HR 06-06-2008, nr 42677

In 2007 verwerft A BV alle aandelen in X BV. Tot de activa van X BV behoren een bedrijfspand en een erfpachtrecht. In de akte van vestiging van het erfpachtrecht is bepaald dat het perceel is bestemd om te worden gebruikt voor het vestigen van een pompstation. In geschil is of X BV kwalificeert als een onroerendezaaklichaam. Volgens A BV is sprake van een recht van erfpacht en een daarnaast bestaand recht op het vestigen van een pompstation. Het bedrag waarvoor het pompstation op de balans staat, moet evenredig aan beide rechten worden toegerekend, zodat A BV niet aan de beziteis voldoet.
De inhoud van een erfpachtrecht wordt hoofdzakelijk bepaald door de akte van vestiging. In de praktijk zijn het vooral de erfpachtvoorwaarden die de inhoud bepalen. In de erfpachtvoorwaarden wordt de bestemming van het perceel beperkt. Deze voorwaarde houdt rechtstreeks verband met het wezen van het erfpachtrecht. Aan de voorwaarde komt derhalve goederenrechtelijke werking toe en behoort tot de inhoud van het erfpachtrecht.
Het Hof bevestigt het oordeel van de Rechtbank dat het totale bedrag waarvoor het pompstation op de balans staat aan het erfpachtrecht moet worden toegerekend. A BV kwalificeert als een onroerendezaaklichaam.