Toestemming art. 1:88 BW voor borgtocht

Casus De man is een borgtochtovereenkomst aangegaan. De voor het aangaan van deze borgtochtovereenkomst krachtens art. 1:88 lid 1 sub c BW vereiste toestemming van de echtgenote ontbreekt, omdat de man de handtekening van zijn vrouw heeft vervalst. De vrouw heeft zich door middel van een buitengerechtelijke verklaring op de nietigheid van de borgtocht beroepen. Het beroep van de bank op de goede trouw als bedoeld in art.1:89 lid 2 BW wordt verworpen. De bank stelt de akte van borgtocht naar het…