Kennisbank voor het notariaat
Wetstoelichting

Voordeel uit kapitaalverzekering eigen woning (art. 10bis.4 Wet IB 2001)

Bijgewerkt tot 09-11-2023 Auteur De redactie

1 Voordeel uit kapitaalverzekering eigen woning (KEW)Met ingang van 1 januari 2013 is de eigenwoningregeling gewijzigd en is het niet langer mogelijk in box 1 nieuwe gefaciliteerde spaarproducten (KEW, SEW en BEW) af te sluiten (enkele in het overgangsrecht van art. 10bis.2 Wet IB 2001 gemaakte uitzonderingen daargelaten). Voor op 31 december 2012 reeds bestaande gefaciliteerde spaarproducten geldt overgangsrecht (art. 10bis.2 Wet IB 2001). Zie voor een…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Wetteksten


Artikel 10bis.4 Voordeel uit kapitaalverzekering eigen woning

Artikel 10bis.4 Voordeel uit kapitaalverzekering eigen woning

  • 1

    Het voordeel uit kapitaalverzekering eigen woning is de rente die is begrepen in een kapitaalsuitkering uit levensverzekering die dient ter aflossing van de eigenwoningschuld.

  • 2

    Van een kapitaalverzekering eigen woning is sprake zolang de verzekeringnemer of zijn partner een eigen woning heeft en:

    • a.

      in de overeenkomst is bepaald dat de begunstigde de uitkering zal aanwenden ter aflossing van de eigenwoningschuld;

    • b.

      in de overeenkomst is bepaald dat jaarlijks premies ter zake van de verzekering worden voldaan waarbij de hoogste premie niet meer bedraagt dan het tienvoud van de laagste premie;

    • c.

      de verzekering recht geeft op een eenmalige kapitaalsuitkering bij leven of overlijden;

    • d.

      de premies voor de verzekering verschuldigd zijn aan een levensverzekeraar als bedoeld in artikel 1:1 van de Wet op het financieel toezicht.

  • 3

    Een kapitaalverzekering eigen woning wordt geacht geheel tot uitkering te zijn gekomen bij de verzekeringnemer of, in geval van onherroepelijke begunstiging, bij de begunstigde, indien:

    • a.

      de verzekering niet meer voldoet aan de voorwaarden van het tweede lid;

    • b.

      de verzekering wordt afgekocht, behoudens voor zover sprake is van omzetting als bedoeld in artikel 10bis.8;

    • c.

      de verzekering wordt vervreemd, behoudens voor zover de verzekering in het kader van het aangaan of beëindigen van een partnerschap wordt omgezet in een of meer andere soortgelijke verzekeringen voor een of beide partners of voormalige partners;

    • d.

      de verzekering wordt ingebracht in het vermogen van een onderneming;

    • e.

      de verzekering gedeeltelijk tot uitkering komt dan wel, indien de verzekering recht geeft op eenmalige uitkeringen bij leven of overlijden van meer dan een verzekerde, per verzekerde gedeeltelijk tot uitkering komt;

    • f.

      niet jaarlijks premies ter zake van de verzekering worden voldaan als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, dan wel de hoogste premie meer bedraagt dan het tienvoud van de laagste premie;

    • g.

      de verzekering een looptijd van 30 jaar heeft overschreden, of

    • h.

      het overeengekomen gegarandeerde kapitaal op 31 december 2012 na 31 december 2012 wordt verhoogd, of bij het ontbreken van een gegarandeerd kapitaal, het op grond van de betreffende overeenkomst zoals die luidde op 31 december 2012 te betalen bedrag na 31 december 2012 wordt verhoogd of de looptijd na 31 december 2012 wordt verlengd.

    De hoogte van de uitkering wordt voor de toepassing van de eerste volzin gesteld op de waarde in het economische verkeer van de verzekering.

  • 4

    Indien de verzekeringnemer of, in geval van een onherroepelijke begunstiging, de begunstigde anders dan door overlijden ophoudt binnenlands belastingplichtig te zijn, wordt de kapitaalverzekering eigen woning geacht op het onmiddellijk daaraan voorafgaande tijdstip tot uitkering te zijn gekomen bij de verzekeringnemer of, in geval van een onherroepelijke begunstiging, bij de begunstigde en de hoogte van de uitkering gesteld op de waarde in het economische verkeer van de verzekering. Onder ophouden binnenlands belastingplichtig te zijn wordt mede verstaan de situatie waarin de verzekeringnemer, onderscheidenlijk de begunstigde, voor de toepassing van de Belastingregeling voor het Koninkrijk, de Belastingregeling voor het land Nederland of een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting wordt geacht geen inwoner van Nederland meer te zijn.

  • 5

    Indien bij de belastingplichtige ingevolge het vierde lid een uitkering in aanmerking is genomen ter zake waarvan een conserverende aanslag is opgelegd en de belastingplichtige weer binnenlands belastingplichtig is en in de tussentijd:

    • a.

      zich niet een omstandigheid heeft voorgedaan waardoor de woning is opgehouden een eigen woning te zijn in de zin van artikel 3.111;

    • b.

      de belastingplichtige niet een voordeel heeft genoten als bedoeld in het eerste lid; en

    • c.

      zich niet een omstandigheid heeft voorgedaan als bedoeld in het derde lid;

    wordt op diens verzoek het geconserveerde inkomen van het jaar waarin de uitkering in aanmerking is genomen, verlaagd met de waarde van die uitkering voor zover deze waarde tot het geconserveerde inkomen is gerekend. De inspecteur vermindert dienovereenkomstig de conserverende aanslag bij voor bezwaar vatbare beschikking. Rechtsmiddelen tegen deze beschikking kunnen uitsluitend betrekking hebben op de grootte van de vermindering.

  • 6

    De rente begrepen in een uitkering uit een kapitaalverzekering eigen woning wordt gesteld op het bedrag waarmee de uitkering overtreft wat ter zake van de verzekering aan premies is voldaan.

  • 7

    Onder premies ter zake van een kapitaalverzekering eigen woning worden mede begrepen:

    • a.

      bij een uitkering bij leven: premies voor bij dezelfde overeenkomst verzekerde uitkeringen bij overlijden of uitkeringen of vrijstelling van premiebetaling bij invaliditeit, voor zover die uitkeringen gezamenlijk niet meer bedragen dan driemaal het verzekerde kapitaal bij leven;

    • b.

      bij een uitkering bij overlijden: premies voor bij dezelfde overeenkomst verzekerde uitkeringen bij leven, uitkeringen of vrijstelling van premiebetaling bij invaliditeit of uitkeringen bij overlijden ten gevolge van een ongeval, voor zover die uitkeringen gezamenlijk niet meer bedragen dan driemaal het verzekerde kapitaal bij overlijden.

  • 8

    Indien een kapitaalverzekering eigen woning is voortgekomen uit een levensverzekering die na 14 september 1999 tot stand gekomen is en die geen kapitaalverzekering eigen woning was, wordt op het moment dat wordt voldaan aan de voorwaarden voor een kapitaalverzekering eigen woning, indien dat uiterlijk op 31 maart 2013 het geval is, mede als premie ter zake van de kapitaalverzekering eigen woning aangemerkt de waarde in het economische verkeer van de oude polis verminderd met de daarop gestorte premies (overschot). Voor de beoordeling van de voorwaarde of de hoogste en de laagste premie blijft binnen de in het tweede lid, onderdeel b, bedoelde bandbreedte, blijft het overschot buiten aanmerking.

  • 9

    Als te conserveren inkomen als bedoeld in artikel 2.8, worden mede aangemerkt de positieve inkomensbestanddelen die in aanmerking zijn genomen op grond van het vierde lid.

  • 10

    In afwijking van het bepaalde in artikel 3.146, wordt de in het derde en vierde lid bedoelde waarde in het economische verkeer van de kapitaalverzekering eigen woning geacht te zijn genoten op het tijdstip van de fictieve uitkering.


Kennisdossiers

Titel Categorie
Titel Levensverzekering Categorie Familierecht (overig)
Titel Eigen woning Categorie Registergoederenrecht
Titel Verzekeringen Categorie Diversen

Wetsvoorstellen

Titel Dossiernr. Status Samenvatting
Wet maatregelen woningmarkt 2014 Dossiernr. 33756 Status Ingetrokken Samenvatting -

Beleidsbesluiten

Titel Instantie Datum Nummer Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 16-03-2023 Nummer 2023-27660 Samenvatting
Instantie Belastingdienst Datum 11-02-2022 Nummer Versie 11 februari 2022 Samenvatting Dit document bevat vragen en antwoorden over de kapitaalverzekering eigen woning (KEW), de spaarrekening eigen woning (SEW),…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 07-12-2020 Nummer 2019-74967 Samenvatting Dit besluit wijzigt het besluit over de kapitaalverzekering eigen woning, spaarrekening eigen woning, het beleggingsrec…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 15-05-2017 Nummer 2017-81019 Samenvatting Sinds 1 april 2017 wordt aan een KEW de eis gesteld dat gedurende de hele looptijd jaarlijks premies moeten zijn voldaan. Go…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 30-11-2009 Nummer (geen nummer) Samenvatting
Titel Instantie Datum Nummer Samenvatting
Instantie Belastingdienst Datum 02-04-2020 Nummer Versie 2 april 2020 Samenvatting Dit document bevat vragen en antwoorden over de kapitaalverzekering eigen woning (KEW), de spaarrekening eigen woning (SEW),…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 06-12-2014 Nummer BLKB2014/1763M Samenvatting In dit besluit zijn de beleidsstandpunten opgenomen op het terrein van de kapitaalverzekering en de kapitaalverzekering eige…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 27-06-2014 Nummer versie juni 2014 Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 31-07-2013 Nummer versie juli 2013 Samenvatting De Kennisgroep Verzekeringsproducten heeft na afstemming met het ministerie van Financiën een aantal vragen beantwoord…
Inhoudsopgave
Overzicht
Wetstructuur
Fiscaal

Tarief erf- en schenkbelasting (art. 24 SW) Erfbelasting bij partners (art. 25 SW) Schenkbelasting bij partners (art. 26 SW) Schenkbelasting afgezonderd particulier vermogen (art. 26a SW) Samenvoeging schenkingen binnen een jaar (art. 27 SW) Schenkingen aan kinderen binnen een jaar (art. 28 SW) Onzekerheid over verwantschap (art. 29 SW) Verwerping en afstand (art. 30 SW) Afstand door bezwaarde (art. 31 SW) Vrijstellingen erfbelasting (art. 32 SW) ANBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 3 SW) Omvang vrijstellingen erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 4 SW) Verkrijging pensioenregeling en lijfrenten (art. 32 lid 1 onder 5 SW) SBBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 8 SW) Steunstichting SBBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 9 SW) Vrijstelling erfbelasting voor werknemer erflater (gevolgen testamentair loon, salaire differé en executeursloon) (art. 32 lid 1 onder 10 SW) Vrijstelling erfbelasting voor nog niet vorderbare termijnen van renten, uitkeringen, bezoldigingen en andere inkomsten (art. 32 lid 1 onder 11 SW) Pensioenimputatie (art. 32 lid 2 SW) Definitie lijfrenten (art. 32 lid 4 SW) Vrijstellingen schenkbelasting (art. 33 SW) ANBI en schenkbelasting (art. 33 onder 4 SW) Schenkvrijstelling ouder-kind (art. 33 onder 5 SW) Schenkvrijstelling overige verkrijgers (art. 33 onder 7 SW) Schenkvrijstelling voor onvermogenden (art. 33 onder 8 SW) Vrijstelling bij samenloop schenkbelasting met inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting (art. 33 onder 9 SW) Schenking aan een rechtspersoon ter bevordering van werknemersbelangen (art. 33 onder 11 SW) Voldoen aan natuurlijke verbintenis (art. 33 onder 12 SW) SBBI en schenkbelasting (art. 33 onder 13 SW) Steunstichting SBBI en schenkbelasting (art. 33 onder 14 SW) Definitie schenking ten behoeve van eigen woning (art. 33a SW) Samenloop verhoogde schenkvrijstellingen eigen woning (art. 82a SW)

Tarief overdrachtsbelasting (art. 14 WBR) Vrijstelling algemeen (art. 15 WBR) Vrijstelling btw-belaste levering (art. 15.1.a WBR) Vrijstelling bedrijfsoverdracht binnen familiesfeer (art. 15.1.b WBR) Vrijstelling publiekrechtelijke lichamen (art. 15.1.c WBR) Vrijstelling inbreng in personenvennootschap (art. 15.1.e onder 1 WBR) Vrijstelling inbreng in kapitaalvennootschap (art. 15.1.e onder 2 WBR) Vrijstelling verdeling of vereffening (art. 15.1.f WBR) Vrijstelling verdeling gemeenschap samenwoners (art. 15.1.g WBR) Vrijstelling bij fusie, splitsing en interne reorganisatie (art. 15.1.h WBR) Vrijstelling aangebrachte zaken (art. 15.1.i WBR) Vrijstelling voor verkrijging bestemd voor onderwijs (art. 15.1.k WBR) Vrijstelling ruilverkaveling (art. 15.1.l WBR) Vrijstelling bureau beheer landbouwgronden (art. 15.1.m WBR) Woningbouwlichamen (art. 15.1.n WBR) Vrijstelling stedelijke herstructurering (art. 15.1.o WBR) Verkrijging van lichaam ter bevordering van stedelijke herstructurering (art. 15.1.oa WBR) Startersvrijstelling (Art. 15.1.p WBR) Monumentenvrijstelling (vervallen) (art. 15.1.p WBR) Cultuurgrondvrijstelling (art. 15.1.q WBR) Vrijstelling bij herstel in oude toestand (art. 15.1.r WBR) Vrijstelling natuurgrond (art. 15.1.s WBR) Vrijstelling verkoopregulerend beding (Art. 15.1.t WBR) Vrijstelling Staatsbosbeheer (art. 15.1.u WBR) Vrijstelling uitoefenen wilsrecht (art. 15.1.x WBR) Vrijstelling bij verkrijging (kabel)netten (art. 15.1.y WBR) Tijdelijke vrijstelling inbreng van tbs-pand in NV/BV (vervallen) (art. 15.1.z WBR) Anti-ontgaansbepaling (art. 15 lid 4 WBR) Schriftelijke verklaring en onvoorziene omstandigheden (art. 15a WBR)