Kennisbank voor het notariaat
Wetstoelichting

Vrijstelling nettopensioen (art. 5.17 - 5.17f Wet IB 2001)

Bijgewerkt tot 16-02-2022 Auteur De redactie

1 Beperkte pensioenopbouw via nettopensioenSinds 1 januari 2015 geldt nieuwe pensioenwetgeving (Stb. 2014, nr 196 en nr 197). Door deze wetgeving zijn de fiscale mogelijkheden voor pensioenopbouw voor werknemers ingeperkt doordat de maximale pensioenopbouwpercentages zijn verlaagd. Fiscaal gefaciliteerde pensioenopbouw is mogelijk tot maximaal een pensioengevend inkomen van € 100.000 ten tijde van de inwerkingtreding. Vanwege de jaarlijkse indexatie bedraagt het grensbedrag…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Wetteksten


Artikel 5.17 Vrijstelling nettopensioen

Artikel 5.17 Vrijstelling nettopensioen


Artikel 5.17b Nettopartnerpensioen bij overlijden voor pensioendatum

Artikel 5.17b Nettopartnerpensioen bij overlijden voor pensioendatum


Artikel 5.17c Nettowezenpensioen

Artikel 5.17c Nettowezenpensioen


Artikel 5.17d Overschrijding maxima nettopensioen

Artikel 5.17d Overschrijding maxima nettopensioen

Artikel 18d van de Wet op de loonbelasting 1964 is van overeenkomstige toepassing op een netto-ouderdomspensioen, een nettopartnerpensioen bij overlijden op of na pensioendatum, een nettopartnerpensioen bij overlijden voor pensioendatum en een nettowezenpensioen met dien verstande dat het in het tweede lid van dat artikel genoemde bedrag wordt vermenigvuldigd met de nettofactor, bedoeld in artikel 5.16, vierde lid.


Artikel 5.17e Onregelmatige handelingen met nettopensioen

Artikel 5.17e Onregelmatige handelingen met nettopensioen

  • 1

    Ingeval op enig tijdstip:

    • a.

      een aanspraak op een nettopensioen niet langer als zodanig is aan te merken;

    • b.

      een aanspraak ingevolge een nettopensioen geheel of gedeeltelijk wordt afgekocht of vervreemd dan wel formeel of feitelijk voorwerp van zekerheid wordt;

    • c.

      de verplichtingen met betrekking tot een aanspraak op een nettopensioen overgaan op een andere verzekeraar dan bedoeld in artikel 5.17, tweede lid, onderdeel c;

    • d.

      de belastingplichtige een bijdrage van een inhoudingsplichtige in de zin van de Wet op de loonbelasting 1964 heeft ontvangen ten behoeve van het nettopensioen, terwijl deze inhoudingsplichtige niet in dezelfde mate aan zijn overige werknemers die voor het overige in dezelfde omstandigheden verkeren een bijdrage heeft verstrekt;

    vervalt op dat tijdstip voor de volledige aanspraak de toepassing van de vrijstelling, bedoeld in artikel 5.17, eerste lid.

  • 2

    Na toepassing van het eerste lid in het voorafgaande kalenderjaar wordt tot de bezittingen gerekend een bedrag dat gelijk is aan de helft van de waarde van de aanspraak, bedoeld in het eerste lid, aan het begin van het voorafgaande kalenderjaar, vermenigvuldigd met tien.

  • 3

    Ingeval de belastingplichtige aannemelijk maakt dat het bedrag van de belasting die is verschuldigd over het in het tweede lid genoemde bedrag, hoger is dan het totale bedrag van de belasting en de belastingrente, bedoeld in hoofdstuk VA van de Algemene wet inzake rijksbelastingen, die zouden zijn verschuldigd indien de mogelijkheid zou bestaan de in de voorafgaande jaren ingevolge artikel 5.17 genoten vrijstelling door middel van navorderingsaanslagen ongedaan te maken, wordt in afwijking van het tweede lid een bedrag tot de bezittingen gerekend ter grootte van dit totale bedrag, vermenigvuldigd met 100/1,2. Voor de toepassing van dit lid wordt voor de berekening van de verschuldigde belasting geen rekening gehouden met het heffingvrije vermogen, bedoeld in artikel 5.5.

  • 4

    Na toepassing van het eerste lid worden aan het tijdstip, bedoeld in het eerste lid, voorafgaande dienstjaren niet meer in aanmerking genomen voor de toepassing van deze afdeling, behoudens voor de toepassing van het tweede en derde lid.

  • 5

    Voor de toepassing van deze afdeling en de daarop berustende bepalingen:


Artikel 5.17f Delegatiebevoegdheid

Artikel 5.17f Delegatiebevoegdheid

  • 1

    Bij ministeriële regeling kunnen, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3.18 en in artikel 18g van de Wet op de loonbelasting 1964, regels worden gesteld met betrekking tot de perioden die voor de toepassing van deze afdeling en de daarop berustende bepalingen in aanmerking komen als dienstjaren alsmede met betrekking tot het pensioengevend loon.

  • 2

    Bij de toepassing van deze afdeling is artikel 19d van de Wet op de loonbelasting 1964 van overeenkomstige toepassing.

  • 3

    Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld ter bevordering van een goede uitvoering van deze afdeling.


Kennisdossiers

Titel Categorie
Titel Pensioen Categorie Familierecht (overig)
Titel Belastbaar inkomen uit sparen en beleggen (box 3) Categorie Belastingrecht

Wetsvoorstellen

Titel Dossiernr. Status Samenvatting
Wet toekomst pensioenen Dossiernr. 36067 Status In werking getreden Samenvatting -
Belastingplan 2015 Dossiernr. 34002 Status In werking getreden Samenvatting -

Beleidsbesluiten

Titel Instantie Datum Nummer Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 20-01-2017 Nummer 2017-7168 Samenvatting Dit besluit verduidelijkt de fiscale regels voor pensioenregelingen die de Pensioenwet aanduidt als een premie- of kapitaalo…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 17-12-2014 Nummer Stb. 2014, nr 579 Samenvatting Met dit besluit wijzigen enkele uitvoeringsbesluiten. De wijzigingen vloeien onder meer voort uit het Belastingplan 2015. Oo…
Titel Instantie Datum Nummer Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 17-12-2014 Nummer BLKB2014/2132M Samenvatting

Literatuur

Titel Auteur(s) Bron
Titel Pensioen in een nieuw fiscaal jasje: netto-pensioen/nettolijfrente Auteur(s) C.A.H. Luijken Bron FTV 2015/19
Inhoudsopgave
Overzicht
Wetstructuur
Fiscaal

Tarief erf- en schenkbelasting (art. 24 SW) Erfbelasting bij partners (art. 25 SW) Schenkbelasting bij partners (art. 26 SW) Schenkbelasting afgezonderd particulier vermogen (art. 26a SW) Samenvoeging schenkingen binnen een jaar (art. 27 SW) Schenkingen aan kinderen binnen een jaar (art. 28 SW) Onzekerheid over verwantschap (art. 29 SW) Verwerping en afstand (art. 30 SW) Afstand door bezwaarde (art. 31 SW) Vrijstellingen erfbelasting (art. 32 SW) ANBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 3 SW) Omvang vrijstellingen erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 4 SW) Verkrijging pensioenregeling en lijfrenten (art. 32 lid 1 onder 5 SW) SBBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 8 SW) Steunstichting SBBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 9 SW) Vrijstelling erfbelasting voor werknemer erflater (gevolgen testamentair loon, salaire differé en executeursloon) (art. 32 lid 1 onder 10 SW) Vrijstelling erfbelasting voor nog niet vorderbare termijnen van renten, uitkeringen, bezoldigingen en andere inkomsten (art. 32 lid 1 onder 11 SW) Pensioenimputatie (art. 32 lid 2 SW) Definitie lijfrenten (art. 32 lid 4 SW) Vrijstellingen schenkbelasting (art. 33 SW) ANBI en schenkbelasting (art. 33 onder 4 SW) Schenkvrijstelling ouder-kind (art. 33 onder 5 SW) Schenkvrijstelling overige verkrijgers (art. 33 onder 7 SW) Schenkvrijstelling voor onvermogenden (art. 33 onder 8 SW) Vrijstelling bij samenloop schenkbelasting met inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting (art. 33 onder 9 SW) Schenking aan een rechtspersoon ter bevordering van werknemersbelangen (art. 33 onder 11 SW) Voldoen aan natuurlijke verbintenis (art. 33 onder 12 SW) SBBI en schenkbelasting (art. 33 onder 13 SW) Steunstichting SBBI en schenkbelasting (art. 33 onder 14 SW) Definitie schenking ten behoeve van eigen woning (art. 33a SW) Samenloop verhoogde schenkvrijstellingen eigen woning (art. 82a SW)

Tarief overdrachtsbelasting (art. 14 WBR) Vrijstelling algemeen (art. 15 WBR) Vrijstelling btw-belaste levering (art. 15.1.a WBR) Vrijstelling bedrijfsoverdracht binnen familiesfeer (art. 15.1.b WBR) Vrijstelling publiekrechtelijke lichamen (art. 15.1.c WBR) Vrijstelling inbreng in personenvennootschap (art. 15.1.e onder 1 WBR) Vrijstelling inbreng in kapitaalvennootschap (art. 15.1.e onder 2 WBR) Vrijstelling verdeling of vereffening (art. 15.1.f WBR) Vrijstelling verdeling gemeenschap samenwoners (art. 15.1.g WBR) Vrijstelling bij fusie, splitsing en interne reorganisatie (art. 15.1.h WBR) Vrijstelling aangebrachte zaken (art. 15.1.i WBR) Vrijstelling voor verkrijging bestemd voor onderwijs (art. 15.1.k WBR) Vrijstelling ruilverkaveling (art. 15.1.l WBR) Vrijstelling bureau beheer landbouwgronden (art. 15.1.m WBR) Woningbouwlichamen (art. 15.1.n WBR) Vrijstelling stedelijke herstructurering (art. 15.1.o WBR) Verkrijging van lichaam ter bevordering van stedelijke herstructurering (art. 15.1.oa WBR) Startersvrijstelling (Art. 15.1.p WBR) Monumentenvrijstelling (vervallen) (art. 15.1.p WBR) Cultuurgrondvrijstelling (art. 15.1.q WBR) Vrijstelling bij herstel in oude toestand (art. 15.1.r WBR) Vrijstelling natuurgrond (art. 15.1.s WBR) Vrijstelling verkoopregulerend beding (Art. 15.1.t WBR) Vrijstelling Staatsbosbeheer (art. 15.1.u WBR) Vrijstelling uitoefenen wilsrecht (art. 15.1.x WBR) Vrijstelling bij verkrijging (kabel)netten (art. 15.1.y WBR) Tijdelijke vrijstelling inbreng van tbs-pand in NV/BV (vervallen) (art. 15.1.z WBR) Anti-ontgaansbepaling (art. 15 lid 4 WBR) Schriftelijke verklaring en onvoorziene omstandigheden (art. 15a WBR)