Kennisbank voor het notariaat
Wetstoelichting

TBS vermogensbestanddeel aan onderneming (art. 3.91 Wet IB 2001)

Bijgewerkt tot 01-11-2022 Auteur De redactie

1 Inleiding Vermogen dat naar zijn aard slechts ondernemingsdoelen kan dienen, behoort naar de leer van de vermogensetikettering verplicht tot het ondernemingsvermogen (box 1). Als dit vermogen zou worden verworven door een ander bij wie het tot diens privévermogen zou gaan behoren (box 3), en deze andere persoon zou het aan de ondernemer gaan verhuren, dan zou dit een belastingbesparing kunnen opleveren. Immers: in box 3 wordt geheven over een forfaitair rendement, naar een vast tarief.…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Wetteksten


Artikel 3.91 Ter beschikking stellen van vermogensbestanddelen aan een onderneming of werkzaamheid

Artikel 3.91 Ter beschikking stellen van vermogensbestanddelen aan een onderneming of werkzaamheid

  • 1

    Onder werkzaamheid wordt mede verstaan:

    • a.

      het rendabel maken van vermogensbestanddelen – daaronder begrepen de schulden die rechtstreeks samenhangen met die vermogensbestanddelen – door deze vermogensbestanddelen al dan niet tegen vergoeding rechtens dan wel in feite, direct of indirect ter beschikking te stellen aan een met de belastingplichtige verbonden persoon, voorzover die vermogensbestanddelen door die persoon worden aangewend voor het behalen van belastbare winst uit onderneming of belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden;

    • b.

      het rendabel maken van vermogensbestanddelen – daaronder begrepen de schulden die rechtstreeks samenhangen met die vermogensbestanddelen – voorzover deze vermogensbestanddelen al dan niet tegen vergoeding rechtens dan wel in feite, direct of indirect ter beschikking worden gesteld ten behoeve van een samenwerkingsverband waarvan een met de belastingplichtige verbonden persoon die daarbij belastbare winst uit onderneming of belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden geniet, deel uitmaakt;

    • c.

      het rendabel maken van vermogen op een wijze die normaal, actief vermogensbeheer te buiten gaat, zoals bij het uitponden van onroerende zaken, het in belangrijke mate door de belastingplichtige zelf verrichten van groot onderhoud of andere aanpassingen aan een zaak, of het aanwenden door de belastingplichtige van voorkennis of daarmee vergelijkbare bijzondere vormen van kennis.

  • 2

    Voor de toepassing van dit artikel en de daarop berustende bepalingen wordt:

    • a.

      met het ter beschikking stellen van vermogensbestanddelen aan een in het eerste lid bedoelde persoon of ten behoeve van een daar bedoeld samenwerkingsverband gelijkgesteld:

      • 1°.

        het aangaan of het hebben van een schuldvordering alsmede het aangaan of het hebben van rechten uit een spaarovereenkomst of uit een daarmee verwante overeenkomst op een in dat lid bedoelde persoon of bedoeld samenwerkingsverband;

      • 2°.

        het sluiten van een overeenkomst van levensverzekering of het hebben van rechten uit een overeenkomst van levensverzekering waarbij de in dat lid bedoelde persoon of bedoeld samenwerkingsverband als verzekeraar optreedt behoudens voorzover de uitkeringen uit die rechten anders in aanmerking zouden worden genomen als een periodieke uitkering of verstrekking als bedoeld in afdeling 3.5;

      • 3°.

        het vestigen of het hebben van een genotsrecht op een vermogensbestanddeel dat ter beschikking is gesteld aan een in dat lid bedoelde persoon of ten behoeve van een in dat lid bedoeld samenwerkingsverband;

      • 4°.

        het overeenkomen of het hebben van een recht een vermogensbestanddeel dat ter beschikking is gesteld aan een in dat lid bedoelde persoon of ten behoeve van een in dat lid bedoeld samenwerkingsverband, te verwerven;

      • 5°.

        het verkrijgen of het hebben van een recht of een verplichting een vermogensbestanddeel te verwerven van een in dat lid bedoelde persoon of bedoeld samenwerkingsverband indien de daar tegenover staande verplichting onderscheidenlijk het daar tegenover staande recht tot diens vermogen van een onderneming of tot diens resultaat uit een werkzaamheid behoort;

      • 6°.

        het verkrijgen of het hebben van een recht of een verplichting een vermogensbestanddeel te vervreemden aan een in dat lid bedoelde persoon of bedoeld samenwerkingsverband indien de daar tegenover staande verplichting onderscheidenlijk het daar tegenover staande recht tot diens vermogen van een onderneming of tot diens resultaat uit een werkzaamheid behoort;

    • b.

      onder een met de belastingplichtige verbonden persoon verstaan:

      • 1°.

        de partner van de belastingplichtige;

      • 2°.

        de minderjarige kinderen van de belastingplichtige of zijn partner;

    • c.

      indien de belastingplichtige minderjarig is, onder een met de belastingplichtige verbonden persoon mede verstaan: een bloed- of aanverwant in de eerste graad van de opgaande lijn en degene die onder een met die bloed- of aanverwant verbonden persoon als bedoeld in het tweede lid, onderdeel b, wordt verstaan;

    • d.

      een vergoeding voor het aangaan van borgtocht voor schulden betreffende een onderneming, werkzaamheid of samenwerkingsverband als bedoeld in het eerste lid, aangemerkt als een voordeel uit het ter beschikking stellen van een vermogensbestanddeel;

    • e.

      onder rechten als bedoeld in onderdeel a, onder 4°, 5° en 6° mede verstaan: rechten waarvan de waarde direct of indirect verband houdt met de waardeverandering van een vermogensbestanddeel of met de wijziging van een factor, zoals de rentestand;

    • f.

      onder verplichtingen als bedoeld in onderdeel a, onder 5° en 6°, mede verstaan: verplichtingen waarvan de waarde direct of indirect verband houdt met de waardeverandering van een vermogensbestanddeel of met de wijziging van een factor, zoals de rentestand.

  • 3

    Op dezelfde wijze als het ter beschikking stellen van vermogensbestanddelen aan een met de belastingplichtige verbonden persoon wordt behandeld het ter beschikking stellen aan een niet onder het tweede lid, onderdeel b, begrepen bloed- of aanverwant in de rechte lijn van de belastingplichtige of van zijn partner, indien het een in het maatschappelijke verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstelling is. Bij ministeriële regeling kunnen regels worden gesteld voor de toepassing van dit lid, waaronder regels of sprake is van een in het maatschappelijk verkeer ongebruikelijke terbeschikkingstelling.


Kennisdossiers

Titel Categorie
Titel Levensverzekering Categorie Familierecht (overig)
Titel Economische eigendomsoverdracht Categorie Registergoederenrecht
Titel Terbeschikkingstellingsregelingen Categorie Belastingrecht

Rechtspraak

Titel Instantie Datum Nummer
Geen afwaarderingsverlies onzakelijke lening bij ongebruikelijke terbeschikkingstelling Instantie Hoge Raad Datum 22-04-2016 Nummer ECLI:NL:HR:2016:703
Niet aannemelijk gemaakt dat onder uitsluitingsclausule verkregen vermogen ter beschikking was gesteld, geen aftrek afwaarderingsverlies Instantie Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden Datum 01-03-2016 Nummer ECLI:NL:GHARL:2016:1693
Door verrichte werkzaamheden aan pand verhuurd aan eigen BV is sprake van ROW in plaats van TBS Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 30-06-2015 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2015:1951
Aanvaarden hoofdelijke aansprakelijkheid voor lening vindt zijn oorzaak in onzakelijke motieven Instantie Gerechtshof Amsterdam Datum 16-04-2015 Nummer ECLI:NL:GHAMS:2015:2103
Werkzaamheid duurt voort tot realisering van het beoogde resultaat Instantie Hoge Raad Datum 06-02-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:220
Winst behaald op OG-transactie door tip schoonvader belast in box 1 (RUOW) Instantie Hoge Raad Datum 30-01-2015 Nummer ECLI:NL:HR:2015:157
Het pand werd al verkocht voordat de verbouwing begon, winst wordt gezien als resultaat uit overige werkzaamheden Instantie Hoge Raad Datum 28-11-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:3444
Wanneer leidt exploitatie van onroerende zaken tot belastingheffing in box 1 als resultaat uit overige werkzaamheden? Instantie Hoge Raad Datum 20-06-2014 Nummer ECLI:NL:HR:2014:1465
Verlies op ongebruikelijke geldlening van ouders aan zoon is aftrekbaar in box 1 Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 27-02-2014 Nummer ECLI:NL:RBZWB:2014:1358
Vermogenswinst blijft onbelast omdat intentie tot doorverkoop ontbrak bij aankoop pand Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 28-05-2013 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2013:CA2188
Inspecteur maakt niet aannemelijk dat met verkoop onroerende zaak behaalde winst moet worden aangemerkt als ROW Instantie Rechtbank Haarlem Datum 26-11-2012 Nummer ECLI:NL:RBHAA:2012:BY9789
Architect treedt voor eigen rekening en risico op als zelfstandig projectontwikkelaar, winst is resultaat uit overige werkzaamheden Instantie Hoge Raad Datum 24-02-2012 Nummer ECLI:NL:HR:2012:BN3467
Geld lenen van eigen BV en beleggen in privé: niet belast in box 1 Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum 25-02-2011 Nummer ECLI:NL:PHR:2011:BN9759
Rechter geeft criteria voor aanvangstijdstip ter beschikking stellen Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 23-11-2010 Nummer ECLI:NL:GHARN:2010:BO6749
Winst door uitponden van onroerende zaken is niet zonder meer belast in box 1 Instantie Gerechtshof Arnhem Datum 30-03-2010 Nummer ECLI:NL:GHARN:2010:BM0539
Voornemen om pand ter beschikking te stellen hoeft niet altijd te worden vastgelegd in overeenkomst Instantie Hoge Raad Datum 22-01-2010 Nummer ECLI:NL:HR:2010:BI9790
Terbeschikkingstelling vangt aan op het moment van activeren van onroerende zaken op openingsbalans Instantie Rechtbank Arnhem Datum 18-12-2008 Nummer ECLI:NL:RBARN:2008:BG9879
Geschonken toekomstige huurtermijnen belast als resultaat uit overige werkzaamheden Instantie Rechtbank Arnhem Datum 10-01-2008 Nummer ECLI:NL:RBARN:2008:BC2414
Ongebruikelijke terbeschikkingstelling door inspecteur betwist Instantie Rechtbank 's-Gravenhage Datum 14-07-2006 Nummer ECLI:NL:RBSGR:2006:AY8582

Beleidsbesluiten

Titel Instantie Datum Nummer Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 21-02-2014 Nummer BLKB 2014/286M Samenvatting De Staatssecretaris van Financiën heeft een nieuw besluit inzake belastbaar resultaat uit overige werkzaamheden gepubli…
Instantie Ministerie van Financiën Datum 01-12-2008 Nummer CPP2008/520M Samenvatting
Instantie Ministerie van Financiën Datum 24-05-2006 Nummer CPP2006/76M Samenvatting

Literatuur

Titel Auteur(s) Bron
Titel Rechtskarakter huwelijksgemeenschap (civiel en fiscaal) Auteur(s) J.C. van Straaten Bron FTV 2017/46
Titel Onzakelijke leningen: de stand van zaken Auteur(s) J.H.M. Arts Bron FTV 2014/56
Inhoudsopgave
Overzicht
Wetstructuur
Fiscaal

Tarief erf- en schenkbelasting (art. 24 SW) Erfbelasting bij partners (art. 25 SW) Schenkbelasting bij partners (art. 26 SW) Schenkbelasting afgezonderd particulier vermogen (art. 26a SW) Samenvoeging schenkingen binnen een jaar (art. 27 SW) Schenkingen aan kinderen binnen een jaar (art. 28 SW) Onzekerheid over verwantschap (art. 29 SW) Verwerping en afstand (art. 30 SW) Afstand door bezwaarde (art. 31 SW) Vrijstellingen erfbelasting (art. 32 SW) ANBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 3 SW) Omvang vrijstellingen erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 4 SW) Verkrijging pensioenregeling en lijfrenten (art. 32 lid 1 onder 5 SW) SBBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 8 SW) Steunstichting SBBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 9 SW) Vrijstelling erfbelasting voor werknemer erflater (gevolgen testamentair loon, salaire differé en executeursloon) (art. 32 lid 1 onder 10 SW) Vrijstelling erfbelasting voor nog niet vorderbare termijnen van renten, uitkeringen, bezoldigingen en andere inkomsten (art. 32 lid 1 onder 11 SW) Pensioenimputatie (art. 32 lid 2 SW) Definitie lijfrenten (art. 32 lid 4 SW) Vrijstellingen schenkbelasting (art. 33 SW) ANBI en schenkbelasting (art. 33 onder 4 SW) Schenkvrijstelling ouder-kind (art. 33 onder 5 SW) Schenkvrijstelling overige verkrijgers (art. 33 onder 7 SW) Schenkvrijstelling voor onvermogenden (art. 33 onder 8 SW) Vrijstelling bij samenloop schenkbelasting met inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting (art. 33 onder 9 SW) Schenking aan een rechtspersoon ter bevordering van werknemersbelangen (art. 33 onder 11 SW) Voldoen aan natuurlijke verbintenis (art. 33 onder 12 SW) SBBI en schenkbelasting (art. 33 onder 13 SW) Steunstichting SBBI en schenkbelasting (art. 33 onder 14 SW) Definitie schenking ten behoeve van eigen woning (art. 33a SW) Samenloop verhoogde schenkvrijstellingen eigen woning (art. 82a SW)

Tarief overdrachtsbelasting (art. 14 WBR) Vrijstelling algemeen (art. 15 WBR) Vrijstelling btw-belaste levering (art. 15.1.a WBR) Vrijstelling bedrijfsoverdracht binnen familiesfeer (art. 15.1.b WBR) Vrijstelling publiekrechtelijke lichamen (art. 15.1.c WBR) Vrijstelling inbreng in personenvennootschap (art. 15.1.e onder 1 WBR) Vrijstelling inbreng in kapitaalvennootschap (art. 15.1.e onder 2 WBR) Vrijstelling verdeling of vereffening (art. 15.1.f WBR) Vrijstelling verdeling gemeenschap samenwoners (art. 15.1.g WBR) Vrijstelling bij fusie, splitsing en interne reorganisatie (art. 15.1.h WBR) Vrijstelling aangebrachte zaken (art. 15.1.i WBR) Vrijstelling voor verkrijging bestemd voor onderwijs (art. 15.1.k WBR) Vrijstelling ruilverkaveling (art. 15.1.l WBR) Vrijstelling bureau beheer landbouwgronden (art. 15.1.m WBR) Woningbouwlichamen (art. 15.1.n WBR) Vrijstelling stedelijke herstructurering (art. 15.1.o WBR) Verkrijging van lichaam ter bevordering van stedelijke herstructurering (art. 15.1.oa WBR) Startersvrijstelling (Art. 15.1.p WBR) Monumentenvrijstelling (vervallen) (art. 15.1.p WBR) Cultuurgrondvrijstelling (art. 15.1.q WBR) Vrijstelling bij herstel in oude toestand (art. 15.1.r WBR) Vrijstelling natuurgrond (art. 15.1.s WBR) Vrijstelling verkoopregulerend beding (Art. 15.1.t WBR) Vrijstelling Staatsbosbeheer (art. 15.1.u WBR) Vrijstelling uitoefenen wilsrecht (art. 15.1.x WBR) Vrijstelling bij verkrijging (kabel)netten (art. 15.1.y WBR) Tijdelijke vrijstelling inbreng van tbs-pand in NV/BV (vervallen) (art. 15.1.z WBR) Anti-ontgaansbepaling (art. 15 lid 4 WBR) Schriftelijke verklaring en onvoorziene omstandigheden (art. 15a WBR)