolg dat ouders zichzelf superieur vinden aan de ander. Hierdoor voelen ouders zich in hun recht staan om de opvoeding van het kind op zich te nemen en denken hierbij te handelen in het belang van het kind. Dit leidt echter tot intensere conflicten, minder vergevingsgezindheid en minder samenwerking bij onderhandelingen. Het kind wordt hiermee de inzet van het conflict wat als gevolg kan hebben dat alle betrokken partijen vooral over het kind spreken en niet langer met het kind. De kern van de verwaarlozing is dat niemand meer aan het kind of de kinderen vraagt hoe het met hen gaat, wat ze ervaren en wat ze nodig hebben, terwijl ze hier juist in scheidingssituatie extra behoefte aan hebben. De negatieve gevolgen voor het kind bestaan uit psychosociale problemen, zoals angsten, depressie en agressief gedrag. Er bestaat een sterke relatie tussen de ernst van de conflicten tussen ouders en de ernst van de psychosociale gevolgen.18


1 

2 

3 

4 

5 

6 

7 

8 

9 

10 

11 

12 

13 

14 

15 

16 

17 

18 


Artikel 119

  • 1

    De bezitter van een goed wordt vermoed rechthebbende te zijn.

  • 2

    Ten aanzien van registergoederen wijkt dit vermoeden, wanneer komt vast te staan dat de wederpartij of diens rechtsvoorganger te eniger tijd rechthebbende was en dat de bezitter zich niet kan beroepen op verkrijging nadien onder bijzondere titel waarvoor inschrijving in de registers vereist is.


Artikel 294

  • 1

    Bij elke rechtbank wordt door de griffier een openbaar register gehouden, waarin hij, voor iedere van toepassing verklaarde schuldsaneringsregeling afzonderlijk, achtereenvolgens, met vermelding van de dagtekening, inschrijft:

    • a.

      een uittreksel van de rechterlijke uitspraken tot toepassing van de schuldsaneringsregeling en tot beëindiging daarvan;

    • b.

      de beëindiging en de herleving van de toepassing van de schuldsaneringsregeling bedoeld in artikel 312;

    • c.

      de summiere inhoud en de homologatie van het akkoord;

    • d.

      de ontbinding van het akkoord;

    • e.

      het bedrag van de uitdelingen;

    • f.

      de summiere inhoud van de uitspraak bedoeld in artikel 354 en 354a;

    • g.

      de datum waarop de schuldsaneringsregeling ingevolge het bepaalde in artikel 356, tweede lid, is geëindigd;

    • h.

      de vereisten vermeld in artikel 24, tweede lid, van de in artikel 5, derde lid, genoemde verordening;

    • i.

      bij of krachtens algemene maatregel van bestuur aan te wijzen stukken.

  • 2

    Omtrent vorm en inhoud van het register worden bij algemene maatregel van bestuur nadere regels gegeven.

  • 3

    De griffier is verplicht aan een ieder kosteloze inzage van het register en tegen betaling een uittreksel daaruit te verstrekken.

  • 4

    De griffier geeft de in het eerste lid genoemde gegevens door aan Onze Minister van Justitie of een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen ander orgaan ten behoeve van het in artikel 294a genoemde centrale register.


Bijlage B bij artikel 13a van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015

Bijlage B bij artikel 13a van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015

  • 1.

    Dit onderdeel is uitsluitend van toepassing op de berekening van de bijdrage met inachtneming van het lopende kalenderjaar, bedoeld in de artikelen 3.9, tweede en vierde lid, 3.13, eerste lid, onderdeel b, onder 2° en 4°, 3.14, tweede en vierde lid, 3.15, eerste en tweede lid, en 3.16, eerste lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015.

  • 2.

    Het in artikel 3.2, eerste lid, onder b, aanhef, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 genoemde bedrag wordt voor de berekening, bedoeld in het eerste lid, telkens vastgesteld op: € 11.533.

  • 3.

    De in artikel 3.13, eerste lid, onderdeel b, onder 4° en 5°, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 genoemde bedragen worden voor de berekening, bedoeld in het eerste lid, telkens vastgesteld op: € 22.832.

  • 4.

    De in artikel 3.14a, eerste en derde lid, van het Uitvoeringsbesluit Wmo 2015 genoemde bedragen worden voor de berekening, bedoeld in het eerste lid, telkens vastgesteld op: € 22.832.

  • 5.

    Het in artikel 10, onderdeel a, van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015 genoemde bedrag wordt voor de berekening, bedoeld in het eerste lid, vastgesteld op: € 4.543.

  • 6.

    Het in artikel 10, onderdeel b, van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015 genoemde bedrag wordt voor de berekening, bedoeld in het eerste lid, vastgesteld op: € 7.067.

  • 7.

    De in artikel 11, eerste lid, onderdeel a, van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015 genoemde bedragen, respectievelijk percentage worden voor de berekening, bedoeld in het eerste lid, vastgesteld op: € 1.889, 5,43%, € 2.868,07 en € 5.524,71.

  • 8.

    De in artikel 11, eerste lid, onderdeel b, van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015 genoemde bedragen, respectievelijk percentage worden voor de berekening, bedoeld in het eerste lid, vastgesteld op: € 1.889, 5,43% en € 5.524,71.

  • 9.

    De in artikel 11, eerste lid, onderdeel c, van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015 genoemde bedragen, respectievelijk percentage worden voor de berekening, bedoeld in het eerste lid, vastgesteld op: € 1.889, 5,43%, € 2.556,96 en € 5.524,71.

  • 10.

    De in artikel 11, tweede lid, onderdeel a, van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015 genoemde bedragen, respectievelijk percentage worden voor de berekening, bedoeld in het eerste lid, vastgesteld op: € 1.858, € 25.070, 13,64% en € 25.070.

  • 11.

    De in artikel 11, tweede lid, onderdeel b, van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015 genoemde bedragen, respectievelijk percentage worden voor de berekening, bedoeld in het eerste lid, vastgesteld op: € 3.182, € 25.070, 13,64% en € 25.070.

  • 12.

    Het in artikel 13, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015 genoemde bedrag wordt voor de berekening, bedoeld in het eerste lid, vastgesteld op: € 11.357.

  • 13.

    Het in artikel 13, tweede lid, van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015 genoemde bedrag wordt voor de berekening, bedoeld in het eerste lid, vastgesteld op: € 13.361.

  • 14.

    Het in artikel 13, derde lid, van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015 genoemde bedrag wordt voor de berekening, bedoeld in het eerste lid, vastgesteld op: € 9.177.

  • 15.

    Het in artikel 13, vierde lid, van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015 genoemde bedrag wordt voor de berekening, bedoeld in het eerste lid, vastgesteld op: € 18.129.


Artikel 120

  • 1

    Aan een bezitter te goeder trouw behoren de afgescheiden natuurlijke en de opeisbaar geworden burgerlijke vruchten toe.

  • 2

    De rechthebbende op een goed, die dit opeist van een bezitter te goeder trouw of die het van deze heeft terugontvangen, is verplicht de ten behoeve van het goed gemaakte kosten alsmede de schade waarvoor de bezitter op grond van het in titel 3 van Boek 6 bepaalde uit hoofde van zijn bezit jegens derden aansprakelijk mocht zijn, aan deze te vergoeden, voor zover de bezitter niet door de vruchten van het goed en de overige voordelen die hij ter zake heeft genoten, voor het een en ander is schadeloos gesteld. De rechter kan de verschuldigde vergoeding beperken, indien volledige vergoeding zou leiden tot onbillijke bevoordeling van de bezitter jegens de rechthebbende.

  • 3

    Zolang een bezitter te goeder trouw de hem verschuldigde vergoeding niet heeft ontvangen, is hij bevoegd de afgifte van het goed op te schorten.

  • 4

    Het in dit artikel bepaalde is ook van toepassing op hem die meent en mocht menen dat hij het bezit rechtmatig heeft verkregen, ook al weet hij dat de handelingen die voor de levering van het recht nodig zijn, niet hebben plaatsgevonden.


Artikel 294a

  • 1

    Door onze Minister van Justitie of, indien ingevolge artikel 294, vierde lid, een ander orgaan is aangewezen, door dat orgaan wordt een centraal register gehouden, waarin de in artikel 294, eerste lid genoemde gegevens worden ingeschreven.

  • 2

    Omtrent vorm en inhoud van het register worden bij algemene maatregel van bestuur nadere regels gegeven.

  • 3

    Een ieder heeft kosteloos inzage in het register en kan tegen betaling een uittreksel daaruit verkrijgen.


Artikel 121

  • 1

    Een bezitter die niet te goeder trouw is, is jegens de rechthebbende behalve tot afgifte van het goed ook verplicht tot het afgeven van de afgescheiden natuurlijke en de opeisbaar geworden burgerlijke vruchten, onverminderd zijn aansprakelijkheid op grond van het in titel 3 van Boek 6 bepaalde voor door de rechthebbende geleden schade.

  • 2

    Hij heeft tegen de rechthebbende alleen een vordering tot vergoeding van de kosten die hij ten behoeve van het goed of tot winning van de vruchten heeft gemaakt, voor zover hij deze vergoeding van de rechthebbende kan vorderen op grond van het bepaalde omtrent ongerechtvaardigde verrijking.

  • 3

    Het in dit artikel bepaalde is ook op de bezitter te goeder trouw van toepassing vanaf het tijdstip waarop de rechthebbende zijn recht tegen hem heeft ingeroepen.


Artikel 294b

De griffier geeft voor iedere van toepassing verklaarde schuldsaneringsregeling een uittreksel van het verzoekschrift met bijlagen op grond van artikel 285 door aan Onze Minister van Justitie of, indien ingevolge artikel 294, vierde lid, een ander orgaan is aangewezen, dat orgaan ter inschrijving in het in artikel 294a bedoelde register. Onze Minister van Justitie onderscheidenlijk het orgaan, bedoeld in de eerste zin, stelt vast welke gegevens in het uittreksel worden opgenomen. Artikel 294a, derde lid, is op het uittreksel niet van toepassing.


Artikel 122

Indien de rechthebbende ter bevrijding van de door hem ingevolge de beide vorige artikelen verschuldigde vergoedingen op zijn kosten het goed aan de bezitter wil overdragen, is de bezitter gehouden hieraan mede te werken.


Artikel 123

Heeft de bezitter van een zaak daaraan veranderingen of toevoegingen aangebracht, dan is hij bevoegd om, in plaats van de hem op grond van de artikelen 120 en 121 daarvoor toekomende vergoeding te vorderen, deze veranderingen of toevoegingen weg te nemen, mits hij de zaak in de oude toestand terugbrengt.


Artikel 124

Wanneer iemand een goed voor een ander houdt en dit door een derde als rechthebbende van hem wordt opgeëist, vindt hetgeen in de voorgaande vier artikelen omtrent de bezitter is bepaald, te zijnen aanzien toepassing met inachtneming van de rechtsverhouding waarin hij tot die ander stond.


Artikel 125

  • 1

    Hij die het bezit van een goed heeft verkregen, kan op grond van een daarna ingetreden bezitsverlies of bezitsstoornis tegen derden dezelfde rechtsvorderingen instellen tot terugverkrijging van het goed en tot opheffing van de stoornis, die de rechthebbende op het goed toekomen. Nochtans moeten deze rechtsvorderingen binnen het jaar na het verlies of de stoornis worden ingesteld.

  • 2

    De vordering wordt afgewezen, indien de verweerder een beter recht dan de eiser heeft tot het houden van het goed of de storende handelingen krachtens een beter recht heeft verricht, tenzij de verweerder met geweld of op heimelijke wijze aan de eiser het bezit heeft ontnomen of diens bezit heeft gestoord.

  • 3

    Het in dit artikel bepaalde laat voor de bezitter, ook nadat het in het eerste lid bedoelde jaar is verstreken, en voor de houder onverlet de mogelijkheid een vordering op grond van onrechtmatige daad in te stellen, indien daartoe gronden zijn.


Inleidende bepaling


Tweede afdeling Van het akkoord

Tweede afdeling Van het akkoord


Derde titel De verzoekschriftprocedure in eerste aanleg

Derde titel De verzoekschriftprocedure in eerste aanleg


§ 3.3 Vrijwaring


Hoofdstuk III Voorwerp van de belasting bij buitenlandse belastingplichtigen

Hoofdstuk III Voorwerp van de belasting bij buitenlandse belastingplichtigen


Hoofdstuk V Beursbelasting

Hoofdstuk V Beursbelasting


Hoofdstuk 2 Raamwerk (Hoofdstuk 2 van de wet)

Hoofdstuk 2 Raamwerk (Hoofdstuk 2 van de wet)


Hoofdstuk IV Bijzondere bepalingen

Hoofdstuk IV Bijzondere bepalingen


Afdeling 1 Belastbaar feit

Afdeling 1 Belastbaar feit


Inleidende bepaling

De in deze wet zonder nadere aanduiding aangehaalde bepalingen zijn bepalingen van de nieuwe boeken van het Burgerlijk Wetboek.


Artikel 252

De schuldenaar is bevoegd bij of na het verzoek tot surseance aan hen, die vorderingen hebben, ten aanzien waarvan de surseance werkt, een akkoord aan te bieden.


Artikel 19

  • 1

    Gegevens of inlichtingen die in overeenstemming met de artikelen 16 of 17 te goeder trouw zijn verstrekt, kunnen niet dienen als grondslag voor of ten behoeve van een opsporingsonderzoek of een vervolging wegens verdenking van, of als bewijs ter zake van een tenlastelegging wegens witwassen of financieren van terrorisme door de instelling die deze gegevens of inlichtingen heeft verstrekt.

  • 2

    Gegevens of inlichtingen die zijn verstrekt in de redelijke veronderstelling dat uitvoering wordt gegeven aan de artikelen 16 of 17 kunnen niet dienen als grondslag voor of ten behoeve van een opsporingsonderzoek of een vervolging wegens verdenking van, of als bewijs ter zake van een tenlastelegging wegens, overtreding van artikel 272 van het Wetboek van Strafrecht door de instelling die deze gegevens of inlichtingen heeft verstrekt.

  • 3

    Het eerste en tweede lid zijn van overeenkomstige toepassing ten aanzien van personen die werkzaam zijn voor een instelling die gegevens of inlichtingen heeft verstrekt als omschreven in het eerste of tweede lid en die daaraan hebben meegewerkt.


Artikel 17

  • 1

    Ten aanzien van buitenlandse belastingplichtigen wordt de belasting geheven naar het belastbare Nederlandse bedrag; artikel 7, vijfde lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 2

    Het belastbare Nederlandse bedrag is het in een jaar genoten Nederlandse inkomen verminderd met de op de voet van Hoofdstuk IV te verrekenen verliezen uit Nederlands inkomen; artikel 7, vierde lid, is van overeenkomstige toepassing.

  • 3

    Het Nederlandse inkomen is het gezamenlijke bedrag van:

    • a.

      de belastbare winst uit een in Nederland gedreven onderneming, zijnde het bedrag van de gezamenlijke voordelen die worden verkregen uit een onderneming die, of een gedeelte van een onderneming dat wordt gedreven met behulp van een vaste inrichting in Nederland of van een vaste vertegenwoordiger in Nederland (Nederlandse onderneming);

    • b.

      het belastbare inkomen uit een aanmerkelijk belang in de zin van hoofdstuk 4 van de Wet inkomstenbelasting 2001 in een in Nederland gevestigde vennootschap, niet zijnde een vrijgestelde beleggingsinstelling, indien de belastingplichtige het aanmerkelijk belang houdt met als hoofddoel of een van de hoofddoelen om de heffing van inkomstenbelasting bij een ander te ontgaan en er sprake is van een kunstmatige constructie of transactie of reeks van constructies of samenstel van transacties waarbij:

      • 1°.

        een constructie of transactie uit verscheidene stappen of onderdelen kan bestaan;

      • 2°.

        een constructie of transactie of reeks van constructies of samenstel van transacties als kunstmatig wordt beschouwd voor zover zij, onderscheidenlijk het, niet is opgezet op grond van geldige zakelijke redenen die de economische realiteit weerspiegelen;

    • c.

      de belastbare winst van een op Aruba, Curaçao of Sint Maarten gevestigd lichaam voor zover die wordt behaald uit een op de BES eilanden gedreven onderneming met behulp van een vaste inrichting of een vaste vertegenwoordiger op de BES eilanden en die vaste inrichting of vaste vertegenwoordiger op basis van artikel 5.2 van de Belastingwet BES voor de toepassing van de opbrengstbelasting als bedoeld in hoofdstuk V van de Belastingwet BES niet op de BES eilanden maar in Nederland zou zijn gevestigd indien de vaste inrichting een lichaam zou zijn geweest of de activiteiten van de vaste vertegenwoordiger in een lichaam zouden zijn ondergebracht.

  • 4

    Voor de toepassing van het derde lid, onderdeel b, is afdeling 4.2 van de Wet inkomstenbelasting 2001 van overeenkomstige toepassing.

  • 5

    Indien aan bij ministeriële regeling te stellen voorwaarden wordt voldaan, wordt voor de toepassing van het derde lid, onderdeel b, tenzij de inspecteur het tegendeel aannemelijk maakt, de belastingplichtige geacht het aanmerkelijk belang niet te houden met als hoofddoel of een van de hoofddoelen om de heffing van inkomstenbelasting bij een ander te ontgaan en wordt geacht sprake te zijn van geldige zakelijke redenen die de economische realiteit weerspiegelen. Indien niet aan de voorwaarden, bedoeld in de eerste zin, wordt voldaan, dient de belastingplichtige aannemelijk te maken dat:

    • a.

      het aanmerkelijk belang niet wordt gehouden met als hoofddoel of een van de hoofddoelen om de heffing van belasting bij een ander te ontgaan; of

    • b.

      sprake is van geldige zakelijke redenen die de economische realiteit weerspiegelen.


Artikel 40 [Vervallen per 01-07-1990]

[Vervallen]


Artikel 2 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; vermindering verschuldigde inkomstenbelasting bij kiezende belastingplichtige

Artikel 2 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; vermindering verschuldigde inkomstenbelasting bij kiezende belastingplichtige [Vervallen per 01-01-2015]

[Vervallen]


Artikel 11 Uitbreiding aangifteplicht

Artikel 11 Uitbreiding aangifteplicht

De in artikel 73 van de wet bedoelde aangifte wordt ingediend bij de inspecteur en houdt in:

  • a.

    de naam, voornamen, laatste woonplaats en de dagtekening van het overlijden van de erflater;

  • b.

    een omschrijving van de goederen of bewijsstukken, de rechtsverhouding krachtens welke de aangever deze onder zich heeft, en de aanwijzing van hun bestemming.


Artikel 3

  • 1

    Leveringen van goederen zijn:

    • a.

      de overdracht of overgang van de macht om als eigenaar over een goed te beschikken;

    • b.

      de afgifte van goederen ingevolge een overeenkomst van huurkoop;

    • c.

      de oplevering van onroerende zaken door degene die de zaken heeft vervaardigd, met uitzondering van andere onbebouwde terreinen dan bouwterreinen als bedoeld in artikel 11, zesde lid;

    • d.

      de rechtsovergang van goederen tegen betaling van een vergoeding ingevolge een vordering door of namens de overheid;

    • e.

      [vervallen;]

    • f.

      de rechtsovergang van goederen welke het onderwerp uitmaken van een overeenkomst tot het aanbrengen van die goederen aan een ander goed.

  • 2

    Als levering van goederen wordt mede aangemerkt de vestiging, overdracht, wijziging, afstand en opzegging van rechten waaraan onroerende zaken zijn onderworpen, met uitzondering van hypotheek en grondrente, tenzij de vergoeding, vermeerderd met de omzetbelasting, minder bedraagt dan de waarde in het economische verkeer van die rechten. De waarde in het economische verkeer bedraagt ten minste de kostprijs, met inbegrip van de omzetbelasting, van de onroerende zaak waarop het recht betrekking heeft, zoals die zou ontstaan bij de voortbrenging door een onafhankelijke derde op het tijdstip van de handeling.

  • 3

    Met een levering onder bezwarende titel als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, worden gelijkgesteld:

    • a.

      het door een ondernemer aan zijn bedrijf onttrekken van een goed dat hij voor eigen privé-doeleinden of voor privé-doeleinden van zijn personeel bestemt, dat hij om niet verstrekt of, meer in het algemeen, dat hij voor andere dan bedrijfsdoeleinden bestemt, ingeval met betrekking tot dat goed of de bestanddelen daarvan recht op volledige of gedeeltelijke aftrek van de belasting is ontstaan;

    • b.

      [vervallen;]

    • c.

      het onder zich hebben van goederen door een ondernemer of zijn rechthebbenden wanneer hij de uitoefening van zijn bedrijf beëindigt, ingeval bij de aanschaffing van die goederen of bij de bestemming ervan overeenkomstig het bepaalde in onderdeel b, zoals dat luidde op 31 december 2013, recht op volledige of gedeeltelijke aftrek van de belasting is ontstaan.

  • 4

    Indien door meer dan één persoon overeenkomsten worden gesloten met een verplichting tot levering van een zelfde goed dat vervolgens door de eerste persoon rechtstreeks aan de laatste afnemer wordt afgeleverd, wordt dat goed geacht door ieder van die personen te zijn geleverd.

  • 5

    Goederen welke over een veiling worden verhandeld, worden geacht aan en vervolgens door de houder van de veiling te zijn geleverd.

  • 6

    Goederen welke worden geleverd door tussenkomst van een commissionair of dergelijke ondernemer die overeenkomsten sluit op eigen naam maar op order en voor rekening van een ander, worden geacht aan en vervolgens door die ondernemer te zijn geleverd.

  • 7

    Goederen zijn alle voor menselijke beheersing vatbare stoffelijke objecten, alsmede electriciteit, gas, warmte of koude en dergelijke.

  • 8

    Voor de toepassing van het derde lid, onderdeel a, worden onttrekkingen van goederen om voor bedrijfsdoeleinden te dienen als geschenken van geringe waarde of als monster, niet als een levering onder bezwarende titel beschouwd.


Artikel 253

  • 1

    Het ontwerp van akkoord wordt, indien het niet ingevolge artikel 215 ter griffie van de rechtbank berust, aldaar neergelegd ter kosteloze inzage van een ieder.

  • 2

    Een afschrift moet zodra mogelijk aan de bewindvoerders en de deskundigen worden toegezonden.


Artikel 20

  • 1

    Een instelling die op grond van artikel 16 een melding heeft gedaan of op grond van artikel 17 nadere inlichtingen heeft verstrekt in de redelijke veronderstelling uitvoering te geven aan die artikelen, is niet aansprakelijk voor enige schade die een derde dientengevolge lijdt.

  • 2

    Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing ten aanzien van personen die werkzaam zijn voor een instelling die een melding heeft gedaan of inlichtingen heeft verstrekt als omschreven in het eerste lid en die daaraan hebben meegewerkt.


Artikel 17a

Tot een Nederlandse onderneming worden gerekend:

  • a.

    in Nederland gelegen onroerende zaken, daaronder begrepen:

    • 1°.

      rechten die direct of indirect betrekking hebben op in Nederland gelegen onroerende zaken en

    • 2°.

      rechten die samenhangen met de exploratie en de exploitatie van in Nederland aanwezige natuurlijke rijkdommen waaronder ook wordt gerekend de opwekking van energie uit het water, de stromen en de winden, of rechten waaraan deze zijn onderworpen;

  • b.

    rechten op aandelen in de winst of de medegerechtigdheid tot het vermogen van een onderneming waarvan de leiding in Nederland is gevestigd voorzover zij niet opkomen uit effectenbezit;

  • c.

    schuldvorderingen op een in Nederland gevestigde vennootschap indien de gerechtigde tot de schuldvordering een aanmerkelijk belang als bedoeld in artikel 17, derde lid, onderdeel b, in de vennootschap heeft;

  • d.

    werkzaamheden die worden verricht als bestuurder of commissaris van een in Nederland gevestigd lichaam in de zin van de Algemene wet inzake rijksbelastingen alsmede leidende werkzaamheden en functies die worden verricht voor een zodanig lichaam, ook indien de bevoegdheid is beperkt tot buiten Nederland gelegen gedeelten van de onderneming van dat lichaam;

  • e.

    werkzaamheden die gedurende een aaneengesloten periode van tenminste 30 dagen in, op of boven het Noordzeewinningsgebied worden verricht. Het Noordzeewinningsgebied bestaat uit de territoriale zee van Nederland alsmede het buiten de territoriale zee onder de Noordzee gelegen deel van de zeebodem en de ondergrond daarvan, voorzover het Koninkrijk der Nederlanden daar op grond van het internationale recht rechten mag uitoefenen;

  • f.

    werkzaamheden als bedoeld in onderdeel e, indien deze na een onderbreking worden voortgezet door het lichaam dat deze werkzaamheden heeft verricht, of onmiddellijk of na een onderbreking worden voortgezet door een met dat lichaam verbonden lichaam en de duur van deze werkzaamheden in een tijdvak van 12 maanden een periode van ten minste 30 dagen bedraagt. In dat geval wordt ieder van deze lichamen geacht te hebben voldaan aan de in dat onderdeel gestelde voorwaarde van 30 dagen, en

  • g.

    stemrechten, kapitaalbelangen of winstrechten in een omgekeerd hybride lichaam als bedoeld in artikel 2, twaalfde lid, die worden gehouden door een lichaam dat gevestigd is in een staat die het omgekeerde hybride lichaam niet als een belastingplichtige voor een naar de winst geheven belasting beschouwt, indien ten aanzien van deze stemrechten, kapitaalbelangen of winstrechten zonder toepassing van artikel 2, derde lid, belastbare winst uit een in Nederland gedreven onderneming in de zin van artikel 17, derde lid, onderdeel a, al dan niet in samenhang met één of meer van de onderdelen a tot en met f van dit artikel, zou zijn genoten.


Artikel 41 [Vervallen per 01-07-1990]

[Vervallen]


Artikel 3 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; vermindering bij inkomen uit werk en woning

Artikel 3 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; vermindering bij inkomen uit werk en woning [Vervallen per 01-01-2015]

[Vervallen]


Artikel 12 Opgave verzekeraar en uitvoerder derdebeding

Artikel 12 Opgave verzekeraar en uitvoerder derdebeding [Vervallen per 01-01-2015]

[Vervallen]


Artikel 3a

  • 1

    Met een levering van een goed onder bezwarende titel als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, wordt gelijkgesteld de overbrenging door een ondernemer van een eigen goed van zijn bedrijf naar een andere lidstaat.

  • 2

    Overbrenging van een goed naar een andere lidstaat is het verzenden of vervoeren van het goed voor bedrijfsdoeleinden, door of voor rekening van de ondernemer, voor zover het goed niet:

    • a.

      door de ondernemer wordt geleverd in de zin van artikel 3, eerste lid, onderdeel f, of wordt geleverd met toepassing van artikel 5a, eerste lid;

    • b.

      door de ondernemer wordt geleverd met toepassing van artikel 5, eerste lid, onderdeel c;

    • c.

      door de ondernemer wordt geleverd met toepassing van artikel 9, tweede lid, onderdeel b;

    • d.

      [vervallen;]

    • e.

      wordt gebruikt ten behoeve van een aan de ondernemer verleende dienst, bestaande in deskundigenonderzoeken of werkzaamheden met betrekking tot dat goed, die feitelijk plaatsvinden in de lidstaat van aankomst van de verzending of het vervoer, mits dat goed na de deskundigenonderzoeken of werkzaamheden wordt verzonden naar de ondernemer in de lidstaat waarvandaan het oorspronkelijk is verzonden of vervoerd;

    • f.

      tijdelijk wordt gebruikt in de lidstaat van aankomst van de verzending of het vervoer ten behoeve van een door de ondernemer verrichte dienst;

    • g.

      voor een periode van ten hoogste 24 maanden wordt gebruikt in de lidstaat van aankomst van de verzending of het vervoer, wanneer de invoer van hetzelfde goed uit een derde-land met het oog op tijdelijk gebruik in aanmerking zou komen voor de regeling voor tijdelijke invoer met volledige vrijstelling van rechten bij invoer; of

    • h.

      bestaat in gas dat via een op het grondgebied van de Unie gesitueerd aardgassysteem of een op een dergelijk systeem aangesloten net wordt geleverd onder de voorwaarden van artikel 5b, in warmte of koude dat via warmte- of koudenetten onder die voorwaarden wordt geleverd dan wel in elektriciteit die wordt geleverd onder die voorwaarden.

  • 3

    In geval ten aanzien van een goed als bedoeld in het tweede lid, aanhef, en onderdelen a tot en met h, op enig tijdstip niet meer wordt voldaan aan de in het van toepassing zijnde onderdeel gestelde voorwaarden, wordt het goed geacht op dat tijdstip te zijn overgebracht naar een andere lidstaat.


Artikel 254

Het ontwerp van akkoord vervalt, indien, voordat het vonnis van homologatie van het akkoord in kracht van gewijsde is gegaan, een rechterlijke beslissing houdende beëindiging der surseance in kracht van gewijsde gaat.


Artikel 20a

  • 1

    Een instelling beschikt over adequate voorzieningen, die passend zijn bij de aard en omvang van de instelling en die het haar werknemers of personen in een vergelijkbare positie mogelijk maken om een overtreding van de bij of krachtens deze wet gestelde regels intern en op anonieme wijze te melden via een specifiek, onafhankelijk kanaal, dat passend is ten opzichte van de aard en omvang van de instelling.

  • 2

    De toezichthoudende autoriteit beschikt over doeltreffende en betrouwbare mechanismen als bedoeld in artikel 61, eerste en tweede lid, van de vierde anti-witwasrichtlijn voor het melden van mogelijke of werkelijke inbreuken op het bij of krachtens deze wet bepaalde.


Artikel 18

  • 1

    De belastbare winst uit onderneming wordt opgevat en bepaald op de voet van artikel 8, eerste tot en met het achtste, elfde en dertiende lid, alsmede de artikelen 8b tot en met 15aj, artikel 15b, artikel 15ba, de artikelen 15bd tot en met 15bh en artikel 15d.

  • 2

    Indien een buitenlandse belastingplichtige in Nederland het bedrijf van bank uitoefent en met betrekking tot het hoofdhuis van die buitenlandse belastingplichtige geen leverage ratio als bedoeld in artikel 15be, tweede of derde lid, wordt berekend en openbaar gemaakt, wordt voor de toepassing van artikel 15be, eerste lid, uitgegaan van het op een decimaal afgeronde percentage van een aan die leverage ratio gelijkwaardige ratio zoals die met betrekking tot dat hoofdhuis wordt berekend en openbaar gemaakt.

  • 3

    Indien een buitenlandse belastingplichtige in Nederland het bedrijf van verzekeraar uitoefent en met betrekking tot het hoofdhuis van die buitenlandse belastingplichtige geen eigenvermogenratio als bedoeld in artikel 15bf, tweede of derde lid, kan worden bepaald, wordt voor die buitenlandse belastingplichtige voor de toepassing van artikel 15bf, eerste lid, uitgegaan van het op een decimaal afgeronde percentage van een aan die eigenvermogenratio gelijkwaardige ratio zoals die kan worden bepaald aan de hand van het eigen vermogen en balanstotaal op grond van een met betrekking tot dat hoofdhuis openbaar gemaakte rapportage.

  • 4

    Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen voor de toepassing van het tweede en derde lid nadere regels worden gesteld voor de beoordeling of sprake is van een aan een leverage ratio, onderscheidenlijk eigenvermogenratio, gelijkwaardige ratio.

  • 5

    Het belastbare inkomen uit aanmerkelijk belang wordt opgevat en berekend volgens de regels van hoofdstuk 4 van de Wet inkomstenbelasting 2001, met dien verstande dat geheven bronbelasting niet tot de aftrekbare kosten behoort.


Artikel 42 [Vervallen per 01-07-1990]

[Vervallen]


Artikel 4 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; verrekening dividendbelasting alsmede bronbelasting op inkomsten uit spaargelden bij inkomen uit werk en woning

Artikel 4 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; verrekening dividendbelasting alsmede bronbelasting op inkomsten uit spaargelden bij inkomen uit werk en woning [Vervallen per 01-01-2015]

[Vervallen]


Artikel 3b

  • 1

    In afwijking van artikel 3a, eerste lid, wordt de overbrenging door een ondernemer van goederen die deel uitmaken van zijn bedrijfsvermogen naar een andere lidstaat in het kader van de regeling inzake voorraad op afroep niet gelijkgesteld met een levering van goederen onder bezwarende titel.

  • 2

    Voor de toepassing van dit artikel en de daarop berustende bepalingen wordt geacht sprake te zijn van de regeling inzake voorraad op afroep wanneer:

    • a.

      de goederen door een ondernemer zelf worden verzonden of vervoerd of voor zijn rekening door een derde partij worden verzonden of vervoerd naar een andere lidstaat om die goederen daar, in een later stadium en na aankomst, aan een andere ondernemer te leveren doordat die de macht krijgt overgedragen om over deze goederen als eigenaar te beschikken krachtens een bestaande overeenkomst tussen de beide ondernemers;

    • b.

      de ondernemer die de goederen verzendt of vervoert, zijn bedrijf niet heeft gevestigd of geen vaste inrichting heeft in de lidstaat waarnaar de goederen worden verzonden of vervoerd;

    • c.

      de ondernemer voor wie de te leveren goederen zijn bestemd, voor btw-doeleinden is geïdentificeerd in de lidstaat waarnaar de goederen worden verzonden of vervoerd, en zowel zijn identiteit als het btw-identificatienummer dat door die lidstaat aan hem is toegekend, bij de ondernemer, bedoeld in onderdeel b, bekend zijn op het tijdstip waarop de verzending of het vervoer aanvangt; en

    • d.

      de ondernemer die de goederen verzendt of vervoert of dit voor zijn rekening door een derde laat doen, het vervoer van de goederen opneemt in het register, bedoeld in artikel 34, tweede lid, onderdeel c, en, overeenkomstig artikel 37a, eerste lid, onderdeel d, in de lijst de identiteit vermeldt van de ondernemer die de goederen afneemt, evenals het btw-identificatienummer dat aan deze is toegekend door de lidstaat waarnaar de goederen worden verzonden of vervoerd.

  • 3

    Wanneer aan de voorwaarden, bedoeld in het tweede lid, en de periode, genoemd in het vierde lid, is voldaan, zijn op het tijdstip van overdracht van de macht aan de ondernemer, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, om als eigenaar over de goederen te beschikken, de volgende regels van toepassing:

    • a.

      een levering van goederen als bedoeld in tabel II, onderdeel a, post 6, wordt geacht te zijn verricht door de ondernemer die de goederen zelf heeft verzonden of vervoerd of voor zijn rekening door een derde heeft laten verzenden of vervoeren in de lidstaat vanwaar de goederen zijn verzonden of vervoerd;

    • b.

      een intracommunautaire verwerving van goederen wordt geacht te zijn verricht door de ondernemer aan wie deze goederen worden geleverd in de lidstaat waarnaar de goederen werden verzonden of vervoerd.

  • 4

    Indien de goederen niet binnen twaalf maanden na aankomst in de lidstaat waarnaar zij zijn verzonden of vervoerd, zijn geleverd aan de ondernemer, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, of het zesde lid, en geen van de situaties, genoemd in het zevende lid, zich heeft voorgedaan, wordt een overbrenging als bedoeld in artikel 3a geacht te zijn verricht op de dag na het verstrijken van de periode van twaalf maanden.

  • 5

    In afwijking van het vierde lid wordt geen overbrenging als bedoeld in artikel 3a geacht te zijn verricht indien:

    • a.

      de macht om als eigenaar te beschikken over de goederen niet is overgedragen en die goederen worden teruggezonden naar de lidstaat vanwaar zij zijn verzonden of vervoerd binnen de periode, genoemd in het vierde lid; en

    • b.

      de ondernemer die de goederen heeft verzonden of vervoerd, de retour ontvangen goederen opneemt in het register, bedoeld in artikel 34, tweede lid, onderdeel c.

  • 6

    Indien de ondernemer, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, binnen de periode, genoemd in het vierde lid, wordt vervangen door een andere ondernemer, wordt op het tijdstip van de vervanging geen overbrenging als bedoeld in artikel 3a geacht te zijn verricht, op voorwaarde dat:

    • a.

      alle andere voorwaarden, bedoeld in het tweede lid, zijn vervuld; en

    • b.

      de ondernemer, bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, de vervanging opneemt in het register, bedoeld in artikel 34, tweede lid, onderdeel c.

  • 7

    Indien ten minste één van de voorwaarden, bedoeld in het tweede of zesde lid, binnen de periode, genoemd in het vierde lid, niet langer is vervuld, wordt een overbrenging van goederen in de zin van artikel 3a geacht te zijn verricht op het tijdstip dat de desbetreffende voorwaarde niet langer is vervuld. Dit tijdstip is, afhankelijk van de niet-vervulde voorwaarden, bepaald op de volgende momenten:

    • a.

      indien de goederen worden geleverd aan een andere persoon dan de ondernemer, bedoeld in het tweede lid, onderdeel c, of in het zesde lid: onmiddellijk vóór een dergelijke levering;

    • b.

      indien de goederen na aankomst in de lidstaat van bestemming worden verzonden of vervoerd naar een ander land dan de lidstaat vanwaar zij oorspronkelijk werden verplaatst: onmiddellijk vóór de aanvang van een dergelijke verzending of een dergelijk vervoer; of

    • c.

      indien de goederen worden vernietigd of gestolen of verloren zijn gegaan: op de datum waarop de goederen daadwerkelijk werden vernietigd of gestolen of verloren zijn gegaan, of indien het onmogelijk is om deze datum te bepalen, op de datum waarop werd vastgesteld dat de goederen waren vernietigd of gestolen of verloren zijn gegaan.


Artikel 255

  • 1

    Indien het ontwerp van akkoord tegelijk met het verzoekschrift tot verlening van surseance ter griffie is nedergelegd, kan de rechtbank, de rechter-commissaris en bewindvoerders gehoord, gelasten, dat de in artikel 218 bedoelde behandeling van het verzoek niet zal plaats hebben, in welk geval zij tevens zal vaststellen:

    • 1°.

      de dag, waarop uiterlijk de schuldvorderingen, ten aanzien waarvan de surseance werkt, bij de bewindvoerders moeten worden ingediend;

    • 2°.

      dag en uur, waarop over het aangeboden akkoord ten overstaan van de rechter-commissaris zal worden geraadpleegd en beslist.

  • 2

    Tussen de dagen, onder 1°. en 2°. vermeld, moeten ten minste veertien dagen verlopen.

  • 3

    Indien de rechtbank van deze bevoegdheid geen gebruik maakt of het ontwerp van akkoord niet tegelijk met het verzoekschrift tot het verlenen van surseance ter griffie is nedergelegd, zal de rechtbank, de rechter-commissaris en bewindvoerders gehoord, de dagen en uren, in het eerste lid bedoeld, vaststellen zodra de beschikking, waarbij de surseance definitief is verleend, kracht van gewijsde heeft verkregen of, indien het ontwerp van akkoord eerst daarna ter griffie is nedergelegd, dadelijk na die nederlegging.


Artikel 20b

  • 1

    Een instelling mag een persoon die voor haar werkzaam is en die te goeder trouw en naar behoren namens de instelling aan de Financiële inlichtingen eenheid een melding doet als bedoeld in artikel 16, eerste lid, aan de Financiële inlichtingen eenheid gegevens of inlichtingen verstrekt als bedoeld in artikel 17, eerste lid, of intern binnen de instelling een overtreding van het in deze wet bepaalde meldt als bedoeld in artikel 20a, eerste lid, niet benadelen.

  • 2

    Onverminderd het eerste lid kunnen de in het eerste lid bedoelde personen die in verband met een melding als bedoeld in artikel 16, eerste lid, of 20a, eerste lid, zijn blootgesteld aan benadeling als bedoeld in het eerste lid, door middel van de in artikel 20a, tweede lid, bedoelde mechanismen een klacht indienen bij de toezichthoudende autoriteit.


Artikel 19

Indien in het land waar de onderneming is gevestigd een overeenkomstig standpunt wordt ingenomen, wordt niet als het drijven van een binnenlandse onderneming door een niet in Nederland gevestigd lichaam aangemerkt:

  • a.

    het vervoer te water of door de lucht van personen en zaken tussen plaatsen buiten Nederland en plaatsen in Nederland, dan wel tussen plaatsen buiten Nederland onderling, tenzij de leiding van de onderneming in Nederland gevestigd is;

  • b.

    het exploiteren van baanvakken van spoor- en tramlijnen tussen de grens en het naastbij de grens gelegen station.


Artikel 43 [Vervallen per 01-07-1990]

[Vervallen]


Artikel 5 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; doorschuifregeling

Artikel 5 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; doorschuifregeling [Vervallen per 01-01-2015]

[Vervallen]


Artikel 3c

  • 1

    Indien een ondernemer via het gebruik van een elektronische interface, zoals een marktplaats, platform, portaal of soortgelijk middel, afstandsverkopen van uit een derdelandsgebied of een derde-land ingevoerde goederen in zendingen met een intrinsieke waarde van niet meer dan € 150, faciliteert, wordt die ondernemer geacht die goederen zelf te hebben ontvangen en geleverd.

  • 2

    Indien een ondernemer via het gebruik van een elektronische interface, zoals een marktplaats, platform, portaal of soortgelijk middel, de levering van goederen binnen de Unie door een niet in de Unie gevestigde ondernemer aan een andere dan ondernemer, faciliteert, wordt de ondernemer die de levering faciliteert geacht die goederen zelf te hebben ontvangen en geleverd.


Artikel 256

  • 1

    De bewindvoerders doen dadelijk zowel van de in het vorige artikel bedoelde beschikking als van de neerlegging ter griffie van het ontwerp van akkoord – tenzij deze reeds ingevolge artikel 216 is bekend gemaakt – aankondiging in de Staatscourant.

  • 2

    Zij geven tevens van een en ander schriftelijk kennis aan alle bekende schuldeisers. Daarbij wordt op het bepaalde bij artikel 257, tweede lid, gewezen.

  • 3

    De schuldeisers kunnen verschijnen in persoon, bij schriftelijk gemachtigde of bij advocaat.

  • 4

    De bewindvoerders kunnen vorderen, dat de schuldenaar hun een door hen te bepalen bedrag ter bestrijding van de kosten dezer aankondigingen en kennisgevingen vooraf ter hand stelt.


Artikel 44 [Vervallen per 01-07-1990]

[Vervallen]


Artikel 6 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; inhaalregeling

Artikel 6 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; inhaalregeling [Vervallen per 01-01-2015]

[Vervallen]


Artikel 4

  • 1

    Diensten zijn alle prestaties, niet zijnde leveringen van goederen in de zin van artikel 3.

  • 2

    Met een dienst verricht onder bezwarende titel als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, worden gelijkgesteld:

    • a.

      het gebruiken van een tot het bedrijf behorend goed voor privé-doeleinden van de ondernemer of van zijn personeel, of, meer in het algemeen, voor andere dan bedrijfsdoeleinden, wanneer voor dit goed recht op volledige of gedeeltelijke aftrek van de belasting is ontstaan;

    • b.

      het om niet verrichten van diensten door de ondernemer voor eigen privé-doeleinden of voor privé-doeleinden van zijn personeel, of, meer in het algemeen, voor andere dan bedrijfsdoeleinden.

  • 3

    Ter voorkoming van ernstige verstoring van concurrentieverhoudingen worden voorts met een dienst verricht onder bezwarende titel als bedoeld in artikel 1, onderdeel a, gelijkgesteld de bij ministeriële regeling aan te wijzen verrichtingen door ondernemers binnen hun bedrijf, in gevallen waarin die ondernemers, indien zij die verrichtingen door andere ondernemers zouden laten doen, de belasting niet of niet geheel in aftrek zouden kunnen brengen.

  • 4

    Diensten welke worden verleend door tussenkomst van een commissionair of dergelijke ondernemer die overeenkomsten sluit op eigen naam maar op order en voor rekening van een ander, worden geacht aan en vervolgens door die ondernemer te zijn verleend.


Artikel 257

  • 1

    De indiening der schuldvorderingen geschiedt bij de bewindvoerders door de overlegging ener rekening of andere schriftelijke verklaring, aangevende de aard en het bedrag der vordering, vergezeld van de bewijsstukken of een afschrift daarvan.

  • 2

    Vorderingen, ten aanzien waarvan de surseance niet werkt, komen voor indiening niet in aanmerking. Heeft nochtans indiening plaats gehad, dan werkt de surseance ook ten aanzien van die vorderingen en gaat een aan de vordering verbonden voorrecht, retentierecht, pandrecht of hypotheek verloren. Een en ander geldt niet voor zover de vordering vóór de aanvang der stemming wordt teruggenomen.

  • 3

    De schuldeisers zijn bevoegd van de bewindvoerders een ontvangbewijs te vorderen.


Artikel 45 [Vervallen per 01-07-1990]

[Vervallen]


Artikel 7 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; vermindering bij inkomen uit aanmerkelijk belang

Artikel 7 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; vermindering bij inkomen uit aanmerkelijk belang [Vervallen per 01-01-2015]

[Vervallen]


Artikel 257a

Artikel 110a is van overeenkomstige toepassing.


Artikel 46 [Vervallen per 01-07-1990]

[Vervallen]


Artikel 8 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; verrekening dividendbelasting alsmede bronbelasting op inkomsten uit spaargelden bij inkomen uit aanmerkelijk belang

Artikel 8 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; verrekening dividendbelasting alsmede bronbelasting op inkomsten uit spaargelden bij inkomen uit aanmerkelijk belang [Vervallen per 01-01-2015]

[Vervallen]


Artikel 258

De bewindvoerders toetsen de ingezonden rekeningen aan de administratie en opgaven van de schuldenaar, treden, als zij tegen de toelating ener vordering bezwaar hebben, met de schuldeiser in overleg, en zijn bevoegd van deze overlegging van ontbrekende stukken alsook raadpleging van zijn administratie en van de oorspronkelijke bewijsstukken te vorderen.


Artikel 47 [Vervallen per 01-07-1990]

[Vervallen]


Artikel 9 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; vermindering bij voordeel uit sparen en beleggen

Artikel 9 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; vermindering bij voordeel uit sparen en beleggen [Vervallen per 01-01-2015]

[Vervallen]


Artikel 259

De bewindvoerders brengen de bij hen ingediende vorderingen op een lijst, vermeldende de namen en woonplaatsen der schuldeisers, het bedrag en de omschrijving der vorderingen, alsmede of en in hoever de bewindvoerders die vorderingen erkennen of betwisten.


Artikel 48 [Vervallen per 01-07-1990]

[Vervallen]


Artikel 10 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; verrekening dividendbelasting alsmede bronbelasting op inkomsten uit spaargelden bij voordeel uit sparen en beleggen

Artikel 10 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; verrekening dividendbelasting alsmede bronbelasting op inkomsten uit spaargelden bij voordeel uit sparen en beleggen [Vervallen per 01-01-2015]

[Vervallen]


Artikel 260

  • 1

    Een rentedragende vordering wordt op de lijst gebracht met bijrekening der rente tot de aanvang der surseance.

  • 2

    De artikelen 129, 133-135 en 136, eerste en tweede lid, vinden overeenkomstige toepassing.


Artikel 49 [Vervallen per 01-07-1990]

[Vervallen]


Artikel 11 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor in het buitenland geworven deskundigen

Artikel 11 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor in het buitenland geworven deskundigen


Artikel 261

  • 1

    Een vordering onder een opschortende voorwaarde kan op de lijst gebracht worden voor haar waarde bij de aanvang der surseance.

  • 2

    Indien de bewindvoerders en de schuldeisers het niet eens kunnen worden over deze waardebepaling, wordt zodanige vordering voor het volle bedrag voorwaardelijk toegelaten.


Artikel 50 [Vervallen per 01-07-1990]

[Vervallen]


Artikel 11bis Toerekeningsregels; meldingsplicht bij artikel 2.14, derde lid, onderdeel d, van de wet

Artikel 11bis Toerekeningsregels; meldingsplicht bij artikel 2.14, derde lid, onderdeel d, van de wet

  • 1

    Indien de belastingplichtige een vermogensbestanddeel dat ingevolge artikel 2.14, derde lid, onderdeel d, van de wet tevens in aanmerking wordt genomen bij de bepaling van het belastbare inkomen uit sparen en beleggen, niet als zodanig in de aangifte heeft vermeld, is hij gehouden daarvan schriftelijk mededeling aan de inspecteur te doen voordat de belastingplichtige weet of redelijkerwijs moet vermoeden dat de inspecteur met de desbetreffende onjuistheid of onvolledigheid bekend is of zal worden.

  • 2

    Het niet of niet tijdig dan wel onjuist of onvolledig doen van de mededeling, bedoeld in het eerste lid, wordt aangemerkt als een overtreding.

  • 3

    De bevoegdheid tot het opleggen van een vergrijpboete in de gevallen, bedoeld in het tweede lid, vervalt door verloop van vijf jaren na afloop van het kalenderjaar waarin de peildatum, bedoeld in artikel 2.14, derde lid, onderdeel d, van de wet, is gelegen. Indien het vermogensbestanddeel, bedoeld in het eerste lid, in het buitenland wordt gehouden of is opgekomen vervalt de bevoegdheid tot het opleggen van een vergrijpboete in de gevallen, bedoeld in het tweede lid, in afwijking in zoverre van de eerste volzin, door verloop van twaalf jaren na afloop van het kalenderjaar, bedoeld in de eerste volzin.


Artikel 262

  • 1

    Een vordering, waarvan het tijdstip der opeisbaarheid onzeker is, of welke recht geeft op periodieke uitkeringen, wordt op de lijst gebracht voor haar waarde bij de aanvang der surseance.

  • 2

    Alle schuldvorderingen, vervallende binnen één jaar na de aanvang der surseance, worden behandeld, alsof zij op dat tijdstip opeisbaar waren. Alle later dan één jaar daarna vervallende schuldvorderingen worden op de lijst gebracht voor de waarde, die zij hebben na verloop van een jaar na dat tijdstip.

  • 3

    Bij de berekening wordt uitsluitend gelet op het tijdstip en de wijze van aflossing, het kansgenot, waar dit bestaat, en, indien de vordering rentedragend is, op de bedongen rentevoet.


Artikel 51 [Vervallen per 01-07-1990]

[Vervallen]


Artikel 263

  • 1

    Van de in artikel 259 bedoelde lijst wordt een afschrift door de bewindvoerders ter griffie van de rechtbank neergelegd, om aldaar gedurende de zeven dagen voorafgaande aan de vergadering, in artikel 255 bedoeld, kosteloos ter inzage te liggen voor een ieder.

  • 2

    De neerlegging geschiedt kosteloos.


Artikel 264

  • 1

    De rechter-commissaris kan, op verzoek van de bewindvoerders of ambtshalve, de raadpleging en stemming over het akkoord tot een latere dag uitstellen.

  • 2

    Artikel 256 vindt alsdan overeenkomstige toepassing.


Artikel 265

  • 1

    Ter vergadering brengen zowel de bewindvoerders als de deskundigen, zo die er zijn, schriftelijk verslag uit over het aangeboden akkoord. Artikel 144 vindt overeenkomstige toepassing.

  • 2

    Vorderingen, na afloop van de in artikel 255, 1°., genoemde termijn, doch uiterlijk twee dagen vóór de dag, waarop de vergadering zal worden gehouden, bij de bewindvoerders ingediend, worden op daartoe ter vergadering gedaan verzoek op de lijst geplaatst, indien noch de bewindvoerders, noch een der aanwezige schuldeisers daartegen bezwaar maken.

  • 3

    Vorderingen, daarna ingediend, worden niet op de lijst geplaatst.

  • 4

    De bepalingen van de twee voorgaande leden zijn niet toepasselijk, indien de schuldeiser buiten het Rijk in Europa woont en daardoor verhinderd was zich eerder aan te melden.

  • 5

    Ingeval van bezwaar, als in het tweede lid bedoeld, of van geschil over het al of niet aanwezig zijn der verhindering, in het vierde lid bedoeld, beslist de rechter-commissaris, na de vergadering te hebben geraadpleegd.


Artikel 266

  • 1

    De bewindvoerders zijn bevoegd ter vergadering op elke door hen gedane erkenning of betwisting terug te komen.

  • 2

    Zowel de schuldenaar als ieder verschenen schuldeiser kan een door de bewindvoerders geheel of gedeeltelijk erkende vordering betwisten.

  • 3

    Betwistingen of erkenningen, op de vergadering gedaan, worden op de lijst aangetekend.


Artikel 267

De rechter-commissaris bepaalt of en tot welk bedrag de schuldeisers, wier vorderingen betwist zijn, tot de stemming zullen worden toegelaten.


Artikel 268

  • 1

    Tot het aannemen van het akkoord wordt vereist de toestemming van de gewone meerderheid van de ter vergadering verschenen erkende en toegelaten schuldeisers, die tezamen ten minste de helft van het bedrag van de erkende en toegelaten schuldvorderingen vertegenwoordigen. Geen toestemming is vereist van een erkende of toegelaten schuldeiser, voorzover zijn schuldvordering is gegrond op een verbeurde dwangsom.

  • 2

    Artikel 147 is van overeenkomstige toepassing.


Artikel 268a

In afwijking van artikel 268 kan de rechter-commissaris op verzoek van de schuldenaar of de bewindvoerder bij gemotiveerde beschikking een aangeboden akkoord vaststellen als ware het aangenomen, indien:

  • a.

    drie vierde van de ter vergadering verschenen erkende en toegelaten schuldeisers voor het akkoord hebben gestemd; en

  • b.

    de verwerping van het akkoord het gevolg is van het tegenstemmen van een of meer schuldeisers die, alle omstandigheden in aanmerking genomen en in het bijzonder het percentage dat die schuldeisers, zou de boedel worden vereffend, naar verwachting aan betaling op hun vordering zullen ontvangen, in redelijkheid niet tot dit stemgedrag hebben kunnen komen.


Artikel 269

  • 1

    Het proces-verbaal van het verhandelde vermeldt de inhoud van het akkoord, de namen der verschenen stemgerechtigde schuldeisers, de door ieder hunner uitgebrachte stem, de uitslag der stemming en al wat verder is voorgevallen. De door de bewindvoerders opgemaakte lijst van schuldeisers, zoals zij tijdens de raadpleging is aangevuld of gewijzigd, wordt, door de rechter-commissaris en de griffier gewaarmerkt, aan het proces-verbaal gehecht.

  • 2

    Gedurende acht dagen kan een ieder ter griffie kosteloos inzage van het proces-verbaal verkrijgen.


Artikel 269a

Indien het akkoord verworpen is verklaard, stelt de rechter-commissaris de rechtbank onverwijld in kennis van deze verwerping door toezending van het ontwerp van akkoord en het in artikel 269 bedoelde proces-verbaal. Zowel de schuldeisers, die vóór gestemd hebben, als de schuldenaar kunnen gedurende acht dagen na afloop der vergadering aan de rechtbank verbetering van het proces-verbaal verzoeken, indien uit de stukken zelve blijkt dat het akkoord door de rechter-commissaris ten onrechte als verworpen is beschouwd.


Artikel 269b

  • 1

    Indien het akkoord is aangenomen of vastgesteld, bepaalt de rechter-commissaris vóór het sluiten der vergadering de zitting, waarop de rechtbank de homologatie zal behandelen.

  • 2

    Bij toepassing van artikel 269a geschiedt de bepaling van de zitting door de rechtbank in haar beschikking. Van deze beschikking geven de bewindvoerders schriftelijk kennis aan de schuldeisers.

  • 3

    De zitting zal gehouden worden ten minste acht en ten hoogste veertien dagen na de stemming over het akkoord of, bij toepassing van artikel 269a, na de beschikking der rechtbank.

  • 4

    Gedurende die tijd kunnen de schuldeisers aan de rechter-commissaris schriftelijk de redenen opgeven, waarom zij weigering der homologatie wenselijk achten.


Artikel 270 [Vervallen per 01-01-2023]

[Vervallen]


Artikel 271

  • 1

    Indien het akkoord is aangenomen, wordt op de bepaalde dag ter openbare zitting door de rechter-commissaris een schriftelijk rapport uitgebracht en kunnen zowel de bewindvoerders als elke schuldeiser de gronden uiteenzetten, waarop zij de homologatie wensen of haar bestrijden. Artikel 152, tweede lid, vindt overeenkomstige toepassing.

  • 2

    De rechtbank kan bepalen, dat de behandeling der homologatie op een latere, terstond door haar vast te stellen, dag zal plaats vinden.


Artikel 272

  • 1

    De rechtbank geeft zo spoedig mogelijk haar met redenen omklede beschikking.

  • 2

    Zij zal de homologatie weigeren:

    • 1°.

      indien de baten van de boedel de bij het akkoord bedongen som te boven gaan;

    • 2°.

      indien de nakoming van het akkoord niet voldoende is gewaarborgd;

    • 3°.

      indien het akkoord door bedrog, door begunstiging van één of meer schuldeisers of met behulp van andere oneerlijke middelen is tot stand gekomen, onverschillig of de schuldenaar dan wel een ander daartoe heeft medegewerkt;

    • 4°.

      indien het loon en de verschotten van de deskundigen en de bewindvoerders niet in handen van de bewindvoerders zijn gestort of daarvoor zekerheid is gesteld.

  • 3

    Zij kan ook op andere gronden en ook ambtshalve de homologatie weigeren.

  • 4

    De rechtbank, de homologatie weigerende, kan bij dezelfde beschikking de schuldenaar in staat van faillissement verklaren. Wordt het faillissement niet uitgesproken, dan eindigt de surseance zodra de beschikking, waarbij de homologatie geweigerd is, in kracht van gewijsde is gegaan. Van deze beëindiging doen de bewindvoerders aankondiging op de in artikel 216 voorgeschreven wijze.

  • 5

    In afwijking van het vierde lid stelt de rechtbank De Nederlandsche Bank N.V. in staat te worden gehoord alvorens een moedermaatschappij met zetel in Nederland van een verzekeraar als bedoeld in artikel 213abis, eerste lid, in staat van faillissement te verklaren.

  • 6

    De artikelen 154-156 en 160 vinden overeenkomstige toepassing.


Artikel 273

Het gehomologeerde akkoord is verbindend voor alle schuldeisers te wier aanzien de surseance werkt.


Artikel 274

Het in kracht van gewijsde gegane vonnis van homologatie levert, in verband met het in artikel 269 bedoelde proces-verbaal, ten behoeve der door de schuldenaar niet betwiste vorderingen een voor tenuitvoerlegging vatbare titel op tegen de schuldenaar en de tot het akkoord als borgen toegetreden personen.


Artikel 275

Zolang niet over het aangeboden akkoord uiteindelijk is beslist, eindigt de surseance niet door verloop van de termijn, waarvoor zij is verleend.


Artikel 276

De surseance neemt een einde zodra de homologatie in kracht van gewijsde is gegaan. Van deze beëindiging doen de bewindvoerders aankondiging op de in artikel 216 voorgeschreven wijze.


Artikel 277

De rechtbank kan, wanneer het akkoord niet wordt aangenomen, de schuldenaar bij vonnis in staat van faillissement verklaren. De rechtbank stelt de Nederlandsche Bank N.V. in staat te worden gehoord alvorens een moedermaatschappij met zetel in Nederland van een verzekeraar als bedoeld in artikel 213abis, eerste lid, in staat van faillissement te verklaren. Wordt het faillissement niet uitgesproken, dan eindigt de surseance zodra de termijn, in artikel 269a bedoeld, ongebruikt verstreken is of verbetering van het proces-verbaal geweigerd is. Van deze beëindiging doen de bewindvoerders aankondiging op de in artikel 216 voorgeschreven wijze.


Artikel 278

  • 1

    Indien de rechtbank de schuldenaar in staat van faillissement heeft verklaard, heeft deze recht van hoger beroep tegen de faillietverklaring gedurende acht dagen na de dag waarop de termijn van artikel 269a ongebruikt verstreken is of verbetering van het proces-verbaal geweigerd is.

  • 2

    Het hoger beroep wordt ingesteld door indiening van een verzoek ter griffie van het gerechtshof, dat van de zaak kennis moet nemen. De voorzitter bepaalt terstond dag en uur van de behandeling.

  • 3

    De griffier doet van het hoger beroep en van dag en uur, voor de behandeling bepaald, aankondiging in de Staatscourant. Elke schuldeiser is bevoegd bij de behandeling op te komen.


Artikel 279

  • 1

    Tot het instellen van het beroep in cassatie is, indien het gerechtshof de faillietverklaring handhaaft, de schuldenaar en, indien het gerechtshof de faillietverklaring vernietigt, elke in hoger beroep opgekomen schuldeiser bevoegd.

  • 2

    Het beroep in cassatie wordt binnen dezelfde termijn en op dezelfde wijze als het hoger beroep ingesteld en behandeld, met dien verstande, dat de aankondiging in de Staatscourant wordt vervangen door een exploot, binnen vier dagen na de aantekening van het beroep uit te brengen aan de wederpartij.


Artikel 280

  • 1

    Ten aanzien van de ontbinding van het akkoord vinden de artikelen 165 en 166 overeenkomstige toepassing.

  • 2

    Bij het vonnis, waarbij de ontbinding van het akkoord wordt uitgesproken, wordt de schuldenaar tevens in staat van faillissement verklaard.

  • 3

    In afwijking van het tweede lid stelt de rechtbank De Nederlandsche Bank N.V. in staat te worden gehoord alvorens een moedermaatschappij met zetel in Nederland van een verzekeraar als bedoeld in artikel 213abis, eerste lid, in staat van faillissement te verklaren.


Artikel 281

  • 1

    In een faillissement, uitgesproken krachtens de artikelen 272, 277 of 280 kan een akkoord niet worden aangeboden.

  • 2

    De bepalingen van deze afdeling zijn van overeenkomstige toepassing in het geval dat een akkoord wordt aangeboden op de voet van artikel 47, eerste lid, van de verordening, genoemd in artikel 5, derde lid.


1 Algemeen deel


Titel 4 Bevoegdheden en verplichtingen van eigenaars van naburige erven

Titel 4 Bevoegdheden en verplichtingen van eigenaars van naburige erven


Titel 6 Stichtingen


Zevende titel Van huur en verhuur

Zevende titel Van huur en verhuur


Derde afdeling Van het bestuur over de failliete boedel

Derde afdeling Van het bestuur over de failliete boedel


§ 2.4 Uitbesteding van cliëntenonderzoek

§ 2.4 Uitbesteding van cliëntenonderzoek


Hoofdstuk 1 Periodieke uitkeringen, vruchtgebruik, leegwaarderatio van verhuurde woningen en waarde van erfpachtcanon

Hoofdstuk 1 Periodieke uitkeringen, vruchtgebruik, leegwaarderatio van verhuurde woningen en waarde van erfpachtcanon


Hoofdstuk 3 Heffingsgrondslag bij werk en woning (hoofdstuk 3 van de wet)

Hoofdstuk 3 Heffingsgrondslag bij werk en woning (hoofdstuk 3 van de wet)


Afdeling 1 Algemene bepalingen

Afdeling 1 Algemene bepalingen


Artikel 285

  • 1

    Een stichting is een door een rechtshandeling in het leven geroepen rechtspersoon, welke geen leden kent en beoogt met behulp van een daartoe bestemd vermogen een in de statuten vermeld doel te verwezenlijken.

  • 2

    Indien de statuten een of meer personen de bevoegdheid geven in de vervulling van ledige plaatsen in organen van de stichting te voorzien, wordt zij niet uit dien hoofde aangemerkt leden te kennen.

  • 3

    Het doel van de stichting mag niet inhouden het doen van uitkeringen aan oprichters of aan hen die deel uitmaken van haar organen noch ook aan anderen, tenzij wat deze laatsten betreft de uitkeringen een ideële of sociale strekking hebben.


Artikel 37

De eigenaar van een erf mag niet in een mate of op een wijze die volgens artikel 162 van Boek 6 onrechtmatig is, aan eigenaars van andere erven hinder toebrengen zoals door het verspreiden van rumoer, trillingen, stank, rook of gassen, door het onthouden van licht of lucht of door het ontnemen van steun.


Artikel 10

  • 1

    Een instelling kan het cliëntenonderzoek, bedoeld in artikel 3, eerste lid, voor zover het betrekking heeft op het in het tweede lid, onderdelen a, b, c, e en f, van dat artikel bepaalde, laten verrichten door een derde in het kader van een uitbesteding- of agentuurovereenkomst, onverminderd haar verplichting om te voldoen aan het in die onderdelen bepaalde.

  • 2

    Indien de in het eerste lid bedoelde uitbesteding een structureel karakter heeft legt de instelling de opdracht daartoe schriftelijk vast.


Artikel 5

De waarde van een periodieke uitkering in geld van het leven van één persoon afhankelijk, wordt gesteld op het jaarlijkse bedrag, vermenigvuldigd met:

16,

wanneer degene gedurende wiens leven de uitkering moet plaatshebben,

jonger dan 20 jaar is,

15,

20 jaar of ouder, doch jonger dan 30 jaar is,

14,

30 jaar of ouder, doch jonger dan 40 jaar is,

13,

40 jaar of ouder, doch jonger dan 50 jaar is,

12,

50 jaar of ouder, doch jonger dan 55 jaar is,

11,

55 jaar of ouder, doch jonger dan 60 jaar is,

10,

60 jaar of ouder, doch jonger dan 65 jaar is,

8,

65 jaar of ouder, doch jonger dan 70 jaar is,

7,

70 jaar of ouder, doch jonger dan 75 jaar is,

5,

75 jaar of ouder, doch jonger dan 80 jaar is,

4,

80 jaar of ouder, doch jonger dan 85 jaar is,

3,

85 jaar of ouder, doch jonger dan 90 jaar is,

2,

90 jaar of ouder is.


Artikel 5 Belastbare winst uit onderneming; verliezen uit de aanloopfase van een onderneming

Artikel 5 Belastbare winst uit onderneming; verliezen uit de aanloopfase van een onderneming

Bij het bepalen van de winst van het eerste kalenderjaar als ondernemer komt mede in aftrek het totale bedrag van de kosten en lasten die zijn gemaakt in de vijf daaraan voorafgaande kalenderjaren en die verband houden met het starten van de onderneming, voorzover:

  • a.

    er in die periode geen opbrengsten tegenover hebben gestaan en

  • b.

    zij niet ten laste van het belastbaar inkomen uit werk en woning kunnen of konden worden gebracht.


Artikel 1

Verbintenissen kunnen slechts ontstaan, indien dit uit de wet voortvloeit.


Artikel 286

  • 1

    Een stichting moet worden opgericht bij notariële akte.

  • 2

    De akte moet worden verleden in de Nederlandse taal. Indien de stichting haar zetel heeft in de provincie Fryslân kan de akte in de Friese taal worden verleden. Een volmacht tot medewerking aan de akte moet schriftelijk zijn verleend. De stichting kan worden opgericht door een uiterste wilsbeschikking, gemaakt bij een notariële akte die in een vreemde taal is verleden; de statuten van de stichting moeten ook dan in de Nederlandse of Friese taal luiden.

  • 3

    De akte bevat de statuten van de stichting.

  • 4

    De statuten moeten inhouden:

    • a.

      de naam der stichting, met het woord stichting als deel van de naam;

    • b.

      het doel der stichting;

    • c.

      de wijze van benoeming en ontslag van bestuurders en, indien er een raad van commissarissen wordt ingesteld, de wijze van benoeming en ontslag van commissarissen;

    • d.

      de gemeente in Nederland waar zij haar zetel heeft;

    • e.

      de bestemming van het overschot na vereffening van de stichting in geval van ontbinding, of de wijze waarop de bestemming zal worden vastgesteld.

  • 5

    De notaris, ten overstaan van wie de akte is verleden, draagt zorg dat de statuten bevatten hetgeen in de leden 2-4 is genoemd. Bij verzuim is hij persoonlijk jegens hen die daardoor schade hebben geleden, aansprakelijk.


Artikel 38

Lagere erven moeten het water ontvangen dat van hoger gelegen erven van nature afloopt.


Artikel 6

  • 1

    De waarde van een periodieke uitkering in geld welke na een bepaalde tijd vervalt, wordt gesteld op het jaarlijkse bedrag, vermenigvuldigd met het aantal jaren gedurende welke zij moet plaatshebben, iedere euro berekend tegen de volgende bedragen:

    indien de uitkering afhankelijk is van het leven van een persoon

    indien de uitkering niet van het leven afhankelijk is

    jonger dan 40 jaar

    40 jaar of ouder, doch jonger dan 60 jaar

    60 jaar of ouder

    het eerste vijftal jaren

    0,84

    0,83

    0,75

    0,85

    het tweede vijftal jaren

    0,62

    0,60

    0,40

    0,64

    het derde vijftal jaren

    0,46

    0,42

    0,15

    0,48

    het vierde vijftal jaren

    0,34

    0,28

    0,04

    0,36

    het vijfde vijftal jaren

    0,25

    0,18

    0,02

    0,28

    de volgende jaren

    0,12

    0,06

    0,15

  • 2

    De waarde, naar de in het eerste lid bedoelde berekening vastgesteld, kan, indien de uitkering afhankelijk is van het leven, niet hoger zijn dan de waarde welke verkregen zou zijn wanneer de uitkering niet tevens na een bepaalde tijd zou vervallen, en, indien zij niet van het leven afhankelijk is, niet meer bedragen dan het zeventienvoud van het jaarlijkse bedrag.

  • 3

    De waarde van een periodieke uitkering in geld voor onbepaalde tijd, welke niet van het leven afhankelijk is, wordt gesteld op het zeventienvoud van het jaarlijkse bedrag.


Artikel 6 Belastbare winst uit onderneming; overige vrijstellingen; gedeeltelijke vrijstelling van bos en natuur

Artikel 6 Belastbare winst uit onderneming; overige vrijstellingen; gedeeltelijke vrijstelling van bos en natuur

  • 1

    Als regelingen ten behoeve van de ontwikkeling en instandhouding van bos en natuur of overeenkomsten die op die regelingen vooruitlopen als bedoeld in artikel 3.13, eerste lid, onderdeel g, van de wet worden aangewezen:

    • a.

      de Tijdelijke regeling particulier natuurbeheer zoals die luidde tot 1 januari 2000;

    • b.

      de Subsidieregeling natuurbeheer 2000 zoals die luidde tot 1 januari 2007;

    • c.

      de Subsidieregeling natuurbeheer van de onderscheiden provincies;

    • d.

      de Subsidieverordening natuur- en landschapsbeheer van de onderscheiden provincies, voor zover betrekking hebbende op de subsidie natuurbeheer, bedoeld in artikel 3.1 van die verordening, en de subsidie landschapsbeheer, bedoeld in artikel 5.1.1.1 van die verordening;

    • e.

      de Subsidieregeling kwaliteitsimpuls natuur en landschap van de onderscheiden provincies, voor zover betrekking hebbende op de investeringssubsidie, bedoeld in artikel 8, eerste, derde en vierde lid, van die regeling, en de subsidie functieverandering, bedoeld in artikel 15 van die regeling;

    • f.

      de Subsidieregeling natuur- en landschapsbeheer 2016 van de onderscheiden provincies, voor zover betrekking hebbende op de subsidie natuur- en landschapsbeheer, bedoeld in artikel 2.2 van die regeling;

    • g.

      de overeenkomsten met het Bureau Beheer Landbouwgronden:

      • 1°.

        met het door de Dienst Landelijk Gebied toegekende nummer: 005/9001 van 29 mei 1996;

      • 2°.

        met het door de Dienst Landelijk Gebied toegekende nummer: 008/9001 van 30 mei 1996;

      • 3°.

        met het door de Dienst Landelijk Gebied toegekende nummer: 004/9001 van 27 oktober 1997;

      • 4°.

        met het door de Dienst Landelijk Gebied toegekende nummer: 003/9001 van 15 december 1997;

    • h.

      de beschikkingen van de Minister van Economische Zaken van 18 april 1998 met de beschikkingnummers kaderwet/pnb/01, kaderwet/pnb/02 en kaderwet/pnb/03.

  • 2

    Van de voordelen die worden genoten op grond van de in het eerste lid, onderdelen a, g en h, bedoelde regelingen en overeenkomsten behoort 90% niet tot de winst. Van de voordelen die worden genoten op grond van de in het eerste lid, onderdelen b tot en met f, bedoelde regelingen en overeenkomsten behoort 100% niet tot de winst.


Artikel 2

  • 1

    Schuldeiser en schuldenaar zijn verplicht zich jegens elkaar te gedragen overeenkomstig de eisen van redelijkheid en billijkheid.

  • 2

    Een tussen hen krachtens wet, gewoonte of rechtshandeling geldende regel is niet van toepassing, voor zover dit in de gegeven omstandigheden naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn.


Artikel 287

Bij gebreke van een aanwijzing van een zetel in de statuten, heeft de stichting haar zetel in de gemeente, waar de notaris voor wie de akte is verleden, ten tijde van het passeren der akte zijn standplaats had.


Artikel 39

De eigenaar van een erf mag niet in een mate of op een wijze die volgens artikel 162 van Boek 6 onrechtmatig is, aan eigenaars van andere erven hinder toebrengen door wijziging te brengen in de loop, hoeveelheid of hoedanigheid van over zijn erf stromend water of van het grondwater, dan wel door gebruik van water dat zich op zijn erf bevindt en in open gemeenschap staat met het water op eens anders erf.


Artikel 7

  • 1

    Een periodieke uitkering in geld, vervallende bij het overlijden van de langstlevende van twee of meer personen, wordt gelijkgesteld met een periodieke uitkering, afhankelijk van het leven van iemand, die vijf jaren jonger is dan de jongste van de vorenbedoelde personen.

  • 2

    Een periodieke uitkering in geld, vervallende bij het overlijden van de eerststervende van twee of meer personen, wordt gelijkgesteld met een periodieke uitkering, afhankelijk van het leven van iemand, die vijf jaren ouder is dan de oudste van de vorenbedoelde personen.


Artikel 6a Belastbare winst uit ondernemingen; overige vrijstellingen; vrijstelling voor projecten gericht op hinderbeperking tijdens grootschalige wegwerkzaamheden

Artikel 6a Belastbare winst uit ondernemingen; overige vrijstellingen; vrijstelling voor projecten gericht op hinderbeperking tijdens grootschalige wegwerkzaamheden

De voorwaarden, bedoeld in artikel 3.13, eerste lid, onderdeel i, onder 2°, van de wet, zijn dat:

  • a.

    deelnemers ten hoogste één periode van ten hoogste twaalf maanden kunnen deelnemen aan het project;

  • b.

    de beloningen die een deelnemer kan krijgen uit het project een gezamenlijke waarde hebben van ten hoogste € 200 per maand en € 1.200 per deelnameperiode.


Artikel 3

  • 1

    Een natuurlijke verbintenis is een rechtens niet- afdwingbare verbintenis.

  • 2

    Een natuurlijke verbintenis bestaat:

    • a.

      wanneer de wet of een rechtshandeling aan een verbintenis de afdwingbaarheid onthoudt;

    • b.

      wanneer iemand jegens een ander een dringende morele verplichting heeft van zodanige aard dat naleving daarvan, ofschoon rechtens niet afdwingbaar, naar maatschappelijke opvattingen als voldoening van een aan die ander toekomende prestatie moet worden aangemerkt.


Artikel 288 [Vervallen per 01-01-2003]

[Vervallen]


Artikel 40

  • 1

    De eigenaar van een erf dat aan een openbaar of stromend water grenst, mag van het water gebruik maken tot bespoeling, tot drenking van vee of tot andere dergelijke doeleinden, mits hij daardoor aan eigenaars van andere erven geen hinder toebrengt in een mate of op een wijze die volgens artikel 162 van Boek 6 onrechtmatig is.

  • 2

    Betreft het een openbaar water, dan is het vorige lid slechts van toepassing voor zover de aan dat water op grond van de Omgevingswet toegekende functies zich er niet tegen verzetten.


Artikel 8

  • 1

    Een periodieke uitkering in geld tot een onzeker jaarlijks bedrag wordt gelijkgesteld met een periodieke uitkering tot het geschatte gemiddelde jaarlijkse bedrag.

  • 2

    Een periodieke uitkering, recht gevende op andere goederen dan geld, wordt gelijkgesteld met een periodieke uitkering in geld tot een jaarlijks bedrag, gelijk aan de krachtens artikel 21 der Successiewet 1956 geschatte waarde van die goederen.


Artikel 7 Belastbare winst uit onderneming; van aftrek uitgesloten kosten ten behoeve van de belastingplichtige; werkkleding

Artikel 7 Belastbare winst uit onderneming; van aftrek uitgesloten kosten ten behoeve van de belastingplichtige; werkkleding

Voor de toepassing van artikel 3.16, tweede lid, onderdeel c, van de wet wordt kleding die niet uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt is om bij het behalen van de winst te dragen, slechts als werkkleding aangemerkt indien zij is voorzien van een of meer duidelijk zichtbare, aan de onderneming gebonden beeldmerken met een oppervlakte van tezamen ten minste 70 cm2.


Artikel 4

Op natuurlijke verbintenissen zijn de wettelijke bepalingen betreffende verbintenissen van overeenkomstige toepassing, tenzij de wet of haar strekking meebrengt dat een bepaling geen toepassing mag vinden op een niet-afdwingbare verbintenis.


Artikel 289

  • 1

    De bestuurders zijn verplicht de stichting benevens de naam, de voornamen en de woonplaats of laatste woonplaats van de oprichter of oprichters te doen inschrijven in het handelsregister en een authentiek afschrift dan wel een authentiek uittreksel van de akte van oprichting bevattende de statuten, ten kantore van dat register neer te leggen.

  • 2

    Zolang de opgave ter eerste inschrijving en nederlegging niet zijn geschied, is iedere bestuurder voor een rechtshandeling, waardoor hij de stichting verbindt, naast de stichting hoofdelijk aansprakelijk.


Artikel 41

Van de artikelen 38, 39 en 40 lid 1 kan bij verordening worden afgeweken.


Artikel 9

De waarde van een periodieke uitkering, niet vallende onder een van de vorige artikelen, wordt gesteld op het bedrag, waarvoor zodanige uitkering zou kunnen worden aangekocht.


Artikel 8 Belastbare winst uit onderneming; in aftrek beperkte kosten ten behoeve van de belastingplichtige; verhuizing in kader van onderneming

Artikel 8 Belastbare winst uit onderneming; in aftrek beperkte kosten ten behoeve van de belastingplichtige; verhuizing in kader van onderneming

  • 1

    Voor de toepassing van artikel 3.17, eerste lid, onderdeel a, onder 1°, van de wet verhuist de ondernemer in ieder geval in het kader van de onderneming ingeval hij binnen twee jaar na de verplaatsing van de onderneming door verhuizing de afstand tussen zijn woning en de vestigingsplaats van de onderneming met ten minste 60% verkleint terwijl tot die verhuizing de afstand tussen zijn woning en de vestigingsplaats van de onderneming ten minste 25 kilometer bedroeg.

  • 2

    Onder afstand als bedoeld in het eerste lid wordt verstaan de afstand gemeten langs de meest gebruikelijke weg.


Artikel 5

  • 1

    Een natuurlijke verbintenis wordt omgezet in een rechtens afdwingbare door een overeenkomst van de schuldenaar met de schuldeiser.

  • 2

    Een door de schuldenaar tot de schuldeiser gericht aanbod tot een zodanige overeenkomst om niet, geldt als aanvaard, wanneer het aanbod ter kennis van de schuldeiser is gekomen en deze het niet onverwijld heeft afgewezen.

  • 3

    Op de overeenkomst zijn de bepalingen betreffende schenkingen en giften niet van toepassing.


Artikel 290

  • 1

    Het bestuur van de stichting houdt een register bij waarin de namen en adressen van alle personen worden opgenomen aan wie een uitkering is gedaan die niet meer bedraagt dan 25 procent van het voor uitkering vatbare bedrag in een bepaald boekjaar, alsmede het bedrag van de uitkering en de datum waarop deze uitkering is gedaan.

  • 2

    Het register wordt regelmatig bijgehouden.


Artikel 42

  • 1

    Het is niet geoorloofd binnen de in lid 2 bepaalde afstand van de grenslijn van eens anders erf bomen, heesters of heggen te hebben, tenzij de eigenaar daartoe toestemming heeft gegeven of dat erf een openbare weg of een openbaar water is.

  • 2

    De in lid 1 bedoelde afstand bedraagt voor bomen twee meter te rekenen vanaf het midden van de voet van de boom en voor de heesters en heggen een halve meter, tenzij ingevolge een verordening of een plaatselijke gewoonte een kleinere afstand is toegelaten.

  • 3

    De nabuur kan zich niet verzetten tegen de aanwezigheid van bomen, heesters of heggen die niet hoger reiken dan de scheidsmuur tussen de erven.

  • 4

    Ter zake van een volgens dit artikel ongeoorloofde toestand is slechts vergoeding verschuldigd van de schade, ontstaan na het tijdstip waartegen tot opheffing van die toestand is aangemaand.



Artikel 9 Belastbare winst uit onderneming; bijtelling privégebruik auto

Artikel 9 Belastbare winst uit onderneming; bijtelling privégebruik auto

De rittenregistratie, bedoeld in artikel 3.20 van de wet, bevat ten minste de volgende gegevens:

  • a.

    merk, type en kenteken van de auto;

  • b.

    periode van terbeschikkingstelling van de auto;

  • c.

    per rit:

    1°. datum;

    2°. beginstand en eindstand van de kilometerteller;

    3°. beginadres en eindadres;

    4°. de gereden route indien deze afwijkt van de meest gebruikelijke;

    5°. het karakter van de rit.


Artikel 291

  • 1

    Behoudens beperkingen volgens de statuten is het bestuur belast met het besturen van de stichting.

  • 2

    Slechts indien dit uit de statuten voortvloeit, is het bestuur bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen, en tot het aangaan van overeenkomsten waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een ander verbindt. De statuten kunnen deze bevoegdheid aan beperkingen en voorwaarden binden. De uitsluiting, beperkingen en voorwaarden gelden mede voor de bevoegdheid tot vertegenwoordiging van de stichting ter zake van deze handelingen, tenzij de statuten anders bepalen.

  • 3

    Bij de vervulling van hun taak richten de bestuurders zich naar het belang van de stichting en de met haar verbonden onderneming of organisatie.

  • 4

    De statuten kunnen bepalen dat een met name of in functie aangeduide bestuurder meer dan één stem wordt toegekend. Een bestuurder kan niet meer stemmen uitbrengen dan de andere bestuurders tezamen.

  • 5

    De statuten bevatten voorschriften omtrent de wijze waarop in de uitoefening van de taken en bevoegdheden voorlopig wordt voorzien in geval van ontstentenis of belet van alle bestuurders. De statuten kunnen deze voorschriften bevatten voor het geval van ontstentenis of belet van een of meer bestuurders. In de statuten kan nader worden bepaald wanneer sprake is van belet. Degene die bij ontstentenis of belet van bestuurders ingevolge een statutaire regeling is aangewezen tot het verrichten van bestuursdaden, wordt voor wat deze bestuursdaden betreft met een bestuurder gelijkgesteld.

  • 6

    Een bestuurder neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang bedoeld in lid 3. Wanneer hierdoor geen bestuursbesluit kan worden genomen, wordt het besluit genomen door de raad van commissarissen. Bij ontbreken van een raad van commissarissen, wordt het besluit genomen door het bestuur onder schriftelijke vastlegging van de overwegingen die aan het besluit ten grondslag liggen, tenzij de statuten anders bepalen.

  • 7

    De statuten kunnen bepalen dat aan bestuurders een bezoldiging wordt toegekend.


Artikel 43

Onder muur wordt in deze en de volgende titel verstaan iedere van steen, hout of andere daartoe geschikte stof vervaardigde, ondoorzichtige afsluiting.


Artikel 10a

  • 1

    De waarde, bedoeld in artikel 21, achtste lid, van de Successiewet 1956, wordt gesteld op de op grond van artikel 21, vijfde en zesde lid, van de Successiewet 1956 in aanmerking te nemen waarde (WOZ-waarde) vermenigvuldigd met de leegwaarderatio.

  • 2

    Bij een voor het enkele gebruik van een woning verschuldigde jaarlijkse huur of pacht als percentage van de WOZ-waarde van:

    meer dan

    maar niet meer dan

    bedraagt de leegwaarde ratio

    0%

    1%

    73%

    1%

    2%

    79%

    2%

    3%

    84%

    3%

    4%

    90%

    4%

    5%

    95%

    5%

    -

    100%

  • 3

    De jaarlijkse huur of pacht, bedoeld in het tweede lid, wordt gesteld op twaalf maal de maandelijkse huur, onderscheidenlijk pacht, zoals die geldt aan het begin van de verhuurperiode, onderscheidenlijk verpachtingsperiode, in het kalenderjaar. Indien de huurprijs, onderscheidenlijk pachtprijs, zoals die tussen gelieerde partijen is overeengekomen zodanig is dat deze tussen willekeurige derden niet overeengekomen zou zijn, wordt de huurprijs, onderscheidenlijk pachtprijs, voor de toepassing van het tweede lid gesteld op 5,5% van de WOZ-waarde.

  • 4

    Indien de woning een gedeelte van een gebouwd eigendom is als bedoeld in artikel 16, onderdeel c, van de Wet waardering onroerende zaken, en niet als een afzonderlijke zaak vervreemd kan worden, wordt voor de toepassing van het eerste en het tweede lid de WOZ-waarde van die woning verlaagd met een bedrag van € 20 000.

  • 5

    Indien van een woning een gedeelte verhuurd is, wordt slechts de WOZ-waarde van dat deel vermenigvuldigd met de leegwaarderatio. Indien de WOZ-waarde van dat deel niet is vastgesteld, wordt deze bepaald door de totale WOZ-waarde van de woning te vermenigvuldigen met de verhuurde vierkante meters en te delen door de totale oppervlakte van de woning.


Artikel 9a Constatering van het niet afgenomen zijn van de netto-tonnage van bepaalde schepen

Artikel 9a Constatering van het niet afgenomen zijn van de netto-tonnage van bepaalde schepen [Vervallen per 01-01-2022]

[Vervallen]


Artikel 291a

[Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden]


Artikel 44

  • 1

    Indien een nabuur wiens beplantingen over eens anders erf heenhangen, ondanks aanmaning van de eigenaar van dit erf, nalaat het overhangende te verwijderen, kan laatstgenoemde eigenaar eigenmachtig het overhangende wegsnijden en zich toeëigenen.

  • 2

    Degene op wiens erf wortels van een ander erf doorschieten, mag deze voor zover ze doorgeschoten zijn weghakken en zich toeëigenen.


Artikel 10b

De waarde van een erfpachtcanon als bedoeld in artikel 21, negende lid, van de Successiewet 1956 wordt gesteld op het zeventienvoud van het jaarlijkse bedrag. In afwijking van de eerste volzin wordt het deel van een erfpachtcanon dat kan worden toegerekend aan een verhuurde woning als bedoeld in artikel 10a, vierde lid, gesteld op het twintigvoud van het jaarlijkse bedrag. De toerekening van de erfpachtcanon, bedoeld in de vorige volzin, geschiedt naar rato van de, met inachtneming van artikel 10a, vierde lid, berekende, WOZ-waarden van de onderscheiden zelfstandige onderdelen van het gebouwd eigendom waarop de erfpachtcanon betrekking heeft.


Artikel 10 Belastbare winst uit onderneming; loon- en prijswijzigingen na afloop jaar en betaling

Artikel 10 Belastbare winst uit onderneming; loon- en prijswijzigingen na afloop jaar en betaling [Vervallen per 01-04-2017]

[Vervallen]


Artikel 292

  • 1

    Het bestuur vertegenwoordigt de stichting, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit.

  • 2

    De statuten kunnen de bevoegdheid tot vertegenwoordiging bovendien toekennen aan een of meer bestuurders. Zij kunnen bepalen dat een bestuurder de stichting slechts met medewerking van een of meer anderen mag vertegenwoordigen.

  • 3

    Bevoegdheid tot vertegenwoordiging die aan het bestuur of aan een bestuurder toekomt, is onbeperkt en onvoorwaardelijk, voor zover uit de wet niet anders voortvloeit. Een wettelijk toegelaten of voorgeschreven beperking van of voorwaarde voor de bevoegdheid tot vertegenwoordiging kan slechts door de stichting worden ingeroepen.

  • 4

    De statuten kunnen ook aan andere personen dan bestuurders bevoegdheid tot vertegenwoordiging toekennen.


Artikel 45

Vruchten die van de bomen van een erf op een naburig erf vallen, behoren aan hem wie de vruchten van dit laatste erf toekomen.


Artikel 11 Aangewezen staten bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte


Artikel 292a

  • 1

    Tenzij uitvoering is gegeven aan artikel 291a lid 1, kan bij de statuten worden bepaald dat er een raad van commissarissen zal zijn. Deze kan ook als raad van toezicht worden aangeduid. De raad bestaat uit een of meer natuurlijke personen.

  • 2

    De raad van commissarissen heeft tot taak toezicht te houden op het beleid van het bestuur en de algemene gang van zaken in de stichting en de met haar verbonden onderneming of organisatie. Hij staat het bestuur met raad terzijde. Bij de vervulling van hun taak richten de commissarissen zich naar het belang van de stichting en de met haar verbonden onderneming of organisatie.

  • 3

    Tenzij bij de statuten anders is bepaald, is de raad van commissarissen bevoegd iedere bestuurder te allen tijde te schorsen. De schorsing kan te allen tijde worden opgeheven door het orgaan dat of de persoon die bevoegd is tot benoeming.

  • 4

    De statuten kunnen bepalen dat een met name of in functie aangeduide commissaris meer dan één stem wordt toegekend. Een commissaris kan niet meer stemmen uitbrengen dan de andere commissarissen tezamen.

  • 5

    De statuten bevatten voorschriften omtrent de wijze waarop in de uitoefening van de taken en bevoegdheden voorlopig wordt voorzien in geval van ontstentenis of belet van alle commissarissen. De statuten kunnen deze voorschriften bevatten voor het geval van ontstentenis of belet van een of meer commissarissen. In de statuten kan nader worden bepaald wanneer sprake is van belet. Degene die bij ontstentenis of belet van commissarissen ingevolge een statutaire regeling de taken van een commissaris vervult, wordt voor het vervullen van die taken met een commissaris gelijkgesteld.

  • 6

    De statuten kunnen aanvullende bepalingen omtrent de taak en de bevoegdheden van de raad en zijn leden bevatten.

  • 7

    Een commissaris neemt niet deel aan de beraadslaging en besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de stichting en de daaraan verbonden onderneming of organisatie. Wanneer de raad van commissarissen hierdoor geen besluit kan nemen, wordt het besluit genomen door de raad onder schriftelijke vastlegging van de overwegingen die aan het besluit ten grondslag liggen, tenzij de statuten anders bepalen.

  • 8

    De statuten kunnen bepalen dat aan de commissarissen als zodanig een bezoldiging wordt toegekend.

  • 9

    Bij een aanbeveling of voordracht tot benoeming van een commissaris worden van de kandidaat meegedeeld zijn leeftijd, zijn beroep, de betrekkingen die hij bekleedt of heeft bekleed voor zover die van belang zijn in verband met de vervulling van de taak van een commissaris. Tevens wordt vermeld aan welke rechtspersonen hij reeds als commissaris is verbonden; indien zich daaronder rechtspersonen bevinden, die tot een zelfde groep behoren, kan met de aanduiding van de groep worden volstaan. De aanbeveling en de voordracht tot benoeming of herbenoeming worden gemotiveerd. Bij herbenoeming wordt rekening gehouden met de wijze waarop de kandidaat zijn taak als commissaris heeft vervuld.

  • 10

    Het bestuur verschaft de raad van commissarissen tijdig de voor de uitoefening van diens taak noodzakelijke gegevens.

  • 11

    Het bestuur stelt ten minste een keer per jaar de raad van commissarissen schriftelijk op de hoogte van de hoofdlijnen van het strategisch beleid, van de algemene en financiële risico’s en van de gebruikte beheers- en controlesystemen.


Artikel 46

De eigenaar van een erf kan te allen tijde van de eigenaar van het aangrenzende erf vorderen dat op de grens van hun erven behoorlijk waarneembare afpalingstekens gesteld of de bestaande zo nodig vernieuwd worden. De eigenaars dragen in de kosten hiervan voor gelijke delen bij.


Artikel 12 Belastbare winst uit onderneming; scholingsaftrek; bijdragen aan een scholingsfonds

Artikel 12 Belastbare winst uit onderneming; scholingsaftrek; bijdragen aan een scholingsfonds [Vervallen per 01-01-2004]

[Vervallen]


Artikel 293

De statuten van de stichting kunnen door haar organen slechts worden gewijzigd, indien de statuten daartoe de mogelijkheid openen. De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen. De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het in artikel 289 van dit Boek bedoelde register.


Artikel 47

  • 1

    Indien de loop van de grens tussen twee erven onzeker is, kan ieder der eigenaars te allen tijde vorderen dat de rechter de grens bepaalt.

  • 2

    In geval van onzekerheid waar de grens tussen twee erven ligt, geldt niet het wettelijk vermoeden dat de bezitter eigenaar is.

  • 3

    Bij het bepalen van de grens kan de rechter naar gelang van de omstandigheden het gebied waarover onzekerheid bestaat, in gelijkwaardige of ongelijkwaardige delen verdelen dan wel het in zijn geheel aan een der partijen toewijzen, al dan niet met toekenning van een schadevergoeding aan een der partijen.


Artikel 13 Belastbare winst uit onderneming; delegatiebepaling scholingsaftrek; door ondernemer zelf verzorgde scholing

Artikel 13 Belastbare winst uit onderneming; delegatiebepaling scholingsaftrek; door ondernemer zelf verzorgde scholing [Vervallen per 01-01-2004]

[Vervallen]


Artikel 294

  • 1

    Indien ongewijzigde handhaving van de statuten zou leiden tot gevolgen, die bij de oprichting redelijkerwijze niet kunnen zijn gewild, en de statuten de mogelijkheid van wijziging niet voorzien of zij die tot wijziging de bevoegdheid hebben, zulks nalaten, kan de rechtbank op verzoek van een oprichter, het bestuur of het openbaar ministerie de statuten wijzigen.

  • 2

    De rechtbank wijkt daarbij zo min mogelijk van de bestaande statuten af; indien wijziging van het doel noodzakelijk is, wijst zij een doel aan dat aan het bestaande verwant is. Met inachtneming van het vorenstaande is de rechtbank bevoegd, zo nodig, de statuten op andere wijze te wijzigen dan is verzocht.

  • 3

    Met overeenkomstige toepassing van de beide vorige leden kan de rechtbank de statuten wijzigen om ontbinding van de stichting op een grond als vermeld in artikel 21 of artikel 301 lid 1 onder a te voorkomen.


Artikel 48

De eigenaar van een erf is bevoegd dit af te sluiten.


Artikel 13a Belastbare winst uit onderneming; verkorting driejaarstermijn bij doorschuiving naar ondernemers of werknemers

Artikel 13a Belastbare winst uit onderneming; verkorting driejaarstermijn bij doorschuiving naar ondernemers of werknemers

  • 1

    Aan de in artikel 3.63, vierde lid en vijfde lid, van de wet bedoelde termijn van 36 maanden wordt geacht te zijn voldaan indien zich na het aangaan van het samenwerkingsverband respectievelijk de dienstbetrekking een omstandigheid voordoet als bedoeld in het tweede lid.

  • 2

    Het eerste lid is van toepassing indien de belastingplichtige:

    • a.

      door ziekte of gebreken gedurende ten minste één jaar niet in staat is, of vermoedelijk niet in staat zal zijn, om ten minste 55% te verdienen van wat lichamelijk en geestelijk gezonde personen die overigens in gelijke omstandigheden verkeren, kunnen verdienen;

    • b.

      in staat van faillissement wordt verklaard;

    • c.

      surséance van betaling heeft aangevraagd;

    • d.

      onder curatele wordt gesteld;

    • e.

      vóór het aangaan van het samenwerkingsverband respectievelijk de dienstbetrekking met degene die de onderneming gaat voortzetten nog wel, maar vanaf enig moment daarna niet meer kan kiezen voor kwalificatie als partner van de voortzetter, of

    • f.

      overlijdt en de onderneming spoedig daarna aan de in artikel 3.63, vierde lid respectievelijk vijfde lid, van de wet, bedoelde voortzetter wordt overgedragen.


Artikel 295

Een besluit tot wijziging van de statuten kan te allen tijde op verzoek van de stichting, van een belanghebbende of van het openbaar ministerie door de rechtbank worden vernietigd, indien de wijziging tot gevolg heeft dat de stichting kan worden ontbonden op een grond als bedoeld in de artikelen 21 of 301 lid 1, en die wijziging niet tot omzetting leidt. Overigens zijn artikel 15 leden 3 en 4 en artikel 16 van toepassing.


Artikel 49

  • 1

    Ieder der eigenaars van aangrenzende erven in een aaneengebouwd gedeelte van een gemeente kan te allen tijde vorderen dat de andere eigenaar ertoe meewerkt, dat op de grens van de erven een scheidsmuur van twee meter hoogte wordt opgericht, voor zover een verordening of een plaatselijke gewoonte de wijze of de hoogte der afscheiding niet anders regelt. De eigenaars dragen in de kosten van de afscheiding voor gelijke delen bij.

  • 2

    Het vorige lid is niet toepasselijk, indien een der erven een openbare weg of een openbaar water is.


Artikel 14 Belastbaar loon; pensioen in grensoverschrijdende situaties

Artikel 14 Belastbaar loon; pensioen in grensoverschrijdende situaties

(GERESERVEERD)


Artikel 296

In een geding, waarin ontbinding van een stichting op een grond als vermeld in artikel 21 of 301 lid 1 onder a wordt verzocht, kan de rechtbank de bevoegdheden in de beide voorgaande artikelen genoemd, ambtshalve uitoefenen.


Artikel 50

  • 1

    Tenzij de eigenaar van het naburige erf daartoe toestemming heeft gegeven, is het niet geoorloofd binnen twee meter van de grenslijn van dit erf vensters of andere muuropeningen, dan wel balkons of soortgelijke werken te hebben, voor zover deze op dit erf uitzicht geven.

  • 2

    De nabuur kan zich niet verzetten tegen de aanwezigheid van zodanige openingen of werken, indien zijn erf een openbare weg of een openbaar water is, indien zich tussen de erven openbare wegen of openbare wateren bevinden of indien het uitzicht niet verder reikt dan tot een binnen twee meter van de opening of het werk zich bevindende muur. Uit dezen hoofde geoorloofde openingen of werken blijven geoorloofd, ook nadat de functie van openbare weg of openbaar water verloren is gegaan of de muur is gesloopt.

  • 3

    De in dit artikel bedoelde afstand wordt gemeten rechthoekig uit de buitenkant van de muur daar, waar de opening is gemaakt, of uit de buitenste naar het naburige erf gekeerde rand van het vooruitspringende werk tot aan de grenslijn der erven of de muur.

  • 4

    Wanneer de nabuur als gevolg van verjaring geen wegneming van een opening of werk meer kan vorderen, is hij verplicht binnen een afstand van twee meter daarvan geen gebouwen of werken aan te brengen die de eigenaar van het andere erf onredelijk zouden hinderen, behoudens voor zover zulk een gebouw of werk zich daar reeds op het tijdstip van de voltooiing van de verjaring bevond.

  • 5

    Ter zake van een volgens dit artikel ongeoorloofde toestand is slechts vergoeding verschuldigd van schade, ontstaan na het tijdstip waartegen opheffing van die toestand is aangemaand.


Artikel 15 Belastbaar loon; fietsaftrek

Artikel 15 Belastbaar loon; fietsaftrek [Vervallen per 01-01-2003]

[Vervallen]


Artikel 297

  • 1

    Het openbaar ministerie bij de rechtbank is, bij ernstige twijfel of de wet of de statuten te goeder trouw worden nageleefd, dan wel het bestuur naar behoren wordt gevoerd, bevoegd aan het bestuur inlichtingen te verzoeken.

  • 2

    Bij niet- of niet-behoorlijke voldoening aan het verzoek kan de voorzieningenrechter van de rechtbank, desverzocht, bevelen dat aan het openbaar ministerie de boeken, bescheiden en andere gegevensdragers van de stichting voor raadpleging beschikbaar worden gesteld en de waarden der stichting worden getoond. Tegen de beschikking van de voorzieningenrechter staat geen hoger beroep of cassatie open.


Artikel 51

In muren, staande binnen de in het vorige artikel aangegeven afstand, mogen steeds lichtopeningen worden gemaakt, mits zij van vaststaande en ondoorzichtige vensters worden voorzien.


Artikel 16 Belastbaar loon; reisaftrek

Artikel 16 Belastbaar loon; reisaftrek

  • 1

    De openbaar-vervoerverklaring, bedoeld in artikel 3.87, negende lid van de wet, is gedagtekend en bevat ten minste de volgende gegevens:

    • a.

      naam en adres van de belastingplichtige;

    • b.

      de route waarvoor de plaatsbewijzen geldig zijn;

    • c.

      het tijdvak van geldigheid van de plaatsbewijzen.

  • 2

    De verklaring, bedoeld in artikel 3.87, negende lid, van de wet (de reisverklaring) bevat ten minste de volgende gegevens:

    • a.

      naam en adres van de inhoudingsplichtige;

    • b.

      naam en adres van de belastingplichtige;

    • c.

      een door de inhoudingsplichtige ondertekende verklaring, die vermeldt het aantal dagen per week dat de belastingplichtige met het openbaar vervoer naar de plaats of plaatsen van werkzaamheden heeft gereisd.


Artikel 297a

  • 1

    Dit artikel is van toepassing op de stichting die:

    • a.

      bij of krachtens de wet verplicht is een financiële verantwoording op te stellen die gelijk of gelijkwaardig is aan een jaarrekening als bedoeld in titel 9; en

    • b.

      op twee opeenvolgende balansdata, zonder onderbreking nadien op twee opeenvolgende balansdata, niet heeft voldaan aan ten minste twee van de vereisten als bedoeld in artikel 397 leden 1 en 2.

    Artikel 398 lid 5 is van toepassing. Voor de toepassing van artikel 397 lid 1, onderdeel b, wordt in plaats van de netto-omzet gelezen het totaal van de bedrijfsopbrengsten onderscheidenlijk het totaal van de baten voor zover de stichting deze bij of krachtens bijzondere wetgeving opneemt in de financiële verantwoording.

  • 2

    Tot bestuurder van een stichting als bedoeld in lid 1 kunnen niet worden benoemd:

    • a.

      personen die commissaris of, indien de bestuurstaken bij een rechtspersoon zijn verdeeld over uitvoerende en niet uitvoerende bestuurders, niet uitvoerende bestuurder zijn bij meer dan twee rechtspersonen;

    • b.

      personen die voorzitter zijn van de raad van commissarissen van een rechtspersoon of van het bestuur van een rechtspersoon indien de bestuurstaken zijn verdeeld over uitvoerende en niet uitvoerende bestuurders.

  • 3

    Voor de toepassing van dit artikel:

    • a.

      wordt met een commissaris gelijkgesteld de persoon die lid is van een toezichthoudend orgaan dat bij of krachtens de statuten van een rechtspersoon is ingesteld;

    • b.

      telt de benoeming bij verschillende rechtspersonen die met elkaar in een groep zijn verbonden als één benoeming;

    • c.

      betreft de verwijzing naar rechtspersonen de rechtsvorm van de naamloze vennootschap en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid die op twee opeenvolgende balansdata, zonder onderbreking nadien op twee opeenvolgende balansdata, niet heeft voldaan aan ten minste twee van de vereisten als bedoeld in artikel 397 leden 1 en 2, onderscheidenlijk de stichting als bedoeld in artikel 297a lid 1;

    • d.

      geldt een tijdelijke aanstelling overeenkomstig artikel 349a lid 2 of artikel 356 onder c niet als benoeming;

    • e.

      wordt de benoeming van een lid van de raad van toezicht of niet uitvoerende bestuurder bij een fonds als bedoeld in de algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 106a van de Pensioenwet en artikel 110ca van de Wet verplichte beroepspensioenregeling geteld overeenkomstig de normering in deze algemene maatregel van bestuur.

  • 4

    De nietigheid van de benoeming op grond van de vorige leden heeft geen gevolgen voor de rechtsgeldigheid van de besluitvorming waaraan is deelgenomen.


Artikel 52

  • 1

    Een eigenaar is verplicht de afdekking van zijn gebouwen en werken zodanig in te richten, dat daarvan het water niet op eens anders erf afloopt.

  • 2

    Afwatering op de openbare weg is geoorloofd, indien zij niet bij de wet of verordening verboden is.


Artikel 17 Belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen; vrijstellingen publiekrechtelijke uitkeringen

Artikel 17 Belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen; vrijstellingen publiekrechtelijke uitkeringen


Artikel 297b

  • 1

    Indien een toezichthoudend orgaan is ingesteld bij een stichting als bedoeld in artikel 297a lid 1, kunnen in dat orgaan niet worden benoemd: personen die commissaris of niet uitvoerende bestuurder zijn bij vijf of meer andere rechtspersonen. Het voorzitterschap van de raad van commissarissen of het bestuur, indien de bestuurstaken zijn verdeeld over uitvoerende en niet uitvoerende bestuurders, telt dubbel.

  • 2

    Voor de toepassing van dit artikel:

    • a.

      wordt met een commissaris gelijkgesteld de persoon die lid is van een toezichthoudend orgaan dat bij of krachtens de statuten van een rechtspersoon is ingesteld;

    • b.

      telt de benoeming bij verschillende rechtspersonen die met elkaar in een groep zijn verbonden als één benoeming;

    • c.

      betreft de verwijzing naar rechtspersonen de rechtsvorm van de naamloze vennootschap en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid die op twee opeenvolgende balansdata, zonder onderbreking nadien op twee opeenvolgende balansdata, niet heeft voldaan aan ten minste twee van de vereisten als bedoeld in artikel 397 leden 1 en 2, onderscheidenlijk de stichting als bedoeld in artikel 297a lid 1;

    • d.

      geldt een tijdelijke aanstelling overeenkomstig artikel 349a lid 2 of artikel 356 onder c niet als benoeming;

    • e.

      wordt de benoeming van een lid van de raad van toezicht of niet uitvoerende bestuurder bij een fonds als bedoeld in de algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 106a van de Pensioenwet en artikel 110ca van de Wet verplichte beroepspensioenregeling geteld overeenkomstig de normering in deze algemene maatregel van bestuur.

  • 3

    De nietigheid van de benoeming op grond van de vorige leden heeft geen gevolgen voor de rechtsgeldigheid van de besluitvorming waaraan is deelgenomen.


Artikel 53

Een eigenaar is verplicht er voor te zorgen dat geen water of vuilnis van zijn erf in de goot van eens anders erf komt.


Artikel 17bis Verdeling spaarrekening eigen woning en beleggingsrecht eigen woning bij meer dan één gerechtigde

Artikel 17bis Verdeling spaarrekening eigen woning en beleggingsrecht eigen woning bij meer dan één gerechtigde [Vervallen per 01-01-2013]

[Vervallen]


Artikel 298

  • 1

    Een bestuurder kan op verzoek van een belanghebbende of van het openbaar ministerie door de rechtbank worden ontslagen wegens verwaarlozing van zijn taak, wegens andere gewichtige redenen, wegens ingrijpende wijziging van omstandigheden op grond waarvan het voortduren van zijn bestuurderschap in redelijkheid niet kan worden geduld of wegens het niet of niet behoorlijk voldoen aan een door de voorzieningenrechter van de rechtbank ingevolge artikel 297 gegeven bevel.

  • 2

    De rechtbank kan, hangende het onderzoek, voorlopige voorzieningen in het bestuur treffen en de bestuurder schorsen.

  • 3

    Een door de rechtbank ontslagen bestuurder kan gedurende vijf jaar na het ontslag geen bestuurder of commissaris van een stichting worden, tenzij de bestuurder mede gelet op de aan anderen toebedeelde taken geen ernstig verwijt kan worden gemaakt.

  • 4

    Het in de voorgaande leden bepaalde is van overeenkomstige toepassing op commissarissen.


Artikel 54

  • 1

    Is een gebouw of werk ten dele op, boven of onder het erf van een ander gebouwd en zou de eigenaar van het gebouw of werk door wegneming van het uitstekende gedeelte onevenredig veel zwaarder benadeeld worden dan de eigenaar van het erf door handhaving daarvan, dan kan de eigenaar van het gebouw of werk te allen tijde vorderen dat hem tegen schadeloosstelling een erfdienstbaarheid tot het handhaven van de bestaande toestand wordt verleend of, ter keuze van de eigenaar van het erf, een daartoe benodigd gedeelte van het erf wordt overgedragen.

  • 2

    Het vorige lid is van overeenkomstige toepassing, wanneer een gebouw of werk na verloop van tijd over andermans erf is gaan overhellen.

  • 3

    De vorige leden zijn niet van toepassing, indien dit voortvloeit uit een op de wet of rechtshandeling gegronde verplichting tot het dulden van de bestaande toestand of indien de eigenaar van het gebouw of werk ter zake van de bouw of zijn verkrijging kwade trouw of grove schuld verweten kan worden.


Artikel 17a Aanvullende bepalingen met betrekking tot de eigenwoningreserve

Artikel 17a Aanvullende bepalingen met betrekking tot de eigenwoningreserve

Indien in de overeenkomst ter zake van de verwerving van een eigen woning, ten behoeve van de uitvoering van het woonbeleid van de rijksoverheid of een gemeente, een clausule is opgenomen op grond waarvan bij niet-nakoming van die clausule een bedrag verschuldigd is, kan bij de vervreemding van die woning het bedrag dat ter zake van het niet nakomen van de clausule is betaald in mindering worden gebracht op het vervreemdingssaldo eigen woning, bedoeld in artikel 3.119aa, eerste lid, van de wet.


Artikel 298a

  • 1

    Een veroordeling tot herstel van de arbeidsovereenkomst tussen de stichting en de bestuurder kan door de rechter niet worden uitgesproken.

  • 2

    Het in het voorgaande lid bepaalde is van overeenkomstige toepassing op commissarissen.


Artikel 55

Indien door een dreigende instorting van een gebouw of werk een naburig erf in gevaar wordt gebracht, kan de eigenaar van dat erf te allen tijde vorderen dat maatregelen worden genomen teneinde het gevaar op te heffen.


Artikel 17aa Nadere regeling aflossingsmoment eigenwoningschuld

Artikel 17aa Nadere regeling aflossingsmoment eigenwoningschuld

  • 1

    Indien de over een kalendermaand verschuldigde aflossing van een tot de eigenwoningschuld behorende schuld in de eerste vijf werkdagen van de daaropvolgende kalendermaand wordt gedaan, wordt voor de toepassing van de artikelen 3.119c en 3.119e van de wet het bedrag van deze schuld op de laatste dag van de kalendermaand waarover de aflossing verschuldigd was, verminderd met die aflossing.

  • 2

    Onder werkdagen als bedoeld in het eerste lid worden verstaan alle dagen van het jaar met uitzondering van zaterdagen, zondagen, algemeen erkende feestdagen als bedoeld in artikel 3, eerste lid, van de Algemene termijnenwet, de Goede Vrijdag en 1 mei.


Artikel 299

Telkens wanneer het door de statuten voorgeschreven bestuur geheel of gedeeltelijk ontbreekt en daarin niet overeenkomstig de statuten wordt voorzien, kan de rechtbank, op verzoek van iedere belanghebbende of het openbaar ministerie in de vervulling van de ledige plaats voorzien. De rechtbank neemt daarbij zoveel mogelijk de statuten in acht.


Artikel 56

Wanneer het voor het verrichten van werkzaamheden ten behoeve van een onroerende zaak noodzakelijk is van een andere onroerende zaak tijdelijk gebruik te maken, is de eigenaar van deze zaak gehouden dit na behoorlijke kennisgeving en tegen schadeloosstelling toe te staan, tenzij er voor deze eigenaar gewichtige redenen bestaan dit gebruik te weigeren of tot een later tijdstip te doen uitstellen.


Artikel 17b Informatieplicht bij schulden bij anderen dan aangewezen administratieplichtigen; te verstrekken gegevens

Artikel 17b Informatieplicht bij schulden bij anderen dan aangewezen administratieplichtigen; te verstrekken gegevens

  • 1

    Als gegevens als bedoeld in artikel 3.119g van de wet worden aangewezen:

    • a.

      de datum van aangaan van de schuld;

    • b.

      het startbedrag van de schuld;

    • c.

      de maandelijkse rentevoet;

    • d.

      de contractueel vastgelegde looptijd in maanden;

    • e.

      de contractueel vastgelegde wijze van aflossing;

    • f.

      indien de leningverstrekker een natuurlijk persoon is: de naam, het adres en het burgerservicenummer of, bij het ontbreken van het burgerservicenummer, een hiermee vergelijkbaar door de fiscale woonstaat toegekend fiscaal identificatienummer van de leningverstrekker;

    • g.

      indien de leningverstrekker een rechtspersoon is: de naam, het adres en een uniek nummer als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 of, bij het ontbreken van een dergelijk nummer en indien dat bestaat, een hiermee vergelijkbaar door de fiscale woonstaat toegekend fiscaal identificatienummer van de leningverstrekker.

  • 2

    Als gegevens als bedoeld in artikel 3.119g van de wet worden mede aangewezen de wijzigingen die zich in het kalenderjaar hebben voorgedaan met betrekking tot de in het eerste lid bedoelde gegevens.


Artikel 57

  • 1

    De eigenaar van een erf dat geen behoorlijke toegang heeft tot een openbare weg of een openbaar vaarwater, kan van de eigenaars van de naburige erven te allen tijde aanwijzing van een noodweg ten dienste van zijn erf vorderen tegen vooraf te betalen of te verzekeren vergoeding van de schade welke hun door die noodweg wordt berokkend.

  • 2

    Indien zich na de aanwijzing van de noodweg onvoorziene omstandigheden voordoen, waardoor die weg een grotere last aan de eigenaar van het erf veroorzaakt dan waarmee bij het bepalen van de in lid 1 bedoelde vergoeding was gerekend, kan de rechter het bedrag van de vergoeding verhogen.

  • 3

    Bij de aanwijzing van de noodweg wordt rekening gehouden met het belang van het ingesloten erf, dat langs die weg de openbare weg of het openbare water zo snel mogelijk kan worden bereikt, en met het belang van de bezwaarde erven om zo weinig mogelijk overlast van die weg te ondervinden. Is een erf van de openbare weg afgesloten geraakt, doordat het ten gevolge van een rechtshandeling een andere eigenaar heeft gekregen dan een vroeger daarmee verenigd gedeelte dat aan de openbare weg grenst of een behoorlijke toegang daartoe heeft, dan komt dit afgescheiden gedeelte het eerst voor de belasting met een noodweg in aanmerking.

  • 4

    Wanneer een wijziging in de plaatselijke omstandigheden dat wenselijk maakt, kan een noodweg op vordering van een onmiddellijk belanghebbende eigenaar worden verlegd.

  • 5

    Een noodweg vervalt, hoelang hij ook heeft bestaan, zodra hij niet meer nodig is.


Artikel 299a

Een stichting die een of meer ondernemingen in stand houdt welke ingevolge de wet in het handelsregister moeten worden ingeschreven, vermeldt bij de staat van baten en lasten de netto-omzet van deze ondernemingen.


Artikel 18 Negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen; voorwaarden arbeidsongeschiktheid

Artikel 18 Negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen; voorwaarden arbeidsongeschiktheid

Van langdurige arbeidsongeschiktheid als bedoeld in artikel 3.133, negende lid, onderdeel a, van de wet is sprake indien:

  • a.

    uit een recente verklaring van een arts blijkt dat de belastingplichtige door ziekte of gebreken op het moment waarop de verklaring is afgegeven niet in staat is volledig de werkzaamheden te verrichten waarmee vóór het ontstaan van de arbeidsongeschiktheid het inkomen hoofdzakelijk werd verdiend en hiertoe vermoedelijk in de twaalf maanden na de afgifte van de verklaring ook niet in staat zal zijn, of

  • b.

    aannemelijk is dat de belastingplichtige periodieke uitkeringen van privaat- of publiekrechtelijke aard wegens arbeidsongeschiktheid ontvangt of gaat ontvangen.


Artikel 58

  • 1

    De eigenaar van een erf die water, elektriciteit, gas en warmte dat elders te zijner beschikking staat, door een leiding wil aanvoeren, kan tegen vooraf te betalen of te verzekeren schadevergoeding van de eigenaars der naburige erven vorderen te gedogen dat deze leiding door of over hun erven gaat.

  • 2

    De laatste vier leden van het vorige artikel vinden daarbij overeenkomstige toepassing.


Artikel 300

  • 1

    Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar van een stichting als bedoeld in artikel 360 lid 3, behoudens verlenging van deze termijn met ten hoogste vier maanden door het in lid 3 bedoelde orgaan op grond van bijzondere omstandigheden, maakt het bestuur een jaarrekening op en legt het deze voor hen die deel uitmaken van het in lid 3 bedoelde orgaan ter inzage ten kantore van de stichting. Binnen deze termijn legt het bestuur ook de krachtens artikel 392 lid 1 toe te voegen gegevens ter inzage voor hen die deel uitmaken van het in lid 3 bedoelde orgaan en het bestuursverslag, tenzij artikel 396 lid 7 voor zover het betreft het bestuursverslag, of artikel 403 voor de stichting gelden. Zij die deel uitmaken van het in lid 3 bedoelde orgaan kunnen kosteloos een afschrift van deze stukken verkrijgen.

  • 2

    De jaarrekening wordt ondertekend door de bestuurders en door hen die deel uitmaken van het toezicht houdende orgaan; ontbreekt de ondertekening van een of meer hunner, dan wordt daarvan onder opgave van reden melding gemaakt.

  • 3

    De jaarrekening wordt uiterlijk een maand na afloop van de termijn vastgesteld door het daartoe volgens de statuten bevoegde orgaan. Indien de statuten deze bevoegdheid niet aan enig orgaan verlenen, komt deze bevoegdheid toe aan het toezicht houdende orgaan en bij gebreke daarvan aan het bestuur.

  • 4

    Een stichting als bedoeld in artikel 360 lid 3 mag ten laste van de door de wet voorgeschreven reserves een tekort slechts delgen voor zover de wet dat toestaat.

  • 5

    Onze Minister van Economische Zaken kan desverzocht om gewichtige redenen ontheffing verlenen van de verplichting tot het opmaken, het overleggen en het vaststellen van de jaarrekening. Afdeling 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht is van toepassing op deze verzoeken tot ontheffing.


Artikel 19 Uitgaven voor kinderopvang

Artikel 19 Uitgaven voor kinderopvang [Vervallen per 01-01-2005]

[Vervallen]


Artikel 59

  • 1

    Wanneer de grens van twee erven in de lengterichting onder een niet bevaarbaar stromend water, een sloot, gracht of dergelijke watergang doorloopt, heeft de eigenaar van elk dier erven met betrekking tot die watergang in zijn gehele breedte dezelfde bevoegdheden en verplichtingen als een mede-eigenaar. Iedere eigenaar is verplicht de op zijn erf gelegen kant van het water, de sloot, de gracht of de watergang te onderhouden.

  • 2

    Iedere eigenaar is gerechtigd en verplicht hetgeen tot onderhoud daaruit wordt verwijderd, voor zijn deel op zijn erf te ontvangen.

  • 3

    Een door de eigenaars overeengekomen afwijkende regeling is ook bindend voor hun rechtverkrijgenden.


Artikel 300a

  • 1

    Ten aanzien van de taakvervulling door bestuurders vindt het bepaalde bij de artikelen 131 en 138 lid 1 en leden 3 tot en met 10 overeenkomstige toepassing.

  • 2

    Ten aanzien van de taakvervulling door bestuurders vindt het bepaalde bij de artikelen 138 lid 2 en 139 overeenkomstige toepassing in geval van:

    • a.

      een stichting die aan de heffing van vennootschapsbelasting is onderworpen; of

    • b.

      een stichting die bij of krachtens de wet verplicht is een financiële verantwoording op te stellen die gelijk of gelijkwaardig is aan een jaarrekening als bedoeld in titel 9.

  • 3

    Ten aanzien van de taakvervulling door commissarissen vindt overeenkomstige toepassing:

    • a.

      het bepaalde in lid 1 en lid 2, met dien verstande dat in lid 2 voor artikel 139 moet worden gelezen artikel 150; en

    • b.

      het bepaalde in artikel 9.


Artikel 20 Uitgaven voor kinderopvang; voorwaarden

Artikel 20 Uitgaven voor kinderopvang; voorwaarden [Vervallen per 01-01-2005]

[Vervallen]


Artikel 301

  • 1

    De rechtbank ontbindt de stichting op verzoek van een belanghebbende of het openbaar ministerie, indien:

    • a.

      het vermogen van de stichting ten enenmale onvoldoende is voor de verwezenlijking van haar doel, en de mogelijkheid dat een voldoend vermogen door bijdragen of op andere wijze in afzienbare tijd zal worden verkregen, in hoge mate onwaarschijnlijk is;

    • b.

      het doel der stichting is bereikt of niet meer kan worden bereikt, en wijziging van het doel niet in aanmerking komt.

  • 2

    De rechtbank kan ook ambtshalve de stichting ontbinden tegelijk met de afwijzing van een verzoek als bedoeld in artikel 294.


Artikel 21 Uitgaven voor kinderopvang; in aanmerking te nemen uitgaven

Artikel 21 Uitgaven voor kinderopvang; in aanmerking te nemen uitgaven [Vervallen per 01-01-2005]

[Vervallen]


Artikel 302

In kracht van gewijsde gegane rechterlijke uitspraken, inhoudende:

doorhaling, aanvulling of wijziging van het in het register ingeschrevene,

wijziging van de statuten van de stichting,

wijziging van of voorziening in het bestuur, of

vernietiging van een besluit tot wijziging van de statuten,

worden door de zorg van de griffier van het college waarvoor de zaak laatstelijk aanhangig was ingeschreven in het in artikel 289 van dit Boek genoemde register.


Artikel 22 Waardering niet in geld genoten inkomen; privé-gebruik auto

Artikel 22 Waardering niet in geld genoten inkomen; privé-gebruik auto [Vervallen per 01-01-2006]

[Vervallen]


Artikel 303

In geval van faillissement of surséance van betaling van een stichting worden de aankondigingen welke krachtens de Faillissementswet in de Staatscourant worden opgenomen, door hem die met de openbaarmaking is belast, mede ter inschrijving in het register, bedoeld in artikel 289 van dit Boek, opgegeven.


Artikel 23 Verliesverrekening; formalisering achterwaartse verliesverrekening

Artikel 23 Verliesverrekening; formalisering achterwaartse verliesverrekening

  • 1

    Een voorlopige verliesverrekening als bedoeld in artikel 3.152, vijfde lid, van de wet kan worden verleend indien het verlies over een kalenderjaar wordt aangegeven door de in de uitnodiging tot het doen van aangifte gevraagde gegevens en bescheiden en andere gegevensdragers of de inhoud daarvan duidelijk, stellig en zonder voorbehoud in te vullen en te ondertekenen en de gevraagde bescheiden of andere gegevensdragers in te leveren of toe te zenden.

  • 2

    Bij de berekening van de voorlopige verliesverrekening wordt het vermoedelijke verlies voor 80 percent in aanmerking genomen.


Artikel 304

  • 1

    De deelnemers aan een pensioenfonds of aan een fonds als bedoeld in artikel 631, lid 3, onder c, van Boek 7, worden voor de toepassing van artikel 285 van dit Boek niet beschouwd als leden van een stichting die als een zodanig fonds werkzaam is.

  • 2

    Voor de toepassing van artikel 285 lid 3 van dit Boek gelden als uitkeringen aan oprichters van zulk een stichting of aan hen die deel uitmaken van haar organen, niet de uitkeringen die voortvloeien uit een recht op pensioen of uit een aanspraak krachtens een arbeidsovereenkomst waarin een beding als bedoeld in artikel 631, lid 3, onder c, van Boek 7, is opgenomen.


Artikel 24 Middeling [Vervallen per 01-01-2020]

[Vervallen]


Artikel 305 [Vervallen per 01-01-1984]

[Vervallen]


Artikel 24a Beperking geldingsduur verklaring arbeidsrelatie

Artikel 24a Beperking geldingsduur verklaring arbeidsrelatie [Vervallen per 25-06-2005]

[Vervallen]


Artikel 306 [Vervallen per 01-01-1984]

[Vervallen]


Artikel 24b Beperking geldingsduur verklaring arbeidsrelatie

Artikel 24b Beperking geldingsduur verklaring arbeidsrelatie [Vervallen per 25-06-2005]

[Vervallen]


Artikel 307 [Vervallen per 01-01-1984]

[Vervallen]


Algemeene Bepaling


Hoofdstuk II Aangifte


Hoofdstuk 4 Heffingsgrondslag bij aanmerkelijk belang

Hoofdstuk 4 Heffingsgrondslag bij aanmerkelijk belang


Hoofdstuk IV Aangifte, aanslag en conserverende aanslag

Hoofdstuk IV Aangifte, aanslag en conserverende aanslag


Hoofdstuk 1 Algemeen


Eerste afdeling Rechtsmacht van de Nederlandse rechter

Eerste afdeling Rechtsmacht van de Nederlandse rechter


Afdeling 1 Belastbaar feit

Afdeling 1 Belastbaar feit



Artikel 6

  • 1

    Met betrekking tot belastingen welke ingevolge de belastingwet bij wege van aanslag worden geheven, dan wel op aangifte worden voldaan of afgedragen, kan de inspecteur degene die naar zijn mening vermoedelijk belastingplichtig of inhoudingsplichtig is uitnodigen tot het doen van aangifte. Worden door de belastingwet aangelegenheden van een derde aangemerkt als aangelegenheden van degene die vermoedelijk belastingplichtig of inhoudingsplichtig is, dan kan de inspecteur ook die derde uitnodigen tot het doen van aangifte. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld met betrekking tot de wijze waarop het uitnodigen tot het doen van aangifte geschiedt.

  • 2

    Degene die een daartoe strekkend verzoek bij de inspecteur indient, wordt in elk geval uitgenodigd tot het doen van aangifte.

  • 3

    Bij ministeriële regeling kan degene, die in de daarbij omschreven omstandigheden verkeert, worden verplicht om binnen een te stellen termijn om uitnodiging tot het doen van aangifte te verzoeken.


Artikel 36

De belasting wordt geheven van de verkrijger.



Artikel 1

Onverminderd het omtrent rechtsmacht in verdragen en EG-verordeningen bepaalde en onverminderd artikel 13a van de Wet algemene bepalingen wordt de rechtsmacht van de Nederlandse rechter beheerst door de volgende bepalingen.


Artikel 20

Onder de naam 'assurantiebelasting' wordt een belasting geheven ter zake van verzekeringen waarvan het risico in Nederland is gelegen en ter zake van daarmee samenhangende diensten.


Artikel 7

  • 1

    In de uitnodiging tot het doen van aangifte wordt opgave verlangd van gegevens en kan overlegging of toezending worden gevraagd van bescheiden en andere gegevensdragers of de inhoud daarvan, waarvan de kennisneming voor de heffing van de belasting van belang kan zijn.

  • 2

    Onder bescheiden en andere gegevensdragers worden voor de toepassing van het eerste lid niet begrepen bescheiden en andere gegevensdragers welke plegen te worden opgemaakt om te dienen als bewijs tegenover derden.


Artikel 37

  • 1

    De belasting wordt geheven bij wege van aanslag.

  • 2

    In afwijking van het eerste lid wordt de belasting bedoeld in artikel 35b, derde lid, of artikel 35g, geheven bij wege van conserverende aanslag.

  • 3

    Vanwege het vervallen van een voorwaardelijke vrijstelling als bedoeld in artikel 35b, eerste lid, kan een aanslag of conserverende aanslag door een of meer aanslagen of conserverende aanslagen worden aangevuld.

  • 4

    Rechtsmiddelen tegen de in het derde lid bedoelde aanslagen kunnen uitsluitend worden ingeroepen tegen de in die aanslagen opgenomen grondslag voorzover daarvoor nog niet eerder een rechtsmiddel openstond.


Artikel 1.2 Definities

  • 1

    Deze regeling verstaat onder:

    • a.
    • b.
    • c.

      belasting: ingeval artikel 27b, eerste lid, van de wet van toepassing is: het gezamenlijke bedrag van de belasting en de premie voor de volksverzekeringen;

    • d.

      inhoudingsplichtigenverklaring: de verklaring dat degene aan wie die verklaring is afgegeven ten aanzien van artiesten of beroepssporters als inhoudingsplichtige is aangewezen;

    • e.

      Minister: de Minister van Financiën

    • f.

      werkplek: iedere plaats die in verband met het verrichten van arbeid wordt gebruikt en waarvoor voor de inhoudingsplichtige de Arbeidsomstandighedenwet van toepassing is, met dien verstande dat niet als werkplek wordt aangemerkt een werkruimte gelegen in een woning, een duurzaam aan een plaats gebonden schip of een woonwagen in de zin van artikel 1, onderdeel l, van de Wet op de huurtoeslag, de aanhorigheden daaronder begrepen, van de werknemer;

    • g.

      verbonden vennootschap: een verbonden vennootschap als bedoeld in artikel 10a, zevende lid, van de wet;

    • h.

      jaaropgaaf: de opgave van het in het voorafgaande kalenderjaar genoten loon, de op dat loon ingehouden belasting en premie voor de volksverzekeringen, de over dat loon door de inhoudingsplichtige verschuldigde premies werknemersverzekeringen en inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet, de op dat loon ingehouden inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet en de volgens artikel 22a van de wet toegekende arbeidskorting ter zake van het loon dat wordt belast volgens de loonbelastingtabellen, bedoeld in artikel 25, tweede lid, van de wet;

    • i.

      heffingskorting: de standaardloonheffingskorting, bedoeld in artikel 21c van de wet.

  • 2

    In deze regeling wordt onder een uitkering ingevolge een sociale verzekeringswet mede verstaan de toeslag die ingevolge de Toeslagenwet wordt verleend op die uitkering.


Artikel 2

In zaken die bij dagvaarding moeten worden ingeleid, heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht indien de gedaagde in Nederland zijn woonplaats of gewone verblijfplaats heeft.


Artikel 21

  • 1

    Het risico van de verzekering is in Nederland gelegen indien de verzekeringnemer in Nederland woont, of, ingeval de verzekeringnemer een rechtspersoon is, indien de vestiging van deze rechtspersoon waarop de verzekering betrekking heeft zich in Nederland bevindt.

  • 2

    Het risico van de verzekering is voor zover het eerste lid niet van toepassing is, voorts in Nederland gelegen indien de verzekering betrekking heeft op:

  • 3

    In afwijking van het eerste lid is het risico van de verzekering niet in Nederland gelegen indien de verzekering betrekking heeft op:

    • a.

      in een andere lidstaat van de Europese Unie gelegen onroerende zaken, alsmede de zich daarin bevindende roerende zaken, met uitzondering van voor doorvoer bestemde handelsgoederen;

    • b.

      in een andere lidstaat van de Europese Unie geregistreerde voer- en vaartuigen van om het even welke aard;

    • c.

      tijdens een reis of vakantie gelopen risico's, indien de verzekering in een andere lidstaat van de Europese Unie is gesloten en een looptijd heeft van vier maanden of minder.



Artikel 38

De erfgenaam die is uitgenodigd tot het doen van aangifte, is gehouden mede aangifte te doen van de gegevens welke van belang kunnen zijn voor de heffing van de erfbelasting van de andere verkrijgers, niet zijnde erfgenamen.


Artikel 3

In zaken die bij verzoekschrift moeten worden ingeleid, met uitzondering van zaken als bedoeld in de artikelen 4 en 5, heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht indien:

  • a.

    hetzij de verzoeker of, indien er meer verzoekers zijn, een van hen, hetzij een van de in het verzoekschrift genoemde belanghebbenden in Nederland zijn woonplaats of gewone verblijfplaats heeft,

  • b.

    het verzoek betrekking heeft op een bij dagvaarding ingeleid of in te leiden geding ten aanzien waarvan de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft, of

  • c.

    de zaak anderszins voldoende met de rechtssfeer van Nederland verbonden is.


Artikel 8

  • 1

    Ieder die is uitgenodigd tot het doen van aangifte, is gehouden aangifte te doen door:

    • a.

      de in de uitnodiging gevraagde gegevens duidelijk, stellig en zonder voorbehoud op bij ministeriële regeling te bepalen wijze in te vullen, te ondertekenen en in te leveren of toe te zenden, alsmede

    • b.

      de in de uitnodiging gevraagde bescheiden of andere gegevensdragers, dan wel de inhoud daarvan, op bij ministeriële regeling te bepalen wijze in te leveren of toe te zenden.

  • 2

    Het doen van aangifte is geen aanvraag in de zin van artikel 1:3, derde lid, van de Algemene wet bestuursrecht.

  • 3

    Bij ontvangst van de aangifte wordt desverlangd een ontvangstbevestiging afgegeven.

  • 4

    Bij ministeriële regeling kan worden bepaald in welke gevallen en onder welke voorwaarden de inspecteur ontheffing kan verlenen van de verplichting de in de uitnodiging tot het doen van aangifte gevraagde gegevens en bescheiden en andere gegevensdragers of de inhoud daarvan in te leveren of toe te zenden.


Artikel 39

Indien meer verkrijgers gehouden zijn aangifte te doen ter zake van dezelfde nalatenschap, kunnen zij gezamenlijk aangifte doen.


Artikel 4

  • 1

    Indien de Verordening (EU) nr. 2019/1111 van de Raad van 25 juni 2019 betreffende de bevoegdheid en de erkenning en tenuitvoerlegging van beslissingen in huwelijkszaken en inzake de ouderlijke verantwoordelijkheid, en betreffende internationale kinderontvoering (PbEU L 178) niet van toepassing is, wordt de rechtsmacht van de rechter met betrekking tot echtscheiding, scheiding van tafel en bed en ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed, nietigverklaring, alsmede nietigheid en geldigheid van het huwelijk uitsluitend bepaald overeenkomstig de artikelen 3, 4 en 5 van deze verordening.

  • 2

    Heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht met betrekking tot echtscheiding, scheiding van tafel en bed en ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed, nietigheid, nietigverklaring of geldigheid van huwelijken, dan heeft hij, voorzover de in het eerste lid genoemde verordening daarop niet van toepassing is en onverminderd artikel 1, tevens rechtsmacht tot het treffen van voorlopige en bewarende maatregelen voorzover die verband houden met echtscheiding, scheiding van tafel en bed en ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed, nietigverklaring, alsmede nietigheid en geldigheid van huwelijken.

  • 3

    Heeft de Nederlandse rechter rechtsmacht met betrekking tot echtscheiding, scheiding van tafel en bed en ontbinding van het huwelijk na scheiding van tafel en bed, nietigheid, nietigverklaring of geldigheid van huwelijken, dan heeft hij, voorzover de in het eerste lid genoemde verordening daarop niet van toepassing is en onverminderd artikel 1, tevens rechtsmacht ter zake van daarmee verband houdende nevenvoorzieningen, met dien verstande

    • a.

      dat met betrekking tot de voorzieningen als bedoeld in artikel 827, eerste lid, onder d en f, de Nederlandse rechter uitsluitend rechtsmacht heeft als de woning in Nederland is gelegen, en

    • b.

      dat met betrekking tot verzoeken tot regeling van het gezag en het omgangsrecht de Nederlandse rechter zich onbevoegd verklaart indien hij zich, wegens de geringe verbondenheid van de zaak met de rechtssfeer van Nederland, niet in staat acht het belang van het kind naar behoren te beoordelen.

  • 4

    Met betrekking tot het geregistreerd partnerschap zijn het eerste tot en met het derde lid van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de Nederlandse rechter steeds rechtsmacht heeft indien het geregistreerd partnerschap in Nederland is aangegaan.


Artikel 9

  • 1

    Met betrekking tot belastingen welke ingevolge de belastingwet bij wege van aanslag worden geheven, wordt de aangifte gedaan bij de inspecteur binnen een door deze gestelde termijn van ten minste een maand na het uitnodigen tot het doen van aangifte.

  • 2

    De inspecteur kan de door hem gestelde termijn verlengen. Hij kan aan de verlenging voorwaarden verbinden, onder meer dat vóór een door hem te bepalen datum op bij ministeriële regeling te bepalen wijze gegevens voor het opleggen van een voorlopige aanslag worden verstrekt.

  • 3

    De inspecteur kan niet eerder dan na verloop van de in het eerste, onderscheidenlijk het tweede lid bedoelde termijn de belastingplichtige aanmanen binnen een door hem te stellen termijn aangifte te doen.

  • 4

    Indien voordat de aanslag is vastgesteld gegevens worden verstrekt zonder een aan die verstrekking van gegevens voorafgaande uitnodiging tot het doen van aangifte en die gegevens ook en op dezelfde wijze zouden moeten worden verstrekt in geval van een aan die verstrekking van gegevens voorafgaande uitnodiging tot het doen van aangifte, wordt die verstrekking van gegevens aangemerkt als het op uitnodiging doen van aangifte als bedoeld in artikel 8, eerste lid.


Artikel 40

  • 1

    De inspecteur kan de schenker die naar zijn mening vermoedelijk een belastbare schenking heeft gedaan, uitnodigen tot het doen van aangifte.

  • 2

    De schenker en de begiftigde - dan wel de gezamenlijke schenkers of begiftigden - kunnen gezamenlijk aangifte doen.


Artikel 5

Onverminderd artikel 1 heeft de Nederlandse rechter in zaken betreffende ouderlijke verantwoordelijkheid geen rechtsmacht indien het kind zijn gewone verblijfplaats niet in Nederland heeft, tenzij hij zich in een uitzonderlijk geval, wegens de verbondenheid van de zaak met de rechtssfeer van Nederland, in staat acht het belang van het kind naar behoren te beoordelen.


Artikel 10

  • 1

    Met betrekking tot belastingen welke ingevolge de belastingwet op aangifte moeten worden voldaan of afgedragen, wordt de aangifte gedaan bij de inspecteur of de ontvanger die is vermeld in de uitnodiging tot het doen van aangifte.

  • 2

    Heeft de aangifte betrekking op een tijdvak, dan wordt zij gedaan binnen een door de inspecteur gestelde termijn van ten minste een maand na het einde van het tijdvak. Heeft de aangifte niet betrekking op een tijdvak, dan wordt zij gedaan binnen een door de inspecteur gestelde termijn van ten minste een maand.

  • 3

    De inspecteur kan onder door hem te stellen voorwaarden uitstel van het doen van aangifte verlenen.


Artikel 41 [Vervallen per 01-01-1985]

[Vervallen]


Artikel 6

De Nederlandse rechter heeft eveneens rechtsmacht in zaken betreffende:

  • a.

    verbintenissen uit overeenkomst, indien de verbintenis die aan de eis of het verzoek ten grondslag ligt, in Nederland is uitgevoerd of moet worden uitgevoerd;

  • b.

    een individuele arbeidsovereenkomst of een agentuurovereenkomst, indien de arbeid gewoonlijk in Nederland of op een Nederlands zeeschip als bedoeld in artikel 695 lid 1 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek wordt verricht of laatstelijk gewoonlijk werd verricht;

  • c.
  • d.

    een overeenkomst die wordt gesloten door een partij die handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf en een natuurlijke persoon die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, indien die natuurlijke persoon in Nederland zijn woonplaats of gewone verblijfplaats heeft en de partij die handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf aldaar commerciële of beroepsactiviteiten ontplooit, of dergelijke activiteiten met ongeacht welke middelen richt op Nederland en de overeenkomst onder die activiteiten valt;

  • e.

    verbintenissen uit onrechtmatige daad, indien het schadebrengende feit zich in Nederland heeft voorgedaan of zich kan voordoen;

  • f.

    zakelijke rechten op, alsmede huur en verhuur, pacht en verpachting van in Nederland gelegen onroerende zaken;

  • g.

    nalatenschappen, indien de erflater zijn laatste woonplaats of gewone verblijfplaats in Nederland had;

  • h.

    de geldigheid, de nietigheid of de ontbinding van in Nederland gevestigde vennootschappen of rechtspersonen; de geldigheid, nietigheid of rechtsgevolgen van hun besluiten of die van hun organen, dan wel de rechten en verplichtingen van hun leden of vennoten als zodanig;

  • i.

    faillissement, surséance van betaling of schuldsaneringsregeling natuurlijke personen indien het faillissement, de surséance van betaling of de toepassing van de schuldsaneringsregeling in Nederland is uitgesproken of verleend.


Artikel 10a

  • 1

    In bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen gevallen kunnen belastingplichtigen of inhoudingsplichtigen worden gehouden de inspecteur eigener beweging mededeling te doen van onjuistheden of onvolledigheden in voor de belastingheffing van belang zijnde gegevens en inlichtingen die hun bekend zijn of zijn geworden.

  • 2

    Bij algemene maatregel van bestuur kunnen regels worden gesteld met betrekking tot het uiterste tijdstip en de wijze waarop mededeling als bedoeld in het eerste lid gedaan moet worden.

  • 3

    Bij algemene maatregel van bestuur kan het niet nakomen van de in het eerste en tweede lid bedoelde verplichting worden aangemerkt als een overtreding. Indien het niet nakomen van die verplichting is te wijten aan opzet of grove schuld van de belastingplichtige of inhoudingsplichtige, vormt dit een vergrijp ter zake waarvan de inspecteur hem een bestuurlijke boete kan opleggen van ten hoogste 100 percent van het bedrag aan belasting dat als gevolg van het niet nakomen van de in het eerste en tweede lid bedoelde verplichting niet is of zou zijn geheven.


Artikel 42

Indien na te noemen verplichtingen niet reeds op een ander rusten, is degene, die door de verwerping, afstand of niet aanvaarding van rechten, bedoeld in artikel 30, is gebaat, op dezelfde wijze en onder dezelfde bepalingen tot aangifte en betaling gehouden, als degene, door wie die verwerping, afstand of niet aanvaarding heeft plaats gehad, verplicht zou zijn geweest, indien een of ander niet was geschied.


Artikel 43

  • 1

    In iedere aangifte wordt één woonplaats gekozen in Nederland. De stukken betreffende de heffing van de belasting kunnen worden gezonden hetzij aan de gekozen woonplaats hetzij aan de werkelijke woonplaats of plaats van vestiging. Artikel 57 van de Algemene wet inzake rijksbelastingen blijft buiten toepassing.

  • 2

    Zij, die voor de erfbelasting geen aangifte hebben gedaan of geen woonplaats hebben gekozen, worden geacht hun woonplaats te hebben gekozen ter laatste woonplaats van de overledene gedurende een jaar na het overlijden; na die tijd, alsmede indien niet een bepaald adres in Nederland als de werkelijke laatste woonplaats van de overledene kan worden aangewezen, ter secretarie van de gemeente, binnen welke de aangifte moet geschieden.

  • 3

    Zij, die voor de schenkbelasting geen aangifte hebben gedaan of geen woonplaats hebben gekozen, worden geacht hun woonplaats te hebben gekozen ter woonplaats van de schenker, of, indien niet een bepaald adres in Nederland als de werkelijke woonplaats van de schenker kan worden aangewezen, ter secretarie van de gemeente, binnen welke de aangifte moet geschieden.


Artikel 6a

Voor de toepassing van artikel 6, onderdeel a, is, tenzij anders is overeengekomen, de plaats van uitvoering in Nederland gelegen:

  • a.

    voor de koop en verkoop van roerende zaken, indien de zaken volgens de overeenkomst in Nederland geleverd werden of geleverd hadden moeten worden;

  • b.

    voor de verstrekking van diensten, indien de diensten volgens de overeenkomst in Nederland verstrekt werden of verstrekt hadden moeten worden.


Artikel 44 [Vervallen per 01-01-1985]

[Vervallen]


Artikel 7

  • 1

    Indien in zaken die bij dagvaarding moeten worden ingeleid de Nederlandse rechter ten aanzien van een van de gedaagden rechtsmacht heeft, komt hem deze ook toe ten aanzien van in hetzelfde geding betrokken andere gedaagden, mits tussen de vorderingen tegen de onderscheiden gedaagden een zodanige samenhang bestaat, dat redenen van doelmatigheid een gezamenlijke behandeling rechtvaardigen.

  • 2

    Indien in zaken die bij dagvaarding moeten worden ingeleid de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft, komt hem deze ook toe ten aanzien van een vordering in reconventie en ten aanzien van een vordering tot vrijwaring, voeging of tussenkomst, tenzij tussen deze vorderingen en de oorspronkelijke vordering onvoldoende samenhang bestaat.


Artikel 45

  • 1

    De inspecteur stelt de termijn voor het doen van aangifte voor de erfbelasting zodanig vast dat deze niet eerder verstrijkt dan acht maanden na het overlijden.

  • 2

    Indien zwangerschap oorzaak is, dat onzekerheid bestaat omtrent de persoon van de erfgenaam of de heffing van de belasting, gaat de in het eerste lid bedoelde termijn van acht maanden in van de dag van de bevalling, of indien de vrouw vroeger mocht overlijden van de dag van haar overlijden, of indien geen van beide op de 306de dag na de dood van de erflater mocht hebben plaats gehad, van de eerste daarop volgende dag. Deze bepaling kan niet worden ingeroepen door degene, op het erfdeel van wie, wat de hoegrootheid betreft, de bevalling geen invloed kan uitoefenen.

  • 3

    De in het eerste lid bedoelde termijn van acht maanden loopt niet gedurende de tijd dat de nalatenschap onbeheerd is gelaten en geen vereffenaar is benoemd. Indien verkregen wordt ten gevolge van de vervulling van een voorwaarde, van aanvaarding nadat eerst verwerping had plaatsgehad, van een afstand door een verkrijger onder een ontbindende voorwaarde als bedoeld in artikel 21, tweede lid, ten behoeve van de verwachters, van de uitoefening van een wilsrecht voortspruitende uit ten sterfdage of ten tijde van de verkrijging bestaande of ontstane rechtsverhoudingen, dan wel ten gevolge van de toepassing van artikel 33 van Boek 4 van het Burgerlijk Wetboek, gaat de in het eerste lid bedoelde termijn van acht maanden in op de dag waarop één van die gebeurtenissen plaatsvindt.


Artikel 8

  • 1

    De Nederlandse rechter heeft rechtsmacht indien partijen met betrekking tot een bepaalde rechtsbetrekking die tot hun vrije bepaling staat, bij overeenkomst een Nederlandse rechter of de Nederlandse rechter hebben aangewezen voor de kennisneming van geschillen welke naar aanleiding van die rechtsbetrekking zijn ontstaan of zullen ontstaan, tenzij daarvoor geen redelijk belang aanwezig is.

  • 2

    De Nederlandse rechter heeft geen rechtsmacht indien partijen met betrekking tot een bepaalde rechtsbetrekking die tot hun vrije bepaling staat, bij overeenkomst een rechter of de rechter van een vreemde staat bij uitsluiting hebben aangewezen voor de kennisneming van geschillen welke naar aanleiding van die rechtsbetrekking zijn ontstaan of zullen ontstaan.

  • 3

    Een overeenkomst als bedoeld in het tweede lid laat de rechtsmacht van de Nederlandse rechter onverlet indien de zaak een individuele arbeidsovereenkomst betreft of een overeenkomst als bedoeld in artikel 6, onder d.

  • 4

    Het derde lid vindt geen toepassing indien:

    • a.

      de in het tweede lid bedoelde overeenkomst is aangegaan na het ontstaan van het geschil, of

    • b.

      de werknemer, of de partij die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, zich op de overeenkomst beroept om zich tot de rechter van een vreemde staat te wenden.

  • 5

    Een overeenkomst als bedoeld in het eerste of het tweede lid wordt bewezen door een geschrift. Daarvoor is voldoende een geschrift dat een dergelijk beding bevat of dat verwijst naar algemene voorwaarden die een dergelijk beding bevatten, mits dat geschrift door of namens de wederpartij uitdrukkelijk of stilzwijgend is aanvaard.

  • 6

    Een overeenkomst als bedoeld in het eerste of het tweede lid dient als een afzonderlijke overeenkomst te worden beschouwd en beoordeeld. De aangewezen rechter is bevoegd te oordelen over de rechtsgeldigheid van de hoofdovereenkomst waarvan een overeenkomst als bedoeld in het eerste of het tweede lid deel uitmaakt of waarop zij betrekking heeft.


Artikel 46

De inspecteur stelt de termijn voor het doen van aangifte voor de schenkbelasting zodanig vast, dat deze niet eerder verstrijkt dan twee maanden na het einde van het kalenderjaar waarin de schenking heeft plaatsgevonden.


Artikel 9

Komt de Nederlandse rechter niet op grond van de artikelen 2 tot en met 8 rechtsmacht toe, dan heeft hij niettemin rechtsmacht indien:

  • a.

    het een rechtsbetrekking betreft die ter vrije bepaling van partijen staat en de gedaagde of belanghebbende in de procedure is verschenen niet uitsluitend of mede met het doel de rechtsmacht van de Nederlandse rechter te betwisten, tenzij voor rechtsmacht van de Nederlandse rechter geen redelijk belang aanwezig is,

  • b.

    een gerechtelijke procedure buiten Nederland onmogelijk blijkt, of

  • c.

    een zaak die bij dagvaarding moet worden ingeleid voldoende met de rechtssfeer van Nederland verbonden is en het onaanvaardbaar is van de eiser te vergen dat hij de zaak aan het oordeel van een rechter van een vreemde staat onderwerpt.


Artikel 47

Ingeval sprake is van meer dan één verkrijger van dezelfde erflater of krachtens een gezamenlijke schenking, kunnen de ter zake vastgestelde belastingaanslagen worden opgenomen in één aanslagbiljet.


Artikel 10

De Nederlandse rechter heeft rechtsmacht in het geval, bedoeld in artikel 767, alsmede indien dit voortvloeit uit andere wettelijke bepalingen tot aanwijzing van een bevoegde rechter dan die vervat in de derde afdeling van de tweede titel en de tweede afdeling van de derde titel.


Artikel 48 [Vervallen per 01-01-1985]

[Vervallen]


Artikel 11

Het verweer dat de Nederlandse rechter geen rechtsmacht heeft, wordt in zaken die bij dagvaarding moeten worden ingeleid op straffe van verval van het recht daartoe gevoerd vóór alle weren ten gronde.


Artikel 12

Indien een zaak voor een rechter van een vreemde staat aanhangig is gemaakt en daarin een beslissing kan worden gegeven die voor erkenning en, in voorkomend geval, voor tenuitvoerlegging in Nederland vatbaar is, kan de Nederlandse rechter bij wie nadien een zaak tussen dezelfde partijen over hetzelfde onderwerp is aangebracht, de behandeling aanhouden totdat daarin door eerstbedoelde rechter is beslist. Indien die beslissing voor erkenning en, in voorkomend geval, voor tenuitvoerlegging in Nederland vatbaar blijkt te zijn, verklaart de Nederlandse rechter zich onbevoegd. Indien het een zaak betreft die bij dagvaarding moet worden ingeleid, is artikel 11 van overeenkomstige toepassing.


Artikel 13

De bevoegdheid van de Nederlandse rechter tot het treffen van bewarende of voorlopige maatregelen kan niet worden betwist op de enkele grond dat hij met betrekking tot de zaak ten principale geen rechtsmacht heeft.


Artikel 14

Voor de toepassing van de regels betreffende de rechtsmacht van de Nederlandse rechter wordt het Nederlandse gedeelte van het continentale plat gelijk gesteld met het grondgebied van Nederland.


Hoofdstuk 2 Openbare registers voor registergoederen

Hoofdstuk 2 Openbare registers voor registergoederen


Titel 1a Overeenkomsten betreffende het gebruik in deeltijd, vakantieproducten van lange duur, bijstand en uitwisseling

Titel 1a Overeenkomsten betreffende het gebruik in deeltijd, vakantieproducten van lange duur, bijstand en uitwisseling


Titel 5 Onderscheiden soorten van uiterste wilsbeschikkingen

Titel 5 Onderscheiden soorten van uiterste wilsbeschikkingen


Titel 6 Rechten en verplichtingen van echtgenoten

Titel 6 Rechten en verplichtingen van echtgenoten


Eerste titel Arbitrage in Nederland

Eerste titel Arbitrage in Nederland


Titel 1 Algemene bepalingen

Titel 1 Algemene bepalingen


Tweede titel Vervallen.


§ 5.1 Het bewaren van bewijsstukken

§ 5.1 Het bewaren van bewijsstukken


Hoofdstuk I A Verkopen op afstand

Hoofdstuk I A Verkopen op afstand


Hoofdstuk 2 Belastingplicht (Hoofdstuk I van de wet)

Hoofdstuk 2 Belastingplicht (Hoofdstuk I van de wet)


Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen


Afdeling 1B Het voeren van een administratie

Afdeling 1B Het voeren van een administratie


Afdeling 1 Algemene bepalingen

Afdeling 1 Algemene bepalingen


Afdeling 2 Maatstaf van heffing

Afdeling 2 Maatstaf van heffing


Artikel 50a

In deze titel wordt verstaan onder:

  • a.

    consument: een natuurlijk persoon die niet handelt in de uitoefening van zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit;

  • b.

    handelaar: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die handelt voor doeleinden die betrekking hebben op zijn handels-, bedrijfs-, ambachts- of beroepsactiviteit, alsmede degene die in naam van of ten behoeve van hem optreedt;

  • c.

    overeenkomst betreffende gebruik in deeltijd: een overeenkomst met een duur van meer dan een jaar, met inbegrip van elke bepaling die een verlenging mogelijk maakt, op grond waarvan een consument tegen vergoeding het recht krijgt om één of meer overnachtingsaccommodaties voor meer dan één verblijfsperiode te gebruiken;

  • d.

    overeenkomst betreffende een vakantieproduct van lange duur: een overeenkomst met een duur van meer dan een jaar, met inbegrip van elke bepaling die een verlenging mogelijk maakt, op grond waarvan een consument tegen vergoeding hoofdzakelijk het recht krijgt op kortingen op of andere voordelen inzake accommodatie, al dan niet samen met reizen of andere diensten;

  • e.

    overeenkomst van bijstand bij verhandelen: een overeenkomst op grond waarvan een handelaar een consument tegen vergoeding bijstaat om een recht van gebruik in deeltijd of een vakantieproduct van lange duur over te nemen of over te dragen;

  • f.

    uitwisselingsovereenkomst: een overeenkomst op grond waarvan een consument tegen vergoeding toetreedt tot een uitwisselingsysteem waarbij hem in ruil voor het tijdelijk beschikbaar stellen van zijn recht van gebruik in deeltijd, toegang tot overnachtingsaccommodatie of andere diensten wordt geboden;

  • g.

    aanvullende overeenkomst: een overeenkomst op grond waarvan de consument diensten geniet die betrekking hebben op een overeenkomst betreffende gebruik in deeltijd of een overeenkomst betreffende een vakantieproduct van lange duur, en die worden verleend door de handelaar of door een derde op grond van een overeenkomst tussen deze derde en de handelaar;

  • h.

    duurzame gegevensdrager: een hulpmiddel dat de consument dan wel de handelaar in staat stelt om persoonlijk aan hem gerichte informatie op te slaan op een wijze die deze informatie toegankelijk maakt voor toekomstig gebruik gedurende een periode die is afgestemd op het doel waarvoor de informatie kan dienen, en die een ongewijzigde reproductie van de opgeslagen informatie mogelijk maakt;

  • i.

    richtlijn: Richtlijn nr. 2008/122/EG van het Europees Parlement en de Raad van 14 januari 2009 betreffende de bescherming van de consumenten met betrekking tot bepaalde aspecten van overeenkomsten betreffende gebruik in deeltijd, vakantieproducten van lange duur, doorverkoop en uitwisseling (PbEU L 33/10).


Artikel 81

Echtgenoten zijn elkander getrouwheid, hulp en bijstand verschuldigd. Zij zijn verplicht elkander het nodige te verschaffen.


Artikel 1

De in dit Boek en andere wettelijke regelingen vervatte regels van internationaal privaatrecht laten de werking van voor Nederland bindende internationale en communautaire regelingen onverlet.


Artikel 6 [Vervallen per 01-01-2002]

[Vervallen]


Artikel 33

  • 1

    Een instelling die op grond van deze wet cliëntenonderzoek heeft verricht, of bij wie een cliënt is geïntroduceerd conform de procedure van artikel 5, legt op opvraagbare wijze de documenten en gegevens vast die zijn gebruikt voor de naleving van het bepaalde in artikel 3, tweede tot en met vierde lid, artikel 3a, eerste lid, artikel 6, eerste en tweede lid, artikel 7, tweede lid, en artikel 8, derde tot en met zesde en achtste lid.

  • 2

    Onder de documenten en gegevens, bedoeld in het eerste lid, zijn ten minste begrepen:

    • a.

      van natuurlijke personen, niet zijnde uiteindelijk belanghebbenden als bedoeld in artikel 1, eerste lid:

      • 1°.

        de geslachtsnaam, de voornamen, de geboortedatum, het adres en de woonplaats, dan wel de plaats van vestiging van de cliënt alsmede van degene die namens die natuurlijke persoon optreedt, of een afschrift van het document dat een persoonidentificerend nummer bevat en aan de hand waarvan de verificatie van de identiteit heeft plaatsgevonden;

      • 2°.

        de aard, het nummer en de datum en plaats van uitgifte van het document met behulp waarvan de identiteit is geverifieerd;

    • b.

      van natuurlijke personen, zijnde uiteindelijk belanghebbenden als bedoeld in artikel 1, eerste lid:

      • 1°.

        de identiteit, waaronder ten minste de geslachtsnaam en voornamen van de uiteindelijk belanghebbende; en

      • 2°.

        de gegevens en documenten die zijn vergaard op basis van de redelijke maatregelen die zijn genomen om de identiteit van de uiteindelijk belanghebbende te verifiëren;

    • c.

      van vennootschappen of andere juridische entiteiten:

      • 1°.

        de rechtsvorm, de statutaire naam, de handelsnaam, het adres met huisnummer, de postcode, de plaats van vestiging en het land van statutaire zetel;

      • 2°.

        indien de vennootschap of andere juridische entiteit bij de Kamer van Koophandel is geregistreerd, het registratienummer bij de Kamer van Koophandel en de wijze waarop de identiteit is geverifieerd;

      • 3°.

        van degenen die voor de vennootschap of juridische entiteit bij de instelling optreden: de geslachtsnaam, de voornamen en de geboortedatum.

    • d.

      van trusts of andere juridische constructies:

      • 1°.

        het doel en de aard van de trust of andere juridische constructie;

      • 2°.

        het recht waardoor de trust of andere juridische constructie wordt beheerst.

  • 3

    Een instelling bewaart de in het eerste en tweede lid bedoelde gegevens op toegankelijke wijze gedurende vijf jaar na het tijdstip van het beëindigen van de zakelijke relatie of gedurende vijf jaar na het uitvoeren van de desbetreffende transactie.

  • 4

    Een instelling beschikt over systemen die haar in staat stellen onverwijld en volledig te reageren op vragen van de Financiële inlichtingen eenheid en van de toezichthoudende autoriteit, waaronder:

    • a.

      de vraag of zij met een bepaalde cliënt een zakelijke relatie onderhoudt of gedurende een periode van vijf jaar voorafgaand aan het verzoek heeft onderhouden;

    • b.

      vragen over de aard van de relatie met de bedoelde cliënt.

  • 5

    De systemen, bedoeld in het vierde lid, voorzien in beveiligde kanalen die de vertrouwelijkheid van de in dat lid bedoelde verzoeken waarborgen.


Artikel 2a [Vervallen per 01-07-2021]

[Vervallen]


Artikel 2

Als dienstbetrekking wordt beschouwd de arbeidsverhouding van de topsporter die op grond van het met instemming van Onze Minister voor Medische Zorg en Sport vastgestelde reglement van de stichting Fonds voor de Topsporter een periodieke uitkering als tegemoetkoming in de kosten van zijn levensonderhoud geniet of een kostenvergoeding geniet.


Artikel 1.1.1

In dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:


Artikel 15i

  • 1

    Een ieder die een bedrijf of zelfstandig een beroep uitoefent, is verplicht van zijn vermogenstoestand en van alles betreffende zijn bedrijf of beroep, naar de eisen van dat bedrijf of beroep, op zodanige wijze een administratie te voeren en de daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat te allen tijde zijn rechten en verplichtingen kunnen worden gekend.

  • 2

    De leden 2 tot en met 4 van artikel 10 van Boek 2 zijn van overeenkomstige toepassing.


Artikel 64

  • 1

    De naamloze vennootschap is een rechtspersoon met een in overdraagbare aandelen verdeeld maatschappelijk kapitaal. Een aandeelhouder is niet persoonlijk aansprakelijk voor hetgeen in naam van de vennootschap wordt verricht en is niet gehouden boven het bedrag dat op zijn aandeel behoort te worden gestort in de verliezen van de vennootschap bij te dragen. Ten minste één aandeel wordt gehouden door een ander dan en anders dan voor rekening van de vennootschap of een van haar dochtermaatschappijen.

  • 2

    De vennootschap wordt door een of meer personen opgericht bij notariële akte. De akte wordt getekend door iedere oprichter en door ieder die blijkens deze akte een of meer aandelen neemt.


Artikel 9

  • 1

    De belasting wordt berekend over de waarde van de onroerende zaak of het recht waaraan deze is onderworpen, waarop de verkrijging betrekking heeft. De waarde is ten minste gelijk aan die van de tegenprestatie.

  • 2

    Indien van een beperkt recht afstand wordt gedaan tegen verkrijging van een nieuw beperkt recht, wordt de belasting berekend over het verschil in waarde tussen de beperkte rechten. Wordt uitsluitend de schuldplichtigheid gewijzigd, dan wordt bedoeld verschil op nihil gesteld.

  • 3

    Bij verkrijging van een met grondrente bezwaarde zaak, wordt de belasting berekend over de waarde van die zaak zonder aftrek van de grondrente.

  • 4

    Ingeval een verkrijging als bedoeld in artikel 2, tweede lid, wordt gevolgd door een verkrijging als bedoeld in artikel 2, eerste lid, of andersom, door dezelfde persoon of door zijn rechtsopvolger krachtens huwelijksvermogensrecht of erfrecht, wordt de waarde verminderd met het bedrag waarover ter zake van de eerste verkrijging was verschuldigd hetzij overdrachtsbelasting welke niet in mindering heeft gestrekt van schenk- of erfbelasting, hetzij omzetbelasting welke op grond van artikel 15 van de Wet op de omzetbelasting 1968 in het geheel niet in aftrek kon worden gebracht.

  • 5

    Indien voor een goed als bedoeld in artikel 2 een verkoopregulerend beding geldt dat rechtstreeks of middellijk jegens de verkrijger is gemaakt door een publiekrechtelijk lichaam of een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 19, eerste lid, van de Woningwet, is de waarde gelijk aan die van de tegenprestatie en worden voor de bepaling van de tegenprestatie de uit het beding voortvloeiende lasten buiten aanmerking gelaten.

  • 6

    Indien op grond van artikel 15, vierde lid, de vrijstelling niet van toepassing is, wordt de waarde ten minste gesteld op de kostprijs van de onroerende zaak of van de zaak waarop het recht of de dienst betrekking heeft, met inbegrip van de omzetbelasting, zoals die zou ontstaan bij de voortbrenging door een onafhankelijke derde op het tijdstip van de verkrijging.

  • 7

    In geval een verkrijging van een woning of rechten waaraan deze is onderworpen op of na 1 april 2021, waarbij de vrijstelling, bedoeld in artikel 15, eerste lid, onderdeel p, is toegepast, binnen twaalf maanden wordt gevolgd door een of meer andere verkrijgingen die betrekking hebben op de woning of rechten waaraan deze is onderworpen of een aanhorigheid bij die woning, door dezelfde persoon, en de som van de waarde van al deze verkrijgingen het bedrag, genoemd in artikel 15, eerste lid, onderdeel p, onder 4, overschrijdt, wordt de waarde van de verkrijging waarbij dit bedrag wordt overschreden vermeerderd met het bedrag waarover ter zake van de eerdere verkrijging de vrijstelling van artikel 15, eerste lid, onderdeel p, is toegepast.


Artikel 50b

  • 1

    De handelaar verstrekt aan de consument geruime tijd voordat hij door een overeenkomst betreffende gebruik in deeltijd wordt gebonden kosteloos en op duidelijke en begrijpelijke wijze nauwkeurige en toereikende informatie overeenkomstig het in bijlage I bij de richtlijn opgenomen model. De informatie wordt verstrekt op een duurzame gegevensdrager die voor de consument gemakkelijk toegankelijk is.

  • 2

    De in het vorige lid bedoelde informatie wordt opgesteld in een door de consument te kiezen taal van de staat waar hij woont of waarvan hij de nationaliteit heeft, mits dit een officiële taal is van de Europese Unie of van een van de staten die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

  • 3

    In reclame voor een overeenkomst betreffende gebruik in deeltijd wordt meegedeeld dat en waar de in lid 1 bedoelde informatie verkrijgbaar is.

  • 4

    Wordt tijdens een promotie- of verkoopevenement aan een consument een aanbod gedaan tot het aangaan van een overeenkomst betreffende gebruik in deeltijd, dan vermeldt de handelaar in de uitnodiging voor dat evenement duidelijk de commerciële aard en bedoeling daarvan.

  • 5

    De handelaar zorgt ervoor dat tijdens een promotie- of verkoopevenement de in lid 1 bedoelde informatie voortdurend voor de consument beschikbaar is.

  • 6

    De overeenkomst betreffende gebruik in deeltijd wordt niet als investering aangeduid of aangeboden.

  • 7

    Een handelaar die in strijd handelt met dit artikel verricht een oneerlijke handelspraktijk als bedoeld in artikel 193b van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.


Artikel 82

Echtgenoten zijn jegens elkaar verplicht de tot het gezin behorende minderjarige kinderen te verzorgen en op te voeden en de kosten van die verzorging en opvoeding te dragen.


Artikel 2

De regels van internationaal privaatrecht en het door die regels aangewezen recht worden ambtshalve toegepast.


Artikel 7 [Vervallen per 01-01-2002]

[Vervallen]


Artikel 34

  • 1

    Een instelling die op grond van artikel 16, eerste lid, een verrichte of voorgenomen ongebruikelijke transactie heeft gemeld, legt op opvraagbare wijze de volgende gegevens vast:

    • a.

      alle gegevens, bedoeld in artikel 16, tweede lid, die noodzakelijk zijn om de desbetreffende transactie te kunnen reconstrueren;

    • b.

      een afschrift van de melding, bedoeld in artikel 16, eerste lid, alsmede de daarbij verstrekte informatie en gegevens;

    • c.

      het bericht van de Financiële inlichtingen eenheid van ontvangst van deze melding, als bedoeld in artikel 13, onderdeel c.

  • 2

    Een instelling bewaart de in het eerste lid bedoelde gegevens op toegankelijke wijze gedurende vijf jaar na het tijdstip van het doen van de melding, respectievelijk het tijdstip van de ontvangst van het bericht van de Financiële inlichtingen eenheid.


Artikel 2b [Vervallen per 01-07-2021]

[Vervallen]


Artikel 2a

Als dienstbetrekking wordt beschouwd de arbeidsverhouding van degene die door tussenkomst van degene tot wie de arbeidsverhouding bestaat, persoonlijk arbeid verricht ten behoeve van een derde, met uitzondering van de arbeidsverhouding van degene die:

  • a.

    doorgaans op minder dan drie dagen per week werkzaam is voor een natuurlijk persoon ten behoeve van diens persoonlijke aangelegenheden, tenzij loon wordt verstrekt door degene door wiens tussenkomst de arbeid wordt verricht;

  • b.

    bij wijze van arbeidstherapie werkzaam is.


Artikel 15j

Openlegging van tot een administratie behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers kunnen, voorzover zij daarbij een rechtstreeks en voldoende belang hebben, vorderen:

  • a.

    erfgenamen, ten aanzien van de boekhouding van de erflater;

  • b.

    deelgenoten in een gemeenschap, ten aanzien van de boekhouding betreffende de gemeenschap;

  • c.

    vennoten, ten aanzien van de boekhouding van de vennootschap;

  • d.

    schuldeisers in het geval van faillissement of toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, ten aanzien van de boekhouding van de failliet onderscheidenlijk degene ten aanzien van wie de schuldsaneringsregeling van toepassing is.


Artikel 65

De akte van oprichting van een naamloze vennootschap wordt verleden in de Nederlandse taal. Een volmacht tot medewerking aan die akte moet schriftelijk zijn verleend.


Artikel 10

De waarde van aandelen en rechten, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, is gelijk aan de waarde van de goederen als bedoeld in artikel 2, welke door die aandelen of rechten middellijk of onmiddellijk worden vertegenwoordigd, met dien verstande dat de waarde van de goederen, bedoeld in artikel 15, eerste lid, onderdeel y, buiten beschouwing blijft.


Artikel 50c

  • 1

    De overeenkomst betreffende gebruik in deeltijd wordt schriftelijk, op een duurzame gegevensdrager, aangegaan en wordt door partijen ondertekend.

  • 2

    De overeenkomst betreffende gebruik in deeltijd wordt opgesteld in een door de consument te kiezen taal van de staat waar hij woont of waarvan hij de nationaliteit heeft, mits dit een officiële taal is van de Europese Unie of van een van de staten die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte.

  • 3

    De overeenkomst bevat ten minste:

    • a.

      de identiteit en de verblijfplaats van de partijen en

    • b.

      de datum en de plaats van sluiting van de overeenkomst.

  • 4

    De in artikel 50b lid 1 bedoelde informatie vormt een integraal deel van de overeenkomst betreffende gebruik in deeltijd en wordt niet gewijzigd, tenzij de partijen uitdrukkelijk anders zijn overeengekomen of de wijzigingen het gevolg zijn van ongewone en onvoorzienbare omstandigheden buiten de macht van de handelaar en waarvan hij de gevolgen niet kan vermijden, zelfs als alle zorg zou zijn betracht.

  • 5

    De in het vorige lid bedoelde wijzigingen worden uitdrukkelijk in de overeenkomst vermeld en, voordat de overeenkomst wordt gesloten, aan de consument medegedeeld op een duurzame gegevensdrager die voor hem gemakkelijk toegankelijk is.

  • 6

    In de overeenkomst betreffende gebruik in deeltijd wordt een afzonderlijk standaardformulier voor ontbinding van de overeenkomst opgenomen overeenkomstig bijlage V bij de richtlijn.

  • 7

    De handelaar wijst, voordat de overeenkomst betreffende gebruik in deeltijd wordt gesloten, de consument uitdrukkelijk op het bestaan van het recht van ontbinding van de overeenkomst, de termijn waarbinnen dit recht kan worden uitgeoefend en het verbod van vooruitbetalingen tijdens deze termijn. De bepalingen van de overeenkomst die hierop betrekking hebben, worden door de consument afzonderlijk ondertekend.

  • 8

    De in het eerste lid bedoelde overeenkomst of een afschrift daarvan wordt de consument bij het sluiten van de overeenkomst ter hand gesteld.


Artikel 83

Echtgenoten verschaffen elkaar desgevraagd inlichtingen over het door hen gevoerde bestuur alsmede over de stand van hun goederen en schulden.


Artikel 3

Op de wijze van procederen ten overstaan van de Nederlandse rechter is het Nederlandse recht van toepassing.


Artikel 8 [Vervallen per 01-01-2002]

[Vervallen]


Artikel 2b

  • 1

    Als dienstbetrekking wordt beschouwd de arbeidsverhouding van de thuiswerker of van de hulp van de thuiswerker, die persoonlijk arbeid verricht tegen een bruto-inkomen, dat doorgaans over een maand ten minste zal bedragen 2/5 maal het bedrag, genoemd in artikel 8, eerste lid, onderdeel b, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, dan wel, voor degene, die de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft bereikt en wiens bruto-inkomen uitsluitend in verband met zijn leeftijd op een lager bedrag is vastgesteld, 2/5 maal het eerstgenoemde bedrag vermenigvuldigd met het krachtens genoemde wet voor een werknemer van dezelfde leeftijd geldende percentage.

  • 2

    Het eerste lid is niet van toepassing met betrekking tot een arbeidsverhouding die is aangegaan voor korter dan een maand.

  • 3

    Indien binnen een maand na het einde van een arbeidsverhouding met dezelfde opdrachtgever een nieuwe arbeidsverhouding wordt aangegaan, geldt het bepaalde in het tweede lid niet ten aanzien van die nieuwe arbeidsverhouding, tenzij de tijdvakken voor welke die arbeidsverhoudingen zijn aangegaan te zamen korter zijn dan een maand.

  • 4

    Voor de toepassing van het eerste lid is met betrekking tot het bruto-inkomen van een thuiswerker en van de hulp van een thuiswerker artikel 5 van overeenkomstige toepassing.

  • 5

    Het eerste lid is niet van toepassing met betrekking tot de arbeidsverhouding van de thuiswerker die zich doorgaans laat bijstaan door meer dan twee personen niet zijnde zijn echtgenoot of zijn tot zijn huishouden behorende minderjarige kinderen.


Artikel 66

  • 1

    De akte van oprichting moet de statuten van de naamloze vennootschap bevatten. De statuten bevatten de naam, de zetel en het doel van de vennootschap.

  • 2

    De naam vangt aan of eindigt met de woorden Naamloze Vennootschap, hetzij voluit geschreven, hetzij afgekort tot "N.V.".

  • 3

    De zetel moet zijn gelegen in Nederland.


Artikel 11

  • 1

    Bij verkrijging van een erfdienstbaarheid of van een recht van erfpacht, opstal of beklemming wordt de waarde vermeerderd met die van de canon, de retributie of de huur, met dien verstande dat de som van beide waarden niet hoger wordt gesteld dan de waarde van de zaak waarop het recht betrekking heeft.

  • 2

    Bij verkrijging van eigendom, bezwaard met een erfdienstbaarheid of met een recht van erfpacht, opstal of beklemming, wordt de waarde verminderd met die van de canon, de retributie of de huur.

  • 3

    De waarde van de canon, de retributie of de huur wordt bepaald volgens bij algemene maatregel van bestuur te stellen regels.

  • 4

    Het tweede lid is niet van toepassing indien:

    • a.

      eigendom wordt verkregen door een levering onder voorbehoud van een erfdienstbaarheid, een recht van erfpacht of een recht van opstal ten behoeve van diegene die de eigendom vervreemdt; of

    • b.

      eigendom wordt verkregen, welke is bezwaard met een erfdienstbaarheid, een recht van erfpacht of een recht van opstal, indien het desbetreffende beperkte recht was gevestigd tegelijk met of binnen drie jaar voorafgaand aan de verkrijging en ter zake van de vestiging van het beperkte recht of een daarmee samenhangende verkrijging van bloot eigendom de vrijstelling, bedoeld in artikel 15, eerste lid, onderdeel h, van toepassing was.

  • 5

    Wanneer een verkrijging als bedoeld in het vierde lid wordt gevolgd door een verkrijging als bedoeld in het eerste lid, door dezelfde verkrijger of een rechtsopvolger onder algemene titel en met betrekking tot dezelfde onroerende zaak, wordt de maatstaf van heffing bij de opvolgende verkrijging verminderd met het bedrag waarover bij de vorige verkrijging:

    • a.

      overdrachtsbelasting was verschuldigd welke niet in mindering heeft gestrekt van schenk- of erfbelasting; of

    • b.

      omzetbelasting was verschuldigd welke op grond van artikel 15 van de Wet op de omzetbelasting 1968 in het geheel niet in aftrek kon worden gebracht.


Artikel 50d

  • 1

    De consument kan de overeenkomst betreffende gebruik in deeltijd zonder opgave van redenen kosteloos ontbinden gedurende veertien dagen vanaf:

    • a.

      de dag van de sluiting van de overeenkomst of voorovereenkomst, of

    • b.

      de dag waarop de consument een afschrift van de overeenkomst of voorovereenkomst ontvangt, als deze dag later valt dan de onder a bedoelde dag.

  • 2

    Indien niet aan de in artikel 50b lid 1 gestelde eisen is voldaan, wordt de in het vorige lid bedoelde termijn verlengd met de tijd die is verstreken vanaf het tijdstip, bedoeld in het vorige lid, onderdeel a respectievelijk b, tot het moment waarop alle ontbrekende gegevens alsnog op de voorgeschreven wijze aan de consument zijn verstrekt, doch ten hoogste met drie maanden.

  • 3

    Indien in de overeenkomst betreffende gebruik in deeltijd het in artikel 50c lid 6 bedoelde, door de handelaar ingevulde, standaardformulier ontbreekt, wordt de in lid 1 bedoelde termijn verlengd met de tijd die is verstreken vanaf het tijdstip, bedoeld in lid 1 onderdelen a respectievelijk b, tot het moment waarop alle ontbrekende gegevens alsnog op de voorgeschreven wijze aan de consument zijn verstrekt, doch ten hoogste met een jaar.

  • 4

    De consument oefent het in lid 1 bedoelde recht uit door binnen de gestelde termijn een daartoe strekkende schriftelijke verklaring, op een duurzame gegevensdrager, te zenden aan de handelaar.


Artikel 84

  • 1

    De kosten der huishouding, daaronder begrepen de kosten van verzorging en opvoeding van de kinderen, komen ten laste van het gemene inkomen van de echtgenoten en, voor zover dit ontoereikend is, ten laste van hun eigen inkomens in evenredigheid daarvan; voor zover de inkomens ontoereikend zijn, komen deze kosten ten laste van het gemene vermogen en, voor zover ook dit ontoereikend is, ten laste van de eigen vermogens naar evenredigheid daarvan. Een en ander geldt niet voor zover bijzondere omstandigheden zich er tegen verzetten.

  • 2

    De echtgenoten zijn jegens elkaar verplicht dienovereenkomstig tot de bestrijding van de in het eerste lid bedoelde uitgaven voldoende gelden ter beschikking te stellen uit de onder hun bestuur staande goederen, voor zover bijzondere omstandigheden zich daartegen niet verzetten.

  • 3

    Bij schriftelijke overeenkomst kan een van het eerste en tweede lid afwijkende regeling worden getroffen.

  • 4

    Geschillen tussen de echtgenoten omtrent de toepassing van het eerste tot en met derde lid worden door de rechtbank op verzoek van beiden of een van hen beslist.

  • 5

    Op verzoek van beide of van een van de echtgenoten kan de rechtbank een gegeven beschikking of een onderling getroffen regeling wijzigen op grond van veranderde omstandigheden.


Artikel 4

Indien de vraag welke rechtsgevolgen aan een feit toekomen bij wijze van voorvraag in verband met een andere, aan vreemd recht onderworpen vraag moet worden beantwoord, wordt de voorvraag beschouwd als een zelfstandige vraag.


Artikel 9 [Vervallen per 01-01-2002]

[Vervallen]


Artikel 2c

  • 1

    Als dienstbetrekking wordt beschouwd de arbeidsverhouding van degene, die persoonlijk arbeid verricht op doorgaans ten minste 2 dagen per week tegen een bruto-inkomen dat doorgaans over een week ten minste zal bedragen 2/5 maal het bedrag, genoemd in artikel 8, eerste lid, onderdeel b, van de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag, gedeeld door 4 1/3, dan wel, voor degene, die de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft bereikt en wiens bruto-inkomen uitsluitend in verband met zijn leeftijd op een lager bedrag is vastgesteld, 2/5 maal het eerstgenoemde bedrag gedeeld door 4 1/3 en vervolgens vermenigvuldigd met het krachtens genoemde wet voor een werknemer van dezelfde leeftijd geldende percentage.

  • 2

    Het eerste lid is niet van toepassing met betrekking tot een arbeidsverhouding die is aangegaan voor korter dan een maand.

  • 3

    Indien binnen een maand na het einde van een arbeidsverhouding met dezelfde opdrachtgever een nieuwe arbeidsverhouding wordt aangegaan, geldt het bepaalde in het tweede lid niet ten aanzien van die nieuwe arbeidsverhouding, tenzij de tijdvakken voor welke die arbeidsverhoudingen zijn aangegaan te zamen korter zijn dan een maand.

  • 4

    Het eerste lid is niet van toepassing met betrekking tot de arbeidsverhouding van degene die tegen beloning persoonlijk arbeid verricht, indien:

    • a.

      zijn arbeidsverhouding tevens is een arbeidsverhouding als bedoeld in artikel 2 of artikel 3 van de wet, ongeacht of hij ingevolge het bij of krachtens die artikelen bepaalde al dan niet werknemer is;

    • b.

      hij als bestuurder van een vereniging of stichting werkzaam is voor die vereniging of stichting.


Artikel 67

  • 1

    De statuten vermelden het bedrag van het maatschappelijk kapitaal en het aantal en het bedrag van de aandelen in euro tot ten hoogste twee cijfers achter de komma. Zijn er verschillende soorten aandelen, dan vermelden de statuten het aantal en het bedrag van elke soort. De akte van oprichting vermeldt het bedrag van het geplaatste kapitaal en van het gestorte deel daarvan. Zijn er verschillende soorten aandelen dan worden de bedragen van het geplaatste en van het gestorte kapitaal uitgesplitst per soort. De akte vermeldt voorts van ieder die bij de oprichting aandelen neemt de in artikel 86 lid 2 onder b en c bedoelde gegevens met het aantal en de soort van de door hem genomen aandelen en het daarop gestorte bedrag.

  • 2

    Het maatschappelijke en het geplaatste kapitaal moeten ten minste het minimumkapitaal bedragen. Het minimumkapitaal bedraagt vijfenveertigduizend euro. Bij algemene maatregel van bestuur wordt dit bedrag verhoogd, indien het recht van de Europese Gemeenschappen verplicht tot verhoging van het geplaatste kapitaal. Voor naamloze vennootschappen die bestaan op de dag voordat deze verhoging in werking treedt, wordt zij eerst achttien maanden na die dag van kracht.

  • 3

    Het gestorte deel van het geplaatste kapitaal moet ten minste vijfenveertigduizend euro bedragen.

  • 4

    Van het maatschappelijke kapitaal moet ten minste een vijfde gedeelte zijn geplaatst.

  • 5

    Een naamloze vennootschap die is ontstaan voor 1 januari 2002 kan het bedrag van het maatschappelijke kapitaal en het bedrag van de aandelen in gulden vermelden tot ten hoogste twee cijfers achter de komma.


Artikel 12

  • 1

    Bij verkrijging krachtens verdeling wordt de waarde verminderd met die van het aandeel van de verkrijger of van zijn rechtsvoorganger onder algemene titel in de verdeelde goederen als zijn bedoeld in artikel 2.

  • 2

    De vermindering met de waarde van het aandeel van een rechtsvoorganger vindt, ingeval aan verschillende rechtverkrijgenden onder algemene titel goederen als zijn bedoeld in artikel 2 worden toegedeeld, voor iedere toedeling plaats naar evenredigheid van de waarde van het toegedeelde.

  • 3

    Het eerste en het tweede lid blijven buiten toepassing, voor zover de gerechtigdheid tot de verdeelde goederen is ontstaan door inbreng in een vennootschap met toepassing van de vrijstelling, bedoeld in artikel 15, eerste lid, onderdeel e.


Artikel 50e

  • 1

    In geval van ontbinding overeenkomstig artikel 50d worden de consument geen kosten gerekend, noch wordt hij aansprakelijk gesteld voor diensten die hem voor de ontbinding kunnen zijn geleverd.

  • 2

    Ontbinding overeenkomstig artikel 50d brengt van rechtswege en zonder kosten voor de consument de ontbinding mee van:

    • a.

      aan de overeenkomst betreffende gebruik in deeltijd gekoppelde uitwisselingsovereenkomsten,

    • b.

      andere aanvullende overeenkomsten, en

    • c.

      een overeenkomst die ertoe strekt dat de handelaar, of een derde op grond van een regeling tussen die derde en de handelaar, aan de consument ten behoeve van de voldoening van de prijs of een gedeelte daarvan een krediet heeft verleend.


Artikel 85

De ene echtgenoot is naast de andere voor het geheel aansprakelijk voor de door deze ten behoeve van de gewone gang van de huishouding aangegane verbintenissen, met inbegrip van die welke voortvloeien uit de door hem als werkgever ten behoeve van de huishouding aangegane arbeidsovereenkomsten.


Artikel 5

Onder de toepassing van het recht van een staat wordt verstaan de toepassing van de rechtsregels die in die staat gelden met uitzondering van het internationaal privaatrecht.


Artikel 10 [Vervallen per 01-01-2002]

[Vervallen]


Artikel 2ca

  • 1

    Als dienstbetrekking wordt beschouwd de arbeidsverhouding van degene, die als sekswerker persoonlijk arbeid verricht.

  • 2

    Voor de toepassing van dit besluit en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder sekswerker: degene die tegen betaling seksuele handelingen met of voor een ander verricht.


Artikel 67a

  • 1

    Indien een naamloze vennootschap in de statuten het bedrag van het maatschappelijk kapitaal en het bedrag van de aandelen in gulden omzet in euro, wordt het bedrag van de geplaatste aandelen en het gestorte deel daarvan in euro berekend volgens de krachtens artikel 109L, vierde lid van het Verdrag betreffende de Europese Unie definitief vastgestelde omrekenkoers, afgerond tot ten hoogste twee cijfers achter de komma. Het afgeronde bedrag van elk aandeel in euro mag ten hoogste 15% hoger of lager liggen dan het oorspronkelijke bedrag van het aandeel in gulden. Het totaal van de bedragen van de aandelen in euro bedoeld in artikel 67 is het maatschappelijk kapitaal in euro. De som van de bedragen van de geplaatste aandelen en het gestorte deel daarvan in euro is het bedrag van het geplaatste kapitaal en het gestorte deel daarvan in euro. De akte vermeldt het bedrag van het geplaatste kapitaal en het gestorte deel daarvan in euro.

  • 2

    Is na omrekening volgens lid 1 de som van de bedragen van de geplaatste aandelen hoger dan het volgens de krachtens artikel 109L, vierde lid van het verdrag betreffende de Europese unie definitief vastgestelde omrekenkoers omgerekende bedrag van het geplaatst kapitaal, dan wordt het verschil ten laste gebracht van de uitkeerbare reserves of de reserves bedoeld in artikel 389 of 390. Zijn deze reserves niet toereikend, dan vormt de vennootschap een negatieve bijschrijvingsreserve ter grootte van het verschil dat niet ten laste van de uitkeerbare of niet-uitkeerbare reserves is gebracht. Totdat het verschil uit ingehouden winst of te vormen reserves is voldaan, mag de vennootschap geen uitkeringen bedoeld in artikel 105 doen. Door het voldoen aan het bepaalde in dit lid worden de aandelen geacht te zijn volgestort.

  • 3

    Is na omrekening volgens lid 1 de som van de bedragen van de geplaatste aandelen lager dan het volgens de krachtens artikel 109L, vierde lid van het Verdrag betreffende de Europese Unie definitief vastgestelde omrekenkoers omgerekende bedrag van het geplaatst kapitaal, dan houdt de vennootschap een niet-uitkeerbare reserve aan ter grootte van het verschil. Artikel 99 is niet van toepassing.


Artikel 13

  • 1

    In geval van verkrijging binnen zes maanden na een vorige verkrijging van dezelfde goederen door een ander wordt de waarde verminderd met het bedrag waarover ter zake van de vorige verkrijging was verschuldigd hetzij overdrachtsbelasting welke niet in mindering heeft gestrekt van schenk- of erfbelasting, hetzij omzetbelasting welke in het geheel niet op grond van artikel 15 van de Wet op de omzetbelasting 1968 in aftrek kon worden gebracht.

  • 2

    Voor de toepassing van het eerste lid worden aandelen of rechten, als bedoeld in artikel 4, eerste lid, en de daardoor middellijk of onmiddellijk vertegenwoordigde goederen als dezelfde goederen beschouwd.

  • 3

    Bij algemene maatregel van bestuur kan, indien de ontwikkelingen van de vastgoedmarkt daartoe aanleiding geven, in afwijking van het eerste lid tijdelijk een afwijkende termijn worden vastgesteld waarbij voor woningen en niet-woningen een verschillende termijn gehanteerd kan worden en voor zover nodig kan worden voorzien in overgangsrecht.

  • 4

    In het geval van een verkrijging binnen zes maanden na een vorige verkrijging van dezelfde goederen door een ander waarbij ter zake van die vorige verkrijging het tarief, genoemd in artikel 14, tweede lid, is toegepast, wordt, in afwijking van het eerste lid, het bedrag aan belasting verminderd met het bedrag aan belasting dat ter zake van de vorige verkrijging was verschuldigd en welke niet in mindering heeft gestrekt van schenk- of erfbelasting. Het verminderde bedrag aan belasting is niet lager dan nihil.


Artikel 50f

  • 1

    De consument wordt gedurende de termijn waarbinnen hij het in artikel 50d lid 1 bedoelde recht van ontbinding kan uitoefenen, niet verzocht om of verplicht tot:

    • a.

      vooruitbetaling;

    • b.

      de verstrekking van garanties;

    • c.

      de reservering van geld op rekeningen;

    • d.

      schuldbekentenissen, of

    • e.

      betaling van enige andere vergoeding.

  • 2

    Binnen de in het vorige lid genoemde termijn gedane vooruitbetalingen gelden als onverschuldigd betaald.


Artikel 86

  • 1

    De rechtbank kan, wanneer daartoe gegronde redenen bestaan, op verzoek van een echtgenoot bepalen dat deze niet aansprakelijk zal zijn voor de door de andere echtgenoot in het vervolg aangegane verbintenissen als bedoeld in het vorige artikel.

  • 2

    Een overeenkomstig dit artikel gegeven rechterlijke beschikking kan bij veranderde omstandigheden op gelijke wijze als zij is tot stand gekomen, worden gewijzigd of opgeheven.

  • 3

    De beschikking kan aan derden die van haar bestaan onkundig waren, slechts worden tegengeworpen, indien zij ingeschreven was in het huwelijksgoederenregister, aangewezen in artikel 116 van dit boek, en na de inschrijving veertien dagen waren verlopen.

  • 4

    In de beschikking kan worden bepaald dat zij bovendien moet worden bekend gemaakt in een of meer door de rechter aangewezen dagbladen. In dat geval werkt de beschikking ten nadele van derden die daarvan onkundig waren, ook niet vóór deze bekendmaking.


Artikel 6

Vreemd recht wordt niet toegepast, voor zover de toepassing ervan kennelijk onverenigbaar is met de openbare orde.


Artikel 11 [Vervallen per 01-01-2002]

[Vervallen]



Artikel 50g

  • 1

    Op de overeenkomst betreffende een vakantieproduct van lange duur zijn de artikelen 50a tot en met 50f van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat de informatie, bedoeld in artikel 50b, wordt verstrekt overeenkomstig het in bijlage II bij de richtlijn opgenomen model.

  • 2

    De prijs van de overeenkomst betreffende een vakantieproduct van lange duur, met inbegrip van de eventuele ledencontributie, wordt voldaan in gelijke jaarlijkse termijnen. Elke andere betaling geldt als onverschuldigd.

  • 3

    De handelaar zendt de consument ten minste veertien dagen voor elke vervaldag van een betalingstermijn schriftelijk, op een duurzame gegevensdrager, een verzoek om betaling.

  • 4

    De consument kan vanaf de tweede betalingstermijn de overeenkomst opzeggen zonder dat hij een boete verschuldigd is door binnen veertien dagen na ontvangst van het betalingsverzoek, bedoeld in het vorige lid, een daartoe strekkende verklaring te zenden aan de handelaar.


Artikel 67b

Indien de vennootschap in afwijking van artikel 67a het bedrag van de aandelen wijzigt, behoeft deze wijziging de goedkeuring van elke groep van aandeelhouders aan wier rechten de wijziging afbreuk doet. Bestaat krachtens de wijziging recht op geld of schuldvorderingen, dan mag het totale bedrag daarvan een tiende van het gewijzigde nominale bedrag van de aandelen niet te boven gaan.


Artikel 87

  • 1

    Indien een echtgenoot ten laste van het vermogen van de andere echtgenoot een goed dat tot zijn eigen vermogen zal behoren, verkrijgt of indien ten laste van het vermogen van de andere echtgenoot een schuld ter zake van een tot zijn eigen vermogen behorend goed wordt voldaan of afgelost, ontstaat voor de eerstgenoemde echtgenoot een plicht tot vergoeding.

  • 2

    De vergoeding beloopt een gedeelte van de waarde van het goed op het tijdstip waarop de vergoeding wordt voldaan. Dit gedeelte:

    • a.

      is in het geval van een verkrijging ten laste van het vermogen van de andere echtgenoot evenredig aan het uit diens vermogen afkomstige aandeel in de tegenprestatie voor het goed;

    • b.

      komt in het geval van een voldoening of aflossing ten laste van het vermogen van de andere echtgenoot overeen met de verhouding tussen het uit diens vermogen voldane of afgeloste bedrag ten opzichte van de waarde van het goed op het tijdstip van die voldoening of aflossing.

  • 3

    Ten aanzien van de vergoeding gelden voorts de volgende regels:

    • a.

      tenzij de echtgenoot het vermogen van de andere echtgenoot met diens toestemming heeft aangewend op de wijze als bedoeld in het eerste lid, beloopt de vergoeding ten minste het nominale bedrag dat ten laste van het vermogen van de andere echtgenoot is gekomen;

    • b.

      ter zake van goederen die naar hun aard bestemd zijn om te worden verbruikt, beloopt de vergoeding steeds het nominale bedrag dat ten laste van het vermogen van de andere echtgenoot is gekomen;

    • c.

      ter zake van goederen die inmiddels zijn vervreemd zonder dat daarvoor andere goederen in de plaats zijn gekomen, wordt in plaats van de waarde, bedoeld in de aanhef van het tweede lid, uitgegaan van de waarde ten tijde van de vervreemding. Met een vervreemding wordt gelijkgesteld het onherroepelijk worden van een begunstiging bij een sommenverzekering of een andere begunstiging bij een beding ten behoeve van een derde.

  • 4

    Echtgenoten kunnen bij overeenkomst afwijken van het eerste lid tot en met het derde lid. Geen vergoeding is verschuldigd voorzover door de verkrijging, voldoening of aflossing ten laste van het vermogen van de andere echtgenoot wordt voldaan aan een op die echtgenoot rustende verbintenis.

  • 5

    Kan de vergoeding overeenkomstig het eerste tot en met het vierde lid niet nauwkeurig worden vastgesteld, dan wordt zij geschat.


Artikel 7

  • 1

    Bepalingen van bijzonder dwingend recht zijn bepalingen aan de inachtneming waarvan een staat zo veel belang hecht voor de handhaving van zijn openbare belangen, zoals zijn politieke, sociale of economische organisatie, dat zij moeten worden toegepast op elk geval dat onder de werkingssfeer ervan valt, ongeacht welk recht overigens van toepassing is.

  • 2

    De toepassing van het recht waarnaar een verwijzingsregel verwijst, blijft achterwege, voor zover in het gegeven geval bepalingen van Nederlands bijzonder dwingend recht toepasselijk zijn.

  • 3

    Bij de toepassing van het recht waarnaar een verwijzingsregel verwijst, kan gevolg worden toegekend aan bepalingen van bijzonder dwingend recht van een vreemde staat waarmee het geval nauw is verbonden. Bij de beslissing of aan deze bepalingen gevolg moet worden toegekend, wordt rekening gehouden met hun aard en strekking alsmede met de gevolgen die uit het toepassen of het niet toepassen van deze bepalingen zouden voortvloeien.


Artikel 12 [Vervallen per 01-01-2002]

[Vervallen]


Artikel 2e

  • 1

    Artikel 2a is niet van toepassing met betrekking tot de arbeidsverhouding van degene, die arbeid verricht in de uitoefening van een bedrijf of in de zelfstandige uitoefening van een beroep.

  • 2

    Artikel 2b, eerste lid, en artikel 2c, eerste lid, zijn niet van toepassing met betrekking tot de arbeidsverhouding van degene, die:

    • a.

      arbeid verricht in de uitoefening van een bedrijf of in de zelfstandige uitoefening van een beroep;

    • b.

      het verrichten van de arbeid rechtstreeks is overeengekomen met een natuurlijk persoon ten behoeve van diens persoonlijke aangelegenheden;

    • c.

      arbeid van overwegend geestelijke aard verricht;

    • d.

      werkzaam is in een arbeidsverhouding, die in overwegende mate beheerst wordt door een familieverhouding;

    • e.

      anders dan bij wijze van beroep, als auteur of redactiemedewerker werkzaam is voor een uitgever;

    • f.

      werkzaam is op basis van een voor aanvang van de betaling van de beloning gesloten schriftelijke overeenkomst waaruit blijkt dat het de bedoeling is van beide partijen dat de artikelen 2b en 2c niet van toepassing zijn.

  • 3

    Voor de toepassing van het tweede lid, onderdeel a, wordt degene die melkvervoer verricht krachtens een vervoersovereenkomst en die daarvoor een eigen vervoermiddel pleegt te gebruiken, geacht dit vervoer te verrichten in de uitoefening van een bedrijf.

  • 4

    Artikel 2ca is niet van toepassing:

    • a.

      met betrekking tot de arbeidsverhouding van degene, die arbeid verricht in de uitoefening van een bedrijf of in de zelfstandige uitoefening van een beroep;

    • b.

      met betrekking tot de arbeidsverhouding van degene, die het verrichten van de arbeid rechtstreeks is overeengekomen met een natuurlijk persoon ten behoeve van diens persoonlijke aangelegenheden;

    • c.

      indien wordt voldaan aan bij ministeriële regeling te stellen regels.


Artikel 50h

Op de overeenkomst van bijstand bij verhandelen en de uitwisselingsovereenkomst zijn artikel 50b, leden 1 tot en met 5 alsmede lid 7, en de artikelen 50c, 50d, 50e lid 1 en lid 2, aanhef en onderdeel c, alsmede artikel 50f van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat:

  • a.

    ten aanzien van de overeenkomst van bijstand bij verhandelen:

    • 1°.

      de informatie, bedoeld in artikel 50b, wordt verstrekt overeenkomstig het in bijlage III bij de richtlijn opgenomen model; en

    • 2°.

      artikel 50f toepassing vindt tot de overdracht of overname heeft plaatsgevonden of de overeenkomst op andere wijze wordt beëindigd;

  • b.

    ten aanzien van uitwisselingsovereenkomst:

    • 1°.

      de informatie, bedoeld in artikel 50b, wordt verstrekt overeenkomstig het in bijlage IV bij de richtlijn opgenomen model; en

    • 2°.

      als de overeenkomst wordt aangeboden samen met en op hetzelfde tijdstip als een overeenkomst betreffende gebruik in deeltijd, slechts een enkele termijn voor ontbinding als bedoeld in artikel 50d lid 1 geldt, waarbij de termijn voor beide overeenkomsten wordt berekend overeenkomstig lid 1 van dat artikel.


Artikel 88

  • 1

    Een echtgenoot behoeft de toestemming van de andere echtgenoot voor de volgende rechtshandelingen:

    • a.

      overeenkomsten strekkende tot vervreemding, bezwaring of ingebruikgeving en rechtshandelingen strekkende tot beëindiging van het gebruik van een door de echtgenoten tezamen of door de andere echtgenoot alleen bewoonde woning of van zaken die bij een zodanige woning of tot de inboedel daarvan behoren;

    • b.

      giften, met uitzondering van de gebruikelijke, niet bovenmatige;

    • c.

      overeenkomsten die ertoe strekken dat hij, anders dan in de normale uitoefening van zijn beroep of bedrijf, zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt, of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van de derde verbindt;

    • d.

      overeenkomsten van goederenkrediet als bedoeld in artikel 84 van Boek 7, behalve indien zij zaken betreffen die kennelijk uitsluitend of hoofdzakelijk ten behoeve van de normale uitoefening van zijn beroep of bedrijf strekken.

  • 2

    De echtgenoot behoeft de toestemming niet, indien hij tot het verrichten der rechtshandeling is verplicht op grond van de wet of op grond van een voorafgaande rechtshandeling waarvoor die toestemming is verleend of niet was vereist.

  • 3

    De toestemming moet schriftelijk of langs elektronische weg worden verleend, indien de wet voor het verrichten van de rechtshandeling een vorm voorschrijft.

  • 4

    In afwijking van lid 1, onder b, is geen toestemming vereist voor giften welke de strekking hebben dat zij pas zullen worden uitgevoerd na het overlijden van degene die de gift doet, en niet reeds tijdens diens leven worden uitgevoerd. Bestaat de gift in de aanwijzing van een begunstigde bij een sommenverzekering die tijdens het leven van de verzekeringnemer is aanvaard of kan worden aanvaard, dan is daarvoor wel toestemming vereist.

  • 5

    Toestemming voor een rechtshandeling als bedoeld in lid 1 onder c, is niet vereist, indien zij wordt verricht door een bestuurder van een naamloze vennootschap of van een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, die daarvan alleen of met zijn medebestuurders de meerderheid der aandelen houdt en mits zij geschiedt ten behoeve van de normale uitoefening van het bedrijf van die vennootschap.

  • 6

    Indien de andere echtgenoot door afwezigheid of een andere oorzaak in de onmogelijkheid verkeert zijn wil te verklaren of zijn toestemming niet verleent, kan de beslissing van de rechtbank worden ingeroepen.

  • 7

    Dit artikel is van toepassing ongeacht het recht dat van toepassing is op het huwelijksvermogensstelsel van de echtgenoten, indien de andere echtgenoot zijn gewone verblijfplaats heeft in Nederland ten tijde van het verrichten van een rechtshandeling, bedoeld in het eerste lid.


Artikel 8

  • 1

    Het recht dat is aangewezen door een wettelijke regel die berust op een veronderstelde nauwe band met dat recht, blijft bij uitzondering buiten toepassing, indien, gelet op alle omstandigheden van het geval, kennelijk de in die regel veronderstelde nauwe band slechts in zeer geringe mate bestaat, en met een ander recht een veel nauwere band bestaat. In dat geval wordt dat andere recht toegepast.

  • 2

    Lid 1 is niet van toepassing in geval van een geldige rechtskeuze van partijen.


Artikel 13 [Vervallen per 01-01-2002]

[Vervallen]


Artikel 2f

  • 1

    Indien een arbeidsverhouding zowel op grond van artikel 2 als op grond van de artikelen 2a, 2b of 2c, maar niet op grond van artikel 2ca, als dienstbetrekking wordt beschouwd, vindt alleen artikel 2 toepassing.

  • 2

    Indien een arbeidsverhouding zowel op grond van artikel 2a als op grond van de artikelen 2b of 2c, maar niet op grond van de artikelen 2 of 2ca, als dienstbetrekking wordt beschouwd, vindt alleen artikel 2a toepassing.

  • 3

    Indien een arbeidsverhouding ingeval artikel 2b, tweede tot en met vijfde lid, buiten beschouwing wordt gelaten zowel op grond van artikel 2b als op grond van artikel 2c, maar niet op grond van de artikelen 2, 2a of 2ca, als dienstbetrekking wordt beschouwd, vindt alleen artikel 2b toepassing.

  • 4

    Indien een arbeidsverhouding zowel op grond van artikel 2ca als op grond van de artikelen 2, 2a, 2b of 2c als dienstbetrekking wordt beschouwd, vindt alleen artikel 2ca toepassing. Voor de toepassing van de eerste zin wordt artikel 2e, vierde lid, buiten beschouwing gelaten.


Artikel 67c

  • 1

    Een naamloze vennootschap waarvan de statuten het maatschappelijk kapitaal en het bedrag van de aandelen in gulden vermelden, kan in het maatschappelijk verkeer de tegenwaarde in euro gebruiken tot ten hoogste twee cijfers achter de komma, mits daarbij wordt verwezen naar dit artikel. Dit gebruik van de tegenwaarde in euro heeft geen rechtsgevolg.

  • 2

    Indien een naamloze vennootschap waarvan de statuten het bedrag van het maatschappelijk kapitaal en het bedrag van de aandelen in gulden vermelden, na 1 januari 2002 een wijziging aanbrengt in een of meer bepalingen waarin bedragen in gulden worden uitgedrukt, worden in de statuten alle bedragen omgezet in euro. De artikelen 67a en 67b zijn van toepassing.


Artikel 50i

  • 1

    Op de termijnen genoemd in deze titel is Verordening (EEG, Euratom) nr. 1182/71 (PbEG L 124) van de Raad van 3 juni 1971 houdende vaststelling van de regels die van toepassing zijn op termijnen, data en aanvangs- en vervaltijden van overeenkomstige toepassing.

  • 2

    Van deze titel kan niet ten nadele van de consument worden afgeweken.

  • 3

    Is het toepasselijke recht op de overeenkomst dat van een derde land, dan past de rechter de voor de consument beschermende bepalingen van deze titel toe als de overeenkomst:

    • a.

      betrekking heeft op een onroerende zaak die is gelegen in een lidstaat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, of

    • b.

      niet rechtstreeks betrekking heeft op een onroerende zaak en de handelaar zijn handels- of beroepsactiviteit verricht in, dan wel deze activiteit met enigerlei middel richt op, een lidstaat van de Europese Unie of een andere staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en de overeenkomst onder die activiteit valt.

  • 4

    Deze titel is van toepassing op overeenkomsten tussen handelaren en consumenten.


Artikel 89

  • 1

    Een rechtshandeling die een echtgenoot in strijd met het vorige artikel heeft verricht, is vernietigbaar; slechts de andere echtgenoot kan een beroep op de vernietigingsgrond doen.

  • 2

    Het vorige lid geldt niet voor een andere handeling dan een gift, indien de wederpartij te goeder trouw was.

  • 3

    Het einde van het huwelijk en scheiding van tafel en bed hebben geen invloed op de bevoegdheid om ter vernietiging van een rechtshandeling van een echtgenoot een beroep op de vernietigingsgrond te doen, die voordien was ontstaan. Indien de andere echtgenoot dientengevolge schuldenaar uit die rechtshandeling wordt, geldt artikel 51 lid 3 van Boek 3 voor hem slechts, zolang de termijn van artikel 52 lid 1 van Boek 3 niet is verstreken.

  • 4

    De verklaring of rechtsvordering tot vernietiging behoeft in afwijking van de artikelen 50 lid 1 en 51 lid 2 van Boek 3 niet mede te worden gericht tot de echtgenoot die de handeling heeft verricht.

  • 5

    De echtgenoot die een beroep op de vernietigingsgrond heeft gedaan, kan tevens alle uit de nietigheid voortvloeiende rechtsvorderingen instellen.


Artikel 9

Aan een feit waaraan rechtsgevolgen toekomen naar het recht dat toepasselijk is volgens het internationaal privaatrecht van een betrokken vreemde staat, kunnen, ook in afwijking van het naar Nederlands internationaal privaatrecht toepasselijke recht, in Nederland dezelfde rechtsgevolgen worden toegekend voor zover de niet-toekenning van zodanige gevolgen een onaanvaardbare schending zou zijn van het bij partijen levende gerechtvaardigde vertrouwen of van de rechtszekerheid.


Artikel 2g

  • 1

    Als dienstbetrekking wordt voorts beschouwd, zo nodig in afwijking van artikel 5 van de wet, de arbeidsverhouding welke niet reeds op grond van de wet of de artikelen 2 tot en met 2ca, in samenhang met artikel 2e, als dienstbetrekking wordt beschouwd, mits:

    • a.

      de werkzaamheden van degene die de arbeid verricht, geen belastbare winst in zin van de Wet inkomstenbelasting 2001 genereren;

    • b.

      degene die de arbeid verricht, door middel van een gezamenlijke verklaring van hemzelf en de beoogde inhoudingsplichtige voor de eerste beoogde inhouding van loonbelasting aan de inspecteur meldt dat zijn arbeidsverhouding als dienstbetrekking moet worden beschouwd.

  • 2

    Zodra niet meer aan de voorwaarde, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, wordt voldaan, meldt degene die de arbeid verricht, dit aan de inspecteur.


Artikel 68 [Vervallen per 01-07-2011]

[Vervallen]


Artikel 90

  • 1

    Een echtgenoot is bevoegd tot het bestuur van zijn eigen goederen en, volgens de regels van artikel 97, tot het bestuur van goederen van een gemeenschap.

  • 2

    Het bestuur van een echtgenoot over een goed omvat de uitoefening van de daaraan verbonden bevoegdheden, daaronder begrepen de bevoegdheid tot beschikking en tot beheer en de bevoegdheid om ten aanzien van dat goed feitelijke handelingen te verrichten en toe te laten, onverminderd de bevoegdheden tot genot en gebruik die de andere echtgenoot overeenkomstig de huwelijksverhouding toekomen.

  • 3

    Tussen de echtgenoot die het hem toekomend bestuur overlaat aan de andere echtgenoot, en deze laatste zijn de bepalingen omtrent opdracht van overeenkomstige toepassing, met inachtneming van de aard van de huwelijksverhouding en de aard der goederen.

  • 4

    De echtgenoot die een goed bestuurt, kan als partij naast de andere echtgenoot toetreden tot een rechtshandeling die deze laatste met betrekking tot dat goed heeft verricht. De verklaring van toetreding wordt gericht tot hen die partij bij de rechtshandeling zijn; artikel 56 van Boek 3 is van overeenkomstige toepassing. Is voor het verrichten van de rechtshandeling een bepaalde vorm voorgeschreven, dan geldt voor de toetreding hetzelfde vereiste. De echtgenoot kan toetreding tot bijkomstige en tot reeds opeisbare rechten en verplichtingen uitsluiten; hij wordt geacht zich slechts te hebben verbonden onder eerbiediging van tevoren aan derden verleende rechten.


Artikel 10

Voor zover een rechtskeuze is toegelaten, dient deze uitdrukkelijk te zijn gedaan of anderszins voldoende duidelijk te blijken.


Artikel 2h


Artikel 69

  • 1

    De bestuurders zijn verplicht de vennootschap te doen inschrijven in het handelsregister en een authentiek afschrift van de akte van oprichting en van de daaraan ingevolge de artikelen 93a, 94 en 94a gehechte stukken, alsmede een afschrift van stukken die zijn opgesteld overeenkomstig artikel 94a lid 4, laatste zin, neer te leggen ten kantore van het handelsregister. Tegelijkertijd moeten zij opgave doen van het totaal van de vastgestelde en geraamde kosten die met de oprichting verband houden en ten laste van de vennootschap komen.

  • 2

    De bestuurders zijn naast de vennootschap hoofdelijk aansprakelijk voor elke tijdens hun bestuur verrichte rechtshandeling waardoor de vennootschap wordt verbonden in het tijdvak voordat:

    • a.

      de opgave ter eerste inschrijving in het handelsregister, vergezeld van de neer te leggen afschriften, is geschied,

    • b.

      het gestorte deel van het kapitaal ten minste het bij de oprichting voorgeschreven minimumkapitaal bedraagt, en

    • c.

      op het bij de oprichting geplaatste kapitaal ten minste een vierde van het nominale bedrag is gestort.

  • 3

    De aansprakelijkheid als bedoeld in lid 2, onderdelen b en c, geldt niet, indien toepassing is gegeven aan artikel 94a lid 4, laatste zin, en onverwijld na het afleggen van de accountantsverklaring namens de vennootschap de stortingen zijn opgevraagd die noodzakelijk zijn om te voldoen aan artikel 67 lid 3 en artikel 80 lid 1.


Artikel 91

  • 1

    Indien een echtgenoot door afwezigheid of een andere oorzaak in de onmogelijkheid verkeert zijn goederen of de goederen der gemeenschap te besturen, of in ernstige mate tekortschiet in het bestuur van de goederen der gemeenschap, kan de rechtbank op verzoek van de andere echtgenoot aan deze het bestuur over die goederen of een deel daarvan met uitsluiting van de eerstgenoemde echtgenoot opdragen. De rechter kan bij de opdracht nadere regelen stellen omtrent het bestuur en de vertegenwoordiging in de zin van lid 4.

  • 2

    De artikelen 86 leden 2-4 en 90 lid 3 zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 3

    De rechter gelast de oproeping van beide echtgenoten en, zo de in lid 1 eerstgenoemde echtgenoot een vertegenwoordiger heeft aangesteld, ook deze.

  • 4

    De echtgenoot aan wie het bestuur over goederen wordt opgedragen, is bevoegd tot vertegenwoordiging van de echtgenoot aan wie het wordt onttrokken, bij andere dan bestuurshandelingen met betrekking tot die goederen.


Artikel 11

  • 1

    Of een natuurlijke persoon minderjarig is en in hoeverre hij bekwaam is rechtshandelingen te verrichten, wordt bepaald door zijn nationale recht. Indien de betrokken persoon de nationaliteit van meer dan een staat bezit en hij in een van deze staten zijn gewone verblijfplaats heeft, geldt het recht van die staat als zijn nationale recht. Heeft hij zijn gewone verblijfplaats niet in een van deze staten, dan geldt als zijn nationale recht het recht van de staat van zijn nationaliteit, waarmee hij alle omstandigheden in aanmerking genomen het nauwst verbonden is.

  • 2

    Ten aanzien van een meerzijdige rechtshandeling die valt buiten het toepassingsgebied van de Verordening (EG) Nr. 593/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 17 juni 2008 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (Rome I) (PbEU L 177) is artikel 13 van die Verordening van overeenkomstige toepassing op het beroep op handelingsonbekwaamheid of handelingsonbevoegdheid van een natuurlijk persoon die partij is bij die rechtshandeling.


Artikel 3

  • 1

    Als degene tot wie de dienstbetrekking bestaat, wordt in de gevallen, bedoeld in de artikelen 2a, 2c, 2ca en 2g, beschouwd degene op wie de verplichting rust het loon te betalen.

  • 2

    Ingeval van een sekswerker wordt degene met wie of voor wie de seksuele handelingen worden verricht, niet beschouwd als degene tot wie de dienstbetrekking bestaat.


Artikel 70 [Vervallen per 01-01-1992]

[Vervallen]


Artikel 92

  • 1

    Is aan een derde niet kenbaar wie van de echtgenoten bevoegd is tot het bestuur over een roerende zaak die geen registergoed is, of een recht aan toonder, dan mag hij de echtgenoot die de zaak of het papier aan toonder onder zich heeft, bevoegd achten.

  • 2

    De echtgenoot die ten gevolge van een rechtshandeling van de andere echtgenoot door een derde te goeder trouw in het bestuur van een goed is gestoord, verliest het recht tot beëindiging van de stoornis, indien hij zich tegen de stoornis niet heeft verzet binnen een redelijke termijn nadat zij te zijner kennis is gekomen. De bevoegdheid van de echtgenoot tot beëindiging van de stoornis vervalt eveneens indien de derde hem een redelijke termijn heeft gesteld ter uitoefening van die bevoegdheid en hij daarvan geen gebruik heeft gemaakt.

  • 3

    Aan een derde kan niet worden tegengeworpen dat een vordering tot vergoeding welke tijdens het huwelijk is ontstaan wegens vermogensverschuiving tussen de echtgenoten onderling of tussen een der echtgenoten en een tussen hen bestaande gemeenschap, niet opeisbaar is.


Artikel 12

  • 1

    Een rechtshandeling is wat de vorm betreft geldig indien zij voldoet aan de vormvereisten van het recht dat op de rechtshandeling zelf van toepassing is, of van het recht van de staat waar de rechtshandeling is verricht.

  • 2

    Een rechtshandeling die is verricht tussen personen die zich in verschillende staten bevinden, is wat de vorm betreft geldig indien zij voldoet aan de vormvereisten van het recht dat op de rechtshandeling zelf van toepassing is, of van het recht van een van die staten, of van het recht van de staat waar een van die personen zijn gewone verblijfplaats heeft.

  • 3

    Indien de rechtshandeling is verricht door een vertegenwoordiger, wordt onder een staat als bedoeld in de leden 1 en 2, verstaan de staat waar de vertegenwoordiger zich ten tijde van het verrichten van de rechtshandeling bevindt, of waar deze op dat tijdstip zijn gewone verblijfplaats heeft.


Artikel 3bis

Degene die als musicus of anderszins als artiest optreedt, is geen artiest in de zin van artikel 5a van de wet, indien hij in Nederland woont en werkzaam is op basis van een voor aanvang van de betaling van de beloning gesloten schriftelijke overeenkomst waaruit blijkt dat het de bedoeling is van beide partijen dat hij geen artiest is in de zin van artikel 5a van de wet.


Artikel 71

  • 1

    Wanneer de naamloze vennootschap zich krachtens artikel 18 omzet in een vereniging, coöperatie of onderlinge waarborgmaatschappij, wordt iedere aandeelhouder lid, tenzij hij de schadeloosstelling heeft gevraagd, bedoeld in lid 2.

  • 2

    Op het besluit tot omzetting is artikel 100 van toepassing, tenzij de vennootschap zich omzet in een besloten vennootschap. Na zulk een besluit kan iedere aandeelhouder die niet met het besluit heeft ingestemd, de vennootschap schadeloosstelling vragen voor het verlies van zijn aandelen. Het verzoek tot schadeloosstelling moet schriftelijk aan de vennootschap worden gedaan binnen één maand nadat zij aan de aandeelhouder heeft meegedeeld, dat hij deze schadeloosstelling kan vragen. De mededeling geschiedt op de zelfde wijze als de oproeping tot een algemene vergadering.

  • 3

    Bij gebreke van overeenstemming wordt de schadeloosstelling bepaald door een of meer onafhankelijke deskundigen, ten verzoeke van de meest gerede partij te benoemen door de rechtbank bij de machtiging tot omzetting of door de voorzieningenrechter van die rechtbank. De artikelen 351 en 352 zijn van toepassing.


Artikel 92a

Deze titel is niet van toepassing op van tafel en bed gescheiden echtgenoten.


Artikel 13

Het recht dat een rechtsverhouding of rechtsfeit beheerst, is tevens van toepassing voor zover het ten aanzien van die rechtsverhouding of dat rechtsfeit wettelijke vermoedens vestigt of regels over de verdeling van de bewijslast bevat.


Artikel 3a

Ingeval degene die ter voorziening in de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan periodieke uitkeringen ingevolge de Participatiewet verstrekt, bij het vaststellen van de hoogte van die uitkeringen rekening houdt met een rechtstreeks uit het familierecht voortvloeiende uitkering of verstrekking in de zin van artikel 3.101, eerste lid, onderdeel b, van de Wet inkomstenbelasting 2001, niet zijnde een termijn van lijfrente, als bedoeld in artikel 11, eerste lid, onderdeel a, wordt deze geacht die uit het familierecht voortvloeiende uitkering of verstrekking als loon in geld ingevolge de Participatiewet te verstrekken.


Artikel 72

  • 1

    Wanneer een besloten vennootschap zich krachtens artikel 18 omzet in een naamloze vennootschap, wordt aan de akte van omzetting een verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393 lid 1 gehecht waaruit blijkt dat het eigen vermogen van de vennootschap op een dag binnen vijf maanden voor de omzetting ten minste overeenkwam met het gestorte en opgevraagde deel van het kapitaal.

  • 2

    Wanneer een andere rechtspersoon zich krachtens artikel 18 omzet in een naamloze vennootschap, worden aan de akte van omzetting gehecht:

    • a.

      een verklaring van een accountant als bedoeld in artikel 393 lid 1, waaruit blijkt dat het eigen vermogen van de rechtspersoon op een dag binnen vijf maanden voor de omzetting ten minste het bedrag beloopt van het gestorte deel van het geplaatste kapitaal volgens de akte van omzetting; bij het eigen vermogen mag de waarde worden geteld van hetgeen na die dag uiterlijk onverwijld na de omzetting op aandelen zal worden gestort;

    • b.

      indien de rechtspersoon leden heeft, de schriftelijke toestemming van ieder lid wiens aandelen niet worden volgestort door omzetting van de reserves van de rechtspersoon;

    • c.

      indien een stichting wordt omgezet, de rechterlijke machtiging daartoe.

  • 3

    Wanneer een vereniging, coöperatie of onderlinge waarborgmaatschappij zich krachtens artikel 18 omzet in een naamloze vennootschap, wordt ieder lid aandeelhouder. De omzetting kan niet geschieden, zolang een lid nog kan opzeggen op grond van artikel 36 lid 4.


Artikel 14

Of een recht of rechtsvordering is verjaard of vervallen, wordt bepaald door het recht dat van toepassing is op de rechtsverhouding waaruit dat recht of die rechtsvordering is ontstaan.


Artikel 4

Degene tot wie een werknemer in dienstbetrekking staat - of, indien krachtens artikel 8, van de wet een ander als inhoudingsplichtige is aangewezen, die ander - wordt geacht aan de werknemer het loon te verstrekken, dat deze uit hoofde van zijn dienstbetrekking geniet van een niet-inhoudingsplichtige.


Artikel 73 [Vervallen per 01-09-1994]

[Vervallen]


Artikel 15

  • 1

    Indien het nationale recht van een natuurlijke persoon van toepassing is en de staat van de nationaliteit van de betrokken persoon twee of meer rechtsstelsels kent die van toepassing zijn op verschillende categorieën personen of in verschillende gebiedsdelen, bepalen de in die staat ter zake geldende regels welk van die rechtsstelsels van toepassing is.

  • 2

    Indien het recht van de gewone verblijfplaats van een natuurlijke persoon van toepassing is en de staat van de gewone verblijfplaats van de betrokken persoon twee of meer rechtsstelsels kent die van toepassing zijn op verschillende categorieën personen, bepalen de in die staat ter zake geldende regels welk van die rechtsstelsels van toepassing is.

  • 3

    Indien de in de leden 1 en 2 bedoelde regels in een staat ontbreken of in de gegeven omstandigheden niet tot aanwijzing van een toepasselijk rechtsstelsel leiden, wordt het rechtsstelsel van die staat toegepast waarmee de betrokken persoon alle omstandigheden in aanmerking genomen het nauwst verbonden is.


Artikel 5

Als loon van een uitvoerder van aangenomen werk, en van een thuiswerker wordt aangemerkt het gehele door de aanbesteder, onderscheidenlijk de opdrachtgever verstrekte loon, verminderd met het loon van de hulpen. Deze vermindering is slechts van toepassing voor zover de uitvoerder van aangenomen werk en de thuiswerker aan de aanbesteder, onderscheidenlijk de opdrachtgever een door hem en zijn hulpen ondertekende verklaring doet toekomen waaruit het loon van ieder van de hulpen blijkt.


Artikel 16

  • 1

    Indien het nationale recht van een natuurlijke persoon van toepassing is en de betrokken persoon staatloos is of zijn nationaliteit niet kan worden vastgesteld, geldt als zijn nationale recht het recht van de staat waar hij zijn gewone verblijfplaats heeft.

  • 2

    De rechten welke deze persoon vroeger heeft verkregen en welke uit de persoonlijke staat voortvloeien, in het bijzonder de rechten voortvloeiende uit het huwelijk, worden geëerbiedigd.


Artikel 6 [Vervallen per 01-01-2001]

[Vervallen]


Artikel 74

  • 1

    Op verzoek van het openbaar ministerie ontbindt de rechtbank de naamloze vennootschap wanneer deze haar doel, door een gebrek aan baten, niet kan bereiken, en kan de rechtbank de vennootschap ontbinden, wanneer deze haar werkzaamheid tot verwezenlijking van haar doel heeft gestaakt. Het openbaar ministerie deelt de Kamer van Koophandel mee dat het voornemens is een verzoek tot ontbinding in te stellen.

  • 2

    De rechtbank ontbindt de vennootschap op verzoek van het openbaar ministerie wanneer het geplaatste kapitaal of het gestorte deel daarvan geringer is dan het minimumkapitaal.

  • 3

    Alvorens de ontbinding uit te spreken kan de rechter de vennootschap in de gelegenheid stellen binnen een door hem te bepalen termijn het verzuim te herstellen of zich om te zetten in een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid.


Artikel 17

  • 1

    De persoonlijke staat van een vreemdeling aan wie een verblijfsvergunning als bedoeld in artikel 28 of artikel 33 van de Vreemdelingenwet 2000 is verleend, van een vreemdeling aan wie een verblijfsdocument is afgegeven waarop een aantekening als bedoeld in artikel 45c van die wet is geplaatst, alsmede van een vreemdeling die een overeenkomstige verblijfsstatus in het buitenland heeft verkregen, wordt beheerst door het recht van zijn woonplaats, of, indien hij geen woonplaats heeft, door het recht van zijn verblijfplaats.

  • 2

    De rechten welke deze vreemdeling vroeger heeft verkregen en welke uit de persoonlijke staat voortvloeien, in het bijzonder de rechten voortvloeiende uit het huwelijk, worden geëerbiedigd.


Artikel 7

  • 1

    De belasting naar het belastbare loon dat wordt genoten door de in artikel 33, tweede lid, onderdeel c, van de wet bedoelde werknemers, bedraagt het in de voor hen geldende loonbelastingtabel aangewezen percentage van het tabelloon, met dien verstande dat dit percentage wordt verhoogd tot 52 ingeval de werknemer zijn naam, adres of woonplaats niet aan de inhoudingsplichtige heeft verstrekt dan wel, ingeval de werknemer loon uit tegenwoordige dienstbetrekking geniet, zijn identiteit niet is vastgesteld overeenkomstig artikel 28, onderdeel f, van de wet, alsmede ingeval de werknemer ter zake onjuiste gegevens heeft verstrekt en de inhoudingsplichtige dit weet of redelijkerwijs moet weten.

  • 2

    Het tabelloon is:

  • 3

    Het bepaalde in de vorige leden is niet van toepassing met betrekking tot uitkeringen ingevolge socialeverzekeringswetten die zonder tussenkomst van de inhoudingsplichtige worden genoten.


Artikel 75

  • 1

    Uit alle geschriften, gedrukte stukken en aankondigingen, waarin de naamloze vennootschap partij is of die van haar uitgaan, met uitzondering van telegrammen en reclames, moeten de volledige naam van de vennootschap en haar woonplaats duidelijk blijken.

  • 2

    Indien melding wordt gemaakt van het kapitaal van de vennootschap, moet in elk geval worden vermeld welk bedrag is geplaatst, en hoeveel van het geplaatste bedrag is gestort.


Artikel 76 [Vervallen per 25-11-1988]

[Vervallen]


Artikel 76a

  • 1

    Onder beleggingsmaatschappij met veranderlijk kapitaal wordt verstaan een naamloze vennootschap,

    • a.

      die uitsluitend ten doel heeft haar vermogen zodanig te beleggen dat de risico’s daarvan worden gespreid, ten einde haar aandeelhouders in de opbrengst te doen delen,

    • b.

      waarvan het bestuur krachtens de statuten bevoegd is aandelen in haar kapitaal uit te geven, te verwerven en te vervreemden,

    • c.

      waarvoor aan een beheerder een vergunning of verklaring van ondertoezichtstelling is verleend als bedoeld in de Wet op het financieel toezicht voor plaatsing van haar aandelen, en

    • d.

      waarvan de statuten bepalen dat de vennootschap beleggingsmaatschappij met veranderlijk kapitaal is.

  • 2

    De vennootschap doet aan het handelsregister en aan de Stichting Autoriteit Financiële Markten opgave dat zij een beleggingsmaatschappij met veranderlijk kapitaal is. Deze woorden moeten ook in alle geschriften, gedrukte stukken en aankondigingen, waarin de beleggingsmaatschappij met veranderlijk kapitaal partij is of die van haar uitgaan, met uitzondering van telegrammen en reclames, duidelijk bij haar naam worden vermeld.


Artikel 77 [Vervallen per 01-01-2014]

[Vervallen]


Artikel 78

Wanneer in de statuten wordt gesproken van de houders van zoveel aandelen als tezamen een zeker gedeelte van het maatschappelijk kapitaal der vennootschap uitmaken, wordt, tenzij het tegendeel uit de statuten blijkt, onder kapitaal verstaan het geplaatste gedeelte van het maatschappelijk kapitaal.


Artikel 78a

Voor de toepassing van de artikelen 87, 96, 96a, 101 lid 6 en 129 wordt onder orgaan van de vennootschap verstaan de algemene vergadering, de vergadering van houders van aandelen van een bijzonder soort, het bestuur, de raad van commissarissen en de gemeenschappelijke vergadering van het bestuur en de raad van commissarissen.


Titel VI De kosten van de ambtelijke werkzaamheden

Titel VI De kosten van de ambtelijke werkzaamheden


Hoofdstuk 2 Inkomstenbelasting

Hoofdstuk 2 Inkomstenbelasting


Eerste Boek De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad

Eerste Boek De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad



§ 1 Algemene bepalingen


Tweede titel Van procedures betreffende een nalatenschap of een gemeenschap

Tweede titel Van procedures betreffende een nalatenschap of een gemeenschap


§ 4.2 Handhavingsbevoegdheden

§ 4.2 Handhavingsbevoegdheden


Hoofdstuk IIA Vrije vergoedingen en verstrekkingen

Hoofdstuk IIA Vrije vergoedingen en verstrekkingen


Hoofdstuk IV Uitvoer van goederen

Hoofdstuk IV Uitvoer van goederen


Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Hoofdstuk I Algemene bepalingen


Hoofdstuk 1 Aanpassingen


Hoofdstuk 2 De verzekerden

Hoofdstuk 2 De verzekerden


Afdeling 2 De raad van commissarissen bij de grote coöperatie en bij de grote onderlinge waarborgmaatschappij

Afdeling 2 De raad van commissarissen bij de grote coöperatie en bij de grote onderlinge waarborgmaatschappij


Afdeling 2.1 Belastingplichtigen

Afdeling 2.1 Belastingplichtigen


Artikel 54

  • 1

    Bij algemene maatregel van bestuur worden voor het verrichten van ambtelijke werkzaamheden tarieven dan wel regels vastgesteld ter bepaling van het honorarium dat de notaris de cliënt in rekening brengt, voor zover zulks kennelijk noodzakelijk is om de continuïteit van een toegankelijke notariële dienstverlening te waarborgen.

  • 2

    Het eerste lid kan zonodig onmiddellijk nadat de in artikel 127, tweede en derde lid, bedoelde overgangsregeling is geëindigd, worden toegepast.


Wet van 24 januari 2018, houdende regels voor het kunnen verlenen van verplichte zorg aan een persoon met een psychische stoornis (Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg)


Artikel 369

  • 1

    Het in deze afdeling bepaalde is niet van toepassing op een natuurlijke persoon die geen zelfstandig beroep of bedrijf uitoefent, noch op een bank als bedoeld in artikel 212g, onderdeel a, noch op een beleggingsonderneming als bedoeld in artikel 212oo, tweede zin, noch op een verzekeraar als bedoeld in artikel 213, onderdeel a, noch op een centrale tegenpartij als bedoeld in artikel 213ll, onderdeel c, als schuldenaar. In deze afdeling wordt verstaan onder MKB-onderneming: een onderneming waar minder dan 250 personen werkzaam zijn en waarvan de jaaromzet in het voorgaande boekjaar € 50 miljoen of het balanstotaal aan het eind van het voorgaande boekjaar € 43 miljoen niet overschreed.

  • 2

    Het in deze afdeling ten aanzien van stemgerechtigde schuldeisers of aandeelhouders bepaalde, is van toepassing op de schuldeisers en aandeelhouders die overeenkomstig artikel 381, tweede lid, stemgerechtigd zijn.

  • 3

    Als de schuldenaar een vereniging of coöperatie is, is het in deze afdeling ten aanzien van aandeelhouders bepaalde van overeenkomstige toepassing op de leden.

  • 4

    Het in deze afdeling bepaalde is niet van toepassing op:

    • a.

      rechten van werknemers in dienst van de schuldenaar die voortvloeien uit arbeidsovereenkomsten in de zin van artikel 610 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek;

    • b.

      vorderingen ter zake van reeds vervallen of in de toekomst tot uitkering komende termijnen van pensioen;

    • c.

      financiëlezekerheidsovereenkomsten en verrekenbedingen in de zin van artikel 51 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek; en

    • d.

      bevoegdheden als bedoeld in artikel 212b, tweede lid en opdrachten en daaruit voortvloeiende rechtshandelingen als bedoeld in artikel 212b, derde lid.

    Onder rechten van werknemers als bedoeld in onderdeel a worden mede verstaan vorderingen van werknemers tot betaling door hun werkgever van premie aan een pensioenuitvoerder, een pensioeninstelling uit een andere lidstaat of een verzekeraar met zetel buiten Nederland als bedoeld in artikel 23, eerste lid, van de Pensioenwet of, als de pensioenovereenkomst niet wordt beheerst door Nederlands recht, een soortgelijke instelling uit een andere lidstaat in de Europese Unie of een derde-land.

  • 5

    Behoudens de gevallen waarin sprake is van de aanwijzing van een herstructureringsdeskundige, bedoeld in artikel 371, is het in deze afdeling bepaalde niet van toepassing als de schuldenaar in de afgelopen drie jaar een akkoord heeft aangeboden dat bij een stemming als bedoeld in artikel 381 door alle klassen is verworpen of ten aanzien waarvan de rechtbank op de voet van artikel 384 de homologatie heeft geweigerd.

  • 6

    Een akkoord kan op basis van deze afdeling naar keuze worden voorbereid en aangeboden in een besloten akkoordprocedure buiten faillissement of een openbare akkoordprocedure buiten faillissement.

  • 7

    Of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft om verzoeken als bedoeld in deze afdeling in behandeling te nemen wordt bepaald:

    • a.

      op grond van de in artikel 5, derde lid, genoemde verordening voor zover het verzoeken betreft die worden ingediend in het kader van een openbare akkoordprocedure buiten faillissement en de genoemde verordening van toepassing is, dan wel

    • b.
  • 8

    Het in deze afdeling ten aanzien van de rechtbank bepaalde is van toepassing op de rechtbank die ingevolge de artikelen 262 of 269 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering relatief bevoegd is om verzoeken als bedoeld in deze afdeling in behandeling te nemen. Heeft een rechtbank zich in het kader van een besloten akkoordprocedure buiten faillissement of een openbare akkoordprocedure buiten faillissement eenmaal relatief bevoegd verklaard om kennis te nemen van een verzoek ten aanzien van een schuldenaar, dan is deze rechtbank met uitsluiting van andere relatief bevoegde rechtbanken, eveneens relatief bevoegd om kennis te nemen van alle verdere verzoeken die in die procedure op grond van deze afdeling ten aanzien van de schuldenaar worden ingediend. Bieden meerdere rechtspersonen die samen een groep vormen als bedoeld in artikel 24b van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek tegelijkertijd een akkoord aan op grond van deze afdeling, dan kunnen zij één van de gerechten die relatief bevoegd is, in een gezamenlijk verzoek vragen kennis te nemen van alle verzoeken die worden ingediend in het kader van de totstandkoming van een akkoord ten aanzien van deze rechtspersonen op grond van deze afdeling.

  • 9

    Verzoeken aan de rechter in het kader van deze afdeling worden in raadkamer behandeld, tenzij het akkoord wordt voorbereid en aangeboden in het kader van een openbare akkoordprocedure buiten faillissement.

  • 10

    Tegen de beslissingen van de rechtbank in het kader van deze afdeling staat geen rechtsmiddel open, tenzij anders is bepaald.

  • 11

    Het in deze afdeling bepaalde doet geen afbreuk aan:

    • a.

      het bepaalde in Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (PbEU 2012, L 201);

    • b.

      de voorschriften inzake de bescherming van geldmiddelen voor betaalinstellingen uit hoofde van Richtlijn (EU) 2015/2366 van het Europees Parlement en de Raad van 25 november 2015 betreffende betalingsdiensten in de interne markt, houdende wijziging van de Richtlijnen 2002/65/EG, 2009/110/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010 en houdende intrekking van Richtlijn 2007/64/EG (PbEU 2015, L 337); en

    • c.

      de voorschriften inzake de bescherming van geldmiddelen voor elektronischgeldinstellingen uit hoofde van Richtlijn 2009/110/EG van het Europees Parlement en de Raad van 16 september 2009 betreffende de toegang tot, de uitoefening van en het prudentieel toezicht op de werkzaamheden van instellingen voor elektronisch geld, tot wijziging van de Richtlijnen 2005/60/EG en 2006/48/EG en tot intrekking van Richtlijn 2000/46/EG (PbEU 2009, L 267).


Artikel 28

De toezichthoudende autoriteit kan een ieder die niet voldoet aan een ingevolge deze wet op hem rustende verplichting een aanwijzing geven om binnen een door de toezichthoudende autoriteit gestelde redelijke termijn ten aanzien van in de aanwijzingsbeschikking aan te geven punten een bepaalde gedragslijn te volgen.


Artikel 15 [Vervallen per 01-01-2011]

[Vervallen]


Artikel 24

  • 1

    Aan lichamen in de zin van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, andere dan ondernemers, die goederen in ongebruikte staat uitvoeren uit de Unie of plaatsen onder de regeling douane-entrepot op basis van artikel 237, tweede lid, van het Douanewetboek van de Unie in het kader van hun menslievende, liefdadige of opvoedkundige werk buiten de Unie, wordt op verzoek teruggaaf verleend van de voor die goederen betaalde belasting.

  • 2

    Ten behoeve van natuurlijke personen die, anders dan als ondernemer, goederen uitvoeren uit de Unie, kan op bij ministeriële regeling te bepalen wijze en onder daarbij te stellen voorwaarden en beperkingen ontheffing worden verleend van de belasting die is verschuldigd ter zake van de levering van die goederen.


Artikel 1

  • 1

    Deze wet geldt bij de bepaling, de vaststelling en de verstrekking van de waarde van in Nederland gelegen onroerende zaken ten behoeve van afnemers.

  • 2

    Het college van burgemeester en wethouders is belast met de uitvoering van deze wet, tenzij de gemeenteambtenaar, bedoeld in artikel 231, tweede lid, onderdeel b, van de Gemeentewet, hiermee is belast.


Artikel 63a

In deze afdeling wordt onder een afhankelijke maatschappij verstaan:

  • a.

    een rechtspersoon waaraan de coöperatie of onderlinge waarborgmaatschappij of een of meer afhankelijke maatschappijen alleen of samen voor eigen rekening ten minste de helft van het geplaatste kapitaal verschaffen.

  • b.

    een vennootschap waarvan een onderneming in het handelsregister is ingeschreven en waarvoor de coöperatie of onderlinge waarborgmaatschappij als vennote jegens derden volledig aansprakelijk is voor alle schulden.


Artikel 2.1 Belastingplichtigen

Artikel 2.1 Belastingplichtigen

  • 1

    Belastingplichtigen voor de inkomstenbelasting zijn de natuurlijke personen die:

    • a.

      in Nederland wonen (binnenlandse belastingplichtigen) of

    • b.

      niet in Nederland wonen maar wel Nederlands inkomen genieten (buitenlandse belastingplichtigen).

  • 2

    Nederlands inkomen is inkomen bedoeld in hoofdstuk 7.


Artikel 55

  • 1

    De notaris is verplicht om op verzoek van de cliënt een rekening van zijn honorarium voor ambtelijke werkzaamheden en de overige aan de zaak verbonden kosten op te maken, waaruit duidelijk blijkt op welke wijze het in rekening gebrachte bedrag is berekend.

  • 2

    Bij verordening worden regels gesteld betreffende de inrichting van een algemene klachten- en geschillenregeling voor het notariaat, waaronder de instelling van een geschillencommissie.


Wet van 24 januari 2018, houdende regels voor het kunnen verlenen van verplichte zorg aan een persoon met een psychische stoornis (Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg)

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Alzo Wij in overweging genomen hebben, dat het wenselijk is regels te stellen voor het als uiterste middel verlenen van verplichte zorg op maat aan personen met een psychische stoornis, die aansluiten bij ontwikkelingen in de geestelijke gezondheidszorg en internationale ontwikkelingen;

Zo is het, dat Wij, de Raad van State gehoord, en met gemeen overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk Wij goedvinden en verstaan bij deze:


Artikel 29

De toezichthoudende autoriteit kan een last onder dwangsom opleggen ter zake van:

  • a.

    overtreding van de bij of krachtens de artikelen 1e, 2, 2a, 2b, 2c, 2d, 2e, eerste en tweede lid, 2f, eerste, tweede en vierde lid, 3, eerste tot en met negende en elfde lid, 3a, eerste en tweede lid, 4, eerste lid, tweede lid, tweede volzin, en derde lid, 5, eerste, derde en vijfde lid, 6, 7, tweede lid, 8, 9, 10, tweede lid, 10c, eerste lid, 11, 16, 17, tweede lid, 20a, 20b, 23, eerste, tweede en vierde lid, 23a, 23b, 23c, eerste lid en derde lid, 23e, eerste, tweede en derde lid, 23g, eerste en tweede lid, 23h, eerste, tweede, derde en vijfde lid, 23i, 23j, eerste en tweede lid, 33, 34, 35, 35a en 38 van deze wet gestelde regels;

  • b.

    overtreding van artikel 1a, zesde lid, voor zover de overtreding betrekking heeft op de regels die bij of krachtens de in onderdeel a genoemde artikelen zijn gesteld;

  • c.

    overtreding van de bij of krachtens de artikelen 4 tot en met 14 en 16, eerste lid, van de verordening betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie gestelde regels;

  • d.

    overtreding van de bij of krachtens de verordening inzake de veiling van broeikasgasemissierechten gestelde regels;

  • e.

    overtreding van de bij of krachtens een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verordening als bedoeld in artikel 1d, vierde lid, gestelde regels;

  • f.

    het geen gevolg geven dan wel niet tijdig of onvolledig gevolg geven aan een aanwijzing als bedoeld in artikel 28.


Artikel 15a [Vervallen per 01-01-2011]

[Vervallen]


Artikel 2

In deze wet wordt verstaan onder:

  • afnemer: bestuursorgaan dat op grond van een wettelijk voorschrift bevoegd is tot gebruik van een waardegegeven;

  • authentiek gegeven: in een basisregistratie opgenomen gegeven dat bij wettelijk voorschrift als authentiek is aangemerkt;

  • basisregistratie: verzameling gegevens waarvan bij wet is bepaald dat deze authentieke gegevens bevat;

  • belastingen: belastingen geheven door het Rijk, de gemeenten en de waterschappen;

  • college: college van burgemeester en wethouders;

  • Dienst: Dienst voor het kadaster en de openbare registers als genoemd in artikel 2 van de Organisatiewet Kadaster;

  • landelijke voorziening WOZ: landelijke voorziening als bedoeld in artikel 37aa;

  • Onze Minister: Onze Minister van Financiën;

  • terugmelding: melding als bedoeld in artikel 37f, eerste lid;

  • waardegegeven: op de voet van hoofdstuk IV van deze wet vastgestelde waarde van een onroerende zaak;

  • de wet: de Wet waardering onroerende zaken.


Artikel 63b

  • 1

    Een coöperatie of onderlinge waarborgmaatschappij moet, indien lid 2 op haar van toepassing is, binnen twee maanden na de vaststelling van haar jaarrekening door de algemene vergadering, aan het handelsregister opgeven dat zij voldoet aan de in lid 2 gestelde voorwaarden. Totdat artikel 63c lid 3 toepassing heeft gevonden, vermeldt het bestuur in elk volgend bestuursverslag wanneer de opgave is gedaan; wordt de opgaaf doorgehaald, dan wordt daarvan melding gemaakt in het eerste bestuursverslag dat na de doorhaling wordt uitgebracht.

  • 2

    De verplichting tot opgave geldt, indien:

    • a.

      het eigen vermogen volgens de balans met toelichting ten minste een bij koninklijk besluit vastgesteld grensbedrag beloopt,

    • b.

      de rechtspersoon of een afhankelijke maatschappij krachtens wettelijke verplichting een ondernemingsraad heeft ingesteld, en

    • c.

      bij de rechtspersoon en haar afhankelijke maatschappijen te zamen in de regel ten minste honderd werknemers in Nederland werkzaam zijn.

  • 3

    Het in onderdeel a van lid 2 genoemde grensbedrag wordt ten hoogste eenmaal in de twee jaren verhoogd of verlaagd, evenredig aan de ontwikkeling van een bij algemene maatregel van bestuur aan te wijzen prijsindexcijfer sedert een bij die maatregel te bepalen datum; het wordt daarbij afgerond op het naaste veelvoud van een miljoen euro. Het bedrag wordt niet opnieuw vastgesteld zo lang als het onafgeronde bedrag minder dan een miljoen euro afwijkt van het laatst vastgestelde bedrag.

  • 4

    Onder het eigen vermogen wordt in onderdeel a van lid 2 begrepen de gezamenlijke verrichte en nog te verrichten inbreng van vennoten bij wijze van geldschieting in afhankelijke maatschappijen die commanditaire vennootschap zijn, voor zover dit niet tot dubbeltelling leidt.


Artikel 56

  • 1

    De voorzitter van de kamer voor het notariaat kan op verzoek van een belanghebbende wiens financiële draagkracht de in artikel 34 van de Wet op de rechtsbijstand genoemde bedragen niet overschrijdt, een in het desbetreffende ressort gevestigde notaris opdragen de in het tweede lid genoemde ambtelijke werkzaamheden te verrichten tegen een bedrag waarvan de maximumhoogte het bedrag is van de ingevolge de algemene maatregel van bestuur, bedoeld in artikel 35, tweede lid, van de Wet op de rechtsbijstand, hoogst mogelijke eigen bijdrage.

  • 2

    Het eerste lid is van toepassing op werkzaamheden met betrekking tot:

    • a.

      notariële akten houdende testament, huwelijkse voorwaarden, partnerschapsvoorwaarden, samenlevingsovereenkomst en voogdijbenoeming;

    • b.

      notariële akten van scheiding van onverdeeldheden indien uit de onverdeeldheid de kosten van de notaris niet kunnen worden voldaan;

    • c.

      verklaringen van erfrecht indien het saldo van de boedel minder bedraagt dan het in artikel 34, tweede lid, van de Wet op de rechtsbijstand genoemde bedrag voor het vermogen van een alleenstaande.

  • 3

    De verzoeker legt aan de voorzitter een verklaring over van de raad voor rechtsbijstand, bedoeld in artikel 1, van de Wet op de rechtsbijstand, waaruit het inkomen van de verzoeker blijkt.

  • 4

    Voor degenen op wie de eerste drie leden niet van toepassing zijn geldt voor de daarin bedoelde ambtelijke werkzaamheden een tarief waarvan het maximum bedraagt vier maal het in het eerste lid bedoelde bedrag. Dit laatste maximum geldt niet indien het eigen vermogen van een partij bij de akte of van partijen tezamen meer bedraagt dan € 226 890. Dit bedrag kan bij ministeriële regeling worden gewijzigd voorzover de consumentenprijsindex daartoe aanleiding geeft.

  • 5

    Bij algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld met betrekking tot de wijze waarop de hoogte van het in het vierde lid bedoelde eigen vermogen wordt bepaald.


Artikel 2.2 Woonplaatsfictie

Artikel 2.2 Woonplaatsfictie

  • 1

    Een persoon die ophoudt in Nederland te wonen en binnen een jaar daarna weer in Nederland gaat wonen zonder intussen in een andere mogendheid of op de BES eilanden te hebben gewoond, wordt ook tijdens zijn afwezigheid geacht in Nederland te hebben gewoond. De vorige volzin is niet van toepassing indien de bedoelde persoon aannemelijk maakt dat hij in een lidstaat van de Europese Unie of een bij ministeriële regeling aangewezen mogendheid waarmee Nederland een regeling ter voorkoming van dubbele belasting is overeengekomen die voorziet in de uitwisseling van inlichtingen, als inwoner aan de belastingheffing is onderworpen en de heffingsgrondslagen in die lidstaat of andere mogendheid hoofdzakelijk gelijk zijn aan de in artikel 2.3 genoemde heffingsgrondslagen. De eerste volzin is evenmin van toepassing indien de bedoelde persoon aannemelijk maakt dat hij op de BES eilanden als inwoner onderworpen is aan de Wet inkomstenbelasting BES.

  • 2

    Een Nederlander die in dienstbetrekking staat tot de Staat der Nederlanden, wordt steeds geacht in Nederland te wonen indien hij is uitgezonden:

    • a.

      als lid van een diplomatieke, permanente of consulaire vertegenwoordiging van het Koninkrijk der Nederlanden in het buitenland; of

    • b.

      om in het kader van een verdrag waarbij de Staat der Nederlanden partij is, in een andere mogendheid werkzaamheden te verrichten.

  • 3

    Indien een Nederlander op grond van het tweede lid geacht wordt in Nederland te wonen, worden de partner en de kinderen die jonger zijn dan 27 jaar en die in belangrijke mate door hem worden onderhouden, tevens geacht in Nederland te wonen.


Artikel 30

De toezichthoudende autoriteit kan een bestuurlijke boete opleggen ter zake van:

  • a.

    overtreding van de bij of krachtens de artikelen 1e, 2, 2a, 2b, 2c, 2d, 2e, eerste en tweede lid, 2f, eerste, tweede en vierde lid, 3, eerste tot en met negende en elfde lid, 3a, eerste en tweede lid, 4, eerste lid, tweede lid, tweede volzin, en derde lid, 5, eerste, derde en vijfde lid, 6, 7, tweede lid, 8, 9, 10, tweede lid, 10c, eerste lid, 11, 16, 17, tweede lid, 20a, 20b, 23, eerste, tweede en vierde lid, 23a, 23b, 23c, eerste lid en derde lid, 23e, eerste, tweede en derde lid, 23g, eerste en tweede lid, 23h, eerste, tweede, derde en vijfde lid, 23i, 23j, eerste en tweede lid, 33, 34, 35, 35a en 38 van deze wet gestelde regels;

  • b.

    overtreding van artikel 1a, zesde lid, voor zover de overtreding betrekking heeft op de regels die bij of krachtens de in onderdeel a genoemde artikelen zijn gesteld;

  • c.

    overtreding van de bij of krachtens de artikelen 4 tot en met 14 en 16, eerste lid, van de verordening betreffende bij geldovermakingen te voegen informatie gestelde regels;

  • d.

    overtreding van de bij of krachtens de verordening inzake de veiling van broeikasgasemissierechten gestelde regels;

  • e.

    overtreding van de bij of krachtens een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen verordening als bedoeld in artikel 1d, vierde lid, gestelde regels;

  • f.
  • g.

    het geen gevolg geven dan wel niet tijdig of onvolledig gevolg geven aan een aanwijzing als bedoeld in artikel 28.


Artikel 15b [Vervallen per 01-01-2011]

[Vervallen]


Artikel 3

Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden regels gesteld betreffende de verrekening van de kosten die verbonden zijn aan de uitvoering van de wet.


Artikel 63c

  • 1

    De artikelen 63f tot en met 63j zijn van toepassing op een rechtspersoon waaromtrent een in artikel 63b bedoelde opgaaf gedurende drie jaren onafgebroken is ingeschreven. Deze termijn wordt geacht niet te zijn onderbroken, indien een doorhaling van de opgaaf, welke tijdens die termijn ten onrechte heeft plaatsgevonden, ongedaan is gemaakt.

  • 2

    De doorhaling van de inschrijving op de grond dat de rechtspersoon niet meer voldoet aan de voorwaarden van artikel 63b lid 2 doet de toepasselijkheid van de artikelen 63f tot en met 63j slechts eindigen, indien na de doorhaling drie jaren zijn verstreken waarin de rechtspersoon niet opnieuw tot de opgaaf verplicht is geweest.

  • 3

    De coöperatie of onderlinge waarborgmaatschappij brengt haar statuten in overeenstemming met de artikelen 63f tot en met 63j welke voor haar gelden, uiterlijk met ingang van de dag waarop die artikelen krachtens lid 1 op haar van toepassing worden.


Artikel 31

  • 1

    Het bedrag van de bestuurlijke boete wordt bepaald bij algemene maatregel van bestuur, met dien verstande dat de bestuurlijke boete voor een afzonderlijke overtreding ten hoogste € 5.000.000, of, in gevallen als bedoeld in het vierde lid, ten hoogste € 10.000.000 bedraagt.

  • 2

    De algemene maatregel van bestuur, bedoeld in het eerste lid, bepaalt bij elke daarin omschreven overtreding het maximale bedrag van de op te leggen bestuurlijke boete. De overtredingen worden gerangschikt in categorieën naar zwaarte van de overtreding met de daarbij behorende basisbedragen, minimumbedragen en maximumbedragen. Daarbij wordt de volgende indeling gebruikt:

    Categorie

    Basisbedrag

    Minimumbedrag

    Maximumbedrag

    1

    € 10.000,–

    € 0,–

    € 10.000,–

    2

    € 500.000,–

    € 0,–

    € 1.000.000,–

    3

    € 2.000.000,–

    € 0,–

    € 4.000.000,–

  • 3

    In afwijking van het tweede lid, bedraagt het basisbedrag voor de bestuurlijke boete voor een overtreding die is gerangschikt in de derde categorie indien de boete wordt opgelegd aan een instelling als bedoeld in artikel 1a, tweede, derde, of vierde lid, onderdeel f, € 2.500.000,– en is het maximumbedrag van de bestuurlijke boete € 5.000.000,–.

  • 4

    Indien ten tijde van het plegen van de overtreding nog geen vijf jaren zijn verstreken sinds het opleggen van een bestuurlijke boete aan de overtreder ter zake van eenzelfde overtreding, bedraagt de bestuurlijke boete voor een afzonderlijke overtreding ten hoogste tweemaal het ingevolge het tweede of derde lid toepasselijke maximumbedrag.


Artikel 15c [Vervallen per 01-01-2011]

[Vervallen]


Artikel 63d

  • 1

    De artikelen 63f tot en met 63j gelden niet voor een rechtspersoon wier werkzaamheid zich uitsluitend of nagenoeg uitsluitend beperkt tot het beheer en de financiering van afhankelijke maatschappijen en van haar en hun deelnemingen in andere rechtspersonen, mits de werknemers van de Nederlandse afhankelijke maatschappijen vertegenwoordigd zijn in een ondernemingsraad die de bevoegdheden heeft, bedoeld in de artikelen 158 en 268.

  • 2

    Onze Minister van Justitie kan, gehoord de Sociaal-Economische Raad, aan een coöperatie of onderlinge waarborgmaatschappij op haar verzoek ontheffing verlenen van een of meer der artikelen 63f tot en met 63j. De ontheffing kan onder beperkingen worden verleend en daaraan kunnen voorschriften worden verbonden. Zij kan worden gewijzigd en ingetrokken.


Artikel 32

  • 1

    Indien de boete wordt opgelegd aan een instelling als bedoeld in artikel 1a, tweede, derde, of vierde lid, onderdeel f, bedraagt de bestuurlijke boete voor een afzonderlijke overtreding van een voorschrift gerangschikt in de derde categorie, in afwijking van artikel 31, ten hoogste 20% van de netto-omzet van de overtreder in het boekjaar voorafgaande aan de beschikking waarmee de bestuurlijke boete wordt opgelegd, indien dit meer is dan tweemaal het ingevolge artikel 31, derde lid, toepasselijke maximumbedrag.

  • 2

    Indien de bestuurlijke boete wordt opgelegd aan een onderneming die opgenomen is in een groep met een geconsolideerde jaarrekening, worden bij de berekening van de netto-omzet de totaalbedragen gehanteerd uit de geconsolideerde jaarrekening van de uiteindelijke moederonderneming.


Artikel 15d [Vervallen per 01-01-2011]

[Vervallen]


Artikel 63e

Een coöperatie of onderlinge waarborgmaatschappij waarvoor artikel 63c niet geldt, kan bij haar statuten de wijze van benoeming en ontslag van commissarissen en de taak en bevoegdheden van de raad van commissarissen regelen overeenkomstig de artikelen 63f tot en met 63j, indien zij of een afhankelijke maatschappij een ondernemingsraad heeft ingesteld waarop de bepalingen van de Wet op de ondernemingsraden van toepassing zijn. Deze regeling in de statuten verliest haar gelding zodra de ondernemingsraad ophoudt te bestaan of op die raad niet langer de bepalingen van de Wet op de ondernemingsraden van toepassing zijn.


Artikel 32a

De toezichthoudende autoriteit kan in afwijking van artikel 31 een bestuurlijke boete opleggen van ten hoogste tweemaal het bedrag van het voordeel dat de overtreder door de overtreding heeft verkregen.


Artikel 16 [Vervallen per 01-01-2004]

[Vervallen]


Artikel 63f

  • 1

    De grote coöperatie en de grote onderlinge waarborgmaatschappij hebben een raad van commissarissen.

  • 2

    De commissarissen worden, behoudens het bepaalde in lid 8, op voordracht van de raad van commissarissen benoemd door de algemene vergadering, voorzover de benoeming niet reeds is geschied bij de akte van oprichting of voordat dit artikel op de rechtspersoon van toepassing is geworden.

  • 3

    De raad van commissarissen bestaat uit ten minste drie leden. Is het aantal commissarissen minder dan drie, dan bevordert de raad onverwijld maatregelen tot aanvulling van zijn ledental.

  • 4

    De algemene vergadering, de ondernemingsraad en het bestuur kunnen aan de raad van commissarissen personen aanbevelen om als commissaris voor te dragen. De raad van commissarissen deelt hun daartoe tijdig mede, wanneer en ten gevolge waarvan in zijn midden een plaats moet worden vervuld.

  • 5

    De raad van commissarissen geeft aan de algemene vergadering en de ondernemingsraad kennis van de naam van degene die hij voordraagt, met inachtneming van artikel 47a lid 2.

  • 6

    De algemene vergadering benoemt de voorgedragen persoon, tenzij de ondernemingsraad binnen twee maanden na de kennisgeving of de algemene vergadering zelf uiterlijk in de eerste vergadering na die twee maanden tegen de voordracht bezwaar maakt:

    • a.

      op grond dat de voorschriften van lid 4, tweede volzin, of lid 5 niet behoorlijk zijn nageleefd;

    • b.

      op grond van de verwachting dat de voorgedragen persoon ongeschikt zal zijn voor de vervulling van de taak van de commissaris; of

    • c.

      op grond van de verwachting dat de raad van commissarissen bij benoeming overeenkomstig het voornemen niet naar behoren zal zijn samengesteld.

  • 7

    Het bezwaar wordt aan de raad van commissarissen onder opgave van redenen medegedeeld.

  • 8

    Niettegenstaande het bezwaar van de ondernemingsraad kan de voorgedragen candidaat worden benoemd, indien de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam het bezwaar ongegrond verklaart op verzoek van een daartoe door de raad van commissarissen aangewezen vertegenwoordiger. Op diens verzoek benoemt de ondernemingskamer de voorgedragen candidaat, indien de algemene vergadering bezwaar heeft gemaakt of hem niet in haar daartoe bijeengeroepen vergadering heeft benoemd, tenzij de ondernemingskamer een bezwaar van de algemene vergadering gegrond acht.

  • 9

    Verweer kan worden gevoerd door een vertegenwoordiger, daartoe aangewezen door de ledenvergadering of door de ondernemingsraad die het in lid 6 bedoelde bezwaar heeft gemaakt.

  • 10

    Tegen de beslissing van de ondernemingskamer staat geen rechtsmiddel open. De ondernemingskamer kan geen veroordeling in de proceskosten uitspreken.

  • 11

    Voor de toepassing van dit artikel wordt onder de ondernemingsraad verstaan de ondernemingsraad van de onderneming van de rechtspersoon of van een afhankelijke maatschappij. Zijn er twee of meer ondernemingsraden, dan zijn deze gelijkelijk bevoegd. Is voor de betrokken onderneming of ondernemingen een centrale ondernemingsraad ingesteld, dan komen de bevoegdheden van de ondernemingsraad volgens dit artikel toe aan de centrale ondernemingsraad. De ondernemingsraad neemt geen besluit als bedoeld in dit artikel dan na er ten minste eenmaal over te hebben overlegd met de rechtspersoon.


Artikel 32b

  • 1

    Indien tegen een besluit tot het opleggen van een bestuurlijke boete bezwaar, beroep of hoger beroep wordt aangetekend, schorst dit de verplichting tot betaling van de boete totdat de beroepstermijn is verstreken of, indien beroep of hoger beroep is ingesteld, op het beroep of hoger beroep is beslist.

  • 2

    De schorsing van de verplichting tot betaling schorst niet de berekening van de wettelijke rente.


Artikel 16a [Vervallen per 01-01-2011]

[Vervallen]


Artikel 32c

  • 1

    Bij een overtreding die beboetbaar is met een boete gerangschikt in de tweede of derde boetecategorie, bedoeld in artikel 31, tweede lid, kan de toezichthoudende autoriteit de overtreder de bevoegdheid ontzeggen om bij een instelling als bedoeld in artikel 1a beleidsbepalende functies uit te oefenen.

  • 2

    Indien de overtreding, bedoeld in het eerste lid, is begaan door een rechtspersoon, is het eerste lid van overeenkomstige toepassing op de natuurlijke personen die tot de betrokken gedraging opdracht hebben gegeven of daar feitelijk leiding aan hebben gegeven.

  • 3

    Een ontzegging als bedoeld in het eerste lid kan worden opgelegd voor de duur van ten hoogste een jaar en eenmaal met ten hoogste een jaar worden verlengd.


Artikel 16b [Vervallen per 01-01-2004]

[Vervallen]


Artikel 63g

  • 1

    Ontbreken alle commissarissen, dan kunnen de ondernemingsraad en het bestuur personen voor benoeming tot commissaris aanbevelen aan de ledenvergadering. Degene die de algemene vergadering bijeenroept, deelt de ondernemingsraad en het bestuur tijdig mede dat de benoeming van commissarissen onderwerp van behandeling zal zijn.

  • 2

    De benoeming is van kracht, tenzij de ondernemingsraad binnen twee maanden na overeenkomstig artikel 63f lid 5 in kennis te zijn gesteld van de naam van de benoemde persoon, overeenkomstig artikel 63f lid 6 bij de rechtspersoon bezwaar maakt. Niettegenstaande dit bezwaar wordt de benoeming van kracht, indien de ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam op verzoek van een daartoe door de algemene vergadering aangewezen vertegenwoordiger het bezwaar ongegrond verklaart.

  • 3

    De leden van 10 en 11 van artikel 63f zijn van overeenkomstige toepassing.


Artikel 32d

  • 1

    De toezichthoudende autoriteit kan ten aanzien van vestigingen als bedoeld in artikel 2e, eerste lid, passende en evenredige maatregelen nemen om ernstige gebreken die onmiddellijke maatregelen vereisen, te adresseren.

  • 2

    De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, zijn van tijdelijke aard en worden beëindigd wanneer de geconstateerde gebreken zijn hersteld.


Artikel 16c [Vervallen per 01-01-2007]

[Vervallen]


Artikel 63h

  • 1

    Commissaris kunnen niet zijn:

    • a.

      personen in dienst van de rechtspersoon;

    • b.

      personen in dienst van een afhankelijke maatschappij;

    • c.

      bestuurders en personen in dienst van een werknemersorganisatie welke pleegt betrokken te zijn bij de vaststelling van de arbeidsvoorwaarden van de onder a en b bedoelde personen.

  • 2

    De statuten mogen voor ten hoogste twee derden van het aantal commissarissen bepalen dat zij worden benoemd uit een kring waartoe ten minste de leden van de rechtspersoon behoren.


Artikel 17 [Vervallen per 01-01-2011]

[Vervallen]


Artikel 63i

  • 1

    Een commissaris treedt uiterlijk af, indien hij na zijn laatste benoeming vier jaren commissaris is geweest. De termijn kan bij de statuten worden verlengd tot de dag van de eerstvolgende algemene vergadering na afloop van de vier jaren of na de dag waarop dit artikel voor de rechtspersoon is gaan gelden.

  • 2

    De ondernemingskamer van het gerechtshof Amsterdam kan op verzoek een commissaris ontslaan wegens verwaarlozing van zijn taak, wegens andere gewichtige redenen of wegens ingrijpende wijziging van de omstandigheden op grond waarvan handhaving van de commissaris redelijkerwijs niet van de rechtspersoon kan worden verlangd. Het verzoek kan worden ingediend door een vertegenwoordiger, daartoe aangewezen door de raad van commissarissen, door de algemene vergadering of door de ondernemingsraad. Artikel 63f lid 11 is van overeenkomstige toepassing.

  • 3

    Een commissaris kan slechts worden geschorst door de raad van commissarissen. De schorsing vervalt van rechtswege, indien niet binnen een maand na de aanvang der schorsing een verzoek als bedoeld in lid 2 is ingediend bij de ondernemingskamer.


Artikel 17a [Vervallen per 01-01-2011]

[Vervallen]


Artikel 63j

  • 1

    Aan de goedkeuring van de raad van commissarissen zijn onderworpen de besluiten van het bestuur omtrent:

    • a.

      uitgifte van schuldbrieven ten laste van de rechtspersoon;

    • b.

      uitgifte van schuldbrieven ten laste van een commanditaire vennootschap of vennootschap onder firma waarvan de rechtspersoon volledig aansprakelijke vennoot is;

    • c.

      het aanvragen van toelating van de onder a en b bedoelde schuldbrieven tot de handel op een handelsplatform, als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht of een met een handelsplatform vergelijkbaar systeem uit een staat die geen lidstaat is dan wel het aanvragen van een intrekking van zodanige toelating;

    • d.

      het aangaan of verbreken van duurzame samenwerking van de rechtspersoon of een afhankelijke maatschappij met een andere rechtspersoon of vennootschap dan wel als volledig aansprakelijk vennoot in een commanditaire vennootschap of vennootschap onder firma, indien deze samenwerking of verbreking van ingrijpende betekenis is voor de rechtspersoon;

    • e.

      het nemen van een deelneming ter waarde van ten minste een vierde van het bedrag van het eigen vermogen volgens de balans met toelichting van de rechtspersoon, door deze of een afhankelijke maatschappij in het kapitaal van een vennootschap, alsmede het ingrijpend vergroten of verminderen van zulk een deelneming;

    • f.

      investeringen welke een bedrag vereisen, gelijk aan een vierde van het eigen vermogen volgens de balans met toelichting van de rechtspersoon;

    • g.

      een voorstel tot wijziging der statuten;

    • h.

      een voorstel tot ontbinding van de rechtspersoon;

    • i.

      aangifte van faillissement en aanvrage van surséance van betaling;

    • j.

      beëindiging van de arbeidsovereenkomst van een aanmerkelijk aantal werknemers van de rechtspersoon of een afhankelijke maatschappij tegelijkertijd of binnen een kort tijdsbestek;

    • k.

      ingrijpende wijziging in de arbeidsomstandigheden van een aanmerkelijk aantal werknemers van de rechtspersoon of van een afhankelijke maatschappij.

  • 2

    Het ontbreken van de goedkeuring van de raad van commissarissen op een besluit als bedoeld in lid 1 tast de vertegenwoordigingsbevoegdheid van het bestuur of bestuurders niet aan.

  • 3

    Voor besluiten van de rechtspersoon als bedoeld in de onderdelen d, e, f, j en k van lid 1 is enig besluit vereist van het bestuur.


Artikel 63k

[Dit onderdeel is nog niet inwerking getreden]


Slotformulier en ondertekening


Titel 1 Overgangsbepalingen in verband met Boek 1

Titel 1 Overgangsbepalingen in verband met Boek 1


Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen

Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen


Titel 6 Bewind


Titel 4 Verbintenissen uit andere bron dan onrechtmatige daad of overeenkomst

Titel 4 Verbintenissen uit andere bron dan onrechtmatige daad of overeenkomst


Tweede afdeling De gevolgen van de toepassing van de schuldsaneringsregeling

Tweede afdeling De gevolgen van de toepassing van de schuldsaneringsregeling


Derde titel Van de gerechtelijke tenuitvoerlegging op onroerende zaken

Derde titel Van de gerechtelijke tenuitvoerlegging op onroerende zaken


1 Inleiding


Hoofdstuk IV Beursbelasting

Hoofdstuk IV Beursbelasting


2 Algemeen


II Zeerecht


Hoofdstuk 4 Overige bepalingen

Hoofdstuk 4 Overige bepalingen


Afdeling 1 Koop: Algemene bepalingen

Afdeling 1 Koop: Algemene bepalingen


Afdeling 1 Het erfrecht bij versterf van de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot en van de kinderen

Afdeling 1 Het erfrecht bij versterf van de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot en van de kinderen


Algemene bepaling


Artikel 1

  • 1

    Artikel 4 lid 4 van Boek 1 is ook van toepassing op aanhangige of nog in te dienen verzoeken tot wijziging van voornamen, verkregen vóór het tijdstip van in werking treden van Boek 1, met dien verstande dat de bevoegdheid van de rechter wordt beoordeeld naar de wet, geldende op het tijdstip van indiening van het verzoek.

  • 2

    Artikel 4 lid 2 van Boek 1 is ook van toepassing, indien wijziging wordt verzocht van voornamen, verkregen vóór het tijdstip van in werking treden van Boek 1.


Artikel 126

[Gereserveerd.]


Artikel 295

  • 1

    De boedel omvat de goederen van de schuldenaar ten tijde van de uitspraak tot de toepassing van de schuldsaneringsregeling, alsmede de goederen die hij tijdens de toepassing van die regeling verkrijgt.

  • 2

    Van het inkomen en van periodieke uitkeringen onder welke benaming ook die de schuldenaar verkrijgt, wordt, onverminderd het derde lid, slechts buiten de boedel gelaten een bedrag gelijk aan de beslagvrije voet bedoeld in de artikelen 475c tot en met 475e van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.

  • 3

    De rechter-commissaris kan op verzoek van de schuldenaar, de bewindvoerder dan wel ambtshalve bij schriftelijke beschikking het bedrag, bedoeld in het tweede lid, verhogen met een in die beschikking vast te stellen nominaal bedrag. De rechter-commissaris kan aan zijn beschikking voorwaarden verbinden en terugwerkende kracht verlenen.

  • 4

    Buiten de boedel vallen voorts:

    • a.

      de goederen die de schuldenaar, anders dan om niet, verkrijgt krachtens een tijdens de toepassing van de schuldsaneringsregeling tot stand gekomen overeenkomst indien de met die verkrijging samenhangende prestatie van de schuldenaar niet ten laste van de boedel komt;

    • b.

      de inboedel, voorzover niet bovenmatig, bedoeld in artikel 5 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek;

    • c.
    • d.

      het door de rechter of door de rechter-commissaris overeenkomstig artikel 21, onder 4°, vastgestelde bedrag.

  • 5

    Niettemin valt een goed als bedoeld in het vierde lid, onder a, in de boedel indien de waarde van dat goed de waarde van de met de verkrijging samenhangende prestatie aanmerkelijk overtreft. Artikel 22a is van overeenkomstige toepassing.

  • 6

    Ten aanzien van het tweede en vierde lid, onder c en d, is artikel 22 van overeenkomstige toepassing. Artikel 22a is van overeenkomstige toepassing.


Artikel 17 [Vervallen per 01-07-1990]

[Vervallen]



Artikel 1

Koop is de overeenkomst waarbij de een zich verbindt een zaak te geven en de ander om daarvoor een prijs in geld te betalen.


Artikel 13

  • 1

    De nalatenschap van de erflater die een echtgenoot en een of meer kinderen als erfgenamen achterlaat, wordt, tenzij de erflater bij uiterste wilsbeschikking heeft bepaald dat deze afdeling geheel buiten toepassing blijft, overeenkomstig de volgende leden verdeeld.

  • 2

    De echtgenoot verkrijgt van rechtswege de goederen van de nalatenschap. De voldoening van de schulden van de nalatenschap komt voor zijn rekening. Onder schulden van de nalatenschap zijn hier tevens begrepen de ten laste van de gezamenlijke erfgenamen komende uitgaven ter voldoening aan testamentaire lasten.

  • 3

    Ieder van de kinderen verkrijgt als erfgenaam van rechtswege een geldvordering ten laste van de echtgenoot, overeenkomend met de waarde van zijn erfdeel. Deze vordering is opeisbaar:

    • a.

      indien de echtgenoot in staat van faillissement is verklaard of ten aanzien van hem de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard;

    • b.

      wanneer de echtgenoot is overleden.

    De vordering is ook opeisbaar in door de erflater bij uiterste wilsbeschikking genoemde gevallen.

  • 4

    De in lid 3 bedoelde geldsom wordt, tenzij de erflater, dan wel de echtgenoot en het kind tezamen, anders hebben bepaald, vermeerderd met een percentage dat overeenkomt met dat van de wettelijke rente, voor zover dit percentage hoger is dan zes, berekend per jaar vanaf de dag waarop de nalatenschap is opengevallen, bij welke berekening telkens uitsluitend de hoofdsom in aanmerking wordt genomen.

  • 5

    Is de vordering, bedoeld in lid 3, opeisbaar geworden doordat ten aanzien van de echtgenoot de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen van toepassing is verklaard, dan is de vordering, voor zover zij onvoldaan is gebleven, door beëindiging van de toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen op grond van artikel 356 lid 2 van de Faillissementswet wederom niet opeisbaar. Artikel 358 lid 1 van de Faillissementswet vindt ten aanzien van de vordering geen toepassing.

  • 6

    In deze titel wordt onder echtgenoot niet begrepen een van tafel en bed gescheiden echtgenoot.


Artikel 30

  • 1

    Een huwelijk kan worden aangegaan door twee personen van verschillend of van gelijk geslacht.

  • 2

    De wet beschouwt het huwelijk alleen in zijn burgerlijke betrekkingen.


Artikel 2

Artikel 6 van Boek 1 is ook van toepassing op akten van geboorte die vóór het tijdstip van in werking treden van Boek 1 zijn opgemaakt.


Artikel 295a [Vervallen per 01-01-2008]

[Vervallen]


Artikel 18 [Vervallen per 01-07-1990]

[Vervallen]


Artikel 20

[Wijzigt de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994.]


Artikel 14

  • 1

    Indien de nalatenschap overeenkomstig artikel 13 is verdeeld, is de echtgenoot van de erflater tegenover de schuldeisers en tegenover de kinderen verplicht tot voldoening van de schulden der nalatenschap. In de onderlinge verhouding van de echtgenoot en de kinderen komen de schulden der nalatenschap voor rekening van de echtgenoot.

  • 2

    Voor schulden van de nalatenschap, alsmede voor schulden van de echtgenoot die konden worden verhaald op de goederen van een gemeenschap waarvan de echtgenoot en de erflater de deelgenoten waren, neemt de schuldeiser in zijn verhaal op de goederen die krachtens artikel 13 lid 2 aan de echtgenoot toebehoren, rang voor degenen die verhaal nemen voor andere schulden van de echtgenoot.

  • 3

    Voor schulden van de nalatenschap kunnen de goederen van een kind niet worden uitgewonnen, met uitzondering van de in artikel 13 lid 3 bedoelde geldvordering. Uitwinning van die goederen is wel mogelijk voor zover de geldvordering van het kind is verminderd door betaling of door overdracht van goederen, tenzij het kind goederen van de echtgenoot aanwijst die voldoende verhaal bieden.

  • 4

    De uit lid 1, tweede zin, voortvloeiende draagplicht van de echtgenoot geldt mede wanneer de schulden van de nalatenschap de baten overtreffen, onverminderd artikel 184 lid 2.


Artikel 2

  • 1

    De koop van een tot bewoning bestemde onroerende zaak of bestanddeel daarvan wordt, indien de koper een natuurlijk persoon is die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, schriftelijk aangegaan.

  • 2

    De tussen partijen opgemaakte akte of een afschrift daarvan moet aan de koper ter hand worden gesteld, desverlangd tegen afgifte aan de verkoper van een gedateerd ontvangstbewijs. Gedurende drie dagen na deze terhandstelling heeft de koper het recht de koop te ontbinden. Komt, nadat de koper van dit recht gebruik gemaakt heeft, binnen zes maanden tussen dezelfde partijen met betrekking tot dezelfde zaak of hetzelfde bestanddeel daarvan opnieuw een koop tot stand, dan ontstaat het recht niet opnieuw.

  • 3

    De leden 1–2 zijn van overeenkomstige toepassing op de koop van deelnemings- of lidmaatschapsrechten die recht geven op het gebruik van een tot bewoning bestemde onroerende zaak of bestanddeel daarvan.

  • 4

    Van het in de leden 1–3 bepaalde kan niet ten nadele van de koper worden afgeweken, behoudens bij een standaardregeling als bedoeld in artikel 214 van Boek 6.

  • 5

    De leden 1–4 zijn niet van toepassing op huurkoop en koop op een openbare veiling ten overstaan van een notaris. Zij zijn evenmin van toepassing, wanneer de overeenkomst tevens voldoet aan de omschrijving van een overeenkomst als bedoeld in artikel 50a, onderdelen c of f.


Artikel 3

  • 1

    Artikel 7 leden 1-4 van Boek 1 is ook van toepassing op aanhangige of nog in te dienen verzoeken tot wijziging of vaststelling van namen van personen, geboren vóór het tijdstip van in werking treden van Boek 1.

  • 2

    Artikel 7 leden 3 en 4 van Boek 1 is bovendien van toepassing ingeval de wijziging of vaststelling van de geslachtsnaam heeft plaatsgevonden vóór het tijdstip van in werking treden van Boek 1.

  • 3

    Artikel 7 lid 5 van Boek 1 en de daarin bedoelde algemene maatregel van bestuur zijn niet van toepassing op verzoeken, ingediend vóór het tijdstip van in werking treden van Boek 1.


Artikel 296

  • 1

    Door de uitspraak tot de toepassing van de schuldsaneringsregeling verliest de schuldenaar van rechtswege:

    • a.

      de bevoegdheid om over de tot de boedel behorende goederen te beschikken;

    • b.

      de bevoegdheid om ten aanzien van die goederen feitelijke handelingen te verrichten en toe te laten.

  • 2

    De schuldenaar is verplicht alle goederen die tot de boedel behoren op verzoek van de bewindvoerder aan hem af te leveren.

  • 3

    De rechter-commissaris kan op verzoek van de schuldenaar of de bewindvoerder dan wel ambtshalve bij schriftelijke beschikking ten aanzien van bepaaldelijk daartoe aan te wijzen goederen bepalen dat de schuldenaar daarover het beheer heeft.


Artikel 19

  • 1

    Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 1972.

  • 2

    Dit besluit kan worden aangehaald als Uitvoeringsbesluit belastingen van rechtsverkeer.


Artikel 21

Als kosten als bedoeld in artikel 13a, tweede lid, van de wet komen voor vergoeding in aanmerking de werkelijk gemaakte kosten op basis van nacalculatie door of ten laste van de KNB die noodzakelijk zijn ten behoeve van de uitoefening van de in de wet aan de KNB opgedragen taken zoals deze tussen de KNB en de Belastingdienst zijn vastgesteld dan wel op verzoek van beide partijen door een onafhankelijke ter zake deskundige derde partij. Vijf jaren na eerste ingebruikname van het door de KNB, in overeenstemming met de Belastingdienst, te ontwikkelen systeem van registratie langs elektronische weg, vindt een evaluatie van de wet, haar uitvoering en dit systeem van vergoeding plaats.


Artikel 4

Artikel 9 van Boek 1 is ook van toepassing, indien het huwelijk is ontbonden vóór het tijdstip van in werking treden van Boek 1.


Artikel 3

  • 1

    De koop van een registergoed kan worden ingeschreven in de openbare registers, bedoeld in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3, tenzij op het tijdstip van de inschrijving levering van dat goed door de verkoper nog niet mogelijk zou zijn geweest wegens de in artikel 97 van Boek 3 vervatte uitsluiting van levering bij voorbaat van toekomstige registergoederen. Bij de koop van een tot woning bestemde onroerende zaak of bestanddeel daarvan kan, indien de koper een natuurlijk persoon is die niet handelt in de uitoefening van een beroep of bedrijf, van het in de vorige zin bepaalde niet ten nadele van de koper worden afgeweken.

  • 2

    Gedurende de bedenktijd, bedoeld in artikel 2 lid 2, kan inschrijving slechts plaatsvinden indien de koopakte is opgesteld en medeondertekend door een in Nederland gevestigde notaris.

  • 3

    Tegen de koper wiens koop is ingeschreven kunnen niet worden ingeroepen:

    • a.

      een na de inschrijving van die koop tot stand gekomen vervreemding of bezwaring door de verkoper, tenzij deze vervreemding of bezwaring voortvloeit uit een eerder ingeschreven koop of plaatsvond uit hoofde van een recht op levering dat volgens artikel 298 van Boek 3 ging voor dat van de koper en dat de koper op het tijdstip van de inschrijving van de koop kende of ten aanzien waarvan op dat tijdstip het proces-verbaal van een conservatoir beslag tot levering was ingeschreven;

    • b.

      vervreemdingen of bezwaringen die plaatsvinden als vervolg op de onder a bedoelde vervreemding of bezwaring door de verkoper;

    • c.

      een onderbewindstelling die na de inschrijving van de koop is tot stand gekomen of die, zo zij tevoren was tot stand gekomen, toen niet in de openbare registers was ingeschreven, dit laatste tenzij de koper haar op het tijdstip van de inschrijving van de koop kende;

    • d.

      een na de inschrijving van de koop tot stand gekomen verhuring of verpachting;

    • e.

      een na de inschrijving van de koop ingeschreven beding als bedoeld in artikel 252 van Boek 6;

    • f.

      een executoriaal of conservatoir beslag waarvan het proces-verbaal na de inschrijving van de koop is ingeschreven;

    • g.

      een faillissement of surséance van betaling van de verkoper of toepassing ten aanzien van hem van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen, uitgesproken na de dag waarop de koop is ingeschreven.

  • 4

    De inschrijving van de koop verliest de in lid 3 bedoelde werking met terugwerkende kracht, indien het goed niet binnen zes maanden na de inschrijving aan de koper geleverd is. In dat geval wordt bovendien de koop niet geacht kenbaar te zijn door raadpleging van de openbare registers.

  • 5

    Nadat de inschrijving haar werking heeft verloren, kan gedurende zes maanden geen koop tussen dezelfde partijen met betrekking tot hetzelfde goed worden ingeschreven.

  • 6

    Inschrijving van de koop vindt slechts plaats indien onder de koopakte een ondertekende en gedateerde verklaring van een notaris is opgenomen, die zijn naam, voornamen, standplaats en kwaliteit bevat en waarin verklaard wordt dat de leden 1, 2 en 5 niet aan inschrijving in de weg staan.


Artikel 15

  • 1

    Voor zover de erfgenamen over de vaststelling van de omvang van de in artikel 13 lid 3 bedoelde geldvordering niet tot overeenstemming kunnen komen, wordt deze op verzoek van de meest gerede partij door de kantonrechter vastgesteld. De artikelen 677 tot en met 679 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 2

    Indien bij de vaststelling van de in artikel 13 lid 3 bedoelde geldvordering:

    • a.

      omtrent de waarde van de goederen en de schulden van de nalatenschap is gedwaald en daardoor een erfgenaam voor meer dan een vierde is benadeeld,

    • b.

      het saldo van de nalatenschap anderszins onjuist is berekend, dan wel

    • c.

      de geldvordering niet is berekend overeenkomstig het deel waarop het kind aanspraak kon maken,

    wordt de vaststelling op verzoek van een kind of de echtgenoot dienovereenkomstig door de kantonrechter gewijzigd. Op de vaststelling is hetgeen omtrent verdeling is bepaald in de artikelen 196 leden 2, 3 en 4, 199 en 200 van Boek 3 van overeenkomstige toepassing.

  • 3

    Bij de vaststelling van de geldvordering zijn de artikelen 229 tot en met 233 van overeenkomstige toepassing.

  • 4

    De artikelen 187 en 188 van Boek 3 zijn op de vaststelling van overeenkomstige toepassing.


Artikel 297

  • 1

    Onverminderd het bepaalde in artikel 296 is de schuldenaar zelfstandig bevoegd tot het verrichten van rechtshandelingen.

  • 2

    De schuldenaar behoeft niettemin de toestemming van de bewindvoerder voor de volgende rechtshandelingen:

    • a.

      het aangaan van een overeenkomst inzake krediet in de zin van de Wet op het financieel toezicht;

    • b.

      overeenkomsten waarbij hij zich als borg of anderszins als medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor de schuld van een derde verbindt;

    • c.

      giften, met uitzondering van de gebruikelijke, voorzover niet bovenmatig.

  • 3

    Een rechtshandeling in strijd met het tweede lid verricht, is vernietigbaar. Slechts de bewindvoerder kan deze vernietigingsgrond inroepen.


Artikel 22

Tot de datum, bedoeld in artikel V, eerste lid, van de Wet elektronische registratie notariële akten, blijven met betrekking tot akten van notarissen, het repertorium en de aangifte overdrachtsbelasting de Uitvoeringsbeschikking Registratiewet 1970 en artikel 21a, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994 van toepassing zoals deze luidden onmiddellijk voorafgaande aan de inwerkingtreding van deze regeling. Indien ten aanzien van een notaris een beschikking is genomen als bedoeld in artikel V, tweede lid, van de Wet elektronische registratie notariële akten, treedt de in die beschikking vermelde datum in de plaats van de datum, bedoeld in de eerste volzin.


Artikel 5

  • 1

    De artikelen 10-12 en 14 van Boek 1 zijn van het tijdstip van in werking treden van Boek 1 af ook van toepassing, indien de feiten die volgens deze regelen de verkrijging of het verlies van een woonplaats bepalen, zijn voorgevallen vóór dat tijdstip.

  • 2

    Op een vóór dat tijdstip gekozen woonplaats blijft het tot dat tijdstip geldende artikel 81 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing.


Artikel 4

Wanneer de koop is gesloten zonder dat de prijs is bepaald, is de koper een redelijke prijs verschuldigd; bij de bepaling van die prijs wordt rekening gehouden met de door de verkoper ten tijde van het sluiten van de overeenkomst gewoonlijk bedongen prijzen.


BWB lijst Algemene informatie Opschrift Algemene informatie Opschrift Algemene informatie Opschrift Aanhef Slotformulier en ondertekening Bijlage als bedoeld in artikel 28 van de wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme Algemene informatie Algemene informatie Opschrift Opschrift Aanhef Slotformulier en ondertekening Algemene informatie Opschrift Aanhef Slotformulier en ondertekening Algemene informatie Opschrift Aanhef Slotformulier en ondertekening Bijlage 1 Indicatorenlijst Bijlage 2 Bijlage antecedenten Algemene informatie Algemene informatie Opschrift Opschrift Aanhef Slotformulier en ondertekening Algemene informatie Opschrift Aanhef Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Slotformulier en ondertekening Algemene informatie Opschrift Aanhef Artikel 1 Artikel 2 Artikel 2a Artikel 3 Artikel 3a Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Slotformulier en ondertekening Boek 1 Personen- en familierecht Algemene informatie Algemene informatie Opschrift Opschrift Aanhef Slotformulier en ondertekening Tabel I behorende bij de Wet op de omzetbelasting 1968 Tabel II behorende bij de Wet op de omzetbelasting 1968 Algemene informatie Algemene informatie Opschrift Opschrift Aanhef Aanhef Slotformulier en ondertekening Slotformulier en ondertekening Bijlage Algemene informatie Algemene informatie Opschrift Opschrift Aanhef Aanhef Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Slotformulier en ondertekening Artikel 7 Artikel 7a Artikel 7b Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 13a Artikel 14 Artikel 15 Slotformulier en ondertekening Boek 2 Rechtspersonen Algemene informatie Algemene informatie Opschrift Opschrift Aanhef Slotformulier en ondertekening 267618.png 267619.png 267620.png 251526.png Algemene informatie Algemene informatie Opschrift Opschrift Aanhef Bijlage A Bijlage B Opdracht tot uitvoer uit de Unie of tot plaatsing onder de douaneregeling douane-entrepot Bijlage C Bijlage D Bijlage E Bijlage F Bijlage G Bijlage H Bijlage I Bijlage J Bijlage K Bijlage L Boek 3 Vermogensrecht in het algemeen Algemene informatie Opschrift Aanhef Slotformulier en ondertekening Bijlage A Algemene informatie Algemene informatie Opschrift Opschrift Aanhef Slotformulier en ondertekening Algemene informatie Algemene informatie Opschrift Opschrift Aanhef Slotformulier en ondertekening Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Algemene informatie Opschrift Aanhef Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Slotformulier en ondertekening Boek 4 Erfrecht Titel 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Algemene informatie Algemene informatie Opschrift Opschrift Aanhef Slotformulier en ondertekening Titel I Begripsbepalingen Algemene informatie Artikel 1 Opschrift Aanhef Tekst Slotformulier en ondertekening Bijlage 1 Bijlage 2 Algemene informatie § 1 Inleidende bepalingen Opschrift Artikel 1 Aanhef Artikel 1a Slotformulier en ondertekening Boek 5 Zakelijke rechten Hoofdstuk 2 Bepalingen betreffende cliëntenonderzoek Titel 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 10a Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14 Artikel 15 Artikel 16 Artikel 17 Artikel 18 Artikel 19 Artikel 19a Artikel 19b Artikel 19c Artikel 20 Artikel 20a Artikel 21 Artikel 22 Artikel 22a Artikel 23 Artikel 23a Artikel 23b Artikel 23c Artikel 24 Artikel 24a Artikel 24b Artikel 24c Artikel 24d Artikel 25 Algemene informatie Algemene informatie Hoofdstuk I Grondslagen voor de objectieve en subjectieve belastingplicht Opschrift Opschrift Artikel 1 Aanhef Artikel 1a Artikel 1b Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Slotformulier en ondertekening Artikel 13 Artikel 13a Artikel 14 Artikel 15 Artikel 16 Artikel 17 Artikel 17a Artikel 18 Artikel 19 Artikel 20 Algemene informatie Algemene informatie Titel 2 Het recht op de naam Opschrift Opschrift Artikel 4 Aanhef Aanhef Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Slotformulier en ondertekening Slotformulier en ondertekening Titel II Ambt, bevoegdheid, benoeming en ontslag van de notaris Algemene informatie Algemene informatie Artikel 2 Opschrift Opschrift Artikel 3 Aanhef Aanhef Artikel 4 Artikel 1 Artikel 5 Artikel 2 Artikel 6 Artikel 2bis Artikel 7 Artikel 2a Artikel 8 Artikel 2b Artikel 9 Artikel 2c Artikel 10 Artikel 2d Artikel 11 Artikel 2e Artikel 12 Artikel 3 Artikel 12a Artikel 4 Aftrekbare giften in natura; voorwaarden taxatierapport Artikel 13 Artikel 4a Aftrekbare giften in natura; voorwaarden factuur Artikel 14 Artikel 4b Artikel 15 Artikel 5 Artikel 5a Slotformulier en ondertekening Artikel 6 Slotformulier en ondertekening Bijlage behorende bij de Uitvoeringsbeschikking vennootschapsbelasting 1971 Boek 6 Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht Algemene informatie § 2 Nadere uitwerking definities politiek prominente personen en uiteindelijk belanghebbende Titel 1 Algemene bepalingen Opschrift Artikel 2 Aanhef Artikel 3 Tekst Artikel 4 Slotformulier en ondertekening Bijlage 1 Bijlage 2 Algemene informatie Eerste Boek De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad Hoofdstuk 3 Bepalingen betreffende het melden van ongebruikelijke transacties Algemene informatie Hoofdstuk I Inleidende bepaling Opschrift Opschrift Artikel 1 Aanhef Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 3a Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 7a Artikel 8 Artikel 8a Artikel 9 Artikel 9a Artikel 9b Artikel 9c Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Slotformulier en ondertekening Titel I Van faillissement Algemene informatie Titel 2 Verenigingen Opschrift Artikel 26 Aanhef Artikel 27 Artikel 1 Artikel 28 Artikel 2 Artikel 29 Artikel 3 Artikel 30 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 31 Artikel 5a Artikel 32 Artikel 6 Artikel 33 Slotformulier en ondertekening Artikel 34 Artikel 34a Artikel 35 Artikel 36 Artikel 37 Artikel 38 Artikel 39 Artikel 40 Artikel 41 Artikel 41a Artikel 42 Artikel 43 Artikel 44 Artikel 44a Artikel 45 Artikel 46 Artikel 47 Artikel 47a Artikel 48 Artikel 49 Artikel 50 Artikel 50a Artikel 51 Artikel 52 Algemene informatie § 1.1 Begrips- en reikwijdtebepalingen Hoofdstuk II Bepaling van het belastbaar bedrag Opschrift Artikel 1 Artikel 21 Aanhef Artikel 1a Artikel 22 Artikel 1b Artikel 23 Artikel 1c Artikel 1d Artikel 1e Slotformulier en ondertekening Algemene informatie Boek 7 Bijzondere overeenkomsten Titel III De uitoefening van het notarisambt Algemene informatie Algemene informatie Titel 1 Algemene bepalingen Titel 3 Woonplaats Opschrift Artikel 16 Opschrift Opschrift Artikel 1 Artikel 10 Aanhef Artikel 16a Aanhef Aanhef Artikel 2 Artikel 11 Artikel 17 Artikel 1 Artikel 3 Artikel 12 Artikel 18 Artikel 2 Artikel 4 Artikel 13 Artikel 19 Artikel 3 Artikel 5 Artikel 14 Artikel 20 Artikel 4 Artikel 20a Artikel 5 Artikel 6 Artikel 15 Artikel 21 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 22 Slotformulier en ondertekening Artikel 7 Artikel 8 Artikel 23 Artikel 7a Artikel 24 Artikel 7aa Artikel 25 Artikel 7ab Artikel 25a Artikel 7b Slotformulier en ondertekening Artikel 25b Artikel 7c 254487.png Artikel 26 Artikel 8 Artikel 27 Slotformulier en ondertekening Artikel 28 Artikel 29 Artikel 29a Artikel 30 Artikel 30a Algemene informatie Algemeene bepaling Algemene informatie Algemene informatie § 3 Nadere regels betrouwbaarheid Hoofdstuk I Inleidende bepalingen Opschrift Artikel 1 Opschrift Opschrift Artikel 5 Artikel 1 Aanhef Aanhef Aanhef Artikel 6 Artikel 1a Artikel 7 Artikel 2 Artikel 8 Artikel 2a Artikel 9 Slotformulier en ondertekening Slotformulier en ondertekening Slotformulier en ondertekening Algemene informatie Hoofdstuk 3A Registratie van aanbieders van diensten voor het wisselen tussen virtuele valuta en fiduciaire valuta en aanbieders van bewaarportemonnees Algemene informatie Tweede Boek Van de gerechtelijke tenuitvoerlegging van vonnissen, beschikkingen en authentieke akten Titel 2 Rechtshandelingen Begripsbepaling Opschrift Artikel 23b Opschrift Artikel 32 Artikel 1 Aanhef Artikel 23bb Aanhef Artikel 33 Artikel 23c Artikel 1 Artikel 34 Artikel 23d Artikel 2 Artikel 35 Artikel 23e Artikel 2a Artikel 36 Artikel 23f Artikel 3 Artikel 23g Artikel 3a Artikel 37 Artikel 23h Artikel 4 Artikel 38 Slotformulier en ondertekening Artikel 23i Artikel 5 Artikel 39 Bijlage branches Artikel 23j Artikel 6 Artikel 40 Bijlage bij artikel 1:79 Wet op het financieel toezicht Artikel 7 Bijlage bij artikel 1:80 Wet op het financieel toezicht Artikel 41 Artikel 8 Artikel 42 Artikel 9 Slotformulier en ondertekening Artikel 43 Artikel 44 Artikel 45 Artikel 46 Artikel 47 Artikel 48 Artikel 49 Artikel 50 Artikel 51 Artikel 52 Artikel 53 Artikel 54 Artikel 55 Artikel 56 Artikel 57 Artikel 58 Artikel 59 Titel II Van surseance van betaling Algemene informatie Algemene informatie Hoofdstuk II Overdrachtsbelasting Hoofdstuk I Algemene bepalingen Opschrift Opschrift Artikel 1 Reikwijdte en definitie Aanhef Aanhef Artikel 2 Uitbreiding partnerbegrip Artikel 3 Toerekening afgezonderd particulier vermogen Slotformulier en ondertekening Slotformulier en ondertekening Bijlage Behorende bij artikel 42g, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994 Boek 7a Bijzondere overeenkomsten; vervolg Titel 1 Eigendom in het algemeen Titel 3 Coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen § 2.1 Cliëntenonderzoek Artikel 1 Artikel 3 Artikel 2 Artikel 3a Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Titel IIIa De toegevoegd notaris Algemene informatie Algemene informatie § 1.2 Risicomanagement Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Hoofdstuk III Tarief; berekening van de belasting; vrijstellingen Artikel 30b Opschrift Opschrift Artikel 1f Artikel 1.1 Inkomstenbelasting Artikel 24 Artikel 30c Aanhef Aanhef Artikel 2 Artikel 1.2 Uitbreiding en beperking partnerregeling Artikel 25 Artikel 30d Artikel 1 Artikel 2a Artikel 1.3 De keuze voor kwalificatie als partner Artikel 26 Artikel 1a Artikel 2b Artikel 1.4 Pleegkind Artikel 26a Artikel 2 Artikel 2c Artikel 1.5 In belangrijke mate onderhouden van kinderen Artikel 27 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 2d Artikel 1.6 Mogendheid Artikel 28 Artikel 5 Artikel 1.6a Levensverzekering Artikel 29 Artikel 6 Artikel 1.7 Lijfrenten en pensioenen Artikel 30 Artikel 7 Artikel 1.7a Gelijkstelling met inkomen uit tegenwoordige arbeid Artikel 31 Artikel 8 Artikel 1.7b Gelijkstelling met de premie voor een verzekering Artikel 31a Artikel 9 Artikel 1.8 Wederzijdse erkenning Artikel 32 Artikel 10 Slotformulier en ondertekening Artikel 11 Bijlage A bij artikel 2.1 van de Regeling langdurige zorg Artikel 1.9 Gelijkstelling met basisregistratie personen Artikel 32a Artikel 12 Bijlage B bij artikel 8.4 van de Regeling langdurige zorg Artikel 1.10 Vaste inrichting of vaste vertegenwoordiger Artikel 33 Slotformulier en ondertekening Bijlage C bij artikel 5.13 van de Regeling langdurige zorg Artikel 33a Artikel 1.11 Buitenlandse rechtsvormen en vennootschappen waarvan het kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld Bijlage D bij artikel 5.24 van de Regeling langdurige zorg. Artikel 34 Bijlage E bij artikel 9.3d van de Regeling langdurige zorg Artikel 35 Bijlage F bij de artikelen 9.8, tweede en derde lid, 9.8a, eerste lid, 9.9, eerste lid, 9.10, eerste lid, 9.14, tweede lid, alsmede 9.16, eerste lid, van de Regeling langdurige zorg Artikel 35a Bijlage G bij artikel 4.8 van de Regeling langdurige zorg Bijlage H Tarieventabel persoonsgebonden budget-Wlz 2021 Bijlage I Tarieventabel persoonsgebonden budget Wlz-indiceerbaren in een ADL-woning 2020 255869.png 255870.png 255871.png 255872.png 255873.png 255874.png 255875.png 255876.png 255877.png 256492.png 256493.png 256494.png 256495.png 256496.png 256497.png 255884.png 255885.png 255886.png 255887.png 255888.png 255889.png 255890.png 255891.png 255893.png 255894.png 255895.png 255896.png 256498.png 256499.png 256500.png 256501.png 256502.png 256503.png 254531.png 254532.png 254534.png 254535.png 254536.png 254537.png 254538.png 254539.png 254540.png 254541.png 254542.png 254543.png 254544.png 254545.png 254546.png 259462.png 259463.png 259464.png 254553.png 254554.png 254555.png 254556.png 254557.png 254559.png 254560.png 254561.png 254562.png 254563.png 254564.png 254565.png 256473.png 256474.png 256475.png 256476.png 256477.png 256478.png 256479.png 257739.png 257740.png 257741.png 257742.png 257743.png 257744.png 257745.png 257746.png 257747.png 257748.png 257749.png 257750.png 257751.png 257752.png 257753.png 254588.png 254589.png 254590.png 254591.png 254592.png 254593.png 254595.png 254596.png 254597.png 254598.png 254599.png 254600.png 254601.png 254602.png 254603.png 254604.png 254605.png 254606.png 254607.png 254608.png 254609.png 254610.png 254611.png 254612.png 254613.png 254614.png 254615.png 254617.png 254618.png 254619.png 254620.png 254621.png 254622.png 254624.png 254625.png 254626.png 254627.png 254628.png 254629.png 254630.png 254631.png 254632.png 254633.png 254634.png 254635.png 254636.png 254637.png 254638.png 254639.png 254640.png 254641.png 254642.png 254643.png 254644.png 254645.png 254646.png 254647.png 254648.png 254649.png 254650.png 254651.png 254652.png 254653.png 254654.png 254655.png 254656.png 254657.png Algemene informatie Eerste Boek Van den koophandel in het algemeen Algemene informatie § 4 Integere en beheerste bedrijfsvoering Titel 2 Erfopvolging bij versterf Titel 4 Burgerlijke stand Begripsbepalingen Opschrift Opschrift Artikel 10 Artikel 9 Artikel 1 Aanhef Aanhef Artikel 10a Artikel 10 Artikel 1 Artikel 11 Artikel 11 Artikel 2 Artikel 12 Artikel 12 Artikel 3 Artikel 13 Artikel 4 Slotformulier en ondertekening Slotformulier en ondertekening Bijlage 1 Regeling rechtstreeks beroep (artikel 7:1, eerste lid, onderdeel g) Bijlage 2 Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak (artikelen 8:5, 8:6, 8:7, 8:105 en 8:106) Bijlage 3 Regeling verlaagd griffierecht (artikelen 8:41 en 8:109) Derde Boek Van rechtspleging van onderscheiden aard Hoofdstuk 4 Toezicht en handhaving Hoofdstuk II Heffing ter zake van leveringen en diensten Algemene informatie Titel III Schuldsaneringsregeling natuurlijke personen Algemene informatie Boek 8 Verkeersmiddelen en vervoer Titel 3 Volmacht Titel 1 Verbintenissen in het algemeen Hoofdstuk I Overdrachtsbelasting Hoofdstuk 1 Definitiebepalingen Opschrift Opschrift Artikel 60 Artikel 2 Artikel 1 Aanhef Aanhef Artikel 61 Artikel 3 Artikel 62 Artikel 3a Artikel 63 Artikel 4 Artikel 64 Artikel 4a Artikel 65 Artikel 5 Artikel 66 Artikel 5bis Slotformulier en ondertekening Artikel 67 Artikel 5a Bijlage 1 behorende bij artikel 1.11, tweede lid, onderdeel d, van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II Artikel 68 Bijlage 2 behorende bij artikel 1.11, eerste lid, onderdeel o, en tweede lid, onderdeel j, van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II Artikel 5b Slotformulier en ondertekening Artikel 69 Artikel 5c Artikel 70 Artikel 5d Artikel 71 Artikel 6 Artikel 72 Artikel 6a Artikel 73 Artikel 7 Artikel 74 Artikel 75 Artikel 76 Artikel 77 Artikel 78 Artikel 79 Algemene informatie Eerste titel Algemene bepalingen § 3.1 De Financiële inlichtingen eenheid Hoofdstuk I Belastingplicht Hoofdstuk III Assurantiebelasting Hoofdstuk II Vrijstellingen Opschrift Artikel 12 Artikel 1 Artikel 4 Aangewezen mogendheid Aanhef Artikel 13 Artikel 5 Schenking ten behoeve van een eigen woning Artikel 1a Artikel 13a Artikel 2 Artikel 6 Schenking voor de betaling van kosten van een studie of de opleiding voor een beroep Artikel 13b Artikel 3 Artikel 13c Artikel 4 Artikel 14 Artikel 5 Artikel 14a Artikel 6 Artikel 6a Artikel 6b Artikel 6c Slotformulier en ondertekening Algemene informatie Titel IV De stage, de registratie van de werktijd en de beroepsopleiding van de kandidaat-notaris Algemene informatie Algemene informatie Titel 2 Eigendom van roerende zaken Titel 4 Naamloze vennootschappen Eerste afdeling Van de faillietverklaring § 2.2 Vereenvoudigd cliëntenonderzoek Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen (hoofdstuk 1 van de wet) Afdeling 1 Begripsbepalingen Opschrift Artikel 31 Opschrift Opschrift Artikel 4 Artikel 1 Artikel 6 Artikel 1 Reikwijdte en definitie Artikel 1 Artikel 32 Aanhef Aanhef Artikel 5 Artikel 2 Artikel 7 Artikel 2 In belangrijke mate onderhouden van kinderen Artikel 2 Artikel 33 Artikel 6 Artikel 3 Artikel 2a Ingegane lijfrenten waarvan de termijnen niet in geldeenheden, maar in units zijn vastgesteld Artikel 34 Artikel 2a Artikel 7 Artikel 3a Artikel 2b Ingegane lijfrenterekeningtermijnen of lijfrentebeleggingsrechttermijnen waarvan de omvang niet in geldeenheden, maar in units is vastgesteld Artikel 35 Artikel 3 Artikel 8 Artikel 3b Artikel 36 Artikel 4 Artikel 9 Artikel 3d Artikel 10 Artikel 5 Artikel 4 Artikel 11 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 12 Artikel 5a Artikel 7 Artikel 13 Artikel 6 Slotformulier en ondertekening Artikel 8 Artikel 14 Artikel 7 Artikel 9 Artikel 15 Artikel 8 Artikel 10 Slotformulier en ondertekening Artikel 16 Artikel 9 Artikel 11 Artikel 17 Artikel 10 Artikel 18 Artikel 12 Artikel 11 Artikel 19 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 13 Artikel 14 Artikel 13a Artikel 15 Artikel 14 Artikel 14b Artikel 15 Artikel 15a Artikel 15b Artikel 15c Artikel 15d Artikel 16 Artikel 17 Artikel 18 Artikel 19 Artikel 19a Artikel 19b Tweede Boek Van de regten en verpligtingen uit scheepvaart voortspruitende § 1.3 Groepen Hoofdstuk 2 Raamwerk Hoofdstuk IIIA Bedrijfsopvolging Artikel 2e Artikel 35b Artikel 2f Artikel 35c Artikel 35d Artikel 35e Artikel 35f Vierde Boek Arbitrage Boek 10 Internationaal privaatrecht Hoofdstuk 5 Bepalingen met betrekking tot het bewaren van bewijsstukken en training Titel 1 Koop en ruil Titel 3 Het erfrecht bij versterf van de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot en van de kinderen alsmede andere wettelijke rechten Titel 5 Het huwelijk Inleidende bepalingen Artikel 1a Artikel 1b Tweede afdeling Homologatie van een onderhands akkoord Algemene informatie Hoofdstuk I Belastingplicht Hoofdstuk IIA Heffing ter zake van intracommunautaire verwervingen Opschrift Artikel 1 Aanhef Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 5a Artikel 5b Artikel 6 Artikel 6a Artikel 7 Artikel 8 Artikel 8a Slotformulier en ondertekening Bijlage bij artikel 1.1 van deze wet Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Algemene informatie Titel 4 Verkrijging en verlies van goederen Titel 2 Overgang van vorderingen en schulden en afstand van vorderingen Hoofdstuk II Assurantiebelasting Hoofdstuk 2 Registratie van notariële akten langs elektronische weg bij de KNB Eerste titel Algemene regels Artikel 1 Opschrift Artikel 8 Artikel 2 Artikel 430 Artikel 1a Aanhef Artikel 9 Artikel 3 Artikel 431 Artikel 2 Artikel 9a Artikel 4 Artikel 431a Artikel 2a Artikel 5 Artikel 432 Artikel 3 Artikel 3a Artikel 6 Artikel 433 Artikel 3b Artikel 7 Artikel 434 Artikel 3c Artikel 8 Artikel 434a Artikel 3d Artikel 9 Artikel 435 Artikel 4 Slotformulier en ondertekening Artikel 436 Artikel 4a Artikel 437 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 438 Artikel 7 Artikel 438a Artikel 7a Artikel 438b Artikel 7b Artikel 438c Artikel 7c Artikel 7d Artikel 7e Titel V De akten, minuten, grossen en afschriften Algemene informatie Eerste afdeling Van de verlening van surseance van betaling en haar gevolgen Tweede titel De dagvaardingsprocedure in eerste aanleg § 3.2 De Meldingsplicht Hoofdstuk II Voorwerp van de belasting bij binnenlandse belastingplichtigen Hoofdstuk IV Kapitaalsbelasting Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen (Hoofdstuk 1 van de wet) Hoofdstuk III Bedrijfsopvolging Artikel 37 Opschrift Artikel 214 Artikel 15 Artikel 1 Reikwijdte en definitie Artikel 7 Hetgeen tot een objectieve onderneming wordt gerekend Artikel 38 Aanhef Artikel 215 Artikel 16 Artikel 1a Pensioenregeling; vrijwillige voortzetting Artikel 8 In het kader van een bedrijfsoverdracht uitgegeven preferente aandelen Artikel 39 Artikel 215a Artikel 16a Artikel 9 Bezitsperiode voor het overlijden, onderscheidenlijk voor de schenking Artikel 40 Artikel 216 Artikel 17 Artikel 10 Voortzettingsperiode Artikel 41 Artikel 217 Artikel 42 Artikel 18 Artikel 43 Artikel 218 Artikel 18a Artikel 44 Artikel 219 Artikel 45 Artikel 220 Artikel 45a Artikel 221 Artikel 46 Artikel 222 Artikel 47 Slotformulier en ondertekening Artikel 222a Artikel 48 Artikel 49 Artikel 222b Artikel 49a Artikel 223 Artikel 49b Artikel 223a Artikel 49c Artikel 223b Artikel 50 Artikel 224 Artikel 51 Artikel 225 Artikel 52 Artikel 53 Artikel 226 Artikel 227 Artikel 228 Artikel 229 Artikel 230 Artikel 231 Artikel 231a Artikel 232 Artikel 233 Artikel 234 Artikel 235 Artikel 236 Artikel 236a Artikel 237 Artikel 237a Artikel 237b Artikel 238 Artikel 239 Artikel 240 Artikel 241 Artikel 241a Artikel 241b Artikel 241c Artikel 241d Artikel 241e Artikel 242 Artikel 243 Artikel 244 Artikel 245 Artikel 246 Artikel 247 Artikel 247a Artikel 247b Artikel 247c Artikel 247d Artikel 248 Artikel 249 Artikel 249a Artikel 250 Artikel 250a Artikel 251 Titel 3 Eigendom van onroerende zaken Titel 5 Besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid Vijfde titel A Van koop en verkoop op afbetaling Tweede afdeling Van de gevolgen der faillietverklaring § 2.3 Verscherpt cliëntenonderzoek Hoofdstuk 2 Raamwerk (hoofdstuk 2 van de wet) Artikel 20 Artikel 20 Artikel 8 Artikel 3 Woonplaatsfictie; aanwijzing mogendheid Artikel 21 Artikel 21 Artikel 9 Artikel 4 Tijdsevenredige vermindering heffingskorting Artikel 22 Artikel 22 Artikel 9a Artikel 4a Toerekening afgezonderd particulier vermogen Artikel 23 Artikel 22a Artikel 24 Artikel 23 Artikel 25 Artikel 24 Artikel 26 Artikel 25 Artikel 27 Artikel 26 Artikel 28 Artikel 27 Artikel 29 Artikel 28 Artikel 30 Artikel 29 Artikel 31 Artikel 30 Artikel 32 Artikel 31 Artikel 33 Artikel 32 Artikel 34 Artikel 33 Artikel 35 Artikel 33a Artikel 36 Artikel 34 Artikel 35 Artikel 35a Artikel 35b Artikel 36 Artikel 36a Artikel 37 Artikel 37a Artikel 37b Artikel 38 Artikel 38a Artikel 39 Artikel 40 Artikel 41 Artikel 42 Artikel 42a Artikel 43 Artikel 45 Artikel 47 Artikel 48 Artikel 49 Artikel 50 Artikel 51 Artikel 52 Artikel 53 Artikel 54 Artikel 55 Artikel 56 Artikel 57 Artikel 58 Artikel 59 Artikel 59a Artikel 60 Artikel 60a Artikel 60b Artikel 61 Artikel 62 Artikel 63 Artikel 63a Artikel 63b Artikel 63c Artikel 63d Artikel 63e Hoofdstuk 6 Overgangs- en slotbepalingen Hoofdstuk I Algemene bepalingen Hoofdstuk 3 Heffingsgrondslag bij werk en woning Hoofdstuk IIIb Verkrijging blote eigendom van een eigen woning Afdeling 1A Elektronisch vermogensrechtelijk rechtsverkeer Afdeling 1 Belastbaar feit Artikel 36 Artikel 1 Artikel 35g Artikel 15a Artikel 2 Artikel 37 Artikel 2 Artikel 15b Artikel 38 Artikel 3 Artikel 3 Artikel 39 Artikel 15c Artikel 4 Artikel 3a Artikel 40 Artikel 15d Artikel 5 Artikel 41 Artikel 3b Artikel 15e Artikel 42 Artikel 6 Artikel 4 Artikel 42a Artikel 15f Artikel 5 Artikel 7 Artikel 43 Artikel 5a Artikel 8 Artikel 44 Artikel 5b Artikel 45 Artikel 5c Artikel 46 Artikel 47 Artikel 5d Artikel 48 Artikel 5e Artikel 48a Artikel 48b Artikel 48c Artikel 48d Artikel 48e Artikel 48f Artikel 49 Artikel 50 Artikel 51 Algemene informatie Titel 1aa Overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud en digitale diensten tussen handelaren en consumenten Titel 4 Uiterste willen Titel 5A Het geregistreerd partnerschap Eerste titel Van kooplieden en van daden van koophandel Hoofdstuk I Veilingen Hoofdstuk 1 Algemene bepaling Afdeling 1 Algemene bepalingen Opschrift Artikel 80a Artikel 2 Artikel 2 Artikel 1 Artikel 53 Aanhef Artikel 80b Artikel 3 Artikel 53a Artikel 80c Artikel 4 Artikel 54 Artikel 80d Artikel 5 Artikel 54a Artikel 80e Artikel 55 Artikel 80f Artikel 56 Artikel 80g Artikel 57 Artikel 57a Artikel 58 Artikel 59 Artikel 60 Slotformulier en ondertekening Artikel 61 Bijlage I bij artikel 1.1 van dit besluit (begrippen) Artikel 62 Bijlage II bij de artikelen 2.0b, 2.0c en 11.11, eerste lid, van dit besluit (veiligheid waterkeringen) Artikel 63 Bijlage IIa bij de artikelen 2.0h en 2.0i, eerste lid, van dit besluit (veiligheid andere dan primaire waterkeringen in beheer bij het Rijk) Bijlage III bij de artikelen 2.10, eerste en derde lid, 4.13, tweede lid, en 4.15, derde lid, van dit besluit (omgevingswaarden voor prioritaire stoffen en bepaalde krw-verontreinigende stoffen voor de goede chemische toestand van een krw-oppervlaktewaterlichaam) Bijlage IIIa bij artikel 2.11 van dit besluit (indicatoren voor de goede ecologische kwaliteit) Bijlage IV bij de artikelen 2.14, eerste lid, en 4.17, derde lid, van dit besluit (omgevingswaarden voor de goede chemische toestand van grondwaterlichamen) Bijlage V bij artikel 2.15, eerste lid, van dit besluit (omgevingswaarden voor water onttrokken op een waterwinlocatie gelegen in een krw-oppervlaktewaterlichaam) Bijlage Va bij artikel 3.51 van dit besluit (reductiepunten financiële doelmatigheid geluidbeperkende maatregelen) Bijlage Vb bij de artikelen 3.55 en 5.89j, tweede lid, van dit besluit (MTR) Bijlage Vc bij artikel 3.67 van dit besluit (soorten invasieve exoten waartegen provinciebestuur maatregelen neemt) Bijlage Vd bij artikel 4.12a van dit besluit (signaleringsparameter beoordeling grondwatersanering) Bijlage VI bij artikel 5.3, tweede en derde lid, van dit besluit (beperkt kwetsbare en kwetsbare gebouwen en locaties en zeer kwetsbare gebouwen) Bijlage VII bij de artikelen 5.4, 5.8, eerste en tweede lid, 5.9, tweede lid, 5.13, eerste, tweede en vierde lid, 5.14, vijfde lid, 5.16, eerste en derde lid, 8.12, eerste lid, en 11.1 tot en met 11.5 van dit besluit (opslag, productie, gebruik en vervoer van gevaarlijke stoffen en windturbines) Bijlage VIII bij artikel 5.23 van dit besluit (explosieaandachtsgebieden vuurwerk) Bijlage IX bij artikel 5.28 van dit besluit (civiele explosieaandachtsgebieden) Bijlage X bij artikel 5.32 van dit besluit (militaire explosieaandachtsgebieden) Bijlage XI bij artikel 5.39 van dit besluit (kustfundament) Bijlage XII bij artikel 5.41, eerste lid, van dit besluit (grote rivieren) Bijlage XIII bij de artikelen 5.76, 8.19 en 8.42 van dit besluit (militaire terreinen met militaire schietbanen en militaire springterreinen waarvoor in het omgevingsplan de standaardwaarde voor het toelaatbare geluid op een geluidgevoelig gebouw moet worden opgenomen) Bijlage XIIIa bij artikel 5.89i, eerste lid, van dit besluit (stoffenlijst toelaatbare kwaliteit bodem) Bijlage XIIIb bij artikel 5.89j, tweede lid, van dit besluit (TCL en geurdrempel) Bijlage XIIIc bij artikel 5.129a van dit besluit (PKB-Waddenzee en Waddengebied) Bijlage XIV bij de artikelen 5.150, 5.155, eerste lid, en 7.6, tweede lid, van dit besluit (locaties van militaire terreinen en terreinen met militaire objecten en maximale hoogtes van bouwwerken in radarverstoringsgebieden) Bijlage XV bij artikel 5.156 van dit besluit (locaties elektriciteitsvoorziening) Bijlage XVa bij artikel 5.161a van dit besluit (locaties van communicatie-, navigatie- en radarapparatuur buiten Schiphol of overige luchthavens van nationale en regionale betekenis en maximale hoogte van bouwwerken in gebieden waar deze de werking van die apparatuur kunnen verstoren) Bijlage XVI bij artikel 5.161b van dit besluit (landelijke fiets- en wandelroutes) Bijlage XVII bij artikel 7.4, eerste lid, van dit besluit (kernkwaliteiten werelderfgoederen en erfgoederen op de Voorlopige Lijst werelderfgoed) Bijlage XVIII bij de artikelen 8.9, vierde lid, 8.10, 8.33, tweede lid, 8.88, derde lid, 8.93, en 8.98 van dit besluit (informatiedocumenten over milieubelastende activiteiten, lozingsactiviteiten op een oppervlaktewaterlichaam of lozingsactiviteiten op een zuiveringtechnisch werk) Bijlage XVIIIa bij de artikelen 8.62c, 8.62l en 8.62m van dit besluit (standaardwaarden voor het grondwater) Bijlage XIX bij artikel 8.89, tweede lid, van dit besluit (toetsingswaarden voor het te infiltreren water) 264954.png 264955.png 264956.png 264957.png 264958.png 264959.png 264960.png 264949.png 264950.png 264951.png 264952.png 265040.png 260565.png 260560.png 260561.png 260562.png 260563.png 260564.png 260559.png Hoofdstuk 1a Bepalingen omtrent authentieke gegevens en de inhoud en inrichting van registraties Algemene informatie Eerste titel Van rechtspleging in zaken van verkeersmiddelen en vervoer § 4.1 Toezicht op de naleving en samenwerking Hoofdstuk II Voorwerp van de belasting Hoofdstuk III Heffing ter zake van invoer Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen en algemene bepalingen Opschrift Artikel 24 Artikel 9 Aanhef Artikel 25 Artikel 10 Artikel 26 Artikel 10a Artikel 27 Artikel 11 Artikel 11a Artikel 11b Artikel 11c Artikel 11d Artikel 11e Artikel 12 Artikel 12a Artikel 13 Artikel 13bis Artikel 13ter Slotformulier en ondertekening Artikel 13a Bijlage behorend bij artikel 1cb Artikel 14 123954.png 123955.png Hoofdstuk 1 Reikwijdte en definities Algemene informatie Titel VA De elektronische notariële akte Titel 5 Bezit en houderschap Titel 3 Onrechtmatige daad Eerste afdeling Het uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling Hoofdstuk III Kapitaalsbelasting 1 Inleiding I Algemene bepalingen Hoofdstuk 3 De registratie van onderhandse akten bij de Belastingdienst Tweede titel Van de gerechtelijke tenuitvoerlegging op goederen die geen registergoederen zijn Afdeling 1 De ambtenaar van de burgerlijke stand Artikel 1 Reikwijdte Opschrift Artikel 53a Artikel 107 Artikel 284 Artikel 10 Artikel 10 Artikel 16 Artikel 2 Vaste inrichting Aanhef Artikel 53b Artikel 108 Artikel 285 Artikel 11 Artikel 11 Artikel 16a Artikel 3 Uitbreiding begrip Mogendheid Artikel 53c Artikel 109 Artikel 286 Artikel 12 Artikel 12 Artikel 4 Gebied van een andere Mogendheid Artikel 53d Artikel 16b Artikel 110 Artikel 287 Artikel 13 Artikel 13 Artikel 5 Dividenden, interest en royalty's Artikel 53e Artikel 16c Artikel 111 Artikel 287a Artikel 6 Ontwikkelingsland Artikel 14 Artikel 53f Artikel 14 Artikel 16d Artikel 53g Artikel 112 Artikel 287b Artikel 15 Artikel 15 Artikel 53h Artikel 113 Artikel 288 Artikel 16 Artikel 16 Artikel 53i Artikel 114 Artikel 289 Artikel 17 Artikel 53j Artikel 115 Artikel 290 Artikel 18 Artikel 53k Artikel 116 Artikel 291 Artikel 117 Artikel 292 Slotformulier en ondertekening Artikel 118 Artikel 293 Bijlage A bij artikel 7 van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015 Artikel 119 Artikel 294 Bijlage B bij artikel 13a van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015 Artikel 120 Artikel 294a Artikel 121 Artikel 294b Artikel 122 Artikel 123 Artikel 124 Artikel 125 Inleidende bepaling Tweede afdeling Van het akkoord Derde titel De verzoekschriftprocedure in eerste aanleg § 3.3 Vrijwaring Hoofdstuk III Voorwerp van de belasting bij buitenlandse belastingplichtigen Hoofdstuk V Beursbelasting Hoofdstuk 2 Raamwerk (Hoofdstuk 2 van de wet) Hoofdstuk IV Bijzondere bepalingen Afdeling 1 Belastbaar feit Inleidende bepaling Artikel 252 Artikel 19 Artikel 17 Artikel 40 Artikel 2 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; vermindering verschuldigde inkomstenbelasting bij kiezende belastingplichtige Artikel 11 Uitbreiding aangifteplicht Artikel 3 Artikel 253 Artikel 20 Artikel 17a Artikel 41 Artikel 3 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; vermindering bij inkomen uit werk en woning Artikel 12 Opgave verzekeraar en uitvoerder derdebeding Artikel 3a Artikel 254 Artikel 20a Artikel 18 Artikel 42 Artikel 4 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; verrekening dividendbelasting alsmede bronbelasting op inkomsten uit spaargelden bij inkomen uit werk en woning Artikel 3b Artikel 255 Artikel 20b Artikel 19 Artikel 43 Artikel 5 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; doorschuifregeling Artikel 3c Artikel 256 Artikel 44 Artikel 6 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; inhaalregeling Artikel 4 Artikel 257 Artikel 45 Artikel 7 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; vermindering bij inkomen uit aanmerkelijk belang Artikel 257a Artikel 46 Artikel 8 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; verrekening dividendbelasting alsmede bronbelasting op inkomsten uit spaargelden bij inkomen uit aanmerkelijk belang Artikel 258 Artikel 47 Artikel 9 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; vermindering bij voordeel uit sparen en beleggen Artikel 259 Artikel 48 Artikel 10 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; verrekening dividendbelasting alsmede bronbelasting op inkomsten uit spaargelden bij voordeel uit sparen en beleggen Artikel 260 Artikel 49 Artikel 11 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor in het buitenland geworven deskundigen Artikel 261 Artikel 50 Artikel 11bis Toerekeningsregels; meldingsplicht bij artikel 2.14, derde lid, onderdeel d, van de wet Artikel 262 Artikel 51 Artikel 263 Artikel 264 Artikel 265 Artikel 266 Artikel 267 Artikel 268 Artikel 268a Artikel 269 Artikel 269a Artikel 269b Artikel 270 Artikel 271 Artikel 272 Artikel 273 Artikel 274 Artikel 275 Artikel 276 Artikel 277 Artikel 278 Artikel 279 Artikel 280 Artikel 281 1 Algemeen deel Titel 4 Bevoegdheden en verplichtingen van eigenaars van naburige erven Titel 6 Stichtingen Zevende titel Van huur en verhuur Derde afdeling Van het bestuur over de failliete boedel § 2.4 Uitbesteding van cliëntenonderzoek Hoofdstuk 1 Periodieke uitkeringen, vruchtgebruik, leegwaarderatio van verhuurde woningen en waarde van erfpachtcanon Hoofdstuk 3 Heffingsgrondslag bij werk en woning (hoofdstuk 3 van de wet) Afdeling 1 Algemene bepalingen Artikel 285 Artikel 37 Artikel 10 Artikel 5 Artikel 5 Belastbare winst uit onderneming; verliezen uit de aanloopfase van een onderneming Artikel 1 Artikel 286 Artikel 38 Artikel 6 Artikel 6 Belastbare winst uit onderneming; overige vrijstellingen; gedeeltelijke vrijstelling van bos en natuur Artikel 2 Artikel 287 Artikel 39 Artikel 7 Artikel 6a Belastbare winst uit ondernemingen; overige vrijstellingen; vrijstelling voor projecten gericht op hinderbeperking tijdens grootschalige wegwerkzaamheden Artikel 3 Artikel 288 Artikel 40 Artikel 8 Artikel 7 Belastbare winst uit onderneming; van aftrek uitgesloten kosten ten behoeve van de belastingplichtige; werkkleding Artikel 4 Artikel 289 Artikel 41 Artikel 9 Artikel 8 Belastbare winst uit onderneming; in aftrek beperkte kosten ten behoeve van de belastingplichtige; verhuizing in kader van onderneming Artikel 5 Artikel 290 Artikel 42 Artikel 10 Artikel 9 Belastbare winst uit onderneming; bijtelling privégebruik auto Artikel 291 Artikel 43 Artikel 10a Artikel 9a Constatering van het niet afgenomen zijn van de netto-tonnage van bepaalde schepen Artikel 291a Artikel 44 Artikel 10b Artikel 10 Belastbare winst uit onderneming; loon- en prijswijzigingen na afloop jaar en betaling Artikel 292 Artikel 45 Artikel 11 Aangewezen staten bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte Artikel 292a Artikel 46 Artikel 12 Belastbare winst uit onderneming; scholingsaftrek; bijdragen aan een scholingsfonds Artikel 293 Artikel 47 Artikel 13 Belastbare winst uit onderneming; delegatiebepaling scholingsaftrek; door ondernemer zelf verzorgde scholing Artikel 294 Artikel 48 Artikel 13a Belastbare winst uit onderneming; verkorting driejaarstermijn bij doorschuiving naar ondernemers of werknemers Artikel 295 Artikel 49 Artikel 14 Belastbaar loon; pensioen in grensoverschrijdende situaties Artikel 296 Artikel 50 Artikel 15 Belastbaar loon; fietsaftrek Artikel 297 Artikel 51 Artikel 16 Belastbaar loon; reisaftrek Artikel 297a Artikel 52 Artikel 17 Belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen; vrijstellingen publiekrechtelijke uitkeringen Artikel 297b Artikel 53 Artikel 17bis Verdeling spaarrekening eigen woning en beleggingsrecht eigen woning bij meer dan één gerechtigde Artikel 298 Artikel 54 Artikel 17a Aanvullende bepalingen met betrekking tot de eigenwoningreserve Artikel 298a Artikel 55 Artikel 17aa Nadere regeling aflossingsmoment eigenwoningschuld Artikel 299 Artikel 56 Artikel 17b Informatieplicht bij schulden bij anderen dan aangewezen administratieplichtigen; te verstrekken gegevens Artikel 57 Artikel 299a Artikel 18 Negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen; voorwaarden arbeidsongeschiktheid Artikel 58 Artikel 300 Artikel 19 Uitgaven voor kinderopvang Artikel 59 Artikel 300a Artikel 20 Uitgaven voor kinderopvang; voorwaarden Artikel 301 Artikel 21 Uitgaven voor kinderopvang; in aanmerking te nemen uitgaven Artikel 302 Artikel 22 Waardering niet in geld genoten inkomen; privé-gebruik auto Artikel 303 Artikel 23 Verliesverrekening; formalisering achterwaartse verliesverrekening Artikel 304 Artikel 24 Middeling Artikel 305 Artikel 24a Beperking geldingsduur verklaring arbeidsrelatie Artikel 306 Artikel 24b Beperking geldingsduur verklaring arbeidsrelatie Artikel 307 Algemeene Bepaling Hoofdstuk II Aangifte Hoofdstuk 4 Heffingsgrondslag bij aanmerkelijk belang Hoofdstuk IV Aangifte, aanslag en conserverende aanslag Hoofdstuk 1 Algemeen Eerste afdeling Rechtsmacht van de Nederlandse rechter Afdeling 1 Belastbaar feit Artikel 309 Artikel 6 Artikel 36 Artikel 1.1 Reikwijdte Artikel 1 Artikel 20 Artikel 7 Artikel 37 Artikel 1.2 Definities Artikel 2 Artikel 21 Artikel 7a Artikel 38 Artikel 3 Artikel 8 Artikel 39 Artikel 4 Artikel 9 Artikel 40 Artikel 5 Artikel 10 Artikel 41 Artikel 6 Artikel 10a Artikel 42 Artikel 43 Artikel 6a Artikel 44 Artikel 7 Artikel 45 Artikel 8 Artikel 46 Artikel 9 Artikel 47 Artikel 10 Artikel 48 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14 Hoofdstuk 2 Openbare registers voor registergoederen Titel 1a Overeenkomsten betreffende het gebruik in deeltijd, vakantieproducten van lange duur, bijstand en uitwisseling Titel 5 Onderscheiden soorten van uiterste wilsbeschikkingen Titel 6 Rechten en verplichtingen van echtgenoten Eerste titel Arbitrage in Nederland Titel 1 Algemene bepalingen Tweede titel Vervallen. § 5.1 Het bewaren van bewijsstukken Hoofdstuk I A Verkopen op afstand Hoofdstuk 2 Belastingplicht (Hoofdstuk I van de wet) Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Afdeling 1B Het voeren van een administratie Afdeling 1 Algemene bepalingen Afdeling 2 Maatstaf van heffing Artikel 50a Artikel 81 Artikel 1 Artikel 6 Artikel 33 Artikel 2a Artikel 2 Artikel 1.1.1 Artikel 15i Artikel 64 Artikel 9 Artikel 50b Artikel 82 Artikel 2 Artikel 7 Artikel 34 Artikel 2b Artikel 2a Artikel 15j Artikel 65 Artikel 10 Artikel 50c Artikel 83 Artikel 3 Artikel 8 Artikel 2b Artikel 66 Artikel 11 Artikel 50d Artikel 84 Artikel 4 Artikel 9 Artikel 2c Artikel 67 Artikel 12 Artikel 50e Artikel 85 Artikel 5 Artikel 10 Artikel 2ca Artikel 67a Artikel 13 Artikel 50f Artikel 86 Artikel 6 Artikel 11 Artikel 2d Artikel 50g Artikel 67b Artikel 87 Artikel 7 Artikel 12 Artikel 2e Artikel 50h Artikel 88 Artikel 8 Artikel 13 Artikel 2f Artikel 67c Artikel 50i Artikel 89 Artikel 9 Artikel 2g Artikel 68 Artikel 90 Artikel 10 Artikel 2h Artikel 69 Artikel 91 Artikel 11 Artikel 3 Artikel 70 Artikel 92 Artikel 12 Artikel 3bis Artikel 71 Artikel 92a Artikel 13 Artikel 3a Artikel 72 Artikel 14 Artikel 4 Artikel 73 Artikel 15 Artikel 5 Artikel 16 Artikel 6 Artikel 74 Artikel 17 Artikel 7 Artikel 75 Artikel 76 Artikel 76a Artikel 77 Artikel 78 Artikel 78a Titel VI De kosten van de ambtelijke werkzaamheden Hoofdstuk 2 Inkomstenbelasting Eerste Boek De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad Algemene informatie § 1 Algemene bepalingen Tweede titel Van procedures betreffende een nalatenschap of een gemeenschap § 4.2 Handhavingsbevoegdheden Hoofdstuk IIA Vrije vergoedingen en verstrekkingen Hoofdstuk IV Uitvoer van goederen Hoofdstuk I Algemene bepalingen Hoofdstuk 1 Aanpassingen Hoofdstuk 2 De verzekerden Afdeling 2 De raad van commissarissen bij de grote coöperatie en bij de grote onderlinge waarborgmaatschappij Afdeling 2.1 Belastingplichtigen Artikel 54 Opschrift Artikel 369 Artikel 28 Artikel 15 Artikel 24 Artikel 1 Artikel 63a Artikel 2.1 Belastingplichtigen Artikel 55 Aanhef Artikel 29 Artikel 15a Artikel 2 Artikel 63b Artikel 56 Artikel 2.2 Woonplaatsfictie Artikel 30 Artikel 15b Artikel 3 Artikel 63c Artikel 31 Artikel 15c Artikel 63d Artikel 32 Artikel 15d Artikel 63e Artikel 32a Artikel 16 Artikel 63f Artikel 32b Artikel 16a Artikel 32c Artikel 16b Artikel 63g Artikel 32d Artikel 16c Artikel 63h Artikel 17 Artikel 63i Artikel 17a Artikel 63j Artikel 63k Slotformulier en ondertekening Titel 1 Overgangsbepalingen in verband met Boek 1 Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Titel 6 Bewind Titel 4 Verbintenissen uit andere bron dan onrechtmatige daad of overeenkomst Tweede afdeling De gevolgen van de toepassing van de schuldsaneringsregeling Derde titel Van de gerechtelijke tenuitvoerlegging op onroerende zaken 1 Inleiding Hoofdstuk IV Beursbelasting 2 Algemeen II Zeerecht Hoofdstuk 4 Overige bepalingen Afdeling 1 Koop: Algemene bepalingen Afdeling 1 Het erfrecht bij versterf van de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot en van de kinderen Algemene bepaling Artikel 1 Artikel 126 Artikel 295 Artikel 17 Artikel 19 Artikel 1 Artikel 13 Artikel 30 Artikel 2 Artikel 295a Artikel 18 Artikel 20 Artikel 14 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 296 Artikel 19 Artikel 21 Artikel 4 Artikel 3 Artikel 15 Artikel 297 Artikel 22 Artikel 5 Artikel 4

Kennisdossiers

Titel Categorie
Titel Aanvaarding en verwerping nalatenschap Categorie Erfrecht
Titel Afwikkeling en vereffening nalatenschap Categorie Erfrecht
Titel Andere wettelijke rechten Categorie Erfrecht
Titel Deontologie erfrecht Categorie Erfrecht
Titel Echtscheidingstestament Categorie Erfrecht
Titel Executeur Categorie Erfrecht
Titel Gehandicaptentestament Categorie Erfrecht
Titel Legitieme portie Categorie Erfrecht
Titel Oud erfrecht Categorie Erfrecht
Titel Termijnen in het erfrecht Categorie Erfrecht
Titel Testament Categorie Erfrecht
Titel Tweetrapsmaking Categorie Erfrecht
Titel Wettelijk erfrecht Categorie Erfrecht
Titel Wettelijke verdeling en wilsrechten Categorie Erfrecht
Titel Consignatiekas Categorie Familievermogensrecht
Titel Gemeenschap van goederen Categorie Familievermogensrecht
Titel Geregistreerd partnerschap Categorie Familievermogensrecht
Titel Huwelijk Categorie Familievermogensrecht
Titel Huwelijkse voorwaarden Categorie Familievermogensrecht
Titel Samengestelde gezinnen Categorie Familievermogensrecht
Titel Samenwonen Categorie Familievermogensrecht
Titel Stiefkind Categorie Familievermogensrecht
Titel Vergoedingsrechten Categorie Familievermogensrecht
Titel Verrekenbedingen Categorie Familievermogensrecht
Titel Scheiding van tafel en bed Categorie Familievermogensrecht
Titel Quasi-wettelijke verdeling Categorie Familievermogensrecht
Titel Alimentatie Categorie Familierecht (overig)
Titel Bewind Categorie Familierecht (overig)
Titel Curatele en mentorschap Categorie Familierecht (overig)
Titel Draagplichtovereenkomst Categorie Familierecht (overig)
Titel Echtscheiding Categorie Familierecht (overig)
Titel Gezag Categorie Familierecht (overig)
Titel Internationaal familierecht Categorie Familierecht (overig)
Titel Levenstestament Categorie Familierecht (overig)
Titel Levensverzekering Categorie Familierecht (overig)
Titel Onderhoudsverplichtingen Categorie Familierecht (overig)
Titel Pensioen Categorie Familierecht (overig)
Titel Schenking Categorie Familierecht (overig)
Titel Agrarisch recht Categorie Registergoederenrecht
Titel Appartementsrechten Categorie Registergoederenrecht
Titel Blijverslening Categorie Registergoederenrecht
Titel Bouwterrein Categorie Registergoederenrecht
Titel Burenrecht Categorie Registergoederenrecht
Titel Didam-arrest Categorie Registergoederenrecht
Titel Duurzame energie Categorie Registergoederenrecht
Titel Economische eigendomsoverdracht Categorie Registergoederenrecht
Titel Eigen woning Categorie Registergoederenrecht
Titel Erfdienstbaarheid Categorie Registergoederenrecht
Titel Erfpacht Categorie Registergoederenrecht
Titel Huur Categorie Registergoederenrecht
Titel Hypotheek Categorie Registergoederenrecht
Titel Koop en levering onroerende zaken Categorie Registergoederenrecht
Titel Mandeligheid Categorie Registergoederenrecht
Titel Natuurschoonwet Categorie Registergoederenrecht
Titel Nieuwbouw Categorie Registergoederenrecht
Titel Opstal Categorie Registergoederenrecht
Titel Pacht Categorie Registergoederenrecht
Titel Ruilverkaveling Categorie Registergoederenrecht
Titel Starters op de woningmarkt Categorie Registergoederenrecht
Titel Verhuurderheffing Categorie Registergoederenrecht
Titel Woonboten Categorie Registergoederenrecht
Titel Aandelenoverdracht Categorie Ondernemingsrecht
Titel Algemene vergadering Categorie Ondernemingsrecht
Titel Besloten vennootschap Categorie Ondernemingsrecht
Titel Certificering en decertificering Categorie Ondernemingsrecht
Titel Coöperatie en onderlinge waarborgmaatschappij Categorie Ondernemingsrecht
Titel DGA Categorie Ondernemingsrecht
Titel Fusie Categorie Ondernemingsrecht
Titel Geschillenregeling en recht van enquête Categorie Ondernemingsrecht
Titel Inbreng onderneming in BV Categorie Ondernemingsrecht
Titel Maatschap Categorie Ondernemingsrecht
Titel Naamloze vennootschap Categorie Ondernemingsrecht
Titel Omzetting Categorie Ondernemingsrecht
Titel Parkbeheer Categorie Ondernemingsrecht
Titel Soorten aandelen Categorie Ondernemingsrecht
Titel Splitsing Categorie Ondernemingsrecht
Titel Staken onderneming / Liquidatie Categorie Ondernemingsrecht
Titel Stichting Categorie Ondernemingsrecht
Titel Storting op aandelen Categorie Ondernemingsrecht
Titel Tegenstrijdig belang Categorie Ondernemingsrecht
Titel Vennootschap onder firma Categorie Ondernemingsrecht
Titel Vereniging Categorie Ondernemingsrecht
Titel Wet bestuur en toezicht rechtspersonen Categorie Ondernemingsrecht
Titel Cliëntenonderzoek Categorie Wwft
Titel Meldingsplicht Categorie Wwft
Titel Onderzoek herkomst middelen Categorie Wwft
Titel PEP-onderzoek Categorie Wwft
Titel Risicomanagement Categorie Wwft
Titel Sanctiewetgeving en Wwft Categorie Wwft
Titel UBO-onderzoek (cliëntenonderzoek) Categorie Wwft
Titel UBO-register Categorie Wwft
Titel Verhoogd risico en extra maatregelen Categorie Wwft
Titel Wwft-Alerts (tot en met 2022) Categorie Wwft
Titel Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) Categorie Ambtsuitoefening
Titel Meldingsplicht grensoverschrijdende constructies Categorie Ambtsuitoefening
Titel Notarisambt en tuchtrecht Categorie Ambtsuitoefening
Titel Uitleg van notariële akten en overeenkomsten Categorie Ambtsuitoefening
Titel Aansprakelijkheid voor belastingen Categorie Belastingrecht
Titel Afgezonderd particulier vermogen Categorie Belastingrecht
Titel ANBI Categorie Belastingrecht
Titel Bedrijfsopvolging Categorie Belastingrecht
Titel Belastbaar inkomen uit werk en woning (box 1) Categorie Belastingrecht
Titel Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) Categorie Belastingrecht
Titel Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (box 3) Categorie Belastingrecht
Titel Belasting- en invorderingsrente Categorie Belastingrecht
Titel Belastingpakketten Categorie Belastingrecht
Titel Defiscalisering Categorie Belastingrecht
Titel Doorschuifregelingen Categorie Belastingrecht
Titel Eindejaarstips Categorie Belastingrecht
Titel Ficties Categorie Belastingrecht
Titel Ficties SW Categorie Belastingrecht
Titel Fiscaal partnerschap Categorie Belastingrecht
Titel Fiscale boetes Categorie Belastingrecht
Titel Kunst Categorie Belastingrecht
Titel Maatstaf van heffing Categorie Belastingrecht
Titel Ondernemer Categorie Belastingrecht
Titel Terbeschikkingstellingsregelingen Categorie Belastingrecht
Titel Verhoogde schenkvrijstelling eigen woning Categorie Belastingrecht
Titel Vrijstellingen overdrachtsbelasting Categorie Belastingrecht
Titel Beslag Categorie Diversen
Titel Bezwaar/beroep Categorie Diversen
Titel Borgtocht Categorie Diversen
Titel COVID-19 Categorie Diversen
Titel Faillissementsrecht Categorie Diversen
Titel Franchise Categorie Diversen
Titel Geldlening Categorie Diversen
Titel Gemeenschap Categorie Diversen
Titel Goede doelen Categorie Diversen
Titel Hoofdelijke aansprakelijkheid Categorie Diversen
Titel Opdracht Categorie Diversen
Titel Schuldsanering (WSNP) Categorie Diversen
Titel Vaststellingsovereenkomst Categorie Diversen
Titel Verjaring Categorie Diversen
Titel Verzekeringen Categorie Diversen
Titel Volmacht Categorie Diversen
Titel Vruchtgebruik Categorie Diversen
Titel Wils(on)bekwaamheid Categorie Diversen
Titel Zaaksvervanging Categorie Diversen
Titel Zorg Categorie Diversen

Nieuws

Rechtspraak

Titel Instantie Datum Nummer
Bijstandsuitkering met terugwerkende kracht ingetrokken vanwege reeds bestaande gezamenlijke huishouding Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 05-04-2024 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2024:2164
'Postzegelplan' vormt geen publiekrechtelijke last of beperking in de zin van art. 7:15 BW Instantie Hoge Raad Datum 05-04-2024 Nummer ECLI:NL:HR:2024:521
Geldlening van holding vader aan holding zoon is een onzakelijke lening en kwalificeert niet als schenking onder opschortende voorwaarde Instantie Hoge Raad Datum 05-04-2024 Nummer ECLI:NL:HR:2024:518
Lucratieve huurovereenkomst gesloten met gezamenlijke NV, maar voorwerk gedaan door BV van één partner is schenking Instantie Hoge Raad Datum 05-04-2024 Nummer ECLI:NL:HR:2024:545
Faillissement binnen vijf jaar leidt tot schending voortzettingsvereiste; geen sprake van dwaling Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 03-04-2024 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2024:2143
Dwaling omtrent omvang gemeenschap door uitsluitingsclausule Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 27-03-2024 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2024:1199
Bij uitgifte van aandelen in onroerendezaakrechtspersoon is vrijstelling bedrijfsoverdracht binnen familiesfeer (art. 15 lid 1 onder b WBR) niet van toepassing Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 21-03-2024 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2024:1917
Misbruik van identiteitsverschil door woning uitsluitend aan stichting te leveren om schuldeisers te benadelen Instantie Rechtbank Gelderland Datum 20-03-2024 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2024:1594
Verhuurder mag nakoming verplichting tot verschaffen huurgenot opschorten Instantie Hoge Raad Datum 15-03-2024 Nummer ECLI:NL:HR:2024:389
Schuldenaar kon gedurende afkoelingsperiode WHOA niet aan haar lopende verplichtingen voldoen Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 13-03-2024 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2024:859
Geen vrijstelling overdrachtsbelasting voor bedrijfsoverdracht binnen familiesfeer als geen sprake is van overdracht aan natuurlijke personen Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 13-03-2024 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2024:824
Voor de krachtens ruziesplitsing verkregen aandelen geldt een afzonderlijke bezitseis omdat sprake was van meerdere ondernemingen (Horen en Zien) Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 12-03-2024 Nummer ECLI:NL:GHARL:2024:1864
Bewijsvermoeden art. 1:141 lid 3 BW ziet ook op schulden Instantie Hoge Raad Datum 08-03-2024 Nummer ECLI:NL:HR:2024:338
Recreatiewoning op hetzelfde perceel als vrijstaande boerderij terecht aangemerkt als individueel WOZ-object Instantie Hoge Raad Datum 08-03-2024 Nummer ECLI:NL:HR:2024:327
Fictieve draagkracht relevant bij bepaling draagkracht onderhoudsplichtige Instantie Hoge Raad Datum 08-03-2024 Nummer ECLI:NL:HR:2024:343
Hoge Raad gaat om: geen procesbelang voor huurders bij bezwaar en beroep WOZ-beschikking Instantie Hoge Raad Datum 08-03-2024 Nummer ECLI:NL:HR:2024:238
Zowel koper als verkoper willen ontbinding koopovereenkomst. Rechter matigt contractuele boete Instantie Rechtbank Overijssel Datum 06-03-2024 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2024:1171
Overdracht aandeel in woning aan echtgenote kwalificeert als paulianeus Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 06-03-2024 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2024:1186
Geen uitzonderlijke omstandigheden voor rechtsgeldigheid concepttestament Instantie Rechtbank Gelderland Datum 06-03-2024 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2024:1299
Na bedrijfsbeëindiging kwalificeert voormalig tuinbouwer voor levering van bouwkavel nog steeds als btw-ondernemer Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 06-03-2024 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2024:704
Zonnepanelen op dak zijn geen bestanddeel van het gebouw geworden Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 05-03-2024 Nummer ECLI:NL:GHARL:2024:1599
Beheersmaatregel vanwege overlijdensuitkering in nog niet aanvaarde nalatenschap Instantie Rechtbank Den Haag Datum 01-03-2024 Nummer 10835688 EJ VERZ 23-84775
Garage gelegen op 135 meter in andere straat is geen aanhorigheid Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 29-02-2024 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2024:1312
Vervangend executeur door Kantonrechter benoemd Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 21-02-2024 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2024:1084
Sprake van bouwterrein omdat bebouwing verwaarloosbaar is en verkoper bovendien rol had in sloop resterende bebouwing Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 20-02-2024 Nummer ECLI:NL:GHARL:2024:1283
Voorwaarden voor DNA-onderzoek bij gerechtelijke vaststelling vaderschap Instantie Hoge Raad Datum 16-02-2024 Nummer ECLI:NL:HR:2024:252
Wijziging gerechtigdheid huwelijksgemeenschap in breukdelengemeenschap is geen schenking en kan onder (uitzonderlijke) voorwaarden fraus legis zijn Instantie Hoge Raad Datum 16-02-2024 Nummer ECLI:NL:HR:2024:239
Ouderlijke woning is niet toegedeeld aan nalatenschap van vader bij vestiging van vruchtgebruik ten behoeve van moeder Instantie Rechtbank Limburg Datum 14-02-2024 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2024:818
Bouwterrein geleverd, nu bodemsanering en verwijdering van bestrating voor rekening van overdrager kwamen Instantie Hoge Raad Datum 09-02-2024 Nummer ECLI:NL:HR:2024:218
Gehele perceel is onbebouwde grond omdat de na sloop resterende bebouwing/muur ten opzichte van omvang totale terrein verwaarloosbaar is Instantie Hoge Raad Datum 09-02-2024 Nummer ECLI:NL:HR:2024:216
Informeel samenwonende kwam geen beroep op verjaring toe Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum 09-02-2024 Nummer ECLI:NL:PHR:2024:139
Reeds ingetreden gevolgen van een rechtshandeling kunnen bezwaarlijk ongedaan worden gemaakt Instantie Hoge Raad Datum 09-02-2024 Nummer ECLI:NL:HR:2024:208
Legitimaris start niet tijdig procedure om testamentair bewind te betwisten Instantie Rechtbank Den Haag Datum 07-02-2024 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2024:2367
Geen recht op vergoeding voor investering privévermogen in gezamenlijke woning Instantie Rechtbank Gelderland Datum 07-02-2024 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2024:663
Aangaan huwelijk leidt tot verlaging AOW Instantie Centrale Raad van Beroep Datum 07-02-2024 Nummer ECLI:NL:CRVB:2024:237
Terugwerkende kracht in maatschapsovereenkomst niet relevant voor bezitseis van de BOR Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 06-02-2024 Nummer ECLI:NL:GHARL:2024:888
Erkenning van kind door 'meemoeder' na kunstmatige bevruchting Instantie Hoge Raad Datum 02-02-2024 Nummer ECLI:NL:HR:2024:148
Verkoop speculatiegrond nietig wegens onvoldoende bepaalbaarheid Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 02-02-2024 Nummer ECLI:NL:RBROT:2024:980
Notarissen hadden waarschuwingsplicht bij wijzigen huwelijkse voorwaarden Instantie Hoge Raad Datum 02-02-2024 Nummer ECLI:NL:HR:2024:165
Notarisklerk komt vanwege gezagsverhouding lager vereffenaarsloon dan kandidaat-notaris toe Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 01-02-2024 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2024:290
Notaris maakt verboden onderscheid door document te laten ondertekenen waarin cliënt verklaart Nederlandse taal te beheersen Instantie College voor de Rechten van de Mens Datum 01-02-2024 Nummer 2024-11
Door onbereikbaarheid was woning niet geschikt voor normaal gebruik Instantie Rechtbank Gelderland Datum 31-01-2024 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2024:616
Toepassing legitieme regeling op niet-opeisbare legaten Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 31-01-2024 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2024:354
Geen schending zorgplicht nu notaris voldoende heeft gewezen op ontbreken zekerheid bij geldlening. Persoonlijke verplichting is geen inschrijfbaar feit Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 30-01-2024 Nummer ECLI:NL:GHARL:2024:757
Notaris heeft beleggingsverbod van art. 17 lid 3 Wna niet overtreden Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 30-01-2024 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2024:183
Activeren van hotelgebouw leidt tot verkrijging economische eigendom Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 25-01-2024 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2024:435
Bewindvoerder had verzoek tot machtiging tot verwerping ingediend na verstrijken termijn art. 4:193 lid 1 BW Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 24-01-2024 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2024:387
Ontbinding koopovereenkomst penthouse wegens tekortkoming in nakoming overeenkomst Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 24-01-2024 Nummer ECLI:NL:RBROT:2024:137
Herroepen van schenking om zuiver fiscale redenen leidt niet tot herleven van (volledige) eigenwoningvrijstelling Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 24-01-2024 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2024:341
Vernietiging koopovereenkomst speculatiegrond door misleidende handelspraktijken van verkoper Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 24-01-2024 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2024:149
Levering perceel met bouwvlak en natuurvlak vormt één belaste btw-prestatie Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 23-01-2024 Nummer ECLI:NL:GHARL:2024:611
Tijdens faillissement verschuldigd geworden erfpachtcanon is geen boedelschuld Instantie Hoge Raad Datum 19-01-2024 Nummer ECLI:NL:HR:2024:56
Enig erfgenaam aansprakelijk gesteld voor bestuurdersaansprakelijkheid erflater Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 16-01-2024 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2024:75
Prejudiciële vragen inzake (on)eerlijkheid huurverhogingsbeding Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 11-01-2024 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2024:129
BTW ondernemer door overeenkomst met gemeente Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 09-01-2024 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2024:2164
Onderbewindstelling opgeheven omdat levenstestament voldoende bescherming bood Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 09-01-2024 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2024:27
Rechtbank oordeelt dat aanslagtermijn niet begon bij eerste overlijden Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 09-01-2024 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2024:1875
Drijvende woning bij hoge waterstand onroerend Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 09-01-2024 Nummer ECLI:NL:GHARL:2024:171
Vrouw die benedenverdieping huurde van man leefde niet duurzaam gescheiden van hem Instantie Rechtbank Limburg Datum 08-01-2024 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2024:64
Geen verlaagd tarief overdrachtsbelasting van toepassing omdat woning volledig wordt gesloopt Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 04-01-2024 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2024:48
BV voldoet aan doeleis art. 4 WBR bij exploitatie van parkeergarages Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 03-01-2024 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2024:69
Sprake van onbehoorlijk bestuur omdat bestuurder niet handelde in het belang van de BV Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 02-01-2024 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2024:13
Voor toepassing kavelruilvrijstelling moet ook de kavelruilovereenkomst in de openbare registers zijn ingeschreven Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum 29-12-2023 Nummer ECLI:NL:PHR:2023:1225
ANBI status ingetrokken van stichting met één bestuurder gelet op het beschikkingsmachtcriterium Instantie Rechtbank Den Haag Datum 22-12-2023 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2023:21971
Adviesbureau tijdsmanagement voldoet aan de eis van algemeen nut voor ANBI-status Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 22-12-2023 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2023:13881
Geen sprake van schenking aangezien legaat erfrechtelijke verkrijging is Instantie Hoge Raad Datum 22-12-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1789
Niet-erkend biologisch kind van erflater is bloedverwant en wordt belast als kind in juridische zin Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum 22-12-2023 Nummer ECLI:NL:PHR:2023:1201
Onterving door werking cautio Socini Instantie Hoge Raad Datum 22-12-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1807
Verklaring voor recht ten onrechte aangemerkt als verklaring van waardeloosheid Instantie Hoge Raad Datum 22-12-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1800
Geen rekening en verantwoording aan echtgenoot verschuldigd, wel inlichtingenplicht Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 21-12-2023 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2023:4283
Notaris niet tot vereffenaar benoemd, zodat regels voor vereffenaar niet gelden Instantie Rechtbank Limburg Datum 21-12-2023 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2023:7449
Notariële akte sprak per abuis van verdeling, maar aandelen desondanks overgedragen Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 21-12-2023 Nummer ECLI:NL:GHARL:2023:10971
Toestemming art. 1:88 BW vereist voor verlenen voorkeursrecht Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 20-12-2023 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2023:2802
Balkons kwalificeren als "erf" in de zin art. 5:50 BW Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 20-12-2023 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2023:8318
Een zuivere splitsing met onzuivere beschrijving Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 19-12-2023 Nummer ECLI:NL:GHARL:2023:10781
Wegens gewijzigde omstandigheden kwam geen betekenis toe aan testament Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 19-12-2023 Nummer ECLI:NL:GHARL:2023:10832
Beletregeling kan niet door middel van volmacht worden omzeild Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 19-12-2023 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2023:3403
Notaris vraagt terecht door over herkomst middelen Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 19-12-2023 Nummer ECLI:NL:GHARL:2023:10778
Bestuurder stichting ontslagen wegens kennelijk onbehoorlijk bestuur (Kasteel Oud-Wassenaar) Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 19-12-2023 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2023:2684
Opheffing beslag omdat verkoopopbrengst volledig ten goede komt aan hypotheekhouder parapluhypotheek Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 18-12-2023 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2023:8586
Vrijstelling art. 15 lid 1 onder g Wet BRV niet van toepassing vanwege aanvullende economische gerechtigheid woning Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 15-12-2023 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2023:13170
Art. 7:2 BW niet van toepassing bij levering van een perceel grond zonder woning Instantie Hoge Raad Datum 15-12-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1755
Gedragsbeïnvloedende clausule in testament om beroep op legitieme portie te voorkomen, is rechtsgeldig Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 13-12-2023 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2023:13537
Kandidaat-notaris krijgt rechterlijke machtiging om gemeenschappelijke woning te gelde te maken (art. 3:174 BW) Instantie Rechtbank Limburg Datum 12-12-2023 Nummer C/03/311119
Voor executoriale titel echtscheidingsconvenant moeten ex-echtgenoten zich tot de notaris wenden Instantie Rechtbank Den Haag Datum 12-12-2023 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2023:19490
Verrekenbeding in onderhandse akte was huwelijkse voorwaarde en moest in notariële akte worden opgenomen Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 12-12-2023 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2023:3108
Terechte weigering van notaris tot medewerking aan akte van levering wegens onvoldoende inzicht in herkomst koopprijs Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 12-12-2023 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2023:3107
Datum uitspraak rechter is datum van verdeling Instantie Hoge Raad Datum 08-12-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1722
(Geen) schenking tussen echtgenoten door verkoop onroerende zaken tegen te lage prijs Instantie Hoge Raad Datum 08-12-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1715
Geen recht op aftrek btw voor verhuurde zolder Instantie Rechtbank Gelderland Datum 07-12-2023 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2023:6621
Vereiste medewerking voor contractsovername (art. 6:159 BW) is vormvrij Instantie Rechtbank Gelderland Datum 06-12-2023 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2023:6580
Boeteclausule in leveringsakte vernietigd wegens niet gemaximeerde boete Instantie Rechtbank Overijssel Datum 05-12-2023 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2023:4989
Overzicht relevante omstandigheden bij overtreden beleggingsverbod (art. 17 lid 3 Wna) Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 05-12-2023 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2023:2879
Notaris berispt vanwege onvoldoende vervullen van poortwachtersrol en zorgen over inrichting notariskantoor Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 04-12-2023 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2023:55
Beschikking leidt niet tot een fiscale eenheid als niet aan de materiële wettelijke voorwaarden wordt voldaan Instantie Hoge Raad Datum 01-12-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1675
Geen finale verrekening vanwege negatief vermogen V Instantie Hoge Raad Datum 01-12-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1666
Vermogen van stichting die panden exploiteert is een APV en behoort tot nalatenschap van erflaatster Instantie Hoge Raad Datum 01-12-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1664
Zonder toekenning van aandelen geen inbrengvrijstelling overdrachtsbelasting Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 30-11-2023 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2023:2355
Geen verwijtbaar handelen bij beroep op financieringsvoorbehoud Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 28-11-2023 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2023:2845
Uitkering van levensverzekering valt in privévermogen van begunstigde langstlevende Instantie Hoge Raad Datum 24-11-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1632
Geen startersvrijstelling bij lagere koopsom dan de woningwaardegrens omdat WEV hoger is Instantie Rechtbank Den Haag Datum 23-11-2023 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2023:22025
Uitleg finaal verrekenbeding bij negatief vermogen Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 22-11-2023 Nummer ECLI:NL:RBROT:2023:12801
Overnemingsbeding in firmacontract was quasi-legaat en moest in notariële akte Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 21-11-2023 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2023:2339
Stichting op het gebied van TijdSparen kwalificeert niet als ANBI Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 21-11-2023 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2023:2949
Overdracht van vruchtgebruiker van woning aan zichzelf in strijd met uiterste wil Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 21-11-2023 Nummer ECLI:NL:RBROT:2023:11257
Boeterente bij oversluiten van lening ter financiering eigen woning onmiddellijk aftrekbaar Instantie Hoge Raad Datum 17-11-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1570
Rechter benoemt met spoed vereffenaar in nalatenschap waarin woning moet worden geleverd Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 17-11-2023 Nummer ECLI:NL:RBROT:2023:10908
Grondslag voor vergoedingsrechten ongehuwd samenwoners? Instantie Hoge Raad Datum 17-11-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1571
Uitzondering op Didam verplichtingen bij verkoop groenstrook door gemeente Instantie Rechtbank Den Haag Datum 17-11-2023 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2023:17931
Vereniging die zich bezighoudt met het behartigen van de belangen van ouderen kwalificeert niet als ANBI Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 16-11-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:7937
Contributie lidmaatschap Natuurmonumenten niet als gift aftrekbaar Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 16-11-2023 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2023:2916
Geen vergoedingsrecht ex art. 1:95a BW omdat inkomsten zijn aangewend voor voldoening kosten huishouden Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 15-11-2023 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2023:2338
Elektronische oproeping algemene vergadering vereniging mogelijk, tenzij dit expliciet wordt uitgesloten in statuten Instantie Hoge Raad Datum 10-11-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1535
Landbouwvrijstelling kan niet worden toegepast bij SBL-regeling Instantie Hoge Raad Datum 10-11-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1539
ANBI-status ingetrokken wegens niet voldoen aan anti-oppoteis Instantie Hoge Raad Datum 10-11-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1525
Wijziging feiten en omstandigheden van belang bij uitleg van testament, ook als erflater daarop niet is vooruitgelopen Instantie Hoge Raad Datum 10-11-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1531
Door fout in ruilverkavelingsakte vervallen erfdienstbaarheid moet worden hersteld (2) Instantie Rechtbank Limburg Datum 08-11-2023 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2023:6643
Door fout in ruilverkavelingsakte vervallen erfdienstbaarheid moet worden hersteld Instantie Rechtbank Limburg Datum 08-11-2023 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2023:6642
Conservatoir beslag opgeheven vanwege testamentaire bevoegdheid langstlevende om vrij te beschikken over nalatenschap Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 07-11-2023 Nummer ECLI:NL:GHARL:2023:9414
Rentevordering op grond van familiehypotheek verjaart pas na twintig jaar ex art. 3:323 lid 3 BW Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 07-11-2023 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2023:2666
Geen sprake van duurzaam gescheiden leven vanwege wederzijdse hulp en bijstand Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 06-11-2023 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2023:10910
Inschrijven verwerping ongeboren kind pas mogelijk na geboorte Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 06-11-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:8609
Beroep op dwaling slaagt, omdat informatieplicht was geschonden door verkopers woning Instantie Gerecht in eerste aanleg van Curaçao Datum 06-11-2023 Nummer ECLI:NL:OGEAC:2023:312
Aangaan geregistreerd partnerschap voor de Successiewet leidt tot verlaging AOW-uitkering Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 06-11-2023 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2023:10910
Hoge Raad aanvaardt de werkwijze van de Inspecteur ten aanzien van de navorderingsaanslag Instantie Hoge Raad Datum 03-11-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1508
Advocaat in hoedanigheid van executeur ontvangt - in afwijking van testament - loon conform Recofa-richtlijnen Instantie Rechtbank Gelderland Datum 03-11-2023 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2023:6134
Rechter benoemt met spoed vereffenaar in nalatenschap met leegstaande woning Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 02-11-2023 Nummer ECLI:NL:RBROT:2023:10906
Handlichting toegekend aan minderjarige ondernemer Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 02-11-2023 Nummer ECLI:NL:RBROT:2023:10396
Verzoek tot adoptie meerderjarige toegewezen op grond van art. 8 EVRM wegens bijzondere omstandigheden Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 01-11-2023 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2023:5557
Bankvolmacht omvat niet het opnemen van aanzienlijke bedragen of het doen van schenkingen Instantie Rechtbank Limburg Datum 01-11-2023 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2023:6289
Notaris niet aansprakelijk bij aanvullende canon door gebruik in strijd met erfpachtvoorwaarden Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 01-11-2023 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2023:6407
Wettelijke rente over opeisbare vordering is niet gaan lopen door notariële brief omdat ingebrekestelling hierin ontbreekt Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 01-11-2023 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2023:2072
Digitaal ondertekende overeenkomst van borgtocht is niet rechtsgeldig tot stand gekomen Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 01-11-2023 Nummer ECLI:NL:RBROT:2023:10194
Ambtelijk verzuim verhindert navordering Instantie Hoge Raad Datum 27-10-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1343
Vernietiging erfstelling vanwege onjuiste beweegredenen (art. 4:43 lid 2 BW) Instantie Hoge Raad Datum 27-10-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1486
Schuldsanering verlengd wegens kans op kwijtschelding schulden wegens ex-toeslagpartnerregeling Instantie Rechtbank Gelderland Datum 26-10-2023 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2023:6058
Tussenverdieping van verbouwde watertoren met gedeeld sanitair en pantry kwalificeert als in wezen nieuwbouw voor de omzetbelasting Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 26-10-2023 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2023:11648
Voor uitbreiding van belang in dochtervennootschap geldt vijfjaarstermijn van de BOR bij schenking van aandelen Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 25-10-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:7420
Nihilbeding één dag na sluiten huwelijk nietig verklaard Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 24-10-2023 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2023:2507
Rechtbank verleent ontheffing van statutaire quorum- en unanimiteitseisen vereniging Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 19-10-2023 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2023:6597
Opdracht aan makelaar tot short-stay verhuur van leegstaande woning leidt niet tot btw aftrekrecht Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 19-10-2023 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2023:2083
Geen terugwerkende kracht rechtskeuze, omdat partijen dat niet hadden bedoeld Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 19-10-2023 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2023:3455
Terugwerkende kracht rechtskeuze gold beperkt vanwege dwaling Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 19-10-2023 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2023:3455
Rechter heeft ruime mate van vrijheid bij beoordeling billijke vergoeding salaire différé Instantie Hoge Raad Datum 13-10-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1436
2%-tarief niet van toepassing omdat verkoper maximaal 2 jaar in woning mag blijven wonen Instantie Rechtbank Den Haag Datum 12-10-2023 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2023:16445
Schenkbelasting is verschuldigd omdat niet aannemelijk is gemaakt dat schenking uit buitenland afkomstig is Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 12-10-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:7116
Onzakelijk deel van de eigenwoningrente bij een familielening niet aftrekbaar Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 12-10-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:7093
Inkoop aandelen belast met overdrachtsbelasting omdat onderlinge gerechtigdheid wijzigt Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 11-10-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:7073
Het voor de startersvrijstelling geldende leeftijdscriterium is niet discriminatoir Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 11-10-2023 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2023:3289
Alimentatieplicht kon niet worden gewijzigd, omdat geen sprake was van een ingrijpende wijziging van omstandigheden Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 10-10-2023 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2023:6395
Geen vergoedingsrecht, omdat het niet tijdig schriftelijk is vastgelegd Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 10-10-2023 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2023:3275
Onjuiste 'ruimschoots toereikend'-verklaring leidt tot ongeldige overdracht en hypotheek Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 10-10-2023 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2023:2327
Heiploeg Instantie Hoge Raad Datum 06-10-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1372
Peildatum ontbonden huwelijksgoederengemeenschap datum van ontbinding door redelijkheid en billijkheid Instantie Hoge Raad Datum 06-10-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1378
Optie verhuur niet mogelijk voor appartement dat (mogelijk) mede als woning wordt gebruikt Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 05-10-2023 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2023:4196
Opsporen en weghalen explosieven viel niet onder bodemonderzoek en saneren Instantie Rechtbank Limburg Datum 04-10-2023 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2023:5856
Besluiten tot statutenwijziging en uitgifte van aandelen vernietigd door strijd met redelijkheid en billijkheid Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 04-10-2023 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2023:5172
Gift telde niet mee voor berekening legitieme portie vanwege morele onderhoudsverplichting Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 03-10-2023 Nummer ECLI:NL:GHARL:2023:8331
Bestuurder aansprakelijk vanwege onrechtmatige turboliquidatie Instantie Rechtbank Gelderland Datum 29-09-2023 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2023:5520
Vordering op grond van onrechtmatige daad bij geannexeerde grond gaat mee op koper op grond van bewoording leveringsakte Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 26-09-2023 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2023:1983
Nederlands recht van toepassing vanwege nietige rechtskeuze in testament Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 26-09-2023 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2023:2319
Op middellijk aandeelhouder rust ook zorgvuldigheidsplicht van art. 2:8 BW Instantie Hoge Raad Datum 22-09-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1283
Art. 10:40 (oud) BW van toepassing verklaard op huwelijk dat was voltrokken vóór 1992 Instantie Hoge Raad Datum 22-09-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1290
Rente derdengeldenrekening heeft als btw-vrijgestelde omzet invloed op 'pro rata' zodat niet alle algemene kosten in aftrek mochten worden gebracht Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 21-09-2023 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2023:2324
Onzedelijke "beschermingsconstructie" leidt tot bestuursaansprakelijkheid in gefailleerde vennootschappen Instantie Rechtbank Overijssel Datum 20-09-2023 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2023:3729
Ook (feitelijk) bestuurders aansprakelijk voor verhaalsbenadeling Instantie Rechtbank Overijssel Datum 20-09-2023 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2023:3727
Pand dat gebouwd is als verslavingskliniek kan niet worden aangemerkt als woning Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 19-09-2023 Nummer ECLI:NL:GHARL:2023:7921
Notaris moest medewerking verlenen aan levering wegens onvoldoende grond voor twijfel aan geldigheid titel Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 15-09-2023 Nummer ECLI:NL:RBROT:2023:8765
Geen sprake van gelijke gevallen dus geen schending van het gelijkheidsbeginsel Instantie Hoge Raad Datum 15-09-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1254
Woonappartementen zijn zelfstandige onroerende zaken indien zij beschikken over eigen voorzieningen die deze geschikt maken voor zelfstandige bewoning Instantie Hoge Raad Datum 15-09-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1237
Verzoek tot verbodenverklaring en ontbinding stichting afgewezen vanwege onvoldoende belang Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 14-09-2023 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2023:5808
Verenigingsbestuur heeft geen zelfstandige schorsingsbevoegdheid lidmaatschap zonder statutaire grondslag Instantie Rechtbank Limburg Datum 13-09-2023 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2023:5388
Vordering tot verdeling uitgesloten voor drie jaren Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 12-09-2023 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2023:2933
Volledige toepassing eigenwoningvrijstelling door ontbinding met wederzijds goedvinden van eerdere schenking Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 12-09-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:6411
Wens erflater doorslaggevend omtrent bevoegdheden executeur Instantie Hoge Raad Datum 08-09-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1166
Maar één serieuze gegadigde vanwege tegengaan versnippering openbaar groen Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 07-09-2023 Nummer ECLI:NL:RBROT:2023:8254
Gemeente mocht handhaven tegen permanente bewoning op vakantiepark Instantie Rechtbank Gelderland Datum 06-09-2023 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2023:5031
Eenzijdige opzegging samenlevingscontract leidt tot uitsluiting erfgenaamschap ex-partner Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 05-09-2023 Nummer ECLI:NL:GHARL:2023:7448
Hypothecaire inschrijving van niet meer bestaande BV waardeloos verklaard Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 05-09-2023 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2023:5680
Vermindering uitkering levensverzekering als quasi-legaat? Instantie Rechtbank Den Haag Datum 01-09-2023 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2023:17506
Concepttestament heeft rechtsgevolgen bij volstrekte zekerheid dat deze overeenstemt met uiterste wil van erflater op moment van overlijden Instantie Rechtbank Den Haag Datum 30-08-2023 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2023:13021
Geïntegreerde zonnepanelen geven geen recht op aftrek omzetbelasting kosten bouw woning Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 30-08-2023 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2023:2778
Voor berekening waarde legaten is art. 4:6 BW relevant Instantie Hoge Raad Datum 25-08-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1130
Haviltex-maatstaf mag worden uitgesloten in overeenkomst Instantie Hoge Raad Datum 25-08-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1131
Machtigingsverzoek om namens rechthebbende afstand te doen van erfrechtelijke aanspraken afgewezen Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 24-08-2023 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2023:4479
Door inbreng pand in andere vennootschap werd het voorkeursrecht van koop geschonden Instantie Rechtbank Gelderland Datum 23-08-2023 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2023:4495
Bij verrekening gaat belastingkorting voor op heffingskortingen Instantie Hoge Raad Datum 18-08-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1092
BOR geldt alleen voor vermogensbestanddelen die voor ondernemingsdoeleinden worden aangehouden, verhuur- en projectontwikkelingsactiviteiten separaat beoordelen Instantie Hoge Raad Datum 18-08-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1054
Tijdelijk kortdurend en gemeubileerd verhuren van appartementen kwalificeert als belaste short-stay verhuur Instantie Rechtbank Gelderland Datum 17-08-2023 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2023:4688
Verkrijging van economische eigendom van woning belast naar het algemene tarief Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 17-08-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:5805
Misbruik van omstandigheden omdat kwijtschelding onevenredig was Instantie Rechtbank Den Haag Datum 16-08-2023 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2023:12456
Achter de woning gelegen percelen kwalificeren deels niet als aanhorigheid Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 16-08-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:5710
Verlaagd tarief geldt niet voor oorspronkelijke woning die is omgebouwd tot kantoorgebouw Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 16-08-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:5708
Toestemming art. 1:88 BW vereist, want giften niet reeds voor huwelijk tot stand gekomen Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 15-08-2023 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2023:1565
Koper hoeft (vooralsnog) niet mee te werken aan levering percelen speculatiegrond Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 10-08-2023 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2023:7910
Notaris moet bekend zijn met beperkingen RNI Instantie Raad van State Datum 09-08-2023 Nummer ECLI:NL:RVS:2023:3061
Voldaan aan doeleis, geen consolidatie en geen materiële onderneming Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 09-08-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:5619
Voldaan aan doeleis, geen consolidatie 5% belang Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 09-08-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:5616
Voor verdeling woning was medewerking van de eerste echtgenote niet vereist Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 08-08-2023 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2023:1535
Uitvoeren en waarborgen van omgangsregeling valt binnen takenpakket mentor Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 08-08-2023 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2023:1563
Op grond van redelijkheid en billijkheid wordt aandeel in onverdeelde woning aan man toegedeeld zonder dat medewerking eerste echtgenote is vereist Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 08-08-2023 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2023:1535
Kantonrechter kent lager vereffenaarsloon toe aan notarisklerk dan verzoek notariskantoor, maar hoger dan Recofa-richtlijnen Instantie Rechtbank Limburg Datum 28-07-2023 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2023:4483
Omzetting stichting naar BV in strijd met statuten Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 28-07-2023 Nummer ECLI:NL:RBROT:2023:7435
Kantonrechter onbevoegd om kennis te nemen van verzoek tot ontslag van testamentair bewindvoerder Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 28-07-2023 Nummer ECLI:NL:RBROT:2023:6986
Geen dwaling ondanks onbillijke gevolgen finaal verrekenbeding Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 28-07-2023 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2023:4053
Aanslag erfbelasting houdt stand ondanks betwisting hoogte legaat Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 27-07-2023 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2023:3421
Geen recht op hypotheekrenteaftrek: niet voldaan aan 90%-eis Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 27-07-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:5332
Executeur niet bevoegd tot overdragen aandelen, omdat nalatenschap niet ruimschoots toereikend was Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 26-07-2023 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2023:3120
Verkoper handelt in strijd met art. 7:15 BW, koper heeft erfdienstbaarheid niet uitdrukkelijk aanvaard Instantie Rechtbank Gelderland Datum 26-07-2023 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2023:4310
Geen beroep op verlaagde tarief WBR, omdat de woning in kwestie nooit zelf is bewoond Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 20-07-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:5106
Voormalig bankgebouw onvoldoende verbouwd: naar aard bestemd als niet-woning Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 20-07-2023 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2023:3142
Hof geeft in uitspraak 'Handleiding Novitaris-arrest' Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 18-07-2023 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2023:1934
Bestuurder heeft ernstig verwijtbaar gehandeld door verkoop deelneming tegen te lage koopprijs Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 18-07-2023 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2023:2365
Economisch eigendom vereist voor toepassing scheidingsregeling voor eigenwoningregeling Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 18-07-2023 Nummer ECLI:NL:GHARL:2023:6102
Geen gegronde reden voor ministerieweigering bij opdracht tot executie door beslaglegger Instantie Rechtbank Overijssel Datum 18-07-2023 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2023:2835
Onderzoeksplicht notaris bij aandelenoverdracht; geen nader onderzoek naar interne besluitvorming Instantie Kamer voor het notariaat Den Bosch Datum 17-07-2023 Nummer ECLI:NL:TNORSHE:2023:12
Notaris had dienstweigering voldoende moeten onderbouwen Instantie Kamer voor het Notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 14-07-2023 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2023:39
Vordering onterfd kind tot inzage in dossier erflaatster terecht door notaris geweigerd Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 13-07-2023 Nummer C/l3/734865 / KG ZA 23-490
Geen sprake van fraus legis bij geregistreerd partnerschap Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 13-07-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:4937
Kosten toedeling bij verdeling: gelijke delen voor rekening van iedere erfgenaam Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 12-07-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:4951
Verkapt dividend geldt als vergoeding Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 12-07-2023 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2023:8689
Bestuurder had verhaalsmogelijkheid verminderd door verkoop woning onder WOZ-waarde Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 11-07-2023 Nummer ECLI:NL:GHARL:2023:5830
Geen overgangsrecht in verband met wijziging schuldsaneringsregeling per 1 juli 2023 Instantie Rechtbank Overijssel Datum 11-07-2023 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2023:2668
Art. 6:265 BW van aanvullend recht: afwijken is mogelijk Instantie Hoge Raad Datum 07-07-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1071
Discretionair vermogen van Liechtensteinse Stiftung is een APV en leidt tot fictieve erfrechtelijke verkrijging Instantie Hoge Raad Datum 07-07-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:948
Overlijden bezwaarde leidt tot fictieve vervreemding aanmerkelijk belang Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum 07-07-2023 Nummer ECLI:NL:PHR:2023:660
Bij waardering huurwoning moet het energielabel worden meegewogen ook als dit na de aanvangsdatum van de huur tot stand gekomen is Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 07-07-2023 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2023:4346
Kantonrechter geeft ambtshalve aanwijzing BEM-clausule minderjarige inzake kindregeling Instantie Rechtbank Den Haag Datum 06-07-2023 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2023:10982
Vergoedingsrecht niet aangetast door beperkte gemeenschap van goederen Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 06-07-2023 Nummer ECLI:NL:GHARL:2023:5758
Voormalige agrarische opstallen geen aanhorigheden; ‘naar zijn aard als woning bestemd’ niet relevant voor kwalificatie aanhorigheid Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 06-07-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:4683
Garanties koopakte blijven ondanks tegenspraak met leveringsakte in stand Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 05-07-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:4751
Afwijzing verzoek verkorting termijn wegens wijzigingen schuldsaneringsregeling per 1 juli 2023 Instantie Rechtbank Gelderland Datum 04-07-2023 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2023:3829
Kandidaat-notaris heeft geheimhoudingsplicht geschonden door mededelingen erflaters wil voor formalisatie Instantie Kamer voor het Notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 03-07-2023 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2023:37
Erfprocesrecht en privatieve bevoegdheid executeur Instantie Hoge Raad Datum 30-06-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1007
Zonder werkzaamheden kwalificeert aangekocht perceel niet als aanhorigheid Instantie Rechtbank Gelderland Datum 30-06-2023 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2023:4537
Art. 1:84 BW kent een rangorde voor waaruit de kosten van de huishouding dienen te worden voldaan Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 30-06-2023 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2023:3236
BOR kon worden toegepast op de uitbreiding van deelnemingen in buitenlandse vennootschappen Instantie Rechtbank Gelderland Datum 30-06-2023 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2023:4543
Prejudiciële procedure inzake waarderingsmoment energieprestatie huurwoningen Instantie Hoge Raad Datum 30-06-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1005
Geen recht op alimentatie volgens samenlevingsovereenkomst Instantie Hoge Raad Datum 30-06-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:1009
Gedeelte van gebouw kan voor de omzetbelasting niet als zelfstandig deel worden beschouwd wegens ontbreken van essentiële voorzieningen Instantie Hoge Raad Datum 30-06-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:999
Financiële activia bestemd voor aardappelteelt wordt aangemerkt als ondernemingsvermogen Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 29-06-2023 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2023:2740
Kruislingse schenking leidt niet tot tweede verhoogde schenkingsvrijstelling eigen woning Instantie Rechtbank Den Haag Datum 27-06-2023 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2023:10331
Overdracht van de onroerende zaak was paulianeus en onrechtmatig Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 27-06-2023 Nummer ECLI:NL:GHARL:2023:5468
Keuze om ziekte (langdurig) te laten behandelen in Nederland was doorslaggevend bij bepaling woonplaats voor SW Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 26-06-2023 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2023:6870
Sterrehofcomplex Instantie Hoge Raad Datum 23-06-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:970
Vordering curator zag op aansprakelijkheid bestuurders wegens selectieve betaling Instantie Hoge Raad Datum 23-06-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:967
Ook eerste werkzaamheden opvolgend bewindvoerder vallen onder 'aanvangswerkzaamheden' Instantie Hoge Raad Datum 23-06-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:964
Onder curatele gestelde kon niet zonder toestemming curator pensioenverweer voeren tijdens echtscheidingsprocedure Instantie Hoge Raad Datum 23-06-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:949
Wijziging art. 5:126 lid 1 BW geen verandering in aard van reservefonds als vermogensrecht Instantie Hoge Raad Datum 23-06-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:952
Ontbonden schenkingsovereenkomst vormt grond voor vermindering schenkbelasting Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 22-06-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:4309
Cultuurgronduitzondering van toepassing op grond zonnepark waarop begrazing plaatsvindt Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 22-06-2023 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2023:2536
Geen vergoedingsrecht voor latere investeringen in woning door samenlevingscontract Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 21-06-2023 Nummer ECLI:NL:RBROT:2023:5441
Notaris niet gehandeld buiten takenpakket vereffenaar Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 20-06-2023 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2023:1602
Vanwege natuurlijke verbintenis geen recht op vergoeding Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 20-06-2023 Nummer ECLI:NL:GHARL:2023:5167
HR maakt uitzondering op Herenhuis-criterium wegens uitsluitend financiële motieven bouw- en renovatieplan (Tweebosbuurt) Instantie Hoge Raad Datum 16-06-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:931
Machtiging voor verkoop gezamenlijke woning wegens gewichtige redenen Instantie Rechtbank Overijssel Datum 16-06-2023 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2023:2323
Geen toepassing van tariefgroep I voor de erfbelasting, nu het legaat niet voldeed aan de voorwaarden uit Besluit van 5 juli 2010 Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 16-06-2023 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2023:6289
Geen beroep op art. 4:38 BW mogelijk door vroegtijdig beëindigen onderneming erflater Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 15-06-2023 Nummer ECLI:NL:GHARL:2023:5039
Slechts één serieuze gegadigde kwam in aanmerking voor de verkoop Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 14-06-2023 Nummer ECLI:NL:RBROT:2023:5317
Verlenging termijn verwerping nalatenschap door Kantonrechter omdat boedelbeschrijving uitbleef Instantie Rechtbank Overijssel Datum 09-06-2023 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2023:2803
Instellen afwezigheidsbewind geen passende maatregel bij uitvoeren echtscheidingsconvenant Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 09-06-2023 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2023:2769
Uitleg vaststellingsovereenkomst Instantie Hoge Raad Datum 02-06-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:822
In andere straat gelegen garage is volgens Hof geen aanhorigheid Instantie Hoge Raad Datum 02-06-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:845
Geen mindering legitieme portie wegens verval legaat als gevolg van vervalbepaling Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 31-05-2023 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2023:4941
Ontoerekeningsvatbare die zijn vrouw in een psychose heeft gedood onwaardig om te erven Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 30-05-2023 Nummer ECLI:NL:GHARL:2023:4522
Inschreven hypotheekrecht vervallen verklaard in verband met overlijden hypotheeknemer en onvindbaarheid erfgenamen Instantie Rechtbank Gelderland Datum 26-05-2023 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2023:3026
Stelplicht en bewijslast art. 7:268 lid 3 BW bij verhuurder, maar huurder dient inzicht te verschaffen in financiële positie Instantie Hoge Raad Datum 26-05-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:804
Vergoedingsrecht uit hoofde van erfrechtelijke verkrijging onder uitsluitingsclausule niet teniet na verdeling van gemeenschap Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 25-05-2023 Nummer ECLI:NL:RBROT:2023:4839
Opstaleigenaar aansprakelijk op grond van onrechtmatige daad Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 24-05-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:3779
Geen onrechtmatige daad notaris bij risicovolle ABC-transacties Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 24-05-2023 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2023:4199
Voornemen tot stellen van prejudiciële vragen inzake Didam-arrest Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 24-05-2023 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2023:2418
Intensivering gebruik is onvoorziene omstandigheid, rechter beperkt erfdienstbaarheid Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 24-05-2023 Nummer ECLI:NL:RBROT:2023:4565
Recht op nakoming van de aanbiedingsplicht was verwerkt Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 24-05-2023 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2023:3308
Juridische fusievrijstelling overdrachtsbelasting bij fusie stichtingen mede vanwege behaald rentevoordeel Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 23-05-2023 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2023:1384
Wijziging splitsingsakte mogelijk zonder medewerking van alle appartementseigenaren, omdat dakopbouw geen gemeenschappelijke ruimte was Instantie Rechtbank Den Haag Datum 23-05-2023 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2023:7511
Algemeen vermogensrecht van toepassing op afwikkeling goederen ongehuwde samenwoners Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 23-05-2023 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2023:1134
Meerwaardeclausule bij toedeling verpachte grond aan pachter-erfgenaam Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 23-05-2023 Nummer ECLI:NL:GHARL:2023:4347
Notaris creëerde ongelijke situatie door notities naar slechts één partij te sturen Instantie Kamer voor het notariaat Amsterdam Datum 23-05-2023 Nummer ECLI:NL:TNORAMS:2023:2
Perceel kwalificeert als bouwterrein omdat bebouwing daarop verwaarloosbaar is Instantie Rechtbank Gelderland Datum 22-05-2023 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2023:2859
Gezag stiefvader prevaleert boven gezag vader Instantie Rechtbank Gelderland Datum 22-05-2023 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2023:3331
Aandelenoverdracht aan echtgenote was niet paulianeus Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 17-05-2023 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2023:2234
Notaris hoeft geen dienst te weigeren want is niet aansprakelijk voor boedeltekort in faillissement Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 17-05-2023 Nummer ECLI:NL:RBROT:2023:4204
Geen medewerking vereist van deelgenoten oudere gemeenschap voor verdeling jongere gemeenschap Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 16-05-2023 Nummer ECLI:NL:GHARL:2023:4183
Tuchtrecht kan niet worden uitgesloten in een overeenkomst of akte Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 16-05-2023 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2023:1118
Voor toepassing verleggingsregeling moet Belastingdienst kunnen vaststellen wie de afnemer is Instantie Hoge Raad Datum 12-05-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:691
Hof oordeelt dat de inspecteur terecht het verzoek om toepassing van de splitsingsvrijstelling heeft afgewezen Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum 12-05-2023 Nummer ECLI:NL:PHR:2023:498
Na overlijden volmachtgever kon levensexecuteur volmacht blijven gebruiken Instantie Hoge Raad Datum 12-05-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:702
WOZ-waarde en leegwaarderatio van toepassing bij verkrijging van aandelen Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 11-05-2023 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2023:1284
Opzegging managementovereenkomst kan ook einde van statutair bestuurderschap betekenen Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 09-05-2023 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2023:2187
Bestuurders waren niet aan te merken als dga Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 04-05-2023 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2023:2346
Erfgenaam hoeft door familie van erflater gemaakte uitvaartkosten niet voor haar rekening te nemen en ontvangt smartengeld Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 04-05-2023 Nummer ECLI:NL:RBROT:2023:5408
Ondanks ondertekend inschrijfformulier KvK geen rechtsgeldige benoeming commissaris BV Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 03-05-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:3015
Notaris wordt berisping opgelegd door inadequate vervulling regiefunctie bij uitbetaling gelden vastgoedtransactie Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 02-05-2023 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2023:932
Vermogen van stichting wordt meegenomen bij berekening legitieme portie Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 02-05-2023 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2023:848
Hof oordeelt dat splitsingsvrijstelling voor afsplitsing zendmasten van toepassing is nu zakelijke overwegingen voor gekozen route van overdracht aannemelijk zijn gemaakt Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 26-04-2023 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2023:860
Eisen aan stelplicht art. 7:176 BW mogen niet te hoog worden gesteld Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 25-04-2023 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2023:1302
Matiging aansprakelijkheid bestuurders tot 10% van het boedeltekort onjuist en onbegrijpelijk Instantie Hoge Raad Datum 21-04-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:635
Rechter hoeft niet altijd te oordelen over kennis en inzicht benadeelde art. 3:310 BW Instantie Hoge Raad Datum 21-04-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:653
Openbaarheid van civiele procedures Instantie Hoge Raad Datum 21-04-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:658
Heffingsmaatstaf overdrachtsbelasting niet gelijk aan koopprijs aandelen wanneer verkoopregulerend beding is overeengekomen Instantie Hoge Raad Datum 21-04-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:650
Stichting verkrijgt economische eigendom als gevolg van een op eigen naam ten behoeve van fonds gesloten koopovereenkomst Instantie Hoge Raad Datum 21-04-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:679
A-G inzake peildatum bij waardering legaat gelijk aan erfdeel Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum 21-04-2023 Nummer ECLI:NL:PHR:2023:447
Zelfstandig verdelen door executeur / afwikkelingsbewindvoerder Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 19-04-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:2990
Zwitserse WOZ-waarde voor waardering gelegateerd chalet niet relevant Instantie Rechtbank Den Haag Datum 19-04-2023 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2023:14042
Gevolmachtigde handelde in strijd met het verbod van Selbsteintritt door contante opname krediet Instantie Rechtbank Limburg Datum 19-04-2023 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2023:2590
Woning niet non-conform wegens bekendheid met gebrek Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 19-04-2023 Nummer ECLI:NL:RBROT:2023:3254
Behoren vruchten van de nalatenschap tot bezwaard vermogen? Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 19-04-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:2733
Notaris was niet verplicht te voldoen aan inzagevordering (art. 843a lid 3 Rv) Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 18-04-2023 Nummer ECLI:NL:GHARL:2023:3320
Ingeschreven hypotheekrecht waardeloos verklaard in verband met ontbonden BV Instantie Rechtbank Gelderland Datum 18-04-2023 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2023:2496
Bij geruisloze inbreng in houdstervennootschap moet dochtervennootschap bestaan Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 18-04-2023 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2023:1680
Partner moet als medeverkoper van woning worden aangemerkt Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 18-04-2023 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2023:1364
Schijn van partijdigheid wegens passeren akten voor BV waarvan notaris via STAK bestuurder is Instantie Kamer voor het Notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 17-04-2023 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2023:21
Navorderingsaanslag vernietigd wegens niet voortvarend handelen Inspecteur Instantie Staatssecretaris van Financiën Datum 12-04-2023 Nummer 2023-0000093597
Schuldeisers moeten enige invloed kunnen uitoefenen bij onderhands akkoord Instantie Rechtbank Gelderland Datum 07-04-2023 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2023:3021
Notaris mag huwelijkse voorwaarden niet eenzijdig uitleggen aan één echtgenoot Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 07-04-2023 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2023:25
Minderjarige verwachter heeft geen recht op legitieme portie Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 05-04-2023 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2023:3629
'Voor eigen rekening zorgdragen voor onderhoud' behelst ook het groot onderhoud bij gebruik en bewoning Instantie Rechtbank Limburg Datum 05-04-2023 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2023:2373
Exclusieve bevoegdheid executeur tot betwisting transacties Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 05-04-2023 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2023:1764
Onderbewindstelling vruchtgebruik wegens ernstige tekortkomingen vruchtgebruiker Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 05-04-2023 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2023:1394
Exclusieve bevoegdheid executeur tot betwisting transacties Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 05-04-2023 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2023:1764
Gemeente moet bij privaatrechtelijke overeenkomst mededingingsruimte en transparantie bieden (Didam-arrest) Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 04-04-2023 Nummer ECLI:NL:GHARL:2023:2796
Mantelzorgovereenkomst niet eenzijdig opzegbaar door mantelzorgers Instantie Rechtbank Gelderland Datum 03-04-2023 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2023:1816
Veroordeling mogelijk meewerken aan verkoop en levering gemeenschappelijke woning Instantie Hoge Raad Datum 31-03-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:499
Betekenis van bepaling in levenstestament waarbij voorkeur is uitgesproken voor echtgenoot als belangenbehartiger Instantie Hoge Raad Datum 31-03-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:500
Notaris weigert terecht ministerie vanwege mogelijk paulianeuze transactie Instantie Kamer voor het notariaat Amsterdam Datum 30-03-2023 Nummer ECLI:NL:TNORAMS:2023:1
Schending voortzettingsvereiste BOR (art. 35e SW) bij overdracht aandelen onder (particuliere) dwang Instantie Rechtbank Den Haag Datum 29-03-2023 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2023:4486
Overdracht van aandelen in OZR door verbonden lichamen leidt tot heffing van overdrachtsbelasting bij verkrijger, ook al wijzigt uiteindelijke gerechtigdheid niet Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 29-03-2023 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2023:1033
Vrouw was geen erfgename wegens scheiding van tafel en bed Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 28-03-2023 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2023:517
Koper moet op ‘voetafdruk’ staand gebouw in eigendom aanvaarden Instantie Rechtbank Limburg Datum 28-03-2023 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2023:2180
Door finaal verrekenbeding vallen schuld en vordering tussen echtgenoten tegen elkaar weg Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 28-03-2023 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2023:765
Een verbouwing zal niet snel zó ingrijpend zijn dat daardoor in wezen een vervaardigd gebouw ontstaat Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 27-03-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:1980
Feitelijk beleidsbepaler hoeft niet met uitsluiting van het formele bestuur te hebben bestuurd Instantie Hoge Raad Datum 24-03-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:445
Splitsingsvrijstelling ook van toepassing op verkregen aandelen Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 23-03-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:1900
Bij vergunning voor plattelandswoning moet rekening worden gehouden met maximale planologische mogelijkheden van bestemmingsplan Instantie Raad van State Datum 22-03-2023 Nummer ECLI:NL:RVS:2023:1151
Nalaten aanbiedingsplicht na aankondiging executieveiling rechtvaardigt opzegging erfpachtrecht Instantie Rechtbank Den Haag Datum 22-03-2023 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2023:3493
Koopovereenkomst nietig wegens strijd met Didam-arrest Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 22-03-2023 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2023:1244
Nalaten van aanhechting van volmacht aan akte leidt niet tot ongeldigheid volmacht of onrechtmatige daad Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 21-03-2023 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2023:700
Tweede cassatieprocedure over tegenstrijdig belang Instantie Hoge Raad Datum 17-03-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:409
Rechthebbende kan zelfstandig in rechte optreden na machtiging verkoop door kantonrechter aan bewindvoerder Instantie Hoge Raad Datum 17-03-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:429
Vruchtgebruik bewind ex art. 3:221 BW ook van toepassing op tweetrapsmaking Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 16-03-2023 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2023:873
Geen sprake van overdracht algemeenheid van goederen Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 16-03-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:1710
Woning behoort zowel tot huwelijksgemeenschap als tot privévermogen Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 15-03-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:1728
Veroordeling tot afgifte gelegateerde woning die gedeeltelijk niet tot de nalatenschap behoort Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 15-03-2023 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2023:959
Omvangrijke verbouwing leidt voor zelfstandige gedeelten van het pand tot in wezen nieuwbouw Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 10-03-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:1547
Kan voortzetting van financiering worden afgedwongen onder de WHOA? Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 09-03-2023 Nummer ECLI:NL:RBROT:2023:2800
Onroerendezaakbelasting over tijdvak na faillissement is geen boedelschuld Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 08-03-2023 Nummer ECLI:NL:RBROT:2023:2069
Ongeldig hypotheekrecht wegens niet-beëindigde executele Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 08-03-2023 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2023:2308
Man volledig draagplichtig voor hypothecaire geldlening Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 07-03-2023 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2023:752
Adviseur schiet tekort in advisering over partnerverklaring samenwoners Instantie Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening Datum 06-03-2023 Nummer 2023-0012
Ook een verhurend Vve-lid kan een huurder aanspreken op grond van artikel 7:220 BW Instantie Rechtbank Limburg Datum 03-03-2023 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2023:1667
Onrechtmatig handelen van de executeur jegens de legitimaris Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 01-03-2023 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2023:651
Uitsluitingsclausule is bij levering van de woning bedongen Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 01-03-2023 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2023:1802
Adviseur schendt zorglicht: ongehuwd partner is geen begunstigde bij levensverzekering Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 28-02-2023 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2023:410
Onherroepelijke uitdelingslijst vormt basis voor aanslag erfbelasting Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 27-02-2023 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2023:699
Indirect profijt kan een rol spelen bij onderlinge draagplicht Instantie Hoge Raad Datum 24-02-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:295
Beschikking over een gemeenschappelijk gedeelte moet met medewerking van alle appartementseigenaars Instantie Hoge Raad Datum 24-02-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:286
Testamentaire making vervalt door niet tijdige levering van aandelen Instantie Hoge Raad Datum 24-02-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:289
Bank schendt zorgplicht door niet te wijzen op begunstigingsclausule samenwonende partner Instantie Geschillencommissie Financiële Dienstverlening Datum 22-02-2023 Nummer 2023-0153
Overdracht van woning aan kind vernietigd op grond van actio Pauliana Instantie Rechtbank Gelderland Datum 22-02-2023 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2023:913
Niet voldaan aan stelplicht art. 7:176 BW, waardoor bewijslast bleef rusten op rechtsopvolger schenker Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 21-02-2023 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2023:515
Kifid: kosten van nieuwe hypotheekakte voor rekening van bank bij wijziging van voortdurend erfpacht in eeuwigdurend erfpacht Instantie Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening Datum 20-02-2023 Nummer 2023-0008
Vernietiging besluit VvE tot wijziging splitsingsakte via art. 5:140b BW Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 15-02-2023 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2023:4363
Levering percelen verricht als btw-ondernemer Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 15-02-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:1025
Notariskosten akte van verdeling zijn geen kosten eigenwoningschuld bij gehele aansprakelijkheid schuld Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 15-02-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:1100
Geen optie belaste verhuur werkkamer dga Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 15-02-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:1101
Aandelen in appartementen verbeurd op grond van art. 3:194 lid 2 BW Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 14-02-2023 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2023:598
Notarissen berispt vanwege onzorgvuldig handelen bij ABC-transactie die spoed verlangde Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 13-02-2023 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2023:10
Toch automatisch beneficiaire aanvaarding na drie maanden bij beschermingsbewind Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 10-02-2023 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2023:743
Natuurlijk persoon behoort niet tot concern zodat reorganisatievrijstelling niet van toepassing is Instantie Hoge Raad Datum 10-02-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:212
Mededelingsplicht verkoper van woning met asbest weegt zwaarder dan onderzoeksplicht koper Instantie Rechtbank Overijssel Datum 08-02-2023 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2023:553
Bank mag een kopie van identiteitsbewijs met zichtbare pasfoto van Wwft-cliënt opvragen, vastleggen en bewaren Instantie Commissie van Beroep Financiële Dienstverlening Datum 08-02-2023 Nummer 2023-0004
Beoordeling wilsbekwaamheid per rechtshandeling Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 07-02-2023 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2023:1390
Geen rentevergoeding over verminderde IB-aanslag als gevolg van geboden rechtsherstel in box 3 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 07-02-2023 Nummer ECLI:NL:GHARL:2023:1110
Conservatoir beslag opgeheven vanwege testamentaire bevoegdheid langstlevende om vrij te beschikken over nalatenschap Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 06-02-2023 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2023:408
Aanwezigheid van overduidelijke fouten niet vereist voor intrekking van een tussentijdse uitdelingslijst door vereffenaar Instantie Hoge Raad Datum 03-02-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:145
Termijn bewind kan niet worden gewijzigd op grond van art. 4:171 BW Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 02-02-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:647
Legaat nietig op grond van art. 19 en 20 WNA Instantie Rechtbank Gelderland Datum 01-02-2023 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2023:989
Verbouwing oud kantoorgebouw tot hotel was niet voldoende voor kwalificatie in wezen nieuwbouw Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 31-01-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:569
Een woonbestemming en omgevingsvergunning om te bouwen leiden er op zichzelf niet toe dat voor de WBR sprake is van een woning Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 31-01-2023 Nummer ECLI:NL:GHARL:2023:904
Geen vergoedingsrecht op gemeenschap met betrekking tot erfenis onder uitsluitingsclausule Instantie Hoge Raad Datum 27-01-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:96
Intern gegenereerde goodwill is geen bezitting bij beoordeling bezitseis art. 4 WBR Instantie Hoge Raad Datum 27-01-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:103
Beroep op vervalbeding onaanvaardbaar, ondanks beding dat partijen zich van de gevolgen bewust zijn Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 24-01-2023 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2023:211
Uitzondering op beleggingsverbod van art. 17 lid 3 WNA voor notaris Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 24-01-2023 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2023:105
Elektronische handtekening met tweefactorauthenticatie slaagt voor betrouwbaarheidstoets Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 24-01-2023 Nummer ECLI:NL:GHARL:2023:687
Consolidatieregeling van art. 4 WBR mist toepassing, omdat verkrijger voorafgaand geen belang had in de rechtspersoon Instantie Rechtbank Gelderland Datum 23-01-2023 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2023:292
Bij vanuit niet-fiscaal oogpunt uitwisselbare alternatieven is splitsingsvrijstelling van toepassing Instantie Hoge Raad Datum 20-01-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:64
Onredelijke verhoging van de canon door gemeente leidt tot vernietiging van de overeenkomst Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum 20-01-2023 Nummer ECLI:NL:PHR:2023:88
Verkrijgende verjaring niet te goeder trouw zorgt voor mogelijkheid beroep op onrechtmatige daad Instantie Hoge Raad Datum 20-01-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:62
Verdeling nalatenschap met minderjarige als erfgenaam Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 19-01-2023 Nummer ECLI:NL:GHARL:2023:564
Legaten opeisbaar na interen op de nalatenschap door langstlevende Instantie Rechtbank Den Haag Datum 18-01-2023 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2023:699
Fiscale eenheid BTW niet mogelijk met 50% aandelenbezit Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 18-01-2023 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2023:143
Inbreng in de nalatenschap moet worden verhoogd met 6% samengestelde rente Instantie Rechtbank Limburg Datum 18-01-2023 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2023:794
Geen gerechtvaardigd vertrouwen van pensioengerechtigde op informatie van het pensioenfonds Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 17-01-2023 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2023:329
Geen recht op vergoeding van invorderingsrente bij ambtshalve teruggaaf Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 17-01-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:203
Rentevergoeding over verminderde IB-aanslag als gevolg van geboden rechtsherstel in box 3 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 17-01-2023 Nummer ECLI:NL:GHARL:2023:349
Wanneer is sprake van een verkapte winstuitdeling bij hoge lening aan dga of hoog opgelopen rekeningcourantschulden van de dga? Instantie Hoge Raad Datum 13-01-2023 Nummer ECLI:NL:HR:2023:26
Volgens Rechtbank mag bank onbeschreven kopie van identiteitsbewijs opvragen Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 11-01-2023 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2023:145
Parkeerterrein met klinkers is een gebouw Instantie Rechtbank Gelderland Datum 11-01-2023 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2023:66
Overdracht van aandelen aan katvanger was onrechtmatig jegens schuldeisers Instantie Rechtbank Den Haag Datum 11-01-2023 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2023:168
Notaris benoemd tot beheerder van de nalatenschap zolang niet duidelijk is wie precies de erfgenamen zijn Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 10-01-2023 Nummer ECLI:NL:RBROT:2023:5400
Indien in de huurprijs ook een vergoeding is begrepen voor bijkomende diensten geldt voor de leegwaarderatio de ‘kale’ huurprijs Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 10-01-2023 Nummer ECLI:NL:GHARL:2023:139
Bij berekening rechtsherstel box 3 kwalificeert aandeel in VvE-reserves als spaartegoed Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 10-01-2023 Nummer ECLI:NL:GHARL:2023:138
Betaalde hypotheekrente voor ex-partner niet aftrekbaar als kosten eigen woning of alimentatie door opschortende voorwaarde in echtscheidingsconvenant Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 05-01-2023 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2023:51
Vrijstelling overdrachtsbelasting van toepassing op verkrijging krachtens juridische splitsing in het kader van een mogelijke verkoop van de operationele activiteiten Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 03-01-2023 Nummer ECLI:NL:GHARL:2023:6
Woonplaats in Nederland voor elk weekend naar Nederland terugkerende in het buitenland werkende Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 29-12-2022 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2022:4709
Tijdelijke huurovereenkomst was in strijd met gelijkheidsbeginsel Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 29-12-2022 Nummer ECLI:NL:GHARL:2022:11197
Notaris had legitimarissen moeten wijzen op de voorwaarden van artikel 4:82 BW Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 27-12-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:3593
Advies om als notaris voor privézaken geen zakelijk e-mailadres te gebruiken Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 27-12-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:3711
Notaris kan geen verwijt worden gemaakt bij passeren leveringsakte zonder tolk Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 27-12-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:3592
Geen overeenkomstige toepassing van verjaringstermijn van vijf jaar bij vergoedingsrecht uit hoofde van huwelijkse voorwaarden Instantie Hoge Raad Datum 23-12-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:1936
Vruchtgebruikbewind (art. 3:221 BW) wegens ernstig tekortschieten Instantie Rechtbank Gelderland Datum 21-12-2022 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2022:7472
Heffingsambtenaar had WOZ-waarde niet op een te hoog bedrag vastgesteld Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 20-12-2022 Nummer ECLI:NL:GHARL:2022:10934
Uitgaan van het factuurbedrag bij verkoop auto voor maatstaf van heffing van omzetbelasting Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 20-12-2022 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2022:7710
Beroep van de gemeente op de uitzondering uit het Didam-arrest faalt Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 19-12-2022 Nummer ECLI:NL:RBROT:2022:11310
Afstempeling aandelen van pensioen-BV leidt tot belast prijsgeven van pensioenaanspraken Instantie Hoge Raad Datum 16-12-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:1885
Afzonderlijke schenkingen die op dezelfde dag zijn gepasseerd kwalificeren niet als schenking van een periodieke uitkering Instantie Hoge Raad Datum 16-12-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:1785
Machtiging voor meerderjarigenbewindvoerder om nalatenschap te verwerpen? Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 16-12-2022 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2022:5443
Mededelingsplicht prevaleerde boven onderzoeksplicht bij overdracht zeilschip Instantie Hoge Raad Datum 16-12-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:1870
Veilinghuis is omzetbelasting verschuldigd over opgeld en commissie Instantie Hoge Raad Datum 16-12-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:1867
OBV-schulden leiden in casu niet tot toepassing van art. 4:194a BW Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 15-12-2022 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2022:4517
Geen vergoedingsrecht in verband met de nakoming van een natuurlijke verbintenis Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 15-12-2022 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2022:8078
Beroepsaansprakelijkheid notaris bij vestiging hypotheekrecht Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 13-12-2022 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2022:2385
Notaris handelt niet onzorgvuldig door levering registergoed in strijd met mogelijk voorkeursrecht Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 13-12-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:3494
Activiteiten maken dat bouwgrond wordt geleverd in hoedanigheid van btw-ondernemer Instantie Hoge Raad Datum 09-12-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:1843
Geldige vervreemding aandeel in vastgoedcomplex aan derde en opzegging maatschap Instantie Rechtbank Den Haag Datum 09-12-2022 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2022:13630
Bij beroep op verschoningsrecht inzake DAC6 is advocaat niet verplicht om andere betrokken intermediairs in kennis te stellen Instantie Hof van Justitie EU Datum 08-12-2022 Nummer ECLI:EU:C:2022:963
Uitleg testamentair recht van vruchtgebruik Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 07-12-2022 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2022:11977
Notaris moet gehele dossier overleggen vanwege zwaarder wegend belang van waarheidsvinding Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 07-12-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:3473
Onvoldoende gebleken dat gift is gedaan en aanvaard met vooruitzicht om legitimarissen te benadelen Instantie Rechtbank Gelderland Datum 07-12-2022 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2022:6806
Doorkijkarrest leidt niet tot wegdenken van bij transactie betrokken rechtspersonen Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 05-12-2022 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2022:7527
Rechtbank biedt meer rechtsherstel dan volgt uit Besluit rechtsherstel box 3 Instantie Rechtbank Den Haag Datum 05-12-2022 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2022:13425
Wijziging in opstal- en erfpachtrechten belast met overdrachtsbelasting Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 02-12-2022 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2022:12172
Lenen leeftijd partner voor toepassing schenkvrijstelling eigen woning niet gehonoreerd vanwege ontbreken wederzijdse zorgverplichting Instantie Hoge Raad Datum 02-12-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:1810
Tijdelijke verhuur onderneming binnen 1 jaar na schenking aandelen leidt niet tot schending voortzettingsvereiste BOF Instantie Hoge Raad Datum 02-12-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:1793
Heropening vereffening wegens niet doorgehaald hypotheekrecht Instantie Rechtbank Den Haag Datum 30-11-2022 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2022:13167
Niet voldaan aan optie voor btw-belaste verhuur bij verhuur werkkamer Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 29-11-2022 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2022:7139
Een voor het huwelijk gesloten alimentatie-overeenkomst is nietig Instantie Hoge Raad Datum 25-11-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:1724
Bij bepaling hoogte van verschuldigde erfbelasting gaat het om omvang van verkrijging en niet om omvang van nalatenschap Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 25-11-2022 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2022:7090
De reikwijdte van de uitzondering van art. 158 lid 1 Rv (schuldbekentenissen) Instantie Hoge Raad Datum 25-11-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:1725
Omzetbelasting ter zake van bouwkosten niet onmiddellijk in aftrek gebracht Instantie Hoge Raad Datum 25-11-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:1734
Indeplaatsstelling op grond van 7:307 BW bij inbreng van de onderneming Instantie Rechtbank Den Haag Datum 23-11-2022 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2022:15241
Bezwaarschrift is geen verzoek om ambtshalve vermindering Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 22-11-2022 Nummer ECLI:NL:GHARL:2022:10108
Heffingsgrondslag bij verkrijging van eeuwigdurend erfpachtrecht is gelijk aan afkoopsom Instantie Hoge Raad Datum 18-11-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:1683
Onderneming die opslagruimtes verhuurt met bijkomend dienstbetoon kwalificeert als onroerendezaakrechtspersoon Instantie Hoge Raad Datum 18-11-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:1682
Geen partnervrijstelling voor samenwoners met een meerrelatie zonder notarieel samenlevingscontract Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 16-11-2022 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2022:3964
Notaris kan als executeur geen akte passeren waarbij legaten zijn afgegeven Instantie Kamer voor het Notariaat Datum 16-11-2022 Nummer ECLI:NL:TNORDHA:2022:23
Begrip 'wettelijk erfdeel' in oud testament Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 15-11-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:3218
Drijvend zonnepark geen onroerende zaak waaraan waarde moet worden toegekend Instantie Rechtbank Overijssel Datum 15-11-2022 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2022:3361
Onrechtmatige hinder door geluidsoverlast door warmtepomp Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 15-11-2022 Nummer ECLI:NL:GHARL:2022:9854
Drijvend zonnepark geen onroerende zaak voor WOZ Instantie Rechtbank Overijssel Datum 15-11-2022 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2022:3361
Aandelen in BV en ondernemingswinst vallen niet onder verrekenbeding Instantie Rechtbank Den Haag Datum 15-11-2022 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2022:12427
Door aard en omvang verrichte werkzaamheden aan onroerende zaak is geen nieuw vervaardigd goed geleverd Instantie Hoge Raad Datum 11-11-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:1609
Rechtsvordering tot betaling van de koopprijs was na vijf jaar verjaard Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 08-11-2022 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2022:3865
Geen aanleiding om af te wijken van de historische kostprijs van deelneming Instantie Hoge Raad Datum 04-11-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:1578
Geen verlaagd tarief overdrachtsbelasting voor bouwkavel met deel voormalige woning Instantie Rechtbank Gelderland Datum 04-11-2022 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2022:6217
Niet aannemelijk dat onroerende zaak op het moment van de overdracht naar zijn aard tot woning is bestemd Instantie Rechtbank Gelderland Datum 04-11-2022 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2022:6521
Verlaagde tarief overdrachtsbelasting niet van toepassing op kavel met deel muur en terras voormalige woning Instantie Rechtbank Gelderland Datum 04-11-2022 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2022:6215
Een mislukte poging iets zoek te maken of verborgen te houden valt niet onder art. 3:194 lid 2 BW Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 01-11-2022 Nummer ECLI:NL:GHARL:2022:9297
Klager niet-ontvankelijk in hoger beroep op grond van art. 99 lid 19 Wna Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 01-11-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:3069
Aan APV-stichting overgedragen eigen woning blijft voor overdrager een eigen woning Instantie Hoge Raad Datum 28-10-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:1559
Voormalige woning kwam wegens renovatie tot kantoorpand niet in aanmerking voor verlaagd tarief Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 28-10-2022 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2022:6204
Geen sprake van een vervaardigd pand zodat geen recht bestaat op samenloopvrijstelling van art. 15 lid 1 onder a WBR Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 27-10-2022 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2022:9550
Notaris niet aansprakelijk voor handelingen van ambtsvoorganger Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 26-10-2022 Nummer ECLI:NL:RBROT:2022:8860
Notaris moet erfgenamen bij opstellen verklaring van erfrecht tijdig informeren over inhoud testament Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 25-10-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:2969
Overdracht van aandelen in bebouwd perceel gevolgd door verdeling wordt aangemerkt als meerdere leveringen van bouwterreinen Instantie Rechtbank Gelderland Datum 25-10-2022 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2022:5973
Art. 3:194 lid 2 BW ziet alleen op bijzondere en niet op eenvoudige gemeenschappen Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 25-10-2022 Nummer ECLI:NL:GHARL:2022:9158
Sprake van afzonderen van vermogen in geval van vervreemden aan APV waarmee particulier belang wordt beoogd Instantie Hoge Raad Datum 21-10-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:1519
Exacte erfgrens kon niet door middel van SPLITS-tekening worden vastgesteld Instantie Rechtbank Gelderland Datum 19-10-2022 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2022:5891
Handmatige wijziging koopovereenkomst voldeed aan art. 7:2 BW Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 19-10-2022 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2022:6204
Sprake van een onzekere grens omdat geen van de partijen een vordering als bedoeld in art. 5:47 BW had ingesteld Instantie Rechtbank Gelderland Datum 19-10-2022 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2022:5891
Levering voormalige landbouwgrond was levering van een bouwterrein Instantie Rechtbank Gelderland Datum 19-10-2022 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2022:5878
Notaris handelde onzorgvuldig door klager niet te informeren over splitsing perceel Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 18-10-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:2931
Gegeven oordeel van het Hof na ambtshalve onderzoek moet worden aangemerkt als een ontoelaatbare verrassingsbeslissing Instantie Hoge Raad Datum 14-10-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:1432
Executeur strafrechtelijk veroordeeld voor nalaten informatieplicht Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 13-10-2022 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2022:2255
Bij woning gebouwde paardenaccommodatie kwalificeert als aanhorigheid Instantie Rechtbank Gelderland Datum 13-10-2022 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2022:5768
Vereffenaar is te laat met terugvorderen uitkering waardoor vervaltermijn is verstreken Instantie Rechtbank Limburg Datum 12-10-2022 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2022:7988
Landbouwvrijstelling kan niet worden toegepast bij Set-aside-regeling Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 11-10-2022 Nummer ECLI:NL:GHARL:2022:8651
Hof stelt dat art. 4:193 BW in geval van beschermingsbewind geen toepassing vindt Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 11-10-2022 Nummer ECLI:NL:GHARL:2022:8787
Beding in geldleningsovereenkomst over tussentijdse rentewijziging is niet oneerlijk Instantie Hoge Raad Datum 07-10-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:1388
Overdracht in strijd met statutaire blokkeringsregel, sprake van derdenbescherming Instantie Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten Datum 07-10-2022 Nummer ECLI:NL:OGEAM:2022:63
Vergoedingsrechten ook bij finaal verrekenbeding? Instantie Hoge Raad Datum 07-10-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:1389
Vijfjarige periodieke gift afhankelijk van meerdere levens voldoet aan onzekerheidsvereiste Instantie Hoge Raad Datum 07-10-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:1377
Vittamed arrest Instantie Hof van Justitie EU Datum 06-10-2022 Nummer ECLI:EU:C:2022:763
Door uitleg testament komt Rechtbank tot andere erfgenaam dan vermeld in verklaring van erfrecht Instantie Rechtbank Den Haag Datum 05-10-2022 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2022:10016
Geen beroep op financieringsvoorbehoud omdat koper zelf ontslag had genomen Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 04-10-2022 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2022:3335
Geen rechtsgeldig recht van vruchtgebruik gevestigd op huurpenningen (Telecom Vastgoed / KPN) Instantie Hoge Raad Datum 30-09-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:1331
Schuld voortvloeiend uit huwelijkse voorwaarden is quasi-legaat Instantie Hoge Raad Datum 30-09-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:1339
Geen BEM-clausule nodig vanwege bescherming door testamentair minderjarigenbewind Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 29-09-2022 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2022:3920
Verzoek nietigverklaring testament afgewezen Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 28-09-2022 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2022:8534
Voorbelasting gedeelte bouwkosten woning mogen in aftrek worden gebracht bij btw-belaste verhuur kamer door dga aan eigen BV Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 28-09-2022 Nummer HAA 22/681
Wie mag na beëindiging van de samenwoonrelatie de gemeenschappelijke woning gebruiken? Instantie Rechtbank Overijssel Datum 28-09-2022 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2022:3028
Redelijke termijn voor aanspraak legitieme portie (art. 4:85 BW) Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 27-09-2022 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2022:3275
Herroeping ontbindingsbesluit Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 26-09-2022 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2022:8609
Berisping en geldboete voor notaris wegens beleggen in onroerend goed Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 23-09-2022 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2022:29
Bij 35% onverdeelde eigendom van woning gaan waardeveranderingen belanghebbende volledig aan Instantie Hoge Raad Datum 23-09-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:1282
Reële executie van verplichting tot overname van aandelen ondanks bezwaren van notaris Instantie Rechtbank Den Haag Datum 23-09-2022 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2022:10471
Zorgplicht notaris geschonden door onvoldoende duidelijke erfpachtbestemming Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 21-09-2022 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2022:5514
Deelgenoot mocht zelfstandig beschikken over zijn aandeel in registergoed Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 21-09-2022 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2022:3992
Verwerping nalatenschap met geldig beroep op legitieme portie Instantie Rechtbank Gelderland Datum 21-09-2022 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2022:5409
Machtiging verwerping buitenlandse nalatenschap namens minderjarige Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 21-09-2022 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2022:2158
Bereik informatieplicht art. 4:78 BW met betrekking tot vermogensverloop erfgenamen Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 20-09-2022 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2022:1760
Het waarborgen van interne verhoudingen binnen de BV is niet de taak van de notaris Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 20-09-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:2664
Rechtspersoon-bestuurder bleef bestuursbevoegd na overlijden bestuurder Instantie College van Beroep voor het bedrijfsleven Datum 20-09-2022 Nummer ECLI:NL:CBB:2022:639
Waarschuwing voor notaris en kandidaat-notaris die risicosignalen bij aandelenoverdrachten hebben genegeerd Instantie Kamer voor het notariaat Den Bosch Datum 19-09-2022 Nummer ECLI:NL:TNORSHE:2022:31
De bij aanschaf niet tijdig afgetrokken omzetbelasting kan niet bij latere belaste verkoop op grond van herzieningsregeling in aftrek worden gebracht Instantie Hoge Raad Datum 16-09-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:1116
Gemeente kon zich beroepen op uitzondering op verplichting doorlopen openbare selectieprocedure Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 16-09-2022 Nummer ECLI:NL:RBROT:2022:7887
Eigen vermogen van erfgenaam staat de toepassing van de verhoogde kind vrijstelling erfbelasting niet in de weg Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 15-09-2022 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2022:5394
Geen recht op aftrek voorbelasting die drukt op bouw woning bij geïntegreerde zonnepanelen Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 15-09-2022 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2022:5396
Ook bij geïntegreerde zonnepanelen is geen recht op aftrek voorbelasting Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 15-09-2022 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2022:5396
'Goederenrechtelijk eenheidsbeginsel' van toepassing op percelen door uitsluitingsclausule Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 14-09-2022 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2022:4432
Schijnhuwelijk leidt tot lotsverbondenheid en niet elk wangedrag of grievend gedrag leidt tot matiging of beëindiging alimentatieverplichting Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 13-09-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:2671
Toestemming erfgenamenonderzoek in buitenland Instantie Rechtbank Limburg Datum 13-09-2022 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2022:6944
Bij nader inzien niet als erfgenamen opkomende familieleden hebben geen belang bij hoger beroep tegen vaststelling ouderschap erflater Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 06-09-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:2596
Daken appartementencomplex moeten als privégedeelten worden aangemerkt Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 06-09-2022 Nummer ECLI:NL:GHARL:2022:7666
Kantonrechter wijst machtiging af voor verbinden van minderjarige tot volstorting aandelen in een BV Instantie Rechtbank Den Haag Datum 31-08-2022 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2022:9234
Heeft de notaris een zorgplicht voor de btw-verklaring? Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 30-08-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:2509
Uitgevoerde werkzaamheden voorafgaand aan verbouwing leiden niet tot onmiskenbare ombouw tot woning Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 30-08-2022 Nummer ECLI:NL:GHARL:2022:7511
Geen omzetbelasting verschuldigd omdat verkoper van nieuwbouw woning geen ondernemer was Instantie Rechtbank Gelderland Datum 29-08-2022 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2022:5070
Notaris moest bij overdracht verhuurd object informeren naar gebruikelijke kwesties Instantie Kamer voor het notariaat Den Haag Datum 24-08-2022 Nummer ECLI:NL:TNORDHA:2022:17
Rechtbank oordeelt dat gebruiksrecht onder algemene titel is overgegaan op de erfgenamen Instantie Rechtbank Overijssel Datum 24-08-2022 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2022:2475
Geen geruisloze inbrengfaciliteit voor inbreng van verhuurde onderneming in BV Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 23-08-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:3203
Notaris hoeft uitbetaling depot niet op te schorten in geval van aankondiging mogelijk te leggen conservatoir beslag Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 23-08-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:2441
Woningcorporatie kon als enige serieuze gegadigde worden beschouwd bij verkoop van grond door de gemeente Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 22-08-2022 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2022:3350
Geen verlaagd tarief omdat units kwalificeren als hotelkamers Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 11-08-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:2450
VvE verplicht appartementseigenaren te wijzen op overtreding Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 10-08-2022 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2022:3709
Hof oordeelt dat Rechtbank vruchtgebruik woning terecht onder bewind heeft gesteld Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 09-08-2022 Nummer ECLI:NL:GHARL:2022:6989
Overdracht schip kon pas plaatsvinden na uitschrijving openbare registers Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 05-08-2022 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2022:4617
Verlenging huur strandhuisjes door gemeente was niet in strijd met art. 3:14 BW Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 04-08-2022 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2022:7046
Waardeloosverklaring hypotheekrecht Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 04-08-2022 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2022:4709
Echtgenote wordt als uitsluitend rechthebbende onder ontbindende voorwaarde beschouwd Instantie Geschillencommissie Financiële Dienstverlening Datum 02-08-2022 Nummer 2022-0654
Hof oordeelt over de peildatum voor de vaststelling van de inbrengwaarde van een gelegateerd goed Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 02-08-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:2349
Huurovereenkomst eindigde niet van rechtswege Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 29-07-2022 Nummer ECLI:NL:RBROT:2022:6626
Bij toepassing van art. 12 SW moet de in mindering te brengen schenkbelasting naar evenredigheid worden toegerekend Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 27-07-2022 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2022:7815
Notaris handelt onzorgvuldig door cliënt niet tijdig te rappelleren Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 26-07-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:2304
Schenking van gemeenschapsvermogen moet alleen en volledig worden toegerekend aan de schenkende echtgenoot Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 26-07-2022 Nummer ECLI:NL:GHARL:2022:6512
Rechtbank verleent voorwaardelijke machtiging om nalatenschap namens minderjarige te verwerpen Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 21-07-2022 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2022:4947
Verzoek machtiging om namens minderjarige nalatenschap te verwerpen Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 21-07-2022 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2022:4947
Begunstigde mag abstracte bankgarantie niet trekken vanwege ontbreken huurovereenkomst Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 19-07-2022 Nummer ECLI:NL:GHARL:2022:6179
Curator mag namens onder curatele gestelde huwelijkse voorwaarden wijzigen Instantie Hoge Raad Datum 15-07-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:1113
Tuchtrechtelijke maatregelen voor kandidaat-notaris en notaris vanwege negeren Wwft-risicosignalen bij aandelenoverdrachten Instantie Kamer voor het notariaat Den Haag Datum 15-07-2022 Nummer ECLI:NL:TNORDHA:2022:14
Watervast karakter visrechten Instantie Hoge Raad Datum 15-07-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:1111
Rechtbank verleent machtiging aan bewindvoerder om nalatenschap te verwerpen Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 14-07-2022 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2022:4948
Langdurig samenwonende broer en zus aangemerkt als partners voor erfbelasting Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 12-07-2022 Nummer ECLI:NL:GHARL:2022:5910
Notaris mag als derde-beslagene maximaal € 80 inhouden op afdracht aan de gerechtsdeurwaarder Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 12-07-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:2051
Notaris voldeed aan onderzoeks- en Belehrungspflicht bij speculatieve grondtransactie Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 12-07-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:2052
Onder inlichtingenverplichting (art. 17 lid 1 PW) valt niet aanleveren documenten Instantie Centrale Raad van Beroep Datum 12-07-2022 Nummer ECLI:NL:CRVB:2022:1395
Voorhuwelijkse pensioenverevening en eerder huwelijk Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 12-07-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:2043
Adoptie van een meerderjarig kind Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 11-07-2022 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2022:2872
Provincie mocht uitvoering geven aan voorgenomen grondruil met particulier Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 08-07-2022 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2022:2962
Vooraf betaalde afkoopsom van partneralimentatie geldt als aftrekpost ex art. 6.3 lid 1 onder b Wet IB 2001 Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 06-07-2022 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2022:3530
Vordering tot wijziging rechtsgevolgen testament bij samengesteld gezin slaagt niet met beroep op dwaling Instantie Rechtbank Gelderland Datum 06-07-2022 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2022:3512
Vordering van eiser op gedaagde is verjaard door opeisbaarheidsclausule in notariële aktes Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 06-07-2022 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2022:5611
Geheimhoudingsbeding testament niet geschonden door notaris die legitimarissen informeerde Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 05-07-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:1775
Vestigen van pandrecht mogelijk op onoverdraagbare vordering? Instantie Hoge Raad Datum 01-07-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:984
Toepassing tenzij-bepaling niet van belang of opdrachtgever ook inzicht had in omvang van prijsverhoging dan wel de te verwachten meerkosten Instantie Hoge Raad Datum 01-07-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:989
Situatietekening vormt objectieve aanwijzing voor bedoeling partijen Instantie Rechtbank Gelderland Datum 29-06-2022 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2022:3396
Vordering op vergoeding investeringen in gezamenlijke woning is verjaard door opeisbaarheidsclausule in samenlevingscontract Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 29-06-2022 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2022:5929
Perceel met beklinkerd parkeerterrein is een bebouwd terrein Instantie Rechtbank Gelderland Datum 28-06-2022 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2022:3252
Toepassing omzetmethode bij BTW aftrek op aanschaf kosten bij gemengd gebruikt complex met zonnepanelen Instantie Rechtbank Gelderland Datum 28-06-2022 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2022:3261
Verhuur van een onzelfstandig deel van een onroerende zaak is mogelijk Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 28-06-2022 Nummer ECLI:NL:GHARL:2022:5414
Percelen met restanten van bebouwing onder maaiveld kwalificeren als bouwterrein, maar belastingplichtige mocht vertrouwen ontlenen aan beleidsbesluit Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 27-06-2022 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2022:3518
Rechtbank vindt halvering van vordering inzake meerinbreng woning onwenselijk; geen gemeenschapsschuld Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 24-06-2022 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2022:2177
Voormalige brandweerkazerne is niet aan te merken als woning ondanks woonbestemming Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 22-06-2022 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2022:3154
Wijze van inbreng schenking gedaan onder oude erfrecht Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 22-06-2022 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2022:2531
Kwijtgescholden koopprijs van woning behoort niet tot de huwelijksgemeenschap Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 21-06-2022 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2022:1947
Overdracht onroerend goed onder algemene titel doorbreekt voorkeursrecht Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 21-06-2022 Nummer ECLI:NL:GHARL:2022:5318
Gegronde redenen voor afwijking voorkeur rechthebbende bij benoeming bewindvoerder Instantie Hoge Raad Datum 17-06-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:870
Verkrijgende verjaring recht van erfpacht of erfdienstbaarheid? Instantie Hoge Raad Datum 17-06-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:871
Bepaling VOF-akte achterhaald door wijziging huwelijksvermogensregime Instantie Rechtbank Gelderland Datum 15-06-2022 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2022:3029
Dringend eigen gebruik in verband met bestaande onveilige woonsituatie Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 14-06-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:1751
Geen woning in aanbouw voor eigenwoningregeling door gebrek aan bouwkundige werkzaamheden Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 14-06-2022 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2022:1040
Gemeente mocht verleende bijstand terugvorderen (art. 58 PW) Instantie Rechtbank Limburg Datum 14-06-2022 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2022:4511
Heropening vereffening vanwege hypotheekrecht Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 13-06-2022 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2022:5089
Bezit en verhuur appartementen beïnvloedt niet onafhankelijkheid of onpartijdigheid notaris Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 10-06-2022 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2022:13
Inbreng economische eigendom van een goed in vennootschap Instantie Hoge Raad Datum 10-06-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:852
Vaststelling vereffenaarsloon in positieve nalatenschap door Kantonrechter Instantie Rechtbank Den Haag Datum 10-06-2022 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2022:5459
Bij WOZ-waardering mag gemeente niet voorbij gaan aan NWWI-taxatierapport Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 09-06-2022 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2022:3427
Geen schoolverlof voor kind notarissen buiten schoolvakanties Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 08-06-2022 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2022:2463
Rechtbank stelt vast dat het betreffende testament voldoende duidelijk is Instantie Rechtbank Den Haag Datum 08-06-2022 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2022:6376
Leeftijdsvereiste voor toepassing startersvrijstelling is niet discriminatoir Instantie Rechtbank Gelderland Datum 07-06-2022 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2022:2814
Schijn belangenverstrengeling gewekt bij verschillende werkzaamheden notaris Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 03-06-2022 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2022:17
Voor bedrijfsopvolgingsfaciliteit overdrachtsbelasting wordt alleen de materiële onderneming (van een andere vennootschap) toegerekend bij een belang van minimaal een derde Instantie Rechtbank Gelderland Datum 03-06-2022 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2022:4869
Bedoeling echtgenoten niet in overeenstemming met tekst finaal verrekenbeding Instantie Rechtbank Gelderland Datum 02-06-2022 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2022:2751
Grond kwalificeert niet als bouwterrein aangezien kosten en risico sloop van koper waren Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 02-06-2022 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2022:5516
Voor de verwerping van een Europese nalatenschap gelden geen extra vormvoorschriften Instantie Hof van Justitie EU Datum 02-06-2022 Nummer ECLI:EU:C:2022:426
Erfstelling uit 25 jaar oude testament moet als vervallen worden beschouwd Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 01-06-2022 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2022:6527
Notaris heeft koper onvoldoende gewaarschuwd voor aansprakelijkheid voor door verkoper verschuldigde canon Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 01-06-2022 Nummer ECLI:NL:RBROT:2022:4283
Inspecteur pleegt geen ambtelijk verzuim door het volgen van de IB-aangifte zonder eerst andere aangiften te raadplegen Instantie Hoge Raad Datum 27-05-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:787
Voormalig bestuurder/vennoot blijft aansprakelijk voor belastingschuld Instantie Hoge Raad Datum 27-05-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:766
Onder omstandigheden mag notaris compliancefunctie uitoefenen Instantie Kamer voor het notariaat Den Haag Datum 25-05-2022 Nummer ECLI:NL:TNORDHA:2022:10
Verklaring van waardeloosheid door voorzieningenrechter na ontbinding BV Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 25-05-2022 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2022:2005
Verschuldigde erfbelasting leidt tot individuele en buitensporige last bij erfgename Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 25-05-2022 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2022:906
Bestemmingswijziging is onvoldoende voor toepassing woningtarief overdrachtsbelasting Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 24-05-2022 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2022:2858
Geen strijd met onderzoeks- en Belehrungsplicht bij verkoop perceel aan ondernemer Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 24-05-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:1498
Geen compensatie box 3 heffing indien niet tijdig bezwaar is gemaakt Instantie Hoge Raad Datum 20-05-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:720
Notariskosten aangemerkt als executiekosten Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 20-05-2022 Nummer ECLI:NL:RBROT:2022:4203
Notaris had redelijk vermoeden dat verkoper niet beschikkingsbevoegd was door onduidelijkheid positie ex-partner Instantie Rechtbank Den Haag Datum 18-05-2022 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2022:7868
Notaris moet termijn van art. 4:72 BW zorgvuldig bewaken Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 18-05-2022 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2022:15
Schuld uit ouderlijke boedelverdeling leidt tot aanvaarding beroep op art. 4:194a BW Instantie Rechtbank Limburg Datum 18-05-2022 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2022:3946
Woning te laat geleverd door onduidelijkheid over beschikkingsbevoegdheid verkoper Instantie Rechtbank Den Haag Datum 18-05-2022 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2022:7869
Ruimschootsverklaring kan volstaan met opgemaakte boedelbeschrijving Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 17-05-2022 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2022:1542
Enkele overdracht van een stuk bouwgrond is niet een algemeenheid van goederen Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 17-05-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:1687
Overgang algemeenheid van goederen ondanks dat vastgoedontwikkelaar het appartementencomplex korte tijd zelf heeft verhuurd Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 17-05-2022 Nummer ECLI:NL:GHARL:2022:4044
Overgang van algemeenheid van goederen ondanks gewijzigde intentie tot langdurige verhuur als belegging Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 17-05-2022 Nummer ECLI:NL:GHARL:2022:4042
Matigingsbevoegdheid van art. 2:248 lid 4 BW is limitatief Instantie Hoge Raad Datum 13-05-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:691
Hoge Raad ziet af van beantwoording prejudiciële vragen over draagmoederschap Instantie Hoge Raad Datum 13-05-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:685
Notaris had primaire verwachter moeten informeren bij afgeven verklaring van erfrecht Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 10-05-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:1309
Notaris had primaire verwachters moeten inlichten over positie in nalatenschap Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 10-05-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:1309
Notaris heeft voorkeursrecht niet geschonden met passeren leveringsakte Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 10-05-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:1359
Koopsom die ter garantstelling op derdengeldenrekening is blijven staan is voor de btw niettemin een ontvangen vergoeding Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 09-05-2022 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2022:2534
Rechtbank verklaart testament en levenstestament tijdens leven nietig Instantie Rechtbank Overijssel Datum 04-05-2022 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2022:1346
Onvoldoende, onvolledige of onjuiste bijstand bij inzage testament leidt niet tot 'onbekende schuld' Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 03-05-2022 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2022:1787
Bestemming appartement komt voor risico koper volgens koopovereenkomst Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 03-05-2022 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2022:686
Notaris met twijfels had meer onderzoek moeten doen voordat de verklaring van erfrecht werd afgegeven Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 03-05-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:1296
Geen eigenaar van woning, wel hoofdelijk aansprakelijk Instantie Rechtbank Overijssel Datum 02-05-2022 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2022:1424
Navorderingsaanslag aan kind na vaststelling vaderschap ten onrechte opgelegd naar moment van overlijden erflater Instantie Hoge Raad Datum 29-04-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:661
Testamentaire last uit 1800 opgeheven wegens veranderde omstandigheden Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 28-04-2022 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2022:8634
Notaris heeft terecht ministerie geweigerd bij transactie ten behoeve van scheepswerf met Russische UBO Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 28-04-2022 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2022:2307
Weigering van firmant om goedkeuring te verlenen tot doorschuiven aandeel op grond van BOR houdt geen verband met doel weigeringsbevoegdheid VOF Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 26-04-2022 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2022:3726
Hoge Raad: ander Hof moet oordelen over civiele waardering van IB-latentie Instantie Hoge Raad Datum 22-04-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:583
Notaris was gelet op instructie niet gehouden onderzoek te doen naar het toepasselijke tarief voor de overdrachtsbelasting Instantie Hoge Raad Datum 22-04-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:615
Recreatiewoning geen eigen woning wegens verbod op permanente bewoning Instantie Hoge Raad Datum 22-04-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:611
Vergoedingsregeling van art. 5:99 BW is niet van toepassing op erfpachtcontracten die vòòr 1 januari 1992 waren gesloten Instantie Hoge Raad Datum 22-04-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:628
Voor rechtspersoon geen recht op vrijstelling overdrachtsbelasting art. 15 lid 1 sub b WBR (bedrijfsoverdracht binnen familiesfeer) Instantie Hoge Raad Datum 22-04-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:643
Geen sprake van family life in zin van art. 8 EVRM Instantie Hoge Raad Datum 22-04-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:622
Testamentair bewind opgeheven vanwege beschermingsbewind Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 21-04-2022 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2022:2064
Art. 4:198 BW niet bedoeld voor benoeming professionele partij tot vereffenaar Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 21-04-2022 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2022:2063
Herroepingsmogelijkheid in schenkingsakte beperkt door maatstaven van redelijkheid en billijkheid Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 20-04-2022 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2022:1727
Passerend notaris mocht zichzelf in testament tot executeur-afwikkelingsbewindvoerder benoemen Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 19-04-2022 Nummer ECLI:NL:GHARL:2022:3005
Splitsing perceel leidt niet tot erfdienstbaarheid jegens elkaar Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 19-04-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:1171
Door beperkte uitleg art. 53 Sw is geen ruimte voor de Rechtbank om rekening te houden met bijzondere situaties Instantie Rechtbank Gelderland Datum 15-04-2022 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2022:1926
Geen vermindering aanslag erfbelasting wegens ontbreken vestiging vruchtgebruik Instantie Rechtbank Gelderland Datum 15-04-2022 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2022:1917
Kosten vereffening vallen niet onder onverwachte schulden overeenkomstig art. 4:194a BW Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 14-04-2022 Nummer ECLI:NL:RBROT:2022:2773
Opschortingsrecht voor levering aan voortzettende firmanten totdat de overnamesom is betaald Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 14-04-2022 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2022:1931
Aandeelhoudersovereenkomst moet worden gelijk gesteld met een geldig genomen besluit buiten vergadering Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 12-04-2022 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2022:1171
Gemeente mag niet van personen onder beschermingsbewind vragen de kantonrechter te verzoeken tot ontslag (1) Instantie Centrale Raad van Beroep Datum 12-04-2022 Nummer ECLI:NL:CRVB:2022:636
Gemeente mag niet van personen onder beschermingsbewind vragen de kantonrechter te verzoeken tot ontslag (2) Instantie Centrale Raad van Beroep Datum 12-04-2022 Nummer ECLI:NL:CRVB:2022:637
Gemeente mag niet van personen onder beschermingsbewind vragen de kantonrechter te verzoeken tot ontslag (3) Instantie Centrale Raad van Beroep Datum 12-04-2022 Nummer ECLI:NL:CRVB:2022:638
Kwijtschelding schuld leidt tot vergoedingsrecht op basis van de beleggingsleer Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 12-04-2022 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2022:3203
Geen overtreding concurrentiebeding in aandeelhoudersovereenkomst door ex-werknemer Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 12-04-2022 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2022:709
Geen oneigenlijke beïnvloeding bij bespreking met beide partners tegelijk Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 11-04-2022 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2022:21
Herzieningsclausule canon in akte van erfpacht was onredelijk bezwarend Instantie Hoge Raad Datum 08-04-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:544
Diefstal van Bitcoins Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 07-04-2022 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2022:1414
Instelling bewind, ondanks aanwezigheid levenstestament Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 07-04-2022 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2022:1130
Aanbiedingsverplichting niet van toepassing, overdracht onder bijzondere titel leidt niet tot andere uitkomst Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 05-04-2022 Nummer ECLI:NL:GHARL:2022:2633
Notaris moet waarborgsom minus negatieve rente uitkeren aan verkoper Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 05-04-2022 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2022:3412
Uitbetaling rente die is verschuldigd bij niet-opeisbare erfrechtelijke vorderingen wordt aangemerkt als inkomsten Instantie Centrale Raad van Beroep Datum 05-04-2022 Nummer ECLI:NL:CRVB:2022:787
Executeur mag erfgenamen niet als partij in geding betrekken Instantie Hoge Raad Datum 01-04-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:495
Hof had onvoldoende gemotiveerd waarom voorgenomen eigen gebruik van verhuurd pand niet dringend was Instantie Hoge Raad Datum 01-04-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:494
Geen arbeidsovereenkomst tussen BV en Equity Partner Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 29-03-2022 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2022:449
Notaris moet afschrift herroepen testament verschaffen bij zwaarwegend belang Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 28-03-2022 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2022:1174
Mantelzorgwoning zorgt niet voor verlaging WOZ-waarde Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 28-03-2022 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2022:1119
Nachten waarin recreatiewoning daadwerkelijk voor privégebruik werd gebruikt alleen relevant voor btw-heffing o.g.v. art. 4 lid 2 onder a Wet OB Instantie Hoge Raad Datum 25-03-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:438
Tegen uitspraak Kamer voor het Notariaat staat geen hoger (bestuursrechtelijk) beroep bij de Hoge Raad open Instantie Hoge Raad Datum 25-03-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:464
A-G meent geen rechtsherstel voor box 3-heffing over belastingjaren t/m 2016 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum 24-03-2022 Nummer ECLI:NL:PHR:2022:293
Arbitragebeding in samenlevingsovereenkomst was in strijd met art. 6 EVRM Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 23-03-2022 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2022:2452
Koopovereenkomst nietig verklaard op grond van Wet voorkeursrecht gemeenten Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 23-03-2022 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2022:2327
Toetreding tot VOF hield gift in en telt daarom mee bij bepalen legitieme Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 23-03-2022 Nummer ECLI:NL:RBROT:2022:1966
Erfgenaam verplicht tot voldoening openstaande vereveningsvordering pensioen Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 22-03-2022 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2022:925
Notaris heeft onvoldoende oog gehad voor financiële gevolgen testament voor erfgenaam Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 22-03-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:796
Aangaan vaststellingsovereenkomst en pachtovereenkomst geen beheershandelingen Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 21-03-2022 Nummer ECLI:NL:GHARL:2022:2148
Notaris heeft onzorgvuldig gehandeld door geen contact op te nemen met erfgename Instantie Kamer voor het notariaat Den Bosch Datum 21-03-2022 Nummer ECLI:NL:TNORSHE:2022:17
Digitaal ondertekend document geeft niet het dwingende bewijs dat overeenkomst van borgtocht is gesloten Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 18-03-2022 Nummer ECLI:NL:RBROT:2022:3242
Verkoop kavel door gemeente was in strijd met het gelijkheidsbeginsel Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 18-03-2022 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2022:1017
ANBI-status terecht ingetrokken wegens financieel steunen van BV Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 16-03-2022 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2022:7639
Op grond van een nietige overeenkomst kan geen schenking worden aangenomen Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 16-03-2022 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2022:863
Legaat wordt mede door BEM-clausule gezien als bijzonder vermogen Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 15-03-2022 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2022:1016
Schriftelijkheidsvereiste gold niet voor overeenkomst tot verdeling Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 15-03-2022 Nummer ECLI:NL:GHARL:2022:1995
Geen onrechtmatig handelen bij voorkeursrecht met koop nu onroerende zaak geschonken is Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 14-03-2022 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2022:925
Leeftijd, gezondheid en inmenging in privéleven zijn ontoereikende gronden om het belang van het kind niet te laten prevaleren boven die van de (vermoedelijke) biologische vader Instantie Hoge Raad Datum 11-03-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:349
Splitsingsvrijstelling voor afsplitsing zendmasten van toepassing nu zakelijke overwegingen voor gekozen route van overdracht aannemelijk zijn gemaakt Instantie Rechtbank Gelderland Datum 11-03-2022 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2022:1297
Geen rechtsgeldige overdracht economische eigendom van het recht van erfpacht wegens ontbreken toestemming erfverpachter: geen eigen woning Instantie Rechtbank Den Haag Datum 10-03-2022 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2022:2454
Notaris heeft cliëntenonderzoek onvoldoende vastgelegd in dossier Instantie Kamer voor het notariaat Amsterdam Datum 10-03-2022 Nummer ECLI:NL:TNORAMS:2022:8
Rechtbank volgt de zienswijze van de Belastingdienst bij het bepalen van het dividendpercentage Instantie Rechtbank Den Haag Datum 10-03-2022 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2022:2451
Onrechtmatige daad jegens schuldeisers bij verkrijging van woning Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 09-03-2022 Nummer ECLI:NL:RBROT:2022:1875
Hoge Raad ziet af van beantwoording prejudiciële vragen over genderneutrale registratie in geboorteakte Instantie Hoge Raad Datum 04-03-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:336
Machtiging tot verwerpen nalatenschap wordt door Kantonrechter ingetrokken Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 04-03-2022 Nummer ECLI:NL:RBROT:2022:1615
Afwijking van artikel 1:100 BW moet bij notariële akte wanneer echtscheiding niet aanstaande is Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 02-03-2022 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2022:391
Meerderjarigenbewind ondanks levenstestament Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 02-03-2022 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2022:387
Berispring vanwege het achterwege laten van de 30-dagenclausule bij testamentbespreking Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 01-03-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:559
Toestemming verleend door VvE dat afwijkt van bestemming was toegestaan aan appartementseigenaar Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 01-03-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:622
Woonbestemming van onroerende zaak is niet verloren gegaan door sloop, schade en verval Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 01-03-2022 Nummer ECLI:NL:GHARL:2022:1680
WHOA niet van toepassing op vorderingen van bedrijfstakpensioenfondsen voor achterstallige pensioenpremies Instantie Hoge Raad Datum 25-02-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:328
Hoge Raad vernietigt vonnis Hof inzake testament van 104-jarige Instantie Hoge Raad Datum 25-02-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:307
Naheffing van herzienings-btw indien niet is voldaan aan voorwaarden bij optie belaste levering is toegestaan Instantie Hoge Raad Datum 25-02-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:301
Wetenschap wanprestatie speelt rol bij aantonen ondeugdelijk beslag Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 24-02-2022 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2022:1607
Geen non-conformiteit koopovereenkomst bij hoger uitvallende servicekosten Instantie Rechtbank Limburg Datum 23-02-2022 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2022:1548
Niet altijd tegenstrijdig belang Selbsteintritt bij erfgenaam-vereffenaar Instantie Rechtbank Den Haag Datum 23-02-2022 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2022:1266
Conservatoir beslag vanwege niet-opeisbare legitieme portie Instantie Rechtbank Limburg Datum 22-02-2022 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2022:1352
Notaris heeft gemaakte kosten terecht doorberekend aan verkoper nu dit blijkt uit toewijzingsbepaling in koopovereenkomst Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 22-02-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:561
Overgang call-optie op andere vennootschap staat niet in de weg aan aandelenoverdracht Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 22-02-2022 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2022:1444
Erfbelasting over woning die na de verkrijging is afgebrand vormt buitensporige last Instantie Rechtbank Gelderland Datum 21-02-2022 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2022:896
Kandidaat-notaris had ministerie voor de levering van aandelen moeten weigeren op grond van de Novitaris-maatstaf Instantie Kamer voor het notariaat Den Bosch Datum 21-02-2022 Nummer ECLI:NL:TNORSHE:2022:9
Maatstaf van heffing overdrachtsbelasting is niet aankoopsom maar hogere getaxeerde waarde economisch verkeer Instantie Rechtbank Gelderland Datum 21-02-2022 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2022:892
Beëindiging huurovereenkomst woonruimte wegens dringend eigen gebruik Instantie Hoge Raad Datum 18-02-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:270
VvE weigert toestemming te verlenen voor plaatsen airco-installatie Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 17-02-2022 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2022:2983
Werknemersvrijstelling Successiewet terecht niet toegepast vanwege ontbreken arbeidsovereenkomst Instantie Rechtbank Den Haag Datum 17-02-2022 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2022:1228
Totstandkoming van een koopakte door uitoefening koopoptie vereist niet dat de wilsovereenstemming in één akte is vervat Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 15-02-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:383
Terechte navorderingsaanslag opgelegd wegens vordering op zoon Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 15-02-2022 Nummer ECLI:NL:GHARL:2022:1085
Voor toepassing van art. 1:116 BW vereist dat zowel de schuldenaar als de schuldeiser in Nederland woonachtig is Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 15-02-2022 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2022:479
Vrijstelling van art. 15 lid 1 onder g WBR ook van toepassing indien de woning economisch gezamenlijk is verkregen Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 15-02-2022 Nummer ECLI:NL:GHARL:2022:1089
Notaris hoeft niet zonder meer zijn dienst te weigeren bij botsende rechten op levering in de zin van art. 3:298 BW (Earth Water-arrest) Instantie Hoge Raad Datum 11-02-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:164
STAK mocht medewerking aan decertificering weigeren Instantie Rechtbank Den Haag Datum 09-02-2022 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2022:873
Door wijziging van een wezenlijk element in de koopovereenkomst is niet voldaan aan het schriftelijkheidsvereiste van art. 7:2 BW Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 08-02-2022 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2022:311
Klacht tegen notaris niet-ontvankelijk door verstrijken driejaarstermijn art. 99 lid 21 WNA Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 08-02-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:323
Koopovereenkomst heeft geen rechtsgevolg door overschreden volmacht, erflaater en zijn nalatenschap zij niet aan koopovereenkomst gebonden Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 08-02-2022 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2022:305
Notaris heeft ten onrechte geweigerd ministerie te verlenen Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 08-02-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:322
Geen beroep op de dwingende bewijskracht van de akte Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 01-02-2022 Nummer ECLI:NL:GHARL:2022:725
Perceel grond kwalificeert niet als bouwterrein door op de grond aanwezige constructies Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 01-02-2022 Nummer ECLI:NL:GHARL:2022:703
Paardenhouderij en weilanden bij woning vormden aanhorigheden in de zin van art. 14 lid 2 WBR Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 28-01-2022 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2022:389
Verbintenis tot erfpacht leidde tot strijd met algemene beginselen van behoorlijk bestuur Instantie Gerecht in eerste aanleg van Sint Maarten Datum 28-01-2022 Nummer ECLI:NL:OGEAM:2022:7
Erfgenaam niet onwaardig na om het leven brengen van erflater als gevolg van ziekelijke stoornis (psychose) Instantie Rechtbank Gelderland Datum 26-01-2022 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2022:498
Medeplegen van gewoontewitwassen en deelname aan een organisatie met als oogmerk het plegen van misdrijven Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 25-01-2022 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2022:325
Notaris mag in akte opnemen dat vonnis nog niet in kracht van gewijsde is gegaan Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 25-01-2022 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2022:1944
Executeur mag bij het doen van rekening en verantwoording niet verzoeken om décharge Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 24-01-2022 Nummer ECLI:NL:RBROT:2022:1475
Onjuiste eigendomsverhouding bij leveringsakte van woning Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 21-01-2022 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2022:529
Tweede winstgrens geldt ook voor vereniging van minder dan vijf jaren oud Instantie Hoge Raad Datum 21-01-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:51
Vereffenaar staat vrij zich te wenden tot de kantonrechter om zijn loon vast te stellen Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 21-01-2022 Nummer ECLI:NL:RBROT:2022:601
Inkomsten uit eigen woning inclusief belaste inkomsten uit tijdelijke huur naar rato eigendomsrecht Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 20-01-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:300
Opheffing beslag noodzakelijk voor vereffening nalatenschap Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 19-01-2022 Nummer ECLI:NL:RBROT:2022:1500
A-G meent dat voor toepassing art. 3.111 lid 4 Wet IB 2001 eigendom is vereist Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum 18-01-2022 Nummer ECLI:NL:PHR:2022:36
De 'change of control' -clausule in de aandeelhoudersovereenkomst ziet op de wijziging van zeggenschap en niet de wisseling van bestuurders Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 18-01-2022 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2022:148
Notarissen hadden alvorens hun medewerking te verlenen overleg moeten voeren met partijen over bedoelde omstandigheden en deze nader moeten onderzoeken Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 18-01-2022 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2022:6
Bestuurder blijft hoofdelijk aansprakelijk ondanks verstrijken vervaltermijn art. 7:663 BW Instantie Hoge Raad Datum 14-01-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:13
Geen overdracht van de vordering tot vergoeding van waardedaling Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 14-01-2022 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2022:56
Geen splitsingsvrijstelling indien blijkt dat minimalisering van heffing overdrachtsbelasting hoofddoel is voor de keuze voor juridische (af)splitsing Instantie Hoge Raad Datum 14-01-2022 Nummer ECLI:NL:HR:2022:17
Geschil over afwikkeling finaal verrekenbeding opgenomen in huwelijkse voorwaarden Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum 14-01-2022 Nummer ECLI:NL:PHR:2022:34
Privéschulden vallen niet onder reikwijdte WHOA Instantie Rechtbank Gelderland Datum 13-01-2022 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2022:171
Bij invordering NSW kan niet meer worden teruggekomen op hoogte aanslag erfbelasting Instantie Rechtbank Gelderland Datum 13-01-2022 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2022:106
Geen hoger beroep mogelijk tegen een welwillendheidsbeslissing (inzake benoeming deskundigen) ook al is deze aangeduid als beschikking Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 13-01-2022 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2022:81
Samenloopvrijstelling niet van toepassing omdat pand al in gebruik was genomen als bedrijfsmiddel Instantie Rechtbank Gelderland Datum 13-01-2022 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2022:109
Bezitter is eigenaar geworden van een stuk grond door verjaring, ook geen schadevergoeding uit onrechtmatige daad Instantie Rechtbank Limburg Datum 12-01-2022 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2022:321
Redelijkheid en billijkheid kunnen matiging van verrekenvordering meebrengen Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 12-01-2022 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2022:13
Erfgenaam-vereffenaar niet persoonlijk aansprakelijk Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 11-01-2022 Nummer ECLI:NL:GHARL:2022:139
Geen huurbescherming bij einde gemengde zorgovereenkomst Instantie Rechtbank Limburg Datum 05-01-2022 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2022:44
Verhuur van parkeerplaatsen gaat op in belaste prestatie verhuur woonruimte Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 04-01-2022 Nummer ECLI:NL:GHARL:2022:100
Volmacht vernietigd nu gerechtvaardigd vertrouwen ontbreekt door geestelijke stoornis Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 29-12-2021 Nummer ECLI:NL:RBROT:2021:13173
Box 3-vermogensmix leidt tot strijd met het EVRM; rechtsherstel op basis van werkelijk genoten rendement Instantie Hoge Raad Datum 24-12-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1963
Kwijtgescholden huurpenningen waren aan te merken als periodieke gift Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 24-12-2021 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2021:12036
Letselschade-uitkering terecht in rendementsgrondslag in box 3 betrokken Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 24-12-2021 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2021:6649
Prejudiciële vragen huurkorting in coronacrisis Instantie Hoge Raad Datum 24-12-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1974
Rente over een boedelschuld is eveneens een boedelschuld Instantie Hoge Raad Datum 24-12-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1994
Verplichting tot een doen is als erfdienstbaarheid nietig Instantie Rechtbank Gelderland Datum 22-12-2021 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2021:6900
Toestemming echtgenoot benodigd voor persoonlijke garantstelling Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 21-12-2021 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2021:4049
Wetenschap van benadeling op grond van art. 42 Fw Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 21-12-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:11659
De toezichtbevoegdheid van de kantonrechter bij beschermingsbewind Instantie Hoge Raad Datum 17-12-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1921
Sterke bewijsvermoedens art. 1:141 lid 3 BW en art. 1:136 lid 2 BW Instantie Hoge Raad Datum 17-12-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1922
Toepassing WHOA bij liquidatieakkoord Instantie Rechtbank Den Haag Datum 16-12-2021 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2021:13888
Geen verlaagd tarief voor perceel grond waarop afgebrande woning heeft gestaan Instantie Rechtbank Den Haag Datum 16-12-2021 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2021:15348
Microsoft moet erfgenamen toegang verlenen tot account van erflater Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 15-12-2021 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2021:6151
Notaris had niet mogen optreden nu hij tevens bestuurder was van begunstigde stichting Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 15-12-2021 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2021:60
Gebruik door een van aandeelhouders van verhuurder is geen persoonlijk gebruik door verhuurder zelf Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 14-12-2021 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2021:7307
Geen schenkingstraditie; toch machtiging voor jaarlijkse belastingvrije schenking Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 14-12-2021 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2021:4035
Woning kon niet nogmaals in aanmerking komen voor verhuisregeling Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 14-12-2021 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2021:3912
WOZ-waarde kan niet worden verlaagd in procedure over de heffing van erfbelasting Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 14-12-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:11524
Zorgplicht notaris brengt mee dat hij erflater wijst op gevolgen erfbelasting voor verkrijger Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 14-12-2021 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2021:3581
Geen opheffing BEM-clausule in bijstandssituatie Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 13-12-2021 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2021:6426
Aandeel in mandeligheid kwalificeert met appartement als één onroerende zaak Instantie Hoge Raad Datum 10-12-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1860
Stichting is niet verplicht tot het afleggen van rekening en verantwoording over besteding van de schenking Instantie Hoge Raad Datum 10-12-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1848
Executeur was beschikkingsonbevoegd vanwege beneficiaire aanvaarding Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 07-12-2021 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2021:4282
Hof hecht geen geloof aan verklaring van notaris dat kwijtschelding reeds mondeling heeft plaatsgevonden Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 07-12-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:11212
Notaris moet gebruik maken van de mogelijkheid om gelden te storten in de consignatiekas Instantie Rechtbank Limburg Datum 07-12-2021 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2021:9203
Rechter geeft verklaring van waardeloosheid om onbezwaarde levering mogelijk te maken nu hypotheekhouder is ontbonden Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 06-12-2021 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2021:11269
Onrechtmatige daad notaris en bank door onzorgvuldig handelen op basis van bankgarantie Instantie Hoge Raad Datum 03-12-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1804
Voor warmte-koude-opslaginstallaties (WKO) geldt netwerkvrijstelling Instantie Hoge Raad Datum 03-12-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1813
Erven krijgen toegang tot digitale nalatenschap voor afwikkeling van de nalatenschap Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 01-12-2021 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2021:7090
Geen verrekening overdrachtsbelasting met naheffing omzetbelasting inzake levering percelen met restanten bebouwing Instantie Rechtbank Gelderland Datum 01-12-2021 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2021:6405
Opeising van de curator op grond van art. 58 Fw leverde misbruik van bevoegdheid op Instantie Rechtbank Den Haag Datum 01-12-2021 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2021:13452
Geldleningen met strekking benadeling schuldeisers zijn nietig door strijd met goede zeden Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 30-11-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:11048
BV moet achterstallige kinderalimentatie betalen na executoriaal derdenbeslag Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 30-11-2021 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2021:3878
Geen aandelenfusiefaciliteit door ontbreken van voldoende zakelijke overwegingen Instantie Rechtbank Gelderland Datum 25-11-2021 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2021:6268
Geschil omvang legitimaire massa Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 24-11-2021 Nummer ECLI:NL:RBROT:2021:11751
Kosten in verband met de verdeling zijn kosten van de nalatenschap Instantie Rechtbank Gelderland Datum 24-11-2021 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2021:6257
Verwijderen grafsteen door gemeente binnen 10-jaarstermijn was niet onrechtmatig Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 24-11-2021 Nummer ECLI:NL:RBROT:2021:11706
Kadaster kan als rechthebbende op de derdengeldenrekening worden aangemerkt Instantie Hoge Raad Datum 19-11-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1720
Familielening kwalificeert niet als eigenwoningschuld omdat te laat is voldaan aan informatieplicht Instantie Hoge Raad Datum 19-11-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1719
Geen aantekeningen van bespreking aktewijziging komt voor risico notaris Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 17-11-2021 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2021:6044
Afwijzing verzoek buitenwerkingstelling UBO-register wegens privacyschending Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 16-11-2021 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2021:2176
Hof stelt notaris in gelegenheid te bewijzen dat hij benodigde gegevens had voor cliëntenonderzoek Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 16-11-2021 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2021:3404
Statuutwijziging stichting toegestaan die strekt tot opheffing van blokkade Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 16-11-2021 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2021:10815
Niet-geïntegreerde zonnepanelen op verhuurde woning geven (beperkt) recht op aftrek omzetbelasting investering draagconstructie Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 11-11-2021 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2021:2346
Verbouwingsuitgaven als geheel bezien bij omvangrijke verbouwing van eigen woning (complexgedachte) Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 11-11-2021 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2021:5709
Box 3-heffing vormt individuele en buitensporige last wegens interen op vermogen van € 1,3 miljoen Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 09-11-2021 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2021:4802
Compensatie 'toeslagenaffaire' niet verknocht Instantie Rechtbank Den Haag Datum 09-11-2021 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2021:13732
Geen open fonds voor gemene rekening vanwege het ontbreken van een afgescheiden vermogen Instantie Rechtbank Gelderland Datum 09-11-2021 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2021:5963
Notaris had ingeschakeld moeten worden voor schenkingen om machtsmisbruik te voorkomen Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 09-11-2021 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2021:2383
Rechtbank benoemt een notaris tot vereffenaar zodat onverdeelde woning kan worden verkocht Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 09-11-2021 Nummer ECLI:NL:RBROT:2021:11318
En/of-rekening leeggehaald zonder dat bank wist van overlijden Instantie Geschillencommissie Financiële Dienstverlening Datum 08-11-2021 Nummer 2021-0944
Vereffenaar niet in staat loon in overleg met erfgenamen vast te stellen omdat geen erfgenamen zijn gevonden Instantie Rechtbank Den Haag Datum 08-11-2021 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2021:12119
Het begrip 'gewichtige reden' dient casuïstisch te worden beoordeeld Instantie Hoge Raad Datum 05-11-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1646
Opgewekt vertrouwen door onjuiste mededeling op website Belastingdienst Instantie Hoge Raad Datum 05-11-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1654
Finaal verrekenbeding is volgens Rechtbank quasi-legaat (art. 4:126 lid 2 sub a BW) Instantie Rechtbank Gelderland Datum 03-11-2021 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2021:5835
Samenwonen met gewezen partner valt niet onder bereik art. 1:160 BW Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 02-11-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:10233
Aangaan nieuwe maatschap vanwege gewenste wijziging in gerechtigdheid en winstverdeling is vrijgesteld van overdrachtsbelasting Instantie Rechtbank Gelderland Datum 01-11-2021 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2021:5807
Geen bescherming nieuwe hypotheekhouder vanwege het tenietgaan erfdienstbaarheid door vermenging Instantie Hoge Raad Datum 29-10-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1617
Geen zuivere aanvaarding door gedragingen bij geven cadeaubonnen en gebak namens erflater Instantie Hoge Raad Datum 29-10-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1600
Of men partij is bij de overeenkomst hangt af van verklaringen en gedragingen, hoedanigheid en context waarin men optrad Instantie Hoge Raad Datum 29-10-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1615
Bepaling over levensonderhoud minderjarige in notariële akte tussen stiefvader en stiefkind was nietig Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 27-10-2021 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2021:6043
Bij beëindiging meerderjarigenbewind herleeft algemene volmacht niet Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 27-10-2021 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2021:2068
Geen machtiging om BEM-clausule op te heffen vanwege door gemeente opgelegde verplichtingen op grond van Participatiewet Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 26-10-2021 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2021:4677
Vorderingen van afstammelingen opeisbaar omdat de opeisbaarheidsvoorwaarden materieel van toepassing zijn Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 26-10-2021 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2021:3313
Advocaat vroeg ten onrechte BRP-uittreksel op van derde ten behoeve van bewijsvergaring Instantie Rechtbank Den Haag Datum 25-10-2021 Nummer ECLI:NL:TADRSGR:2021:195
Aandelen in BV die een recreatiepark exploiteert kwalificeren als fictieve onroerende zaken Instantie Hoge Raad Datum 22-10-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1586
Overgang economische eigendom woning pas bij akte van verdeling; volledige aftrek boeterente Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 21-10-2021 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2021:5238
Kosten in overeenstemming met de omstandigheden van de erflater Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 19-10-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:9858
Hypotheekrente aftrekbaar vanwege 38% economische eigendom van verlaten eigen woning Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 19-10-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:9804
Legitieme portie niet-opeisbaar vanwege wijziging inkortingsvolgorde Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 18-10-2021 Nummer ECLI:NL:RBROT:2021:10145
Opheffing testamentair bewind vanwege samenloop beschermingsbewind Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 18-10-2021 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2021:5246
Art. 6:89 BW niet van toepassing nu de overeengekomen prestatie niet is verricht Instantie Hoge Raad Datum 15-10-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1536
Bedenktijd is bedoeld als bescherming tegen ondoordachte, impulsieve beslissing tot koop Instantie Hoge Raad Datum 15-10-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1511
Dozy-clausule heeft toch werking ondanks dat vordering via subrogatie is verkregen Instantie Hoge Raad Datum 15-10-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1527
Aanbiedingsregeling verplicht holding om aandelen aan te bieden door certificering aandelen holding Instantie Rechtbank Limburg Datum 13-10-2021 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2021:7648
Geen schending onderzoeksplicht voor notaris bij verkoop niet-bestaande oudvaderlandse visrechten Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 13-10-2021 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2021:8963
Partner van erflater mocht er gerechtvaardigd op vertrouwen dat executeur bevoegd was om grafrecht over te dragen Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 13-10-2021 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2021:5783
Door tweetrapsmaking blijft ontbonden huwelijksgemeenschap bestaan; toedeling aan kinderen is uitgezonderde verkrijging in de zin van art. 3 lid 1 sub b WBR Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 12-10-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:9560
Schending voorkeursrecht omdat aangetekende brief niet is ontvangen Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 12-10-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:9565
Vanwege interen op vermogen was box 3-heffing een individuele en buitensporige last en daardoor in strijd met art. 1 EP EVRM Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 11-10-2021 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2021:5149
Van stichting gekochte kwitanties voor contante giften geven geen recht op giftenaftrek Instantie Hoge Raad Datum 08-10-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1339
Verkrijger buitenlandse erfenis en schenking had zich beter moeten laten voorlichten; erfenis en schenking vallen in huwelijksgoederengemeenschap Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 06-10-2021 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2021:1957
Ontbinding pachtovereenkomst omdat erfgenamen pachtrelatie niet kunnen voortzetten Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 05-10-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:9317
Erfgenaam heeft zuiver aanvaard door voldoening advocaatkosten Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 05-10-2021 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2021:3013
Gehele vermogen moet worden verrekend nu de tenzij-clausule (art. 1:141 lid 3 BW) niet van toepassing is Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 05-10-2021 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2021:3011
Er moet rechtstreeks en onmiddellijk verband bestaan tussen het bouwen van de woning en het tegen vergoeding leveren van energie aan de energiemaatschappij Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 01-10-2021 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2021:2972
Geen sprake van individuele en buitensporige last omdat inkomen ruim voldoende was om belastingheffing te kunnen voldoen Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 30-09-2021 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2021:5107
En/of-rekening en geldlening vielen onder verblijvensbeding in samenlevingscontract Instantie Rechtbank Gelderland Datum 29-09-2021 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2021:5143
Geen bewind en mentorschap vanwege levenstestament Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 28-09-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:9077
Door ontbreken contractuele aflossingseis is lening geen eigenwoningschuld Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 22-09-2021 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2021:4757
Geen strijd met splitsingsreglement bij verkamering van woning Instantie Rechtbank Den Haag Datum 22-09-2021 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2021:10750
Kettingbeding valt onder blauwe lijst van Richtlijn betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten en kan worden vernietigd op grond van art. 6:233 BW Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 22-09-2021 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2021:4820
Notaris handelt in strijd met de Beleidsregel integere beroepsuitoefening en heeft zijn poortwachtersrol onvoldoende vervuld Instantie Kamer voor het notariaat Den Bosch Datum 20-09-2021 Nummer ECLI:NL:TNORSHE:2021:23
Fixatiebeginsel (art. 128 Fw) niet van toepassing op vereffening nalatenschap bij beneficiaire aanvaarding Instantie Hoge Raad Datum 17-09-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1272
Geen bedrijfsopvolgingsfaciliteit omdat geen sprake is van een materiële onderneming Instantie Hoge Raad Datum 17-09-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1328
Geen geruisloze terugkeer omdat geen sprake is van een materiële onderneming Instantie Hoge Raad Datum 17-09-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1321
Overdracht juridische eigendom door participanten in CV aan beherend vennoot is belast met overdrachtsbelasting Instantie Hoge Raad Datum 17-09-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1329
Wederrechtelijke vrijheidsberoving maakt zoon onwaardig Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 14-09-2021 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2021:7977
Koper verricht verbouwingswerkzaamheden voor levering, maar heeft geen belang bij waardeontwikkeling Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 09-09-2021 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2021:2831
Geen wettelijke grondslag voor opname scheidingsconvenant tussen ongehuwde samenwoners in beschikking Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 08-09-2021 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2021:4528
Bij opstellen testament is geen rekening gehouden met verblijvensbeding Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 07-09-2021 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2021:2800
Ongehuwd samenwoners: verjaring vergoedingsrechten en de gerechtigdheid tot de en/of-rekening Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 07-09-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:8479
Aanslagen schenkbelasting zijn niet in geschil, waardoor er geen gevolgen zijn voor de erfrechtelijke verkrijging en de aanslag erfbelasting Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 03-09-2021 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2021:8932
Geen machtiging om turbulente en steeds veranderende situatie Instantie Rechtbank Den Haag Datum 03-09-2021 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2021:9779
Geen sprake van fictieve erfrechtelijke verkrijging omdat voor de schenkbelasting de verruimde schenkvrijstelling is toegepast Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 03-09-2021 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2021:8934
Na ambtshalve vermindering is aanslag erfbelasting juist; bezwaar ontvankelijk verklaard Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 03-09-2021 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2021:8931
Aandeel in nalatenschap verbeurd door vervalsing bankafschrift Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 31-08-2021 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2021:2845
Wanneer is sprake van een op-, aan- of onderbouw bij appartementsrecht? Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 31-08-2021 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2021:1690
Verdelingsovereenkomst is leidend, ondanks uitblijven levering Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 27-08-2021 Nummer ECLI:NL:RBROT:2021:8647
Executeur gaf toestemming aan erfgenamen om zelf te procederen Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 25-08-2021 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2021:4616
Executoriale beslaglegger kan niet om onderhandse verkoop verzoeken op grond van art. 3:268 lid 2 BW Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 25-08-2021 Nummer C/02/387386/ KG RK 21-466
Ongehuwde samenwoners zonder afspraken; alleen vergoedingsrecht voor verkrijgingskosten en niet voor verbouwingskosten Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 25-08-2021 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2021:7669
Decertificering niet toegestaan wegens betrokken belangen van anderen en ontbrekend bestuursbesluit Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 24-08-2021 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2021:2588
Hypotheekhouder heeft inroepen huurbeding niet overgelaten aan koper Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 20-08-2021 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2021:4306
Bijstand kan ook bij tweetrapsmaking worden teruggevorderd vanaf overlijdensdatum erflater Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 18-08-2021 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2021:4226
Vernietiging depotovereenkomst vanwege paulianeus handelen bij faillissement Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 18-08-2021 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2021:6946
Geen aftrek periodieke gift afhankelijk van twee levens als sterftekans kleiner is dan 1% Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum 17-08-2021 Nummer ECLI:NL:PHR:2021:760
Geen afwijking vormvoorschriften testament op grond van redelijkheid en billijkheid Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 11-08-2021 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2021:4140
Buffervermogen noodzakelijk bij vaststellen draagkracht van ZZP'er die eenmanszaak runt Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 11-08-2021 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2021:1532
Redelijkheid en billijkheid maakt verjaring niet onaanvaardbaar Instantie Rechtbank Gelderland Datum 11-08-2021 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2021:4328
Schorsing notaris vanwege niet voortvarend oppakken vereffening nalatenschap Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 10-08-2021 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2021:2227
Beneficiaire aanvaarding staat niet in de weg aan recht op voorschot erfdeel langstlevende echtgenote Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 10-08-2021 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2021:2523
Ondanks overschrijding termijn op bezwaar en onjuiste overlijdensdatum geen vernietiging aanslag Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 10-08-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:7707
Gebruik van onbeperkte navorderingstermijn is geen schending van Unierecht (evenredigheidsbeginsel) Instantie Hoge Raad Datum 06-08-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1189
Geen (gedeeltelijke) opheffing schenkingsbewind mogelijk ondanks alimentatieverplichting Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 04-08-2021 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2021:4043
Huwelijk in verblijvingsbeding kon ook uitgelegd worden als geregistreerd partnerschap Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 03-08-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:7406
Proefprocedure: box 3-heffing 2017 en 2018 in strijd met discriminatieverbod van art. 14 EVRM Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 02-08-2021 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2021:3208
Schuren kwalificeren niet als aanhorigheden wegens oorspronkelijke bestemming en gebruik Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 02-08-2021 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2021:3603
Stiefvader tekortgeschoten in verplichtingen als voogd-bewindvoerder, testamentair bewindvoerder en executeur Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 28-07-2021 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2021:3296
Kosten van executele en ander legaat niet in mindering gebracht op percentage-legaat Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 28-07-2021 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2021:6640
Langstlevende bij OBV na ontheffing vereffening zelfstandig beschikkingsbevoegd Instantie Rechtbank Gelderland Datum 28-07-2021 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2021:4074
Nietigheid en/of vernietiging ruilovereenkomst grond niet mogelijk indien dit onaanvaardbare gevolgen met zich brengt Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 27-07-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:7167
Werkwijze (kandidaat-)notaris heeft de toets van art. 17 WNA doorstaan Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 27-07-2021 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2021:57
Wwft-boete voor notaris gematigd: verschil koopsom en WOZ-waarde in casu geen verhoogd risico Instantie College van Beroep voor het bedrijfsleven Datum 27-07-2021 Nummer ECLI:NL:CBB:2021:793
Bewind over onverdeeld aandeel in geschonken certificaten wordt opgeheven Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 22-07-2021 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2021:2317
Navordering bij echtgenote van erflater vanwege niet maken van keuze bij wie gemeenschappelijk inkomensbestanddeel moet worden belast Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 22-07-2021 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2021:3158
Bij de akte van geboorte wordt een wijziging van geslacht toegevoegd waarin het non-binaire geslacht wordt aangeduid met X Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 21-07-2021 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2021:3732
Erfgenaam weigert medewerking levering; vonnis kan in de plaats treden van medewerking Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 21-07-2021 Nummer ECLI:NL:RBROT:2021:7250
Voormalige landbouwschuren waarvan bestemming is gewijzigd kwalificeren als aanhorigheden Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 20-07-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:6908
Notaris hoefde geen inzage te geven in gespreksaantekeningen Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 19-07-2021 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2021:36
Niet-ontvankelijk verklaring wegens termijnoverschrijding Instantie Hoge Raad Datum 16-07-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1153
Plaatsing van zonnepanelen geeft geen recht op aftrek voorbelasting die drukt op bouw woning (art. 15 Wet OB) Instantie Hoge Raad Datum 16-07-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1158
Waardebepaling naar peildatum bij schadeloosstelling voor onteigening Instantie Hoge Raad Datum 16-07-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1173
AOW-norm voor alleenstaanden bij geregistreerd partnerschap om fiscale redenen Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 14-07-2021 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2021:5686
BV schiet tekort in nakoming verbintenis doordat aandelen in strijd met art. 7:15 lid 1 BW waren verkocht Instantie Rechtbank Gelderland Datum 14-07-2021 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2021:3753
Art. 1:88 lid 5 BW ook van toepassing op de borg als bestuurder van een coöperatie Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 13-07-2021 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2021:2191
Feitelijke situatie is van groter belang dan de letterlijke bewoordingen van een uiterste wilsbeschikking Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 13-07-2021 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2021:2186
Geen contributieverplichting aan winkeliersvereniging vanwege eigendom en geen ondernemerschap Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 13-07-2021 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2021:1312
Notaris had niet over het UBO-schap mogen verklaren en heeft daarmee zijn geheimhoudingsplicht en verschoningsrecht geschonden Instantie Kamer voor het notariaat Den Bosch Datum 12-07-2021 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2021:37
Handelen of nalaten van bestuurders kan voldoende zijn voor ontzenuwing vermoeden van art. 2:248 lid 2 BW Instantie Hoge Raad Datum 09-07-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1099
Conformiteit bij koop van vorderingen waarvan rechtsgrond is vernietigd Instantie Hoge Raad Datum 09-07-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1101
Levering van woning door erflater toch geldig nu enige erfgenaam als eerder deelgerechtigde volledig eigendom verkrijgt van woning Instantie Rechtbank Gelderland Datum 09-07-2021 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2021:3586
Ontheffing om boedelbeschrijving ter inzage te leggen (art. 4:211 lid 4 BW) Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 07-07-2021 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2021:6283
Verantwoordelijkheid na beëindiging huwelijk om zoveel mogelijk zelf te voorzien in levensonderhoud Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 05-07-2021 Nummer ECLI:NL:RBROT:2021:9081
Geen heffing bij interen op eigen vermogen Instantie Hoge Raad Datum 02-07-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1047
Echtgenote kan geen rechten ontlenen aan inhoud testament vanwege art. 4:59 BW Instantie Rechtbank Gelderland Datum 30-06-2021 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2021:3269
Overdracht aandelen met kwijtschelding koopprijs was paulianeus Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 30-06-2021 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2021:3138
Voor rechtmatige opzegging o.g.v. art. 3 lid 2 sub d Wwft concrete bewijzen niet noodzakelijk Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 30-06-2021 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2021:3290
Belang van gehandicapt kind niet gediend bij afzien van legitieme portie Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 29-06-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:6471
Notaris mag voor zijn pensioen niet beleggen in onroerend goed (art. 17 lid 3 WNA) Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 29-06-2021 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2021:1835
Terugneemrecht van niet-gefailleerde echtgenoot en de stelplicht en bewijslast onder het oude stelsel Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 29-06-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:6396
Niet in rekening brengen van overeengekomen rente over rekening-courantschuld aan eigen BV leidt tot winstuitdeling Instantie Rechtbank Gelderland Datum 28-06-2021 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2021:3248
Ook niet uitgekeerd deel van pensioen is genoten Instantie Rechtbank Gelderland Datum 28-06-2021 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2021:3247
Door het uittreden van vennoten verkregen de voortzetters de economische eigendom van de onroerende zaken Instantie Rechtbank Gelderland Datum 25-06-2021 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2021:3225
Leegstaande woningen die niet te huur worden aangeboden kwalificeren niet als huurwoning voor VHH Instantie Hoge Raad Datum 25-06-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:1017
Rente over schuld voor eigen woning volledig aftrekbaar ook wanneer slechts een deel daarvan drukt Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 24-06-2021 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2021:1953
Verdeling van een woning Instantie Rechtbank Den Haag Datum 24-06-2021 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2021:7163
Geen toepassing BOR SW vanwege ontbreken materiële onderneming in BV Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 22-06-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:6063
Termijn van één jaar voor verzoek teruggave btw op oninbare factuur moet strikt worden toegepast Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 22-06-2021 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2021:3243
Geen verkrijging in de zin van art. 13 WBR door verkopers van in eigen beheer gebouwde woning Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 21-06-2021 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2021:9059
Verzoek tot ontslag bewindvoerder/mentor valt onder zaken van curatele, onderbewindstelling en mentorschap als bedoeld in art. 798 lid 2 Rv Instantie Hoge Raad Datum 18-06-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:950
Afgifte herroepen testamenten mits onterfde erfgenamen belanghebbenden zijn Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 17-06-2021 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2021:3209
Bij (periodieke) verrekening was een beroep op vervalbeding niet onaanvaardbaar Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 16-06-2021 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2021:8126
Notaris moet extra zorgvuldig zijn bij verschillende partijen met 1 partijadviseur in gevallen waarin verhouding is verstoord Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 15-06-2021 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2021:1701
Bedrijfsopvolgingsvrijstelling niet van toepassing op overdracht van losse onroerende zaken aan BV van kinderen Instantie Hoge Raad Datum 11-06-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:906
Betaalde schenkbelasting behoort niet tot de verkrijgingsprijs van het aanmerkelijk belang Instantie Hoge Raad Datum 11-06-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:883
Hoge Raad oordeelt dat voorvoegingshoudsterverlies van moeder verrekenbaar is met winst van nieuwe gevoegde dochter Instantie Hoge Raad Datum 11-06-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:884
Geen duidelijke aanwijzing tot witwassen; notaris mocht dienst niet weigeren maar moet middelen nader onderzoeken Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 10-06-2021 Nummer ECLI:NL:RBROT:2021:5842
Ideële stichting was geen ondernemer in de zin van art. 7 Wet OB Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 10-06-2021 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2021:2259
Leveringsakte bood mogelijkheid dat koper geannexeerde grond kon opeisen Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 09-06-2021 Nummer ECLI:NL:RBROT:2021:5406
Nietig testament tijdens leven wegens gebrek aan verweer Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 09-06-2021 Nummer ECLI:NL:RBROT:2021:5172
Vernietiging van emissiebesluit vanwege niet nakomen aandeelhoudersgelijkheid Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 09-06-2021 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2021:2398
Erfgenaam hoeft geen gebruiksvergoeding te betalen voor gebruik door erflater nu gebruik al is beëindigd Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 08-06-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:5618
Schulden voortvloeiend uit bestuursrechtelijke lasten kunnen worden beschouwd als boedelschulden Instantie Hoge Raad Datum 04-06-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:833
Eisen voor toepassing schuldsaneringsregeling natuurlijke personen zijn cumulatief Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 03-06-2021 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2021:1649
Bekendmaking identiteit zaaddonor ten onrechte geweigerd Instantie Rechtbank Den Haag Datum 02-06-2021 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2021:5461
Notaris handelt niet onzorgvuldig bij verkoop door hypotheekhouder Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 02-06-2021 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2021:4298
Onvoldoende onderzoek door notaris bij in- en uitschrijving van bestuurder van stichting Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 01-06-2021 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2021:1607
Verhuurovereenkomst moest zo worden uitgelegd dat partijen appartementen verhuurden voor short-stay Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 31-05-2021 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2021:11096
Beroep op wilsvertrouwensleer kan ook ten dele worden toegerekend Instantie Hoge Raad Datum 28-05-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:783
Mantelzorgwoning terecht aangemerkt als afzonderlijke onroerende zaak in de zin van art. 16 Wet WOZ Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 28-05-2021 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2021:1578
Grootmoeder kon in haar testament geen nieuwe voogd voor kleinkind aanwijzen Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 26-05-2021 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2021:1972
Exoneratieclausule ten behoeve van de notaris is niet in strijd met art. 19 WNA Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 25-05-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:5022
Gevolmachtigde levenstestament niet bevoegd om klacht in te dienen tegen accountant bij tuchtrechter Instantie Accountantskamer Datum 21-05-2021 Nummer ECLI:NL:TACAKN:2021:35
Ordner valt onder verschoningsrecht advocaat Instantie Hoge Raad Datum 21-05-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:751
Verzoek van vrouw tot gerechtelijke vaststelling ouderschap van overleden man van hun nog ongeboren kind toegewezen Instantie Rechtbank Gelderland Datum 20-05-2021 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2021:2631
Conversie verplichting in huwelijkse voorwaarden Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 19-05-2021 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2021:2492
De informatieplicht van art. 1:83 BW omvat niet alleen de goederen en schulden van de gemeenschap, maar ook de privégoederen en schulden Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 19-05-2021 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2021:946
Door uitleg leveringsakte is anti-speculatiebeding sociale koopwoning niet van toepassing Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 18-05-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:4711
Geen verbeuring van rechtswege van verzwegen buitenlands vermogen vanwege bijzondere familierechtelijke situatie Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 18-05-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:4884
Valse opgave van btw-nummer in notariële akte Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum 18-05-2021 Nummer ECLI:NL:PHR:2021:482
Notaris mag nalatenschap vereffenen zonder instemming van onbekende erfgenamen Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 17-05-2021 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2021:5585
Spaanse erfenis valt niet in huwelijksgemeenschap Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 12-05-2021 Nummer ECLI:NL:RBROT:2021:6754
Toezichthouder vrijgesproken van witwassen ondanks geschonden zorgplicht Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 12-05-2021 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2021:1218
Vordering meerinbreng samenwoners zonder samenlevingscontract was verjaard Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 11-05-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:4553
Aangaan huwelijkse voorwaarden inhoudende beperkte gemeenschap van bankrekening leidt niet tot schenking Instantie Hoge Raad Datum 07-05-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:708
Vernietiging schenking wegens wederzijdse dwaling leidt tot vermindering van schenkbelasting, tenzij de dwaling is voorgewend Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 06-05-2021 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2021:1363
Erfgenamen hadden geen recht op afschrift of uittreksel van herroepen testament Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 04-05-2021 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2021:1357
Hof komt niet toe aan oordeel of som ineens bij partneralimentatie passend of geboden is Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 04-05-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:4339
Toestemmingsvereiste art. 1:88 BW en buitenlandse wederpartij Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 04-05-2021 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2021:1356
Klacht tegen notaris over totstandkoming partnerschapsvoorwaarden Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 03-05-2021 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2021:13
Onder de boedel van art. 295 lid 1 FW vallen tevens erfrechtelijke aanspraken Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 30-04-2021 Nummer ECLI:NL:RBROT:2021:6727
Statutenwijziging door Rechtbank omdat Raad van Toezicht geen leden meer heeft Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 28-04-2021 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2021:3708
Constructie met tussenschuiven stichting om aftrekrecht omzetbelasting te creëren vormt geen misbruik van recht Instantie Hoge Raad Datum 23-04-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:663
Derdenbeslag onder VOF behelst ook privé-opnames vennoot Instantie Hoge Raad Datum 23-04-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:640
Legaten niet afgegeven: beroep op verstrijken verjaringstermijn niet in strijd met redelijkheid en billijkheid Instantie Hoge Raad Datum 23-04-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:649
Kosten benoemingsprocedure vereffenaar komen ten laste van nalatenschap Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 22-04-2021 Nummer ECLI:NL:RBROT:2021:3534
Toepassing fusievrijstelling overdrachtsbelasting bij structurele kostenbesparing Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 22-04-2021 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2021:2143
Kabel zes meter onder grond opstalhouder levert geen schending exclusief gebruiksrecht op Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 21-04-2021 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2021:1816
Vereffenaar benoemd op grond van art. 33 Europese Erfrechtverordening Instantie Rechtbank Limburg Datum 21-04-2021 Nummer C/03/284559 / HA RK 20-232
Berisping notaris door maken fouten bij executieveiling Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 20-04-2021 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2021:1062
Als levering niet leidt tot eigendomsoverdracht mag notaris niet tot uitbetaling aan verkoper overgaan / Centavos Instantie Hoge Raad Datum 16-04-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:588
Cessie is geldig op grond van art. 3:88 lid 1 BW omdat eiseres te goeder trouw was Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 14-04-2021 Nummer ECLI:NL:RBROT:2021:3879
Ontbinding koopovereenkomst per e-mail volstaat als schriftelijke mededeling aan de notaris Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 14-04-2021 Nummer ECLI:NL:RBROT:2021:3429
Vervanging onzijdig persoon niet in leveringsakte benoemd Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 14-04-2021 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2021:1838
Geen rechtsplicht voor dochter om vader te informeren over overlijden moeder Instantie Rechtbank Overijssel Datum 13-04-2021 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2021:2948
Notaris schendt notariële kernwaarden door stamrecht BV te ontbinden op basis van enkele mededeling enig aandeelhouder dat de stamrechten waren uitgekeerd Instantie Kamer voor het notariaat Den Bosch Datum 12-04-2021 Nummer ECLI:NL:TNORSHE:2021:7
Naar derdengeldrekening advocaat overgeboekt banksaldo van cliënt valt onder verschoningsrecht advocaat Instantie Hoge Raad Datum 09-04-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:532
Rangwisseling art. 3:262 BW analoog van toepassing op pandrechten Instantie Hoge Raad Datum 09-04-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:524
Verkrijging juridisch eigendom van art. 4 WBR-aandelen is belastbaar feit voor overdrachtsbelasting bij verkrijging door (beheerder van) Sondervermögen Instantie Hoge Raad Datum 09-04-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:504
Machtiging tot verwerping nalatenschap aan persoon die achteraf geen wettelijk vertegenwoordiger blijkt te zijn Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 07-04-2021 Nummer ECLI:NL:RBROT:2021:3028
Ontruimingsvordering afgewezen omdat huurovereenkomst aannemelijk is Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 07-04-2021 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2021:1337
Vaccineren tegen COVID-19 is hoogstpersoonlijke handeling Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 07-04-2021 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2021:1350
Voor verkoop van 51% van de aandelen was geen goedkeuring van algemene vergadering vereist Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 07-04-2021 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2021:1018
Horecaverbod in splitsingsakte is duidelijk, dus geen andere uitleg of bedoeling Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 06-04-2021 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2021:1004
Ook gebruiksovereenkomst is nietig wegens strijd met vormvoorschrift notariële akte (art. 1:115 BW) Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 06-04-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:3218
Beheerregeling vanwege weigerachtige erfgenaam Instantie Rechtbank Gelderland Datum 01-04-2021 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2021:1688
Bekrachtiging weigering toelating WSNP op grond van art. 288 lid 1 sub b FW Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 01-04-2021 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2021:981
Informatieplicht negatieve hypotheekverklaring overschreden Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 31-03-2021 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2021:3288
Grafrecht is door erfgename niet tijdig op haar naam gezet Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 30-03-2021 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2021:1132
Beroep in cassatie ongegrond. Richtlijnen WOZ niet absoluut Instantie Hoge Raad Datum 26-03-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:432
Gevolmachtigde vervreemdt ? 200.000 van rekeningen volmachtgever Instantie Rechtbank Limburg Datum 26-03-2021 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2021:2690
Machtiging voor het aangaan van krediet op grond van art. 42a Fw Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 26-03-2021 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2021:1100
Vermogen in Stiftung wordt toegerekend aan de erfgenamen van de inbrenger Instantie Hoge Raad Datum 26-03-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:367
Anonimiteit donor - die geen partij was in procedure - maakt belangenafweging onmogelijk Instantie Rechtbank Gelderland Datum 24-03-2021 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2021:1388
Koopovereenkomst met als doel het voorkomen dat de Staat verhaal zou halen nietig Instantie Rechtbank Overijssel Datum 24-03-2021 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2021:1448
Zorgplicht van goed opdrachtnemer geschonden doordat benodigde deskundigheid ontbrak Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 24-03-2021 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2021:1083
Bij een nader te noemen meester heeft notaris geen zelfstandige onderzoeksplicht naar meesterschap Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 23-03-2021 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2021:869
Onder de boedel van art. 295 lid 1 FW vallen tevens buiten Nederland gelegen (onroerende) zaken Instantie Rechtbank Den Haag Datum 23-03-2021 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2021:2779
Bij beoordeling of sprake is van exploitatie van vastgoed moet worden gekeken naar feitelijke werkzaamheden die vennootschap zelf verricht Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 22-03-2021 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2021:2230
Op basis van een feitelijke werkzaamhedentoets oordeelt de Rechtbank dat aan de doeleis van art. 4 WBR is voldaan Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 22-03-2021 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2021:2230
Schuldsaneringsregeling afgewezen als gevolg van het vijf jaar niet te goeder trouw ten aanzien van ontstaan en onbetaald laten van schulden Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 22-03-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:2701
Herbenoeming waarnemer (art. 29 WNA) na 1 jaar met vaststelling van honorarium Instantie Hoge Raad Datum 19-03-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:423
Terugverkrijging economisch eigendom leidt niet tot vermindering maatstaf van heffing overdrachtsbelasting Instantie Hoge Raad Datum 19-03-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:408
Rechtbank oordeelt dat woning deels tot het huwelijksvermogen en deels tot privévermogen behoort Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 17-03-2021 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2021:2177
Niet op laatste wil gebaseerde uitkeringen aan neven en nicht zijn niet aftrekbaar van de nalatenschap Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 16-03-2021 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2021:2554
Omvangrijke Zwitserse belastingschuld bleek onverwachte schuld in de zin van art. 4:194a BW Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 16-03-2021 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2021:429
Vormerkung; opheffing van daarna gelegd beslag tot levering Instantie Rechtbank Gelderland Datum 16-03-2021 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2021:1240
Zorgplicht notaris niet geschonden Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 16-03-2021 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2021:754
Art. 15 AVG is geen absoluut recht op inzage in of kopieën van alle stukken waarin persoonsgegevens van een betrokkene voorkomen Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 10-03-2021 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2021:1355
Gezinsvervangend tehuis kwalificeert niet als woning omdat de aard van het pand niet is gewijzigd door verbouwing Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 10-03-2021 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2021:1074
In samenlevingsovereenkomst opgenomen beleggingsleer Instantie Rechtbank Den Haag Datum 10-03-2021 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2021:2390
Bijstandsgerechtigde was verplicht om te procederen tegen bewindvoerder van het testament Instantie Centrale Raad van Beroep Datum 09-03-2021 Nummer ECLI:NL:CRVB:2021:505
Minderjarige is niet bevoegd om herstel van beëindigd ouderlijk gezag te verzoeken Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 09-03-2021 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2021:697
Testamentaire bepaling was in strijd met gesloten stelsel van uiterste wilsbeschikkingen Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 09-03-2021 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2021:696
Uittredingsverbod voor eigenaars in strijd met art. 2:60 BW Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 09-03-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:2308
Rechter kan bepalen dat geen schone lei wordt gegeven indien achteraf blijkt dat schuldsaneringsregeling kon worden beëindigd op grond van art. 350 lid 3 onder e Fw Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 08-03-2021 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2021:385
Een faillissement als bedoeld in art. 350 lid 5 Fw treedt niet van rechtswege in Instantie Hoge Raad Datum 05-03-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:351
Beïnvloedt de schenkbelasting de verkrijgingsprijs van geschonken aandelen? Instantie Rechtbank Gelderland Datum 02-03-2021 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2021:990
Levering registergoed op grond van vòòr faillissementsaanvraag gesloten koopovereenkomst paulianeus Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 02-03-2021 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2021:354
Door te weigeren beslag op te heffen werd misbruik van recht gepleegd Instantie Rechtbank Limburg Datum 26-02-2021 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2021:1721
Kantonrechter Den Haag bevoegd ondanks dat minderjarige in buiteland woont Instantie Rechtbank Den Haag Datum 25-02-2021 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2021:1639
Kantonrechter Den Haag verleent machtiging verwerpen nalatenschap ondanks dat minderjarigen in buitenland wonen Instantie Rechtbank Den Haag Datum 25-02-2021 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2021:1807
Uitspraak op bezwaar tegen aanslag schenkbelasting aangemerkt als non-existent Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 25-02-2021 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2021:592
Bezwaarde verplicht tot jaarlijkse opgave van het saldo van haar eigen vermogen Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 24-02-2021 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2021:1185
Gift wordt niet in mindering gebracht op legaat ter grootte van legitieme Instantie Rechtbank Gelderland Datum 24-02-2021 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2021:916
Koper diende bewijs te leveren bij de door hem gestelde zwarthandel Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 24-02-2021 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2021:545
Faillissementswet biedt geen ruimte om tussen meerdere vennootschappen samengesteld akkoord ter homologatie aan te bieden Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 19-02-2021 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2021:1398
Uitleg van verrekenbeding in huwelijksvoorwaarden leidt tot fictieve erfrechtelijke verkrijging bij kinderen Instantie Hoge Raad Datum 19-02-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:263
Verzoek om gezamenlijke taxatie rechtvaardigt niet het doen van een nihilaangifte overdrachtsbelasting Instantie Hoge Raad Datum 19-02-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:256
Ontbinding rechtspersoon wegens mogelijk misbruik identiteit van een ander Instantie Rechtbank Den Haag Datum 18-02-2021 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2021:1678
Afspraak over verrekening van overbedelingsschuld met kinderbijdrage is in strijd met wettelijke maatstaven Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 17-02-2021 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2021:1417
Door 'vergeten testament' is geregistreerd partner geen erfgenaam Instantie Rechtbank Den Haag Datum 17-02-2021 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2021:1204
Erfgenamen bezwaarde niet aansprakelijk voor legitieme Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 16-02-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:1673
2%-tarief van toepassing bij verkrijging van perceel grond met fundering van gesloopte woning Instantie Rechtbank Den Haag Datum 11-02-2021 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2021:1325
Niet nagekomen periodiek verrekenbeding en inbreng eenmanszaak in BV Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 11-02-2021 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2021:400
Ernstige normschending voor notaris en kandidaat-notaris die onvoldoende cliëntenonderzoek hebben verricht en dit gebrekkig hebben vastgelegd Instantie Kamer voor het notariaat Amsterdam Datum 09-02-2021 Nummer ECLI:NL:TNORAMS:2021:4
Klacht BFT over ontoelaatbaarheid samenwerkingsverband notarissen en belastingadviseurs niet-ontvankelijk Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 09-02-2021 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2021:279
Splitsingsakte niet wijzigen via art. 45 Wna met een proces-verbaal van verbetering Instantie Kamer voor het notariaat Amsterdam Datum 09-02-2021 Nummer ECLI:NL:TNORAMS:2021:4
Schone lei schuldsaneringsregeling kon niet worden tegengeworpen aan schuldeiser uit Curaçao Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 05-02-2021 Nummer ECLI:NL:RBROT:2021:1621
Woningverlater-niet-eigenaar kan ook na einde partnerschap 50% van de rente aftrekken op grond van echtscheidingsregeling Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 04-02-2021 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2021:347
Bij onvoorwaardelijke levering geen toepassing art. 19 WBR en naheffing overdrachtsbelasting ter zake van teruglevering bedrijfspand Instantie Rechtbank Den Haag Datum 03-02-2021 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2021:2686
Bij onvoorwaardelijke levering leidt obligatoire ontbindende voorwaarde niet tot teruggaaf overdrachtsbelasting Instantie Rechtbank Den Haag Datum 03-02-2021 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2021:2685
Door uitsluitingsclausule viel de gehele woning buiten de huwelijksgemeenschap Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 03-02-2021 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2021:493
Ontbinding van rechtspersoon wegens identiteitsfraude Instantie Rechtbank Limburg Datum 03-02-2021 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2021:1901
Overdracht extra aandeel na 100% inbeslagname kon niet worden tegengeworpen aan beslaglegger Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 03-02-2021 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2021:1110
Toepassing evenredigheidsbeginsel verhindert berekening van belastingrente Instantie Rechtbank Gelderland Datum 03-02-2021 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2021:497
Woning van binnenlands belastingplichtige uitgezonden ambtenaar geen hoofdverblijf Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 03-02-2021 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2021:249
Bij einde huwelijk alsnog verrekenen ondanks vervalbeding Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 02-02-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:1008
Notaris voldeed niet aan zijn informatieplicht ten opzichte van de koper bij het passeren van 41 leveringsaktes Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 02-02-2021 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2021:260
Toename schulden regulier voordeel als schulden nooit afbetaald worden Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 02-02-2021 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2021:273
HR oordeelt dat sale-and-leasebacktransactie leidt tot levering van een goed in de zin van de omzetbelasting, geen art. 37d Wet OB Instantie Hoge Raad Datum 29-01-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:154
Terughoudendheid rechter bij beoordeling beperkende werking redelijkheid en billijkheid Instantie Hoge Raad Datum 29-01-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:153
Vooruitbetaalde rente met betrekking tot periode ná overlijden in hetzelfde kalenderjaar is aftrekbaar als eigenwoningrente Instantie Hoge Raad Datum 29-01-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:126
Vraag of art. 3:194 lid 2 BW van rechtswege werkt Instantie Hoge Raad Datum 29-01-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:147
Notaris moet bij aanvang werkzaamheden duidelijkheid scheppen over rol en hierbij passende werkzaamheden Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 26-01-2021 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2021:6
Notaris onderkent rol als partijadviseur onvoldoende Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 26-01-2021 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2021:6
Van aandelenfusie geen sprake indien doel is uitstel van inkomstenbelasting bij beoogde verkoop Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 26-01-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:763
Ongeldige rechtskeuze Engels recht Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 22-01-2021 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2021:138
Rekening-courantschuld bij eigen vennootschap en finaal verrekenbeding Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 22-01-2021 Nummer ECLI:NL:RBROT:2021:3422
ANBI-status van stichting vervalt door afsplitsing van de operationele activiteiten naar eigen BV's Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 20-01-2021 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2021:270
Opeisbaarheidsregeling in testament was niet in strijd met gesloten stelsel Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 20-01-2021 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2021:549
Met kwantumkorting bepaalde koopprijs vormt niet de heffingsmaatstaf voor de overdrachtsbelasting Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 19-01-2021 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2021:483
Notaris passeerde leveringsakte onterecht niet omdat tolk NGT niet was beëdigd Instantie College voor de Rechten van de Mens Datum 19-01-2021 Nummer 2021-2
Nietige overeenkomst vanwege strijd met art. 4:4 lid 1 BW Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 13-01-2021 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2021:768
Herinvesteringsvoornemen aanwezig door vermelding intentie boekwinst in directiebesluit aan dochter Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 12-01-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:235
Herinvesteringsvoornemen niet aanwezig door wijziging functie vennootschap die boekwinst behaalde Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 12-01-2021 Nummer ECLI:NL:GHARL:2021:234
Schadevergoeding voor legitimaris vanwege onverklaarbare onttrekkingen Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 12-01-2021 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2021:47
Kind heeft geen recht op afschrift levenstestament Instantie Kamer voor het notariaat Den Bosch Datum 11-01-2021 Nummer ECLI:NL:TNORSHE:2021:1
Buitenlandse rechter oordeelt dat alimentatie tot nihil zal worden gesteld indien de schuldsaneringsregeling van toepassing wordt verklaard Instantie Hoge Raad Datum 08-01-2021 Nummer ECLI:NL:HR:2021:35
Als alimentatie verstrekt woongenot van niet-voormalige echtelijke woning door beperkt gerechtigde Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 31-12-2020 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2020:4123
Tegenover de woning gelegen percelen weiland zijn geen aanhorigheden van de woning Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 31-12-2020 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2020:4057
Weigeren ministerie bij onverplichte handelingen in zicht van faillissement Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 24-12-2020 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2020:42
Voor vaststelling omvang legaten moet executeur aan legatarissen informatie verschaffen Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 23-12-2020 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2020:11004
Buitenlandse nalatenschap kan wegens redelijkheid en billijkheid buiten algehele gemeenschap vallen Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 22-12-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:10743
Ontbonden vennootschappen blijven bestaan tot voltooiing cessie Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 22-12-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:10687
Dochter mag na overlijden vader de huurovereenkomst van vader voortzetten Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 18-12-2020 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2020:6370
Man kon zijn vergoedingsrecht slechts gedeeltelijk te gelde maken Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 18-12-2020 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2020:5906
Notaris had terechte twijfel over juiste toepassing van in statuten opgenomen blokkeringsregeling Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 18-12-2020 Nummer ECLI:NL:RBROT:2020:12563
Rechtbank wijkt af van de hoofdregel van gelijke verdeling Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 18-12-2020 Nummer ECLI:NL:RBROT:2020:12489
Koper mocht op grond van mondelinge overeenkomst redelijkerwijs aannemen dat hij gehele parkeerterrein had gekocht Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 15-12-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:3480
Hof geeft blijk van onjuiste rechtsopvatting doordat verrekeningsverweer gepasseerd is op voet van art. 6:136 BW Instantie Hoge Raad Datum 11-12-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:2005
Lichthinder en non-conformiteit Instantie Hoge Raad Datum 11-12-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:2003
Vernietiging wijziging huwelijkse voorwaarden op grond van artikel 42 Faillissementswet Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 09-12-2020 Nummer ECLI:NL:RBROT:2020:13001
Geen andere peildatum voor waardering woning bij verdeling ruim dertig jaar na ontbinding Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 08-12-2020 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2020:2720
Periodieke uitbetaling erfenis moet niet gelijk worden gesteld met inkomen Instantie Centrale Raad van Beroep Datum 08-12-2020 Nummer ECLI:NL:CRVB:2020:3230
Weigering medewerking aan rabbinale echtscheiding is onrechtmatige daad Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 08-12-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:3388
Verklaring van erfrecht/executele was volgens Kifid niet noodzakelijk voor het uitkeren van banksaldo aan erfgenaam Instantie Geschillencommissie Financiële Dienstverlening Datum 07-12-2020 Nummer 2020-997
Executeur was bevoegd tot afgifte legaat ondanks overlegatering Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 04-12-2020 Nummer ECLI:NL:RBROT:2020:11129
Notaris had bij gevolmachtigde moeten aangeven dat al een levenstestament aanwezig was Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 02-12-2020 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2020:41
Juridische afsplitsing leidt in casu niet tot aanbiedingsplicht, latere aandelenoverdracht wél Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 01-12-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:3311
Nietig vergoedingsbeding in samenlevingsovereenkomst is notaris niet te verwijten Instantie Kamer voor het notariaat Den Bosch Datum 30-11-2020 Nummer ECLI:NL:TNORSHE:2020:27
Nederlandse btw-regeling over herziening in één keer is conform BTW-richtlijn Instantie Hoge Raad Datum 27-11-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:1884
Vordering tot schadevergoeding vanwege niet-ingeschreven huwelijkse voorwaarden is verjaard Instantie Hoge Raad Datum 27-11-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:1887
Toerekeningsstop voor APV van toepassing bij heffing van 10 procent op Curaçao Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 26-11-2020 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2020:5908
Adviseur had nagelaten om cliënt te bevragen over in het verleden gedane schenkingen Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 25-11-2020 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2020:9737
Notaris mocht inzage testament door curator weigeren, omdat curator geen redenen heeft aangevoerd Instantie Kamer voor het notariaat Den Haag Datum 25-11-2020 Nummer ECLI:NL:TNORDHA:2020:26
Rentabiliteitsmethode en discounted cash flow methode kunnen worden gebruikt om waarde van onderneming inclusief goodwill te bepalen Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 25-11-2020 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2020:2257
Geen ernstig tekortschieten verplichtingen vruchtgebruiker door interen op vruchtgebruikvermogen Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 24-11-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:3364
Appartementencomplex kwalificeert niet als verzorgingsinstelling Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 24-11-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:9909
Geen omkering bewijslast bij toepassing verlengde navorderingstermijn op buitenlands vermogen Instantie Hoge Raad Datum 20-11-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:1810
In elkaar getande woningen zijn niet aan te merken als één eigen woning Instantie Hoge Raad Datum 20-11-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:1819
Verkapte uitdeling bij verkoop pand tegen te hoge prijs door aandeelhouders aan BV Instantie Hoge Raad Datum 20-11-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:1817
Art. 1:95a BW niet van toepassing op huwelijksgemeenschap van vòòr 2018 Instantie Rechtbank Den Haag Datum 19-11-2020 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2020:12839
Onvoldoende onderzoek bij aandelentransacties en oprichting Stichting-BV-structuren Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 18-11-2020 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2020:31
Notaris-executeur schendt informatie- en onderzoeksplicht Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 17-11-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:3151
Aan de aanwijzing van een noodweg kunnen voorwaarden worden verbonden Instantie Hoge Raad Datum 13-11-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:1783
De fysieke verbondenheid van een zaak met een hoofdzaak is grond voor bestanddeelvorming ex art. 3:4 lid 2 BW Instantie Hoge Raad Datum 13-11-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:1786
Tenzij sprake van misbruik van bevoegdheid door curator verliest pand- of hypotheekhouder zijn positie als separatist indien rechtsuitoefening niet plaatsvindt binnen redelijke termijn Instantie Hoge Raad Datum 13-11-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:1787
Aansprakelijkheid bestuurder op grond van art. 6:162 BW vanwege misleidende handelspraktijk door bestuurder Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 11-11-2020 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2020:9476
Bevoegdheid Nederlandse rechter bij verwerping namens in VS woonachtige minderjarige erfgenamen Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 11-11-2020 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2020:2116
Erfgenaam had geen recht op afschrift van herroepen testamenten Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 11-11-2020 Nummer ECLI:NL:RBROT:2020:10360
Bedoelingen van partijen spelen geen rol bij de kwalificatie van een arbeidsovereenkomst Instantie Hoge Raad Datum 06-11-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:1746
Benadelende handelingen meerderheidsaandeelhouder kunnen prijs van aandelen bij uitkoopvordering beïnvloeden Instantie Hoge Raad Datum 06-11-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:1745
Kamerverhuurvrijstelling niet van toepassing ingeval BRP-registratie huurder ontbreekt Instantie Hoge Raad Datum 06-11-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:1741
Legalisatie handtekening door notaris of gemeenteambtenaar? Instantie Kamer voor het notariaat Amsterdam Datum 05-11-2020 Nummer ECLI:NL:TNORAMS:2020:4
Afwijking van draagplicht bij helfte Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 03-11-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:3039
Ambtshalve benoeming voogd door rechter wegens niet tijdige aanvaarding voogdij door beoogde voogden Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 03-11-2020 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2020:3756
Geen plaats voor heropening vereffening omdat onterecht tot turboliquidatie is overgegaan en BV is blijven bestaan Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 03-11-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:3004
Limiteringsregels oude recht van toepassing op alimentatieverzoek van voor 2020 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 03-11-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:9045
Niet uitoefenen stemrecht op basis van aandeelhoudersovereenkomst is geen inbreuk op art. 2:190 BW Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 03-11-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:2948
Ook niet-leden VvE chaletpark hebben een zelfstandige verplichting om parkbijdrage te betalen Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 03-11-2020 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2020:3421
Overeengekomen steminstructie was geldig nu het ging om een tijdelijke beperking van het stemrecht Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 03-11-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:2948
Perceel grasland kwalificeert niet als aanhorigheid bij woning Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 03-11-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:9068
Vrijstelling verkrijging krachtens herstel (art. 15.1.r WBR) niet van toepassing op recht van wederinkoop Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 03-11-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:9062
Handelsrente alleen verschuldigd over primaire betalingsverplichting uit handelsovereenkomst Instantie Hoge Raad Datum 30-10-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:1710
Ex-echtgenoten moeten uitbetaling ouderdomspensioen zelf regelen wanneer niet binnen 2 jaar na echtscheiding is verevend Instantie Rechtbank Limburg Datum 28-10-2020 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2020:8414
Besluit van VvE inhoudende toekenning exclusief gebruiksrecht van gemeenschappelijke ruimte nietig wegens strijd met art. 5:139 BW Instantie Rechtbank Overijssel Datum 27-10-2020 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2020:3613
Opvolgend verhuurder was gebonden aan de afspraak tussen eerdere verhuurder en huurder Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 27-10-2020 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2020:2159
Vordering legitieme portie pas opeisbaar na overlijden erfgenaam Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 27-10-2020 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2020:3324
CV is niet belastingplichtig omdat geen samenwerking met de geldschieter plaatsvond Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 26-10-2020 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2020:9185
Levensverzekeringsuitkering is quasi-legaat en vermindering is niet onredelijk Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 26-10-2020 Nummer ECLI:NL:RBROT:2020:9650
Door terbeschikkingstelling van de woning aan dochter geen sprake meer van een eigen woning Instantie Hoge Raad Datum 23-10-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:1667
Gebreken in hypotheekakte waren geen schrijffouten en konden niet door notaris worden hersteld Instantie Rechtbank Gelderland Datum 23-10-2020 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2020:6552
Plicht om overlijden vader binnen twaalf uur te melden aan familielid Instantie Rechtbank Overijssel Datum 23-10-2020 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2020:3513
Rechtbank zet uiteen hoe een erfpachtrecht voor de heffing van erfbelasting moet worden gewaardeerd Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 22-10-2020 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2020:8341
Executeur moet aan legitimaris mogelijkheid verschaffen om verscheidene stukken te controleren Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 21-10-2020 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2020:5421
Niet opeisbaar aandeel in nalatenschap komt voor verdeling in aanmerking Instantie Rechtbank Gelderland Datum 21-10-2020 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2020:5556
Goedkeuring verzoeken Belastingdienst vanwege geruisloze inbreng behoort niet tot taak notaris Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 20-10-2020 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2020:40
Schriftelijkheidsvereiste was niet van toepassing bij verkoop woning door particulier aan vastgoedhandelaar Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 20-10-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:2757
Uitleg testament door Kantonrechter (art. 96 Rv) Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 19-10-2020 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2020:8355
Vereffenaar benoemd vanwege langstlevende die niet aan vaststelling vorderingen meewerkt Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 19-10-2020 Nummer ECLI:NL:RBROT:2020:9321
Hof heeft verdeling stelplicht en bewijslast art. 1:141 lid 3 BW onvoldoende gemotiveerd Instantie Hoge Raad Datum 16-10-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:1631
Tijdelijke verhuur van appartementen voor zes maanden is geen verhuur voor kort verblijf Instantie Rechtbank Gelderland Datum 15-10-2020 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2020:5490
Geen gebruiksvergoeding voor niet afgegeven recht van gebruik en bewoning Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 14-10-2020 Nummer ECLI:NL:RBROT:2020:9333
Bestuurdersaansprakelijkheid door schending zorgplicht werkgever Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 13-10-2020 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2020:3156
Goederenrechtelijke levering niet van belang voor kwalificeren als inbrenger bij APV Instantie Rechtbank Gelderland Datum 12-10-2020 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2020:5410
Leeftijdsgrens van 40 jaar voor eenmalig verhoogde schenkingsvrijstelling leidt niet tot discriminatie Instantie Rechtbank Gelderland Datum 12-10-2020 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2020:5408
Notaris heeft onzorgvuldig gehandeld door de depotgelden uit te keren Instantie Kamer voor het notariaat Den Bosch Datum 12-10-2020 Nummer ECLI:NL:TNORSHE:2020:23
Door ontbinding koopovereenkomst kwam er ook eind aan huurovereenkomst omtrent dezelfde woning Instantie Rechtbank Gelderland Datum 09-10-2020 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2020:5549
Hof motiveert onvoldoende dat betalingen aan Liechtensteinse Stiftung in aanmerking moeten worden genomen bij berekening legitimaire massa Instantie Hoge Raad Datum 09-10-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:1589
Standstillbepaling van art. 64 VWEU van geen belang in geval van heffing van recht van schenking Instantie Hoge Raad Datum 09-10-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:1600
Finaal verrekenbeding omvatte geen vergoedingsrechten Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 08-10-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:8203
Verzwijgen van echtgenote bij aangaan borgtochtovereenkomst doet niet af aan werking art. 1:89 jo 1:88 BW Instantie Rechtbank Limburg Datum 07-10-2020 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2020:7564
Benadeling ex-echtgenote in verhaalsmogelijkheden ter zake vordering uit partneralimentatie Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 06-10-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:8033
Het saldo van de spaarrekening van het kind behoort niet tot de huwelijksgemeenschap van echtgenoten Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 06-10-2020 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2020:3080
Gemachtigde niet-ontvankelijk vanwege het ontbreken van een verklaring van erfrecht Instantie Hoge Raad Datum 02-10-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:1531
Levensexecuteur verzwijgt vermogen en verbeurt hiermee zijn aandeel in nalatenschap volmachtgever Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 02-10-2020 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2020:4216
Klooster is door verbouwing geen woning meer en bij de latere verbouwing overheerst het zorgaspect Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 01-10-2020 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2020:4761
Notaris had verzwaarde informatieplicht bij particuliere koper Instantie Kamer voor het notariaat Amsterdam Datum 01-10-2020 Nummer ECLI:NL:TNORAMS:2020:3
Vruchtgebruik op Franse woning van ouders valt in box 3 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 30-09-2020 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2020:1878
Geen aanspraak op levensverzekeringsuitkering: M heeft risico opzettelijk teweeggebracht door V te vermoorden Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 29-09-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:7809
Grosse van testament heeft executoriale kracht omdat legaat voldoende bepaalbaar was Instantie Rechtbank Overijssel Datum 29-09-2020 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2020:3386
Notaris handelt onzorgvuldig door niet te melden dat privéschuldeisers loonbeslag konden leggen op het inkomen van de andere echtgenoot Instantie Kamer voor het notariaat Den Bosch Datum 28-09-2020 Nummer ECLI:NL:TNORSHE:2020:20
Notaris maakt te snel gebruik van onzijdig persoon Instantie Kamer voor het notariaat Den Bosch Datum 28-09-2020 Nummer ECLI:NL:TNORSHE:2020:19
Geen bescherming voor verkrijger van erfdienstbaarheid door onvolkomenheden in kadastrale registratie Instantie Hoge Raad Datum 25-09-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:1527
Gewezen bestuurders hoofdelijk aansprakelijk voor belastingschulden die materieel ontstonden voor of tijdens periode van bestuur Instantie Hoge Raad Datum 25-09-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:1502
'Koop breekt geen huur' kan meebrengen dat verplichtingen van eigenaar/niet-verhuurder jegens huurder overgaan op verkrijger Instantie Hoge Raad Datum 25-09-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:1499
Geen contractuele aanspraak op alimentatie op grond van de samenlevingsovereenkomst Instantie Rechtbank Den Haag Datum 23-09-2020 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2020:13887
Door vermenging tenietgegane erfdienstbaarheden waren wederom gevestigd door akte van verdeling Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 22-09-2020 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2020:1685
Art. 58 PW ook van toepassing op terugvorderen bij legitimaris Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 21-09-2020 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2020:4469
Geen vermindering grondslag voor overdrachtsbelasting bij terugverkrijging economische eigendom van kantoorpand Instantie Hoge Raad Datum 18-09-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:1440
Opbrengsten uit tijdelijke verhuur van tuinhuis bij eigen woning belast Instantie Hoge Raad Datum 18-09-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:1448
Hotel met restaurant heeft aard als woning verloren Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 17-09-2020 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2020:2844
Kennis bestuurders geldt in casu niet als wetenschap rechtspersoon wegens omstandigheden van het geval Instantie Hoge Raad Datum 11-09-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:1413
Buren moeten geringe beperkingen van hun vrijheid op grond van fundamentele beginselen van goed nabuurschap toleren Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 08-09-2020 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2020:2760
Richtlijn proceskosten WOZ niet absoluut Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 08-09-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:7155
Belang levenstestament voor uitkeren kindsdelen Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 04-09-2020 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2020:6997
Door te schenken en terug te lenen is een schenking ter zake des doods gemaakt Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 04-09-2020 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2020:6882
Schenking gevolgd door terugleenconstructie was schenking ter zake des doods Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 04-09-2020 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2020:6882
Inzage in stukken door de legitimaris/niet-erfgenaam Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 01-09-2020 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2020:2329
Buitenlandse belastingplichtige met pensioeninkomen geen kwalificerende buitenlandse belastingplichtige Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 01-09-2020 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2020:4107
Waargenomen notaris in beginsel niet verantwoordelijk voor handelen waarnemend kandidaat-notaris Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 01-09-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:2320
In zelfstandig deel van ouderlijke woning wonende zoon behoort niet tot huishouding van ouders Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 28-08-2020 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2020:2948
Erfgenamen moesten verplicht alle benodigde informatie verstrekken voor het opstellen van de notariële boedelbeschrijving Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 26-08-2020 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2020:6845
Executeur heeft geen informatieplicht jegens legitimaris over periode voorafgaand aan overlijden Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 26-08-2020 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2020:3447
V had voor passeren leveringsakte moeten betwisten dat beslag niet op haar betrekking had Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 26-08-2020 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2020:6537
Vernietiging van bestuursbesluit tot dechargeverlening voormalig bestuurder stichting wegens strijd met redelijkheid en billijkheid Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 26-08-2020 Nummer ECLI:NL:RBROT:2020:7915
De werking van art. 63 Fw eindigt niet na overlijden van de echtgenoot van de gefailleerde Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 21-08-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:6929
Beroep op optierecht mogelijk door overgedragen zeggenschap Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 19-08-2020 Nummer ECLI:NL:RBROT:2020:7320
Besluit van VvE tot exclusief gebruik van gemeenschappelijk dakterras door één appartementseigenaar is nietig Instantie Rechtbank Gelderland Datum 19-08-2020 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2020:4219
Woonwagen is onroerende zaak en waarde hiervan wordt terecht betrokken in aanslag OZB aan grondeigenaar Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 19-08-2020 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2020:4307
Afgetrokken partneralimentatie terecht nagevorderd omdat deze bestemd bleek te zijn voor de kinderen Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 18-08-2020 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2020:1549
Huwelijkse voorwaarden van kracht door huwelijksvoltrekking 11 jaar later Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 18-08-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:2347
Bestanddeel overgedragen in akte van levering? Instantie Rechtbank Gelderland Datum 12-08-2020 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2020:7131
Huurder moet bij omzethuur in zijn bedrijfsvoering rekening houden met belang verhuurder bij omzet Instantie Rechtbank Limburg Datum 12-08-2020 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2020:5959
Ook bij onteigening was de in de overeenkomst opgenomen meerwaardeclausule van toepassing Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 11-08-2020 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2020:1577
Schending exclusief gebruiksrecht van eigenaar bij plaatsing windturbine op 60 meter hoogte Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 11-08-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:2252
Executeur geen rekening en verantwoording verschuldigd over periode voorafgaand aan overlijden Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 05-08-2020 Nummer ECLI:NL:RBROT:2020:6916
Erfgenaam als vereffenaar ernstig tekortgeschoten en aansprakelijk voor voldoening uitvaartkosten Instantie Rechtbank Den Haag Datum 04-08-2020 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2020:10223
Erfgenaam had geen belang bij het verzoeken om ontslag en schorsing van vereffenaar ex art. 4:206 lid 5 BW Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 04-08-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:6169
Aandeel in pand geen onderdeel nalatenschap vanwege voorafgaand faillissement andere echtgenoot Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 31-07-2020 Nummer ECLI:NL:RNNE:2020:2670
Ontslagbesluit bestuurslid stichting vernietigbaar wegens schending hoorplicht Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 29-07-2020 Nummer ECLI:NL:RBROT:2020:6844
Aandelen worden verkregen door een rechtspersoon en beroep op doorkijkarresten treft geen doel Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 27-07-2020 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2020:2730
Schadevergoedingsplicht wegens onterechte beslaglegging die verhinderde dat onroerende zaak op tijd kon worden geleverd Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 22-07-2020 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2020:4140
Erfgrens tussen percelen bepaald door objectieve uitleg van de leveringsakte Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 21-07-2020 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2020:2267
WOZ-waardeloket niet bindend voor heffingsambtenaar Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 21-07-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:5634
Zorgplicht bij borgtochtovereenkomst die op notariskantoor is ondertekend Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 21-07-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:5750
Meerwaardeclausule geldt ook wanneer iemand anders dan verkoper het beding niet honoreert Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum 17-07-2020 Nummer ECLI:NL:PHR:2020:701
Stuitingsverklaring jegens VOF ziet ook op samenlopende vorderingen jegens iedere vennoot afzonderlijk Instantie Hoge Raad Datum 17-07-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:1315
Verlengingsgrond gedurende het tijdvak waarin de rechtspersoon is opgehouden te bestaan na vereffening in faillissement Instantie Hoge Raad Datum 17-07-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:1310
Eis van bank om nieuwe hypotheekakte bij overstap voortdurend naar eeuwigdurend erfpachtrecht is niet onaanvaardbaar Instantie Geschillencommissie Financiële Dienstverlening Datum 16-07-2020 Nummer 2020-586
Door meerderjarigenbewind werd kindsdeel opeisbaar Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 15-07-2020 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2020:3543
Terechte weigering ministerie door notaris bij executie pandrecht op aandelen Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 15-07-2020 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2020:3557
Overdracht van aandeel in het vermogen van een beleggingsmaatschap is belast met overdrachtsbelasting Instantie Rechtbank Gelderland Datum 14-07-2020 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2020:3452
Rechtbank redt bestuur stichting door oordeel dat herbenoeming bestuurder stilzwijgend was Instantie Rechtbank Limburg Datum 13-07-2020 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2020:5091
Bewijslastverdeling bij schenking onder misbruik van omstandigheden Instantie Hoge Raad Datum 10-07-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:1240
Nietig besluit indien vereiste meerderheid niet is gehaald Instantie Hoge Raad Datum 10-07-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:1275
Postume rente ook meenemen bij vereffening nalatenschap Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 10-07-2020 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2020:2402
Zonder gerechtigdheid tot dividend geen verrekening dividendbelasting mogelijk Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 01-07-2020 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2020:1225
Aanvullende vergoeding voor extra inspanningen bewindvoerder vanwege uitzonderlijke omstandigheden Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 30-06-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:4943
Navordering erfbelasting over buitenlands vermogen mogelijk als termijn in 2012 nog niet was verstreken Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 30-06-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:4524
ANBI-status terecht ingetrokken omdat stichting niet binnen kaders van de anti-oppoteis is gebleven Instantie Hoge Raad Datum 26-06-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:1131
Commissielid is geen btw-ondernemer Instantie Hoge Raad Datum 26-06-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:1143
Rentepercentage 9% over eigenwoninglening in familierelatie is onzakelijk; de aanslag van iedere partner wordt zelfstandig vastgesteld Instantie Hoge Raad Datum 26-06-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:1111
Vrijgesteld ondernemingsvermogen blijft buiten beschouwing bij verrekening schenk- en erfbelasting Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 25-06-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:1675
Ondergrens bedrag op rekening met BEM-clausule waardoor ouder geld niet mag gebruiken Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 24-06-2020 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2020:6880
Wijziging statuten BV vereist geen rechterlijke toestemming ondanks statutaire bepaling Instantie Rechtbank Den Haag Datum 24-06-2020 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2020:7709
Bij trustkantoor in beginsel geen lichtere of andere eisen voor taakuitoefening bestuur Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 23-06-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:1790
Koper hoefde niet te twijfelen aan staat nieuw aangelegde parketvloer Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 23-06-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:1811
Schending van Wwft-verplichtingen kan via tuchtrecht worden gesanctioneerd Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 23-06-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:1550
Notaris moet meewerken aan het passeren van een fusieakte Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 22-06-2020 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2020:4189
Vordering tot schadevergoeding koper afgewezen Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 17-06-2020 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2020:2230
Hof ziet in bedrijfsoverdracht tegen agrarische waarde geen gift Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 16-06-2020 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2020:2297
Uitbreiding erfdienstbaarheid Instantie Hoge Raad Datum 12-06-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:1039
Door latere kwijtscheldingen onder uitsluitingsclausule wordt woning niet privévermogen Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 11-06-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:4503
Concrete becijfering maakt partijen risicobewust bij sluiten van overeenkomst Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 09-06-2020 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2020:1737
Ondernemingswinsten hadden ook moeten worden verrekend door ruime formulering inkomensbegrip huwelijkse voorwaarden Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 09-06-2020 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2020:1739
Stichtingsbestuur ontbrak; Rechtbank voorziet in de vervulling van de ledige plaatsen Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 04-06-2020 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2020:4260
Wijziging niet-verifieerbare vordering in verifieerbare vordering na datum faillissement in strijd met fixatiebeginsel Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 02-06-2020 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2020:977
Bij onderzoek naar individuele en buitensporige last box 3-heffing is gehele financiële situatie van belang Instantie Hoge Raad Datum 29-05-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:831
BOR ook van toepassing op waarde van aangekochte activa en passiva van BV die onderdeel uit zijn gaan maken van onderneming concern Instantie Hoge Raad Datum 29-05-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:867
StAK die heeft doorgecertificeerd heeft zelfstandige betekenis in relatie tussen certificaathouders Instantie Hoge Raad Datum 29-05-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:972
Vijfjaarstermijn van de BOR moet worden toegepast op iedere afzonderlijke - aan holding BV toegerekende - onderneming Instantie Hoge Raad Datum 29-05-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:990
Executeur moet bestuurder BV benoemen en beslist over gebruik woning Instantie Rechtbank Limburg Datum 28-05-2020 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2020:3840
Gelijke interne draagplicht geldlening tussen samenwoners en wanprestatie door niet-nagekomen afspraak over pensioen Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 26-05-2020 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2020:1643
Coronacrisis komt voor risico koper, beroep op overmacht en onvoorziene omstandigheden slaagt niet Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 20-05-2020 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2020:2647
Onbehoorlijk bestuur opvolgend bestuurder bij gebrek aan onderzoek voor rekening van oud bestuurder Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 20-05-2020 Nummer ECLI:NL:RBROT:2020:4674
Pensioen in eigen beheer en risico waardeontwikkeling na afstorting Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 20-05-2020 Nummer ECLI:NL:RBROT:2020:4678
Boete verschuldigd door tekortkoming vòòr opeisbaarheid op grond van art. 6:80 lid 1 onder c BW Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 19-05-2020 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2020:892
Notaris heeft zijn informatieplicht geschonden door volmachtgever op geen enkele wijze te informeren over de eigendomsoverdracht Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 19-05-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:1245
Onwaardige echtgenoot niet gerechtigd tot aandeel in huwelijksgemeenschap Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 19-05-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:3936
Verkopers mogen koopovereenkomst van woning ontbinden omdat kopers in verzuim zijn met stellen van bankgarantie of storten van waarborgsom Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 19-05-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:1391
Geen overdracht algemeenheid van goederen nu overdrager kantoorcomplex niet zelf duurzaam wilde exploiteren Instantie Hoge Raad Datum 15-05-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:863
Bewindvoerder mag afzien van inroepen legitieme portie gehandicapt kind Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 14-05-2020 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2020:1571
Uitsluitingsclausule gold tevens voor opvolgende verdeling Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 14-05-2020 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2020:1720
Verzoek voorschrijven maatregelen in belang van nalatenschap Instantie Rechtbank Den Haag Datum 13-05-2020 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2020:8113
Botsende rechten op levering: wie heeft het oudste recht? Instantie Rechtbank Overijssel Datum 12-05-2020 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2020:1780
Eén huurovereenkomst met meerdere huurders gezamenlijk maakt niet dat er geen sprake is van kamerverhuur Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 12-05-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:1357
Hof past regels versterferfrecht strikt toe bij op huwelijksreis overleden echtpaar Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 12-05-2020 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2020:891
Sanctie van art. 21 WvK overtreden beheerverbod volgens Hof niet op zijn plaats Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 12-05-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:3677
Verhuur van appartement aan studerende zoon en studievrienden valt niet onder bedrijfsmatige kamerverhuur Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 12-05-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:1365
Verknochtheid ontslagvergoeding afhankelijk van periode Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 12-05-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:3663
Redelijkheid en billijkheid geen invloed op vervalbeding huishoudkosten in huwelijkse voorwaarden Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 08-05-2020 Nummer ECLI:NL:RBROT:2020:4335
Beroep op onvoorziene omstandigheden door coronacrisis afgewezen door NCC Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 29-04-2020 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2020:2406
Certificaten van aandelen waarderen naar datum ontbinding huwelijksgemeenschap Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 29-04-2020 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2020:2386
Verzoek tot nietigverklaring testament vanwege wilsonbekwaamheid afgewezen omdat testateur nog leeft Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 29-04-2020 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2020:948
Ook Hof oordeelt dat notaris keuze tussen onderhandse en notariële akte moet bespreken Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 28-04-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:1163
Werkwijze van notaris valt niet onder geheimhoudingsplicht en had notaris moeten uitleggen Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 28-04-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:1164
Beslag om onderbedelingsvordering zeker te stellen niet opgeheven Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 24-04-2020 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2020:2375
Curator mag vereffening niet voortzetten indien de boedel toereikend is Instantie Hoge Raad Datum 24-04-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:801
Faillissement eindigt als geverifieerde schuldeisers kunnen worden voldaan Instantie Hoge Raad Datum 24-04-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:801
Rente op bij echtscheiding toebedeelde aflossingsvrije lening is niet volledig aftrekbaar Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 24-04-2020 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2020:3203
Woonark is geen onroerende zaak, zodat huurder geen recht heeft op huurtoeslag Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 23-04-2020 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2020:1639
Bestuurder heeft onvoldoende belang bij vernietiging bestuursbesluiten joint venture-vennootschap Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 21-04-2020 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2020:1369
Hoge Raad geeft uitgangspunten over euthanasie bij dementie Instantie Hoge Raad Datum 21-04-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:712
Ook BV moest zich houden aan afspraken van echtscheiding Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 21-04-2020 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2020:1372
Schriftelijke verklaring om levensbeëindiging was niet dubbelzinnig of onduidelijk Instantie Hoge Raad Datum 21-04-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:713
Stilzwijgende overeenkomst betreffende aanspraak op helft overwaarde woning en meewerkingsplicht bij verkoop huis na eind samenleving Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 21-04-2020 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2020:913
Verruimde schenkvrijstelling ten behoeve van eigen woning geldt niet voor kosten gemaakt vòòr schenkingsdatum, omdat niet wordt voldaan aan oogmerkvereiste Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 21-04-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:3250
Notaris handelt in strijd met art. 42 WNA door zelf de akte uit te leggen in een andere taal Instantie Kamer voor het notariaat Den Bosch Datum 20-04-2020 Nummer ECLI:NL:TNORSHE:2020:13
Notaris mocht op basis van geheimhoudingsplicht inzage in gespreksaantekeningen weigeren Instantie Kamer voor het notariaat Den Bosch Datum 20-04-2020 Nummer ECLI:NL:TNORSHE:2020:12
Geslaagd beroep dwaling bij onjuiste mededelingen die niet de kern van de overeenkomst betreffen Instantie Hoge Raad Datum 17-04-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:717
HR stelt prejudiciële vragen over de toepasselijkheid van 7:666 BW bij een pre-pack Instantie Hoge Raad Datum 17-04-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:753
Vereffenaar behoort niet tot de personen die op grond van art. 1:432 BW onderbewindstelling kunnen verzoeken Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 17-04-2020 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2020:1630
Van duurzaam gescheiden levende echtgenoot ontvangen bedragen belast als partneralimentatie Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 16-04-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:1420
Verbod op harde vloerbedekking in huishoudelijk reglement is geldig Instantie Rechtbank Gelderland Datum 15-04-2020 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2020:2541
Pluraliteit van schuldeisers ontstaat niet door verdeling vorderingsrecht erflater over meerdere erfgenamen Instantie Rechtbank Den Haag Datum 14-04-2020 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2020:3416
Geen geruisloze omzetting omdat belanghebbenden nog winst uit onderneming genieten via Canadese partnership Instantie Hoge Raad Datum 10-04-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:645
Bestuursverbod van vijf jaar opgelegd wegens niet nakomen verplichtingen uit art. 106 lid 1 sub c Fw Instantie Rechtbank Overijssel Datum 08-04-2020 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2020:1557
Plattelandswoning behoudt status indien de voormalige bedrijfswoning wordt betrokken bij ander nabijgelegen agrarisch bedrijf Instantie Raad van State Datum 08-04-2020 Nummer ECLI:NL:RVS:2020:1019
Toekennen lijfrente door BV kwalificeert als natuurlijke verbintenis Instantie Rechtbank Den Haag Datum 08-04-2020 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2020:3354
Hof oordeelt dat toelaatbaarheid monddoodclausule afhangt van omstandigheden concrete geval Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 07-04-2020 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2020:1212
Kandidaat-notaris mocht volmacht afgegeven door moeder van meerderjarig kind niet gebruiken voor levering Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 07-04-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:1079
Nabestaandenpensioen was niet uitdrukkelijk in huwelijkse voorwaarden uitgesloten Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 07-04-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:1033
Paulianeus gehandeld door gevestigd hypotheekrecht ten behoeve van voorzitter Raad van Toezicht Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 07-04-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:2828
Stortingen over en weer tussen aandeelhouder en BV worden aangemerkt als schuldig gebleven lijfrentepremies Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 07-04-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:1007
Betaalde schenkbelasting wegens schenking binnen 180 dagen voor overlijden komt in mindering op erfbelasting voor zover erfbelasting aan de fictieve verkrijging kan worden toegerekend Instantie Hoge Raad Datum 03-04-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:476
Gedragingen pandhouder geen aanleiding om stemrecht te ontnemen ex art. 2:342 BW Instantie Hoge Raad Datum 03-04-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:588
Open fonds voor gemene rekening met verhouding 98%/2% was per 1 januari 2017 belastingplichtig voor de Vpb Instantie Rechtbank Gelderland Datum 02-04-2020 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2020:2191
Totstandkoming van benoemings- en ontslagbesluiten Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 01-04-2020 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2020:1465
Is schenker na inkomensachteruitgang door echtscheiding nog gebonden aan renteverplichting wegens papieren schenking? Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 31-03-2020 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2020:1117
Tarief van 2% overdrachtsbelasting van toepassing op verkrijging kazerne Instantie Rechtbank Den Haag Datum 31-03-2020 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2020:3026
Testamentair bewindvoerder hoeft niet over te gaan tot uitkering uit onder bewind gesteld vermogen aan WSNP?bewindvoerder Instantie Rechtbank Overijssel Datum 31-03-2020 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2020:1367
Ongeldige overdracht pand vanwege beroep echtgenote? Instantie Gerecht in eerste aanleg van Curaçao Datum 30-03-2020 Nummer ECLI:NL:OGEAC:2020:84
Beoordelingsruimte voor rechter bij klemcriterium (art. 1:253c lid 2 sub a BW) Instantie Hoge Raad Datum 27-03-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:533
Betaling van huwelijkse schulden en huurlasten worden niet aangemerkt als (verkapte) partneralimentatie Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 27-03-2020 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2020:2103
Geen ambtshalve beperking tijdsduur alimentatie Instantie Hoge Raad Datum 27-03-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:535
Nederland was niet de fiscale woonplaats van erflater Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 27-03-2020 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2020:1083
Rechter kan niet ambtshalve wettelijke alimentatietermijn verkorten Instantie Hoge Raad Datum 27-03-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:535
Sanctie van niet-ontvankelijkheid van beroep tegen vonnis geldt niet als al aan veroordeling is voldaan Instantie Hoge Raad Datum 27-03-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:538
Teruglevering van een zelf aangebrachte onroerende zaak is niet vrijgesteld van overdrachtsbelasting Instantie Rechtbank Den Haag Datum 26-03-2020 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2020:4197
Nietigheid verrekeningen tijdens samenwonen vanwege strijd met goede zeden Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 25-03-2020 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2020:1357
Bedrag aan verhuurderheffing dat door heffingsvermindering niet is verschuldigd, is niet als last aftrekbaar van belastbare winst voor Vpb Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 24-03-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:2528
Geheimhoudingsbepaling in mediationovereenkomst geldt als niet onaanvaardbare bewijsovereenkomst Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 24-03-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:938
Stichting niet gehouden tot afleggen rekening en verantwoording gevoerd vermogensrechtelijk beleid Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 24-03-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:930
Kantonrechter benoemt beheerders en machtigt hen effectenportefeuille te verkopen Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 23-03-2020 Nummer ECLI:NL:RBROT:2020:2503
Belang gebruiker WOZ-beschikking Instantie Hoge Raad Datum 20-03-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:467
Geen bescherming ex art. 3:24 BW als gevolg van niet in de ruilverkavelingsakte vermelde hypotheekrechten Instantie Hoge Raad Datum 20-03-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:484
Hof hanteert onjuiste maatstaf bij beoordeling of rechtshandeling is geschied ten behoeve van de normale uitoefening van het bedrijf (art. 1:88 lid 5 BW) Instantie Hoge Raad Datum 20-03-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:483
Onder omstandigheden is omzetbelasting aftrekbaar indien de BV advocaatdiensten afneemt ten behoeve van haar directeur Instantie Hoge Raad Datum 20-03-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:481
Actio Pauliana in geval van niet-opeisbare vordering? Instantie Rechtbank Limburg Datum 18-03-2020 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2020:2273
Afwikkeling lopende contracten t.b.v. nalatenschap van overleden broer is geen bron van inkomen Instantie Rechtbank Gelderland Datum 18-03-2020 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2020:1860
Huisdier is geen inboedel Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 18-03-2020 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2020:1787
Rechter oordeelt dat hond op grond van samenlevingscontract niet tot inboedel behoort Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 18-03-2020 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2020:1787
Erfdienstbaarheid gaat door vermenging teniet op het moment dat het gebruiksrecht van de derde eindigt Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 17-03-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:858
Elektronisch aangiftebericht is geen bezwaarschrift omdat notaris geen gebruik maakt van bezwaarmogelijkheid Instantie Hoge Raad Datum 13-03-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:413
Overdracht perceel belast met overdrachtsbelasting, omdat sloopwerkzaamheden voor rekening van koper zijn geweest Instantie Hoge Raad Datum 13-03-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:408
Stamrecht komt niet in aanmerking voor verrekening, uitleg van huwelijkse voorwaarden aan de hand van Haviltex Instantie Hoge Raad Datum 13-03-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:417
Monddoodclausule nietig wegens strijd met openbare orde Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 10-03-2020 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2020:886
Ingrijpende verbouwing voormalig postgebouw leidt tot vervaardiging nieuwe onroerende zaak Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 05-03-2020 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2020:839
Stichting is niet vrijgesteld van Vpb wegens overschreiding van pro rata berekende tweede winstgrens Instantie Rechtbank Den Haag Datum 04-03-2020 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2020:2237
BV drijft materiële onderneming door 1% gerechtigdheid in maatschap die onderneming drijft Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 03-03-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:1833
Maatregel van waarschuwing opgelegd wegens onvoldoende controleren vertegenwoordigingsbevoegdheid Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 03-03-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:284
Onderzoeksplicht notaris bij legalisatie handtekening Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 03-03-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:286
Verhaal alimentatievordering gefrustreerd doordat bestuurder zichzelf te lage beloning toekent Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 03-03-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:1868
Verzuimboete omdat standpunt dat sprake is van een woning niet pleitbaar is Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 03-03-2020 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2020:1486
Volgens Hof is uitbetaling legitieme portie en moederlijk erfdeel naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid niet onaanvaardbaar Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 03-03-2020 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2020:410
Zonnepanelen leiden niet tot aftrek BTW op bouwkosten woning Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 03-03-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:1983
Notaris mag gebruikelijk loon in rekening brengen voor werkzaamheden als executeur Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 27-02-2020 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2020:1337
Ontbreken van overname van materiële activa belet niet dat sprake is van een overgang van onderneming Instantie Hof van Justitie EU Datum 27-02-2020 Nummer ECLI:EU:C:2020:121
Notaris heeft persoonsgegevens van cliënt rechtmatig verwerkt; geen aansprakelijkheid Instantie Rechtbank Limburg Datum 26-02-2020 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2020:1761
Ook bedrijfswoning zonder bewoning door een derde mogelijk Instantie Raad van State Datum 26-02-2020 Nummer ECLI:NL:RVS:2020:590
Aandeelhouder kan schadeveroorzakende bestuurder niet vorderen schadevergoeding aan vennootschap te betalen Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 25-02-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:578
Hypotheekrente na verdeling huwelijksgemeenschap deels aftrekbaar als kosten van behoud aanmerkelijk belang Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 25-02-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:1519
Uitleg van akte van levering: obligatoire partijbedoeling wijkt af van partijbedoeling vastgelegd in leveringsakte Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 25-02-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:1639
Uitwinnen pandrecht is niet onrechtmatig jegens aandeelhouder Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 25-02-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:1609
Verbeurd aandeel in vordering behoort niet meer tot nalatenschap Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 25-02-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:1622
Rechtbank acht onder omstandigheden mogelijk dat op grond van art. 6:2 lid 2 BW nihil-beding in voorhuwelijkse voorwaarden wordt opgenomen Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 21-02-2020 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2020:864
Ondanks verval onroerende zaak toch sprake van een woning voor de overdrachtsbelasting Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 20-02-2020 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2020:651
Hoofdrecht waarvan pandrechten afhankelijk zijn, blijkt uit partijbedoelingen; rechtsgeldige pandrechten Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 19-02-2020 Nummer ECLI:NL:RBROT:2020:1602
Ruilverkaveling leidt tot nieuwe titel van gezamenlijke eigendomsverkrijging waardoor beroep op art. 15 lid 1 onderdeel g WBR mogelijk is geworden Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 19-02-2020 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2020:1142
Beroep minderheidsaandeelhouder op misbruik door meerderheidsaandeelhouder faalt Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 18-02-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:511
Terugbetaling te veel ontvangen loon geen negatief loon in jaar van ontvangst Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 18-02-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:1314
Toestemming echtgenoot niet vereist voor borgtocht Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 18-02-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:1376
Machtiging voor vaststellen vordering minderjarig kind bij quasi-wettelijke verdeling met afvullegaat Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 17-02-2020 Nummer ECLI:NL:RBROT:2020:1352
Netwerkvrijstelling (art. 15.1.y WBR) is niet van toepassing op de verkrijging van zendmasten Instantie Hoge Raad Datum 14-02-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:170
Pensioen in eigen beheer en tijdstip commerciële waarde pensioenaanspraak Instantie Hoge Raad Datum 14-02-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:276
Tarief van 2% overdrachtsbelasting niet van toepassing op verzorgingshuis voor mensen met dementie Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 14-02-2020 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2020:917
Verwerping nalatenschap was geen gift want geen bevoordelingsbedoeling Instantie Hoge Raad Datum 14-02-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:262
Bij verkoop van in beslag gelegde aandelen aan derde hoefde geen rekening te worden gehouden met aandeelhoudersovereenkomst Instantie Rechtbank Den Haag Datum 13-02-2020 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2020:14237
Amerikaanse uitspraak over ontstaan familierechtelijke betrekkingen uit hoogtechnologische draagmoederschap niet in strijd met Nederlandse openbare orde Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 12-02-2020 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2020:871
Analoge toepassing art. 22a Fw op geëxpireerde levensverzekering bestemd voor oudedagsvoorziening Instantie Rechtbank Limburg Datum 12-02-2020 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2020:1065
Erkenning van twee vaders op Amerikaanse geboorteaktes die gebruik hebben gemaakt van hoogtechnologisch draagmoederschap Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 12-02-2020 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2020:1628
Niet-tijdig klagen laat recht op schadevergoeding vervallen Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 12-02-2020 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2020:741
Canonherziening als voorwaarde voor toestemming overdracht erfpachtrecht volgt niet uit erfpachtvoorwaarden en is onredelijk Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 11-02-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:1172
Huwelijkse voorwaarden niet van kracht door huwelijksvoltrekking 3 jaar later Instantie Rechtbank Den Haag Datum 07-02-2020 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2020:1044
Beroep op vrijstelling van art. 33 aanhef en onder 8 SW niet toegestaan als de woning nog niet te gelde is gemaakt Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 06-02-2020 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2020:395
Overboeking van Liechtensteins stichtingsvermogen aan begunstigde was geen schenking Instantie Rechtbank Gelderland Datum 06-02-2020 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2020:735
In testament opgenomen tijdsbepaling voor afgifte van legaat is geen tijdsbepaling op grond van art. 6:38 BW Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 05-02-2020 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2020:648
Advocaat geen beroep op geheimhouding voor functie als bestuurder Instantie Gerecht in eerste aanleg van Curaçao Datum 04-02-2020 Nummer ECLI:NL:OGEAC:2020:38
Geldig kettingbeding vormt geen opschortende voorwaarde; verkoper moet onroerende zaak leveren Instantie Rechtbank Gelderland Datum 04-02-2020 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2020:1620
Notaris handelt onzorgvuldig door concept leveringsakte niet aan volmachtgever te zenden Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 04-02-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:171
Uitleg van notariële samenlevingsovereenkomst leidt in casu niet tot vermenging van vermogens Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 04-02-2020 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2020:409
Verschil inzicht over uitleg erfstelling onder ontbindende voorwaarde niet tuchtrechtelijk verwijtbaar Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 04-02-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:244
Aanvaarding nalatenschap door pastoor: vernietigbaar, nietig of onrechtmatig? Instantie Hoge Raad Datum 31-01-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:143
Geen verplichting tot betaling van periodieke aansluitkosten als dit niet duidelijk in de overeenkomst is opgenomen Instantie Hoge Raad Datum 31-01-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:144
Actio Pauliana na van kracht worden splitsing mogelijk Instantie Hof van Justitie EU Datum 30-01-2020 Nummer ECLI:EU:C:2020:56
Geïntegreerde zonnepanelen leiden niet tot aftrek BTW op bouwkosten woning Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 30-01-2020 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2020:321
Gift door vader aan kinderen wordt fiscaal voor de helft toegerekend aan moeder Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 30-01-2020 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2020:404
Individueel beroep erfgenaam tegen aan erven gerichte uitspraak op bezwaar is niet-ontvankelijk Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 30-01-2020 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2020:311
Opheffing verplichting erfgenaam tot medewerking aan vestigen verzorgingsvruchtgebruik Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 29-01-2020 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2020:79
Meldplicht in Huisvestingsverordening Amsterdam 2016 onverbindend Instantie Raad van State Datum 29-01-2020 Nummer ECLI:NL:RVS:2020:261
Toelatingsregeling bij appartementsrecht moet in splitsingsreglement worden opgenomen Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 29-01-2020 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2020:476
Boekwaarde TBS-pand kan worden doorgeschoven bij voortzetting van BV in VOF Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 28-01-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:793
Conformiteit koopovereenkomst woning betreffende ingevulde vragenlijst Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 28-01-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:752
Garageboxen kwalificeren niet als aanhorigheden indien niet ook de woning wordt verkregen Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 28-01-2020 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2020:325
Omschrijving functie LinkedIn speelt mee in oordeel feitelijk leidinggevende op grond van art. 2:248 lid 7 BW Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 28-01-2020 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2020:256
Overgang van een boerderij krachtens verjaring is niet in strijd met het vervreemdingsverbod Instantie Hoge Raad Datum 24-01-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:113
Prejudiciële vragen aan de Hoge Raad inzake fonds voor gemene rekening Instantie Hoge Raad Datum 24-01-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:115
Art. 4:46 BW toegepast om het begrip 'afstammelingen' in testament uit te leggen Instantie Rechtbank Den Haag Datum 22-01-2020 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2020:474
Pensioenverevening was in huwelijkse voorwaarden uitgesloten Instantie Rechtbank Overijssel Datum 22-01-2020 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2020:162
Toerekening kennis bestuurder aan stichting Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 22-01-2020 Nummer ECLI:NL:RBROT:2020:605
Aansprakelijkheid bestuurder op grond van art. 2:9 BW vereist benoemingsbesluit van bestuurder Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 21-01-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:540
Geen hoofdelijke aansprakelijkheid na bekrachtiging rechtshandeling BV in oprichting Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 21-01-2020 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2020:170
Overeenkomst voldoet niet aan het criterium om als maatschap te kwalificeren Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 21-01-2020 Nummer ECLI:NL:GHARL:2020:537
Vakantiewoning valt in gemeenschap, want voor minder dan helft verkregen onder uitsluiting Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 21-01-2020 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2020:173
Hoge Raad geeft uitleg over begrip 'aanhorigheid' in de zin van art. 3.30a Wet IB 2001 Instantie Hoge Raad Datum 17-01-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:65
Notaris mag na schorsing geen werkzaamheden ambt uitvoeren Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 14-01-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:137
Vastgoed-BV drijft onderneming voor BOF gelet op intensieve bemoeienis bij vastgoedexploitatie Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 14-01-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:736
Verhuur in afwachting van levering kwalificeert voor de btw als exploitatie om duurzaam opbrengsten te verkrijgen Instantie Rechtbank Den Haag Datum 10-01-2020 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2020:492
Geen gerechtelijke vaststelling vaderschap (art. 1:207 BW) en onderhoudsverplichting (art. 1:394 BW) voor donor IVF Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 08-01-2020 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2020:61
Naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid is het onaanvaardbaar dat ex-samenwoner hoofdelijk aansprakelijk blijft voor hypotheeklening Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 08-01-2020 Nummer ECLI:NL:RBROT:2020:72
Verplichtingen inzake voorkeursrecht niet nagekomen, geen bewijs van ontvangst aangetekende brief Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 08-01-2020 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2020:82
Aansprakelijkheid bestuurder door oprichting nieuwe vennootschapsstructuur waardoor schuldeiser werd benadeeld Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 07-01-2020 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2020:2
Aanzuigende werking huwelijksgemeenschap omzeild door afspraak echtgenoten over voorschieten aankoopbedrag Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 07-01-2020 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2020:74
Verstrekkend informatierecht legitimaris/niet-erfgenaam voor berekening legitieme portie Instantie Rechtbank Overijssel Datum 07-01-2020 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2020:1065
Bij de beoordeling of sprake is van een normale bedrijfsactiviteit kunnen ook de verkopen van gelieerde vennootschappen van invloed zijn. Instantie Rechtbank Gelderland Datum 24-12-2019 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2019:6108
Klooster valt onder 2%-tarief voor de overdrachtsbelasting Instantie Rechtbank Den Haag Datum 24-12-2019 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2019:14423
Verzoek heropening vereffening afgewezen Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 23-12-2019 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2019:6092
Rechtbank oordeelt dat bij Tijdelijke Technische Ruimte geen sprake is van bestanddeelvorming Instantie Rechtbank Gelderland Datum 20-12-2019 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2019:6012
Rechter moet eerst inhoud overeenkomst uitleggen en daarna kwalificeren Instantie Hoge Raad Datum 20-12-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:2034
Geen conservatoir beslag om vordering uit hoofde van (quasi-)wettelijke verdeling zeker te stellen Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 19-12-2019 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2019:3380
Mondeling overeengekomen uitsluitingsclausule is van toepassing op schenking Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 19-12-2019 Nummer ECLI:NL:GHARL:2019:10987
AOW-norm voor gehuwden bij fiscaal gedreven geregistreerd partnerschap Instantie Centrale Raad van Beroep Datum 18-12-2019 Nummer ECLI:NL:CRVB:2019:4164
Voorlopige voorzieningen op grond van gerezen onduidelijkheid en verstoorde verhoudingen Instantie Rechtbank Limburg Datum 18-12-2019 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2019:11677
Arts heeft euthanasie toegepast op vrouw die leed aan voortgeschreden dementie; verzoek tot cassatie in het belang der wet (strafzaak) Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum 17-12-2019 Nummer ECLI:NL:PHR:2019:1338
Arts heeft euthanasie toegepast op vrouw die leed aan voortgeschreden dementie; verzoek tot cassatie in het belang der wet (tuchtzaak) Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum 17-12-2019 Nummer ECLI:NL:PHR:2019:1339
Dat een verkrijging heeft plaatsgehad vòòr het huwelijk doet niet af aan zaaksvervanging Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 17-12-2019 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2019:4636
Draagplicht hypotheekrente bij samenwoners na einde samenwoning Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 17-12-2019 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2019:4537
Geen aftrek van betaalde rente over na 1 januari 2013 van ex-partner overgenomen schuld omdat niet is voldaan aan aflossingseis Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 17-12-2019 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2019:3402
Indiening verzoek om teruggaaf omzetbelasting niet gebonden aan termijn indien geen sprake was van verschuldigde omzetbelasting Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 17-12-2019 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2019:5731
Kandidaat-notaris had moeten twijfelen aan wilsbekwaamheid verstandelijke gehandicapte Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 17-12-2019 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2019:4354
Taalkundige uitleg binnen Haviltex-maatstaf is niet onderworpen aan toepassingsvoorwaarden (Valerbosch-arrest) Instantie Hoge Raad Datum 13-12-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:1940
Advocaatkosten aftrekbaar mits redelijkerwijs valt te verwachten dat de alimentatie wordt toegekend Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 12-12-2019 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2019:5615
Nietigheid vanwege strijd met toe-eigeningsverbod ook al stond dit in afzonderlijke akte Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 12-12-2019 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2019:9406
Verzet tegen tussentijdse uitdeling(slijst) ongegrond Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 12-12-2019 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2019:9521
Overleggen van digitale overeenkomsten per e-mail is onvoldoende betrouwbaar in de zin van art. 3:15a BW Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 11-12-2019 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2019:8755
Kan notaris worden aangemerkt als vertegenwoordiger van de executeur en/of erfgenamen? Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 11-12-2019 Nummer ECLI:NL:RBROT:2019:9693
Assurantieportefeuille is geen individuele zaak Instantie Hoge Raad Datum 06-12-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:1909
Dwingend lidmaatschap beroepsvereniging niet in strijd met negatieve vrijheid van vereniging Instantie Hoge Raad Datum 06-12-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:1908
Na het overlijden van erflaatster betaalde zorgkosten komen niet in aftrek op haar inkomen Instantie Hoge Raad Datum 06-12-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:1905
Contante waarde in aanmerking genomen voor waardering onderneming Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 05-12-2019 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2019:5115
Verwerping namens in buitenland woonachtige minderjarige Instantie Rechtbank Den Haag Datum 05-12-2019 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2019:12965
Uitleg samenlevingscontract aan de hand van de Haviltex-norm Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 04-12-2019 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2019:6943
Volgens rechtbank geen sprake van tegenstrijdig belang bij bestuurder met economisch belang in onderneming Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 02-12-2019 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2019:7061
Voorzieningenrechter heeft grote mate van vrijheid bij treffen voorlopige voorzieningen Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 02-12-2019 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2019:7061
Verbouwing kantoorpand ver genoeg gevorderd voor toepassing 2%-tarief Instantie Hoge Raad Datum 29-11-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:1872
Verlaagd tarief overdrachtsbelasting voor intern gesloopt kantoorpand dat wordt getransformeerd tot woningen Instantie Hoge Raad Datum 29-11-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:1779
Voorbelasting bouwkosten woning niet aftrekbaar, omdat de woning niet is gebouwd ten behoeve van de energielevering Instantie Rechtbank Gelderland Datum 29-11-2019 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2019:5488
Geen doorschuiffaciliteit wegens ontbreken voortgezet ondernemerschap en materiële onderneming Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 26-11-2019 Nummer ECLI:NL:GHARL:2019:10149
Medewerking van verhuurder bij contractsoverneming art. 6:159 BW Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 26-11-2019 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2019:3124
Bij de beoordeling of pandakte de te verpanden vordering voldoende bepaalt, is de partijbedoeling niet relevant Instantie Hoge Raad Datum 22-11-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:1841
Ik-oma-making is een legaat en niet afhankelijk van een rechtshandeling van tante; art. 10 lid 9 SW van toepassing Instantie Hoge Raad Datum 22-11-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:1838
Rechtsmacht Nederlandse rechter in verband met in het buitenland woonachtige erflater Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 20-11-2019 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2019:3235
Voorziening die niet financieel kan worden gedragen met een inkomen op minimumniveau moet door de gemeente worden betaald op grond van Wmo 2015 Instantie Centrale Raad van Beroep Datum 20-11-2019 Nummer ECLI:NL:CRVB:2019:3535
Notaris werkte niet bewust mee aan paulianeus handelen Instantie Kamer voor het notariaat Den Bosch Datum 18-11-2019 Nummer ECLI:NL:TNORSHE:2019:32
Hypothecaire geldlening voor aankoop voormalige woning kwalificeert als eigenwoningschuld voor nieuwe woning Instantie Hoge Raad Datum 15-11-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:1780
Notaris uit ambt ontzet door ernstig en langdurig tekortschieten in vervulling ambtsopdracht door risicovolle ABC-transacties Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 15-11-2019 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2019:64
Notaris voldoet niet aan Belehrungspflicht bij reeks risicovolle ABC-transacties met alleen een Belehrungsclausule Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 15-11-2019 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2019:64
Notaris concludeert ten onrechte tot onwaardigheid in verklaring van erfrecht Instantie Kamer voor het notariaat Amsterdam Datum 14-11-2019 Nummer ECLI:NL:TNORAMS:2019:23
AOW-aanspraak valt niet in gemeenschap van goederen Instantie Rechtbank Den Haag Datum 13-11-2019 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2019:11805
Notaris heeft zich bij de oprichting van vier BV?s opgesteld als verlengstuk van cliëntwensen en onvoldoende invulling gegeven aan zijn poortwachterstaak Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 11-11-2019 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2019:55
Geen rechterlijke beslissing is vereist voor opheffing scheiding van tafel en bed op grond van verzoening Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 07-11-2019 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2019:4855
Uitleg testament in verband met uitsluiten wilsrechten Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 05-11-2019 Nummer ECLI:NL:GHARL:2019:9522
Vader was ingevolge art. 1:253i BW bevoegd om rekeningen van kinderen leeg te halen en op te heffen Instantie Geschillencommissie Financiële Dienstverlening Datum 04-11-2019 Nummer 2019-873
Certificering van aandelen kon worden gezien als wijziging van de aandeelhouder (Apotheek Eemnes) Instantie Hoge Raad Datum 01-11-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:1688
Concernclausule in blokkeringsregeling BV geldt ook bij certificering aandelen in kapitaal aandeelhouder-rechtspersoon (Apotheek Eemnes) Instantie Hoge Raad Datum 01-11-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:1688
Aandeel reservefonds VvE mag niet worden meegenomen in berekening WOZ-waarde Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 30-10-2019 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2019:2863
Te ruime bevoegdheid in Europese verklaring van erfrecht door notaris aan executeur toegekend Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 30-10-2019 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2019:61
Maclou-norm gold ook bij nalatenschap waarbij notaris vereffenaar was Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 29-10-2019 Nummer ECLI:NL:GHARL:2019:9205
Cautio Socini trad niet in werking door betwistingen erfgenaam Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 23-10-2019 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2019:7493
Bestuurder die in strijd met statutaire bepalingen handelde is niet aansprakelijk omdat zonder voorbehoud decharge is verleend Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 22-10-2019 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2019:3820
Bij incassoprocedure tegen cliënt mag notaris onder geheimhouding vallende stukken in het geding brengen Instantie Kamer voor het notariaat Den Haag Datum 22-10-2019 Nummer ECLI:NL:TNORDHA:2019:27
Vernietiging koopovereenkomst onroerend goed op grond van faillissementspauliana in concernverhouding Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 22-10-2019 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2019:3315
Resten van bebouwing op perceel verhinderen niet dat perceel als bouwterrein moet worden aangemerkt Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 18-10-2019 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2019:2782
Verzoek mede-erfgenaam om WOZ-beschikking op grond van art. 26 Wet WOZ in cassatie toegewezen Instantie Hoge Raad Datum 18-10-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:1594
Kopers kunnen rechtsgeldig beroep doen op financieringsvoorbehoud omdat ze zich voldoende hebben ingespannen om benodigde financiering te krijgen Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 15-10-2019 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2019:3747
Verhypothekeren van het enige bezit van een BV terwijl de aandelen al verpand zijn is onrechtmatige daad van de BV Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 15-10-2019 Nummer ECLI:NL:GHARL:2019:8434
Eerder gestelde termijnen en sommaties van belang voor vraag naar verzuim schuldenaar Instantie Hoge Raad Datum 11-10-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:1581
Terechte aanslag schenkbelasting na vervreemding NSW-landgoed Instantie Hoge Raad Datum 11-10-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:1519
Vergoeding van waarde van erfpacht en appartementsrecht bij opzegging moet naar objectieve maatstaven worden berekend Instantie Hoge Raad Datum 11-10-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:1578
Notariële geldleningsovereenkomst is nietig door strijdigheid met dwingend recht Instantie Rechtbank Den Haag Datum 09-10-2019 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2019:10476
Executeur die tevens legataris is kan legaat aan zichzelf afgeven Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 08-10-2019 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2019:2792
Pensioenuitzondering van art. 7:664 BW is niet van toepassing bij juridische fusie Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 08-10-2019 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2019:7617
Vermeerderen van het aantal wooneenheden per appartement vereist wijziging van de splitsingsakte Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 08-10-2019 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2019:3629
Afwijking van dwingend recht in kerkelijk statuut mogelijk Instantie Hoge Raad Datum 04-10-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:1531
Eigenaar van bungalow kan niet servicecontract met parkexploitant opzeggen zolang onderliggende verhouding bestaat Instantie Hoge Raad Datum 04-10-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:1491
Ook beoordeling aansprakelijkheid van beoogd curator moet geschieden aan hand van Maclou-norm Instantie Hoge Raad Datum 04-10-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:1492
Rechtbank wijzigt testamentaire last wegens na het overlijden van de erflaatster ingetreden omstandigheden Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 04-10-2019 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2019:4757
Spoedeisend belang maakt verdeling in kort geding mogelijk Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 04-10-2019 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2019:4588
Teruggaaf van btw geweigerd vanwege verstreken termijnen voor bezwaar en verzoek tot ambtshalve vermindering Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 02-10-2019 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2019:4258
Dga handelt onrechtmatig jegens schuldeiser van BV door aandelen in BV over te dragen Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 01-10-2019 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2019:2487
Zoon verplicht tot afleggen verantwoording aan overige kinderen van erflaatster over pinopnames voor overlijden Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 01-10-2019 Nummer ECLI:NL:GHARL:2019:7999
Door gebruik voor ondersteuning zonnepanelen heeft dak van woning zakelijke functie verkregen Instantie Hoge Raad Datum 27-09-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:1438
Beëindiging partneralimentatie vanwege grievend gedrag Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 25-09-2019 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2019:2778
Kantonrechter kan niet van uitgangspunt van gezamenlijk vereffenen (art. 4:198 BW) afwijken bij geschillen tussen erfgenamen Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 25-09-2019 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2019:4673
Verkoop van woning uit nalatenschap tegen lage prijs was paulianeus Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 25-09-2019 Nummer ECLI:NL:RBROT:2019:7531
Geen aftrek van de voor ex-partner betaalde hypotheekrente wegens ontbreken alimentatieverplichting Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 24-09-2019 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2019:3716
Gemachtigde ontvankelijk ondanks ontbreken afzonderlijke machtiging van een van de vier erfgenamen Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 24-09-2019 Nummer ECLI:NL:GHARL:2019:7720
Vordering tot verplichte overname aandelen (art. 2:343 BW) in casu analoog van toepassing op certificaten en certificaathouders Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 24-09-2019 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2019:3555
Inschakeling beëdigd tolk moest ook bij ondertekening onderhandse akte Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 20-09-2019 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2019:74
Echtgenoot die echtscheiding heeft verzocht, kan geen pensioenverweer voeren Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 19-09-2019 Nummer ECLI:NL:GHARL:2019:7721
Heropening vereffening Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 19-09-2019 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2019:6863
Voldoende belang schuldeiser bij heropening vereffening na turboliquidatie Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 19-09-2019 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2019:6863
Navorderingsaanslag en vergrijpboete terecht voor dga die bewust een perceel voor een te hoge prijs aan BV verkocht Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 18-09-2019 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2019:2542
Non-conformiteit van woning omdat tuin niet geschikt voor gebruik wegens onjuist uitgevoerde bodemsanering Instantie Rechtbank Den Haag Datum 18-09-2019 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2019:9842
Man volledig draagplichtig voor hypotheekschuld vanwege verzorgingsgedachte Instantie Rechtbank Den Haag Datum 16-09-2019 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2019:9674
Notaris mocht niet aannemen dat cliënt voldoende was geadviseerd door eigen adviseurs Instantie Kamer voor het notariaat Den Bosch Datum 16-09-2019 Nummer ECLI:NL:TNORSHE:2019:28
Verhuurder was ook belanghebbende in beroep van huurder tegen WOZ-beschikking sociale huurwoning Instantie Hoge Raad Datum 13-09-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:1315
Vrijstelling overdrachtsbelasting (art. 15.1.h WBR) van toepassing wegens zakelijke overwegingen bij afsplitsing tankstations Instantie Hoge Raad Datum 13-09-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:1297
Arts heeft leven van patiënte op haar uitdrukkelijk en ernstig verzoek beëindigd; OVAR Instantie Rechtbank Den Haag Datum 11-09-2019 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2019:9506
Geen geslaagd beroep op redelijkheid en billijkheid om af te kunnen wijken van regeling uit huwelijkse voorwaarden Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 10-09-2019 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2019:3319
Overbedeling bij echtscheiding vormt voldoening aan natuurlijke verbintenis en is vrijgesteld Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 05-09-2019 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2019:4072
Procederen namens executeur krachtens lastgeving Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 04-09-2019 Nummer ECLI:NL:RBROT:2019:7178
Overdracht van aandelen in lege schuldenvennootschap maakt bestuurder hoofdelijk aansprakelijk Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 03-09-2019 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2019:3268
Bij berekening van draagkracht voor partneralimentatie zijn uitkeringen van lijfrente en stamrecht vermogensbestanddelen en geen inkomen Instantie Rechtbank Den Haag Datum 30-08-2019 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2019:9588
Nadien gesloten potovereenkomst is nietig bij gebreke van notariële vorm Instantie Hoge Raad Datum 30-08-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:1292
Tussen echtgenoten gesloten potovereenkomst is in tegenspraak met huwelijkse voorwaarden Instantie Hoge Raad Datum 30-08-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:1292
Afspraak om gedurende een periode geen echtscheidingsverzoek in te mogen dienen in strijd met openbare orde Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 29-08-2019 Nummer ECLI:NL:GHARL:2019:7063
BOR vindt geen toepassing omdat BV geen onderneming drijft Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 29-08-2019 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2019:3779
Gemeenschap van vruchten en inkomsten en beslag op goederen Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 28-08-2019 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2019:3723
Eigenwoningrente niet aftrekbaar door kwijtschelding op voorhand Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 27-08-2019 Nummer ECLI:NL:GHARL:2019:7009
Notaris informeert cliënt onvoldoende over gevolgen van schrappen verblijvensbeding Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 20-08-2019 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2019:2906
Klacht gegrond nu notaris gebrekkig titelonderzoek had verricht bij overdracht heerlijk visrecht Instantie Kamer voor het notariaat Den Bosch Datum 19-08-2019 Nummer ECLI:NL:TNORSHE:2019:19
Notaris heeft correct gehandeld door geldverstrekker te wijzen op ontbreken van zekerheid Instantie Kamer voor het notariaat Amsterdam Datum 15-08-2019 Nummer ECLI:NL:TNORAMS:2019:16
Tijdelijke verhuur gedeelte eigen woning niet belast op grond van art. 3.113 Wet IB 2001 Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 07-08-2019 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2019:6711
Bestemming van een appartementsrecht kan ook gelegen zijn in de omschrijving; uitleg van begrip 'berging' Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 06-08-2019 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2019:2898
Concept-testament niet op grond van redelijkheid en billijkheid gelijkgesteld met notarieel testament Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 06-08-2019 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2019:2800
Derdenbescherming van art. 1:116 BW knoopt aan bij kenbaarheid huwelijkse voorwaarden op moment van beslaglegging Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 06-08-2019 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2019:2900
Langstlevende testament en terugvordering bijstandsuitkering kind na overlijden langstlevende ouder Instantie Centrale Raad van Beroep Datum 06-08-2019 Nummer ECLI:NL:CRVB:2019:2607
Vruchtgebruik en terugvordering bijstand Instantie Centrale Raad van Beroep Datum 06-08-2019 Nummer ECLI:NL:CRVB:2019:2607
Wettelijke bedenktijd geldt niet voor koop van pand dat in overwegende mate als bedrijfspand in gebruik was Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 06-08-2019 Nummer ECLI:NL:GHARL:2019:6356
Aparte opzeggingshandeling vereist voor ontslag arbeidsongeschikte statutair bestuurder Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 31-07-2019 Nummer ECLI:NL:RBROT:2019:6518
Hypotheekrecht is nietig omdat het uitsluitend met het doel is gevestigd schuldeisers te frustreren Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 30-07-2019 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2019:2820
Kantonrechter: in deze nalatenschap met minderjarige geen machtiging nodig voor verkoop woning Instantie Rechtbank Den Haag Datum 30-07-2019 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2019:7923
Ondanks dat winstmargeregeling van toepassing is, vormt de totale omzet maatstaf voor KOR Instantie Hof van Justitie EU Datum 29-07-2019 Nummer ECLI:EU:C:2019:642
Beperking voor horeca in splitsingsakte vervalt omdat eigenaar van appartement middellijke eigenaar is geworden Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 26-07-2019 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2019:5519
Waardering stamrecht-BV Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 26-07-2019 Nummer ECLI:NL:RBROT:2019:7418
Bevel tot notariële boedelbeschrijving (art. 672 RV) is van toepassing op OBV Instantie Rechtbank Den Haag Datum 25-07-2019 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2019:7472
Notaris moet partijen informeren over verschil tussen onderhandse en notariële akte Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 25-07-2019 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2019:39
Verplichting van STAK tot decertificering is afhankelijk van haar objectief vast te stellen doel Instantie Rechtbank Limburg Datum 24-07-2019 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2019:6873
Vordering wegens gedeeltelijke aflossing op hypotheekschuld opeisbaar na einde relatie of verkoop woning Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 24-07-2019 Nummer ECLI:NL:RBROT:2019:6407
Executeur was bevoegd tot benoeming van bestuurder van een BV Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 23-07-2019 Nummer ECLI:NL:GHARL:2019:5997
Betekenis Spaanse verklaring van erfrecht Instantie Hoge Raad Datum 19-07-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:1239
Geen individuele en buitensporige last voor verhuurder hofjeswoningen vanwege aanwezige liquiditeiten Instantie Hoge Raad Datum 19-07-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:1255
Ex-echtgenoot heeft vergoedingsrecht jegens huwelijksgemeenschap door gift onder uitsluitingsclausule Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 17-07-2019 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2019:1961
Aanzienlijke banktegoeden blokkeren beroep op schenkvrijstelling bij schuldhulpverlening Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 16-07-2019 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2019:2024
Duurzaam gescheiden levende echtgenoten kunnen niet meer dan één hoofdverblijf in aanmerking nemen Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 16-07-2019 Nummer ECLI:NL:GHARL:2019:5833
Inhoud erfdienstbaarheid is zonder ingeschreven tekening voldoende bepaalbaar en dus rechtsgeldig gevestigd Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 16-07-2019 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2019:1843
Insolvabiliteitsvrijstelling geldt voor zover verkrijger schulden niet kan betalen na tegeldemaking van vermogensbestanddelen Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 16-07-2019 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2019:2026
Notaris mag geen nietig beding in akte opnemen Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 16-07-2019 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2019:34
Overeengekomen vergoeding van herzienings-btw ziet niet op het leegstaand gedeelte Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 16-07-2019 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2019:2537
Van non-conformiteit is slechts sprake als verwarmingscapaciteit ontoereikend is, beperking normaal gebruik Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 16-07-2019 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2019:2539
Vrijstelling schenkbelasting bij vermogensschulden tot aan bedrag eigen vermogen Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 16-07-2019 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2019:2026
Vestiging tijdelijk vruchtgebruik ex art. 4:29 BW Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 15-07-2019 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2019:6011
Onverplichte storting bedrag op derdengeldenrekening notaris vlak voor jaarwisseling verhindert heffing in box 3 niet Instantie Hoge Raad Datum 12-07-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:1177
Ook pensioenuitvoerder moet instemmen met afstand partnerpensioen Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 11-07-2019 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2019:2407
Notaris handelt in strijd met tuchtnorm door testament in bijzijn van kinderen te bespreken en passeren Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 10-07-2019 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2019:37
Bouw van muur betekent niet dat eigenaar het bezit van strook daarachter prijsgeeft Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 09-07-2019 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2019:2380
Geen sprake van koopovereenkomst doordat niet was voldaan aan alle essentialia Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 09-07-2019 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2019:2378
Op verkrijging voormalig kantoorpand dat antikraak werd bewoond is geen verlaagd WBR-tarief van toepassing Instantie Rechtbank Gelderland Datum 09-07-2019 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2019:3050
Geen cassatie inzake forfaitair rendement van 4% in 2015; Hoge Raad verwijst naar proefprocedures vermogensrendementsheffing Instantie Hoge Raad Datum 05-07-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:1108
Hoge Raad inzake vermogensrendementsheffing voor belastingjaar 2015 Instantie Hoge Raad Datum 05-07-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:1108
Appartementseigenaar kan andere appartementseigenaar aanspreken voor kosten van noodzakelijke werkzaamheden Instantie Rechtbank Limburg Datum 03-07-2019 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2019:6061
Nietigverklaring testament voorafgaand aan overlijden testateur Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 03-07-2019 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2019:2979
Poortwachtersfunctie door notaris niet nageleefd door niet nakomen wettelijke (onderzoeks)verplichtingen Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 03-07-2019 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2019:35
Recht op bijzonder partnerpensioen ondanks einde samenleving Instantie Rechtbank Den Haag Datum 03-07-2019 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2019:6897
Verhouding inkortingsvolgorde en opeisbaarheid van legitieme portie Instantie Rechtbank Den Haag Datum 03-07-2019 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2019:15128
Geen beroep op non-conformiteit bij puin in de grond, wel sprake van dwaling Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 02-07-2019 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2019:2338
Schenking onder opschortende voorwaarde wordt voor verkrijger in box 3 gewaardeerd als bezitting belast met een genotsrecht Instantie Rechtbank Gelderland Datum 02-07-2019 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2019:2909
Notaris handelt tuchtrechtelijk verwijtbaar door huwelijksvoorwaarden bij verlijden van testamenten niet te bespreken Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 25-06-2019 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2019:2747
Notaris moest hypotheekakte passeren ondanks schending bezwaringsverbod Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 25-06-2019 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2019:2128
Ontstaan aansprakelijkheid moedermaatschappij door eenzijdige 403-verklaring Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 25-06-2019 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2019:3312
Aanvang termijn vernietiging besluit van VvE afhankelijk van gebruik binnen VvE om eigenaars te informeren over genomen besluiten Instantie Hoge Raad Datum 21-06-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:1022
Berekening aftrekbare voorbelasting bij installatie van geintegreerde zonnepanelen Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 21-06-2019 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2019:2249
Vrijstelling overdrachtsbelasting taakoverdracht ANBI geldt niet vanwege een te hoge koopsom Instantie Hoge Raad Datum 21-06-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:999
Benoeming van voormalig partner tot erfgenaam in testament sorteert geen effect Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 19-06-2019 Nummer ECLI:NL:RBROT:2019:4837
Notaris mag niet doorbetaling van gelden op derdenrekening weigeren ter verrekening van eigen declaratie Instantie Kamer voor het notariaat Den Haag Datum 19-06-2019 Nummer ECLI:NL:TNORDHA:2019:14
Disclaimer in slotverklaring vaststellingsovereenkomst was toegestaan Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 18-06-2019 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2019:2174
Geen besluit van VvE inhoudende de toestemming voor aanleg open haard in appartement Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 18-06-2019 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2019:2054
Beperking art. 1:102 (tweede zin, slot) BW ziet slechts op verhaal Instantie Hoge Raad Datum 14-06-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:958
Hoge Raad inzake rechtsgevolgen van een gekwalificeerde elektronische handtekening Instantie Hoge Raad Datum 14-06-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:957
Proefprocedures forfaitaire rendementsheffing box 3: al dan niet strijd met recht op eigendom Instantie Hoge Raad Datum 14-06-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:816
Hof van Justitie EU inzake btw-ondernemerschap van een commissaris Instantie Hof van Justitie EU Datum 13-06-2019 Nummer ECLI:EU:C:2019:490
Ontslag besluit bestuurder werkt pas wanneer besluit bestuurder heeft bereikt Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 12-06-2019 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2019:2903
Verschuiving in aandelenbelang door fout van notaris leidt tot winst uit aanmerkelijk belang Instantie Rechtbank Gelderland Datum 12-06-2019 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2019:2596
BV in oprichting of IB-onderneming niet aannemelijk zodat niet wordt voldaan aan bezitseis BOF SW Instantie Hoge Raad Datum 07-06-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:861
Recht op teruggaaf ontstaat wanneer moet worden aangenomen dat vergoeding niet zal worden ontvangen Instantie Hoge Raad Datum 07-06-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:858
Bij het uitblijven van betalingen koper had de notaris de bankgarantie moeten inroepen Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 04-06-2019 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2019:1345
Legaat onder bewind en toekenning bijstandsuitkering met nadere verplichtingen Instantie Rechtbank Limburg Datum 04-06-2019 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2019:4386
Terugvorderen bijstandsuitkering door aanspraak op legaat vanaf overlijdensdatum van erflater Instantie Rechtbank Limburg Datum 04-06-2019 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2019:4386
Rechtbank oordeelt dat aan vormvoorschrift koopovereenkomst geen zelfstandige betekenis toekomt Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 29-05-2019 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2019:2386
Vrouw wordt bevrijd van hypotheekschuld door verkoop woning ex-partner Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 29-05-2019 Nummer ECLI:NL:RBROT:2019:4604
Het beheer van een nalatenschap kan zich uitstrekken tot de inning van vorderingen Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 28-05-2019 Nummer ECLI:NL:GHARL:2019:4607
Notaris berispt wegens testamentbespreking in aanwezigheid van derden Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 28-05-2019 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2019:1777
Vervaltermijn van klachtrecht in notariële tuchtzaak Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 28-05-2019 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2019:2239
Vrijstelling van art. 33 sub 10 SW niet van toepassing als de stichting op het tijdstip van de schenking de ANBI-status niet meer bezat Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 28-05-2019 Nummer ECLI:NL:GHARL:2019:4530
Vrouw is hoofdelijk aansprakelijk voor huurschuld na haar vertrek uit woning Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 28-05-2019 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2019:2000
Notaris strafrechtelijk veroordeeld door nalaten van vermelding ongebruikelijke transacties Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 27-05-2019 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2019:3768
Bij schenking onder last vormt last een tegenprestatie in de zin van art. 4.17c lid 2 Wet IB 2001 Instantie Hoge Raad Datum 24-05-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:788
Schenkingen door erflaatster aan dochter waren paulianeus Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 24-05-2019 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2019:2313
Kandidaat-notaris berispt wegens belegging in registergoederen Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 23-05-2019 Nummer ECLI:NL:TNORAMS:2019:7
Notaris berispt wegens onvoldoende onderzoek bij aandelenoverdrachten met te lage koopsom gelet op omvang vennootschap en hoeveelheid werkzame personen Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 23-05-2019 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2019:33
Vereffenaar was bevoegd om arbeidsovereenkomst tussen erflater en werknemer te beëindigen Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 21-05-2019 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2019:1913
Oneigenlijk middel mag notaris niet gebruiken voor intrekking (tucht)klacht Instantie Kamer voor het notariaat Den Bosch Datum 20-05-2019 Nummer ECLI:NL:TNORSHE:2019:16
Te koop aangeboden woning in aanbouw kwalificeert niet als eigen woning vanwege verstrijken van termijn in goedkeuringsbesluit Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 17-05-2019 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2019:1876
Bij subrogatie bankhypotheek omvang vordering beperkt tot omvang op moment van overgang vordering Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 15-05-2019 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2019:2251
Activiteiten van ontbonden BV voortgezet in nieuwe BV is onrechtmatig Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 14-05-2019 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2019:1825
Afgegeven volmacht houdt instemming in met renteverplichting en wijziging opeisbaarheidsdatum van geldlening Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 14-05-2019 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2019:1819
Bepaling koopcontract niet onredelijk bezwarend nu niet duidelijk is of het een algemene voorwaarde betreft Instantie Rechtbank Gelderland Datum 14-05-2019 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2019:2064
Beslag belet geldige verkoop woning namens minderjarige niet Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 14-05-2019 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2019:31
Bestuursaansprakelijkheid doordat sprake is van misbruik van identiteitsverschil Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 14-05-2019 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2019:1825
Koper niet gebonden aan afspraken tussen verkoper en Belastingdienst bij toepassing art. 37d Wet OB Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 14-05-2019 Nummer ECLI:NL:GHARL:2019:4125
Op aandeel in nalatenschap is geen rechtsgeldig pandrecht gevestigd Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 14-05-2019 Nummer ECLI:NL:GHARL:2019:4217
Vergoedingsrechten samenwoners op grond van door redelijkheid en billijkheid beheerste rechtsverhouding Instantie Hoge Raad Datum 10-05-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:707
Volgens Hof is algeheel verbod op houden van huisdieren in huishoudelijk reglement niet toegestaan Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 09-05-2019 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2019:1722
Vordering tot vernietiging erfpachtbepaling is verjaard Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 09-05-2019 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2019:2280
Afschrijving op erfpachtrecht met terugkooprecht alleen mogelijk bij aannemelijke waardedaling Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 07-05-2019 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2019:1870
Kettingbeding houdt geen zelfstandige en rechtstreekse verplichting in waarop derden een beroep kunnen doen Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 07-05-2019 Nummer ECLI:NL:GHARL:2019:3995
Door minderjarig kind geërfd legaat met testamentair bewind waarbij de ouder geen bewindvoerder is, telt niet mee voor toeslagregelingen Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 03-05-2019 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2019:1956
Geen herleving fiscale eenheid door ontbreken reële vernietigingsgrond krachtens dwaling Instantie Rechtbank Gelderland Datum 03-05-2019 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2019:1920
Inspecteur moet aannemelijk maken dat bouwgrond geen bouwterrein meer is Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 02-05-2019 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2019:1684
Geldige koopovereenkomst pand tot stand gekomen op grond van algemene regels koop onroerende zaak Instantie Rechtbank Den Haag Datum 01-05-2019 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2019:4212
Geen overeenkomst tot overdracht van aandelen door discrepantie aanbod en aanvaarding Instantie Gerecht in eerste aanleg van Curaçao Datum 30-04-2019 Nummer ECLI:NL:OGEAC:2019:83
Voor de uitleg wat gemeenschappelijk of privé is moet naar de splistingsakte en -tekening worden gekeken Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 30-04-2019 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2019:1519
Notaris moet transparant zijn in rollen die hij vervult Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 29-04-2019 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2019:28
Voorbehouden woongenot zonder vergoeding van 6% leidt tot toepasselijkheid art. 10 SW Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 26-04-2019 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2019:992
Appartementsrecht in voormalig klooster en balletzaal is niet voldoende getransformeerd tot woning voor de overdrachtsbelasting Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 25-04-2019 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2019:1753
Leegstaande woningen die voor verkoop of sloop zijn bestemd, vallen niet onder de verhuurderheffing Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 25-04-2019 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2019:1573
Elektronisch geplakte handtekening onbetrouwbare methode voor ondertekening koopovereenkomst Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 24-04-2019 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2019:1715
Door executeur niet in redelijkheid gemaakte advocatenkosten komen voor eigen rekening Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 23-04-2019 Nummer ECLI:NL:GHARL:2019:3552
Het ontvangen van een Participatiewet-uitkering leidt niet zonder meer tot recht op partneralimentatie Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 23-04-2019 Nummer ECLI:NL:GHARL:2019:3706
Onmogelijkheid van verkrijgen van parkeervergunning kan door mededeling van makelaar leiden tot non-conformiteit woning Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 23-04-2019 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2019:1459
Geen overgangsrecht voor draagplicht gemeenschapsschulden (art. 1:100 BW) Instantie Hoge Raad Datum 19-04-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:636
Hoge Raad hanteert ruime opvatting begrip 'akte' in art 156 lid 1 RV Instantie Hoge Raad Datum 19-04-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:641
Niet-nagekomen periodiek verrekenbeding: stelplicht en bewijslast in verband met vaststelling omvang overgespaard vermogen Instantie Hoge Raad Datum 19-04-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:637
Recht om naar bewijs te vragen dat hypotheekverhoging is aangegaan voor verbetering of onderhoud eigen woning vervalt niet door tijdsverloop Instantie Hoge Raad Datum 19-04-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:629
VOF is geen zelfstandig drager rechten en plichten door ontbreken rechtspersoonlijkheid Instantie Hoge Raad Datum 19-04-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:649
Cautio Socini niet in strijd met art. 4:4 BW Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 16-04-2019 Nummer ECLI:NL:GHARL:2019:3358
Notaris berispt vanwege aanwezigheid neef van testateur bij testamentbespreking Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 16-04-2019 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2019:1383
Notaris schiet tekort in het informeren van en doorvragen bij testateurs Instantie Kamer voor het notariaat Den Bosch Datum 15-04-2019 Nummer ECLI:NL:TNORSHE:2019:12
Golfbaan leent zich voor zelfstandig gebruik en kwalificeert niet als bebouwing of erbij behorend terrein Instantie Hoge Raad Datum 12-04-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:582
Stellige ontkenning van handtekening in onderhandse akte door echtpaar wordt gevolgd door Hoge Raad Instantie Hoge Raad Datum 12-04-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:572
Toedeling woning vormt verkrijging onder algemene titel voor planschadevergoeding Instantie Raad van State Datum 10-04-2019 Nummer ECLI:NL:RVS:2019:1124
Bij executoriale verkoop van aandelen is statutaire blokkeringsregeling wegens onredelijk vertragende werking terzijde gesteld Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 09-04-2019 Nummer ECLI:NL:GHARL:2019:3169
Koel- en rijpingscellen en stellages zijn onroerend in de zin van art. 3:3 BW Instantie Hoge Raad Datum 05-04-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:515
Ook bij vermenging met gemeenschapsvermogen blijft vergoedingsrecht voor privévermogen in stand Instantie Hoge Raad Datum 05-04-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:504
Vooruitbetaling is onverschuldigd omdat deze niet overeenstemt met voortgang van de bouw Instantie Rechtbank Overijssel Datum 05-04-2019 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2019:1205
Btw-heffing inzake verstrekking wifi-verbinding in vakantieaccomodatie Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 02-04-2019 Nummer ECLI:NL:GHARL:2019:2892
Niet bouwkundig met elkaar verbonden appartementen kwalificeren niet als één eigen woning Instantie Hoge Raad Datum 29-03-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:452
Het betreft geen uitzichtloze financiële situatie wanneer met de schuldeiser tot een acceptabele (af)betalingsregeling wordt gekomen en geen nieuwe schulden zijn ontstaan Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 28-03-2019 Nummer ECLI:NL:GHARL:2019:2784
Verwerken van BSN in btw-nummer van zelfstandige ondernemers is in strijd met privacywetgeving Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 28-03-2019 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2019:2295
Vader handelt onrechtmatig door geld op te nemen van spaarrekeningen kinderen Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 27-03-2019 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2019:1187
Beschikken onder beschermingsbewind met goedkeuringsbesluit bewindvoerders Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 26-03-2019 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2019:949
Schuldeiser behoudt separatistenpositie in schuldsaneringsregeling Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 26-03-2019 Nummer ECLI:NL:GHARL:2019:2672
Toerekening huurwoningen voor verhuurderheffing leidt tot ongelijke behandeling mede-eigendom en volledige eigendom Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 25-03-2019 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2019:2856
Adviesverplichting bij opdracht afhankelijk van de kenbare verwachtingen van opdrachtgever Instantie Hoge Raad Datum 22-03-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:418
Fourneerplicht huishoudkosten eindigt niet bij vertrek uit echtelijke woning Instantie Rechtbank Den Haag Datum 21-03-2019 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2019:3596
Oud-notaris berispt wegens onvoldoende zorgvuldigheid bij aandelenoverdracht en schending eisen Wna Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 20-03-2019 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2019:16
Weigering doorhalen recht van hypotheek in casu onrechtmatig Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 20-03-2019 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2019:1883
Arts krijgt waarschuwing voor niet naleven zorgvuldigheidsregels bij toepassen van euthanasie op dementerende vrouw Instantie Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Datum 19-03-2019 Nummer ECLI:NL:TGZCTG:2019:68
Notarissen berispt wegens op ondeugdelijke wijze invulling geven aan Wwft-verplichtingen op kantoor Instantie Kamer voor het notariaat Den Bosch Datum 18-03-2019 Nummer ECLI:NL:TNORSHE:2019:2
Opleggen aanslag wegens schenking in 1991 nog mogelijk nu schenker en begiftigde in leven zijn Instantie Hoge Raad Datum 15-03-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:359
Ondanks benoeming van gevolmachtigde in levenstestament heeft de rechter toch een professionele bewindvoerder en mentor benoemd Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 14-03-2019 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2019:1113
Uitleg van maatschapsovereenkomst; landbouwbedrijf kan worden overgenomen tegen de waarde in verpachte staat Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 13-03-2019 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2019:1029
Vernietiging (her)benoemingsbesluit vanwege strijd met redelijkheid en billijkheid Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 13-03-2019 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2019:1450
Bij bepaling van WOZ-waarde hoeft geen rekening te worden gehouden met opgebouwde reserve van VvE Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 12-03-2019 Nummer ECLI:NL:GHARL:2019:2109
Notaris had ministerie voor kavelruil moeten weigeren (Novitaris-kwestie) Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 12-03-2019 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2019:800
Fictief voordeel ex art. 10 SW door afwijkingen van testament Instantie Rechtbank Den Haag Datum 08-03-2019 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2019:2844
Hof bepaalt loon van executeur anders dan testament op grond van onvoorziene omstandigheden Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 28-02-2019 Nummer ECLI:NL:GHARL:2019:1893
Splitsingsvrijstelling (art. 15.1.h WBR) geldt niet voor uitgifte aandelen door onroerendezaakrechtspersoon Instantie Rechtbank Gelderland Datum 27-02-2019 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2019:824
Gerechtelijke vaststelling vaderschap en gevolgen voor afgeven verklaring van erfrecht Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 26-02-2019 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2019:622
Duurzame middelpunt van persoonlijke levensbelangen kwalificeert als hoofdverblijf art. 4 AWR Instantie Hoge Raad Datum 22-02-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:289
Ontslagvergoeding verknocht ongeacht of deze is ondergebracht in een stamrechtverzekering Instantie Hoge Raad Datum 22-02-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:273
Voor gegrond verzet van schuldeiser tegen fusie moet reële twijfel bestaan over de mogelijkheid tot voldoening van de vordering na de fusie Instantie Rechtbank Den Haag Datum 21-02-2019 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2019:2195
Rechtbank acht wettelijke termijn voor ontkenning vaderschap in strijd met EVRM Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 20-02-2019 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2019:1053
Notaris moet bij doorgeven van wijziging adresgegevens aan KvK zelf onderzoek doen Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 19-02-2019 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2019:8
Geen geldige titel voor vestiging pandrecht in hypotheekakte Instantie Geschillencommissie Financiële Dienstverlening Datum 18-02-2019 Nummer 2019-125
Waardestijging aandelen vlak voor overlijden door ongeneeslijke zieke erflater belast als fictieve erfrechtelijke verkrijging Instantie Hoge Raad Datum 15-02-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:235
Bij verzoek geruisloze terugkeer moeten eisen omtrent aandeelhouderschap worden getoetst op het overgangstijdstip Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 12-02-2019 Nummer ECLI:NL:GHARL:2019:1427
Na (turbo)liquidatie opengevallen of nog open te vallen legaten of erfstellingen vormen geen baten als bedoeld in art. 2:23c BW Instantie Rechtbank Den Haag Datum 12-02-2019 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2019:1725
Volgens Hof bestaat geen recht op salaire differé indien onbezoldigde arbeid voor een vennootschap is verricht Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 12-02-2019 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2019:369
Vaststelling omvang aftrekbare kosten ter behoud van aanmerkelijk belang na verdeling huwelijksgemeenschap Instantie Rechtbank Gelderland Datum 11-02-2019 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2019:520
Beëindiging van scheiding van tafel en bed door verzoening is vormvrij en vereist geen rechterlijke uitspraak Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 08-02-2019 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2019:511
Verhuur van Nederlandse vakantiewoning door niet in Nederland wonende belastingplichtigen valt niet onder KO-regeling wegens gebrek aan vaste inrichting Instantie Hoge Raad Datum 08-02-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:194
Gewichtige reden voor ontslag doordat executeur zonder medeweten van erfgenamen bedrag naar zichzelf overmaakte Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 06-02-2019 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2019:403
Schriftelijkheidsvereiste koop onroerende zaak geldt niet omdat de koper geen particulier is Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 06-02-2019 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2019:1691
Afstorting partnerpensioen omdat ex-echtgenote geen vertrouwen heeft in beleid directiepensioenstichting Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 05-02-2019 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2019:384
Medehuurderschap voor gehandicapt kind Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 05-02-2019 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2019:4804
Mondelinge verkoop van een chalet leidt tot een ongeldige koopovereenkomst Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 05-02-2019 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2019:400
Rechtbank stelt in goede justitie deelprijzen vast van de overdracht van voormalige melkveehouderij Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 05-02-2019 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2019:335
Kandidaat-notaris berispt wegens onzorgvuldigheid bij aandelenoverdracht Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 04-02-2019 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2019:12
Feitelijk samenwonen levert geen partnervrijstelling op voor erfbelasting Instantie Hoge Raad Datum 01-02-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:155
Ex-partner verkrijgt levensverzekeringsuitkering doordat polis was verdeeld Instantie Rechtbank Den Haag Datum 30-01-2019 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2019:4943
Aangaan van maatschap door 80-jarige is geen schijnhandeling Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 29-01-2019 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2019:421
Premiebetaling aan kleinkind geen ongebruikelijke en bovenmatige gift Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 29-01-2019 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2019:254
Aangaan van maatschap door 92-jarige levert geen schijnhandeling op Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 24-01-2019 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2019:422
Aandeel VOF valt volgens Rechtbank in huwelijksgoederengemeenschap Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 23-01-2019 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2019:280
Beding inzake vergoedingsplicht na einde samenwoning in samenlevingscontract is nietig Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 22-01-2019 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2019:172
Notaris aansprakelijk voor onjuiste uitvoering Belehrungspflicht Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 22-01-2019 Nummer ECLI:NL:GHARL:2019:536
STAK kan een bestuurder geen opdracht geven betalingsopdrachten te wijzigen Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 22-01-2019 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2019:175
Volgens Hof is tijdelijk schoolgebouw naar aard en inrichting toch onroerend Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 22-01-2019 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2019:173
Hof is bevoegd in hoger beroep zwaardere maatregel op te leggen aan notaris Instantie Hoge Raad Datum 18-01-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:51
Doktersassistente ontslagen vanwege geregistreerd partnerschap met patient Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 17-01-2019 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2019:192
Aanvragen kwijtschelding deelgenoot niet op invloed andere schuldenaar Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 15-01-2019 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2019:81
Balletzaal is nog niet getransformeerd tot woning voor heffing overdrachtsbelasting Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 11-01-2019 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2019:81
Notaris dient bij wijzigen erfstelling bij aanvullend testament te letten op voorgaande uiterste wil Instantie Hoge Raad Datum 11-01-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:4
Ondanks overschrijden zorgvuldigheidsnorm is notaris niet aansprakelijk vanwege verwijtbaar handelen door belanghebbende Instantie Hoge Raad Datum 11-01-2019 Nummer ECLI:NL:HR:2019:4
Executeur is vertrouwenspersoon van erflater Instantie Rechtbank Limburg Datum 10-01-2019 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2019:432
Door opzettelijk verzwijgen van Duits banktegoed geen bescherming van beneficiaire aanvaarding Instantie Rechtbank Overijssel Datum 09-01-2019 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2019:671
Extra waakzaamheid geboden bij aandelentransacties met opmerkelijke koopsommen; risico op faillissementsfraude Instantie Kamer voor het notariaat Den Haag Datum 09-01-2019 Nummer ECLI:NL:TNORDHA:2019:1
Voorwaarden bij schenking waren niet in belang van minderjarige Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 04-01-2019 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2019:22
Bezwaar tegen WOZ-beschikking terecht niet-ontvankelijk verklaard, wegens ontbreken van toereikende volmacht Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 21-12-2018 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2018:6479
Bij beoordeling van redelijk belang bij erfdienstbaarheid mag geen rekening worden gehouden met het dienende erf Instantie Hoge Raad Datum 21-12-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:2373
Bij verkrijging van aandelen in BV is geen sprake van verdeling van een gemeenschap Instantie Hoge Raad Datum 21-12-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:2399
Faillissementsaanvraag in strijd met art. 2:246 BW kan worden aangemerkt als kennelijk onbehoorlijke taakvervulling ex art. 2:248 BW Instantie Hoge Raad Datum 21-12-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:2370
Verzoek tot het leggen van conservatoir beslag onder derden (bankgarantie) toegewezen Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 21-12-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:11299
Voorschriften uit de Faillissementswet zijn ook van toepassing op de verzetsprocedure Instantie Hoge Raad Datum 21-12-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:2393
Verhuur restaurant vormt geen overgang van algemeenheid van goederen (art. 37d Wet OB) Instantie Hof van Justitie EU Datum 19-12-2018 Nummer ECLI:EU:C:2018:1038
Verzoek toepassing doorschuifregeling art. 4.17a Wet IB 2001 alleen mogelijk door gezamenlijk belanghebbenden, maar in casu geen materiële onderneming Instantie Rechtbank Gelderland Datum 19-12-2018 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2018:5556
Ontbinding motorclub wegens strijd met openbare orde Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 18-12-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:10865
Volgens Hof valt bestuurder geen ernstig persoonlijk verwijt te maken Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 18-12-2018 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2018:4798
Woning had moeten worden getaxeerd na openvallen eerste nalatenschap Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 18-12-2018 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2018:3850
De bewoordingen van een abstracte bankgarantie moeten strikt worden gelezen Instantie Hoge Raad Datum 14-12-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:2297
Belang notariële akte: kwijtingsverklaring vernietigd door toepassing art. 7:176 BW (omkering bewijslast) Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 11-12-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:10743
Bestuursaansprakelijkheid feitelijk bestuurder vereist ook ernstig persoonlijk verwijt Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 11-12-2018 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2018:5184
Kandidaat-notaris had nader onderzoek moeten verrichten om een door verjaring ontstane erfdienstbaarheid te constateren Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 11-12-2018 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2018:4549
Hof past vaste jurisprudentie toe bij oordeel dat geen sprake is van bestanddeel ex art. 3:4 lid 1 BW Instantie Hoge Raad Datum 07-12-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:2256
Vergoeding voor het uitstellen van de levering is onderdeel van de tegenprestatie en dus belast met overdrachtsbelasting Instantie Hoge Raad Datum 07-12-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:2276
Gebruik van woning zonder tegenprestatie is geen gift Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 05-12-2018 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2018:4961
Bij ABC-transactie komt belastingvoordeel op grond van art. 13 WBR niet aan B toe nu uitdrukkelijk beding ontbreekt Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 04-12-2018 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2018:4472
Beroep op vrijstelling overdrachtsbelasting bedrijfsopvolging (art. 15.1.b WBR) mogelijk bij schenking aandelen in vastgoed-BV Instantie Hoge Raad Datum 30-11-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:2200
Statutenwijziging toegestaan ondanks bezwaar financiële steunverlener Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 30-11-2018 Nummer ECLI:NL:RBROT:2018:11349
Vrijstelling overdrachtsbelasting voor bedrijfsoverdracht binnen familiesfeer (art. 15.1.b WBR) ook van toepassing op verkrijging aandelen in BV/onroerendezaaklichaam Instantie Hoge Raad Datum 30-11-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:2110
Borgtocht en hypotheekrecht gaan slechts naar rato over bij het cederen van gedeeltelijke vordering Instantie Rechtbank Gelderland Datum 28-11-2018 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2018:5725
De beperkende werking van de redelijkheid en billijkheid bij opeising van familiaire geldlening Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 27-11-2018 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2018:5149
Door uitleg samenlevingsovereenkomst oordeelt Hof dat premiedepot gemeenschappelijk is geworden Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 27-11-2018 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2018:3417
Notaris moet huwelijkse voorwaarden doornemen met partijen bij het opmaken van een testament Instantie Kamer voor het notariaat Amsterdam Datum 27-11-2018 Nummer ECLI:NL:TNORAMS:2018:25
Tuchtrecht kan ook gelden als notaris handelt in andere hoedanigheid Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 27-11-2018 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2018:4429
Formeel-juridische echtgenoot is na uitgesproken echtscheiding door uitleg van het testament geen erfgenaam Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 21-11-2018 Nummer ECLI:NL:RBROT:2018:9563
Meerderjarigenbewind gaat boven volmacht in samenlevingsovereenkomst Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 21-11-2018 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2018:3180
Verzoek teruggaaf btw voor zonnepanelen door middel van suppletie-aangifte met negatief bedrag afgewezen Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 21-11-2018 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2018:6495
Overschrijding overeengekomen bouwtermijn is fataal (art. 6:83) Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 20-11-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:10102
Na echtscheiding betaalde hypotheekrente en premies levensverzekering niet aftrekbaar als alimentatie Instantie Hoge Raad Datum 16-11-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:2134
Draagkracht alimentatieplichtige in verband met beëindiging maatschapsovereenkomst Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 15-11-2018 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2018:4690
Notaris moet meewerken aan onderzoek naar mogelijk valse handtekening op bijlage aan akte Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 14-11-2018 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2018:8183
Rechtbank legt bestuursverbod van twee jaar op aan bestuurder die zijn administratie niet aan de curator ter beschikking heeft gesteld Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 14-11-2018 Nummer ECLI:NL:RBROT:2018:9777
Winstdeling 'no cure no pay' behoort volgens Rechtbank tot vergoedingen voor werkzaamheden Instantie Rechtbank Gelderland Datum 12-11-2018 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2018:4866
Juridisch eigenaar ongerechtvaardigd verrijkt door verkoop woning Instantie Hoge Raad Datum 09-11-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:2068
Verhuur van woning en parkeerplaats is een prestatie Instantie Hoge Raad Datum 09-11-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:2069
Volgens Hof is mobiel chalet onroerend voor de heffing van omzetbelasting Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 09-11-2018 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2018:4636
Complicaties bij geldlening die niet schriftelijk was vastgelegd Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 07-11-2018 Nummer ECLI:NL:RBROT:2018:9134
Huisarts die zonder toestemming van patiënt een medische verklaring verstrekt, handelt tuchtrechtelijk verwijtbaar Instantie Regionaal Tuchtcollege voor de Gezondheidszorg Datum 07-11-2018 Nummer ECLI:NL:TGZREIN:2018:80
Toestemming echtgenoot bij borgstelling niet nodig vanwege uitzondering art. 1:88 lid 5 BW Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 07-11-2018 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2018:7929
Hof verklaart partieel nietige overeenkomst algeheel nietig wegens niet gemelde steunmaatregel Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 06-11-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:9636
Levering is niet vereist bij een door de rechter vastgestelde verdeling voor de goederenrechtelijke overgang Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 06-11-2018 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2018:3063
Onterecht opgeheven conservatoir beslag kon door veranderde rechtstoestand zaak niet herleven Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 06-11-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:9712
Structurele en ernstige normschendingen door lijdelijke opstelling notaris bij aandelentransacties en oprichting BV Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 06-11-2018 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2018:43
Beroep op inkeerregeling niet mogelijk indien inkeer plaats heeft gevonden na aanscherping van de oude regeling Instantie Hoge Raad Datum 02-11-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:2041
Afsplitsing belast met overdrachtsbelasting wegens het ontbreken van een zakelijk motief Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 01-11-2018 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2018:4542
Beleggingsleer ex art. 1:87 BW niet van toepassing op samenwoners zonder samenlevingsovereenkomst Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 31-10-2018 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2018:9652
Notaris houdt zich aan beroepsgeheim, maar brengt ten onrechte kosten in rekening Instantie Kamer voor het notariaat Den Haag Datum 31-10-2018 Nummer ECLI:NL:TNORDHA:2018:18
Turks recht beheerst huwelijksvermogensregime op grond van Haags Huwelijksvermogensverdrag 1978 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 31-10-2018 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2018:2880
Een afwijzend besluit van de ALV of VvE is ook een besluit Instantie Rechtbank Overijssel Datum 30-10-2018 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2018:4382
Oprenting testamentaire vordering loopt door tot voldoening Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 30-10-2018 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2018:4498
Terugneemrecht ex art. 61 Fw (oud) en 50%-regel in geval van faillissement vòòr 1 januari 2018 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 24-10-2018 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2018:4364
Notaris brengt ten onrechte kosten in rekening voor verkoper Instantie Kamer voor het notariaat Amsterdam Datum 23-10-2018 Nummer ECLI:NL:TNORAMS:2018:22
Op verzoek van kind is huwelijk van moeder nietig verklaard wegens wilsonbekwaamheid Instantie Hoge Raad Datum 19-10-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:1982
Appartementsrechten vormen afzonderlijke onroerende zaken voor de btw Instantie Hoge Raad Datum 19-10-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:1966
Slechts 50% btw-aftrek omdat echtgenoten buiten gemeenschap van goederen zijn gehuwd (art. 15 Wet OB) Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 18-10-2018 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2018:4324
Afwijken WVPS gebonden aan vormvoorschriften Instantie Rechtbank Gelderland Datum 17-10-2018 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2018:5766
Alimentatieverplichting zonder maximumtermijn in samenlevingscontract Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 17-10-2018 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2018:7372
Geen giftenaftrek bij gift aan loketinstelling Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 16-10-2018 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2018:2726
Niet voldaan aan voorwaarde voor opeisbaarheid vorderingen op langstlevende, want geen aanspraak op overheidsvergoeding Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 16-10-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:9101
Notaris had weinig inzicht in foute handelingen door ontvangen geld van een derde door te storten naar o.a. de koper Instantie Kamer voor het notariaat Den Bosch Datum 15-10-2018 Nummer ECLI:NL:TNORSHE:2018:23
Hof past ten onrechte twee kringenleer niet toe Instantie Hoge Raad Datum 12-10-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:1900
Omdat niet onrechtmatig is gehandeld jegens dochter, heeft holding geen afgeleide schade geleden Instantie Hoge Raad Datum 12-10-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:1899
Geen vergunningvrije mantelzorgwoning wegens onvoldoende mantelzorgbehoefte Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 11-10-2018 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2018:5021
Ondertekening van aandeelhoudersovereenkomst impliceert de wil tot binding aan bepalingen uit de overeenkomst Instantie Rechtbank Gelderland Datum 11-10-2018 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2018:5006
Renovatie van woning is in casu geen reden voor beëindiging huurovereenkomst op grond van dringend eigen gebruik Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 11-10-2018 Nummer ECLI:NL:RBROT:2018:8640
Geen levering bouwterrein omdat sloopverplichting feitelijk niet voor rekening van verkoper kwam Instantie Rechtbank Gelderland Datum 10-10-2018 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2018:4349
Landtong is na verkrijgende verjaring rechtsgeldig overgedragen aan koper Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 10-10-2018 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2018:8775
Notaris die tevens secretaris van een stichting is waarmee hij nauw samenwerkte leidt tot schending onafhankelijke dienstverlening Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 10-10-2018 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2018:35
Schenking aan goede doelen stichting impliceerde overeenkomst van opdracht Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 10-10-2018 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2018:7062
Schenking van eigen schilderij niet geaccepteerd als aftrekbare gift Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 09-10-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:8807
Vervangende machtiging voor de overdracht van erfpachtrechten, art. 5:91 lid 4 BW Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 04-10-2018 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2018:8469
Arbitragebepaling in notarieel samenlevingscontract naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 01-10-2018 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2018:5855
Geen bijzondere eisen voor ontbinding van een huurovereenkomst van sociale woonruimte Instantie Hoge Raad Datum 28-09-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:1810
Overdracht van machines vormt geen overgang van algemeenheid van goederen omdat aard van verhuur is gewijzigd (art. 37d Wet OB) Instantie Hoge Raad Datum 28-09-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:1787
Regels van opdracht van toepassing op notaris en zijn cliënt bij terbeschikkingstelling van geld door cliënt ten behoeve van derden Instantie Hoge Raad Datum 28-09-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:1776
Automatische wisseling van Turks recht naar Nederlands recht op grond van HHV 1978 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 27-09-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:8667
In casu is faillissementsprocedure ingeleid met het oog op doorstart van de failliet en niet (louter) gericht op liquidatie van het vermogen Instantie Rechtbank Limburg Datum 26-09-2018 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2018:9137
Rechtbank oordeelt dat artikel 3:321 BW in casu bij ongehuwde samenwoners van toepassing is Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 26-09-2018 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2018:3909
Kantonrechter verleent machtiging tot gedeeltelijk verwerpen legaat minderjarige kleinkinderen Instantie Rechtbank Gelderland Datum 25-09-2018 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2018:4254
Procedure tegen ontbonden en geliquideerde vennootschap kan worden voortgezet Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 25-09-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:8520
Verdeling heeft slechts obligatoire werking en onverdeeldheid eindigt pas door levering Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 25-09-2018 Nummer ECLI:NL:RBROT:2018:11062
Duurzaam aan BV onttrokken gelden vormen geen ondernemingsvermogen voor doorschuiffaciliteit Instantie Hoge Raad Datum 21-09-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:1699
Notaris moet zich vanwege tegengestelde belangen onthouden van het geven van advies Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 21-09-2018 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2018:42
Voor ex betaalde hypotheekrente geen voor de inkomstenbelasting aftrekbare onderhoudsverplichting Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 21-09-2018 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2018:3942
Bekrachtiging aandelenoverdracht en cessie vordering middels rekening-courant is paulianeus Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 19-09-2018 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2018:5155
Verlengde navorderingstermijn m.b.t. schenking is niet in strijd met artikel 1 EP bij EVRM Instantie Rechtbank Gelderland Datum 19-09-2018 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2018:4031
Vermogensrechtelijke afspraak niet volgens vormvereiste huwelijkse voorwaarden en daarom nietig Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 19-09-2018 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2018:2415
Als het recht van de staat van de gewone verblijfplaats voor verwerping een rechterlijke toestemming of machtiging vereist, moet wettelijke vertegenwoordiger zich wenden tot de rechter van die staat Instantie Rechtbank Den Haag Datum 18-09-2018 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2018:13811
Notaris verwijst in registerverklaring koop naar niet-bestaande koopakte en krijgt waarschuwing Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 18-09-2018 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2018:3433
Onder zorgplicht notaris behoort het toesturen van concept aan volmachtgever, ook bij onherroepelijke volmacht. Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 18-09-2018 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2018:3353
Vanwege bate tijdens ontbinding is vennootschap na turbo-liquidatie niet opgehouden te bestaan Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 18-09-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:8353
Verkoop certificaten met WEV van € 6 miljoen tegen prijs van € 1 miljoen geen schenking, nu wil tot bevoordeling ontbrak Instantie Rechtbank Gelderland Datum 18-09-2018 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2018:4002
Schenking aan partner wordt aangemerkt als natuurlijke verbintenis, zodat deze is vrijgesteld van schenkbelasting Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 14-09-2018 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2018:3779
Handelen met betrekking tot panden leidt niet tot belast inkomen Instantie Rechtbank Gelderland Datum 07-09-2018 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2018:3882
Overdracht van rechtsverhouding tegen vergoeding is dienst ex art. 4 Wet OB waarover omzetbelasting is verschuldigd Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 07-09-2018 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2018:11877
Beoordeling rechtsgeldig beroep op actio pauliana door vereffenaar behoort niet tot taken Kantonrechter Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 05-09-2018 Nummer ECLI:NL:RBROT:2018:7592
Geen aansprakelijkheid notaris als gevolg van onvolledig informeren bij wijzigen testament Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 05-09-2018 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2018:4500
Schenking door minderjarige, rechterlijke toestemming en ontbreken medewerking toeziend voogd Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 05-09-2018 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2018:7250
Voorkeursrecht tot aankoop pand niet van toepassing bij aandelenoverdracht van moedermaatschappij van verhuurder Instantie Rechtbank Den Haag Datum 05-09-2018 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2018:10554
Economisch eigendom staat bezit niet in de weg; verjaring maakt economisch eigenaar rechthebbende Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 29-08-2018 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2018:7555
Werking blokkeringsregeling bij overdracht certificaten Instantie Rechtbank Den Haag Datum 29-08-2018 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2018:10212
Nieuwe schenking treedt niet in de plaats van eerdere schenking Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 28-08-2018 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2018:3636
Oordeel medisch deskundige over erflaters wilsonbekwaamheid leidt tot nietig testament Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 22-08-2018 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2018:7281
Binnen het werkveld van de notaris verrichte werkzaamheden behoren te worden vergoed Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 21-08-2018 Nummer 6807789 \ CV EXPL 18-2678
Verzoek om teruggaaf omzetbelasting niet-ontvankelijk wegens termijnoverschrijding Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 21-08-2018 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2018:3227
Horen van wederpartij bij opmaken van akte van verjaring niet verplicht, wel aanbevolen Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 18-08-2018 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2018:53
Zowel anti-kraakwoningen als Leegstandwetwoningen zijn aan te merken als voor verhuur bestemde woningen voor de verhuurderheffing Instantie Hoge Raad Datum 17-08-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:1313
'Snoei- en kapregeling' vormt geen erfdienstbaarheid, kwalitatief recht of kwalitatieve verplichting, maar kettingbeding Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 14-08-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:7343
Vrouw moet, naast gebruiksvergoeding, schadevergoeding aan man betalen als gevolg van niet meewerken aan verkoop van woning Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 14-08-2018 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2018:2720
Adviseur aansprakelijk voor schade wegens niet wijzen op gevolgen mogelijk faillissement voor BOF SW Instantie Rechtbank Gelderland Datum 08-08-2018 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2018:3816
Verhuur van slaapkamer in appartement via Airbnb in strijd met splitsingsakte Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 08-08-2018 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2018:5751
Inspecteur had finale IB-aangifte waarop géén fictief ab-vervreemdingsvoordeel was verantwoord, nader moeten onderzoeken Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 07-08-2018 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2018:2025
Norm bestuurdersaansprakelijkheid vennootschap volgens Hof ook van toepassing op stichting Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 07-08-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:7119
Art. 10b UB SW buiten toepassing bij afwijking 10% van de waarde in economisch verkeer Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 02-08-2018 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2018:4637
Waarderingsvoorschrift van erfpachtrecht (art. 10b UB SW) onverbindend bij in betekenende mate lagere WEV Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 02-08-2018 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2018:4636
Geen toestemming van echtgenote vereist bij rechtshandelingen die behoren tot de normale uitoefening van het bedrijf in de zin van art. 1:88 lid 5 BW Instantie Rechtbank Limburg Datum 01-08-2018 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2018:7322
Verzoeker die niet behoort tot de verzoekers genoemd in art. 1:432 BW toch ontvankelijk Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 26-07-2018 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2018:5036
Aanbiedingsplicht geldt doordat letterlijke bewoordingen van de statuten de bedoeling van partijen niet goed weergeeft Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 25-07-2018 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2018:4022
Notaris dient terughoudend en behoedzaam te zijn bij juridische opinie van een eigen akte Instantie Kamer voor het notariaat Den Haag Datum 25-07-2018 Nummer ECLI:NL:TNORDHA:2018:12
Notaris had ministerieplicht en mocht afgifte grosse testament aan legataris niet weigeren Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 25-07-2018 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2018:5938
Notaris heeft bij oprichtingen en aandelenoverdrachten onvoldoende onderzoek verricht en daarbij te veel als verlengstuk van partijen gehandeld Instantie Kamer voor het notariaat Den Haag Datum 25-07-2018 Nummer ECLI:NL:TNORDHA:2018:13
Opmerkelijke koopsommen bij aandelentransacties binnen een groep hadden notaris tot extra waakzaamheid moeten brengen Instantie Kamer voor het notariaat Den Haag Datum 25-07-2018 Nummer ECLI:NL:TNORDHA:2018:14
Bestuur STAK niet verplicht om verlangen van certificaathouder om te decertificeren in te willigen Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 24-07-2018 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2018:2640
Vermindering quasi-legaat onredelijk vanwege verzorgingskarakter Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 24-07-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:6788
Rechtbank wijst verzoek om termijn op grond van art. 4:192 lid 2 en lid 4 BW te stellen en te verlengen af Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 19-07-2018 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2018:3487
Eneco-beschikking Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 18-07-2018 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2018:2488
Door ruilverkaveling is gemeente eigenaar geworden van de grond en gaat verjaringstermijn van twintig jaar opnieuw lopen Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 18-07-2018 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2018:3319
Akte bevatte geen goedschrift, maar desondanks was nadere bewijslevering bij vordering onnodig Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 17-07-2018 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2018:3117
Borgstelling in privé voor lening BV ten behoeve van inkoop in maatschap is mogelijk rechtshandeling die past binnen normale bedrijfsuitoefening waarvoor geen toestemming is vereist Instantie Hoge Raad Datum 13-07-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:1220
Geen vrijstelling overdrachtsbelasting bij taakoverdracht ANBI nu schulden niet zijn overgedragen Instantie Hoge Raad Datum 13-07-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:1137
Nederlandse pensioenverevening voor buitenlands pensioen Instantie Hoge Raad Datum 13-07-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:1219
Verkregen afkoopsom pensioen valt niet in gemeenschap nu deze in periode tussen twee huwelijken in is verkregen Instantie Hoge Raad Datum 13-07-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:1180
Bekrachtiging door een bevoegd orgaan van een door een onbevoegd orgaan genomen besluit is niet mogelijk Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 11-07-2018 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2018:4902
Geen overgang van onderneming omdat bestaan van pre-pack niet is gebleken Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 10-07-2018 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2018:2339
Opzegging lidmaatschap coöperatie heeft niet tot gevolg dat verplichtingen uit hoofde van de koop- en aannemingsovereenkomst ophouden te bestaan Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 10-07-2018 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2018:2376
Verkrijging door gewijzigde winstverdeling via ontbinding en directe inbreng in nieuwe maatschap vrijgesteld Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 10-07-2018 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2018:2589
Alleen informatie inwinnen is onvoldoende voor disculpatie, aansprakelijkgestelde had moeten doorvragen Instantie Hoge Raad Datum 06-07-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:1093
Beroep op begunstiging polis naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar Instantie Hoge Raad Datum 06-07-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:1102
Onder de reikwijdte van art. 33 Inv. vallen slechts de formeel bestuurders Instantie Hoge Raad Datum 06-07-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:1112
Of projectontwikkelingsactiviteiten een materiële onderneming vormen moet op zichzelf worden bezien Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 03-07-2018 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2018:3294
Tijdelijk verruimde schenkvrijstelling art. 33a SW (oud) slechts één kalenderjaar toepasbaar Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 03-07-2018 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2018:3292
Naar Australisch recht geen machtiging vereist tot verwerping nalatenschap namens minderjarige, zodat de verwerping zonder machtiging in boedelregister kan worden ingeschreven Instantie Rechtbank Den Haag Datum 02-07-2018 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2018:7849
Koopsom voor pand op kwaliteitsrekening notaris behoort tot box 3-bezittingen verkoper Instantie Hoge Raad Datum 29-06-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:1035
Verleggingsregeling ook van toepassing bij onderhandse verkoop in plaats van executieveiling Instantie Hoge Raad Datum 29-06-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:1032
Uitleg huwelijksvoorwaarden met betrekking tot bepaling dat geen verrekening plaatsvindt over tijd dat echtgenoten niet samenwonen Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 28-06-2018 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2018:2772
Voorpootrecht tenietgegaan door titelzuiverende werking van ruilverkaveling Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 27-06-2018 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2018:3141
Datum van indiening machtigingsverzoek tot verwerping namens minderjarige is beslissend voor art. 4:193 BW Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 26-06-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:5920
Vastgoedonderneming met 42 werknemers en 300 objecten drijft geen onderneming Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 26-06-2018 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2018:5635
Executoriale verkoop van aandelen door pandhouder in beginsel met inachtneming van blokkeringsregeling Instantie Hoge Raad Datum 22-06-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:972
Tegenbewijs mogelijk bij kwijting voor betaling (kwitantie) in leveringsakte Instantie Hoge Raad Datum 22-06-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:975
Bevoegdheidsregel art. 4 ErfVo kan rol spelen bij afgifte nationale erfrechtverklaring in grensoverschrijdende nalatenschappen Instantie Hof van Justitie EU Datum 21-06-2018 Nummer ECLI:EU:C:2018:485
Opheffing van testamentair bewind dat is ingesteld bij testament vòòr 1 januari 2003 niet mogelijk Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 21-06-2018 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2018:2687
Erfgenamen zijn geen belanghebbenden ten aanzien van de vaststelling van het (voorschot op het) vereffenaarsloon Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 20-06-2018 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2018:1678
Economisch eigenaar kan juridisch eigendom aan zichzelf leveren ondanks overlijden volmachtgever Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 19-06-2018 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2018:2057
Redelijkheid en billijkheid brengen mee dat winkelier moet bijdragen aan vereniging ondanks opzegging lidmaatschap Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 19-06-2018 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2018:2677
Schenking van aandelen aan bestuurder dochter-BV aangemerkt als loon en als zodanig belast Instantie Rechtbank Den Haag Datum 19-06-2018 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2018:9041
Ondanks ontbreken machtiging erfgenamen mag adviseur doorprocederen namens de erfgenamen Instantie Hoge Raad Datum 15-06-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:913
Op grond van zaakwaarneming mag na overlijden erflater zonder machtiging worden doorgeprocedeerd Instantie Hoge Raad Datum 15-06-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:913
Beslag op appartementsrecht opgeheven onder voorwaarde dat vervangend beslag wordt gelegd op koopprijs Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 14-06-2018 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2018:2240
Notaris handelt verwijtbaar door bankhypotheek te herkennen als krediethypotheek Instantie Kamer voor het notariaat Amsterdam Datum 14-06-2018 Nummer ECLI:NL:TNORAMS:2018:27
Geen verdeling spaarpolis omdat in notarieel samenlevingscontract geen bepaling over overgespaarde gelden was opgenomen Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 12-06-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:5401
Recreatiewoning kwalificeert als hoofdverblijf vanwege middelpunt van persoonlijke belangen Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 12-06-2018 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2018:1416
Aansprakelijkgestelde krijgt mogelijkheid tot disculpatie Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 08-06-2018 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2018:2464
Hoge Raad inzake maatstaf art. 7:313 lid 3 BW Instantie Hoge Raad Datum 08-06-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:874
Kantoorpand dat wordt verbouwd tot woningen belast met 6% overdrachtsbelasting ondanks woonbestemming Instantie Hoge Raad Datum 08-06-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:872
Ondertekening is geen vereiste voor het rechtsgeldig tot stand komen van een vaststellingsovereenkomst Instantie Hoge Raad Datum 08-06-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:865
Toedeling overwaarde van woning vormt gedeeltelijke afkoop van alimentatie Instantie Hoge Raad Datum 08-06-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:868
Verhuurderheffing bij mede-eigendom in strijd met gelijkheidsbeginsel Instantie Hoge Raad Datum 08-06-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:846
Perceel met bebouwing is geen bouwterrein omdat verkoper niet verplicht was tot sloop Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 07-06-2018 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2018:3322
Schijnhuwelijk dat niet nietig is verklaard is bestaand en geldig en kent een huwelijksgemeenschap Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 06-06-2018 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2018:3969
Ongelijke inbreng samenwoners en waardedaling woning Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 05-06-2018 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2018:2369
Schenking door Antilliaanse Stichting Particulier Fonds belast doordat feitelijk leiding in Nederland is Instantie Rechtbank Gelderland Datum 05-06-2018 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2018:2477
Zorgvuldigheidsverplichtingen notaris bij aandelenoverdracht voor 1 euro Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 05-06-2018 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2018:1906
Rechtbank benoemt notaris tot vereffenaar gelet op complexiteit van nalatenschap Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 04-06-2018 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2018:2451
Onvoltooide levering van kavel kon door curator niet worden voltooid Instantie Rechtbank Gelderland Datum 01-06-2018 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2018:3124
Wils-vertrouwensleer ook van toepassing op telefonische uitlatingen over opzegging VOF Instantie Hoge Raad Datum 01-06-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:819
Rechtbank oordeelt dat overdracht van woonboerderij tegen waarde volgens Successiewet geen gift is Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 30-05-2018 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2018:1951
Verkrijging kapel valt niet onder de toepassing van verlaagd tarief Instantie Rechtbank Den Haag Datum 30-05-2018 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2018:6332
Vordering op NAM rechtsgeldig aan koper overgedragen bij overdracht woning Instantie Rechtbank Den Haag Datum 30-05-2018 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2018:6517
Bij totstandkoming van benoemingsbesluit bestuurder zijn alle omstandigheden van het geval van belang Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 29-05-2018 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2018:1215
Een op een buitenlandse huwelijksakte vermelde regimekeuze voldoet niet aan vormvereisten voor afwijken van wettelijk stelsel van gemeenschap van goederen Instantie Rechtbank Overijssel Datum 29-05-2018 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2018:2406
Verdeling van een nalatenschap terwijl de vereffening nog niet is voltooid, is onder voorwaarden mogelijk Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 29-05-2018 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2018:2267
Door van testament afwijkende verdeling zijn erfdelen van kinderen niet gedefiscaliseerd Instantie Hoge Raad Datum 25-05-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:766
Betaling op grond van vaststellingsovereenkomst vormt verkrijging krachtens erfrecht Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 24-05-2018 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2018:3329
Constructie met wederinkoop en wederverkoop om overdrachtsbelasting te ontlopen mislukt; notaris beboet wegens medeplegen Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 23-05-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:4680
Beroep op verjaring op grond van art. 3:310 BW bij samenwoners zonder samenlevingscontract in casu slaagt Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 22-05-2018 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2018:2223
Vrouw heeft bijdrageplicht in gemeenschapsschuld terwijl de vordering jegens haar is verjaard na ontbinding van de huwelijksgemeenschap Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 22-05-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:4629
Burgerlijke rechter bevoegd om schorsingsbesluit van lid van kerkelijk orgaan te toetsen Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 18-05-2018 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2018:3642
Loon van een door erfgenamen/vereffenaars benoemde gemachtigde behoort niet tot de vereffeningskosten Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 18-05-2018 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2018:1885
Onbeperkte navorderingstermijn erfbelasting: geen strijd met Unierecht en artikel 1 EP bij EVRM Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 18-05-2018 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2018:3107
Notaris hoeft in depot genomen akten niet nader inhoudelijk te onderzoeken Instantie Rechtbank Overijssel Datum 16-05-2018 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2018:3066
Adoptie van een meerderjarige Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 15-05-2018 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2018:4353
Geen vereffening volgens de wet, rechter onbevoegd aanwijzingen aan executeur te geven Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 09-05-2018 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2018:4178
Te late melding van waarneming aan KNB leidt niet tot nietigheid notariële akte Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 09-05-2018 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2018:3209
Turboliquidatie terwijl opeisbare schulden bestaan, kan leiden tot persoonlijk ernstig verwijt bestuurders Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 08-05-2018 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2018:1013
Woordelijke vermelding van erfdienstbaarheden in leveringsakte niet verplicht, maar wel wenselijk Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 08-05-2018 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2018:1559
Bij het vaststellen van vervreemdingsvoordeel uit aanmerkelijk belang is koopprijs in notariële leveringsakte leidend Instantie Rechtbank Gelderland Datum 04-05-2018 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2018:2089
Cassatie in belang der wet inzake vereffening en griffierecht Instantie Hoge Raad Datum 04-05-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:681
Hoge motiveringseisen bij beëindiging partneralimentatie vòòr verstrijken van twaalfjaarstermijn Instantie Hoge Raad Datum 04-05-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:695
Eigenaar van grond wordt aangemerkt als bevoegde aanlegger netwerk; latere registratie door netbeheerder heeft geen invloed Instantie Rechtbank Gelderland Datum 02-05-2018 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2018:2623
Ontbinding geregistreerd partnerschap op grond van duurzame ontwrichting in casu toewijsbaar ondanks voornemen om te huwen Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 02-05-2018 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2018:2079
Bezwaarde erfgenaam is niet bevoegd schenkingen ten laste van nalatenschap te doen, tenzij anders is bepaald Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 01-05-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:4125
Kantonrechter wijst verzoek voor som ineens af omdat verdiencapaciteit door de zorg voor erflater niet is aangetast Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 01-05-2018 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2018:1928
Hof ziet gegronde redenen om te twijfelen aan beleid en juiste gang van zaken bij zorginstelling Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 30-04-2018 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2018:1465
VvE kon in redelijkheid tot het besluit komen om splitsingsakte niet te wijzigen Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 24-04-2018 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2018:2960
Geen algemeen agenderingsrecht voor aandeelhouder Instantie Hoge Raad Datum 20-04-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:652
Haviltex van belang bij vraag of finaal verrekenbeding geldt bij overlijden voordat echtscheidingsbeschikking is ingeschreven Instantie Hoge Raad Datum 20-04-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:643
Hoge Raad geeft eiser tot cassatie gelegenheid om mede-erfgenamen op te roepen als partijen in vorderingsprocedure Instantie Hoge Raad Datum 20-04-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:649
Ter beschikking stellen van opslagruimte in casu aangemerkt als verhuur van onroerende zaken Instantie Hoge Raad Datum 20-04-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:634
Bate die voortkomt uit of samenhangt met vereffening kan leiden tot heropening vereffening op grond van art. 2:23c BW Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 19-04-2018 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2018:1659
Een WhatsApp bericht voldoet niet aan het schriftelijkheidsvereiste van art. 7:2 lid 1 BW waardoor geen geldige koopovereenkomst tot stand is gekomen Instantie Rechtbank Limburg Datum 19-04-2018 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2018:3816
Professioneel bewindvoerder handelt in strijd met Besluit kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren door nalatenschap te aanvaarden Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 19-04-2018 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2018:2285
Afwijking van bewijsvermoeden van art. 1:141 lid 3 BW, omdat partijen anders in huwelijksvoorwaarden hebben afgesproken Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 17-04-2018 Nummer ECLI:NL:RBROT:2018:9591
Draagplicht voor restschuld samenwoners bij ontbreken overeenkomst Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 17-04-2018 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2018:1608
Verbouwing ziekenhuis niet ver genoeg gevorderd voor toepassing 2%-tarief Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 17-04-2018 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2018:1423
Voor recht op betalingsrechten jonge landbouwers moet blokkerende zeggenschap expliciet in statuten worden opgenomen Instantie College van Beroep voor het bedrijfsleven Datum 17-04-2018 Nummer ECLI:NL:CBB:2018:154
Zonnepanelen zijn onroerend door natrekking Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 17-04-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:3558
Eigenaresse van woning draagt drie keer meer bij aan gemeenschappelijk onderhoud pand dan bovenburen Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 16-04-2018 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2018:2650
Décharge als voorwaarde voor taakbeëindiging executeur is nietig Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 11-04-2018 Nummer ECLI:NL:RBROT:2018:3425
Draagplicht huishoudkosten niet geëindigd ondanks verlaten van echtelijke woning Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 11-04-2018 Nummer ECLI:NL:RBROT:2018:3418
Termijnoverschrijding bij verzoek ontkenning vaderschap in casu gerechtvaardigd op grond van family life (art. 8 EVRM) Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 11-04-2018 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2018:3017
Appartement juridisch eigenaar kan worden geëxecuteerd ten behoeve van de economische eigenaar Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 10-04-2018 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2018:3436
Navorderingsaanslag erfbelasting niet mogelijk indien door Belastingdienst zelf is gekozen voor onjuiste tariefgroep Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 10-04-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:3383
Pas bij gerede twijfel aan wilsbekwaamheid van cliënt moet notaris stappenplan volgen Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 10-04-2018 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2018:1202
Door box 3 heffing onder armoedegrens dus individueel buitensporige last Instantie Hoge Raad Datum 06-04-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:511
Vordering op deelgenoot kan niet in de verdeling van de gemeenschap worden betrokken Instantie Hoge Raad Datum 06-04-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:535
Geen machtiging voor omzetting van vermogen onder bewind in participatie fonds voor gemene rekening Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 05-04-2018 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2018:1471
Vooraf overeenkomen dat Kantonrechter over geschil zal beslissen valt buiten grenzen art. 96 Rv Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 04-04-2018 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2018:5827
Afwijking van draagplicht bij helfte op grond van zeer uitzonderlijke omstandigheden Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 03-04-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:3056
BV die via diverse maatschappen vastgoed exploiteert en daarmee een bovengemiddeld rendement behaalt, drijft een materiële onderneming Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 03-04-2018 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2018:794
Aardbeving is bijzondere omstandigheid op grond waarvan waardepeildatum wordt verlegd Instantie Hoge Raad Datum 30-03-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:457
Hoge Raad herhaalt uitgangspunt dat bestuurdersaansprakelijkheid persoonlijk karakter heeft (TMF) Instantie Hoge Raad Datum 30-03-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:470
Individuele beoordeling handelen van bestuurders bij onrechtmatige daad Instantie Hoge Raad Datum 30-03-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:470
Voor boekwinst op grond van art. 15a lid 1 Wet Vpb kan geen herinvesteringsreserve worden gevormd Instantie Hoge Raad Datum 30-03-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:459
Behandeling verzoek tot verwerping Duitse nalatenschap namens minderjarige Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 29-03-2018 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2018:1223
Gevraagde machtiging tot uitoefenen van het recht van erfgenaam afgewezen, omdat vermiste persoon mogelijk een kind heeft Instantie Rechtbank Den Haag Datum 29-03-2018 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2018:4580
Enkel tijdsverloop of stilzitten is onvoldoende voor rechtsverwerking Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 28-03-2018 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2018:2600
Inbezitneming van onroerend goed zonder notariële akte is niet te goeder trouw Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 28-03-2018 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2018:1099
Notaris mag afgaan op mededeling van gevolmachtigde Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 28-03-2018 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2018:6891
Afwijking draagplicht bij helfte omdat het in strijd is met redelijkheid en billijkheid als echtgenote moet meebetalen aan boetes Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 27-03-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:2879
Bij reparatiehuwelijk niet nodig om herleefde huwelijksvoorwaarden opnieuw in te schrijven Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 27-03-2018 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2018:1035
Curator die overging over tot verkoop van goederen zonder pand- of hypotheekhouders een redelijke termijn te geven was aansprakelijk op grond van onrechtmatige daad Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 27-03-2018 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2018:1291
Machtiging tot verwerping positieve nalatenschap namens minderjarige verleend Instantie Rechtbank Limburg Datum 27-03-2018 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2018:2832
Vermogensrendementsheffing geen individuele buitensporige last ondanks extreem hoge belastingdruk van 183% Instantie Rechtbank Gelderland Datum 27-03-2018 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2018:1370
Kantonrechter keurt onderhandse verdeling van nalatenschap met minderjarigen goed Instantie Rechtbank Den Haag Datum 26-03-2018 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2018:3458
Fixatiebeginsel en verbintenissen na faillietverklaring ontstaan uit bestaande rechtsverhouding Instantie Hoge Raad Datum 23-03-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:424
Hoge Raad geeft nadere invulling aan begrippen 'aanhangig' en 'verkrijging' in de zin van art. 3:43 BW Instantie Hoge Raad Datum 23-03-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:428
Onderscheid tussen partner en overige verkrijgers bij erfrechtelijke verkrijging is niet in strijd met het EVRM Instantie Hoge Raad Datum 23-03-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:402
Notaris handelt in dit geval niet in strijd met zorgplicht door legataris niet te informeren Instantie Kamer voor het notariaat Amsterdam Datum 22-03-2018 Nummer ECLI:NL:TNORAMS:2018:11
Rechtbank oordeelt dat notaris bij opstellen van testament partijen niet hoefde te wijzen op huwelijksvoorwaarden Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 21-03-2018 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2018:2288
Toekomstige eigen bijdragen AWBZ/Wlz vormen geen box 3-schulden Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 21-03-2018 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2018:992
Ontoereikende volmacht om de gezamenlijke erven te vertegenwoordigen kan worden hersteld op grond van art. 6:6 Awb Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 20-03-2018 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2018:967
Tijdig en conform statuten oproepen van aandeelhouders is fundamentele eis eerlijke besluitvorming Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 20-03-2018 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2018:947
Geen omkering van de bewijslast met betrekking tot de vraag of de verlengde navorderingstermijn van toepassing is Instantie Hoge Raad Datum 16-03-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:359
Alleen de feitelijk als vereffenaar verrichte werkzaamheden komen voor vergoeding in aanmerking Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 14-03-2018 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2018:767
Aandeel in eigendomsverhouding in woning bepaalt draagplicht in hypotheekschuld voor deelgenoten Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 13-03-2018 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2018:1104
Afwezigheid van argwaan maakte dat voormalig bestuurder niet hoefde te onderzoeken of nieuwe bestuurder katvanger was Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 13-03-2018 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2018:446
Onvoldoende draagkracht jegens kinderen uit verschillende relaties wordt niet altijd gelijkelijk verdeeld Instantie Hoge Raad Datum 09-03-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:314
Verzoek tot opheffing beslag toegewezen in belang van vereffening nalatenschap Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 09-03-2018 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2018:1001
Notaris die handtekeningen legaliseert heeft geen waarschuwingsplicht jegens projectontwikkelaar omtrent risico's van zekerheidstelling Instantie Rechtbank Limburg Datum 07-03-2018 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2018:2076
Notaris is alleen hoofdelijk aansprakelijk voor overdrachtsbelasting die uit de akte blijkt Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 06-03-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:2187
Verdeling vermogens ex-samenwoners bij ontbreken samenlevingscontract Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 06-03-2018 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2018:886
Grond met fundering afgebrande woning is geen woning (in aanbouw) voor overdrachtsbelasting Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 01-03-2018 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2018:1629
Notaris twee weken geschorst wegens onvoldoende onderzoek naar aandelenoverdrachten taxibedrijven die mogelijk duidden op faillissementsfraude Instantie Kamer voor het notariaat Amsterdam Datum 01-03-2018 Nummer ECLI:NL:TNORAMS:2018:4
Geen herziening bij leegstand indien eigenaar de intentie heeft de onroerende zaak voor belaste prestatie te blijven gebruiken Instantie Hof van Justitie EU Datum 28-02-2018 Nummer ECLI:EU:C:2018:134
Een als partijadviseur opgetreden notaris mocht testament van een bij het conflict betrokken andere partij niet passeren Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 27-02-2018 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2018:7
Grenzen gesteld aan terugwerkende kracht onbeperkte navorderingsbevoegdheid buitenlands vermogen Instantie Hoge Raad Datum 23-02-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:256
Hoge Raad sluit voor berekening van belastinglatentie van lijfrentepolis bij afwikkeling huwelijk aan bij nominale waarde op peildatum Instantie Hoge Raad Datum 23-02-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:281
Ten onrechte navorderingsaanslag erfbelasting opgelegd aan erfgenaam van in 1982 opengevallen nalatenschap Instantie Hoge Raad Datum 23-02-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:263
Vaststelling van het werkelijk gebruik dient te rusten op objectief en nauwkeuring vast te stellen gegevens Instantie Hoge Raad Datum 23-02-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:267
Verknochtheid van ontslagvergoedingen waarvan één ondergebracht in stamrecht-BV Instantie Hoge Raad Datum 23-02-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:270
Renteaftrekbeperking wegens niet kunnen toepassen fiscale-eenheidsregime in strijd met EU-recht Instantie Hof van Justitie EU Datum 22-02-2018 Nummer ECLI:EU:C:2018:110
Schuldeiser is belanghebbende en kan daarom om opheffing vereffening vragen Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 22-02-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:1769
Terbeschikkingstelling sportpark door gemeente aan sportvereniging is vrijgestelde verhuur van een onroerende zaak Instantie Rechtbank Gelderland Datum 20-02-2018 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2018:748
Toepassing change of control-bepaling niet onrechtmatig Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 20-02-2018 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2018:570
Wijziging inhoudende een aanvulling op of verbetering van de akte is geen kennelijke misslag; opstellen van rectificatie-akte is geboden Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 20-02-2018 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2018:579
Keuze voor voljaarspartnerschap in jaar van overlijden moet via F-biljet; terechte navordering aanmerkelijkbelangwinst Instantie Rechtbank Gelderland Datum 14-02-2018 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2018:661
Ondanks finaal verrekenbeding wordt bij einde huwelijk ook niet-nageleefd periodiek verrekenbeding uitgevoerd Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 14-02-2018 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2018:754
Verplichting tot betaling in Bitcoin Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 14-02-2018 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2018:869
Door stamrecht-BV uitgeleende gelden als afkoop aangemerkt vanwege onvoldoende zekerheden Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 13-02-2018 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2018:1014
Terbeschikkingstelling aan BV eindigt door verkoop economische eigendom aandelen in BV Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 13-02-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:1458
Terechte vergrijpboete voor verkrijger wegens bewust onjuist voorlichten notaris over verbouwing onroerende zaak tot studentenwoningen Instantie Hoge Raad Datum 09-02-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:168
Interpretatie van ‘legitimaris zijn’ in art. 4:67 sub d BW Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 06-02-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:1168
Interne reorganisatievrijstelling ingetrokken nu door ontbinding geen sprake is van een concern; notaris niet aansprakelijk Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 06-02-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:1128
Parkreglement is als algemene voorwaarden te beschouwen en moet derhalve voor of bij de koopovereenkomst op deugdelijke wijze aan de wederpartij ter hand worden gesteld Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 06-02-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:1171
Voor een nieuwe geldlening is een nieuw hyptheekrecht vereist Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 06-02-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:1170
Misbruik van bevoegdheid door weigering beslag op onderpand te laten doorhalen Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 05-02-2018 Nummer ECLI:NL:RBROT:2018:1934
Hoge Raad anticipeert op Haags Volwassenenbeschermingsverdrag 2000 door dit reeds voor ratificatie toe te passen Instantie Hoge Raad Datum 02-02-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:147
Uitleg kettingbeding in akte van levering Instantie Hoge Raad Datum 02-02-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:148
Beroep vernietigbaarheid schenking vanwege ontbreken toestemming echtgenote door erfgenamen Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 31-01-2018 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2018:277
Bevoegdheid tot vernietiging ex art. 1:89 BW kan na overlijden van erflater worden uitgeoefend Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 31-01-2018 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2018:277
Gemeente bevoegd last onder dwangsom op te leggen nu kamerbewoning in strijd is met het bestemmingsplan Instantie Raad van State Datum 31-01-2018 Nummer ECLI:NL:RVS:2018:309
Rechter verplicht ex-echtgenoot mee te werken aan afstempeling PEB en omzetting in ODV Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 31-01-2018 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2018:1755
Voor verkoop en sloop bestemde huurwoningen behoren tot grondslag verhuurderheffing Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 29-01-2018 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2018:519
Vrijstelling art. 15 lid 1 onder h WBR niet van toepassing nu feitelijk alleen pand is overgegaan bij juridische fusie Instantie Rechtbank Den Haag Datum 25-01-2018 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2018:1319
Verzekeringsmaatschappij niet gerechtigd tot afgeven machtiging aan politie voor binnentreden bij geplande bezichtiging Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 24-01-2018 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2018:236
Alleen objectieve maatstaven relevant bij beoordeling of onroerende zaak aanhorigheid is Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 23-01-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:656
Hof gaat 'om': bij belangen van derden geldt Novitaris-norm ook in het tuchtrecht Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 23-01-2018 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2018:166
Mededelingsplicht notaris bij teveel aan huurtoeslag Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 23-01-2018 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2018:260
Geen hoger beroep mogelijk tegen beschikking op verzet bij uitdelingslijst nalatenschap Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 18-01-2018 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2018:138
Machtiging berusten in schending legitieme gehandicapt kind afgewezen Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 18-01-2018 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2018:127
Verzoek tot opheffing vereffening moet met medewerking dan wel instemming van alle vereffenaars worden gedaan Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 17-01-2018 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2018:131
Woning uit verkoop halen vanwege verplichting te delen met ex-partner is geen fictieve vervulling van voorwaarde in de zin van art. 6:23 lid 1 BW Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 17-01-2018 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2018:143
Gelet op schenkingstraditie en omvang resterende liquide vermogen krijgt meerderjarigenbewindvoerder machtiging voor schenking Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 16-01-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:406
Statutair ontslag van rechtspersoon-bestuurder leidt ook tot beëindiging van de managementovereenkomst Instantie Rechtbank Limburg Datum 10-01-2018 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2018:150
Verkrijging fictief vruchtgebruik op grond van quasi-wettelijke verdeling kwalificeert als verkrijging krachtens erfrecht Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 09-01-2018 Nummer ECLI:NL:GHARL:2018:199
Eigenaar van net wordt niet zonder meer door natrekking eigenaar van aan net verbonden installaties Instantie Hoge Raad Datum 05-01-2018 Nummer ECLI:NL:HR:2018:12
Geen verplicht lidmaatschap op grond van leveringsakte Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 03-01-2018 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2018:20
Bitcoins en cryptocurrency zijn vatbaar voor conservatoir beslag Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 29-12-2017 Nummer ECLI:NL:RBROT:2017:10955
Adviseur van stichting aansprakelijk wegens onrechtmatige daad jegens stichting Instantie Rechtbank Den Haag Datum 27-12-2017 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2017:15398
Invulling begrip 'opzettelijk' bij verbeuring van aandeel in bijzondere gemeenschap Instantie Hoge Raad Datum 22-12-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:3262
Sluit afspraak tussen belastingplichtige en inspecteur opleggen conserverende navorderingsaanslag uit? Instantie Hoge Raad Datum 22-12-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:3229
Notaris moet gespreksaantekeningen bijhouden voor bewijs zorgvuldigheidsplicht Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 19-12-2017 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2017:5292
Onherroepelijke veroordeling M wegens moord op V door vergiftiging Instantie Hoge Raad Datum 19-12-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:3197
Geen bedrijfsopvolgingsregeling SW bij fictieve verkrijging krachtens art. 13a SW Instantie Hoge Raad Datum 15-12-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:3139
Verzoek tot teruggaaf omzetbelasting tijdig ingediend door eigenaar zonnepanelen Instantie Hoge Raad Datum 15-12-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:3127
Voor regresvordering kon pand- of hypotheekhouder als concurrent schuldeiser in faillissement opkomen Instantie Hoge Raad Datum 15-12-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:3149
Verrekening ouderdomspensioen bij scheiding i.v.m. overbedeling huwelijksgemeenschap vormt een als periodieke uitkering belaste afkoop Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 14-12-2017 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2017:5584
Notaris mag in principe voortbouwen op werk van andere notaris Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 12-12-2017 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2017:5223
Alsnog beneficiair aanvaarden onmogelijk, omdat belastingschulden geen onbekende schulden zijn Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 08-12-2017 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2017:6714
Gehuwde mantelzorger heeft geen recht op partnervrijstelling erfbelasting Instantie Hoge Raad Datum 08-12-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:3080
Koopoptie op pand heeft geen invloed op waardering van het pand voor de heffing van erfbelasting Instantie Hoge Raad Datum 08-12-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:3095
Erfgenamen die zuiver hebben aanvaard, zijn met eigen vermogen aansprakelijk om legaat te voldoen Instantie Rechtbank Limburg Datum 06-12-2017 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2017:12053
Kettingbeding van toepassing ondanks dat deze in leveringsakte ontbreekt Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 05-12-2017 Nummer ECLI:NL:GHARL:2017:10735
Renovatie tenniscomplex met tussenschuiven stichting in verband met omzetbelasting geen misbruik van recht Instantie Hoge Raad Datum 01-12-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:3037
Strijdige bepaling in splitsingsreglement leidt tot nietigheid van daarop gegronde besluiten Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 30-11-2017 Nummer ECLI:NL:GHARL:2017:10505
Bij overname protocol is notaris niet aansprakelijk voor fouten van ambtsvoorganger Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 29-11-2017 Nummer ECLI:NL:RBROT:2017:9395
Ten uitvoerleggen besluit tot uitgifte aandelen kan in strijd zijn met redelijkheid en billijkheid uit art. 2:8 BW Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 29-11-2017 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2017:6254
Bestuurder met kennis van onjuiste aangiften kan zich niet beroepen op melding inzake betalingsonmacht Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 27-11-2017 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2017:7736
Na bestuurswisseling blijft de administratie bij de rechtspersoon Instantie Hoge Raad Datum 24-11-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:3019
Niet toekennen van partnervrijstelling aan gehuwde mantelzorger is niet in strijd met eigendomsrecht Instantie Hoge Raad Datum 24-11-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:2982
Onbekendheid met mantelzorgcompliment komt voor eigen rekening, geen partnervrijstelling Instantie Hoge Raad Datum 24-11-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:2987
Mogelijkheid tot tussentijdse beëindiging geliberaliseerde pachtovereenkomst Instantie Centrale Grondkamer Datum 22-11-2017 Nummer GP 11.774
Geen vergoedingsrecht van art. 1:87 BW bij samenleving en ook geen nadere grondslag voor vergoedingsrecht Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 21-11-2017 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2017:3509
Waarschuwing notaris wegens het niet volgen van uitkomst Stappenplan Instantie Kamer voor het notariaat Amsterdam Datum 21-11-2017 Nummer ECLI:NL:TNORAMS:2017:40
Berisping voor notaris die onterecht client wilsbekwaam achtte Instantie Kamer voor het notariaat Den Bosch Datum 20-11-2017 Nummer ECLI:NL:TNORSHE:2017:22
De veekeringen en erfafscheidingen konden niet als cultuurgrond kwalificeren Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 16-11-2017 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2017:4899
HvJ EU: verbouwing duidt op verandering van betekenis bedoeld om gebruik te wijzigen Instantie Hof van Justitie EU Datum 16-11-2017 Nummer ECLI:EU:C:2017:869
DUO-schuld (studieschuld) is niet verknocht Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 15-11-2017 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2017:8236
Bijstandsuitkering van gevolmachtigde ingetrokken vanwege machtiging om over bankrekening te beschikken Instantie Centrale Raad van Beroep Datum 14-11-2017 Nummer ECLI:NL:CRVB:2017:3977
Gebrekkige administratie omtrent rentebetalingen leidt tot toepassing van art. 10 SW Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 14-11-2017 Nummer ECLI:NL:GHARL:2017:9841
Geen recht van reprise omdat onder uitsluitingsclausule verkregen nalatenschap is geconsumeerd Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 14-11-2017 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2017:4872
Gift in natura moet voor giftenaftrek worden gewaardeerd naar waarde in het economische verkeer Instantie Hoge Raad Datum 10-11-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:2825
Meewerken door notaris aan hypotheekrecht voor hoger bedrag dan geldlening was onrechtmatig Instantie Hoge Raad Datum 10-11-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:2850
Schenking van buitenlands vermogen niet opgenomen in aangifte, dan navorderingstermijn van 12 jaar vanaf overlijden schenker Instantie Hoge Raad Datum 10-11-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:2840
Regeling omtrent uitsluitingsclausule volgens Hof in strijd met EVRM Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 09-11-2017 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2017:4807
Achterwege laten onderzoek bij koop onroerende zaak speelt rol bij oordeel dat geen sprake is van non-conformiteit Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 08-11-2017 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2017:9162
Vetorecht in splitsingsakte staat op gespannen voet met VvE-rechterlijke stelsel Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 08-11-2017 Nummer ECLI:NL:RBROT:2017:9480
Bij onderhandse verkoop ex 3:268 lid 2 BW moet uitdrukkelijk om ontruimingstitel worden verzocht Instantie Rechtbank Gelderland Datum 07-11-2017 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2017:5865
Geen goederenrechtelijke gemeenschap tussen samenwoners in het kader van draagplicht schulden Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 07-11-2017 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2017:3513
Non-conformiteit woning nu normaal gebruik niet mogelijk is Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 07-11-2017 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2017:4786
Erfgenaam die nalatenschap heeft verworpen, heeft geen recht op toepassing schuldsaneringsregeling Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 03-11-2017 Nummer ECLI:NL:RBROT:2017:8899
Termijn voor ontkenning van vaderschap naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 01-11-2017 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2017:7868
Oud dwangbevel leidt tot vordering belastingschuld bij erfgenamen Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 31-10-2017 Nummer ECLI:NL:GHARL:2017:9355
Terugkeer meerderjarige zoon naar moeder niet duurzaam omdat hij weer zou 'uitvliegen' Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 31-10-2017 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2017:4703
Inkomsten gegenereerd middels stichting vallen onder periodiek verrekenbeding Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 26-10-2017 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2017:4679
Aan zetelverplaatsing binnen de EU kan geen liquidatieverplichting worden verbonden Instantie Hof van Justitie EU Datum 25-10-2017 Nummer ECLI:EU:C:2017:804
Besluit waarmee bestemming van appartementen werd gewijzigd, is niet rechtsgeldig tot stand gekomen Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 24-10-2017 Nummer ECLI:NL:GHARL:2017:9204
Met succes bepleite hogere WOZ-waarde geen grond voor navordering ex art. 18a AWR Instantie Hoge Raad Datum 20-10-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:2656
Bij vernietiging van koopovereenkomst woning door misbruik van omstandigheden is geen teruglevering noodzakelijk Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 17-10-2017 Nummer ECLI:NL:GHARL:2017:9007
Nakoming door BV van alimentatieverplichting in privé van dga leidt niet tot doeloverschrijding BV Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 17-10-2017 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2017:4528
Schenking bij onderhandse akte vernietigd vanwege misbruik van omstandigheden Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 17-10-2017 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2017:4534
Navorderingsaanslagen waren niet voortvarend genoeg opgelegd Instantie Hoge Raad Datum 13-10-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:2601
Inspecteur had voortvarend gehandeld Instantie Hoge Raad Datum 13-10-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:2599
Europese Hof van Justitie beantwoordt vraag over erkenning van vindicatielegaat Instantie Hof van Justitie EU Datum 12-10-2017 Nummer ECLI:EU:C:2017:755
Gebruikelijk loon wordt vastgesteld zonder rekening te houden met pensioen dat van BV wordt ontvangen Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 12-10-2017 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2017:4426
Vordering tot opheffing van conservatoir beslag afgewezen wegens uithollen pandrecht Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 12-10-2017 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2017:7540
Bij tweetrapsmaking moet jaarlijks opgave worden gedaan conform de regeling voor vruchtgebruik Instantie Rechtbank Gelderland Datum 11-10-2017 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2017:6592
Nalatenschap met wettelijke schuldsanering had direct moeten worden geconserveerd door notaris Instantie Rechtbank Limburg Datum 11-10-2017 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2017:11477
Rechtbank verklaart bepaling inzake canonherziening bij particuliere erfpacht ongeldig Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 11-10-2017 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2017:7364
Vergoedingsrecht op gemeenschap blijft in stand ondanks vermenging van privévermogen met gemeenschapsvermogen Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 11-10-2017 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2017:3780
Notaris door rechter veroordeeld tot medewerking aan veiling van aandelen Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 10-10-2017 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2017:8070
Testamentair bewindvoerder kan beheer nalatenschap niet uitvoeren voordat vereffening heeft plaatsgevonden Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 10-10-2017 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2017:5279
Geen verhoging verkrijgingsprijs aandelen bij kwijtschelden onzakelijke lening verstrekt door verbonden persoon Instantie Hoge Raad Datum 06-10-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:2549
Huurder ook beschermd bij overdracht van gedeelte van onroerende zaak Instantie Hoge Raad Datum 06-10-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:2560
Verdeling van niet-opeisbare erfrechtelijke schuld in ontbonden huwelijksgemeenschap niet mogelijk Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 05-10-2017 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2017:4267
Wijziging toedeling AB-inkomen kan niet eenzijdig door curator failliete echtgenoot gebeuren Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 04-10-2017 Nummer ECLI:NL:GHARL:2017:8563
Door verwatering van staat van aanbrengsten gaan goederen deel uitmaken van gemeenschap Instantie Rechtbank Overijssel Datum 02-10-2017 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2017:3800
Waarde economisch verkeer correct waarderingsvoorschrift ondanks geringe huuropbrengst pand Instantie Hoge Raad Datum 29-09-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:2517
Stemovereenkomst met derde niet-aandeelhouder heeft geen vennootschappelijke werking Instantie Rechtbank Den Haag Datum 27-09-2017 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2017:11445
Downloaden en openen van aangifteprogramma Belastingdienst geldt als uitnodiging om aangifte te doen Instantie Rechtbank Gelderland Datum 25-09-2017 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2017:4902
Nieuwe stap erkenning eigen rechtssubjectiviteit personenvennootschap Instantie Hoge Raad Datum 22-09-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:2444
Aanwijzen van beheerder in nalatenschap vormt alternatief voor benoemen van vereffenaar Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 21-09-2017 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2017:4852
Hiërarchische verhouding tussen hoofdvereniging en afdelingen Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 20-09-2017 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2017:6823
Notaris strafrechtelijk veroordeeld wegens onjuiste aangifte successierecht Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 20-09-2017 Nummer ECLI:NL:GHARL:2017:8224
Spaanse erfenis valt niet in de Nederlands huwelijksgemeenschap, ondanks ontbreken uitsluitingsclausule Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 20-09-2017 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2017:2884
De canonverhoging bij overdracht van erfpacht vormt een oneerlijk beding Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 19-09-2017 Nummer ECLI:NL:GHARL:2017:8437
Boomkwekerij wordt bedrijfsmatig geëxploiteerd; cultuurgrondvrijstelling van toepassing Instantie Hoge Raad Datum 15-09-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:2373
Voor de helft van het tekort van reprise is verhaal mogelijk op privévermogen van andere echtgenoot Instantie Hoge Raad Datum 15-09-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:2385
Voor intrekken ANBI-status met terugwerkende kracht is geen kwade trouw bij de instelling vereist Instantie Hoge Raad Datum 15-09-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:2376
Minister weigert toestemming voor trouwen bij volmacht (art. 1:66 BW) Instantie Raad van State Datum 13-09-2017 Nummer ECLI:NL:RVS:2017:2461
Overgangsrecht beschermt levensgezel tegen legitieme portie Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 12-09-2017 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2017:2684
Gerechtelijke vaststelling ouderschap overleden man zonder DNA-onderzoek Instantie Rechtbank Den Haag Datum 08-09-2017 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2017:16099
In rechtshandeling van verdeling kan mede een schenking besloten liggen waarop uitsluitingsclausule kan zien Instantie Hoge Raad Datum 08-09-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:2274
Onder omstandigheden kan erfdienstbaarheid van weg ook gelden om via heersend erf een aangrenzend erf te bereiken Instantie Hoge Raad Datum 08-09-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:2270
Geen notariële akte voor allonge waarin huwelijksvoorwaarden nader worden ingevuld Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 06-09-2017 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2017:2955
Onvoldoende voorlichten van executeurs over beschikkingsbevoegdheid door notaris is klachtwaardig Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 06-09-2017 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2017:40
Rechter geeft legitimaris machtiging om zelf bescheiden bij bank op te vragen Instantie Rechtbank Overijssel Datum 06-09-2017 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2017:3609
Waarde van onroerende zaak kan in civiel geschil niet zonder meer worden gebaseerd op WOZ-waarde Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 06-09-2017 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2017:4380
Omvangrijk liquide vermogen wordt toch aangemerkt als ondernemingsvermogen voor de bedrijfsopvolgingsregeling IB Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 05-09-2017 Nummer ECLI:NL:GHARL:2017:7794
Art. 19 WBR na ontbinding van toepassing ondanks dat ontvangen bedrag niet hoefde te worden terugbetaald Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 30-08-2017 Nummer ECLI:NL:GHARL:2017:7523
In casu leidt betalen van diverse kosten ten laste van de nalatenschap niet tot zuivere aanvaarding Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 29-08-2017 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2017:2574
Hof formuleert regels voor verkrijging door erfgenamen van medebelanghebbende WOZ-beschikking Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 24-08-2017 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2017:4759
Schenking door gevolmachtigde aan erfgenaam ten onrechte als erfrechtelijke verkrijging aangemerkt Instantie Rechtbank Den Haag Datum 24-08-2017 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2017:10085
Erfgenamen zijn geen rekening en verantwoording verschuldigd over bankrekening erflater Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 22-08-2017 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2017:3679
Verhuur van Amsterdamse woning aan toeristen beboet wegens strijd met Huisvestingswet Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 17-08-2017 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2017:5979
Navorderingsaanslag voor te weinig geheven belasting als gevolg van fout in aanslag schenkbelasting Instantie Hoge Raad Datum 11-08-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:1628
Cultuurgrondvrijstelling paardenpension toepasbaar naar rato van gebruik voor landbouw Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 10-08-2017 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2017:3138
Geen fixatiebeginsel bij vereffening nalatenschap: ook lopende rente moet op uitdelingslijst Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 09-08-2017 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2017:3158
Weigering machtiging curator om testament van curanda te herroepen Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 08-08-2017 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2017:5079
OBV is enkel mogelijk ten behoeve van langstlevende echtgenoot Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 02-08-2017 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2017:5873
Partiële verdeling van beneficiair aanvaarde nalatenschap deels toegestaan door Rechtbank Instantie Rechtbank Gelderland Datum 02-08-2017 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2017:4488
Vordering tot inbreng van giften in nalatenschap kan niet verjaren Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 02-08-2017 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2017:2955
Onterfde versterferfgenaam - die wel legaat krijgt - eist uittreksel van deel testament waaruit erfstellingen blijken Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 01-08-2017 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2017:3039
Verzoek tot uithuisplaatsing van een ongeboren kind Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 27-07-2017 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2017:3391
Feitelijk gebruik van weg betekent niet dat recht van overpad is gevestigd Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 25-07-2017 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2017:2923
Gebruik van terrein zonder betalen huur levert gift op voor berekening legitieme portie Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 25-07-2017 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2017:3075
Bedrijfsopvolgingsregeling SW van toepassing op verhuuractiviteiten net als op projectontwikkeling en bouwactiviteiten Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 19-07-2017 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2017:2429
BOF SW niet van toepassing op verkrijging aandelen in vastgoed-BV, nu geen sprake is van meer dan normaal vermogensbeheer Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 19-07-2017 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2017:2426
Schijn van vertegenwoordiging gewekt door makelaar Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 18-07-2017 Nummer ECLI:NL:GHARL:2017:6193
Wetswijziging die mogelijkheid geeft hogere WOZ-waarde te bepleiten, heeft onmiddellijke werking Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 18-07-2017 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2017:3588
Als overeenkomst deel uitmaakt van een schakel van overeenkomsten, moet een contractspartij ook rekening houden met de belangen van derden in de schakel Instantie Hoge Raad Datum 14-07-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:1355
Schoolgebouw dat wordt verbouwd tot lofts is naar aard geen woning dus 6% overdrachtsbelasting Instantie Hoge Raad Datum 14-07-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:1334
Erkenning door duomoeder ook mogelijk bij geboorte kind vòòr inwerkingtreding van Wet lesbisch ouderschap Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 12-07-2017 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2017:2462
Volgens Rechtbank geen verlengde verjaringstermijn bij samenwoners Instantie Rechtbank Limburg Datum 12-07-2017 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2017:6846
Getuigenverklaringen kunnen gebreken in administratie van stichting met ANBI-status niet herstellen Instantie Hoge Raad Datum 07-07-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:1237
Hof had nader moeten onderzoeken of sprake was van inbezitneming met eigendomsverkrijging door verjaring als gevolg Instantie Hoge Raad Datum 07-07-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:1268
Perceel grond zonder fundering dat is bestemd om te bebouwen is geen woning; 6% overdrachtsbelasting is verschuldigd Instantie Hoge Raad Datum 07-07-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:1249
Algeheel gevolmachtigde heeft geen plicht een informeel bewind te voeren over vermogen van volmachtgever Instantie Rechtbank Gelderland Datum 05-07-2017 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2017:3661
Notaris heeft voldoende onderzoek verricht naar verzuim schuldenaar met executoriale veiling als gevolg Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 04-07-2017 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2017:21
Ondanks familieverhouding is te lage huur naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 04-07-2017 Nummer ECLI:NL:GHARL:2017:5644
De verjaringstermijn van een vordering op een niet meer bestaande vennootschap eindigt zolang de vereffening niet is heropend Instantie Hoge Raad Datum 30-06-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:1182
Kantonrechter verbindt voorwaarden aan toestemming maken uiterste wilsbeschikking door curandus Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 30-06-2017 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2017:3381
Aftrekrecht bij verkoper van voorbelasting op verkocht pand staat los van het gebruik van het pand door koper Instantie Hoge Raad Datum 23-06-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:1132
Kwaliteitsrekening vormt gemeenschap waarvan vordering tot verdeling niet verjaart Instantie Hoge Raad Datum 23-06-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:1139
Stichting die hofjeswoningen in gebruik geeft aan onvermogenden belastingplichtig voor verhuurderheffing Instantie Hoge Raad Datum 23-06-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:1131
HvJ EU oordeelt dat de regels van overgang van ondernemingen op een pre-packprocedure van toepassing zijn Instantie Hof van Justitie EU Datum 22-06-2017 Nummer ECLI:EU:C:2017:489
Ondertoezichtstelling van een ongeboren kind Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 20-06-2017 Nummer ECLI:NL:GHARL:2017:5292
Recht op inzage en afschrift bestaat ook na vaststelling jaarstukken en deponering daarvan Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 20-06-2017 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2017:2816
Beneden- en bovenwoning vormen gezamenlijk één eigen woning Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 16-06-2017 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2017:5228
Erfgenamen behoorden de schuld van erflater te kennen, zodat zij geen beroep kunnen doen op art. 4:194a BW Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 15-06-2017 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2017:3261
Kantonrechter verklaart kind niet ontvankelijk bij verzoek om vaststelling onderbedelingsvordering uit obv Instantie Rechtbank Gelderland Datum 15-06-2017 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2017:3208
Leidinggevende niet aansprakelijk op grond van art. 2:248 lid 7 BW omdat hij niet op gelijke voet met bestuurder kon besluiten Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 14-06-2017 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2017:3975
Aandelenoverdracht ontslaat schuldenaar niet van zijn hoofdelijke aansprakelijkheid Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 13-06-2017 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2017:2649
Toekomstige geldleningen vallen ook onder derdenhypotheek, zodat uitwinning bij derden mogelijk blijft Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 13-06-2017 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2017:2672
Ook een herhaald WSNP-verzoek schorst behandeling van verzoek tot faillietverklaring Instantie Hoge Raad Datum 09-06-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:1064
Verzet tegen opgelegd griffierecht wegens deponering van uitdelingslijst gehonoreerd Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 09-06-2017 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2017:3630
Art. 4:194a BW biedt geen mogelijkheid voor een (achteraf onterecht) verworpen nalatenschap Instantie Rechtbank Limburg Datum 07-06-2017 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2017:5283
Boedelbeschrijving vormt vaststellingsovereenkomst waarvan partijen niet kunnen afwijken Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 07-06-2017 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2017:2602
Adviesrecht van de ondernemingsraad tijdens faillissement Instantie Hoge Raad Datum 02-06-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:982
Belastingdruk van ca 50% op behaald rendement is geen buitensporig zware last Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 02-06-2017 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2017:2511
Exploitatie vastgoed aangemerkt als onderneming; winst belast in box 1 in plaats van forfaitair voordeel in box 3 Instantie Hoge Raad Datum 02-06-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:992
Levering voormalig echtelijke woning en schade aan inboedelgoederen Instantie Rechtbank Overijssel Datum 02-06-2017 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2017:2309
Privé-schuldeisers kunnen geen verhaal nemen op zaken die wegens inbreng in een bijzondere gemeenschap een afgescheiden vermogen vormen Instantie Hoge Raad Datum 02-06-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:1009
Overdracht van agrarisch bedrijf tegen agrarische waarde leidt niet tot schending legitieme portie Instantie Rechtbank Overijssel Datum 31-05-2017 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2017:2312
Mogelijke aanwezigheid zwart geld in nalatenschap rechtvaardigt doorbreking geheimhoudingsplicht notaris Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 30-05-2017 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2017:1967
Notaris mag bij levering appartementsrecht vertrouwen op juistheid van informatie uit handelsregister omtrent VvE-bestuurder Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 30-05-2017 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2017:2008
Statuten van stichting zijn onduidelijk: Hof wijzigt de wijze van benoeming bestuurders Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 30-05-2017 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2017:2070
Termijnoverschrijding van voorwaarde in testament leidt niet tot verval voorwaarde Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 30-05-2017 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2017:2015
Uitspraak nietig wegens onbevoegdheid lid Kamer voor het Notariaat Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 30-05-2017 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2017:1928
Maar in één kalenderjaar beroep op tijdelijk verruimde schenkvrijstelling mogelijk Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 24-05-2017 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2017:1521
Geen geldige titel: derdenhypotheek nietig Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 23-05-2017 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2017:1956
Oordeel Hof over draagkracht directeur-grootaandeelhouder ontoereikend gemotiveerd Instantie Hoge Raad Datum 19-05-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:934
Verkoop onroerende zaken voor te lage prijs aan dga leidt tot verkapte winstuitdeling maar geen vergrijpboete Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 17-05-2017 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2017:1453
Verplichting tot sluiten van overeenkomsten met nutsbedrijven valt niet binnen bereik van erfdienstbaarheid Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 16-05-2017 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2017:2179
Zekerheid van bankgarantie geldt ook voor rechtverkrijgende van verhuurder Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 16-05-2017 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2017:1870
Glijclausule niet van toepassing bij verkapte winstuitdeling Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 11-05-2017 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2017:2029
Op grond van omstandigheden van het geval geen sprake van ernstig gebrek dat normaal gebruik onmogelijk maakt Instantie Rechtbank Limburg Datum 10-05-2017 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2017:4193
Monddoodclausule in leveringsakte nietig vanwege strijd met fundamentele rechtsbeginselen Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 09-05-2017 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2017:2096
Ook giftenaftrek bij verrekening vordering met schenking; kasrondje niet vereist Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 09-05-2017 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2017:1544
Voorhuwelijks alimentatiebeding of toepassing art. 1:158 BW? Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 04-05-2017 Nummer ECLI:NL:GHARL:2017:3851
Ondanks dat beroep van notaris op art. 6:89 BW niet slaagt, is notaris niet aansprakelijk voor ontbreken van erfdienstbaarheid in leveringsakte Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 02-05-2017 Nummer ECLI:NL:GHARL:2017:3720
Beroep op verjaring vorderingsrecht naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 26-04-2017 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2017:2045
Waardering van goederen en schulden van eenmanszaak bij verdeling ontbonden huwelijksgemeenschap Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 25-04-2017 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2017:1806
Alleen erfgenaam tot wie uitspraak op bezwaar inzake WOZ-waarde is gericht kan in beroep komen Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 21-04-2017 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2017:3180
Door ontslag van statutair bestuurder wordt arbeidsovereenkomst inhoudsloos met ontbinding van arbeidsovereenkomst als gevolg Instantie Rechtbank Overijssel Datum 21-04-2017 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2017:1908
Geen fiscale boete verschuldigd indien sprake is van pleitbaar standpunt Instantie Hoge Raad Datum 21-04-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:638
Kerkgenootschap kan worden omgezet in privaatrechtelijke rechtspersoon overeenkomstig art. 2:18 BW Instantie Hoge Raad Datum 21-04-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:771
Omvang van privégebruik van een goed moet met inachtneming van alle omstandigheden van het geval in redelijkheid worden bepaald Instantie Hoge Raad Datum 21-04-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:713
Aanwezigheid beerput levert geen non-conformiteit nu het een oud huis betreft en een ouderdomsclasule is opgenomen Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 19-04-2017 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2017:2457
Volmachtverlening door bestuurder vereist toestemming aandeelhoudersvergadering Instantie Rechtbank Gelderland Datum 19-04-2017 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2017:3273
Hoewel notaris voorkeursrecht bij kadastrale recherche mist, is hij in dit geval niet tuchtrechtelijk aansprakelijk Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 18-04-2017 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2017:1319
Aftrek IB-latentie naar evenredigheid toerekenen aan voorwaardelijk vrijgesteld en niet-vrijgesteld deel van de BOF SW Instantie Hoge Raad Datum 14-04-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:674
Gebruiker slechts ontvankelijk als hij bij bezwaar of beroep tegen WOZ-beschikking belang heeft Instantie Hoge Raad Datum 14-04-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:682
Tekort van het pensioen in eigen beheer moet bij verevening door beide echtgenoten worden gedragen Instantie Hoge Raad Datum 14-04-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:693
Moet veilingnotaris dienst weigeren bij wanprestatie? Instantie Kamer voor het notariaat Amsterdam Datum 13-04-2017 Nummer ECLI:NL:TNORAMS:2017:15
Schulden ontstaan door strafrechtelijk handelen zijn verknocht en vallen niet in de gemeenschap Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 12-04-2017 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2017:2418
Gevolmachtigde moet rekening en verantwoording afleggen over uitgaven voor onkostenvergoeding Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 11-04-2017 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2017:1272
Curator die rechtshandeling in het kader van reorganisatie vernietigt draagt bewijslast om wetenschap benadeling aan te tonen Instantie Hoge Raad Datum 07-04-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:635
Echtgenoot die zelf om echtscheiding verzoekt kan geen pensioenverweer voeren Instantie Hoge Raad Datum 07-04-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:636
Aflossing uit verrekenbaar inkomen leidt tot verrekening waarde woning Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 06-04-2017 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2017:1474
Leidt dienstweigering tot schending van een rechtmatig belang, dan moet notaris toch medewerking verlenen Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 04-04-2017 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2017:1120
Notaris heeft bij herroepen levenstestament onvoldoende tijd genomen om wilsbekwaamheid te controleren Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 04-04-2017 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2017:10
Vruchtgebruik onder bewind gesteld wegens niet nakomen van toepasselijke bepalingen Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 04-04-2017 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2017:1154
Erfgenaam verbeurt aandeel in goed van de nalatenschap wegens opzettelijk verzwijgen Zwitserse bankrekening Instantie Hoge Raad Datum 31-03-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:565
Hoge Raad gaat in op regels over fiscale bestuurdersaansprakelijkheid Instantie Hoge Raad Datum 31-03-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:530
Rechter moet verzetsprocedure (art. 2:404 lid 5 BW) gegrond verklaren, ook indien de onderliggende vordering is betwist Instantie Hoge Raad Datum 31-03-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:546
Legitimaris heeft geen recht op rentevergoeding, want had niets meer te vorderen Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 28-03-2017 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2017:1031
Mondia/V&D Instantie Hoge Raad Datum 24-03-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:485
Cessionaris kan bijdragen niet vorderen op grond van het lidmaatschap van de vereniging van bungalowpark Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 21-03-2017 Nummer ECLI:NL:GHARL:2017:2319
Heeft erfgenaam recht op historische adresgegevens overledene? Instantie Raad van State Datum 15-03-2017 Nummer ECLI:NL:RVS:2017:648
Door afspraken in samenlevingscontract kan eigenwoningreserve volledig worden toegerekend aan een van de partners Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 14-03-2017 Nummer ECLI:NL:GHARL:2017:2100
Verdeling van een OBV-vordering bij echtscheiding Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 14-03-2017 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2017:1104
Aanvaarden nalatenschap onder testamentair bewind was geen reden tot voortijdige beëindiging van schuldsanering Instantie Rechtbank Den Haag Datum 10-03-2017 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2017:3874
Kasteel Groeneveld Instantie Hoge Raad Datum 10-03-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:405
Pluraliteit van schuldeisers is niet vereist voor de toepassing van de schuldsaneringsregeling Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 09-03-2017 Nummer ECLI:NL:GHARL:2017:2007
Onrechtmatige daad en aansprakelijkheid notarisklerk door medewerking te verlenen aan transactie waarvan hij wist dat daardoor een derde werd benadeeld Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 08-03-2017 Nummer ECLI:NL:RBROT:2017:2315
Gemiddelde belastingdruk in box 3 van 44% is geen buitensporig zware last Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 07-03-2017 Nummer ECLI:NL:GHARL:2017:1847
Recht van beklemming vervallen omdat beklemde meiers huur niet hebben betaald Instantie Hoge Raad Datum 03-03-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:352
Geen navordering mogelijk voor buitenlands vermogen waarvan 12 jaarstermijn al was verstreken Instantie Hoge Raad Datum 03-03-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:356
Participant in fonds voor gemene rekening is ondernemer voor de inkomstenbelasting Instantie Hoge Raad Datum 03-03-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:339
Notaris wordt ondanks goede reden voor dienstweigering verplicht tot medewerking aan overdracht van certificaten Instantie Rechtbank Den Haag Datum 01-03-2017 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2017:3441
Het verlenen van diensten met betrekking tot dieren, zoals een manege, valt buiten het begrip veehouderij (art. 7:312 BW) Instantie Rechtbank Limburg Datum 28-02-2017 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2017:1971
Uitsluitingsclausule moet bij de gift zijn bepaald, een achteraf opgestelde notariële akte bewijst dit niet Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 28-02-2017 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2017:634
Als bezitter te kwader trouw eigendom heeft verkregen door verjaring, kan voormalig rechthebbende via onrechtmatige daad teruglevering vorderen (arrest Gemeente Heusden) Instantie Hoge Raad Datum 24-02-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:309
Als woning gebouwde onroerende zaak die is gebruikt als tandartspraktijk is nog steeds bestemd voor bewoning Instantie Hoge Raad Datum 24-02-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:294
Hospice is naar zijn aard een verzorgingsinstelling en dus niet bestemd voor bewoning Instantie Hoge Raad Datum 24-02-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:291
Niet taalkundige betekenis maar wilsvertrouwensleer bepalend voor uitleg brief Instantie Hoge Raad Datum 24-02-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:315
Ondanks verbouwing tot en gebruik als kantoor verliest onroerende zaak niet zijn aard als woning Instantie Hoge Raad Datum 24-02-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:295
Stadsvilla heeft haar aard als woning door tussentijds kantoorgebruik niet verloren; 2% overdrachtsbelasting Instantie Hoge Raad Datum 24-02-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:290
Nalatenschap door minderjarigen niet verworpen door te late verklaring ouders Instantie Rechtbank Limburg Datum 23-02-2017 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2017:1693
Mede gelet op de hoogte van de betaling had notaris moeten onderzoeken hoe en wanneer deze was verricht Instantie Kamer voor het notariaat Den Bosch Datum 20-02-2017 Nummer ECLI:NL:TNORSHE:2017:13
Bank zal niet garant staan voor leegstandschade Instantie Hoge Raad Datum 17-02-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:278
Enkele bewijs dat bestuurder in handelsregister stond ingeschreven is onvoldoende bewijs voor bestuurdersaansprakelijkheid Instantie Hoge Raad Datum 17-02-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:248
Italiaanse nalatenschap behoort tot Nederlandse huwelijksgoederengemeenschap, geen onaanvaardbaarheidsexceptie Instantie Hoge Raad Datum 17-02-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:276
Maatstaf van persoonlijk ernstig verwijt bij bestuurdersaansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad (Kampschoër/Le Roux) Instantie Hoge Raad Datum 17-02-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:275
Kamer past Novitaris-arrest toe: notaris heeft zorgvuldig gehandeld Instantie Kamer voor het notariaat Den Haag Datum 15-02-2017 Nummer ECLI:NL:TNORDHA:2017:3
Notaris had overige erfgenamen moeten informeren over de verklaring van erfrecht Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 15-02-2017 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2017:845
Onzorgvuldige notaris levert woning schijnbaar zonder geldige titel Instantie Kamer voor het notariaat Den Haag Datum 15-02-2017 Nummer ECLI:NL:TNORDHA:2017:1
Boktoraantasting levert in casu non-conformiteit op Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 14-02-2017 Nummer ECLI:NL:GHARL:2017:1228
Verhuur van studentenkamers in casu niet meer dan normaal actief vermogensbeheer Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 14-02-2017 Nummer ECLI:NL:GHARL:2017:1072
Gezien het recent opgestelde levenstestament is er geen aanleiding een beschermingsbewind uit te spreken Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 13-02-2017 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2017:474
Voormalig schoolgebouw waarin woningen kunnen worden gerealiseerd, is naar zijn aard geen woning Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 10-02-2017 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2017:493
BOF SW van toepassing op verkrijging indirect aandelenbelang dat geen aanmerkelijk belang is Instantie Rechtbank Gelderland Datum 09-02-2017 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2017:740
Notarisklerk met ervaring in vereffenen krijgt een afwijkend en hoger vereffenaarsloon toegekend Instantie Rechtbank Limburg Datum 09-02-2017 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2017:1163
Bestuurder handelt in strijd met zijn verplichtingen als werknemer/bestuurder door concurrerende BV op te richten Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 07-02-2017 Nummer ECLI:NL:GHARL:2017:911
Uitleg testament: tweede echtgenoot is geen erfgenaam Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 07-02-2017 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2017:722
Als is gehandeld in strijd met Selbsteintritt-verbod is bekrachtiging mogelijk Instantie Hoge Raad Datum 03-02-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:150
Bekrachtiging bij onbevoegde vertegenwoording moet tot wederpartij zijn gericht en wederpartij hebben bereikt, het Frère-arrest Instantie Hoge Raad Datum 03-02-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:144
Berekening vordering van niet uitgevoerd periodiek verrekenbeding Instantie Hoge Raad Datum 03-02-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:161
BOF SW niet van toepassing op fictieve verkrijging door waardestijging aandelen door vrijval pensioenverplichting Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 03-02-2017 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2017:360
Eenvoudige gemeenschap wordt betrokken in afwikkeling wettelijk deelgenootschap Instantie Hoge Raad Datum 03-02-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:156
Fraus legis bij samenstel van rechtshandelingen gericht op verijdeling van overdrachtsbelasting Instantie Hoge Raad Datum 03-02-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:126
Ook bij betrekkelijk eenvoudige formele voorwaarden mag belastingplichtige vertrouwen op adviseur; geen boete Instantie Hoge Raad Datum 03-02-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:127
Perceel grasland is geen aanhorigheid bij woonboerderij; geen 2%-tarief Instantie Hoge Raad Datum 03-02-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:154
Vanaf definitief besluit tot verkoop deelneming zijn alle verkoopkosten niet aftrekbaar Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 31-01-2017 Nummer ECLI:NL:GHARL:2017:636
Notaris mag bij redelijke twijfel omtrent de benoeming van een bestuurder de inschrijving daarvan weigeren Instantie Rechtbank Limburg Datum 30-01-2017 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2017:826
Door verkoop veestapel voldoen erfgenamen van een landbouwonderneming niet aan voortzettingsvereisten BOF Instantie Hoge Raad Datum 27-01-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:99
Mislukte belastingsconstructie zorgt voor toepassing van art. 6:228 lid 2 BW Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 25-01-2017 Nummer ECLI:NL:RBROT:2017:917
Bestuurder kan zich niet beroepen op de klachtplicht van art. 6:89 BW bij onbehoorlijk bestuur Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 24-01-2017 Nummer ECLI:NL:GHARL:2017:523
Goedkeuring bij doorverkoop van woning in aanbouw buiten zesmaandstermijn; vermindering heffingsmaatstaf met alle bouwtermijnen exclusief btw Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 24-01-2017 Nummer ECLI:NL:GHARL:2017:464
Kantonrechter wijkt af van wettelijk voorgeschreven wijze van bekendmaking handlichting Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 18-01-2017 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2017:166
Hypotheekhouder is onterecht tot parate executie overgegaan, zodat ook een latere overdracht ongeldig is door zijn beschikkingsonbevoegdheid Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 17-01-2017 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2017:116
Na terugdraaien mantelzorgcompliment aan buurvrouw na overlijden krijgt moeder alsnog partnervrijstelling Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 17-01-2017 Nummer ECLI:NL:GHARL:2017:249
Te laat ingediend bezwaar door onjuiste toelichting wordt aangemerkt als verzoek om ambtshalve vermindering Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 17-01-2017 Nummer ECLI:NL:GHARL:2017:250
Notaris handelt onzorgvuldig door VvE niet te informeren dat VvE-bijdrage niet aan haar zou worden overgemaakt Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 13-01-2017 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2017:2
Notaris had meteen diensten moeten weigeren bij de ongebruikelijke transactie in contanten Instantie Kamer voor het notariaat Amsterdam Datum 12-01-2017 Nummer ECLI:NL:TNORAMS:2017:3
Pgb mocht niet worden geweigerd omdat dochter alleen tegen betaling wil helpen in huishouding Instantie Centrale Raad van Beroep Datum 11-01-2017 Nummer ECLI:NL:CRVB:2017:17.
Aangebrachte wijziging in ontwerpakte leidt tot zwaardere Belehrungsplicht notaris Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 10-01-2017 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2017:40
Ook Hof acht onafhankelijkheid en geheimhouding in gevaar bij 'Nationale Notaris' Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 10-01-2017 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2017:31
Hoge Raad vernietigt uitspraak verwijzingshof waarin verkoop nieuwbouwscholen via stichting voor aftrek BTW geen misbruik van recht is Instantie Hoge Raad Datum 06-01-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:5
Vaststellingsovereenkomsten ter voorkoming van een geschil mogen niet in strijd zijn met dwingend recht Instantie Hoge Raad Datum 06-01-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:19
Beroep op art. 4:194a BW slaagt, ondanks dat de onverwachte schuld voor de inwerkingtreding van de wet is ontdekt Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 05-01-2017 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2017:136
Verkoper is aansprakelijk voor gebreken die het normaal gebruik van de woning in de weg staan Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 04-01-2017 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2017:521
Wijze van beoordeling van wilsbekwaamheid door notaris valt niet onder zijn geheimhoudingsplicht Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 03-01-2017 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2017:8
Hof oordeelt dat een rij coniferen onder omstandigheden als heg kan worden aangemerkt Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 27-12-2016 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2016:5659
Recht van gebruik en bewoning, uitleg testament bepalend voor hoogte te vergoeden onderhoudskosten Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 27-12-2016 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2016:5654
Afrekening TBS doordat aan BV overgedragen vruchtgebruik eindigt door overlijden oorspronkelijke vruchtgebruiker Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 22-12-2016 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2016:8225
Hof: taak voor rechter bij contractuele alimentatie tussen ex-samenwoners Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 20-12-2016 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2016:4299
Door aankoop hoofdverblijfwoning in Duitsland wordt Nederlandse woning niet meer als hoofdverblijf aangemerkt Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 15-12-2016 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2016:8434
Advocaatkosten die de executeur niet mede ten behoeve van de erfgenamen heeft gemaakt, zijn geen in redelijkheid te maken kosten Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 13-12-2016 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2016:4316
Notaris had schriftelijk moeten informeren over het risico van vernietiging wegens pauliana Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 13-12-2016 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2016:5343
Uitleg van het begrip 'gezin' Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 13-12-2016 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2016:3719
Advocaatkosten die zijn gemaakt om positie als executeur staande te houden vormen kosten van executele in de zin van art. 4:7 lid 1 onder d BW Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 12-12-2016 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2016:6616
Notaris maakt verboden onderscheid door meerkosten voor schrijftolk in rekening te brengen Instantie College voor de Rechten van de Mens Datum 09-12-2016 Nummer 2016-136
Onderzoek naar koper in casu voldoende om succesvol te disculperen Instantie Hoge Raad Datum 02-12-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:2733
Overeenkomst in strijd met testeervrijheid wordt omgezet in niet-opeisbare geldvordering Instantie Rechtbank Den Haag Datum 01-12-2016 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2016:14624
Geen pacht, maar huur. Tegen betaling in gebruik gegeven grond voor een andere dan agrarische onderneming Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 29-11-2016 Nummer ECLI:NL:GHARL:2016:9551
Geen ANBI-status voor Scientology Kerk Amsterdam wegens streven naar exploitatieoverschotten Instantie Hoge Raad Datum 25-11-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:2665
Notariële leveringsakte vormt geen factuur, zodat geen omzetbelasting is verschuldigd Instantie Hoge Raad Datum 25-11-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:2664
Stichting kwalificeert als ANBI omdat uitgifte van katholiek weekblad niet is gericht op behalen exploitatieoverschotten Instantie Hoge Raad Datum 25-11-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:2668
Onzorgvuldige notaris gaat bij royeren hypotheken enkel af op eerdere akte Instantie Rechtbank Gelderland Datum 23-11-2016 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2016:7115
Toestemming echtgenote wegens vermogensinstandhoudingsverklaring Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 23-11-2016 Nummer ECLI:NL:RBROT:2016:9036
Waardering van inbreng in natura in BV valt niet binnen onderzoeksplicht notaris Instantie Kamer voor het notariaat Amsterdam Datum 22-11-2016 Nummer ECLI:NL:TNORAMS:2016:39
Beslaglegger wordt niet beschermd door art. 3:36 BW na rectificatie van per ongeluk doorgehaald hypotheekrecht (FGH/Fraanje) Instantie Hoge Raad Datum 18-11-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:2640
Geen vergoedingsrecht voor investering in woning partner wegens voldoening aan natuurlijke verbintenis Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 15-11-2016 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2016:4608
Turboliquidatie met baten ten tijde van ontbinding zorgt voor bestuurdersaansprakelijkheid Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 15-11-2016 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2016:5104
Bastová Instantie Hof van Justitie EU Datum 10-11-2016 Nummer ECLI:EU:C:2016:855
Commanditaire vennoot niet aansprakelijk, ondanks personele unie tussen beherend en commanditaire vennoot Instantie Hoge Raad Datum 04-11-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:2516
Lagere AOW-uitkering door aangaan geregistreerd partnerschap met oog op besparing erfbelasting Instantie Centrale Raad van Beroep Datum 04-11-2016 Nummer ECLI:NL:CRVB:2016:4212
Naheffingsaanslag overdrachtsbelasting terecht opgelegd na vernietiging naheffingsaanslag omzetbelasting Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 03-11-2016 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2016:4939
Samenloop beperking aftrek kosten eigen woning en aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 02-11-2016 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2016:9203
Bij ongedaanmaking wettelijke verdeling had notaris de cliënt nadrukkelijk moeten wijzen op zeer nadelige consequenties Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 01-11-2016 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2016:52
Het uitoefenen van Air-BNB activiteiten wordt aangemerkt aan bedrijfsmatige exploitatie en is in strijd met de splitsingsakte Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 25-10-2016 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2016:4274
Maatschappelijke zorgplicht geschonden door notaris door medewerking aan aandelenoverdracht zonder duidelijk zicht op de zaak Instantie Rechtbank Gelderland Datum 19-10-2016 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2016:6091
Ontslag hoofdelijke aansprakelijkheid ten aanzien van woning na einde samenwoning Instantie Rechtbank Overijssel Datum 19-10-2016 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2016:4004
Schriftelijkheidsvereiste van art. 7:2 BW geldt bij vrijwillige verkoop door openbare inschrijving Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 18-10-2016 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2016:4685
Verzwegen vermogen verbeurd verklaard na sluiten vaststellingsovereenkomst? Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 18-10-2016 Nummer ECLI:NL:GHARL:2016:8298
Door de taakverdeling tussen bestuurders kan slechts aan één van hen een persoonlijk ernstig verwijt worden gemaakt Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 12-10-2016 Nummer ECLI:NL:RBROT:2016:7965
Oude en nieuwe bestuurder aansprakelijk voor faillissement door onbehoorlijke taakvervulling Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 12-10-2016 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2016:5524
Hof: Niet snel sprake van verjaring van gemeente grond Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 11-10-2016 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2016:4559
Onvoldoende onderzoek door notaris naar herkomst van het geld bij viertal onroerend goed transacties Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 11-10-2016 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2016:4061
Teruggaaf overdrachtsbelasting door brief inspecteur die in een rechte te beschermen vertrouwen wekt Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 11-10-2016 Nummer ECLI:NL:GHARL:2016:8041
Ondanks werkzaamheden van dertig uur per week wordt geen vastgoedonderneming gedreven Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 07-10-2016 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2016:8177
Ook als sprake is van grote gebreken kan voldaan zijn aan art. 7:17 BW (conformiteit) Instantie Hoge Raad Datum 07-10-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:2287
Vereenzelviging (Maple Leaf) Instantie Hoge Raad Datum 07-10-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:2285
Door verlaten echtelijke woning is draagplicht voor huishoudkosten geëindigd Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 05-10-2016 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2016:3124
Wijziging van huwelijkse voorwaarden paulianeus, toedeling onder water staande panden niet Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 05-10-2016 Nummer ECLI:NL:RBROT:2016:8027
Inspecteur bewijst dat koopsomsplitsing niet in overeenstemming was met de werkelijkheid Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 04-10-2016 Nummer ECLI:NL:GHARL:2016:7986
Incidentele herwaardering toegestaan indien landbouwgrond wordt ingebracht tegen creditering van aandelen Instantie Hoge Raad Datum 30-09-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:2199
Hypotheekrecht vervalt door vervroegde aflossing en geldt niet van rechtswege op de overgesloten lening Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 28-09-2016 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2016:4361
Rechter vernietigt VvE-besluit over beperking verhuur omdat niet aan wettelijk vereiste wijze tot standkoming is voldaan Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 28-09-2016 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2016:7993
RvS geeft overzichtsuitspraak over planschade Instantie Raad van State Datum 28-09-2016 Nummer ECLI:NL:RVS:2016:2582
Beslag tot zekerheidstelling voor vordering uit hoofde van OBV Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 27-09-2016 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2016:3895
Bestuurder aansprakelijk voor tekort in faillissementsboedel ook al was hij alleen op papier bestuurder Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 27-09-2016 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2016:3926
Feitelijke omschrijving in akte van levering prevaleert indien in de akte twee verschillende omschrijvingen staan Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 27-09-2016 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2016:4295
Geen sprake van toekomstig loon dus stamrecht is niet verknocht Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 27-09-2016 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2016:3901
Na gerechtelijke vaststelling ouderschap zijn bezitters te kwader trouw rekening en verantwoording verschuldigd aan erfgenaam Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 27-09-2016 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2016:3434
Onderscheid overeenkomst van verdeling en overeenkomst tot verdeling bij verdelen gemeenschap Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 27-09-2016 Nummer ECLI:NL:GHARL:2016:7782
Begrip 'vervaardigen' moet voor roerende zaken op dezelfde wijze worden uitgelegd als bij onroerende zaken Instantie Hoge Raad Datum 23-09-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:2137
Complex met o.a. herenhuizen en klooster naar zijn aard bestemd voor bewoning; 2% overdrachtsbelasting Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 23-09-2016 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2016:4199
Vernietiging dividendbesluit wegens faillissementspauliana Instantie Hoge Raad Datum 23-09-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:2172
WOZ-waarde niet van toepassing op verhuurde woning als waarde economische verkeer meer dan 10% afwijkt Instantie Hoge Raad Datum 23-09-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:2135
Ook bij kwijtschelding van meer dan de helft op koopprijs woning is object van de schenking de kwijtschelding Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 22-09-2016 Nummer AWB 15/807
Legitimarissen hebben recht op informatie over de periode voor overlijden van erflater Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 21-09-2016 Nummer ECLI:NL:RBROT:2016:7812
Geen geldige rechtskeuze voor Nederlands erfrecht gemaakt in Portugees testament Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 20-09-2016 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2016:3754
Verhouding taken executeur en die van boedelnotaris Instantie Kamer voor het notariaat Den Bosch Datum 19-09-2016 Nummer ECLI:NL:TNORSHE:2016:26
Forfaitaire waardering van verhuurde woning in box 3 geldt niet als waarde ten minste 10% afwijkt van werkelijke waarde Instantie Hoge Raad Datum 16-09-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:2104
Ook wanneer sprake is van een onttrekking mag volgens de HR HIR worden toegepast Instantie Hoge Raad Datum 16-09-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:2081
Winstuitdeling staat vorming herinvesteringsreserve niet in de weg Instantie Hoge Raad Datum 16-09-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:2080
Woonplaats van erflater voor erfbelasting is Nederland, ondanks intentie terug te keren naar buitenland Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 16-09-2016 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2016:7553
Appartement in gebruik geven voor huisvesting ingehuurde zzp'ers is commerciële exploitatie en voldoet niet woonbestemming Instantie Rechtbank Den Haag Datum 14-09-2016 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2016:11580
Gebruik van containervelden voor sierteelt is aan te merken als landbouw in de zin van art. 7:312 BW Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 14-09-2016 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2016:8509
Vervroegde uitkering van onderbedelingsvordering mogelijk na machtiging van de bewindvoerder/erfgenaam Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 14-09-2016 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2016:2954
Originele bestemming van gemengd pand bepaalt voor welk deel 2% tarief geldt Instantie Rechtbank Den Haag Datum 13-09-2016 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2016:11590
Tweedelijns-bestuurdersaansprakelijkheid Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 13-09-2016 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2016:2619
Verhuur van strandappartementen niet toegestaan wegens strijd met de in de splitsingsakte bepaalde woonbestemming Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 13-09-2016 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2016:3750
Vordering niet-ontvankelijk omdat niet werd opgetreden voor de gezamenlijke erfgenamen Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 13-09-2016 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2016:3715
Notaris heeft niet aan zorgplicht voldaan bij wijzigen bestemming appartementsrechten vlak voor passeren Instantie Kamer voor het notariaat Amsterdam Datum 08-09-2016 Nummer ECLI:NL:TNORAMS:2016:27
Volledig gestripte woning valt onder verlaagd tarief overdrachtsbelasting Instantie Rechtbank Gelderland Datum 08-09-2016 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2016:4827
Beroep op verruimde schenkvrijstelling ter besteding aan eigen woning slechts mogelijk in één kalenderjaar Instantie Rechtbank Gelderland Datum 07-09-2016 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2016:4832
Ontruiming o.g.v. art. 525 lid 3 Rv niet mogelijk als gebruikers bekend zijn Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 07-09-2016 Nummer ECLI:NL:RBROT:2016:10137
Bij verkoop van onroerende zaak onder voorwaarde van sloop bestaat WOZ-waarde uit verkoopprijs minus sloopkosten Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 06-09-2016 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2016:4058
Derdenhypotheek niet rechtsgeldig gevestigd wegens dwaling omdat de bank in haar zorgplicht is tekortgeschoten Instantie Rechtbank Den Haag Datum 31-08-2016 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2016:10478
Moet bank inzage in bankafschriften verschaffen aan erfgenamen? Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 31-08-2016 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2016:4719
Twee verschillende omschrijvingen van het te leveren perceel, feitelijke omschrijving prevaleert Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 30-08-2016 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2016:3788
Bij verkoop vrij op naam kan verkoper alleen als gemachtigde rechtsmiddelen aanwenden tegen voldoening van overdrachtsbelasting op aangifte Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 25-08-2016 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2016:3769
Schoolgebouw met woonbestemming volgens Hof geen woning omdat sloop- en verbouwwerkzaamheden nog moesten starten Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 25-08-2016 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2016:3768
Verbouwing van gedeelte van bestaande woning kwalificeert niet als 'bouw van een woning' in de zin van art. 7:765 BW Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 23-08-2016 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2016:2391
Rechtbank geeft toestemming voor het afwijken van statutaire bepalingen bij de verkoop van een lidmaatschapsrecht Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 22-08-2016 Nummer ECLI:NL:RBROT:2016:6870
Ondanks onduidelijke omschrijving in splitsingsakte is de uiteindelijke rechtsopvolger aangemerkt als procespartij Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 16-08-2016 Nummer ECLI:NL:GHARL:2016:6589
Geen ROW na verrekening vordering op BV met door BV overgenomen belastingschuld Instantie Hoge Raad Datum 12-08-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:1900
Geen beroep op huurbeding door veilingkoper Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 11-08-2016 Nummer ECLI:NL:RBROT:2016:6624
Commandiet die voor een dag beherend vennoot is, blijft hoofdelijk aansprakelijk voor reeds bestaande schulden Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 10-08-2016 Nummer ECLI:NL:RBROT:2016:6313
Kortstondige verhuur van appartement aan derden is bedrijfsmatige exploitatie en daarmee verboden Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 10-08-2016 Nummer ECLI:NL:RBROT:2016:6236
Geen sanctie voor notaris die een depotovereenkomst en jaarlijkse rente-opgave achterwege liet Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 09-08-2016 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2016:3229
Cultuurgronduitzondering van toepassing op boomkwekerij Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 03-08-2016 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2016:3020
Executeur disculpeert zich succesvol voor aansprakelijkheid niet betaalde erfbelasting Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 03-08-2016 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2016:3019
OBV-vordering was verjaard vanwege opeisbaarheidsclausule Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 03-08-2016 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2016:3664
Exclusief gebruiksrecht mede-eigenaars op deel van mandelige zaak sluit mandeligheid niet uit Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 26-07-2016 Nummer ECLI:NL:GHARL:2016:6090
Klacht gegrond, notaris had akte niet mogen passeren omdat volmacht niet toereikend was Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 26-07-2016 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2016:3080
Scheve verevening van pensioenrechten niet, scheve verrekening van lijfrenteaanspraken wel belast bij scheiding Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 21-07-2016 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2016:4550
Appartementseigenaar ook aangemerkt als eigenaar voor de Natuurschoonwet Instantie Raad van State Datum 20-07-2016 Nummer ECLI:NL:RVS:2016:2025
Ondanks testamentaire bepaling heeft executeur toch recht op loon Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 20-07-2016 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2016:2370
Verjaring van vordering is geen gift en dus niet voor inkorting vatbaar Instantie Rechtbank Den Haag Datum 20-07-2016 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2016:8442
Onroerende zaken van vrouw vallen in faillissement van man Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 19-07-2016 Nummer ECLI:NL:GHARL:2016:5855
Oud-notaris is structureel in gebreke geweest om zorgvuldig onderzoek te doen bij ABC-transacties Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 19-07-2016 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2016:2834
Verlof tot inroepen van huurbeding ontvankelijk, bezichtigingsbeding biedt echter geen rechtsingang Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 13-07-2016 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2016:4357
Bestuurder niet persoonlijk aansprakelijk voor niet betaalde huur na turboliquidatie Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 12-07-2016 Nummer ECLI:NL:GHARL:2016:5680
Kandidaat-notaris had de plicht verblijvensbeding in samenlevingsovereenkomst aan erfgenamen te vermelden Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 12-07-2016 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2016:2785
Kandidaat-notaris moest bestaan verblijvensbeding schriftelijk aan erfgenamen melden Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 12-07-2016 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2016:2786
Aankoop woon/winkel-pand moet worden aangemerkt als koppelaankoop Instantie Hoge Raad Datum 08-07-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:1422
Beperkte strekking bij inschrijving van een rechtsmiddel op straffe van niet-ontvankelijkheid Instantie Hoge Raad Datum 08-07-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:1468
Erfpachtcanon niet aftrekbaar na overdracht woning door vader aan kind onder voorbehoud van recht van erfpacht Instantie Hoge Raad Datum 08-07-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:1353
Niet voor zelfbewoning gekocht woongedeelte van pand vormt geen verplicht privévermogen Instantie Hoge Raad Datum 08-07-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:1422
Renteclausule in hypotheekakte slechts van belang voor partijen; uitleg door middel van het Haviltex-criterium Instantie Hoge Raad Datum 08-07-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:1511
Terugkoopoptie is geen ontbindende voorwaarde, geen teruggaaf overdrachtsbelasting Instantie Hoge Raad Datum 08-07-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:1425
Vennootschap is niet gefinancierd met verrekenbaar inkomen; komt niet voor verrekening in aanmerking Instantie Hoge Raad Datum 08-07-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:1473
Opheffing van onder oud erfrecht ingesteld testamentair bewind is mogelijk Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 07-07-2016 Nummer ECLI:NL:GHARL:2016:5612
Financiële transacties op basis van samenlevingscontract Instantie Rechtbank Limburg Datum 06-07-2016 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2016:5730
Geen uitleg testament ondanks dat door het niet opnemen van een inkortingsregeling de staak van het onterfde kind meer verkrijgt Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 06-07-2016 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2016:3519
Vervangende toestemming door Rechtbank te laat verzocht Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 05-07-2016 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2016:4237
Loterijprijs van vrouw valt in het faillissement van man nu zij niet kan aantonen dat zij de loten voor meer dan de helft met eigen middelen heeft gefinancierd Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 29-06-2016 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2016:3386
Wijziging splitsingsakte slechts mogelijk bij verandering constructie of omgrenzing gebouw dat leidt tot goederenrechtelijke gevolgen Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 29-06-2016 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2016:4055
Paardenfokkerij voldoet niet aan bedrijfsmatige exploitatie-eis door gebrek aan economisch oogmerk Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 28-06-2016 Nummer ECLI:NL:GHARL:2016:5621
Zonnepark is onroerend nu deze bestemd is om duurzaam ter plaatse te blijven Instantie Rechtbank Gelderland Datum 28-06-2016 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2016:3469
Geen grond voor ministerieweigering ondanks voorkeursrecht Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 27-06-2016 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2016:5223
Als via vergelijkingsmethode een vergelijkbaar loon kan worden gevonden blijft afroommethode buiten beeld bij gebruikelijkloonregeling Instantie Hoge Raad Datum 24-06-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:1269
Bij vernietiging schenking wegens misbruik van omstandigheden geldt omgekeerde bewijslast Instantie Hoge Raad Datum 24-06-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:1272
Boete voor notaris die onjuist gewekt vertrouwen in stand heeft gelaten Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 24-06-2016 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2016:15
Conservatoir beslag om vorderingen uit hoofde van ouderlijke boedelverdeling zeker te stellen Instantie Hoge Raad Datum 24-06-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:1271
Machtiging kantonrechter nodig voordat voogd toestemming kan geven aan bewindvoerder voor overdracht woning Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 24-06-2016 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2016:3417
Stamrecht is verknocht als deze ziet op vervanging van inkomen Instantie Hoge Raad Datum 24-06-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:1293
Pachter exploiteert naast handel in runderen hoofdzakelijk paardenpension; tekortkoming in de nakoming van art. 7:376 BW Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 23-06-2016 Nummer ECLI:NL:RBROT:2016:4740
Vereenzelviging van rechtspersonen Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 22-06-2016 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2016:3415
De uitleg van de publicatieplicht bij executieveilingen Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 21-06-2016 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2016:3609
VOF is rechtssubject Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 21-06-2016 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2016:2384
Afspraak over sloopwerkzaamheden leidt niet tot economische eigendomsoverdracht Instantie Hoge Raad Datum 17-06-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:1202
Verhuurde golfgrond op NSW-landgoed valt onder NSW-vrijstelling in box 3 Instantie Hoge Raad Datum 17-06-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:1207
Dwaling door beide partijen en ontbreken toestemming echtgenote zorgen voor vernietiging borgstellingen Instantie Rechtbank Gelderland Datum 15-06-2016 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2016:3583
Heffing box 3 niet in strijd met Eerste Protocol van het EVRM want geen sprake van individuele buitensporige last Instantie Hoge Raad Datum 10-06-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:1129
Overdrachtsbelasting niet in strijd met recht op eigendom (art. 17 Handvest EU) Instantie Hoge Raad Datum 10-06-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:1147
Woonark is geen onroerende zaak, nu deze kan meebewegen met de waterstand Instantie Raad van State Datum 08-06-2016 Nummer ECLI:NL:RVS:2016:1562
Geen BOF SW vordering op grond van finaal verrekenbeding dat zoon heeft geërfd Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 07-06-2016 Nummer ECLI:NL:GHARL:2016:4548
Schenkvrijstelling voor onvermogenden niet van toepassing aangezien niet is aangetoond dat kwijtschelding is gedaan vanwege dringend financiële hulp Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 07-06-2016 Nummer ECLI:NL:GHARL:2016:4546
Vordering op grond van art. 2:334r BW laat vordering op grond van art. 6:258 BW onverlet Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 07-06-2016 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2016:2159
Zakelijke overwegingen bij fusie moeten worden bezien in context van activiteiten fuserende lichamen Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 07-06-2016 Nummer ECLI:NL:GHARL:2016:4545
Strijd met art. 2:8 BW zorgt voor onrechtmatige opzegging lidmaatschap (IMG-arrest) Instantie Hoge Raad Datum 03-06-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:1061
Twee gerechtigden bij verkrijging goed onder voorwaarde (Rabobank / Reuser) Instantie Hoge Raad Datum 03-06-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:1046
Debiteur is niet draagplichtig voor de schuld van ex-partner/eigenaar Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 01-06-2016 Nummer ECLI:NL:RBROT:2016:4320
Vordering uit geldlening van ? 150.000 in familieverband is na 20 jaar verjaard Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 01-06-2016 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2016:2689
Ontbinding koopovereenkomst ter zake van bitcoins Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 31-05-2016 Nummer ECLI:NL:GHARL:2016:4219
Watersportactiviteiten voor bepaalde kwetsbare groep in samenleving dienen algemeen nut Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 31-05-2016 Nummer ECLI:NL:GHARL:2016:4206
Geen recht op huurtoeslag wegens papieren schenking in vermogen van huurder Instantie Raad van State Datum 25-05-2016 Nummer ECLI:NL:RVS:2016:1390
Economisch eigenaar is geen bezitter, dus beroep op verjaring slaagt niet Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 24-05-2016 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2016:2033
Uitsluiting verrekening pensioenrechten is geen uitsluiting wettelijke pensioenverevening Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 24-05-2016 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2016:1993
Bij veiling op grond van niet onherroepelijk vonnis geniet koper geen bescherming Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 17-05-2016 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2016:1933
Tegenbewijsregeling van art. 157 Rv ziet ook op de vraag of de juiste verklaring is afgelegd Instantie Hoge Raad Datum 13-05-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:848
Toetreding door TBS'er tot VOF staakt de terbeschikkingstelling niet omdat sprake is van uitgroei van werkzaamheid Instantie Hoge Raad Datum 13-05-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:831
Veroordeling van een coöperatie om lidmaatschap van een nieuw lid te beëindigen Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 10-05-2016 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2016:1858
Toestemmingsvereiste 1:88 ontbrak, notaris aansprakelijk Instantie Rechtbank Limburg Datum 04-05-2016 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2016:4007
Aanpassing canon op grond van algemene voorwaarden niet ongeldig (SEBA / Amsterdam I) Instantie Hoge Raad Datum 29-04-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:769
Nabetalingsclausule in leveringsakte redt gewraakte transactie niet, aandelenoverdracht paulianeus Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 29-04-2016 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2016:2821
Geen hypotheekrenteaftrek voor erfgenaam van aflossingsvrije leningen Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 26-04-2016 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2016:2318
Is onder de gegeven omstandigheden sprake van een (rechtspersoonlijkheid bezittende) informele vereniging in de zin van wet? Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 26-04-2016 Nummer ECLI:NL:GHARL:2016:3406
Vereisten voor een concreet verzoek om voorschot op het loon van de vereffenaar Instantie Rechtbank Gelderland Datum 26-04-2016 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2016:7160
Vervanging van parketvloer in rijksmonument aangemerkt als huurderslasten, aftrek niet toegelaten Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 26-04-2016 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2016:1495
Voor de vraag wat is overgedragen, gaat de inhoud van de leveringsakte boven het kadaster Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 26-04-2016 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2016:1626
Geen afwaarderingsverlies onzakelijke lening bij ongebruikelijke terbeschikkingstelling Instantie Hoge Raad Datum 22-04-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:703
Hof motiveert onvoldoende dat geen reden aanwezig zou zijn voor afwijking van art. 1:100 BW bij schuld voor advocaatkosten Instantie Hoge Raad Datum 22-04-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:723
Stichting met internetplatform voor goede doelen niet langer als ANBI aangemerkt Instantie Hoge Raad Datum 22-04-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:695
Het houden van paarden op de betreffende grond heeft een hobbymatig karakter Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 21-04-2016 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2016:1570
Stemrecht op aandelen in BV ligt bij langstlevende echtgenoot als vruchtgebruiker Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 21-04-2016 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2016:1609
Geen erkenning Marokkaans huwelijk vanwege huwelijksdwang Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 19-04-2016 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2016:1507
Notaris mocht courtage niet tegen wil van verkoper uitkeren aan makelaar Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 19-04-2016 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2016:1383
Partijbedoeling in akte van levering leidend voor beantwoording vraag wat precies is overgedragen Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 19-04-2016 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2016:1493
Uitleg statuten van gezamenlijke B.V. Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 19-04-2016 Nummer ECLI:NL:GHARL:2016:3094
Kamer oordeelt dat de taak van de executeur is geëindigd, nu de ruimschoots toereikend verklaring niet op het moment van beneficiaire aanvaarding is afgegeven Instantie Kamer voor het notariaat Den Bosch Datum 18-04-2016 Nummer ECLI:NL:TNORSHE:2016:11
HR: opzegging duurovereenkomst over exploitatie natuurreservaat niet mogelijk, statutenwijziging vereist Instantie Hoge Raad Datum 15-04-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:660
Pand- of hypotheekhouder kan ook boedelvordering op onderpand verhalen, mits het pand- of hypotheekrecht tot zekerheid van deze vordering is gevestigd Instantie Hoge Raad Datum 15-04-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:665
Vastgoedconcern met zeer omvangrijke en diverse OG-portefeuille drijft materiële onderneming; BOF SW van toepassing Instantie Hoge Raad Datum 15-04-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:633
Ondanks gemaakte afspraak geen volledige renteaftrek toegestaan bij juridisch eigenaar van woning Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 13-04-2016 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2016:6624
Mag notaris testament opstellen en passeren op één dag? Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 12-04-2016 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2016:1333
Rente over papieren schenking wordt niet als schenking aangemerkt voor berekening legitieme portie Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 12-04-2016 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2016:1432
Statutair bestuurder BV niet draagplichtig voor belastingschuld, want geen feitelijk bestuurder Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 12-04-2016 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2016:1430
Statutenwijziging van een stichting terwijl in de statuten niet is voorzien in de mogelijkheid van wijziging Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 12-04-2016 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2016:1429
Schuiven in echtscheidingsconvenant tussen bijdrage kinderen partner vanwege fiscale consequenties leidt tot bewuste afwijking van wettelijke maatstaven Instantie Hoge Raad Datum 08-04-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:608
Woning valt onder art. 10 SW als bedongen huur lager is dan 6% van de WOZ-waarde in onbezwaarde staat Instantie Hoge Raad Datum 08-04-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:583
Ruilverkaveling heeft geen titelzuiverende werking ten aanzien van een kettingbeding Instantie Rechtbank Gelderland Datum 06-04-2016 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2016:2775
403-verklaring vereist voldoende inzicht in eigen verplichtingen en niet in vermogen en resultaat dochtervennootschappen Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 30-03-2016 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2016:1431
Waterwoning wordt aangemerkt als onroerende zaak vanwege zijn duurzaamheid Instantie Raad van State Datum 30-03-2016 Nummer ECLI:NL:RVS:2016:861
(Ouder) retentierecht gaat voor op jonger hypotheekrecht Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 29-03-2016 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2016:1179
Notaris dient partijen in zijn declaratiegedrag op gelijkwaardige wijze te behandelen Instantie Kamer voor het notariaat Amsterdam Datum 29-03-2016 Nummer ECLI:NL:TNORAMS:2016:6
Rentebetalingen gekoppeld aan vermogen in vorm van niet opeisbare vordering Instantie Centrale Raad van Beroep Datum 29-03-2016 Nummer ECLI:NL:CRVB:2016:1160
Aandelen in vastgoed-BV gewaardeerd op basis waarde onroerende zaken in verhuurde staat Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 25-03-2016 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2016:1157
Gedeeltelijke voorlezing bij passeren testament in aanwezigheid van getuigen leidt niet tot vernietigbaarheid Instantie Hoge Raad Datum 25-03-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:504
Hoge Raad benadrukt het verschil tussen verdeling en verrekening bij berekenen van de wettelijke rente Instantie Hoge Raad Datum 25-03-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:493
Niet controleren door adviseur opgestelde aangiften omzetbelasting maakt bestuurder niet zonder meer aansprakelijk Instantie Hoge Raad Datum 25-03-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:480
Onzekerheid over schenking leidt tot niet aansprakelijkheid voor aanslag schenkbelasting aan onbekende verkrijger Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 25-03-2016 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2016:1158
Plezier maken met zeilactiviteiten voor mensen met beperking maakt niet dat het algemeen belang niet wordt gediend Instantie Rechtbank Den Haag Datum 24-03-2016 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2016:3231
Oneigenlijke dwaling bij borgtocht, door onvolledige voorlichting geen sprake van opgewekt vertrouwen Instantie Rechtbank Overijssel Datum 23-03-2016 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2016:4211
Mede-eigenaars hebben gezamenlijk slechts eenmaal recht op vrijstelling van tien woningen voor verhuurderheffing Instantie Rechtbank Gelderland Datum 22-03-2016 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2016:1584
Notaris heeft bij cliëntenonderzoek teveel gesteund op informatie van derden; onvoldoende rekenschap van eigen verantwoordelijkheid Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 22-03-2016 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2016:11
Tweede borgstelling onzakelijk wegens verslechterde financiële positie BV Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 22-03-2016 Nummer ECLI:NL:GHARL:2016:2286
Klacht tegen openbaar maken BSN ongegrond omdat notaris niet bedacht hoefde te zijn op bezwaar tegen openbaring Instantie Kamer voor het notariaat Den Bosch Datum 21-03-2016 Nummer ECLI:NL:TNORSHE:2016:1
Biologische ouder heeft recht op omgang met kind en juridische ouders zijn verplicht om kind afstammingsinformatie te verschaffen Instantie Hoge Raad Datum 18-03-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:452
Erfgenamen ontvankelijk in enquêteprocedure omdat partiële verdeling van aandelen nietig is wegens selbsteintritt Instantie Hoge Raad Datum 18-03-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:454
Geen aftrek IB voor betaald successierecht over afgekochte kapitaalverzekering Instantie Hoge Raad Datum 18-03-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:430
Verdeling van gemeenschap in 2012 na echtscheiding in 1986 Instantie Hoge Raad Datum 18-03-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:451
(Juridische) Splitsing is geen vervreemding, vruchtgebruikster heeft geen toestemming nodig van blooteigenaren Instantie Rechtbank Den Haag Datum 17-03-2016 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2016:2871
Geen verdeling of verrekening door Hof wegens ontbreken vermogensbeschrijving Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 16-03-2016 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2016:1028
Goedkeuring aandeelhoudersbesluit tot dividenduitkering leidt tot vergoedingsplicht voor middellijk bestuurders Instantie Rechtbank Gelderland Datum 16-03-2016 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2016:1758
Belastingplichtige drijft twee objectieve ondernemingen: klusbedrijf en ontwikkeling van diervriendelijke insectenvanger Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 15-03-2016 Nummer ECLI:NL:GHARL:2016:2137
Geen rechtsvordering instellen tegen deelgenoot maar toerekenen op aandeel bij verdeling gemeenschap Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 15-03-2016 Nummer ECLI:NL:GHARL:2016:2079
Komt aan het loon van de vereffenaar een hogere preferentie toe dan aan de overige schulden van art. 4:7 BW? Instantie Hoge Raad Datum 11-03-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:392
Uitsluitingsclausule voor toekomstige schenkingen is geldig Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 10-03-2016 Nummer ECLI:NL:GHARL:2016:2131
Bestuurder aansprakelijk omdat het niet betalen van (loon)belasting leidt tot kennelijk onbehoorlijk bestuur Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 04-03-2016 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2016:1101
In beginsel staat banktegoed dat kind in staat stelt zelf te voorzien in levensonderhoud in de weg aan aftrek wegens uitgaven levensonderhoud Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 04-03-2016 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2016:785
Onterecht vermelde omzetbelasting verschuldigd ook als geen sprake is van een omzetbelasting belaste prestatie Instantie Hoge Raad Datum 04-03-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:356
Ondanks ontbreken schenkingstraditie wordt schenking van € 195.000 toegestaan Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 03-03-2016 Nummer ECLI:NL:GHARL:2016:1654
Niet aannemelijk gemaakt dat onder uitsluitingsclausule verkregen vermogen ter beschikking was gesteld, geen aftrek afwaarderingsverlies Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 01-03-2016 Nummer ECLI:NL:GHARL:2016:1693
Niet voeren van administratie leidt bij samenwoners tot economische gemeenschap van goederen Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 01-03-2016 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2016:912
Advocaatkosten ter beëindiging of vermindering van alimentatieverplichting niet aftrekbaar Instantie Hoge Raad Datum 26-02-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:317
Bij verkoop woning tegen WEV met kwijtschelding op koopprijs speelt WOZ-waarde geen rol Instantie Hoge Raad Datum 26-02-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:320
Omzetting vof naar eenmanszaak na echtscheiding, oud-vennoot toch nog hoofdelijk aansprakelijk Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 24-02-2016 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2016:980
Paulianeus handelen door wijzigen van huwelijksvoorwaarden? Instantie Rechtbank Den Haag Datum 24-02-2016 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2016:6682
Rechtbank kan alimentatie vaststellen bij ongehuwden met alimentatieregeling in samenlevingsovereenkomst Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 24-02-2016 Nummer ECLI:NL:RBROT:2016:1139
Bank lost af met door haar als begunstigde ontvangen levensverzekeringsuitkering. Hoofdelijke aansprakelijkheid en draagplicht Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 23-02-2016 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2016:879
Notaris mocht inhoud lastbepaling bekendmaken aan lastbevoordeelde Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 23-02-2016 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2016:6
Onverplichte schenkingen door langstlevende waren paulianeus en dus vernietigbaar Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 23-02-2016 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2016:643
Ouders die BV van kind minder huur voor winkelpand laten betalen bevoordelen het kind, sprake van een gift Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 23-02-2016 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2016:612
Rechtverkrijgende onder algemene titel gebonden aan bij overdracht onderneming overeengekomen winstdelingsclausule Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 23-02-2016 Nummer ECLI:NL:GHARL:2016:1392
Erfgenaam heeft recht op immateriële schadevergoeding over periode voor overlijden erflater Instantie Hoge Raad Datum 19-02-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:252
Notaris had erfgenamen moeten wijzen op doorschuiffaciliteit IB Instantie Hoge Raad Datum 19-02-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:292
Verkoop aanmerkelijk belang met terugwerkende kracht is niet van invloed op moment eindigen terbeschikkingstelling Instantie Hoge Raad Datum 19-02-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:253
Volledige aansprakelijkheid notaris bij beroepsfout ondanks schadebeperkingsmogelijkheid benadeelde Instantie Hoge Raad Datum 19-02-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:270
Notaris aansprakelijk gesteld voor schending zorgplicht jegens ouder bij geldlening aan zoon met positieve/negatieve hypotheekverklaring Instantie Rechtbank Gelderland Datum 17-02-2016 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2016:850
Uitzonderingsregeling WOZ leidt niet tot achterwege blijven heffing erfbelasting over onbebouwde grond van NSW-landgoed Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 16-02-2016 Nummer ECLI:NL:GHARL:2016:1157
Wetenschap van oorzaken van faillissement is onvoldoende voor kennelijk onbehoorlijk bestuur Instantie Hoge Raad Datum 12-02-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:233
Bestuurder handelt onrechtmatig door rechtshandeling in oprichtingsfase te bekrachtigen en zo persoonlijke aansprakelijkheid af te wentelen op de BV Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 09-02-2016 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2016:424
Piramidespel niet toerekenbaar aan notaris die vennootschap heeft opgericht, geen Peeters/Gatzen-vordering voor curator Instantie Hoge Raad Datum 05-02-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:201
Testamentair bewind wordt beheerst door oud erfrecht op grond van overgangsrecht Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 04-02-2016 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2016:490
Door herleven huwelijksvoorwaarden bij reparatiehuwelijk is geen gemeenschap van goederen ontstaan Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 03-02-2016 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2016:397
Levensexecuteur wordt niet benoemd tot bewindvoerder en mentor door zelfverrijking Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 02-02-2016 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2016:346
Ondanks nabetalingsclausule wordt aandelenoverdracht vernietigd wegens faillissementspauliana Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 02-02-2016 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2016:296
Voorkeur voor curator blijkt uit algehele notariële volmacht maar niet gevolgd wegens gebrekkige financiële verantwoording Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 02-02-2016 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2016:333
Van ontbonden rechtspersoon naar in staat van faillissement door schuldeisers en mogelijke baten Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 01-02-2016 Nummer ECLI:NL:GHARL:2016:593
Waardering maatschapsaandeel SW van in gemeenschap van goederen gehuwde vennoot Instantie Hoge Raad Datum 29-01-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:115
Notaris mag zich verweren met gebruikmaking gespreksaantekeningen Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 26-01-2016 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2016:189
Uitsluiten van pensioenverevening bij de verdeling is in casu onaanvaardbaar, de rest van de verdeling vormt geen benadeling Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 26-01-2016 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2016:191
Hoge Raad bestrijdt handel in herinvesteringslichamen met fraus legis (II) Instantie Hoge Raad Datum 22-01-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:91
Verplichting tot afleggen rekening en verantwoording gaat bij overlijden executeur niet over op zijn erfgenamen Instantie Hoge Raad Datum 22-01-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:99
Verhuur onderneming in strijd met voorzettingsvereiste bedrijfsopvolgingsregeling SW Instantie Rechtbank Den Haag Datum 21-01-2016 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2016:4708
Uitleg begrip wonen in splitsingsregelement; verhuur aan meerdere huurders is daarmee in strijd Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 19-01-2016 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2016:83
Gedetineerde moeder draagt de rechten van wettelijk vertegenwoordiger bij notariële akte over aan haar zussen en behoudt daarmee het ouderlijk gezag Instantie Rechtbank Limburg Datum 15-01-2016 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2016:341
Immateriële schadevergoeding na inhoudelijke afdoening in bezwaarfase Instantie Hoge Raad Datum 15-01-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:58
Niet vermelden agrarische bestemming woning is geen schending van art. 7:15 BW Instantie Hoge Raad Datum 15-01-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:28
Onzorgvuldige notaris laat fiscale aspecten verwerping en aanvaarding buiten beschouwing Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 15-01-2016 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2016:44
Regeling uitgezonderde objecten geldt ook voor opstalgerechtigde van een NSW-landgoed Instantie Hoge Raad Datum 15-01-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:45
Verwachter heeft recht op bijgeschreven rente over bezwaarde onderbedelingsvordering Instantie Hoge Raad Datum 15-01-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:47
Verhuur via AirBnB is exploitatie van het privégedeelte als pension Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 14-01-2016 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2016:2120
Centrale Raad van Beroep: eigen bijdrage is niet in strijd met EVRM Instantie Centrale Raad van Beroep Datum 13-01-2016 Nummer ECLI:NL:CRVB:2016:83
Haviltex bij huwelijks voorwaarden omdat partijen twijfelen over uitleg Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 13-01-2016 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2016:107
Notaris moet bij passeren pandakte waarschuwen dat hij geen zekerheid kan garanderen Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 12-01-2016 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2016:20
Ontbonden vennootschap ontvankelijk voor instellen van beroep tegen navorderingsaanslag Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 12-01-2016 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2016:133
Kantonrechter geeft overzicht van in casu af te geven informatie door executeur aan legitimaris Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 08-01-2016 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2016:79
Keuze voor btw-ondernemingsvermogen moet tijdig plaatsvinden Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 07-01-2016 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2016:8
Islamitische scheiding kan niet worden afgedwongen via Nederlandse rechter Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 06-01-2016 Nummer ECLI:NL:RBROT:2016:8
Notaris is aansprakelijk voor passeren akten in omgekeerde volgorde Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 06-01-2016 Nummer ECLI:NL:RBROT:2016:376
Einde volmacht wordt gepubliceerd in Staatscourant Instantie Rechtbank Overijssel Datum 30-12-2015 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2015:5825
Door aangifte erfbelasting te doen in hoedanigheid van erfgenaam is nalatenschap zuiver aanvaard Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 29-12-2015 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2015:3919
Niet de ontbindende voorwaarde maar terugkoopovereenkomst was titel voor teruglevering: geen teruggaaf overdrachtsbelasting Instantie Rechtbank Gelderland Datum 29-12-2015 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2015:8260
Constructie om zesmaandstermijn op te rekken mislukt Instantie Rechtbank Gelderland Datum 24-12-2015 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2015:8113
Beroep op verjaring in strijd met maatstaven van redelijkheid en billijkheid Instantie Rechtbank Den Haag Datum 23-12-2015 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2015:15609
Bij kunstvoorwerpen in een nalatenschap wordt verwacht dat notaris bekend is met erfbelastingregeling voor kunstvoorwerpen Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 22-12-2015 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2015:64
Notaris moest beschikkingsbevoegdheid van executeur onderzoeken Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 22-12-2015 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2015:5551
Waar bedrog is gepleegd, past geen beroep op de onderzoeksplicht, zelfs als sprake is van een deskundige Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 22-12-2015 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2015:5377
Bij een boedel zonder activa verdient turbo-liquidatie de voorkeur boven aanvraag van eigen faillissement Instantie Hoge Raad Datum 18-12-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:3636
Referentieobjecten voor haven onvoldoende vergelijkbaar, naheffingsaanslag vernietigd Instantie Hoge Raad Datum 18-12-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:3591
Toestemming echtgenote voor borgstelling door ondernemer Instantie Hoge Raad Datum 18-12-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:3606
BTW-richtlijn conforme uitleg van begrip bouwterrein werkt door naar samenloopregeling Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 17-12-2015 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2015:8728
Herroeping van ontbindingsbesluit niet toegelaten na toetsing aan door Hoge Raad gestelde criteria (Rifgat-zaak) Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 17-12-2015 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2015:5265
Wegens onttrekking aan controle wordt verzoek van curator tot inbreng vermogen rechthebbende in vennootschap afgewezen Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 16-12-2015 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2015:3642
In aangifte overdrachtsbelasting gaat koper ten onrechte uit van koopprijs bij aankoop bosgrond Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 15-12-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:9635
Waardedaling geen invloed op hoogte OBV-vordering Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 15-12-2015 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2015:3922
Nieuwe appartementseigenaren mochten vertrouwen op juistheid gewijzigde splitsingsakte Instantie Hoge Raad Datum 11-12-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:3552
Notaris had bij overdracht appartement handelsregister moeten raadplegen, maar fout tast vorderingsrecht VvE op koper niet aan Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 11-12-2015 Nummer ECLI:NL:RBROT:2015:9683
WOZ-waarde woning bepaalt omvang legaat van 10% van de nalatenschap Instantie Hoge Raad Datum 11-12-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:3491
Ontslagvergoeding niet (meer) verknocht omdat vergoeding is besteed aan echtelijke woning Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 10-12-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:9886
Bestuur mocht afgaan op uitgebreid onderbouwd advies van de ingeschakelde notaris Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 08-12-2015 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2015:5281
Vordering tot opheffing loonbeslag afgewezen omdat buitenlands huwelijksvermogensregime niet kenbaar is gemaakt Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 07-12-2015 Nummer ECLI:NL:RBROT:2015:9823
Opzettelijk verzwegen polissen niet verrekend bij verdeling; waarde komt volledig toe aan ex-echtgenote Instantie Hoge Raad Datum 04-12-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:3475
Minderjarig kind heeft recht op som ineens Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 01-12-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:9090
Onjuiste opgave rangorde pandrecht vormt onrechtmatige daad bestuurder Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 01-12-2015 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2015:4975
Het zijn van "een grote professionele speler" brengt op zichzelf niet automatisch mededelingsplicht met zich mee Instantie Hoge Raad Datum 27-11-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:3424
Deelgenoten zijn bevoegd om over aandeel in perceel te beschikken zonder toestemming van de andere deelgenoot Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 27-11-2015 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2015:7534
Richtlijn proceskosten WOZ recht in de zin van art. 79 RO Instantie Hoge Raad Datum 27-11-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:3370
Geen wettelijke basis voor volledig toerekenen van afgezonderd particulier vermogen aan de erfgenaam bij verwijdering andere erfgenaam uit het Begünstigtenregelement Instantie Rechtbank Den Haag Datum 25-11-2015 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2015:14771
Notaris niet aansprakelijk voor de vertraging die plaatsvindt bij het online bieden op een veiling Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 25-11-2015 Nummer ECLI:NL:RBROT:2015:8370
Verzoek tot afstorting pensioenrechten afgewezen wegens redelijkheid en vennootschappelijk belang Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 25-11-2015 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2015:3875
Correcte waardering van goederen behorende tot een ontbonden huwelijksgemeenschap bij rechterlijke verdeling Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 24-11-2015 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2015:4741
Geen goedkeuring vooraf van aandeelhouders buiten de statuten om Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 24-11-2015 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2015:4734
Weigeren alsnog opmaken depotovereenkomst na nalaten ambtsvoorganger levert tuchtrechtelijk verwijtbaar gedrag op Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 23-11-2015 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2015:46
Erfrechtelijke bevoegdheden niet beperkt door cautio Socini, verzoek ontslag executeur mogelijk Instantie Hoge Raad Datum 20-11-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:3329
Geen machtiging verleend voor de inbreng van onder bewind gesteld vermogen in een BV Instantie Hoge Raad Datum 20-11-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:3334
Vaststellen vervreemdingsvoordeel bij verkoop landbouwgrond gebeurt aan de hand van wevab waarde ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst, niet het moment van levering Instantie Hoge Raad Datum 20-11-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:3312
Aanslag erfbelasting over € 4,1 miljoen vernietigd, omdat erflater niet (fictief) in Nederland woonde Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 19-11-2015 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2015:4611
Art. 4:59 BW is alleen aan de orde wanneer testament wordt gemaakt gedurende de periode van ziekte waaraan de testateur is overleden Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 18-11-2015 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2015:6581
Partijen hebben geen geschil over alimentatie, rechter kan verzoek tot vastlegging niet toewijzen Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 18-11-2015 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2015:7803
Priester is erfgenaam omdat testament gemaakt was voordat erflaatster ziek werd Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 18-11-2015 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2015:6581
Kantonrechter verleent goedkeuring waardoor nalatenschap door een van de vereffenaars zelfstandig kan worden vereffend Instantie Rechtbank Den Haag Datum 17-11-2015 Nummer 4488506 / 15-94659
Geen renteaftrek eigen woning voor buitenlands belastingplichtige die slechts een deel van zijn jaarinkomen in Nederland verwerft Instantie Hoge Raad Datum 13-11-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:3294
Ook 'Haviltexen' als standpunten van partijen elkaar uitsluiten Instantie Hoge Raad Datum 13-11-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:3303
Beheerder van fonds voor gemene rekening geen IB ondernemer Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 12-11-2015 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2015:5216
Functie van boedelnotaris prevaleert boven het verzoek tot geheimhouding voor een van de erfgenamen Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 12-11-2015 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2015:52
Woning bleek dienstwoning te zijn, partijen hebben wederzijds gedwaald waardoor koopovereenkomst vernietigbaar is Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 11-11-2015 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2015:5179
Het fokken van een relatief bescheiden aantal schapen vindt op bedrijfsmatige wijze plaats Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 10-11-2015 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2015:3145
Stichting aanvaardt benoeming tot executeur en bewindvoerder niet vanwege zwart geld in de nalatenschap Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 10-11-2015 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2015:4663
Niet aangegeven vermogensbestanddelen die privé-eigendom waren van een echtgenoot na echtscheiding toch bij helfte toegerekend aan beide echtgenoten Instantie Hoge Raad Datum 06-11-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:3223
Niet doen van aangifte door schenker leidt niet tot omkering en verzwaring bewijslast voor begiftigde indien begiftigde zelf niet is uitgenodigd tot doen van aangifte schenkbelasting Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 05-11-2015 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2015:4462
Ruime strekking meldingsplicht art. 16 Wwft: iedere ongebruikelijke transactie behoort te worden gemeld Instantie College van Beroep voor het bedrijfsleven Datum 05-11-2015 Nummer ECLI:NL:CBB:2015:363
Poging leden van overkoepelende vereniging te laten kiezen voor uitgetreden vereniging niet onrechtmatig Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 03-11-2015 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2015:4437
Besluit van ALV om kortstondige verhuur toe te staan in strijd met statuten en daarom nietig Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 29-10-2015 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2015:9967
Aandeel in goederen nalatenschap kan niet worden verbeurd aan legitimaris Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 28-10-2015 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2015:7413
Bitcoin gelijk gesteld aan wettig betaalmiddel voor de vrijstelling van de omzetbelasting Instantie Hof van Justitie EU Datum 22-10-2015 Nummer ECLI:EU:C:2015:718
Rechten van gebruik en bewoning hebben geen economische waarde, afstand om niet is mogelijk Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 22-10-2015 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2015:4261
Verlenging verjaringstermijn zoals die geldt voor ex-echtgenoten ook van toepassing op ex-samenwoners Instantie Rechtbank Gelderland Datum 21-10-2015 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2015:8198
Kennelijk onbehoorlijk bestuur door bekrachting van rechtshandelingen BV i.o. Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 20-10-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:7948
Notaris kan niet volstaan met raadplegen kadastrale basisregistratie Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 20-10-2015 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2015:4327
De wettelijke schuldsanering natuurlijke personen gaat voor meerderjarigenbewind bij verkoop woning van rechthebbende Instantie Rechtbank Gelderland Datum 16-10-2015 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2015:6529
Ook lichamen kunnen aansprakelijk worden gesteld voor verschudigde vennootschapsbelasting op grond van art. 40 Inv. Instantie Hoge Raad Datum 16-10-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:3080
Prejudiciële vraag over dienen van twee heren Instantie Hoge Raad Datum 16-10-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:3099
Vorderingen ontstaan ná de faillietverklaring uit een bestaande rechtsverhouding kunnen worden verhaald op de opbrengst van het onderpand Instantie Hoge Raad Datum 16-10-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:3023
Wederzijdse zekerheden arrangement/meerwaarde overeenkomst ook in faillissement geldig Instantie Hoge Raad Datum 16-10-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:3094
Beroep op vervalbeding van twee jaar gekoppeld aan verrekenbeding is niet strijdig met redelijkheid en billijkheid Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 14-10-2015 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2015:2993
Depotovereenkomst niet schriftelijk vastleggen leidt tot schending zorgplicht door notaris Instantie Kamer voor het notariaat Den Haag Datum 14-10-2015 Nummer ECLI:NL:TNORDHA:2015:36
Strafrechtelijke veroordeling voor notaris die meermaals ongebruikelijke onroerendgoedtransacties niet heeft gemeld Instantie Rechtbank Den Haag Datum 14-10-2015 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2015:12281
Bij zakelijke overeenkomsten is taalkundige uitleg van contractsbepalingen van groot belang Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 13-10-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:7771
Hypotheekakte is rechtsgeldig gerectificeerd, toestemming van partijen is daarvoor niet vereist Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 13-10-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:7690
Cultuurgronduitzondering van toepassing op boomkwekerij Instantie Rechtbank Den Haag Datum 09-10-2015 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2015:16048
Hoge Raad bestrijdt handel in herinvesteringslichamen met fraus legis (IV) Instantie Hoge Raad Datum 09-10-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:2997
Kindgebonden budget van invloed op de draagkracht van de verzorgende ouder Instantie Hoge Raad Datum 09-10-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:3011
Zorgverleners worden voor hun werkzaamheden belast in box 1, vaak niet als ondernemer Instantie Hoge Raad Datum 09-10-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:2996
Uitgifte van aandelen kan onrechtmatig zijn jegens pandhouder Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 07-10-2015 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2015:5797
Geen beroep op Vormerkung jegens beslaglegger ingeval van rectificatie koper Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 06-10-2015 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2015:4139
Inschrijving onderbewindstelling vormt wegens bescherming belangen van rechthebbende geen inbreuk op privacy Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 06-10-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:7696
Kopers moesten beschikkingsbevoegdheid van executeur onderzoeken Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 06-10-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:7486
Leerstuk afgeleide schade (Poot/ABP) geldt ook voor CV Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 06-10-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:7491
Mededeling aan wederpartij niet voldoende voor contractsoverneming Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 06-10-2015 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2015:3936
Notaris mocht afgifte relevant deel testament aan onterfde versterferfgenamen niet weigeren Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 06-10-2015 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2015:4112
Rechtbank oordeelt dat omzetting van een stichting in een zelfstandig onderdeel van een kerkgenootschap mogelijk is Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 06-10-2015 Nummer ECLI:NL:RBROT:2015:7203
Notariskosten behoren tot vereffeningskosten Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 05-10-2015 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2015:7266
Wijziging van partneralimentatie wegens grove miskenning van de wettelijke maatstaven Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 29-09-2015 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2015:4053
Biologische vader is geen verwekker maar donor bij bewijs spermadonorovereenkomst Instantie Rechtbank Den Haag Datum 28-09-2015 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2015:11244
Hoofdelijke aansprakelijkheidstelling in hoedanigheid van aandeelhouder maakt regresvordering onzakelijk Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 25-09-2015 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2015:3716
Gevraagde machtiging voor repeterende schenking afgewezen Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 24-09-2015 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2015:3736
Bepaling uit erfpachtvoorwaarden getoetst aan de Richtlijn Oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 22-09-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:7097
Notaris moest speculatieve belegger waarschuwen voor lage waarde van hypothecaire zekerheid Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 22-09-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:7035
Onderzoeksplicht naar partijbedoelingen voor notaris bij het opstellen van een aanvullende overeenkomst naast de koopovereenkomst Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 22-09-2015 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2015:3931
Maatstaf bij inbezitneming door feitelijke machtsverschaffing (Vogelzang/Gemeente Landgraaf) Instantie Hoge Raad Datum 18-09-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:2743
Persoonlijk verwijt niet vereist voor beroepsaansprakelijkheid advocaat Instantie Hoge Raad Datum 18-09-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:2745
Geen recht op huurtoeslag door verrekening van schenkingen en huurkosten Instantie Raad van State Datum 16-09-2015 Nummer ECLI:NL:RVS:2015:2904
Schade zorginstelling weegt niet op tegen ontslag zorgverleenster zonder dat er genoeg bewijs is voor verduistering en diefstal Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 16-09-2015 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2015:7893
Depotgeld kan in redelijkheid niet meer worden aangehouden Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 15-09-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:6808
Geen eigen woning vanwege ontbindingsclausule en omdat bouw nog niet was aangevangen Instantie Hoge Raad Datum 11-09-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:2499
Dagvaarden van executeurs en bewindvoerders moet niet in persoon maar in hun hoedanigheid Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 09-09-2015 Nummer ECLI:NL:RBROT:2015:6755
Inbreng onderneming in VOF ziet Hof niet als afstaan huurgenot Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 08-09-2015 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2015:3465
Na indiening goedkeuringsverzoek valt onderhandse verkoopprijs niet meer onder geheimhoudingsplicht Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 08-09-2015 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2015:3712
Schuldeisers kunnen worden benadeeld door overdracht woning aan partner Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 08-09-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:6571
Rechtsvordering tot beëindiging bezit verjaard en geen sprake van interversieverbod Instantie Hoge Raad Datum 04-09-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:2463
Niet inroepen legitieme portie houdt geen schenking aan de erfgenamen in Instantie Rechtbank Limburg Datum 03-09-2015 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2015:8068
Grotere onderzoeksplicht koper door niet-zelfbewoningsclausule en de geconstateerde gebreken bij bezichtiging Instantie Rechtbank Limburg Datum 31-08-2015 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2015:7402
Gekozen erfpachtconstructie welke leidt tot fiscaal voordeel is geen fraus legis Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 28-08-2015 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2015:5951
Erfrechtelijke perikelen bij een meerwaardeclausule Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 26-08-2015 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2015:4128
Samenspel rechter en notaris bij verdeling huwelijksgoederengemeenschap Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 26-08-2015 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2015:6003
Betaling loon vereffenaar Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 25-08-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:7022
Wijzigen contractspartij wegens afsplitsing zonder verlies van verhaalspositie geen grond voor wijziging huurovereenkomst Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 24-08-2015 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2015:5478
Testamentaire last uit 'ik-opa-clausule' wegens vorderingsrecht aangemerkt als legaat Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 20-08-2015 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2015:5579
Notaris handelt tuchtrechtelijk verwijtbaar bij overdracht domeinnamen Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 19-08-2015 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2015:107
Koper handelt onrechtmatig indien oudere koopovereenkomst niet nietig is vanwege zwart-geld beding Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 18-08-2015 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2015:3241
Bij gedeeltelijke niet-nakoming geldt bijzondere verjaringstermijn Instantie Hoge Raad Datum 14-08-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:2194
Medehuurderschap ex-samenwoner vastgesteld aan de hand van feiten en omstandigheden Instantie Hoge Raad Datum 14-08-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:2193
Navorderingstermijn wordt verlengd met duur van verleend uitstel voor het doen van aangifte Instantie Hoge Raad Datum 14-08-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:2164
Nieuw pandrecht op aandeel in gemeenschap bij pandrecht wat teniet is gegaan door vermenging Instantie Hoge Raad Datum 14-08-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:2192
Vordering tot vergoeding van schade jegens notaris niet verjaard Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 12-08-2015 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2015:6490
Bij aanvullingen op/wijzigingen in ontwerpakte heeft notaris zwaardere Belehrungsplicht Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 11-08-2015 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2015:3266
Sprake van zo'n nauwe samenwerking dat exoneratiebeding ook geldt jegens niet-contractpartij Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 11-08-2015 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2015:3182
Tweede volmacht herstelt gebrek in koopovereenkomst Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 11-08-2015 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2015:3278
Gift wordt voor de inbrengregeling volledig toegerekend aan schenkende echtgenoot Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 05-08-2015 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2015:5764
Koop van huurwoning door huurder voor waarde in verhuurde staat vormt belaste gift Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 03-08-2015 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2015:7850
Belang BV staat in de weg aan het doorwerken in de verhouding tussen BV en haar bestuurder van ontslagbepaling in aandeelhoudersovereenkomst Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 31-07-2015 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2015:5677
Niet het gehele bedrag aan schenkbelasting komt in mindering op erfbelasting Instantie Rechtbank Den Haag Datum 31-07-2015 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2015:9396
Opgewekt vertrouwen staat in de weg aan naheffing van onjuist verleende teruggaaf Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 29-07-2015 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2015:2126
Betaling aan ex-echtgenote in verband met afhandeling diverse geschillen over echtscheiding is geen afkoopsom van alimentatie Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 28-07-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:5743
Beleggingsverlies komt voor rekening van beide echtgenoten omdat overgespaard niet-verrekend inkomen op gezamenlijke rekening stond Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 22-07-2015 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2015:2143
Beneficiaire erfgenamen niet aansprakelijk voor na overlijden erflater op grond van bestuursdwang ontstane schuld Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 22-07-2015 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2015:3587
Beperking invorderingsfaciliteit NSW tot in Nederland gelegen landgoed is gerechtvaardigde inbreuk op vrije verkeer van kapitaal Instantie Raad van State Datum 22-07-2015 Nummer ECLI:NL:RVS:2015:2299
Beslag op aandeel in afzonderlijk gemeenschappelijk goed van ontbonden vennootschap was niet rechtsgeldig Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 21-07-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:5539
Participatie in fonds dat schip exploiteert is leidt tot ondernemerschap voor de IB Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 21-07-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:5435
Terugbetaling agio belast nu verlaging nominale waarde aandelen pas plaatsvond na feitelijke creditering Instantie Rechtbank Den Haag Datum 21-07-2015 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2015:8698
Omzetbelasting over kosten ter verwerving van een deelneming in beginsel volledig aftrekbaar Instantie Hof van Justitie EU Datum 16-07-2015 Nummer ECLI:EU:C:2015:496
Aanvang verrekenrecht en verjaring van vergoedingsrechten bij samenwoners Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 14-07-2015 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2015:2660
Door broer betaalde hypotheekrente voor de helft aftrekbaar Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 14-07-2015 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2015:4492
Nieuwe eigenaar is gebonden aan voorkeursrecht huurder Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 14-07-2015 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2015:2188
Als sprake is van verdeling of verrekening geldt de dwalingsregeling voor verdeling Instantie Hoge Raad Datum 10-07-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:1871
Gedeeltelijke aftrek voorbelasting inzake verbouwing woonboerderij Instantie Hoge Raad Datum 10-07-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:1832
Landbouwvrijstelling vindt geen toepassing nu waardering op wevab in strijd is met goedkoopmansgebruik Instantie Hoge Raad Datum 10-07-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:1780
Voorbelasting bij verbouwing boerderij met kantoorruimte slechts gedeeltelijk aftrekbaar Instantie Hoge Raad Datum 10-07-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:1831
Levering van als privévermogen aangemerkte grond belast als eigenaar bij verkoop handelt als ondernemer Instantie Hof van Justitie EU Datum 09-07-2015 Nummer ECLI:EU:C:2015:456
Loon echtgenote DGA is niet relevant bij beoordeling gebruikelijk loon van DGA Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 09-07-2015 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2015:3692
Rechter wijst vordering tot wijziging van partneralimentatie tussen ex-samenwoners af Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 08-07-2015 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2015:4426
Bij verwerping door failliet geen faillissementspauliana maar erfrechtpauliana (art. 4:205 BW) Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 07-07-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:5051
Lijfrentepolis wordt gesplitst bij echtscheiding ter voorkoming heffing inkomstenbelasting Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 07-07-2015 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2015:2506
Onderverhuur via Airbnb in strijd met de huurovereenkomst Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 07-07-2015 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2015:4335
Verkoopvolmacht verplicht eigenaar om woning te ontruimen Instantie Rechtbank Overijssel Datum 06-07-2015 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2015:3503
Kantonrechter geeft vereffenaar aanwijzing bij vereffening vanwege gegronde reden Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 03-07-2015 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2015:5498
Faillietverklaring onder omstandigheden ook mogelijk als rechtspersoon is opgehouden te bestaan Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 02-07-2015 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2015:1846
Zesmaandseis partnerbegrip Successiewet niet in strijd met het gelijkheidsbeginsel Instantie Rechtbank Gelderland Datum 02-07-2015 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2015:4313
Aanvaarding voorkeursrecht onder voorbehoud van financiering is geen aanvaarding aanbod Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 01-07-2015 Nummer ECLI:NL:RBROT:2015:4746
Niet uitgevoerd periodiek verrekenbeding heeft bij ongehuwde samenwoners andere gevolgen dan bij gehuwden Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 01-07-2015 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2015:6340
Door verrichte werkzaamheden aan pand verhuurd aan eigen BV is sprake van ROW in plaats van TBS Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 30-06-2015 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2015:1951
Langstlevende heeft geen behoefte aan vruchtgebruik woning erflater vanwege eigen woning Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 30-06-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:4810
Mede-erfgenaam handelt in persoon en is daardoor niet-ontvankelijk omdat de verplichting uit het vervreemdingsbeding jegens de gezamenlijke erfgenamen geldt Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 30-06-2015 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2015:2430
Wijziging in goederenrechtelijke situatie vereist wijziging splitsingsakte met 4/5e meerderheid Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 30-06-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:4809
Ook Hof oordeelt dat woonzorgwoningen onder het normale 6% tarief van de WBR vallen Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 26-06-2015 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2015:3915
Weigering tot het verlenen van machtiging tot beneficiaire aanvaarding, geen anticiperende werking op wet(svoorstel) BETS Instantie Rechtbank Limburg Datum 26-06-2015 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2015:5461
Bestuurders hoofdelijk aansprakelijk naar BV voor in de oprichtingsfase gesloten huur- en koopovereenkomst Instantie Rechtbank Overijssel Datum 24-06-2015 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2015:3364
Gebruik van medicijnen zorgt niet voor een grond voor dwaling omtrent verklaring Instantie Rechtbank Overijssel Datum 24-06-2015 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2015:3690
Is oude term wettelijk erfdeel synoniem voor legitieme portie? Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 24-06-2015 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2015:3904
Afwikkeling huwelijkse voorwaarden niet tot stand gekomen en vordering uit hoofde van finaal verrekenbeding verjaard Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 23-06-2015 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2015:1989
Foute hypotheekgever kon niet worden vervangen met procesverbaal van verbetering Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 23-06-2015 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2015:5129
Materieel terugwerkende kracht van art. 9 SW niet in strijd met EU-recht Instantie Hoge Raad Datum 19-06-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:1673
Medebelanghebbendebeschikking voor echtgenoot met fiscaal belang Instantie Hoge Raad Datum 19-06-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:1668
Voor toepassing eigenwoningforfait kan niet worden afgeweken van WOZ-waarde Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 19-06-2015 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2015:2211
Rechtbank Amsterdam staat omzetting stichting in kerkgenootschap niet toe Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 18-06-2015 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2015:6712
Onjuiste vermelding huurachterstand leidt tot dwaling bij executieveiling Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 17-06-2015 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2015:3792
Advocatenkantoor was opdrachtnemer Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 16-06-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:4363
Deels kwijtschelden koopprijs onder uitsluitingsclausule leidt niet tot uitsluiten van onverdeelde helft woning van huwelijksgemeenschap Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 16-06-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:4349
Fundering heeft geen zelfstandige betekenis; levering van onbebouwde grond Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 16-06-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:4471
Notaris mag meewerken aan HEMA notarisservice Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 16-06-2015 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2015:2270
Geen aftrek van verschuldigde schenkbelasting recht zolang aansprakelijkheid van erflater niet vaststaat Instantie Hoge Raad Datum 12-06-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:1524
Inspecteur hoeft geen akten te raadplegen die betrekking hebben op een andere belasting Instantie Hoge Raad Datum 12-06-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:1515
Verplichting tot schadevergoeding bij uittreding coöperatie Instantie Hoge Raad Datum 12-06-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:1601
Naheffingsaanslag overdrachtsbelasting terecht pas opgelegd na oordeel Hoge Raad over eventueel BTW-belaste levering Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 04-06-2015 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2015:3842
Notaris schendt zijn zorgplicht jegens partijen bij depotovereenkomst door depot uit te keren Instantie Kamer voor het notariaat Amsterdam Datum 04-06-2015 Nummer ECLI:NL:TNORAMS:2015:19
Bij onenigheid over de verdeling van maatschapsvermogen geldt het algemeen belang onder toepassing redelijkheid en billijkheid Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 03-06-2015 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2015:3464
Geen verkrijging van eigendom door erfpachter Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 03-06-2015 Nummer ECLI:NL:RBROT:2015:3944
Geheimhoudingsplicht notaris weegt zwaarder dan inlichten andere cliënt over mogelijk te leggen derdenbeslag Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 02-06-2015 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2015:2093
Onder bijzondere omstandigheden moet notaris interne bevoegdheid bestuurders BV controleren Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 02-06-2015 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2015:2057
Uitzondering op de strenge regel van art. 21 WvK (Lunchroom De Katterug) Instantie Hoge Raad Datum 29-05-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:1413
Bij herinvestering in hetzelfde boekjaar is sprake van vorming en daaropvolgende aanwending van herinvesteringsreserve Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 28-05-2015 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2015:1939
Bij ontbreken fiscaal partnerschap rekening houden met huwelijksvermogensregime bij vaststellen rendementsgrondslag? Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 28-05-2015 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2015:2134
Notaris had erfgenamen direct moeten inlichten over afgifte verklaring van executele Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 28-05-2015 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2015:92
Op aansprakelijkheid nieuwe vennoot voor bestaande schulden lijkt geen uitzondering mogelijk Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 26-05-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:4141
Etentje ten laste van nalatenschap leidt niet tot zuivere aanvaarding (De Koperen Pan-arrest) Instantie Hoge Raad Datum 22-05-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:1284
Geruisloze inbreng met terugwerkende kracht wordt toegestaan voor eenmalige hoge bate Instantie Hoge Raad Datum 22-05-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:1257
Overdracht van aandeel in een gedeelte vereist medewerking van alle deelgenoten Instantie Hoge Raad Datum 22-05-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:1297
Vaststellingsovereenkomst mogelijk nietig wegens dwaling over begrip inkomsten Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 21-05-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:4240
Zorgplicht van bank jegens mederekeninghouders bij en/of-rekening Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 20-05-2015 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2015:2713
Erfdeel kinderen ook opeisbaar bij opname ouder in verzorgingstehuis Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 19-05-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:3549
Hof bepaalt in hoeverre de bewindvoerder rekening en verantwoording is verschuldigd aan erfgenamen van onderbewindgestelde Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 19-05-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:3512
Vrouw heeft bij echtscheiding recht op deel waarde woning door (verpande) kapitaalverzekering en door niet-nagekomen periodiek verrekenbeding Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 19-05-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:3648
NHG-schuld niet kwijtgescholden vanwege aankoop tweede woning met hypotheek Instantie Raad van State Datum 13-05-2015 Nummer ECLI:NL:RVS:2015:1556
Notaris maakt zich schuldig aan eenzijdige belangenbehartiging door mededeling aan koper over beslag Instantie Kamer voor het notariaat Den Haag Datum 13-05-2015 Nummer ECLI:NL:TNORDHA:2015:12
Beletregeling is ook van toepassing op een rechtspersoon als bestuurder indien de zeggenschap wijzigt door overlijden Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 12-05-2015 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2015:1053
Door bij executie voorbij te gaan aan voorkeursrecht handelt hypotheekhouder niet onrechtmatig Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 12-05-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:3376
Onder omstandigheden zorgplicht notaris voor publiekrechtelijk aspect bij passeren hypotheekakte Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 12-05-2015 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2015:1849
Tijdelijk verhuren van een sociale huurwoning via Airbnb levert een tekort schieten van de huurder op Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 08-05-2015 Nummer 3578848 CV EXPL 14-31342 en 3775851 CV EXPL 15-1330
Overname passiva is geen tegenprestatie als bedoeld in art. 7c UR SW oud; overname IB-latentie wel Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 07-05-2015 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2015:1994
Vordering wegens benadeling huwelijksgemeenschap afgewezen omdat gemeenschap nog niet is ontbonden Instantie Rechtbank Overijssel Datum 07-05-2015 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2015:2321
Onzorgvuldige taakuitoefening executeur en geconsumeerde nalatenschap geen reden voor opheffing of wijziging legaat Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 06-05-2015 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2015:2337
Door kwijtschelding tegenprestatie voor meer dan 50% is pand privévermogen van echtgenoot Instantie Hoge Raad Datum 01-05-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:1199
Geen monumentenaftrek IB voor kasteel in België Instantie Hoge Raad Datum 01-05-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:1174
Niet uitkeren van pensioen in eigen beheer op ingangsdatum wordt aangemerkt als afkoop Instantie Hoge Raad Datum 01-05-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:1175
Verkoop woning met gelijktijdige kwijtschelding deel koopsom geen schenking deel woning, dus geen art. 21 lid 5 SW Instantie Rechtbank Den Haag Datum 01-05-2015 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2015:5888
Notaris mag onder bepaalde omstandigheden een bod op de veiling weigeren Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 29-04-2015 Nummer ECLI:NL:RBROT:2015:3917
Niet bestemming maar feitelijk gebruik doorslaggevend voor toepassing cultuurgronduitzondering WOZ Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 28-04-2015 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2015:2404
De bekende erfgenamen zijn vereffenaars vanwege spoorloze erfgenaam Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 24-04-2015 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2015:2970
Kan omzetbelasting al worden afgetrokken als factuur wordt uitgereikt voordat prestatie is verricht? Instantie Hoge Raad Datum 24-04-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:1084
Prijs bij verkoop aan zittende huurder heeft wel degelijk betekenis voor het bepalen van de WOZ-waarde Instantie Hoge Raad Datum 24-04-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:1087
Ingebrachte activa die ervoor bestemd waren onmiddelijk te worden overgedragen geen tak van bedrijvigheid dus geen bedrijfsfusiefaciliteit Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 23-04-2015 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2015:3640
Rechtbank streng bij wijziging statuten stichting Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 23-04-2015 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2015:2378
Beroep op vervaltermijn art. 4:216 BW naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 21-04-2015 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2015:2795
Bij verrekening waarde van kapitaalpolissen geldt de contante waarde en niet de afkoopwaarde als niet afgekocht hoeft te worden Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 21-04-2015 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2015:1477
Gebruik en onderhoud van (gemeentelijke) grond leidt niet zonder meer tot verkrijgende verjaring Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 21-04-2015 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2015:1487
Geen fiscale eenheid wegens ontbreken economisch belang Instantie Hoge Raad Datum 17-04-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:962
Aanvaarden hoofdelijke aansprakelijkheid voor lening vindt zijn oorzaak in onzakelijke motieven Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 16-04-2015 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2015:2103
Maken van huwelijkse voorwaarden na faillissement leidt tot relatieve nietigheid Instantie Rechtbank Den Haag Datum 15-04-2015 Nummer C/09/471937 / HA ZA 14-960
Er is sprake van voldoende vervangende zekerheid bij beslag als de aangeboden zekerheid de vordering en de verschuldigde rente en kosten behoorlijk dekt en de crediteur de zekerheid zonder moeite kan uitwinnen Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 14-04-2015 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2015:1354
Nader te noemen meester Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 14-04-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:2696
Voor medeplegen moet intellectuele en/of materiële bijdrage van betrokkene van voldoende gewicht zijn Instantie Hoge Raad Datum 14-04-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:928
Geen vermindering schenkingsrecht op grond van overgangsrecht bij APV omdat sprake is van irrevocable fixed trust Instantie Hoge Raad Datum 10-04-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:849
Voor de waardering van de woning ter bepaling van de omvang van de legitieme portie wordt aangesloten bij hetgeen partijen zijn overeengekomen Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 07-04-2015 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2015:1995
403-verklaring leidt tot op zichzelf staande eigen schuld Instantie Hoge Raad Datum 03-04-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:837
Dienstweigering notaris bij schending aanbiedingsplicht? (De Novitaris) Instantie Hoge Raad Datum 03-04-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:831
Renteaftrek eigen woning als rente wordt voldaan uit schenking door ouders aan kind Instantie Hoge Raad Datum 03-04-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:809
Kantonrechter wijst verzoek tot overdracht onderneming aan kind af omdat geen sprake is van geschil Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 02-04-2015 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2015:2592
Man kan woonlasten voormalig echtgelijke woning voor de helft aanmerken als onderhoudskosten Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 02-04-2015 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2015:1176
Aanwijzing deskundigen voor prijsbepaling aandelen bv door Kantonrechter Instantie Rechtbank Overijssel Datum 01-04-2015 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2015:1940
Ondanks volmacht uit levenstestament toch onderbewindstelling wegens publicatie in openbare registers Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 31-03-2015 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2015:1998
Ondernemer is ook belastingplichtig voor bedrijfsvreemde activiteiten Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 31-03-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:2569
Geen verjaring van de vordering tot (nadere) verdeling pensioenrechten Instantie Hoge Raad Datum 27-03-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:762
SW: bij NSW-landgoedwoningen moeten tuin en erf apart worden gewaardeerd Instantie Hoge Raad Datum 27-03-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:750
Vereffenaar kan niet voor erfgenamen gezamenlijk procederen over aanslagen successierecht Instantie Hoge Raad Datum 27-03-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:741
Houder van paardenmanege zonder fokkerij bedrijft geen landbouw; geen art. 15.1.q WBR Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 26-03-2015 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2015:1980
Inspecteur is gebonden aan rentepercentage dat voortvloeit uit AWR Instantie Rechtbank Den Haag Datum 26-03-2015 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2015:11116
Onderbewindstelling persoonsgebonden budget wegens verantwoording aan zorgkantoor Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 26-03-2015 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2015:1997
Wegens onbekendheid met Nederlands huwelijksvermogensrecht geen verdeling bij helfte Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 26-03-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:2233
Geen rangschikking als ANBI wegens doorslaggevende stem voorzitter Instantie Rechtbank Gelderland Datum 24-03-2015 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2015:1934
Geen verbeurte aandeel in gemeenschap maar onrechtmatige daad bij verdwenen inboedelzaken Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 24-03-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:2134
Bij overgang woning van box 1 naar box 3 moet worden aangesloten bij waarde in het economische verkeer Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 20-03-2015 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2015:980
Girale betaling geschiedt op tijdstip dat de rekening van schuldeiser wordt gecrediteerd Instantie Hoge Raad Datum 20-03-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:689
Heffing overdrachtsbelasting over waarde mogelijke nabetaling Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 20-03-2015 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2015:979
Geen verschoningsrecht notaris omdat stukken corpus of instrumentum delicti waren Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 19-03-2015 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2015:1775
Gevolmachtigde zoon is geen rekening en verantwoording verschuldigd aan erfgenamen Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 17-03-2015 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2015:820
Redelijkheid en billijkheid verhindert dat buitenlandse nalatenschap in algehele gemeenschap van goederen valt Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 17-03-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:1954
Onvoldoende grond voor onderbewindstelling omdat bij levenstestament al algemene volmacht is verleend Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 16-03-2015 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2015:1548
Verstoorde relatie geen reden om levenstestament links te laten liggen Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 16-03-2015 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2015:1548
Bewijslast ligt op degene die onjuiste etikettering van onroerende zaak stelt Instantie Hoge Raad Datum 13-03-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:557
In aftrek gebrachte omzetbelasting kan worden herzien als prestatie niet plaatsvindt Instantie Hof van Justitie EU Datum 13-03-2015 Nummer ECLI:EU:C:2014:151
Uitzondering op grond van de derogerende werking redelijkheid en billijkheid bij bedrog of willekeur, ook met betrekking tot de onderliggende rechtsverhouding Instantie Hoge Raad Datum 13-03-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:600
Vennoten vof en beherend vennoten CV ook aansprakelijk voor schulden van voor toetreding Instantie Hoge Raad Datum 13-03-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:588
Benoeming rechter-commissaris wordt afgewezen omdat notaris zich tot kantonrechter had moeten wenden Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 10-03-2015 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2015:1396
Benoeming vereffenaar onbeheerde nalatenschap Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 10-03-2015 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2015:1396
Geen vrijstelling overdrachtsbelasting nu levering oud onroerend goed behelst wegens niet gesloopte kelder Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 05-03-2015 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2015:6171
Publiekrechtelijke bestemming is van belang voor de bestemming van een standplaats Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 03-03-2015 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2015:695
Ondanks verpanding blijft begunstiging levensverzekering in stand en valt dus niet in nalatenschap Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 03-03-2015 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2015:816
Vergoeding om woning voor overdracht in gebruik te nemen, wordt niet in aanmerking genomen bij bepaling WOZ-waarde Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 03-03-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:1572
Gemeente verrichtte een economische activiteit door nieuw schoolgebouw te leveren Instantie Hoge Raad Datum 27-02-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:470
Notaris had opzettelijk in strijd met zijn verplichting op grond van de wet MOT ongebruikelijke transacties niet gemeld Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 27-02-2015 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2015:633
Eigenwoningrente bij samenwoner slechts aftrekbaar voor zover deze drukt Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 26-02-2015 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2015:627
Kantonrechter gaat bij ondercuratelestelling voorbij aan veronderstelde wens van betrokkene Instantie Rechtbank Gelderland Datum 26-02-2015 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2015:1476
Erfenis is onderdeel gaan uitmaken van de gemeenschap, ex-echtgenoot heeft hierdoor een vergoedingsrecht (reprise) Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 25-02-2015 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2015:815
Italiaanse onroerende zaken vallen in huwelijksgemeenschap; geen strijd met redelijkheid en billijkheid Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 24-02-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:1292
Nabestaandenlijfrente voor minderjarig kind was quasi-legaat Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 24-02-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:1357
Vennoot hoofdelijk aansprakelijk voor schulden van de vof aangegaan voor zijn uittreding Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 24-02-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:1301
Welke rechter is bevoegd bij een in het buitenland opengevallen nalatenschap Instantie Rechtbank Gelderland Datum 23-02-2015 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2015:1455
Bij ontbreken gewoonte oud zakelijk recht kan worden aangesloten bij daadwerkelijke uitoefening in recente periode Instantie Hoge Raad Datum 20-02-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:395
Opheffing conservatoir beslag legitimarissen wegens blokkering verkoop gemeenschapsgoed Instantie Rechtbank Overijssel Datum 20-02-2015 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2015:1128
Woning expat is na verhuurperiode geen box 1-woning meer Instantie Hoge Raad Datum 20-02-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:355
Draagplicht voor restantschuld geheel bij man vanwege verband tussen restantschuld en strafbaar gedrag van de man Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 18-02-2015 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2015:785
Administratie van failliete gelieerde vennootschap in bewaring gegeven bij notaris Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 13-02-2015 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2015:763
De enkele redenering dat gespreksnotitie achteraf is gefabriceerd is onvoldoende voor een klacht Instantie Kamer voor het notariaat Den Haag Datum 11-02-2015 Nummer ECLI:NL:TNORDHA:2015:6
Notaris krijgt waarschuwing na opstellen testament zonder overleg te hebben gevoerd met testatrice Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 10-02-2015 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2015:320
Executeur aansprakelijk voor niet betaalde successierecht nu hij de aangifte heeft ondertekend in die hoedanigheid Instantie Hoge Raad Datum 06-02-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:227
Pand- of hypotheekhouder verliest positie als separatist indien rechtsuitoefening niet plaatsvindt binnen redelijke termijn, tenzij sprake is van misbruik van bevoegdheid door curator Instantie Hoge Raad Datum 06-02-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:228
Vennoten niet meer automatisch failliet bij faillissement vof Instantie Hoge Raad Datum 06-02-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:251
Werkzaamheid duurt voort tot realisering van het beoogde resultaat Instantie Hoge Raad Datum 06-02-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:220
Gemeente kan de kosten van lijkbezorging van erflater niet verhalen op zijn echtgenote Instantie Rechtbank Den Haag Datum 03-02-2015 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2015:1014
In casu geen gift bij verkoop woning in bewoonde staat noch bij renteloze lening Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 03-02-2015 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2015:431
Retentierecht kon niet worden ingeroepen tegen ouder hypotheekrecht Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 03-02-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:681
Bij toepassing van de inkeerregeling mag inspecteur successierecht wachten op de gegevens van de IB-inspecteur Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 30-01-2015 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2015:302
Een publiekrechtelijk besluit met algemene strekking vormt geen bijzondere last of beperking (Portsight) Instantie Hoge Raad Datum 30-01-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:159
Wettelijke rente over vordering tot betaling begint pas te lopen als verdeling en verrekening definitief zijn en de debiteur in verzuim is Instantie Hoge Raad Datum 30-01-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:181
Winst behaald op OG-transactie door tip schoonvader belast in box 1 (RUOW) Instantie Hoge Raad Datum 30-01-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:157
Bij de rechter vastgestelde vaststellingsovereenkomst kan buitengerechtelijk worden ontbonden bij niet nakoming Instantie Rechtbank Overijssel Datum 28-01-2015 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2015:1013
Ondanks gedragingen kon nog afstand van de gemeenschap worden gedaan Instantie Rechtbank Overijssel Datum 27-01-2015 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2015:919
Stamrecht en verevening pensioenrechten Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 27-01-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:527
Stichting die vakanties voor verstandelijk gehandicapten organiseert is geen ANBI Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 27-01-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:536
Vergoedingsrecht ontstaan voor 1 januari 2012 Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 27-01-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:527
Rechtbank heft stuiting van voorgenomen huwelijk op Instantie Rechtbank Overijssel Datum 23-01-2015 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2015:923
Voorwaardelijke korting op koopprijs is bepalend voor de WOZ-waarde van nieuwbouw woning Instantie Hoge Raad Datum 23-01-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:109
Uitwinnen van aandeel van een echtgenoot in eenvoudige gemeenschap Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 21-01-2015 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2015:162
Begrip 'wijziging van het uiteindelijk belang' in de zin van art. 20a Vpb materieel uitgelegd Instantie Hoge Raad Datum 16-01-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:81
Testamentaire lijfrente vriendin is aftrekbaar voor inkomstenbelasting bij de erfgenaam op wie verplichting rust Instantie Hoge Raad Datum 16-01-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:69
Aandeelhoudersovereenkomst in strijd met dwingend rechtelijke bepalingen van art. 2:244 BW moet naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar worden geacht Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 13-01-2015 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2015:55
Erflater is zelf overeenkomst aangegaan met uitvaartondernemer Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 13-01-2015 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2015:55
Essentie en kracht van de executele Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 13-01-2015 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2015:424
Goederenrechtelijk karakter van erfpachtrecht pleit voor canonherziening onder voorwaarden die uit de akte blijken Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 13-01-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:108
Notaris had advies arts moeten inwinnen bij oordeel wilsbekwaamheid Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 13-01-2015 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2015:33
Notaris had betaling van canon en retributie ter sprake moeten brengen uit hoofde van zijn regiefunctie Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 13-01-2015 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2015:32
Statutaire basis vereist voor verbintenissen die aan lidmaatschap worden gekoppeld Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 13-01-2015 Nummer ECLI:NL:GHARL:2015:120
Terechte navordering inkomstenbelasting omdat inspecteur niet beschikte over leveringsakte Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 13-01-2015 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2015:109
Toepassing van aandeelhoudersovereenkomst naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar (Kekk/Delfino) Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 13-01-2015 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2015:55
Ook voor verlengingsovereenkomsten is de toestemming van de andere echtgenoot is vereist Instantie Hoge Raad Datum 09-01-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:41
In casu wegens fraus legis vrijgevallen herinvesteringsreserve wordt belast bij fiscale eenheid na ontvoeging dochtermaatschappij Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 08-01-2015 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2015:184
Schuld ligt bij notaris ook al is de bank in beginsel aansprakelijk vanwege onzorgvuldig handelen Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 07-01-2015 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2015:22
Papieren schenking en art. 10 SW; negen dagen tellen niet Instantie Rechtbank Den Haag Datum 06-01-2015 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2015:759
'Inboedel in breedste zin van het woord' omvat meer dan onder 'inboedel' wordt verstaan Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 24-12-2014 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2014:6924
Peel en Maas Instantie Raad van State Datum 24-12-2014 Nummer ECLI:NL:RVS:2014:4653
Kennis achteraf speelt rol bij waardering van box 3 vermogen Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 23-12-2014 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2014:6744
Koper mocht na e-mail van Belastingdienst vertrouwen op toepassing van 2%-tarief Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 23-12-2014 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2014:6695
Daadwerkelijke benadeling van schuldeisers niet vereist bij nietigheid door strijd met goede zeden Instantie Hoge Raad Datum 19-12-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:3650
Cultuurgrondvrijstelling (15.1.q. WBR) is niet van toepassing op de ondergrond van andere opstallen dan glasopstanden Instantie Hoge Raad Datum 19-12-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:3608
Maten moeten uitkoopsom van uittredende maat activeren Instantie Hoge Raad Datum 19-12-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:3597
Zorgplicht notaris bij bankgarantie geldt ook als verkoper professionele partij is Instantie Kamer voor het notariaat Amsterdam Datum 18-12-2014 Nummer ECLI:NL:TNORAMS:2014:41
Duitse wetgever krijgt tot 1 juli 2016 de tijd om met Duitse grondwet strijdige bedrijfsopvolgingsregeling aan te passen Instantie Bundesverfassungsgericht Datum 17-12-2014 Nummer ECLI:DE:BVerfG:2014:ls20141217.1bvl002112
Alimentatieverplichting aan ex-partner van erflater door erfgenaam is aftrekbaar; afkoopsom niet Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 16-12-2014 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2014:4106
Notaris mag bij twijfel aan wilsbekwaamheid (in spoedgeval) voorrang geven aan ministerieplicht Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 16-12-2014 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2014:5353
HvJ EU: Nederlandse regeling inzake fiscale eenheid in strijd met EU-recht Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 11-12-2014 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2014:5185
Wijziging echtscheidingsconvenant wegens onbewuste afwijking wettelijke maatstaven Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 10-12-2014 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2014:4304
Bewindvoerder mag zich onder omstandigheden laten leiden door hetgeen rechthebbende als lening zou hebben verstrekt Instantie Hoge Raad Datum 05-12-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:3531
Geen restitutie schenkbelasting bij schenking binnen 180 dagen voor overlijden als geen erfbelasting is verschuldigd Instantie Hoge Raad Datum 05-12-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:3507
Aansprakelijkheid ex 2:248 BW: derogerende werking art. 2:210 lid 1 BW Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 02-12-2014 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2014:5067
Berekening legitieme portie en boedelkosten Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 02-12-2014 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2014:5168
Verweerder had bekend kunnen zijn met vermogenssprong bij opleggen primitieve aanslag, navordering onterecht Instantie Rechtbank Den Haag Datum 02-12-2014 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2014:15426
Verpanding is door convalescentie (art. 3:58 BW) alsnog rechtsgeldig Instantie Hoge Raad Datum 28-11-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:3460
Geen afroommethode voor vaststelling gebruikelijk loon bij vrije beroepsbeoefenaren in samenwerkingsverband Instantie Hoge Raad Datum 28-11-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:3440
Het pand werd al verkocht voordat de verbouwing begon, winst wordt gezien als resultaat uit overige werkzaamheden Instantie Hoge Raad Datum 28-11-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:3444
Waardering onroerende zaken en belastinglatenties bij niet uitgevoerd periodiek verrekenbeding Instantie Hoge Raad Datum 28-11-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:3462
Verzoek kosteloze vereffening kan niet worden gehonoreerd wegens opheffing Instantie Rechtbank Gelderland Datum 27-11-2014 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2014:7666
Curator krijgt machtiging om testament van curanda te herroepen Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 26-11-2014 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2014:6455
Laatste statuten zijn leidend voor beoordeling of stichting in voldoende mate het algemeen nut beoogd Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 26-11-2014 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2014:4125
Vernietiging verkoopovereenkomst AB-aandelen heeft fiscaal geen terugwerkende kracht Instantie Hoge Raad Datum 21-11-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:3323
Bij koop van een recreatiewoning met een tweeledig doel handelt koper niet in de uitoefening van een beroep of bedrijf Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 18-11-2014 Nummer ECLI:NL:GHARL:2014:8892
Bij waardering WOZ wordt geen rekening gehouden met naderend einde erfpacht Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 18-11-2014 Nummer ECLI:NL:GHARL:2014:8927
Door het niet schriftelijk vastleggen van de depotovereenkomst heeft de notaris zijn zorgplicht geschonden Instantie Kamer voor het notariaat Amsterdam Datum 18-11-2014 Nummer ECLI:NL:TNORAMS:2014:36
Gebruik van grond kwalificeert als landbouw in de zin van cultuurgrondvrijstelling Wet WOZ Instantie Hoge Raad Datum 14-11-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:3197
Gedeeltelijke afkoop stamrecht leidt tot heffing over de gehele aanspraak Instantie Hoge Raad Datum 14-11-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:3194
Vereffenaar ontheven van publicatieplicht wegens kostenbesparing Instantie Rechtbank Overijssel Datum 14-11-2014 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2014:6638
80% van commerciële waarde afgekocht stamrecht belast Instantie Rechtbank Den Haag Datum 13-11-2014 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2014:15629
Buiten toepassing laten blokkeringsregeling bij executoriale verkoop aandelen Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 13-11-2014 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2014:7725
Benadeling van de gemeenschap van goederen door verspilling van gemeenschappelijke gelden Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 12-11-2014 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2014:3736
Vereffeningskosten nalatenschap zijn preferent; ook notariskosten zijn vereffeningskosten Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 12-11-2014 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2014:7704
Noch verwerping van de nalatenschap noch draagkracht heeft invloed op verhaalsmogelijkheid van kosten van lijkbezorging Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 10-11-2014 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2014:9354
Inspecteur slaagt in bewijslast dat door onzakelijk handelen een zakelijke lening onzakelijk is geworden Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 06-11-2014 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2014:4609
Benadeling huwelijksgoederengemeenschap door terugboeken spaargeld aan ouders Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 05-11-2014 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2014:3575
Voor ontruiming ex art. 3:267 BW is geen machtiging voorzieningenrechter vereist Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 31-10-2014 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2014:6548
Echtscheiding van een vrije beroepsbeoefenaar: welke goodwill valt in de huwelijksgemeenschap? Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 30-10-2014 Nummer ECLI:NL:GHARL:2014:8387
Verkeerde wilsrechten uitgesloten in testament Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 28-10-2014 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2014:3858
Verval van kettingbeding was geen wijziging van veilingvoorwaarden Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 28-10-2014 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2014:4461
Geen toepassing foutenleer in 2000 omdat er geen balansfout meer is Instantie Hoge Raad Datum 24-10-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:3012
Ondanks dat vruchtgebruikvermogen meetelt voor eigen bijdrage AWBZ geen recht op interen Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 22-10-2014 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2014:5043
Ondanks dat vruchtgebruikvermogen meetelt voor eigen bijdrage AWBZ geen recht op interen Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 22-10-2014 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2014:5043
Volgens Rechtbank vormt bedrijfsoverdracht tegen agrarische waarde geen gift die voor inkorting in aanmerking komt Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 22-10-2014 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2014:5188
Gift wordt voor legitieme portie volledig toegerekend aan schenkende echtgenoot Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 21-10-2014 Nummer ECLI:NL:GHARL:2014:8057
Kort boekjaar kwalificeert als volledig boekjaar voor verliesverrekening Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 21-10-2014 Nummer ECLI:NL:GHARL:2014:8030
Retentierecht is ondeelbaar Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 21-10-2014 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2014:3206
Erfopvolgers hebben recht op schadevergoeding wegens termijnoverschrijding Instantie Hoge Raad Datum 17-10-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:2981
ECLI:NL:RBNHO:2014:13450 Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 10-10-2014 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2014:13450
Bestuurdersaansprakelijkheid uit onrechtmatige daad van rechtspersoon Instantie Hoge Raad Datum 10-10-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:2930
BV die datacentrum exploiteert is geen art. 4 WBR-lichaam Instantie Hoge Raad Datum 10-10-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:2925
Mag voor de heffingsmaatstaf van art. 10 SW rekening worden gehouden met latere kwijtscheldingen? Instantie Hoge Raad Datum 10-10-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:2921
Na erfpachtconstructie betaalde erfpachtcanons niet aftrekbaar als kosten eigen woning Instantie Hoge Raad Datum 10-10-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:2927
Overdrachtsbelastingschuld ontstaat wanneer concerneis van art. 15.1.h WBR wordt overtreden; naheffingsaanslag tijdig opgelegd Instantie Hoge Raad Datum 10-10-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:2922
Cultuurgronduitzondering ten aanzien van een paardenweide Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 09-10-2014 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2014:4204
Vertegenwoordiging tijdens beheer door executeur is privatieve bevoegdheid Instantie Raad van State Datum 08-10-2014 Nummer ECLI:NL:RVS:2014:3631
Notaris mag vereffeningskosten niet periodiek declareren Instantie Rechtbank Gelderland Datum 06-10-2014 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2014:6561
Betaling van bruidsschat na echtscheiding wordt niet aangemerkt als afkoop van alimentatie Instantie Hoge Raad Datum 03-10-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:2874
Door brand verwoeste woning wordt niet aangemerkt als woning in aanbouw Instantie Hoge Raad Datum 03-10-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:2871
Geschil over omvang vorderingen verhindert niet opheffing van de vereffening Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 03-10-2014 Nummer ECLI:NL:GHARL:2014:9243
Hof oordeelt dat de werknemersvrijstelling uit de Successiewet niet kan worden toegepast Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 03-10-2014 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2014:4004
Van een eigen woning in aanbouw is pas sprake vanaf de start van de bouwkundige werkzaamheden Instantie Hoge Raad Datum 03-10-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:2872
BV kan geen gerechtelijke procedure voeren nadat zij is ontbonden Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 02-10-2014 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2014:6817
Het trainen en opleiden van springpaarden kan niet worden gekwalificeerd als 'landbouw' Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 02-10-2014 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2014:6782
Ook Hof Arnhem-Leeuwarden weigert toestemming bewindvoerder oprichting BV Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 02-10-2014 Nummer ECLI:NL:GHARL:2014:7556
Onderhandse akte was nietig omdat sprake was van huwelijkse voorwaarde Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 01-10-2014 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2014:6392
Bestuurders van amateurvoetbalclub niet aansprakelijk als borg wegens ontbreken toestemming van hun echtgenoten (art. 1:88 BW) Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 30-09-2014 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2014:4072
Het ontbreken van een erfstelling in testament leidt niet tot stilzwijgende onterving Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 30-09-2014 Nummer ECLI:NL:GHARL:2014:7517
Zus kan slechts helft van woning aanmerken als eigen woning Instantie Hoge Raad Datum 26-09-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:2830
Irrelevant is welke bestemming aan het perceel op grond van de Wet op de ruimtelijke ordening is toegekend voor toepassing van de cultuurgronduitzondering Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 24-09-2014 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2014:3448
Rechtbank acht fusiefaciliteit niet van toepassing omdat verkoop al vaststond Instantie Rechtbank Den Haag Datum 24-09-2014 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2014:13209
Geen erfdienstbaarheid door verjaring bij mede-eigendom Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 23-09-2014 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2014:3756
Notaris aansprakelijk uit onrechtmatige daad voor onjuiste afrekening voor verkoper Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 23-09-2014 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2014:3958
Ook verdeling bij vaststellingsovereenkomst kan leiden tot benadeling voor meer dan een kwart Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 23-09-2014 Nummer ECLI:NL:GHARL:2014:7330
Verkoper kan zich succesvol exonereren voor schimmels en zwamvorming door beroep op ouderdomsclausule in koopovereenkomst Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 23-09-2014 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2014:4527
Cultuurgrondvrijstelling niet van toepassing op parkeerplaats en ondergrond schuur Instantie Hoge Raad Datum 19-09-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:2696
Hoge Raad wijst erfpachtconstructie met eigen woning af Instantie Hoge Raad Datum 19-09-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:2694
Verplichting publiceren prospectus voordat effecten aan het publiek worden aangeboden, niet van toepassing op een executoriale verkoop Instantie Hof van Justitie EU Datum 17-09-2014 Nummer ECLI:EU:C:2014:2226
Verwijderen van keuken uit echtelijke woning vormt benadeling gemeenschap van goederen Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 17-09-2014 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2014:3706
Uitgetreden vennoot ook aansprakelijk voor latere verplichtingen uit duurovereenkomsten Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 16-09-2014 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2014:3642
Successiewet biedt geen ruimte om latente IB-claim over direct na overlijden uitgekeerd dividend te stellen op 25% Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 12-09-2014 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2014:4099
Heffing overdrachtsbelasting is niet in strijd met art. 1 Eerste Protocol EVRM Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 11-09-2014 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2014:3805
Kritiek A-G op uitspraak HR aangaan geregistreerd parternschap voor een dag is fraus legis voor overdrachtsbelasting Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum 10-09-2014 Nummer ECLI:NL:PHR:2014:1797
Notaris had dienst moeten weigeren bij ontbreken van toestemming bank Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 09-09-2014 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2014:3734
Stuiting vervaltermijn voor te veel betaalde huishoudkosten bij samenwoners in casu niet mogelijk Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 09-09-2014 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2014:3066
Geen ernstig persoonlijk verwijt van bestuurder als schade door handeling niet is voorzien (RCI) Instantie Hoge Raad Datum 05-09-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:2627
Besluiten bestuur zijn ongeldig door verstrijken bestuurstermijn en niet herbenoemen bestuursleden Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 03-09-2014 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2014:9377
Mantelzorgwoning aangemerkt als roerende zaak mede vanwege tijdelijke karakter bouwvergunning Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 27-08-2014 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2014:4103
Mantelzorgwoning aangemerkt als roerende zaak mede vanwege tijdelijke karakter bouwvergunning Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 27-08-2014 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2014:4103
Niet vereffenen vennootschap leverde onrechtmatige daad op Instantie Rechtbank Overijssel Datum 27-08-2014 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2014:4875
Stichting opgericht voor realisatie en exploitatie kunstgrasveld kwalificeert als zelfstandig ondernemer voor de BTW Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 26-08-2014 Nummer ECLI:NL:GHARL:2014:6755
Verrekening op grond van de huwelijkse voorwaarden Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 26-08-2014 Nummer ECLI:NL:GHARL:2014:6865
Partiële vereffening toch mogelijk? Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 22-08-2014 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2014:4155
Bewindvoerder krijgt geen machtiging voor oprichten BV met het oog op verlaging AWBZ-bijdrage Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 21-08-2014 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2014:2899
Bewindvoerder krijgt geen machtiging voor oprichten BV met het oog op verlaging AWBZ-bijdrage Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 21-08-2014 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2014:2899
Tariefverschil overdrachtsbelasting tussen woningen en andere onroerende zaken is geoorloofd Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 21-08-2014 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2014:3489
Erfgenamen onbevoegd om te procederen wanneer executeur is benoemd Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 19-08-2014 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2014:2823
Notaris hoeft naleving persoonlijk voorkeursrecht tot koop niet te verifieren Instantie Kamer voor het notariaat Den Bosch Datum 18-08-2014 Nummer ECLI:NL:TNORSHE:2014:12
Schuld aan kinderen uit eerste huwelijk gaat voor legaat aan tweede echtgenote Instantie Rechtbank Gelderland Datum 13-08-2014 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2014:5298
Wijziging huwelijkse voorwaarden was paulianeus Instantie Rechtbank Gelderland Datum 13-08-2014 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2014:5276
Hof beveelt wijziging splitsingstekening vanwege niet verwerkte wijziging ten tijde van de bouw Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 12-08-2014 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2014:2614
Aansprakelijkheid oud-aandeelhoudster na HIR-constructie Instantie Hoge Raad Datum 08-08-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:2150
Overnemer onderneming is herzienings-BTW over het gehele jaar verschuldigd Instantie Hoge Raad Datum 08-08-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:2145
Rechtbank acht verkoopbedoeling eigen woning aannemelijk gemaakt Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 08-08-2014 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2014:5591 (geen hoger beroep)
Clausule om geschil aan kantonrechter voor te leggen in casu nietig Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 06-08-2014 Nummer ECLI:NL:RBROT:2014:7642
Mede-erfgenaam moet bij instellen vordering kenbaar maken dat hij optreedt namens de gezamenlijke deelgenoten ten behoeve van de gemeenschap Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 06-08-2014 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2014:7339
Voorkeursrecht pachter wegens afgifte van legaat genegeerd Instantie Centrale Grondkamer Datum 06-08-2014 Nummer V 1691
Belang vennootschap gaat boven afstorten pensioen bij echtscheiding DGA Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 05-08-2014 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2014:2650
Door niet-ondernemer op factuur vermelde BTW is verschuldigd op grond van art. 37 Wet OB Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 05-08-2014 Nummer ECLI:NL:GHARL:2014:6186
Om legitieme portie te kunnen vaststellen heeft legitimaris alle bescheiden nodig Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 05-08-2014 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2014:2987
Bij Groninger akte i.v.m. art. 13 WBR: vergeet de gevolgen van ontbinding niet Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 29-07-2014 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2014:2533
Bij op huwelijksgemeenschap te verhalen nalatenschapsschulden kan een vereffenaar worden benoemd Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 29-07-2014 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2014:7333
Geen gift bij verkoop tegen waarde in verpachte staat vanwege ontbreken bevoordelingsbedoeling Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 29-07-2014 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2014:4297
Geen gift bij verkoop tegen waarde in verpachte staat vanwege ontbreken bevoordelingsbedoeling Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 29-07-2014 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2014:4297
Geen schenking ingeval moeder in woning van zoon woont zonder vergoeding te betalen Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 24-07-2014 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2014:3402
Executie door beslaglegger en vernietiging van executoriale titel Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 23-07-2014 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2014:4155
Legitimaris profiteert niet van verrekenbaar verlies van tot de nalatenschap behorende BV Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 23-07-2014 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2014:4152
Vergeten 403-veklaring Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 23-07-2014 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2014:2887
Bij letselschadevergoeding kan volgens Hof sprake zijn van verknochtheid anders dan krachtens zaaksvervanging Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 22-07-2014 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2014:6041
Niet-professionele executeur handelt niet onzorgvuldig door snelle verkoop van bedrijfspanden Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 22-07-2014 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2014:3052
Gedefiscaliseerde schuld uit overbedeling die binnen 2 jaar volledig opeisbaar wordt behoort niet tot rendementsgrondslag box 3 Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 17-07-2014 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2014:5022
Gebruiksvergoeding voormalige echtelijke woning blijft gebaseerd op 4% Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 15-07-2014 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2014:2160
Heffing overdrachtsbelasting bij verkrijging economische eigendom niet in strijd met art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM Instantie Hoge Raad Datum 11-07-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:1621
Inbrenger in transparante personenvennootschap realiseert geen herwaarderingswinst Instantie Hoge Raad Datum 11-07-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:1622
Door het afleggen van goede rekening en verantwoording mocht bewindvoerder erop vertrouwen dat later gemaakte kosten zouden worden vergoed Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 10-07-2014 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2014:2110
Landgoed dat alleen bereikbaar is via water wordt aangemerkt als opengesteld NSW-landgoed Instantie Raad van State Datum 09-07-2014 Nummer ECLI:NL:RVS:2014:2535
Berekening legitieme bij niet geëffectueerde verkoop tegen te lage waarde Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 08-07-2014 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2014:2697
'Vastzittend' vermogen geen reden voor lager vaststellen eigen bijdrage AWBZ Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 08-07-2014 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2014:4820
Vennootschappelijk besluit om bestuurder te ontslaan leidt tevens tot einde van managementovereenkomst Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 07-07-2014 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2014:2798
Ongeldigheid van vaststellingsovereenkomst tussen erfgenamen Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 02-07-2014 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2014:4494
Houden de huwelijkse voorwaarden een finaal verrekenbeding bij echtscheiding in? Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 01-07-2014 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2014:3712
Onjuist inschatten toekomstige onzekere gebeurtenis geen grond voor dwaling Instantie Rechtbank Den Haag Datum 01-07-2014 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2014:9315
Ex AB-houder niet aansprakelijk voor belastingschuld vpb voor zover niet aan hem te wijten is dat vermogen van BV ontoereikend is Instantie Hoge Raad Datum 27-06-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:1525
Geen herstel beoordelingsfout ook al was fout kenbaar voor belastingplichtige Instantie Hoge Raad Datum 27-06-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:1528
Extra betaling vormt compensatie voor gemist rendement en behoort tot tegenprestatie Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 26-06-2014 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2014:1939
Diefstal en/of verduistering door bestuurder zorgt voor dringende reden ontslag Instantie Rechtbank Limburg Datum 25-06-2014 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2014:5579
Belastingdienst is wettelijke rente verschuldigd als vergoeding heffingsrente te lang duurt Instantie Hoge Raad Datum 20-06-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:1457
Het voeren van verweer als daad van stilzwijgende zuivere aanvaarding (art. 4:192 lid 1 BW) Instantie Hoge Raad Datum 20-06-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:1489
Wanneer leidt exploitatie van onroerende zaken tot belastingheffing in box 1 als resultaat uit overige werkzaamheden? Instantie Hoge Raad Datum 20-06-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:1465
Inspecteur gebonden aan na 1 januari 2010 gesloten vaststellingsovereenkomst waarde woning ondanks strijd met art. 21 SW Instantie Rechtbank Den Haag Datum 19-06-2014 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2014:8412
Inspecteur gebonden aan na 1 januari 2010 gesloten vaststellingsovereenkomst waarde woning ondanks strijd met art. 21 SW Instantie Rechtbank Den Haag Datum 19-06-2014 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2014:8412
Kennelijk onbehoorlijk bestuur bij verkoop aandelen dochtervennootschappen Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 17-06-2014 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2014:1780
Bedrijfsmatige exploitatie zorgboerderij leidt tot cultuurgrondvrijstelling WOZ Instantie Hoge Raad Datum 13-06-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:1379
Herzieningsaftrek bij leegstaand kantoorpand met voornemen tot belaste verhuur Instantie Hoge Raad Datum 13-06-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:1376
Altijd recht op vergoeding niet-opgenomen vakantiedagen Instantie Hof van Justitie EU Datum 12-06-2014 Nummer ECLI:EU:C:2014:1517
Gevolgen invordering na afzien van beneficiaire aanvaarding voor rekening van erfgenamen Instantie Centrale Raad van Beroep Datum 11-06-2014 Nummer ECLI:NL:CRVB:2014:1935
Uitzondering op toestemmingsvereiste ex art. 1:88 lid 5 BW ook van toepassing bij buitenlandse vennootschap Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 11-06-2014 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2014:2221
In vennootschap behaalde winst kan rol spelen bij draagkrachtberekening dga Instantie Hoge Raad Datum 06-06-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:1335
Ondanks constructie met leningen en schenkingen toch recht op aftrek periodieke giften; kunstwerken wel belast in box 3 Instantie Hoge Raad Datum 06-06-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:1308
Rechtsgeldige vertegenwoordiging van erfgenamen (kinderen) door moeder in WOZ-procedure Instantie Hoge Raad Datum 06-06-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:1319
Verkoop verhuurde woningen blijft buiten beschouwing bij pro rata berekening Instantie Hoge Raad Datum 06-06-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:1315
Lang verblijf in Duitsland door ziekte is onvoldoende voor het oordeel dat woonplaats is verplaatst van Ierland naar Duitsland Instantie Hof van Justitie EU Datum 05-06-2014 Nummer ECLI:EU:C:2014:1189
Ik-opa-last wordt bij overlijden vader belast als fictieve verkrijging op grond van art. 10 SW Instantie Rechtbank Den Haag Datum 03-06-2014 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2014:8012 (geen hoger beroep)
Hoofdregel van boedelmenging geldt in casu niet bij Russische erflater Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 28-05-2014 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2014:2747
Ook voor huwelijk tussen twee vrouwen geldt het Haags Huwelijksvermogensverdrag 1978 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 28-05-2014 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2014:1975
Ruilverkaveling als bijzondere last of beperking (art. 7:15 BW) Instantie Rechtbank Overijssel Datum 28-05-2014 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2014:3425
Bedrijfsopvolgingsregeling Successiewet ook volgens Europees Hof voor de Rechten van de Mens niet discriminatoir Instantie Europese Hof voor de Rechten van de Mens Datum 27-05-2014 Nummer 18485/14
Het niet toepassen van belastingkorting op box 3-inkomen leidt niet tot discriminatie Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 27-05-2014 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2014:2105
Geen ruimte voor toepassing Ruilarresten indien boekwinst kan worden toegevoegd aan herinvesteringsreserve Instantie Hoge Raad Datum 23-05-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:1183
Herinvesteringsreserve op grond van fraus legis belast wegens handelen met het oog op het voorkomen van vrijvallen daarvan Instantie Hoge Raad Datum 23-05-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:1187
Hoge Raad bestrijdt handel in herinvesteringslichamen met fraus legis (I) Instantie Hoge Raad Datum 23-05-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:1181
Hoge Raad bestrijdt handel in herinvesteringslichamen met fraus legis (III) Instantie Hoge Raad Datum 23-05-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:1189
Ontvanger/Roelofsen geldt ook voor middellijk bestuurder Instantie Hoge Raad Datum 23-05-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:1204
Moet bij berekening van overbedelingsschuld worden uitgegaan van enkelvoudige of samengestelde rente? Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 20-05-2014 Nummer ECLI:NL:GHARL:2014:4217
Hof vult strekking van testamentair bewind over voorwaardelijke making in Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 16-05-2014 Nummer ECLI:NL:GHARL:2014:4123
Verzoeker van verzegeling boedel moet voldoende ernstig belang aantonen Instantie Rechtbank Den Haag Datum 15-05-2014 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2014:7670
Bitcoin is volgens Rechtbank geen 'geld' in de zin van Boek 6 BW Instantie Rechtbank Overijssel Datum 14-05-2014 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2014:2667
Aanslag opgelegd nadat in vaststellingsovereenkomst overeengekomen verlengde aanslagtermijn is verstreken is te laat opgelegd Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 13-05-2014 Nummer ECLI:NL:GHARL:2014:3920
Notaris heeft laakbaar gehandeld door geen rekening te houden met vaderschapsactie Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 13-05-2014 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2014:1822
Uitgekeerde letselschadevergoeding niet identificeerbaar en daarom niet verknocht Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 13-05-2014 Nummer ECLI:NL:GHARL:2014:4137
Aan herroepingsclausule in buitenlands testament werd geen betekenis toegekend Instantie Hoge Raad Datum 09-05-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:1079
Bij volmacht plicht afleggen rekening en verantwoording conform wettelijke regels opdracht en gemeenschap - Velázquez/Blaauw q.q. Instantie Hoge Raad Datum 09-05-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:1089
Ook vereffenaar nalatenschap kan Ondernemingskamer verzoeken onmiddellijke voorzieningen te treffen Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 08-05-2014 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2014:1631
Oordeel over verhuurderheffing moet worden gevraagd aan belastingrechter Instantie Rechtbank Den Haag Datum 07-05-2014 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2014:5582
Cliënt heeft eigen verantwoordelijkheid om vragen aan notaris te stellen Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 06-05-2014 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2014:1622
Leasio enormis Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 06-05-2014 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2014:1888
Monopoliepositie Italiaanse notaris niet aangetast door HvJ EU Instantie Hof van Justitie EU Datum 30-04-2014 Nummer ECLI:EU:C:2014:477
Onwaardigheid erfgenaam heeft geen gevolg voor zachte uitsluitingsclausule Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 29-04-2014 Nummer ECLI:NL:GHARL:2014:3535
Verdeling bij onderhandse akte nietig omdat deelgenoot was overgeslagen Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 29-04-2014 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2014:1867
Voor aansprakelijkheid van ex ab-houder voor niet-betaalde vennootschapsbelasting zijn andere gronden vereist dan genoemd in art. 40 Inv. Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 29-04-2014 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2014:1526
WOZ-waarde gaat uit van eigendom in vrij opleverbare staat: ook bij verhuurd kantoorpand Instantie Hoge Raad Datum 25-04-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:982
Non-concurrentiebeding al gauw verboden concurrentiebeperking Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 23-04-2014 Nummer ECLI:NL:RBROT:2014:3194
Hoge Raad stelt strengere eisen aan het tijdig opleggen van een belastingaanslag Instantie Hoge Raad Datum 18-04-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:930
Werkzaamheden bedreigend voor openbare orde onvoldoende om verbodenverklaring te rechtvaardigen Instantie Hoge Raad Datum 18-04-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:948
Geslaagd beroep op rechtsverwerking bij verdeling pensioenrechten Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 15-04-2014 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2014:1337
Overeenkomst die door erflaatster was aangegaan kwalificeert als huurovereenkomst Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 15-04-2014 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2014:1340
Heffingsmaatstaf overdrachtsbelasting: erfpachtrecht omvat recht tot vestigen pompstation Instantie Hoge Raad Datum 11-04-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:875
Hervatte alimentatiebetalingen aftrekbaar Instantie Hoge Raad Datum 11-04-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:888
Hoge Raad 11-04-2014, nr. 13/01903, ECLI:NL:HR:2014:878 Instantie Hoge Raad Datum 11-04-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:878
Kind met onderbedelingsvordering mag om nieuwe WOZ-beschikking vragen Instantie Hoge Raad Datum 11-04-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:835
KNVvL/Staat, Vliegveld Valkenburg Instantie Hoge Raad Datum 11-04-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:899
Voor verkrijging in 2010 krachtens erfrecht mag WOZ-waarde met waardepeildatum 1 januari 2009 worden gehanteerd Instantie Hoge Raad Datum 11-04-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:892
Wanneer zijn verschillende rechtspersonen één OB-ondernemer? Instantie Hoge Raad Datum 11-04-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:838
Heretikettering te koop staande woning op basis van beleid toegestaan Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 10-04-2014 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2014:1867
Hof Arnhem-Leeuwarden: BOF SW van toepassing op schenking aandeel in vastgoed-BV wegens meer dan normaal vermogensbeheer Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 08-04-2014 Nummer ECLI:NL:GHARL:2014:2901
Hanteren WOZ-waarde voor woning is niet in strijd met art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM Instantie Hoge Raad Datum 04-04-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:805
Strekking joint venture-overeenkomst is mede bepalend voor belang vennootschap (Cancun) Instantie Hoge Raad Datum 04-04-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:804
Geen verrekening tussen samenwoners op grond van stilzwijgende afspraken en feitelijke taakverdeling Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 01-04-2014 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2014:973
ANBI krijgt geen vrijstelling overdrachtsbelasting, omdat geen sprake was van taakoverdracht Instantie Hoge Raad Datum 28-03-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:722
Bedrijfsopvolgingsfaciliteiten niet discriminatoir, ook niet voor verkrijging voormalig ondernemingsvermogen dat weer in onderneming zal worden gebruikt Instantie Hoge Raad Datum 28-03-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:687
Bij opheffing erfdienstbaarheid wegens ontbreken van redelijk belang telt enkel het belang van eigenaar van heersend erf Instantie Hoge Raad Datum 28-03-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:736
Crediteringsmaximum van art. 5 lid 2 UB BRV is niet onverbindend Instantie Hoge Raad Datum 28-03-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:686
Geen aftrek van voorbelasting nu overdacht minderheidsdeelneming van btw vrijgestelde prestatie is Instantie Hoge Raad Datum 28-03-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:728
Geen vermindering Nederlands successierecht voor betaalde Spaanse erfbelasting omdat in Spanje aan erfgenaam geen aanslag was opgelegd Instantie Hoge Raad Datum 28-03-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:729
Koper die een aanvankelijk onbekend voorkeursrecht schendt, handelt alleen onder bijzondere omstandigheden onrechtmatig Instantie Hoge Raad Datum 28-03-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:740
Naheffingsaanslag overdrachtsbelasting wegens hogere waarde in het economische verkeer Instantie Hoge Raad Datum 28-03-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:726
Recht op algemene heffingskorting afhankelijk van inkomen partner pakt bij echtscheiding soms wrang uit Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 27-03-2014 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2014:2595
Bij geldlening kan nalaten van crediteur leiden tot niet-verschuldigdheid van wettelijke rente over periode tijdens leven van crediteur Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 25-03-2014 Nummer ECLI:NL:GHARL:2014:2432
Executeur is in privé benoemd en heeft ten onrechte BTW in rekening gebracht Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 25-03-2014 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2014:1822
Cessie helft ouderdomspensioenuitkeringen leidt niet tot belasten van deze helft bij echtgenote Instantie Hoge Raad Datum 21-03-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:633
Uitleg contractueel verbod tot overdracht vorderingen in algemene voorwaarden (Coface Finance Gmbh / Intergamma B.V.) Instantie Hoge Raad Datum 21-03-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:682
Bewindvoerders mochten nalatenschap vanwege flinke toename AWBZ-kosten verwerpen Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 20-03-2014 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2014:1975
Heffing overdrachtsbelasting over verkrijging aandeel in onroerendezaaklichaam is niet in strijd met btw-richtlijn Instantie Hof van Justitie EU Datum 20-03-2014 Nummer ECLI:EU:C:2014:174
Rechtbank: geen faillissement op eigen verzoek als er geen baten zijn, gebruik turbo-liquidatie Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 20-03-2014 Nummer ECLI:NL:RBROT:2014:2052
Eigen bijdrage AWBZ levert geen schending van het Eerste Protocol EVRM op Instantie Rechtbank Gelderland Datum 18-03-2014 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2014:1685
Inbreng en verdeling vof Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 18-03-2014 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2014:743
Statuten van stamrecht-BV kunnen niet kwalificeren als stamrechtovereenkomst Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 18-03-2014 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2014:1539
Zonder stamrechtovereenkomst wordt ontslagvergoeding direct belast als loon Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 18-03-2014 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2014:1539
Uitsluitingsclausule volgt titel verkrijging: na verdeling rust uitsluitingsclausule op het gehele goed Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 13-03-2014 Nummer ECLI:NL:GHARL:2014:2059
Vrouw is niet draagplichtig voor gemeenschapsschuld door man aangegaan bij zijn zuster Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 13-03-2014 Nummer ECLI:NL:GHARL:2014:2472
Geen feitelijk en rechtens herstel nu waardeverandering aan oorspronkelijke koper is toegekomen Instantie Hoge Raad Datum 07-03-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:504
Overneming van bewindvoerder als formele procespartij van tegen rechthebbende aanhangig gemaakt geding Instantie Hoge Raad Datum 07-03-2014 Nummer ECLI:HR:2014:525
Stacaravan wordt als onroerende zaak aangemerkt zodat overdrachtsbelasting is verschuldigd Instantie Hoge Raad Datum 07-03-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:501
Stacaravan wordt als onroerende zaak aangemerkt zodat overdrachtsbelasting is verschuldigd Instantie Hoge Raad Datum 07-03-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:501
Wijziging huwelijkse voorwaarden was paulianeus Instantie Rechtbank Gelderland Datum 05-03-2014 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2014:1980
Gebruiksvergoeding en echtscheiding Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 04-03-2014 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2014:1249
Ondernemingsschulden verhinderen overname geërfd bedrijf via rechter Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 28-02-2014 Nummer ECLI:NL:GHARL:2014:2269
Verlies op onzakelijk lening gelijkgesteld met informele kapitaalstorting vanaf moment dat debiteur definitief niet meer aan aflossingsverplichting voldoet Instantie Hoge Raad Datum 28-02-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:417
Besluit tot verkoop van alle aandelen in enige dochter komt neer op materiële liquidatie Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 27-02-2014 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2014:597
Verlies op ongebruikelijke geldlening van ouders aan zoon is aftrekbaar in box 1 Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 27-02-2014 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2014:1358
Beneficiair aanvaarde nalatenschap en verdeling Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 25-02-2014 Nummer ECLI:NL:GHARL:2014:1385
Een veilingnotaris is niet gehouden geldigheid van het retentierecht te onderzoeken Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 25-02-2014 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2014:11
Strandpaviljoen roerend of onroerend? Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 25-02-2014 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2014:325
Waarde:Voor vaststellen WOZ-waarde woning van woningcorporatie mogen ook door woningcorporatie zelf verkochte woningen worden meegewogen Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 25-02-2014 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2014:998
Nieuwe aanslag schenkbelasting mogelijk na in cassatie vernietigde aanslag wegens gebrek in tenaamstelling Instantie Hoge Raad Datum 21-02-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:345
Samenlevingsovereenkomst wordt vernietigd wegens dwaling Instantie Hoge Raad Datum 21-02-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:416
Waarderingsvoorschrift art. 21 lid 5 SW niet in strijd met EU-recht Instantie Hoge Raad Datum 21-02-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:339
Uitoefenen stemrecht is daad van beheer Instantie Rechtbank Den Haag Datum 19-02-2014 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2014:14870
NSW-landgoed (nog) niet gerangschikt, geen vrijstelling OBD Instantie Rechtbank Gelderland Datum 18-02-2014 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2014:3666
Arbeidsverhouding notarissen met beperkt winstaandeel is geen fictieve dienstbetrekking Instantie Hoge Raad Datum 14-02-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:283
Bij pandrecht wordt constructie van oneigenlijke lossing aangemerkt als vorm van parate executie Instantie Hoge Raad Datum 14-02-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:319
Feitelijke situatie ter plaatse mede van belang voor uitleg splitsingsakte (Bakermans c.s./Mitros) Instantie Hoge Raad Datum 14-02-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:337
Onbedoeld gebruik door ex-partner van DigiD van andere ex-partner is eigen verantwoordelijkheid Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 14-02-2014 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2014:1100
Zorgplicht voor alle notarissen van de maatschap bij bewaking zekerheidsstelling Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 11-02-2014 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2014:290
Aanspraak op schadevergoeding in relatie tot contractuele boete Instantie Hoge Raad Datum 07-02-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:259
Civiele vorm is doorslaggevend voor beoordeling of sprake is van kapitaal of geldlening Instantie Hoge Raad Datum 07-02-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:181
Deelnemingsvrijstelling van toepassing is op 'redeemable preference shares' die zijn ontstaan bij omzetting van een geldlening Instantie Hoge Raad Datum 07-02-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:224
Recht op teruggaaf btw bij verbreking van fiscale eenheid Instantie Hoge Raad Datum 07-02-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:226
Grove schuld niet aannemelijk bij hanteren onjuiste maatstaf verkrijging art. 4-aandelen: geen boete Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 06-02-2014 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2014:388
Gekunstelde rechtsverhouding leidt tot nietigheid wegens artikel 3:43 BW Instantie Rechtbank Gelderland Datum 05-02-2014 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2014:1938
Zakelijk recht en persoonlijk recht vermengen niet: erfdienstbaarheid blijft in stand Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 05-02-2014 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2014:527
Notaris moet voldoen aan verzoek om bankgarantie in te roepen Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 04-02-2014 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2014:290
In casu leidt certificering van aandelen niet tot verbreking fiscale eenheid voor Wet OB Instantie Hoge Raad Datum 31-01-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:145
Omzetting van een stichting in een private kerkelijke rechtspersoon Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 30-01-2014 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2014:488
Hertrouwen zonder huwelijksvoorwaarden als opeisingsgrond voor overbedelingsvordering (hertrouwclausule) is toelaatbaar Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 29-01-2014 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2014:2026
De arbeidsrechtelijke gevolgen van het vennootschapsrechtelijke ontslag als statutair bestuurder Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 28-01-2014 Nummer ECLI:NL:GHARL:2014:518
Erfgenamen die procedure van erflater overnemen kunnen verzoeken om immateriële schadevergoeding bij lang duren procedure Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 28-01-2014 Nummer ECLI:NL:GHARL:2014:665
Het ontbreken van een agrarische bestemming van de cultuurgrond hoeft niet in de weg te staan aan toepassing van de cultuurgronduitzondering Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 28-01-2014 Nummer ECLI:NL:GHARL:2014:666
Bij ontbreken motivering van vastgestelde WOZ-waarde kan worden volstaan met geringe motivering bezwaar Instantie Hoge Raad Datum 24-01-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:86
Borgtocht en geen hoofdelijkheid, ondanks tekst hypotheekakte Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 21-01-2014 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2014:86
Geen rekening en verantwoording bij volmacht, wel sprake van onrechtmatig handelen en ongerechtvaardigde verrijking Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 21-01-2014 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2014:954
Mag inwonende zoon het huurcontract van overleden moeder voortzetten? Instantie Hoge Raad Datum 17-01-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:93
Met ouder(s) samenlevend, zelfstandig kind voert slechts onder bijzondere omstandigheden een gemeenschappelijke huishouding Instantie Hoge Raad Datum 17-01-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:93
Op grond van de hereditatis petitio kan geen geldvordering worden geïnd Instantie Hoge Raad Datum 17-01-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:92
Aftrek voorbelasting op basis van werkelijk gebruik kan alleen als objectief meetbare gegevens bekend zijn Instantie Hoge Raad Datum 10-01-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:9
Economisch erfpachtrecht beïnvloedt niet heffingsmaatstaf overdrachtsbelasting Instantie Hoge Raad Datum 10-01-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:4
Heffingsgrondslag overdrachtsbelasting bij voorbehouden rechten van gebruik en bewoning als verkrijger beroep doet op vrijstelling voor aangebrachte zaken Instantie Hoge Raad Datum 10-01-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:5
Mede-eigendom van woning niet aannemelijk gemaakt: geen aftrek eigenwoningrente Instantie Hoge Raad Datum 10-01-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:45
Executeur moet legataris inzage geven in bescheiden van erflater Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 31-12-2013 Nummer ECLI:NL:GHARL:2013:9942
Privéschuldeiser kan geen beslag leggen op onverdeeld aandeel in geërfde woning Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 31-12-2013 Nummer ECLI:NL:GHARL:2013:9956
Bewindvoerder aansprakelijk gesteld nu hij geen correcte rekening en verantwoording kon afleggen Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 23-12-2013 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2013:7855
Art. 37 Wet OB niet van toepassing als BTW eerder is verschuldigd op grond van de wet Instantie Hoge Raad Datum 20-12-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:1781
BOF SW van toepassing op vastgoed-BV, omdat vastgoed op commerciële wijze wordt geëxploiteerd Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 20-12-2013 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2013:5083
Einduitspraak Hoge Raad: integratieheffing over grond in dit geval terecht Instantie Hoge Raad Datum 20-12-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:1870
Geen plaats voor redelijkheid en billijkheid bij vaststellen peildatum van samenstelling en omvang huwelijksgemeenschap Instantie Hoge Raad Datum 20-12-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:2050
Hoge Raad handhaaft restrictieve uitleg van art. 1:160 BW Instantie Hoge Raad Datum 20-12-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:2058
HR 20-12-2013, nr 12/05049 Instantie Hoge Raad Datum 20-12-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:2049
Latente IB-claim op pand van onderneming moet bij echtscheiding nominaal worden gewaardeerd Instantie Hoge Raad Datum 20-12-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:2139
Latente IB-claim op pand van onderneming moet bij echtscheiding nominaal worden gewaardeerd Instantie Hoge Raad Datum 20-12-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:2139
Zaaksvervanging bij opnieuw vestigen van vruchtgebruik Instantie Hoge Raad Datum 20-12-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:2077
Zaaksvervanging bij opnieuw vestigen van vruchtgebruik Instantie Hoge Raad Datum 20-12-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:2077
Rechter veroordeelt gevolmachtigde om rekening en verantwoording af te leggen aan erfgenaam van volmachtgever Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 18-12-2013 Nummer ECLI:NL:RBROT:2013:10602
Is een erfgenaam een 'belanghebbende' die een verzoek kan doen als in art. 4:204 BW? Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 17-12-2013 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2013:4764
Rechter verleent machtiging tot beneficiaire aanvaarding wegens later voorgevallen gebeurtenis Instantie Rechtbank Gelderland Datum 13-12-2013 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2013:5997
Beperkte openbaarmaking gegevens op grond van art. 40 Wet WOZ kan niet worden doorbroken met beroep op WOB Instantie Raad van State Datum 11-12-2013 Nummer ECLI:NL:RVS:2013:2326
Notaris handelt in strijd met voorschrift inzake tolk uit art. 42 lid 1 WNA Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 10-12-2013 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2013:4505
Grond bestemd voor woningbouw uitgesloten van verlaagd tarief WBR Instantie Hoge Raad Datum 06-12-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:1434
Hof: waardering woning SW (tekst 2010) op WOZ-waarde niet in strijd met EVRM Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 05-12-2013 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2013:4593
Volgens Rechtbank is verhuurderheffing in het jaar 2013 niet in strijd met art. 1 Eerste Protocol EHRM Instantie Rechtbank Den Haag Datum 04-12-2013 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2013:16373 (geen hoger beroep)
Bewijsvermoeden art. 43 lid 1 onder 2 Fw niet van toepassing op rechtshandelingen waarmee zekerheid wordt bedongen voor verschaffing van krediet Instantie Hoge Raad Datum 29-11-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:CA3762
Geen schadevergoeding bij overschrijding van de redelijke termijn wegens gering financieel belang Instantie Hoge Raad Datum 29-11-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:1361
Gemeenten mogen een voorziening op grond van Wmo niet weigeren op grond van inkomen of vermogen van aanvrager (I) Instantie Centrale Raad van Beroep Datum 25-11-2013 Nummer ECLI:NL:CRVB:2013:2390
Gemeenten mogen een voorziening op grond van Wmo niet weigeren op grond van inkomen of vermogen van aanvrager (II) Instantie Centrale Raad van Beroep Datum 25-11-2013 Nummer ECLI:NL:CRVB:2013:2394
Gemeenten mogen een voorziening op grond van Wmo niet weigeren op grond van inkomen of vermogen van aanvrager (III) Instantie Centrale Raad van Beroep Datum 25-11-2013 Nummer ECLI:NL:CRVB:2013:2395
De bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in de Successiewet zijn niet discriminatoir Instantie Hoge Raad Datum 22-11-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:1209
Met verlengde navorderingstermijn opgelegde navorderingsaanslagen voldoende voortvarend opgelegd Instantie Hoge Raad Datum 22-11-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:1215
Directeur aansprakelijk voor schade stopgezet bouwproject door onbehoorlijke taakvervulling Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 20-11-2013 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2013:6455
Werk was tegenprestatie voor kost en inwoning, daarom geen recht op salaire differé ex artikel 4:36 BW Instantie Rechtbank Den Haag Datum 20-11-2013 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2013:15781
Gewone verblijfplaats van erflater is bepalend voor toepasselijke recht Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 19-11-2013 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2013:4789
Verrekening waarde van aandelen in BV Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 19-11-2013 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2013:5467
Hoge Raad formuleert uitgangspunten voor begrip woning en woondoeleinden Instantie Hoge Raad Datum 15-11-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:1126
HR bevestigt oordeel van het Hof dat huwelijkse voorwaarden en vaststellingsovereenkomst ongeldig zijn Instantie Hoge Raad Datum 15-11-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:CA3767
Chalet op gehuurde grond wordt niet aangemerkt als eigen woning Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 13-11-2013 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2013:8131
Ontslag rechtspersoon/bestuurder beëindigt niet automatisch de managementovereenkomst Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 12-11-2013 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2013:3960
Ziet de uitsluitingsclausule op de kwijtgescholden koopsom of op de gekochte woning? Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 12-11-2013 Nummer ECLI:NL:GHARL:2013:8528
Notaris mag bij leveringsakte met grote risico's niet volstaan met schriftelijke Belehrung aan kwetsbare cliënt Instantie Kamer voor het notariaat Arnhem-Leeuwarden Datum 07-11-2013 Nummer ECLI:NL:TNORARL:2013:8
Verkrijging belast met overdrachtsbelasting bij ontbreken gezamenlijk intentie tot vervaardigen nieuw onroerende goed Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 07-11-2013 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2013:3910
Gedogen bewoning door zoon leidt niet tot verarming; geen schenking Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 06-11-2013 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2013:8307
Misbruik van omstandigheden bij schenking Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 05-11-2013 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2013:5207
Rechtbank: Uitsluitend bovenmatig deel pensioenaanspraak belast bij niet voldoen aan Witteveenkader Instantie Rechtbank Gelderland Datum 05-11-2013 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2013:4262
Verhuur van 15 panden en beheer is geen materiële onderneming; geen toepassing BOF SW Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 05-11-2013 Nummer ECLI:NL:GHARL:2013:8439
Onbelangrijk verzuim uit art. 2:248 BW ziet op het bestuur als zodanig, niet op de individuele bestuurder Instantie Hoge Raad Datum 01-11-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:1079
Wat gaat voor: splitsingsakte of splitsingstekening? Instantie Hoge Raad Datum 01-11-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:1078
Aansprakelijkheid voor betaling van werkzaamheden verricht door boedelnotaris Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 31-10-2013 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2013:6301
De aanduiding van de debiteur in de hypotheekakte ontbreekt waardoor hypotheekakte niet rechtsgeldig is Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 29-10-2013 Nummer ECLI:NL:GHARL:2013:8109
Flink lagere WOZ-waarde door overlast naastgelegen muziekvereniging Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 25-10-2013 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2013:7854
Geldige titel voor levering door vertegenwoordigingsonbevoegde ontbreekt Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 22-10-2013 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2013:4908
Vermindering gebruikelijk loon wegens onmogelijkheid om drie voltijdsdienstbetrekkingen te vervullen Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 22-10-2013 Nummer ECLI:NL:GHARL:2013:8030
Vertrouwen door notaris geschonden door na te laten om twee ongebruikelijke transacties te melden Instantie Rechtbank Den Haag Datum 21-10-2013 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2013:13969
HIR valt vrij vanwege belangrijke mate (30%) belangenwijziging Instantie Hoge Raad Datum 18-10-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:916
Verhouding tussen testamentair bewind en ouderlijk vruchtgenot Instantie Hoge Raad Datum 18-10-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:983
Hof spreekt tegelijkertijd echtscheiding en scheiding van tafel en bed uit Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 17-10-2013 Nummer ECLI:NL:GHARL:2013:7996
Verkrijging onroerende zaak belast met overdrachtsbelasting nu verkoper niet handelt als BTW-ondernemer Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 17-10-2013 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2013:3578
Verzoek terzijdestelling statutaire blokkeringsregeling art. 2:195 lid 7 BW afgewezen; Verzoek benoeming deskundigen ter vaststelling prijs van door failliete vennootschap gehouden aandelen in een andere vennootschap toegewezen Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 16-10-2013 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2013:5217
Bij beoordeling of sprake is van een fiscale eenheid zijn onderling jegens elkaar verrichte prestaties tegen vergoeding van belang Instantie Hoge Raad Datum 11-10-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:837
Schadeverplichting niet direct aanwezig bij dwaling Instantie Hoge Raad Datum 11-10-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:CA3765
Testament verviel toen testatrice opnieuw in het huwelijk trad Instantie Hoge Raad Datum 11-10-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:911
Herzienings-BTW mag niet worden nageheven bij de koper Instantie Hof van Justitie EU Datum 10-10-2013 Nummer ECLI:EU:C:2013:649
Hof geeft toestemming aan bewindvoerder voor inbreng in commanditaire vennootschap Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 10-10-2013 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2013:5856
Door kwetsend en grievend gedrag is van lotsverbondenheid geen sprake meer; einde alimentatieplicht man Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 08-10-2013 Nummer ECLI:NL:GHARL:2013:7574
Uitzondering op uitgangspunt van gelijkwaardig ouderschap bij ouderschapsplan Instantie Hoge Raad Datum 04-10-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:847
Verhuur door DGA van deel eigen woning aan eigen BV is een economische activiteit Instantie Hoge Raad Datum 04-10-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:783
Verhuur van onzelfstandig deel van woning aan eigen BV is een economische activiteit voor Wet OB Instantie Hoge Raad Datum 04-10-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:782
Geen verlaagd tarief aangezien woonark geen onroerende zaak is en ligplaats daarom geen aanhorigheid bij een woning Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 03-10-2013 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2013:12843
Overlijden belastingplichtige en onherroepelijk zijn aanslag erfbelasting staat opleggen definitieve aanslag IB niet in de weg Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 02-10-2013 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2013:3913
Levering bewijs van het beboetbare feit Instantie Hoge Raad Datum 27-09-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:717
Geldigheidstermijn bij niet-wijzigingsbeding in echtscheidingsconvenant Instantie Hoge Raad Datum 27-09-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:CA1970
Hoge Raad casseert uitspraak Hof Amsterdam waarin winst B.V. verrekend moest worden Instantie Hoge Raad Datum 27-09-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:CA3739
Partiële vereffening past niet in wettelijk systeem Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 26-09-2013 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2013:6490
Notaris hoeft de geldigheid van vonnis niet te beoordelen Instantie Rechtbank Overijssel Datum 24-09-2013 Nummer 426944
Ouderlijke boedelverdeling nietig vanwege gelegateerd vruchtgebruik Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 24-09-2013 Nummer ECLI:NL:GHARL:2013:7063
Uitzondering op regel verdeling van ontbonden gemeenschap bij helfte tussen echtgenoten wordt slechts in zeer uitzonderlijke gevallen toegepast Instantie Hoge Raad Datum 20-09-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:CA3748
Causaal verband tussen fout notaris en schade cliënt ontbreekt; geen schadeloosstelling Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 18-09-2013 Nummer ECLI:NL:RBROT:2013:7311
Terugleververplichting en toestemming van art. 1:88 BW Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 17-09-2013 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2013:4269
Benoemen van vereffenaar bij onbeheerde nalatenschap Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 16-09-2013 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2013:5388
Rechter toetst ambtshalve of boetebeding in overeenstemming is met de Richtlijn oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten Instantie Hoge Raad Datum 13-09-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:691
In partnerschapsvoorwaarden opgenomen nihilbeding over alimentatie is nietig; geen beperkende werking op basis van redelijkheid en billijkheiden Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 11-09-2013 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2013:7675
Inspecteur slaagt niet in bewijslast inzake de waardering van landbouwgronden voor de cultuurgrondvrijstelling Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 10-09-2013 Nummer ECLI:NL:GHARL:2013:6627
Betekenis van het begrip 'afwikkeling' Instantie Hoge Raad Datum 06-09-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BY5241
Toepasselijkheid Nederlands recht, afwikkeling omvat verdeling nalatenschap Instantie Hoge Raad Datum 06-09-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BY5241
Toepassing van nominaliteitsleer bij vergoedingsrechten ontstaan voor 1 januari 2012 in casu niet onaanvaardbaar Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 05-09-2013 Nummer ECLI:NL:GHARL:2013:6562
Huurbescherming ondanks tijdelijke verhuur Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 04-09-2013 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2013:4702
Kandidaat-notaris mag gespreksaantekeningen in het geding brengen Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 03-09-2013 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2013:2789
Geen ANBI-status meer voor stichting door nieuwe regelgeving voor ANBI?s per 1 januari 2010 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 29-08-2013 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2013:2716
Wel overdrachtsbelasting over het gedeelte van de waarde of tegenprestatie dat kan worden toegerekend aan de glasopstanden Instantie Rechtbank Den Haag Datum 22-08-2013 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2013:11084
Schenking door bewindvoerder geoorloofd wegens schenkingstraditie rechthebbende Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 21-08-2013 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2013:6197
Nietigverklaring werkt terug tot moment van huwelijksvoltrekking, echtgenoot niet te goeder trouw Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 14-08-2013 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2013:7671
Huurbeding heeft geen effect Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 13-08-2013 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2013:4937
Schadevergoeding van ? 2.000 wegens overschrijding redelijke termijn bezwaar- en beroepfase met bijna 2,5 jaar Instantie Hoge Raad Datum 09-08-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:199
Onvoldoende onderzoek door notaris naar werkelijke aard activiteiten van BV en haar bestuurder Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 30-07-2013 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2013:2317
Rechtbank: schuldeiser moet persoonlijk de royementsakte bij de notaris te ondertekenen Instantie Rechtbank Overijssel Datum 25-07-2013 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2013:1614
Had de notaris onderzoek moeten doen naar de bestemming van een verkochte woning? Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 24-07-2013 Nummer ECLI:NL:RBROT:2013:6012
Twee methoden om bij de afwikkeling van de huwelijksvoorwaarden het te verrekenen bedrag te berekenen Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 23-07-2013 Nummer ECLI:NL:GHARL:2013:5346
Chinese pot levert bij verkoop veel meer op dan aangegeven in aangifte SW: navordering Instantie Hoge Raad Datum 12-07-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:31
Door zoon en zijn gezin bewoond gedeelte wordt niet aangemerkt als eigen woning van vader Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 12-07-2013 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2013:3032
Hoge Raad verwijst geding voor verder onderzoek naar aftrekbaarheid voorbelasting bij verbouwing privéwoning met een kantoorruimte Instantie Hoge Raad Datum 12-07-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:59
Juridische splitsing kan niet worden vernietigd met een beroep op de actio Pauliana Instantie Hoge Raad Datum 12-07-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:21
Ondanks Vormerkung is beslag onder koper mogelijk Instantie Hoge Raad Datum 12-07-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BZ9959
Resultaat uit overige werkzaamheden door inwoner van Canada belast in Nederland omdat de onroerende zaak in Nederland is gelegen Instantie Hoge Raad Datum 12-07-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:62
Verdeling en 'economische' eigendom Instantie Hoge Raad Datum 12-07-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BZ8746
Verrekening vordering met kleinere schuld aan dezelfde BV beperkt afwaardering Instantie Hoge Raad Datum 12-07-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:168
Woonrecht vormt last die in mindering mag worden gebracht op de waarde van de verkrijging Instantie Hoge Raad Datum 12-07-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:25
Geen onrechtmatige daad van de bank hoewel niet werd voldaan aan Wet ambtelijk toezicht bij openbare verkopingen Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 09-07-2013 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2013:2988
Regeling inzake verbeuren aandeel door verzwijging nalatenschapsgoed niet van overeenkomstige toepassing bij wettelijke verdeling Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 09-07-2013 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2013:1968
Bestemming voldoet volgens de gemeente niet aan bestemmingsplan dus rustig genot wordt niet verschaft door verhuurder Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 02-07-2013 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2013:2740
Juridische factoren: Op oprit rustende erfdienstbaarheid beïnvloed WOZ-waarde Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 02-07-2013 Nummer ECLI:NL:GHARL:2013:5153
Notaris hoeft bij Vormerkung niet altijd vertegenwoordigingsbevoegdheid te controleren Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 02-07-2013 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2013:1827
Hoge Raad geeft invulling aan het begrip 'boedelberedderaar' Instantie Hoge Raad Datum 28-06-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:39
Na einde taak moet executeur ook beheer beëindigen Instantie Hoge Raad Datum 28-06-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:39
Afspraak in samenlevingscontract leidt niet tot berekening van alimentatie door rechter Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 26-06-2013 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2013:7125
Schuldsaneringsverzoek van in gemeenschap van goederen gehuwde partner Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 26-06-2013 Nummer ECLI:NL:RBROT:2013:5711
Moet notaris cliënt wijzen op lopende procedure? Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 25-06-2013 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2013:CA3886
Twee boetebedingen uit NVM-modelkoopakte zijn niet naast elkaar verschuldigd (II) Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 25-06-2013 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2013:2441
Geen aanvulling of wijziging opzeggronden in procedure beëindiging pachtovereenkomst Instantie Hoge Raad Datum 21-06-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BZ5346
Aansprakelijkheid ex art. 2:11 BW geldt ook voor naar buitenlands recht opgerichte vennootschap (II) Instantie Hoge Raad Datum 21-06-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:CA3958
Omzetting stil pandrecht naar vuistloos pandrecht valt buiten de werking van art. 42 Fw Instantie Hoge Raad Datum 21-06-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BZ7199
Prematuur ingediend bezwaarschrift tegen WOZ-beschikking niet ontvankelijk Instantie Hoge Raad Datum 21-06-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:CA3934
HvJ EU: particulier is ondernemer voor omzetbelasting door productie van elektriciteit met zonnepanelen (Fuchs) Instantie Hof van Justitie EU Datum 20-06-2013 Nummer ECLI:EU:C:2013:413
Beleggingspanden vallen in het te verrekenen vermogen, nu de man geen deugdelijke administratie heeft bijgehouden Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 19-06-2013 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2013:CA4010
Aankoop pand voor hogere waarde en verkoop panden voor lagere waarde aangemerkt als winstuitdeling BV Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 18-06-2013 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2013:4653
Tweede kans voor gehuwde eigenaren die WOZ-beschikking ongebruikt hebben laten verstrijken Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 18-06-2013 Nummer ECLI:NL:GHARL:2013:4345
Geen wettelijke verplichtingen voor samenwoners om in elkaars levensonderhoud te voorzien na verbreken samenwoning Instantie Hoge Raad Datum 14-06-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:CA2925
Notaris dient met partijen te bespreken of er kadastrale recherches verricht moeten worden Instantie Hoge Raad Datum 14-06-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BZ5721
Ontvangsttheorie: wanneer is verklaring door geadresseerde ontvangen (art. 3:37 lid 3 BW)? Instantie Hoge Raad Datum 14-06-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BZ4104
Terugwerkende kracht verlaging overdrachtsbelasting tot 15 juni 2011 niet discriminatoir Instantie Hoge Raad Datum 14-06-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:CA2818
Verzoek tot toetsing door rechter of ontbonden rechtspersoon over baten beschikt ook mogelijk in andere procedures dan art. 2:23c lid 1 BW Instantie Hoge Raad Datum 14-06-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BZ4096
Zonder wettelijke basis geen compartimentering deelnemingsvrijstelling bij wetswijziging Instantie Hoge Raad Datum 14-06-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BY1244
Natuurlijke persoon die voor zijn werkzaamheden BTW-belastingplichtig is, is dat ook voor elke andere economische activiteit Instantie Hof van Justitie EU Datum 13-06-2013 Nummer ECLI:EU:C:2013:391
(Nagenoeg) onbewerkt perceel landbouwgrond aangekocht met de bedoeling om glastuinbouwbedrijf te vestigen is bouwterrein Instantie Hoge Raad Datum 07-06-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BY2694
HR (Maasdriel): definitie ?bouwterrein? in art. 11 lid 4 Wet OB in strijd met BTW-richtlijn Instantie Hoge Raad Datum 07-06-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:CA2222
Ondanks kraakwacht kwalificeert de woning als een eigen woning voor de uitzendregeling Instantie Hoge Raad Datum 07-06-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:CA2316
Continuïteit BV in gevaar indien pensioen zou worden afgestort Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 04-06-2013 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2013:CA2416
Geregistreerd parnerschap was schijnhandeling: geen voortgezette huur voor geregistreerd partner Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 04-06-2013 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2013:3909
Hoe ver reikt de waarschuwingsplicht van een notaris? Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 04-06-2013 Nummer ECLI:NL:GHARL:2013:CA2120
Onttrekkingen door bestuurder aan stichting vormen geen resultaat uit overige werkzaamheden Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 04-06-2013 Nummer ECLI:NL:GHARL:2013:CA3134
HR inzake pandrecht op assurantieportefeuille Instantie Hoge Raad Datum 31-05-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:CA1614
Richtlijn oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten is ook van toepassing op de huurovereenkomst voor woonruimte Instantie Hof van Justitie EU Datum 30-05-2013 Nummer ECLI:EU:C:2013:341
Hypotheek nietig omdat een titel tot hypotheekverlening ontbreekt Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 29-05-2013 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2013:CA2802
Vereiste ondertekening van uiterste wil met handtekeningstempel van erflater Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 29-05-2013 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2013:4001
Bestuurder aansprakelijk nu bekrachtiging plaatsvindt voor inschrijving handelsregister Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 28-05-2013 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2013:CA1459
Vermogenswinst blijft onbelast omdat intentie tot doorverkoop ontbrak bij aankoop pand Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 28-05-2013 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2013:CA2188
Voortgezet gebruik huurpand Instantie Hoge Raad Datum 24-05-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BZ1782
Kantonrechter verleent geen machtiging voor schenking die tot doel heeft de werking van de AWBZ-wetgeving te frustreren Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 23-05-2013 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2013:CA1122
Kantonrechter verleent geen machtiging voor schenking die tot doel heeft de werking van de AWBZ-wetgeving te frustreren Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 23-05-2013 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2013:CA1122
Ontslag van executeur en bewindvoerder om 'gewichtige redenen' Instantie Rechtbank Limburg Datum 23-05-2013 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2013:CA0962
Risico van aansprakelijkheid wegens onterechte dividenduitkering Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 22-05-2013 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2013:CA0803
BTW - correctie privégebruik woon/bedrijfspand werkelijke duur is uitgangspunt Instantie Hoge Raad Datum 17-05-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BX7168
Procedure tot ontkenning en vaststelling van het vaderschap Instantie Hoge Raad Datum 17-05-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BZ3641
Uitkering uit levensverzekering is quasi-legaat en het verminderen van quasi-legaten behoort tot de taken van executeurs en vereffenaars Instantie Hoge Raad Datum 17-05-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BZ3643
Hond behoort tot de ontbonden huwelijksgemeenschap Instantie Rechtbank Limburg Datum 15-05-2013 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2013:CA0058
Hypotheekhouder maakt misbruik van recht tot executie nu hypotheekgever al extra inkomen genereert Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 13-05-2013 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2013:CA0869
De vormvoorschriften van cessie Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 08-05-2013 Nummer ECLI:NL:RBROT:2013:CA2767
Ontslag als bestuurder BV impliceert niet einde aandeelhouderschap Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 08-05-2013 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2013:CA1158
Voor waardebepaling van pensioen afspraak is afwijken van voorgeschreven wettelijke rente niet toegestaan Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 08-05-2013 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2013:CA1430
Aandeelhouderschap vloeit voort uit kredietverlening zodat afwaardering ten laste van de winst mag komen Instantie Hoge Raad Datum 03-05-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BW1971
Gebruik van appartement overeenkomstig de bestemming woonruimte? Instantie Hoge Raad Datum 03-05-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BZ5357
Lening verstrekt voordat sprake is van aandeelhouderschap is niet onzakelijk Instantie Hoge Raad Datum 03-05-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BZ9156
Vergoeding door werkgever is geen loon ter vervanging van gederfd of te derven loon Instantie Hoge Raad Datum 03-05-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BZ9133
Vrijgevigheid vererft: erfgenaam heeft recht op aftrek periodieke gift Instantie Hoge Raad Datum 03-05-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BY8161
Werkzaamheden woningbouwverenigingen dienen in beginsel een algemeen belang Instantie Hoge Raad Datum 03-05-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BZ9157
Agrarische activiteiten ontplooid binnen zorgboerderij zijn te beschouwen als landbouwbedrijf Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 02-05-2013 Nummer ECLI:NL:GHARL:2013:CA0380
Huwelijk met terugwerkende kracht nietig verklaard Instantie Hoge Raad Datum 26-04-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BZ8782
Weiland viel onder de cultuurgrondvrijstelling wet WOZ Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 26-04-2013 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ8155
Borgtocht in notariële akte was slechts geldig voor de hoofdsom van de lening Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 24-04-2013 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2013:CA2171
Hof stelt strenge eisen aan ?woning in aanbouw? voor eigenwoningregeling Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 24-04-2013 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2013:1688
Woning kort verhuurd i.v.m. mogelijke verkoop; huurovereenkomst naar zijn aard van korte duur Instantie Rechtbank Oost-Brabant Datum 22-04-2013 Nummer ECLI:NL:RBOBR:2013:BZ9112
Schulden ontstaan na faillietverklaring uit een daarvoor bestaande rechtsverhouding verifieerbaar (Koot Beheer/Tideman q.q.) Instantie Hoge Raad Datum 19-04-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BY6108
BOF SW: verhuur OG is geen materiële onderneming Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 18-04-2013 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ9122
Fatale gevolgen van wijze van benoeming van bestuursleden van stichting Instantie Rechtbank Gelderland Datum 17-04-2013 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2013:3656
VvE maakt geen misbruik van executiebevoegdheid ondanks kleine vordering Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 16-04-2013 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ7383
Sterkere duurzame band met land niet vereist voor mogelijkheid dubbele woonplaats Instantie Hoge Raad Datum 12-04-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BZ6824
Berekening van successierecht over nadere verkrijging wegens fideï commissaire making Instantie Hoge Raad Datum 12-04-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BY8780
Financiële dienstverleners hebben bijzondere zorgplicht jegens particulieren Instantie Hoge Raad Datum 12-04-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BY8651
Geen benadeling huwelijksgemeenschap want vrouw voldeed aan wettelijke onderhoudsplicht art. 328 ZGB Instantie Hoge Raad Datum 12-04-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BZ2903
Clausule om geschil aan kantonrechter voor te leggen geldig? Instantie Rechtbank Overijssel Datum 10-04-2013 Nummer ECLI:NL:RBOVE:2013:CA0213
Notaris in persoon aansprakelijk voor verplichtingen uit opdracht tot dienstverlening Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 10-04-2013 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2013:BZ8515
Terugvordering bijstand nabestaandepensioen Instantie Centrale Raad van Beroep Datum 09-04-2013 Nummer ECLI:NL:CRVB:2013:BZ6704
Verrekening alimentatieverplichting met onderbedelingsvordering aan te merken als afkoopalimentatie Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 09-04-2013 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ7212
Alimentatie die verschuldigd wordt tijdens faillissement alimentatieplichtige levert concurrente vordering op die voor verificatie in aanmerking komt Instantie Hoge Raad Datum 05-04-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BY8279
Haviltex-norm geldt ook bij commerciële contracten (Lundiform/Mexx) Instantie Hoge Raad Datum 05-04-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BY8101
Belaste verkrijging omdat verkrijging plaatsvindt op grond van leveringsverplichting en niet verdeling nalatenschap Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 04-04-2013 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2013:CA3130
Notaris niet aansprakelijk voor fiscale gevolgen bij certificering omdat belastingadviseurs betrokken waren bij herstructurering Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 03-04-2013 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ8794
Geen vernietiging verdeling huwelijksgoederengemeenschap nu vordering tot vernietiging door tijdsverloop is vervallen Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 02-04-2013 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ8622
Onderzoek naar regels voor splitsing behoort tot de taak van de makelaar Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 02-04-2013 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2013:CA1786
Rechtskeuze voor Italiaans recht geldig? Instantie Hoge Raad Datum 29-03-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BY4352
Box 3 woning is geen box 1 woning: geen discriminatie Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 27-03-2013 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ6125
Afschrift herroepen testament hoefde nog niet door notaris te worden verstrekt Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 26-03-2013 Nummer ECLI:NL:GHARL:2013:BZ6660
Bij echtscheiding is een verrekening voorlopige teruggaaf hypotheekrente niet meer te corrigeren Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 26-03-2013 Nummer ECLI:NL:GHARL:2013:BZ6352
Hof Den Haag 26-03-2013, nr. BK-11-00177 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 26-03-2013 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2013:1842
Zolang vereffening nog niet is voltooid, is geen sprake van afkoop stamrecht of AB-voordeel Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 26-03-2013 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2013:CA4030
Herkansing bij verstrijken van bezwaartermijn WOZ-beschikking Instantie Rechtbank Den Haag Datum 25-03-2013 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ9307
Hoge Raad geeft termijnen voor wanneer bezwaar- en beroepsfase tezamen onredelijk lang duren Instantie Hoge Raad Datum 22-03-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BX6666
Koop/aanneemovereenkomst: levering appartementsrecht (grond) en nieuwbouw appartement vormen één prestatie Instantie Hoge Raad Datum 22-03-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BY5307
Vervuiliong: Geen waardedrukkend effect wegens bodemverontreiniging ingeval sanering niet urgent wordt geacht Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 21-03-2013 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ5198
Hof Amsterdam acht uurtarief van 150 euro redelijk voor waarnemend notaris in geval van zware waarneming Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 19-03-2013 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ4897
Kwalificatie hoofdelijk schuldenaarschap bij hypotheek van kind Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 19-03-2013 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ5106
Verdeling huwelijksgoederengemeenschap: tijdstip waardering aandeel in maatschap Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 19-03-2013 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ5081
Aangaan geregistreerd partnerschap voor één dag is fraus legis voor WBR Instantie Hoge Raad Datum 15-03-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BY0548
Bij verbouwing en splitsing van pand is geen sprake van in wezen nieuwbouw Instantie Hoge Raad Datum 15-03-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BX6651
HR: persoonlijke aansprakelijkheid voor maten in advocatenmaatschap Instantie Hoge Raad Datum 15-03-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BY7840
Oneigenlijke lossing aangemerkt als executie waarop verleggingsregeling van toepassing is Instantie Hoge Raad Datum 15-03-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BZ4072
Bewindvoerder aansprakelijk voor (her)begrafeniskosten Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 13-03-2013 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ6724
Koper  moet op grond van art. 13 WBR 4% van de koopsom vergoeden Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 12-03-2013 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ5610
Bij beoordelen van een nieuw vervaardigd goed worden appartementsrechten als afzonderlijke goederen in aanmerking genomen Instantie Hoge Raad Datum 08-03-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BZ3574
Integratieheffing: functiewijziging en splitsing leidt niet tot nieuwbouw Instantie Hoge Raad Datum 08-03-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BX6640
Recht van gebruik en bewoning niet geëindigd, omdat metterwoon-clausule ontbrak Instantie Rechtbank Oost-Nederland Datum 08-03-2013 Nummer ECLI:NL:RBONE:2013:BZ3763
Afrekenen AB-claim bij erflater; notaris en executeur handelen niet onrechtmatig Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 06-03-2013 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ4422
Koper moet 6% overdrachtsbelasting vergoeden nu dat het tarief was op het moment dat de overeenkomst werd gesloten Instantie Rechtbank Midden-Nederland Datum 06-03-2013 Nummer ECLI:NL:RBMNE:2013:BZ4134
Belehrung kan voorafgaand aan passeren plaatsvinden, mits notaris zich tijdens passeren ervan vergewist dat betrokkene betekenis van desbetreffende akte realiseert Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 05-03-2013 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2013:3928
Beroep van erfgenamen van ongehuwde partner van erflater op natuurlijke verbintenis Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 05-03-2013 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ3557
Bij gebrek aan recentere gegevens zijn oudere verkoopgegevens bruikbaar voor vaststelling WOZ-waarde Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 05-03-2013 Nummer ECLI:NL:GHARL:2013:BZ3489
Hof: testamentaire last moet voor 'niet geschreven' worden gehouden Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 05-03-2013 Nummer ECLI:NL:GHARL:2013:BZ4288
Verzoek tot benoeming vereffenaar is niet kostenloos Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 05-03-2013 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2013:3246
Ontbinding met terugwerkende kracht maakt terbeschikkingstelling aan de BV niet ongedaan Instantie Hoge Raad Datum 01-03-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BW7728
Rechtbank acht niet verlenen partnervrijstelling aan mantelzorger wegens ontbreken mantelzorgcompliment in individueel geval een onevenredige inbreuk op het recht van eigendom Instantie Rechtbank Oost-Nederland Datum 28-02-2013 Nummer ECLI:NL:RBONE:2013:BZ2247
Stichting kan toch voordeel trekken uit uiterste wilsbeschikking Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 27-02-2013 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2013:BZ5826
Besteding van geld aan verbouwing van woning is vertering van fideï-commissair vermogen Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 26-02-2013 Nummer ECLI:NL:GHARL:2013:BZ2834
Door bestemmingsplan hoefde koper de woning niet af te nemen Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 25-02-2013 Nummer ECLI:NL:RBROT:2013:BZ3710
Geen opheffing onderbewindstelling van ouders Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 19-02-2013 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2013:BZ2248
Rente van 8% op eigenwoninglening bij ouder volledig aftrekbaar voor de Wet IB 2001 Instantie Rechtbank Noord-Nederland Datum 19-02-2013 Nummer ECLI:NL:RBNNE:2013:BZ2727
Overgang van protocol impliceert niet dat aansprakelijkheid overgaat Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 13-02-2013 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2013:BZ8500
Is machtiging ex art. 1:345 BW nodig bij verkrijging door minderjarige met bewind? Instantie Rechtbank Oost-Nederland Datum 12-02-2013 Nummer ECLI:NL:RBONE:2013:BZ1984
Vrouw slaagt niet in weerleggen vermoeden dat saldi op haar rekening is ontstaan uit overgespaard inkomen Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 12-02-2013 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ5417
Notaris handelt in strijd met art. 17 WNA door tekort aan belangenbehartiging en informatievoorziening Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 11-02-2013 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2013:1894
Art. 6:89 BW is van toepassing op alle verbintenissen Instantie Hoge Raad Datum 08-02-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BY4600
Betaling aan echtgenoot inzake waardeverrekening lijfrente belast Instantie Hoge Raad Datum 08-02-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BZ0565
Of executoriale titel ook geldt voor restschuld betreft uitleg van hypotheekakte Instantie Hoge Raad Datum 08-02-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BY4889
Peildatum bij verdeling huwelijksgemeenschap Instantie Hoge Raad Datum 08-02-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BY4279
Geen samenloop overdrachtsbelasting en schenkbelasting voor zover art. 13 WBR van toepassing is Instantie Hoge Raad Datum 01-02-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BX9120
Redelijkheid en billijkheid kan grond zijn alsnog toestemming te verkrijgen voor beneficiaire aanvaarding Instantie Rechtbank Limburg Datum 01-02-2013 Nummer ECLI:NL:RBLIM:2013:BZ0690
Vernietiging van een vaststellingsovereenkomst wegens dwaling is ook mogelijk als de informatie niet rechstreeks aan de dwalende is verstrekt Instantie Hoge Raad Datum 01-02-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BY3129
Voor zover omzetbelasting drukt op gedeelte stadskantoor dat voor belaste prestaties wordt gebruikt is deze aftrekbaar Instantie Hoge Raad Datum 01-02-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BW9757
Vrijstelling ruilverkaveling: verbetering van inrichting landelijk gebied maatgevend Instantie Hoge Raad Datum 01-02-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BY1262
Kosten voor de bewijsvoering dat ex samenwoont met ander zodat de alimentatieverplichting eindigt, zijn ter instructie van de zaak en onderdeel van de kostenveroordeling Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 31-01-2013 Nummer ECLI:NL:GHARL:2013:BZ2379
Aandeelhouder verstrekt hypotheek voor schuld BV; geen borg Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 29-01-2013 Nummer ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0976
Bij verkoop onder dreiging van executieveiling is twijfelachtig of beste koopprijs is gerealiseerd Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 29-01-2013 Nummer ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0980
Niet elk overheidshandelen in strijd met algemene beginselen van behoorlijk bestuur leidt tot nietigheid van de rechtshandeling Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 29-01-2013 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ2014
Onder dreiging van executieveiling tot stand gekomen koopprijs is richtinggevend Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 29-01-2013 Nummer ECLI:NL:GHARL:2013:BZ0992
Echtscheidingsconvenant gesloten vòòr 1 september 2002 niet vernietigbaar o.g.v. wettelijke vermoeden van dwaling Instantie Hoge Raad Datum 25-01-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BV6689
Invulling begrip uitdrukkelijke aanvaarding bij art. 7:15 BW Instantie Hoge Raad Datum 25-01-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BY3235
Geschorste vennoot niet aansprakelijk voor belastingschuld VOF Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 24-01-2013 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2013:BZ0823
Appartementseigenaar blijft weigeren zijn medewerking te verlenen aan het wijzigen van splitsingsakte Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 22-01-2013 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2013:BZ2159
Ontslagvergoeding gestort in stamrechtverzekering was niet verknocht Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 22-01-2013 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2013:BZ4094
Begiftigde heeft reprisevordering op ontbonden gemeenschap wegens schenkingen met uitsluitingsclausule Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 17-01-2013 Nummer ECLI:NL:GHARL:2013:BZ1977
Verbouwing van twee woningen tot één leidt tot één eigen woning Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 15-01-2013 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2013:BZ1361
Notaris dient ministerie te weigeren bij verkoop onverdeeld aandeel in woning Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 14-01-2013 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2013:1897
Bewindvoerder diende in rechte te worden betrokken bij huurgeschil vanwege onderbewindstelling van alle goederen Instantie Rechtbank Oost-Nederland Datum 11-01-2013 Nummer ECLI:NL:RBONE:2013:BZ7179
Geen schenkingsvrijstelling voor onvermogenden bij cessieconstructie Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 11-01-2013 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2013:BY9886
Juridische factoren: Bij vaststelling WOZ-waarde wordt geen rekening gehouden met Maatschappelijk Gebonden Eigendom-verplichting Instantie Hoge Raad Datum 11-01-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BY8065
Levering van pand waaraan sloopwerkzaamheden zijn verricht met het oog op vervaardiging van nieuwe onroerende zaak niet belast met BTW (J.J. Komen en Zonen Beheer) Instantie Hoge Raad Datum 11-01-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BY8089
Procedure voortzetten tegen al ontbonden rechtspersoon strookt met art. 2:19 lid 6 en 2:23c lid 1 BW Instantie Hoge Raad Datum 11-01-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BX9762
Verzorgingsvruchtgebruik Instantie Hoge Raad Datum 11-01-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:BX9831
"Besluit" bestuurder van de VVE niet te ontslaan is geen besluit in de zin van art. 2:14 BW Instantie Rechtbank Den Haag Datum 09-01-2013 Nummer ECLI:NL:RBDHA:2013:BZ1904
Erfbelasting van erfenis verkregen onder uitsluiting betaald met gemeenschapsgelden moet worden vergoed aan huwelijksgemeenschap Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 09-01-2013 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2013:604
Betalingen wegens uitvoering verrekenbeding niet aftrekbaar als alimentatie Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 08-01-2013 Nummer ECLI:NL:GHARL:2013:BY8818
Bewindvoerder handelt niet onrechtmatig over gelegateerd vermogen Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 08-01-2013 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2013:BY8210
Notaris mag legitimarissen benaderen over hun rechten Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 08-01-2013 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2013:1895
Eigenaar niet gedwongen tot verkoop van woning ondanks voortduren hoofdelijk aansprakelijkheid ex-partner voor hypothecaire geldlening Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 02-01-2013 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ4413
BUA-categorie ?loon in natura? is toch wel voldoende bepaald; aftrek van voorbelasting mag worden uitgesloten Instantie Hoge Raad Datum 21-12-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BU3773
Door zelfstandige dochter bewoonde woning kwalificeert niet als eigen woning van uitgezonden vader Instantie Hoge Raad Datum 21-12-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BX9090
Verschil tussen de leerstukken van proportionele aansprakelijkheid en kansschade bij beroepsaansprakelijkheid Instantie Hoge Raad Datum 21-12-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BX7491
Afwaarderen van vordering die vaders BV heeft op dochter leidt tot constateren verkapte dividenduitkering aan vader Instantie Rechtbank Haarlem Datum 20-12-2012 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2012:BY9891
Ook bestuurdersaansprakelijkheid volgens Beklamelnorm voor bekrachtigde rechtshandeling Instantie Rechtbank Groningen Datum 19-12-2012 Nummer ECLI:NL:RBGRO:2012:BY7934
Samenwoners kunnen geen beroep doen op vernietiging van rechtshandelingen ex art. 1:88 BW Instantie Rechtbank Dordrecht Datum 19-12-2012 Nummer ECLI:NL:RBDOR:2012:BY6972
Volgens Rechtbank was depot niet naar de opvolgende koper overgegaan Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 19-12-2012 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2012:BZ6316
Hof: inbreng in vennootschap is overgang en levert geen contractsoverneming op, maar overgang van vordering Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 18-12-2012 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2012:BY7055
Huurder is niet door verjaring eigenaar geworden van strook gemeentegrond Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 18-12-2012 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2012:BY7734
Notaris hoefde geen rekening te houden met mogelijke wijziging in rechtspraak Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 18-12-2012 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2012:BY8296
Geen bedrijfsopvolgingsfaciliteiten SW bij latere kwijtschelding koopsom Instantie Hoge Raad Datum 14-12-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BY6217
Geen ruimte voor afwaardering geërfde lening moeder-zoon Instantie Hoge Raad Datum 14-12-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BY6229
Gevolgen Van der Steen-arrest; einde fiscale eenheid tussen dga en BV Instantie Hoge Raad Datum 14-12-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BU7242
HR 14-12-2012, nr 10/04489, ECLI:NL:HR:2012:BU7264 Instantie Hoge Raad Datum 14-12-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BU7264
Rb Haarlem: verkrijging ondernemingsvermogen en niet-ondernemingsvermogen zijn geen gelijke gevallen Instantie Rechtbank Haarlem Datum 14-12-2012 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2012:BY7948
Rekening en verantwoording bewindvoerder Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 13-12-2012 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2012:BY6126
Salaris dga kan onder omstandigheden worden uitgesteld en in later jaar ten laste van de winst worden gebracht Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum 13-12-2012 Nummer ECLI:NL:RBLEE:2012:BY7786
Voornemen tot staken onderneming leidt niet tot intrekken bedrijfsopvolgingsfaciliteiten Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 13-12-2012 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2012:BY6350
Waardedrukkende factor van bruikleenovereenkomst voor de heffing van erfbelasting Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum 13-12-2012 Nummer ECLI:NL:RBLEE:2012:BZ8250
Verdeling en ontslag hoofdelijke aansprakelijkheid Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 12-12-2012 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ6663
Verstrekking van volmacht is geen daad van zuivere aanvaarding Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 12-12-2012 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2012:BY7428
Opgraving van overledene in verband met gerechtelijke vaststelling vaderschap Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum 11-12-2012 Nummer ECLI:NL:GHLEE:2012:BZ0144
Bedrijfsoverdracht: gedeeltelijke kwijtschelding koopsom leidt niet tot uitstel van betaling omdat aanslag al was betaald Instantie Hoge Raad Datum 07-12-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BY5288
Bemiddelingsdiensten bij verkoop van art. 4-aandelen vrijgesteld van omzetbelasting Instantie Hoge Raad Datum 07-12-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BY5268
Geen verknochtheid bij een uitkering in geld? Instantie Hoge Raad Datum 07-12-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BY0957
Het verhuren van bungalows is een materiële onderneming in de zin van BOF SW Instantie Rechtbank Haarlem Datum 07-12-2012 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2012:BY9896
Verhuur kunstencentrum vormt één belaste prestatie voor Wet OB; uitzondering voor herziening geldt niet voor herrekening Instantie Hoge Raad Datum 07-12-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BU8847
Prorail/Rijswijk Wonen Instantie Hoge Raad Datum 06-12-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BX7474
Zaak met enkel tijdelijke hulpfunctie kan alsnog bestanddeel zijn o.g.v. verkeersopvattingen Instantie Hoge Raad Datum 06-12-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BX7474
Beroep op 15.1.e WBR mogelijk bij voornemen verkoop onroerend goed aan derde Instantie Hoge Raad Datum 30-11-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BX7895
Doorlevering van gedeelte bouwterrein waarop inmiddels waterberging is gerealiseerd moet belast met BTW geschieden Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 30-11-2012 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0975
Fusiefaciliteit vennootschapsbelasting geldt niet bij doorinbreng exclusief bedrijfspand Instantie Hoge Raad Datum 30-11-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BV7390
Geen gefaciliteerde bedrijfsfusie bij onmiddellijke doorinbreng Instantie Hoge Raad Datum 30-11-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BV7390
Hof verleent ambtshalve ontslag aan executeur Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 27-11-2012 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2012:CA1515
Toestemming art. 1:88 BW voor borgtocht Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum 27-11-2012 Nummer ECLI:NL:GHLEE:2012:BY4476
Inspecteur maakt niet aannemelijk dat met verkoop onroerende zaak behaalde winst moet worden aangemerkt als ROW Instantie Rechtbank Haarlem Datum 26-11-2012 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2012:BY9789
Lening met hoge rente behoort niet tot ondernemingsvermogen VOF; geen afboeking ten laste van belastbare winst Instantie Hoge Raad Datum 23-11-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BY3897
Voor bestuurdersaansprakelijkheid welke berust op een losstaande zorgvuldigheidsnorm gelden de regels van onrechtmatige daad Instantie Hoge Raad Datum 23-11-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BX5881
Boete verschuldigd door het niet woordelijk opnemen van kettingbeding in huurcontract Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 21-11-2012 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2012:BY7240
Hof Den Haag 20-11-2012, nr BK-11/00818 Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 20-11-2012 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0891
Verkoopconstructie aandelen met gecreëerde hoge vordering bestreden met fraus legis Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 20-11-2012 Nummer ECLI:NL:GHARN:2012:BY4676
Omvang van preferente schulden is aanleiding tot opheffing van de vereffening Instantie Rechtbank Breda Datum 16-11-2012 Nummer 730233-OV-12-4547
Gevolmachtigde was bevoegd wijzigingen in leveringsakte aan te brengen Instantie Rechtbank 's-Gravenhage Datum 14-11-2012 Nummer ECLI:NL:RBSGR:2012:BY3453
Belastingdienst mag bij herstel onjuiste factuur verlang dat BTW aan afnemer wordt vergoed indien zonder vergoeding de opsteller ongerechtvaardigd verrijkt Instantie Hoge Raad Datum 09-11-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BY2661
HR 09-11-2012, nr 11/03524, ECLI:NL:HR:2012:BU7276 Instantie Hoge Raad Datum 09-11-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BU7276
Opnemen banksaldo van pensioen-bv wordt aan gemerkt als afkoop pensioen Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum 09-11-2012 Nummer ECLI:NL:PHR:2012:BW4753
Vrijval herinvesteringsreserve doordat ondernemer voornemen had verloren Instantie Hoge Raad Datum 09-11-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BX6705
Hof stelt uniforme regels vast voor toepassing kostenvergoeding uurtarieven deskundigenbijstand in WOZ-zaken Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 08-11-2012 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2012:BY2756
Schuldsanering alleen indien schulden te goeder trouw zijn ontstaan Instantie Rechtbank Almelo Datum 08-11-2012 Nummer ECLI:NL:RBALM:2012:BY8376
Verplichte betaling servicekosten recreatiepark op grond van redelijkheid en billijkheid Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 06-11-2012 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2012:BY2904
Teruglevering in verhuurde staat leidt niet tot herstel in oude toestand Instantie Hoge Raad Datum 02-11-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BY1890
Frauderen en witwassen van gelden kunnen ook als werkzaamheden in strijd met openbare orde worden aangemerkt Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 01-11-2012 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2012:BY7450
BTW blijft buitenbeschouwing bij vaststelling vervangingswaarde universiteitscomplex Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 31-10-2012 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2012:BY8212
Erfgenaam van niet-handelende echtgenoot kan vernietigingsgrond van art. 1:89 BW inroepen Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 30-10-2012 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2012:BY9697
Hof: professionele verkoper is niet altijd gebonden aan mondelinge koopovereenkomst Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 30-10-2012 Nummer ECLI:NL:GHARN:2012:BZ6245
Geen onvoorziene omstandigheden; koper hoeft slechts 2% i.p.v. 6% van de koopsom te vergoeden Instantie Rechtbank Utrecht Datum 24-10-2012 Nummer ECLI:NL:RBUTR:2012:BY1498
Leidt beschikken over goederen tot zuivere aanvaarding? Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 24-10-2012 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ8233
Waardering van aandelen bij echtscheiding Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 23-10-2012 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2012:BY1759
Schone lei heeft geen betrekking op schulden uit nalatenschap die tijdens schuldsaneringsregeling openvalt Instantie Rechtbank Alkmaar Datum 22-10-2012 Nummer ECLI:NL:RBALK:2012:BY9686
Geen gemeenschap van goederen tussen samenwoners ontstaan door effectenrekening op beider naam Instantie Hoge Raad Datum 19-10-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BX5636
Vordering ex art. 1:95 BW op de gemeenschap en niet op de andere echtgenoot privé Instantie Hoge Raad Datum 19-10-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BX5576
Sloop van gebouwen in verband met vervanging heeft niet tot gevolg dat BTW moet worden herzien (TETS Haskovo AD) Instantie Hof van Justitie EU Datum 18-10-2012 Nummer ECLI:EU:C:2012:644
Bij de uitoefening van zijn bestuurstaak heeft de bestuurder een ruime beoordelingsmarge Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 17-10-2012 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2012:BY5935
Bij ontbreken statutaire en obligatoire verplichting tot betaling toetredingsbijdragen kan betaalde bijdrage worden teruggevorderd Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum 16-10-2012 Nummer ECLI:NL:GHLEE:2012:BY0522
Omzetbelasting valt niet onder kosten koper Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 16-10-2012 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2012:BY5607
Hypotheekhouder kan woning niet vervreemden op grond van zaakwaarneming bij ontbreken wil rechthebbenden Instantie Rechtbank Utrecht Datum 15-10-2012 Nummer ECLI:NL:RBUTR:2012:BY1887
Geen secundaire bestuurdersaansprakelijkheid uit art. 6:162 BW Instantie Rechtbank 's-Gravenhage Datum 11-10-2012 Nummer ECLI:NL:RBSGR:2012:BY1626
Uitleg van begrip 'benadeling' van art. 1:164 BW Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 10-10-2012 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ6259
Echtgenoten zijn beiden voor het geheel tot de gemeenschap van goederen gerechtigd Instantie Hoge Raad Datum 05-10-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BW9239
Invloed van clausule dat geen vergoeding is verschuldigd voor opstallen bij waardebepaling recht van erfpacht met een daaraan verbonden recht van opstal Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 04-10-2012 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2012:BY0940
Geen vergoedingsrecht tussen samenwoners op grond van stilzwijgende afspraken over verdeling van baten en lasten Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum 02-10-2012 Nummer ECLI:NL:GHLEE:2012:BX9167
Machtiging vrijwaart van aansprakelijkheid vanwege lichtvaardig aangaan van gerechtelijke procedure Instantie Hoge Raad Datum 28-09-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BX7464
Niet erkend in het buitenland gesloten huwelijk is non-existent Instantie Rechtbank 's-Gravenhage Datum 28-09-2012 Nummer ECLI:NL:RBSGR:2012:BX9403
Ondanks geringe kosten aankoop boekhoudprogramma door bewindvoerder toch aangemerkt als een beschikkingsdaad Instantie Hoge Raad Datum 28-09-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BX7462
HvJ EU 27-09-2012, nr C-392/11 Instantie Hof van Justitie EU Datum 27-09-2012 Nummer C-392/11
Geen vrijstelling van overdrachtsbelasting over de verkrijging van een natuurbegraafplaats Instantie Rechtbank Breda Datum 25-09-2012 Nummer ECLI:NL:RBBRE:2012:BY1479
Het fokken van paarden valt niet onder 'landbouw' Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum 25-09-2012 Nummer ECLI:NL:RBLEE:2012:BY1354
Splitsing kan niet worden vernietigd met een beroep op de faillissementspauliana Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 25-09-2012 Nummer ECLI:NL:GHARN:2012:BX8863
Begunstigde bij levensverzekering moet blijken uit schriftelijke mededeling aan verzekeraar Instantie Hoge Raad Datum 21-09-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BW6728
Het bestaan van een alimentatieverplichting rechtvaardigt niet zonder meer een verhoging Instantie Hoge Raad Datum 21-09-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BW9247
Termijn voor navordering erfbelasting start na vermindering aanslag mede-erfgenaam Instantie Hoge Raad Datum 14-09-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BX7158
Herroeping ontbindingsbesluit Instantie Rechtbank Dordrecht Datum 05-09-2012 Nummer ECLI:NL:RBDOR:2012:BY0082
Heffing overdrachtsbelasting maakt geen inbreuk op het eigendomsrecht Instantie Rechtbank Breda Datum 31-08-2012 Nummer ECLI:NL:RBBRE:2012:BX9479
Bij waardebepaling woning ten onrechte geen rekening gehouden met waardedrukkende verplichting tot aanbieding tegen lagere verkoopprijs Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 29-08-2012 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2012:BY0255
Opheffing last omdat ik-opa nu onder art. 10 SW valt Instantie Rechtbank Maastricht Datum 29-08-2012 Nummer ECLI:NL:RBMAA:2012:BX6252
Vereffening en omzetting van verbintenis in geldschuld Instantie Rechtbank Arnhem Datum 10-08-2012 Nummer ECLI:NL:RBARN:2012:BX5417
Vennootschappelijke werking aandeelhoudersovereenkomst (Vanka Kawat) Instantie Rechtbank 's-Gravenhage Datum 01-08-2012 Nummer ECLI:NL:RBSGR:2012:BX5922
Zaak X Instantie Hof van Justitie EU Datum 19-07-2012 Nummer C-334/10
Betekenis van algemene volmacht ten opzichte van een later ingetreden meerderjarigenbewind Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 18-07-2012 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2012:BX4175
Aanwezigheid van niet aanvaarde lasten leidt tot teruglevering van dienstwoning aan verkoper Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 17-07-2012 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2012:BY7686
Onderlinge draagplicht wordt bepaald door wie de schuld aangaat (Janssen q.q./JVS Beheer) Instantie Hoge Raad Datum 13-07-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BW4206
Bij koop woning tussen particulieren hoeft rechter niet minder terughoudend te zijn met matiging Instantie Hoge Raad Datum 13-07-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BW4986
Goedkeurend beleid voor monumentenvrijstelling geldt niet voor oude gevallen; belanghebbende niet-ontvankelijk Instantie Hoge Raad Datum 13-07-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BX1402
Hoge Raad roept op tot ontwikkelen beleid inzake uniforme vergoeding deskundigebijstand in WOZ-zaken Instantie Hoge Raad Datum 13-07-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BX0904
Heeft de notaris juist gehandeld? Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum 03-07-2012 Nummer ECLI:NL:GHLEE:2012:BX0389
Aflossing van hypotheekschuld vormt geen kosten van de huishouding Instantie Hoge Raad Datum 29-06-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BW9769
Gift niet aftrekbaar nu vermogensverschuiving niet aannemelijk is Instantie Hoge Raad Datum 29-06-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BW9737
Splitsbaar pand verplicht ondernemingsvermogen en verplicht privévermogen Instantie Hoge Raad Datum 29-06-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BV8959
Splitsing die slechts is gericht op alternatieve route voor feitelijke uitkoop van aandeelhouder zorgt voor strijd met doel en strekking Richtlijn Instantie Hoge Raad Datum 29-06-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BP6629
Subject: Huidige toestand in beginsel bepalend voor WOZ-waarde; toekomstige gebruiksmogelijkheden kunnen van invloed zijn Instantie Rechtbank Breda Datum 28-06-2012 Nummer ECLI:NL:RBBRE:2012:BX4346
Geen machtiging ex. art. 3:174 BW door ontbreken gewichtige reden Instantie Rechtbank Almelo Datum 27-06-2012 Nummer ECLI:NL:RBALM:2012:BX0441
Stichting die een wijkcentrum beheert, kwalificeert toch als ANBI Instantie Hoge Raad Datum 22-06-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BW9055
Naheffingsaanslag overdrachtsbelasting terecht vernietigd omdat geen sprake is van de verkrijging van een aanmerkelijk belang in een onroerende-zaaklichaam Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 21-06-2012 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2012:BW9474
Geen belaste verkijging art. 4-aandelen door spreidingsconstructie Instantie Hoge Raad Datum 15-06-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BV1922
Overig: Bij vaststellen WOZ-waarde moet rekening worden gehouden met het effect van de economische crisis op de huizenmarkt Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 15-06-2012 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2012:BX0117
Bewijsvermoeden beperkt zich tot hetgeen verrekend had moeten worden Instantie Hoge Raad Datum 08-06-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BV9605
Bij aansprakelijkheid invorderingsrente en -kosten rust stelplicht en bewijslast op ontvanger Instantie Hoge Raad Datum 08-06-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BW7714
Gedragingen en omstandigheden bij ongehuwde samenwoners kunnen leiden tot bestaan stilzwijgende afspraken Instantie Hoge Raad Datum 08-06-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BV9539
Recht op de cultuurgrondvrijstelling door duurzame organisatie van kapitaal en arbeid ten tijde van de verkrijging Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 08-06-2012 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2012:BW8455
Rechtbank staat afwijken van art. 21 lid 5 SW (tekst 2010) niet toe Instantie Rechtbank 's-Gravenhage Datum 06-06-2012 Nummer ECLI:NL:RBSGR:2012:BX2862
Gaat het bij het financieringsvoorbehoud om de formele afwijzing van financiering of om de materiele onmogelijkheid tot verkrijging van financiering? Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 05-06-2012 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2012:BW9794
Woning toegedeeld aan huurder/erfgenamen tegen waarde in bewoonde staat met sterfdatum erflater als peildatum Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 05-06-2012 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ0617
Belehrung bij verlijden van hypotheekakte Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 29-05-2012 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2012:BX9016
Of iemand belanghebbende is, kan worden afgeleid uit de aard van de procedure en de daarmee verband houdende wetsbepalingen Instantie Hoge Raad Datum 25-05-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BV9961
Aflossen op woningschuld met te verrekenen inkomsten beleggingsleer van toepassing Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 22-05-2012 Nummer ECLI:NL:GHARN:2012:BZ7308
Schulden voortgekomen uit strafrechtelijke veroordelingen en verknochtheid Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 16-05-2012 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2012:BY5017
Commissie vs. Estland Instantie Hof van Justitie EU Datum 10-05-2012 Nummer ECLI:EU:C:2012:282
Rectificatieakte moet juiste bepalingen bevatten ter voorkoming van heffing vennootschapsbelasting Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 08-05-2012 Nummer ECLI:NL:GHARN:2012:BW6254
Bestuurdersaansprakelijkheid uit onrechtmatige daad Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 01-05-2012 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2012:BW5200
Notaris moet uitzoeken of een overdracht is belast met omzetbelasting of overdrachtsbelasting Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 01-05-2012 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2012:BW6159
Subject: Herstelkosten fundering komen volledig in minder op WOZ-waarde Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 26-04-2012 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2012:BW4964
Vallen bij een echtscheiding lijfrentepolissen onder finaal verrekenbeding? Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 26-04-2012 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2012:BW6653
Voor een kwalitatief recht is geen kwalitatieveverplichting noodzakelijk Instantie Hoge Raad Datum 20-04-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BV5555
Herroeping ontbindingsbesluit niet mogelijk indien de rechtspersoon reeds is opgehouden te bestaan Instantie Rechtbank 's-Gravenhage Datum 19-04-2012 Nummer ECLI:NL:RBSGR:2012:BW5416
Boete vanwege tekortkoming in nakoming pachtovereenkomst Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 17-04-2012 Nummer ECLI:NL:GHARN:2012:BW3499
Ondanks feitelijke beëindiging terbeschikkingstelling geen einde omdat vermogensbestanddeel wordt aangehouden tot geschikt moment voor verkoop Instantie Hoge Raad Datum 13-04-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BP6667
De samenhang tussen inkomen, vermogen en de bevoegdheid tot het inroepen van het van het financieringsvoorbehoud Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 10-04-2012 Nummer ECLI:NL:GHARN:2012:BX2998
Wijziging van beleid is geen reden voor verschoonbare termijnoverschrijding Instantie Hoge Raad Datum 06-04-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BW0902
Beneficiaire aanvaarding leidt niet tot rechtsverwerking van beroep op legitieme portie Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 03-04-2012 Nummer ECLI:NL:GHARN:2012:BW4917
Bij echtscheiding gesloten overeenkomst was geen voortbouwende overeenkomst Instantie Hoge Raad Datum 30-03-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BV3103
Hoewel de schuld niet verknocht is, wordt deze op grond van zeer bijzondere omstandigheden toch buiten de verdeling gelaten Instantie Hoge Raad Datum 30-03-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BV1749
Wie worden begrepen onder 'belanghebbende'? Instantie Hoge Raad Datum 30-03-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BV1758
Volgens Hof kon ex-echtgenote alle hypotheekrente van haar inkomen aftrekken Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 29-03-2012 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2012:BW0614
Rechtbank heft last verbonden aan legaat van in 1924 overleden burgermeester op Instantie Rechtbank Zutphen Datum 27-03-2012 Nummer ECLI:NL:RBZUT:2012:BW0690
Geen algemene bevoegdheid ondernemingskamer tot ambtshalve treffen voorzieningen Instantie Hoge Raad Datum 23-03-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BV1056
Navordering mogelijk op grond van nieuw feit als erfgenaam die zich na ommekomst van driejaarstermijn meldt Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 20-03-2012 Nummer ECLI:NL:GHARN:2012:BW0453
Koop en verbouw supermarkt, daarna verhuur, sprake van ROW of sfeerovergang? Instantie Hoge Raad Datum 16-03-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BU4808
TBS-regeling ook van toepassing op geërfde hoofdgerechtigheid Instantie Hoge Raad Datum 16-03-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BV0278
Vervreemden is niet hetzelfde als overdragen Instantie Hoge Raad Datum 16-03-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BV1764
Een Marina is geen onroerende zaak Instantie Hoge Raad Datum 09-03-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BV8198
Een Marina is geen onroerende zaak Instantie Hoge Raad Datum 09-03-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BV8198
TBS vangt aan op het moment dat borgstelling wordt aangegaan Instantie Hoge Raad Datum 09-03-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BR6345
De notaris dient actief naar een oplossing van problemen te zoeken Instantie Rechtbank 's-Hertogenbosch Datum 07-03-2012 Nummer ECLI:NL:RBSHE:2012:BV7866
Geen vergoedingsrecht omdat onder uitsluitingsclausule geschonken bedrag consumptief is besteed Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 06-03-2012 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2012:BV9349
Vooruitbetalingen bij de bouw van een woning moeten in overeenstemming met de voortgang van de bouw Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 06-03-2012 Nummer ECLI:NL:GHARN:2012:BV8245
Aandeelhouders aansprakelijk voor overdracht aandelen aan koper zonder financiële gegoedheid Instantie Rechtbank Middelburg Datum 05-03-2012 Nummer ECLI:NL:RBMID:2012:BW4873
Levering van terrein met gedeeltelijk gesloopt gebouw kan kwalificeren als onbebouwde grond (Don Bosco) Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 02-03-2012 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2012:BV8564
Bij lange periode tussen koop en peildatum kan de koopsom niet als richtsnoer fungeren Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum 28-02-2012 Nummer ECLI:NL:GHLEE:2012:BV7423
Het laten verlopen van de termijn voor het financieringsvoorbehoud komt voor rekening van de koper Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum 28-02-2012 Nummer ECLI:NL:GHLEE:2012:BV7291
Architect treedt voor eigen rekening en risico op als zelfstandig projectontwikkelaar, winst is resultaat uit overige werkzaamheden Instantie Hoge Raad Datum 24-02-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BN3467
Herstel van bij landinrichting gemaakte fout ondanks gesloten stelsel Instantie Hoge Raad Datum 24-02-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BV0472
In parallel procedure Don Bosco kwalificeert onroerende zaak als een bouwterrein Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 24-02-2012 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2012:BW1141
Het inroepen van het financieringsvoorbehoud als geen einddatum is opgenomen in de koopakte Instantie Rechtbank 's-Hertogenbosch Datum 22-02-2012 Nummer ECLI:NL:RBSHE:2012:BV6862
Uitleg van testament: het legitimaire breukdeel moet conform het oude erfrecht worden berekend Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 22-02-2012 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2012:BV9571
Aan ANBI teruggeschonken vrijwilligersvergoeding aftrekbaar Instantie Rechtbank Arnhem Datum 21-02-2012 Nummer ECLI:NL:RBARN:2012:BV6037
Dat verzekeringsuitkering niet onder bewind viel wordt de notaris niet aangerekend Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 21-02-2012 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2012:BV6389
ANBI-status met terugwerkende kracht ingetrokken: geen werkzaamheden in het algemeen belang Instantie Hoge Raad Datum 17-02-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BV5451
Ook bij een recht van opstal is de eigenwoningregeling van toepassing Instantie Hoge Raad Datum 17-02-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BV0651
Het niet financieren van de vennootschap leidt niet tot aansprakelijkheid voor de bestuurder Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 14-02-2012 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2012:BW1995
Duur alimentatie beperkt omdat gerechtigde moet worden geacht op korte termijn te kunnen voorzien in eigen levensonderhoud Instantie Rechtbank Zutphen Datum 10-02-2012 Nummer ECLI:NL:RBZUT:2012:BX7015
Geen aftrek BTW bij fraus legis Instantie Hoge Raad Datum 10-02-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BK1057
Subject: Vaststelling WOZ-waarde bij in aanbouw zijnde opstal Instantie Hoge Raad Datum 10-02-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BV3140
Mededeling van opgebouwde pensioenaanspraken door pensioenfonds aan werknemer is in hun verhouding slechts administratieve handeling en geen rechtshandeling Instantie Hoge Raad Datum 03-02-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BT8462
Generieke omschrijving van te verpanden vorderingen kan onder omstandigheden tot geldige verpanding leiden Instantie Hoge Raad Datum 03-02-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BT6947
Meeste biedende koper serviceflat is een ander dan voor gewone appartementen; lagere WOZ-waarde Instantie Hoge Raad Datum 03-02-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BV2583
Samenhang tussen overeenkomsten met dezelfde wederpartijen Instantie Hoge Raad Datum 03-02-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BU4907
Verschillen in bouwkundig opzicht zorgen voor afwijkende WOZ-waarde serviceflat Instantie Hoge Raad Datum 03-02-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BV2579
Feit dat inspecteur niet wijst op lopende procedure leidt niet tot verschoonbare termijnoverschrijding (II) Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 02-02-2012 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2012:BV7382
Legaat van gebruik en bewoning doet huurcontract eindigen; waardering woning naar blote eigendom Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 31-01-2012 Nummer ECLI:NL:GHARN:2012:BV3567
Verkoper schendt zijn mededelingsplicht door bij vrijwillige veiling funderingsgebrek niet te melden Instantie Rechtbank Haarlem Datum 27-01-2012 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2012:BV3157
Bestuurdersaansprakelijkheid jegens de crediteuren van een vervreemde vennootschap Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 25-01-2012 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2012:BV6199
Geen recht op van koper schadevergoeding jegens kredietgever bij samenhangende overeenkomsten Instantie Hoge Raad Datum 20-01-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BU3162
Art. 10 SW niet van toepassing op ik-opa-vordering kleinkinderen op echtgenoot/niet-partij  Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum 20-01-2012 Nummer ECLI:NL:PHR:2012:BU5651
Bij oplegging naheffingsaanslag kan te laag in rekening gebrachte heffingsrente met nadere beschikking worden gecorrigeerd Instantie Hoge Raad Datum 20-01-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BR4790
Gelet op de nauwe feitelijk-economische samenhang leidt ontbinding van de huurkoopovereenkomst ook tot ontbinding van de financieringsovereenkomst Instantie Hoge Raad Datum 20-01-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BU3162
Samenhang tussen overeenkomsten met twee gelieerde partijen Instantie Hoge Raad Datum 20-01-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BU3162
Bij geschil partijen over waardering eenmanszaak moet in beginsel worden uitgegaan van de economische waarde van de onderneming Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 18-01-2012 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2012:BY0223
Gebondenheid verenigingslid aan door vereniging met derde gesloten overeenkomst Instantie Hoge Raad Datum 13-01-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BU1987
Hoge Raad bevestigt dubbele toets ANBI; woningbouwcorporatie kwalificeert als ANBI Instantie Hoge Raad Datum 13-01-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BQ0525
Bezoldiging bestuurders dient te geschieden door in de wet en statuten aangewezen organen (Imeko) Instantie Hoge Raad Datum 06-01-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BU6509
Eén aanslag erfbelasting opgelegd aan beide partners gezamenlijk volstaat niet Instantie Rechtbank Arnhem Datum 05-01-2012 Nummer ECLI:NL:RBARN:2012:BV0073
Mededeling betalingsonmacht kan slechts als geen sprake is van opzet of grove schuld Instantie Hoge Raad Datum 23-12-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BR7038
Onjuiste etikettering als ondernemingsvermogen hersteld met foutenleer Instantie Hoge Raad Datum 23-12-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BR6326
Hoewel de samenleving al geruime tijd was verbroken en de erflater zijn vrouw had onterfd, heeft de vrouw toch nog recht op een verzorgingsvruchtgebruik Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 20-12-2011 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2011:BV0739
Verpande goederen konden onderhands executoriaal worden verkocht op grond van een vòòr faillissement gesloten overeenkomst tussen gefailleerde pandgever en pandhouder Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 20-12-2011 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2011:BU8981
Hoge Raad vult begrip ?soortaandelen? nader in Instantie Hoge Raad Datum 16-12-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BN7252
Executoriale kracht van grosse notariële akte Instantie Rechtbank Arnhem Datum 15-12-2011 Nummer ECLI:NL:RBARN:2011:BV2331
Een particuliere verkoper mag zich ook beroepen op het schriftelijkheidsvereiste van art. 7:2 lid 1 BW Instantie Hoge Raad Datum 09-12-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BU7412
Geen heffingvrij vermogen voor buitenlandse belastingplichtige die niet opteert voor binnenlandse belastingplichtige (I) Instantie Hoge Raad Datum 09-12-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BR7049
Geen heffingvrij vermogen voor buitenlandse belastingplichtige die niet opteert voor binnenlandse belastingplichtige (II) Instantie Hoge Raad Datum 09-12-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BT1514
HR 09-12-2011, nr. 11/02099, ECLI:NL:HR:2011:BU6998 Instantie Hoge Raad Datum 09-12-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BU6998
Pas bij overlijden opeisbare schuldigerkenning uit vrijgevigheid vervalt door overlijden Instantie Hoge Raad Datum 09-12-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BU7268
Stichting behartiging belangen eigenaren rijksmonumenten verliest procedure Instantie Rechtbank Den Haag Datum 07-12-2011 Nummer 386303 - HA ZA 11-329
De alles bepalende moedermaatschappij is aansprakelijk voor de schulden van de dochter Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum 06-12-2011 Nummer ECLI:NL:GHLEE:2011:BU7109
Verdeling echtelijke woning Instantie Rechtbank Haarlem Datum 06-12-2011 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2011:BU8687
Feit dat inspecteur niet wijst op lopende procedure leidt niet tot verschoonbare termijnoverschrijding (I) Instantie Hoge Raad Datum 02-12-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BU6223
Onbekendheid omvang vordering op grond van finaal verrekenbeding doet niet af aan opeisbaarheid op grond van art. 6:38 BW Instantie Hoge Raad Datum 02-12-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BU6591
Partij in verzuim bij nakoming finaal verrekenbeding vanaf het ontstaan en opeisbaar worden van de vordering Instantie Hoge Raad Datum 02-12-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BU6591
Geen gerechtvaardigd vertrouwen dat aan notaris toereikende volmacht was verleend Instantie Hoge Raad Datum 02-12-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BT7490
Bij beoordeling ANBI-status dienen toekomstige werkzaamheden mee te worden gewogen Instantie Hoge Raad Datum 25-11-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BQ6141
Hoge Raad geeft duidelijkheid inzake het begrip onzakelijke lening Instantie Hoge Raad Datum 25-11-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BN3442
Informele kapitaalstorting is bijvoorbeeld het in de winstsfeer niet aftrekbare bedrag vanwege afwaardering van een onzakelijke lening Instantie Hoge Raad Datum 25-11-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BR4807
Keuze voor binnenlandse belastingplicht niet noodzakelijk voor aftrek hypotheekrente voor buitenlandse woning Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 25-11-2011 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2011:BV7552
Kwijtschelding op onzakelijke lening kan niet ten laste van tbs-resultaat worden gebracht Instantie Hoge Raad Datum 25-11-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BP8952
Geen BOF bij verdeling nalatenschap vòòr opleggen aanslag, maar buiten tweejaarstermijn Instantie Rechtbank Breda Datum 23-11-2011 Nummer ECLI:NL:RBBRE:2011:BV1094
Subject: Aanmerking als rijksmonument heeft waardedrukkend effect volgens Hof Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 23-11-2011 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2011:BV2794
Beding tot uitsluiting van pensioenverevening wordt op grond van de redelijkheid en billijkheid vernietigd Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 22-11-2011 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2011:BU5775
Kantonrechter bepaalt aan de hand van feiten en omstandigheden wie woning mag blijven bewonen Instantie Rechtbank Breda Datum 22-11-2011 Nummer ECLI:NL:RBBRE:2011:BU6166
Hoofdgerechtigheid bij indirecte AB-houder, vruchtgebruik bij vennootschap; is t.b.s. Instantie Hoge Raad Datum 18-11-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BP5648
Geen sprake van aftrekbare periodieke gift bij achteraf opgestelde notariële akte Instantie Rechtbank Arnhem Datum 17-11-2011 Nummer ECLI:NL:RBARN:2011:BU4789
Woningen moeten nagenoeg identiek zijn voor toepassing gelijkheidsbeginsel Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 17-11-2011 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2011:BV7132
Box 3-heffing vormt geen inbreuk op art. 1 Eerste Protocol bij het EVRM Instantie Hoge Raad Datum 28-10-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BR0664
Keuzeregeling art. 2.5 Wet IB 2001 niet in strijd met IVBPR en EVRM Instantie Hoge Raad Datum 28-10-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BR4537
Flexibel in te delen kantoorpand is één onroerende zaak; één moment van eerste ingebruikname Instantie Hoge Raad Datum 21-10-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BT8766
Hypotheekgever kan rechtsgeldig een ontruimingsvordering instellen, nu dit valt onder het beheersbeding van art. 3:267 BW Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum 18-10-2011 Nummer ECLI:NL:GHLEE:2011:BT8651
Vaststellingsovereenkomst en verkrijgende verjaring Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 18-10-2011 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2011:BU8839
Obligatoire verplichting tot vestiging van recht van gebruik en bewoning heeft geen waardedrukkend effect Instantie Hoge Raad Datum 14-10-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BT7561
Aftrek erfpachtcanons niet toegestaan op grond van fraus legis Instantie Rechtbank Haarlem Datum 12-10-2011 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2011:BV3499
Bewindvoerder dient zekerheden te stellen bij het uitlenen van onder bewind gesteld vermogen Instantie Rechtbank Haarlem Datum 11-10-2011 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2011:BU9674
Geen vermindering ex art. 13 lid 1 WBR omdat geen economische eigendomsverkrijging heeft plaatsgevonden binnen zes maanden na vorige verkrijging Instantie Hoge Raad Datum 07-10-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BT6709
Heffing overdrachtsbelasting bij onroerendezaaklichamen door verbonden personen/lichamen niet in strijd met discriminatieverbod Instantie Hoge Raad Datum 07-10-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BT6737
Situatie onaanvaardbaar voor rechtsgevoel om erfgenaam te zijn Instantie Rechtbank Middelburg Datum 05-10-2011 Nummer ECLI:NL:RBMID:2011:BU6593
Stichting kwalificeert als ANBI bij verkrijging hoofdgerechtigdheid vermogen Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 04-10-2011 Nummer ECLI:NL:GHARN:2011:BT7632
HR 30-09-2011, nr 10/02171 Instantie Hoge Raad Datum 30-09-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BP3080
Belehrung dient door notaris of waarnemer zelf te gebeuren Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 20-09-2011 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2011:BT2343
Juridische factoren: Eigendom van beheerderswoning bij VvE; lidmaatschapsrecht drukt WOZ-waarde Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 20-09-2011 Nummer ECLI:NL:GHARN:2011:BT6224
Heffingsmaatstaf WBR voor grond waarop naar verwachting mag worden gebouwd Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 16-09-2011 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2011:BU6735
Hof van Justitie geeft handvatten voor de beoordeling of bij de verkoop van percelen wordt opgetreden als belastingplichtige voor de omzetbelasting (Słaby en Kuć) Instantie Hof van Justitie EU Datum 15-09-2011 Nummer ECLI:EU:C:2011:589
Handel in opties was geen resultaat uit overige werkzaamheden Instantie Hoge Raad Datum 09-09-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BQ2071
Verkrijgende verjaring door inbezitneming met toestemming verkoper Instantie Hoge Raad Datum 09-09-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BQ5989
Verkrijgende verjaring door inbezitneming met toestemming verkoper Instantie Hoge Raad Datum 09-09-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BQ5989
Maatschap kan ontstaan door gedrag, zonder dat daaraan een overeenkomst ten grondslag ligt Instantie Hoge Raad Datum 02-09-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BQ3876
Verhuur deel eigen woning ondernemerschap BTW Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 02-09-2011 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2011:BU2919
Juridische factoren: Splitsingsverbod geen waardedrukkende factor bij waardering bovenwoning Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 01-09-2011 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2011:BR6798
Notaris aansprakelijk voor schade ontstaan door niet aan de orde stellen van herziening van omzetbelasting Instantie Rechtbank Roermond Datum 31-08-2011 Nummer ECLI:NL:RBROE:2011:BT1984
Samenloop vrijstellingen voor overdrachtsbelasting en schenkingsrecht Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 30-08-2011 Nummer ECLI:NL:GHARN:2011:BS1137
Notaris niet aansprakelijk ondanks passeren hypotheekakte tijdens faillissement hypotheekgever Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum 24-08-2011 Nummer ECLI:NL:RBLEE:2011:BR5872
Geen horizontale natrekking Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 23-08-2011 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2011:BR6841
Herroeping van een ontbindingsbesluit moet door de rechter kunnen worden getoetst Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 23-08-2011 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2011:BS1144
Nieuwe bestuurder had moeten onderzoeken of was voldaan aan stortingsplicht Instantie Rechtbank 's-Gravenhage Datum 17-08-2011 Nummer ECLI:NL:RBSGR:2011:BU3302
Voor de vraag of bij ontbinding van de rechtspersoon nog baten aanwezig zijn, gaat het om goederen, ongeacht of deze een positieve waarde hebben Instantie Rechtbank Groningen Datum 05-08-2011 Nummer ECLI:NL:RBGRO:2011:BR4855
Nietige overeenkomst geconverteerd in geldige overeenkomst ter zake des doods Instantie Rechtbank Haarlem Datum 03-08-2011 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2011:BR4089
Verblijvingsbeding drukt waarde maatschapsaandeel van erflaatster Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 28-07-2011 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2011:BR6269
Ontbinding BV leidt tot belaste uitkering stamrecht Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 26-07-2011 Nummer ECLI:NL:GHARN:2011:BR4571
Rechtbank honoreert beroep op vervalbeding Instantie Rechtbank Breda Datum 20-07-2011 Nummer ECLI:NL:RBBRE:2011:BR2529
Geen toestemming cliënt nodig voor alsnog doen van aangifte overdrachtsbelasting Instantie Rechtbank Zutphen Datum 13-07-2011 Nummer ECLI:NL:RBZUT:2011:BR1507
Uitleg testament wegens ontbinding van een stichting Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 12-07-2011 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2011:BR2391
Geen aftrek rentelasten voor voormalig echtelijke woning omdat deze niet drukken op woningverlater Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 07-07-2011 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2011:BR4677
De reikwijdte van het begrip 'kosten van lijkbezorging' Instantie Rechtbank Utrecht Datum 29-06-2011 Nummer ECLI:NL:RBUTR:2011:BR3498
Erfgename heeft recht op uitbetaling van niet-genoten vakantiedagen van werknemer na overlijden werknemer Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum 29-06-2011 Nummer ECLI:NL:RBLEE:2011:BR0011
Don Bosco uitspraak geen grond voor herziening eerder arrest Instantie Hoge Raad Datum 24-06-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BM9272
Lagere waarde onderbedelingsvordering niet aangetoond; waarde in economische verkeer in aanmerking genomen Instantie Rechtbank 's-Gravenhage Datum 22-06-2011 Nummer ECLI:NL:RBSGR:2011:BR1053
Het aangaan van een maatschap tussen vader en zoon is geen schenking Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum 21-06-2011 Nummer ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ9021
Keuzetestament bevatte geen onbevoegde wilsdelegatie Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 21-06-2011 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2011:BR1599
Grondige interne verbouwing en subtiele externe wijzigingen leiden niet tot in wezen nieuwbouw Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum 15-06-2011 Nummer ECLI:NL:RBLEE:2011:BS1753
Bij beoordeling van beroep op art. 6:23 BW moeten alle omstandigheden die van belang zijn in aanmerking worden genomen Instantie Hoge Raad Datum 10-06-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BP6163
Ook in belastinggeschillen kan een vergoeding van immateriële schade bij overschrijding van de redelijke termijn worden toegekend Instantie Hoge Raad Datum 10-06-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BO5046
Verkrijging aandelen in onroerendezaaklichaam valt ook onder art. 15.1.a WBR Instantie Hoge Raad Datum 10-06-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BQ7580
Vervuiling: Aanwezigheid van asbest verlaagd WOZ-waarde Instantie Hoge Raad Datum 10-06-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BQ7597
Rb Arnhem 01-06-2011, nr 204312 Instantie Rechtbank Arnhem Datum 01-06-2011 Nummer ECLI:NL:RBARN:2011:BQ8538
Schrijffout of clerical error ex art. 45 lid 2 WNA in hypotheekakte Instantie Rechtbank Zwolle-Lelystad Datum 01-06-2011 Nummer ECLI:NL:RBZLY:2011:BR2794
Bij voortzetten bedrijf moet latente belastingclaim worden gewaardeerd naar contante waarde (niet naar het nominale belastingtarief) Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 31-05-2011 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2011:BQ7332
Partnerschapsvoorwaarden gelden als huwelijkse voorwaarden Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum 31-05-2011 Nummer ECLI:NL:GHLEE:2011:BQ7318
Hof Den Haag 25-05-2011, nr 200.069.292 Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 25-05-2011 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2011:BR0783
Verkoper aandelen aansprakelijk omdat hij geen onderzoek heeft gedaan naar koper van aandelen Instantie Rechtbank Utrecht Datum 25-05-2011 Nummer ECLI:NL:RBUTR:2011:BQ7136
Notaris mocht tweede hypotheekakte niet zonder verlof van eerste hypotheekhouder verlijden Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 24-05-2011 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2011:BV2685
Rb Alkmaar 19-05-2011, nr. 10/2600 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum 19-05-2011 Nummer ECLI:NL:RBALK:2011:BQ8002
Onderhanden werk moet in aanmerking worden genomen voor beoordeling of aan beziteis wordt voldaan Instantie Rechtbank Haarlem Datum 18-05-2011 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2011:BQ8220
Rente op oude onderbedelingsvordering belast als inkomen uit werk en woning Instantie Hoge Raad Datum 13-05-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BP8932
Omgevingsfactoren: Waardedrukkend effect van windmolens is afhankelijk van afstand en grootte Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 12-05-2011 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2011:BQ4864
Ontvanger/Eijking q.q. Instantie Hoge Raad Datum 29-04-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BP4948
Bevoegdheid om bij einde bewind rekening en verantwoording te vragen gaat niet van rechtswege over op erfgenamen Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 26-04-2011 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2011:BR4751
Niet meer bestaande rechtspersoon niet-ontvankelijk in bezwaar tegen belastingaanslag Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 22-04-2011 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2011:BQ9911
Betalen voorzieningen op bungalowpark ondanks ontbreken verplicht lidmaatschap Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 19-04-2011 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2011:BQ2225
Geen vrijgevigheid bij onvoldoende liquiditeit en geen giftenaftrek bij op voorhand afzien van vrijwilligersvergoeding Instantie Rechtbank Arnhem Datum 19-04-2011 Nummer ECLI:NL:RBARN:2011:BQ4394
Door voortzetten onderneming met mede-ondernemers buiten de familiekring geen vrijstelling Instantie Hoge Raad Datum 15-04-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BQ1239
Keuze ondernemings- of privevermogen btw kan nog worden gemaakt bij aangifte over tijdvak waarin goed in gebruik wordt genomen Instantie Hoge Raad Datum 15-04-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BQ1213
Schilderen buitenwerk is geen verbouwing die aanleiding geeft voor afwijken van waardepeildatum Instantie Rechtbank Breda Datum 13-04-2011 Nummer ECLI:NL:RBBRE:2011:BQ5191
Certificering leidt niet tot einde fiscale eenheid Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 07-04-2011 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2011:BQ3394
Schröder Instantie Hof van Justitie EU Datum 31-03-2011 Nummer C-450/09
Verpachter kan niet iedere toedeling buiten bedoelde kring van art. 7:363 BW blokkeren Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 29-03-2011 Nummer ECLI:NL:GHARN:2011:BQ1789
Juiste waardepeildatum van waarderingsrapport van meer belang dan opname referente huurwaarden in waarderingsrapport Instantie Rechtbank Arnhem Datum 29-03-2011 Nummer ECLI:NL:RBARN:2011:BP9471
Kwalificatie zeewaardig jacht als woonschip; eigenwoningregeling van toepassing Instantie Hoge Raad Datum 25-03-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BO8467
Overdracht van verhuurd sportcomplex is een overgang van algemeenheid van goederen Instantie Rechtbank Arnhem Datum 24-03-2011 Nummer ECLI:NL:RBARN:2011:BP8977
Aansprakelijkheid ex art. 2:11 BW geldt ook voor naar buitenlands recht opgerichte vennootschap (I) Instantie Hoge Raad Datum 18-03-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BP1408
Te waarderen perceel en referentie percelen dienen vergelijkbaar te zijn Instantie Hoge Raad Datum 18-03-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BP7975
Geen vergoeding tot som ineens omdat geen ongebruikelijke werkzaamheden zijn verricht Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 16-03-2011 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2011:BP8941
Volledige juridische eigendom vereist voor aftrek uitgaven voor monumentenpanden Instantie Rechtbank Breda Datum 16-03-2011 Nummer ECLI:NL:RBBRE:2011:BQ0208
HvJ EU 10-03-2011, nr C-540/09 Instantie Hof van Justitie EU Datum 10-03-2011 Nummer C-540/09
Verplichting tot schadevergoeding wegens fraude geen negatief loon Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 10-03-2011 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2011:BP8560
Herroeping ontbindingsbesluit door curator na twijfel over behoorlijke besluitvorming Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 08-03-2011 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2011:BP7426
Terrein voor heffing omzetbelasting splitsbaar in oude onroerende zaak en bouwterrein Instantie Rechtbank Haarlem Datum 08-03-2011 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2011:BQ1297
Landbouwvrijstelling art. 15.1.q WBR (oud) geldt niet voor handelaar in onroerende zaken Instantie Hoge Raad Datum 04-03-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BP6283
Penningmeester blijft aansprakelijk na de verleende decharge wegen hem te verwijten handelen Instantie Rechtbank Arnhem Datum 02-03-2011 Nummer ECLI:NL:RBARN:2011:BP6937
Geld lenen van eigen BV en beleggen in privé: niet belast in box 1 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum 25-02-2011 Nummer ECLI:NL:PHR:2011:BN9759
Uitkering uit stamrecht-BV belast, omdat lening niet waarschijnlijk is Instantie Hoge Raad Datum 25-02-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BP5756
Verleggingsregeling BTW geldt ook bij oneigenlijke lossing Instantie Hoge Raad Datum 25-02-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BO7109
Waardering onroerende zaken ? niet woningen in box 3 naar WEV Instantie Hoge Raad Datum 25-02-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BP5738
Garageboxen gelegen op 15 en 45 meter maken als aanhorigheid onderdeel uit van de eigen woning Instantie Rechtbank Arnhem Datum 24-02-2011 Nummer ECLI:NL:RBARN:2011:BP5624
Geestelijke problemen een grond voor nietigverklaring huwelijk Instantie Rechtbank 's-Gravenhage Datum 21-02-2011 Nummer ECLI:NL:RBSGR:2011:BP7696
Maatstaf uitleg uiterste wilsbeschikking Instantie Hoge Raad Datum 18-02-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BO9581
Inbreng buitenvennootschappelijk ondernemingsvermogen niet vereist Instantie Rechtbank Arnhem Datum 17-02-2011 Nummer ECLI:NL:RBARN:2011:BP5078
Gezichtspunten bij de vraag of sprake is van bedrijfsmatige exploitatie ten behoeve van de landbouw Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 15-02-2011 Nummer ECLI:NL:GHARN:2011:BP6580
Geen interne reorganisatievrijstelling bij verkrijging van certificaten in een onroerendzaak-lichaam door stichting particulier fonds Instantie Hoge Raad Datum 11-02-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BN6293
Geen misbruik als Vpb fusiefaciliteit wordt gebruikt om overdrachtsbelasting te ontgaan Instantie Hoge Raad Datum 11-02-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BN8066
Vermindering bij gedeeltelijke doorlevering van gedeelte van onroerende zaak waaraan verschillende waarden worden toegekend Instantie Hoge Raad Datum 11-02-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BP3893
Verplichting tot betalen kinderalimentatie vormt box 3 schuld Instantie Hoge Raad Datum 11-02-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BO0403
Integrale proceskostenvergoeding op grond van bijzondere omstandigheden Instantie Hoge Raad Datum 04-02-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BP2975
Voor toepassing van vergelijkingsmethode dienen panden vergelijkbaar te zijn Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum 01-02-2011 Nummer ECLI:NL:GHLEE:2011:BP2744
Beroep op art. 2:180 lid 2 sub a BW naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar, bestuurders niet aansprakelijk Instantie Hoge Raad Datum 28-01-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BO7122
Optas Instantie Hoge Raad Datum 21-01-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BN8852
Uitkering uit hoofde van meerwaardeclausule geen schenking Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 20-01-2011 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2011:BQ2845
Onjuist tijdstip in akte met veilingvoorwaarden geen kennelijke schrijffout of misslag Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 19-01-2011 Nummer ECLI:NL:RBROT:2011:BP7227
Contante waarde alimentatieverplichtingen aftrekbaar in box III Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 11-01-2011 Nummer ECLI:NL:GHARN:2011:BP1623
Weigering grensoverschrijdende fiscale eenheid niet in strijd met Europees recht Instantie Hoge Raad Datum 07-01-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BN0900
Woonark is bestemd om te drijven, zodat deze moet worden aangemerkt als schip en dus roerende zaak Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 30-12-2010 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2010:BQ0443
Woonark is bestemd om te drijven, zodat deze moet worden aangemerkt als schip en dus roerende zaak Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 30-12-2010 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2010:BQ0443
Art. 13-aftrek is WEV die het appartementsrecht bij de vorige verkrijging zou hebben gehad als splitsing toen al had plaatsgevonden Instantie Rechtbank Haarlem Datum 29-12-2010 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2010:BP0800
Twee boetebedingen uit NVM-modelkoopakte zijn niet naast elkaar verschuldigd (I) Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 28-12-2010 Nummer ECLI:NL:GHARN:2010:BO9000
Havenkranen onroerend ondanks beweegbaarheid Instantie Hoge Raad Datum 24-12-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BO3644
Havenkranen onroerend ondanks beweegbaarheid Instantie Hoge Raad Datum 24-12-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BO3644
Uitponding appartementengebouw geen ROW want geen bijzondere kennis of meer dan normaal actief vermogensbeheer Instantie Hoge Raad Datum 24-12-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BM9252
Mercredi-arrest: uitleg van het begrip ?gewone verblijfplaats? Instantie Hof van Justitie EU Datum 22-12-2010 Nummer ECLI:EU:C:2010:829
Weald Leasing Ltd Instantie Hof van Justitie EU Datum 22-12-2010 Nummer C-103/09
Vergelijking met één transactie is onjuiste toepassing vergelijkingsmethode Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 21-12-2010 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2010:BP3139
Artikel 3:194 lid 2 BW is van toepassing op de wettelijke verdeling Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 15-12-2010 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2010:BP5496
Kosten woning en gebruiksvergoeding na einde samenleving Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 14-12-2010 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2010:CA2975
HR 10-12-2010, nr 09/05017 Instantie Hoge Raad Datum 10-12-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BO6786
Lijden aan het leven is geen ziekte is in de zin van art. 7:178 BW Instantie Hoge Raad Datum 10-12-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BN8534
Rechter dient uitvoerbaarbijvoorraadverklaring te motiveren Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 07-12-2010 Nummer ECLI:NL:GHARN:2010:BQ1426
Rechtshandeling in de zin van art. 42 Fw moet onverplicht verricht zijn Instantie Hoge Raad Datum 03-12-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BN9366
Bestemming tot gebruik als eigen woning binnen de tweejaarstermijn niet aannemelijk gemaakt Instantie Hoge Raad Datum 26-11-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BO5028
Rechter geeft criteria voor aanvangstijdstip ter beschikking stellen Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 23-11-2010 Nummer ECLI:NL:GHARN:2010:BO6749
Begrip vervaardigen met betrekking tot onroerende zaken nader ingevuld Instantie Hoge Raad Datum 19-11-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BM6681
Niet-afgeloste leningen worden niet in de verrekening betrokken Instantie Hoge Raad Datum 19-11-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BN8027
Skare meat packers k/s tegen Flexmen projecten B.V. Instantie Hoge Raad Datum 19-11-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BN7886
Uitleg voorwaarde legaat Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 02-11-2010 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2010:BO5059
Art. 13 WBR als opvolgende verkrijging plaatsvindt op grond van Groninger akte Instantie Hoge Raad Datum 29-10-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BO1992
Het enkel voorhanden hebben van een voorwerp afkomstig uit misdrijf dat niet bijdraagt aan verbergen van de criminele herkomst is geen witwassen Instantie Hoge Raad Datum 26-10-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BM4440
Bedrijfsopvolgingsfaciliteiten SW (oud) niet van toepassing als holding preferente aandelen houdt in werk-BV Instantie Hoge Raad Datum 22-10-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BO1441
Fierensmarge volgens Hoge Raad in strijd met Europees recht Instantie Hoge Raad Datum 22-10-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BL1943
Vrijstelling ruilverkaveling ook van toepassing op kavelruil bij overeenkomst Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 22-10-2010 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2010:BO6870
Verrekening ab-belastingkorting met box 1-belasting vóór aftrek heffingskorting Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 21-10-2010 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2010:BO1942
Uitwinning van in beslag genomen vordering tot levering van een onroerende zaak moet geschieden volgens de regels van uitwinning van een onroerende zaak Instantie Rechtbank Alkmaar Datum 21-10-2010 Nummer ECLI:NL:RBALK:2010:BO1341
Geen reparatiehuwelijk (art. 1:166 BW) nu partijen beiden na ontbinding van hun huwelijk met een ander gehuwd zijn geweest Instantie Rechtbank 's-Hertogenbosch Datum 19-10-2010 Nummer ECLI:NL:RBSHE:2010:BP1092
Vereniging heeft vordering op bungaloweigenaar op grond van ongerechtvaardigde verrijking Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 19-10-2010 Nummer ECLI:NL:GHARN:2010:BQ2281
HR 15-10-2010, nr 09/00907 Instantie Hoge Raad Datum 15-10-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BM8179
Stiefvader kon waarde bloot eigendom van gelegateerde woning inbrengen Instantie Hoge Raad Datum 15-10-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BN6124
Terbeschikkingstelling pand binnen familieverband door geheel van omstandigheden maatschappelijk ongebruikelijk Instantie Hoge Raad Datum 15-10-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BL3577
Wetswijziging aanverwantschap kwam voor quasi-stiefkleinkind te laat Instantie Hoge Raad Datum 15-10-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BO0407
Art. 7:3 lid 3 BW kent een limitatieve opsomming Instantie Hoge Raad Datum 08-10-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BN1252
Certificaathouder valt onder art. 1:88 lid 5 BW Instantie Hoge Raad Datum 08-10-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BN1402
Een enkele erfgenaam kan door andere erfgenamen ingesteld beroep niet intrekken Instantie Rechtbank Breda Datum 04-10-2010 Nummer ECLI:NL:RBBRE:2010:BN9811
Som ineens voor minderjarige zwakt de positie van langstlevende bij wettelijke verdeling af Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 30-09-2010 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2010:BO8410
Overdracht tegen agrarische waarde aangemerkt als schenking bij vervreemding na 1,5 jaar Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 28-09-2010 Nummer ECLI:NL:GHARN:2010:BO0520
Landinrichtingswet voorziet in een gesloten stelsel van vergoedingen Instantie Hoge Raad Datum 24-09-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BM9600
Wachttijdregeling geldt alleen voor opzegging gedaan tegen termijn waarvoor huurovereenkomst aanvankelijk is aangegaan Instantie Hoge Raad Datum 24-09-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BM9758
Certificering aandelen na reorganisatie leidt niet tot intrekking vrijstelling Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum 17-09-2010 Nummer ECLI:NL:PHR:2010:BL5558
Vaststellingsovereenkomst voor inkomstenbelasting niet bruikbaar voor bepalen omvang nalatenschap Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 14-09-2010 Nummer ECLI:NL:GHARN:2010:BO0512
Juridische factoren: Voorkeursrecht van een Gemeente heeft geen waardedrukkend effect op de WOZ-waarde Instantie Hoge Raad Datum 10-09-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BN6300
Niet-handelende echtgenoot niet mede-debiteur van gemeenschapsschuld Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 02-09-2010 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2010:BN6205
Deelgenoot verbeurt zijn aandeel in gemeenschappelijk goed door verzwijging Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 31-08-2010 Nummer ECLI:NL:GHARN:2010:BN9598
Bij een gezamenlijke polis kan de begunstiging niet door een van de verzekeringnemers alleen worden gewijzigd Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 24-08-2010 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2010:BX2691
Aandeel van een appartementseigenaar in het eigen vermogen van Vereniging van Eigenaren behoort tot de rendementsgrondslag in box 3 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum 13-08-2010 Nummer ECLI:NL:PHR:2010:BL7268
Met koersdaling van aandelen na overlijden wordt voor waardering geen rekening gehouden Instantie Hoge Raad Datum 13-08-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BN3912
Art. 2:207c BW moet restrictief worden uitgelegd Instantie Rechtbank 's-Hertogenbosch Datum 11-08-2010 Nummer ECLI:NL:RBSHE:2010:BN4860
Hof Den Haag 21-07-2010, nr BK-09-00845 Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 21-07-2010 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2010:BN2677
Rb Zutphen 21-07-2010, nr. 109265 / HA ZA 09-1582 Instantie Rechtbank Zutphen Datum 21-07-2010 Nummer ECLI:NL:RBZUT:2010:BQ0424
HR 09-07-2010, nr 08/03509 Instantie Hoge Raad Datum 09-07-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BM2314
TBS-regeling maakt geen onderscheid tussen tijdelijke en niet-tijdelijke genotsrechten Instantie Hoge Raad Datum 09-07-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BL7276
Uitvoeren keuzelegaat tegen inbreng kwalificeert niet als verdeling boedel in de zin van art. AK lid 4 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum 09-07-2010 Nummer ECLI:NL:PHR:2010:BL7283
Uitvoering pensioenvoorziening is geen ondernemingsactiviteit: bedrijfsopvolgingsfaciliteit niet van toepassing Instantie Hoge Raad Datum 09-07-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BL0193
Afsluitbaarheid en eigen toilet- en watervoorziening vereist voor zelfstandigheid object Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 08-07-2010 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2010:BN4106
Hof Amsterdam 01-07-2010, nr 08/00997 en 08/00998 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 01-07-2010 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2010:BN4104
De Rouw/Dingemans q.q. Instantie Hoge Raad Datum 25-06-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BM2332
Overeengekomen rente wordt toch gevolgd voor heffing successierecht ondanks ontbreken tenzij-clausule Instantie Hoge Raad Datum 25-06-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BM9157
Van testament zonder tenzij-clausule afwijkende renteovereenkomst is een verkrijging krachtens erfrecht en geen schenking Instantie Hoge Raad Datum 25-06-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BL5593
Notaris moet desgevraagd en zonder het belang te wegen of te toetsen een afschrift van verklaring van erfrecht afgeven aan degenen die stellen daarbij belang te hebben Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 22-06-2010 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2010:BM9730
Paarden fokken valt niet onder het begrip 'landbouw' Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum 18-06-2010 Nummer ECLI:NL:GHLEE:2010:BM8757
Broer geen belanghebbende bij beslissing van kinderrechter tot uithuisplaatsing van zijn broers en zusters Instantie Hoge Raad Datum 21-05-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BL7043
HR 07-05-2010, nr 08-04235 Instantie Hoge Raad Datum 07-05-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BM3283
Van stakingswinst kan een lijfrente worden bedongen als onderneming na inbreng uitzakt naar dochtervennootschap Instantie Hoge Raad Datum 07-05-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BI3713
Opbrengst uit exploitatie windmolen belast als winst uit onderneming Instantie Hoge Raad Datum 23-04-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BJ7956
Onderhavige grond binnen de onderneming wordt gebruikt een landbouwbedrijf Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 22-04-2010 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2010:BM2411
X Holding BV en Oracle Nederland BV Instantie Hof van Justitie EU Datum 15-04-2010 Nummer C-538/08 en C-33/09
Omgevingsfactoren: Windmolens op meer dan 600m afstand drukken toch WOZ-waarde Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 14-04-2010 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2010:BM2564
Terbeschikkingstelling bij aanvankelijk aan derde verhuurd pand vangt aan op moment dat verhuurovereenkomst is geëindigd Instantie Hoge Raad Datum 09-04-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BM0473
Waardedruk SW als huurder de gehuurde woning erft? Instantie Hoge Raad Datum 09-04-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BL0105
Op eenvoudige wijze afsluitbaar deel van onroerende zaak houdt niet in dat deel ook daadwerkelijk afsluitbaar is Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 07-04-2010 Nummer ECLI:NL:GHARN:2010:BM2105
Vergoedingsrecht op grond van in de gemeenschap gevloeide gelden uit erfrechtelijke verkrijging met uitsluitingsclausule Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 07-04-2010 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2010:BM4387
Waardedaling na vaststelling waarde van aandelen beïnvloedt de waardering op slotnotering op laatste beursdag voorafgaand aan verkrijging niet Instantie Rechtbank Haarlem Datum 31-03-2010 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2010:BM0249
Winst door uitponden van onroerende zaken is niet zonder meer belast in box 1 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 30-03-2010 Nummer ECLI:NL:GHARN:2010:BM0539
Geen gebondenheid opvolgende eigenaar aan in huurovereenkomst opgenomen koopoptie van de huurder Instantie Hoge Raad Datum 26-03-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BK9632
Bouw- en renovatieplan niet automatisch grond voor opzegging wegens 'dringend eigen gebruik' (Herenhuisarrest) Instantie Hoge Raad Datum 26-03-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BL0683
Betaling uit hoofde van meerwaardeclausule niet aftrekbaar van IB-winst Instantie Hoge Raad Datum 19-03-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BL7967
Identiteit van agrarische onderneming niet verloren door verschil in ligging en omvang en in andere leveranciers en afnemers Instantie Hoge Raad Datum 19-03-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BK4523
Vergoedingsrecht voor verbouwing van woning tussen samenwoners gesteld op nominale waarde Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 16-03-2010 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2010:BL8106
Onderhandse schuldigerkenning leidt niet tot aftrekbare schuld van de nalatenschap Instantie Rechtbank 's-Gravenhage Datum 10-03-2010 Nummer ECLI:NL:RBSGR:2010:BL8695
Notaris was tevens voorzitter van de RvC van woningbouwvereniging; gewekte schijn van partijdigheid en belangenverstrengeling Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 09-03-2010 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2010:BL7913
Hoge Raad geeft criteria voor het begrip ?algemeenheid van goederen? (II) Instantie Hoge Raad Datum 05-03-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BG7206
Legaat van rentevordering aan schuldenaar leidt tot belastbare inkomsten bij schuldenaar Instantie Hoge Raad Datum 05-03-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BL6439
Onjuiste vermelding van perceelnummer in hypotheekakte Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 03-03-2010 Nummer ECLI:NL:RBROT:2010:BL7607
Hoge Raad geeft criteria voor het begrip ?algemeenheid van goederen? (I) Instantie Hoge Raad Datum 26-02-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BH0527
Door verbeurdverklaring verliezen van aandeel in goederen Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 25-02-2010 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2010:BM0852
ING/Bera Instantie Hoge Raad Datum 19-02-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BK7671
Besluit dat verder gaat dan past bij de rol van tijdelijk bestuurder niet nietig op grond van art. 2:14 BW Instantie Hoge Raad Datum 19-02-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BK5989
Ontneming van verkrijging uit nalatenschap vanwege gerechtelijke vaststelling ouderschap geoorloofd Instantie Hoge Raad Datum 19-02-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BK6150
BV met beleggingsactiviteiten en pensioenregeling drijft geen onderneming Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 16-02-2010 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2010:BL6585
Schenking via moeder aangemerkt als schenking van grootmoeder aan dochter Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 11-02-2010 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2010:BL3972
Geen sprake van zodanige omstandigheden die de opheffing van een testamentaire last tot tentoonstelling van schilderijen rechtvaardigen Instantie Rechtbank 's-Gravenhage Datum 05-02-2010 Nummer ECLI:NL:RBSGR:2010:BL2269
Hoge Raad definieert boekjaar als periode waarover een onderneming financiële verslaglegging uitbrengt Instantie Hoge Raad Datum 05-02-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BG4124
Inspecteur maakt niet aannemelijk dat stichting een verbonden lichaam is Instantie Hoge Raad Datum 05-02-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BI8506
Voorwaarde die eigenaar aan toestemming voor overdracht erfpachtrecht verbindt, wordt door rechter getoetst op redelijkheid Instantie Hoge Raad Datum 05-02-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BK0870
Willems/Hoogheemraadschap Instantie Hoge Raad Datum 05-02-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BK0870
Hof Den Haag 26-01-2010, nr BK-09/00274 Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 26-01-2010 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2010:BL3706
Krachtens testament ontvangen lijfrente-uitkeringen niet belast in box 1 Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum 26-01-2010 Nummer ECLI:NL:GHLEE:2010:BL2814
Voornemen om pand ter beschikking te stellen hoeft niet altijd te worden vastgelegd in overeenkomst Instantie Hoge Raad Datum 22-01-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BI9790
Schadevergoeding wegens te late oplevering leidt tot teruggaaf BTW Instantie Hoge Raad Datum 15-01-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BK9197
Toerekening ter beschikking gesteld vermogen bij in gemeenschap van goederen gehuwde echtgenoten Instantie Hoge Raad Datum 15-01-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BH9198
Invulling begrip wetenschap van benadeling in de zin van art. 42 Fw Instantie Hoge Raad Datum 22-12-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BI8493
Notariskamer herziet eerdere uitspraak nu uit latere uitspraak blijkt dat op notaris geen meldingsplicht rustte jegens de Belastingdienst Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 22-12-2009 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2009:BK9745
Vof failliet, vennoten failliet, ookal wonen vennoten in andere lidstaat van de EU Instantie Hoge Raad Datum 22-12-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BK3574
Vernietiging rechtshandeling via actio Pauliana leidt tot relatieve nietigheid Instantie Hoge Raad Datum 18-12-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BK6921
Hoge Raad: einde persoonlijk gebruiksrecht opstallen leidt niet tot economische eigendomsoverdracht Instantie Hoge Raad Datum 11-12-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BK1045
HR 04-12-2009, nr 07/13230 Instantie Hoge Raad Datum 04-12-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BG4109
VOF kwalificeert als ondernemer ondanks dat diensten worden uitgevoerd door een van de vennoten en geen persoon heeft Instantie Hoge Raad Datum 04-12-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BB8345
World Online Instantie Hoge Raad Datum 27-11-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BH2162
Bezwaar- en beroepschrift in beginsel ook gericht tegen heffingsrente Instantie Hoge Raad Datum 27-11-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BJ7907
Geen NSW-faciliteiten voor onderbedelingsvordering Instantie Hoge Raad Datum 27-11-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BI1183
Rb Den Haag 26-11-2009, nr AWB 08/3773 OVDRBL Instantie Rechtbank 's-Gravenhage Datum 26-11-2009 Nummer ECLI:NL:RBSGR:2009:BN9413
Notariskantoor gebruikt ruimte in gebouw Rabobank; in strijd met onpartijdige en onafhankelijke dienstverlening Instantie Kamer voor het notariaat Den Bosch Datum 19-11-2009 Nummer ECLI:NL:TNOKSHE:2009:YC0355
Gebruikelijk loon notaris-dga terecht berekend via afroommethode Instantie Rechtbank Arnhem Datum 17-11-2009 Nummer ECLI:NL:RBARN:2009:BM1662
Evidente vergissing in persoon leidt niet tot niet-ontvankelijkheid Instantie Hoge Raad Datum 06-11-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BJ3043
Reservering voor een fiscale oudedagsvoorziening geldt als verteerd inkomen Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 03-11-2009 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2009:BL1024
Geen omkering en verzwaring bewijslast indien in aangifte pleitbaar standpunt is ingenomen Instantie Hoge Raad Datum 30-10-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BK1488
HR 30-10-2009, nr 07/10513 Instantie Hoge Raad Datum 30-10-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BH1083
SKF Instantie Hof van Justitie EU Datum 29-10-2009 Nummer ECLI:EU:C:2009:665
Gielen Instantie Hof van Justitie EU Datum 27-10-2009 Nummer C-440/08
Door betrokkenheid ouders ontbreekt kwalificatie pleegkind voor de successiewet Instantie Rechtbank Haarlem Datum 26-10-2009 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2009:BK1264
Verzoek tot adoptie van ongeboren kind kan pas worden toegewezen wanneer het kind ter wereld komt Instantie Rechtbank Roermond Datum 21-10-2009 Nummer ECLI:NL:RBROE:2009:BK2848
Busley & Cibrian Instantie Hof van Justitie EU Datum 15-10-2009 Nummer C-35/08
Notaris was onvoldoende alert op gevaar van strolieden waardoor dubieuze onroerendgoedtransacties konden plaatsvinden Instantie Kamer van toezicht Datum 14-10-2009 Nummer ECLI:NL:TNOKSGR:2009:YC0386
Afspraken over sloop leiden niet tot econoom wegens ontbreken sloopvergunning Instantie Hoge Raad Datum 09-10-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BI3724
Maatstaf van heffing bij overdracht econoom onder voorbehoud stille reserves: WEV Instantie Hoge Raad Datum 09-10-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BG9044
Echtgenoot-dga met 33% belang is niet in overwegende mate bij machte om winstbestemming te bepalen Instantie Rechtbank Haarlem Datum 06-10-2009 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2009:BK1637
Met terugwerkende kracht afschaffen pc-privéregeling niet in strijd met EVRM Instantie Hoge Raad Datum 02-10-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BI1892
Weigering horizontale verliesverrekening niet in strijd met Europees recht Instantie Hoge Raad Datum 02-10-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BF2230
Uit wetsgeschiedenis van de landbouwstructuurvrijstelling blijkt de bedoeling dat hobbyboeren worden uitgesloten van toepassing van de vrijstelling Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 01-10-2009 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2009:BK0062
Koop van onroerende zaken en het inroepen van het financieringsvoorbehoud Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 29-09-2009 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2009:BX4366
Bij overschrijding aanslagtermijn verzet zorgvuldigheidsbeginsel zich tegen berekenen van heffingsrente Instantie Hoge Raad Datum 25-09-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BJ8524
Vaststellingsovereenkomst maatgevend voor omvang onderbedelingsvordering Instantie Hoge Raad Datum 25-09-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BI1127
Bestuurder kan vordering op failliete vennootschap niet verrekenen met vordering van boedel op bestuurder Instantie Hoge Raad Datum 18-09-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BI5912
Is rente op overbedelingsschuld één lange termijn of meerdere jaarlijkse termijnen? Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum 17-09-2009 Nummer ECLI:NL:RBLEE:2009:BK6608
Twijfelachtig geval van zaaksvervanging bij kwijtschelding onder uitsluitingsclausule van een deel van de koopsom van een woning Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 14-09-2009 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2009:BL0292
Aan legaat verbonden termijn geldt niet als afzonderlijke verplichting maar als aansporingstermijn Instantie Hoge Raad Datum 04-09-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BI7128
Zowel statutaire vestigingsplaats als vestigingsplaats van kantoor van de rechtspersoon geldt als woonplaats Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 24-08-2009 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2009:BJ5889
Inzage herroepen testament vanwege zwaarder wegend belang Instantie Rechtbank 's-Hertogenbosch Datum 31-07-2009 Nummer ECLI:NL:RBSHE:2009:BJ4904
Vermelding kadastrale gegevens is niet doorslaggevend voor omvang gekochte perceel Instantie Rechtbank Zutphen Datum 15-07-2009 Nummer ECLI:NL:RBZUT:2009:BJ3123
Wat valt er onder het begrip 'kosten van lijkbezorging'? Instantie Rechtbank Roermond Datum 15-07-2009 Nummer ECLI:NL:RBROE:2009:BJ3103
Aankoop direct belang in onroerende-zaaklichaam geheel belast ondanks middellijk belang Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 14-07-2009 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2009:BJ2838
HR 10-07-2009, nr 43363 Instantie Hoge Raad Datum 10-07-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BJ2006
Verrekening van bij hypothecaire lening gesloten kapitaalverzekering Instantie Hoge Raad Datum 10-07-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BI4387
Art. 13 WBR als bij vorige verkrijging overdrachtsbelasting ?was verschuldigd? Instantie Rechtbank Haarlem Datum 07-07-2009 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2009:BJ4506
Schuld wegens overbedeling als gevolg van verdeling nalatenschap is niet verknocht Instantie Rechtbank 's-Gravenhage Datum 30-06-2009 Nummer ECLI:NL:RBSGR:2009:BK1147
Feitelijke onderbouwing bij verzoek tot niet verklaring huwelijk noodzakelijk Instantie Rechtbank 's-Gravenhage Datum 29-06-2009 Nummer ECLI:NL:RBSGR:2009:BK1116
Bewijslastverdeling bij door biologische vader gesteld donorschap Instantie Hoge Raad Datum 26-06-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BH2250
Opdracht tot bemiddeling houdt geen bevoegdheid in tot tekenen koopovereenkomst Instantie Hoge Raad Datum 26-06-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BH9284
In casu tussen samenwoners geen vergoedingsrecht op grond van te veel betaalde huishoudkosten vanwege rechtsverwerking Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 23-06-2009 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2009:BI9975
Hoge Raad volgt Hof: uitvoering turbotestament belast volgens artikel 10 SW Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum 19-06-2009 Nummer ECLI:NL:PHR:2009:BG6455
Geen schadevergoeding als bezwaarschrift wordt ingewilligd en daarom geschil niet aan rechter is voorgelegd Instantie Raad van State Datum 17-06-2009 Nummer ECLI:NL:RVS:2009:BI8475
Woning privé omdat koopprijs direct was kwijtgescholden met uitsluitingsclausule Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 16-06-2009 Nummer ECLI:NL:GHARN:2009:BZ6967
De opheffingsgronden van art. 350 FW vinden alleen toepassing als de schuldenaar van zijn gedragingen een verwijt kan worden gemaakt Instantie Hoge Raad Datum 12-06-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BI0455
Passenheim-van Schoot Instantie Hof van Justitie EU Datum 11-06-2009 Nummer ECLI:EU:C:2009:368
Bij beoordeling of verhuur parkeerruimte opgaat in verhuur van woonruimte moet rekening worden gehouden met alle omstandigheden (Salix) Instantie Hof van Justitie EU Datum 04-06-2009 Nummer ECLI:EU:C:2009:345
Overdracht woning uit 1890; aanwezigheid asbest behoorde tot onderzoekplicht koper Instantie Rechtbank 's-Gravenhage Datum 03-06-2009 Nummer ECLI:NL:RBSGR:2009:BJ3314
Pro rata toerekenen van IB-latenties aan voorwaardelijk onbelast geconserveerde en belast geconserveerde waarde Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 03-06-2009 Nummer ECLI:NL:GHARN:2009:BI7470
HR 29-05-2009, nr 43632 Instantie Hoge Raad Datum 29-05-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BI5110
Overbedelingsschuld uit OBV ook een schuld voor het recht van overgang Instantie Hoge Raad Datum 29-05-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BH1822
Voor ondernemerschap is doorslaggevend of belastingplichtige ondernemersrisico loopt Instantie Hoge Raad Datum 29-05-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BH0499
Rechtbank verlengt partneralimentatie na verstrijken 12 jaar wegens bijzondere omstandigheden Instantie Rechtbank 's-Gravenhage Datum 19-05-2009 Nummer ECLI:NL:RBSGR:2009:BL6525
WOZ-waarde van onverhuurbare parkeerplaatsen is nihil Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 19-05-2009 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2009:BJ5184
Conserverende aanslag kan niet als schuld worden afgetrokken van nalatenschap Instantie Hoge Raad Datum 15-05-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BI3761
Schuld uit hoofde van meerwaardeclausule, ontstaan na overlijden, vormt schuld van de nalatenschap Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 14-05-2009 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2009:BI4458
Agrarische herinvestering van meerwaarde economisch onverantwoord: verkrijger verplicht tot delen meerwaarde Instantie Rechtbank Breda Datum 13-05-2009 Nummer ECLI:NL:RBBRE:2009:BK6822
Afwikkeling van een niet-uitgevoerd periodiek verrekenbeding; geen compensatie voor de verliezen van de vrouw Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 12-05-2009 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2009:BI8234
Van Boetzelaer/Weenink Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 12-05-2009 Nummer ECLI:NL:GHARN:2009:BI4361
Splitsing topvennootschap leidt tot intrekking vrijstelling artikel 15.1.h WBR Instantie Hoge Raad Datum 08-05-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BI3280
Geen schadevergoeding voor te lange behandelingsduur bezwaarfase als geschil niet aan rechter is voorgelegd Instantie Centrale Raad van Beroep Datum 28-04-2009 Nummer ECLI:NL:CRVB:2009:BI2748
Vernietiging actio Pauliana heeft slechts relatieve nietigheid tot gevolg Instantie Hoge Raad Datum 24-04-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BF3917
PARAT Automotive Cabrio Instantie Hof van Justitie EU Datum 23-04-2009 Nummer C-74/08
Leegruimen van de kamer die de erflater in een zorginstelling bewoonde, leidt tot zuivere aanvaarding Instantie Rechtbank Zutphen Datum 22-04-2009 Nummer ECLI:NL:RBZUT:2009:BI7755
Boedelbeschrijving 20 jaar na openvallen nalatenschap Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 17-04-2009 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2009:BI1514
Subject: Aanwijzing als monument en ontbreken woonvergunning drukken WOZ-waarde Instantie Rechtbank Arnhem Datum 15-04-2009 Nummer ECLI:NL:RBARN:2009:BJ6800
Art. 12 SW van toepassing op schenking kort voor immigratie Instantie Hoge Raad Datum 10-04-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BF3840
Vervuiling: Heffingsambtenaar moet inzichtelijk maken op welke wijze rekening is gehouden met vervuilde grond Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 07-04-2009 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2009:BJ4738
Lening vader aan BV kinderen zakelijk, geen ongebruikelijke terbeschikkingstelling Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 03-04-2009 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2009:BI6910
Terugkeer meerderjarige zoon naar moeder duurzaam omdat hij voornemens tot duurzaam samenwonen Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 31-03-2009 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2009:BL8080
Wijziging splitsingsakte rechtsgeldig, ondanks inschrijving in open registers pas tien jaar na het passeren heeft plaatsgevonden Instantie Rechtbank Utrecht Datum 30-03-2009 Nummer ECLI:NL:RBUTR:2009:BJ6989
Bedenktijd begint bij terhandstelling door beide partijen ondertekend koopcontract Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 25-03-2009 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2009:BI3816
Geen doorschuiffaciliteit zonder gezamenlijk verzoek overdrager en voortzetter Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum 24-03-2009 Nummer ECLI:NL:GHLEE:2009:BI0951
Opnemen verzekeringspremie tegen inkomensverlies bij overlijden alimentatieplichtige in onderhoudsbijdrage leidt tot verzwaring bestaande onderhoudsplicht Instantie Hoge Raad Datum 20-03-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BG7995
Overdracht tegen going-concernwaarde ter verzekering van voortzetting geen gift (I) Instantie Hoge Raad Datum 20-03-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BF1029
Overdracht tegen going-concernwaarde ter verzekering van voortzetting geen gift (II) Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum 20-03-2009 Nummer ECLI:NL:PHR:2009:BF1043
HR 13-03-2009, nr 43946 Instantie Hoge Raad Datum 13-03-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BH5619
Kosten voor gebruikelijk onderhoud aan echtelijke woning zijn huishoudkosten Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 10-03-2009 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2009:BH5966
Oneigenlijk gebruik van derdengelden Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 10-03-2009 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2009:BH5743
Alleen noodzakelijke kosten voor onderhoud echtelijke woning worden aangemerkt als huishoudkosten Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 04-03-2009 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2009:BH5657
Contante waarde lijfrentegift wordt als schuld in aanmerking genomen bij vaststellen rendementsgrondslag Instantie Hoge Raad Datum 27-02-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BD9217
Monumentenstatus vormt bijzondere beperking in de zin van art. 7:15 BW, levering monument mag worden opgeschort wegens illegale serre Instantie Rechtbank Arnhem Datum 27-02-2009 Nummer ECLI:NL:RBARN:2009:BH5397
Omzetting van besloten CV naar open CV leidt niet tot heffing kapitaalsbelasting Instantie Hoge Raad Datum 27-02-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BH4085
Doorschuiffaciliteit ook van toepassing als bedrijfspand achterblijft Instantie Hoge Raad Datum 20-02-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BF0389
Een beslag op een roerende zaak leidt niet tot beschikkingsonbevoegdheid van degene ten laste van wie dat beslag is gelegd. Instantie Hoge Raad Datum 20-02-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BG7729
Geen wettelijke bedenktijd bij koop door particulier van tot woning te verbouwen kantoorpand Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 18-02-2009 Nummer ECLI:NL:RBROT:2009:BH4831
Geen sprake bedrijfsmatige exploitatie bij activiteiten van stichting Instantie Rechtbank Utrecht Datum 17-02-2009 Nummer ECLI:NL:RBUTR:2009:BH3095
Handelingen met stilzwijgende zuivere aanvaarding als gevolg in de termijn van 4:192 lid 2 BW zijn onvoorwaardelijk en maken beneficiaire aanvaarding nadien onmogelijk Instantie Rechtbank Alkmaar Datum 17-02-2009 Nummer ECLI:NL:RBALK:2009:BI1984
Aan belastingplichtige die een deskundig adviseur inschakelt, kan geen grove schuld worden verweten wegens het niet verdiepen in fiscale regelgeving Instantie Hoge Raad Datum 13-02-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BH2586
Vormerkung staat niet in de weg aan latere beslaglegging ten laste van van dat goed Instantie Hoge Raad Datum 06-02-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BG5850
Weidegrond manege is cultuurgrond in de zin van art. 2 UR uitgezonderde objecten wet WOZ Instantie Rechtbank 's-Gravenhage Datum 05-02-2009 Nummer ECLI:NL:RBSGR:2009:BH3174
Persche Instantie Hof van Justitie EU Datum 27-01-2009 Nummer C-318/07
Betaling aankoopkosten pand door verkoper (BV) aan koper (DGA) is winstuitdeling Instantie Rechtbank 's-Gravenhage Datum 23-01-2009 Nummer ECLI:NL:RBSGR:2009:BH5043
Overtreden beheersverbod door commandiet leidt tot IB-ondernemerschap Instantie Hoge Raad Datum 23-01-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BB9390
Vermogen van trust behoort tot rendementsgrondslag box 3 van benificiaries Instantie Rechtbank Haarlem Datum 19-01-2009 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2009:BH2091
Verwijzing Belastingdienst naar hardheidsbeleid is geen toezegging van kwijtschelding Instantie Rechtbank 's-Gravenhage Datum 05-01-2009 Nummer ECLI:NL:RBSGR:2009:BH8915
Airco's boven andermans grond leveren schending exclusief gebruiksrecht op Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum 23-12-2008 Nummer ECLI:NL:GHLEE:2008:BH0347
Economische eigendomsoverdracht van art. 4 WBR-aandelen Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 23-12-2008 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2008:BH1394
Aandelen in camping-BV zijn geen fictieve onroerende zaken Instantie Hoge Raad Datum 19-12-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BD6385
Artikel 4:52 BW analoog toegepast doordat echtscheidingsbeschikking niet was ingeschreven Instantie Rechtbank Groningen Datum 19-12-2008 Nummer ECLI:NL:RBGRO:2008:BG8065
Verwerving NSW-landgoed kort vòòr overlijden is geen fraus legis Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 19-12-2008 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2008:BH3916
Terbeschikkingstelling vangt aan op het moment van activeren van onroerende zaken op openingsbalans Instantie Rechtbank Arnhem Datum 18-12-2008 Nummer ECLI:NL:RBARN:2008:BG9879
Opvolgende verdeling is belastbare verkrijging voor de overdrachtsbelasting Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 17-12-2008 Nummer ECLI:NL:GHARN:2008:BG9319
Fout door werkwijze komt voor rekening van Inspecteur zodat geen navorderingsaanslag kan worden opgelegd Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 16-12-2008 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2008:BG8791
Een vennootschapscontract dat afwijkt van het bij huwelijksvoorwaarden overeengekomen periodiek verrekenbeding kan toepassing van het periodiek verrekenbeding niet opzij zetten Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 10-12-2008 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2008:BG8998
Onder uitsluitingsclausule verkregen goederen kunnen worden geschonken aan de andere echtgenoot Instantie Rechtbank Haarlem Datum 10-12-2008 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2008:BH3142
Haviltex-norm leidt bij de afwikkeling van huwelijkse voorwaarden ertoe dat het finale verrekenbeding niet van toepassing is Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 09-12-2008 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2008:BH5064
Hoge Raad: geen art. 19 WBR als herstel in oude toestand feitelijk niet tot de mogelijkheden behoort Instantie Hoge Raad Datum 05-12-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BD9220
Vereniging/stichting kan topvennootschap zijn Instantie Rechtbank Arnhem Datum 27-11-2008 Nummer ECLI:NL:RBARN:2008:BI9978
HR 21-11-2008, nr. 44044 Instantie Hoge Raad Datum 21-11-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BD6390
Zorgplicht executeur Instantie Hoge Raad Datum 21-11-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BD5985
Doordat tijdens leven deels uitvoering is gegeven aan de schenkingen is geen sprake van schenking des doods Instantie Rechtbank Breda Datum 20-11-2008 Nummer ECLI:NL:RBBRE:2008:BG6295
Omgevingsfactoren: Alleen objectieve omgevingsfactoren hebben invloed op WOZ-waarde Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 18-11-2008 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2008:BG9889
Afkoopsom alimentatie niet aftrekbaar voor ex-samenwoners Instantie Hoge Raad Datum 14-11-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BD0181
BUA-categorie ?loon in natura? is niet voldoende bepaald Instantie Hoge Raad Datum 14-11-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BG4322
Conservatoir beslag op koopsom heeft geen invloed op waarde van vordering Instantie Hoge Raad Datum 14-11-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BG4235
Ook beperkte bewerking aan grond die plaatsvindt nadat grond onbebouwd is geworden, is van invloed of sprake is van bouwterrein Instantie Hoge Raad Datum 14-11-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BA0591
Sloop gebouw en werkzaamheden aan grond verricht met oog op bebouwing; levering belast met omzetbelasting Instantie Hoge Raad Datum 14-11-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BA0601
Van Dalfsen/Gemeente Kampen Instantie Hoge Raad Datum 14-11-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BF0407
Geldlening aan moeder voor vliegtickets van haar 3 kinderen vormen schuld van de gewone gang van de huishouding Instantie Rechtbank Roermond Datum 28-10-2008 Nummer ECLI:NL:RBROE:2008:BG3888
Ook verhuurde IB-onderneming kan geruisloos worden ingebracht in BV Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 22-10-2008 Nummer ECLI:NL:GHARN:2008:BG1762
Latente belastingschulden dienen evenredig toegerekend te worden aan de voorwaardelijk (on)belaste geconserveerde verkrijging Instantie Rechtbank Haarlem Datum 20-10-2008 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2008:BG3303
Latente inkomstenbelasting dient evenredig te worden toegerekend aan de voorwaardelijk (on)belaste geconserveerde waarden (II) Instantie Rechtbank Haarlem Datum 20-10-2008 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2008:BG3315
Verknochtheid van nadien ontstane aanspraken uit een stamrechtverzekering Instantie Hoge Raad Datum 17-10-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BE9080
Renneberg Instantie Hof van Justitie EU Datum 16-10-2008 Nummer C-527/06
Geen samenloop als de schenker een ander is dan degene die levert Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 10-10-2008 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2008:BH5201
Recht van opstal kan door verjaring worden verkregen Instantie Hoge Raad Datum 10-10-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BD7601
Verkoop aandelen kort na fusie: doorschuifregeling fusie van toepassing Instantie Hoge Raad Datum 10-10-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:AZ8531
Belastingontduiking (fiscale fraude) is een vorm van witwassen Instantie Hoge Raad Datum 07-10-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BD2774
Aanslag die uitging van verkeerde schenker mag worden hersteld Instantie Hoge Raad Datum 03-10-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BF3807
Bindende mondelinge alimentatieafspraak voor einde huwelijk niet aannemelijk Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 30-09-2008 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2008:BF6624
De vraag of de wederbelegging van een verknocht goed ook verknocht is, hangt af van de aard van de wederbelegging en de maatschappelijke opvattingen Instantie Hoge Raad Datum 26-09-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BF2295
Partiële toepassing van de stamrechtvrijstelling is toegestaan Instantie Hoge Raad Datum 19-09-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BD3162
Rechtsgeldigheid van de borgtocht indien geen maximumbedrag in de zin van art. 7:858 lid 1 BW is overeengekomen Instantie Hoge Raad Datum 19-09-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BD5520
Beperkte Belehrungsplicht waarnemer indien waarnemer niet behandelaar van dossier is en cliënten de concept-akte(n) tijdig hebben ontvangen Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 16-09-2008 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2008:BF2179
Terugbetaling agio zonder statutenwijziging belast als inkomen uit aanmerkelijk belang Instantie Hoge Raad Datum 12-09-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BA6417
Voorbelasting op (gedeelte van) pand aftrekbaar zolang aanwendingswijze onduidelijk is Instantie Hoge Raad Datum 12-09-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BB5776
Meer dan beleggen omvattende werkzaamheden te lang geleden: geen bedrijfsopvolgingsfaciliteit Instantie Rechtbank 's-Gravenhage Datum 11-09-2008 Nummer ECLI:NL:RBSGR:2008:BG5111
Voor rekening genomen huwelijkse schulden niet aftrekbaar als alimentatie Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 10-09-2008 Nummer ECLI:NL:GHARN:2008:BF0896
Beleggingsvennootschap in de zin van artikel 35b lid 2 SW? Instantie Rechtbank Haarlem Datum 05-09-2008 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2008:BF0254
Eerbiediging van tussen opheffing en herleving beslag gewijzigde rechtstoestand (Hubers/Forward) Instantie Hoge Raad Datum 05-09-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BC9351
Individuele pensioenverzekeringen behoren tot het faillissementsvermogen Instantie Hoge Raad Datum 05-09-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BD3423
Waarschuwing voor notaris die onvoldoende kritisch was bij vijf opvolgende leveringen van hetzelfde registergoed in twee weken met onverklaarbare prijsstijgingen Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 21-08-2008 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2008:BE9100
Eerste standaardvoorwaarde bij geruisloze inbreng inzake vervreemding deels onverbindend Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 20-08-2008 Nummer ECLI:NL:GHARN:2008:BE9475
Gestelde dwaling leidt niet tot vernietiging kapitaalsbelasting nu overeenkomst niet is vernietigd Instantie Hoge Raad Datum 08-08-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BD9482
Faillissementswet is lex specialis Instantie Rechtbank Maastricht Datum 06-08-2008 Nummer ECLI:NL:RBMAA:2008:BF0426
Latente inkomstenbelasting dient evenredig te worden toegerekend aan de voorwaardelijk (on)belaste geconserveerde waarden (I) Instantie Rechtbank Haarlem Datum 05-08-2008 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2008:BF2111
Aanwijzen van 'nader te noemen meester' tegen vergoeding is een met BTW-belaste dienst Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 17-07-2008 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2008:BD8278
Lommerse/Atria Instantie Hoge Raad Datum 11-07-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BD1394
Voor toepassing art. 13 SW (oud) zijn daadwerkelijke ontrekkingen aan vermogen erflater vereist Instantie Hoge Raad Datum 11-07-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BB3898
Onder bedreiging gesloten huwelijk niet nietig verklaard Instantie Rechtbank Groningen Datum 01-07-2008 Nummer ECLI:NL:RBGRO:2008:BF0508
Vordering tot uitkering van som ineens verjaard Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 01-07-2008 Nummer ECLI:NL:GHARN:2008:BE8746
Inschrijving in handelsregister niet beslissend voor het antwoord op de vraag of iemand bestuurder is Instantie Hoge Raad Datum 27-06-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BD5467
Willemsen/NOM Instantie Hoge Raad Datum 20-06-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BC4959
Materiële belastingschuld voldoende voor vermindering (II) Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 10-06-2008 Nummer ECLI:NL:GHARN:2008:BD5960
HR 06-06-2008, nr 42677 Instantie Hoge Raad Datum 06-06-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:AY8546
HR: koop met uitgestelde levering niet belastbaar op grond van de Successiewet Instantie Hoge Raad Datum 06-06-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BB3392
Afwikkeling huwelijkse voorwaarden met zowel periodiek als finaal verrekenbeding Instantie Rechtbank 's-Gravenhage Datum 06-06-2008 Nummer ECLI:NL:RBSGR:2008:BD6300
Convenant sluit alimentatieplicht uit: belastingplichtige moet afwijkende feiten aannemelijk maken Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum 30-05-2008 Nummer ECLI:NL:GHLEE:2008:BD3123
Uitleg inkomensbegrip huwelijkse voorwaarden: rentebetaling en premie kwamen ten laste van maatschap waarin verrekenplichtige echtgenoot zijn praktijk uitoefende Instantie Rechtbank 's-Hertogenbosch Datum 23-05-2008 Nummer ECLI:NL:RBSHE:2008:BD2709
Lidl Belgium Instantie Hof van Justitie EU Datum 15-05-2008 Nummer C-414/06
Overdracht van 50%-aandeel in appartementencomplex aangemerkt als zelfstandig in aanmerking te nemen bedrijvigheid Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 15-05-2008 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2008:BE9427
Aandeelhouder heeft volle debiteurenrisico aanvaard met bedoeling haar belang in BV te dienen; geldverstrekking is onzakelijk Instantie Hoge Raad Datum 09-05-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BD1108
Niet aftrekbaarheid van belastingschulden in box 3 niet discriminatoir Instantie Hoge Raad Datum 09-05-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BD1101
Notaris heeft de plicht in depot of bewaring genomen akten in te zien Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 08-05-2008 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2008:BD2236
HR 25-04-2008, nr C06/259HR Instantie Hoge Raad Datum 25-04-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BB7043
Sportcomplex-arrest Instantie Hoge Raad Datum 25-04-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BB3861
Sterkere mededelingsplicht voor professionele verkoper Instantie Rechtbank Haarlem Datum 23-04-2008 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2008:BD3009
Beroep op art. 6:259 lid 1 sub b BW slaagt Instantie Rechtbank 's-Hertogenbosch Datum 09-04-2008 Nummer ECLI:NL:RBSHE:2008:667
Dexia Instantie Hoge Raad Datum 28-03-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BC2837
Geen legalisering overbouw middels erfdienstbaarheid wegens grove schuld van eigenaar gebouw Instantie Hoge Raad Datum 28-03-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BC1242
Grens onderzoekplicht als herbouw nodig is voordat gebruik als woning mogelijk is Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 26-03-2008 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2008:BC8915
Geen beroep op tegenstrijdig belang wegens eigen rechtsverkeer Instantie Hoge Raad Datum 21-03-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BC1849
Lammers/Aerts Instantie Hoge Raad Datum 14-03-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BC1231
Lammers/Aerts Instantie Hoge Raad Datum 14-03-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BC1231
Opname referentiepanden in waarderingsrapport geen doorslaggevende keuze bij meerdere waarderingsrapporten Instantie Hoge Raad Datum 14-03-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BC6467
Stakingslijfrente bij eigen BV: kasrondje niet toegestaan Instantie Rechtbank Breda Datum 04-03-2008 Nummer ECLI:NL:RBBRE:2008:BC9137
Creditering bij uitzakken onderneming zonder onroerende zaak in werk-BV Instantie Rechtbank Breda Datum 28-02-2008 Nummer ECLI:NL:RBBRE:2008:BC6060
Is de notaris aansprakelijk voor de omzetbelasting als blijkt dat het pand een nieuw gebouw is? Instantie Rechtbank 's-Hertogenbosch Datum 27-02-2008 Nummer ECLI:NL:RBSHE:2008:BC5868
HR 15 februari 2008, nr R07/054HR, LJN BC0377 Instantie Hoge Raad Datum 15-02-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BC0377
HR 15-02-2008, nr C06/262HR Instantie Hoge Raad Datum 15-02-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BC1856
HR wijkt in casu af van nominaliteitsleer Instantie Hoge Raad Datum 15-02-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BC1856
Zolang de verdeling van een gemeenschap niet is vastgesteld, kan de vordering niet als vordering tot betaling worden beschouwd en is de debiteur niet in verzuim Instantie Hoge Raad Datum 15-02-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BC0387
Is de notaris aansprakelijk voor de overdrachtsbelasting als de nota van afrekening niet juist is opgesteld? Instantie Rechtbank Arnhem Datum 06-02-2008 Nummer ECLI:NL:RBARN:2008:BC4033
Rb Zwolle-Lelystad 06-02-2008, nr 135745 - HA ZA 07-1076 Instantie Rechtbank Zwolle-Lelystad Datum 06-02-2008 Nummer ECLI:NL:RBZLY:2008:BC9497
Finaal verrekenbeding op basis pseudo-gemeenschap Instantie Hoge Raad Datum 01-02-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BB9781
Huwelijksvoorwaarden worden zo uitgelegd dat aanbrensten ten huwelijk zijn uitgezonderd van het finale verrekenbeding Instantie Hoge Raad Datum 01-02-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BB9781
Uitleg van finaal verrekenbeding in huwelijkse voorwaarden voldoende Instantie Hoge Raad Datum 01-02-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BB9781
Notarisverklaring houdt geen garantie van de notaris in, maar een zorgplicht Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 30-01-2008 Nummer ECLI:NL:RBROT:2008:BC6221
Landbouwvrijstelling overdrachtsbelasting geldt ook bij vruchtgebruik van cultuurgrond Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 29-01-2008 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2008:BD1797
Bouwgrond bestemd om te worden bebouwd kan kwalificeren als eigen woning Instantie Hoge Raad Datum 25-01-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BB4406
Ontvanger/Brink q.q. Instantie Hoge Raad Datum 25-01-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BB8653
Door notaris uit boedel voldaan bedrag aan ex is geen afkoopsom alimentatie Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 24-01-2008 Nummer ECLI:NL:GHARN:2008:BC3260
Geen BTW-ondernemerschap bij eenmalig bouwproject Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 24-01-2008 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2008:BD0007
Herontwikkeling terrein frietfabriek; samenhang tussen fabriekshal en grond verloren gegaan  Instantie Rechtbank Haarlem Datum 24-01-2008 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2008:BC8848
Kwijtschelding overdrachtsbelasting: exploitatie bejaardenwoningen geschiedt in het algemeen belang Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 24-01-2008 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2008:BC6791
Fiscale boete wegens verzwijgen vordering krachtens periodiek verrekenbeding Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 18-01-2008 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2008:BC2811
Successievrijstelling van art. 32.1.7 SW geldt niet voor kinderen Instantie Hoge Raad Datum 18-01-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:BC1959
Vrijstelling meerrelatie SW niet van toepassing omdat wil tot hervatting samenwoning ontbrak Instantie Hoge Raad Datum 18-01-2008 Nummer ECLI:NL:HR:2008:AZ6924
Jäger Instantie Hof van Justitie EU Datum 17-01-2008 Nummer C-256/06
Overdracht krachtens voortzettingsbeding: geen erfrechtelijke verkrijging Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 17-01-2008 Nummer ECLI:NL:GHARN:2008:BC2743
Geschonken toekomstige huurtermijnen belast als resultaat uit overige werkzaamheden Instantie Rechtbank Arnhem Datum 10-01-2008 Nummer ECLI:NL:RBARN:2008:BC2414
Overeenkomst binnen bedenktijd ontbonden? Wie stelt, bewijst Instantie Rechtbank Arnhem Datum 09-01-2008 Nummer ECLI:NL:RBARN:2008:BC2572
Makelaar is geen gevolmachtigde of zaakwaarnemer van opdrachtgever in coma Instantie Rechtbank Arnhem Datum 08-01-2008 Nummer ECLI:NL:RBARN:2008:BC3918
Golfcomplex; clubhuis en golfbaan als twee aparte onroerende zaken aangemerkt Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 03-01-2008 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2008:BC6781
Vaststellingovereenkomst vernietigd wegens dwaling door Inspecteur Instantie Hoge Raad Datum 21-12-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:AZ8025
Opzet of grove schuld fiscaal adviseur niet altijd toe te rekenen aan belastingplichtige Instantie Rechtbank 's-Gravenhage Datum 20-12-2007 Nummer ECLI:NL:RBSGR:2007:BC9231
Art. 37 Wet OB niet van toepassing als vermelding OB zonder zelfstandige betekenis Instantie Hoge Raad Datum 14-12-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:AI0669
Beroep tegen belastingaanslag niet meer bestaande rechtspersoon niet-ontvankelijkheid Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 12-12-2007 Nummer ECLI:NL:GHARN:2007:BC0769
Voor geslaagd beroep op ontruimingsbeding moet ontruiming zijn aangezegd Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 11-12-2007 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2007:BC2074
Navordering mogelijk na door Inspecteur gevolgde fout in aangifte? Instantie Hoge Raad Datum 07-12-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:BA9393
Columbus Container Services Instantie Hof van Justitie EU Datum 06-12-2007 Nummer C-298/05
De werkelijke bedoeling van partijen is maatgevend Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 27-11-2007 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2007:BD8221
Vernietiging aanslag inkomstenbelasting wegens termijnoverschreiding leidt niet tot teruggaaf reeds ingehouden loonbelasting Instantie Rechtbank Haarlem Datum 20-11-2007 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2007:BC3826
Erfdienstbaarheid ziet op de weg en niet op de berm naast de weg Instantie Rechtbank Zutphen Datum 19-11-2007 Nummer ECLI:NL:RBZUT:2007:BB8046
Testamentaire waardering onderbedelingsvorderingen wordt niet gevolgd voor art. 21 SW Instantie Rechtbank Breda Datum 15-11-2007 Nummer ECLI:NL:RBBRE:2007:BB9840
Verzoek tot opheffen/wijzigen erfdienstbaarheid: belangenafweging rechter Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 07-11-2007 Nummer ECLI:NL:RBROT:2007:BB7890
Voor een beroep op 7:176 BW dienen gewone eisen te worden gesteld aan de stelplicht van de schenker Instantie Hoge Raad Datum 02-11-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:BA8445
Akte van levering vormt factuur in de zin van art. 37 Wet OB Instantie Rechtbank 's-Gravenhage Datum 02-11-2007 Nummer ECLI:NL:RBSGR:2007:BC9651
Laakbaar gehandeld door notaris door terugbetaling van het door zijn cliënt zonder tussenkomst gestort contant geld Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 01-11-2007 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2007:BB8704
HR 30-10-2007, nr 00104/07 B Instantie Hoge Raad Datum 30-10-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:BA5611
HR 26-10-2007, nr 42537 Instantie Hoge Raad Datum 26-10-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:AY5991
Trustvermogen belast in box 3 bij gerechtigde Instantie Hoge Raad Datum 26-10-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:AY5991
Vodafone Libertel N.V. tegen European trading company C.V. Instantie Hoge Raad Datum 19-10-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:BA7024
Van der Steen Instantie Hof van Justitie EU Datum 18-10-2007 Nummer ECLI:EU:C:2007:615
Hof verwerpt 'leer-Verstappen' Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 16-10-2007 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2007:BB7964
Zaaksvervanging bij een fideï-commis de residuo (oud erfrecht) Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum 05-10-2007 Nummer ECLI:NL:PHR:2007:BA6756
Naast elkaar gelegen woning worden niet aangemerkt als één eigen woning Instantie Rechtbank Haarlem Datum 03-10-2007 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2007:BB7499
Verkrijging van een erfdienstbaarheid door verjaring vordering tot wegneming Instantie Rechtbank Haarlem Datum 03-10-2007 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2007:BB6540
Ammerlaan/Enthoven Instantie Hoge Raad Datum 21-09-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:BA9610
Recht van Inspecteur op bewijs dat lening is aangegaan voor verbetering/onderhoud eigen woning vervalt nite door tijdsverloop Instantie Hoge Raad Datum 21-09-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:AY8992
Erfdienstbaarheid tot gebruik parkeerplaats; slagboom geen ontoelaatbare beperking Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 23-08-2007 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2007:BB9109
Kettingbeding nietig wegens strijd met openbare orde Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 16-08-2007 Nummer 1656/05
Waarderesolutie art. 10 SW geldt ook na zaaksvervanging Instantie Rechtbank Arnhem Datum 16-08-2007 Nummer ECLI:NL:RBARN:2007:BB1983
Aflossing niet-opeisbare vordering was schenking van fictief vruchtgebruik Instantie Rechtbank Breda Datum 13-08-2007 Nummer ECLI:NL:RBBRE:2007:BB2618
Aanmerken periodieke uitkering als loon uit vroegere dienstbetrekking beperkt kostenaftrek niet Instantie Hoge Raad Datum 10-08-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:AY9929
Econoom bij leven, juridisch eigendom bij overlijden Instantie Hoge Raad Datum 10-08-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:AY9435
Geslaagd beroep op dwaling inzake tariefgroepindeling bij schenking Instantie Rechtbank Arnhem Datum 09-08-2007 Nummer ECLI:NL:RBARN:2007:BB2403
Vaststelling van arbeidsbeloning naar noodzakelijke werkzaamheden bepaald Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 01-08-2007 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2007:BB0962
Goed dat tijdens huwelijk is verworven met geleend geld moet in verrekening worden betrokken, ook indien niet op lening is afgelost met verrekenbaar inkomen Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 25-07-2007 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2007:BB0198
Lakebrink Instantie Hof van Justitie EU Datum 18-07-2007 Nummer C-182/06
Rechter wijst vordering van echtgenoot van overleden werknemer wegens door overledene niet opgenomen vakantiedagen toe Instantie Rechtbank Utrecht Datum 18-07-2007 Nummer ECLI:NL:RBUTR:2007:BL5496
Zonder toestemming partijen mag notaris Belastingdienst niet wijzen op fout Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 05-07-2007 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2007:BA9112
Bruil Kombex Instantie Hoge Raad Datum 29-06-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:BA0033
Juridische factoren: Uit waarderingsrapport moet voldoende blijken op welke wijze rekening is gehouden met afwijkende bestemming referentiepanden Instantie Rechtbank Dordrecht Datum 29-06-2007 Nummer ECLI:NL:RBDOR:2007:BB3131
Geen reorganisatievrijstelling bij twee topvennootschappen met 'twinned shares' Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 28-06-2007 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2007:BA8828
Stamrecht BV 'herleeft' niet na ontbinding en vereffening zonder baten, schuldeisers of gerechtigden tot het vermogen Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 26-06-2007 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2007:BB1704
Mishandeling huismeester, Land van Rode/Siedow Instantie Hoge Raad Datum 22-06-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:AZ8743
Bij geen enkel verwijt van beboetbaar feit is sprake van afwezigheid van alle schuld Instantie Hoge Raad Datum 15-06-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:BA7184
Hoofdverblijf op Curaçao waardoor verhuurde woning in Nederland geen eigen woning is Instantie Hoge Raad Datum 15-06-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:BA7182
Monopoliepositie drukt WOZ-waarde Instantie Rechtbank Utrecht Datum 11-06-2007 Nummer ECLI:NL:RBUTR:2007:BA7504
Economische eigendom aandelen van belang bij toepassing reorganisatievrijstelling Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 31-05-2007 Nummer ECLI:NL:GHARN:2007:BA7286
Verrekening koopprijs met eerdere schenking leidt tot samenloop Instantie Rechtbank Haarlem Datum 31-05-2007 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2007:BA7342
Aanvang verjaringstermijn bij geldlening aan voormalige schoondochter Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 23-05-2007 Nummer ECLI:NL:RBROT:2007:BA6209
Aanleg weg leidde nog niet tot een bouwterrein voor de omzetbelasting Instantie Rechtbank 's-Gravenhage Datum 16-05-2007 Nummer ECLI:NL:RBSGR:2007:BA8312
Vrijstelling verkrijging monument ook van toepassing voor natuurlijk persoon Instantie Rechtbank 's-Gravenhage Datum 16-05-2007 Nummer ECLI:NL:RBSGR:2007:BA6948
Verkoop met kwijtschelding koopsom; nauwe relatie vereist voor kwijtschelding schenkingsrecht op grond van bedrijfsopvolgingsfaciliteiten Instantie Hoge Raad Datum 11-05-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:BA4803
Voor uitleg begrip ondernemingswinsten wordt in huwelijkse voorwaarden uitdrukkelijk aangesloten bij de Wet IB 2001; geen verrekening winst BV Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 10-05-2007 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2007:BC2451
Als huwelijksgemeenschap van voldoende omvang is, dient reprise volledig uit de gemeenschap te worden voldaan Instantie Hoge Raad Datum 04-05-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:AZ7904
Bij reparatiehuwelijk telt duur eerste huwelijk ook mee voor vijfjaarstermijn partneralimentatie Instantie Hoge Raad Datum 04-05-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:BA0038
Geschil alimentatieplicht na kinderloos huwelijk Instantie Hoge Raad Datum 04-05-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:BA0038
Matiging van boete pas als boetebeding leidt tot buitensporig en daarom onaanvaardbaar resultaat Instantie Hoge Raad Datum 27-04-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:AZ6638
Wijzigen ?altoos durende? erfpachtovereenkomst niet mogelijk Instantie Hoge Raad Datum 27-04-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:AZ9323
Door ernst van situatie gaat schorsingstermijn onmiddellijk zonder horen van geschortste bestuurder Instantie Hoge Raad Datum 20-04-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:AZ9324
Bevoegdheid tot toepassing van art. 63 AWR komt uitsluitend toe aan Minister van Financiën Instantie Hoge Raad Datum 13-04-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:BA2802
Integrale proceskostenvergoeding als op moment van beschikking/uitspraak duidelijk is dat deze in daartegen gestelde procedure geen stand zal houden Instantie Hoge Raad Datum 13-04-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:BA2802
Strijd met redelijkheid en billijkheid om de in te brengen waarde van het legaat vast te stellen op de waarde per datum van overlijden erflater Instantie Hoge Raad Datum 13-04-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:AZ8521
Verhuur nieuw vervaardigde onroerende zaak en de projectontwikkelaarsresolutie Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 11-04-2007 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2007:BB0196
Mededelingsplicht geldt onafhankelijk of het eigenbelang van de lasthebber in strijd is met de belangen van de lastgever Instantie Hoge Raad Datum 06-04-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:AZ5440
Waardering eigen woning voor het successierecht per 1 januari 2002 definitief Instantie Hoge Raad Datum 06-04-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:AX0731
Hof Amsterdam 05-04-2007, nr 845/06 SKG Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 05-04-2007 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2007:BB0865
Toepassing van tienjaarsfictie wordt niet voorkomen door een opschortende voorwaarde Instantie Hoge Raad Datum 30-03-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:AV0426
Klachtplicht art. 6:89 BW kan niet worden toegepast als een prestatie helemaal niet is nagekomen Instantie Hoge Raad Datum 23-03-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:AZ3531
Geen ondernemerschap OB als er slechts één pand wordt aangekocht en geleverd Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 22-03-2007 Nummer ECLI:NL:GHARN:2007:BA2452
Rb Utrecht 21-03-2007, nr 208587 / FARK 06-948 Instantie Rechtbank Utrecht Datum 21-03-2007 Nummer ECLI:NL:RBUTR:2007:BA3081
Onder omstandigheden hangt het fokken en houden van paarden samen met de exploitatie van de bodem Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 20-03-2007 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2007:BA2753
HR 02-03-2007, nr 42144 Instantie Hoge Raad Datum 02-03-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:AZ9673
HR 02-03-2007, nr 42272 Instantie Hoge Raad Datum 02-03-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:AZ9674
Westland/Schieke Instantie Hoge Raad Datum 02-03-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:AZ3535
Monumentenvrijstelling overdrachtsbelasting ook voor middellijke verkrijging van het monument via artikel 4-aandelen Instantie Hoge Raad Datum 23-02-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:AU8559
Notaris mag niet meewerken aan het omzeilen van een boetebeding middels een schijnoverdracht Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 22-02-2007 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2007:BA0530
Opbrengst gerealiseerd door verkoop van gekapte bomen is niet voldoende voor het bedrijfsmatig exploiteren van bos Instantie Rechtbank Zutphen Datum 21-02-2007 Nummer ECLI:NL:RBZUT:2007:AZ9369
Echtscheidingsconvenant doorslaggevend of afspraken zijn gemaakt over afkoop alimentatie Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum 20-02-2007 Nummer ECLI:NL:RBLEE:2007:AZ9120
HR 16-02-2007, nr R05/090HR Instantie Hoge Raad Datum 16-02-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:AZ2723
De eisen van redelijkheid en billijkheid brengen met dat de tot pensioenverevening verplichte dga dient zorg te dragen voor afstorting met een externe verzekeraar Instantie Hoge Raad Datum 09-02-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:AZ2658
Rentevergoeding wegens uitstel van levering en betaling koopsom belast met BTW? Instantie Rechtbank Haarlem Datum 05-02-2007 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2007:AZ8217
HR 02-02-2007, nr. C05/302HR Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum 02-02-2007 Nummer ECLI:NL:PHR:2007:AZ4564
Samenloop schenkingsrecht en overdrachtsbelasting bij kwijtschelding 4,5 maand later Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 02-02-2007 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2007:AZ9165
PMDC-arrest, Herroeping van ontbindingsbesluit door ava ongeldig zonder rechterlijke tussenkomst Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 30-01-2007 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2007:AZ7737
Koper handelt onrechtmatig bij bewust profiteren van niet nakoming door verkoper met andere contractspartij Instantie Hoge Raad Datum 26-01-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:AZ1084
Uitleg huwelijksvoorwaarden leidt tot een finale verrekening wegens niet-uitvoeren van periodiek verrekenbeding Instantie Hoge Raad Datum 19-01-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:AZ1106
Charles-Tijmens, heffing BTW over privégebruik Instantie Hoge Raad Datum 05-01-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:AY5944
Geruisloze doorschuiving bedrijfspand aan echtgenoot mogelijk Instantie Hoge Raad Datum 05-01-2007 Nummer ECLI:NL:HR:2007:AY9928
Ook volgens HR is woonplaatsfictie niet in strijd met EG-verdrag Instantie Hoge Raad Datum 22-12-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AQ7098
Bijstand wordt ingetrokken omdat geen beroep is gedaan op legitieme portie Instantie Centrale Raad van Beroep Datum 20-12-2006 Nummer ECLI:NL:CRVB:2006:AZ4879
Ontvanger/Roelofsen Instantie Hoge Raad Datum 08-12-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AZ0758
HR 01-12-2006, nr 40369 Instantie Hoge Raad Datum 01-12-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AU7741
HR 01-12-2006, nr. 40518 Instantie Hoge Raad Datum 01-12-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AZ3355
Hof Den Bosch 21-11-2006, nr. R200600632 Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 21-11-2006 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2006:AZ4506
Niet zeker of rechten van gebruik en bewoning geldig zijn nu bewoond gedeelte geen afzonderlijke zaak civielrechtelijke zin is Instantie Hoge Raad Datum 17-11-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AZ2380
Gebreken aangekochte zaak melden bij verkopende makelaar? Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum 15-11-2006 Nummer ECLI:NL:GHLEE:2006:AZ2393
Een bestuurder is belanghebbende in de zin van art. 2:298 BW Instantie Hoge Raad Datum 10-11-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AY8290
Hof Amsterdam 09-11-2006, 1107/2006 NOT Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 09-11-2006 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2006:AZ2189
Hof Amsterdam 09-11-2006, nr 05/01979 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 09-11-2006 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2006:AZ5667
Bedrag ter vergoeding van letselschade bij bedrijfsongeval is in casu niet verknocht Instantie Hoge Raad Datum 03-11-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AX7805
Niet gebruiken van onherroepelijke volmacht komt voor rekening koper Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 31-10-2006 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2006:AZ1329
De enkele omstandigheid dat op een perceel schapen aanwezig zijn, is onvoldoende om een bedrijfsmatige exploitatie van de grond aan te nemen Instantie Rechtbank Haarlem Datum 16-10-2006 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2006:AZ2187
Begrip 'inkomsten uit arbeid' omvat in casu niet impliciet ook de (ondernemings)winsten Instantie Hoge Raad Datum 06-10-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AX8847
Afkoopsom alimentatie niet aftrekbaar als echtscheiding nog niet is ingeschreven Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 05-10-2006 Nummer ECLI:NL:GHARN:2006:AY9957
Inbreng onroerende zaak in maatschap: aandeel in boekwaarde 50%, in stille reserves 1% Instantie Rechtbank Arnhem Datum 25-09-2006 Nummer ECLI:NL:RBARN:2006:AY9633
Bepaling die verliesverrekening beperkt, niet van toepassing bij uitbreiding belang in verbonden verliesvennootschap Instantie Hoge Raad Datum 22-09-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AW2299
BV is niet de omzetbelastingplichtige voor het tijdvak waarin zij nog niet is opgericht Instantie Hoge Raad Datum 22-09-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AY8654
Bij toepassing waarderingsmethode is gebruiksmogelijkheid van een ruimte van belang Instantie Rechtbank Arnhem Datum 18-09-2006 Nummer ECLI:NL:RBARN:2006:AZ7344
Vervalbeding met betrekking op vordering wegens teveel betaalde huishoudkosten niet in strijd met redelijkheid en billijkheid Instantie Hoge Raad Datum 15-09-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AW3044
Bij kosteloze vereffening komen ook griffierechten voor het verzoek daartoe ten laste van de Staat Instantie Rechtbank Zwolle-Lelystad Datum 11-09-2006 Nummer ECLI:NL:RBZLY:2006:AY7923
HR 08-09-06, nr 41652 Instantie Hoge Raad Datum 08-09-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AU4365
Moment van betaling door deelgenoot bepalend voor tijdstip van aftrek bij belanghebbende Instantie Hoge Raad Datum 08-09-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AS8020
Bepaling omtrent vernietigbare verdeling niet van toepassing bij onder oud recht gesloten echtscheidingsconvenant Instantie Hoge Raad Datum 01-09-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AT4544
Inspecteur slaagt in bewijslast over waarde van woning in geschil omtrent koopsomsplitsing Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum 11-08-2006 Nummer ECLI:NL:GHLEE:2006:AY6282
Verbouwing praktijkgedeelte woon/bedrijfspand leidt tot integratieheffing Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 24-07-2006 Nummer ECLI:NL:GHARN:2006:AY7277
Ongewijzigd voortbestaan erfdienstbaarheid in strijd met algemeen belang: wijziging Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 19-07-2006 Nummer 231445 / HA ZA 05-201
TBS-regeling ook van toepassing als samenwerkingsverband alleen beleggingsactiviteiten verricht Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 19-07-2006 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2006:AY8370
HR 14-07-2006, nr 39201 Instantie Hoge Raad Datum 14-07-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AY3639
HR 14-07-2006, nr 39262 Instantie Hoge Raad Datum 14-07-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AY3640
Onderbrengen van vermogen in trust is prestatie die grondslag vormt voor uitkeringsverplichting Instantie Hoge Raad Datum 14-07-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AY3639
Ongebruikelijke terbeschikkingstelling door inspecteur betwist Instantie Rechtbank 's-Gravenhage Datum 14-07-2006 Nummer ECLI:NL:RBSGR:2006:AY8582
Hoewel eigenaar van een dienend erf bevoegd is zijn erf af te sluiten, moet hij de eigenaar van een heersend erf onbelemmerde toegang verschaffen Instantie Hoge Raad Datum 23-06-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AW6598
Uitleg huwelijkse voorwaarden en facultatief periodiek verrekenbeding Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 22-06-2006 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2006:AY3871
Ook een referentie object in een ander dorp is toegestaan Instantie Rechtbank Groningen Datum 15-06-2006 Nummer ECLI:NL:RBGRO:2006:AY6436
Hof Arnhem 13-06-2006, nr 1071/2005 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 13-06-2006 Nummer ECLI:NL:GHARN:2006:AY5543
Juridische factoren: Vrijstelling van bestemmingsplan kan WOZ-waarde verhogen Instantie Hoge Raad Datum 09-06-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AX7319
Bij verkrijging juridisch eigendom opstalrecht, geen vermindering waarde economisch eigendom voor maatstaf van heffing Instantie Hoge Raad Datum 02-06-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AT7227
HR 02-06-2006, nr. 41086 Instantie Hoge Raad Datum 02-06-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AT7227
Overdracht project aangemerkt als overdracht van algemeenheid van goederen Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum 31-05-2006 Nummer ECLI:NL:GHLEE:2006:AX8464
Beroepsvoetbalclub is geen ANBI Instantie Hoge Raad Datum 12-05-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AT8202
Hoge Raad 12-05-2006, nr 41105 Instantie Hoge Raad Datum 12-05-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AV0430
Machtiging vaststellen geldvordering gehandicapt kind en schending legitieme portie? Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 11-05-2006 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2006:AX1177
HR 28-04-2006, 40956 Instantie Hoge Raad Datum 28-04-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AW4062
Voor vernietiging verdeling o.g.v. dwaling is niet vereist dat andere deelgenoot wist dat benadeelde omtrent waarde Instantie Hoge Raad Datum 28-04-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AV8719
Verdeling van een goed behorend tot bijzondere gemeenschap naar evenredigheid van aandeel Instantie Hoge Raad Datum 21-04-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AU8938
Beschikking geen aanslag en de mogelijkheid tot navordering Instantie Hoge Raad Datum 14-04-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AT7225
Hof Den Haag 14 april 2006 nr 05/441, ECLI:NL:GHSGR:2006:AX6297 Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 14-04-2006 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2006:AX6297
Herzieningsbepalingen zijn ook van toepassing als wijziging op recht van aftrek afhangt van vrijwillige keuze (Uudenkaupungin kaupunki) Instantie Hof van Justitie EU Datum 30-03-2006 Nummer ECLI:EU:C:2006:214
Geringe bewerkingen aan onbebouwde grond leiden tot kwalificatie als bouwterrein Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 29-03-2006 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2006:AX9342
Boetebeding niet onredelijk bezwarend Instantie Hoge Raad Datum 24-03-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AV1706
Geen consolidatie bij zustervennootschappen Instantie Hoge Raad Datum 17-03-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AV5025
Beoordelingsfactoren duurzaam gemeenschappelijke huishouding Instantie Hoge Raad Datum 10-03-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AU6932
Bestuursbevoegdheid van belang voor toerekening inkomsten uit vermogen Instantie Hoge Raad Datum 10-03-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AU2004
Kadaster heeft recht op vrijstelling overdrachtsbelasting Instantie Hoge Raad Datum 10-03-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AU7739
Bedenktijd voor particulier geldig in koopakte tussen ondernemers Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 07-03-2006 Nummer ECLI:NL:GHARN:2006:AV4864
Aankoop woning kan tijdelijk met eigen middelen worden gefinancierd Instantie Hoge Raad Datum 24-02-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AV2336
Berekening belastingclaim afkoopwaarde voor vaststelling verrekenvordering dient te geschieden aan de hand van waarde op peildatum Instantie Hoge Raad Datum 24-02-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AU6095
Halifax Instantie Hof van Justitie EU Datum 21-02-2006 Nummer ECLI:EU:C:2006:121
Definitie beheer (art. 3:170 BW) Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 31-01-2006 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2006:AW2564
Hundscheid/Schwanen II Instantie Hoge Raad Datum 27-01-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AU5698
Langdurige afwezigheid executeur-testamentair geen reden voor verlenging bezwaartermijn Instantie Hoge Raad Datum 27-01-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AV0406
Rol van makelaar ter zake van aanvang bedenktijd; wees zorgvuldig bij terhandstelling Instantie Rechtbank 's-Gravenhage Datum 25-01-2006 Nummer ECLI:NL:RBSGR:2006:AV1914
Geen toestemming vereist voor borgstelling bestuurder bij economisch eigendom aandelen in B.V./N.V. Instantie Hoge Raad Datum 20-01-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AU5681
Hof Den Bosch, nr. 03/00626, ECLI:NL:GHSHE:2006:AV1519 Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 18-01-2006 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2006:AV1519
Geen verschoningsrecht bij bemiddeling Instantie Hoge Raad Datum 13-01-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AU4533
Bij onvoldoende vermogen in huwelijksgemeenschap kan voor de helft van reprise verhaal worden gehaald op privévermogen van andere echtgenoot Instantie Hoge Raad Datum 13-01-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AU2399
Megafleur Instantie Hoge Raad Datum 13-01-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AU4120
Veilingkosten voor rekening van koper: heffingsmaatstaf overdrachtsbelasting Instantie Hoge Raad Datum 13-01-2006 Nummer ECLI:NL:HR:2006:AU9512
Instandhouding van het bosbestand kan niet als bedrijfsmatige exploitatie kan worden gezien Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum 11-01-2006 Nummer ECLI:NL:RBLEE:2006:AU9608
Bij invulling 'normaal gebruik' is de bedoeling van contracterende partijen doorslaggevend Instantie Hoge Raad Datum 23-12-2005 Nummer ECLI:NL:HR:2005:AU2414
Marks & Spencer II Instantie Hof van Justitie EU Datum 13-12-2005 Nummer C-446/03
SEVIC-arrest Instantie Hof van Justitie EU Datum 13-12-2005 Nummer C411/03
Ontvankelijkheid van verzoek tot vaststelling van het vaderschap, voldoende aannemelijk dat zoon kind is van verwerker Instantie Hoge Raad Datum 09-12-2005 Nummer ECLI:NL:HR:2005:AU3262
Creditcardschuld en bijstandverhaal: beide schulden zijn verknocht Instantie Rechtbank 's-Gravenhage Datum 02-12-2005 Nummer ECLI:NL:RBSGR:2005:AU9129
Waardering melkquotum los van rentabiliteit van bedrijf Instantie Hoge Raad Datum 02-12-2005 Nummer ECLI:NL:HR:2005:AU7356
Onjuiste dagvaarding leidt niet tot niet-ontvankelijkheid indien geen in rechte te dienen belang wordt geschaad Instantie Hoge Raad Datum 25-11-2005 Nummer ECLI:NL:HR:2005:AU1955
Verhuur of verpachting voor ongewoon lange periode is geen ongewone of voor de eigenaar bezwarende voorwaarde in de zin van art. 5:94 lid 2 BW Instantie Hoge Raad Datum 25-11-2005 Nummer ECLI:NL:HR:2005:AT8242
HR 11-11-2005, nr. 40421 Instantie Hoge Raad Datum 11-11-2005 Nummer ECLI:NL:HR:2005:AU6018
Valt verbreding uitweg onder verplichting tot onderhoud? Wie moet betalen? Instantie Rechtbank Arnhem Datum 02-11-2005 Nummer ECLI:NL:RBARN:2005:AU9740
Zaak Levob Instantie Hof van Justitie EU Datum 27-10-2005 Nummer C-41/04
Koper te goeder trouw door gewekt vertrouwen dat toestemming vrouw telefonisch was verleend Instantie Rechtbank Arnhem Datum 26-10-2005 Nummer ECLI:NL:RBARN:2005:AU9080
Postorderschulden zijn niet verknocht Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 25-10-2005 Nummer ECLI:NL:GHARN:2005:AU5416
Als inspecteur en belanghebbende WOZ-waarde niet aannemelijk maken, mag rechter de WOZ-waarde vaststellen Instantie Hoge Raad Datum 14-10-2005 Nummer ECLI:NL:HR:2005:AU4300
Herbouw afgebrand pand leidt in casu tot vervaardiging van een nieuw gebouw Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 14-10-2005 Nummer BK-04/00052
Korfbalvelden-arrest Instantie Hoge Raad Datum 14-10-2005 Nummer ECLI:NL:HR:2005:AU4302
Afboeken herinvesteringsreserve Instantie Hoge Raad Datum 30-09-2005 Nummer ECLI:NL:HR:2005:AU3552
Verkoop tegen going-concernwaarde is in casu een gift Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 28-09-2005 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2005:AU3251
HR 23-09-2005, nr 41367 Instantie Hoge Raad Datum 23-09-2005 Nummer ECLI:NL:HR:2005:AU3173
Moeiende holding of exploitatie-BV? Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 20-09-2005 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2005:AU4321
HR 16-09-2005, nr. 39256 Instantie Hoge Raad Datum 16-09-2005 Nummer ECLI:NL:HR:2005:AU2781
Notaris had depotovereenkomst schriftelijk moeten vastleggen Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 15-09-2005 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2005:AU3276
Liquidatie-uitkering van pensioenstichting Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 12-09-2005 Nummer ECLI:NL:GHARN:2005:AU4247
Verplichting tot betalen van servicekosten is geen waardedrukkende factor voor WOZ-waarde Instantie Hoge Raad Datum 09-09-2005 Nummer ECLI:NL:HR:2005:AU2341
Renteaftrek geweigerd omdat deze niet werd gedragen door ex-echtgenoot Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum 02-09-2005 Nummer ECLI:NL:GHLEE:2005:AU2102
Inbreng op een lijn gesteld met reguliere koop Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 31-08-2005 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2005:AU3698
Beroepsaansprakelijkheid van de notaris op fiscaal gebied Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 25-08-2005 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2005:AU1912
Hof Arnhem 25-08-2005, nr 04-01650 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 25-08-2005 Nummer ECLI:NL:GHARN:2005:AU3192
Groenemeijer/Payroll Instantie Hoge Raad Datum 12-08-2005 Nummer ECLI:NL:HR:2005:AT7799
Hof Amsterdam 28-07-2005, nr 04/02887 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 28-07-2005 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2005:AU0463
Hof Den Haag 27-07-2005, nrs 893-H-04 en 370-H-05 Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 27-07-2005 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2005:AT9604
Hypotheekrecht gaat mee over bij ruilverkaveling ondanks niet-vermelding recht in de akte van toedeling Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 21-07-2005 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2005:AU4860
HR 08-07-2005, nr. 39870 Instantie Hoge Raad Datum 08-07-2005 Nummer ECLI:NL:HR:2005:AQ7212
Is de verderling van de gemeenschap nog niet vastgesteld, dan is daarop gebaseerde vordering (nog) geen vordering tot betaling en is debiteur niet in verzuim zijn Instantie Hoge Raad Datum 08-07-2005 Nummer ECLI:NL:HR:2005:AT2623
Verkoop van zelf gebouwde woning leidt tot resultaat uit overige werkzaamheden Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum 08-07-2005 Nummer ECLI:NL:RBLEE:2005:AU2807
Waardevaststelling voor stacaravanchalets op gehuurde grond ten onrechte achterwege gelaten Instantie Hoge Raad Datum 24-06-2005 Nummer ECLI:NL:HR:2005:AQ7093
Afwijzing van verrekening van voorhuwelijks vermogen Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 01-06-2005 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2005:AT6484
HR 20-05-2005, nr 40637 Instantie Hoge Raad Datum 20-05-2005 Nummer ECLI:NL:HR:2005:AT5916
Kerkgenootschappen vallen binnen werkingssfeer van titel inzake fusie en splitsing Instantie Rechtbank Arnhem Datum 10-05-2005 Nummer ECLI:NL:RBARN:2005:AT5271
Rechtbank Alkmaar 4 mei 2005, nr 71340/HA ZA 04-171, ECLI:NL:RBALK:2005:AT5178 Instantie Rechtbank Alkmaar Datum 04-05-2005 Nummer ECLI:NL:RBALK:2005:AT5178
Belastingplicht duurt voort zolang de activiteiten verband houden met de beëindiging van de economische activiteit Instantie Hof van Justitie EU Datum 03-05-2005 Nummer ECLI:EU:C:2005:128
HR 22 april 2005, nr 37984 Instantie Hoge Raad Datum 22-04-2005 Nummer ECLI:NL:HR:2005:AO9006
Berekenen erfdelen na wettelijke verdeling vergt geen machtiging; wettelijk vertegenwoordiger krijgt goedkeuring ex art. 3:183 lid 2 BW Instantie Rechtbank Zwolle-Lelystad Datum 20-04-2005 Nummer ECLI:NL:RBZLY:2005:AT4248
Eggenhuizen/Unidek Volumebouw Instantie Hoge Raad Datum 15-04-2005 Nummer ECLI:NL:HR:2005:AS2030
Ontslag als bestuurder betekent ook het einde van de dienstbetrekking Instantie Hoge Raad Datum 15-04-2005 Nummer ECLI:NL:HR:2005:AS2713
Ondanks huwelijksgemeenschap is pand geheel ondernemings-vermogen Instantie Hoge Raad Datum 01-04-2005 Nummer ECLI:NL:HR:2005:AT3030
Hof Den Bosch 29-03-2005, nr C0300222-BR Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 29-03-2005 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2005:AT9886
Verkoop tegen agrarische waarde zonder meerwaardeclausule niet per definitie schenking Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 15-03-2005 Nummer ECLI:NL:GHARN:2005:AT1011
Verschoonbare ontwetendheid geen reden voor niet-ontvankelijkheid Instantie Hoge Raad Datum 11-03-2005 Nummer ECLI:NL:HR:2005:AR7437
HR 04-03-2005, nr C03/195HR Instantie Hoge Raad Datum 04-03-2005 Nummer ECLI:NL:HR:2005:AR6165
Zaak Arthur Andersen Instantie Hof van Justitie EU Datum 03-03-2005 Nummer C-472/03
Opname vrouw in psychiatrische inrichting in casu bijzondere omstandigheid voor verlengen termijn voor doen van afstand van gemeenschap Instantie Rechtbank Arnhem Datum 25-02-2005 Nummer ECLI:NL:RBARN:2005:AT3859
Geen verjaring bij houderschap: over erfgrens gebouwde schuur na 35 jaar afbreken Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 09-02-2005 Nummer ECLI:NL:RBROT:2005:AT5302,
Afstand om niet van recht van gebruik en bewoning: geen bevoordelingsbedoeling Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum 21-01-2005 Nummer ECLI:NL:GHLEE:2005:AS3945
Gebruiken leeftijd partner kan niet bij ongehuwde samenwoners Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 20-01-2005 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2005:AS8598
Begrip wezenlijk gebrek bij onroerende zaak ingevuld aan de hand van omstandigheden van het geval en deskundigenonderzoek Instantie Rechtbank Arnhem Datum 19-01-2005 Nummer ECLI:NL:RBARN:2005:AS6049
Het afsluiten van een levensverzekering door bewindvoerder is geen daad van beheer Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 18-01-2005 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2005:AS3443
Erfdienstbaarheid niet ingeschreven, dus niet te goeder trouw; bevrijdende verjaring pas vanaf 2012 mogelijk Instantie Rechtbank Dordrecht Datum 05-01-2005 Nummer ECLI:NL:RBDOR:2005:AR8691
Bij overdracht appartement na splitsing moet vermindering naar evenredigheid plaatsvinden Instantie Hoge Raad Datum 24-12-2004 Nummer ECLI:NL:HR:2004:AR8188
Bouwterrein in de omzetbelasting verliest niet snel status van bouwterrein Instantie Hoge Raad Datum 24-12-2004 Nummer ECLI:NL:HR:2004:AO7691
Kettingbeding mag grondgebruik verder beperken dan bestemmingsplan Instantie Hoge Raad Datum 24-12-2004 Nummer ECLI:NL:HR:2004:AR3642
Art. 7:15 BW niet van toepassing bij lagere huuropbrengst dan overeengekomen Instantie Rechtbank Zutphen Datum 15-12-2004 Nummer ECLI:NL:RBZUT:2004:AR8256
Non-conformiteit als omvang gekocht pand te zeer afwijkt van overeenkomst Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum 08-12-2004 Nummer ECLI:NL:RBLEE:2004:AR7390
Uitleg van erfstelling ten behoeve van ex-partner Instantie Hoge Raad Datum 03-12-2004 Nummer ECLI:NL:HR:2004:AR0196
Pas wanneer verweer van wederpartij daartoe aanleiding geeft, moet lasthebber bewijzen dat hij bevoegd is op eigen naam op te treden Instantie Hoge Raad Datum 26-11-2004 Nummer ECLI:NL:HR:2004:AP9665
Bank aansprakelijk voor meer geheven erfbelasting door ondertekening partnerverkaring Instantie Rechtbank Arnhem Datum 24-11-2004 Nummer ECLI:NL:RBARN:2004:AS3598
SA Temco Europe Instantie Hof van Justitie EU Datum 18-11-2004 Nummer C-284/03
Hof Den Bosch 09-11-2004, nr R200300622 Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 09-11-2004 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2004:AR5982
Bij schenking aan een onbekende moet de aanslag aan de onbekende worden opgelegd Instantie Hoge Raad Datum 29-10-2004 Nummer ECLI:NL:HR:2004:AR4759
Kredietruimte-arrest Instantie Hoge Raad Datum 29-10-2004 Nummer ECLI:NL:HR:2004:AP4504
Verkoop effecten door executeur in casu daad van goed beheer Instantie Rechtbank Zwolle-Lelystad Datum 28-10-2004 Nummer ECLI:NL:RBZLY:2004:AR4899
Schuldenaar is in verzuim vanaf moment dat hij in gebreke is van nakoming Instantie Hoge Raad Datum 22-10-2004 Nummer ECLI:NL:HR:2004:AO9494
Maatschap op aandelen valt onder artikel 4 WBR, dus géén econoom Instantie Hoge Raad Datum 15-10-2004 Nummer ECLI:NL:HR:2004:AO3184
Woning bestemd als ?bedrijfswoning?: koopovereenkomst terecht ontbonden wegens niet aanvaarde bijzondere beperking Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 08-10-2004 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2004:AR6054
Gedeeltelijke omzetting stakingswinst in lijfrente mmogelijk voor zover onderneming wordt geliquideerd of doorverkocht Instantie Hoge Raad Datum 01-10-2004 Nummer ECLI:NL:HR:2004:AR3101
HR 01-10-2004, nr C03/007HR, ECLI:NL:HR:2004:AO9558 Instantie Hoge Raad Datum 01-10-2004 Nummer ECLI:NL:HR:2004:AO9558
Inspecteur moet gegevens verschaffen waaruit kan worden afgeleid welk bedrag aan loon gebruikelijk is Instantie Hoge Raad Datum 17-09-2004 Nummer ECLI:NL:HR:2004:AN8666
Doorlevering landerijen kort na de verkrijging tast art. 15.1.q WBR niet aan Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 08-09-2004 Nummer ECLI:NL:GHARN:2004:AR3596
Waardevermeerdering echtelijke woning viel gedeeltelijke onder uitsluitingsclausule Instantie Rechtbank Breda Datum 05-08-2004 Nummer ECLI:NL:RBBRE:2004:AR6122
Onder 'zuivere inkomsten' vallen in casu het salaris en dividenduitkeringen Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 20-07-2004 Nummer ECLI:NL:GHARN:2004:AR8328
Een transactieketen in de kavelruil in verband met de overdracht van een geheel bedrijf is te kenmerken als een samenstel van koop- en verkooptransacties die los staat van het ruilproces Instantie Raad van State Datum 07-07-2004 Nummer ECLI:NL:RVS:2004:AP8246
Hof Amsterdam 01-07-2004, nr 1080 NOT Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 01-07-2004 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2004:AQ5400
Hof Den Bosch 30-06-2004, nr 03/02113 Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 30-06-2004 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2004:AQ1741
Afwijking huwelijkse voorwaarden door onderling overeenstemmend gedrag Instantie Hoge Raad Datum 18-06-2004 Nummer ECLI:NL:HR:2004:AO7004
Faillissementsafwikkeling huwelijksgemeenschap heeft voorrang boven de afwikkeling conform WSNP Instantie Hoge Raad Datum 04-06-2004 Nummer ECLI:NL:HR:2004:AO6933
Het niet toegestaan zijn van splitsing is geen belemmering voor zelfstandige kwalificatie Instantie Hoge Raad Datum 28-05-2004 Nummer ECLI:NL:HR:2004:AO9861
Gemeente Leusden Instantie Hof van Justitie EU Datum 29-04-2004 Nummer C-487/01
EDM Instantie Hof van Justitie EU Datum 24-04-2004 Nummer ECLI:EU:C:2004:243
Materiële belastingschuld voldoende voor vermindering (I) Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 19-04-2004 Nummer ECLI:NL:GHARN:2004:AO8717
Schijnhuwelijk zorgt voor nietigverklaring huwelijk Instantie Gerechtshof 's-Gravenhage Datum 14-04-2004 Nummer ECLI:NL:GHSGR:2004:AO8640
Gevolgen voor de inkomstenbelasting van een meerwaardeclausule Instantie Hoge Raad Datum 09-04-2004 Nummer ECLI:NL:HR:2004:AO7332
Aan een transactieketen in de kavelruil werd de ministeriële goedkeuring onthouden omdat niet werd voldaan aan het vereiste van objectieve verbetering Instantie Rechtbank Leeuwarden Datum 30-03-2004 Nummer ECLI:NL:RBLEE:2004:AU9262
Strikte conformiteit lijdt niet alleen uitzondering als aan zijde van begunstigde sprake is van bedrog en willekeur, maar ook als dat het geval is aan zijde van wiens opdracht garantie is gesteld Instantie Hoge Raad Datum 26-03-2004 Nummer ECLI:NL:HR:2004:AO2778
Onder omstandigheden kan vanaf huwelijk sprake zijn van duurzaam gescheiden leven voor de AOW Instantie Centrale Raad van Beroep Datum 19-03-2004 Nummer ECLI:NL:CRVB:2004:AO6231
Hof gaat uit van klachttermijn van twee maanden voor beroep op dwaling, bedrog of onrechtmarige daad Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 16-03-2004 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2004:AO6189
Procespartij mag in beginsel niet van hoedanigheid wisselen Instantie Hoge Raad Datum 12-03-2004 Nummer ECLI:NL:HR:2004:AN8483
Hughes de Lasteyrie de Saillant Instantie Hof van Justitie EU Datum 11-03-2004 Nummer C-9/02
'Koop breekt geen huur' niet van toepassing indien eigendom wordt overgedragen door eigenaar die niet de verhuurder is (Vagobel-arrest) Instantie Hoge Raad Datum 05-03-2004 Nummer ECLI:NL:HR:2004:AN9687
Ruilverkavelingsrente vormt beperking van bijzondere aard, hogere last dan afgesproken leidt tot niet-nakomen koopovereenkomst (Bos/Smeenk) Instantie Hoge Raad Datum 27-02-2004 Nummer ECLI:NL:HR:2004:AN9072
Pensioenfonds DSM-Chemie/Fox Instantie Hoge Raad Datum 20-02-2004 Nummer ECLI:NL:HR:2004:AO1427
Vermelding omzetbelasting in brief maakt nog geen factuur Instantie Hoge Raad Datum 20-02-2004 Nummer ECLI:NL:HR:2004:AO4205
Reinders/Didam Instantie Hoge Raad Datum 06-02-2004 Nummer ECLI:NL:HR:2004:AO3045
Economisch binnen doch juridisch buiten zes maanden Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 21-01-2004 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2004:AO6978
Testamentaire bepaling waardoor de bezwaarde bij testament over residu kan beschikken (Boerenplaatsje) Instantie Hoge Raad Datum 16-01-2004 Nummer ECLI:NL:HR:2004:AN8282
Family life (art. 8 EVRM) geeft geen recht op erkenning als erfgenaam Instantie Europese Hof voor de Rechten van de Mens Datum 13-01-2004 Nummer ECLI:CE:ECHR:2004:0113JUD003698397
Gedeelte van onroerende zaak kan zelfstandig zijn voor omzetbelasting Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 24-12-2003 Nummer ECLI:NL:GHARN:2003:AO1476
Bij bepalen behoefte alimentatiegerechtigde moet rekening worden gehouden met alle relevante omstandigheden Instantie Hoge Raad Datum 19-12-2003 Nummer ECLI:NL:HR:2003:AM2379
Slotuitkering zowel belast met loonbelasting als successierecht (derdenbeding) Instantie Hoge Raad Datum 19-12-2003 Nummer ECLI:NL:HR:2003:AO0645
Ongehuwde samenwoner verplicht tot delen waardestijging gezamenlijke woning Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 18-12-2003 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2003:AR5527
Gehandeld in zakelijk relatie met betrekking tot verstrekken en het prijsgeven van garantie Instantie Hoge Raad Datum 12-12-2003 Nummer ECLI:NL:HR:2003:AH8973
Geruisloze inbreng mag gepaard gaan met wijzigingen in de onderneming Instantie Hoge Raad Datum 12-12-2003 Nummer ECLI:NL:HR:2003:AF8535
Recht van overgang: leveringsverplichting uit hoofde van economische eigendomsoverdracht aftrekbaar (Barbier) Instantie Hof van Justitie EU Datum 11-12-2003 Nummer C-364/01
Verjaring van een rechtsvordering wordt gestuit zolang deze wordt erkend door wederpartij Instantie Rechtbank Arnhem Datum 10-12-2003 Nummer ECLI:NL:RBARN:2003:AO1054
Werknemersvrijstelling uit de Successiewet van toepassing op verkrijging van huishoudelijke hulp Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 10-12-2003 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2003:AO2336
Zonder feitelijk macht over zaak kan geen retentierecht bestaan Instantie Hoge Raad Datum 05-12-2003 Nummer ECLI:NL:HR:2003:AL8440
Het fokken van renpaarden vormde geen activiteit in de landbouwsfeer Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum 05-12-2003 Nummer ECLI:NL:GHLEE:2003:AN9819
Haviltex-criterium ook toepasselijk op uitleg huwelijkse voorwaarden Instantie Hoge Raad Datum 28-11-2003 Nummer ECLI:NL:HR:2003:AK3697
Zita Modes Instantie Hof van Justitie EU Datum 27-11-2003 Nummer ECLI:EU:C:2003:644
Een bepaalde hoedanigheid kan niet pas in hoger beroep worden aangevoerd Instantie Hoge Raad Datum 21-11-2003 Nummer ECLI:NL:HR:2003:AJ0498
Buurman mag verbouwen ondanks erfdienstbaarheid van uitzicht en licht Instantie Rechtbank Alkmaar Datum 13-11-2003 Nummer ECLI:NL:RBALK:2003:AN9131
Uitzondering als aan de vermelding van verschuldigde BTW binnen het stelsel van de BTW geen zelfstandige betekenis kan worden toegekend Instantie Hof van Justitie EU Datum 06-11-2003 Nummer C-78/02 tot C-80/02
HvJ EG: woonplaatsfictie niet in strijd met EG-verdrag (Van Hilten-van der Heijden) Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 05-11-2003 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2003:AN9440
Erfgenamen geen belanghebbenden in de zin van Boek 1 Rv in procedure tot wijziging van testamentaire last Instantie Rechtbank Arnhem Datum 29-10-2003 Nummer ECLI:NL:RBARN:2003:AN9188
Losstaande transacties leiden niet tot objectieve verbetering Instantie Raad van State Datum 29-10-2003 Nummer ECLI:NL:RVS:2003:AM5489
Afspraak over gebruik vliering geen kwalitatieve verplichting wegens ontbreken notariële akte Instantie Hoge Raad Datum 24-10-2003 Nummer ECLI:NL:HR:2003:AM2625
Afkoop alimentatieverplichting door gemeenschapsschuld voor eigen rekening te nemen Instantie Hoge Raad Datum 19-09-2003 Nummer ECLI:NL:HR:2003:AK8291
Opleggen (navorderings)aanslag aan niet meer bestaande rechtspersoon is niet meer dan vaststellen bestaan schuld Instantie Hoge Raad Datum 19-09-2003 Nummer ECLI:NL:HR:2003:AK8288
Bosal Instantie Hof van Justitie EU Datum 18-09-2003 Nummer ECLI:EU:C:2003:479
Niet mogelijk om lijfrente te bedingen van stakingswinst als doorverkoop van onderneming van tevoren is overeengekomen Instantie Hoge Raad Datum 12-09-2003 Nummer ECLI:NL:HR:2003:AF3285
Omzetting stakingswinst in lijfrente niet mogelijk bij tevoren overeengekomen directe doorverkoop van (gedeelte van) de onderneming Instantie Hoge Raad Datum 12-09-2003 Nummer ECLI:NL:HR:2003:AF3285
Vervuiling: Met na de waardepeildatum ontdekte verontreiniging moet alsnog rekening worden gehoude Instantie Hoge Raad Datum 05-09-2003 Nummer ECLI:NL:HR:2003:AI5685
Geen navordering als aanslag te laag is vastgesteld als gevolg van verwijtbaar onjuist inzicht in feiten of recht bij Inspecteur Instantie Hoge Raad Datum 08-08-2003 Nummer ECLI:NL:HR:2003:AI0921
Verzoek termijn voor aanvaarden nalatenschap Instantie Rechtbank Zwolle Datum 15-07-2003 Nummer ECLI:NL:RBZWO:2003:AH9930
Fortis/Kelders Instantie Hoge Raad Datum 11-07-2003 Nummer ECLI:NL:HR:2003:AF7513
Nieuwe eigenaar heeft recht op nieuwe WOZ-beschikking Instantie Hoge Raad Datum 11-07-2003 Nummer ECLI:NL:HR:2003:AH9768
Zweedse schone Instantie Hoge Raad Datum 27-06-2003 Nummer ECLI:NL:HR:2003:AF7541
Onzakelijk handelen door holding is een schenking bovenlangs Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 20-06-2003 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2003:AQ9982
Terughoudendheid bij analoge toepassing van art. 25 Wna voor andere beroepsgroepen dan notarissen, gerechtsdeurwaarders, accountants of advocaten Instantie Hoge Raad Datum 13-06-2003 Nummer ECLI:NL:HR:2003:AF3413
Uitleg van een bepaling in een oude akte: erfdienstbaarheid of persoonlijk recht? Instantie Hoge Raad Datum 13-06-2003 Nummer ECLI:NL:HR:2003:AH9168
Beperking van vrijstelling tot overdracht van onderneming aan bepaalde familieleden van ondernemer is niet in strijd met discriminatieverbod Instantie Hoge Raad Datum 06-06-2003 Nummer ECLI:NL:HR:2003:AF9678
Kabelnet is een onroerende zaak Instantie Hoge Raad Datum 06-06-2003 Nummer ECLI:NL:HR:2003:AD3578
Uitleg van testament met de woorden: ?(aanstaande) echtgenote? Instantie Hoge Raad Datum 06-06-2003 Nummer ECLI:NL:HR:2003:AF7003
Voormalig bestuurder kan aangemerkt worden als belanghebbende in enquêteprocedure Instantie Hoge Raad Datum 06-06-2003 Nummer ECLI:NL:HR:2003:AF9440
Verzuim onderzoeksplicht koper speelt rol bij beoordeling non-conformiteit Instantie Rechtbank Maastricht Datum 28-05-2003 Nummer ECLI:NL:RBMAA:2003:AF9738
Gevolgen van onjuiste objectafbakening voor waardebeschikking Instantie Hoge Raad Datum 09-05-2003 Nummer ECLI:NL:HR:2003:AD6058
Geen ondubbelzinnig bezit door voorganger, dus geen voortzetting verjaringstermijn voorganger Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 29-04-2003 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2003:AF9127
HR 25-04-2003, nr 38132 Instantie Hoge Raad Datum 25-04-2003 Nummer ECLI:NL:HR:2003:AF7807
HR 11-04-2003, nr C01/109HR Instantie Hoge Raad Datum 11-04-2003 Nummer ECLI:NL:HR:2003:AF3410
HR 11-04-2003, nr R01/105HR Instantie Hoge Raad Datum 11-04-2003 Nummer ECLI:NL:HR:2003:AF2685
Verhuurder heeft geen verplichting om medebewoner van overleden huurder te informeren over vervaltermijn Instantie Hoge Raad Datum 21-03-2003 Nummer ECLI:NL:HR:2003:AF2683
Ten aanzien van de CV met één beherend vennoot is ook sprake van een afgescheiden vermogen Instantie Hoge Raad Datum 14-03-2003 Nummer ECLI:NL:HR:2003:AF4593
Slopen van bebouwing leidt niet automatisch tot vervaardiging goed ondanks functiewijziging Instantie Hoge Raad Datum 07-03-2003 Nummer ECLI:NL:HR:2003:AE9405
Verwerping door erfgenaam en gevolgen voor diens bevoegdheid als legataris Instantie Hoge Raad Datum 07-03-2003 Nummer ECLI:NL:HR:2003:AF1790
Oude waarderingmethode effecten middels waarde in de Prijscourant is niet in strijd met het EVRM Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 28-02-2003 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2003:AF8389
Eigendom van garage is niet overgedragen Instantie Rechtbank Maastricht Datum 22-01-2003 Nummer ECLI:NL:RBMAA:2003:AF3873
Vordering kan onverpandbaar worden gemaakt zonder overdraagbaarheid uit te sluiten Instantie Hoge Raad Datum 17-01-2003 Nummer ECLI:NL:HR:2003:AF0168
Rechter oordeelt dat levering dient te geschieden zonder opname kettingbeding Instantie Rechtbank Roermond Datum 24-12-2002 Nummer ECLI:NL:RBROE:2002:AF2582
Nu gebruik door ander niet aannemelijk is, worden gronden en schuur aangemerkt als aanhorigheid Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 13-12-2002 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2002:AF4861
Schuur en omliggende grond zijn aanhorigheid nu ze dienstbaar zijn aan eigen woning Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 13-12-2002 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2002:AF4861
Gemeente Groningen/Reilman Instantie Hoge Raad Datum 29-11-2002 Nummer ECLI:NL:HR:2002:AE4553
Bij grove schuld aan onrechtmatige overbouw geen recht op vestigen erfdienstbaarheid Instantie Hoge Raad Datum 15-11-2002 Nummer ECLI:NL:HR:2002:AE8194
Betaling van alimentatie aan ex-partner aftrekbaar wegens dringende morele verplichting? Instantie Hoge Raad Datum 08-11-2002 Nummer ECLI:NL:HR:2002:AE0287
Herstel foute objectafbakening (III) Instantie Hoge Raad Datum 08-11-2002 Nummer ECLI:NL:HR:2002:AF0074
Wanneer men afstand wil doen van een recht, moet het recht waarvan men afstand wil doen kenbaar zijn Instantie Hoge Raad Datum 18-10-2002 Nummer ECLI:NL:HR:2002:AE7008
Tijdelijke opheffing erfdienstbaarheid van weg door verbouwing op dienend erf Instantie Rechtbank 's-Hertogenbosch Datum 10-10-2002 Nummer ECLI:NL:RBSHE:2002:AE8608
Economische vestiging erfpachtrecht is verhuur voor de heffing van omzetbelasting Instantie Hoge Raad Datum 27-09-2002 Nummer ECLI:NL:HR:2002:AE8145
Herstel foute objectafbakening (I) Instantie Hoge Raad Datum 27-09-2002 Nummer ECLI:NL:HR:2002:AE8146
Herstel foute objectafbakening (II) Instantie Hoge Raad Datum 27-09-2002 Nummer ECLI:NL:HR:2002:AD5341
Mulder/Rabobank Instantie Hoge Raad Datum 20-09-2002 Nummer ECLI:NL:HR:2002:AE7842
Schenkvrijstelling voor onvermogenden is alleen van toepassing op natuurlijke personen en niet op rechtspersonen Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 29-08-2002 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2002:AE8137
Opdracht tot bemiddeling houdt geen volmacht tot sluiten koopovereenkomst in Instantie Hoge Raad Datum 09-08-2002 Nummer ECLI:NL:HR:2002:AE2380
Kwalitatief lidmaatschap is onopzegbaar Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 24-07-2002 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2002:AF3489
Afspraken leiden tot samenstel van rechten en plichten dat een belang in het pand vertegenwoordigd Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 22-07-2002 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2002:AF0602
Art. 63 Fw brengt niet met zich dat faillissement van de ene echtgenoot ook dat van de andere echtgenoot betekent Instantie Hoge Raad Datum 12-07-2002 Nummer ECLI:NL:HR:2002:AE4547
Ook teruggaaf van te veel in rekening gebrachte omzetbelasting zonder terugbetaling van belasting aan afnemer Instantie Hoge Raad Datum 12-07-2002 Nummer ECLI:NL:HR:2002:AD7671
Vereist voor een schenking is ook de wil tot bevoordelen en dit moet zelfstandig worden beoordeeld op grond van de omstandigheden Instantie Hoge Raad Datum 12-07-2002 Nummer ECLI:NL:HR:2002:AD7272
Vernietiging wegens wederzijdse dwaling inzake toepassing vrijstelling art. 15.1.h WBR Instantie Hoge Raad Datum 12-07-2002 Nummer ECLI:NL:HR:2002:ZC8145
Elkaar opvolgende gezamenlijke verkrijgingen door deelgenoten in dezelfde verhouding zijn te beschouwen als gezamenlijke verkrijging Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 25-06-2002 Nummer ECLI:NL:GHARN:2002:AE7157
Verkoper niet aansprakelijk voor gebrek waarmee hij onbekend was en dat normaal gebruik niet in de weg staat Instantie Hoge Raad Datum 21-06-2002 Nummer ECLI:NL:HR:2002:AE4392
Glijclausule in ruilovereenkomst Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum 14-06-2002 Nummer ECLI:NL:PHR:2002:AD8503
HR 07-06-2002, nr 36559 Instantie Hoge Raad Datum 07-06-2002 Nummer ECLI:NL:HR:2002:AE3825
Zakelijke onbelichaamde goodwill die geen zelfstandige waarde heeft, wordt niet in verdeling huwelijksgoederengemeenschap betrokken. Instantie Hoge Raad Datum 31-05-2002 Nummer ECLI:NL:HR:2002:AE0748
Verkrijging recht van overpad door verjaring bij kwade trouw pas mogelijk vanaf 1/1/2012 Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 28-05-2002 Nummer KG 2002, 267
HR 26-04-2002, nr 35775 Instantie Hoge Raad Datum 26-04-2002 Nummer ECLI:NL:HR:2002:AD3572
HR 05-04-2002 nr C00/334HR Instantie Hoge Raad Datum 05-04-2002 Nummer ECLI:NL:HR:2002:AD8186
Matiging pensioenverrekening Instantie Hoge Raad Datum 05-04-2002 Nummer ECLI:NL:HR:2002:AD9113
HR 29-03-2002, nr. 36513 Instantie Hoge Raad Datum 29-03-2002 Nummer ECLI:NL:HR:2002:AE0831
Makelaar heeft geen volmacht tot verkoop Instantie Rechtbank Den Haag Datum 27-03-2002 Nummer ECLI:NL:RBSGR:2002:AL9158
Indien aanslag met verhoging niet is gemotiveerd, hoeft belastingplichtige bezwaar niet te motiveren Instantie Hoge Raad Datum 08-03-2002 Nummer ECLI:NL:HR:2002:AD9881
Statutaire bepaling inzake het onderwerpen van besluiten ALV aan referendum (St. Willibrordus) Instantie Hoge Raad Datum 08-03-2002 Nummer ECLI:NL:HR:2002:AD9862
HR 12-02-2002, nr 03237/00 B Instantie Hoge Raad Datum 12-02-2002 Nummer ECLI:NL:HR:2002:AD9162
HR 08-02-2002, nr 36659 Instantie Hoge Raad Datum 08-02-2002 Nummer ECLI:NL:HR:2002:AD9094
Verkoper aansprakelijk voor verzwijgen aangetaste vloerbalken Instantie Hoge Raad Datum 08-02-2002 Nummer ECLI:NL:HR:2002:AD6096
Juridisch eigenaar is ook aansprakelijk voor verzwegen informatie Instantie Hoge Raad Datum 01-02-2002 Nummer ECLI:NL:HR:2002:AD5355
HvJ EG 15-01-2002, nr C-43/00 (Randers Sport) Instantie Hof van Justitie EU Datum 15-01-2002 Nummer C-43/00
Is een onbeplankte zolder een verborgen gebrek? Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 08-01-2002 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2002:AD9069
Moedervennootschap aansprakelijk voor schulden van dochter (Sobi/Hurks) Instantie Hoge Raad Datum 21-12-2001 Nummer ECLI:NL:HR:2001:AD4499
Erfdienstbaarheid tot uitsluitend bouwen van herenhuizen; deskundigenonderzoek door makelaars of woningen als herenhuizen kwalificeren Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 16-12-2001 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2001:AF8236
CSC Financial Services Ltd Instantie Hof van Justitie EU Datum 13-12-2001 Nummer C-235/00
Lindner/Mannaerts Instantie Hoge Raad Datum 26-10-2001 Nummer ECLI:NL:HR:2001:ZC3695
Benadeling schuldeisers vereist voor onverplicht verrichte rechtshandelingen Instantie Hoge Raad Datum 19-10-2001 Nummer ECLI:NL:HR:2001:ZC3654
Testament, waarin wel de dag en de maand maar niet het jaar van het verlijden van de akte was opgenomen, is rectificeerbaar Instantie Hoge Raad Datum 05-10-2001 Nummer ECLI:NL:HR:2001:ZC3665
Erfdienstbaarheid tot houden van boom binnen erfgrens ontstaan door verjaring? Instantie Rechtbank Utrecht Datum 03-10-2001 Nummer ECLI:NL:RBUTR:2001:AD4056
A kan geen eigenaar van de kelder worden door verjaring, nu deze bestanddeel is van woning B Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 02-10-2001 Nummer ECLI:NL:GHARN:2001:AD4563
Invulling begrip samenwoners Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 06-09-2001 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2001:AD3866
Geen bouwterrein als bewerking niet zijn verricht met oog op bebouwing grond Instantie Hoge Raad Datum 10-08-2001 Nummer ECLI:NL:HR:2001:AB3243
Restrictieve uitleg begrip pensioenlichaam Instantie Hoge Raad Datum 10-08-2001 Nummer ECLI:NL:HR:2001:AB3115
Bij de waardebepaling in de overdrachtsbelasting dient geen rekening te worden gehouden met waardedrukkende of -verhogende effecten op de zakelijke tussen onafhankelijke partijen overeengekomen koopsom Instantie Gerechtshof Leeuwarden Datum 01-08-2001 Nummer ECLI:NL:GHLEE:2001:AB3157
Art. 1:160 BW dient restrictief te worden uitgelegd Instantie Hoge Raad Datum 13-07-2001 Nummer ECLI:NL:HR:2001:ZC3603
HR 13-07-2001, nr. 36060 Instantie Hoge Raad Datum 13-07-2001 Nummer ECLI:NL:HR:2001:AB2595
Opstal met asbest kan niet als gebrekkige opstal worden beschouwd in de zin van art. 6:174 BW Instantie Hoge Raad Datum 15-06-2001 Nummer ECLI:NL:HR:2001:AB2149
Voor onbehoorlijk bestuur hoeft geen sprake te zijn van opzet om schuldeisers te benadelen Instantie Hoge Raad Datum 08-06-2001 Nummer ECLI:NL:HR:2001:AB2053
HR 02-05-2001, nr 36199 Instantie Hoge Raad Datum 02-05-2001 Nummer ECLI:NL:HR:2001:AB1375
Komt tekortkoming krachtens verkeersopvattingen voor rekening van schuldenaar? Instantie Hoge Raad Datum 27-04-2001 Nummer ECLI:NL:HR:2001:AB1338
Geheimhoudingsplicht zorginstelling prevaleert boven informatieverzoek onterfde erfgenaam Instantie Hoge Raad Datum 20-04-2001 Nummer ECLI:NL:HR:2001:AB1201
Buurman door extinctieve verjaring eigenaar van grond Instantie Rechtbank Utrecht Datum 12-04-2001 Nummer KG 2001, 171
VNP/Havrij Instantie Hoge Raad Datum 06-04-2001 Nummer ECLI:NL:HR:2001:AB0901
Rechtsverhouding tussen deelgenoten is beslissend voor de vraag hoe een gemeenschap dient te worden gekwalificeerd Instantie Hoge Raad Datum 30-03-2001 Nummer ECLI:NL:HR:2001:AB0805
Klachttermijn van twee maanden bij koop van onroerende zaken is niet onredelijk Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 20-03-2001 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2001:AE0843
Geheel tot privévermogen rekenen van keuzevermogen is toegestaan (Bakcsi) Instantie Hof van Justitie EU Datum 08-03-2001 Nummer ECLI:EU:C:2001:136
Slot/Ceelen Instantie Hoge Raad Datum 02-03-2001 Nummer ECLI:NL:HR:2001:AB0378
Vissersbedrijf Instantie Hoge Raad Datum 02-03-2001 Nummer ECLI:NL:HR:2001:AB0382
Art. 19 lid 2 SW niet in strijd met recht op family life Instantie Hoge Raad Datum 21-02-2001 Nummer ECLI:NL:HR:2001:AB0161
Kuijpers/Wijnveen Instantie Hoge Raad Datum 12-01-2001 Nummer ECLI:NL:HR:2001:AA9429
Koren q.q./Tekstra q.q. Instantie Hoge Raad Datum 12-01-2001 Nummer ECLI:NL:HR:2001:AA9441
Een deelgenoot met het exclusieve gebruik van een gemeenschappelijke zaak, is de overige deelgenoten een gebruiksvergoeding verschuldigd Instantie Hoge Raad Datum 22-12-2000 Nummer ECLI:NL:HR:2000:AA9143
Niet kan worden aanvaard dat op grond van verklaringen of gedragingen een bestuurder van een vennootschap is benoemd Instantie Hoge Raad Datum 15-12-2000 Nummer ECLI:NL:HR:2000:AA9047
Eelder Woningbouw/Van Kammen Instantie Hoge Raad Datum 08-12-2000 Nummer ECLI:NL:HR:2000:AA8901
Aanstellen van twee curatoren of mentoren mogelijk wegens strijd met EVRM Instantie Hoge Raad Datum 01-12-2000 Nummer ECLI:NL:HR:2000:AA8717
Ondernemerschap holdingmaatschappij als direct of indirect moeien in beheer van deelnemingen gepaard gaat met aan BTW onderworpen handelingen Instantie Hof van Justitie EU Datum 14-11-2000 Nummer ECLI:EU:C:2000:623
Geen lijfrentepremie aftrek als overdracht van onderneming aan BV direct wordt gevolgd door overdracht BV aan derde Instantie Hoge Raad Datum 08-11-2000 Nummer ECLI:NL:HR:2000:AA7113
Rainbow-arrest Instantie Hoge Raad Datum 13-10-2000 Nummer ECLI:NL:HR:2000:AA7480
Redelijkheid en billijkheid rechtvaardigen afwijking van verdeling huwelijksgoederengemeenschap bij helfte Instantie Hoge Raad Datum 06-10-2000 Nummer ECLI:NL:HR:2000:AA7362
De forfaitaire berekeningswijze van de SW geldt niet voor waarde onroerende zaak ex art. 9 WBR Instantie Hoge Raad Datum 27-09-2000 Nummer ECLI:NL:HR:2000:AA7252
Peildatum waardering goederen huwelijksgemeenschap Instantie Hoge Raad Datum 22-09-2000 Nummer ECLI:NL:HR:2000:AA7205
Herziening ten onrechte gefactureerde omzetbelasting onder voorwaarden mogelijk (Schmeink & Cofreth/Manfred Strobel) Instantie Hof van Justitie EU Datum 19-09-2000 Nummer ECLI:EU:C:2000:469
Vereffenende vennoten zijn slechts gezamenlijk bevoegd tot het instellen van rechtsvorderingen Instantie Hoge Raad Datum 08-09-2000 Nummer ECLI:NL:HR:2000:AA7043
Vorderingen ten behoeve van de gemeenschap tegen een deelgenoot komen bij de verdeling aan de orde Instantie Hoge Raad Datum 08-09-2000 Nummer ECLI:NL:HR:2000:AA7043
Overlijden kort voor ruilverkaveling: titelzuiverende werking wordt genegeerd Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 14-08-2000 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2000:AA6864
Inschrijving notariële akte ten behoeve van levering treft geen doel meer op dag faillietverklaring Instantie Hoge Raad Datum 14-07-2000 Nummer ECLI:NL:HR:2000:AA6527
Voor waardering van pensioenverplichtingen en lijfrenten in opbouwfase moet worden uitgegaan van marktrente Instantie Hoge Raad Datum 28-06-2000 Nummer ECLI:NL:HR:2000:AA6313
Ruslandavontuur Instantie Hoge Raad Datum 23-06-2000 Nummer ECLI:NL:HR:2000:AA6299
Bij overdracht van eigendom in economische zin gaat de verkrijger het goed niet voor zichtzelf houden zodat hij geen bezitter is Instantie Hoge Raad Datum 21-06-2000 Nummer ECLI:NL:HR:2000:AA6254
Geen sprake van 'wetenschap van een faillissementsaanvraag' alvorens faillissement is aangevraagd Instantie Hoge Raad Datum 16-06-2000 Nummer ECLI:NL:HR:2000:AA6234
Invulling begrip goed opdrachtnemer uit art. 7:401 BW Instantie Hoge Raad Datum 09-06-2000 Nummer ECLI:NL:HR:2000:AA6159
Beperkt gerechtigde van een onroerende zaak is genothebbende Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 07-06-2000 Nummer 98/01159
De uitbreiding van een industrieterrein vormt geen objectieve verbetering van het landelijk gebied Instantie Raad van State Datum 26-05-2000 Nummer ECLI:NL:RVS:2000:AA6834
Samenhang tussen overeenkomsten tussen dezelfde contractspartijen die voortspruiten uit dezelfde rechtsverhouding Instantie Hoge Raad Datum 26-05-2000 Nummer ECLI:NL:HR:2000:AA5964
De Liagre Böhl q.q./Montedison Instantie Hoge Raad Datum 28-04-2000 Nummer ECLI:NL:HR:2000:AA5658
Soetelieve/Stienstra Instantie Hoge Raad Datum 14-04-2000 Nummer ECLI:NL:HR:2000:AA5526
Wortelboer-arrest Instantie Hoge Raad Datum 07-04-2000 Nummer ECLI:NL:HR:2000:AA5405
HR 24-03-2000, nr C98/267HR Instantie Hoge Raad Datum 24-03-2000 Nummer ECLI:NL:HR:2000:AA5258
Subject: Servicekosten hebben geen invloed op WOZ-waarde Instantie Hoge Raad Datum 23-02-2000 Nummer ECLI:NL:HR:2000:AA4901
Erfrechtelijke belang aangemerkt als onmiddelijk rechtbelang bij nietigverklaring huwelijk Instantie Hoge Raad Datum 11-02-2000 Nummer ECLI:NL:HR:2000:AA4767
Garantie in de koopovereenkomst Instantie Hoge Raad Datum 28-01-2000 Nummer ECLI:NL:HR:2000:AA4606
Heerma Instantie Hof van Justitie EU Datum 27-01-2000 Nummer C-23/98
Meissner/Arenda Instantie Hoge Raad Datum 14-01-2000 Nummer ECLI:NL:HR:2000:AA4279
HR 15-12-1999, nr 34171 Instantie Hoge Raad Datum 15-12-1999 Nummer ECLI:NL:HR:1999:AA3857
Zelfstandige fiscaalrechtelijke kwalificatie Instantie Hoge Raad Datum 15-12-1999 Nummer ECLI:NL:HR:1999:AA3862
Gewezen echtgenoot geen verzoeker algemene grondslag nietigverklaring huwelijk Instantie Hoge Raad Datum 05-11-1999 Nummer ECLI:NL:HR:1999:AA3358
HvJ EG 05-10-1999, nr C-305/97 (Royscot) Instantie Hof van Justitie EU Datum 05-10-1999 Nummer C-305/97
Geurtzen/Kampstaal Instantie Hoge Raad Datum 01-10-1999 Nummer ECLI:NL:HR:1999:ZC2977
HR 29-09-1999 nr 34774 Instantie Hoge Raad Datum 29-09-1999 Nummer ECLI:NL:HR:1999:AA2906
Een recht van gebruik of bewoning eindigt behoudens andersluidend beding niet doordat de rechthebbende duurzaam geen gebruik maakt van zijn recht Instantie Hoge Raad Datum 30-06-1999 Nummer ECLI:NL:HR:1999:AA2792
HR 23-06-1999, nr 34570, ECLI:NL:HR:1999:AA2782 Instantie Hoge Raad Datum 23-06-1999 Nummer ECLI:NL:HR:1999:AA2782
Verwachting dat een bedrijfsmiddel tot stand wordt gebracht, is voldoende voor de investeringsaftrek Instantie Hoge Raad Datum 23-06-1999 Nummer ECLI:NL:HR:1999:AA2800
Della Ciaja/Italië Instantie Europese Hof voor de Rechten van de Mens Datum 22-06-1999 Nummer 46757/99
Art. 37 Wet OB is ook van toepassing als degene aan wie de factuur is uitgereikt geen recht op aftrek van voorbelasting heeft Instantie Hoge Raad Datum 28-04-1999 Nummer ECLI:NL:HR:1999:AA2747
HR 28-04-1999, nr 33482 Instantie Hoge Raad Datum 28-04-1999 Nummer ECLI:NL:HR:1999:AA2744
Non-conformiteit schimmelvorming en huiszwam Instantie Hoge Raad Datum 02-04-1999 Nummer 16737
Ontvangen betalingen van stichting behoren niet tot de winst uit onderneming Instantie Hoge Raad Datum 10-03-1999 Nummer ECLI:NL:HR:1999:AA2709
Card Protection Plan Ltd Instantie Hof van Justitie EU Datum 25-02-1999 Nummer ECLI:EU:C:1999:93
Juridische factoren: Invloed zakelijke verplichtingen afhankelijk van mate waarin genot wordt beperkt Instantie Hoge Raad Datum 25-11-1998 Nummer ECLI:NL:HR:1998:AA2572
Verhouding appartementseigenaars wordt beheerst door redelijkheid en billijkheid Instantie Hoge Raad Datum 30-10-1998 Nummer ECLI:NL:HR:1998:ZC2759
Baksteenarrest Instantie Hoge Raad Datum 26-08-1998 Nummer ECLI:NL:HR:1998:AA2555
Begrip veehouderij moet volgens wetshistorie in de agrarische betekenis worden opgevat Instantie Hoge Raad Datum 26-08-1998 Nummer ECLI:NL:HR:1998:AA2531
Ondernemerschap voor omzetbelasting bij holdingmaatschappij: moeien is bezighouden met beleid van deelneming Instantie Hoge Raad Datum 26-08-1998 Nummer ECLI:NL:HR:1998:AA2556
Bij bepaling maatstaf van heffing moet rekening worden gehouden met mogelijkheid van verlenen bouwvergunning Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 13-08-1998 Nummer 97/3761
Stakingswinst van een naar privé overgebracht pand bij inbreng in BV behoort tot de bij de overdracht behaalde stakingswinst. Instantie Hoge Raad Datum 08-07-1998 Nummer ECLI:NL:HR:1998:AA2351
Aanvullende bouwvoorzieningen gehuurde onroerende zaak leiden niet tot een '290-bedrijfsruimte' Instantie Hoge Raad Datum 20-02-1998 Nummer ECLI:NL:HR:1998:ZC2595
HR 18-02-1998, nr 33346 Instantie Hoge Raad Datum 18-02-1998 Nummer 33346
Winters/Kantoor van de Toekomst Instantie Hoge Raad Datum 06-02-1998 Nummer ECLI:NL:HR:1998:ZC2571
HR 04-02-1998, nr 30074, ECLI:NL:HR:1998:AA2409 Instantie Hoge Raad Datum 04-02-1998 Nummer ECLI:NL:HR:1998:AA2409
Non-conformiteit niet voldoende voor aansprakelijkheid Instantie Hoge Raad Datum 09-01-1998 Nummer ECLI:NL:HR:1998:ZC2541
Verhuur door diplomaat van woning voor 3 jaar en aansluitend 2 jaar kwalificeert als tijdelijke verhuur in de zin van art. 42a Wet IB 1964 Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 06-01-1998 Nummer ECLI:NL:GHSGR:1998:AV9227
Clausule waarbij erfgenamen tezamen een andere verdeling kunnen overeenkomen dan de ouderlijke boedelverdeling is rechtsgeldig Instantie Hoge Raad Datum 05-11-1997 Nummer ECLI:NL:HR:1997:AA3324
Portacabin Instantie Hoge Raad Datum 31-10-1997 Nummer ECLI:NL:HR:1997:ZC2478
Verkoop heeft ondanks grotendeels kwijtschelden koopsom reële betekenis, geen spake van formele schenking onroerende zaak Instantie Hoge Raad Datum 24-09-1997 Nummer ECLI:NL:HR:1997:AA3258
Ontvanger/Hamm q.q. Instantie Hoge Raad Datum 05-09-1997 Nummer ECLI:NL:HR:1997:ZC2419
Pottenbakkersarrest Instantie Hoge Raad Datum 29-08-1997 Nummer ECLI:NL:HR:1997:AA2251
De keuze om een woning tot het ondernemingsvermogen te rekenen, bestempelt de verhuur van kamer tot een ondernemingsactiviteit Instantie Hoge Raad Datum 27-08-1997 Nummer ECLI:NL:HR:1997:AA3277
Hoge Raad 11 juni 1997, nr 32211 Instantie Hoge Raad Datum 11-06-1997 Nummer ECLI:NL:HR:1997:AA2157
HR 07-05-1997, nr. 30740 Instantie Hoge Raad Datum 07-05-1997 Nummer ECLI:NL:HR:1997:AA3252
Omzetting koopprijs woning in geldlening gevolgd door kwijtschelding leidt tot toepassing van art. 10 SW bij overlijden ouder Instantie Hoge Raad Datum 23-04-1997 Nummer ECLI:NL:HR:1997:AA2177
Burhoven Jaspers/De Kroon Instantie Hoge Raad Datum 28-03-1997 Nummer ECLI:NL:HR:1997:ZC2318
Staleman/Van de Ven Instantie Hoge Raad Datum 10-01-1997 Nummer ECLI:NL:HR:1997:ZC2243
Van notaris kan worden verlangd dat hij voldoende feitelijke gegevens verstrekt ter motivering van zijn betwisting van het schenden van de zorgvuldigheidsplicht Instantie Hoge Raad Datum 10-01-1997 Nummer ECLI:NL:HR:1997:ZC2244
Toestemming wordt geacht verleend te zijn nu onderhandse akte door notaris in het rechtsverkeer is gebracht Instantie Hoge Raad Datum 04-10-1996 Nummer ECLI:NL:HR:1996:ZC2156
Art. 10 SW ook van toepassing als schenker ten tijde van schenking onder voorbehoud van vruchtgebruik in het buitenland woonde Instantie Hoge Raad Datum 25-09-1996 Nummer ECLI:NL:HR:1996:AA2030
Bij leningen van ouders aan kinderen is weinig waarschijnlijk dat op enig tijdstip tot directe opeising zal worden overgegaan maar dit rechtvaardigt niet de gevolgtrekking dat de moeder van belanghebbende nooit de lening zal opeisen Instantie Hoge Raad Datum 08-07-1996 Nummer ECLI:NL:HR:1996:AA1991
Hoge Raad inzake pensioenimputatie en latente belastingschulden Instantie Hoge Raad Datum 26-06-1996 Nummer ECLI:NL:HR:1996:AA1883
Beroep op vervalbeding van drie maanden in huwelijkse voorwaarden onder omstandigheden onaanvaardbaar (Rensing/Polak I) Instantie Hoge Raad Datum 19-01-1996 Nummer ECLI:NL:HR:1996:ZC1963
Clausule in ouderlijke boedelverdeling om andere verdeling te kiezen is geldig door testeervrijheid testateur Instantie Hoge Raad Datum 17-01-1996 Nummer ECLI:NL:HR:1996:AA1805
Inspecteur volgt koopsomsplitsing niet en dient daarvoor bewijs te leveren Instantie Hoge Raad Datum 03-01-1996 Nummer ECLI:NL:HR:1996:AA1902
Ouderlijke boedelverdeling en de waardering van de echtelijke woning voor de heffing van successierecht Instantie Hoge Raad Datum 13-12-1995 Nummer ECLI:NL:HR:1995:AA3167
FBI-status terecht geweigerd wegens te ruime doelomschrijving in de statuten Instantie Hoge Raad Datum 06-12-1995 Nummer ECLI:NL:HR:1995:AA3105
Keuzevermogen mag zowel tot bedrijfsvermogen als privévermogen worden gerekend (Armbrecht) Instantie Hof van Justitie EU Datum 04-10-1995 Nummer ECLI:EU:C:1995:304
Erflater kan alleen bij leven voldoen aan natuurlijke verbintenis in de zin van art. 33 lid 1 onder 12 SW Instantie Hoge Raad Datum 21-06-1995 Nummer ECLI:NL:HR:1995:AA1633
BLP Group plc Instantie Hof van Justitie EU Datum 06-04-1995 Nummer C-4/94
Schumacker Instantie Hof van Justitie EU Datum 14-02-1995 Nummer ECLI:EU:C:1995:31
In casu geen verband tussen verkrijging vruchtgebruik en toescheiding huwelijksgemeenschap, dus geen art. 10 SW Instantie Hoge Raad Datum 08-02-1995 Nummer ECLI:NL:HR:1995:AA3081
Werkzaamheden van professionele voetbalclub gericht op het dienen van het particuliere belang van de club zelf Instantie Hoge Raad Datum 13-07-1994 Nummer 29936
Ter Kuile/Kofman Instantie Hoge Raad Datum 29-04-1994 Nummer ECLI:NL:HR:1994:ZC1362
Bouwmeester/Van Leeuwen Instantie Hoge Raad Datum 22-04-1994 Nummer ECLI:NL:HR:1994:ZC1345
Recht van kind op informatie over eigen afstamming prevaleert boven belang (mogelijke) vader Instantie Hoge Raad Datum 15-04-1994 Nummer ECLI:NL:HR:1994:ZC1337
Vrijstelling art. 15.1.q WBR geldt ook als verkrijger de landbouwgrond kort na de verkrijging doorlevert aan een ander Instantie Hoge Raad Datum 07-07-1993 Nummer 29182
Enkele omstandigheid dat echtgenoten zijn gehuwd in algehele gemeenschap van goederen brengt niet mee dat echtgenoot (mede) partij is bij door andere echtgenoot aangegane rechtshandeling Instantie Hoge Raad Datum 23-04-1993 Nummer ECLI:NL:HR:1993:ZC0937
Delen van verzekeringsuitkering met andere erfgenamen vormt nakoming last Instantie Hoge Raad Datum 07-04-1993 Nummer 28907
Bij de verkoop van bouwgrond met een bouwverplichting mocht verkoper de garantieverplichting omtrent de kwaliteit van de grond niet uitsluiten Instantie Hoge Raad Datum 09-10-1992 Nummer 14672
Om een gedeelte van een woning als afzonderlijk deel te gebruiken, is vereist dat het gedeelte kan worden afgescheiden van de overige gedeelten van het gebouwd eigendom Instantie Hoge Raad Datum 19-09-1992 Nummer ECLI:NL:HR:1992:ZC5067
HR 09-09-1992, nr 28352 Instantie Hoge Raad Datum 09-09-1992 Nummer ECLI:NL:HR:1992:BH8545
De grosse van een notariële akte levert geen executoriale titel voor absoluut toekomstige vorderingen op Instantie Hoge Raad Datum 26-06-1992 Nummer ECLI:NL:HR:1992:ZC0646
HR 25-03-1992, nr 28177 Instantie Hoge Raad Datum 25-03-1992 Nummer 28177
Opstalrecht aangemerkt als zelfstandig niet van huurovereenkomst afhankelijk recht, belanghebbende heeft het volle genot Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 11-03-1992 Nummer ECLI:NL:GHSGR:1992:AW5289
Degene wiens handtekening is vervalst niet gebonden aan rechtshandeling Instantie Hoge Raad Datum 07-02-1992 Nummer ECLI:NL:HR:1992:ZC0498
Depex/Curatoren Bergel c.s. Instantie Hoge Raad Datum 15-11-1991 Nummer ECLI:NL:HR:1991:AD1791
Bij keuzevermogen mag ondernemer investeringsgoed geheel tot bedrijfsvermogen te rekenen (Lennartz) Instantie Hof van Justitie EU Datum 11-07-1991 Nummer ECLI:EU:C:1991:315
Holdingmaatschappij die zich niet direct of indirect moeit in beheer van deelnemingen is geen ondernemer Instantie Hof van Justitie EU Datum 20-06-1991 Nummer ECLI:EU:C:1991:268
Fiets-O-Fit/Knook Instantie Hoge Raad Datum 31-05-1991 Nummer ECLI:NL:HR:1991:ZC0260
Lampe/Tonnema Instantie Hoge Raad Datum 17-05-1991 Nummer ECLI:NL:HR:1991:ZC0242
Biehl Instantie Hof van Justitie EU Datum 08-05-1990 Nummer C-175/88
HvJ EG geeft invulling aan begrip levering voor heffing omzetbelasting Instantie Hof van Justitie EU Datum 08-02-1990 Nummer ECLI:EU:C:1990:61
Windmill-arrest Instantie Hoge Raad Datum 26-01-1990 Nummer ECLI:NL:HR:1990:AC0965
HR 08-11-1989, nr 25257 Instantie Hoge Raad Datum 08-11-1989 Nummer 25257
Beklamel Instantie Hoge Raad Datum 06-10-1989 Nummer ECLI:NL:HR:1989:AB9521
Verhuur parkeerruimte gaat op in verhuur van woonruimte indien sprake is van één economische handeling (Hendriksen) Instantie Hof van Justitie EU Datum 13-07-1989 Nummer ECLI:EU:C:1989:329
Groningse huwelijkse voorwaarden Instantie Hoge Raad Datum 20-01-1989 Nummer ECLI:NL:HR:1989:AD0586
Certificering bij leven is niet in strijd met de rechten van de legitimaris (Drukker-arrest) Instantie Hoge Raad Datum 01-07-1988 Nummer ECLI:NL:HR:1988:AB7695
Kriek/Smit Instantie Hoge Raad Datum 12-06-1987 Nummer ECLI:NL:HR:1987:AC2558
M heeft vorderingsrecht verwerkt na ontbinding huwelijk (Ridder te voet) Instantie Hoge Raad Datum 22-05-1987 Nummer ECLI:NL:HR:1978:AC9851
Houdstermaatschappij geen art. 4-lichaam als aan dochter verhuurde onroerende zaken niet worden gebruikt voor handel of exploitatie Instantie Hoge Raad Datum 06-11-1985 Nummer 22834
HR Curaçao/Boyé Instantie Hoge Raad Datum 17-05-1985 Nummer ECLI:NL:HR:1985:AG5024
Van Dijk's Boekhuis B.V. Instantie Hof van Justitie EU Datum 14-05-1985 Nummer ECLI:EU:C:1985:195
Modehuis Nolly II Instantie Hoge Raad Datum 16-03-1984 Nummer ECLI:NL:HR:1984:AB7952
Schaaphok/Schilder Instantie Hoge Raad Datum 25-02-1983 Nummer ECLI:NL:HR:1983:AG4546
Curator ook bevoegd tegen derde op te treden die bij benadeling betrokken is (Peeters/Gatzen) Instantie Hoge Raad Datum 14-01-1983 Nummer ECLI:NL:HR:1983:AG4521
In maatschap participerende (rechts)personen worden in beginsel niet als ondernemer aangemerkt Instantie Hoge Raad Datum 05-01-1983 Nummer ECLI:NL:HR:1983:AW9011
Ondererfpacht voor overdrachtsbelasting aangemerkt als recht van erfpacht Instantie Hoge Raad Datum 08-12-1982 Nummer ECLI:NL:HR:1982:AC0634
Erven bal Instantie Hoge Raad Datum 19-03-1982 Nummer ECLI:NL:HR:1982:AG4343
Onder bepaalde omstandigheden is toelaatbaar dat erfgenamen een afschrift van een herroepen testament mogen ontvangen Instantie Hoge Raad Datum 08-01-1982 Nummer ECLI:NL:HR:1982:AG4310
Boon/Van Loon Instantie Hoge Raad Datum 27-11-1981 Nummer ECLI:NL:HR:1981:AG4271
Hofland/Hennis Instantie Hoge Raad Datum 10-04-1981 Nummer ECLI:NL:HR:1981:AG4177
Ermes/Haviltex (Haviltex) Instantie Hoge Raad Datum 13-03-1981 Nummer ECLI:NL:HR:1981:AG4158
Waardering bij verkoop grond onder voorbehoud van opstalrecht Instantie Hoge Raad Datum 11-03-1981 Nummer ECLI:NL:HR:1981:AC1886
Baarns beslag Instantie Hoge Raad Datum 30-01-1981 Nummer ECLI:NL:PHR:1981:AG4140
Werkzaamheid van ANBI moet op zichzelf rechtstreeks het algemeen belang raken Instantie Hoge Raad Datum 17-12-1980 Nummer 20265
HR 22-07-1980, nr 19955 Instantie Hoge Raad Datum 22-07-1980 Nummer 19955
Algemeen belang moet niet alleen blijken uit statutaire bepalingen maar ook uit feitelijke werkzaamheden Instantie Hoge Raad Datum 31-10-1979 Nummer 19464
Kleuterschool Babbel Instantie Hoge Raad Datum 06-04-1979 Nummer ECLI:NL:HR:1979:AH8595
Huur afhankelijk van opstalrecht Instantie Hoge Raad Datum 07-03-1979 Nummer ECLI:NL:HR:1979:AB7442
Kadegeld-arrest: wat behoort tot de canon te worden gerekend? Instantie Hoge Raad Datum 16-03-1977 Nummer ECLI:NL:HR:1977:AC5907
Kan tussenpersoon aangemerkt worden als contractspartij en rechten uit overeenkomst uitoefenen? (Kribbebijter) Instantie Hoge Raad Datum 11-03-1977 Nummer ECLI:NL:HR:1977:AC1877
Maastrichtse woning Instantie Hoge Raad Datum 28-11-1975 Nummer ECLI:NL:HR:1975:AC5652
Sotgiu Instantie Hof van Justitie EU Datum 12-02-1974 Nummer 152/73
Wijziging van huwelijkse voorwaarden naar wettelijke gemeenschap van goederen in zicht van overlijden is geen gift Instantie Hoge Raad Datum 17-03-1971 Nummer ECLI:NL:HR:1971:AX5018
Is verkoop tegen een lage prijs een schenking waarmee rekening moet worden gehouden bij bepaling omvang legitieme portie? (Jongbloed/Jongbloed) Instantie Hoge Raad Datum 06-12-1968 Nummer ECLI:NL:HR:1968:AB7278
Wijsmuller Instantie Hoge Raad Datum 15-07-1968 Nummer ECLI:NL:HR:1968:AC4232
Schenking onroerend goed waarvan begunstigde wist dat er voorkeursrecht op rustte handelde onrechtmatig (Pos/Van den Bosch) Instantie Hoge Raad Datum 17-11-1967 Nummer ECLI:NL:HR:1967:AC4789
Saladin/HBU Instantie Hoge Raad Datum 19-05-1967 Nummer ECLI:NL:HR:1967:AC4745
Non-existent huwelijk vanwege onbevoegde ambtenaar Instantie Hoge Raad Datum 17-11-1966 Nummer ECLI:NL:HR:1966:AC4689
Hoge Raad formuleert criteria voor gevaarzetting (Kelderluik-arrest) Instantie Hoge Raad Datum 05-11-1965 Nummer ECLI:NL:HR:1965:AB7079
Minerva-arrest Instantie Hoge Raad Datum 12-10-1960 Nummer 14413
HR 06-01-1960, nr 14161 Instantie Hoge Raad Datum 06-01-1960 Nummer 14161
HR 17-06-1959, nr 14000 Instantie Hoge Raad Datum 17-06-1959 Nummer 14000
Geen sprake van schenking bij wijziging huwelijkse voorwaarden in algehele gemeenschap Instantie Hoge Raad Datum 28-01-1959 Nummer ECLI:NL:HR:1959:AY1786
Forumbank Instantie Hoge Raad Datum 21-01-1955 Nummer ECLI:NL:HR:1955:AG2033
Driedagenarrest Instantie Hoge Raad Datum 26-05-1926 Nummer ECLI:NL:HR:1926:78
Blaauboer/Berlips Instantie Hoge Raad Datum 03-03-1905 Nummer ECLI:NL:HR:1905:1
Gratis bewoning niet, maar bedrijfsoverdracht wel als gift aangemerkt Instantie - Datum - Nummer -
Driejaarstermijn art. 99 lid 21 Wna ving aan op het moment dat het BFT politiesignalen ontving Instantie - Datum - Nummer -
Na voorlichting notaris was het aan de testateur of een verboden beschikking werd opgenomen in testament Instantie - Datum - Nummer -
De bij aanschaf niet tijdig afgetrokken omzetbelasting kan niet bij latere belaste verkoop op grond van herzieningsregeling in aftrek worden gebracht Instantie - Datum - Nummer -
Verzoek ex art. 1:5 lid 2 BW moet gezamenlijk worden gedaan Instantie - Datum - Nummer -
Belang minderheidsaandeelhouder onderdeel van vennootschappelijk belang (Cordial) Instantie - Datum - Nummer -

Wetsvoorstellen

Titel Dossiernr. Status Samenvatting
Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2025 Dossiernr. nog niet bekend Status Ter consultatie aangeboden Samenvatting -
Aanpassing splitsingsvrijstelling Dossiernr. nog niet bekend Status Ter consultatie aangeboden Samenvatting -
Aanpassing voorwaarden kavelruilvrijstelling Dossiernr. nog niet bekend Status Ter consultatie aangeboden Samenvatting -
Wet digitale algemene vergadering privaatrechtelijke rechtspersonen Dossiernr. 36489 Status In behandeling bij de Tweede Kamer Samenvatting -
Wet aanpassing geschillenregeling en verduidelijking ontvankelijkheidseisen enquêteprocedure Dossiernr. 36469 Status In behandeling bij de Tweede Kamer Samenvatting -
Wet tijdelijke regeling herzien aangifte inkomstenbelasting Dossiernr. 36428 Status In behandeling bij de Tweede Kamer Samenvatting -
Wet fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen Dossiernr. 36425 Status In behandeling bij de Tweede Kamer Samenvatting -
Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstellingen Dossiernr. 36423 Status In behandeling bij de Tweede Kamer Samenvatting -
Wet aanpassing fiscale beleggingsinstelling Dossiernr. 36422 Status In behandeling bij de Tweede Kamer Samenvatting -
Wet aanpassing fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten 2024 Dossiernr. 36421 Status In behandeling bij de Tweede Kamer Samenvatting -
Overige fiscale maatregelen 2024 Dossiernr. 36420 Status In behandeling bij de Tweede Kamer Samenvatting -
Belastingplan 2024 Dossiernr. 36418 Status In behandeling bij de Tweede Kamer Samenvatting -
Wet werkelijk rendement box 3 Dossiernr. nog niet bekend Status Ter consultatie aangeboden Samenvatting -
Fiscale verzamelwet 2025 Dossiernr. nog niet bekend Status Ter consultatie aangeboden Samenvatting -
Wet implementatie richtlijn duurzaamheidsrapportering Dossiernr. nog niet bekend Status Ter consultatie aangeboden Samenvatting -
Wet kind, draagmoederschap en afstamming Dossiernr. 36390 Status In behandeling bij de Tweede Kamer Samenvatting -
Wijzigingswet beperking toegang UBO-registers Dossiernr. nog niet bekend Status Aangeboden aan Raad van State Samenvatting -
Fiscale verzamelwet 2024 Dossiernr. 36342 Status In werking getreden Samenvatting -
Wetsvoorstel vastgoedaandelentransacties Dossiernr. nog niet bekend Status Ter consultatie aangeboden Samenvatting -
Wetsvoorstel modernisering personenvennootschappen Dossiernr. nog niet bekend Status Ter consultatie aangeboden Samenvatting -
Wet implementatie richtlijn grensoverschrijdende omzettingen, fusies en splitsingen Dossiernr. 36267 Status Aangenomen door de Eerste Kamer Samenvatting -
Wet plan van aanpak witwassen Dossiernr. 36228 Status In behandeling bij de Tweede Kamer Samenvatting -
Afschaffing verhuurderheffing Dossiernr. 36219 Status In werking getreden Samenvatting -
Wet delegatiebepaling geen invorderingsrente in specifieke gevallen Dossiernr. 36207 Status In werking getreden Samenvatting -
Overbruggingswet box 3 Dossiernr. 36204 Status In werking getreden Samenvatting -
Wet rechtsherstel box 3 Dossiernr. 36203 Status In werking getreden Samenvatting -

Beleidsbesluiten

Titel Instantie Datum Nummer Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-04-2024 Nummer 2024-0000229730 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-03-2024 Nummer 2024-6086 Samenvatting De Staatssecretaris van Financiën heeft in het besluit van 15 maart 2024 (nr. 2024-6086) de voorwaarden opgenomen waara…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 14-03-2024 Nummer 2023-16550 Samenvatting Het verzamelbesluit aanmerkelijk belang van 9 maart 2018, nr. 2018-27139 (Stcrt. 2018, 15751) is geactualiseerd. De wijzigin…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-12-2023 Nummer 2023-255883 Samenvatting Dit besluit bevat een algemene toestemming voor de Inspecteur om verzoeken af te doen als bedoeld in artikel X lid 2 van de…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-12-2023 Nummer 2023-255882 Samenvatting Dit besluit bevat een algemene toestemming voor de Inspecteur om verzoeken af te doen als bedoeld in artikel V lid 2 van de…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-12-2023 Nummer Stb. 2023, 511 Samenvatting Op grond van het Eindejaarsbesluit 2023 zijn diverse uitvoeringsbesluiten op het gebied van belastingen gewijzigd. Onder mee…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-12-2023 Nummer 2023-0000270123 Samenvatting In artikel I van de Bijstellingsregeling indirecte belastingen en de Provinciewet 2024 is de nieuwe woningwaardegrens bekend…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-12-2023 Nummer 2023-0000275008 Samenvatting In de Eindejaarsregeling 2023 (15 december 2023, nr. 2023-0000275008) zijn diverse wijzigingen opgenomen in uitvoeringsregel…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-12-2023 Nummer 2023-26908 Samenvatting Bij besluit van 12 december 2023 (nr. 2023-26908) is het btw-vastgoedbesluit van 19 september 2013 (nr. BLKB2013/1686M) geac…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-11-2023 Nummer 2023-24452 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-11-2023 Nummer 2023-0000231102 Samenvatting Naar aanleiding van de uitkomsten van het vervolgonderzoek dat is gedaan naar verbeteringen in de bedrijfsopvolgingsregeling…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-10-2023 Nummer 2023-22890 Samenvatting Dit besluit wijzigt het besluit van 31 oktober 2016 (nr. 2016-113962) laatstelijk gewijzigd bij besluit van 20 december 2016…
Instantie Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Datum 28-09-2023 Nummer - Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 08-09-2023 Nummer - Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 30-08-2023 Nummer 2023-17125 Samenvatting Dit besluit wijzigt onderdeel 3.3.5 van het besluit Omzetbelasting. Administratieve-, facturerings- en andere verplichtingen…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 11-08-2023 Nummer 2023-180526 Samenvatting In dit besluit staat het beleid over middeling. Dit besluit is een actualisering van het besluit van 19 december 2020 (nr.…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 08-08-2023 Nummer 2023-11888 Samenvatting In dit besluit is beleid opgenomen over de belastingplicht voor de vennootschapsbelasting van stichtingen en verenigingen.…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-06-2023 Nummer 2023-0000143537 Samenvatting Het eerder dit jaar ter consultatie aangeboden wetsvoorstel op grond waarvan de samenloopvrijstelling overdrachtsbelasting…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-06-2023 Nummer 2023-6393 Samenvatting Dit besluit actualiseert het besluit van 23 november 2021, nr. 2021-19540 (Omzetbelasting. Btw-heffing en toepassing KOR bij…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 26-04-2023 Nummer 2023-0000101431 Samenvatting In een brief van 26 april jl. heeft staatssecretaris Van Rij aangekondigd dat hij van plan is met ingang van 1 januari 2023…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 14-04-2023 Nummer 2023-6233 Samenvatting Dit besluit betreft de actualisering van de Leidraad meldingsplichtige grensoverschrijdende constructies (besluit van 24 jun…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 31-03-2023 Nummer 2023-77781 Samenvatting Dit besluit wijzigt het besluit van 19 december 2014 (nr. BLKB2014/1415M). De wijziging betreft twee nieuwe onderdelen. In…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-03-2023 Nummer 2023-14431 Samenvatting Dit besluit is een samenvoeging van de volgende vijf besluiten over winstbepaling voor de totaalwinst: Besluit van 24 januar…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-03-2023 Nummer 2023-27660 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 02-03-2023 Nummer 2023-2 Samenvatting Het beleidsbesluit van 2 maart 2023 (nr. 2023-2) actualiseert en vervangt het besluit van 22 september 2022 (nr. 2022-1). In…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 17-02-2023 Nummer 2023-1520 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-02-2023 Nummer 2023Z00477 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 27-01-2023 Nummer 2023-1194 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 11-01-2023 Nummer 2022-322315 Samenvatting Het Besluit verduidelijkt de toepassing van art. 8bd Wet Vpb in de situatie dat een vermogensbestanddeel wordt overgedragen…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 09-01-2023 Nummer 2023-1 Samenvatting In het besluit van 22 februari 2017 (nr. 2017-36415) is een goedkeuring opgenomen dat de maatstaf van heffing naar beneden…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-12-2022 Nummer 2022-278079 Samenvatting Dit besluit is een actualisering van het Besluit van 27 oktober 2021, nr. 2021-210997. In dit besluit zijn goedkeuringen opg…
Instantie Staatscourant Datum 21-12-2022 Nummer 32161 Samenvatting Dit besluit is een actualisering van het besluit van 15 december 2013, nr. BLKB/2013/2291M. (Stcrt. 2013, 35891). Het beslui…
Instantie Belastingdienst Datum 21-12-2022 Nummer - Samenvatting Voor de aangifte inkomstenbelasting, moet de waarde worden opgeven van bezittingen in box 3, zoals verpachte gronden. Daarbi…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-12-2022 Nummer Stb. 2022, 540 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-12-2022 Nummer 2022-0000299359 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-12-2022 Nummer 2022-26653 Samenvatting Dit besluit wijzigt het besluit van 11 september 2014, Omzetbelasting en overdrachtsbelasting. Verkoop onder voorwaarde…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 13-12-2022 Nummer 2022-0000023865 Samenvatting Beleidsbesluit vrijstellingen schenk- en erfbelasting geactualiseerd Het besluit treedt in werking met ingang van 1 januari…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 13-12-2022 Nummer 2022-0000302028 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 13-12-2022 Nummer 2022-0000302028 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 13-12-2022 Nummer 2022-26122 Samenvatting Dit besluit wijzigt onderdeel 5 van het besluit Overdrachtsbelasting en omzetbelasting. Samenloop (besluit van 16 maart 2017…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-12-2022 Nummer 2022-0000291606 Samenvatting
Instantie Ministerie van Economische Zaken Datum 09-12-2022 Nummer DGBI / 22572682 Samenvatting Het kabinet wil de bedrijfsopvolgsregelingen (BOR) en doorschuifregelingen (DSR) niet afschaffen. Wel wil het kabinet binnen…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 02-12-2022 Nummer 2022-0000289823 Samenvatting
Instantie Belastingdienst Datum 01-12-2022 Nummer (geen nummer) Samenvatting Box 3 rechtsherstel kan gevolgen hebben voor de erfbelasting De Belastingdienst heeft vragen beantwoord die zijn gesteld naa…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-11-2022 Nummer DGBD 267621 Samenvatting Dit besluit wijzigt het besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/873M (Stcrt. 2010, 20508). De wijziging betreft een aanpas…
Instantie Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel, Kanton & Toezicht Datum 07-11-2022 Nummer Versie 9.0 Samenvatting Op 7 november 2022 heeft het Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel, Kanton & Toezicht (LOVCK&T) een aangepaste versie…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 04-11-2022 Nummer 2022-270669 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 31-10-2022 Nummer 2022-22 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 14-10-2022 Nummer 2022/219522 Samenvatting Dit besluit bevat mijn beleid voor de beleggingsinstelling bedoeld in artikel 28 van de Wet op de vennootschapsbelasting 196…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 06-09-2022 Nummer 2022-192540 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-08-2022 Nummer 2022-188681 Samenvatting Dit besluit bevat het beleid voor de bedrijfsfusie in de vennootschapsbelasting en vervangt het besluit van 28 april 2021,…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-08-2022 Nummer 2022-188573 Samenvatting Dit besluit bevat het beleid voor de zuivere splitsing in de vennootschapsbelasting en vervangt het besluit van 28 april 202…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-08-2022 Nummer 2022-188692 Samenvatting Dit besluit bevat het beleid voor de juridische afsplitsing in de vennootschapsbelasting en vervangt het besluit van 28 apri…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-08-2022 Nummer 2022-188642 Samenvatting Dit besluit bevat het beleid voor de juridische fusie in de vennootschapsbelasting en vervangt het besluit van 28 april 2021…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 29-07-2022 Nummer 2022-199150 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 27-07-2022 Nummer 2022-8874 Samenvatting Wijziging van besluit van 25 november 2019, nr 2019-187751
Instantie Ministerie van Financiën Datum 13-07-2022 Nummer nr 2022-4487 Samenvatting In dit geactualiseerde besluit is bepaald beleid op het gebied van de herinvesteringsreserve aangepast, verduidelijkt of nie…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 08-07-2022 Nummer 2022-0000186098 Samenvatting Leegwaarderatio in de SW en de Wet IB 2001 wordt voortgezet met geactualiseerde percentagesIngevolge art. 21 lid 8 SW en art…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 08-07-2022 Nummer 2022-0000186479 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-07-2022 Nummer 2022-13545 Samenvatting Dit besluit wijzigt de onderdelen 1, 3 en 4 van het besluit Omzetbelasting. Vaste inrichting (besluit van 17 december 2020,…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-06-2022 Nummer 2022-176296 Samenvatting
Instantie Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Datum 24-06-2022 Nummer 2022-0000346512 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-06-2022 Nummer 2022-166914 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 22-06-2022 Nummer 2022-13302 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-06-2022 Nummer 2022-0000129896 Samenvatting In een brief aan de Tweede Kamer heeft de Staatssecretaris van Financiën medegedeeld dat het bij de introductie in 2012…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-06-2022 Nummer 2022-0000013460 Samenvatting De Staatssecretaris van Financiën heeft met het beleidsbesluit van 15 juni 2022 het bestaande besluit van 20 april 2015…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 03-06-2022 Nummer (geen nummer) Samenvatting Namens de Staatssecretaris van Financiën zijn op 3 juni 2022 naar aanleiding van een Wob-verzoek (thans Woo-verzoek) be…
Instantie Overig Datum 30-05-2022 Nummer (geen nummer) Samenvatting Door de commissie Bekkers, van Leijenhorst en Leijten is (op verzoek van het kabinet Rutte III) op 30 mei 2022 een Adviesrap…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 30-05-2022 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 29-04-2022 Nummer 2022-121239 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-04-2022 Nummer 2022-0000132649 Samenvatting Kabinet kiest voor spaarvariant bij rechtshersteloperatie box 3Op 28 april 2022 heeft staatssecretaris Van Rij meegedeeld da…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 25-04-2022 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 22-04-2022 Nummer 2518 Samenvatting
Instantie Belastingdienst Datum 20-04-2022 Nummer - Samenvatting Door middel van dit Wob-verzoek is onder meer de volgende informatie van het MDR-team van de Belastingdienst openbaar gemaak…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-04-2022 Nummer 2022-0000122084 Samenvatting Hersteloperatie box 3-heffing 2017-2022 en spoedwetgeving box 3 2023 en 2024In het Kerstarrest van 24 december 2021 heeft de…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-04-2022 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-04-2022 Nummer (geen nummer) Samenvatting Vanaf 2025 bestaat box 3 uit vermogensaanwasbelastingStaatssecretaris Van Rij van Financiën heeft de Tweede Kamer de to…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-04-2022 Nummer 2022-0000122147 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 13-04-2022 Nummer 2022-0000001301 Samenvatting In een besluit van de Staatssecretaris van Financiën van 13 april 2022 is een goedkeuring opgenomen voor samentelling…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 31-03-2022 Nummer 2022-6334 Samenvatting Dit besluit is een actualisering van het besluit van 22 december 2017, nr. 2017-16288 (Omzetbelasting. Toelichting Tabel I).…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 30-03-2022 Nummer 2022-107231 Samenvatting
Instantie Overig Datum 30-03-2022 Nummer 2022-0000088663 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-03-2022 Nummer 2022-4923 Samenvatting In dit besluit zijn beleidsstandpunten opgenomen over de subjectieve vrijstelling die binnen de vennootschapsbelasting geldt…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 08-03-2022 Nummer 2022-0000086912 Samenvatting In navolging van de beantwoording van de vragen van de Tweede Kamer in de brief van 1 maart jl. (nr 2022-0000056309),…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-03-2022 Nummer 2022-0000056309 Samenvatting De Staatssecretaris van Financiën heeft op 1 maart 2022 Kamervragen beantwoord inzake de mogelijkheden tot afschaffing…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 25-02-2022 Nummer (geen nummer) Samenvatting Namens de Staatssecretaris van Financiën is naar aanleiding van een Wob-verzoek een aantal documenten gepubliceerd die…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 17-02-2022 Nummer 2021-0000270262 Samenvatting
Instantie Belastingdienst Datum 11-02-2022 Nummer Versie 11 februari 2022 Samenvatting Dit document bevat vragen en antwoorden over de kapitaalverzekering eigen woning (KEW), de spaarrekening eigen woning (SEW),…
Instantie Belastingdienst Datum 04-02-2022 Nummer 2022-35664 Samenvatting Op 4 februari 2022 heeft de Belastingdienst, naar aanleiding van het arrest van de Hoge Raad van 24 december 2021, uitspraak…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 26-01-2022 Nummer 2022-20850 Samenvatting Actualisering Besluit noodmaatregelen coronaIn verband met de coronacrisis heeft de Staatssecretaris een nieuw beleidsbeslui…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 24-01-2022 Nummer 2022-0000020410 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-01-2022 Nummer 2021-20252 Samenvatting Besluit actualisering inkomstenbelasting, firmaproblematiek en terugwerkende krachtOp 19 januari 2022 heeft de Staatssecreta…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 08-01-2022 Nummer (geen nummer) Samenvatting Voor de aftrekbaarheid van uitgaven die door een ondernemer of vennootschap worden gedaan is het motief van de uitgaven van…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-12-2021 Nummer 2021-0000025821 Samenvatting In de ministeriële regeling van 31 december 2020 is geregeld dat de Uitvoeringsregeling Registratiewet 1970 met ingang…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-12-2021 Nummer 2021-0000234981 Samenvatting In de Bijstellingsregeling van 28 december 2021 is onder andere opgenomen dat het bedrag van de woningwaardegrens voor…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 22-12-2021 Nummer 2021-239504 Samenvatting In dit besluit worden enkele beleidsbesluiten ingetrokken. De besluiten hebben hun belang verloren door wetswijziging of omd…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 17-12-2021 Nummer 2021-0000228261 Samenvatting In dit besluit zijn een aantal wijzigingen opgenomen van enkele uitvoeringsbesluiten. De wijzigingen vloeien onder andere vo…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-12-2021 Nummer 2021-15229 Samenvatting De staatssecretaris van Financiën heeft een nieuw besluit inzake belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden gepubli…
Instantie Ministerie van Algemene Zaken Datum 15-12-2021 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Algemene Zaken Datum 15-12-2021 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 13-12-2021 Nummer 2021-22413 Samenvatting Dit besluit wijzigt het besluit over de lijfrenten en periodieke uitkeringen van 16 mei 2019, nr. 2019-115021, laatstelijk…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 09-12-2021 Nummer 2021-25132 Samenvatting Met ingang van 1 januari 2022 is de voorgeschreven inhoud van het elektronische aangiftebericht uitgebreid, waardoor meer in…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 06-12-2021 Nummer 2021-25187 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 26-11-2021 Nummer CE-AEP / 21298673 Samenvatting Naar aanleiding van de openlopende coronabesmettingen heeft de Staatssecretaris van Financiën in een kamerbrief van 26…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-11-2021 Nummer (geen nummer) Samenvatting Naar aanleiding van een Wob-verzoek heeft de Minister van Financiën de handboeken erf- en schenkbelasting van de Belast…
Instantie Belastingdienst Datum 16-11-2021 Nummer (geen nummer) Samenvatting X, jonger dan 35 jaar, verkrijgt op 1 juni 2021 bij akte van schenking en levering een woning met een waarde van minder dan…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 02-11-2021 Nummer 2021-18832 Samenvatting Het Besluit Beroep in Belastingzaken bevat procedurevoorschriften voor de Belastingdienst, voor het beroep, hoger beroep en…
Instantie KNB Datum 02-11-2021 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Datum 28-10-2021 Nummer 2021-45088 Samenvatting
Instantie Ministerie van Justitie en Veiligheid Datum 11-10-2021 Nummer Stb. 2021, 469 Samenvatting Op 11 november 2021 is het Besluit kwaliteitseisen curatoren, bewindvoerders en mentoren (Stb. 2014, 46) gewijzigd door het…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 08-10-2021 Nummer 2021-0000204592 Samenvatting De Staatssecretaris van Financiën heeft op 20 oktober 2021 geantwoord op vragen die de vaste commissie voor Financi&eum…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-10-2021 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-09-2021 Nummer 2021-20581 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 31-08-2021 Nummer 2021-0000106786 Samenvatting Staatssecretaris van Financiën Vijlbrief heeft in een Kamerbrief van 31 augustus 2021 aangekondigd dat het goedkeurend…
Instantie KNB Datum 16-08-2021 Nummer (geen nummer) Samenvatting Op 16 augustus 2021 is het modelreglement voor kleine VvE’s vastgesteld. Dit modelreglement komt tegemoet aan verschil…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-07-2021 Nummer 2021-17080 Samenvatting Dit besluit wijzigt het besluit van 28 april 2021 (nr. 2021-9403). De wijziging betreft een verduidelijking van onderdeel 3,…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-07-2021 Nummer 2021-140430 Samenvatting In een beleidsbesluit van 15 juli 2021 heeft de Staatssecretaris van Financiën vragen en antwoorden opgenomen met betre…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 13-07-2021 Nummer 2021-15805 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-07-2021 Nummer Stb. 2021, nr 357 Samenvatting De wetgever heeft besloten tot wijziging van het Uitvoeringsbesluit belastingen van rechtsverkeer (UB BRV) in verband met ve…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-07-2021 Nummer 2021-0000125606 Samenvatting Omdat institutionele beleggers die FGR’s gebruiken als rechtsvorm voor hun beleggingsvehikels doorgaans gebruikma…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-07-2021 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 30-06-2021 Nummer 2021-14323 Samenvatting Naar aanleiding van Kamervragen in oktober 2020 inzake schrijnende situaties als gevolg van betalingsproblemen met betrekkin…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 29-06-2021 Nummer 2021-0000116045 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-06-2021 Nummer 2021-121258 Samenvatting Dit besluit is een actualisatie van het besluit van 3 maart 2021 (nr 2021-38397). In dit besluit zijn nieuwe goedkeurin…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-06-2021 Nummer 2021-0000089931 Samenvatting In een brief aan de Tweede Kamer van staatssecretaris Vijlbrief van Financiën van 21 juni 2021 (nr 2021-0000089931)&nbs…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-06-2021 Nummer 2021-12740 Samenvatting Op 10 juni 2021 heeft de Staatssecretaris van Financiën een besluit gepubliceerd met betrekking tot de kleineondernemer…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-06-2021 Nummer 2021-7066 Samenvatting Dit besluit wijzigt het besluit van 6 december 2014 (nr BLKB2014/704M). De wijziging betreft de toevoeging van onderdeel 3.3…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-05-2021 Nummer 2021-97946 Samenvatting
Instantie Belastingdienst Datum 06-05-2021 Nummer 2 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-04-2021 Nummer 2021-9403 Samenvatting Dit besluit geeft een invulling aan het begrip ‘zelfstandig’ zoals genoemd in art. 7 Wet OB met het oog op de bt…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-04-2021 Nummer 2021-64140 Samenvatting Op 23 april 2021 is een nieuw besluit gepubliceerd inzake het belastbare feit in de overdrachtsbelasting. Het besluit vervan…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-04-2021 Nummer 2021-0000078681 Samenvatting Naar aanleiding van een Wob-verzoek heeft het Ministerie van Financiën informatie over het beleid en de uitvoering omtr…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-04-2021 Nummer 2021-0000078681 Samenvatting De concept Handreiking familieleningen (juni 2020) die ten gevolge van dit WOB-verzoek openbaar is gemaakt, is inmiddels zon…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 14-04-2021 Nummer AH 2335 2020Z19318 Samenvatting In oktober 2020 zijn Kamervragen gesteld over de tragische situatie waarin een nog niet volwassen kind zijn ouders verliest,…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-04-2021 Nummer 2021-0000066157 Samenvatting In een casus waarbij FBN Juristen betrokken is geweest, heeft het Ministerie van Financiën met toepassing van de hardhe…
Instantie Overig Datum 01-04-2021 Nummer (geen nummer) Samenvatting Het KNB-stappenplan beoordeling wilsbekwaamheid is vernieuwd. Het vervangt het vorige Stappenplan beoordeling wilsbekwaamhei…
Instantie Belastingdienst Datum 22-03-2021 Nummer (geen nummer) Samenvatting Op 22 maart 2021 heeft de Belastingdienst een document met vragen en antwoorden gepubliceerd over de startersvrijstelling en…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 03-03-2021 Nummer 2021-38397 Samenvatting Dit besluit is een actualisatie van het besluit van 21 december 2020 (nr 2020-247116). In dit besluit zijn nieuwe goedk…
Instantie Ministerie van Economische Zaken Datum 21-01-2021 Nummer CE-AEP / 21019675 Samenvatting Het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat heeft bij brief van 21 januari 2021 (nr. CE-AEP / 21019675) een uitbreiding…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-01-2021 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Belastingdienst Datum 01-01-2021 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Belastingdienst Datum 01-01-2021 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Belastingdienst Datum 01-01-2021 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Belastingdienst Datum 01-01-2021 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Belastingdienst Datum 01-01-2021 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 31-12-2020 Nummer 2020-0000246185 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 24-12-2020 Nummer 2020-249875 Samenvatting Dit besluit vervangt het besluit van 25 januari 2012 (nr. BLKB 2012/175M).De wijziging betreft onder meer een aanpassin…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-12-2020 Nummer 2020-25513 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 17-12-2020 Nummer 2020-27575 Samenvatting Wijziging van besluit van 25 november 2019, nr 2019-187751
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-12-2020 Nummer 2020-27572 Samenvatting Bij besluit van 16 december 2020 heeft de Staatssecretaris van Financiën enkele beleidsbesluiten die hun belang hebben…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-12-2020 Nummer 2020-26093 Samenvatting Bij besluit van 10 december 2020 (nr. 2020-26093, Stcrt. 2020, 63543) heeft de Staatssecretaris van Financiën het beslu…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-12-2020 Nummer 2019-74967 Samenvatting Dit besluit wijzigt het besluit over de kapitaalverzekering eigen woning, spaarrekening eigen woning, het beleggingsrec…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-12-2020 Nummer 2020-234674 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-12-2020 Nummer 2020-0000236031 Samenvatting De Minister van Financiën en de Staatssecretaris van Financiën hebben in een brief aan de Tweede Kamer meegedeeld…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 27-11-2020 Nummer 2020-204084 Samenvatting Dit besluit vervangt het besluit van 29 juni 2011 (nr BLKB2011/310M1) en het besluit van 19 augustus 2015 (nr BLKB 2015/449M…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 24-11-2020 Nummer 2020-167584 Samenvatting Dit besluit is een actualisering van het besluit van 25 november 2011, nr. BLKB 2011/641M (Stcrt. 2011, nr. 21834). Act…
Instantie Staatscourant Datum 23-11-2020 Nummer 2020-22956 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 30-10-2020 Nummer 2020-0000207315 Samenvatting In deze brief zijn - mede namens de minister van Economische Zaken en Klimaat, de minister van Binnenlandse Zaken en Ko…
Instantie Staatscourant Datum 27-10-2020 Nummer 2020, 54438 Samenvatting
Instantie Staatscourant Datum 27-10-2020 Nummer 2020, 54435 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-10-2020 Nummer 2020-0000196193 Samenvatting In een brief aan de Tweede Kamer laat staatssecretaris van Financiën Vijlbrief weten dat er op dit moment geen financi&…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-10-2020 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 04-09-2020 Nummer 2020-157866 Samenvatting Op grond van art. 67 lid 3 SW wordt - onder voorwaarden - de verschuldigde erfbelasting en de daarmee samenhangende belastin…
Instantie Staatsblad Datum 31-08-2020 Nummer 2020, 331 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 24-08-2020 Nummer 2020-0000154569 Samenvatting In het bouwstenenrapport voor een beter belastingstelsel over het belasten van (inkomen uit) aanmerkelijk belang, is geconcl…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-07-2020 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 24-06-2020 Nummer 2020-4943 Samenvatting Dit besluit wijzigt het beleidsbesluit over de vrijgestelde beleggingsinstelling (VBI) van art. 6a Vpb (MvF 10 maart 2008,…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-06-2020 Nummer 2020-06221 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 02-06-2020 Nummer 2020-0000070494 Samenvatting Naar aanleiding van vragen die zijn gesteld aan het Ministerie van Financiën over de giftenaftrek na het afzien van een…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 24-04-2020 Nummer 2020-0000080433 Samenvatting De staatssecretaris van Financiën heeft een zestal tijdelijke fiscale maatregelen aangekondigd. Een verlaging van…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-04-2020 Nummer 2020-75650 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 17-04-2020 Nummer 2020-19072 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 31-03-2020 Nummer 2020-845 Samenvatting
Instantie Overig Datum 26-03-2020 Nummer (geen nummer) Samenvatting De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) heeft in een bijlage bij haar brief van 26 maart 2020 als reactie op de cor…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-03-2020 Nummer 2020Z05370 Samenvatting In aanvulling op de brieven van 12 maart 2020 (CE-AEP / 20072624) en 17 maart 2020 (CE-AEP / 20077147) heeft de staatssecret…
Instantie Ministerie van Economische Zaken Datum 17-03-2020 Nummer CE-AEP / 20077147 Samenvatting In aanvulling op de kamerbrief van 12 maart 2020 (CE-AEP / 20072624) zijn op 17 maart 2020 meer economische maatregelen aang…
Instantie Ministerie van Economische Zaken Datum 12-03-2020 Nummer CE-AEP / 20072624 Samenvatting Op 12 maart 2020 hebben de ministers van Economische Zaken en Klimaat, Financiën en Sociale Zaken en Werkgelegenheid de…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 09-03-2020 Nummer 2020-0000000002 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 03-03-2020 Nummer 2020-0000046622 Samenvatting Er is een fout ontdekt in de berekening van de forfaitaire rendementen van box 3 zoals die zijn vastgesteld door het Ministe…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-02-2020 Nummer 2020-0000001663 Samenvatting Staatssecretaris Vijlbrief beantwoordt de vraag waarom gewone giften aan SBBI''s niet aftrekbaar worden gemaakt: hiermee zou…
Instantie Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel, Kanton & Toezicht Datum 13-02-2020 Nummer Versie 3.0 Samenvatting De Expertgroep Erfrecht van het Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel, Kanton en Toezicht (LOVCK&T) heeft recentelijk de Ri…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 05-02-2020 Nummer 2019-0000158950 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-01-2020 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 18-12-2019 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 25-11-2019 Nummer 2019-187751 Samenvatting Gewijzigd bij besluiten van 17 december 2020, nr. 2020-27575 en 27 juli 2022, nr. 2022-8874
Instantie Belastingdienst Datum 15-10-2019 Nummer 18-051-081 Samenvatting FBN Juristen heeft aan de Kennisgroep Onroerende Zaken van de Belastingdienst de vraag voorgelegd of het verschil in ei…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 03-10-2019 Nummer 2019-128190 Samenvatting Op verzoek wordt teruggaaf van betaalde overdrachtsbelasting verleend als de toestand van vóór de verkrijging…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-10-2019 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 18-09-2019 Nummer 2019, 51913 Samenvatting
Instantie Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Datum 17-09-2019 Nummer 2019-0000489676 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 05-09-2019 Nummer (geen nummer) Samenvatting Het Ministerie van Financiën heeft een overzicht gepubliceerd van de meest gestelde vragen en antwoorden over btw-heffi…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 04-09-2019 Nummer 2019, 49313 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 04-09-2019 Nummer 2019, 49314 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-08-2019 Nummer 2019, 48210 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 13-08-2019 Nummer 2019-0000099209 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 09-08-2019 Nummer 2019-0000126489 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 26-07-2019 Nummer 2019-0000120691 Samenvatting Het Ministerie van Financiën heeft een Wob-verzoek beantwoord waarin is verzocht om bekendmaking van het standpunt van…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-07-2019 Nummer 2019-112145 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-07-2019 Nummer 2019-0000089981 Samenvatting Op 12 juli 2019 heeft de Staatssecretaris een besluit genomen op een Wob-verzoek inzake kunstobjecten en de Successiewet. Da…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 05-07-2019 Nummer 2019-0000106943 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-07-2019 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 03-06-2019 Nummer (geen nummer) Samenvatting Naar aanleiding van een Wob-verzoek is onlangs een memo (d.d. 21 september 2017) van de Belastingdienst gepubliceerd. In dit…
Instantie Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Datum 20-05-2019 Nummer 2019-229431 Samenvatting Onlangs zijn Kamervragen beantwoord met betrekking tot de fiscale behandeling van het lidmaatschap in een vereniging van eig…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-05-2019 Nummer 2019-115021 Samenvatting Dit beleidsbesluit is gewijzigd bij besluit van 8 september 2020 (nr. 2020-16039) en bij besluit van 13 december 2021 (2021-…
Instantie Staatscourant Datum 10-05-2019 Nummer 2019-0000073662 Samenvatting Wijziging Uitvoeringsbeschikking omzetbelasting in verband met invoering nieuwe kleineondernemersregeling per 1 januari 2020…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 18-04-2019 Nummer 2019-8322 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-04-2019 Nummer 2019-0000063014 Samenvatting Staatssecretaris Snel van Financiën is in een kabinetsreactie ingegaan op de wens van de Tweede Kamer om een box 3-heff…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-04-2019 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-03-2019 Nummer (geen nummer) Samenvatting Naar aanleiding van de evaluaties van de giftenaftrek en van de praktijk rond ANBI’s en SBBI’s heeft de Staatsse…
Instantie Belastingdienst Datum 28-03-2019 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-03-2019 Nummer 2019-30576 Samenvatting Dit besluit vervangt het besluit van 5 februari 2018, nr 2018-5551. Verduidelijkt is de instructie inzake alternatieve infor…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-03-2019 Nummer 2019-6904 Samenvatting Dit besluit is een actualisering van het besluit van 3 juli 2008 (nr CPP2008/447M). De aanpassingen betreffen met name verwi…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-03-2019 Nummer 2019-0000033537 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 09-03-2019 Nummer 2019/0000012049 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-02-2019 Nummer 2019-0000016727 Samenvatting X heeft in het verleden een perceel grond in een recreatiepark verkregen, waarop hij een mobiel chalet (recreatiewoning) hee…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 09-01-2019 Nummer (geen nummer) Samenvatting De Staatssecretaris van Financiën heeft het cassatieberoep ingetrokken tegen de uitspraak van Hof Arnhem-Leeuwarden (6…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-01-2019 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Belastingdienst Datum 17-12-2018 Nummer 2018-214023 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 14-12-2018 Nummer 2018-22809 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 26-11-2018 Nummer 2018-68650 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-11-2018 Nummer 2018-115091 Samenvatting De staatssecretaris van Financiën heeft een nieuw besluit gepubliceerd, waarin het beleid op het terrein van de fiscale…
Instantie Bureau Financieel Toezicht Datum 14-11-2018 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Bureau Financieel Toezicht Datum 14-11-2018 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-11-2018 Nummer 2018-28514 Samenvatting Dit besluit is een actualisering van het besluit van 24 november 2017 (nr 2017-126948). Het besluit voorziet in voortgezette…
Instantie Bureau Financieel Toezicht Datum 24-10-2018 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 02-10-2018 Nummer 2018/99281 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-09-2018 Nummer 2018-155144 Samenvatting Stichtingen en verenigingen zijn onderworpen aan de vennootschapsbelasting indien en voor zover zij een onderneming drijven.…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 13-09-2018 Nummer 2018-0000139078 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 31-08-2018 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 22-08-2018 Nummer 2018-0000116665 Samenvatting De Staatssecretaris van Financiën heeft voor de tweede keer vragen beantwoord die zijn gesteld naar aanleiding van het…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-08-2018 Nummer 2018/121069 Samenvatting Dit besluit wijzigt het besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/4620M.De volgende onderdelen zijn toegevoegd:de instandhou…
Instantie Belastingdienst Datum 15-08-2018 Nummer IB 190 - 1Z*1FD Samenvatting De Belastingdienst heeft geconstateerd dat belastingplichtigen en adviseurs zich soms onvoldoende bewust zijn van de fiscale…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-07-2018 Nummer 2018-000119906 Samenvatting De Staatssecretaris van Financiën is tegemoet gekomen aan een Wob-verzoek in verband met mogelijk niet gepubliceerd bel…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-07-2018 Nummer 2018-12775 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 05-07-2018 Nummer 2018-0000115754 Samenvatting Het Ministerie van Financiën heeft onderzoek laten doen naar de vraag of het systeem van de belastingrente redelijk, bi…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 03-07-2018 Nummer 2018-71700 Samenvatting Dit besluit wijzigt het besluit van 26 maart 2013, nr BLKB/2013/400M. De wijziging betreft het vervallen van onderdeel 7.1…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 29-06-2018 Nummer BLKB 2018/84956 Samenvatting Dit besluit bevat beleidsregels en goedkeuringen over de maatstaf van heffing voor de btw. De maatstaf van heffing is het be…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 27-06-2018 Nummer 2018-000108801 Samenvatting Op 3 april 2018 oordeelde Hof Den Haag dat de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet van toepassing was op de schenki…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-06-2018 Nummer 2018-0000103361 Samenvatting De Staatssecretaris van Financiën heeft vragen beantwoord die zijn gesteld naar aanleiding van het besluit van 29 maart…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-05-2018 Nummer BLKB 2018-66294 Samenvatting Dit besluit wijzigt het besluit van 3 juni 2014 (nr BLKB 2014/816). Gewijzigd worden de onderdelen 3.2 en 9.1 over de zogeno…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 25-05-2018 Nummer 2018-50125 Samenvatting Dit besluit bevat het beleid over de ondernemingsfaciliteiten in de overdrachtsbelasting, zoals opgenomen in art. 15 li…
Instantie Europese Raad Datum 25-05-2018 Nummer 2018/822 Samenvatting Op 25 mei 2018 is de Mandatory Disclosure-richtlijn (MDR) aangenomen door de Europese Raad. ''Mandatory disclosure'' beteken…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 14-05-2018 Nummer 2018-64996 Samenvatting Dit besluit betreft een samenvoeging en actualisering van de besluiten van 12 april 2002 (nr CPP2002/137M) en van 18 juli 20…
Instantie Belastingdienst Datum 08-05-2018 Nummer (geen nummer) Samenvatting In een handreiking van 8 mei 2018 wordt in vraag & antwoord-vorm ingegaan op de vererving van aanspraken op een oudedags…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 22-04-2018 Nummer 2018-6865 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 09-04-2018 Nummer 2018D27453 Samenvatting De Staatssecretaris van Financiën is in een brief aan de Tweede Kamer ingegaan op de wijze waarop de Belastingdienst om…
Instantie Belastingdienst Datum 04-04-2018 Nummer (geen nummer) Samenvatting Op 4 april 2018 heeft het Centraal Aanspreekpunt Pensioenen van de Belastingdienst (CAP) in Vraag & Antwoord 17-017…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 04-04-2018 Nummer (geen nummer) Samenvatting De gevolgen van het arrest van de Hoge Raad (HR 15 december 2017, 15/05937, ECLI:NL:HR:2017:3127) zijn verwerkt in deze vrag…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-04-2018 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 30-03-2018 Nummer 2018-2954 Samenvatting Dit besluit vervangt het besluit van 7 maart 2017 (nr 2017-22042). Goedgekeurd wordt dat bij de waardering van langlope…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 29-03-2018 Nummer 2018-45958 Samenvatting Dit besluit wijzigt het besluit van 5 juli 2010 (nr. DGB2010/872M).In het wetsvoorstel Overige Fiscale Maatregelen 2018 was…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-03-2018 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 09-03-2018 Nummer 2018-27139 Samenvatting Het verzamelbesluit aanmerkelijk belang van 4 september 2012 (nr. BLKB2012/101M) is geactualiseerd. Nieuw is…
Instantie Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum 08-03-2018 Nummer 2018-0000025158 Samenvatting Evaluatie Wet verevening pensioenrechten bij scheidingOp 8 maart 2018 hebben de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenhei…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 30-01-2018 Nummer 2018-1511 Samenvatting Indien partners gezamenlijk in een 50/50 verhouding een eigen woning kopen en deze ook gezamenlijk 50/50 financieren, komt…
Instantie Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Datum 24-01-2018 Nummer 2018-0000039301 Samenvatting Nieuw model koopovereenkomst woning 1 februari 2018De brancheorganisaties NVM, VBO Makelaar, VastgoedPRO, Vereniging Eigen…
Instantie Ministerie van Justitie en Veiligheid Datum 22-01-2018 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 22-12-2017 Nummer 2017-21605 Samenvatting Dit besluit is een actualisering van het besluit van 20 december 2013, nr BLKB 2013/2253M. Het besluit is geactualiseerd met…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-12-2017 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Belastingdienst Datum 21-12-2017 Nummer 2017/C/87 Samenvatting
Instantie Belastingdienst Datum 20-12-2017 Nummer (geen nummer) Samenvatting Behandeling aangifte erfbelasting 2017 met voorrangDoor problemen met de automatisering lukt het de belastingdienst niet bin…
Instantie KNB Datum 19-12-2017 Nummer (geen nummer) Samenvatting Per 1 januari 2018 is de Wet verbetering functioneren verenigingen van eigenaars in werking getreden. VvE’s kunnen nu…
Instantie Belastingdienst Datum 12-12-2017 Nummer 2017-188201 Samenvatting
Instantie Belastingdienst Datum 01-11-2017 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Algemene Zaken Datum 10-10-2017 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-10-2017 Nummer BLKB2017/7366 Samenvatting Dit besluit wijzigt enkele onderdelen van het besluit van 6 december 2014, nr BLKB2014/704M. Zo is onder andere een onderdee…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-07-2017 Nummer 2017-0000129721 Samenvatting De Belastingdienst kan een belastingplichtige een vergrijpboete opleggen als een belastingplichtige met opzet niet, onjuist…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-06-2017 Nummer 2017-0000114832 Samenvatting In antwoord op Kamervragen laat de Staatssecretaris van Financiën weten dat hij geen aanleiding te zien…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 27-06-2017 Nummer 2017-0000124081 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-06-2017 Nummer 2017-0000106366 Samenvatting De Staatssecretaris van Financiën heeft in antwoorden op Kamervragen aangegeven dat belastingplichtigen, gelet op de we…
Instantie Ministerie van Economische Zaken Datum 06-06-2017 Nummer DGAN-NB / 16167196 Samenvatting Op verzoek van het Ministerie van Economische zaken zijn zes fiscale vrijstellingen op het gebied van bos en natuur geë…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 02-06-2017 Nummer 2017-00000107691 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-06-2017 Nummer 2017-0000107153 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-05-2017 Nummer 2017-81019 Samenvatting Sinds 1 april 2017 wordt aan een KEW de eis gesteld dat gedurende de hele looptijd jaarlijks premies moeten zijn voldaan. Go…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 08-05-2017 Nummer 2017-0000092292 Samenvatting Op 14 februari 2017 oordeelde Hof Arnhem-Leeuwarden dat de verhuur van 23 panden aan voornamelijk studenten door een oud met…
Instantie Belastingdienst Datum 04-05-2017 Nummer (geen nummer) Samenvatting Op 4 mei 2017 heeft de Belastingdienst een nieuwe versie van het informatieformulier op haar website gepubliceerd. Hieronder…
Instantie Overig Datum 01-05-2017 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-04-2017 Nummer 2017-0000081030 Samenvatting Tijdens de behandeling van het Belastingplan 2017 is zijdelings opgemerkt dat vanaf 1 januari 2017 de aangifte schenk-…
Instantie Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Datum 21-04-2017 Nummer 1088331-160725-Z Samenvatting
Instantie Belastingdienst Datum 18-04-2017 Nummer 2017-0000060227 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 14-04-2017 Nummer 2017-0000051053 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 03-04-2017 Nummer 2017/116 Samenvatting Dit besluit bevat het beleid met betrekking tot artikel 28a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969. Het verschilt inho…
Instantie Ministerie van Economische Zaken Datum 03-04-2017 Nummer DGAN-NB / 17028412 Samenvatting Naar aanleiding van een beleidsevaluatie van de Natuurschoonwet 1928 hebben de Staatssecretaris van Economische Zaken en de…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 29-03-2017 Nummer 2017-0000057050 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 22-03-2017 Nummer 2017-22793 Samenvatting
Instantie Staatsblad Datum 16-03-2017 Nummer Stb. 2017, 117 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-03-2017 Nummer 2017-51500 Samenvatting Dit besluit over de samenloop van overdrachtsbelasting en omzetbelasting actualiseert enkele voorgaande besluiten. Nieuwe st…
Instantie Staatscourant Datum 01-03-2017 Nummer 2017/125 Samenvatting Dit besluit vervangt het besluit van 5 december 2005, nr. CPP2005/1783M. De belangrijkste wijziging is het vervallen van de…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-02-2017 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 22-02-2017 Nummer 2017-36415 Samenvatting De Staatssecretaris van Financiën heeft op 22 februari 2017 een nieuw besluit vastgesteld over de maatstaf van heffing…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 08-02-2017 Nummer 2017-0000018646 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 08-02-2017 Nummer 2017-0000018674 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-02-2017 Nummer 2017-0000017436 Samenvatting Staatssecretaris laat wederom weten niets te zien in aanpassing overgangsrecht schenkvrijstelling eigen woning.De Staatssecr…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 03-02-2017 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Justitie en Veiligheid Datum 01-02-2017 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-01-2017 Nummer 2017-7168 Samenvatting Dit besluit verduidelijkt de fiscale regels voor pensioenregelingen die de Pensioenwet aanduidt als een premie- of kapitaalo…
Instantie Belastingdienst Datum 11-01-2017 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Overig Datum 07-01-2017 Nummer geen Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-01-2017 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-12-2016 Nummer 2016-0000223377 Samenvatting Vanaf 1 januari 2017 wordt de schenkvrijstelling voor de eigen woning verhoogd naar € 100.000. Dit was reden voor het…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-12-2016 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-12-2016 Nummer 2016-188319 Samenvatting Dit besluit wijzigt het besluit van 31 oktober 2016, nr. 2016-113962 (Stcrt. 59049). De wijziging betreft een goedkeuring in…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 08-12-2016 Nummer 2016-101667 Samenvatting Dit besluit wijzigt het besluit over de investeringsaftrek van 17 maart 2014, nr BLKB2014/106M. Dit besluit bevat onder meer…
Instantie Overig Datum 08-12-2016 Nummer KWEP 2016/30 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 08-12-2016 Nummer 2016/101667 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 08-11-2016 Nummer BLKB 2016/152 Samenvatting Giften gedaan door een vennootschapsbelastingplichtig lichaam die verband houden met de persoonlijke vrijgevigheid van een…
Instantie Ministerie van Justitie en Veiligheid Datum 08-11-2016 Nummer 2010934 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 31-10-2016 Nummer 2016-113962 Samenvatting Dit besluit is aangevuld bij besluit van 20 december 2016, nr. 2016-188319. De aanvulling betreft een goedkeuring inzake de…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 18-10-2016 Nummer BLKB2016/130M Samenvatting Dit besluit bevat beleid over de toepassing van art. 9, 10 en 15 SW. Het besluit vervangt het besluit van 4 april 2012, nr…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 09-08-2016 Nummer BLKB/2016/899M Samenvatting In overleg met Slachtofferhulp Nederland heeft de Belastingdienst een protocol opgesteld voor de omgang met achterblijv…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-07-2016 Nummer BLKB 2016/764M Samenvatting In dit besluit is opgenomen dat de goedkeuring in het besluit van 14 december 2010, nr DGB 2010/7826M, onder 2, van toepassi…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-07-2016 Nummer 2016-0000080249 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-07-2016 Nummer DGB 2016-2766 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-07-2016 Nummer 2016-0000080249 Samenvatting
Instantie Ministerie van Justitie en Veiligheid Datum 07-07-2016 Nummer 36900 Samenvatting Deze regeling wijzigt de Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren van 4 november 2014, nr 577811. De regeling…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-07-2016 Nummer (geen nummer) Samenvatting Uit het arrest van de Hoge Raad van 22 april 2016 (nr 15/02845, ECLI:NL:2016:705) volgt dat de bedrijfsopvolgingsfaciliteit…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-07-2016 Nummer 2016-0000092244 Samenvatting De Staatsecretaris van Financiën uit al lange tijd de wens om het pensioen in eigen beheer af te schaffen. In de brief…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 30-06-2016 Nummer 2016-0000090489 Samenvatting Aan de Staatssecretaris van Financiën is de volgende casus voorgelegd. Ouders helpen hun dochter financieel aangezien…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-06-2016 Nummer BLKB2016/695M Samenvatting In dit besluit is het beleid neergelegd voor het opleggen van bestuurlijke boeten bij de heffing van rijksbelastingen waarop…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 06-06-2016 Nummer BLKB2016/425 Samenvatting De Staatssecretaris van Financiën maakt de rolnummers bekend van de gerechtelijke procedures over de bezwaarschrif…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 02-06-2016 Nummer BLKB 2016/616M Samenvatting
Instantie Belastingdienst Datum 01-06-2016 Nummer (geen nummer) Samenvatting Naar aanleiding van een WOB-verzoek is een Praktijkhandreiking bedrijfsopvolging vastgoedexploitanten van de Belastingdienst…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 27-05-2016 Nummer DGB/2016-1410 Samenvatting De Staatssecretaris van Financiën heeft in twee brieven aan de Tweede Kamer laten weten dat een nieuw beleids…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 27-05-2016 Nummer AFP/2016/313 M Samenvatting De Staatssecretaris van Financiën heeft in twee brieven aan de Tweede Kamer laten weten dat een nieuw beleids…
Instantie Nationale Ombudsman Datum 23-03-2016 Nummer 2016/025 Samenvatting In zijn rapport ‘Een onverwacht hoge rekening’ uitgebracht op 23 maart 2016 concludeert de Nationale ombuds…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 17-03-2016 Nummer BLKB 2015-1389 Samenvatting In Vakstudie-Nieuws is een brief van de Staatssecretaris van Financiën gepubliceerd waarin hij reageert op een verzoek…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-03-2016 Nummer DB/2016-100 U Samenvatting De Staatssecretaris van Financiën heeft de wens om een einde te maken aan pensioen in eigen beheer. Hiermee kan in zijn…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 17-02-2016 Nummer DGB 2016-568 Samenvatting In een reactie op de conclusie van de A-G laat het Ministerie van Financiën weten zich niet te kunnen vinden in het sta…
Instantie Ministerie van Economische Zaken Datum 17-02-2016 Nummer (geen nummer) Samenvatting Begin 2016 is de Nederlandse Franchise Code gelanceerd. De code beschrijft hoe partijen zich moeten gedragen bij het aangaan…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-02-2016 Nummer BLKB 2016/19 Samenvatting Een belastingplichtige die erfbelasting is verschuldigd, kan belastingrente verschuldigd zijn. Belastingrente wordt berekend…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-02-2016 Nummer DGB 2016-234 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 04-02-2016 Nummer BLKB2016/33M Samenvatting Dit besluit wijzigt het besluit over de kapitaalverzekering eigen woning, spaarrekening eigen woning, het beleggingsrecht ei…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-01-2016 Nummer DGB/2015/5564 U Samenvatting In antwoorden op Kamervragen is de Staatssecretaris van Financiën ingegaan op de handelswijze van de Belastingdienst me…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 14-01-2016 Nummer BLKB2016/66 Samenvatting Dit besluit bevat een goedkeuring waardoor de niet gerealiseerde zelfstandigenaftrek kan worden verrekend met de stakingswin…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 11-01-2016 Nummer BLKB 2016/99M Samenvatting Dit besluit wijzigt het besluit van 18 februari 2014, nr BLKB 2014/15M.In dit besluit wordt voor de zogenoemde aandeelhouder…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 11-01-2016 Nummer BLKB2016/99M Samenvatting
Instantie Ministerie van Justitie en Veiligheid Datum 01-01-2016 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 30-12-2015 Nummer DB/2015/465M Samenvatting
Instantie Staatsblad Datum 23-12-2015 Nummer Stb. 2015, 544 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 17-12-2015 Nummer DB/2015/454 U Samenvatting De Staatssecretaris van Financiën heeft een brief naar de Tweede Kamer gestuurd met betrekking tot het pensioen in eige…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 17-12-2015 Nummer DB/2015/454 U Samenvatting
Instantie Belastingdienst Datum 16-12-2015 Nummer (geen nummer) Samenvatting In deze publicatie zijn opgenomen de uitgangspunten en normen voor de waardering van verpachte gronden (grasland en bouwland…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-12-2015 Nummer BLKB 2015/1511M Samenvatting Een fonds voor gemene rekening (FGR) geldt als besloten indien hetzij voor de vervreemding van de bewijzen van deelgerechtig…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-12-2015 Nummer BLKB2015/1209M Samenvatting In een nieuw CV-besluit van 15 december 2015 (nr. BLKB2015/1209M) is het eerdere CV-besluit van 11 januari 2007 (nr. CPP206/…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-12-2015 Nummer BLKB2015/1540M Samenvatting Met dit besluit wordt de Leidraad Invordering 2008 gewijzigd in verband met de aanpassing van de wetgeving per 1 januari 201…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 18-11-2015 Nummer BLKB2015/1671M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-11-2015 Nummer BLKB2015/1346M Samenvatting Voor de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet wordt voor de waardering van ondernemingen in begins…
Instantie Ministerie van Justitie en Veiligheid Datum 30-10-2015 Nummer 88765 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 29-09-2015 Nummer BLKB2015/464M Samenvatting In de praktijk blijkt dat soms fouten worden gemaakt met betrekking tot de premiebetalingen in verband met een kapitaal…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 17-09-2015 Nummer 2015D34167 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-09-2015 Nummer 34300-IX-4 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 08-09-2015 Nummer BLKB 2015/1169M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-07-2015 Nummer DGB/2015/3164 Samenvatting Bij de exploitatie of ontwikkeling van een gebied voor woningbouw door een gemeente maakt zij grondexploitatiekosten voor on…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 09-07-2015 Nummer FM 2015/1090M Samenvatting In verband met de huidige lage hypotheekrente kan het aantrekkelijk zijn de schuld op de eigen woning over te sluiten. Aan…
Instantie Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Datum 03-07-2015 Nummer WJZ/785850 (10601) Samenvatting De aftrek voor uitgaven voor monumentenpanden staat ook open voor eigenaren van monumenten die op het grondgebied van een an…
Instantie Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Datum 02-07-2015 Nummer Strct 2015 nr 19073 Samenvatting De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft de regels op grond waarvan een directeur-grootaandeelhouder buiten de…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 26-06-2015 Nummer BLKB2015/903M Samenvatting Na een oproep van de Bond voor Belastingbetalers zijn bij de Belastingdienst meer dan 10.000 bezwaarschriften binnengekomen…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 24-06-2015 Nummer BLKB 2014-1684 Samenvatting De Staatssecretaris van Financiën is ingegaan op de gevolgen voor de inkomsten- en schenkbelasting indien ongehuwde sam…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-06-2015 Nummer BLKB2015/571M Samenvatting In dit besluit is het beleid neergelegd voor het opleggen van bestuurlijke boeten bij de heffing van rijksbelastingen waarop…
Instantie Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Datum 16-06-2015 Nummer 767292-136554-MEVA Samenvatting
Instantie Tweede Kamer Datum 12-05-2015 Nummer FM/2015/685M Samenvatting De Minister van Financiën heeft, mede namens de Minister van Veiligheid en Justitie, op 12 mei 2015 gereageerd op Kamer…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-04-2015 Nummer DB2015/136 M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 25-02-2015 Nummer BLKB2015/211 M Samenvatting Dit besluit is een actualisering van het besluit van 6 mei 2008, nr CPP 2008/984M, over de toepassing van art. 20a van de We…
Instantie Belastingdienst Datum 13-01-2015 Nummer (geen nummer) Samenvatting In deze publicatie zijn opgenomen de uitgangspunten en normen voor de waardering van verpachte gronden (grasland en bouwland…
Instantie Europese Parlement Datum 12-01-2015 Nummer 2013/0025 (COD) Samenvatting Op basis van een voorgestelde Europese richtlijn tegen witwassen gaat voor bedrijven een registratieplicht van hun grootaand…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-12-2014 Nummer BLKB2014/1415M Samenvatting Het beleid met betrekking tot aftrek van giften in de Wet IB 2001 en het aanmerken van een instelling als ANBI is geactualis…
Instantie Staatscourant Datum 19-12-2014 Nummer 36648 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 18-12-2014 Nummer BLKB2014/2176M Samenvatting
Instantie Bewaarders van het kadaster en de openbare registers Datum 18-12-2014 Nummer 36245 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 17-12-2014 Nummer Stb. 2014, nr 579 Samenvatting Met dit besluit wijzigen enkele uitvoeringsbesluiten. De wijzigingen vloeien onder meer voort uit het Belastingplan 2015. Oo…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 17-12-2014 Nummer BLKB2014/2168M Samenvatting Dit besluit wijzigt het besluit over KEW, SEW en BEW en vóór 2001 bestaande kapitaalverzekeringen in box 3 van…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 17-12-2014 Nummer BLKB2014/1894M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 17-12-2014 Nummer BLKB2014/1894M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 08-12-2014 Nummer AFP/2014/1085 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 06-12-2014 Nummer BLKB 2014-704M Samenvatting Enkele onderdelen van dit besluit zijn gewijzigd bij besluit van 10 oktober 2017, nr BLKB2017/7366.Dit besluit bevat beleids…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 26-11-2014 Nummer BLKB2014/1947M Samenvatting Op 3 oktober 2014 heeft de Hoge Raad geoordeeld dat de eigenwoningregeling geen renteaftrek toestaat voor een woning in…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-11-2014 Nummer DGB 2014-5821 Samenvatting In 2012 wordt stichting S opgericht ter realisatie en exploitatie van een multifunctioneel kunstgrasveld. De Inspecteur weig…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-11-2014 Nummer Stb. 2014, 464 Samenvatting
Instantie Ministerie van Justitie en Veiligheid Datum 04-11-2014 Nummer 577811 Samenvatting De regeling van de Minister van Veiligheid en Justitie bevat uniforme regels voor de beloning van curatoren, bewindvoerders…
Instantie Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Datum 27-10-2014 Nummer Stb. 2014, 420 Samenvatting
Instantie Ministerie van Justitie en Veiligheid Datum 17-10-2014 Nummer 568831 Samenvatting
Instantie Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Datum 17-10-2014 Nummer 2014-0000556688 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-10-2014 Nummer BLKB2013M/1870M Samenvatting Het besluit inzake internationale aspecten van schenk- en erfbelasting is geactualiseerd. Nieuw is dat in grensoverschrijden…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 02-10-2014 Nummer BLKB2014/1782M Samenvatting Dit besluit betreft de fiscale behandeling van de aanspraken van medisch specialisten op een transitiefonds in het geval zij…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 17-09-2014 Nummer BLKB2014/1321M Samenvatting Dit besluit wijzigt het besluit van 4 september 2012, nr BLKB2012/101M. De wijziging betreft een verruiming van de facilitei…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-09-2014 Nummer AFP/2014/806 Samenvatting De Staatssecretaris van Financiën is in een brief ingegaan op de gevolgen voor de heffing van inkomstenbelasting bij ee…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-09-2014 Nummer AFP/2014/806 bijlage Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-09-2014 Nummer AFP/2014/780 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 11-09-2014 Nummer BLKB2014/112M Samenvatting Bij verkoop onder voorwaarden (VOV) verkopen ondernemers nieuwbouw woningen met korting op de marktwaarde. Woningcorporaties…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 08-09-2014 Nummer AFP/2014/785 U Samenvatting
Instantie Staatsblad Datum 04-09-2014 Nummer 333 Samenvatting Dit besluit bevat een aantal wijzigingen van verschillende besluiten waaronder het Besluit omgevingsrecht. Deze wijzigingen…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 30-07-2014 Nummer BLKB/2014/125M Samenvatting In art. 11 lid 1 onderdeel o Wet OB is een btw-vrijstelling opgenomen voor het verzorgen van onderwijs. In dit besluit…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 17-07-2014 Nummer BLKB2014/546M Samenvatting De Wet op de omzetbelasting 1968 bevat een bijzondere regeling voor gebruikte goederen, kunstvoorwerpen, voorwerpen voor ver…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-07-2014 Nummer BLKB2014/362M Samenvatting Dit besluit is een actualisering van het besluit van 16 februari 2012, nr BLKB2012/8. Aangevuld is het onderdeel over te laa…
Instantie Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Datum 15-07-2014 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Belastingdienst Datum 15-07-2014 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Justitie en Veiligheid Datum 08-07-2014 Nummer 436935 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 03-07-2014 Nummer DB2014/272 Samenvatting In de brief geeft de Staatssecretaris van Financiën weer hoe hij de verdere uitwerking van de werkkostenregeling voor…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 03-07-2014 Nummer DB/2014/280 Samenvatting
Instantie Belastingdienst Datum 01-07-2014 Nummer 14-601-1 Samenvatting
Instantie Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Datum 10-06-2014 Nummer 2014-0000309386 Samenvatting Wanneer partners gaan scheiden en samen een eigen woning bezitten, gebeurt het vaak dat een van hen de ander uitkoopt. De fi…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 03-06-2014 Nummer BLKB 2014/816 Samenvatting Dit besluit is gewijzigd bij besluit van 28 mei 2018 (nr BLKB 2018-66294).Op het moment dat een ondernemer zijn onderneming…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 25-04-2014 Nummer AFP/2014/302 Samenvatting De Staatssecretaris van Financiën is in een brief aan de Tweede Kamer ingegaan op de stand van zaken en de uitvoering…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-04-2014 Nummer BLKB2014/506M Samenvatting
Instantie Ministerie van Infrastructuur en Milieu Datum 08-04-2014 Nummer IENM/BSK-2014/70066 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-03-2014 Nummer DGB 2014-1075 Samenvatting Op 22 december 2013 oordeelde Hof Den Haag dat de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in de Successiewet konden worden…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-03-2014 Nummer AFP/2014/ 252U Samenvatting
Instantie Ministerie van Justitie en Veiligheid Datum 21-03-2014 Nummer 487708 Samenvatting De Minister van Veiligheid en Justitie heeft Kamervragen beantwoord over de Stichting Meldpunt Collectief Onrecht (SMCO). De…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-03-2014 Nummer DV/2014/1 U Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 17-03-2014 Nummer BLKB 2014/106M Samenvatting Dit besluit is gewijzigd bij besluit van 8 december 2016, nr 2016-101667.
Instantie Ministerie van Financiën Datum 17-03-2014 Nummer BLBK2014/106m Samenvatting
Instantie Belastingdienst Datum 12-02-2014 Nummer (geen nummer) Samenvatting In deze publicatie zijn opgenomen de uitgangspunten en normen voor de waardering van verpachte gronden (grasland en bouwland…
Instantie Ministerie van Justitie en Veiligheid Datum 29-01-2014 Nummer Stb. 2014, nr 46 Samenvatting Dit besluit is per 11 oktober 2021 gewijzigd, zie hiervoor Wijziging Besluit kwaliteitseisen curatoren, bewindvoerders…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 30-12-2013 Nummer DB 2013/599M Samenvatting De wijzigingen in de onderhavige regeling betreffen onder meer wijzigingen die verband houden met: – de herinvoering…
Instantie Belastingdienst Datum 21-12-2013 Nummer (geen nummer) Samenvatting In Vakstudie-Nieuws (V-N 2013/40.14) is een brief van de Belastingdienst gepubliceerd over de afwikkeling van een nalatensch…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 18-12-2013 Nummer BLKB 2013/2001M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 18-12-2013 Nummer Stb. 2013, nr 569 Samenvatting De wijzigingen in de onderhavige regeling betreffen onder meer:- aanpassingen van het Uitvoeringsbesluit Successiewet 1956…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 18-12-2013 Nummer BLKB2013/2292M Samenvatting Met dit wijzigingsbesluit is per 1 januari 2014 onder andere een bijzondere uitstelfaciliteit gecreëerd in ar…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 11-12-2013 Nummer Stb. 2013, nr 34549 Samenvatting
Instantie Belastingdienst Datum 04-12-2013 Nummer Stcrt. 2013, 34331 Samenvatting Op 22 oktober 2013 heeft de Hoge Raad uitspraak gedaan in de proefprocedures inzake de vraag of de bedrijfsopvolgingsregelin…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 04-12-2013 Nummer DGB 2013-6494 Samenvatting Rechtbank Gelderland (5 november 2013, nr 11/3084, ECLI:NL:RBGEL:2013:4262) heeft in een geval waarin een pensioenaanspraak…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-11-2013 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 31-10-2013 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-10-2013 Nummer BLKB2013/1910M Samenvatting De in dit besluit opgenomen wijzigingen vloeien voort uit de kabinetsreactie op het rapport Paritas passé.1 De wijzig…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 22-10-2013 Nummer DB/2012/401 M Samenvatting
Instantie Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Datum 17-10-2013 Nummer Stb. 2013, 423 Samenvatting
Instantie Staatscourant Datum 14-10-2013 Nummer 28846 Samenvatting Deze regeling vervangt de Uitvoeringsbeschikking Registratiewet 1970 (hierna: Uitvoeringsbeschikking) en bevat uitvoeringsbe…
Instantie Staatscourant Datum 27-09-2013 Nummer 26451 Samenvatting In de Regeling vervreemdingen woongelegenheden zijn de voorwaarden ten aanzien van verkopen van woongelegenheden door toegel…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 25-09-2013 Nummer DGB/2013/3650 U Samenvatting
Instantie Staatscourant Datum 25-09-2013 Nummer 26622 Samenvatting In deze circulaire staat beschreven wanneer een verzoek om toestemming nodig is, waaraan een dergelijk verzoek moet voldoen…
Instantie Belastingdienst Datum 17-09-2013 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Datum 30-08-2013 Nummer (geen nummer) Samenvatting Staatssecretaris van Rijn van Volksgezondheid, Welzijn en Sport verzacht de effecten van vermogensinkomensbijtelling voor de…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 14-08-2013 Nummer FM/2013/1302 U Samenvatting Op 1 juli 2013 heeft het Tweede Kamerlid Van Hijum (CDA) aan de Minister van Financiën gevraagd of het wenselijk is dat…
Instantie Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Datum 20-07-2013 Nummer 107098-DMO Samenvatting In een brief aan de Tweede Kamer gaat Staatssecretaris van Rijn van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport in…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-07-2013 Nummer DB 2013/366 M Samenvatting De wijziging van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994 (UR AWR 1994) geeft nadere uitvoering aan…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-07-2013 Nummer FM 2013/1284 M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 02-07-2013 Nummer BLKB2013/791M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-06-2013 Nummer DB2013/335 Samenvatting Op 28 juni 2013 heeft de ministerraad besloten dat met het oog op het belang van de economische ontwikkeling tijdelijk de mo…
Instantie Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Datum 26-06-2013 Nummer 123144-105010-Z Samenvatting Per 1 januari 2013 is de vermogensinkomensbijtelling (hierna: VIB) op de eigen bijdrage AWBZ/WMO van kracht. 4 april j.l. is…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-06-2013 Nummer BLKB/2013/642M Samenvatting Dit besluit bevat het beleid over diverse onderwerpen betreffende de vrijstelling van overdrachtsbelasting. Het betreft de…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-06-2013 Nummer DGB/2013/3067 U Samenvatting Antwoorden op vragen van het lid Bashir over duidelijkheid omtrent de duur van de hypotheekrenteaftrek bij trouwen.
Instantie Ministerie van Financiën Datum 14-06-2013 Nummer DB/2013/226M Samenvatting De verkrijging van onroerende zaken in verband met een interne reorganisatie is onder voorwaarden vrijgesteld van overdracht…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-06-2013 Nummer DB2013-301M Samenvatting De onderhavige regeling wijzigt verschillende fiscale uitvoeringsregelingen alsmede enige overige uitvoeringsregelingen alsm…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-06-2013 Nummer (geen nummer) Samenvatting Op 2 juli jl. heeft de Eerste Kamer ingestemd met de Wet Verhuurderheffing die een heffing voor verhuurders voor het jaar 20…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 31-05-2013 Nummer AFP/2013/254 U Samenvatting Vragen van het lid Paulus Jansen (SP) aan de staatssecretaris van Financiën over de fiscale regeling voor hypotheekrent…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 29-05-2013 Nummer FM/2013/860 U Samenvatting Vragen van het lid Oskam (CDA) over de vergunningplicht Autoriteit Financiële Markten (AFM) op het gebied van onder and…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-05-2013 Nummer BLKB2013/909M Samenvatting Dit besluit bevat een goedkeuring voor de toepassing van de partnerregeling voor mantelzorgers voor de erfbelasting voor de…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 25-05-2013 Nummer DB/2013/234 U Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 26-04-2013 Nummer DGB 2013/201M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-04-2013 Nummer AFP 2013/178 U Samenvatting In de procedurevergadering van de vaste commissie voor Financiën van 13 maart 2013 is gesproken over de stand van zaken…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-04-2013 Nummer (geen nummer) Samenvatting De staatssecretaris heeft zijn cassatieberoep ingetrokken tegen de uitspraak waarin het hof besliste dat de woning en de aan…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 04-04-2013 Nummer BLKB2013/473M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 03-04-2013 Nummer DB/2013/143 U Samenvatting Antwoord naar aanleiding van de schriftelijke vragen van het lid Dijkgraaf (SGP) over het bericht dat de crisisheffing voor…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 26-03-2013 Nummer BLKB/2013/400M Samenvatting Dit besluit is gewijzigt bij het besluit van 3 juli 2018, nr 2018-71700. De wijziging betreft het vervallen van onderde…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 25-03-2013 Nummer BLKB 2013/88M Samenvatting Een erflater kan zijn wensen met betrekking tot zijn nalatenschap kenbaar maken via zijn testament. Daarnaast kan een erflat…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 25-03-2013 Nummer BLKB2013/110M Samenvatting In artikel 10a van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 is bepaald dat rente op schulden in bepaalde situaties niet aftr…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 22-03-2013 Nummer (geen nummer) Samenvatting Vragen en antwoorden over het besluit BLKB/2013/305M van 28 februari 2013 (verlaagd btw-tarief op arbeidskosten bij renovati…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-03-2013 Nummer (geen nummer) Samenvatting De Europese Commissie heeft het extra belastingvoordeel voor giften aan culturele instellingen goedgekeurd. Hierdoor mogen…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-03-2013 Nummer (geen nummer) Samenvatting Particulieren en bedrijven die giften doen aan culturele instellingen kunnen een jaar langer gebruik maken van een extra bel…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 18-03-2013 Nummer BLKB 2013/27M Samenvatting Met het Belastingplan 2013 is een delegatiebepaling aan art. 19b Wet LB toegevoegd op grond waarvan een goedkeuring kan word…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-03-2013 Nummer DGB 2013-801 Samenvatting Toelichting staatssecretaris van 12 maart 2013 nr. DGB 2013-801 n.a.v. uitspraak Hof Arnhem-Leeuwarden van 29 januari 2013…
Instantie Belastingdienst Datum 11-03-2013 Nummer (geen nummer) Samenvatting De overgangsregeling voor de levensloopregeling is met ingang van 1 januari 2013 gewijzigd. Hierna volgen een aantal vragen…
Instantie Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Datum 11-03-2013 Nummer 2013-0000142912 Samenvatting Ter stimulering van de woningmarkt heeft het Kabinet op 13 februari 2013 een pakket maatregelen gepresenteerd. De eis dat ee…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-03-2013 Nummer DB/2013/96 M Samenvatting De beeldvorming over de werkkostenregeling is niet positief te noemen, en de evaluatie bevestigt dat. De systematiek van de…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 05-03-2013 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 26-02-2013 Nummer FM/2013/50 U Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 26-02-2013 Nummer DGB/2013/844 U Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 26-02-2013 Nummer BLKB/352M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 14-02-2013 Nummer BLKB 2013-279M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 14-02-2013 Nummer BLKB 2013-279M Samenvatting
Instantie Staatscourant Datum 28-01-2013 Nummer 2013A005 Samenvatting Met ingang van 1 januari 2012 is in artikel 25 lid 9 van de Wet op het notarisambt (Wna) een beperkte informatieplicht voor…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 18-01-2013 Nummer DB/2012/500 U Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 17-01-2013 Nummer BLKB2012/1221M Samenvatting Het beleidsbesluit inzake de bedrijfsopvolgingsregeling SW is geactualiseerd. Naast redactionele wijzigingen en verduidelijk…
Instantie KNB Datum 01-01-2013 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Datum 28-12-2012 Nummer 104185-100678-DMO Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-12-2012 Nummer BLKB2012/1963M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-12-2012 Nummer Strct 2012, nr 26439 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-12-2012 Nummer Stb. 2012, nr 694 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 14-12-2012 Nummer FM/2012/1919 Samenvatting
Instantie Ministerie van Justitie en Veiligheid Datum 14-12-2012 Nummer 329692 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 13-12-2012 Nummer AFP/2012/850 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-12-2012 Nummer FM/2012/1887 M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-12-2012 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 04-12-2012 Nummer BLKB2012/1642M Samenvatting
Instantie Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Datum 20-11-2012 Nummer 104462-100717-DMO Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-11-2012 Nummer DGB/2012/7023 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 05-11-2012 Nummer IFZ2012/614M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 26-10-2012 Nummer AFP/2012/744 U Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 25-10-2012 Nummer DGB/2012/6564 M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 22-10-2012 Nummer DB/2012/401 M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-10-2012 Nummer DGB/2012/5345 U Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-09-2012 Nummer (geen nummer) Samenvatting Per 1 oktober 2012 is het algemene BTW-tarief verhoogd van 19% naar 21%. In verband met deze tariefswijziging is antwoord ge…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-09-2012 Nummer DB/2012/80M Samenvatting Door de huidige economische ontwikkelingen kunnen BV’s met pensioen in eigen beheer niet altijd meer aan hun verplicht…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 06-09-2012 Nummer DGB/2012/4484 U Samenvatting In september 2012 is antwoord gegeven op vragen die vanuit de Tweede Kamer zijn gesteld over de werking van het mantelzorgco…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 03-09-2012 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 31-08-2012 Nummer BLKB 2012/1399M Samenvatting In het Belastingplan 2013 wordt voorgesteld de termijn van art. 13 WBR tijdelijk te verlengen naar zesendertig maanden. Voor…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 22-08-2012 Nummer DGB/2012/4747 U Samenvatting Een erfgenaam verkrijgt niet-ondernemingsvermogen krachtens erfrecht en verzoekt ter zake daarvan om toepassing van de bedri…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-06-2012 Nummer DB 2012/248 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 06-06-2012 Nummer DGB/2012/2952 U Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 25-05-2012 Nummer BLKB 2012/863M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 25-05-2012 Nummer AFP/2012/208 U Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-05-2012 Nummer DB/2012/179 U Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 02-05-2012 Nummer DGB/2012/2422M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 06-04-2012 Nummer DV/2012/109 U Samenvatting De Hoge Raad oordeelde op 9 maart 2012 dat een drijvende woning in beginsel een roerende zaak is, zodat de verkrijging daarv…
Instantie Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Datum 29-03-2012 Nummer DMO-SSO/3110260 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-03-2012 Nummer DB/2012/122U Samenvatting Met ingang van 1 januari 2012 is de definitie van een ANBI verplaatst van de Wet IB 2001 naar art. 5b AWR. Als gevolg hierva…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 09-02-2012 Nummer DV/2011/596 U Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 08-02-2012 Nummer 2012Z01307 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 06-02-2012 Nummer DB2012-34 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 25-01-2012 Nummer DGB/2011/7844U Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 30-12-2011 Nummer DB 2011/402M Samenvatting Art. 5 van de Uitvoeringsregeling schenk- en erbelasting is aangepast. Voor een geslaagd beroep op de eenmalig verhoogde vri…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 30-12-2011 Nummer Strct 2011, nr 22974 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-12-2011 Nummer DB/2011/0442 M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 22-12-2011 Nummer Stb. 2011, nr 677 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-12-2011 Nummer BLKB 2011/1954M Samenvatting DGB 2010/415 M
Instantie Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Datum 15-12-2011 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 25-11-2011 Nummer BLKB2011/1541M Samenvatting De Staatssecretaris van Financiën heeft goedkeurend beleid gepubliceerd ten aanzien van de waardering van serviceflats.…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 14-11-2011 Nummer DGB/2011/6811 U Samenvatting Als ouders, om onder de werking van art. 10 SW uit te komen, tijdens leven afstand doen van hun gebruiksrecht op de eerder…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 11-11-2011 Nummer BLKB2011/1208M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-10-2011 Nummer (geen nummer) Samenvatting Vanuit de Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) zijn vragen gesteld over de tijdelijke verlaging van het tarie…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 18-10-2011 Nummer DGB/2011/5072 U Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-10-2011 Nummer DB/2011/293 U Samenvatting De Staatssecretaris van Financiën heeft vragen beantwoord over de bepaling in de Successiewet dat onroerende zaken die…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 06-10-2011 Nummer BLKB2011/566M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 09-09-2011 Nummer AFP2011/559U Samenvatting
Instantie Ministerie van Economische Zaken Datum 03-09-2011 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 30-08-2011 Nummer BLKB2011/1231M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-07-2011 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 08-07-2011 Nummer DGB/2011/4258 U Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-07-2011 Nummer AFEP/U217 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-07-2011 Nummer BLKB 2011/1290M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-06-2011 Nummer DGB/2011/3467U Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 08-06-2011 Nummer DGB/2011/3043 U Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 06-06-2011 Nummer DB/2011/138U Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-06-2011 Nummer BLKB 2011/1000M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 11-04-2011 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-04-2011 Nummer DGB 2011-1369 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 29-03-2011 Nummer DB 2011/57 M Samenvatting
Instantie Staatscourant Datum 09-03-2011 Nummer Strct. 2011, nr 4102 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 08-03-2011 Nummer DV 2011/44 M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 11-01-2011 Nummer DGB/2010/8460 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 30-12-2010 Nummer Strct 2010, nr 21111 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-12-2010 Nummer Stb. 2010, nr 885 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 14-12-2010 Nummer DGB2010/873M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 08-12-2010 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 08-12-2010 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-11-2010 Nummer Stb. 2009, nr 615 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 05-11-2010 Nummer DB/2010/181U Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 04-11-2010 Nummer AFP/2010/574 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-11-2010 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-11-2010 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 14-09-2010 Nummer DGB2010/3544M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 09-09-2010 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 30-08-2010 Nummer AFP2010/364U Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 30-08-2010 Nummer DV-10-339M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 26-08-2010 Nummer DGB2010/3057M Samenvatting DGB2010/3057M
Instantie Ministerie van Financiën Datum 06-08-2010 Nummer DGB2010/3706M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-07-2010 Nummer DGB2010/701M Samenvatting Het gepubliceerde beleid dat niet meer van belang is, wordt voor alle duidelijkheid in dit besluit ingetrokken (onderdeel 2)…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 09-07-2010 Nummer DGB2010/1322M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 05-07-2010 Nummer DGB2010/872M Samenvatting Onderdeel 3 van dit besluit is gewijzigd bij besluit van 29 maart 2018 (nr 2018-45958). De wijziging houdt verband met de to…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 30-06-2010 Nummer DGB2010/3333M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 30-06-2010 Nummer DGB 2010/3599M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 30-06-2010 Nummer DGB2010/1683M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 30-06-2010 Nummer DGB2010/3599M Samenvatting
Instantie Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Datum 19-06-2010 Nummer WJZ/213992 (8287) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-06-2010 Nummer DGB2010/877M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-06-2010 Nummer DGB2010/921 Samenvatting CPP2003/1606M
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-06-2010 Nummer DGB2010/2574M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-06-2010 Nummer DGB2010/676M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 04-06-2010 Nummer DGB/2010/3657 U Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 18-05-2010 Nummer DB 2010/103 M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 29-04-2010 Nummer DGB 2010-1974 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-04-2010 Nummer DGB2010/1572M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 11-03-2010 Nummer DGB 2010-1285 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 11-03-2010 Nummer DGB 2010-1285 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-03-2010 Nummer DV 2010/76 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 09-03-2010 Nummer AFP 2010/114 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 08-03-2010 Nummer DGB2010/565M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 08-03-2010 Nummer DGB2010/1188M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 06-02-2010 Nummer DGB2010/671M Samenvatting CPP2003/1711M
Instantie Ministerie van Financiën Datum 06-02-2010 Nummer DGB2010/623M Samenvatting
Instantie Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap Datum 04-01-2010 Nummer 179831 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-12-2009 Nummer Stb. 2009, nr 615 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 17-12-2009 Nummer DB 2009-175 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 17-12-2009 Nummer Strct 2009, nr 20549 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-12-2009 Nummer CPP2009/2357M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 11-12-2009 Nummer BCPP2009-2509 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 11-12-2009 Nummer CPP2009/519M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 30-11-2009 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 24-11-2009 Nummer CPP2009/2342M Samenvatting Dit besluit is gewijzigd bij besluit van 26 november 2014, nr BLKB2014/1947M. In dit besluit zijn standpunten opgenomen wann…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 26-10-2009 Nummer CPP2009/1227M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 30-09-2009 Nummer DGB/2009/4690 U Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-09-2009 Nummer CPP2009/1799M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-09-2009 Nummer CPP2009/483M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-09-2009 Nummer CPP2009/1531M Samenvatting
Instantie Ministerie van Landbouw, Natuur en voedselkwaliteit Datum 20-08-2009 Nummer TRCJZ/2009/913 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 05-08-2009 Nummer CPP2009/1096M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 22-06-2009 Nummer 2009Z08452 Samenvatting
Instantie Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Datum 19-06-2009 Nummer 2935450 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 05-06-2009 Nummer AFP/2009/341U Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 05-06-2009 Nummer AFP/2009/314U Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 05-06-2009 Nummer AFP/2009/341U Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-04-2009 Nummer DGB/2009/1878U Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-04-2009 Nummer DB/2009/181M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 24-03-2009 Nummer CPP2009/170M Samenvatting
Instantie Landelijk overlegorgaan van Rechters-commissaris in faillissementen en surseances van betaling Datum 23-03-2009 Nummer 110621 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-02-2009 Nummer DGB/2009/0800 U Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 13-01-2009 Nummer DGB/2008/6442 U Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-12-2008 Nummer DB 2008/697M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 09-12-2008 Nummer CPP2008/2412M Samenvatting
Instantie Ministerie van Algemene Zaken Datum 21-11-2008 Nummer 3396570 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-09-2008 Nummer CPP2008/1626M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-07-2008 Nummer DGB 2008-03937 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-06-2008 Nummer CPP2008/1137M Samenvatting De Leidraad Invordering 2008 vervangt de Leidraad Invordering 1990 en bevat beleidsregels en voorschriften over de invorderi…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 09-06-2008 Nummer DB 2008-00340 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 27-05-2008 Nummer CPP2008/302M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-03-2008 Nummer CPP2008/291M Samenvatting Dit besluit is gewijzigd bij besluit van 24 juni 2020 (nr 2020-4943).Deze wijziging was nodig omdat de centrale behandeling…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-03-2008 Nummer DGB 2008-856 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-12-2007 Nummer CPP2007/3160 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-12-2007 Nummer CPP2007/1092M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-08-2007 Nummer DV 2007/00051M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-07-2007 Nummer DGB 2007-3180 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 26-06-2007 Nummer CPP2007/265M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-03-2007 Nummer DGB 2007- 786 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-02-2007 Nummer CPP2007/30M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 05-02-2007 Nummer IFZ2006/588M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-02-2007 Nummer DB 2007-31 M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 11-01-2007 Nummer CPP2006/1870M Samenvatting Dit besluit is gewijzigd bij besluit van 15 december 2015, nr BLKB 2015/1511M. In dat besluit merkt de Staatssecre…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-12-2006 Nummer DV 2006/00790 M Samenvatting
Instantie Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedelskwaliteit Datum 14-12-2006 Nummer TR CJZ/2006/3910 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 06-07-2006 Nummer DB2006/261M Samenvatting
Instantie KNB Datum 16-05-2006 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 31-03-2006 Nummer CPP2006/507M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 29-03-2006 Nummer DV 2006-00192 U Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 08-03-2006 Nummer CPP2005/3338M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-01-2006 Nummer CPP2006/73M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 17-01-2006 Nummer CPP2005/1489M Samenvatting
Instantie KNB Datum 01-01-2006 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-12-2005 Nummer CPP2005/2731M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-12-2005 Nummer CPP2005/1402M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-11-2005 Nummer DGB 2005-6328 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 24-06-2005 Nummer CPP2005/1323M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-05-2005 Nummer WV2005/97M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 27-04-2005 Nummer CPP2004/2807M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 08-03-2005 Nummer DGB 2005-598 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 26-01-2005 Nummer CPP2005/180M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 18-01-2005 Nummer WT2005-01-18 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 03-08-2004 Nummer CPP2004/1709M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 03-08-2004 Nummer CPP2004/882M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-03-2004 Nummer DGB2004-739 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 18-02-2004 Nummer WV2003/396M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 22-01-2004 Nummer CPP2003/2802M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 09-01-2004 Nummer CPP2003/1934M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-06-2003 Nummer CPP2003/1450M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-04-2003 Nummer DGB2003/2121M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-08-2002 Nummer CPP2002/1372M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 24-10-2001 Nummer CPP2001/2110M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 02-03-2001 Nummer CPP2001/464M Samenvatting
Titel Instantie Datum Nummer Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-11-2022 Nummer 2022-26848 Samenvatting Dit besluit is ingetrokken bij besluit van 29 februari 2024 (nr. 2024-192882).
Instantie Ministerie van Financiën Datum 22-09-2022 Nummer 2022-1 Samenvatting Voor de toepassing van het verlaagde tarief of de startersvrijstelling dient de verkrijger van een woning op grond van de te…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-12-2021 Nummer 2021-258581 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-11-2021 Nummer 2021-210997 Samenvatting In dit besluit zijn goedkeuringen opgenomen voor de toepassing van de heffingskortingen in de inkomstenbelasting, de loonbel…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-10-2021 Nummer 2021-9584 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 24-09-2021 Nummer 2021-191442 Samenvatting Het Besluit noodmaatregelen coronacrisis van 24 september 2021 is een actualisatie van het besluit van 28 juni 2021 (nr 2021…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 29-06-2021 Nummer 2021-121034 Samenvatting Als gevolg van de invoering van de Wet differentiatie overdrachtsbelasting per 1 januari 2021 geldt voor de verkrijging van…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-06-2021 Nummer 2021-117469 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-04-2021 Nummer 2021-5991 Samenvatting Dit besluit vervangt Besluit van 12 augustus 2015, nr BLKB 2015/520M
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-04-2021 Nummer 2021-7901 Samenvatting Dit besluit bevat het beleid voor de juridische fusie in de vennootschapsbelasting en vervangt het besluit van 27 januari 20…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-04-2021 Nummer 2021-5953 Samenvatting Dit besluit bevat het beleid voor de juridische afsplitsing in de vennootschapsbelasting en vervangt het besluit van 27 janu…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-04-2021 Nummer 2021-7915 Samenvatting Dit besluit bevat het beleid voor de zuivere splitsing in de vennootschapsbelasting en vervangt het besluit van 27 januari…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 25-03-2021 Nummer 2021-7241 Samenvatting Dit besluit is een actualisatie van het besluit van 16 december 2020 (nr 2020-27806). Dit besluit bevat goedkeuringen waardo…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 25-03-2021 Nummer 2021-1729 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-12-2020 Nummer 2020-247116 Samenvatting Dit besluit is een actualisatie van het besluit van 29 september 2020 (nr 2020-19833). In dit besluit zijn nieuwe goedk…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-12-2020 Nummer 2020-226944 Samenvatting In dit besluit staat het beleid over middeling. Dit besluit is een actualisering van het besluit van 23 juni 2014 (nr. BLKB/…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-12-2020 Nummer 2020-27806 Samenvatting Dit besluit is een actualisatie van het besluit van 22 september 2020, nr. 2020-20122 (Stcrt. 2020, 50146). Dit besluit beva…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 29-09-2020 Nummer 2020-19833 Samenvatting Dit besluit is een actualisatie van het besluit van 16 juni 2020 (nr 2020-12560).In dit besluit worden termijnen verlengd va…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 22-09-2020 Nummer 2020-20122 Samenvatting Dit besluit is een actualisatie van het besluit van 16 juni 2020, nr. 2020-109040 (Stcrt. 2020, 33204). Dit besluit bevat go…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 26-06-2020 Nummer 2020-13425 Samenvatting Dit besluit wijzigt het besluit van 16 juni 2020 (nr 2020-12560). De wijziging betreft de toevoeging van de goedkeuring uits…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 24-06-2020 Nummer 2020-11382 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-06-2020 Nummer 2020-109040 Samenvatting Dit besluit is een actualisatie van het besluit van 6 mei 2020 (nr 2020-85139). Dit besluit bevat goedkeuringen waardoor een…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-06-2020 Nummer 2020-12560 Samenvatting Dit beleidsbesluit bevat fiscale tegemoetkomingen naar aanleiding van de coronacrisis en betreft een actualisatie van het op…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 06-05-2020 Nummer 2020-9594 Samenvatting Dit beleidsbesluit bevat fiscale tegemoetkomingen naar aanleiding van de coronacrisis (nr 2020-9594) en betreft een actualis…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 06-05-2020 Nummer 2020-85139 Samenvatting Dit beleidsbesluit bevat goedkeuringen waardoor een eigenwoningschuld die onder de fiscale aflossingseis valt, blijft behore…
Instantie Staatscourant Datum 23-04-2020 Nummer 2020-54978 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 22-04-2020 Nummer 2020-8499 Samenvatting Geruisloze omzetting van een IB-onderneming in een NV of BV en omgekeerd (geruisloze terugkeer) is onder voorwaarden met ter…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 14-04-2020 Nummer 2020-6767 Samenvatting Geruisloze omzetting van een IB-onderneming in een NV of BV en omgekeerd (geruisloze terugkeer) is onder voorwaarden met ter…
Instantie Belastingdienst Datum 02-04-2020 Nummer Versie 2 april 2020 Samenvatting Dit document bevat vragen en antwoorden over de kapitaalverzekering eigen woning (KEW), de spaarrekening eigen woning (SEW),…
Instantie Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel, Kanton & Toezicht Datum 13-02-2020 Nummer Versie 8.0 Samenvatting Op 13 februari 2020 heeft het Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel, Kanton & Toezicht (LOVCK&T) een aangepaste versie…
Instantie Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Datum 03-07-2019 Nummer 2019-36844 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 09-05-2019 Nummer 2019-3013 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 13-02-2019 Nummer 2019-0000012049 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-12-2018 Nummer 2018-24470 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 29-11-2018 Nummer 2018-194402 Samenvatting Bij besluit van 29 november 2018 is het beleid inzake de vrijstellingen in de Successiewet geactualiseerd. Daarbij is…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 18-10-2018 Nummer 2018-23862 Samenvatting Bij besluit van 18 oktober 2018 (nr 2018-23862) heeft de Staatssecretaris van Financiën met terugwerkende kracht tot en…
Instantie Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel, Kanton & Toezicht Datum 08-10-2018 Nummer Versie 2.0 Samenvatting De Expertgroep Erfrecht van het Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel, Kanton en Toezicht (LOVCK&T) heeft recentelijk de Ri…
Instantie Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel, Kanton & Toezicht Datum 18-09-2018 Nummer Versie 7.0 Samenvatting Eind 2017 is een nieuwe versie van de Handleiding erfrechtprocedures kantonrechter gepubliceerd. De laatste versie date…
Instantie Belastingdienst Datum 06-07-2018 Nummer (geen nummer) Samenvatting Dit document bevat vragen en antwoorden over onder meer het vervallen van de tijdklemmen in een aantal situaties (1 januari…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-06-2018 Nummer 2018-81323 Samenvatting Dit besluit betreft een actualisering van het besluit van 31 augustus 2009 (nr CPP2009/1092M), over het aanbod voor de waard…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 09-05-2018 Nummer 2018-52448 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-03-2018 Nummer 2018-25029 Samenvatting Op 19 maart 2018 heeft de Staatssecretaris van Financiën met toepassing van de hardheidsclausule goedgekeurd dat tijdel…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 05-02-2018 Nummer 2018-5551 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 22-12-2017 Nummer 2017-16288 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 24-11-2017 Nummer 2017-126948 Samenvatting Dit besluit is een actualisering van het besluit van 6 november 2015, nr BLKB2015/830M. Het besluit is aangepast aan de Wet…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-11-2017 Nummer 2017-18782 Samenvatting Met ingang van 1 januari 2018 wordt in de Wet IB 2001 en de Awir (toeslagen) geregeld dat niet-eigen kinderen en hun verzorg…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-08-2017 Nummer 2017-168377 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 09-05-2017 Nummer 2017-1209 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-04-2017 Nummer 2017-59142 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 22-03-2017 Nummer 2017-7412 Samenvatting Op 22 maart 2017 is een goedkeuring gepubliceerd op grond waarvan een dga tot 1 juli 2017 de tijd heeft om alle adminis…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-01-2017 Nummer BLKB2016/803M Samenvatting Dit besluit is geactualiseerd bij besluit van 13 februari 2019, nr 2019-0000012049.
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-10-2016 Nummer Versie oktober 2016 Samenvatting
Instantie Belastingdienst Datum 15-07-2016 Nummer BLKB2016/765M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 24-06-2016 Nummer BLKB2016/365M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 02-06-2016 Nummer BLKB2016-508M Samenvatting Op 27 mei 2016 heeft de Staatssecretaris van Financiën toezeggingen gedaan middels twee brieven aan de Tweede Kamer ove…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-03-2016 Nummer BLKB 2016/360M Samenvatting Dit besluit actualiseert het besluit van 7 september 2009, nr CPP2009/1290M, welk besluit is gewijzigd bij besluit van 2 jul…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-12-2015 Nummer BLKB2015/1429M Samenvatting In dit besluit is het beleid neergelegd voor het opleggen van bestuurlijke boeten bij de heffing van rijksbelastingen waarop…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 27-11-2015 Nummer BLKB 2015/1486M Samenvatting Dit besluit is ingetrokken bij besluit van 16 december 2016, nr 2016-221112 (niet opgenomen).Om te profiteren van de lage re…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 06-11-2015 Nummer BLKB2015/830M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 27-10-2015 Nummer BLKB2015/864M Samenvatting In dit besluit staat het beleid op het gebied van de herinvesteringsreserve. De volgende onderwerpen komen aan de orde: de…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-10-2015 Nummer BLKB 2015/794M Samenvatting Dit besluit bevat het beleid over het belastbaar feit in de overdrachtbelasting. Het besluit vervangt het besluit van 3 juni…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-09-2015 Nummer BLKB 2015/396M Samenvatting In het besluit gaat de Staatssecretaris van Financiën in op de vraag of giften gedaan door een vennootschapsbelastingpl…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 03-09-2015 Nummer BLKB2015/1080M Samenvatting Dit besluit wijzigt het besluit over de lijfrenten en periodieke uitkeringen van 13 juni 2012, nr BLKB2012/283M. De wijzigin…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-08-2015 Nummer BLKB 2015/449M Samenvatting Dit besluit wijzigt de onderdelen 1 en 9 van het besluit van 29 juni 2011, nr BLKB2011/310M. De wijziging betreft…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-08-2015 Nummer BLKB 2015/520M Samenvatting In verband met de invoering van de earningsstrippingmaatregel per 1 januari 2019 (art. 15b Vpb) is dit besluit aangepast bij…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 02-07-2015 Nummer BLKB/2015/762M Samenvatting Dit besluit wijzigt het besluit van 7 september 2009, nr CPP2009/1290M. Op 18 december 2014 heeft het HvJ EU (nr C-87/13, EC…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 03-06-2015 Nummer BLKB 2015/463M Samenvatting De staatssecretaris keurt goed dat met ingang van 25 juni 2015 financiële instellingen de te hoge inleg op de lijfrente…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 27-05-2015 Nummer BLKB2015/555M Samenvatting Het beleidsbesluit is ingetrokken bij intrekkingsbesluit van 16 december 2020, nr. 2020-27572. 
Instantie Ministerie van Financiën Datum 08-05-2015 Nummer BLKB2015/409M Samenvatting In geval van een klassiek vruchtgebruiktestament verkrijgt het kind de hoofdgerechtigdheid van de goederen die behoren tot…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-04-2015 Nummer BLKB 2015/488M Samenvatting In dit besluit is het beleid opgenomen over de waardering op grond van art. 21 SW. Dit besluit betreft een actualiserin…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-03-2015 Nummer BLKB2015-0188M Samenvatting Het besluit betreft de fiscale behandeling in de loonheffingen en inkomstenbelasting van reiskostenvergoedingen, terbeschikk…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 27-01-2015 Nummer BLKB2015/34M Samenvatting De wijziging houdt verband met mijn gelijktijdige nieuwe besluiten over afsplitsing en zuivere splitsing (met nr. BLKB 2015/…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 27-01-2015 Nummer BLKB 2015/38M Samenvatting In de paragrafen 2 tot en met 6 van dit besluit staat het beleid voor de toepassing van artikel 14a. Hier wordt onder andere…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 27-01-2015 Nummer BLKB2015/33M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-01-2015 Nummer BLKB2015-0106M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-01-2015 Nummer BLKB2015/62M Samenvatting Het besluit geeft een aantal toevoegingen en actualiseringen ten opzichte van het besluit van 18 december 2013, nr. BLKB2013…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 17-12-2014 Nummer BLKB2014/1590M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 17-12-2014 Nummer BLKB2014/2132M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-12-2014 Nummer BLKB2014/2137M Samenvatting Dit besluit wijzigt het besluit van 14 december 2010, nr. DGB2010/4620M.De wijziging bevat een goedkeuring vooruitlopend op…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 06-12-2014 Nummer BLKB2014/1763M Samenvatting In dit besluit zijn de beleidsstandpunten opgenomen op het terrein van de kapitaalverzekering en de kapitaalverzekering eige…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 05-11-2014 Nummer BLKB2014/1865M Samenvatting Zoals reeds aangekondigd bij de parlementaire behandeling van het Belastingplan 2015, is beleid gepubliceerd met betrekking…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-09-2014 Nummer BLKB2014/1702M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 04-09-2014 Nummer BLKB2014/123M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 30-06-2014 Nummer BLKB 2014/54M Samenvatting De juridische fusie wordt geacht een overdracht te zijn (art. 14b lid 1 Wet Vpb). In eenvoudige gevallen geldt voor de winst…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 27-06-2014 Nummer versie juni 2014 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-06-2014 Nummer BLKB2014/1033M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-06-2014 Nummer BLKB/2013/2058M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-06-2014 Nummer BLKB2014/1033M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 03-06-2014 Nummer BLKB/2014/194M Samenvatting Op 4 juni 2014 is het besluit ‘Overdrachtsbelasting. Belastbaar feit’ in werking getreden. Het bevat drie nieuwe…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-04-2014 Nummer BLKB2014/0549M Samenvatting In dit besluit is opgenomen dat de goedkeuring in het besluit van 14 december 2010, nr DGB 2010/7826M, onder 2, van toepassi…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-02-2014 Nummer BLKB 2014/286M Samenvatting De Staatssecretaris van Financiën heeft een nieuw besluit inzake belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden gepubli…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-02-2014 Nummer BLKB2014/342M Samenvatting Dit besluit is ingetrokken bij verzamelbesluit van 16 december 2016, nr 2016-221112 (niet opgenomen).Een vruchtgebruiker van…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 18-02-2014 Nummer BLKB2014/15M Samenvatting
Instantie Belastingdienst Datum 21-01-2014 Nummer 1 Samenvatting Dit document bevat bevat antwoorden van de Belastingdienst op diverse vragen over overbruggingslijfrenten, afkoop kleine lij…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-12-2013 Nummer BLKB 2013/2253M Samenvatting De landbouwregeling beoogt landbouwers vanwege hun bijzondere positie, buiten de heffing van omzetbelasting te laten. Dit wo…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 18-12-2013 Nummer BLKB2013/995M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-12-2013 Nummer BLKB2013/1814M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 14-11-2013 Nummer IFZ 2013/184M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-10-2013 Nummer BLKB2013/1289M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-09-2013 Nummer BLKB2013/1686M Samenvatting Op 22 maart 2013 heeft de Hoge Raad (nr 12/02180) geoordeeld dat gelet op het Don Bosco-arrest de handelingen die een aannem…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 18-09-2013 Nummer BLKB2013/0799M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 18-09-2013 Nummer BLKB2013/0799M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-09-2013 Nummer BLKB2013/1699M Samenvatting Vooruitlopend op wetgeving keurt de Staatssecretaris van Financiën goed dat de vrijstelling voor schenking voor de eige…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-09-2013 Nummer BLKB2013/0801M Samenvatting In dit besluit is opgenomen dat de goedkeuring in het besluit van 14 december 2010, nr DGB 2010/7826M, onder 2, van toepassi…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 03-09-2013 Nummer BLKB2013/662M Samenvatting Dit besluit is gewijzigd bij besluit van 8 augustus 2015, nr BLKB2015/409M. Hierin is een goedkeuring opgenomen dat de defis…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 02-09-2013 Nummer BLKB2013/509M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 31-07-2013 Nummer versie juli 2013 Samenvatting De Kennisgroep Verzekeringsproducten heeft na afstemming met het ministerie van Financiën een aantal vragen beantwoord…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-07-2013 Nummer BLKB/2013/1130M Samenvatting Naar aanleiding van een wijziging per 1 juli 2013 van artikel 5b van het Uitvoeringsbesluit belastingen van rechtsverkeer is…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 09-07-2013 Nummer DGB 2013/3621M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 27-06-2013 Nummer BLKB2013/490M Samenvatting Dit besluit bevat een aantal goedkeuringen die zien op de toepassing van het overgangsrecht voor een kapitaalverzekering eig…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-05-2013 Nummer BLKB2013/956M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-04-2013 Nummer BLKB2013/503M Samenvatting Onder de huidige wetgeving bestaat discussie of het mogelijk is een bestaande eigenwoningschuld gedeeltelijk over te sluiten…
Instantie Overig Datum 01-04-2013 Nummer (geen nummer) Samenvatting Het KNB-stappenplan beoordeling wilsbekwaamheid is in 2021 vernieuwd. Raadpleeg hier het vernieuwde Stappenplan beoordeling…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 25-03-2013 Nummer BLKB2013/536M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-03-2013 Nummer versie maart 2013 Samenvatting De Kennisgroep Verzekeringsproducten heeft na afstemming met het ministerie van Financiën een aantal vragen beantwoord…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 09-03-2013 Nummer BLKB2013/1604M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 09-03-2013 Nummer BLKB2013/1604M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-03-2013 Nummer BLKB 2013/233M Samenvatting Per 1 januari 2012 zijn de bepalingen rondom vergoedingsvorderingen tussen echtgenoten (art. 1:87 BW) gewijzigd. Deze regeli…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-02-2013 Nummer BLKB/2013/305M Samenvatting Dit besluit bevat een goedkeuring om het verlaagde btw-tarief met ingang van 1 maart 2013 tot 1 maart 2014 toe te passen op…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 27-02-2013 Nummer BLKB2013/312M Samenvatting Met ingang van 1 januari 2013 is de rente op een schuld die wordt aangegaan in verband met de eigen woning slechts aftrekbaa…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 27-02-2013 Nummer BLKB2013/322M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-02-2013 Nummer BLKB2013/43M Samenvatting De invoering van de PW per 1 januari 2007 heeft in de praktijk geleid tot de ontwikkeling van zowel individuele als collecti…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 30-01-2013 Nummer BLKB2013/59M Samenvatting In een Kamerbrief van 14 november 2012 had de Minister voor Wonen en Rijksdienst al aangegeven met een goedkeuring te komen,…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-12-2012 Nummer BLKB2012/1994M Samenvatting Het Kabinet heeft een grote stap gezet in de richting van verdere beperking van rente met betrekking tot de eigenwoningschul…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-12-2012 Nummer BLKB 2012/1982M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-12-2012 Nummer BLKB2012/1977M Samenvatting Het Kabinet heeft een grote stap gezet in de richting van verdere beperking van rente met betrekking tot de eigenwoningschul…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-12-2012 Nummer BLKB2012/417M Samenvatting De Staatssecretaris van Financiën heeft goedkeurend beleid gepubliceerd met betrekking tot de extra verhoogde vrijstell…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 13-12-2012 Nummer BLKB/2012/1629M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 13-12-2012 Nummer BLKB2012/1761M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-11-2012 Nummer BLKB 2012/1962M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 31-10-2012 Nummer BLKB2012/1752M Samenvatting De goedkeuring in onderdeel 2.2.3 (Gebruik onroerende zaak als bedrijfsmiddel vooruitlopend op de verkoop) van dit besluit…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-10-2012 Nummer BLKB2012/1665M Samenvatting Bij dit besluit zijn de bezwaarschriften tegen aanslagen erf- en schenkbelasting waarbij voor niet-ondernemingsvermogen geen…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-10-2012 Nummer BLKB/2012/611M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 04-09-2012 Nummer BLKB2012/101M Samenvatting Dit beleidsbesluit is ingetrokken bij besluit van 9 maart 2018 (nr 2018-27139).Het beleidsbesluit inzake de aanmerkelijkbela…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 30-08-2012 Nummer BLKB/2012/791M Samenvatting Het besluit inzake teruggaaf van overdrachtsbelasting is geactualiseerd. Op verzoek wordt teruggaaf van betaalde…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 27-06-2012 Nummer BLKB/2012/477M Samenvatting Per 1 januari 2013 zijn commissarissen btw-plichtig. Eerder gold een goedkeuring (besluit 5 oktober 2006, nr. CPP2006/2138M)…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 13-06-2012 Nummer BLKB2012/283M Samenvatting Dit besluit is gewijzigd bij besluit van 3 september 2015, nr BLKB2015/1080M. Door de wijziging is het mogelijk dat de zogen…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 02-06-2012 Nummer DGB 2012/2190M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 27-04-2012 Nummer BLKB2012/157M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 04-04-2012 Nummer BLKB2012/103M Samenvatting Bij beleidsbesluit is goedgekeurd dat ten aanzien van woning die door (een) ouder(s) aan een kind is overgedragen vó&…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 27-02-2012 Nummer BLKB2012/52M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-02-2012 Nummer BLKB 2012/8M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-02-2012 Nummer BLKB 2012/137M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 25-01-2012 Nummer BLKB 2012/175M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 17-01-2012 Nummer BLKB 2011/2384M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 17-01-2012 Nummer BLKB 2011/1338M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-12-2011 Nummer BLKB 2011/2594M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-12-2011 Nummer BLKB2011/2376M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-12-2011 Nummer DGB2011/2248M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 14-12-2011 Nummer BLKB2011/1803M Samenvatting Aandacht wordt besteed aan de fiscale gevolgen van de invoering van de derde tranche.
Instantie Ministerie van Financiën Datum 09-12-2011 Nummer BLKB 2011/2061M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 25-11-2011 Nummer BLKB2011/1828M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 25-11-2011 Nummer BLKB 2011/641M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-11-2011 Nummer DGB 2011/6870M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 27-10-2011 Nummer BLKB 2011/26M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-08-2011 Nummer BLKB2011/1576M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-08-2011 Nummer BLKB/1291M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 05-07-2011 Nummer BLKB2011/618M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 05-07-2011 Nummer BLKB2011/1087M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 29-06-2011 Nummer BLKB2011/137M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 29-06-2011 Nummer BLKB2011/310M Samenvatting Onderdelen 1 en 9 van dit besluit zijn gewijzigd bij besluit van 19 augustus 2015, nr BLKB 2015/449M.
Instantie Ministerie van Financiën Datum 27-05-2011 Nummer BLKB2011/555M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 04-04-2011 Nummer BLKB2011/68M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 04-04-2011 Nummer BLKB2011/265M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 04-04-2011 Nummer BLKB2011/511M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 17-03-2011 Nummer BLKB2011/248M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-03-2011 Nummer BLKB 2011/445 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-03-2011 Nummer BLKB2011/357M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-01-2011 Nummer DGB2010/8223M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 06-01-2011 Nummer DGB2010/6643M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-12-2010 Nummer DGB2010/4308M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-12-2010 Nummer DGB2010/6799M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 14-12-2010 Nummer DGB2010/4620M Samenvatting Dit besluit is gewijzigd bij besluit van 16 december 2014, nr BLKB2014/2137M.In dit besluit zijn een aantal besluiten sameng…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 14-12-2010 Nummer DGB 2010/6734M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 14-12-2010 Nummer DGB2010/6832M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 14-12-2010 Nummer DGB2010/7826M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 06-12-2010 Nummer DGB2010/6677M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 29-11-2010 Nummer DGB2010/5419M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-11-2010 Nummer DGB2010/5437M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 13-10-2010 Nummer DGB2010/1981M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 27-09-2010 Nummer DGB2010/1004M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-09-2010 Nummer DGB2010/602M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 14-09-2010 Nummer DGB2010/1124M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 09-09-2010 Nummer DGB2010/2733M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 31-08-2010 Nummer DGB2010/876M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 30-08-2010 Nummer DV-10-339M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 26-08-2010 Nummer DGB2010/1879M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 26-08-2010 Nummer DGB2010/2527M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-07-2010 Nummer DGB2010/2154M Samenvatting Dit besluit is geactualiseerd en ingetrokken bij het besluit van 20 januari 2017, nr BLKB2016/803M.
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-07-2010 Nummer DGB2010/4141M Samenvatting Dit besluit heeft zijn belang verloren na 2013 en is ingetrokken bij besluit van 17 december 2013, nr BLKB2013/2330M. De goe…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-06-2010 Nummer DGB2010/3203M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-06-2010 Nummer DGB2010/875M Samenvatting    
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-06-2010 Nummer DGB2010/778M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 25-05-2010 Nummer DGB2010/878M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-05-2010 Nummer DGB2010/3119M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 06-04-2010 Nummer DGB2010/1594M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 18-03-2010 Nummer DGB2010/745M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-02-2010 Nummer CPP2010/0002M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 22-01-2010 Nummer DGB 2010/415 M Samenvatting  DGB 2010/415 M
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-01-2010 Nummer DGB2010/372M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 24-12-2009 Nummer CPP2009/2156M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-12-2009 Nummer CPP 2009/2495M Samenvatting Dit besluit is vervallen bij besluit van 23 april 2018 (nr 2018-5012), aangezien de overgangsregeling die is getroffen in he…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-12-2009 Nummer CPP2009/1487M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-12-2009 Nummer CPP2009/83M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-12-2009 Nummer CPP2009/2371M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-12-2009 Nummer CPP2009/2461M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 08-12-2009 Nummer CPP2009/1368M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-11-2009 Nummer CPP2009/674M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 13-11-2009 Nummer CPP2009/354M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 02-11-2009 Nummer CPP2009/998M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 29-10-2009 Nummer CPP2009/2148M Samenvatting CPP2009/2148M
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-10-2009 Nummer CPP2009/1820M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-09-2009 Nummer CPP2009/813M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-09-2009 Nummer CPP2009/1116M Samenvatting     
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-09-2009 Nummer CPP2009/1290M Samenvatting Dit besluit is gewijzigd bij besluit van 2 juli 2015, nr BLKB/2015/762M. Vooruitlopend op wetgeving keurt de Staatssecretari…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 31-08-2009 Nummer CPP2009/1092M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-08-2009 Nummer DGB 2009-4064 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 14-07-2009 Nummer CPP2008/137M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 06-07-2009 Nummer CPP2009/1028M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 25-06-2009 Nummer CPP2009/1062M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 24-06-2009 Nummer CPP2009/773M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-06-2009 Nummer CPP2009/838M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-06-2009 Nummer CPP2009/1076M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-04-2009 Nummer CPP2008/1118M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-02-2009 Nummer CPP2009/78M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-02-2009 Nummer CPP2009/263M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-12-2008 Nummer CPP2008/708M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 09-12-2008 Nummer CPP2008/2635M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 09-12-2008 Nummer CPP2008/2386M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-12-2008 Nummer CPP2008/520M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 27-11-2008 Nummer CPP2008/2130M Samenvatting
Instantie Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel, Kanton & Toezicht Datum 10-11-2008 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 14-10-2008 Nummer CPP2008/1426M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 29-09-2008 Nummer CPP2008/1008M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-09-2008 Nummer CPP2008/93M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 11-09-2008 Nummer CPP2008/355M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 11-09-2008 Nummer CPP2008/355M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 08-09-2008 Nummer CPP2008/1727M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 18-07-2008 Nummer CPP2008/163M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 18-07-2008 Nummer CPP2008/1425M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 03-07-2008 Nummer CPP2008/447M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-06-2008 Nummer CPP2008/68M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 03-06-2008 Nummer CPP2008/288M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 03-06-2008 Nummer CPP2008/287M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 30-05-2008 Nummer CPP2008/1005M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 06-05-2008 Nummer CPP2008/984M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 17-04-2008 Nummer DGB 2008-1430 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-03-2008 Nummer DGB 2008-923 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-03-2008 Nummer CPP2007/3267M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 26-02-2008 Nummer CPP2008/257M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-01-2008 Nummer CPP2007/3207M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-12-2007 Nummer CPP2007/2996 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-12-2007 Nummer CPP2007/2873 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-12-2007 Nummer CPP2007/2793M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 11-10-2007 Nummer CPP2007/205M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-10-2007 Nummer CPP2007/383M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 26-09-2007 Nummer CPP2007/1201M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 22-08-2007 Nummer CPP2007/1465M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 09-08-2007 Nummer CPP2006/1883M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 09-08-2007 Nummer CPP2007/1355M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 04-07-2007 Nummer CPP2007/521M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 26-06-2007 Nummer CPP2007/265M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-06-2007 Nummer CPP2007/1223M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 13-06-2007 Nummer CPP2007/1077M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 14-03-2007 Nummer CPP2006/1574M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-03-2007 Nummer CPP2006/933M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-03-2007 Nummer CPP2006/349M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-03-2007 Nummer CPP2006/372M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-02-2007 Nummer CPP2006/1942M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-02-2007 Nummer CPP2006/878M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-02-2007 Nummer CPP2006/1969M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 13-02-2007 Nummer CPP2007/289M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 13-02-2007 Nummer CPP2007/130M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 11-01-2007 Nummer CPP2006/1869M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 22-12-2006 Nummer CPP2006/2363M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-12-2006 Nummer CPP2006/1322M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 05-12-2006 Nummer CPP2006/1173M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-11-2006 Nummer CPP2006/737M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-11-2006 Nummer CPP2006/2674M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 13-11-2006 Nummer CPP2006/412M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 18-08-2006 Nummer CPP2006/1958M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 18-08-2006 Nummer CPP2005/2923M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 06-07-2006 Nummer DGB2006/857M Samenvatting Dit besluit bevat een actualisering van de Beleidsregels beoordeling dienstbetrekking. Hierin geven de Belastingdienst en he…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 22-06-2006 Nummer CPP2000/19M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-06-2006 Nummer CPP2005/3096M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 24-05-2006 Nummer CPP2006/76M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 11-05-2006 Nummer CPP2005/2575M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 14-03-2006 Nummer CPP2005/2748M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 08-03-2006 Nummer CPP2005/1463M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 22-02-2006 Nummer CPP2005/3058M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-02-2006 Nummer CPP2005/2787M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 30-01-2006 Nummer CPP2005/1675M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 24-01-2006 Nummer CPP2005/3134M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 27-12-2005 Nummer CPP2005/2573M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-12-2005 Nummer CPP2005/2730M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-12-2005 Nummer CPP2005/2645M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-12-2005 Nummer CPP2005/2546M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-12-2005 Nummer CPP2005/2548M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-12-2005 Nummer CPP2005/1649M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-12-2005 Nummer CPP2005/1676M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 31-10-2005 Nummer CPP2005/1272M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 25-10-2005 Nummer CPP2005/2073M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 26-08-2005 Nummer CPP2005/2100M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-06-2005 Nummer CPP2005/723M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-06-2005 Nummer CPP2005/1077M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 03-05-2005 Nummer CPP2005/370M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 03-05-2005 Nummer CPP2004/3039M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 13-04-2005 Nummer CPP2005/952M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 18-02-2005 Nummer CPP2004/1011M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 18-02-2005 Nummer WV 2004-00291 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-02-2005 Nummer CPP2004/2183M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-01-2005 Nummer CPP2004/2799M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-01-2005 Nummer CPP2004/2422M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 31-12-2004 Nummer CPP2004/1568M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-12-2004 Nummer CPP2004/633M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 18-12-2004 Nummer CPP2004/2730M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-11-2004 Nummer CPP2004/1679M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 11-11-2004 Nummer CPP2004/814M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 22-09-2004 Nummer CPP2004/812M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 24-08-2004 Nummer CPP2004/1912M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-08-2004 Nummer CPP2004/257M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 11-08-2004 Nummer DGB2004/4221M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 11-08-2004 Nummer CPP2004/664M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 03-08-2004 Nummer CPP2004/1121M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 13-07-2004 Nummer CPP2004/1030M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-07-2004 Nummer CPP2004/1199M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 22-06-2004 Nummer CPP2004/1010M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-06-2004 Nummer CPP2004/1029M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 06-05-2004 Nummer CPP2004/692M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 27-04-2004 Nummer DGB2004/1164M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 08-03-2004 Nummer CPP2003/2026M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 03-03-2004 Nummer CPP2003/3120M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 22-01-2004 Nummer CPP2003/602M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 22-01-2004 Nummer CPP2003/2803M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 22-01-2004 Nummer CPP2003/2801M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 08-01-2004 Nummer DGB 2004/52M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-01-2004 Nummer CPP2003/3090M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-12-2003 Nummer CPP2003/2684M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-10-2003 Nummer CPP2003/1606M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-09-2003 Nummer CPP2003/1711M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-08-2003 Nummer CPP2003/1973M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-08-2003 Nummer CPP2003/1964M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-08-2003 Nummer CPP2003/1905M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-08-2003 Nummer CPP2003/1857M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-08-2003 Nummer CPP2003/1855M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-08-2003 Nummer CPP2003/1813M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-06-2003 Nummer DGB2003/3042M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 04-06-2003 Nummer CPP2003/1372M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 13-05-2003 Nummer CPP2003/1095M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 06-03-2003 Nummer CPP2003/573M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-02-2003 Nummer CPP2002/3267M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 14-02-2003 Nummer CPP2003/248M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-12-2002 Nummer CPP2002/3658M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-12-2002 Nummer CPP2002/3210M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 18-12-2002 Nummer CPP2002/3533M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 27-11-2002 Nummer CPP2002/896M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-07-2002 Nummer CPP2002/2257M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 13-05-2002 Nummer CPP2002/897M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 12-04-2002 Nummer CPP2002/137M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 25-02-2002 Nummer CPP2002/158M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-12-2001 Nummer CPP2001/3087M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 06-12-2001 Nummer DGB/2001/1010M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 14-12-2000 Nummer CPP2000/2574M Samenvatting Het beleidsbesluit is ingetrokken bij intrekkingsbesluit van 16 december 2020, nr. 2020-27572. 
Instantie Ministerie van Financiën Datum 04-12-2000 Nummer CPP2000/2438M Samenvatting

Literatuur

Titel Auteur(s) Bron
Titel De huwelijksgemeenschap en verkrijgingen krachtens erfrechtelijke titel en gift Auteur(s) T.M. Subelack Bron Proefschrift (2024)
Titel Doorwerking van onwaardigheid in de zin van artikel 4:3 BW (of juist het ontbreken daarvan) in het huwelijksvermogensrecht Auteur(s) E.M.J.M.C. van Wijk-Verhagen Bron WPNR 2024/7455
Titel Steward-ownership: een alternatieve eigendomsstructuur in opkomst Auteur(s) R.A. Marres Bron TOP 2024/110
Titel Proefschrift; drie stellingen: Knelpunten in het levensverzekeringsrecht Auteur(s) P. van Haastrecht-van Kuilenberg Bron WPNR 2024/7454
Titel Vereenzelviging in het erfrecht (deel I) Auteur(s) M.J.P. Schipper Bron AdvoTip 2024/7
Titel Vertegenwoordiging via de hemelpoort Auteur(s) B.M.E.M. Schols Bron EstateTip 2024/14
Titel Aandelenfusievrijstelling overdrachtsbelasting voor aandelenfusies die in 2024 plaatsvinden in het kader van de afschaffing van de open CV en de wijziging van de definitie van het open fgr Auteur(s) H.G.J. Teeuwsen, E.H.R.W. Schenk Bron PE Notariaat 2024/12
Titel Vpb- en IB-gevolgen door de afschaffing van de open CV en de wijziging van de definitie van het open fgr per 1 januari 2025 Auteur(s) A.J.M. Arends, E.H.R.W. Schenk Bron PE Notariaat 2024/11
Titel De doeleis van art. 4 WBRV in groepsverband Auteur(s) A. Rozendal Bron FBN 2024/9
Titel Inkoop van eigen aandelen door een onroerendezaakrechtspersoon (overdrachtsbelasting) Auteur(s) J.C. van Straaten Bron FBN 2024/8
Titel Wet excessief lenen in de estateplanningspraktijk Auteur(s) T.C. Hoogwout Bron KWEP 2024/2
Titel Verliest artikel 7:176 BW zijn glans? Auteur(s) E.C.E. Schnackers Bron Advotip 2024/6
Titel Reactie op “Wie is deelgenoot in de hoofdgemeenschap?” van mr. L.C.M. Admiraal in WPNR 2023/7434 Auteur(s) A. Cavallé Medina Bron WPNR 2024/7451
Titel Drafting tips & tricks: borgtocht en de restrictieve uitleg van art. 1:88 lid 5 BW Auteur(s) M.A.J.G. Janssen Bron ORP 2024/65
Titel Tweetrapsmaking en de BOR Auteur(s) M.M.J. Schuurman-van Nifterik & J.J.J.M. Sturme Bron WPNR 2024/7451
Titel Juridische complicaties bij het samenkomen van erfpacht- en opstalrechten met contractuele mandeligheid Auteur(s) T.R.G. Friedrichs Bron PEN 2024/9
Titel 'Ausser Betracht-denken: een soort van MINDF*CK in het erfrecht?' Auteur(s) G.T.J. Hoff Bron Advotip 2024/5
Titel De notarisverklaring bij de hypotheekakte anno 2024 Auteur(s) E.M. van Elst, S.S.A. El ALfy Bron JBN 2024/18
Titel Wanneer is sprake van een bevoordeling uit vrijgevigheid? Auteur(s) J.C. van Straaten Bron JBN 2024/17
Titel De beleggende notaris en art. 17 lid 3 Wna: de Notariskamer 'gaat om'! Auteur(s) H.J. Weijers Bron JBN 2024/16
Titel Aandacht voor de Vormerkung in de (notariële) praktijk Auteur(s) A.H. van Huffelen Bron PE Notariaat 2024/8
Titel De wettelijke geschillenregeling eindelijk volwassen Auteur(s) Ph.W. Schreurs, F. Eikelboom Bron OR 2024/23
Titel Contractuele en statutaire uitwegen uit aandeelhoudersgeschillen Auteur(s) P.P. de Vries Bron OR 2024/24
Titel Boek 2 BW voor en na inwerkingtreding Wagevoe (vergelijking) Auteur(s) De redactie Bron OR 2024/25
Titel Kantonrechter treft beheersmaatregel omdat nalatenschap nog niet is aanvaard Auteur(s) M.C. Stout Bron Notamail 2024/53
Titel Ontwikkelingen in de btw en overdrachtsbelasting in de bouw- en handelsfase Auteur(s) M.D.J. van der Wulp Bron TFO 2024/191.4
Titel Praktische uitdagingen door wijzigingen in de BOR en DSR Auteur(s) R.O.F. Bakker Bron FTV 2024/6
Titel Kennisgroepstandpunten bedrijfsopvolging in de overdrachtsbelasting Auteur(s) A. Rozendal Bron WFR 2024/61
Titel De familiehypotheek Auteur(s) G.M.C.M. Staats Bron MBB 2024/5
Titel ‘Gedragen’ of legitieme vragen? Auteur(s) R. van Dijken Bron AdvoTip 2024-4
Titel Ongewild verbonden? Bespreking van een arrest over de wilsvertrouwensleer en de schijn van volmachtverlening Auteur(s) I.M.G. Bakker Bron Bb 2024/10
Titel Het is besloten: de open cv verdwijnt en de definities van het open fgr en de vbi wijzigen Auteur(s) G.C. van der Burgt, F.P.H. van Hal en M.M.J. Schuurman- van Niftrik Bron MBB 2024/3.12
Titel Familieleningen in 2024. Over een nuchtere staatssecretaris en een calculerende estate planner. Schenken is de weg? Auteur(s) T. Denekamp Bron EstateTip 2024-7
Titel Schenkbelasting en ontbinding van een schenking met wederzijds goedvinden Auteur(s) R.D de Jong Bron FBN 2024/4
Titel De uitleg en functie van akten - processuele en materiële verwikkelingen Auteur(s) L.H.M.E. Hoeben, mr. M.A.J.G. Janssen Bron ORP 2024/37
Titel Over 'Fopvereffenaars en Ersatzexecuteurs'. Wil de echte afwikkelaar nú opstaan? Auteur(s) J.Th.M. Diks Bron AdvoTip 2024-3
Titel College Sanering Zorginstellingen - Melding maken en goedkeuring vragen Auteur(s) J.J.H. Wijnmaalen, N.G.R.P. Schols Bron JBN 2024/14
Titel Over de belangrijke rol van de notaris bij de betalingen na levering van een registergoed Auteur(s) L.C. Dufour Bron JBN 2024/11
Titel Persoonlijke aansprakelijkheid wegens onrechtmatige turboliquidatie Auteur(s) T. Broer Bron JOR 2024/35
Titel Beschermde stads- en dorpsgezichten Auteur(s) A.Ch. Fortgens Bron BR 2024/9
Titel Samenloopvrijstelling overdrachtsbelasting en aandelen in een onroerendezaakrechtspersoon Auteur(s) L.R. van Silfhout Bron FBN 2024/6
Titel Ge(s)laagde erfrechtelijke vertegenwoordiging Auteur(s) B.M.E.M. Schols Bron WPNR 2024/7444
Titel Verhaal op het eigen vermogen van de beneficiair aanvaardende erfgenaam na ontvangen uitkeringen Auteur(s) R.E. Brinkman en J.M. Van Anken Bron Tijdschrift Erfrecht 2024/1
Titel De betalingsregeling van artikel 4:5 BW: een bruikbare reddingsboei? Auteur(s) B.W.J. Theunissen Bron Tijdschrift Erfrecht 2024/1
Titel De status van het niet-gepasseerde concepttestament Auteur(s) L.A.G.M. van der Geld Bron Tijdschrift Erfrecht 2024/1
Titel Pre-pack en werknemers: suggesties voor de toekomst Auteur(s) P. Hufman Bron Tijdschrift Arbeidsrechtpraktijk 2024/1-2
Titel Gelieerde bestuurders en commissarissen Auteur(s) K. de Roo , H. Kersten Bron Ondernemingsrecht 2024/11
Titel De poortwachtersfunctie van de notaris nader bekeken Auteur(s) J. van der Weele Bron PE Notariaat 2024/4
Titel Over het retentierecht van de aannemer bij projectontwikkeling en de positie van anterieure en posterieure derden-verkrijgers en hun rechtsopvolgers. Een update. Auteur(s) J.C. van Straaten Bron JBN 2024/5
Titel Telt het door erflater in een stichting ingebrachte vermogen mee bij de berekening van de legitieme portie? Auteur(s) T.J. Mellema-Kranenburg Bron JBN 2024/6
Titel Wetswijzigingen fiscale bedrijfsopvolgingsfaciliteiten Auteur(s) V.A.C. van den Broek & J.J.J. Sanders Bron FBN 2024/2
Titel Cessie: wanneer is de vordering voldoende bepaald? Auteur(s) I.M. Steijaert
Titel Vergoedingen in het Nederlandse huwelijksvermogensrecht Auteur(s) J.H. Lieber Bron Proefschrift (2024)
Titel Wie moet betrokken worden bij de verdeling van de ondergemeenschap? Auteur(s) L.C.M. Admiraal & A. Cavallé Medina Bron JBN 2024/2
Titel Inbezitneming en verkrijging door verjaring Auteur(s) P.C. van Es Bron JBN 2024/8
Titel Het oude testament en de nieuwe echtgenote Auteur(s) P. Blokland Bron WPNR 2024/7442
Titel Het verschoningsrecht van de notaris is altijd beperkt geweest Auteur(s) E.R. Helder Bron WPNR 2023/7442
Titel Vooruitlopend op een toekomstige periode van wilsonbekwaamheid: Het levenstestament vanuit juridisch, empirisch en rechtsvergelijkend perspectief (of: In anticipation of a future period of incapacity: the Dutch 'levenstestament' from a legal empirical and comparative perspective) Auteur(s) H.N. Stelma-Roorda Bron Proefschrift (2024)
Titel Rechterlijke ontheffing van statutaire quorum- en unanimiteitseisen bij vereniging Auteur(s) G.J.C. Rensen Bron JOR 2024/7
Titel In wezen nieuwbouw: een bouwkundige beoordeling Auteur(s) M.D.J. van der Wulp Bron BR 2024/2
Titel Publicatie van het omgevingsplan Auteur(s) J. van der Velde Bron TBR 2024/4
Titel Wet introductie gecombineerde geslachtsnaam en belangrijke aandachtspunten voor de notaris Auteur(s) E.C.C. Punselie Bron PE Notariaat 2024/1
Titel Kwaliteitseis als blokkeringsregeling Auteur(s) W. Peters, P.H.N. Quist Bron WPNR 2023/7440
Titel 'Zoiets doe je niet' - Door einde samenwoning geen erfgenaam meer? Auteur(s) B.W.J. Theunissen Bron AdvoTip 2023-20
Titel Art. 21 lid 5 SW: op welk tijdstip komt de gift tot stand?' Auteur(s) M.W.J. Reijntjes en R.E. Brinkman Bron FTV 2023/37
Titel Steward ownership: een (r)evolutie? Auteur(s) F.A. Baggerman, E.A.E.M. van Blokland Bron WPNR 2023/7439
Titel In wezen nieuwbouw: een bouwkundige beoordeling Auteur(s) M.D.J. van der Wulp Bron BR 2024/2
Titel Compliance officer en auditor op het notariskantoor Auteur(s) B. Snijder-Kuipers Bron WPNR 2023/7438
Titel De afwikkeling van een nalatenschap of ontbonden huwelijksgemeenschap door middel van een vaststellingsovereenkomst Auteur(s) T.F.H. Reijnen Bron WPNR 2023/7438
Titel Ontmoeting van het erfrecht en strafrecht: over criminele erfgenamen en criminele erfenis Auteur(s) L.A.G.M. van der Geld Bron Ars Aequi 2023/986
Titel 'Ondernemer voor de btw, ja of nee?' Auteur(s) M.D.C. Gomes Vale viga Bron PE Notariaat 2023/36
Titel Fiscale aspecten van het voorontwerp Wet modernisering personenvennootschappen Auteur(s) E. Boomsluiter, Q.W.J.C.H. Kok Bron WPNR 2023/7437
Titel Themanummer: Personenvennootschapsrecht in beweging Bron WPNR 2023/7437
Titel Themanummer 'Pensioenspecial' Auteur(s) J.M.J. Holtermans & W.P.M. Thijssen Bron JBN 2023/12
Titel De competente rechter bij de andere wettelijke rechten van artikel 4:29 en 4:30 BW Auteur(s) J.H.M. ter Haar, M.R. Beuker Bron Tijdschrift Erfrecht 2023/6
Titel IPR? Kom maar op! Auteur(s) D.E.M. Lauran & M.G. Hees Bron Tijdschrift Erfrecht 2023/6
Titel (Erf)belastingrenteperikelen. Een extra tegenvaller bij het vervallen van de BOR Auteur(s) W. Burgerhart Bron 2023/37
Titel Overdrachtsbelasting; een nieuw regime voor vastgoedaandelentransacties Auteur(s) R.A Wolf en C. Noorlander Bron VGFC 2023/66
Titel Update reikwijdte zakelijke overwegingen bij de juridische fusievrijstelling in de overdrachtsbelasting Auteur(s) J.G. van Ingen Bron VFGC 2023/64
Titel Reactie en naschrift op “Een andere kijk op het verblijvensbeding” van prof. mr. P.C. van Es in WPNR 2023/7425 Auteur(s) R.E. Brinkman, P.C. van Es Bron WPNR 2023/7436
Titel Het besluit belastingplicht stichtingen en verenigingen: water bij de oude wijn in nieuwe zakken Auteur(s) H.J. Bresser Bron WFR 2023/304
Titel 20 jaar Boek 4 BW, 20 jaar bewind nieuwe stijl: hoe houdbaar is het? Auteur(s) A.E. de Leeuw Bron WPNR 2023/7435
Titel Juridische aandachtspunten bij het overdragen van kunst aan de Staat in ruil voor kwijtschelding van erfbelasting Auteur(s) E.R.N. Benjamins Bron KWEP 2023/18
Titel Negen voor de notaris relevante kennisgroepstandpunten over omzetbelasting Auteur(s) M.D.C. Gomes Vale Viga Bron FBN 2023/48
Titel De executeur of vereffenaar maakt kosten voor rechtsbijstand; zijn dit schulden van de nalatenschap? Auteur(s) E.C.E. Schnackers Bron AdvoTip 2023-17
Titel Wie is deelgenoot in de hoofdgemeenschap? Auteur(s) L.C.M. Admiraal Bron WPNR 2023/7434
Titel Over het Valerbosch-arrest en de uitleg van (commerciële) contracten Auteur(s) E.A.J. Schoenmakers, D.J. Beenders Bron ORP 2023/167
Titel Het verbintenisrechtelijk aan- en uitkleden van beperkte rechten, mede aan de hand van het financieringsvruchtgebruik Auteur(s) W.H.B.K. Nieuwesteeg Bron WPNR 7433
Titel Omissie van een ontbonden vennootschap: de doorhaling van een hypothecaire inschrijving Auteur(s) M.Y. Nethe Bron WPNR 2023/7433
Titel Over de legitieme bij verkoop onder voorbehoud van vruchtgebruik met lage(re) tegenprestatie. Of: waaruit bestaat de gift eigenlijk? Auteur(s) R.E. Brinkman Bron FTV 2023/32
Titel De wetgever neemt en geeft; de aanpassing van de giftenaftrek in het Belastingplan 2023 en 2024 Auteur(s) T.C. Hoogwout Bron FTV 2023/30
Titel Leven(stestament) na de dood? Auteur(s) N. van den Berg Bron JBN 2023/49
Titel De Successiewet en tijdstipbelasting Auteur(s) N.C.G. Gubbels Bron WPNR 2023/7440
Titel Proefschrift: Drie stellingen - Beperking van de bestuursbevoegdheid bij de naamloze en besloten vennootschap Auteur(s) J.A. Terstegge Bron WPNR 2023/7431
Titel Wet Schuldsanering natuurlijke personen (WSNP) per 1 juli 2023 gewijzigd Auteur(s) G.H. Lankhorst Bron JBN 2023/48
Titel Social media posts en de saisineregel. Is het mogelijk social media posts te erven? Auteur(s) H.A. Paul Bron WPNR 2023/7431
Titel De nieuwe giftenaftrek: Schenk u rijk! Auteur(s) E.J.W. Heithuis Bron Column Taxlive 18 oktober 2023
Titel Openbaarmaking van duurzaamheidsinformatie: navigeren door het wereldwijde landschap, ook van belang voor de Nederlandse praktijkjurist Auteur(s) E.J. Teijgeler Bron PE Notariaat 2023/30
Titel Making/schenking over de hand en afstammelingen van stiefkinderen als verwachters Auteur(s) J.B. Vegter Bron WPNR 2023/7430
Titel Statutaire verplichtingen van verbintenisrechtelijke aard Auteur(s) W.Peters, P.H.N. Quist Bron WPNR 2023/7430
Titel Is de rechter-commissaris de redder in nood bij vereffeningen? Auteur(s) J.Th.M. Diks Bron AdvoTip 2023/15
Titel De vergaande gevolgen van oneerlijke (kern)bedingen Auteur(s) M.Y. Schaub Bron ORP 2023/145
Titel Overbruggingshypotheek, inhoud en aandachtspunten Auteur(s) A.H. van Huffelen Bron Notarisklerk 2022/1584
Titel Digitale oprichting van de BV - we gaan de 'passeercloud' in Auteur(s) J. van der Weele Bron JBN 2023/10
Titel Dient artikel 4:3 lid 1 sub a BW te worden aangepast? Auteur(s) F.W. Brans & Ph.A.J. Raaijmaakers Bron Tijdschrift Erfrecht 2023/5
Titel Een geldlegaat in plaats van legitieme of erfdeel. Voorkom uitleg Auteur(s) F.W.J.M. Schols Bron VEP 2023/83
Titel De (quasi)wettelijke verdeling en renteafspraak Auteur(s) I.J.F.A. van Vijfeijken Bron WPNR 2023/7421
Titel Negen stellingen over de vrijstelling van overdrachtsbelasting bij splitsingen Auteur(s) M.D.C. Gomes vale Viga, K. Kloosterhof Bron MBB 2023/12.32
Titel Verslag van het KNB/WPNR-congres 'De Omgevingswet', d.d. 20 juni 2023, Jaarbeurs te Utrecht Auteur(s) A.I.M. van Mierlo, C.F.C. van Lookeren Campagne Bron WPNR 2023/7428
Titel Knelpunten in het levensverzekeringsrecht Auteur(s) P. van Haastrecht - van Kuilenburg Bron 2023
Titel Inbreng van giften in de nalatenschap, hoe gaan we hier inde praktijk mee om? Auteur(s) E.C. Flanderhijn Bron Vp-bulletin 2023/45
Titel Vereenzelviging in artikel 4:36 BW?! Auteur(s) W. Burgerhart Bron WPNR 2023/7428
Titel Remedies voor de legitimaris die met een stichting wordt geconfronteerd Auteur(s) H.M.C. Duin Bron FTV 2023/27
Titel Onenigheid over de inhoud van een erfdienstbaarheid: wanneer is wijziging of opheffing van een erfdienstbaarheid aan de orde? Auteur(s) I.M. Steijaert Bron PE Notariaat 2023/27
Titel Ontwikkelingen IPR-huwelijksvermogensrecht (2018-2023) Auteur(s) P. Vlas, M. Zilinsky Bron WPNR 2023/7428
Titel Kroniek pensioen en scheiding 2022 (II) Auteur(s) F.M.H. Hoens, M. Heemskerk Bron WPNR 2023/7427
Titel Wijzigingswet beperking toegang UBO-registers Auteur(s) W. Bosse Bron JBN 2023/42
Titel De implementatie van de Mobiliteitsrichtlijn: implicaties voor nationale juridische fusies en -splitsingen Auteur(s) W.J.M. van Veen Bron JBN 2023/41
Titel Kroniek pensioen en scheiding 2022 (I) Auteur(s) F.M.H. Hoens, M. Heemskerk Bron WPNR 2023/7426
Titel Voorlopige kadastrale grenzen mogen niet algemeen raadpleegbaar zijn Auteur(s) W. Louwman Bron JBN 2023/46
Titel De verdeling van de gemeenschap Auteur(s) L.C.M. Admiraal, A. Cavallé Medina Bron WPNR 2023/7426
Titel De verdeling van de ondergemeenschap Auteur(s) L.C.M. Admiraal, A. Cavallé Medina Bron 2023/7426
Titel Nederlandse instanties en de uitvoering van (inter)nationale sancties Auteur(s) L. Claase, B. Wieser Bron TOP 2023/311
Titel De elektronische handtekening, een aanvaardbaar alternatief? Auteur(s) IJ.C. van Straten, K.J. Ribbink Bron TOP 2023/312
Titel Het Didam-arrest: een steen in de rustige vijver van art. 3:14 BW Auteur(s) M.N. Bende Bron PE Notariaat 2023/23
Titel Een andere kijk op het verblijvensbeding Auteur(s) P.C. van Es Bron WPNR 2023/7425
Titel Benadeeld zeker, maar of het telt? Auteur(s) J.L.D.J. Maasland Bron TE 2023/4
Titel Is de vervaltermijn in artikel 4:85 BW om een beroep op de legitieme portie te doen aan herziening toe? Auteur(s) T.J. Mellema-Kranenburg Bron TE 2023/4
Titel Ontwikkeling van het Nederlandse internationaal erfrecht in de afgelopen twintig jaar Auteur(s) J.G. Knot Bron TE 2023/4
Titel Naar een betere positie voor de minderjarige in het erfrecht Auteur(s) J.H.M. ter Haar Bron TE 2023/4
Titel Twintig jaar uitlegging van uiterste wilsbeschikkingen als inspiratie voor een ‘uitlegarm’ testament Auteur(s) L.A.G.M. van der Geld Bron TE 2023/4
Titel Is artikel 4:4 BW nog bij de tijd? Auteur(s) R.E. Brinkman Bron Tijdschrift Erfrecht 2023/4
Titel Het APV-regime na het overlijden van de inbrenger en de toerekening aan (fictieve) erfgenamen Auteur(s) X.G.R. Auerbach, J.P. de Boer Bron WFR 2023/212
Titel De vereffenaar kan onder omstandigheden een (tussentijdse) uitdelingslijst intrekken Auteur(s) E.A. de Jong Bron JBN 2023/39
Titel Gevolgen voor het aanmerkelijk belang bij het overlijden van een bezwaarde erfgenaam Auteur(s) B.B.A. de Kroon Bron KWEP 2023/14
Titel Zelfgekweekte goodwill en de bezitseis van art. 4 WBR Auteur(s) A. Rozendal Bron FBN 2023/35
Titel Omzetbelasting – levering appartementsrecht ‘op tekening’ Auteur(s) P. Berkhuizen, J.C. van Straaten Bron FBN 2023/33
Titel Een vriendelijke doch onpraktische tegemoetkoming voor sleutelverklaringen en andere economische eigendomsverkrijgingen Auteur(s) R.D. de Jong, D. van Laren Bron FBN 2023/34
Titel Peilmoment in kader van meldingsplicht ongebruikelijke transacties Auteur(s) V.H. Affourtit Bron JOR 2023/13
Titel Huwelijksvermogensrechtelijke bedingen en quasi-legaat: de teerling is geworpen Auteur(s) F.W.J.M. Schols Bron WPNR 2023/7422
Titel Consequenties Didam: het hof heeft gesproken en wat nu? Auteur(s) D.J.L. van Ee en J. Berckenkamp Bron VGFC 2023/4
Titel Modelreglement Kleine VvE’s Auteur(s) A.C.W. Luijk-van Veldhuizen, C.N. Siewers, I. de Jong Bron WPNR 2023/7422
Titel De Wet Vifo in de M&A-praktijk Auteur(s) R.R. de Haan Bron TOP 2023/251
Titel Nog steeds openstaande vragen bij de oudedagsverplichting en overlijden Auteur(s) M.L. Neve en G.M.C.M. Staats Bron WFR 2023/192
Titel De Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie: de turboliquidatie afgeschaft? Auteur(s) M.J. Hofland Bron FTV 2023/17
Titel Verduurzaming van vastgoed: De dakhuurovereenkomst als alternatief voor het opstalrecht bij zonnepanelen Auteur(s) M.D van Bezooijen, W.F.L. Runge Bron WPNR 2023/7421
Titel De dubbele achternaam Auteur(s) E.C.C. Punselie Bron JBN 2023/31
Titel Overdracht op bevel van de kortgedingrechter: veilig of onveilig? Auteur(s) J.C. van Straaten Bron JBN 2023/32
Titel De ontoereikende Tijdelijke Wet Transparantie Turboliquidatie Auteur(s) S. Renssen Bron JBN 2023/34
Titel Kroniek WHOA: 2,5 jaar WHOA-uitspraken Auteur(s) K.H. van Boekel, M.S. Breeman Bron TvI 2023/37
Titel Tegenstrijdig belang. De Hoge Raad herneemt het Bruil-criterium. Bibolini-exceptie Auteur(s) K. van Vught Bron Ondernemingsrecht 2023/61
Titel De elektronisch ondertekende koopakte bij de koop van een woning' Auteur(s) C.G. Breedveld-de Voogd Bron ORP 2023/82
Titel Klinkerbestrating: gebouw op zandgrond? Auteur(s) M.D.J. van der Wulp Bron PE Notariaat 2023/22
Titel Iets over het civiele wapentuig van de erfrechtadvocaat: de actio Pauliana Auteur(s) G.T.J. Hoff Bron AdvoTip 2023/12
Titel Wet toekomst pensioenen: vloek of zegen? Auteur(s) R. Wernsen Bron Vp-bulletin 2023/32
Titel Geldt voor uitbreiding gerechtigheid tot een objectieve onderneming een nieuwe bezitstermijn voor de BOR? Auteur(s) P.G.H. Albert Bron WFR 2023/172
Titel Kwijtschelding van erfbelasting tegen overdracht van kunst of andere cultuurgoederen Wie komt daarvoor in aanmerking? Auteur(s) M.U.M.A. Waaijer-Linders Bron WPNR 2023/7420
Titel Het Didam-arrest praktisch belicht (deel II) Auteur(s) W.J. Bosma en P. Ligtenberg Bron ORP 2023/83
Titel Wils(on)bekwaamheid als het notariële zwaard van Damocles. Het wettelijk kader en de procedurele eisen bij de beoordeling van wilsbekwaamheid van testateurs Auteur(s) N. Kuijpers Bron PE Notariaat 2023/20
Titel De vaststelling van het loon van een vereffenaar en de mogelijkheden van bezwaar daartegen Auteur(s) S.R. Baetens Bron Tijdschrift Erfrecht 2023/3
Titel Verslaglegging beoordeling wilsbekwaamheid van een testateur: waarom, hoe en waar doet de (kandidaat-)notaris dat? Auteur(s) L.A.G.M. van der Geld Bron Tijdschrift Erfrecht 2023/3
Titel Zonne-energie en verduurzamen: stand van zaken en ontwikkelingen Auteur(s) W. Eerenstein Bron Vp-bulletin 2023/26
Titel Mocht deelgenoot beschikken over zijn aandeel in een registergoed? Auteur(s) A. Cavallé Medina Bron PE Notariaat 2023/19
Titel BOFfen met de aangekondigde wijzigingen van de BOR Auteur(s) E.J.W. Heithuis Bron WFR 2023/158
Titel Enige aantekeningen over het Groninger beklemrecht Auteur(s) J.P. Wortelboer Bron De Notarisklerk mei/juni 2023
Titel De implementatie van de Mobiliteitsrichtlijn; een update Auteur(s) L. Rehr Bron JBN 2023/28
Titel Aanvaarding van een nalatenschap door de meerderjarigenbewindvoerder Auteur(s) M.I.W.E. Hillen-Muns Bron JBN 2023/29
Titel Afrekenen alsof men in de algehele gemeenschap van goederen is gehuwd? Auteur(s) W.G. Huijgen Bron JBN 2023/27
Titel Wat als de bankier overlijdt? Auteur(s) J.A. Bult Bron VEP 2023/81
Titel Tegenstrijdig belang? Is sprake van onbehoorlijk bestuur door tegenstrijdig belang en kan beroep worden gedaan op Bibolini-exceptie? Auteur(s) M.J. Kroeze, A.E.B. ter Heide, S.J. Schaafsma, T. Hartlief Bron RN 2023/46
Titel De Wet excessief lenen vanuit civielrechtelijk perspectief Auteur(s) C.J.M. (Cindy) van de Luijtgaarden-Braat Bron PE Notariaat 2023/18
Titel Vervaardiging bij verbouwingen van vastgoed naar de vuilnisbak? Auteur(s) P. Berkhuizen Bron WFR 2023/152
Titel Het erfrechtelijke inkortingsvirus: is de incubatietijd voorbij? Niet-opeisbaarheidsclausule en de inkortingsvolgorde Auteur(s) F.W.J.M. Schols Bron WPNR 2023/7416
Titel Participatie: praktisch door de procedure Auteur(s) M.T. Pranger, H.P. Wiersema Bron VGFC 2022/3
Titel De Wet excessief lenen bij eigen vennootschap Auteur(s) P.G.H. Albert Bron WPNR 2023/7416
Titel De aanpassing van het fiscaal verschoningsrecht van advocaten ex art. 53a AWR Auteur(s) J.M. Baranska, R.N.J. Kamerling Bron WFR 2023/139
Titel Algemene beginselen van behoorlijk bestuur en de geldigheid van overeenkomsten na Didam Auteur(s) N. Thorborg, N. van Triet Bron NTBR 2023/20
Titel Een nieuwe wet aan het firmament: De 'Tijdelijke wet transparantie turboliquidatie', ter voorkoming van malafide beëindiging van rechtspersonen via turboliquidatie Auteur(s) M.J. Hofland Bron PE Notariaat 2023/16
Titel Is de in wezen nieuwbouw-jurisprudentie aan een verbouwing toe? Auteur(s) M.W.C. Soltysik Bron FTV 2023/11
Titel De prioriteitsregel en de gemeenschap Auteur(s) L.C.M. Admiraal Bron WPNR 2023/7415
Titel Enkele huwelijksvermogensrechtelijke overpeinzingen bij symbolische stortingen op aandelen uit te verrekenen inkomsten Auteur(s) T.F.H. Reijnen Bron WPNR 2023/7415
Titel Meerouderschap en de familierechtelijke betrekking Auteur(s) E.M. Winterwerp Bron WPNR 2023/7414
Titel Kan een pandhouder een kwaliteitsrekening aanhouden ter zake van de inning van aan hem verpande vorderingen? Auteur(s) T. van der Linden Bron WPNR 2023/7414
Titel Knelpunten bij nalatenschappen met cryptovermogen – over ‘seed phrases’ en andere sleutels tot de oplossing Auteur(s) M.M.J. Schuurman-van Nifterik, F.P.H. van Hal Bron PE Notariaat 2023/15
Titel Koop van honderd jaar oud schip. Non-conformiteit (art. 7:17 BW). Onvoldoende aandacht voor gezichtspunten Auteur(s) R. Westrik Bron JBN 2023/22
Titel Het legaat onder voorwaarde of tijdsbepaling in de vereffening: lang leve het legaat? Auteur(s) R.E. Brinkman, J.M. van Anken Bron WPNR 2023/7413
Titel Hoe ruim is artikel 12 lid 1 WBRV? Auteur(s) J.C. van Straaten Bron FBN 2023/23
Titel Het Wwft compliance en audit 10-stappenplan Auteur(s) B. Snijder-Kuipers Bron TOP 2023/191
Titel Koopopties en voorkeursrechten in agrarische overeenkomsten Auteur(s) R. Ligtvoet Bron TvAR 2023/5
Titel Artikel 2:8 BW, zorgplichten en de rol van de rechter Auteur(s) V. Timmerman Bron Ondernemingsrecht 2023/48
Titel Biedt zorgplicht wel voldoende bescherming aan de minderheidsaandeelhouder? Een pleidooi voor een betere uittredingsregeling Auteur(s) S. Haanschoten Bron Ondernemingsrecht 2023/47
Titel Strafheffing overdrachtsbelasting: hinken op twee gedachten Auteur(s) M.D.C. Gomes Vale Viga Bron FBN 2023/17
Titel Het trustregister in de praktijk (II, slot) Auteur(s) A.B.D. Kootstra Bron WPNR 2023/7412
Titel Bewind over gelegateerd vruchtgebruik: jurisprudentie over artikel 3:221 BW komt op gang Auteur(s) B.W.J. Theunissen Bron AdvoTip 2023/8
Titel De vrucht en de tweetrapsmaking Auteur(s) F.W.J.M. Schols Bron EstateTip 2023/15
Titel Wettelijke verdeling en legaat tegen inbreng: de legitimaris buiten spel? Auteur(s) P.C. van Es Bron JBN 2023/21
Titel De erfrechtelijke positie van het stiefkind en het quasi-stiefkind (I) Auteur(s) E.M.J.M.C. van Wijk-Verhagen, J.J. Keizer Bron WPNR 2023/7411
Titel Het trustregister in de praktijk (I) Auteur(s) A.B.D. Kootstra Bron WPNR 2023/7411
Titel Tumult in de algemene vergadering. Over de rol van de voorzitter bij besluitvorming in het rechtspersonenrecht Auteur(s) A.J.M. Klein Wassink Bron PE Notariaat 2023/14
Titel Mandatory disclosure en het verschoningsrecht - een update Auteur(s) C. Bruijsten Bron FBN 2023/18
Titel Het juridische wonderdoekje: titelzuivering nader bekeken Auteur(s) W.J.M. Jansen, J.W.A. Rheinfeld Bron WPNR 2023/7410
Titel De ruimschoots toereikend-verklaring, de erfgenamen en de tuchtrechter Auteur(s) W. Breemhaar Bron Tijdschrift Erfrecht 2023/2
Titel De perikelen van het cryptovirus Auteur(s) D.S. Burgzorg Bron WPNR 2023/7409
Titel Economische eigendomsoverdracht en overdrachtsbelasting Auteur(s) A.H. van Huffelen Bron PE Notariaat 2023/12
Titel Vanwege de klerk voor de rechter - Notariële aansprakelijkheid voor falende notarisklerken Deel II Auteur(s) J.S.L.A.W.B. Roes Bron Notarisklerk 2023/1581
Titel Praktische testamentaire aandachtspunten met betrekking tot de bij de vererving van een aanmerkelijk belang verschuldigde inkomstenbelasting Auteur(s) H.F. van der Weerd-van Joolingen Bron TE 2023/2
Titel Familiestichting in de praktijk Auteur(s) G. Noordeloos, Ph.H.F. König Bron WPNR 2023/7408
Titel Kunnen de Wwft en de Sanctiewet door één deur? Auteur(s) A.M. Riemslag Baas Bron FRP 2023/262
Titel Waar gaat het heen met de digitale nalatenschap? Auteur(s) L.A.G.M. van der Geld Bron Ars Aequi 2023/0249
Titel Het vruchtgebruikbewind (op maat). Het schaap lijkt over de dam Auteur(s) F.W.J.M. Schols Bron EstateTip 2023/11
Titel De welwillendheidsbeslissing: over de (on)wil van rechters en formuleringen in notariële akten Auteur(s) T.F.H. Reijnen Bron PE Notariaat 2023/11
Titel Vruchtgebruik als instrument voor de financieringspraktijk: een analyse van HR 30 september 2022, ECLI:NL:HR:2022:1331 en een verkenning van de mogelijkheden Auteur(s) J.W.H. Lemmen Bron NTHR 2023/1
Titel Themanummer Duurzaamheid Bron WPNR 2023/7407
Titel Modernisering personenvennootschappen: het tweede voorontwerp Titel 7.13 BW in vogelvlucht Auteur(s) W.J.M. van Veen Bron JBN 2023/18
Titel Openbare inzage UBO-register ongeldig: het blijft tobben met het UBO-register Auteur(s) J. van der Weele Bron PE Notariaat 2023/10
Titel Het goedschrift in het geding; de reikwijdte van de uitzondering van art. 158 lid 1 Rv Auteur(s) P.C. van Es Bron JBN 2023/17
Titel De Omgevingswet; het voorkeursrecht Auteur(s) W.J.E. van der Werf Bron WPNR 2023/7406
Titel Splitsingswijzigingen na 24 februari 2023 Auteur(s) F.J. Vonck Bron WPNR 2023/7406
Titel Reactie en Naschrift op 'Zijn Didam-strijdige overeenkomsten nietig?' Auteur(s) M.N. Bende, T.F.H. Reijnen Bron WPNR 2023/7405
Titel Is een drijvend zonnepark roerend of onroerend? Auteur(s) M.M.G.B. van Drunen Bron WPNR 2023/7405
Titel Overdracht van op een ANBI-taak betrekking hebbende schulden Auteur(s) J.C. van Straaten Bron FBN 2023/12
Titel Hoe voorkom je een ruzieboedel? Negen tips uit de praktijk Auteur(s) J. Nobel Bron PE Notariaat 2023/8
Titel De Omgevingswet; landinrichting: eenvoudig beter voor de notariële praktijk? Auteur(s) J.W.A. Rheinfeld Bron WPNR 2023/7404
Titel Successierechtelijke gevolgen van het fideï-commis Auteur(s) W.R. Kooiman Bron KWEP 2023/2
Titel Legaat van een AB Auteur(s) R.L.M.C. Janssen Bron KWEP 2023/3
Titel Aftrek van ‘het aandeel in de verdeelde goederen’ in historisch perspectief (hoe ruim is art. 12 lid 1 WBRV?) Auteur(s) J.C. van Straaten Bron VGFC 2023/24
Titel De nieuwe corporate governance code: duurzaamheid, diversiteit & inclusie en dialoog Auteur(s) D.M.H. de Leeuw Bron Bb 2023/14
Titel Notarieel tuchtrecht als voorportaal van de civielrechtelijke aansprakelijkheid van de notaris Auteur(s) B.N. Takken, T.F.H. Reijnen Bron Tijdschrift Tuchtrecht 2023/24
Titel Grondspeculatie en de notaris, het vervolg Auteur(s) J.W.A. Rheinfeld Bron PE Notariaat 2023/7
Titel De Omgevingswet; landinrichting: eenvoudig beter voor de notariële praktijk? Auteur(s) J.W.A. Rheinfeld Bron WPNR 2023/7404
Titel Doorkijkbenadering in de overdrachtsbelasting Auteur(s) A. Rozendal Bron WPNR 2023/7404
Titel Reactie en Naschrift op 'De bij dode opgerichte stichting' Auteur(s) R.E. Brinkman, S. Perrick Bron WPNR 2023/7403
Titel Advocaten- en notarissentuchtrecht vergeleken: op zoek naar 'the best of both worlds' Auteur(s) L.H. Rammeloo, M.C.J. Höfelt Bron Tijdschrift Tuchtrecht 2023/105
Titel Opstalrecht – Eigendom – Roerend/Onroerend – Natrekking – Overdrachtsbelasting Auteur(s) J.C. van Straaten Bron WPNR 2023/7403
Titel Verkoopregulerende bedingen bij de verkrijging van aandelen Auteur(s) M. Albers Bron FBN 2023/5
Titel De Omgevingswet; de positie van de notaris onder het nieuwe onteigeningsrecht Auteur(s) J.A.M.A. Sluysmans Bron 2023/7402
Titel Vrijstelling overdrachtsbelasting bij ruziesplitsing Auteur(s) A. Rozendal Bron FBN 2023/4
Titel Loonheffing in de herkansing Auteur(s) R. Stam Bron Vp-Bulletin 2023/7
Titel Wat moet de notaris weten van het nieuwe Brussel IIter? Auteur(s) S.H. Heijning Bron JBN 2023/15
Titel Toekomstige of bestaande vordering? Verpandbare of niet verpandbare vordering? Auteur(s) J.C. van Straaten Bron JBN 2023/12
Titel Rechtbank acht halvering vordering wegens voorhuwelijkse meerinbreng onwenselijk Auteur(s) L.M. de Hoog Bron JBN 2023/13
Titel Handelen voor een nader te noemen meester: oplettendheid is geboden! Auteur(s) I.M. Steijaert Bron PE Notariaat 2023/6
Titel De Omgevingswet; een eerste verkenning Auteur(s) W.J. Haeser, E.P.H. Vogelaar Bron WPNR 2023/7401
Titel Reactie op 'Bestuurdersaansprakelijkheid bij BV’s tien jaar later' Auteur(s) W.A. Westenbroek Bron WPNR 2023/7400
Titel De doeleis en toerekeningsbepaling van art. 4 Wet BRV 1970 een lastige combinatie Auteur(s) A. Rozendal Bron WPNR 2023/7400
Titel Reactie op: De doeleis en toerekeningsbepaling van art. 4 Wet BRV 1970; een lastige combinatie Auteur(s) P.G.H. Albert Bron WPNR 2023/7408
Titel Een beschouwing over het begrip inkorting en de gevolgen daarvan Auteur(s) R.E. Brinkman Bron Tijdschrift Erfrecht 2023/1
Titel Enkele vraagpunten bij de quasi-wettelijke verdeling, mede in het licht van het besluit van 15 juni 2022 Auteur(s) G.G.B. Boelens Bron Tijdschrift Erfrecht 2023/1
Titel CPO: Samen bouwen aan een eigen thuis Auteur(s) I. Kort Bron Vp-bulletin 2023/2
Titel Verjaring en verlenging van verjaring tussen echtgenoten Auteur(s) A.J.M. Nuytinck Bron Ars Aequi 2023/0134
Titel Rechtspraak uitgelegd: Notaris en beslag Auteur(s) M. Hillen Bron Notariaat Magazine 2023/1
Titel Het oplossen van enquêtegeschillen via bemiddeling Auteur(s) F. Eikelboom Bron Bb 2023/9
Titel De verander(en)de positie van dga, wordt 2023 een fiscaal gelukkig nieuwjaar? Auteur(s) Redactie Vp-bulletin Bron Vp-Bulletin 2023/1
Titel BEM-clausule, testamentair Boek 4-bewind of testamentair Boek 1-bewind bij een minderjarig kind: Wat is het gevolg voor toeslagen van de ouder? Auteur(s) E.M.A. van Amersfoort Bron PE Notariaat 2023/2
Titel Toegang UBO-register op de schop door uitspraak Europese Hof van Justitie Auteur(s) A. Berlee Bron WPNR 2023/7397
Titel Een nieuw perspectief voor misbruik van identiteitsverschil Auteur(s) D.J. van der Kwaak Bron WPNR 2023/7397
Titel Een (vergeten) hypotecaire inschrijving van een ontbonden vennootschap. Hoe laat je die doorhalen? Auteur(s) L.M. de Hoog Bron PE Notariaat 2023/1
Titel Beschikken over een aandeel in een registergoed Auteur(s) A. Cavallé Medina Bron JBN 2023/3
Titel Vanwege de klerk voor de rechter : De notariële aansprakelijkheid voor falende notarisklerken Deel I Auteur(s) J.S.L.A.W.B. Roes Bron Notarisklerk 2022/1579
Titel Schuldenbewind en rol gemeente: twee actualiteiten Auteur(s) G.H. Lankhorst Bron JBN 2022/50
Titel ESG en M&A: waarom ESG-kwesties de blijvende aandacht verdienen Auteur(s) E.J. Teijgeler Bron TOP 2022/347
Titel Grenzen aan testeervrijheid: erfrechtelijke bescherming van naasten vanuit interdisciplinair perspectief (diss.) Auteur(s) M.R. Beuker Bron Deventer: Wolters Kluwer 2023
Titel De poortwachtersrol van de notaris. Horen, zien en zwijgen. Of toch spreken? Auteur(s) T.P.C. Geertsema Bron PE Notariaat 2022/32
Titel Vergoedingsrechten bij het eindigen van een recht van erfpacht of opstal en het overgangsrecht Auteur(s) P.C. van Es Bron JBN 2022/43
Titel Einde jubelton in zicht: tijd voor de eindsprint Auteur(s) R.D. de Jong, L.E. Welkers Bron FBN 2022/42
Titel Aard en uitleg van statuten Auteur(s) K.H.M. de Roo Bron WPNR 2022/7382
Titel Verwantschap in de Successiewet: weet u zeker dat u (geen) kinderen heeft? Auteur(s) R.D. de Jong Bron PE Notariaat 2022/25
Titel Kan een aandeelhoudersovereenkomst worden gelijkgesteld met een besluit van de algemene vergadering? Auteur(s) P.M.J.H. ten Broecke Bron JBN 2022/40
Titel Rechtspersonenrecht Auteur(s) P.H.N. Quist Bron FTV 2022/25
Titel Relatievermogensrecht Auteur(s) B.E. Rheinhartz Bron FTV 2022/22
Titel Verduurzaming van gebouwen met een WKO of WKK. Gebruik opzegbevoegdheid of ontbindende voorwaarde in opstalakte wegens voortijdig eindigen energieleveringsovereenkomst Auteur(s) M.M.G.B. van Drunen, S.D.K. Bachasingh, I.C.J. Hoving Bron WPNR 2022/7373
Titel Reactie en Naschrift 'Verduurzaming van gebouwen met een WKO of WKK' Auteur(s) P.C. van Es, M.M.G.B. van Drunen, S.D.K. Bachasingh, I.C.J. Hoving Bron WPNR 2022/7378
Titel Schenking ouders aan kind, een overzicht Auteur(s) E. Loendersloot, D. Driessen Bron VFP 2022/81
Titel En nu een echte inflatiecorrectie in het erfrecht Auteur(s) P. Blokland Bron WPNR 2022/7377
Titel Twee rechtsvragen in het kader van een warmtenet (deels) gelegen in een in appartementsrechten gesplitst perceel Auteur(s) D.E. Admiraal Bron VGFC 2022/38
Titel Cryptovaluta en de rol van de notaris Auteur(s) L.A.G.M. van der Geld Bron PE Notariaat 2022/23
Titel Taalkundige uitleg van aandeelhoudersovereenkomst Auteur(s) P.H.N. Quist Bron JOR 2022/143
Titel Beperking van de bestuursbevoegdheid bij de naamloze en besloten vennootschap Auteur(s) J.A. Terstegge Bron Wolters Kluwer 2022
Titel Verduurzaming van kantoorgebouwen: de uitvoeringsfase onder de loep Auteur(s) B. Andriessen, S.S.N. Japhary Bron VGFC 2022/28
Titel Conservatoir beslag tot levering, botsende rechten op levering en notaris Auteur(s) J.W.A. Biemans Bron WPNR 2022/7373
Titel De huwelijksgemeenschap met ongelijke breukdelen als belastbaar feit voor de Successiewet Auteur(s) A.E. de Leeuw Bron WPNR 2022/7375
Titel Huurovereenkomsten in de vereffening van de nalatenschap Auteur(s) A.M. Steegmans, C. Hokken Bron PE Notariaat 2022/17
Titel Voorwaardelijke aanvaarding van een legaat en voorwaardelijk beroep op de legitieme portie Auteur(s) R.E. Brinkman Bron FTV 2022/33
Titel Voor wiens rekening komen de kosten verbonden aan een verdeling van een registergoed? Auteur(s) J.I. Driessen-Kleijn Bron JBN 2022/19
Titel Bedingen in notariële akten: hoe nietigheid en vernietigbaarheid te voorkomen? Auteur(s) J.M. Hekkema Bron PE Notariaat 2022/14
Titel Heerlijke visrechten en notaris voor de rechter 'Als ze me missen, dan ben ik vissen Auteur(s) J.S.L.A.W.B. Roes Bron PE Notariaat 2022/12
Titel De verwijtbaarheid van verhuurders bij het aantreffen van drugs in verhuurde panden Auteur(s) N. Gradisen Bron VGFC 2022/27
Titel Winstbewijzen in de praktijk Auteur(s) F.A. Baggerman Bron PE Notariaat 2022/11
Titel Draagplichtovereenkomst biedt ook vanaf 2022 uitkomst voor partners die met een ongelijk eigenwoningverleden een eigen woning willen kopen Auteur(s) A.J.M. Arends Bron PE Notariaat 2022/9
Titel Is de huwelijksgoederengemeenschap een geschenk? Auteur(s) P.A. Schut, R.J. Bruggink Bron WFR 2022/48
Titel Inzage in het medisch dossier na overlijden Auteur(s) L.A.G.M. van der Geld Bron Tijdschrift Erfrecht 2022/3
Titel Proces-verbaal of partijakte van verbetering? Over het verbeteren van onjuist- of onvolledigheden in ingeschreven stukken Auteur(s) L.M. de Hoog Bron PE Notariaat 2022/7
Titel Onwaardigheid in België en Nederland na 'De Roemeense erflater' Auteur(s) M. de Vries, D. Leire Bron Tijdschrift Erfrecht 2022/3
Titel Vrijstelling juridische splitsing in de overdrachtsbelasting - de stand van zaken Auteur(s) M.J.A.M. van Gilswijk Bron VGFC 2022/15
Titel Artikel 370 lid 1 Fw: wat zijn ‘lopende verplichtingen’ tijdens de WHOA-procedure? Auteur(s) S.W. van den Berg Bron TvI 2022/22
Titel De notaris in het Repair Café voor gebrekkige besluiten Auteur(s) A.J.M. Klein Wassink Bron PE Notariaat 2022/5
Titel Het Opstalrecht duurzaam Auteur(s) B. Hoops, L.A.M. Meijerink Bron WPNR 2022/7353
Titel Reactie en Naschrift 'Het Opstalrecht duurzaam' Auteur(s) W. Louwman Bron WPNR 2022/7358
Titel Huwelijk of geregistreerd partnerschap voor mensen met een (licht) verstandelijke beperking; wilsbekwaamheid en ministerieplicht notaris Auteur(s) H.J.M. Bukkems Bron PE Notariaat 2022/3
Titel De Wet bestuur en toezicht rechtspersonen: aandachtspunten voor bestuurders van stichtingen en verenigingen Auteur(s) R. Kuiper Bron VFP 2022/17
Titel Kwalitatieve verplichting mededingingswet en ontbinding op grond van art. 6:259 lid 1 sub b BW Auteur(s) W.G. Huijgen Bron JBN 2022/1
Titel Reële executie: Complicaties bij de afwikkeling van een via de rechter afgedwongen levering Auteur(s) L.M. de Hoog Bron PE Notariaat 2022/1
Titel De vereffenende erfgenaam: Selbsteintritt toegestaan? Auteur(s) E. Schnackers Bron AdvoTip 2022/8
Titel De overdracht van aanspraken ten aanzien van een onroerende zaak Auteur(s) T.F.H. Reijnen Bron De Notarisklerk, mei/juni 2022
Titel "De ODV gaat over op de erfgenamen", een derdenbeding of niet? Auteur(s) A. van Maurik Bron Estate Planner Digitaal 2022/4
Titel Kleinkindlegaten bij het eerste overlijden, bezint eer ge begint! Auteur(s) J.M.H.L. Cantineau Bron Estate Planner Digitaal 2022/10
Titel Wetsvoorstel pensioenverdeling bij scheiding 2022 Auteur(s) L. Stokkel Bron Estate Planner Digitaal 2020/8
Titel De peildatum bij een legaat tegen inbreng van de waarde Auteur(s) F.M.H. Hoens Bron EstateTip 2022/26
Titel Boon/Van Loon: vruchten en inkomsten, verknochtheid en verjaring Auteur(s) F.M.H. Hoens Bron EstateTip 2022/2
Titel De BEM-clausule en de bijstand (II) Auteur(s) F.M.H. Hoens Bron Estate Tip 2022/22
Titel Machtiging verwerping tot behoud 'overheidsvoorzieningen Auteur(s) F.M.H. Hoens Bron Estate Tip 2022/6
Titel Postume inzage medisch dossier: artikel 7:458a BW in de praktijk Auteur(s) F.M.H. Hoens Bron EstateTip 2022/29
Titel WEV of WOZ? Einde aan een continuing story?! Auteur(s) W. Burgerhart Bron Estate Tip 2022/24
Titel Splitsingsvrijstelling in de overdrachtsbelasting: de Hoge Raad spreekt opnieuw! Auteur(s) A. Rozendal Bron FBN 2022/6
Titel Vaststelling vaderschap na overlijden, wanneer erft het kind? Auteur(s) A.J. Janssen Bron FBN 2022/48
Titel Het schip ingaan met een btw-verklaring? Auteur(s) D.C. Molenaars, R. Vos Bron FBN 2022/53
Titel Familiebank vanaf 2022: een fiscale molensteen? Auteur(s) E. Loendersloot, D. Driessen Bron FBN 2020/17
Titel De nieuwe verliesverrekeningsregels in de vennootschapsbelasting per 1 januari 2022 Auteur(s) I.C.M. Lagerweij, M. El Manouzi Bron FBN 2021/53
Titel Schenkbelasting bij verkoop van een woning tegen de lagere WOZ-waarde Auteur(s) J.C. van Straaten, F.A.M. Schoenmaker Bron FBN 2022/11
Titel Een complexe benadering bij toepassing van de samenloopvrijstelling Auteur(s) M. Albers Bron FBN 2022/35
Titel WKO fiscaal en civiel beschouwd Auteur(s) M.D.C. Gomes Vale Viga, P.J. van der Plank Bron FBN 2022/4
Titel Hoe ‘om’ te gaan met art. 37d Wet OB? Auteur(s) M.D.C. Gomes Vale Viga Bron FBN 2022/29
Titel De lange arm van het ondernemerschap in de omzetbelasting Auteur(s) M.N.R. van Bijlevelt Bron FBN 2022/36
Titel Het verkoopregulerende beding en de vrijstelling overdrachtsbelasting anno 2022: verkoop onder welke voorwaarden? Auteur(s) R.D. de Jong Bron FBN 2022/2
Titel Samen spelen, samen delen... maar er zijn grenzen Auteur(s) R.D. de Jong Bron FBN 2022/26
Titel NSW-landgoederen en overdrachtsbelasting Auteur(s) R.J. Nieuwland Bron FBN 2022/16
Titel Aandacht voor de positie van het biologische kind in de Successiewet Auteur(s) F.A.M. Schoenmaker Bron FTV 2022/17
Titel De notariële kwaliteitsrekening in de Overbruggingswet box 3 Auteur(s) F.A.M. Schoenmaker Bron FTV 2022/37
Titel De Wet bestuur en toezicht rechtspersonen en de governance van stichtingen Auteur(s) P.H.N. Quist Bron FTV 2022/3
Titel Het fideicommis en de ab-heffing Auteur(s) R.E. Brinkman Bron FTV 2022/12
Titel Pluraliteit van gehuwde schuldeisers en schuldenaren bij leningen in familieverhoudingen Auteur(s) R.E. Brinkman Bron FTV 2022/2
Titel Bevoegdheid tot beheer van aandelen in een bv die tot een nalatenschap behoren Auteur(s) S. Perrick Bron FTV 2022/9
Titel De wijziging van de eigenwoningregeling voor partnersituaties (Deel I) Auteur(s) S.H. Hoogeveen Bron FTV 2022/3
Titel De wijziging van de eigenwoningregeling voor partnersituaties (Deel II) Auteur(s) S.H. Hoogeveen Bron FTV 2022/5
Titel De notaris en de interne bevoegdheidsbeperking bij een rechtspersoon Auteur(s) T.F.H. Reijnen Bron FTV 2022/35
Titel Fundamentele totstandkomingsvereisten en nulliteiten bij de contractuele verdeling van een gemeenschap Auteur(s) T.H. Sikkema Bron FTV 2022/11
Titel Oplaadpunten in het appartementsrecht Auteur(s) A.C.W. Luijk-van Veldhuizen, C.N. Siewers Bron JBN 2022/17
Titel Enkele notariële aspecten van de Wet op de lijkbezorging Auteur(s) F.M.H. Hoens Bron JBN 2022/31
Titel Belangrijke uitspraak in het erfrecht; onterfde familieleden krijgen inzage in testamenten Auteur(s) H. Loonstein Bron JBN 2022/1
Titel De notariële zorgplicht bij uitvoering van door andere adviseurs ontworpen plannen Auteur(s) H.J. Delhaas, L.C. Dufour Bron JBN 2022/7
Titel Onderhandse executoriale verkoop bij beslagexecutie Auteur(s) I. Visser Bron JBN 2022/41
Titel J.C. van Straaten, 'Verkrijging van erfpacht krachtens (extinctieve) verjaring?', JBN 2022/48 Auteur(s) J.C. van Straaten
Titel De verantwoordelijkheid van de notaris voor de inhoud van de akte (art. 17 Wna en art. 6 Vo Beroeps en gedragsregels) Auteur(s) L.C. Dufour Bron JBN 2022/32
Titel Kadaster is rechthebbende op een aandeel in het saldo van de kwaliteitsrekening Auteur(s) L.M. de Hoog Bron JBN 2022/3
Titel De rol van de notaris bij het stellen van een bankgarantie als vervangende zekerheid Auteur(s) M. Michels, L.G.L. Ohnesorge Bron JBN 2022/30
Titel De geldigheid van een afspraak omtrent het niet-uitoefenen van stemrecht Auteur(s) P.M.J.H. ten Broecke Bron JBN 2022/2
Titel Hof van Justitie EU 2 juni 2022, TN en NN/EG-zaak Auteur(s) S.H. Heijning Bron JBN 2022/49
Titel Het finaal verrekenbeding een quasi-legaat? Praktische gevolgen en (on)mogelijkheden Auteur(s) S.H. Hoogeveen, N. van den Berg Bron JBN 2022/16
Titel Het Didam-arrest vanuit notarieel perspectief Auteur(s) W.G. Huijgen, H.J. Weijers Bron JBN 2022/34
Titel Perikelen met aandelen op naam in 'oude' vennootschappen Auteur(s) W.J.M. van Veen Bron JBN 2022/51
Titel Reikwijdte van waarderingsvoorschriften in de Successiewet: hoe ver verwijderd mag het verband zijn? Auteur(s) A.E. de Leeuw, A.E. Stuut Bron KWEP 2022/19
Titel De verboden beschikkingen en artikel 30 Successiewet 1956 Auteur(s) H.J. de Jonge Bron KWEP 2022/3
Titel Twister voor de estate planner met alsof-beding en huwelijksgoederengemeenschap Auteur(s) T.C. Hoogwout Bron KWEP 2022/2
Titel Verrekening van dividenden in de vennootschapsbelasting vanaf 2022 Auteur(s) C. Bruijsten Bron NTFR 2021/11
Titel Is een onherroepelijke strafrechtelijke veroordeling steeds vereist voor onwaardigheid van rechtswege ex artikel 4:3 lid 1 sub a BW? Auteur(s) F.W. Brans, Ph.A.J. Raaijmaakers Bron Tijdschrift Erfrecht 2022/6
Titel Beschikkingen ten behoeve van tussenbeidekomende personen Auteur(s) H.J. de Jonge Bron Tijdschrift Erfrecht 2022/3
Titel De informatieplicht van de notaris ten opzichte van de verwachter Auteur(s) J.L.D.J. Maasland Bron Tijdschrift Erfrecht 2022/5
Titel Aandachtspunten voor de beoordeling van wilsbekwaamheid van een testateur op het sterfbed Auteur(s) L.A.G.M. van der Geld Bron Tijdschrift Erfrecht 2022/6
Titel De praktijk: wachten op verzet tegen de uitdelingslijst of de vordering dan wel voorrang daarvan eerder al door de rechter laten vaststellen? Auteur(s) P.G. Knoppers Bron Tijdschrift Erfrecht 2022/6
Titel Intellectuele eigendomsrechten in het erfrecht Auteur(s) R.M.I. van der Straaten, M.G. Hees Bron Tijdschrift Erfrecht 2022/5
Titel Het UBO-register: registreren, raadplegen en rapporteren Auteur(s) B. Snijder-Kuipers Bron TOP 2022/64
Titel Een verdieping in enkele kwesties rondom de 403-verklaring en juridische splitsingen Auteur(s) E. Holtman Bron TOP 2022/378
Titel Het structureren van een venture capital fonds Auteur(s) T.W.G. de Wit, C.C. Sip, J.S. Beekmans, M.M. Wierenga Bron TOP 2022/178
Titel Onderlinge schuldverhoudingen tussen ongehuwd samenwonenden verdienen meer aandacht Auteur(s) P. Krooshof, N. De Poel Bron Vp-bulletin 2022/14
Titel Maatstaf van heffing in de uitverkoop? Auteur(s) J.L. van Verseveld, P.D. Brus Bron WFR 2022/103
Titel Uitbreiding van de onderneming voorafgaand aan bedrijfsopvolging Auteur(s) P. Visser Bron WFR 2022/38
Titel Specifieke complexiteit bij een eenvoudige algemeenheid Auteur(s) S. Cornielje Bron WFR 2022/113
Titel Aftrek en herziening van btw bij voorgenomen maar afgeblazen activiteiten Auteur(s) S.B. Cornielje, H.W.M. van Kesteren Bron WFR 2022/152
Titel Derdenbescherming van de verklaring van erfrecht, in het bijzonder bij de overdracht van registergoederen Auteur(s) A.G. de Gruiter-Koopmans Bron WPNR 2022/7393
Titel Shared governance. Naar een grotere invloed van zorgprofessionals binnen zorgorganisaties Auteur(s) A.G.H. Klaassen Bron WPNR 2022/7359
Titel Verduurzaming van kleine appartementsgebouwen Auteur(s) B. Hoops, Y.H. van Ballegooijen, C. Siewers, M.C.E. van der Vleuten, A.H.G. Wilod Versprille Bron WPNR 2022/7393
Titel Boekbespreking: Handboek Tuchtrecht, redactie R.L. Herregodts en M.L. Batting Auteur(s) B.C.M. Waaijer Bron WPNR 2022/7391
Titel Notarieel tuchtrecht als remedie. En, helpt het? Auteur(s) B.C.M. Waaijer Bron WPNR 2022/7363
Titel Goederenrechtelijke of verbintenisrechtelijke werking van de voorwaardelijke uitsluitingsclausule Auteur(s) C.C.M van Oorschot Bron WPNR 2022/7354
Titel Verruiming en versterking van het BVm-voorstel Auteur(s) Chr.M. Stokkermans, M.J.L.A.M. Zillikens-Loos Bron WPNR 2022/7390
Titel Werkt het gesloten stelsel van uiterste wilsbeschikkingen in de rechtspraktijk verstarrend? Auteur(s) E. van Wijk-Verhagen Bron WPNR 2022/7381
Titel Bewind, een verband op goederen dat de bewaking van erfrechtelijke belangen veronderstelt? Auteur(s) F.W.J.M. Schols Bron WPNR 2022/7380
Titel Sponsorloop voor de one tier? Auteur(s) G.J.C. Rensen Bron WPNR 2022/7379
Titel Wetsvoorstel Drijvende opstallen: een juridisch fundament voor bouwen op water, Deel II: Boek 5 voor ‘Registergoederen’ Auteur(s) H.D. Ploeger, P.J. van der Plank Bron WPNR 2022/7356
Titel Bestuurdersaansprakelijkheid bij BV's tien jaar later Auteur(s) H.E. Boschma, J.B. Wezeman Bron WPNR 2022/7390
Titel Testeren ten voordele van een uitgesloten persoon Auteur(s) H.J. de Jonge Bron WPNR 2022/7362
Titel Verboden beschikkingen en misbruik van bevoegdheid Auteur(s) H.J. de Jonge Bron WPNR 2022/7355
Titel Reactie op 'Notarieel tuchtrecht als remedie. En, helpt het?' van mr. B.C.M. Waaijer Auteur(s) H.K. de Boer, M.S.M. Bosse Bron WPNR 2022/7370
Titel Vertegenwoordiging van de vereniging en stichting ter zake van bezwarende rechtshandelingen Auteur(s) I. Meijer-Wagenaar, S.M. van den Braak Bron WPNR 2022/7375
Titel De transformatie van het rechtskarakter van de last in het erfrecht Auteur(s) J. Bossers-­Cnossen Bron WPNR 2022/7387
Titel Civielrechtelijke- en fiscale opmerkingen over lasten in het erfrecht en bij schenking Auteur(s) J.B. Vegter Bron WPNR 2022/7388
Titel Over de achtergrond van de formele aard van de wetsbepalingen betreffende uiterste wilsbeschikkingen Auteur(s) J.B. Vegter Bron WPNR 2022/7381
Titel Blokkering van aandelen in de BV Auteur(s) J.D.M. Schoonbrood Bron WPNR 2022/7389
Titel Het meerderjarigenbewind, minderjarige kinderen en art. 1:370 BW Auteur(s) J.H.M. Ter Haar Bron WPNR 2022/7379
Titel Starre flexibiliteit. Over zeggenschap en winstuitkering in de Flex-BV Auteur(s) J.M. Blanco Fernández Bron WPNR 2022/7389
Titel Conservatoir beslag tot levering, botsende rechten op levering en notaris: lessen uit het Earth Water-arrest Auteur(s) J.W.A. Biemans Bron WPNR 2022/7373
Titel De notaris en (vermeende) grondspeculatie. Laveren tussen ministerieplicht, Belehrung en dienstweigering Auteur(s) J.W.A. Rheinfeld, T.F.H. Reijnen Bron WPNR 2022/7357
Titel De vastleggingsplicht in de geconflicteerde stichting Auteur(s) K.A.M. van Vught Bron WPNR 2022/7360
Titel Proefschrift; drie stellingen: Bestuur van rechtspersonen Auteur(s) K.H.M. de Roo Bron WPNR 2022/7358
Titel De nieuwe rol van de notaris bij verkoop van overheidsvastgoed Auteur(s) L.C.A. Verstappen Bron WPNR 2022/7355
Titel De blokkeringsregeling: eens doorlopen blijft doorlopen? Auteur(s) L.W. Kelterman Bron WPNR 2022/7380
Titel Hoge Raad beslist dat onoverdraagbaar gemaakte vorderingen 'automatisch' ook onverpandbaar zijn Auteur(s) M. van Eekelen-Atema, P.W. den Hollander Bron WPNR 2022/7386
Titel Opstalloos financieren van dakprojecten voor zonnepanelen Auteur(s) M.M.G.B. van Drunen, I.C.J. Hoving Bron WPNR 2022/7387
Titel Onvervangbaar & Onmisbaar, maar tegen welke prijs? Auteur(s) M.U.M.A. Waaijer-Linders Bron WPNR 2022/7376
Titel Het partnerbegrip 12 jaar na de modernisering van de SW Auteur(s) N.C.G. Gubbels Bron WPNR 2022/7366
Titel De reikwijdte van het beleggingsverbod van art. 17 lid 3 Wna Auteur(s) P.C. van Es Bron WPNR 2022/7363
Titel De balans van de Flex-BV - Over het bijeenbrengen en -houden van vermogen van de BV Auteur(s) P.H.N. Quist Bron WPNR 2022/7389
Titel Inrichting van de BV: statuten en aandeelhoudersovereenkomst Auteur(s) R.A. Wolf Bron WPNR 2022/7389
Titel Reactie en Naschrift 'Over de voorwaardelijke making, mede in verband met andere aandachtspunten rond de wettelijke verdeling' Auteur(s) R.E. Brinkman, J.B. Vegter Bron WPNR 2022/7371
Titel Reactie en Naschrift 'De blokkeringsregeling: eens doorlopen blijft doorlopen? Auteur(s) R.J.C. van Helden, L.W. Kelterman Bron WPNR 2022/7388
Titel Btw-belaste levering van verbouwde fabriek en bouwterrein Auteur(s) R.N.G. van der Paardt Bron WPNR 2022/7359
Titel Erfpacht en transformatie in vol eigendom of eeuwigdurende erfpacht, de fiscale gevolgen Auteur(s) R.N.G. van der Paardt Bron WPNR 2022/7365
Titel Boekbespreking - De bij dode opgerichte stichting' Auteur(s) S. Perrick Bron WPNR 2022/7388
Titel Er zit geen (weef)fout in het Novitaris-arrest Auteur(s) S. Perrick Bron WPNR 2022/7394
Titel Earth Concepts/Upstream. Een nieuw arrest over de gevolgen van vervreemding in weerwil van een beslag tot levering Auteur(s) S.E. Bartels, H.W. Heyman Bron WPNR 2022/7377
Titel Bestaansgrond - bestemming - vertrouwen Auteur(s) S.E. Bartels Bron WPNR 2022/7368
Titel Zijn Didam-strijdige overeenkomsten nietig? Auteur(s) S.E. Bartels Bron WPNR 2022/7392
Titel Ontwikkelingen in het familierecht - Interlandelijke adoptie en draagmoederschap Auteur(s) S.F.M. Wortmann Bron WPNR 2022/7391
Titel IPR-regels voor samenwoners - een verkenning Auteur(s) S.H. Heijning Bron WPNR 2022/7361
Titel Subsidiaire notariële aansprakelijkheid bij medewerking aan wanprestatie of onrechtmatige daad Auteur(s) T.F.E. Tjong Tjin Tai Bron WPNR 2022/7394
Titel ‘Stort het geld maar in de consignatiekas’, gemakkelijker gezegd dan gedaan Auteur(s) T.F.H. Reijnen Bron WPNR 2022/7367
Titel De gevolgen van het Centavos-arrest en het Kadasterkostenarrest voor de notariële praktijk Auteur(s) T.J. Bos, L.C.A. Verstappen Bron WPNR 2022/7368
Titel Daadwerkelijk presteren, gelijk oversteken en conserveren Auteur(s) T.J. Bos Bron WPNR 2022/7370
Titel Themanummer Erfpacht in Amsterdam (I) Bron WPNR 2022/7364
Titel Themanummer Erfpacht in Amsterdam (II) Bron WPNR 2022/7365
Titel Enkele fiscale bespiegelingen vanwege de Flex-BV Auteur(s) W. Burgerhart Bron WPNR 2022/7390
Titel Stedelijke erfpacht bezien vanuit de doorkruisingsproblematiek Auteur(s) W.G. Huijgen Bron WPNR 2022/7365
Titel Tussen munt en mogelijkheid. De ondernemingsrechtelijke aspecten van bitcoin Auteur(s) W.J.M. Jansen, T.A. Keijzer Bron WPNR 2022/7362
Titel Art. 2:107a BW – wel of niet analoog van toepassing op de bv? Hof Amsterdam, 7 april 2021 ECLI:NL:GHAMS:2021:1018 (Human Concern) Auteur(s) W.J.M. van Veen Bron WPNR 2022/7383
Titel Gelijke kansen voor gronduitgifte: van Roanne naar Didam Auteur(s) A. Jurgens-Boot Bron BR 2022/24
Titel Een stappenplan na Didam Auteur(s) A. Knook Bron O&A 2022/58
Titel Positieve/negatieve hypotheekverklaring: adequaat alternatief of schijnzekerheid? Auteur(s) A. van Huffelen Bron Vastgoedrecht 2022-3
Titel Integriteit, kernvoorwaarde voor een notaris Auteur(s) A.H.N. Stollenwerck Bron Tijdschrift Tuchtrecht 2022/16
Titel Kerstarrest box 3, rechtsherstel met spaarvariant en landbouw Auteur(s) A.W. de Beer Bron LTB 2022/31
Titel Finaal verrekenbeding, vergoedingsvorderingen en HR 5 april 2019 Auteur(s) B. Breederveld Bron EB 2022/42
Titel Balans in het appartementsrecht: wijziging van de splitsingsakte vereenvoudigd, Ars Notariatus 177 Auteur(s) C.N. Siewers Bron Wolters Kluwer: Deventer 2022
Titel Praktijktips voor puzzelen in de ondergrond (Deel I): regels bij aanleg van kabels en leidingen Auteur(s) D. Krijvenaar, J. Borman Bron Blog Omgevingsweb 12 mei 2022
Titel Splitsing in de vennootschapsbelasting en de overdrachtsbelasting Auteur(s) G.C. van der Burgt Bron TFO 2022/180.1
Titel Cultuurgrond wordt bouwterrein Auteur(s) H. van den Berg Bron LTB 2022/28
Titel Het kettingbeding als kameleon in het uitleglandschap Auteur(s) H.R.P. Dumatubun Bron TvZ 2022, nr. 3/4
Titel Tijdstip erfrechtelijke verkrijging bij vaststelling vaderschap erflater na diens overlijden Auteur(s) I.J.F.A. van Vijfeijken Bron BNB 2022/115
Titel Cryptovaluta in het familierecht Auteur(s) J. Mulder, J.J.D. van Doleweerd Bron REP 2022/6
Titel De mantelzorgwoning in het landelijk gebied Auteur(s) J.F.V.N. Verploegen Bron LTB 2022/19
Titel Erfrecht en (schenk-) en erfbelasting in geval van grensoverschrijdende verervingen Auteur(s) K.M.L.L. van de Ven Bron TFO 2022/179.2
Titel Aan de goederenrechtelijke tekentafel. De problematiek van het splitsen in appartementsrechten Auteur(s) L.D. Somé, B. Cuijpers Bron TvZ 2022/3-4
Titel Inzage in gespreksaantekeningen van de notaris Auteur(s) M. Hillen Bron Notariaat Magazine 2022/1
Titel Rechtspraak uitgelegd Bankgaranties Auteur(s) M. Hillen Bron Notariaat Magazine 2022/2
Titel Transformatie van vastgoed en btw Auteur(s) M.D.J. van der Wulp Bron MBB 2022/15
Titel Ministerieplicht notaris en redelijk vermoeden van schending of omzeiling van EU-sancties Auteur(s) B.C.M. Waaijer Bron JOR 2022/253
Titel Een civielrechtelijke strijd om de nalatenschap van de frauderende tussenpersoon Auteur(s) P. Vermaas Bron Opportuun 2022/2
Titel Economische eigendom en de inbreng daarvan in een bedrijf Auteur(s) P.J. Tanja Bron Bb 2022/61
Titel Huur en overlijden Auteur(s) P.M.J.H. ten Broecke, L.C.M. Admiraal Bron Ars Aequi 2022/3
Titel Watervaste heerlijke visrechten, derdenbescherming en verjaring Auteur(s) R. Bobbink Bron NTBR 2022/39
Titel Overdracht recent verhuurd nieuw onroerend goed, niet belast met btw Auteur(s) R.N.G. van der Paardt Bron BR 2022/63
Titel Overzicht civiele rechtspraak na het Didam-arrest: tekenen de eerste contouren zich af? Auteur(s) T.A. Terlien Bron BR 2022/62
Titel Gelijke kansen bieden bij gronduitgifte door de overheid Auteur(s) W.H.E. Parlevliet, A.D.I. Knook, M.J.E. Boudesteijn Bron BR 2022/25
Titel Zaaksvervanging en vermogensallocatie in het huwelijksvermogensrecht. Een heikele kwestie Auteur(s) T.H. Sikkema Bron WPNR 2021/7351
Titel Executoriaal beslag op aandelen en derdenwerking van aandeelhoudersovereenkomsten Auteur(s) P.M.J.H. ten Broecke Bron JBN 2021/51
Titel Over zonnepanelen en btw-aftrek op kosten die je toch zou maken Auteur(s) R.A. Wolf Bron VGFC 2021/23
Titel Waarom wordt er (nog) niet op grote schaal op water gebouwd? Auteur(s) L.M. de Hoog Bron PE Notariaat 2021/41
Titel Fiscaalvriendelijk schenken met een familiefonds Auteur(s) A. van Maurik Bron PE Notariaat 2021/38
Titel De gewijzigde vrijstelling overdrachtsbelasting bij taakoverdracht tussen woningcorporaties - niet langer een lege huls? Auteur(s) L. Vissers Bron VGFC 2021/36
Titel Afdwingen van verkoop van een gemeenschappelijke woning: kort geding of bodemprocedure? Auteur(s) G.V. van Campen Bron EB 2021/87
Titel The devil is in the detail: fiscale indicatoren ter bepaling van het inwonerschap Auteur(s) J.M. de Bont Bron Vp-bulletin 2021/9
Titel Vrijstelling voor de erfbelasting voor NSW-landgoederen. Let op de valkuilen! Auteur(s) J. Kroonenberg, A.C.M. de Vries Bron VFP 2021/88
Titel Het bestaansrecht van de legitieme Auteur(s) P.C. van Es Bron WPNR 2021/7334
Titel De wet van de uitgesloten derde Auteur(s) C.M.J. Burggraaf Bron WPNR 2021/7333
Titel Vastlegging van besluiten van de algemene vergadering Auteur(s) A.J.M. Klein Wassink Bron PE Notariaat 2021/24
Titel Rapport inzake het verantwoordingsonderzoek van de Algemene Rekenkamer inzake het Jaarverslag van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en Diergezondheidsfonds Bron 2021
Titel Het Meerderjarigenbeschermingsverdrag, niet geratificeerd maar toch nuttig voor de estate planner en financieel planner! Auteur(s) A.R. Autar, D.J.P. Hoeks Bron VFP 2021/59
Titel De Mandatory Disclosure Richtlijn en duidelijkheid: nog steeds een schril contrast (deel 1) Auteur(s) M. el Allouchi, I. Benali Bron WFR 2021/30
Titel Huurovereenkomsten in de vereffening van de nalatenschap Auteur(s) A.M. Steegmans, C. Hokken Bron TE 2021/5
Titel Fiscale problemen bij een WHOA-akkoord Auteur(s) M.H.M. van Oers Bron WFR 2021/67
Titel De Mandatory Disclosure Richtlijn en duidelijkheid: nog steeds een schril contrast (deel 2) Auteur(s) M. el Allouchi, I. Benali Bron WFR 2021/36
Titel Nader te noemen meester Auteur(s) A.H. van Huffelen Bron VGR 2021/5
Titel De agrarische legitimatie voor de legitieme Auteur(s) J.W.A. Rheinfeld Bron LTB 2021/26
Titel Civielrechtelijke kwalificatie van de inbrenghandeling van vermogen in een Privatstiftung Auteur(s) H.M.C. Duin Bron WPNR 2021/7324
Titel De kunst van estate planning Auteur(s) D.A.C. Nijhuis, J.M. Bom Bron VFP 2021/47
Titel Juridische chocola maken Bron Notariaat Magazine 2021/2
Titel Bestuur van rechtspersonen Auteur(s) K.H.M. de Roo Bron Wolters Kluwer 2021
Titel Is de legitieme portie nog legitiem? Auteur(s) J.H.M. ter Haar Bron TE 2021/2
Titel DAC6, MDR, Mandatory disclosure... what's in the name Auteur(s) M.B. Weijers Bron WPNR 2021/7316
Titel Op naar een privatieve stemvolmacht Auteur(s) K.J. Bakker Bron NTBR 2021/26
Titel Het huuraanvullende opstalrecht in duurzame energieprojecten - een verkennend onderzoek Auteur(s) M.M.G.B. van Drunen, M.E. Hinskens-van Neck Bron WPNR 2021/7315
Titel Mandatory Disclosure Rules/DAC6 vereist grote aandacht Auteur(s) Redactie Bron VGFC 2021/1
Titel De belang- en doeleis van art. 4 WBRV Auteur(s) J.C. van Straaten Bron VGFC 2021/7
Titel Opschoning van de kadastrale registratie – Naar een eenvoudiger systeem van uitschrijving van beperkte rechten? Auteur(s) B. Legger Bron Tijdschrift voor Zakenrecht 2021, nr. 1/2
Titel Financiering van duurzame energieprojecten: opstalrecht vs huur Auteur(s) M.M.G.B. van Drunen, M.E. Hinskens-van Neck Bron WPNR 2021/7311
Titel De positie van aandeelhouders bij preventieve herstructureringen, in het bijzonder onder de Wet homologatie onderhands akkoord Auteur(s) S.C.E.F. Moulen Janssen Bron WPNR 2021/7310
Titel De klimaatdoelen wettelijk vertaald: een greep uit de huidige en toekomstige vastgoed-gerelateerde regelgeving Auteur(s) A. Praat, K. van Ettekoven Bron VGFC 2021/34
Titel Ondernemingskamer en geschillen over de erfenis (deel III) Auteur(s) G.T.J. Hoff Bron AdvoTip 2021/7
Titel Ondernemingskamer en geschillen over de erfenis (deel II) Auteur(s) G.T.J. Hoff Bron AdvoTip 2021/01
Titel Een geslaagd beroep op artikel 3:194 lid 2 BW en de gevolgen daarvan, anders dan het verbeuren… Auteur(s) M.J.P. Schipper Bron AdvoTip 2021/6
Titel Pingpong in het erfrecht: de echtgenote die geen erfgenaam was, dat wel werd, vervolgens niet bleef, maar wel had moeten blijven? Auteur(s) M.J.P. Schipper Bron AdvoTip 2021/18
Titel De niet beneficiair aanvaarde nalatenschap en de benoeming door de rechter van een vereffenaar Auteur(s) G.G.B. Boelens Bron De Notarisklerk 2021/82
Titel Verknocht aan de open CV? Auteur(s) A. van Maurik Bron Estate Planner Digitaal 2021/1
Titel Generatiewonen, civiel en fiscaal nader bekeken Auteur(s) E.J. Kosters Bron Estate Planner Digitaal 2021/6 
Titel Erflater heeft zijn vermogen langdurig uitgeleend. Wie betaalt de rekening? De ervende of de onterfde kinderen? Auteur(s) G.A. Tuinstra Bron Estate Planner Digitaal 2021/10
Titel Misbruik van omstandigheden bij het doen van een schenking Auteur(s) H.J. De Jonge Bron Estate Planner Digitaal 2021/12
Titel Eigenwoningperikelen in de praktijk Auteur(s) L. Stokkel, J.M.H.L. Cantineau Bron Estate Planner Digitaal 2021/5
Titel De notaris en de legitimaris. De erfrechtelijke rol van de partijnotaris Auteur(s) B.M.E.M. Schols Bron Estate Tip 2021/9
Titel Tweetrap en opgave eigen vermogen voor legitieme? De estate planner werkt meestal liever obligatoir Auteur(s) F. Schols Bron Estate Tip 2021/19
Titel Het wel en wee van een afgestort PEB (I). Conversie is pas conversie als er conversie (op) staat Auteur(s) F.M.H. Hoens Bron EstateTip 2021/23
Titel Het wel en wee van een afgestort PEB (II). De aard van de aangekochte verzekering Auteur(s) F.M.H. Hoens Bron EstateTip 2021/27
Titel Een lichtpuntje voor de legitimaris? Alsof is quasi-legaat? Auteur(s) F.W.J.M. Schols Bron Estate Tip 2021/40
Titel Over het goed optuigen van een legaat en het nut van een considerans Auteur(s) F.W.J.M. Schols Bron EstateTip 2021/24
Titel Een korte handleiding voor een effectieve (testamentaire) voogdijregeling door de ouder Auteur(s) G.A. Tuinstra Bron Estate Tip 2021/2
Titel Hoge Raad oordeelt over splitsingsfaciliteit in de overdrachtsbelasting Auteur(s) A. Rozendal Bron FBN 2021/6
Titel Twee recente arresten inzake artikel 4 WBRV Auteur(s) A. Rozendal Bron FBN 2021/32
Titel Overlijden, gehuwde partner, de samenwonende derde en fiscaal partnerschap Auteur(s) A.C.M. de Vries Bron FBN 2021/56
Titel Als een buitenlandse charitatieve instelling erft, maar geen ANBI-staus heeft Auteur(s) A.J. Janssen Bron FBN 2021/26
Titel A.J. Janssen, 'Belastingrente weer aangezet voor de erfbelasting', FBN 2021/12 Auteur(s) A.J. Janssen
Titel Herinvesteringsreserve: laatste stand van zaken Auteur(s) C. Bruijsten Bron FBN 2021/4
Titel Natuurschoonwet: legaat leidde tot verval van landgoedstatus Auteur(s) F.A.M. Schoenmaker Bron FBN 2021/43
Titel Open CV of open FGR? Actie vereist! Een bespreking van het Wetsvoorstel aanpassing fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen en mogelijke oplossingen (deel I) Auteur(s) J. Peters, J.W. Schenk, E. Roelofs Bron FBN 2021/30
Titel Overdrachtsbelasting - verdeling tussen samenwoners Auteur(s) J.C. van Straaten Bron FBN 2021/51
Titel Wanneer is voor de overdrachtsbelasting sprake van een woning (tarief en startersvrijstelling). Een update Auteur(s) J.C. van Straaten Bron FBN 2021/36
Titel Aanhorigheden in de Wbr anno 2021: you belong to me? Auteur(s) J.W.A. Rheinfeld Bron FBN 2021/52
Titel Een startende erfpachter Auteur(s) M. Albers Bron FBN 2021/7
Titel Van een opstalrecht naar een appartementsrecht Auteur(s) M. Albers Bron FBN 2021/31
Titel Gewijzigde vrijstelling bij taakoverdracht: meer dan alleen ruimte voor woningcorporaties Auteur(s) R. van Haperen Bron FBN 2021/57
Titel Het mysterie van de zoekgeraakte ontbonden huwelijksgemeenschap opgelost Auteur(s) R.E. Brinkman Bron FBN 2021/60
Titel Over een mysterieuze verdwijning en verschijning Auteur(s) R.E. Brinkman Bron FBN 2021/19
Titel Kwijtschelding erfbelasting bij overdracht cultuurgoed en toepassing wettelijke verdeling Auteur(s) R.J. Nieuwland Bron FBN 2021/24
Titel ANBI anno 2021 Auteur(s) S.J.C. Hemels Bron FBN 2021/35
Titel De aansprakelijkheden van de notaris onder de Wet differentiatie overdrachtsbelasting Auteur(s) T.F.H. Reijnen Bron FBN 2021/11
Titel De levenstestament-volmacht, altijd met toezicht(houder) Auteur(s) A.H.N. Stollenwerck Bron FTV 2021/9
Titel Recht maken wat krom is: lastiger dan het de notaris soms lijkt Auteur(s) B.C.M. Waaijer Bron FTV 2021/12
Titel De Wet differentiatie overdrachtsbelasting Auteur(s) C. van Pelt Bron FTV 2021/23
Titel De voorhuwelijkse woning van een van de echtgenoten Auteur(s) H.J. de Jonge Bron FTV 2021/24
Titel Rechten en verplichtingen van erfrechtelijke functionarissen Auteur(s) J.W.A. Biemans Bron FTV 2021/12
Titel Enkele voetangels en klemmen bij de benoeming en ontslag van bestuurders van een stichting Auteur(s) T.F.H. Reijnen, J.M. Hekkema Bron FTV 2021/6
Titel Volmacht / Levenstestament/ Bewind / Curatele Auteur(s) T.J. Mellema-Kranenburg Bron FTV 2021/12
Titel Art. 1:88 lid 5 BW en de coöperatie Auteur(s) A. Folmer Bron JBN 2021/54
Titel Wie zwijgt, stemt toe? Auteur(s) A. Folmer Bron JBN 2021/10 
Titel De gebruiksovereenkomst in het appartementsrecht Auteur(s) A.C.W. Luijk-van Veldhuizen, C.N. Siewers Bron JBN 2021/4
Titel Het eenheidsbeginsel bij erfrechtelijke verkrijgingen en giften nader beschouwd Auteur(s) B.E. Reinhartz Bron JBN 2021/9
Titel Huwelijk, huwelijkse voorwaarden en volmacht Auteur(s) B.O. Kapma Bron JBN 2021/2
Titel Lichthinder door de winteropenstelling van een nabijgelegen tennispark; ‘buiten’ wonen en non-conformiteit Auteur(s) G.J.C. Lekkerkerker Bron JBN 2021/34
Titel Welk bedrag moet worden vergoed aan iemand die zijn erfpachtrecht, opstalrecht of daaruit afgeleid appartementsrecht verliest wegens canon- of retributieachterstand? Auteur(s) J.C. van Straaten Bron JBN 2021/1
Titel Welk bedrag moet worden vergoed aan iemand die zijn erfpachtrecht, opstalrecht of daaruit afgeleid appartementsrecht verliest wegens canon- of retributieachterstand? Auteur(s) J.C. van Straaten Bron JBN 2021/1
Titel De (kandidaat-)notaris, de rechtszekerheid en de minderjarige Auteur(s) J.H.M. ter Haar, I. Visser Bron JBN 2021/3
Titel Misbruik van omstandigheden bij het doen van een schenking Auteur(s) J.I. Driessen-Kleijn Bron JBN 2021/2
Titel Consultatiedocument Wet pensioenverdeling bij scheiding 2021 Auteur(s) J.M.J. Holtermans Bron JBN 2019/4
Titel Notariële fouten en de twintigjarige verjaringstermijn (art. 3:310 lid 2 BW) Auteur(s) L.C. Dufour Bron JBN 2021/15
Titel Van wie is de koopprijs op de kwaliteitsrekening? Auteur(s) L.M. de Hoog Bron JBN 2021/11
Titel Toepassing Novitaris-arrest in het vennootschapsrecht? Auteur(s) M. Zandbergen Bron JBN 2021/16
Titel De via turboliquidatie verdwenen BV die nog bestaat: een contradictio in terminis Auteur(s) S. Renssen Bron JBN 2021/21
Titel De zaak E.E. van het Europese Hof van Justitie - een leerzame casus voor de Nederlandse notaris Auteur(s) S.H. Heijning, B.F.P. Lhoëst Bron JBN 2021/5
Titel Parkmanagement en bungalowpark: de coöperatie en het uittreedverbod Auteur(s) T.F.H. Reijnen, J.M. Hekkema Bron JBN 2021/42
Titel Is een bewindvoerder verplicht een beroep te doen op de legitieme portie van de rechthebbende? Auteur(s) T.J. Mellema-Kranenburg Bron JBN 2021/3
Titel Conceptwetsvoorstel 'Opkoopbescherming en verruiming mogelijkheden tijdelijke verhuur' vraagt de aandacht Auteur(s) W.G. Huijgen Bron JBN 2021/20
Titel Over tweetrapsbepalingen en het doen van afstand door de bezwaarde Auteur(s) B.A. de Kroon Bron KWEP 2021/2
Titel Natuurschoonwet op onderdelen aangescherpt per 2021 Auteur(s) R.J. Nieuwland Bron KWEP 2021/3
Titel De wet op de lijkbezorging, wie kent hem (niet)? Auteur(s) F.M.H. Hoens Bron PE Notariaat 2021/48
Titel K. Everaars, dissertatie 'Wijziging van beperkte rechten', 2021
Titel Erven van een ondernemer in (post)coronatijd Auteur(s) L.A.G.M. van der Geld Bron Tijdschrift Erfrecht 2021/5
Titel Strafrechtelijk niet veroordeeld, maar erfrechtelijk wel beboet? Auteur(s) M. de Vries Bron Tijdschrift Erfrecht 2021/1
Titel De UBO in het openbare trustregister Auteur(s) M. Tydeman-Yousef, P.A. Anthoni Bron VEP 2021/69
Titel C-labelverplichting voor kantoren Auteur(s) F. van Westrhenen Bron VGFC 2021/9
Titel Fiscale ontwikkelingen op het gebied van vastgoed & duurzaamheid Auteur(s) J. van Dijk Bron VGFC 2021/35
Titel Van thuiswerkplek aan de keukentafel naar een Tiny office in de achtertuin Auteur(s) K.A. Gans Bron VGFC 2021/24
Titel De wetgever, de open CV en het familiefonds; 'donquichotterie'? Auteur(s) N.M. Ligthart Bron Vp-bulletin 2021/26
Titel De netwerkvrijstelling in de overdrachtsbelasting: net(jes) geregeld? Auteur(s) J.R.M. Kindt, R.J. van der Zwam Bron WFR 2021/43
Titel Beperking overlijdensdividend door Wet excessief lenen Auteur(s) M. Abdelmalek, A. Liefbroer Bron WFR 2021/4
Titel Knelpunten bij de samenloop van de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap en het technisch aanmerkelijk belang Auteur(s) P. de Boer, R.E.F.M. van der Vloet Bron WFR 2021/163
Titel Beschikken over een aandeel in een gemeenschappelijk goed Auteur(s) A. Cavallé Medina Bron WPNR 2021/7336
Titel Instaprechten met betrekking tot zakelijke rechten Auteur(s) A.D.Y. van der Geest, B. Hoops Bron WPNR 2021/7345
Titel Terug naar het begrip 'besluit' zoals het is bedoeld Auteur(s) A.F. Verdam Bron WPNR 2021/7322
Titel Reactie op 'Terug naar het begrip ‘besluit’ zoals het is bedoeld' van prof. mr. A. F. Verdam en Naschrift Auteur(s) A.J.M. Klein Wassink Bron WPNR 2021/7333
Titel Conceptwetsvoorstel dubbele achternaam Auteur(s) A.J.M. Nuytinck Bron WPNR 2021/7318
Titel Veranderen voorwaarden voor wijziging vermelding geslacht in geboorteakte Auteur(s) A.J.M. Nuytinck Bron WPNR 2021/7339
Titel Tussen de diagnose- en prognoseplicht van de franchisegever Auteur(s) A.W. Dolphijn Bron WPNR 2021/7341
Titel De discrepantie tussen de faillissementspauliana en de onherroepelijke volmacht van art. 2:192 lid 5 BW Auteur(s) B. Pruyn Bron WPNR 2021/7325
Titel Goederenrechtelijke perikelen bij de aanleg van warmtenetten Auteur(s) B. van der Wal, A.J.V. Tierolff Bron WPNR 2021/7344
Titel Dient de notaris tijdens een tuchtrechtprocedure inzicht te tonen in de laakbaarheid van zijn gedrag? Auteur(s) B.C.M. Waaijer Bron WPNR 2021/7325
Titel Modernisering NV recht en vergroting diversiteit bestuur en RvC Auteur(s) C. de Groot, J. Nijland, H. Koster Bron WPNR 2021/7320
Titel Reactie op 'De verduurzaming van VvE's: Hoe kunnen wij de Tragedy of the Anticommons vermijden?'' van B. Hoops Auteur(s) C.N. Siewers, M.C.E. van der Vleuten Bron WPNR 2021/7313
Titel Beheer en beschikken in het appartementsrecht Auteur(s) C.N. Siewers Bron WPNR 2021/7351
Titel Inhoudsanalyse van testeer(on)mogelijkheden van onder curatele gestelde personen wegens hun lichamelijke of geestelijke toestand Auteur(s) E. van Wijk-Verhagen Bron WPNR 2021/7340
Titel Proefschrift; drie stellingen. De aansprakelijkheid op grond van een 403-verklaring Auteur(s) E.A. van Dooren Bron WPNR 2021/7341
Titel Wetsvoorstel Drijvende opstallen: een juridisch fundament voor bouwen op water, Deel I: Onroerende Drijvende opstallen Auteur(s) H.D. Ploeger, P.J. van der Plank Bron WPNR 2021/7319
Titel Reactie en Naschrift 'Dient de notaris tijdens een tuchtrechtprocedure inzicht te tonen in de laakbaarheid van zijn gedrag? Auteur(s) H.F.M. Hofhuis, B.C.M. Waaijer Bron WPNR 2021/7332
Titel De uitzonderingen van artikel 4:60 BW Auteur(s) H.J. de Jonge Bron WPNR 2021/7331
Titel Artikel 9 WBR. Wat is de verhouding tussen 'zakelijk' en 'de waarde in het economische verkeer' en wat is de rol van de notaris? Auteur(s) H.K. Nijkamp Bron WPNR 2021/7330
Titel Over de waardering en herziening van erfpachtrechten en de heffing van de overdrachtsbelasting Auteur(s) H.K. Nijkamp Bron WPNR 2021/7323
Titel Over de waardering en herziening van erfpachtrechten en de heffing van de overdrachtsbelasting Auteur(s) H.K. Nijkamp Bron WPNR 2021/7323
Titel Wijziging en verlenging van erfpachtrechten in de overdrachtsbelasting Auteur(s) H.K. Nijkamp Bron WPNR 2021/7314
Titel De hypotheekhouder als veilingkoper: enkele aandachtspunten voor de veilingpraktijk Auteur(s) I. Visser Bron WPNR 2021/7320
Titel Beschouwingen over bewind dat bij uiterste wil is ingesteld in het belang van een ander dan de rechthebbende' Auteur(s) J.B. Vegter Bron WPNR 2021/7350
Titel Beschouwingen over het bewind in een gemeenschappelijk belang (in het bijzonder het afwikkelingsbewind) Auteur(s) J.B. Vegter Bron WPNR 2021/7344
Titel Erfgenamen, aanvaarding en aansprakelijkheid tijdens beheer en vereffening. Mede in het licht van de positie van de schuldeisers van de nalatenschap Auteur(s) J.B. Vegter Bron WPNR 2021/7317
Titel Over de voorwaardelijke making, mede in verband met andere aandachtspunten rond de wettelijke verdeling Auteur(s) J.B. Vegter Bron WPNR 2021/7335
Titel HR 9 oktober 2020: de juridische beoordeling bij verjaring herbeoordeeld Auteur(s) J.C.J. Wouters Bron WPNR 2021/7321
Titel De risicoverdeling tussen partijen bij de koop van een woning Auteur(s) J.J. Dammingh Bron WPNR 2021/7348
Titel Reactie op 'Terug naar het begrip ‘besluit’ zoals het is bedoeld' van prof. mr. A. F. Verdam en Naschrift Auteur(s) J.M. de Jongh, L. Timmerman Bron WPNR 2021/7328
Titel Non-conformiteit bij koop: het speelveld tussen garantie en exoneratie, de ouderdomsclausule bijvoorbeeld (I) Auteur(s) J.M. van Dunné Bron WPNR 2021/7322
Titel Non-conformiteit bij koop: het speelveld tussen garantie en exoneratie, de ouderdomsclausule bijvoorbeeld (II, slot) Auteur(s) J.M. van Dunné Bron WPNR 2021/7323
Titel Duurzaam goederenrecht: moeten drijvende zonneparken te boek worden gesteld? Auteur(s) J.W.A. Biemans, J. Veenhof Bron WPNR 2021/7319 
Titel Proefschrift; drie stellingen: Wijziging van beperkte rechten Auteur(s) K. Everaars Bron WPNR 2021/7352
Titel Centavos zaak Auteur(s) L.C.A. Verstappen Bron WPNR 2021/7330
Titel Verhoogde schenkvrijstelling eigen woning werkt verstorend in de huidige markt: tijd voor afscheid? Auteur(s) L.E. Welkers, R.D. de Jong Bron WPNR 2021/7337
Titel De vormgeving van een overdracht onder ontbindende voorwaarde van een registergoed Auteur(s) L.M. de Hoog Bron WPNR 2021/7347
Titel Winstbewijzen, een civielrechtelijk overzicht, Deel 3. Goederenrechtelijke regelingen met betrekking tot winstbewijzen Auteur(s) L.W. Kelterman, F.A. Baggerman Bron WPNR 2021/7336
Titel Wijzigingen beschermingsbewind: wetsvoorstel adviesrecht gemeenten bij schuldenbewind aangenomen Auteur(s) M. Eding Bron WPNR 2021/7310
Titel Speelbal of spelbepaler? De positie van de gerechtigde tot een privégedeelte bij parkmanagement Auteur(s) M. Snel Bron WPNR 2021/7352
Titel Spanningsveld in de zorgverzekering: het onoverdraagbaarheidsbeding en de belangen van derden Auteur(s) M.E. Jannink Bron WPNR 2021/7327
Titel Actualiteiten bedrijfsopvolgingsfaciliteiten Deel 1: de ondernemingseis Auteur(s) M.J. Hoogeveen Bron WPNR 2021/7339
Titel Actualiteiten bedrijfsopvolgingsfaciliteiten Deel 2: de bezitseis Auteur(s) M.J. Hoogeveen Bron WPNR 2021/7341
Titel M.J. Hoogeveen, 'Actualiteiten bedrijfsopvolgingsfaciliteiten Deel 3: de voortzettingseis', WPNR 2021(7344)
Titel Proefschrift; drie stellingen: De niet-uitvoerende bestuurder in een one tier board Auteur(s) N. Kreileman Bron WPNR 2021/7317
Titel Executeur of bewindvoerder? Zelfs de goede Homerus slaapt wel eens Auteur(s) P.C. van Es Bron WPNR 2021/7352
Titel Reactie op 'Over de quasi wettelijke verdeling en andere verzorgingsmakingen ten behoeve van de langstlevende echtgenoot Auteur(s) P.C. van Es Bron WPNR 2021/7312
Titel Vruchtgebruik en negatieve rente Auteur(s) P.C. van Es Bron WPNR 2021/7327
Titel De hanteerbaarheid van de faillissementspauliana Auteur(s) R.M. Wibier Bron WPNR 2021/7317
Titel Indirecte vastgoedtransacties; wel of niet kadastraal registreren? Auteur(s) R.R. van der Kooi Bron WPNR 2021/7346
Titel De juridische kwalificatie van verdienstelijking in de gebouwde omgeving Auteur(s) S. van Gulijk Bron WPNR 2021/7326
Titel Proefschrift; drie stellingen. Aanvullend Verrijkingsrecht Auteur(s) T. van der Linden Bron WPNR 2021/7314
Titel Juridische aandachtspunten bij servitization, in het bijzonder ten aanzien van IT Auteur(s) T.F.E. Tjong Tjin Tai Bron WPNR 2021/7326
Titel Zaaksvervanging en vermogensallocatie in het huwelijksvermogensrecht. Een heikele kwestie Auteur(s) T.H. Sikkema Bron WPNR 2021/7351
Titel Themanummer 'Grensoverschrijdende mobiliteit rechtspersonen Bron WPNR 2021/7309
Titel Het centraal aandeelhoudersregister 'revisited' Auteur(s) W. Bosse Bron WPNR 2021/7322
Titel Het verbod van stapeling van zakelijke rechten revisited Auteur(s) W.G. Huijgen Bron WPNR 2021/7324
Titel De afkoelingsperiode in de WHOA Auteur(s) M.R. Schreurs Bron MvV 2021/5.2
Titel Nieuwe spelregels landjepik: voormalig eigenaar niet langer met lege handen? Auteur(s) A.C.L. Carpaij Bron TBR 2021/57
Titel Van shoppen in Parijs, naar shoppen voor de laagste prijs Auteur(s) A.H.J.M. van Hoof Bron EB 2021/11
Titel Schulden en de beperkte gemeenschap van goederen Auteur(s) A.N. Labohm, A.H.N. Stollenwerck Bron EB 2021/77
Titel Asser/Perrick 4 2021/622
Titel Asser/Perrick 4 2021/655.
Titel B. Wessels, Insolventierecht: Schuldsaneringsregeling natuurlijke personen 2021, Deventer: Wolters Kluwer 2021/9027-9172
Titel B. Wessels, 'Insolventierecht: Schuldsaneringsregeling natuurlijke personen 2021', Deventer: Wolters Kluwer 2021/9363a-9433
Titel Pseudo-reprise bij finaal als/of-verrekenbeding? Auteur(s) B.E. Reinhartz Bron JPF 2021/42
Titel Is een niet-incasseerbare vordering non-conform in de zin van art. 7:17 BW? Auteur(s) D.E. Burgers Bron Bb 2021/88
Titel Verzwaring van een erfdienstbaarheid Auteur(s) E.F. Verheul Bron NTBR 2021/11
Titel Kan van de curator worden verlangd dat hij, wanneer hij toestemming verkrijgt tot overdracht van een levensverzekering, nagaat of de schuldenaar die toestemming onder een juiste voorstelling van zaken geeft? Auteur(s) E.S. Ebels Bron Bb 2021/73
Titel De verwerping van een erfenis in het insolventierecht Auteur(s) F. Dorn Bron TvI 2021/4
Titel Actio pauliana en juridische fusie en splitsing Auteur(s) H. Koster Bron Bb 2021/76
Titel Misbruik van omstandigheden in het erfrecht Auteur(s) H.J. de Jonge Bron Ars Aequi 2021/1039
Titel Notaris mocht koopsom aan koper terugbetalen na vernietiging koopovereenkomst Auteur(s) H.W. Heyman Bron JOR 2021/228
Titel Een vernieuwde wet voor het verbieden van rechtspersonen Auteur(s) J. van der Hoeven Bron Ars Aequi 2021/1123
Titel De boedelbijdrage Auteur(s) J. Wind Bron Tijdschrift voor Curatoren 2021/1
Titel Aangepast Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet 1928 Auteur(s) J.D.M. de Rooij Bron LTB 2021/2
Titel De levensverzekering in faillissement; quod licet Jovi not licet bovi Auteur(s) J.F.H.M. Bartels Bron VAST 2021 / P-015
Titel De variabele vergoeding van artikel 1:87 BW. Zinvolle naamgeving Auteur(s) J.H. Lieber Bron FJR 2021/19
Titel Het schriftelijkheidsvereiste van art. 7:2 lid 1 BW Auteur(s) J.J. Dammingh Bron VGR 2021/2
Titel Enkele beschouwingen met betrekking tot de termijnstelling door de curator ex art. 58 lid 1 Fw Auteur(s) J.L. van den Heuvel Bron FIP 2021/7
Titel De ‘monddoodclausule’ in de agro-praktijk: aandachtspunten en valkuilen Auteur(s) J.W.A. Rheinfeld Bron LTB 2021/17
Titel Verzwaring erfdienstbaarheid, mede als gevolg van een 'vergroting' van het heersend erf Auteur(s) K. Everaars Bron TvZ 2021/1-2
Titel Wijziging van beperkte rechten Auteur(s) K. Everaars Bron Ars Aequi 2021/11
Titel Het civielrechtelijke bestuursverbod van 2016 tot en met 2020 Auteur(s) L. Carrière-Verlinden, D.K. Baas Bron Ondernemingsrecht 2021/48
Titel De geheimhoudingsplicht van de notaris Auteur(s) L.H. Rammeloo Bron Tijdschrift Tuchtrecht 2021/16
Titel Wijziging Rangschikkingsbesluit Natuurschoonwet Auteur(s) L.N. Dral, N. de Poel Bron Vp-bulletin 2021/3
Titel Fiscale haken en ogen bij het schenken van kunst Auteur(s) M. Reinink Bron Arts en auto 2021, nr 9
Titel De bevoordelingsbedoeling bij een schenking of gift: wanneer is daar sprake van? Auteur(s) M.G. Hees Bron EB 2021/32
Titel Cryptovermogen: een virtuele realiteit in de fiscaliteit (deel 1) Auteur(s) M.M.J. Schuurman-van Nifterik, C.J.M. van de Luijtgaarden-Braat Bron EPX 2021/9
Titel Tekst en commentaar Burgerlijk Wetboek, Boek 4, art. 4:57-4:62 BW' Auteur(s) T.J. Mellema-Kranenburg Bron Wolters Kluwer 2021
Titel Een fundamenteel beginsel van insolventierecht Auteur(s) N.E.D. Faber, N.S.G.J. Vermunt Bron TvI 2021/26
Titel De plattelandswoning: actualiteiten Auteur(s) P.J.G. Goumans Bron LTB 2021/10
Titel De betekenis van de meerwaardeclausule bij agrarische bedrijfsopvolging Auteur(s) T.J. Mellema-Kranenburg Bron TvAR 2021/7-8
Titel De feitelijke situatie bij objectieve uitleg van registergoedakten Auteur(s) V. Tweehuysen Bron NTBR 2021/8
Titel De faillissementspauliana als risicoaansprakelijkheid Auteur(s) W.H.B.K. Nieuwesteeg, P.J. Peters Bron FIP 2021/4
Titel Actualiteiten in de renewables-praktijk Auteur(s) M.M.G.B. van Drunen, J.C. van Moergastel Bron WPNR 2020/7307
Titel Rapport Legitieme portie, een eerstelijns - en nader voort te zetten - veldonderzoek naar de wenselijkheid van de legitieme portie in het hedendaagse erfrecht (december 2020) Auteur(s) Centrum voor Notarieel Recht
Titel Zaaksvervanging bij gezamenlijke verkrijging door echtgenoten Auteur(s) T.H. Sikkema Bron FTV 2020/28
Titel De verhouding tussen BV-statuten en een aandeelhoudersovereenkomst Auteur(s) P.M.J.H. ten Broecke Bron PE Notariaat 2020/38
Titel Het dwangakkoord buiten surseance en faillissement (diss.) Auteur(s) A.M. Mennens Bron 2020
Titel De Mandatory Disclosure Rules: notarissen opgelet! Auteur(s) J.H.G. Visser Bron JBN 2020/42
Titel De niet-uitvoerende bestuurder in een one tier board Auteur(s) N. Kreileman Bron Wolters Kluwer 2020
Titel Erfrecht in de onderwereld (deel V): de onwaardige echtgenoot in het huwelijksvermogensrecht Auteur(s) L.A.G.M. van der Geld Bron Tijdschrift Erfrecht 2020/6
Titel Ontslag van de executeur om gewichtige redenen. Een onderbelicht instrument Auteur(s) R. van Dijken Bron Tijdschrift Erfrecht 2020/6
Titel Franchising na 1 januari 2021: Titel 16, Boek 7 BW geïntroduceerd Auteur(s) T.S. Jansen, A. Spaargaren Bron TOP 2020/6
Titel Het wetsvoorstel Wet differentiatie overdrachtsbelasting en de notariële praktijk Auteur(s) M.M. van der Wal, D.W. Wumkes Bron VGFC 2020/19
Titel De Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid: de ondernemingsrechtelijke bepalingen Auteur(s) P.J. van der Korst Bron FTV 2020/10
Titel De ondernemingsrechtelijke aspecten van de Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid Auteur(s) M.A.M. van Steensel Bron JBN 2020/21
Titel Rangorde van schulden der nalatenschap bij vereffening van nalatenschappen Auteur(s) J.W.A. Biemans Bron Tijdschrift Erfrecht 2020/5
Titel Afkoop van een erfrechtelijke niet-opeisbare vordering: tot welk bedrag? Auteur(s) L.E. Welkers, R.D. de Jong Bron FBN 2020/23
Titel Het teletestament: testeren op afstand onder de Tijdelijke wet COVID-19 Auteur(s) J.W.A. Biemans, W.D. Kolkman Bron Tijdschrift Erfrecht 2020/4
Titel De elektronische handtekening in het ondernemingsrecht Auteur(s) M. van Kampen Bron TOP 2020/4
Titel Rangwisseling door middel van een kwalitatieve verplichting Auteur(s) A.J. Verdaas Bron WPNR 2020/7276
Titel Enkele fiscale aspecten van vruchtgebruik van privévermogen Auteur(s) K.M.L.L. van de Ven Bron Tijdschrift Erfrecht 2020/3
Titel Gelijk oversteken (I). De notary letter in transacties Auteur(s) D.J.S. Meijeren, P.H.N. Quist Bron TOP 2020/3
Titel Gelijk oversteken (II). De notary letter in transacties Auteur(s) D.J.S. Meijeren, P.H.N. Quist Bron TOP 2020/5
Titel WHOA-Priority Rule en WHOA-initiatiefrechten: Gaten in schuldeiserbescherming bij reorganisaties Auteur(s) W.J. Bartstra, R.J. de Weijs, A.L. Jonkers Bron TvI 2020/15
Titel Ondernemingskamer en geschillen over de erfenis (deel I) Auteur(s) G.T.J. Hoff Bron AdvoTip 2020/12
Titel ANBI - Goed doen steeds beter Auteur(s) J.E. van Oostenbrugge Bron Estate Planner Digitaal 2020/6
Titel De 180-dagenregeling en de verrekening van schenk- en erfbelasting Auteur(s) K.M.L.L. van de Ven Bron Estate Planner Digitaal 2020/10
Titel Alimentatie: de stand van zaken Auteur(s) L. Stokkel Bron Estate Planner Digitaal 2020/4
Titel De fictie van art. 12 SW 1956: alleen een fictieve erfrechtelijke verkrijging of ook een fictieve schenking? Auteur(s) M.M.J. Schuurman- van Nifterik Bron Estate Planner Digitaal 2020/5
Titel (Vergoedings)vorderingen tussen samenwoners Auteur(s) P.J.T. van Gompel Bron Estate Planner Digitaal 2020/7
Titel Boon/Van Loon en rechtsverwerking Auteur(s) F.M.H. Hoens Bron EstateTip 2020-32
Titel Scheiding van tafel en bed (II). Een oude verzoening, hoe bewijs je dat? Auteur(s) F.M.H. Hoens Bron EstateTip 2020/20
Titel Verzoening na scheiding tafel en bed, hoe doe je dat? Auteur(s) F.M.H. Hoens Bron EstateTip 2020/9
Titel Is 'alsof' 'alsof' of een beetje 'alsof'? Auteur(s) F.W.J.M. Schols Bron EstateTip 2020/37
Titel Noodverbanden in coronatijd. Schenken 'ter zake des doods' buiten aanwezigheid van de notaris? Auteur(s) G.A. Tuinstra Bron EstateTip 2020/11
Titel Enkele perikelen rondom de toerekeningsbepaling in art. 4 WBRV Auteur(s) A. Rozendal Bron FBN 2020/63
Titel Hoge Raad oordeelt over toepassing verlaagd overdrachtsbelastingtarief bij transformatiegebouw Auteur(s) A. Rozendal Bron FBN 2020/3
Titel Verhuurde woningen in de Successiewet 1956 Auteur(s) A.J. Janssen Bron FBN 2020/16
Titel De 'opvolgende verdeling' vervolgd en gevolgd Auteur(s) B.M.E.M. Schols Bron FBN 2020/54
Titel Mogelijke aanpassing box 3: wat betekent dit voor de notariële praktijk? Auteur(s) C.J.M. van den Bedem, J. Kroonenburg Bron FBN 2020/10
Titel WOZ-beschikking en erfgenamen Auteur(s) J. Batterink Bron FBN 2020/31
Titel Beperkte rechten op onroerende zaken - overdrachtsbelasting - omzetbelasting (deel 1) Auteur(s) J.C. van Straaten, P. Berkhuizen Bron FBN 2020/11
Titel Beperkte rechten op onroerende zaken - overdrachtsbelasting - omzetbelasting (deel 2) Auteur(s) J.C. van Straaten, P. Berkhuizen Bron FBN 2020/15
Titel Differentiatie in het tarief van de overdrachtsbelasting: niet doen! Auteur(s) J.P.M. Stubbé Bron FBN 2020/46
Titel De verhoogde schenkvrijstelling voor de eigen woning: vóóraf belehren, niet spenderen Auteur(s) L.E. Welkers, R.D. de Jong Bron FBN 2020,/49
Titel De verhoogde schenkvrijstelling voor de eigen woning: vóóraf belehren, niet spenderen Auteur(s) L.E. Welkers, R.D. de Jong Bron FBN 2020/49
Titel De reikwijdte van de netwerkvrijstelling voor de overdrachtsbelasting Auteur(s) P.J. van der Plank, M.D.C. Gomes Vale Viga Bron FBN 2020/30
Titel Wijziging Natuurschoonwet aanstaande: let met name op het overgangsrecht! Auteur(s) R.J. Nieuwland Bron FBN 2020/53
Titel Bij twijfel tussen 2 of 6% heeft depot bij de notaris geen enkele zin Auteur(s) T.F.H. Reijnen Bron FBN 2020/21
Titel Boerenplaatsje-clausules in zwaar weer? Auteur(s) W.R. Kooiman Bron FBN 2020/27
Titel De Tijdelijke wet COVID-19 Justitie en Veiligheid: de notariële akte - over telepasseren en quasi-comparanten Auteur(s) A.H.N. Stollenwerck, P. Blokland Bron FTV 2020/11
Titel Art. 21 lid 5 SW: wat is de hoogte van de overbedelingsschuld bij het overlijden van de langstlevende echtgenoot? Auteur(s) F.A.M. Schoenmaker Bron FTV 2020/6
Titel Rechtspersonen- en vennootschapsrecht Auteur(s) N. Zaman Bron FTV 2020/38
Titel Heeft het Radar(+)-testament de toekomst? Auteur(s) R.E. Brinkman Bron FTV 2020/9
Titel Zaaksvervanging bij gezamenlijke verkrijging door echtgenoten Auteur(s) T.H. Sikkema Bron FTV 2020/28
Titel Het UBO-register in 2020 Auteur(s) B. Snijder-Kuipers Bron JBN 2019/28
Titel Turboliquidatie en heropening vereffening Auteur(s) B. Snijders-Kuipers Bron JBN 2020/49
Titel Voor welke rechtshandeling moet de echtgenoot precies toestemming geven? Auteur(s) B.E. Reinhartz Bron JBN 2020/47
Titel Wanneer kunnen partijen onderhands aanvullende afspraken maken en wanneer mag dat alleen in huwelijkse voorwaarden? Auteur(s) B.E. Reinhartz Bron JBN 2020/48
Titel Is de Nederlandse notaris gebonden aan de bevoegdheidsregels van de Europese Erfrechtverordening bij de afgifte van een nationale verklaring van erfrecht? Auteur(s) B.F.P. Lhoëst Bron JBN 2020/5
Titel Inwerkingtreding van de ‘Mobiliteitsrichtlijn’ en grensoverschrijdende omzetting Auteur(s) E.R. Roelofs, G.C. van Eck Bron JBN 2020/11
Titel De samenvoeging van parochies; de controle van de notaris bij een kerkelijke fusie Auteur(s) G.J.C. Lekkerkerker, J.W. van Ee Bron JBN 2020/18
Titel Heeft een verkrijging uit een nalatenschap invloed op een bijstandsuitkering van de verkrijger? Auteur(s) J.I. Driessen-Kleijn Bron JBN 2020/32
Titel De notaris en de AVG: werkt dat in de praktijk? Auteur(s) L. Woolschot, M.P.M. Hennekens Bron JBN 2020/50
Titel Reageren op een aansprakelijkstelling: hoe verhouden de eisen die de tuchtrechter aan de notaris stelt zich tot de bepalingen in beroepsaansprakelijkheidsverzekeringen? Auteur(s) L.C. Dufour Bron JBN 2020/26
Titel Passeren ten behoeve van een beleggende kandidaat-notaris; twee aspecten van onpartijdigheid Auteur(s) P.C. van Es Bron JBN 2020/17
Titel Man/vrouw-firma en periodiek verrekenbeding Auteur(s) T.J. Mellema-Kranenburg Bron JBN 2020/52
Titel Conservatoir beslag voor een niet-opeisbare erfrechtelijke vordering Auteur(s) W. Breemhaar Bron JBN 2020/48
Titel Zin en onzin over de betekenis van kadastrale grenzen Auteur(s) W. Louwman Bron JBN 2020/28
Titel Een nieuwe loot aan het afstammingsrecht: het wetsvoorstel Kind, draagmoederschap en afstamming Auteur(s) W.D. Kolkman Bron JBN 2020/10
Titel Een (ver)koop: 'As is, where is Auteur(s) W.G. Huijgen Bron JBN 2020/46
Titel Bedrijfsopvolging bij leven: de schenking van ab-aandelen in een OZR die een materiële onderneming drijft Auteur(s) C.M. Roes Bron KWEP 2020/11
Titel A.E. de Leeuw, dissertatie: 'Scheiding van zeggenschap en belang in de familiesfeer’, 2020
Titel Het besluit van de rechtspersoon (dissertatie) Auteur(s) K.A.M. van Vught Bron Wolters Kluwer 2020
Titel De niet-uitvoerende bestuurder in een one tier board (dissertatie) Auteur(s) N. Kreileman Bron 2020
Titel dissertatie: De bij dode opgerichte stichting Auteur(s) T.F.H. Reijnen Bron Wolters Kluwer (2020)
Titel Uiteenlopende jurisprudentie over gedwongen toerekening van verjaarde schulden Auteur(s) E.J. Moll Bron TE 2020/3
Titel Het enig erfgenaamschap en het tweetrapslegaat: vermenging? Auteur(s) G.G.B. Boelens Bron Tijdschrift Erfrecht 2020/2
Titel De nieuwe Richtlijnen Vereffening nalatenschappen en Handleiding erfrechtprocedures kantonrechter: verzoeken tot aanwijzing ex artikel 4:210 lid 1 BW niet (meer) mogelijk Auteur(s) J. Th.M. Diks, N. Lavrijssen Bron Tijdschrift Erfrecht 2020/3
Titel De kwetsbare legitimaris, de langstlevende partner en de kantonrechter Auteur(s) J.H.M. ter Haar, G.A. Tuinstra Bron Tijdschrift Erfrecht 2020/5
Titel Is de verwerping van een nalatenschap een gift? Auteur(s) W.D. Kolkman Bron Tijdschrift Erfrecht 2020/3
Titel Alle seinen op rood voor een gedifferentieerd overdrachtsbelastingtarief Auteur(s) A. Rozendal Bron WFR 2020/183
Titel De nationale aspecten van de voorgestelde Wet excessief lenen van de eigen vennootschap Auteur(s) J.P. Boer, E.J.W. Heithuis Bron WFR 2020/170
Titel Bewijsrechtelijke aspecten van (doorwerking van) dwaling in het belastingrech Auteur(s) M.M. de Reus Bron WFR 2020/100
Titel Zonnepanelen en btw, een duurzame oplossing Auteur(s) N.P. Arzini, J.R.M. Kindt Bron WFR 2020/91
Titel Bescherming tegen onbekende hypotheken na herverkaveling Auteur(s) L.M. de Hoog Bron WPNR 2020/7292
Titel De impact van het UBO-register op de praktijk Auteur(s) A.B.D. Kootstra Bron WPNR 2020/7293
Titel Rechts(on)zekerheid en de informele vereniging Auteur(s) A. Cavallé Medina Bron WPNR 2020/7298
Titel Wet toetreding zorgaanbieders en het Uitvoeringsbesluit Wtza: aanscherping van eisen Auteur(s) A.G.H. Klaassen Bron WPNR 2020/7299
Titel Concept-wetsvoorstel Wet kind, draagmoederschap en afstamming en concept-wetsvoorstel Wet deelgezag Auteur(s) A.J.M. Nuytinck Bron WPNR 2020/7290
Titel De verduurzaming van VvE's: Hoe kunnen wij de Tragedy of the Anticommons vermijden? Auteur(s) B. Hoops Bron WPNR 2020/7297
Titel (Nieuwe) verplichtingen voor stichtingen (I) Auteur(s) B. Snijder-Kuipers, S.G. Veenstra Bron WPNR 2020/7281
Titel (Nieuwe) verplichtingen voor stichtingen (II, slot) Auteur(s) B. Snijder-Kuipers, S.G. Veenstra Bron WPNR 2020/7282
Titel Moedige notarissen in de ure des gevaars Auteur(s) B.C.M. Waaijer Bron WPNR 2020/7286
Titel Twee voor de prijs van één. Testament en een andere rechtshandeling in één akte: kan dat? Auteur(s) B.C.M. Waaijer Bron WPNR 2020/7282
Titel Toepassing van de Heusdense vordering in de lagere rechtspraak: a bumpy ride Auteur(s) B.T. Verdam Bron WPNR 2020/7278
Titel De positie van de zekerheidsgerechtigde bij eigendomsverlies door bevrijdende verjaring Auteur(s) D.F.H. Stein Bron WPNR 2020/7288
Titel Reactie op 'Kan een nalatenschap failliet verklaard worden? van R. van Dijken Auteur(s) E.A. de Jong Bron WPNR 2020/7283
Titel De rangorde van de kosten van vereffening van een nalatenschap, met inbegrip van het loon van de vereffenaar wordt bepaald in Boek 3 BW Auteur(s) E.A. de Jong Bron WPNR 2020/7295
Titel Uitkeringenregister voor de rechtspersoon met uitkeringsverbod Auteur(s) E.C. Timmer Bron WPNR 2020/7304
Titel Zijn kerkorgels roerend of onroerend? Auteur(s) E.R. Helder Bron WPNR 2020/7265
Titel Kanttekeningen bij het Modelreglement 2017 Auteur(s) F.J. Vonck Bron WPNR 2020/7297
Titel Vaststellingsovereenkomst bij niet-uitgevoerd verrekenbeding en het belang van een rekenkundige exercitie Auteur(s) G.A. Tuinstra Bron WPNR 2020/7299
Titel Actualiteiten met betrekking tot de splitsingsvrijstelling in de overdrachtsbelasting Auteur(s) G.C. van der Burgt Bron WPNR 2020/7278
Titel Redelijkheid en billijkheid, misbruik van omstandigheden en verboden beschikkingen Auteur(s) H.J. de Jonge Bron WPNR 2020/7279
Titel H.M. Kolster, R.F.H. Mertens en J.A.J. Peter, 'Het Modelreglement bij splitsing in appartementsrechten 2017: een toelichting', WPNR 2020(7297)
Titel Ontwikkelingen in het overeenkomstenrecht (IV) Auteur(s) J. Hijma Bron WPNR 2020/7302
Titel Digitale oprichting van kapitaalvennootschappen en de rol van de notaris Auteur(s) J. van der Weele Bron WPNR 2020/7266
Titel De notaris in het nieuwe onteigeningsrecht Auteur(s) J.A.M.A. Sluysmans Bron WPNR 2020/7301
Titel De ik oma beschikking, art. 10 Successiewet 1956 en HR 22 november 2019 Auteur(s) J.B. Vegter Bron WPNR 2020/7276
Titel Over de quasi wettelijke verdeling en andere verzorgingsmakingen ten behoeve van de langstlevende echtgenoot Auteur(s) J.B. Vegter Bron WPNR 2020/7307
Titel Over de wenselijkheid van het gesloten stelsel van uiterste wilsbeschikkingen Auteur(s) J.B. Vegter Bron WPNR 2020/7280
Titel De personenvennootschap en de Hoge Raad. Begripsvorming en rechtsvorming Auteur(s) J.M. Blanco Fernández Bron WPNR 2020/7294
Titel Reactie op 'Kan een nalatenschap failliet verklaard worden?' van R. van Dijken Auteur(s) J.M. van Anken Bron WPNR 2020/7300
Titel Grensoverschrijdende insolvente nalatenschappen in het licht van de Erfrecht- en Insolventieverordening Auteur(s) J.W.A. Biemans, M.R. Schreurs Bron WPNR 2020/7294
Titel Proefschrift - Drie stellingen, 'Het besluit van de rechtspersoon' Auteur(s) K.A.M. van Vught Bron WPNR 2020/7288
Titel Het UBO-register voor trusts en soortgelijke juridische constructies (I) Auteur(s) K.R. Filesia, D.F.M.M. Zaman Bron WPNR 2020/7295
Titel Het UBO-register voor trusts en soortgelijke juridische constructies (II, slot) Auteur(s) K.R. Filesia, D.F.M.M. Zaman Bron WPNR 2020/7296
Titel Conversie en certificaten van aandelen Auteur(s) L.W. Kelterman Bron WPNR 2020/7294
Titel Onwaardigheid: hoe voordelig is het zijn van executeur en bewindvoerder? Auteur(s) M. de Vries Bron WPNR 2020/7294
Titel Ook de notariële akte ontkomt niet aan modernisering Auteur(s) M. Hillen-Muns Bron WPNR 2020/7289
Titel Ook de notariële akte ontkomt niet aan modernisering Auteur(s) M.I.W.E. Hillen-Muns Bron WPNR 2020/7289
Titel Sociale ondernemingen in Nederland: is het BV-recht nog flexibel genoeg? Auteur(s) M.J. van Uchelen-Schipper Bron WPNR 2020/7298
Titel Coronacrisis als onvoorziene omstandigheid in het overeekomstenrecht Auteur(s) M.V.R. Snel Bron WPNR 2020/7300
Titel Over het opstellen van achterstellingsovereenkomsten Auteur(s) N.B. Pannevis Bron WPNR 2020/7299
Titel Dwaling in de Successiewet (I) Auteur(s) N.C.G. Gubbels Bron WPNR 2020/7282
Titel Dwaling in de Successiewet (II) Auteur(s) N.C.G. Gubbels Bron WPNR 2020/7283
Titel Vijf jaar Erfrechtverordening: IPR-erfrecht in de rechtspraak Auteur(s) P. Vlas, M. Zilinsky Bron WPNR 2020/7291
Titel Covid-19 en het notariaat:‘Heden verscheen - met gebruikmaking van audiovisuele communicatiemiddelen - voor mij ...' Auteur(s) P.C. van Es Bron WPNR 2020/7285
Titel De jaarlijkse opgave van art. 3:205 lid 4 BW bij vruchtgebruik en bij een fideïcommis de residuo Auteur(s) P.C. van Es Bron WPNR 2020/7269
Titel Cybersecurity en de online oprichting van een BV Auteur(s) P.T.J. Wolters, T. Salemink Bron WPNR 2020/7286
Titel Kan een nalatenschap failliet verklaard worden? Auteur(s) R. van Dijken Bron WPNR 2020/7266
Titel Fideicommis en erf- en inkomstenbelasting: wie betaalt de rekening? Auteur(s) R.E. Brinkman, J.M. van Anken Bron WPNR 2020/7298
Titel Opschieten of even wachten; voorgestelde wijziging tarieven overdrachtsbelasting Auteur(s) R.N.G. van der Paardt Bron WPNR 2020/7303
Titel Derdenwerking in het ipr huwelijksvermogensrecht - een noodzakelijk voorstel tot aanpassing van art. 10:45 BW Auteur(s) S.H. Heijning Bron WPNR 2020/7292
Titel Het duistere overnamerecht uit art. 1:96 lid 3 BW Auteur(s) T.F.H. Reijnen Bron WPNR 2020/7269
Titel Notaris, wat doe je nou? Een beschouwing over de notariële aansprakelijkheid bij de uitkering van de derdengeldenrekening Auteur(s) T.F.H. Reijnen Bron WPNR 2020/7305
Titel Waar passeert de notaris de akte? Auteur(s) T.F.H. Reijnen Bron WPNR 2020/7290
Titel Themanummer Publiekrechtelijke aspecten van onroerende zaken Bron WPNR 2020/7301
Titel Themanummer Appartementsrecht in beweging Bron WPNR 2020/7297
Titel Internationaalprivaatrechtelijke aspecten van art. 2:192 lid 5 BW Auteur(s) W.J.M. Jansen Bron WPNR 2020/7287
Titel K. Bol, 'Onbekend maakt onbemind: de procedure ex art. 96 Rv', Tijdschrift Huurrecht in de Praktijk 2020/11
Titel Goederenrecht/Zekerheidsrechten, paragraaf 350 Auteur(s) A.I.M. van Mierlo, K.J. Krzeminski
Titel B. Wessels, 'Insolventierecht: Bestuur en beheer na faillietverklaring (Wessels Insolventierecht nr. IV)', Deventer: Wolters Kluwer 2020/4342-4257
Titel B. Wessels, Insolventierecht: Bestuur en beheer na faillietverklaring (Wessels Insolventierecht nr. IV), Deventer: Wolters Kluwer 2020/4446-4489
Titel De ouderdoms- en niet-zelfbewoningsclausule in de rechtspraktijk Auteur(s) F.J. de Vries Bron NTBR 2020/23
Titel Een handzaam overzicht over de regeling van wettelijke rente en handelsrente Auteur(s) H. Boom, S. Zaccà Bron Bedrijfsjuridische berichten 2020/109
Titel Schriftelijk bewijs Auteur(s) J.G. Gräler Bron 2020
Titel Overeenkomst, overlijden en vereffening van nalatenschappen Auteur(s) J.W.A. Biemans Bron TvI 2020/41
Titel Geruisloos of ‘geruisvol’: fiscale aspecten van de inbreng van een eenmanszaak in een B.V.- structuur Auteur(s) K. Jansen, J.E.M. van de Vlasakker Bron De notarisklerk mei/juni 2020
Titel Zonnepanelen en btw Auteur(s) M.A. Bonthuis-Broekman, P.F.J. van Velthoven Bron BR 2020/45
Titel De mantelzorgwoning en de eigen woning Auteur(s) M.J. Hoogeveen, E.C. Voordendag Bron Het Register, augustus 2020
Titel De Kunstregeling in de erfbelasting Auteur(s) P.J. van Gelderen Bron Vp-Bulletin 2020/1
Titel Administratief gedoe met de Wwft en de AVG Auteur(s) R. Steenbergen Bron Tijdschrift voor Financieel Recht 2020/3
Titel Aandelen in de BV in het vermogensrecht Auteur(s) S. Perrick Bron Serie Van der Heijden Instituut, Deel 167, Deventer: Kluwer 2020
Titel De werking van het vernieuwde artikel 61 Fw Auteur(s) S.A.H.J. Warringa Bron TvCU 2020/4
Titel Zonnepanelen en zonneparken plaatsen bij bedrijven: enkele fiscale aspecten' Auteur(s) T.M. Berkhout, R.N.G. van der Paardt Bron BouwRecht 2020/46
Titel De verplichting tot betaling van boedelschulden en de verschuldigdheid van rente in geval van een boedelfaillissement Auteur(s) T.T. van Zanten Bron TvI 2020/29
Titel Het lot van de overeenkomst bij insolventie Auteur(s) T.T. van Zanten Bron TvI 2020/49
Titel Huwelijken in internationaal perspectief vanaf 29 januari 2019 Auteur(s) T.C. Hoogwout Bron VFP 2018/94
Titel (Ongelijke) inbreng in gemeenschappelijke woning bij samenwoners Auteur(s) H.J. de Jonge Bron JBN 2019/48
Titel Vastgoed in een fonds voor gemene rekening: (on)terechte cumulatie van overdrachtsbelasting en schenkbelasting Auteur(s) M.J. Nagel Bron Vp-bulletin 2019/13
Titel Zonnepanelen, vastgoed en btw Auteur(s) P.F. Zijlstra Bron VGFC 2019/42
Titel Incorporation by reference in joint venture-verhoudingen Auteur(s) P.H.N. Quist Bron TvO 2019/258
Titel (On)zin van een draagplichtovereenkomst Auteur(s) E. Hoepelman Bron VFP 2019/72
Titel Delegatie van bestuursbevoegdheden Auteur(s) K.H.M. de Roo Bron WPNR 2019/7243
Titel Testeren onder vier ogen Auteur(s) N.V.C.E. Bauduin Bron Tijdschrift Erfrecht 2019/5
Titel "Volstorting" van aandelen bij fusie en splitsing Auteur(s) C.R. Nagtegaal Bron Ondernemingsrecht 2019/17
Titel Verliesverdamping anno 2019 Auteur(s) H. Vermeulen Bron VGFC 2019/2
Titel Klager, u bent te laat?! Auteur(s) A.Z. Lankhaar Bron Nieuwsbrief Bedrijfsjuridische Berichten 14 maart 2019
Titel Verschoningsrecht geldt ook voor Mandatory Disclosure Auteur(s) C. Bruijsten Bron FBN 2019/12
Titel Artikel 4:36 BW en werkzaamheden verricht voor een bv Auteur(s) M.R. Beuker Bron Tijdschrift Erfrecht 2019/3
Titel Het notarisbegrip in art. 4:109 lid 2 BW Auteur(s) N.V.C.E. Bauduin Bron Tijdschrift Erfrecht 2019/3
Titel Het bestuur van de beursvennootschap. Enige beschouwingen over bestuur, toezicht en governance Auteur(s) S.H.M.A. Dumoulin Bron Ondernemingsrecht 2019/78
Titel De WHOA en de fiscaliteit Auteur(s) A.J. Tekstra Bron FIP 2019/6
Titel De Modelakte Opstalrecht Zonnestroomsysteem (dakproject) Auteur(s) D.W. Aertsen Bron WPNR 2019/7222
Titel Eigendomssituatie WKO-systeem na einde tijdelijk opstalrecht Auteur(s) M.E.A. van Loenhoud Bron WPNR 2019/7221
Titel Een nietigverklaring van een testament tijdens leven; jawel het kan! Rechtbank Zeeland-West-Brabant 3 juli 2019 Auteur(s) N.V.C.E. Bauduin Bron AdvoTip 2019/13
Titel Ontwikkelingen na het Novitaris-arrest Auteur(s) A.H. van Huffelen Bron De Notarisklerk 2019/ 95
Titel Parate executie en executoriale titel, de schuldeiser met twee petten Auteur(s) J. Bossers-Cnossen Bron De Notarisklerk mei/juni 2019, nr 1558
Titel Het energielabel in ontwikkeling en wat dit betekent voor de praktijk Auteur(s) R.J.W. van Remmen, T.H.A. Eijsink Bron De Notarisklerk juli/augustus 2019
Titel De omstandigheden van artikel 4 lid 1 AWR Auteur(s) K.M.L.L. van de Ven Bron Estate Planner Digitaal 2019/4
Titel Eigenwoningperikelen: besluit of draagplichtovereenkomst? Auteur(s) L. Stokkel Bron Estate Planner Digitaal 2019/5
Titel Uitgesteld loon. Vereenzelvigen of niet? Auteur(s) W. Burgerhart Bron EstateTip 2019/9
Titel Actuele rechtspraak inzake de splitsingsfaciliteit in de overdrachtsbelasting Auteur(s) A. Rozendal Bron FBN 2019/58
Titel Renteaftrek bij een lening voor de eigen woning afgesloten bij ouders Auteur(s) A.C.M. de Vries Bron FBN 2019/62
Titel Het laatste jubelnieuws Auteur(s) B.M.E.M. Schols Bron FBN 2019/11
Titel Wat is sterftewinst voor de toepassing van art. 13a SW Auteur(s) C.G. Dijkstra Bron FBN 2019/24
Titel Voorwaartse verliesverrekening per 2019 beperkt tot zes jaar Auteur(s) H. Vermeulen Bron FBN 2019/26
Titel Btw en overdrachtsbelasting bij zonneprojecten op andermans vastgoed: geen eigen huis, wel een plek onder de zon Auteur(s) J. Ariës en E. Sparidis Bron FBN 2019/57
Titel Vermogensanonimisering, op het kruispunt van fiscale en civiele wetgeving. Waarom, wat en hoe? Auteur(s) J.J.C. Peters Bron FBN 2019/5
Titel Bezitsperiode BOF van (meer dan) aanmerkelijk belang! Auteur(s) J.M. Bom, M.A.W.M. Wesselink Bron FBN 2019/39
Titel Voortzettingsperiode BOF (ook) van (meer dan) aanmerkelijk belang! Auteur(s) M.A.W.M. Wesselink, J.M. Bom Bron FBN 2019/44
Titel Over (schijnbaar) onwrikbare afspraken en flexibele tussenwanden Auteur(s) M.D.C. Gomes Vale Viga Bron FBN 2019/63
Titel Voor de overdrachtsbelasting is het geheel tenminste gelijk aan de som der delen Auteur(s) M.D.C. Gomes Vale Viga Bron FBN 2019/25
Titel Preferente aandelen en bedrijfsopvolgingsfaciliteiten: de stand van zaken Auteur(s) M.J. Hoogeveen Bron FBN 2019/56
Titel Wanneer onroerend voor de overdrachtsbelasting en wanneer voor de omzetbelasting? Auteur(s) P. Berkhuizen, J.C. van Straaten Bron FBN 2019/19
Titel Afgezonderd particulier vermogen (APV) en de toerekening na het overlijden Auteur(s) T.C. Hoogwout Bron FBN 2019/52
Titel Uitbreiding van de verhaalsmogelijkheden van belastingen op begunstigden en erfgenamen Auteur(s) T.F.H. Reijnen Bron FBN 2019/4
Titel De (voor)huwelijkse man-vrouwfirma en de wettelijke beperkte gemeenschap van goederen Auteur(s) A.N. Labohm, A.H.N. Stollenwerck Bron FTV 2019/3
Titel Let bij een ODV ook op de erfbelasting Auteur(s) F.A.M. Schoenmaker Bron FTV 2019/18
Titel De vereffening van nalatenschappen in ontwikkeling Auteur(s) J.W.A. Biemans Bron FTV 2019/21
Titel Wanneer zijn certificaten uitgegeven door een STAK goederenrechtelijk onoverdraagbaar? Auteur(s) J.W.A. Biemans Bron FTV 2019/26
Titel Overdracht van certificaten: cessie of contractsoverneming? Auteur(s) M.A.M. van Steensel Bron FTV 2019/35
Titel Roma locuta: de Hoge Raad geeft uitsluitsel over uitsluitingsclausule, consumptie en reprise Auteur(s) P. Blokland Bron FTV 2019/27
Titel De stichting in het zoeklicht Auteur(s) P.A. Anthoni Bron FTV 2019/29
Titel De bezitseis voor de bedrijfsopvolgingsregeling Auteur(s) T.C. Hoogwout Bron FTV 2019/33
Titel Het fideicommis en de fiscale gevolgen bij afstand (ineens of in gedeelten): enkele aandachtspunten voor de dagelijkse (notariële) praktijk Auteur(s) W. Burgerhart, R.E. Brinkman Bron FTV 2019/36
Titel Belang eigenaar dienend erf niet relevant Auteur(s) A.J.H. Pleysier Bron JBN 2019/20
Titel Grensoverschrijdende nalatenschappen: Nietige rechtskeuzes leveren kostbare procedures op... Auteur(s) B.F.P. Lhoëst Bron JBN 2019/45
Titel Gelden in depot op de derdengeldenrekening van de ambtsvoorganger Auteur(s) G.J.C. Lekkerkerker Bron JBN 2019/47
Titel (Ongelijke) inbreng in gemeenschappelijke woning bij samenwoners Auteur(s) H.J. de Jonge Bron JBN 2019/48
Titel Notaris en nevenbetrekking Auteur(s) J.J.H. Hermeling Bron JBN 2019/46
Titel Heropening vereffening van een vennootschap Auteur(s) L.E. Rietvelt Bron JBN 2019/38
Titel De draagplicht van de echtgenoten voor gemeenschapsschulden na ontbinding van de huwelijksgemeenschap Auteur(s) M. Michels Bron JBN 2019/32
Titel Grenzen aan de prorogatie in het samenlevingscontract Auteur(s) P. Blokland Bron JBN 2019/27
Titel Een mooie stap vooruit: het fideicommis en de kadastrale registratie Auteur(s) R.E. Brinkman Bron JBN 2019/23
Titel Geen decertificering op verzoek van de enig certificaathouder Auteur(s) S.B. Garcia Nelen Bron JBN 2019/14
Titel Belanghebbende bij een stichting Auteur(s) W. Bosse Bron JBN 2019/6
Titel Samenwoners: heeft de vrouw recht op vergoeding van door haar gefinancierde verbouwing van de woning van de man? Auteur(s) W.G. Huijgen Bron JBN 2019/41
Titel Praktijkupdate bedrijfsopvolgingsregeling SW 1956 (zomer 2019) Auteur(s) J.C.L. Zuiderwijk Bron KWEP 2019/18
Titel Nieuw Erfrecht in België, het overgangsrecht en de bijbehorende fiscale aanpassingen Auteur(s) K.M.L.L. van de Ven Bron KWEP 2019/1
Titel De erfovereenkomst in Nederland en België Auteur(s) S. Yesilkir Bron KWEP 2019/19
Titel Over overdragen en verder verhuren Auteur(s) J. Rous Bron NTFR Beschouwingen 2019/10
Titel Zonnepanelen op bedrijfsmatige gebouwen: bepaald geen koud kunstje Auteur(s) T.M. Berkhout Bron NTFR 2019/1119
Titel T. van der Linden, Aanvullend Verrijkingsrecht (diss. Leiden), Den Haag: Boom Juridisch 2019
Titel Nietigverklaring van een testament bij leven van de testateur Auteur(s) J.H.M. ter Haar Bron Tijdschrift Erfrecht 2019/5
Titel Erfrecht in de onderwereld (deel IV): de nabestaanden Auteur(s) L.A.G.M. van der Geld Bron Tijdschrift Erfrecht 2019/4
Titel Samenloop bewind en insolventie deelgenoot bij de verdeling van een gemeenschap Auteur(s) S. Perrick Bron Tijdschrift Erfrecht 2019/3
Titel De lastige verhouding tussen inkorting en vermindering Auteur(s) W.D. Kolkman, J.H.M. ter Haar Bron Tijdschrift Erfrecht 2019/1
Titel Aanvaarding, verwerping en beschermingsbewind: geen automatisme na drie maanden Auteur(s) W.D. Kolkman Bron Tijdschrift Erfrecht 2019/4
Titel Van jubelgenot tot fiscale hyperventilatie Auteur(s) B.M.E.M. Schols Bron VEP 2019/58
Titel Goed verzorgd failliet gaan. Oudedags- en nabestaandenvoorzieningen bij faillissement Auteur(s) J.J.A. Vrusch Bron VEP 2019/57
Titel Taakoverdracht: dode letter of dynamische grootheid? Auteur(s) R. van Haperen, J. Seerden Bron VGFC 2019/3
Titel De Kunstregeling in nationaal en internationaal perspectief Auteur(s) B.B.A. de Kroon Bron Vp-Bulletin 2019/5
Titel Waar staan we nu, na zes jaar verhuurderheffing? Auteur(s) H.B.A. Verhoeven Bron WFR 2019/48
Titel Directe en indirecte cumulatie van erfbelasting en inkomstenbelasting Auteur(s) I.J.F.A. van Vijfeijken Bron WFR 2019/219
Titel Een regeling voor grondgebonden lidmaatschap van een beheersvereniging Auteur(s) A.A. van Velten, M.C. Aarts Bron WPNR 2019/7227
Titel Dwingt excessief lenen bij de BV tot excessieve wetgeving Auteur(s) A.J.M. Arends Bron WPNR 2019/7249
Titel Illegale adoptie en schadevergoeding Auteur(s) A.J.M. Nuytinck Bron WPNR 2019/7232
Titel De (hard) franchiseovereenkomst en zorgplicht gekwalificeerd Auteur(s) A.W. Dolphijn Bron WPNR 2019/7226
Titel Een misverstand in de Notariswet en zijn historie Auteur(s) B. Duinkerken Bron WPNR 2019/7255
Titel Een verbeterde regeling ter verbetering van de registratie van verjaringsverkrijging Auteur(s) B. Hoops, L.C.A. Verstappen Bron WPNR 2019/7227
Titel Een verbeterde regeling van netwerken Auteur(s) B.A.M. Janssen, L.W.J. Hoppenbrouwers Bron WPNR 2019/7227
Titel De notaris als actor bij een vaststellingsovereenkomst: ambtsuitoefening zoals altijd? Auteur(s) B.C.M. Waaijer Bron WPNR 2019/7258
Titel Wettelijk niet voorgeschreven eedsaflegging: altijd mogelijk?' (Rechtsvragenrubriek) Auteur(s) B.C.M. Waaijer Bron WPNR 2019/7254
Titel The Key of Dreams, over de notariële kwaliteitsrekening Auteur(s) Chr. M. Stokkermans Bron WPNR 2019/7205
Titel Levenstestament: vertrouwen is goed, maar toezicht is beter Auteur(s) D.F.M.M. Zaman, M. van Leeuwe-ten Berge Bron WPNR 2019/7240
Titel Wijziging van een eigendomsvoorbehoud Auteur(s) E.F. Verheul Bron WPNR 2019/7262
Titel Binnen zes maanden na de huwelijkssluiting? Auteur(s) F. Ibili Bron WPNR 2019/7256
Titel Een verbeterde opzeggingsregeling voor erfpacht Auteur(s) F.J. Vonck Bron WPNR 2019/7227
Titel Fiscaalrechtelijke gevolgen van dwaling Auteur(s) I.J.F.A. van Vijfeijken, A.W. Hofman Bron WPNR 2019/7251
Titel Dwaling in het belastingrecht Auteur(s) I.J.F.A. van Vijfeijken Bron WPNR 2019/7251
Titel Verkoop van de eigen woning: art. 10 SW 1956, de waarde en de eigenwoningschenking Auteur(s) I.J.F.A. van Vijfeijken Bron WPNR 2019/7259
Titel Uitleg van uiterste wilsbeschikkingen Auteur(s) J.B. Vegter Bron WPNR 2019/7234
Titel Over afstand van recht in de Successiewet 1956 Auteur(s) J.B. Vegter Bron WPNR 2019/7257
Titel De aanvullingswet grondeigendom, landinrichting en het notariaat Auteur(s) J.W.A. Rheinfeld Bron WPNR 2019/7263
Titel Het eigenwoningverleden: een (on)oplosbaar probleem? Auteur(s) L. Stokkel Bron WPNR 2019/7254
Titel Een verbeterde regeling van mandeligheid Auteur(s) L.C.A. Verstappen Bron WPNR 2019/7227
Titel Wettelijk pandrecht bij certificering zonder vergaderrecht: ongewenst, niet onmogelijk! Auteur(s) L.W. Kelterman Bron WPNR 2019/7261
Titel Winstbewijzen, een civielrechtelijk overzicht, Deel 2. Statutaire basis en uitgifte Auteur(s) L.W. Kelterman, F.A. Baggerman Bron WPNR 2019/7257
Titel Een financieel steuntje in de rug Auteur(s) M. Tydeman-Yousef, C.A.W. Zandvoort-Gerritsen Bron WPNR 2019/7233
Titel Kent het Nederlands burgerlijk recht aandeelloze en/of gezamendehandse eigendom Auteur(s) M.J.A. van Mourik Bron WPNR 2019/7237
Titel Informatieverschaffing bij turboliquidatie: meer transparantie graag Auteur(s) M.Y. Nethe Bron WPNR 2019/7252
Titel De verhouding tussen het privaatrecht en het fiscaalrecht in de Successiewet Auteur(s) N.C.G. Gubbels Bron WPNR 2019/7253
Titel De tweetrapsmaking moet in het centraal testamentenregister ingeschreven kunnen worden Auteur(s) P. Blokland Bron WPNR 2019/7255
Titel Erfrechtelijke moeilijkheden op het gebied van het internationaal privaatrecht Auteur(s) P. Vlas Bron WPNR 2019/7222
Titel Countdown. Een cursus aftellen voor juristen Auteur(s) P.H.N. Quist Bron WPNR 2019/7239
Titel Instrumenteel gebruik van het recht van erfpacht in het kader van circulair bouwen Auteur(s) P.J. van der Plank, D. de Jong Bron WPNR 2019/7224
Titel Welke rechter is bevoegd kennis te nemen van het verzoek tot machtiging om een internationale nalatenschap te verwerpen namens een minderjarige erfgenaam? Auteur(s) S.H. Heijning Bron WPNR 2019/7253
Titel De notaris mag geen nietig beding in een akte opnemen!/? Auteur(s) T.F.H. Reijnen Bron WPNR 2019/7263
Titel Rechtsdwaling in de notariële praktijk Auteur(s) T.J. Bos Bron WPNR 2019/7251
Titel Het beëindigen van fideicommissaire rechtsverhoudingen, civiel en fiscaal (II, slot) Auteur(s) W. Burgerhart, R.E. Brinkman Bron WPNR 2019/7239
Titel Het beëindigen van fideicommissaire rechtsverhoudingen, civiel en fiscaal (I) Auteur(s) W. Burgerhart, R.E. Brinkman Bron WPNR 2019/7238
Titel Het beëindigen van fideicommissaire rechtsverhoudingen, civiel en fiscaal (II, slot) Auteur(s) W. Burgerhart, R.E. Brinkman Bron WPNR 2019/7239
Titel Actief en passief wanpresteren van de faillissementscurator. Credit Suisse in het licht van Blaauboer/Berlips Auteur(s) W.H. van Boom Bron WPNR 2019/7232
Titel Vruchtgebruik op verhuurde zaken: grof geschut voor de financieringspraktijk of een brug te ver? Auteur(s) W.H.B.K. Nieuwesteeg Bron WPNR 2019/7258
Titel Voorkeursrecht van koop, het luistert nauw Auteur(s) A. van Huffelen Bron Vastgoedrecht 2019-1
Titel Verduurzaming in de notariële praktijk: het standaardmodel opstalakte zonnepaneleninstallatie Auteur(s) A.H.G. Wilod Versprille, M. Wever Bron Preadvies KNB 'Duurzaam wonen' 2019, p. 153
Titel Voortzettingsvereiste BOR: De ondernemer in een dwangbuis? Auteur(s) A.M.A. de Beer Bron MBB 2019/5.25
Titel Asser/Houben 7-X 2019/51-75
Titel Asser/Perrick 3-V 2019/29a
Titel Asser/Van Olffen & Rensen 2-IIa 2019/325, 272a
Titel Asser/Van Olffen & Rensen 2-IIa 2019/379-409 (paragraaf 5)
Titel Asser/Van Solinge & Nieuwe Weme 2-IIb 2019/12
Titel Civielrechtelijk bestuursverbod: procedure, gronden en gevolgen Auteur(s) B. Wessels Bron TvOB 2019/5
Titel B. Wessels, Gevolgen van faillietverklaring (2) (Wessels Insolventierecht nr. III), Deventer: Wolters Kluwer 2019/3437-3438.
Titel B. Wessels, Gevolgen van faillietverklaring (2), Deventer: Wolters Kluwer 2019, par. 3484-3489
Titel B. Wessels, Insolventierecht: Gevolgen van faillietverklaring (1), Deventer: Wolters Kluwer 2019, nr. 2111-2116
Titel Over niet-betaling in de btw Auteur(s) B.G.A. Heijnen Bron TFO 2019/162.2
Titel Het civielrechtelijk bestuursverbod: een korte beschouwing Auteur(s) C.E.J.M. Hanegraaf Bron Bb 2019/8
Titel Volstorting van aandelen bij fusie en splitsing Auteur(s) C.R. Nagtegaal Bron Ondernemingsrecht 2019/17
Titel Verifieerbare vorderingen, de stand van zaken na Credit Suisse/Jongepier q.q. Auteur(s) D.D. Nijkamp, M.C.J. Jonckers Bron MvV 2019/3
Titel Handboek Registergoederenrecht, 4.3 Het recht van vruchtgebruik; Titel 8 boek 3 BW Auteur(s) F.J. Vonck Bron 2018-2019
Titel Over fixatie en verificatie van vorderingen Auteur(s) G.A.J. Boekraad Bron TvI 2019/4
Titel De vaststellingsovereenkomst in faillissement Auteur(s) G.G. Boeve Bron TvI 2019/24
Titel De systeemfout in de Wet excessief lenen bij de eigen vennootschap Auteur(s) H.J.M. Scholman Bron TaxLive 12 maart 2019
Titel De Notariswet Auteur(s) J.C.H. Melis, B.C.M.Waaijer Bron Wolters Kluwer (2019)
Titel Lossing door de curator Auteur(s) J.L. van den Heuvel, L.J. van Eeghen Bron TvI 2019/25
Titel Insolventie en huwelijksvermogensrecht Auteur(s) M.J.W. Schollen Bron REP 2019/193
Titel Insolventie en huwelijksvermogensrecht Auteur(s) M.J.W. Schollen Bron Tijdschrift Relatierecht en Praktijk 2019/193
Titel Faillissement en beslag bij vastgoedtransacties Auteur(s) M.M.G.B. van Drunen Bron Ars Notariatus 170 (2019)
Titel Laatkomers Auteur(s) M.M.W.D. Merkx Bron MBB 2019, nr 11.39
Titel Afwijkende wijzen van executie bij pand en hypotheek Auteur(s) N.E.D. Faber, N.S.G.J. Vermunt Bron Deventer: Wolters Kluwer 2019
Titel Het gebruik van vruchtgebruik in financieringsconstructies Auteur(s) R. van Dijken Bron MvV 2019/12.2
Titel De pauliana; hard to describe, easy to recognize? Auteur(s) R.M. Wibier Bron FIP 2019/45
Titel De kwalificatie van bitcoins Auteur(s) T. de Graaf Bron NJB 2019/2
Titel Meerpartijenovereenkomst en samenhangende overeenkomsten Auteur(s) T.F.E. Tjong Tjin Tai Bron Wolters Kluwer 2019
Titel Hoe houdbaar is de handtekening in een pdf-document? Auteur(s) T.H.M. van Wechem, J.H.M. Spanjaard Bron Contracteren 2019, nr 4
Titel Stedelijke kavelruil niet in het publieke belang Auteur(s) W. Korthals Altes Bron Vastgoedrecht 2019-2
Titel IPR-huwelijksbetrekkingen en de nieuwe Europese verordeningen voor het IPR-huwelijksvermogensrecht en het IPR-partnerschapsvermogensrecht Auteur(s) B.E. Reinhartz Bron WPNR 2018/7216
Titel Enkele aspecten van veilen op grond van een niet-onherroepelijk vonnis Auteur(s) T.F.H. Reijnen Bron FTV 2018/38
Titel Een vlotte(re) boedelafwikkeling via de weg van artikel 4:191 lid 2 BW Auteur(s) H.J. de Jonge Bron JBN 2018/48
Titel Mandatory disclosure en het notariaat Auteur(s) C. Bruijsten Bron FBN 2018/34
Titel Het fideicommis en de dertigdagenclausule Auteur(s) R.E. Brinkman Bron WPNR 2018/7204
Titel Zaaksvervanging in het huwelijksvermogensrecht Auteur(s) R.E. Brinkman e.a. Bron WPNR 2018/7198
Titel AVG en WWFT met elkaar in strijd, of toch niet? Auteur(s) O.L. van Daalen, B. Snijder-Kuipers Bron TOP 2018/6
Titel Vervroegde aflossing van een erfrechtelijke overbedelingsschuld: schenking? Auteur(s) P.G.H. Albert Bron WFR 2018/121
Titel Tuchtrecht uitgelicht: Beslag Auteur(s) M. Hillen Bron Notariaat Magazine 2018/4
Titel AVG Compliance in de praktijk Auteur(s) A. Engelfriet Bron VFP 2018/41
Titel Belgisch erfrecht grondig herzien Auteur(s) W.D. Kolkman Bron Tijdschrift Erfrecht 2018/4
Titel Partners en kinderen in de Successiewet Auteur(s) J.A. Bult Bron VFP 2018/27
Titel Notariële overpeinzingen bij de WHOA Auteur(s) S.C.E.F. Moulen Janssen, G. Renssen Bron WPNR 2018/7178
Titel Erven door mensen met een verstandelijke beperking (een algemene beschouwing) Auteur(s) H.J.M. Bukkems Bron De Notarisklerk 2018/43
Titel Enige opmerkingen over het levenstestament voor Nederbelgen Auteur(s) N.V.C.E. Bauduin Bron De Notarisklerk 2018/85
Titel De Huwelijksvermogensverordening: welke staat heeft rechtsmacht bij geschillen inzake het huwelijksvermogensrecht? Auteur(s) B.F.P. Lhoëst Bron Estate Planner Digitaal 2018/1
Titel Een nieuwe fiscale pauliana? Aansprakelijkheid op en rondom het sterfbed Auteur(s) B.M.E.M. Schols Bron Estate Tip 2018/29
Titel Patchworktestamenten, een eerste verkenning (II) Auteur(s) F.W.J.M. Schols Bron Estate Tip 2018/27
Titel Patchworktestamenten, een eerste verkenning. Via strafsancties of tweetrap tegen inbreng? Auteur(s) F.W.J.M. Schols Bron Estate Tip 2018/22
Titel Veilig via het huwelijksvermogensrecht naar een safe haven? Auteur(s) F.W.J.M. Schols Bron Estate Tip 2018/18
Titel De doorkijkarresten van 30 november 2018 Auteur(s) A. Rozendal Bron FBN 2018/57
Titel Recente rechtspraak inzake de fusie- en splitsingsfaciliteit in de overdrachtsbelasting Auteur(s) A. Rozendal Bron FBN 2018/25
Titel Een bijzonder kind: het koude schoonkind en art. 25 SW Auteur(s) A.J. Janssen Bron FBN 2018/58
Titel Overdracht algemeenheid van goederen en btw Auteur(s) B.G. van Zadelhoff Bron FBN 2018/41
Titel Pensioenrechten verevenen of verrekenen, fiscaal een wereld van verschil! Auteur(s) B.H. Devilee Bron FBN 2018/30
Titel Teruggaaf overdrachtsbelasting na buitengerechtelijke vernietiging wegens dwaling Auteur(s) J.C. van Straaten Bron FBN 2018/4
Titel Teruggaaf overdrachtsbelasting na buitengerechtelijke dwaling Auteur(s) J.C. van Straaten Bron FBN 2018/4
Titel De cultuurgrondvrijstelling (verder) in beweging: van boomkwekers tot oesterzwammen Auteur(s) J.W.A. Rheinfeld Bron FBN 2018/5
Titel (Onbe)bouw(de)terreinen Auteur(s) M.D.C. Gomes Vale Viga Bron FBN 2018/49
Titel Koop-/annnemingsovereenkomsten in de btw en overdrachtsbelasting Auteur(s) M.D.C. Gomes Vale Viga Bron FBN 2018/24
Titel M.J. Hoogeveen, 'Verzoeken om toepassing van de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten: wie, wat waar en wanneer?', FBN 2018/56
Titel Handhaving van een Natuurschoonwet-rangschikking Auteur(s) R.J. Nieuwland Bron FBN 2018/20
Titel Kunst en erfbelasting Auteur(s) R.J. Nieuwland Bron FBN 2018/51
Titel Uitfasering pensioenen in eigen beheer in de notariële praktijk Auteur(s) T.C. Hoogwout Bron FBN 2018/50
Titel De notaris en de aansprakelijkheid voor de overdrachtsbelasting: veel is inmiddels helder Auteur(s) T.F.H. Reijnen Bron FBN 2018/19
Titel Wetsvoorstel inzagerecht medisch dossier van overleden patiënt Auteur(s) J.W.A. Biemans Bron FTV 2018/9
Titel Frustratie (over de) bezits- en voortzettingstermijn Auteur(s) L. Roos Bron FTV 2018/44
Titel Dwaling en schenking Auteur(s) N.C.G. Gubbels Bron FTV 2018/10
Titel De toepassing van een noviteit (art. 1:96 lid 3 BW) in het huwelijksvermogensrecht Auteur(s) R.E. Brinkman Bron FTV 2018/12
Titel Het fidei-comis en de dwingende bepalingen van titel 3.8 BW Auteur(s) R.E. Brinkman Bron FTV 2018/212
Titel Bedrijfsopvolgingsregeling voor onroerendezaakrechtspersonen in de overdrachtsbelasting Auteur(s) T.C. Hoogwout Bron FTV 2018/48
Titel Wil de echte UBO opstaan... Auteur(s) B. Snijder-Kuipers, J. van der Weele Bron JBN 2018/24
Titel Hoe werkt art. 10:45/46 BW voor in 2018 ontstane beperkte gemeenschappen? Auteur(s) B.E. Reinhartz Bron JBN 2018/51
Titel Aandelen aan toonder verder teruggedrongen Auteur(s) D.F.M.M. Zaman Bron JBN 2018/9
Titel De uitsluitingsclausule en gemeenschapsvermogen: voorkomen is beter dan genezen! Auteur(s) H.J. de Jonge Bron JBN 2018/25
Titel Geregistreerd partnerschap en het nieuwe huwelijksvermogensrecht Auteur(s) L.M. de Hoog, W.G. Huijgen Bron JBN 2018/11
Titel De in- en uitsluitingsclausule in het nieuwe huwelijksvermogensrecht Auteur(s) P. Blokland Bron KWEP 2018/2
Titel Cultuurgoederen en estate planning Auteur(s) R.J. Nieuwland Bron KWEP 2018/27
Titel De positie van de partner bij de uitfasering van pensioen in eigen beheer Auteur(s) C.A.H. Luijken Bron NTFR-B 2018/30
Titel dissertatie: Beginsel en begrip van verdeling Auteur(s) T.H. Sikkema
Titel Redelijkheid en billijkheid in het personen- en familierecht, meer in het bijzonder in het huwelijks- en echtscheidingsvermogensrecht' (Proefschrift) Auteur(s) E. Van Wijk-Verhagen Bron Den Haag 2018
Titel Een nietig huwelijk, maar (nog) geen nietig testament Auteur(s) J.H.M. ter Haar Bron Tijdschrift Erfrecht 2018/1
Titel Het fideicommis en fictieve erfbelastingrechtelijke verkrijgingen Auteur(s) R.E. Brinkman Bron Tijdschrift Erfrecht 2018/1
Titel De Oberle-zaak: een belangwekkende uitspraak van het Europese Hof van Justitie Auteur(s) S.H. Heijning Bron Tijdschrift Erfrecht 2018/5
Titel De splitsingsfaciliteit ingeperkt? Auteur(s) A.J. Versluis Bron VEP 2018/49
Titel Ontwikkelingen rondom de eigen bijdrage voor zorg Auteur(s) M.N. Bende Bron VEP 2018/52
Titel Samenovereenkomst: wat is daarvan het belang en wat kan daarin worden geregeld? Auteur(s) W. Schuurmans Bron VEP 2018/52
Titel Vermogensetikettering van vastgoed in bedrijfsopvolgingssituaties Auteur(s) A. Rozendal Bron WFR 2018/53
Titel Juridsche zusterfusie en aanmerkelijk belang: aanpassing nodig! Auteur(s) G.C. van der Burgt Bron WFR 2018/20
Titel Access to Personal Data in Public Data Registers, drie stellingen Auteur(s) A. Berlee Bron WPNR 2018/7217
Titel Statutaire inrichting van zorginstellingen en het wetsvoorstel Wet toetreding zorgaanbieders Auteur(s) A.G.H. Klaassen Bron WPNR 2018/7192
Titel Digitale overdracht van woningen Auteur(s) C.G. Breedveld-de Voogd Bron WPNR 2018/7179
Titel Testamentaire vertegenwoordiging steeds een stapje dichterbij Auteur(s) E.M.A. van Amersfoort Bron WPNR 2018/7178
Titel Erfrechtelijke ingrepen met het oog op het informele samenleven en het samengestelde gezin Auteur(s) F.W.J.M. Schols Bron WPNR 2018/7220
Titel Rechtsvraag: De (tweetraps)executeur nieuw leven ingeblazen? Doe maar een conflictbewind Auteur(s) F.W.J.M. Schols Bron WPNR 2018/7206
Titel Juridische fusie en overdrachtsbelasting: het kan eenvoudiger én beter! Auteur(s) G.C. van der Burgt Bron WPNR 2018/7207
Titel Preadviezen KNB 2018 Onderdelen II en I', Bespreking van het Preadvies van mr. A. Steneker Auteur(s) H.W. Heyman Bron WPNR 2018/7200
Titel De notaris in het verdachtenbankje Auteur(s) I. Leenders, A.C.M. Klaasse Bron WPNR 2018/7219
Titel De werking van art. 12 SW 1956 en de verrekening van schenkbelasting Auteur(s) I.J.F.A. van Vijfeijken Bron WPNR 2018/7195
Titel Digitaal Stelsel Omgevingswet Auteur(s) J. Struiksma Bron WPNR 2018/7179
Titel Het jachtrecht - een evaluatie van het jachtrecht in vermogensrechtelijk perspectief Auteur(s) J. van Mourik Bron WPNR 2018/7177
Titel Over de vormgeving van huwelijksvermogensrechtelijke finale alsof verrekenbedingen Auteur(s) J.B. Vegter Bron WPNR 2018/7208
Titel De recente wijzigingen van de NVM-koopakte (Modelkoopakte) Auteur(s) J.J. Dammingh Bron WPNR 2018/7219
Titel Normatieve uitleg' algemeen aanvaard, maar ook in ruime zin, inclusief derogerende werking en aanvulling van leemte? (I) Auteur(s) J.M. van Dunné Bron WPNR 2018/7184
Titel Normatieve uitleg' algemeen aanvaard, maar ook in ruime zin, inclusief derogerende werking en aanvulling van leemte? (II, slot) Auteur(s) J.M. van Dunné Bron WPNR 2018/7185
Titel De aandeelhouder of bestuurder krachtens levenstestament - new kid on the block of verdoolde? Auteur(s) K.A.M. van Vught Bron WPNR 2018/7210
Titel Winstbewijzen, een civielrechtelijk overzicht, Wat is een winstbewijs? Auteur(s) L.W. Kelterman, F.A. Baggerman Bron WPNR 2018/7204
Titel Afgifte van een nationale erfrechtverklaring en de EU-Erfrechtverordening Auteur(s) M. Zilinsky Bron WPNR 2018/7208
Titel Levenstestament en toestemming ex art. 1:88 BW Auteur(s) M.I.W.E. Hillen-Muns Bron WPNR 2018/7215
Titel Eigen woning en overlijden Auteur(s) M.J.J.R. van Mourik Bron WPNR 2018/7190
Titel De mantelzorgwoning vraagt om een stabiel fundament op juridisch, fiscaal en financieel terrein Auteur(s) M.N. Bende, A.C.M. de Vries Bron WPNR 2018/7201
Titel Mogelijke fiscale gevolgen van het verhaalsrecht ex art. 1:96, lid 3, BW Auteur(s) N.C.G. Gubbels Bron WPNR 2018/7194
Titel Hoe raakt een principaal gebonden aan een arbitrageovereenkomst? Auteur(s) O. Oost Bron WPNR 2018/7197
Titel Schuldvervanging in het huwelijksvermogensrecht Auteur(s) R.E. Brinkman Bron WPNR 2018/7209
Titel Zaaksvervanging in het huwelijksvermogensrecht Auteur(s) R.E. Brinkman, W. Burgerhart, G.A. Tuinstra, L.C.A. Verstappen Bron WPNR 2018/7198
Titel De zware waarneming en de overname van probleemprotocollen Auteur(s) T.A. de Boer, R.J. Holtman Bron WPNR 2018/7196
Titel De ministerieplicht van de notaris is niet onbegrensd Auteur(s) T.F.H. Reijnen Bron WPNR 2018/7181
Titel Themanummer Nieuw IPR-relatie-vermogensrecht Bron WPNR 2018/7216
Titel Beslag of faillissement aan de zijde van de koper bij vastgoedtransacties Auteur(s) V. Tweehuysen Bron WPNR 2018/7180
Titel Afstamming en gezag in de 21ste eeuw Auteur(s) P. Vlaardingerbroek Bron WPNR 2018/7220
Titel Naar een scherper cliëntenonderzoek door aanpassing Wwft aan vierde anti-witwasrichtlijn (I)' Auteur(s) W. Bosse Bron WPNR 2018/7184
Titel Naar een scherper cliëntenonderzoek door aanpassing Wwft aan vierde anti-witwasrichtlijn (II, slot) Auteur(s) W. Bosse Bron WPNR 2018/7185
Titel Ontwikkelingen in de Vormerkung Auteur(s) W.A. Ekkelkamp Bron WPNR 2018/7179
Titel W.G. Huijgen, 'Art. 7:15 BW en de nieuwe Omgevingswet', WPNR 2018(7179)
Titel Art. 7:15 BW en de nieuwe Omgevingswet Auteur(s) W.G. Huijgen Bron WPNR 2018/7179
Titel Asser/Van Schaick 7-VIII 2018 (Bijzondere overeenkomsten)
Titel Het huwelijksvermogensrecht en artikel 61 Fw aangepast en beperkt Auteur(s) B. Breederveld Bron TvI 2018/11
Titel B. Wessels, 'Insolventierecht: Faillietverklaring (Wessels Insolventierecht nr. I)', Deventer: Wolters Kluwer 2018/1302
Titel BTW toch niet weg ermee? – Artikel 42d Iw 1990 en het regresrecht van de pandhouder Auteur(s) C.J.D. Warren Bron FIP 2018/182
Titel De levering van een bouwterrein: btw of overdrachtsbelasting? Auteur(s) H.J. de Boer Bron Tijdschrift voor Agrarisch Recht 2018/12
Titel Beslag op economisch eigendom', in: S.J.W. van der Putten & M.R. van Zanten (red.), Compendium Beslag- en executierecht Auteur(s) J. van Schendel, N. Jans, M.C.S. Solms Bron Den Haag: Sdu Uitgevers 2018
Titel De prioriteitsregel in het vermogensrecht Auteur(s) L.M. de Hoog Bron 2018
Titel De ins en outs van de waarneming Auteur(s) M. Hillen Bron Notariaat magazine 2018/1
Titel De notaris en persoonsgegevens Auteur(s) M. Hillen-Muns Bron Notariaat magazine 2018/6
Titel Serie Bouw- en Aanbestedingsrecht Auteur(s) M.A.B. Chao-Duivis, M.A. van Wijngaarden Bron Paris 2018
Titel Tuchtrecht uitgelicht: beslagrecht Auteur(s) M.I.W.E. Hillen-Muns Bron Notariaat Magazine mei 2018
Titel Erfrecht Auteur(s) M.J.A. van Mourik, F.W.J.M. Schols Bron Mon. Privaatrecht 2018
Titel Compendium Levenstestament (hoofdstuk 10 'Zorgwetgeving en het levenstestament') Auteur(s) M.N. Bende Bron Sdu Uitgevers 2018
Titel Conversie en aandelen Auteur(s) P.H.N. Quist Bron Serie Van der Heijden Instituut nr 149, Deventer: Wolters Kluwer 2018
Titel Compendium Levenstestament (hoofdstuk 5 'Levensexecuteur/volmacht) Auteur(s) R.E. Brinkman, J.M. van Anken Bron Sdu Uitgevers 2018
Titel Het nieuwe huwelijksvermogensrecht en de schuldsanering Auteur(s) R.E. Brinkman Bron Wsnp Periodiek 2018/1
Titel Compendium Levenstestament (hoofdstuk 4: Het levenstestament in de praktijk) Auteur(s) S. Mos-van Gool Bron Sdu Uitgevers 2018
Titel Compendium Levenstestament (hoofdstuk 9: 'Wilsonbekwaamheid en de bank') Auteur(s) T. Denekamp Bron Sdu Uitgevers 2018
Titel De eigendom voorbij: Goederenrechtelijk puzzelen met bitcoins Auteur(s) V. Tweehuysen Bron Ars Aequi 2018/7
Titel Verslag van Congres over vereffening, gehouden op 21 november 2018: 'Meer duidelijkheid gewenst' Bron Notariaat magazine 2018/10 
Titel Heffing van overdrachtsbelasting bij een verdeling Auteur(s) W.J.M. Overtoom Bron LTB 2018/241
Titel Het begrip 'gift' in de Successiewet Auteur(s) N.C.G. Gubbels Bron WPNR 2017/7165
Titel Is er nog toekomst voor de pre-pack na FNV/Smallsteps? Auteur(s) E. Oppedijk-Van Veen Bron FTV 2017/55
Titel Tiny houses. Does size matter? Auteur(s) V. Tweehuysen Bron WPNR 2017/7157
Titel Pensioen in eigen beheer: erfrechtelijke aspecten Auteur(s) T. Denekamp, M.C.B. Bril Bron VFP 2017/60
Titel Naschrift op 'Kan een drijvende woning in appartementen worden gesplitst? Auteur(s) L.C.A. Verstappen Bron WPNR 2017/7155
Titel Reactie op 'Kan een drijvende woning in appartementen worden gesplitst? Auteur(s) S.C.J.J. Kortmann , V. Tweehuysen Bron WPNR 2017/7155
Titel NSW-faciliteit erfbelasting, testamentvormen en het finaal verrekenbeding bij overlijden Auteur(s) N.V.C.E. Bauduin Bron Tijdschrift Erfrecht 2017/6
Titel Art. 1:88 BW en het levenstestament: van planningstool tot lege huls? Auteur(s) N.V.C.E. Bauduin Bron VEP 2017/44
Titel Fiscale knelpunten rondom een NSW-B.V. Auteur(s) N. Schoenmaker Bron VEP 2017/46
Titel Pensioen in eigen beheer en een ex-partner Auteur(s) D. Dutilh Bron VFP 2017/50
Titel Aflossing van een niet-opeisbare geldvordering: welke waarde? Auteur(s) F.A.M. Schoenmaker Bron FTV 2017/23
Titel Welke gemeenschap van goederen bedoelt u eigenlijk? Over boedelmenging in het nieuwe huwelijksvermogensrecht Auteur(s) G.A. Tuinstra Bron Advotip 2017/15
Titel Samenwoners: verblijvingsbeding of testament? Auteur(s) L. Stokkel Bron Estate Planner Digitaal 2017/5
Titel De postmortale stichting; blijft onbekend ook onbemind? Bron Estate Tip 2017/40
Titel Internationaal erfrecht: past de testamentaire regeling in het buitenlandse systeem? Bron Estate Tip 2017/11
Titel IB-latentie naar evenredigheid toerekenen bij bedrijfsopvolgingsregeling Auteur(s) A.C.M. de Vries Bron FBN 2017/23
Titel De eigenwoningreserve en partners: Bezint eer ge begint! Auteur(s) B.H. Devilee Bron FBN 2017/46
Titel Nogmaals: van jubelen tot jammeren Auteur(s) B.M.E.M. Schols Bron FBN 2017/50
Titel Fiscale eenheid in de Vpb (deel I): afweging en voorwaarden Auteur(s) C. Bruijsten Bron FBN 2017/30
Titel Fiscale eenheid in de Vpb (deel II): gevolgen voor het verbreken van de fiscale eenheid Auteur(s) C. Bruijsten Bron FBN 2017/34
Titel Wetsvoorstel uitfasering pensioen in eigen beheer nu met Novelle Auteur(s) I. Leene-Hoedemaeker, J.P.M. Stubbé Bron FBN 2017/4
Titel De Wet WOZ: kapstok bij waardering van woningen Auteur(s) J. Batterink Bron FBN 2017/45
Titel Artikel 10 WBR: ook heffing van overdrachtsbelasting over vastgoed in (klein) dochtervennootschappen? Auteur(s) J.C. van Straaten Bron FBN 2017/13
Titel De woning in het buitengebied Auteur(s) J.W.A. Rheinfeld Bron FBN 2017/44
Titel Vanaf 2017 weer een ton vrijgesteld schenken voor de eigen woning Auteur(s) L.E. Welkers Bron FBN 2015/62
Titel Turboverdeling huwelijksgemeenschap en erfbelasting Auteur(s) M. de L. Monteiro Bron FBN 2017/40
Titel Nieuw btw- en overdrachtsbelastingbeleid van de staatssecretaris van Financiën (deel I) Auteur(s) M.D.C. Gomes Vale Viga Bron FBN 2017/24
Titel Nieuw btw- en overdrachtsbelastingbeleid van de staatssecretaris van Financiën (deel II) Auteur(s) M.D.C. Gomes Vale Viga Bron FBN 2017/28
Titel Huurkoop van onroerende zaken -Overdrachtsbelasting - Omzetbelasting Auteur(s) P. Berkhuizen, J.C. van Straaten Bron FBN 2017/49
Titel Over artikel 37 Wet OB 1968 en de notariele akte van levering die geen btw-factuur is Auteur(s) P. Berkhuizen, J.C. Van Straaten Bron FBN 2017/22
Titel Het UBO-register: een volgende stap richting transparante juridische structuren Auteur(s) P. Visser, R.L.P. van der Velden Bron FBN 2017/20
Titel Formele ANBI-vereisten: alert notariaat of inzet computer? Auteur(s) S.J.C. Hemels Bron FBN 2017/35
Titel De arme pensioenpartner Auteur(s) W.R. Kooiman Bron FBN 2017/5
Titel UBO-register: opsporing versus privacy Auteur(s) A.J.C. Perdaems, A.C.M. Klaasse Bron FTV 2017/32
Titel Wijziging wettelijk kader pensioen in eigen beheer, de eindstand! Auteur(s) C.A.H. Luijken Bron FTV 2017/19
Titel Wijziging wettelijk kader pensioen in eigen beheer, de schenkbelastingaspecten! Auteur(s) C.A.H. Luijken Bron FTV 2017/37
Titel Een belangrijke nieuwe samenwerking tussen artsen en notarissen over medische wilsverklaringen Auteur(s) C.G.C. Engelbertink Bron FTV 2017/52
Titel Internationale aandachtspunten uitfasering pensioen in eigen beheer Auteur(s) C.L.J.R. Douven Bron FTV 2017/9
Titel Het einde van de inkeerregeling (en naschrift) Auteur(s) D.G. Barmentlo Bron FTV 2017/51 en FTV 2017/57 (naschrift)
Titel Waarderingsperikelen in het Uitvoeringsbesluit Successiewet Auteur(s) F.A.M. Schoenmaker Bron FTV 2017/45
Titel Ab-heffing en vaststelling erfdeel, civiel en fiscaal Auteur(s) H.J.T. Vos Bron FTV 2017/10
Titel Bedrijfsopvolgingsregeling: enkele praktijkontwikkelingen' (over HR 22 april 2016 en Praktijkhandreiking vastgoed) Auteur(s) J. Ganzeveld, M.J.A.M van Gijlswijk Bron FTV 2017/31
Titel Rechtskarakter huwelijksgemeenschap (civiel en fiscaal) Auteur(s) J.C. van Straaten Bron FTV 2017/46
Titel Rechtskarakter huwelijksgemeenschap (civiel en fiscaal) Auteur(s) J.C. van Straaten Bron FTV 2017/46
Titel Aanpassingen van het APV-regime in het Belastingplan 2017 - de nieuwe toerekeningsstop geanalyseerd Auteur(s) J.P. Boer Bron FTV 2017/7
Titel UBO-registratie en vermogensstructurering Auteur(s) J.W. Schenk, A.B.D. Kootstra Bron FTV 2017/33
Titel De (gehuwde, lenende) erflater als begunstigde, verzekerde en/of verzekeringnemer van een levensverzekering Auteur(s) J.W.A. Biemans Bron FTV 2017/50
Titel Onzakelijke, ongebruikelijke en ongelijke leningen onder de terbeschikkingstellingsregeling Auteur(s) J.W.J. de Kort Bron FTV 2017/38
Titel De (on)mogelijkheden van de VBI na Prinsjesdag 2016 Auteur(s) N. de Poel-te Groen Bron FTV 2017/8 
Titel Het Successiebesluit van 18 oktober 2016: over een slingerpad naar boven, maar de top is nog niet bereikt! Auteur(s) P. Blokland Bron FTV 2017/25
Titel Code Sociale Ondernemingen: het herkenningsteken Auteur(s) P.A. Anthoni Bron FTV 2017/24
Titel Turboliquidatie van rechtspersonen Auteur(s) P.J. van der Korst, A.A. Posthumus Meyjes Bron FTV 2017/31
Titel Casus IPR en erfrecht - uitleg testamenten Auteur(s) S.H. Heijning Bron FTV 2017/29
Titel Wetgeving in een weerbarstige maatschappij Auteur(s) T.C. Hoogwout Bron FTV 2017/4
Titel Zin en onzin van afkoop van alimentatie Auteur(s) T.F.H. Reijnen Bron FTV 2017/9
Titel Het nut van de meerwaardeclausule Auteur(s) T.J. Mellema-Kranenburg Bron FTV 2017/39
Titel De defiscalisering van de turboverdeling in de inkomstenbelasting Auteur(s) V.A.C. van den Broek Bron FTV 2017/43
Titel Liquidatie van rechtspersonen: Is de rechtspersoon opgehouden te bestaan of toch niet? Auteur(s) H. Koster Bron JBN 2017/44
Titel Wettelijke vertegenwoordiging Auteur(s) I.M.H. van der Zon Bron JBN 2017/24
Titel Eindigt het recht van beklemming als de beklemhuur niet wordt betaald? Wat volgt uit het gewoonterecht? Auteur(s) J.C. van Straaten Bron JBN 2017/9
Titel Verrassende vragen over het levenstestament: de grenzen van herroeping van de volmacht Auteur(s) J.M. van Anken, R.E. Brinkman Bron JBN 2017/13
Titel Pensioen in eigen beheer: uitgefaseerd maar nog niet volledig gepasseerd (deel 1) Auteur(s) J.M.J. Holtermans Bron JBN 2017/1
Titel Pensioen in eigen beheer: uitgefaseerd maar nog niet volledig gepasseerd (deel 2) Auteur(s) J.M.J. Holtermans Bron JBN 2017/5
Titel Pensioen in eigen beheer: uitgefaseerd maar nog niet volledig gepasseerd (deel 3) Auteur(s) J.M.J. Holtermans Bron JBN 2017/10
Titel Particuliere vakantieverhuur in Amsterdam vanuit publiek- en privaatrechtelijk perspectief Auteur(s) P.J.F.M. Le Cat Bron JBN 2017/31
Titel Hoe vindt de Nederlandse notaris een buitenlands testament? Auteur(s) S.H. Heijning Bron JBN 2017/43
Titel De nieuwe wet inzake de beperking van de wettelijke gemeenschap van goederen (wetsvoorstel 33 987) Auteur(s) W.G. Huijgen Bron JBN 2017/45
Titel Vrijstelling voor schenkingen bestemd voor de eigen woning per 2017 weer € 100.000 Auteur(s) L.E. Welkers Bron KWEP 2016/3
Titel Waardestijging en art. 13a SW 1956 Auteur(s) W.R. Kooiman Bron KWEP 2017/27
Titel Het nieuwe trustarrest, Hoge Raad 10 april 2015, nr 13/04999 Auteur(s) W.R. Kooiman Bron NTFR Beschouwingen, 2017-43
Titel Dissertatie: Bestuurdersaansprakelijkheid in theorie Auteur(s) W.A. Westenbroek
Titel CAP vliegt uit de bocht met oudedagsverplichting Auteur(s) H. Hoeve, W. Burgerhart Bron VEP 2017/48
Titel Huuranaloge erfpacht- en opstalrechten en andere perikelen: als de rook om je hoofd is verdwenen! Auteur(s) H.K. Nijkamp Bron VGFC 2017/4
Titel Certificeren: geen kunst? Auteur(s) P.W. Hofman Bron VFP 2017/5
Titel Echtscheiding Deel 1 t/m 3: Lijfrenten, pensioen en partneralimentatie Auteur(s) S.G.M.J. Rebbens Bron Vp-Bulletin 2017/19, 2017/26 en 2017/31
Titel De heffingsmaatstaf in de overdrachtsbelasting bij de verkrijging van aandelen in onroerendezaakrechtspersonen Auteur(s) A. Rozendal Bron WFR 2017/102
Titel Het pensioen in eigen beheer voorbij Auteur(s) G.M.C.M. Staats Bron WFR 2017/140
Titel ANBI's en commerciële activiteiten: the neverending story Auteur(s) M.M.F.J. van Bakel, S.A.M. de Wijkerslooth-Lhoëst Bron WFR 2017/71
Titel Indirect aanmerkelijk belang en BOR Auteur(s) P.G.H. Albert Bron WFR 2017/121
Titel Hypotheek voor alle (lees:alle) vorderingen Auteur(s) A. Steneker Bron WPNR 2017/7138
Titel Privaatrechtelijke notities bij de nieuwe Omgevingswet en de daarin op te nemen ontwerp-Aanvullingswet grondeigendom Auteur(s) A.A. van Velten Bron WPNR 2017/7150
Titel Het voorwaardelijk eigendomsrecht Auteur(s) A.A.J. Smelt Bron WPNR 2017/7149
Titel Wijzigingen VBI en APV ‘De teugels voor beleggen aangetrokken Auteur(s) A.M.A. de Beer Bron WPNR 2017/7143
Titel Het ene hek is het andere niet Auteur(s) B. Hoops Bron WPNR 2017/7176
Titel Te goeder trouw, te kwader trouw of geen van beide? Auteur(s) B. Hoops Bron WPNR 2017/7174
Titel Het UBO-register Auteur(s) B. Snijder-Kuipers Bron WPNR 2017/7169
Titel De notaris en zijn eigen akte: wordt vervolgd? Auteur(s) B.C.M. Waaijer Bron WPNR 2017/7154
Titel Rechtsvraag: Hoe zit het met de ondertekening van een akte door een blinde of slechtziende? Auteur(s) B.C.M. Waaijer Bron WPNR 2017/7145
Titel Peb - Talk: Schenkingsperikelen rondom uitfasering pensioen in eigen beheer Auteur(s) C.A.W. Zandvoort-Gerritsen, J.H.J. Jansen Bron WPNR 2017/7148
Titel Rechtsvraag: Levenstestament en ongedaanmaking wettelijke verdeling en wijzigen huwelijkse voorwaarden Auteur(s) F.W.J.M. Schols Bron WPNR 2017/7156
Titel Enkele gedachten over de ontbinding van rechtspersonen Auteur(s) H. Koster Bron WPNR 2017/7162
Titel Commotie rond de Amsterdamse erfpacht Auteur(s) H.D. Ploeger, H. Bounjouh Bron WPNR 2017/7152
Titel Fictieve schenking van rente Auteur(s) H.F. van der Weerd-van Joolingen Bron WPNR 2017/7165
Titel De ouder-kindvrijstelling in de schenkbelasting Auteur(s) I.J.F.A. van Vijfeijken Bron WPNR 2017/7165
Titel Rechtsvragenrubriek: Is een legaat van een maandelijkse uitkering belast met loonbelasting? Auteur(s) I.J.F.A. van Vijfeijken Bron WPNR 2017/7164
Titel Ontwikkelingen in het familierecht: alimentatie en meerouderschap Auteur(s) J. Kok, S.F.M. Wortmann Bron WPNR 2017/7138
Titel Over voorwaardelijk werkende goederenrechtelijke huwelijksvermogensregimes en in- of uitsluitingsclausules Auteur(s) J.B. Vegter Bron WPNR 2017/7154
Titel De minderjarige en vernietiging van effectenleaseovereenkomsten Auteur(s) J.H.M. ter Haar Bron WPNR 2017/7164
Titel Toepassing van de faillissementspauliana en de actio Pauliana op de vereffening van de nalatenschap Auteur(s) J.W.A. Biemans Bron WPNR 2017/7136
Titel Kan een drijvende woning in appartementen worden gesplitst? (rechtsvragenrubriek) Auteur(s) L.C.A. Verstappen Bron WPNR 2017/7150
Titel Vruchtgebruik op onverdeelde helft woning ten behoeve van de andere mede-eigenaar (rechtsvragenrubriek) Auteur(s) L.C.A. Verstappen Bron WPNR 2017/7154
Titel Wetsvoorstel beperking gemeenschap van goederen aangenomen! Auteur(s) L.C.A. Verstappen Bron WPNR 2017/7146
Titel De beperking van de terugwerkende kracht van de gerechtelijke vaststelling van het ouderschap ten behoeve van de verdrongen erfgenamen Auteur(s) L.M. de Hoog Bron WPNR 2017/7150
Titel Het kerkgenootschap en omzetting Auteur(s) L.M.H.A.A. Hennekens Bron WPNR 2017/7164
Titel Lease en huurkoop onder de nieuwe titel 7.2b (goederenkrediet) van het Burgerlijk Wetboek Auteur(s) M. van der Weide Bron WPNR 2017/7158
Titel Fictiebesluit schenk- en erfbelasting: Something old, something new, something missing, still something to do? Auteur(s) M.M.J. Schuurman-van Nifterik Bron WPNR 2017/7161
Titel De verhuurderheffing, een overzicht Auteur(s) O. Bajovic, R.P. van den Dool Bron WPNR 2017/7142
Titel Proefschrift; twee stellingen Natrekking door onroerende zaken Auteur(s) P.J. van der Plank Bron WPNR 2017/7142
Titel De Wet verbetering functioneren verenigingen van eigenaars Auteur(s) R.F.H. Mertens Bron WPNR 2017/7167
Titel Fondsen voor gemene rekening fiscaal geduid (I) Auteur(s) S.A. Stevens Bron WPNR 2017/7139
Titel Fondsen voor gemene rekening fiscaal geduid (II) Auteur(s) S.A. Stevens Bron WPNR 2017/7140
Titel Derdenwerking in het ipr huwelijksvermogensrecht nu en straks Auteur(s) S.H. Heijning Bron WPNR 2017/7153
Titel De vergoedbare schade bij de onrechtmatige verwerking van persoonsgegevens Auteur(s) T.F. Walree Bron WPNR 2017/7172
Titel De eIDAS-verordening en de elektronische handtekening uit het BW Auteur(s) T.F.E. Tjong Tjin Tai Bron WPNR 2017/7151
Titel Het aangepaste voorstel tot beperking van alimentatie; zullen we er maar van afzien? Auteur(s) T.F.H. Reijnen Bron WPNR 2017/7172
Titel Veilen op grond van vonnis uitvoerbaar bij voorraad Auteur(s) T.F.H. Reijnen Bron WPNR 2017/7137
Titel Themanummer Tegenstrijdig belang Bron WPNR 2017/7173
Titel Rechtsvraag 'Is een legaat van een maandelijkse uitkering belast met loonbelasting? Auteur(s) I.J.F.A. van Vijfeijken Bron WPNR 2017/7164
Titel Het centraal aandeelhoudersregister Auteur(s) W. Bosse Bron WPNR 2017/7146
Titel Kennelijke (bouw)bestemming - het verschil tussen (on)bebouwd en bouwterrein Auteur(s) W. Tigchelaar, F.Y. Weeber Bron WPNR 2017/7168
Titel Handboek fiscaal insolventierecht (par 10.5) Auteur(s) A.J. Tekstra Bron Den Haag: Sdu 2017
Titel Compendium Samenwonen Auteur(s) A.R. Autar, W.M. Schrama e.a. Bron Sdu 2017
Titel Asser/Bartels & Van Velten 5 2017
Titel Asser/Bartels & Van Velten 5 2017, 293
Titel Asser/Bartels & Van Velten 5 2017/209 e.v.
Titel Asser/Bartels & Van Velten 5 2017/261 e.v.
Titel Asser/Bartels & Van Velten 5 2017/hoofdstuk 9
Titel Asser/Bartels & Van Velten 5 2017, 290-291
Titel Asser/Sieburgh 6-II 2017/334-336
Titel Artikel 35 lid 3 FW: een impliciete maar noodzakelijke schakelbepaling met een aantal knelpunten Auteur(s) E. de Kloe Bron Ars Aequi 2017/0938
Titel Is de beslaglegger of de curator een derde? Auteur(s) J.B. Spath Bron NTBR 2017/22
Titel Levensverzekering in faillissement Auteur(s) J.F.H.M. Bartels Bron TvI 2017/17
Titel De betekenis van het goederenrecht en het erfrecht voor de lijkbezorging Auteur(s) J.W.A. Biemans, M.C.W.H. van Valburch Bron NTBR 2017/12
Titel Landinrichting in de Omgevingswet Auteur(s) J.W.A. Rheinfeld, D.W. Bruil Bron Tijdschrift voor Bouwrecht 2017/3
Titel Winstbewijzen: een beschouwing van een ander soort belang Auteur(s) L. Kelterman Bron PE Tijdschrift voor bedrijfsopvolging januari 2017
Titel De Belehrungspflicht van de notaris Auteur(s) M. Hillen-Muns Bron Notariaat Magazine 2017/9
Titel Wordt de Omgevingswet civielrechtelijk een succes? Auteur(s) M. van Dalen-Distelblom Bron NJB 2017/13
Titel Wetenschap van benadeling in de zin van art. 42 Fw en de voorzienbaarheid van het faillissement van de schuldenaar Auteur(s) R.J. van der Weijden Bron MvV 2017/10
Titel Mr. C. Assers Handleiding tot de beoefening van het Nederlands Burgerlijk Recht. 4. Erfrecht en schenking Auteur(s) S. Perrick Bron Deventer: Wolters Kluwer 2017, nr. 179
Titel Legalisatie van handtekeningen Auteur(s) M. Hillen Bron Notariaat Magazine 2016/8
Titel Privaatrecht en strafrecht bij beschikken over vastgoed in weerwil van beslag Auteur(s) S.E. Bartels , V. Tweehuysen, H.W. Heyman Bron Nederlands Juristenblad 2016, afl. 33
Titel Civiel- en fiscaalrechtelijke gevolgen van gerechtelijke vaststelling van ouderschap Auteur(s) T.C. Hoogwout Bron VFP 2016/74
Titel Art. 4.12a Wet IB 2001; een ogenschijnlijk eenvoudige regeling met de nodige voetangels en klemmen Auteur(s) W. Verstijnen Bron FTV 2016/18
Titel Stapelen van beperkte rechten: een praktijkgerichte en notariële benadering Auteur(s) M.M.G.B. van Drunen Bron VGFC 2016/5
Titel Zijn wij nou getrouwd of niet? – De erkenning van buitenlandse huwelijken en echtscheidingen in Nederland (deel II) Auteur(s) I. Curry-Sumner Bron FTV 2016/34
Titel De Europese Huwelijksvermogensrechtverordening; toepasselijk recht en rechtskeuzemogelijkheden Auteur(s) B.F.P. Lhoëst Bron Estate Planner Digitaal 2016/14
Titel De erfovereenkomst in het internationale erfrecht Auteur(s) K.J. Bakker Bron EstateTip 2016/12
Titel De BOF-arresten van april 2016 Auteur(s) A. Rozendal Bron FBN 2016/24
Titel De zakelijkheidstoets van de fusiefaciliteit in de overdrachtsbelasting Auteur(s) A. Rozendal Bron FBN 2016/10
Titel Vastgoed als 'werkzaamheid' in de inkomstenbelasting Auteur(s) A. Rozendal Bron FBN 2016/28
Titel De DGA sociaal verzekerd? Auteur(s) A.H.G. Wilod Versprille Bron FBN 2016/19
Titel De overgangsregeling bij de verhoogde schenkvrijstelling; een ander voorstel Auteur(s) C.M.J.F. van Gorp Bron FBN 2016/47
Titel Wanneer is voor de toepassing van artikel 19 WBR sprake van een ontbindende voorwaarde? Auteur(s) J.C. van Straaten Bron FBN 2016/55
Titel Het tweeprocentstarief in de overdrachtsbelasting: Woning? Geen woning meer? Nog geen woning? Auteur(s) J.C. van Straaten Bron FBN 2016/65
Titel Een tweede leven voor periodieke giften Auteur(s) J.M. Bom Bron FBN 2016/59
Titel Uitfasering van het pensioen in eigen beheer Auteur(s) J.P.M. Stubbé Bron FBN 2016/67
Titel Liquidatiewaarde of overnamewaarde: de Hoge Raad spreekt Auteur(s) J.W.A. Rheinfeld Bron FBN 2016/25
Titel Verkoop woning met kwijtschelding deel van koopprijs is géén schenking van de woning Auteur(s) L.E. Welkers, J.P.M. Stubbé Bron FBN 2016/17
Titel Papieren sloopkogels en 'economische eigendom Auteur(s) M.D.C. Gomes Vale Viga Bron FBN 2016/56
Titel Transformatiepanden: overdrachtsbelasting en/of btw? Auteur(s) P. Berkhuizen, J.C. van Straaten Bron FBN 2016/18
Titel ANBI anno 2016: (periodieke) giftenaftrek onder vuur Auteur(s) S.J.C. Hemels Bron FBN 2016/4
Titel ANBI anno 2016: (periodieke) giftenaftrek onder vuur Auteur(s) S.J.C. Hemels Bron FBN 2016/4
Titel Mag de executeur verkopen, of niet? Auteur(s) B.M.E.M. Schols Bron FTV 2016/7
Titel Uitbrengen rechtskeuze blijft nodig! Auteur(s) C.H. Baas Bron FTV 2016/53
Titel Nog eens de kosten van vereffening Auteur(s) E.A. de Jong Bron FTV 2016/19
Titel Overgangsrecht bij nieuwe schenkingsvrijstelling eigen woning Auteur(s) F.A.M. Schoenmaker Bron FTV 2016/9
Titel Zijn wij nou getrouwd of niet? – De erkenning van buitenlandse huwelijken en echtscheidingen in Nederland (deel I) Auteur(s) I. Curry-Sumner Bron FTV 2016/12
Titel Aansprakelijkheid voor de kosten van de lijkbezorging Auteur(s) J.W.A. Biemans Bron FTV 2016/26
Titel Internationale estate planning en de Verordening Huwelijksvermogensstelsels 2016 Auteur(s) M.H. ten Wolde Bron FTV 2016/32
Titel Periodieke verrekening bij samenwoners Auteur(s) P. Blokland Bron FTV 2016/30
Titel Naschrift bij 'Nog eens de kosten van vereffening' van mr. E.A. de Jong Auteur(s) W.D. Kolkman Bron FTV 2016/20
Titel De wooncoöperatie Auteur(s) H. Koster Bron JBN 2016/25
Titel Het levenstestament en de toestemming van artikel 1:88 BW Auteur(s) J.G. Gräler Bron JBN 2016/52
Titel Verrassende vragen over het levenstestament: inzicht in de (uiterste) wil door inzage in het CTR en het testament Auteur(s) J.M. van Anken, R.E. Brinkman Bron JBN 2016/54
Titel De invloed van een levenstestament op de instelling van een beschermingsbewind Auteur(s) L.M. de Hoog Bron JBN 2016/23
Titel Enkele ontwikkelingen in het jaarrekeningenrecht Auteur(s) M.C. Brzezinski Bron JBN 2016/3
Titel De ‘vreemd recht’-verklaring; (ten onrechte) een vreemde eend in de notariële bijt Auteur(s) P. Blokland Bron JBN 2016/17
Titel Artikel 2:19 lid 4 BW: een maas in de wet? Auteur(s) S. Renssen Bron JBN 2016/13
Titel De internationale nalatenschap, verslag van de FBN cursus 'De internationale nalatenschap' op 11 oktober 2016 te Utrecht Auteur(s) F.M.H. Drijber Bron KWEP 2016/4
Titel Waar een klein arrest groot in kan zijn: geen ruimte voor fiscale herkwalificatie bij notariële belastingen Auteur(s) R.S. Bekker Bron NTFR-A 2016/3
Titel Aanvullende 90%-uitkeringstoets voor vermogensfondsen? Auteur(s) S.J.C. Hemels Bron NTFR 2016/384
Titel dissertatie: Natrekking door onroerende zaken Auteur(s) P.J. van der Plank Bron Wolters Kluwer 2016
Titel Wijzigingen pensioen in eigen beheer, partners let op! Auteur(s) J. Kroonenberg, M.N. Bende Bron VEP 2016/41
Titel De fiscale gevolgen van de nieuwe beperkte gemeenschap van goederen Auteur(s) T.F.H. Reijnen Bron VEP 2016/41
Titel ANBI's en commerciële activiteiten: wat mag (niet)? Auteur(s) M.M.F.J. van Bakel, S.A.M. de Wijkerslooth-Lhoëst Bron WFR 2016/77
Titel Kunst en art. 3.92 Wet IB 2001: Een ongelukkig samenspel Auteur(s) S.J.C. Hemels, H.K. Nijkamp Bron WFR 2016/18
Titel Inspiratie uit het buitenland voor het Nederlandse levenstestament Auteur(s) A. van den Broeck Bron WPNR 2016/7125
Titel Statutaire beperkingen van de overdraagbaarheid van aandelen op maat: op grond van art. 2:195 lid 4 BW en/of art. 2:192 lid 1 BW Auteur(s) A. van Meurs Bron WPNR 2016/7107
Titel Bescherming van de (minderheids)aandeelhouder tegen het opleggen van statutaire beperkingen van de overdraagbaarheid van aandelen Auteur(s) A. van Meurs Bron WPNR 2016/7122
Titel Statutaire beperkingen van de overdraagbaarheid van aandelen op maat: op grond van art. 2:195 lid 4 BW en/of art. 2:192 lid 1 BW Auteur(s) A. van Meurs Bron WPNR 2016/7107
Titel Privaatrecht Actueel: Wetsvoorstel consumentenkredietovereenkomsten, goederenkrediet (incl. huurkoop) en geldlening ingediend Auteur(s) A.A. van Velten Bron WPNR 2016/7107
Titel Fictieve verkrijgingen, de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten en de bezitseis Auteur(s) A.E. De Leeuw Bron WPNR 2016/7104
Titel Zorgverzekeraars stellen eisen aan statuten van zorgaanbieders Auteur(s) A.G.H. Klaassen Bron WPNR 2016/7106
Titel Boekbespreking: bespreking van de dissertatie van R.E. Brinkman, ‘Het fideicommis in de notariële praktijk Auteur(s) A.H.N. Stollenwerck Bron WPNR 2016/7104
Titel De welwillendheidsbeslissing: waar een wil is, is een wet? Auteur(s) B. Kemp, M.E.C. Lok Bron WPNR 2016/7127
Titel Het levenstestament 'über den Tod hinaus' Auteur(s) B. Schols Bron WPNR 2016/7129
Titel Van vennootschapsrechtelijk belang (I) en (II) "On the face of it, shareholdersvalue is the dumbest idea in the world" Auteur(s) B.F. Assink Bron WPNR 2016/7111 en 2016/7112
Titel Nieuwerwetse fratsen 2.0: over digitaal ondertekende volmachten Auteur(s) F. Baggerman, L.W. Kelterman Bron WPNR 2016/7123
Titel Anticiperen op het overgangsrecht bij de schenkingsvrijstelling eigen woning Auteur(s) F.A.M. Schoenmaker, C.G.C. Engelbertink Bron WPNR 2016/7097
Titel Reparatiehuwelijk, tussentijds verkregen goederen en boedelmenging Auteur(s) F.W.J.M. Schols Bron WPNR 2016/7131
Titel Winst(uitkeringen) bij de BV ontleed Auteur(s) H. Koster Bron WPNR 2016/7117
Titel De ik-opa-making: eindelijk duidelijkheid? Auteur(s) I.J.F.A. van Vijfeijken, J.B. Vegter Bron WPNR 2016/7126
Titel De maatstaf van heffing bij een recht van erfpacht: lang leve de goedkeuring uit 1971!’, WPNR 2016(7118) en Reactie door H.K. Nijkmap en Naschrift J. Reness Auteur(s) J. van Renes Bron WPNR 2016/7132
Titel Buitenlandse familiestichtingen en het Nederlandse uitkeringsverbod Auteur(s) J.B. Vegter Bron WPNR 2016/7103
Titel Tenietgaan van beperkte rechten door afstand of vermenging: hoe schijn kan bedriegen Auteur(s) J.C. van Straaten Bron WPNR 2016/7101
Titel De VBI; collectiviteit tot de dood ons scheidt Auteur(s) J.H.J. Jansen, C.A.W. Zandvoort-Gerritsen Bron WPNR 2016/7094
Titel Het levenstestament en zorgbeslissingen Auteur(s) J.Legemaate Bron WPNR 2016/7126
Titel Een wettelijke regeling voor het levenstestament? Auteur(s) K. Blankman Bron WPNR 2016/7123
Titel Beginselen van bestuurdersaansprakelijkheid Hoedanigheid van bestuurder doet ertoe Auteur(s) L. Timmerman Bron WPNR 2016/7105
Titel De verklaring van levenstestament Auteur(s) L.A.G.M. van der Geld Bron WPNR 2016/7131
Titel Art. 2:2 BW, het Vliegende Spaghettiemonster en de vrijheid van godsdienst en levensovertuiging Auteur(s) L.M.H.A.A. Hennekens Bron WPNR 2016/7105
Titel Wettelijke meldplicht voor raad van commissarissen van woningcorporaties Auteur(s) L.W.J. Hoppenbrouwers, K.H.C. Gorter Bron WPNR 2016/7117
Titel Fictieve verkrijgingen, de bedrijfsopvolgingsfaciliteiten en de bezitseis Auteur(s) M.J. Hoogeveen Bron WPNR 2016/7104
Titel Fiscale aspecten van financiering door en van een ab-houder (deel I) Auteur(s) N.M. Ligthart Bron WPNR 2016/7094
Titel Fiscale aspecten van financiering door en van een ab-houder (deel II, slot) Auteur(s) N.M. Ligthart Bron WPNR 2016/7098
Titel Waar blijven de beloofde SW-besluiten? Auteur(s) P. Blokland Bron WPNR 2016/7116
Titel Rechtsvragenrubriek: Oude rechtskeuzes en de Erfrechtverordening Bron WPNR 2016/7091
Titel De rol van de notaris bij levering van aandelen in een BV Auteur(s) P.P. de Vries Bron WPNR 2016/7119
Titel Het certificaat van aandeel in de BV, Enkele beschouwingen en recente ontwikkelingen na invoering van de Wet Flex-BV Auteur(s) R.A. Wolf Bron WPNR 2016/7093
Titel Erfpacht en de berekening van de maatstaf van heffing Auteur(s) R.N.G. van der Paardt Bron WPNR 2016/7113
Titel Proefschrift; drie stellingen; De turboliquidatie van de Besloten Vennootschap Bron WPNR 2016/7090
Titel Oneigenlijk gebruik van data: een verkenning van privaatrechtelijke oplossingen Auteur(s) S. van Gulijk, D.J.B. Op Heij Bron WPNR 2016/7110
Titel Het levenstestament in het Nederlandse internationaal privaatrecht Auteur(s) S.H. Heijning, M.I.W.E. Hillen-Muns Bron WPNR 2016/7128
Titel Het levenstestament en de bank Auteur(s) T. Denekamp Bron WPNR 2016/7130
Titel Aansprakelijkheid bij datalekken Auteur(s) T.F.E. Tjong Tjin Tai Bron WPNR 2016/7110
Titel Het Nederlandse UBO-register en centraal aandeelhoudersregister Auteur(s) W. Bosse Bron WPNR 2016/7117
Titel Ontwikkelingen jurisprudentie Hoge Raad ondernemingsrecht Auteur(s) W.J.M. van Veen Bron WPNR 2016/7102
Titel Een redelijke vergoeding voor de gemeenschap: een korte verkenning van artikel 1:95a BW Auteur(s) J.H. Lieber Bron FJR 2016/55
Titel Schulden in het huwelijksvermogensrecht naar huidig en komend recht Auteur(s) J.H. Lieber Bron FJR 2016/53
Titel De Aanvullingswet grondeigendom Omgevingswet: verbetering of niet? Auteur(s) J.R. Vermeulen Bron Tijdschrift voor Omgevingsrecht 2016/6
Titel De Verordening huwelijksvermogensstelsels 2016. Belangrijke wijzigingen voor de echtscheidingspraktijk Auteur(s) M.H. ten Wolde Bron EB 2016/75
Titel Verhuur voor een korte periode (short stay, Airbnb, en B&B) in het appartementsrecht Auteur(s) N.L.J.M. Rijssenbeek Bron TBR 2016/167
Titel Zaaksvervanging, Een verhandeling over de verschillende in het BW geregelde gevallen van zaaksvervanging mede in hun onderlinge samenhang Auteur(s) S. Perrick Bron 2016
Titel Belastingpakket 2016: een selectie Auteur(s) J.A.M. Klinkert-Cino Bron FBN 2015/59
Titel Uitleg van notariële akten Auteur(s) J. Biemans, W.D. Kolkman, L.C.A. Verstappen Bron Ars Notariatus deel 160
Titel Fiscaal partnerschap financiële zegen of bottleneck bij echtscheiding? Auteur(s) R.M. Kavelaars-Niekoop Bron FTV 2015/9
Titel Zomermix Auteur(s) J.P.M. Stubbé Bron FBN 2015/41
Titel De VBI en het open fonds voor gemene rekening Auteur(s) C.A. Goosen, J. Kroonenberg Bron VFP 2015/78
Titel Erfrecht in de onderwereld (deel 3) Auteur(s) J. Nobel, L.A.G.M. van der Geld Bron Tijdschrift Erfrecht 2015/5
Titel Testamenten voor mensen met een beperking, in het bijzonder een verstandelijke handicap Auteur(s) N.V.C.E. Bauduin Bron Tijdschrift Erfrecht 2015/5
Titel Erfrecht in de onderwereld (deel 2) Auteur(s) L.A.G.M. van der Geld Bron Tijdschrift Erfrecht 2015/3
Titel Art. 4.12a Wet IB 2001 'nieuwe stijl' Auteur(s) H.F. van der Weerd-van Joolingen Bron WPNR 2015/7087
Titel BOR en inkomstenbelasting Auteur(s) R.L.M.C. Jansen Bron KWEP 2015/3
Titel Erfrecht in de onderwereld (deel 1) Auteur(s) L.A.G.M. van der Geld Bron Tijdschrift Erfrecht 2015/2
Titel Continuïteit van ondernemingen en pre-pack – hoe een idee een Europese richtlijn mist Auteur(s) R.M. Beltzer Bron Tijdschrift Onderneming en Financiering 2015/1
Titel Depot bij de notaris Auteur(s) A.H. van Huffelen Bron De Notarisklerk 2015/64
Titel Voortzettingseis BOR en houdsterstructuren Auteur(s) A.M.A. de Beer Bron Estate Planner Digitaal 2015/10
Titel De Europese Erfrechtverordening en erflaters uit niet-lidstaten: hoe werkt het? Auteur(s) B.F.P. Lhoëst Bron Estate Planner Digitaal 2015/11
Titel Artikel 10 Successiewet: twijfel over de bedoeling bij de ik-opa-making Auteur(s) M.M.J. Schuurman-van Nifterik Bron Estate Planner Digitaal 2015/03
Titel Artikel 4 WBR Auteur(s) A. Rozendal Bron FBN 2015/15
Titel Fiscale aspecten van het structureren van vastgoedfondsen Auteur(s) A. Rozendal Bron FBN 2015/48
Titel Het naderende einde van de erfpachtlease Auteur(s) A. Rozendal Bron FBN 2015/61
Titel Schenking of vererving van aandelen in vastgoedvennootschappen Auteur(s) A. Rozendal Bron FBN 2015/64
Titel Dubbel duidelijk dat ook lichamen aansprakelijk kunnen worden gesteld op grond van artikel 40 IW 1990 Auteur(s) A.C.M. de Vries, T.F.H. Reijnen Bron FBN 2015/63
Titel 'Onder Jan', de insolvabiliteitsvrijstelling voor de schenkbelasting Auteur(s) A.J. Janssen Bron FBN 2015/4
Titel Artikel 10 SW: Fictie wordt werkelijkheid?! Auteur(s) B.M.E.M. Schols Bron FBN 2015/17
Titel Opa’s erfenis, fiscale last of civielrechtelijk legaat?(II) Auteur(s) B.M.E.M. Schols Bron FBN 2015/55
Titel Herontwikkeling en transformatie: woning of geen woning. That's the question Auteur(s) H.K Nijkamp Bron FBN 2015/53
Titel Erfpachtlease juridisch, economisch en fiscaal bekeken Auteur(s) H.K. Nijkamp Bron FBN 2015/43
Titel De discussie over de reikwijdte van artikel 10 SW na HR 10 oktober 2014, BNB 2014/252 Auteur(s) I.J.F.A. van Vijfeijken Bron FBN 2015/54
Titel Overdrachtsbelasting en omzetbelasting een update Auteur(s) J.C. van Straaten Bron FBN 2015/10
Titel Inbreng van een onderneming in een personenvennootschap tegen de werkelijke waarde Auteur(s) J.L. van de Streek Bron FBN 2015/16
Titel De Hoge Raad is om: faillissement van de vennootschap onder firma leidt niet automatisch meer tot faillissement van de vennoten Auteur(s) T.F.H. Reijnen Bron FBN 2015/23
Titel Pensioen in een nieuw fiscaal jasje: netto-pensioen/nettolijfrente Auteur(s) C.A.H. Luijken Bron FTV 2015/19
Titel Vergoedingsrechten en de natuurlijke verbintenis Auteur(s) E.W.J. Ebben Bron FTV 2015/3
Titel Pensioen in eigen beheer als onderdeel van een totale financiële scheidingsregeling Auteur(s) F. van den Barselaar Bron FTV 2015/34
Titel Wetgeving over erfbelastingrente roept vragen op Auteur(s) F.A.M. Schoenmaker Bron FTV 2015/5
Titel De redactie van een testament door de notaris Auteur(s) L. van der Geld Bron FTV 2015/31
Titel Persoonlijke aansprakelijkheid bij de personenvennootschappen: de meest recente ontwikkeling Auteur(s) T.F.H. Reijnen Bron FTV 2015/25
Titel Van oude economen en rechten die voorbijgaan Auteur(s) T.F.H. Reijnen Bron FTV 2015/31
Titel Themanummer: De Europese Erfrechtverordening Bron FTV 2015/39-43
Titel Enkele aspecten van het (nieuwe) huwelijks­vermogensrecht en aanmerkelijk belang – ‘Het ab privé, pas op met de IB Auteur(s) W. Burgerhart, J. Ganzeveld, H. Hoeve Bron FTV 2015/45
Titel Helderheid over kosten van vereffening Auteur(s) W.D. Kolkman Bron FTV 2015/55
Titel Fictie van voorbehoud genot reikt steeds verder Auteur(s) W.R. Kooiman Bron FTV 2015/13
Titel Curator vernietigt huwelijkse voorwaarden op grond van de faillissementspaulian Auteur(s) J.W.A. Biemans Bron JBN 2015/7
Titel Een nieuw KNB-model levenstestament Auteur(s) L.M. de Hoog Bron JBN 2015/27
Titel Wijziging van stichtingsstatuten als de statuten daartoe niet de mogelijkheid openen Auteur(s) P.H.N. Quist Bron JBN 2015/51
Titel De minderjarige in het erfrecht en de bijzondere curator, als bedoeld in artikel 1:250 BW Auteur(s) W. Breemhaar Bron JBN 2015/40
Titel Geen periodieke gift omdat deze afhankelijk was van twee levens? Auteur(s) M.E. Kastelein Bron NTFRA 2015/10b
Titel Erfbelasting: Navorderen over buitenlands vermogen Auteur(s) P.G.M. Janssen Bron NTFR A 2015-5
Titel I.M.B. Balvert en L. Benders, Erfpachtconversie bij splitsing in appartementsrechten, Vastgoed Fiscaal & Civiel 2015/12
Titel Hoofdelijke aansprakelijkheid of borgtocht van de ouders voor de lening van hun kind: maakt het iets uit? Auteur(s) T.F.H. Reijnen Bron VEP 2015/34
Titel Praktische uitwerking van een Vrijgestelde Beleggingsinstelling; Afwegingen en mogelijkheden voor structurering Auteur(s) J.J.A. Knol Bron VEP 2015/31
Titel De vereiste aangifte Auteur(s) A.J. Luimes Bron WFR 2015/1378
Titel Teruggaaf van agio door de flex-BV aan haar dga Auteur(s) J.W.E. Litjens, M. Tydeman-Yousef Bron WFR 2015/1419
Titel Bitcoin; juridische en fiscale aspecten in beeld Auteur(s) M. Zeegers Bron WFR 2015/329
Titel Bestuurdersaansprakelijkheid na Van de Riet/Hoffmann: over hoe het is, hoe het was en zou moeten zijn Auteur(s) A. Karapetian Bron WPNR 2015/7052
Titel De toegenomen reikwijdte van art. 4 WBR Auteur(s) A. Rozendal Bron WPNR 2015/7060
Titel Het civielrechtelijk bestuursverbod vanuit notarieel perspectief Auteur(s) A.C. Stroeve Bron WPNR 2015/7059
Titel De BV als APV Auteur(s) A.E. De Leeuw Bron WPNR 2015/7067
Titel De invloed van de erfrechtelijke renteovereenkomst en de testamentaire rente op de legitieme portie en de positie van andere schuldeisers van de langstlevende Auteur(s) A.J. Luimes Bron WPNR 2015/7081
Titel Ontwikkelingen bestuursaansprakelijkheid: een overzicht Auteur(s) A.J.P. Schild Bron WPNR 2015/7087
Titel Rechtsvraag: Een digitale legalisatieverklaring van de notaris van een elektronische handtekening van zijn cliënt? Auteur(s) B.C.M. Waaijer Bron WPNR 2015/7049
Titel Het gebruik van de (digitale) notariële akte door de Belastingdienst Auteur(s) B.M. van der Sar Bron WPNR 2015/7071
Titel Governance van zorginstellingen Auteur(s) C.R. Huiskens Bron WPNR 2015/7088
Titel Ontwikkelingen in het personenvennootschapsrecht Auteur(s) Chr. M. Stokkermans Bron WPNR 2015/7051
Titel Eigendom van onbevoegd of in eigen grond aangelegde netwerken Auteur(s) F.J. Vonck Bron WPNR 2015/7071
Titel CNR-Huwelijksvoorwaardenonderzoek, deel III: pensioen Auteur(s) F.M.H. Hoens, F.W.J.M. Schols Bron WPNR 2015/7049
Titel Ontwikkelingen in het verenigingen- en stichtingenrecht Auteur(s) G.J.C. Rensen Bron WPNR 2015/7072
Titel Enkele onbillijke gevolgen van art. 12 Successiewet Auteur(s) I.J.F.A. van Vijfeijken Bron WPNR 2015/7082
Titel Geldlening in een modern jasje Auteur(s) J.G. Gräler Bron WPNR 2015/7058
Titel De splitsingsvrijstelling in de overdrachtsbelasting: tijd voor een revisie Auteur(s) J.H. Elink Schuurman Bron WPNR 2015/7060
Titel Bewind en insolventie Auteur(s) J.W.A. Biemans Bron WPNR 2015/7064
Titel Tweetrapsschenking met bewaarplicht, giraal geld en vruchten Auteur(s) J.W.A. Biemans Bron WPNR 2015/7056
Titel De notaris en woningcorporaties Auteur(s) L.W.J. Hoppenbrouwers, G.J.C. Rensen Bron WPNR 2015/7088
Titel Echtscheiding en renteaftrek voor de eigen woning Auteur(s) M.J. Hoogeveen Bron WPNR 2015/7069
Titel De gewijzigde interne reorganisatievrijstelling' Auteur(s) M.T.E. Robben Bron WPNR 2015/7060
Titel Herroeping van een besluit tot ontbinding anno 2015 Auteur(s) M.Y. Nethe Bron WPNR 2015/7075
Titel De verkeersopvatting als leidend criterium voor bestanddeelvorming in de zin van art. 3:4 BW Auteur(s) P.J. van der Plank Bron WPNR 2015/7086
Titel Moet een ANBI een nalatenschap aanvaarden onder het voorrecht van boedelbeschrijving? Auteur(s) T.F.H. Reijnen Bron WPNR 2015/7047
Titel Themanummer Bewind Bron WPNR 2015/7064
Titel De boedelschuldenlijst (I) Auteur(s) A. Steneker, A.J. Tekstra Bron FIP 2015/7
Titel De boedelschuldenlijst (II) Auteur(s) A. Steneker, A.J. Tekstra Bron FIP 2015/8
Titel De nieuwe Woningwet (deel I) Auteur(s) E.E. van der Kamp, D.O. Ohmann, R.A. Spit Bron Bouwrecht 2015/98
Titel Hangt men de Wilg aan de wilgen? Auteur(s) J.W.A. Rheinfeld Bron TAR 2015/3
Titel Kinderalimentatie en schuldsanering: Nieuwe ronde, nieuwe kansen? Auteur(s) M.J. Hüsen Bron EB 2015/77
Titel Handboek Erfrecht Auteur(s) M.J.A van Mourik, B.M.E.M. Schols, F.W.J.M. Schols, L.C.A. Verstappen, B.C.M. Waaijer Bron 2015
Titel Invloed van Nederlands, Europees en buitenlands insolventierecht op transacties met registergoederen: een analyse vanuit notarieel perspectief Auteur(s) M.M.G.B. van Drunen Bron TvI 2015/52
Titel Eigenlijke (wettelijke) en oneigenlijke (contractuele) lossing Auteur(s) N.E.D. Faber, V.S.G.J. Vermunt Bron MvV 2015/7-8
Titel Vennoten en aansprakelijkheid Auteur(s) S.F.J.J. Schenk Bron Belastingzaken 2015/3
Titel Betaling in bitcoins: geld of ruilmiddel, betaling of inbetalinggeving? Auteur(s) W.A.K. Rank Bron Ars Aequi 2015/3
Titel Tekst en commentaar Burgerlijk Wetboek, Boeken 1,2,3 en 4, art. 3:15i BW Auteur(s) W.G. Huijgen Bron 2015
Titel Superdividend: nog geen duidelijkheid Auteur(s) A.H.G. Wilod Versprille Bron FBN 2014/26
Titel Statuten en incorporation by reference Auteur(s) P.P. de Vries Bron WPNR 2014/7014
Titel Jurisprudentie recht van overgang blijft van belang! Auteur(s) M. de L. Monteiro Bron Estate Planner Digitaal 2014/8
Titel Bestrijding van handel in herinvesteringsreservelichamen Auteur(s) A. Rozendal Bron FBN 2014/48
Titel Opa’s erfenis, fiscale last of civielrechtelijk legaat? Auteur(s) B.M.E.M. Schols Bron FBN 2014/53
Titel Zomermix Auteur(s) J.P.M. Stubbé Bron FBN 2014/35
Titel Best wel lastig zo’n grote vrijstelling in de schenkbelasting! Auteur(s) J.P.M. Stubbé Bron FBN 2014/11
Titel Artikel 10 Successiewet en afstand vruchtgebruik Auteur(s) L. Stokkel Bron FBN 2014/43
Titel Over de finish van de 100.000-schenkvrijstelling en de repeterende schenking Auteur(s) L.E. Welkers, J.P.M. Stubbé Bron FBN 2014/52
Titel Recente uitspraken over meer dan normaal vermogensbeheer bij vastgoed Auteur(s) M.J. Hoogeveen Bron FBN 2014/46
Titel Wijzigingen voor ANBI's per 1 januari 2014 Auteur(s) S.J.C. Hemels Bron FBN 2013/58
Titel Verrekenbedingen en de toepassing van de bedrijfsopvolgingsregeling in de Successiewet en Wet Inkomstenbelasting 2001 Auteur(s) T.C. Hoogwout Bron FBN 2014/57
Titel Nieuwe inzichten en aandachtspunten bij de schenkingsvrijstelling van € 100.000 Auteur(s) T.F.H. Reijnen, L.E. Welkers Bron FBN 2014/7
Titel Een nieuwe vorm van oudedagsvoorziening ziet binnenkort het levenslicht: netto-pensioen/nettolijfrente Auteur(s) C.A.H. Luijken Bron FTV 2014/25
Titel Belastingplan 2014 Auteur(s) H.J.T. Vos Bron FTV 2013/25
Titel Erfpachters en opstallers in de eigenwoningregeling (met reactie en naschrift) Auteur(s) H.K. Nijkamp Bron FTV 2014/21 (reactie in FTV 2014/28 en naschrift FTV 2014/29)
Titel Wetsvoorstel vereenvoudiging formeel verkeer Belastingdienst: makkelijker kunnen we het wel maken? Auteur(s) J. Kastelein, J.M. van der Vegt Bron FTV 2014/13
Titel Onzakelijke leningen: de stand van zaken Auteur(s) J.H.M. Arts Bron FTV 2014/56
Titel Hoe de opdracht de zaak waarneemt van de volmacht Auteur(s) J.M. Tempelaar Bron FTV 2014/35
Titel Praktijkproblemen bij de verhoogde schenkingsvrijstelling eigen woning Auteur(s) R. Pak, P. Schut Bron FTV 2014/20
Titel Btw en bouwterreinen; het HvJ doet zich gelden op vastgoedgebied Auteur(s) R.A. Wolf Bron FTV 2014/26
Titel Naschrift bij reactie op 'Gemeenschap van goederen gemoderniseerd Auteur(s) W.D. Kolkman Bron FTV 2014/17
Titel Praktische aspecten met betrekking tot het opstellen van een Europese Verklaring van Erfrecht' (Deel I en II) Auteur(s) I. Curry-Sumner, A.M. Steegmans Bron JBN 2014/57 en 2014/58
Titel Belehrung en volmacht Auteur(s) J.J.M. Grapperhaus Bron JBN 2014/37
Titel De wijze van benoeming van bestuurders van een stichting Auteur(s) T.F.H. Reijnen Bron JBN 2014/27
Titel Kunst en btw Auteur(s) E.A. Laman, F. van Rijn Bron KWEP 2014/3
Titel Made in China Auteur(s) I.J.M. van den Bosch, S.A.M. de Wijkerslooth-Lhoëst Bron KWEP 2014/5
Titel De waarde van kunst en antiek in het economische verkeer Auteur(s) J. Bosch van Rosenthal Bron KWEP 2014/4
Titel Schenken van kunst: een koud kunstje? Auteur(s) M.C.J. Oliemans Bron KWEP 2014/1
Titel Erfbelasting betalen met kunst Auteur(s) P.A. Broeksma, B.B.A. de Kroon Bron KWEP 2014/2
Titel De WOZ-waarde in de Successiewet Auteur(s) W. Burgerhart Bron NTFR-B 2014/33
Titel Misbruik van het identiteitsverschil en crediteursbenadeling Auteur(s) J. Elbers Bron Uitgeverij Paris, 2014
Titel N.V.C.E. Bauduin, dissertatie: 'Wilsdelegatie in het erfrecht', 2014
Titel R.E. Brinkman, dissertatie: 'Het fideicommis in de notariële praktijk', 2014
Titel R.E. Brinkman, Het fideicommis in de notariële praktijk, (diss. Groningen), Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2014. 
Titel De executeur in een nalatenschap met bitcoins en andere “digitale bezittingen” Auteur(s) L.A.G.M. van der Geld Bron Tijdschrift Erfrecht 2014/6
Titel Testamentair bewind, "bijstandsproof"? Auteur(s) N.V.C.E. Bauduin Bron Tijdschrift Erfrecht 2014/4
Titel Rekening en verantwoording bij volmacht; van ongeschreven recht tot levenstestament Auteur(s) M.N. Bende Bron VEP 2014/30
Titel Berekening van ik-opa-clausules in testamenten Auteur(s) F.A.M. Schoenmaker Bron VEP 2014/25
Titel Erfrechtelijke binding met quasi-erfrecht Auteur(s) F.W.J.M. Schols Bron VEP 2014/29
Titel Het collectiviteitsvereiste van de VBI in de praktijk Auteur(s) J.J.A. Knol Bron VEP 2014/27
Titel De bancaire aspecten van het vruchtgebruiktestament Auteur(s) D. Baay, J. Kroonenberg Bron VEP 2014/29
Titel Periodieke giften: een tweeluik - Deel I: Oorsprong en weerslag in de Wet IB 2001 Auteur(s) S.J.C. Hemels Bron WFR 2014/1060
Titel Periodieke giften: een tweeluik - Deel II: Loskomen van de historie Auteur(s) S.J.C. Hemels Bron WFR 2014/1092
Titel Een drag along: statutair, contractueel of een combinatie via de 'drietrapsregeling' op grond van art. 2:192 BW? (I) Auteur(s) A. van Meurs Bron WPNR 2014/7039
Titel Een drag along: statutair, contractueel of een combinatie via de 'drietrapsregeling' op grond van art. 2:192 BW? (II) Auteur(s) A. van Meurs Bron WPNR 2014/7040
Titel Gezamenlijke volmacht en herroeping: Twee rechtshandelingen in één akte? Auteur(s) B.C.M. Waaijer Bron WPNR 2014/7019 (rechtsvragenrubriek)
Titel De aftrek van de opoffering door de verkrijger zoals bedoeld in art. 7 SW 1956 Auteur(s) C.J.M. Martens Bron WPNR 2014/7007
Titel De uiterste wilsbeschikking als hoogstpersoonlijke rechtshandeling een bijzondere rechtsfiguur? Auteur(s) E.M.A. van Amersfoort Bron WPNR 2014/7027
Titel Nettolijfrente, nettopensioen en pensioenverevening Auteur(s) F.M.H. Hoens Bron WPNR 2014/7031
Titel De wooncoöperatie is geen coöperatie Auteur(s) G.J.C. Rensen Bron WPNR 2014/7038
Titel Afkoop van erfpachtcanon en overdrachtsbelasting (I) en (II) Auteur(s) H.K. Nijkamp, J.C. van Straaten Bron WPNR 2014/7009 en WPNR 2014/7010
Titel Financial lease en de nieuwe regeling van de overeenkomst van goederenkrediet Auteur(s) I.S.J. Houben, Y.A. Rampersad Bron WPNR 2014/7010
Titel De samenwerking van aandeelhouders ten einde Auteur(s) J.A.M. ten Berg Bron WPNR 2014/7014
Titel Contractuele verhoudingen tussen aandeelhouders Auteur(s) J.M. Blanco Fernández Bron WPNR 2014/7014
Titel Certificering versus flexibele aandelen in de ring (I) Auteur(s) J.W.E. Litjens, M. Tydeman-Yousef Bron WPNR 2014/7029
Titel Certificering versus flexibele aandelen in de ring (II, slot). Wie wordt de winnaar? Auteur(s) J.W.E. Litjens, M. Tydeman-Yousef Bron WPNR 2014/7030
Titel Complicaties faillissement koper/hypotheekgever in geval van levering en hypotheek bij twee notarissen: de quasi-Baarns-beslag-brief op de proef gesteld Auteur(s) M.M.G.B. van Drunen Bron WPNR 2014/7044
Titel Martha Nussbaum en de toelaatbaarheid van 'sharia-testamenten' Auteur(s) N.C. van Oostrom-Streep Bron WPNR 2014/7044
Titel Bedrijfsopvolging en vastgoed: mission impossible? Auteur(s) N.M.P. Govers-de Louw, J.H.J. Jansen Bron WPNR 2014/7032
Titel Verdeling van een gemeenschappelijk goed gedurende de vereffening van de gemeenschap Auteur(s) S. Perrick Bron WPNR 2014/7040
Titel De betekenis van de vergoedingsrechten sinds de invoering van de derde tranche huwelijksvermogensrecht Auteur(s) T.F.H. Reijnen Bron WPNR 2014/7004
Titel Rechtsgeldigheid en doorwerking van afspraken over aandelenoverdracht in een persoonsgebonden BV Auteur(s) T.P. van Duuren Bron WPNR 2014/7033
Titel Evaluatie landinrichtingsinstrumentarium Wet inrichting landelijk gebied Auteur(s) F.G. Boonstra, D.W. Bruil, R.J. Fontein, W. de Haas Bron Wageningen: Alterra Wageningen UR, 2014
Titel Artikel 24 Faillissementswet en de failliete koper bij transacties met notariële tussenkomst Auteur(s) M.M.G.B. van Drunen Bron TvI 2014/3
Titel Ongerechtvaardigde verrijking en onverschuldigde betaling als bronnen van verbintenissen Auteur(s) S.R. Damminga Bron Deventer: Wolters Kluwer 2014
Titel Dividendfaciliteit bij vererving AB-aandelen: knelpunten en alternatief Auteur(s) P.J. Swank Bron VFP 2013/129
Titel De flexibiliteit van het recht van erfpacht (diss.) Auteur(s) F.J. Vonck Bron Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2013
Titel De klachtplicht is dood, leve de klachtplicht! Auteur(s) E.M. van Orsouw Bron Nieuwsbrief Bedrijfsjuridische Berichten 24 mei 2013
Titel Bezits- en voortzettingstermijn bedrijfsopvolgingsfaciliteit en artikel 10 Successiewet Auteur(s) M. Deumers Bron Estate Planner Digitaal 2013/02
Titel Aanpassing van artikel 2 en 4 WBR: drie keer is scheepsrecht! Auteur(s) A. Rozendal Bron FBN 2013/67
Titel Aanpassingen van de interne reorganisatievrijstelling in de overdrachtsbelasting Auteur(s) A. Rozendal Bron FBN 2013/53
Titel Wat wij al jaren moesten weten, maar nooit eerder hebben gevraagd Auteur(s) B.G van Zadelhoff Bron FBN 2013/11
Titel De nieuwe regels voor de aftrek van rente op eigenwoningschulden Auteur(s) J.A.M. Klinkert-Cino Bron FBN 2013/4
Titel Finaal verrekenbeding alleen bij overlijden meest vermogende echtgenoot Auteur(s) L. Stokkel Bron FBN 2013/40
Titel De verhoogde vrijstelling schenkbelasting bij schenking voor de eigen woning anno 2013 Auteur(s) L.E. Welkers Bron FBN 2013/27
Titel Tijdelijke vrijstelling van € 100.000 voor schenkingen ter besteding aan eigen woning of restschuld Auteur(s) L.E. Welkers Bron FBN 2013/51
Titel €100.000 schenken of lenen voor de eigen woning? Auteur(s) E. Nelissen Bron FTV 2013/51
Titel Weer wijzigende regels rond de eigen woning Auteur(s) J.E. van den Berg Bron FTV 2013/56
Titel Interne reorganisatievrijstelling overdrachtsbelasting georganiseerd Auteur(s) M.T.E. Robben Bron FTV 2013/52
Titel Themanummer: Samenwonen Bron FTV 2013/6
Titel Kantonrechter staat bewindvoerder toe af te zien van legitieme portie Auteur(s) A.J.H. Pleysier Bron JBN 2013/52
Titel Verruiming van de mogelijkheid tot beneficiaire aanvaarding gewenst? Auteur(s) T.J. Mellema-Kranenburg Bron JBN 2013/51
Titel De tijdelijk verruimde schenkingsvrijstelling voor eigen woning nader beschouwd Auteur(s) F.A.M. Schoenmaker Bron KWEP 2013/4
Titel Minderjarigen en (de zorg voor hun) vermogen Auteur(s) J.H.M. ter Haar Bron Dissertatie (2013)
Titel De executoriale verkoop van goederen door de hypotheekhouder Auteur(s) I. Visser Bron Den Haag: Boom Juridische uitgevers 2013
Titel Eigen haard is goud waard Auteur(s) I.J.F.A. van Vijfeijken Bron WFR 2013/1146
Titel Afgezonderd particulier vermogen en (voorkoming van) dubbele belasting Auteur(s) A.E. De Leeuw Bron WPNR 2013/6995
Titel Informatieverschaffing door de notaris aan legitimarissen die door de erflater hun legitieme portie is ontzegd? Auteur(s) B.C.M. Waaijer Bron WPNR 2013/6988
Titel Woningen en aanhorigheden: 2% overdrachtsbelasting Auteur(s) J.C. van Straaten Bron WPNR 2013/6967
Titel Hoe het verjaringsrecht door de klachtplicht wordt opgegeten - en waarom dat erg is Auteur(s) J.L. Smeehuijzen Bron WPNR 2013/6988
Titel Bewind en volmacht. Water en vuur? Auteur(s) J.M. Tempelaar Bron WPNR 2013/6987
Titel Het levenstestament: volmacht of toch opdracht/lastgeving? Auteur(s) L.C.A. Verstappen Bron WPNR 2013/6993
Titel Nieuwerwetse fratsen: de schriftelijke volmacht bij e-mail Auteur(s) L.W. Kelterman Bron WPNR 2013/6965
Titel De levendige materie van een schenking ter zake des doods Auteur(s) M.N. Bende Bron WPNR 2013/6989
Titel Het uitkeringsverbod bij de stichting, een nog niet beëindigde discussie Auteur(s) T.F.H. Reijnen Bron WPNR 2013/6989
Titel Asser/Van Solinge & Nieuwe Weme 2-IIa 2013/325, 233, 429
Titel Notariële bescherming ouderen’, onderdeel II ‘Het levenstestament in de maatschappij Auteur(s) C.G.C. Engelbertink Bron Preadvies KNB 2013
Titel Internationale aspecten van schenkingsrecht- en successierecht Auteur(s) F. Sonneveldt, J.C.L. Zuiderwijk
Titel Studiereeks Burgerlijk Recht, Bijzondere overeenkomsten (Hoofdstuk 16) Auteur(s) M.A.B. Chao-Duivis Bron Kluwer 2013
Titel Middelen van de curator bij faillissementsfraude Auteur(s) W.J.B. van Nielen Bron TvI 2013/13
Titel De uitkering van superdividend bij vererving van aandelen behorende tot een huwelijksgemeenschap Auteur(s) L. Stokkel, A.H.G. Wilod Versprille, T.J.P. Folmer Bron FBN 2012/57
Titel Verdeling in de notariële praktijk Auteur(s) M.J.A. van Mourik en anderen Bron Preadvies KNB 2012
Titel Vergelijking van wettelijke verdeling en vruchtgebruiktestament van aanmerkelijkbelangaandelen Auteur(s) S. van Hoorn, N. Idsinga Bron FTV 2012/37
Titel Waarderen van landbouwgrond op hogere WEVAB Auteur(s) G.T.K. Meussen Bron LTB 2012/17
Titel Niet uitgevoerd periodiek verrekenbeding en de toepassing van art. 10 SW 1956 Auteur(s) I.J.F.A. van Vijfeijken Bron FBN 2012/10
Titel Anbi anno 2012: jurisprudentie Auteur(s) S.J.C. Hemels Bron FBN 2012/47
Titel Anbi anno 2012: wet- en regelgeving Auteur(s) S.J.C. Hemels Bron FBN 2012/54
Titel Schuldigerkenning uit vrijgevigheid met strekking te worden uitgevoerd na overlijden moet bij notariële akte Auteur(s) T.F.H. Reijnen, L.E. Welkers Bron FBN 2012/31
Titel Bewust geen belastingkorting? Auteur(s) J. Snelderwaard Bron FTV 2012/44 
Titel De evenredige splitsing in de zin van art. 2:334hh, lid 2 BW Auteur(s) G.C. van Eck, E.R. Roelofs Bron JBN 2012/1
Titel Banksparen: inkomstenbelasting, erfbelasting en erfrecht; Deel 2: lijfrentebanksparen Auteur(s) M.C.B. Bril, T. Denekamp, R.J. Hayhoe Bron KWEP 2012/37
Titel Partijautonomie in het relatierecht' (Proefschrift) Auteur(s) F. Schonewille Bron Apeldoorn 2012
Titel Culturele instellingen Auteur(s) C. Vrieling Bron WPNR 2012/6917
Titel De giftenaftrek in de inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting Auteur(s) I.J.F.A. van Vijfeijken Bron WPNR 2012/6917
Titel Overdrachtsbelasting en (ex-)echtgenoten Auteur(s) J.C. van Straaten Bron WPNR 2012/6424
Titel Art. 155 Overgangswet NBW en de rechtsopvolger van degene die zich op 1 februari 2007 als eigenaar van een netwerk gedroeg Auteur(s) M.M.G.B. van Drunen Bron WPNR 2012/6951
Titel Gebrekkige netwerkregistraties: consequenties en herstel Auteur(s) M.M.G.B. van Drunen Bron WPNR 2012/6952
Titel Het lekkende dak van art. 9 SW 1956 (I) Auteur(s) W.R. Kooiman Bron WPNR 2012/6920
Titel Het lekkende dak van art. 9 SW 1956 (II) Auteur(s) W.R. Kooiman Bron WPNR 2012/6921
Titel De notaris als detective Auteur(s) H. van Wermeskerken Bron Notariaat Magazine 2012/6
Titel Bruikleen, verbruikleen en geldlening (Mon. BW nr. B89) Auteur(s) J.G. Gräler Bron Deventer, Kluwer 2012
Titel Cessie Auteur(s) M.H.E. Rongen Bron Deventer: Kluwer 2012
Titel Flex-bv en Wet bestuur en toezicht. Een praktische handleiding Auteur(s) Van Olffen, De Kluiver, Legein e.a. Bron Den Haag: Boom, 2012
Titel De veilingregeling in de vastgoedpraktijk Auteur(s) J.P. van Zanten Bron VGFC 2011/60
Titel De landbouwvrijstelling: stand van zaken Auteur(s) A. Verduijn Bron TvAR 2011/5
Titel Ondernemingsvermogen en tweetrapsbepalingen (deel II) Auteur(s) B.B.A. de Kroon Bron NTFR Beschouwingen 2011/41
Titel De extra verhoogde schenkingsvrijstelling eigen woning: en nu de praktijk Auteur(s) J.A.M. Klinkert-Cino Bron FBN 2011/33
Titel Gesplitste aankoop en de heffing ex art. 10 SW 1956 Auteur(s) C.J.M. Martens Bron FTV 2011/43
Titel Nieuw Europees internationaal huwelijksvermogensrecht - een estate-planningsvriendelijke verordening? Auteur(s) M.H. ten Wolde Bron FTV 2011/21
Titel De Europese verordening partnerschapsvermogensrecht, een waardevolle verordening? Auteur(s) M.H. ten Wolde Bron FTV 2011/38
Titel Overgangsregeling registratie van netten in de openbare registers; inschrijvingsproblemen? Auteur(s) L.W.J. Hoppenbrouwers, E.N.K. Gerôt Bron JBN 2011/5
Titel Ondernemingsvermogen en tweetrapsbepalingen (deel I) Auteur(s) B.B.A. de Kroon Bron NTFR Beschouwingen 2011/35
Titel De levensgenieter krijgt ‘levenslang’ oftewel eens genoten altijd genoten Auteur(s) B.M.E.M Schols Bron NTFR 2011/1253
Titel Reactie op: “‘Schatje, ik benoem jou tot enig erfgenaam’. ‘Wat lief snoezepoes, maar ik jou niet ....’”, van F.W.J.M. Schols Auteur(s) B.E. Reinhartz Bron WPNR 2011/6888
Titel ‘Schatje ik benoem jou tot enig erfgenaam’. ‘Wat lief snoezepoes, maar ik jou niet…’ Over het notariële gebruik om langstlevende-testamenten in het bijzijn van beide partners te passeren Auteur(s) F.W.J.M. Schols Bron WPNR 2011/6873
Titel Art. 10 Successiewet en de overdracht onder voorbehoud van een huurrecht Auteur(s) I.J.F.A. van Vijfeijken Bron WPNR 2011/6896
Titel Economische eigendom - bezit - verjaring - overdrachtsbelasting (I) Bron WPNR 2011/6908
Titel Economische eigendom - bezit - verjaring - overdrachtsbelasting, (II, slot) Auteur(s) J.C. van Straaten Bron WPNR 2011/6909
Titel De dertigdagenclausule in nader perspectief Auteur(s) M.M.F.J. van Bakel Bron WPNR 2011/6887
Titel Gemeenschap van goederen en aanmerkelijk belang: Tot de dood ons scheidt? Auteur(s) N.M.P. Govers-De Louw, M.M.J. Schuurman-van Nifterik Bron WPNR 2011/6877
Titel Verknochtheid en de omvang van de huwelijksgemeenschap (I) en (II) Auteur(s) T.F.H. Reijnen Bron WPNR 2011/6902 en 2011/6903
Titel De schenkingsvrijstelling eigen woning: schenking of lening? Auteur(s) Y.J.M. Pijpers Bron WPNR 2011/6889
Titel Compendium van het Nederlands vermogensrecht Auteur(s) J. Hijma, M.M. Olthof Bron 2011
Titel Een gesloten systeem van originaire verkrijging? Auteur(s) J.B. Spath Bron VrA 2011/8
Titel Nieuwsbericht Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties 15 december 2011
Titel 'Insolventie en erfrecht', als onderdeel van het preadvies 'Insolventierecht in de notariële praktijk' Auteur(s) S. Perrick Bron KNB 2011
Titel Boek 2 BW, statuten en aandeelhoudersovereenkomsten. Stand van zaken en blik vooruit Auteur(s) W.J.M. van Veen Bron ZIFO reeks, deel 2 (2011)
Titel De testamentaire stichting Auteur(s) T.F.H. Reijnen Bron Tijdschrift Erfrecht 2010/3
Titel AB-faciliteiten in de IB en SW: een paar verschillen Auteur(s) R.L.M.C. Janssen Bron KWEP 2010/1
Titel Betalingsfaciliteiten overdracht aanmerkelijkbelangaandelen Auteur(s) A.M.A. De Beer Bron Estate Planner Digitaal 2010/04
Titel Geld uit de eigen BV, deel 1: dividend en terugbetaling aandelenkapitaal Auteur(s) C. Bruijsten Bron FBN 2010/47
Titel Geld uit de eigen BV, deel 2: inkoop van aandelen en lening van de BV Auteur(s) C. Bruijsten Bron FBN 2010/57
Titel De wijzigingen in de tbs-regeling vanaf 1 januari 2010 Auteur(s) J.L. van de Streek Bron FBN 2010/2
Titel Extra verhoogde vrijstelling schenkbelasting bij schenking ter besteding aan eigen woning Auteur(s) L.E. Welkers Bron FBN 2010/63
Titel Wijzigingen in de aanmerkelijkbelangregeling bij vererving en schenking van aanmerkelijkbelangaandelen (deel 2) Auteur(s) N. Idsinga Bron FBN 2010/3
Titel ANBI anno 2010 Auteur(s) S.J.C. Hemels Bron FBN 2010/68
Titel Art. 11, lid 2 SW 1956: alleen verkoop met uitgestelde levering of toch iets meer? Auteur(s) M.J.A. Pals Bron FTV 2010/56
Titel Bedrijfsopvolgingsfaciliteiten in 2010 Auteur(s) T.C. Hoogwout Bron FTV 2008/22
Titel Themanummer ‘levenstestament Bron FTV 2010/39-46
Titel E.M. Bruggeman, dissertatie: 'De koop-/aannemingsovereenkomst in breed perspectief', 2010
Titel J.B. Spath, dissertatie: 'Zaaksvervanging', 2010.
Titel J.B. Spath, 'Zaaksvervanging',  2010
Titel J.B. Spath, 'Zaaksvervanging', 2010
Titel Volmacht en rekening en verantwoording Auteur(s) J.M. Tempelaar Bron WPNR 2010/6838
Titel De nieuwe bedrijfsopvolgingsregeling: Vragen, antwoorden en nieuwe vragen Auteur(s) S.A.M. de Wijkerslooth-Lhoëst Bron WPNR 2010/6841
Titel Omzetting als rechtsvormwijziging Auteur(s) B. Snijder-Kuipers Bron IVOR nr. 70 2010/5.8.2
Titel Verder met Vormerkung Auteur(s) A. Steneker Bron BR 2010/119
Titel Samenloop van beschermingsbewind en insolventie. Wat als de gefailleerde of schuldenaar onder beschermingsbewind is of wordt gesteld? Auteur(s) B.J. Engberts Bron TvI 2010/3
Titel Goederenrechtelijke verplichtingen tot een doen in faillissement Auteur(s) F.J. Vonck Bron TvI 2010/8
Titel De invoering van de plattelandswoning - Een oplossing voor toekomstige problemen in het buitengebied? Auteur(s) G.L.C.C. van den Waardenburg Bron TBR 2010/193
Titel De overgangsregeling 'inschrijving in de openbare registers van netwerken Auteur(s) J.A.J. Peter Bron Vastgoedrecht 2010-4
Titel Eigendom en registratie van netwerken: Overgangswet in werking getreden Auteur(s) J.P. van Loon Bron Tijdschrift voor Energierecht 2010/2
Titel Bescherming tegen onbekendheid met het faillissement Auteur(s) S.A.H.J. Warringa Bron FIP 2010/7
Titel De tweede aandeelhouder en de VBI Auteur(s) C.A. Goosen, J. Kroonenberg Bron VFP 2009/69
Titel Het fonds voor gemene rekening en Titel 7.13 BW (deel I) Auteur(s) H. Vermeulen Bron FBN 2009/23
Titel Het fonds voor gemene rekening en Titel 7.13 BW (deel II) Auteur(s) H. Vermeulen Bron FBN 2009/30
Titel ANBI anno 2009 Auteur(s) L.M. Walcott Bron FBN 2009/3
Titel Wijzigingen in de aanmerkelijkbelangregeling bij vererving en schenking van aanmerkelijkbelangaandelen (deel 1) Auteur(s) N. Idsinga Bron FBN 2009/67
Titel Vormerkung – schuldsanering – aflossing hypotheekhouders Auteur(s) J.C. van Straaten Bron JBN 2009/2
Titel M.L. Tuil, dissertatie: 'Verdelingsbeslagen', 2009
Titel Stapeling van beperkte rechten op onroerende zaken Auteur(s) A. Slaski Bron WPNR 2009/6789
Titel De som ineens als versterkte legitieme portie Auteur(s) J.H.M. ter Haar Bron WPNR 2009/6788
Titel Wet koop onroerende zaken: de evaluatie Auteur(s) A.L.M. Keirse e.a. Bron Molengraaff Instituut Utrecht, 2009
Titel Rapportage Wet koop onroerende zaken; de evaluatie Auteur(s) A.L.M. Keirse e.a. Bron Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2009
Titel Asser/Maeijer, Van Solinge en Nieuwe Weme 2-II*, 2009/151-158 en 180-189.
Titel Vormerkung en faillissement; de werking van art. 7:3 BW in een faillissement van de verkoper Auteur(s) F.M.J. Verstijlen, I. Visser Bron TvI 2009/27
Titel Making/schenking over de hand van het overschot en de vruchten van het vermaakte/geschonken vermogen Auteur(s) J.B. Vegter Bron WPNR 2008/6764
Titel ANBI anno 2008 Auteur(s) S.J.C. Hemels Bron FBN 2008/62
Titel "Herstel" in de zin van de Wet op belastingen van rechtsverkeer Auteur(s) A.H. van Huffelen Bron WPNR 2008/6747
Titel Extra-verplichtingen en statutaire overdrachtsbeperkingen Auteur(s) C.M. Stokkermans Bron WPNR 2008/6741
Titel De fiscale behandeling van de herroepelijke schenking Auteur(s) I.J.F.A. van Vijfeijken Bron WPNR 2008/6744
Titel Weerloos wezen. Over doelwijziging van een stichting Auteur(s) P.H.N. Quist Bron WPNR 2008/6773
Titel Polygamie en legitieme Auteur(s) M. N. Bende Bron JBN 2007/48
Titel Uitleg van huwelijkse voorwaarden. Haviltex, standaarduitleg of beide? Auteur(s) J. van Duijvendijk-Brand Bron WPNR 2007/6709
Titel Narecherche en faillissement Auteur(s) G.G. Zwanniken Bron JBN 2007/4
Titel Faillissement van de verkoper – artikel 35 Fw – Vormerkung Auteur(s) J.C. van Straaten Bron JBN 2007/19
Titel Executele (dissertatie) Auteur(s) B.M.E.M. Schols Bron 2007
Titel Hoe ver strekt de taak van de notaris bij het opstellen van een verklaring van erfrecht? Een erfgenaam waarvoor de schuldsaneringsregeling geldt Auteur(s) B.C.M. Waaijer Bron WPNR 2007/6715
Titel De zakelijke werking van erfpachtvoorwaarden Auteur(s) F.J. Vonck Bron WPNR 2007/6717
Titel De beleidsregels uitbetaling gelden: praktisch (on)mogelijk Auteur(s) H.M.I.Th. Breedveld, L.W. Kelterman Bron WPNR 2007/6729
Titel De 5%-regeling bij de bouw van een appartementencomplex Auteur(s) J.J. Storm Bron WPNR 2007/6694
Titel Een herwaardering van de tekstuele uitleg van contracten Auteur(s) R.P.J.L. Tjittes Bron WPNR 2007/6709
Titel Rechtsvraag Auteur(s) P. Blokland Bron FTV 2006/20
Titel Gevolgen van koude uitsluiting en gemeenschap van vruchten en inkomsten Auteur(s) J.I. Driessen-Kleijn Bron JBN 2006/43
Titel N.C. van Oostrom-Streep, De kwalitatieve verplichting (proefschrift), Den Haag: Boom Juridische Uitgevers 2006
Titel R. Th. Boonacker, dissertatie: 'De onpartijdigheid van de notaris', 2006
Titel Schulden van de nalatenschap (dissertatie Groningen RUG) Auteur(s) W.D. Kolkman Bron Deventer: Kluwer 2006
Titel De buitenlandse hypotheekvolmacht Auteur(s) B.F.P. Lhoëst Bron WPNR 2006/6684
Titel Uit de praktijk van het Notarieel Juridische Bureau Auteur(s) B.F.P. Lhoëst Bron WPNR 2006/6684
Titel Boekbespreking: D.T. Boks, Notariële aansprakelijkheid, Enige aspecten van civielrechtelijke aansprakelijkheid & E.J.A.M. van den Akker, Beroepsaansprakelijkheid ten opzichte van derden. Een rechtsvergelijkend onderzoek naar de zorgplichten van accountants, advocaten en notarissen ten opzichte van anderen dan hun opdrachtgever. Auteur(s) F. van der Woude Bron WPNR 2006/6670
Titel Reactie op "Is een omgekeerde rolluikfusie mogelijk?" van M. van Olffen in WPNR 2006/6667 Auteur(s) H.J. Portengen Bron WPNR 2006/6674
Titel Reactie op "Is een omgekeerde rolluikfusie mogelijk?" van  M. van Olffen in WPNR 2006/6667 Auteur(s) H.J.M.M. van Boxtel Bron WPNR 2006/6674
Titel Is een omgekeerde rolluikfusie mogelijk? Auteur(s) M. van Olffen Bron WPNR 2006/6667
Titel Naschrift Auteur(s) M. van Olffen Bron WPNR 2006/6674
Titel Voorkinderen en gezamenlijk gezag door huwelijk Auteur(s) M.J. Vonk Bron WPNR 2006/6671
Titel Vereffening van de nalatenschap, als onderdeel van het preadvies 'Nieuw Erfrecht in de praktijk' Auteur(s) A.H.N. Stollenwerck Bron KNB 2006
Titel Samenhang in rechtsverhoudingen (dissertatie) Auteur(s) M.J. van Laarhoven Bron Wolf Legal Publishers 2006
Titel Appartementen (Monografieën BW nr B29) Auteur(s) R.F.H. Mertens Bron Deventer: Kluwer 2006
Titel D. Brinkhuis en B.T. Harmsen, 'Enkele kenmerken van gesyndiceerde leningen toegelicht', O&F 2005/67 Auteur(s) D. Brinkhuis en B.T. Harmsen Bron Onderneming en Financiering
Titel Art. 13a SW, over welke waardestijging hebben we het nu eigenlijk? Auteur(s) C.A.H. Luijken Bron FTV 2005/6
Titel dissertatie: Quasi-erfrecht met bindende elementen Auteur(s) F.W.J.M. Schols
Titel Extra-verplichtingen van leden en aandeelhouders (diss.) Auteur(s) G.J.C. Rensen Bron 2005
Titel "Gehandicapten" testament en het nieuwe erfrecht (I en II, slot) Auteur(s) W. Meijling Bron WPNR 2005/6605 en 2005/6606
Titel Hoe schiet ik tekort door het niet wijzigen van de volgorde van inkorting?! Auteur(s) W. Burgerhart, B.M.E.M. Schols, F.W.J.M. Schols Bron WPNR 2004/6580
Titel Oude testamenten en het nieuwe erfrecht Auteur(s) C.A. Kraan Bron WPNR 2004/6571
Titel Over oude testamenten, legitieme porties, uitleg en beschikbare delen: wat kan het overgangsrecht nog helen? Ofwel wat is nog beschikbaar van een beschikking over het 'beschikbaar deel'? Auteur(s) W. Burgerhart, W.D. Kolkman, B.M.E.M. Schols, F.W.J.M. Schols Bron Tijdschrift Erfrecht 2004/4
Titel Uitleg volgens Haviltex of de CAO-norm? Over een vloeiende overgang en de noodzaak om toch te kiezen Auteur(s) M.H. Wissink Bron WPNR 2004/6579
Titel De R.-K. parochie en de vervreemding van onroerend goed Auteur(s) A.P.H. Meijers Bron WPNR 2004/6560
Titel De positie van de legitimaris bij wijziging van de inkortingsvolgorde Auteur(s) C.A. Kraan, J.P. Schmal Bron WPNR 2003/6558
Titel Artikel 15, lid 1, onderdeel i WBR: bonnetjes bewaren a.u.b. Auteur(s) A.J. Janssen Bron FBN 2003/31
Titel F.E.J. Beekhoven van den Boezem, Onoverdraagbaarheid van vorderingen krachtens partijbeding (diss. Groningen, serie Recht en praktijk, deel 126), Deventer: Kluwer 2003
Titel De sommen ineens en de legitieme portie in het nieuwe erfrecht Auteur(s) W.D. Kolkman Bron WPNR 2003/6553
Titel Grafmonumenten: eigendom en aansprakelijkheid Auteur(s) H.D. Ploeger Bron Nieuw Erfrecht 2003/4
Titel Bestanddeel of zaak? Over het onderscheid en de samenhang tussen artikelen 3:4 en 5:20 BW (I) Auteur(s) E.C.M. Wolfert Bron WPNR 2002/6523
Titel Bestanddeel of zaak? Over het onderscheid en de samenhang tussen artikelen 3:4 en 5:20 BW (II) Auteur(s) E.C.M. Wolfert Bron WPNR 2002/6525
Titel Vruchtgebruik Auteur(s) M.S. van Gaalen Bron 2001
Titel De werking van artikel 42 lid 1 derde zin Wet op het notarisambt Auteur(s) H.M.I.Th. Breedveld Bron WPNR 2000/6416
Titel Vruchtgebruik Auteur(s) T.J. Mellema-Kranenburg, C.A. Kraan, I.J.F.A. van Vijfeijken, J.P.M. Stubbé Bron Preadvies Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie 1999
Titel Rechtsvragenrubriek 'Afstand van legaat' Auteur(s) M.J.A. van Mourik Bron WPNR 1997/6277
Titel Begunstiging bij levensverzekering in het bijzonder met betrekking tot het huwelijksvermogensrecht Auteur(s) W.M.A. Kalkman Bron Proefschrift
Titel Het "gunstig stemmen" van de kantonrechter Auteur(s) F.W.J.M. Schols Bron De Notarisklerk 1996/1338
Titel De stichting tot afwikkeling van een nalatenschap Auteur(s) L.C.A. Verstappen Bron WPNR 1996/6245 en 1996/6246
Titel Levering van registergoederen en aandelen tijdens faillissement: curator en notaris in een lastig parket’, in: S.C.J.J. Kortmann e.a. (red.), De curator een octopus (Serie Onderneming en Recht, deel 6) Auteur(s) J.J. van Hees Bron Deventer: W.E.J. Tjeenk Willink 1996
Titel Erfrechtelijke verkrijging door en van een geestelijk gehandicapt kind Auteur(s) J.H. Linders Bron WPNR 1994/6142
Titel De vormvoorschriften voor leveringen van vorderingen op naam Auteur(s) T.F.H. Reijnen Bron TVVS augustus 1993
Titel Enkele opmerkingen over het participatiebewijs Auteur(s) C.A. Schwarz, J.M. Blanco Fernández Bron WPNR 1992/6045
Titel Beklemrecht en NBW (I) Auteur(s) A.C. Wibbens-de Jong Bron WPNR 1991/6015
Titel Beklemrecht en NBW (II) Auteur(s) A.C. Wibbens-de Jong Bron WPNR 1991/6016
Titel De gemeenschap naar komend recht' (Proefschrift) Auteur(s) H. Wammes Bron Kluwer 1988
Titel Oude zakelijke rechten vroeger, nu en in de toekomst (dissertatie) Auteur(s) F.C.J. Ketelaar Bron Leiden: Universitaire pers 1978
Titel C.A. Schwarz, dissertatie: 'Blokkering van aandelen', 1986
Titel G.J.H. van der Sangen, dissertatie, 'Rechtskarakter en financiering van de coöperatie, een onderzoek naar de civielrechtelijke kenmerken van de coöperatie in het licht van de vraag of daaruit beperkingen voortvloeien voor de financiering van haar ondernemingsactiviteiten', 1999
Titel P.J. Dortmond, dissertatie: 'Enige beschouwingen rondom aandelen', 1989
Titel W. Breemhaar, De uiterste wilsbeschikking (diss. Groningen), Deventer: Kluwer 1992,p. 97 e.v.
Titel W.F. van Hemel, dissertatie: 'Beschikken over een aandeel in een gemeenschap', 1998
Titel W.H. van Hemel, dissertatie: 'Beschikken over een aandeel in een gemeenschap', 1998
Titel W.H. van Hemel, 'Beschikken over een aandeel in een gemeenschap', Kluwer 1998 (Proefschrift)
Titel Aansprakelijkheid voor de tenuitvoerlegging van vernietigde of terzijde gestelde rechterlijke beslissingen (dissertatie) Auteur(s) A.A. van Rossum Bron Kluwer Deventer 1990
Titel De perikelen van het cryptovirus. Fiscale aspecten van cryptovermogen op het gebied van de erf- en schenkbelasting Auteur(s) D.S. Burgzorg Bron WPNR 2023/7409
Titel Aanbevelingen voor een wettelijk verankerde informatieplicht Auteur(s) B.C.M. Waaijer Bron WPNR 1995/6163
Titel De executeur, de ruimschoots toereikend verklaring en de beneficiaire aanvaarding Auteur(s) K.B. van den Berg & A.H.G. Wilod Versprille Bron WPNR 2018/7138
Titel Klassiekers: Brok/Huberts en Oerlemans/Driessen: voor schadevergoeding is (alleen) non-conformiteit niet voldoende Auteur(s) J.J. Dammingh Bron ORP 2023/169
Titel Asser-Van Schaick 7-VIII* (Bijzondere overeenkomsten)
Titel De notaris en witwassen Auteur(s) B. Snijder-Kuipers Bron Ars Aequi 2023/01
Titel Statuten en statutenwijziging Auteur(s) B.C.M. Waaijer Bron Deventer: Kluwer 1993
Titel Groene Serie Rechtspersonen Burgerlijk Wetboek Boek 2, aantekening op artikel 42 Auteur(s) C.H.C. Overes
Titel Casusboekje Conferentie van NBF over de Europese Verordeningen Huwelijks- en partnerschapsvermogensrecht
Titel Handboek vermogensstelsels bij geregistreerde partnerschappen met een internationaal element Bron NotarisNet
Titel Uiterste wil en onderscheiden soorten van uiterste wilsbeschikkingen Auteur(s) N.V.C.E. Bauduin, T.F.H. Reijnen Bron Monografie BW nr. B21
Titel De redelijkheid en billijkheid in het ondernemingsrecht Auteur(s) P. van Schilfgaarde Bron Uitgave vanwege het Instituut voor Ondernemingsrecht (nr. 100)
Titel Handboek voor de naamloze en de besloten vennootschap Auteur(s) P.J. Dortmond

Praktisch

Titel Bron Type Categorie
Pensioenimputatie Bron Via Juridica Type Schenken en erven Categorie Rekentools
Renteberekening onderbedelingsvordering Bron Via Juridica Type Schenken en erven Categorie Rekentools
Samenloop schenkbelasting en overdrachtsbelasting Bron Via Juridica Type Schenken en erven Categorie Rekentools
Schenkbelasting berekenen Bron Belastingdienst Type Schenken en erven Categorie Rekentools
Fictief vruchtgebruik Bron Via Juridica Type Schenken en erven Categorie Rekentools
Schenking vrij van recht Bron BerekenHet Type Schenken en erven Categorie Rekentools
Erfbelasting berekenen Bron Belastingdienst Type Schenken en erven Categorie Rekentools
Voortzettingswaarde agrarische sector Bron Belastingdienst Type Schenken en erven Categorie Rekentools
Vermindering heffingsmaatstaf art. 13 WBR kosten koper Bron Via Juridica Type Onroerende zaken Categorie Rekentools
Kapitalisatie erfpachtcanon Bron Via Juridica Type Onroerende zaken Categorie Rekentools
Bijleenregeling Bron Belastingdienst Type Onroerende zaken Categorie Rekentools
Aflossing annuïteitenlening Bron Belastingdienst Type Onroerende zaken Categorie Rekentools
Omrekenen samengestelde rente en enkelvoudige rente Bron Via Juridica Type Rente, levensverwachting en contante waarde Categorie Rekentools
Levensverwachting, sterftekans en overlevingskans Bron Via Juridica Type Rente, levensverwachting en contante waarde Categorie Rekentools
Resterende levensverwachting Bron BerekenHet Type Rente, levensverwachting en contante waarde Categorie Rekentools
Contante waarde periodieke betaling Bron BerekenHet Type Rente, levensverwachting en contante waarde Categorie Rekentools
BV of eenmanszaak? Bron BerekenHet Type Ondernemer en onderneming Categorie Rekentools
Vermogen in privé of BV Bron BerekenHet Type Ondernemer en onderneming Categorie Rekentools
Lijfrentepremie, berekening jaarruimte Bron Belastingdienst Type Pensioen en zorg Categorie Rekentools
Eigen bijdrage rekenhulp Bron CAK Type Pensioen en zorg Categorie Rekentools
Box 3 - wettelijke berekeningsmethode t/m 2022 Bron Via Juridica Type Box 3 Categorie Rekentools
Box 3 - berekeningsmethode in het kader van hersteloperatie t/m 2022 Bron Belastingdienst Type Box 3 Categorie Rekentools
Bewaarplichten Wwft Bron Databank Wwft Type Wwft Categorie Stroomschema’s en visuals
Factsheet Trust-register Bron Databank Wwft Type Wwft Categorie Stroomschema’s en visuals
Handvat cliëntenonderzoek: vastleggen risicoprofiel-maatregelen-conclusie Bron Databank Wwft Type Wwft Categorie Stroomschema’s en visuals
Handvat Wwft-beleid Bron Databank Wwft Type Wwft Categorie Stroomschema’s en visuals
Mindmap risicoprofiel dossierniveau Bron Databank Wwft Type Wwft Categorie Stroomschema’s en visuals
Notaris als poortwachter Bron Databank Wwft Type Wwft Categorie Stroomschema’s en visuals
Overzicht geografische risico's per land Bron Databank Wwft Type Wwft Categorie Stroomschema’s en visuals
Overzicht branches met verhoogd risico (pictogrammen) Bron Databank Wwft Type Wwft Categorie Stroomschema’s en visuals
PEP-begrip Bron - Type Wwft Categorie Stroomschema’s en visuals
PEP-onderzoek in stappen Bron - Type Wwft Categorie Stroomschema’s en visuals
Risicogebaseerde benadering cliëntenonderzoek (vierstappenplan) Bron Databank Wwft Type Wwft Categorie Stroomschema’s en visuals
Risicomanagement (SNRA, NRA, KRA) Bron Databank Wwft Type Wwft Categorie Stroomschema’s en visuals
Risicomanagement - Three lines of defense Bron Databank Wwft Type Wwft Categorie Stroomschema’s en visuals
Schema indicatoren en risicosignalen Bron Databank Wwft Type Wwft Categorie Stroomschema’s en visuals
Stroomschema hoofdlijnen cliëntenonderzoek Bron Databank Wwft Type Wwft Categorie Stroomschema’s en visuals
Stroomschema onderzoek herkomst middelen Bron Databank Wwft Type Wwft Categorie Stroomschema’s en visuals
Stroomschema Wwft-diensten Bron Databank Wwft Type Wwft Categorie Stroomschema’s en visuals
Stroomschema UBO-kwalificatie BV en NV Bron Databank Wwft Type Wwft Categorie Stroomschema’s en visuals
Stroomschema UBO-verklaring BV / NV (cliëntversie) Bron Databank Wwft Type Wwft Categorie Stroomschema’s en visuals
Stroomschema UBO-kwalificatie overige rechtspersonen Bron Databank Wwft Type Wwft Categorie Stroomschema’s en visuals
Stroomschema voor UBO-verklaring overige rechtspersonen (cliëntversie) Bron Databank Wwft Type Wwft Categorie Stroomschema’s en visuals
Stroomschema UBO-kwalificatie personenvennootschappen Bron Databank Wwft Type Wwft Categorie Stroomschema’s en visuals
Stroomschema voor UBO-verklaring personenvennootschappen (cliëntversie) Bron Databank Wwft Type Wwft Categorie Stroomschema’s en visuals
Uittreksel regelgeving Wwft Bron Databank Wwft Type Wwft Categorie Stroomschema’s en visuals
Stroomschema WBR - toepasselijk tarief overdrachtsbelasting Bron Via Juridica Type Overdrachtsbelasting Categorie Stroomschema’s en visuals
Stroomschema WBR - woning of niet-woning Bron Via Juridica Type Overdrachtsbelasting Categorie Stroomschema’s en visuals
Stroomschema Partnerschap in de Successiewet Bron Via Juridica Type Schenk- en erfbelasting Categorie Stroomschema’s en visuals
Stroomschema overgangsrecht-samenloop verhoogde schenkvrijstellingen successiewet 2022 Bron Via Juridica Type Schenk- en erfbelasting Categorie Stroomschema’s en visuals
Stroomschema belastingrente erfbelasting (art. 30g AWR) Bron - Type Belastingrente Categorie Stroomschema’s en visuals
Stroomschema belastingrente inkomstenbelasting en vennootschapsbelasting (art. 30f en 30fc AWR) Bron - Type Belastingrente Categorie Stroomschema’s en visuals
Stroomschema belastingrente overdrachtsbelasting (art. 30h AWR) Bron - Type Belastingrente Categorie Stroomschema’s en visuals
Stappenplan verdwenen vermogen terugbrengen in nalatenschap Bron Via Juridica Type Erfrecht en boedelafwikkeling Categorie Stroomschema’s en visuals
Europese verklaring van erfrecht Bron - Type Internationaal privaatrecht Categorie Stroomschema’s en visuals
IPR: Toetsing van het toepasselijke huwelijksvermogensrecht Bron - Type Internationaal privaatrecht Categorie Stroomschema’s en visuals
Tarieven en vrijstellingen Successiewet + tarieven overdrachtsbelasting 2024 Bron Via Juridica Type Cijferkaarten Via Juridica Categorie Stroomschema’s en visuals
Tarieven en vrijstellingen Successiewet + tarieven overdrachtsbelasting 2023 Bron Via Juridica Type Cijferkaarten Via Juridica Categorie Stroomschema’s en visuals
Tarieven en vrijstellingen Successiewet + box 3-heffing 2022 Bron Via Juridica Type Cijferkaarten Via Juridica Categorie Stroomschema’s en visuals
Tarieven en vrijstellingen Successiewet + box 3-heffing 2021 Bron Via Juridica Type Cijferkaarten Via Juridica Categorie Stroomschema’s en visuals
Tarieven en vrijstellingen Successiewet + box 3-heffing 2020 Bron Via Juridica Type Cijferkaarten Via Juridica Categorie Stroomschema’s en visuals
Tarieven en vrijstellingen Successiewet + box 3-heffing 2019 Bron Via Juridica Type Cijferkaarten Via Juridica Categorie Stroomschema’s en visuals
Tarieven en vrijstellingen Successiewet + box 3-heffing 2018 Bron Via Juridica Type Cijferkaarten Via Juridica Categorie Stroomschema’s en visuals
Indienen pachtovereenkomst Bron Rijksoverheid Type Agrarisch recht Categorie Verwijzingen voor de notaris
Informatie over de Grondkamer Bron Rijksdienst voor Ondernemend Nederland Type Agrarisch recht Categorie Verwijzingen voor de notaris
Vereniging van Agrarisch Specialisten in het Notariaat Bron VASN Type Agrarisch recht Categorie Verwijzingen voor de notaris
Waardering verpachte gronden in box 3 - 2022 Bron Belastingdienst Type Agrarisch recht Categorie Verwijzingen voor de notaris
Alimentatie Indexering Bron Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen Type Huwelijk, alimentatie en echtscheiding Categorie Verwijzingen voor de notaris
Beleidsregel Huwelijk en duurzaam gescheiden leven Bron Sociale Verzekeringsbank Type Huwelijk, alimentatie en echtscheiding Categorie Verwijzingen voor de notaris
Beslisboom duur partneralimentatie Bron INA Personen- en familierecht Type Huwelijk, alimentatie en echtscheiding Categorie Verwijzingen voor de notaris
Ouderschapsplan Bron Rijksoverheid Type Huwelijk, alimentatie en echtscheiding Categorie Verwijzingen voor de notaris
ANBI-loket Bron Belastingdienst Type ANBI Categorie Verwijzingen voor de notaris
ANBI-register Bron Belastingdienst Type ANBI Categorie Verwijzingen voor de notaris
Aanvraag ANBI-beschikking Bron Belastingdienst Type ANBI Categorie Verwijzingen voor de notaris
Standaardformulieren publicatieplicht Bron Belastingdienst Type ANBI Categorie Verwijzingen voor de notaris
Verzoek teruggaaf energiebelasting Bron Belastingdienst Type ANBI Categorie Verwijzingen voor de notaris
Alles voor uw VvE op één plek Bron Nederlandvve.nl Type Appartementsrechten en verenigingen van eigenaars Categorie Verwijzingen voor de notaris
De juridische databank voor VvE professionals Bron VvE Recht Type Appartementsrechten en verenigingen van eigenaars Categorie Verwijzingen voor de notaris
Rapport: De potentie van splitsen en optoppen Bron Rijksoverheid Type Appartementsrechten en verenigingen van eigenaars Categorie Verwijzingen voor de notaris
101 VvE vragen Bron 101VvEvragen.nl Type Appartementsrechten en verenigingen van eigenaars Categorie Verwijzingen voor de notaris
Checklist splitsingstekening appartementen Bron Het Kadaster Type Appartementsrechten en verenigingen van eigenaars Categorie Verwijzingen voor de notaris
Modelreglement splitsing kleine VvE's 2021 Bron - Type Appartementsrechten en verenigingen van eigenaars Categorie Verwijzingen voor de notaris
Publieksversie Modelreglement kleine VvE's Bron - Type Appartementsrechten en verenigingen van eigenaars Categorie Verwijzingen voor de notaris
Modelreglement splitsing 2017 Bron - Type Appartementsrechten en verenigingen van eigenaars Categorie Verwijzingen voor de notaris
Modelreglement splitsing 2006 Bron - Type Appartementsrechten en verenigingen van eigenaars Categorie Verwijzingen voor de notaris
Modelreglement ondersplitsing 2006 Bron - Type Appartementsrechten en verenigingen van eigenaars Categorie Verwijzingen voor de notaris
Modelreglement splitsing 1992 Bron - Type Appartementsrechten en verenigingen van eigenaars Categorie Verwijzingen voor de notaris
Modelreglement service-flatgebouw 1987 Bron - Type Appartementsrechten en verenigingen van eigenaars Categorie Verwijzingen voor de notaris
Modelreglement service-flatgebouw 1987 (bijlage) Bron - Type Appartementsrechten en verenigingen van eigenaars Categorie Verwijzingen voor de notaris
Modelreglement splitsing 1983 Bron - Type Appartementsrechten en verenigingen van eigenaars Categorie Verwijzingen voor de notaris
Modelreglement splitsing 1983 (bijlage) Bron - Type Appartementsrechten en verenigingen van eigenaars Categorie Verwijzingen voor de notaris
Modelreglement splitsing 1973 Bron - Type Appartementsrechten en verenigingen van eigenaars Categorie Verwijzingen voor de notaris
Transponeringstabel modelreglementen 1973, 1983, 1992 en 2006 Bron - Type Appartementsrechten en verenigingen van eigenaars Categorie Verwijzingen voor de notaris
Aanschaf onroerende zaken in Europese landen Bron CNUE Type Internationaal Categorie Verwijzingen voor de notaris
Authentieke akten in Europa Bron CNEU Type Internationaal Categorie Verwijzingen voor de notaris
Europees e-justitieportaal Bron Europese Unie Type Internationaal Categorie Verwijzingen voor de notaris
Europees Notarieel Netwerk Bron CNUE Type Internationaal Categorie Verwijzingen voor de notaris
Kennisdatabank Mandatory Disclosure Rules/DAC6 Bron Belastingdienst Type Internationaal Categorie Verwijzingen voor de notaris
Koppels in Europa Bron CNEU Type Internationaal Categorie Verwijzingen voor de notaris
Minderjarigen en kwetsbare personen in Europa Bron CNEU Type Internationaal Categorie Verwijzingen voor de notaris
Testamentenregisters in Europa Bron CNUE Type Internationaal Categorie Verwijzingen voor de notaris
Verdragenbank Bron Rijksoverheid Type Internationaal Categorie Verwijzingen voor de notaris
Basisregistratie Personen (BRP) Bron Rijksoverheid Type Notaris en aanverwante instanties Categorie Verwijzingen voor de notaris
Cassatie in belang der wet Bron Hoge Raad Type Notaris en aanverwante instanties Categorie Verwijzingen voor de notaris
Het Kadaster Bron - Type Notaris en aanverwante instanties Categorie Verwijzingen voor de notaris
Kamer van Koophandel (KvK) Bron - Type Notaris en aanverwante instanties Categorie Verwijzingen voor de notaris
Koninklijke Notariële Beroepsorganisatie (KNB) Bron - Type Notaris en aanverwante instanties Categorie Verwijzingen voor de notaris
Notary letter (infographic) Bron Advocatie Type Notaris en aanverwante instanties Categorie Verwijzingen voor de notaris
Praktizijns-Sociëteit Bron - Type Notaris en aanverwante instanties Categorie Verwijzingen voor de notaris
Prejudiciële vragen Bron Hoge Raad Type Notaris en aanverwante instanties Categorie Verwijzingen voor de notaris
Reglementen, procedures en formulieren Bron De Rechtspraak Type Notaris en aanverwante instanties Categorie Verwijzingen voor de notaris
Tuchtrecht Bron Rijksoverheid Type Notaris en aanverwante instanties Categorie Verwijzingen voor de notaris
Wet- en regelgeving notariaat Bron KNB Type Notaris en aanverwante instanties Categorie Verwijzingen voor de notaris
Aan de slag met de Omgevingswet Bron Rijksoverheid Type Omgevingswet Categorie Verwijzingen voor de notaris
Infographic De bruidsschat Bron Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Type Omgevingswet Categorie Verwijzingen voor de notaris
Informatie over de Omgevingswet Bron Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Type Omgevingswet Categorie Verwijzingen voor de notaris
Informatiepunt Leefomgeving Bron Rijksoverheid Type Omgevingswet Categorie Verwijzingen voor de notaris
Aanmeldingsformulier open fonds voor gemene rekening Bron Belastingdienst Type Ondernemer en onderneming Categorie Verwijzingen voor de notaris
Checklist Wet bestuur en toezicht rechtspersonen voor besturen van kleine stichtingen en verenigingen Bron KNB Type Ondernemer en onderneming Categorie Verwijzingen voor de notaris
Stappenplan WHOA aanvragen Bron Kamer van Koophandel Type Ondernemer en onderneming Categorie Verwijzingen voor de notaris
WHOA-procedure Bron De Rechtspraak Type Ondernemer en onderneming Categorie Verwijzingen voor de notaris
Internetconsultaties Bron Overheid.nl Type Parlementaire documenten Categorie Verwijzingen voor de notaris
Kamerstukken tot 1995 Bron Overheid.nl Type Parlementaire documenten Categorie Verwijzingen voor de notaris
Kamerstukken vanaf 1995 Bron Overheid.nl Type Parlementaire documenten Categorie Verwijzingen voor de notaris
Wetgevingskalender Bron Overheid.nl Type Parlementaire documenten Categorie Verwijzingen voor de notaris
Centraal Aanspreekpunt Pensioenen Bron Belastingdienst Type Pensioen, levensverzekering en zorg Categorie Verwijzingen voor de notaris
Het CAK Bron - Type Pensioen, levensverzekering en zorg Categorie Verwijzingen voor de notaris
Polis zoeken Bron Verbond van verzekeraars Type Pensioen, levensverzekering en zorg Categorie Verwijzingen voor de notaris
Regelhulp Bron Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Type Pensioen, levensverzekering en zorg Categorie Verwijzingen voor de notaris
Hulp bij privacy Bron Autoriteit Persoonsgegevens Type Privacy en technologie Categorie Verwijzingen voor de notaris
Regelhulp AVG Bron Autoriteit Persoonsgegevens Type Privacy en technologie Categorie Verwijzingen voor de notaris
Vereniging IT-notaris Bron - Type Privacy en technologie Categorie Verwijzingen voor de notaris
Bouwen en wonen Bron Rijksoverheid Type Registergoederen Categorie Verwijzingen voor de notaris
Checklist Verzoek vooroverleg Waardering onroerende zaak Bron Belastingdienst Type Registergoederen Categorie Verwijzingen voor de notaris
Factsheet uitgifte van onroerende zaken en het bieden van gelijke kansen (Didam-arrest) Bron Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Type Registergoederen Categorie Verwijzingen voor de notaris
Gebrekenboek en beleidsboeken Bron Huurcommissie Type Registergoederen Categorie Verwijzingen voor de notaris
Gronduitgifte door overheden (Didam-arrest) Bron Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Type Registergoederen Categorie Verwijzingen voor de notaris
Lokale regelgeving (t.b.v. controle zelfbewoningsplicht) Bron Rijksoverheid Type Registergoederen Categorie Verwijzingen voor de notaris
Modellen notariaat Bron Het Kadaster Type Registergoederen Categorie Verwijzingen voor de notaris
Modelovereenkomst Conceptueel Bouwen Bron Stichting Netwerk Conceptueel Bouwen Type Registergoederen Categorie Verwijzingen voor de notaris
Tarieven Kadaster Bron Het Kadaster Type Registergoederen Categorie Verwijzingen voor de notaris
WOZ-waardeloket Bron Rijksoverheid Type Registergoederen Categorie Verwijzingen voor de notaris
Externe bronnen Wwft Bron Databank Wwft Type Wwft en sanctiewetgeving Categorie Verwijzingen voor de notaris
Guidance for a Risk-Based Approach Guidance for Legal Professionals Bron FATF Type Wwft en sanctiewetgeving Categorie Verwijzingen voor de notaris
Handreiking inzake melden ongebruikelijke transacties Bron BFT Type Wwft en sanctiewetgeving Categorie Verwijzingen voor de notaris
Informatie naleving Sanctiewet Bron Bureau Financieel Toezicht Type Wwft en sanctiewetgeving Categorie Verwijzingen voor de notaris
Informatie Sanctiewet Bron KNB Type Wwft en sanctiewetgeving Categorie Verwijzingen voor de notaris
Geconsolideerde sanctielijst EU Bron Europese Commissie Type Wwft en sanctiewetgeving Categorie Verwijzingen voor de notaris
Geconsolideerde sanctielijst VN Bron Verenigde Naties Type Wwft en sanctiewetgeving Categorie Verwijzingen voor de notaris
Lijst met prominente publieke functies Bron Belastingdienst Type Wwft en sanctiewetgeving Categorie Verwijzingen voor de notaris
Lijst met prominente publieke functies per land Bron Europese Commissie Type Wwft en sanctiewetgeving Categorie Verwijzingen voor de notaris
Memo Crowdfunding en de Wwft Bron BFT Type Wwft en sanctiewetgeving Categorie Verwijzingen voor de notaris
Memo cryptovaluta Bron BFT Type Wwft en sanctiewetgeving Categorie Verwijzingen voor de notaris
Nationale sanctielijst terrorisme Bron Rijksoverheid Type Wwft en sanctiewetgeving Categorie Verwijzingen voor de notaris
Leidraad Financiële Sanctieregelgeving (inclusief addendum) Bron Rijksoverheid Type Wwft en sanctiewetgeving Categorie Verwijzingen voor de notaris
Schema en toelichting notariële onderzoeks- en meldplicht geldverkeer Bron BFT Type Wwft en sanctiewetgeving Categorie Verwijzingen voor de notaris
Vierde anti-witwasrichtlijn Bron Europees Parlement en Europese Raad Type Wwft en sanctiewetgeving Categorie Verwijzingen voor de notaris
Voorbeelden Wwft bij subjectieve indicator (Bijlage 1 bij Specifieke leidraad) Bron Bureau Financieel toezicht Type Wwft en sanctiewetgeving Categorie Verwijzingen voor de notaris
Aanvragen of wijzigen voorlopige aanslag erfbelasting Bron Belastingdienst Type Erven en schenken Categorie Verwijzingen voor de notaris
Formulier - Aanvaarden nalatenschap Bron De Rechtspraak Type Erven en schenken Categorie Verwijzingen voor de notaris
Formulier - Beschikken over bankrekening overleden echtgenoot/ partner Bron Nederlandse Vereniging van Banken Type Erven en schenken Categorie Verwijzingen voor de notaris
Navraag slapende tegoeden Bron Nederlandse Vereniging voor Banken Type Erven en schenken Categorie Verwijzingen voor de notaris
Centrum voor familiegeschiedenis Bron CBG Centrum voor familiegeschiedenis Type Erfgenamenonderzoek Categorie Verwijzingen voor de notaris
Testamentenregister Curaçao Bron - Type Erfgenamenonderzoek Categorie Verwijzingen voor de notaris
Testamentenregister Duitsland Bron - Type Erfgenamenonderzoek Categorie Verwijzingen voor de notaris
Testamentenregister Engeland en Wales Bron - Type Erfgenamenonderzoek Categorie Verwijzingen voor de notaris
Testamentenregister Frankrijk Bron - Type Erfgenamenonderzoek Categorie Verwijzingen voor de notaris
Aan de slag met de Omgevingswet Bron Rijksoverheid Type Agrarisch recht Categorie Verwijzingen voor de particulier
Informatieblad verdeling ouderdomspensioen bij scheiding Bron Belastingdienst Type Echtscheiding Categorie Verwijzingen voor de particulier
Mededelingsformulier in verband met verdeling van ouderdomspensioen bij scheiding Bron Belastingdienst Type Echtscheiding Categorie Verwijzingen voor de particulier
Ouderschapsplan Bron Rijksoverheid Type Echtscheiding Categorie Verwijzingen voor de particulier
Rechtwijzer Uit elkaar Bron Raad voor Rechtsbijstand Type Echtscheiding Categorie Verwijzingen voor de particulier
Scheiden of uit elkaar gaan Bron Belastingdienst Type Echtscheiding Categorie Verwijzingen voor de particulier
ANBI-loket Bron Belastingdienst Type Instanties en registers Categorie Verwijzingen voor de particulier
De Rechtspraak Bron - Type Instanties en registers Categorie Verwijzingen voor de particulier
Juridische begrippen Bron De Rechtspraak Type Instanties en registers Categorie Verwijzingen voor de particulier
Het Kadaster Bron - Type Instanties en registers Categorie Verwijzingen voor de particulier
Je regelt het bij de notaris Bron KNB Type Instanties en registers Categorie Verwijzingen voor de particulier
Kamer van Koophandel Bron - Type Instanties en registers Categorie Verwijzingen voor de particulier
Opvolgersarchief Bron KNB Type Instanties en registers Categorie Verwijzingen voor de particulier
Register Notariaat Bron KNB Type Instanties en registers Categorie Verwijzingen voor de particulier
Schuldenwijzer Bron - Type Instanties en registers Categorie Verwijzingen voor de particulier
Checklist Wet bestuur en toezicht rechtspersonen voor besturen van kleine stichtingen en verenigingen Bron KNB Type Ondernemer en onderneming Categorie Verwijzingen voor de particulier
Ondernemerscheck voor inkomstenbelasting Bron Belastingdienst Type Ondernemer en onderneming Categorie Verwijzingen voor de particulier
AOW-leeftijd berekenen Bron Belastingdienst Type Pensioen, levensverzekering en zorg Categorie Verwijzingen voor de particulier
Overbruggingsuitkering AOW berekenen Bron Sociale Verzekeringsbank Type Pensioen, levensverzekering en zorg Categorie Verwijzingen voor de particulier
Polis zoeken Bron Verbond van verzekeraars Type Pensioen, levensverzekering en zorg Categorie Verwijzingen voor de particulier
Regelhulp Bron Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport Type Pensioen, levensverzekering en zorg Categorie Verwijzingen voor de particulier
Bewust nieuwbouw Bron - Type Registergoederen Categorie Verwijzingen voor de particulier
Bouwen en wonen Bron Rijksoverheid Type Registergoederen Categorie Verwijzingen voor de particulier
Energielabel zoeken Bron Rijksoverheid Type Registergoederen Categorie Verwijzingen voor de particulier
Gebrekenboek en beleidsboeken Bron Huurcommissie Type Registergoederen Categorie Verwijzingen voor de particulier
Handreiking en infoblad gemeenschappelijke rookgasafvoeren Bron Rijksoverheid Type Registergoederen Categorie Verwijzingen voor de particulier
Nationale Hypotheek Garantie Bron NHG Type Registergoederen Categorie Verwijzingen voor de particulier
Publieksversie Modelreglement kleine VvE's Bron - Type Registergoederen Categorie Verwijzingen voor de particulier
Checklist samenlevingscontract Bron Rijksoverheid Type Samenwonen Categorie Verwijzingen voor de particulier
Stappenplan samenlevingscontract Bron KNB Type Samenwonen Categorie Verwijzingen voor de particulier
Checklists na overlijden Bron Alles over Erven Type Schenken en erven Categorie Verwijzingen voor de particulier
Belastingtelefoon voor nabestaanden Bron Belastingdienst Type Schenken en erven Categorie Verwijzingen voor de particulier
Boedelbeschrijving erfrecht Bron De Rechtspraak Type Schenken en erven Categorie Verwijzingen voor de particulier
Nalaten aan goede doelen Bron Toegift.nl Type Schenken en erven Categorie Verwijzingen voor de particulier
Infographic Wettelijke erfgenamen Bron KNB Type Schenken en erven Categorie Verwijzingen voor de particulier
Centraal testamentenregister Bron KNB Type Testament en levenstestament Categorie Verwijzingen voor de particulier
Checklist testament Bron KNB Type Testament en levenstestament Categorie Verwijzingen voor de particulier
Volmacht en levenstestament Bron Goed Vertegenwoordigd Type Testament en levenstestament Categorie Verwijzingen voor de particulier
Inhoudsopgave
Overzicht
BWB lijst Algemene informatie Opschrift Algemene informatie Opschrift Algemene informatie Opschrift Aanhef Slotformulier en ondertekening Bijlage als bedoeld in artikel 28 van de wet ter voorkoming van witwassen en financieren van terrorisme Algemene informatie Algemene informatie Opschrift Opschrift Aanhef Slotformulier en ondertekening Algemene informatie Opschrift Aanhef Slotformulier en ondertekening Algemene informatie Opschrift Aanhef Slotformulier en ondertekening Bijlage 1 Indicatorenlijst Bijlage 2 Bijlage antecedenten Algemene informatie Algemene informatie Opschrift Opschrift Aanhef Slotformulier en ondertekening Algemene informatie Opschrift Aanhef Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Slotformulier en ondertekening Algemene informatie Opschrift Aanhef Artikel 1 Artikel 2 Artikel 2a Artikel 3 Artikel 3a Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Slotformulier en ondertekening Boek 1 Personen- en familierecht Algemene informatie Algemene informatie Opschrift Opschrift Aanhef Slotformulier en ondertekening Tabel I behorende bij de Wet op de omzetbelasting 1968 Tabel II behorende bij de Wet op de omzetbelasting 1968 Algemene informatie Algemene informatie Opschrift Opschrift Aanhef Aanhef Slotformulier en ondertekening Slotformulier en ondertekening Bijlage Algemene informatie Algemene informatie Opschrift Opschrift Aanhef Aanhef Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Slotformulier en ondertekening Artikel 7 Artikel 7a Artikel 7b Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 13a Artikel 14 Artikel 15 Slotformulier en ondertekening Boek 2 Rechtspersonen Algemene informatie Algemene informatie Opschrift Opschrift Aanhef Slotformulier en ondertekening 267618.png 267619.png 267620.png 251526.png Algemene informatie Algemene informatie Opschrift Opschrift Aanhef Bijlage A Bijlage B Opdracht tot uitvoer uit de Unie of tot plaatsing onder de douaneregeling douane-entrepot Bijlage C Bijlage D Bijlage E Bijlage F Bijlage G Bijlage H Bijlage I Bijlage J Bijlage K Bijlage L Boek 3 Vermogensrecht in het algemeen Algemene informatie Opschrift Aanhef Slotformulier en ondertekening Bijlage A Algemene informatie Algemene informatie Opschrift Opschrift Aanhef Slotformulier en ondertekening Algemene informatie Algemene informatie Opschrift Opschrift Aanhef Slotformulier en ondertekening Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Algemene informatie Opschrift Aanhef Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Slotformulier en ondertekening Boek 4 Erfrecht Titel 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Algemene informatie Algemene informatie Opschrift Opschrift Aanhef Slotformulier en ondertekening Titel I Begripsbepalingen Algemene informatie Artikel 1 Opschrift Aanhef Tekst Slotformulier en ondertekening Bijlage 1 Bijlage 2 Algemene informatie § 1 Inleidende bepalingen Opschrift Artikel 1 Aanhef Artikel 1a Slotformulier en ondertekening Boek 5 Zakelijke rechten Hoofdstuk 2 Bepalingen betreffende cliëntenonderzoek Titel 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 10a Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14 Artikel 15 Artikel 16 Artikel 17 Artikel 18 Artikel 19 Artikel 19a Artikel 19b Artikel 19c Artikel 20 Artikel 20a Artikel 21 Artikel 22 Artikel 22a Artikel 23 Artikel 23a Artikel 23b Artikel 23c Artikel 24 Artikel 24a Artikel 24b Artikel 24c Artikel 24d Artikel 25 Algemene informatie Algemene informatie Hoofdstuk I Grondslagen voor de objectieve en subjectieve belastingplicht Opschrift Opschrift Artikel 1 Aanhef Artikel 1a Artikel 1b Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Slotformulier en ondertekening Artikel 13 Artikel 13a Artikel 14 Artikel 15 Artikel 16 Artikel 17 Artikel 17a Artikel 18 Artikel 19 Artikel 20 Algemene informatie Algemene informatie Titel 2 Het recht op de naam Opschrift Opschrift Artikel 4 Aanhef Aanhef Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 8 Artikel 9 Slotformulier en ondertekening Slotformulier en ondertekening Titel II Ambt, bevoegdheid, benoeming en ontslag van de notaris Algemene informatie Algemene informatie Artikel 2 Opschrift Opschrift Artikel 3 Aanhef Aanhef Artikel 4 Artikel 1 Artikel 5 Artikel 2 Artikel 6 Artikel 2bis Artikel 7 Artikel 2a Artikel 8 Artikel 2b Artikel 9 Artikel 2c Artikel 10 Artikel 2d Artikel 11 Artikel 2e Artikel 12 Artikel 3 Artikel 12a Artikel 4 Aftrekbare giften in natura; voorwaarden taxatierapport Artikel 13 Artikel 4a Aftrekbare giften in natura; voorwaarden factuur Artikel 14 Artikel 4b Artikel 15 Artikel 5 Artikel 5a Slotformulier en ondertekening Artikel 6 Slotformulier en ondertekening Bijlage behorende bij de Uitvoeringsbeschikking vennootschapsbelasting 1971 Boek 6 Algemeen gedeelte van het verbintenissenrecht Algemene informatie § 2 Nadere uitwerking definities politiek prominente personen en uiteindelijk belanghebbende Titel 1 Algemene bepalingen Opschrift Artikel 2 Aanhef Artikel 3 Tekst Artikel 4 Slotformulier en ondertekening Bijlage 1 Bijlage 2 Algemene informatie Eerste Boek De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad Hoofdstuk 3 Bepalingen betreffende het melden van ongebruikelijke transacties Algemene informatie Hoofdstuk I Inleidende bepaling Opschrift Opschrift Artikel 1 Aanhef Artikel 1 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 3a Artikel 4 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 7a Artikel 8 Artikel 8a Artikel 9 Artikel 9a Artikel 9b Artikel 9c Artikel 10 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Slotformulier en ondertekening Titel I Van faillissement Algemene informatie Titel 2 Verenigingen Opschrift Artikel 26 Aanhef Artikel 27 Artikel 1 Artikel 28 Artikel 2 Artikel 29 Artikel 3 Artikel 30 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 31 Artikel 5a Artikel 32 Artikel 6 Artikel 33 Slotformulier en ondertekening Artikel 34 Artikel 34a Artikel 35 Artikel 36 Artikel 37 Artikel 38 Artikel 39 Artikel 40 Artikel 41 Artikel 41a Artikel 42 Artikel 43 Artikel 44 Artikel 44a Artikel 45 Artikel 46 Artikel 47 Artikel 47a Artikel 48 Artikel 49 Artikel 50 Artikel 50a Artikel 51 Artikel 52 Algemene informatie § 1.1 Begrips- en reikwijdtebepalingen Hoofdstuk II Bepaling van het belastbaar bedrag Opschrift Artikel 1 Artikel 21 Aanhef Artikel 1a Artikel 22 Artikel 1b Artikel 23 Artikel 1c Artikel 1d Artikel 1e Slotformulier en ondertekening Algemene informatie Boek 7 Bijzondere overeenkomsten Titel III De uitoefening van het notarisambt Algemene informatie Algemene informatie Titel 1 Algemene bepalingen Titel 3 Woonplaats Opschrift Artikel 16 Opschrift Opschrift Artikel 1 Artikel 10 Aanhef Artikel 16a Aanhef Aanhef Artikel 2 Artikel 11 Artikel 17 Artikel 1 Artikel 3 Artikel 12 Artikel 18 Artikel 2 Artikel 4 Artikel 13 Artikel 19 Artikel 3 Artikel 5 Artikel 14 Artikel 20 Artikel 4 Artikel 20a Artikel 5 Artikel 6 Artikel 15 Artikel 21 Artikel 6 Artikel 7 Artikel 22 Slotformulier en ondertekening Artikel 7 Artikel 8 Artikel 23 Artikel 7a Artikel 24 Artikel 7aa Artikel 25 Artikel 7ab Artikel 25a Artikel 7b Slotformulier en ondertekening Artikel 25b Artikel 7c 254487.png Artikel 26 Artikel 8 Artikel 27 Slotformulier en ondertekening Artikel 28 Artikel 29 Artikel 29a Artikel 30 Artikel 30a Algemene informatie Algemeene bepaling Algemene informatie Algemene informatie § 3 Nadere regels betrouwbaarheid Hoofdstuk I Inleidende bepalingen Opschrift Artikel 1 Opschrift Opschrift Artikel 5 Artikel 1 Aanhef Aanhef Aanhef Artikel 6 Artikel 1a Artikel 7 Artikel 2 Artikel 8 Artikel 2a Artikel 9 Slotformulier en ondertekening Slotformulier en ondertekening Slotformulier en ondertekening Algemene informatie Hoofdstuk 3A Registratie van aanbieders van diensten voor het wisselen tussen virtuele valuta en fiduciaire valuta en aanbieders van bewaarportemonnees Algemene informatie Tweede Boek Van de gerechtelijke tenuitvoerlegging van vonnissen, beschikkingen en authentieke akten Titel 2 Rechtshandelingen Begripsbepaling Opschrift Artikel 23b Opschrift Artikel 32 Artikel 1 Aanhef Artikel 23bb Aanhef Artikel 33 Artikel 23c Artikel 1 Artikel 34 Artikel 23d Artikel 2 Artikel 35 Artikel 23e Artikel 2a Artikel 36 Artikel 23f Artikel 3 Artikel 23g Artikel 3a Artikel 37 Artikel 23h Artikel 4 Artikel 38 Slotformulier en ondertekening Artikel 23i Artikel 5 Artikel 39 Bijlage branches Artikel 23j Artikel 6 Artikel 40 Bijlage bij artikel 1:79 Wet op het financieel toezicht Artikel 7 Bijlage bij artikel 1:80 Wet op het financieel toezicht Artikel 41 Artikel 8 Artikel 42 Artikel 9 Slotformulier en ondertekening Artikel 43 Artikel 44 Artikel 45 Artikel 46 Artikel 47 Artikel 48 Artikel 49 Artikel 50 Artikel 51 Artikel 52 Artikel 53 Artikel 54 Artikel 55 Artikel 56 Artikel 57 Artikel 58 Artikel 59 Titel II Van surseance van betaling Algemene informatie Algemene informatie Hoofdstuk II Overdrachtsbelasting Hoofdstuk I Algemene bepalingen Opschrift Opschrift Artikel 1 Reikwijdte en definitie Aanhef Aanhef Artikel 2 Uitbreiding partnerbegrip Artikel 3 Toerekening afgezonderd particulier vermogen Slotformulier en ondertekening Slotformulier en ondertekening Bijlage Behorende bij artikel 42g, eerste lid, van de Uitvoeringsregeling Algemene wet inzake rijksbelastingen 1994 Boek 7a Bijzondere overeenkomsten; vervolg Titel 1 Eigendom in het algemeen Titel 3 Coöperaties en onderlinge waarborgmaatschappijen § 2.1 Cliëntenonderzoek Artikel 1 Artikel 3 Artikel 2 Artikel 3a Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Titel IIIa De toegevoegd notaris Algemene informatie Algemene informatie § 1.2 Risicomanagement Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Hoofdstuk III Tarief; berekening van de belasting; vrijstellingen Artikel 30b Opschrift Opschrift Artikel 1f Artikel 1.1 Inkomstenbelasting Artikel 24 Artikel 30c Aanhef Aanhef Artikel 2 Artikel 1.2 Uitbreiding en beperking partnerregeling Artikel 25 Artikel 30d Artikel 1 Artikel 2a Artikel 1.3 De keuze voor kwalificatie als partner Artikel 26 Artikel 1a Artikel 2b Artikel 1.4 Pleegkind Artikel 26a Artikel 2 Artikel 2c Artikel 1.5 In belangrijke mate onderhouden van kinderen Artikel 27 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 2d Artikel 1.6 Mogendheid Artikel 28 Artikel 5 Artikel 1.6a Levensverzekering Artikel 29 Artikel 6 Artikel 1.7 Lijfrenten en pensioenen Artikel 30 Artikel 7 Artikel 1.7a Gelijkstelling met inkomen uit tegenwoordige arbeid Artikel 31 Artikel 8 Artikel 1.7b Gelijkstelling met de premie voor een verzekering Artikel 31a Artikel 9 Artikel 1.8 Wederzijdse erkenning Artikel 32 Artikel 10 Slotformulier en ondertekening Artikel 11 Bijlage A bij artikel 2.1 van de Regeling langdurige zorg Artikel 1.9 Gelijkstelling met basisregistratie personen Artikel 32a Artikel 12 Bijlage B bij artikel 8.4 van de Regeling langdurige zorg Artikel 1.10 Vaste inrichting of vaste vertegenwoordiger Artikel 33 Slotformulier en ondertekening Bijlage C bij artikel 5.13 van de Regeling langdurige zorg Artikel 33a Artikel 1.11 Buitenlandse rechtsvormen en vennootschappen waarvan het kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld Bijlage D bij artikel 5.24 van de Regeling langdurige zorg. Artikel 34 Bijlage E bij artikel 9.3d van de Regeling langdurige zorg Artikel 35 Bijlage F bij de artikelen 9.8, tweede en derde lid, 9.8a, eerste lid, 9.9, eerste lid, 9.10, eerste lid, 9.14, tweede lid, alsmede 9.16, eerste lid, van de Regeling langdurige zorg Artikel 35a Bijlage G bij artikel 4.8 van de Regeling langdurige zorg Bijlage H Tarieventabel persoonsgebonden budget-Wlz 2021 Bijlage I Tarieventabel persoonsgebonden budget Wlz-indiceerbaren in een ADL-woning 2020 255869.png 255870.png 255871.png 255872.png 255873.png 255874.png 255875.png 255876.png 255877.png 256492.png 256493.png 256494.png 256495.png 256496.png 256497.png 255884.png 255885.png 255886.png 255887.png 255888.png 255889.png 255890.png 255891.png 255893.png 255894.png 255895.png 255896.png 256498.png 256499.png 256500.png 256501.png 256502.png 256503.png 254531.png 254532.png 254534.png 254535.png 254536.png 254537.png 254538.png 254539.png 254540.png 254541.png 254542.png 254543.png 254544.png 254545.png 254546.png 259462.png 259463.png 259464.png 254553.png 254554.png 254555.png 254556.png 254557.png 254559.png 254560.png 254561.png 254562.png 254563.png 254564.png 254565.png 256473.png 256474.png 256475.png 256476.png 256477.png 256478.png 256479.png 257739.png 257740.png 257741.png 257742.png 257743.png 257744.png 257745.png 257746.png 257747.png 257748.png 257749.png 257750.png 257751.png 257752.png 257753.png 254588.png 254589.png 254590.png 254591.png 254592.png 254593.png 254595.png 254596.png 254597.png 254598.png 254599.png 254600.png 254601.png 254602.png 254603.png 254604.png 254605.png 254606.png 254607.png 254608.png 254609.png 254610.png 254611.png 254612.png 254613.png 254614.png 254615.png 254617.png 254618.png 254619.png 254620.png 254621.png 254622.png 254624.png 254625.png 254626.png 254627.png 254628.png 254629.png 254630.png 254631.png 254632.png 254633.png 254634.png 254635.png 254636.png 254637.png 254638.png 254639.png 254640.png 254641.png 254642.png 254643.png 254644.png 254645.png 254646.png 254647.png 254648.png 254649.png 254650.png 254651.png 254652.png 254653.png 254654.png 254655.png 254656.png 254657.png Algemene informatie Eerste Boek Van den koophandel in het algemeen Algemene informatie § 4 Integere en beheerste bedrijfsvoering Titel 2 Erfopvolging bij versterf Titel 4 Burgerlijke stand Begripsbepalingen Opschrift Opschrift Artikel 10 Artikel 9 Artikel 1 Aanhef Aanhef Artikel 10a Artikel 10 Artikel 1 Artikel 11 Artikel 11 Artikel 2 Artikel 12 Artikel 12 Artikel 3 Artikel 13 Artikel 4 Slotformulier en ondertekening Slotformulier en ondertekening Bijlage 1 Regeling rechtstreeks beroep (artikel 7:1, eerste lid, onderdeel g) Bijlage 2 Bevoegdheidsregeling bestuursrechtspraak (artikelen 8:5, 8:6, 8:7, 8:105 en 8:106) Bijlage 3 Regeling verlaagd griffierecht (artikelen 8:41 en 8:109) Derde Boek Van rechtspleging van onderscheiden aard Hoofdstuk 4 Toezicht en handhaving Hoofdstuk II Heffing ter zake van leveringen en diensten Algemene informatie Titel III Schuldsaneringsregeling natuurlijke personen Algemene informatie Boek 8 Verkeersmiddelen en vervoer Titel 3 Volmacht Titel 1 Verbintenissen in het algemeen Hoofdstuk I Overdrachtsbelasting Hoofdstuk 1 Definitiebepalingen Opschrift Opschrift Artikel 60 Artikel 2 Artikel 1 Aanhef Aanhef Artikel 61 Artikel 3 Artikel 62 Artikel 3a Artikel 63 Artikel 4 Artikel 64 Artikel 4a Artikel 65 Artikel 5 Artikel 66 Artikel 5bis Slotformulier en ondertekening Artikel 67 Artikel 5a Bijlage 1 behorende bij artikel 1.11, tweede lid, onderdeel d, van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II Artikel 68 Bijlage 2 behorende bij artikel 1.11, eerste lid, onderdeel o, en tweede lid, onderdeel j, van de Wet maatregelen woningmarkt 2014 II Artikel 5b Slotformulier en ondertekening Artikel 69 Artikel 5c Artikel 70 Artikel 5d Artikel 71 Artikel 6 Artikel 72 Artikel 6a Artikel 73 Artikel 7 Artikel 74 Artikel 75 Artikel 76 Artikel 77 Artikel 78 Artikel 79 Algemene informatie Eerste titel Algemene bepalingen § 3.1 De Financiële inlichtingen eenheid Hoofdstuk I Belastingplicht Hoofdstuk III Assurantiebelasting Hoofdstuk II Vrijstellingen Opschrift Artikel 12 Artikel 1 Artikel 4 Aangewezen mogendheid Aanhef Artikel 13 Artikel 5 Schenking ten behoeve van een eigen woning Artikel 1a Artikel 13a Artikel 2 Artikel 6 Schenking voor de betaling van kosten van een studie of de opleiding voor een beroep Artikel 13b Artikel 3 Artikel 13c Artikel 4 Artikel 14 Artikel 5 Artikel 14a Artikel 6 Artikel 6a Artikel 6b Artikel 6c Slotformulier en ondertekening Algemene informatie Titel IV De stage, de registratie van de werktijd en de beroepsopleiding van de kandidaat-notaris Algemene informatie Algemene informatie Titel 2 Eigendom van roerende zaken Titel 4 Naamloze vennootschappen Eerste afdeling Van de faillietverklaring § 2.2 Vereenvoudigd cliëntenonderzoek Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen (hoofdstuk 1 van de wet) Afdeling 1 Begripsbepalingen Opschrift Artikel 31 Opschrift Opschrift Artikel 4 Artikel 1 Artikel 6 Artikel 1 Reikwijdte en definitie Artikel 1 Artikel 32 Aanhef Aanhef Artikel 5 Artikel 2 Artikel 7 Artikel 2 In belangrijke mate onderhouden van kinderen Artikel 2 Artikel 33 Artikel 6 Artikel 3 Artikel 2a Ingegane lijfrenten waarvan de termijnen niet in geldeenheden, maar in units zijn vastgesteld Artikel 34 Artikel 2a Artikel 7 Artikel 3a Artikel 2b Ingegane lijfrenterekeningtermijnen of lijfrentebeleggingsrechttermijnen waarvan de omvang niet in geldeenheden, maar in units is vastgesteld Artikel 35 Artikel 3 Artikel 8 Artikel 3b Artikel 36 Artikel 4 Artikel 9 Artikel 3d Artikel 10 Artikel 5 Artikel 4 Artikel 11 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 12 Artikel 5a Artikel 7 Artikel 13 Artikel 6 Slotformulier en ondertekening Artikel 8 Artikel 14 Artikel 7 Artikel 9 Artikel 15 Artikel 8 Artikel 10 Slotformulier en ondertekening Artikel 16 Artikel 9 Artikel 11 Artikel 17 Artikel 10 Artikel 18 Artikel 12 Artikel 11 Artikel 19 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 13 Artikel 14 Artikel 13a Artikel 15 Artikel 14 Artikel 14b Artikel 15 Artikel 15a Artikel 15b Artikel 15c Artikel 15d Artikel 16 Artikel 17 Artikel 18 Artikel 19 Artikel 19a Artikel 19b Tweede Boek Van de regten en verpligtingen uit scheepvaart voortspruitende § 1.3 Groepen Hoofdstuk 2 Raamwerk Hoofdstuk IIIA Bedrijfsopvolging Artikel 2e Artikel 35b Artikel 2f Artikel 35c Artikel 35d Artikel 35e Artikel 35f Vierde Boek Arbitrage Boek 10 Internationaal privaatrecht Hoofdstuk 5 Bepalingen met betrekking tot het bewaren van bewijsstukken en training Titel 1 Koop en ruil Titel 3 Het erfrecht bij versterf van de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot en van de kinderen alsmede andere wettelijke rechten Titel 5 Het huwelijk Inleidende bepalingen Artikel 1a Artikel 1b Tweede afdeling Homologatie van een onderhands akkoord Algemene informatie Hoofdstuk I Belastingplicht Hoofdstuk IIA Heffing ter zake van intracommunautaire verwervingen Opschrift Artikel 1 Aanhef Artikel 2 Artikel 3 Artikel 4 Artikel 5 Artikel 5a Artikel 5b Artikel 6 Artikel 6a Artikel 7 Artikel 8 Artikel 8a Slotformulier en ondertekening Bijlage bij artikel 1.1 van deze wet Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Algemene informatie Titel 4 Verkrijging en verlies van goederen Titel 2 Overgang van vorderingen en schulden en afstand van vorderingen Hoofdstuk II Assurantiebelasting Hoofdstuk 2 Registratie van notariële akten langs elektronische weg bij de KNB Eerste titel Algemene regels Artikel 1 Opschrift Artikel 8 Artikel 2 Artikel 430 Artikel 1a Aanhef Artikel 9 Artikel 3 Artikel 431 Artikel 2 Artikel 9a Artikel 4 Artikel 431a Artikel 2a Artikel 5 Artikel 432 Artikel 3 Artikel 3a Artikel 6 Artikel 433 Artikel 3b Artikel 7 Artikel 434 Artikel 3c Artikel 8 Artikel 434a Artikel 3d Artikel 9 Artikel 435 Artikel 4 Slotformulier en ondertekening Artikel 436 Artikel 4a Artikel 437 Artikel 5 Artikel 6 Artikel 438 Artikel 7 Artikel 438a Artikel 7a Artikel 438b Artikel 7b Artikel 438c Artikel 7c Artikel 7d Artikel 7e Titel V De akten, minuten, grossen en afschriften Algemene informatie Eerste afdeling Van de verlening van surseance van betaling en haar gevolgen Tweede titel De dagvaardingsprocedure in eerste aanleg § 3.2 De Meldingsplicht Hoofdstuk II Voorwerp van de belasting bij binnenlandse belastingplichtigen Hoofdstuk IV Kapitaalsbelasting Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen (Hoofdstuk 1 van de wet) Hoofdstuk III Bedrijfsopvolging Artikel 37 Opschrift Artikel 214 Artikel 15 Artikel 1 Reikwijdte en definitie Artikel 7 Hetgeen tot een objectieve onderneming wordt gerekend Artikel 38 Aanhef Artikel 215 Artikel 16 Artikel 1a Pensioenregeling; vrijwillige voortzetting Artikel 8 In het kader van een bedrijfsoverdracht uitgegeven preferente aandelen Artikel 39 Artikel 215a Artikel 16a Artikel 9 Bezitsperiode voor het overlijden, onderscheidenlijk voor de schenking Artikel 40 Artikel 216 Artikel 17 Artikel 10 Voortzettingsperiode Artikel 41 Artikel 217 Artikel 42 Artikel 18 Artikel 43 Artikel 218 Artikel 18a Artikel 44 Artikel 219 Artikel 45 Artikel 220 Artikel 45a Artikel 221 Artikel 46 Artikel 222 Artikel 47 Slotformulier en ondertekening Artikel 222a Artikel 48 Artikel 49 Artikel 222b Artikel 49a Artikel 223 Artikel 49b Artikel 223a Artikel 49c Artikel 223b Artikel 50 Artikel 224 Artikel 51 Artikel 225 Artikel 52 Artikel 53 Artikel 226 Artikel 227 Artikel 228 Artikel 229 Artikel 230 Artikel 231 Artikel 231a Artikel 232 Artikel 233 Artikel 234 Artikel 235 Artikel 236 Artikel 236a Artikel 237 Artikel 237a Artikel 237b Artikel 238 Artikel 239 Artikel 240 Artikel 241 Artikel 241a Artikel 241b Artikel 241c Artikel 241d Artikel 241e Artikel 242 Artikel 243 Artikel 244 Artikel 245 Artikel 246 Artikel 247 Artikel 247a Artikel 247b Artikel 247c Artikel 247d Artikel 248 Artikel 249 Artikel 249a Artikel 250 Artikel 250a Artikel 251 Titel 3 Eigendom van onroerende zaken Titel 5 Besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid Vijfde titel A Van koop en verkoop op afbetaling Tweede afdeling Van de gevolgen der faillietverklaring § 2.3 Verscherpt cliëntenonderzoek Hoofdstuk 2 Raamwerk (hoofdstuk 2 van de wet) Artikel 20 Artikel 20 Artikel 8 Artikel 3 Woonplaatsfictie; aanwijzing mogendheid Artikel 21 Artikel 21 Artikel 9 Artikel 4 Tijdsevenredige vermindering heffingskorting Artikel 22 Artikel 22 Artikel 9a Artikel 4a Toerekening afgezonderd particulier vermogen Artikel 23 Artikel 22a Artikel 24 Artikel 23 Artikel 25 Artikel 24 Artikel 26 Artikel 25 Artikel 27 Artikel 26 Artikel 28 Artikel 27 Artikel 29 Artikel 28 Artikel 30 Artikel 29 Artikel 31 Artikel 30 Artikel 32 Artikel 31 Artikel 33 Artikel 32 Artikel 34 Artikel 33 Artikel 35 Artikel 33a Artikel 36 Artikel 34 Artikel 35 Artikel 35a Artikel 35b Artikel 36 Artikel 36a Artikel 37 Artikel 37a Artikel 37b Artikel 38 Artikel 38a Artikel 39 Artikel 40 Artikel 41 Artikel 42 Artikel 42a Artikel 43 Artikel 45 Artikel 47 Artikel 48 Artikel 49 Artikel 50 Artikel 51 Artikel 52 Artikel 53 Artikel 54 Artikel 55 Artikel 56 Artikel 57 Artikel 58 Artikel 59 Artikel 59a Artikel 60 Artikel 60a Artikel 60b Artikel 61 Artikel 62 Artikel 63 Artikel 63a Artikel 63b Artikel 63c Artikel 63d Artikel 63e Hoofdstuk 6 Overgangs- en slotbepalingen Hoofdstuk I Algemene bepalingen Hoofdstuk 3 Heffingsgrondslag bij werk en woning Hoofdstuk IIIb Verkrijging blote eigendom van een eigen woning Afdeling 1A Elektronisch vermogensrechtelijk rechtsverkeer Afdeling 1 Belastbaar feit Artikel 36 Artikel 1 Artikel 35g Artikel 15a Artikel 2 Artikel 37 Artikel 2 Artikel 15b Artikel 38 Artikel 3 Artikel 3 Artikel 39 Artikel 15c Artikel 4 Artikel 3a Artikel 40 Artikel 15d Artikel 5 Artikel 41 Artikel 3b Artikel 15e Artikel 42 Artikel 6 Artikel 4 Artikel 42a Artikel 15f Artikel 5 Artikel 7 Artikel 43 Artikel 5a Artikel 8 Artikel 44 Artikel 5b Artikel 45 Artikel 5c Artikel 46 Artikel 47 Artikel 5d Artikel 48 Artikel 5e Artikel 48a Artikel 48b Artikel 48c Artikel 48d Artikel 48e Artikel 48f Artikel 49 Artikel 50 Artikel 51 Algemene informatie Titel 1aa Overeenkomsten voor de levering van digitale inhoud en digitale diensten tussen handelaren en consumenten Titel 4 Uiterste willen Titel 5A Het geregistreerd partnerschap Eerste titel Van kooplieden en van daden van koophandel Hoofdstuk I Veilingen Hoofdstuk 1 Algemene bepaling Afdeling 1 Algemene bepalingen Opschrift Artikel 80a Artikel 2 Artikel 2 Artikel 1 Artikel 53 Aanhef Artikel 80b Artikel 3 Artikel 53a Artikel 80c Artikel 4 Artikel 54 Artikel 80d Artikel 5 Artikel 54a Artikel 80e Artikel 55 Artikel 80f Artikel 56 Artikel 80g Artikel 57 Artikel 57a Artikel 58 Artikel 59 Artikel 60 Slotformulier en ondertekening Artikel 61 Bijlage I bij artikel 1.1 van dit besluit (begrippen) Artikel 62 Bijlage II bij de artikelen 2.0b, 2.0c en 11.11, eerste lid, van dit besluit (veiligheid waterkeringen) Artikel 63 Bijlage IIa bij de artikelen 2.0h en 2.0i, eerste lid, van dit besluit (veiligheid andere dan primaire waterkeringen in beheer bij het Rijk) Bijlage III bij de artikelen 2.10, eerste en derde lid, 4.13, tweede lid, en 4.15, derde lid, van dit besluit (omgevingswaarden voor prioritaire stoffen en bepaalde krw-verontreinigende stoffen voor de goede chemische toestand van een krw-oppervlaktewaterlichaam) Bijlage IIIa bij artikel 2.11 van dit besluit (indicatoren voor de goede ecologische kwaliteit) Bijlage IV bij de artikelen 2.14, eerste lid, en 4.17, derde lid, van dit besluit (omgevingswaarden voor de goede chemische toestand van grondwaterlichamen) Bijlage V bij artikel 2.15, eerste lid, van dit besluit (omgevingswaarden voor water onttrokken op een waterwinlocatie gelegen in een krw-oppervlaktewaterlichaam) Bijlage Va bij artikel 3.51 van dit besluit (reductiepunten financiële doelmatigheid geluidbeperkende maatregelen) Bijlage Vb bij de artikelen 3.55 en 5.89j, tweede lid, van dit besluit (MTR) Bijlage Vc bij artikel 3.67 van dit besluit (soorten invasieve exoten waartegen provinciebestuur maatregelen neemt) Bijlage Vd bij artikel 4.12a van dit besluit (signaleringsparameter beoordeling grondwatersanering) Bijlage VI bij artikel 5.3, tweede en derde lid, van dit besluit (beperkt kwetsbare en kwetsbare gebouwen en locaties en zeer kwetsbare gebouwen) Bijlage VII bij de artikelen 5.4, 5.8, eerste en tweede lid, 5.9, tweede lid, 5.13, eerste, tweede en vierde lid, 5.14, vijfde lid, 5.16, eerste en derde lid, 8.12, eerste lid, en 11.1 tot en met 11.5 van dit besluit (opslag, productie, gebruik en vervoer van gevaarlijke stoffen en windturbines) Bijlage VIII bij artikel 5.23 van dit besluit (explosieaandachtsgebieden vuurwerk) Bijlage IX bij artikel 5.28 van dit besluit (civiele explosieaandachtsgebieden) Bijlage X bij artikel 5.32 van dit besluit (militaire explosieaandachtsgebieden) Bijlage XI bij artikel 5.39 van dit besluit (kustfundament) Bijlage XII bij artikel 5.41, eerste lid, van dit besluit (grote rivieren) Bijlage XIII bij de artikelen 5.76, 8.19 en 8.42 van dit besluit (militaire terreinen met militaire schietbanen en militaire springterreinen waarvoor in het omgevingsplan de standaardwaarde voor het toelaatbare geluid op een geluidgevoelig gebouw moet worden opgenomen) Bijlage XIIIa bij artikel 5.89i, eerste lid, van dit besluit (stoffenlijst toelaatbare kwaliteit bodem) Bijlage XIIIb bij artikel 5.89j, tweede lid, van dit besluit (TCL en geurdrempel) Bijlage XIIIc bij artikel 5.129a van dit besluit (PKB-Waddenzee en Waddengebied) Bijlage XIV bij de artikelen 5.150, 5.155, eerste lid, en 7.6, tweede lid, van dit besluit (locaties van militaire terreinen en terreinen met militaire objecten en maximale hoogtes van bouwwerken in radarverstoringsgebieden) Bijlage XV bij artikel 5.156 van dit besluit (locaties elektriciteitsvoorziening) Bijlage XVa bij artikel 5.161a van dit besluit (locaties van communicatie-, navigatie- en radarapparatuur buiten Schiphol of overige luchthavens van nationale en regionale betekenis en maximale hoogte van bouwwerken in gebieden waar deze de werking van die apparatuur kunnen verstoren) Bijlage XVI bij artikel 5.161b van dit besluit (landelijke fiets- en wandelroutes) Bijlage XVII bij artikel 7.4, eerste lid, van dit besluit (kernkwaliteiten werelderfgoederen en erfgoederen op de Voorlopige Lijst werelderfgoed) Bijlage XVIII bij de artikelen 8.9, vierde lid, 8.10, 8.33, tweede lid, 8.88, derde lid, 8.93, en 8.98 van dit besluit (informatiedocumenten over milieubelastende activiteiten, lozingsactiviteiten op een oppervlaktewaterlichaam of lozingsactiviteiten op een zuiveringtechnisch werk) Bijlage XVIIIa bij de artikelen 8.62c, 8.62l en 8.62m van dit besluit (standaardwaarden voor het grondwater) Bijlage XIX bij artikel 8.89, tweede lid, van dit besluit (toetsingswaarden voor het te infiltreren water) 264954.png 264955.png 264956.png 264957.png 264958.png 264959.png 264960.png 264949.png 264950.png 264951.png 264952.png 265040.png 260565.png 260560.png 260561.png 260562.png 260563.png 260564.png 260559.png Hoofdstuk 1a Bepalingen omtrent authentieke gegevens en de inhoud en inrichting van registraties Algemene informatie Eerste titel Van rechtspleging in zaken van verkeersmiddelen en vervoer § 4.1 Toezicht op de naleving en samenwerking Hoofdstuk II Voorwerp van de belasting Hoofdstuk III Heffing ter zake van invoer Hoofdstuk 1 Begripsbepalingen en algemene bepalingen Opschrift Artikel 24 Artikel 9 Aanhef Artikel 25 Artikel 10 Artikel 26 Artikel 10a Artikel 27 Artikel 11 Artikel 11a Artikel 11b Artikel 11c Artikel 11d Artikel 11e Artikel 12 Artikel 12a Artikel 13 Artikel 13bis Artikel 13ter Slotformulier en ondertekening Artikel 13a Bijlage behorend bij artikel 1cb Artikel 14 123954.png 123955.png Hoofdstuk 1 Reikwijdte en definities Algemene informatie Titel VA De elektronische notariële akte Titel 5 Bezit en houderschap Titel 3 Onrechtmatige daad Eerste afdeling Het uitspreken van de toepassing van de schuldsaneringsregeling Hoofdstuk III Kapitaalsbelasting 1 Inleiding I Algemene bepalingen Hoofdstuk 3 De registratie van onderhandse akten bij de Belastingdienst Tweede titel Van de gerechtelijke tenuitvoerlegging op goederen die geen registergoederen zijn Afdeling 1 De ambtenaar van de burgerlijke stand Artikel 1 Reikwijdte Opschrift Artikel 53a Artikel 107 Artikel 284 Artikel 10 Artikel 10 Artikel 16 Artikel 2 Vaste inrichting Aanhef Artikel 53b Artikel 108 Artikel 285 Artikel 11 Artikel 11 Artikel 16a Artikel 3 Uitbreiding begrip Mogendheid Artikel 53c Artikel 109 Artikel 286 Artikel 12 Artikel 12 Artikel 4 Gebied van een andere Mogendheid Artikel 53d Artikel 16b Artikel 110 Artikel 287 Artikel 13 Artikel 13 Artikel 5 Dividenden, interest en royalty's Artikel 53e Artikel 16c Artikel 111 Artikel 287a Artikel 6 Ontwikkelingsland Artikel 14 Artikel 53f Artikel 14 Artikel 16d Artikel 53g Artikel 112 Artikel 287b Artikel 15 Artikel 15 Artikel 53h Artikel 113 Artikel 288 Artikel 16 Artikel 16 Artikel 53i Artikel 114 Artikel 289 Artikel 17 Artikel 53j Artikel 115 Artikel 290 Artikel 18 Artikel 53k Artikel 116 Artikel 291 Artikel 117 Artikel 292 Slotformulier en ondertekening Artikel 118 Artikel 293 Bijlage A bij artikel 7 van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015 Artikel 119 Artikel 294 Bijlage B bij artikel 13a van de Uitvoeringsregeling Wmo 2015 Artikel 120 Artikel 294a Artikel 121 Artikel 294b Artikel 122 Artikel 123 Artikel 124 Artikel 125 Inleidende bepaling Tweede afdeling Van het akkoord Derde titel De verzoekschriftprocedure in eerste aanleg § 3.3 Vrijwaring Hoofdstuk III Voorwerp van de belasting bij buitenlandse belastingplichtigen Hoofdstuk V Beursbelasting Hoofdstuk 2 Raamwerk (Hoofdstuk 2 van de wet) Hoofdstuk IV Bijzondere bepalingen Afdeling 1 Belastbaar feit Inleidende bepaling Artikel 252 Artikel 19 Artikel 17 Artikel 40 Artikel 2 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; vermindering verschuldigde inkomstenbelasting bij kiezende belastingplichtige Artikel 11 Uitbreiding aangifteplicht Artikel 3 Artikel 253 Artikel 20 Artikel 17a Artikel 41 Artikel 3 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; vermindering bij inkomen uit werk en woning Artikel 12 Opgave verzekeraar en uitvoerder derdebeding Artikel 3a Artikel 254 Artikel 20a Artikel 18 Artikel 42 Artikel 4 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; verrekening dividendbelasting alsmede bronbelasting op inkomsten uit spaargelden bij inkomen uit werk en woning Artikel 3b Artikel 255 Artikel 20b Artikel 19 Artikel 43 Artikel 5 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; doorschuifregeling Artikel 3c Artikel 256 Artikel 44 Artikel 6 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; inhaalregeling Artikel 4 Artikel 257 Artikel 45 Artikel 7 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; vermindering bij inkomen uit aanmerkelijk belang Artikel 257a Artikel 46 Artikel 8 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; verrekening dividendbelasting alsmede bronbelasting op inkomsten uit spaargelden bij inkomen uit aanmerkelijk belang Artikel 258 Artikel 47 Artikel 9 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; vermindering bij voordeel uit sparen en beleggen Artikel 259 Artikel 48 Artikel 10 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor buitenlandse belastingplichtigen; verrekening dividendbelasting alsmede bronbelasting op inkomsten uit spaargelden bij voordeel uit sparen en beleggen Artikel 260 Artikel 49 Artikel 11 Heffingsgrondslagen; keuzerecht voor in het buitenland geworven deskundigen Artikel 261 Artikel 50 Artikel 11bis Toerekeningsregels; meldingsplicht bij artikel 2.14, derde lid, onderdeel d, van de wet Artikel 262 Artikel 51 Artikel 263 Artikel 264 Artikel 265 Artikel 266 Artikel 267 Artikel 268 Artikel 268a Artikel 269 Artikel 269a Artikel 269b Artikel 270 Artikel 271 Artikel 272 Artikel 273 Artikel 274 Artikel 275 Artikel 276 Artikel 277 Artikel 278 Artikel 279 Artikel 280 Artikel 281 1 Algemeen deel Titel 4 Bevoegdheden en verplichtingen van eigenaars van naburige erven Titel 6 Stichtingen Zevende titel Van huur en verhuur Derde afdeling Van het bestuur over de failliete boedel § 2.4 Uitbesteding van cliëntenonderzoek Hoofdstuk 1 Periodieke uitkeringen, vruchtgebruik, leegwaarderatio van verhuurde woningen en waarde van erfpachtcanon Hoofdstuk 3 Heffingsgrondslag bij werk en woning (hoofdstuk 3 van de wet) Afdeling 1 Algemene bepalingen Artikel 285 Artikel 37 Artikel 10 Artikel 5 Artikel 5 Belastbare winst uit onderneming; verliezen uit de aanloopfase van een onderneming Artikel 1 Artikel 286 Artikel 38 Artikel 6 Artikel 6 Belastbare winst uit onderneming; overige vrijstellingen; gedeeltelijke vrijstelling van bos en natuur Artikel 2 Artikel 287 Artikel 39 Artikel 7 Artikel 6a Belastbare winst uit ondernemingen; overige vrijstellingen; vrijstelling voor projecten gericht op hinderbeperking tijdens grootschalige wegwerkzaamheden Artikel 3 Artikel 288 Artikel 40 Artikel 8 Artikel 7 Belastbare winst uit onderneming; van aftrek uitgesloten kosten ten behoeve van de belastingplichtige; werkkleding Artikel 4 Artikel 289 Artikel 41 Artikel 9 Artikel 8 Belastbare winst uit onderneming; in aftrek beperkte kosten ten behoeve van de belastingplichtige; verhuizing in kader van onderneming Artikel 5 Artikel 290 Artikel 42 Artikel 10 Artikel 9 Belastbare winst uit onderneming; bijtelling privégebruik auto Artikel 291 Artikel 43 Artikel 10a Artikel 9a Constatering van het niet afgenomen zijn van de netto-tonnage van bepaalde schepen Artikel 291a Artikel 44 Artikel 10b Artikel 10 Belastbare winst uit onderneming; loon- en prijswijzigingen na afloop jaar en betaling Artikel 292 Artikel 45 Artikel 11 Aangewezen staten bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte Artikel 292a Artikel 46 Artikel 12 Belastbare winst uit onderneming; scholingsaftrek; bijdragen aan een scholingsfonds Artikel 293 Artikel 47 Artikel 13 Belastbare winst uit onderneming; delegatiebepaling scholingsaftrek; door ondernemer zelf verzorgde scholing Artikel 294 Artikel 48 Artikel 13a Belastbare winst uit onderneming; verkorting driejaarstermijn bij doorschuiving naar ondernemers of werknemers Artikel 295 Artikel 49 Artikel 14 Belastbaar loon; pensioen in grensoverschrijdende situaties Artikel 296 Artikel 50 Artikel 15 Belastbaar loon; fietsaftrek Artikel 297 Artikel 51 Artikel 16 Belastbaar loon; reisaftrek Artikel 297a Artikel 52 Artikel 17 Belastbare periodieke uitkeringen en verstrekkingen; vrijstellingen publiekrechtelijke uitkeringen Artikel 297b Artikel 53 Artikel 17bis Verdeling spaarrekening eigen woning en beleggingsrecht eigen woning bij meer dan één gerechtigde Artikel 298 Artikel 54 Artikel 17a Aanvullende bepalingen met betrekking tot de eigenwoningreserve Artikel 298a Artikel 55 Artikel 17aa Nadere regeling aflossingsmoment eigenwoningschuld Artikel 299 Artikel 56 Artikel 17b Informatieplicht bij schulden bij anderen dan aangewezen administratieplichtigen; te verstrekken gegevens Artikel 57 Artikel 299a Artikel 18 Negatieve uitgaven voor inkomensvoorzieningen; voorwaarden arbeidsongeschiktheid Artikel 58 Artikel 300 Artikel 19 Uitgaven voor kinderopvang Artikel 59 Artikel 300a Artikel 20 Uitgaven voor kinderopvang; voorwaarden Artikel 301 Artikel 21 Uitgaven voor kinderopvang; in aanmerking te nemen uitgaven Artikel 302 Artikel 22 Waardering niet in geld genoten inkomen; privé-gebruik auto Artikel 303 Artikel 23 Verliesverrekening; formalisering achterwaartse verliesverrekening Artikel 304 Artikel 24 Middeling Artikel 305 Artikel 24a Beperking geldingsduur verklaring arbeidsrelatie Artikel 306 Artikel 24b Beperking geldingsduur verklaring arbeidsrelatie Artikel 307 Algemeene Bepaling Hoofdstuk II Aangifte Hoofdstuk 4 Heffingsgrondslag bij aanmerkelijk belang Hoofdstuk IV Aangifte, aanslag en conserverende aanslag Hoofdstuk 1 Algemeen Eerste afdeling Rechtsmacht van de Nederlandse rechter Afdeling 1 Belastbaar feit Artikel 309 Artikel 6 Artikel 36 Artikel 1.1 Reikwijdte Artikel 1 Artikel 20 Artikel 7 Artikel 37 Artikel 1.2 Definities Artikel 2 Artikel 21 Artikel 7a Artikel 38 Artikel 3 Artikel 8 Artikel 39 Artikel 4 Artikel 9 Artikel 40 Artikel 5 Artikel 10 Artikel 41 Artikel 6 Artikel 10a Artikel 42 Artikel 43 Artikel 6a Artikel 44 Artikel 7 Artikel 45 Artikel 8 Artikel 46 Artikel 9 Artikel 47 Artikel 10 Artikel 48 Artikel 11 Artikel 12 Artikel 13 Artikel 14 Hoofdstuk 2 Openbare registers voor registergoederen Titel 1a Overeenkomsten betreffende het gebruik in deeltijd, vakantieproducten van lange duur, bijstand en uitwisseling Titel 5 Onderscheiden soorten van uiterste wilsbeschikkingen Titel 6 Rechten en verplichtingen van echtgenoten Eerste titel Arbitrage in Nederland Titel 1 Algemene bepalingen Tweede titel Vervallen. § 5.1 Het bewaren van bewijsstukken Hoofdstuk I A Verkopen op afstand Hoofdstuk 2 Belastingplicht (Hoofdstuk I van de wet) Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen Afdeling 1B Het voeren van een administratie Afdeling 1 Algemene bepalingen Afdeling 2 Maatstaf van heffing Artikel 50a Artikel 81 Artikel 1 Artikel 6 Artikel 33 Artikel 2a Artikel 2 Artikel 1.1.1 Artikel 15i Artikel 64 Artikel 9 Artikel 50b Artikel 82 Artikel 2 Artikel 7 Artikel 34 Artikel 2b Artikel 2a Artikel 15j Artikel 65 Artikel 10 Artikel 50c Artikel 83 Artikel 3 Artikel 8 Artikel 2b Artikel 66 Artikel 11 Artikel 50d Artikel 84 Artikel 4 Artikel 9 Artikel 2c Artikel 67 Artikel 12 Artikel 50e Artikel 85 Artikel 5 Artikel 10 Artikel 2ca Artikel 67a Artikel 13 Artikel 50f Artikel 86 Artikel 6 Artikel 11 Artikel 2d Artikel 50g Artikel 67b Artikel 87 Artikel 7 Artikel 12 Artikel 2e Artikel 50h Artikel 88 Artikel 8 Artikel 13 Artikel 2f Artikel 67c Artikel 50i Artikel 89 Artikel 9 Artikel 2g Artikel 68 Artikel 90 Artikel 10 Artikel 2h Artikel 69 Artikel 91 Artikel 11 Artikel 3 Artikel 70 Artikel 92 Artikel 12 Artikel 3bis Artikel 71 Artikel 92a Artikel 13 Artikel 3a Artikel 72 Artikel 14 Artikel 4 Artikel 73 Artikel 15 Artikel 5 Artikel 16 Artikel 6 Artikel 74 Artikel 17 Artikel 7 Artikel 75 Artikel 76 Artikel 76a Artikel 77 Artikel 78 Artikel 78a Titel VI De kosten van de ambtelijke werkzaamheden Hoofdstuk 2 Inkomstenbelasting Eerste Boek De wijze van procederen voor de rechtbanken, de hoven en de Hoge Raad Algemene informatie § 1 Algemene bepalingen Tweede titel Van procedures betreffende een nalatenschap of een gemeenschap § 4.2 Handhavingsbevoegdheden Hoofdstuk IIA Vrije vergoedingen en verstrekkingen Hoofdstuk IV Uitvoer van goederen Hoofdstuk I Algemene bepalingen Hoofdstuk 1 Aanpassingen Hoofdstuk 2 De verzekerden Afdeling 2 De raad van commissarissen bij de grote coöperatie en bij de grote onderlinge waarborgmaatschappij Afdeling 2.1 Belastingplichtigen Artikel 54 Opschrift Artikel 369 Artikel 28 Artikel 15 Artikel 24 Artikel 1 Artikel 63a Artikel 2.1 Belastingplichtigen Artikel 55 Aanhef Artikel 29 Artikel 15a Artikel 2 Artikel 63b Artikel 56 Artikel 2.2 Woonplaatsfictie Artikel 30 Artikel 15b Artikel 3 Artikel 63c Artikel 31 Artikel 15c Artikel 63d Artikel 32 Artikel 15d Artikel 63e Artikel 32a Artikel 16 Artikel 63f Artikel 32b Artikel 16a Artikel 32c Artikel 16b Artikel 63g Artikel 32d Artikel 16c Artikel 63h Artikel 17 Artikel 63i Artikel 17a Artikel 63j Artikel 63k Slotformulier en ondertekening Titel 1 Overgangsbepalingen in verband met Boek 1 Hoofdstuk 1 Inleidende bepalingen Titel 6 Bewind Titel 4 Verbintenissen uit andere bron dan onrechtmatige daad of overeenkomst Tweede afdeling De gevolgen van de toepassing van de schuldsaneringsregeling Derde titel Van de gerechtelijke tenuitvoerlegging op onroerende zaken 1 Inleiding Hoofdstuk IV Beursbelasting 2 Algemeen II Zeerecht Hoofdstuk 4 Overige bepalingen Afdeling 1 Koop: Algemene bepalingen Afdeling 1 Het erfrecht bij versterf van de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot en van de kinderen Algemene bepaling Artikel 1 Artikel 126 Artikel 295 Artikel 17 Artikel 19 Artikel 1 Artikel 13 Artikel 30 Artikel 2 Artikel 295a Artikel 18 Artikel 20 Artikel 14 Artikel 2 Artikel 3 Artikel 296 Artikel 19 Artikel 21 Artikel 4 Artikel 3 Artikel 15 Artikel 297 Artikel 22 Artikel 5 Artikel 4
Wetstructuur
Civiel