Kennisbank voor het notariaat
Wetstoelichting

Belastingplichtige lichamen (art. 2 Wet Vpb)

1 Inleiding 2 Historie wetsvoorstel Wet fiscaal kwalificatiebeleid (buitenlandse)rechtsvormen en afschaffen open CV 2.1 Historie FBI- en VBI-regime 2.2 FBI 2.3 VBI 3 Historie Wet aanpassing fonds voor gemene rekening, vrijgestelde beleggingsinstelling en fiscale beleggingsinstelling 3.1 Internetconsultatie 3.2 Vastgoed FBI 3.3 VBI 3.4 Fonds voor gemene rekening (FGR) 3.5 Tijdelijke vrijstelling overdrachtsbelasting 2024 3.6 Uitstel van betaling 4 Binnenlandse en buitenlandse belastingplicht 5 De verschillende lichamen van art. 2 Wet VPB 5.1 Ad a. NV, BV en open CV 5.1.1 Open CV tot 1 januari 2025 5.1.2 Afschaffen open CV met ingang van 1 januari 2025 5.1.3 Overgangsrecht open CV 5.1.3.1 Vervreemdingsficties 5.1.3.2 Doorschuiffaciliteiten 5.1.4 Tijdelijke vrijstelling overdrachtsbelasting 2024 5.1.5 Restcategorie tot 1 januari 2025 (bijvoorbeeld maatschap op aandelen) 5.1.5.1 Afschaffen restcategorie 5.1.5.2 Overgangsrecht restcategorie 5.1.6 Buitenlandse rechtsvormen 5.2 Ad b. Coöperatie en vereniging op coöperatieve grondslag 5.3 Ad c. Onderlinge waarborgmaatschappij 5.4 Ad d. Verenigingen en stichtingen in het belang van de volkshuisvesting werkzaam 5.5 Ad e. Verenigingen en stichtingen die een onderneming drijven 5.6 Ad f. Fondsen voor gemene rekening (tot 1 januari 2025) 5.6.1 Open fonds voor gemene rekening vanaf 1 januari 2025 5.6.2 Overgangsrecht open FGR 5.6.3 Besloten fonds voor gemene rekening 5.7 Ad g. Ondernemingen van publiekrechtelijke rechtspersonen 5.7.1 Directe overheidsbedrijven 5.7.2 Indirecte overheidsbedrijven 5.7.3 Ondernemingsfictie 6 Vastgoedfondsen 6.1 Enkele algemene aspecten 6.1.1 Fondsvehikel 6.1.2 Investeerders 6.1.3 Investeringen 6.2 Fiscale kwalificatie van vastgoedfondsen 6.2.1 Transparantie in de inkomsten- en vennootschapsbelasting 6.3 Niet-transparante rechtsfiguren 6.3.1 Vennootschapsbelastingplichtig lichaam 6.3.2 Fiscale beleggingsinstelling tot 1 januari 2025
Bijgewerkt tot 08-02-2024 Auteur De redactie

1 InleidingOp grond van de Wet Vpb wordt belasting geheven over winsten van lichamen en entiteiten. Art. 2 en 3 Wet Vpb geeft een opsomming van de lichamen die belastingplichtig zijn, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen binnenlandse en buitenlandse belastingplichtigen. Per 1 januari 2024 treden belangrijke wijzigingen in werking op grond van de hierna genoemde wetten in het Belastingpakket 2024. Onder 1.1 tot en met 1.3 wordt de historie van deze wetten kort weergegeven. Daarna…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Wet- en regelgeving


Artikel 2

  • 1

    Als binnenlandse belastingplichtigen zijn aan de belasting onderworpen de in Nederland gevestigde:

    • a.

      naamloze vennootschappen, besloten vennootschappen met beperkte aansprakelijkheid, open commanditaire vennootschappen en andere vennootschappen welker kapitaal geheel of ten dele in aandelen is verdeeld;

    • b.

      coöperaties en verenigingen op coöperatieve grondslag;

    • c.

      onderlinge waarborgmaatschappijen en verenigingen welke op onderlinge grondslag als verzekeraar of bank optreden;

    • d.

      verenigingen en stichtingen die op de voet van de Woningwet bij koninklijk besluit zijn toegelaten als instellingen die in het belang van de volkshuisvesting werkzaam zijn;

    • e.

      hiervoor niet genoemde verenigingen en stichtingen alsmede andere dan publiekrechtelijke rechtspersonen, indien en voor zover zij een onderneming drijven;

    • f.

      fondsen voor gemene rekening;

    • g.

      publiekrechtelijke rechtspersonen, niet zijnde de Staat, die niet al op grond van de onderdelen a, b, c, d en e belastingplichtig zijn, voor zover zij een onderneming drijven.

  • 2

    Als binnenlandse belastingplichtigen zijn mede aan de belasting onderworpen de ondernemingen gedreven door de Staat. Voor de toepassing van deze wet worden alle ondernemingen gedreven door de Staat die behoren tot eenzelfde bij koninklijk besluit ingesteld ministerie als bedoeld in artikel 44 van de Grondwet, geacht tezamen één onderneming gedreven door de Staat te vormen.

  • 3

    Als binnenlandse belastingplichtigen zijn mede aan de belasting onderworpen omgekeerde hybride lichamen.

  • 4

    Onder een fonds voor gemene rekening wordt verstaan een fonds ter verkrijging van voordelen voor de deelgerechtigden door het voor gemene rekening beleggen of anderszins aanwenden van gelden, mits van de deelgerechtigdheid in het fonds blijkt uit verhandelbare bewijzen van deelgerechtigdheid. Een fonds voor gemene rekening wordt als onderneming aangemerkt. De bewijzen van deelgerechtigdheid worden als verhandelbaar aangemerkt indien voor vervreemding niet de toestemming van alle deelgerechtigden is vereist, met dien verstande dat ingeval vervreemding uitsluitend kan plaatsvinden aan het fonds voor gemene rekening of aan bloed- en aanverwanten in de rechte linie de bewijzen niet als verhandelbaar worden aangemerkt.

  • 5

    Heeft de oprichting van een lichaam plaatsgevonden naar Nederlands recht, dan wordt voor de toepassing van deze wet, met uitzondering van de artikelen 13 tot en met 13d, 13i tot en met 13k, 14a, 14b, 15 en 15a, het lichaam steeds geacht in Nederland te zijn gevestigd. Bij een lichaam dat zonder toepassing van de eerste volzin niet een binnenlandse belastingplichtige zou zijn, wordt, in afwijking van hoofdstuk II, het voordeel uit hoofde van een aanmerkelijk belang als bedoeld in artikel 17, derde lid, onderdeel b, bepaald op de voet van hoofdstuk III. Een Europese naamloze vennootschap die bij haar oprichting werd beheerst door Nederlands recht, wordt voor de toepassing van de eerste volzin geacht te zijn opgericht naar Nederlands recht.

  • 6

    De lichamen, vermeld in het eerste lid, onderdelen a, b, c en d, en het derde lid, worden geacht hun onderneming te drijven met behulp van hun gehele vermogen.

  • 7

    Voor de toepassing van deze wet wordt het bestaan van een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid steeds aangenomen, zodra en zolang een onderneming als behorende aan een naamloze vennootschap of besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid in het handelsregister staat ingeschreven.

  • 8

    De ondernemingen van een lichaam als bedoeld in het eerste lid, onderdelen e en g, worden voor de toepassing van deze wet geacht tezamen één onderneming te vormen.

  • 9

    Voor de toepassing van deze wet worden op de BES eilanden gevestigde lichamen die door de toepassing van artikel 5.2 van de Belastingwet BES geacht worden niet op de BES eilanden te zijn gevestigd, geacht in Nederland te zijn gevestigd.

  • 10

    Op schriftelijk verzoek en onder door Onze Minister te stellen voorwaarden staat de inspecteur toe dat een lichaam als bedoeld in het eerste lid, onderdeel e, geacht wordt zijn onderneming te drijven met behulp van zijn gehele vermogen, indien het lichaam als culturele instelling is aangemerkt. Het verzoek moet uiterlijk binnen zes maanden na afloop van het jaar waarop het verzoek voor het eerst betrekking heeft, worden ingediend bij de inspecteur. De inspecteur beslist op het verzoek bij voor bezwaar vatbare beschikking waarin de door Onze Minister te stellen voorwaarden zijn opgenomen. Bij inwilliging van het verzoek geldt dit tot wederopzegging door het lichaam, waarbij wederopzegging alleen mogelijk is met ingang van het tiende jaar of een veelvoud daarvan na het einde van het jaar waarvoor het verzoek voor het eerst is ingewilligd.

  • 11

    Voor de toepassing van deze wet wordt onder een publiekrechtelijke rechtspersoon verstaan een Nederlandse publiekrechtelijke rechtspersoon alsmede een daarmee vergelijkbare buitenlandse rechtspersoon.

  • 12

    Onder een omgekeerd hybride lichaam wordt verstaan een naar Nederlands recht aangegaan of in Nederland gevestigd samenwerkingsverband indien ten minste 50% van de stemrechten, kapitaalbelangen of winstrechten in dat samenwerkingsverband direct of indirect worden gehouden door een of meer aan dat samenwerkingsverband gelieerde lichamen als bedoeld in artikel 12ac, tweede lid, die zijn gevestigd in een staat die dat samenwerkingsverband als een belastingplichtige voor een naar de winst geheven belasting beschouwt en de winst van dat samenwerkingsverband voor Nederlandse belastingdoeleinden zonder toepassing van deze bepaling toerekenbaar is aan de houders van de stemrechten, kapitaalbelangen, onderscheidenlijk winstrechten, in dat samenwerkingsverband.

  • 13

    Onder een omgekeerd hybride lichaam als bedoeld in het twaalfde lid wordt niet verstaan een in dat lid bedoeld samenwerkingsverband dat belegt in effecten en een gediversifieerde portefeuille aanhoudt en dat kwalificeert als:


Kennisdossiers

Titel Categorie
Titel Vennootschap onder firma Categorie Ondernemingsrecht
Titel Hoofdelijke aansprakelijkheid Categorie Diversen

Rechtspraak

Titel Instantie Datum Nummer
Geen open fonds voor gemene rekening vanwege het ontbreken van een afgescheiden vermogen Instantie Rechtbank Gelderland Datum 09-11-2021 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2021:5963
CV is niet belastingplichtig omdat geen samenwerking met de geldschieter plaatsvond Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 26-10-2020 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2020:9185
Open fonds voor gemene rekening met verhouding 98%/2% was per 1 januari 2017 belastingplichtig voor de Vpb Instantie Rechtbank Gelderland Datum 02-04-2020 Nummer ECLI:NL:RBGEL:2020:2191
Prejudiciële vragen aan de Hoge Raad inzake fonds voor gemene rekening Instantie Hoge Raad Datum 24-01-2020 Nummer ECLI:NL:HR:2020:115
Participant in fonds voor gemene rekening is ondernemer voor de inkomstenbelasting Instantie Hoge Raad Datum 03-03-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:339
Afboeken herinvesteringsreserve Instantie Hoge Raad Datum 30-09-2005 Nummer ECLI:NL:HR:2005:AU3552

Wetsvoorstellen

Titel Dossiernr. Status Samenvatting
Wet aanpassing fonds voor gemene rekening en vrijgestelde beleggingsinstellingen Dossiernr. 36423 Status In behandeling bij de Tweede Kamer Samenvatting -
Consultatiedocument aanpassing fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen Dossiernr. nog niet bekend Status Consultatie gesloten Samenvatting -
Overige fiscale maatregelen 2008-1 Dossiernr. 31206 Status In werking getreden Samenvatting -

Beleidsbesluiten

Titel Instantie Datum Nummer Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-12-2023 Nummer 2023-255883 Samenvatting Dit besluit bevat een algemene toestemming voor de Inspecteur om verzoeken af te doen als bedoeld in artikel X lid 2 van de…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-12-2023 Nummer 2023-255882 Samenvatting Dit besluit bevat een algemene toestemming voor de Inspecteur om verzoeken af te doen als bedoeld in artikel V lid 2 van de…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 08-08-2023 Nummer 2023-11888 Samenvatting In dit besluit is beleid opgenomen over de belastingplicht voor de vennootschapsbelasting van stichtingen en verenigingen.…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 19-03-2019 Nummer 2019-30576 Samenvatting Dit besluit vervangt het besluit van 5 februari 2018, nr 2018-5551. Verduidelijkt is de instructie inzake alternatieve infor…
Instantie Staatscourant Datum 01-03-2017 Nummer 2017/125 Samenvatting Dit besluit vervangt het besluit van 5 december 2005, nr. CPP2005/1783M. De belangrijkste wijziging is het vervallen van de…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-12-2015 Nummer BLKB 2015/1511M Samenvatting Een fonds voor gemene rekening (FGR) geldt als besloten indien hetzij voor de vervreemding van de bewijzen van deelgerechtig…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-12-2015 Nummer BLKB2015/1209M Samenvatting In een nieuw CV-besluit van 15 december 2015 (nr. BLKB2015/1209M) is het eerdere CV-besluit van 11 januari 2007 (nr. CPP206/…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 05-11-2012 Nummer IFZ2012/614M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 11-12-2009 Nummer CPP2009/519M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 11-01-2007 Nummer CPP2006/1870M Samenvatting Dit besluit is gewijzigd bij besluit van 15 december 2015, nr BLKB 2015/1511M. In dat besluit merkt de Staatssecre…
Titel Instantie Datum Nummer Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 05-02-2018 Nummer 2018-5551 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 11-01-2007 Nummer CPP2006/1869M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 23-12-2005 Nummer CPP2005/2730M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 18-12-2004 Nummer CPP2004/2730M Samenvatting

Literatuur

Titel Auteur(s) Bron
Titel Vpb- en IB-gevolgen door de afschaffing van de open CV en de wijziging van de definitie van het open fgr per 1 januari 2025 Auteur(s) A.J.M. Arends, E.H.R.W. Schenk Bron PE Notariaat 2024/11
Titel Het is besloten: de open cv verdwijnt en de definities van het open fgr en de vbi wijzigen Auteur(s) G.C. van der Burgt, F.P.H. van Hal en M.M.J. Schuurman- van Niftrik Bron MBB 2024/3.12
Titel Het besluit belastingplicht stichtingen en verenigingen: water bij de oude wijn in nieuwe zakken Auteur(s) H.J. Bresser Bron WFR 2023/304
Titel Verknocht aan de open CV? Auteur(s) A. van Maurik Bron Estate Planner Digitaal 2021/1
Titel Open CV of open FGR? Actie vereist! Een bespreking van het Wetsvoorstel aanpassing fiscaal kwalificatiebeleid rechtsvormen en mogelijke oplossingen (deel I) Auteur(s) J. Peters, J.W. Schenk, E. Roelofs Bron FBN 2021/30
Titel De wetgever, de open CV en het familiefonds; 'donquichotterie'? Auteur(s) N.M. Ligthart Bron Vp-bulletin 2021/26
Titel Fondsen voor gemene rekening fiscaal geduid (I) Auteur(s) S.A. Stevens Bron WPNR 2017/7139
Titel Fondsen voor gemene rekening fiscaal geduid (II) Auteur(s) S.A. Stevens Bron WPNR 2017/7140
Titel Fiscale aspecten van het structureren van vastgoedfondsen Auteur(s) A. Rozendal Bron FBN 2015/48
Titel Het fonds voor gemene rekening en Titel 7.13 BW (deel I) Auteur(s) H. Vermeulen Bron FBN 2009/23
Titel Het fonds voor gemene rekening en Titel 7.13 BW (deel II) Auteur(s) H. Vermeulen Bron FBN 2009/30

Praktisch

Titel Bron Type Categorie
Aanmeldingsformulier open fonds voor gemene rekening Bron Belastingdienst Type Ondernemer en onderneming Categorie Verwijzingen voor de notaris
Inhoudsopgave
1 Inleiding 2 Historie wetsvoorstel Wet fiscaal kwalificatiebeleid (buitenlandse)rechtsvormen en afschaffen open CV 2.1 Historie FBI- en VBI-regime 2.2 FBI 2.3 VBI 3 Historie Wet aanpassing fonds voor gemene rekening, vrijgestelde beleggingsinstelling en fiscale beleggingsinstelling 3.1 Internetconsultatie 3.2 Vastgoed FBI 3.3 VBI 3.4 Fonds voor gemene rekening (FGR) 3.5 Tijdelijke vrijstelling overdrachtsbelasting 2024 3.6 Uitstel van betaling 4 Binnenlandse en buitenlandse belastingplicht 5 De verschillende lichamen van art. 2 Wet VPB 5.1 Ad a. NV, BV en open CV 5.1.1 Open CV tot 1 januari 2025 5.1.2 Afschaffen open CV met ingang van 1 januari 2025 5.1.3 Overgangsrecht open CV 5.1.3.1 Vervreemdingsficties 5.1.3.2 Doorschuiffaciliteiten 5.1.4 Tijdelijke vrijstelling overdrachtsbelasting 2024 5.1.5 Restcategorie tot 1 januari 2025 (bijvoorbeeld maatschap op aandelen) 5.1.5.1 Afschaffen restcategorie 5.1.5.2 Overgangsrecht restcategorie 5.1.6 Buitenlandse rechtsvormen 5.2 Ad b. Coöperatie en vereniging op coöperatieve grondslag 5.3 Ad c. Onderlinge waarborgmaatschappij 5.4 Ad d. Verenigingen en stichtingen in het belang van de volkshuisvesting werkzaam 5.5 Ad e. Verenigingen en stichtingen die een onderneming drijven 5.6 Ad f. Fondsen voor gemene rekening (tot 1 januari 2025) 5.6.1 Open fonds voor gemene rekening vanaf 1 januari 2025 5.6.2 Overgangsrecht open FGR 5.6.3 Besloten fonds voor gemene rekening 5.7 Ad g. Ondernemingen van publiekrechtelijke rechtspersonen 5.7.1 Directe overheidsbedrijven 5.7.2 Indirecte overheidsbedrijven 5.7.3 Ondernemingsfictie 6 Vastgoedfondsen 6.1 Enkele algemene aspecten 6.1.1 Fondsvehikel 6.1.2 Investeerders 6.1.3 Investeringen 6.2 Fiscale kwalificatie van vastgoedfondsen 6.2.1 Transparantie in de inkomsten- en vennootschapsbelasting 6.3 Niet-transparante rechtsfiguren 6.3.1 Vennootschapsbelastingplichtig lichaam 6.3.2 Fiscale beleggingsinstelling tot 1 januari 2025
Overzicht
Wetstructuur
Fiscaal

Tarief erf- en schenkbelasting (art. 24 SW) Erfbelasting bij partners (art. 25 SW) Schenkbelasting bij partners (art. 26 SW) Schenkbelasting afgezonderd particulier vermogen (art. 26a SW) Samenvoeging schenkingen binnen een jaar (art. 27 SW) Schenkingen aan kinderen binnen een jaar (art. 28 SW) Onzekerheid over verwantschap (art. 29 SW) Verwerping en afstand (art. 30 SW) Afstand door bezwaarde (art. 31 SW) Vrijstellingen erfbelasting (art. 32 SW) ANBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 3 SW) Omvang vrijstellingen erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 4 SW) Verkrijging pensioenregeling en lijfrenten (art. 32 lid 1 onder 5 SW) SBBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 8 SW) Steunstichting SBBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 9 SW) Vrijstelling erfbelasting voor werknemer erflater (gevolgen testamentair loon, salaire differé en executeursloon) (art. 32 lid 1 onder 10 SW) Vrijstelling erfbelasting voor nog niet vorderbare termijnen van renten, uitkeringen, bezoldigingen en andere inkomsten (art. 32 lid 1 onder 11 SW) Pensioenimputatie (art. 32 lid 2 SW) Definitie lijfrenten (art. 32 lid 4 SW) Vrijstellingen schenkbelasting (art. 33 SW) ANBI en schenkbelasting (art. 33 onder 4 SW) Schenkvrijstelling ouder-kind (art. 33 onder 5 SW) Schenkvrijstelling overige verkrijgers (art. 33 onder 7 SW) Schenkvrijstelling voor onvermogenden (art. 33 onder 8 SW) Vrijstelling bij samenloop schenkbelasting met inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting (art. 33 onder 9 SW) Schenking aan een rechtspersoon ter bevordering van werknemersbelangen (art. 33 onder 11 SW) Voldoen aan natuurlijke verbintenis (art. 33 onder 12 SW) SBBI en schenkbelasting (art. 33 onder 13 SW) Steunstichting SBBI en schenkbelasting (art. 33 onder 14 SW) Definitie schenking ten behoeve van eigen woning (art. 33a SW) Samenloop verhoogde schenkvrijstellingen eigen woning (art. 82a SW)

Tarief overdrachtsbelasting (art. 14 WBR) Vrijstelling algemeen (art. 15 WBR) Vrijstelling btw-belaste levering (art. 15.1.a WBR) Vrijstelling bedrijfsoverdracht binnen familiesfeer (art. 15.1.b WBR) Vrijstelling publiekrechtelijke lichamen (art. 15.1.c WBR) Vrijstelling inbreng in personenvennootschap (art. 15.1.e onder 1 WBR) Vrijstelling inbreng in kapitaalvennootschap (art. 15.1.e onder 2 WBR) Vrijstelling verdeling of vereffening (art. 15.1.f WBR) Vrijstelling verdeling gemeenschap samenwoners (art. 15.1.g WBR) Vrijstelling bij fusie, splitsing en interne reorganisatie (art. 15.1.h WBR) Vrijstelling aangebrachte zaken (art. 15.1.i WBR) Vrijstelling voor verkrijging bestemd voor onderwijs (art. 15.1.k WBR) Vrijstelling ruilverkaveling (art. 15.1.l WBR) Vrijstelling bureau beheer landbouwgronden (art. 15.1.m WBR) Woningbouwlichamen (art. 15.1.n WBR) Vrijstelling stedelijke herstructurering (art. 15.1.o WBR) Verkrijging van lichaam ter bevordering van stedelijke herstructurering (art. 15.1.oa WBR) Startersvrijstelling (Art. 15.1.p WBR) Monumentenvrijstelling (vervallen) (art. 15.1.p WBR) Cultuurgrondvrijstelling (art. 15.1.q WBR) Vrijstelling bij herstel in oude toestand (art. 15.1.r WBR) Vrijstelling natuurgrond (art. 15.1.s WBR) Vrijstelling verkoopregulerend beding (Art. 15.1.t WBR) Vrijstelling Staatsbosbeheer (art. 15.1.u WBR) Vrijstelling uitoefenen wilsrecht (art. 15.1.x WBR) Vrijstelling bij verkrijging (kabel)netten (art. 15.1.y WBR) Tijdelijke vrijstelling inbreng van tbs-pand in NV/BV (vervallen) (art. 15.1.z WBR) Anti-ontgaansbepaling (art. 15 lid 4 WBR) Schriftelijke verklaring en onvoorziene omstandigheden (art. 15a WBR)