Kennisbank voor het notariaat
Wetstoelichting

Mandeligheid (art. 5:60 - 5:69 BW)

Bijgewerkt tot 05-04-2024 Auteur mr. T.R.G. (Thijs) Friedrichs

1 InleidingIn de wet komt de definitie van mandeligheid niet voor. Mandeligheid is een bijzondere vorm van gemeenschappelijke eigendom (niet zijnde een bijzondere gemeenschap in de zin van art. 3:189 BW) van een onroerende zaak van de eigenaars van twee of meer erven. Denk aan gemeenschappelijke muren, heggen en hekken die op de erfgrens staan. Ook parkeergarages, speeltuinen en wegen kunnen mandelig zijn in geval van gemeenschappelijk nut. Mandeligheid is een vorm van gebonden mede-eigendom,…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Wet- en regelgeving


Artikel 60

Mandeligheid ontstaat, wanneer een onroerende zaak gemeenschappelijk eigendom is van de eigenaars van twee of meer erven en door hen tot gemeenschappelijk nut van die erven wordt bestemd bij een tussen hun opgemaakte notariële akte, gevolgd door inschrijving daarvan in de openbare registers.


Artikel 61

  • 1

    Mandeligheid die is ontstaan ingevolge het vorige artikel, eindigt:

    • a.

      wanneer de gemeenschap eindigt;

    • b.

      wanneer de bestemming van de zaak tot gemeenschappelijk nut van de erven wordt opgeheven bij een tussen de mede-eigenaars opgemaakte notariële akte, gevolgd door inschrijving daarvan in de openbare registers;

    • c.

      zodra het nut van de zaak voor elk van de erven is geëindigd.

  • 2

    Het feit dat het nut van de zaak voor elk van de erven is geëindigd, kan in de openbare registers worden ingeschreven.


Artikel 62

  • 1

    Een vrijstaande scheidsmuur, een hek of een heg is gemeenschappelijk eigendom en mandelig, indien de grens van twee erven die aan verschillende eigenaars toebehoren, er in de lengterichting onderdoor loopt.

  • 2

    De scheidsmuur die twee gebouwen of werken, welke aan verschillende eigenaars toebehoren, gemeen hebben, is eveneens gemeenschappelijk eigendom en mandelig.


Artikel 63

  • 1

    Het recht op een mandelige zaak kan niet worden gescheiden van de eigendom der erven.

  • 2

    Een vordering tot verdeling van een mandelige zaak is uitgesloten.


Artikel 64

Mandeligheid brengt mede dat ieder mede-eigenaar aan de overige mede-eigenaars toegang tot de mandelige zaak moet geven.


Artikel 65

Mandelige zaken moeten op kosten van alle mede-eigenaars worden onderhouden, gereinigd en, indien nodig, vernieuwd.


Artikel 66

  • 1

    Een mede-eigenaar van een mandelige zaak kan zijn aandeel in die zaak ook afzonderlijk van zijn erf aan de overige mede-eigenaars overdragen.

  • 2

    Indien een mede-eigenaar hiertoe op zijn kosten wil overgaan uit hoofde van de lasten van onderhoud, reiniging en vernieuwing in de toekomst, zijn de overige mede-eigenaars gehouden tot die overdracht mede te werken, mits hij hun zo nodig een recht van opstal of erfdienstbaarheid verleent, waardoor zij met betrekking tot de zaak hun rechten kunnen blijven uitoefenen.

  • 3

    De vorige leden zijn niet van toepassing op een muur die twee gebouwen of werken gemeen hebben, noch op een muur, hek of heg waardoor twee erven in een aaneengebouwd gedeelte van een gemeente van elkaar worden gescheiden.


Artikel 67

  • 1

    Iedere mede-eigenaar mag tegen de mandelige scheidsmuur aanbouwen en daarin tot op de helft der dikte balken, ribben, ankers en andere werken aanbrengen, mits hij aan de muur en aan de door de muur bevoegdelijk daarmee verbonden werken geen nadeel toebrengt.

  • 2

    Behalve in noodgevallen kan een mede-eigenaar vorderen dat, vóór de andere mede-eigenaar begint met aanbrengen van het werk, deskundigen zullen vaststellen op welke wijze dit kan geschieden zonder nadeel voor de muur of voor bevoegd aangebrachte werken van de eerst vermelde eigenaar.


Artikel 68

Iedere mede-eigenaar mag op de mandelige scheidsmuur tot op de helft der dikte een goot aanleggen, mits het water niet op het erf van de andere mede-eigenaar uitloost.



Kennisdossiers

Titel Categorie
Titel Burenrecht Categorie Registergoederenrecht
Titel Mandeligheid Categorie Registergoederenrecht

Rechtspraak

Titel Instantie Datum Nummer
Exclusief gebruiksrecht mede-eigenaars op deel van mandelige zaak sluit mandeligheid niet uit Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 26-07-2016 Nummer ECLI:NL:GHARL:2016:6090

Literatuur

Titel Auteur(s) Bron
Titel Juridische complicaties bij het samenkomen van erfpacht- en opstalrechten met contractuele mandeligheid Auteur(s) T.R.G. Friedrichs Bron PEN 2024/9
Titel Een verbeterde regeling van mandeligheid Auteur(s) L.C.A. Verstappen Bron WPNR 2019/7227
Inhoudsopgave
Overzicht
Wetstructuur
Civiel