Kennisbank voor het notariaat
Wetstoelichting

Aftrekbare schulden en lasten (art. 20 SW)

Bijgewerkt tot 22-08-2023 Auteur De redactie

1 InleidingDe grondslag voor de heffing van erfbelasting is al hetgeen iemand krachtens erfrecht verkrijgt van iemand die (fictief) op dat moment in Nederland woonde (art. 1 lid 1 onder 1 SW), eventueel na vermindering met de volgens de Successiewet voor aftrek in aanmerking komende schulden, legaten en lasten (art. 5 lid 1 SW). Zie met betrekking tot de woonplaats art. 4 AWR en art. 2 en 3 SW.De grondslag voor de heffing van schenkbelasting is al hetgeen iemand krachtens schenking verkrijgt,…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Wet- en regelgeving


Artikel 20

  • 1

    Voor de regeling van de erfbelasting kunnen van de nalatenschap als lasten slechts worden afgetrokken de kosten van lijkbezorging voor zover zij niet bovenmatig zijn.

  • 2

    Onder de kosten van lijkbezorging kunnen worden begrepen de sommen, besproken of uitgekeerd voor de uitvaart van de erflater en de tot een jaar na het overlijden te zijnen behoeve te houden godsdienstige of levensbeschouwelijke plechtigheden.

  • 3

    De schulden ten laste van de erflater kunnen slechts worden afgetrokken voor zover zij rechtens afdwingbaar zijn en alsdan behoudens het navolgende:

    • a.

      lopende renten en andere periodieke verplichtingen, alsmede zakelijke belastingen, dijk- en polderlasten, molen- en sluisgelden en soortgelijke omslagen zijn slechts aftrekbaar tot en met de dag van het overlijden;

    • b.

      belastingschulden kunnen niet worden afgetrokken, voor zover daarvoor ontheffing kan worden verkregen.

  • 4

    Rechtsvorderingen tot nakoming van schulden, ten aanzien waarvan ten tijde van het overlijden de verjaringstermijn is verstreken, worden vermoed te zijn verjaard.

  • 5

    Op de verkrijging wordt in mindering gebracht de inkomstenbelasting welke de verkrijger verschuldigd kan worden ter zake van:

  • 6

    De in het vijfde lid bedoelde belasting wordt gesteld op:

    • a.

      30% van het bedrag van de reserves, voorzover het de oudedagsreserve betreft;

    • b.

      20% van het bedrag van de overige reserves;

    • c.

      30% van de waarde van de stamrechten;

    • d.

      6,25% van de waarde van de aandelen, winstbewijzen, bewijzen van deelgerechtigdheid en koopopties, voorzover deze de verkrijgingsprijs daarvan in de zin van de Wet inkomstenbelasting 2001 overtreft.

  • 7

    Voor de toepassing van dit artikel:

    • a.

      wordt met de houder van de in het vijfde lid, onderdeel c, genoemde vermogensbestanddelen gelijkgesteld degene die slechts is gerechtigd tot voordelen uit die vermogensbestanddelen en wordt zijn gerechtigdheid aangemerkt als een dergelijk vermogensbestanddeel;

    • b.

      is artikel 4.5a van de Wet inkomstenbelasting 2001 van overeenkomstige toepassing.


Kennisdossiers

Titel Categorie
Titel Wettelijk erfrecht Categorie Erfrecht
Titel Gemeenschap van goederen Categorie Familievermogensrecht

Rechtspraak

Titel Instantie Datum Nummer
Aftrek IB-latentie naar evenredigheid toerekenen aan voorwaardelijk vrijgesteld en niet-vrijgesteld deel van de BOF SW Instantie Hoge Raad Datum 14-04-2017 Nummer ECLI:NL:HR:2017:674
Geen aftrek van verschuldigde schenkbelasting recht zolang aansprakelijkheid van erflater niet vaststaat Instantie Hoge Raad Datum 12-06-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:1524
Overname passiva is geen tegenprestatie als bedoeld in art. 7c UR SW oud; overname IB-latentie wel Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 07-05-2015 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2015:1994
Successiewet biedt geen ruimte om latente IB-claim over direct na overlijden uitgekeerd dividend te stellen op 25% Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 12-09-2014 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2014:4099
Latente IB-claim op pand van onderneming moet bij echtscheiding nominaal worden gewaardeerd Instantie Hoge Raad Datum 20-12-2013 Nummer ECLI:NL:HR:2013:2139
Pas bij overlijden opeisbare schuldigerkenning uit vrijgevigheid vervalt door overlijden Instantie Hoge Raad Datum 09-12-2011 Nummer ECLI:NL:HR:2011:BU7268
Bij voortzetten bedrijf moet latente belastingclaim worden gewaardeerd naar contante waarde (niet naar het nominale belastingtarief) Instantie Gerechtshof 's-Hertogenbosch Datum 31-05-2011 Nummer ECLI:NL:GHSHE:2011:BQ7332
Hof Amsterdam 01-07-2010, nr 08/00997 en 08/00998 Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 01-07-2010 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2010:BN4104
Onderhandse schuldigerkenning leidt niet tot aftrekbare schuld van de nalatenschap Instantie Rechtbank 's-Gravenhage Datum 10-03-2010 Nummer ECLI:NL:RBSGR:2010:BL8695
Pro rata toerekenen van IB-latenties aan voorwaardelijk onbelast geconserveerde en belast geconserveerde waarde Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 03-06-2009 Nummer ECLI:NL:GHARN:2009:BI7470
Conserverende aanslag kan niet als schuld worden afgetrokken van nalatenschap Instantie Hoge Raad Datum 15-05-2009 Nummer ECLI:NL:HR:2009:BI3761
Schuld uit hoofde van meerwaardeclausule, ontstaan na overlijden, vormt schuld van de nalatenschap Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 14-05-2009 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2009:BI4458
Doordat tijdens leven deels uitvoering is gegeven aan de schenkingen is geen sprake van schenking des doods Instantie Rechtbank Breda Datum 20-11-2008 Nummer ECLI:NL:RBBRE:2008:BG6295
Latente belastingschulden dienen evenredig toegerekend te worden aan de voorwaardelijk (on)belaste geconserveerde verkrijging Instantie Rechtbank Haarlem Datum 20-10-2008 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2008:BG3303
Latente inkomstenbelasting dient evenredig te worden toegerekend aan de voorwaardelijk (on)belaste geconserveerde waarden (II) Instantie Rechtbank Haarlem Datum 20-10-2008 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2008:BG3315
Latente inkomstenbelasting dient evenredig te worden toegerekend aan de voorwaardelijk (on)belaste geconserveerde waarden (I) Instantie Rechtbank Haarlem Datum 05-08-2008 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2008:BF2111
Hoge Raad inzake pensioenimputatie en latente belastingschulden Instantie Hoge Raad Datum 26-06-1996 Nummer ECLI:NL:HR:1996:AA1883

Wetsvoorstellen

Titel Dossiernr. Status Samenvatting
Successiewet 1956 (modernisering 1-1-2010) Dossiernr. 31930 Status In werking getreden Samenvatting -

Beleidsbesluiten

Titel Instantie Datum Nummer Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-06-2010 Nummer DGB2010/877M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-06-2010 Nummer DGB2010/676M Samenvatting
Titel Instantie Datum Nummer Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 28-08-2009 Nummer DGB 2009-4064 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 10-10-2007 Nummer CPP2007/383M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-02-2006 Nummer CPP2005/2787M Samenvatting

Literatuur

Titel Auteur(s) Bron
Titel Legaat van een AB Auteur(s) R.L.M.C. Janssen Bron KWEP 2023/3
Titel Directe en indirecte cumulatie van erfbelasting en inkomstenbelasting Auteur(s) I.J.F.A. van Vijfeijken Bron WFR 2019/219
Titel IB-latentie naar evenredigheid toerekenen bij bedrijfsopvolgingsregeling Auteur(s) A.C.M. de Vries Bron FBN 2017/23
Inhoudsopgave
Overzicht
Wetstructuur
Fiscaal

Tarief erf- en schenkbelasting (art. 24 SW) Erfbelasting bij partners (art. 25 SW) Schenkbelasting bij partners (art. 26 SW) Schenkbelasting afgezonderd particulier vermogen (art. 26a SW) Samenvoeging schenkingen binnen een jaar (art. 27 SW) Schenkingen aan kinderen binnen een jaar (art. 28 SW) Onzekerheid over verwantschap (art. 29 SW) Verwerping en afstand (art. 30 SW) Afstand door bezwaarde (art. 31 SW) Vrijstellingen erfbelasting (art. 32 SW) ANBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 3 SW) Omvang vrijstellingen erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 4 SW) Verkrijging pensioenregeling en lijfrenten (art. 32 lid 1 onder 5 SW) SBBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 8 SW) Steunstichting SBBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 9 SW) Vrijstelling erfbelasting voor werknemer erflater (gevolgen testamentair loon, salaire differé en executeursloon) (art. 32 lid 1 onder 10 SW) Vrijstelling erfbelasting voor nog niet vorderbare termijnen van renten, uitkeringen, bezoldigingen en andere inkomsten (art. 32 lid 1 onder 11 SW) Pensioenimputatie (art. 32 lid 2 SW) Definitie lijfrenten (art. 32 lid 4 SW) Vrijstellingen schenkbelasting (art. 33 SW) ANBI en schenkbelasting (art. 33 onder 4 SW) Schenkvrijstelling ouder-kind (art. 33 onder 5 SW) Schenkvrijstelling overige verkrijgers (art. 33 onder 7 SW) Schenkvrijstelling voor onvermogenden (art. 33 onder 8 SW) Vrijstelling bij samenloop schenkbelasting met inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting (art. 33 onder 9 SW) Schenking aan een rechtspersoon ter bevordering van werknemersbelangen (art. 33 onder 11 SW) Voldoen aan natuurlijke verbintenis (art. 33 onder 12 SW) SBBI en schenkbelasting (art. 33 onder 13 SW) Steunstichting SBBI en schenkbelasting (art. 33 onder 14 SW) Definitie schenking ten behoeve van eigen woning (art. 33a SW) Samenloop verhoogde schenkvrijstellingen eigen woning (art. 82a SW)

Tarief overdrachtsbelasting (art. 14 WBR) Vrijstelling algemeen (art. 15 WBR) Vrijstelling btw-belaste levering (art. 15.1.a WBR) Vrijstelling bedrijfsoverdracht binnen familiesfeer (art. 15.1.b WBR) Vrijstelling publiekrechtelijke lichamen (art. 15.1.c WBR) Vrijstelling inbreng in personenvennootschap (art. 15.1.e onder 1 WBR) Vrijstelling inbreng in kapitaalvennootschap (art. 15.1.e onder 2 WBR) Vrijstelling verdeling of vereffening (art. 15.1.f WBR) Vrijstelling verdeling gemeenschap samenwoners (art. 15.1.g WBR) Vrijstelling bij fusie, splitsing en interne reorganisatie (art. 15.1.h WBR) Vrijstelling aangebrachte zaken (art. 15.1.i WBR) Vrijstelling voor verkrijging bestemd voor onderwijs (art. 15.1.k WBR) Vrijstelling ruilverkaveling (art. 15.1.l WBR) Vrijstelling bureau beheer landbouwgronden (art. 15.1.m WBR) Woningbouwlichamen (art. 15.1.n WBR) Vrijstelling stedelijke herstructurering (art. 15.1.o WBR) Verkrijging van lichaam ter bevordering van stedelijke herstructurering (art. 15.1.oa WBR) Startersvrijstelling (Art. 15.1.p WBR) Monumentenvrijstelling (vervallen) (art. 15.1.p WBR) Cultuurgrondvrijstelling (art. 15.1.q WBR) Vrijstelling bij herstel in oude toestand (art. 15.1.r WBR) Vrijstelling natuurgrond (art. 15.1.s WBR) Vrijstelling verkoopregulerend beding (Art. 15.1.t WBR) Vrijstelling Staatsbosbeheer (art. 15.1.u WBR) Vrijstelling uitoefenen wilsrecht (art. 15.1.x WBR) Vrijstelling bij verkrijging (kabel)netten (art. 15.1.y WBR) Tijdelijke vrijstelling inbreng van tbs-pand in NV/BV (vervallen) (art. 15.1.z WBR) Anti-ontgaansbepaling (art. 15 lid 4 WBR) Schriftelijke verklaring en onvoorziene omstandigheden (art. 15a WBR)