Kennisbank voor het notariaat
Wetstoelichting

Fictieve vervreemdingen (art. 4.16 Wet IB 2001)

Bijgewerkt tot 31-07-2023 Auteur De redactie

1 AlgemeenDe vervreemding van aanmerkelijkbelangaandelen leidt tot het in aanmerking nemen van een vervreemdingsvoordeel. In art. 4.16 lid 1 Wet IB 2001 is een aantal rechtshandelingen en rechtsfeiten opgenomen die worden aangemerkt als een fictieve vervreemding. Onder vervreemding van aandelen wordt onder andere verstaan:het inkopen van aandelen;het afkopen en inkopen van winstbewijzen;het betaalbaar stellen van liquidatie-uitkeringen;de verkrijging van rechtswege van aande…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Wetteksten


Artikel 4.16 Fictieve vervreemdingen

Artikel 4.16 Fictieve vervreemdingen

  • 1

    Onder vervreemding van aandelen of winstbewijzen wordt mede verstaan:

    • a.

      het inkopen van aandelen;

    • b.

      het afkopen en inkopen van winstbewijzen;

    • c.

      het betaalbaar stellen van liquidatie-uitkeringen;

    • d.

      het van rechtswege worden van aandeelhouder of houder van winstbewijzen in een andere vennootschap indien vermogen van de vennootschap waarin de belastingplichtige een aanmerkelijk belang heeft, onder algemene titel overgaat op een andere vennootschap. De vorige zinsnede is van overeenkomstige toepassing op een belastingplichtige die een aanmerkelijk belang heeft in een vennootschap waarvan vermogen onder algemene titel overgaat op een andere vennootschap en die van rechtswege houder wordt van rechten om aandelen in of winstbewijzen van de andere vennootschap te verwerven;

    • e.

      de overgang onder algemene titel alsmede de overgang krachtens erfrecht onder bijzondere titel;

    • f.

      het brengen in het vermogen van een onderneming of het tot het resultaat uit een werkzaamheid gaan behoren;

    • g.

      het niet langer aanwezig zijn van een aanmerkelijk belang;

    • h.

      het anders dan door overlijden ophouden binnenlands belastingplichtige te zijn, hieronder begrepen de situatie waarin de belastingplichtige voor de toepassing van de Belastingregeling voor het Koninkrijk, de Belastingregeling voor het land Nederland of een verdrag ter voorkoming van dubbele belasting wordt geacht geen inwoner van Nederland meer te zijn;

    • i.

      het verlenen van een koopoptie;

    • j.

      het niet of niet langer toerekenen aan de belastingplichtige van tot een afgezonderd particulier vermogen behorende aandelen of winstbewijzen vanwege het van toepassing worden van artikel 2.14a, zevende lid;

    • k.

      het tot de reguliere voordelen, bedoeld in artikel 4.12, onderdeel a, uit de aandelen of winstbewijzen gaan behoren van een forfaitair voordeel als bedoeld in artikel 4.13, eerste lid, onderdeel a.

  • 2

    Indien een aandeel of winstbewijs wordt vervreemd, wordt degene die slechts is gerechtigd tot de voordelen daaruit geacht zijn gerechtigdheid ook te hebben vervreemd, tenzij die gerechtigdheid tot dat aandeel of winstbewijs in stand blijft.

  • 3

    Indien aandelen of winstbewijzen op grond van artikel 4.11 tot een aanmerkelijk belang behoren, worden deze aandelen of winstbewijzen geacht te zijn vervreemd indien de belastingplichtige daarom verzoekt.

  • 4

    Een tot een aanmerkelijk belang behorend genotsrecht wordt geacht te zijn vervreemd indien het genotsrecht eindigt.

  • 5

    Met het betaalbaar stellen van een liquidatie-uitkering als bedoeld in het eerste lid, onderdeel c, wordt gelijkgesteld het voor rekening van de belastingplichtige voortzetten van de onderneming van de vennootschap waarin de belastingplichtige een aanmerkelijk belang heeft, in het kader van de ontbinding van die vennootschap met toepassing van artikel 14c, eerste lid, van de Wet op de vennootschapsbelasting 1969.

  • 6

    De vervreemding, bedoeld in het eerste lid, aanhef en onderdeel k, wordt geacht plaats te vinden op de eerste dag van de periode waarover het reguliere voordeel, bedoeld in het eerste lid, onderdeel k, wordt berekend.

  • 7

    Het eerste lid, aanhef en onderdeel k, is niet van toepassing als toepassing ervan zou leiden tot een ingevolge artikel 4.12, onderdeel b, in aanmerking te nemen negatief vervreemdingsvoordeel.


Kennisdossiers

Titel Categorie
Titel Tweetrapsmaking Categorie Erfrecht
Titel Gemeenschap van goederen Categorie Familievermogensrecht
Titel Huwelijkse voorwaarden Categorie Familievermogensrecht
Titel Verrekenbedingen Categorie Familievermogensrecht
Titel Echtscheiding Categorie Familierecht (overig)
Titel Belastbaar inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) Categorie Belastingrecht
Titel Doorschuifregelingen Categorie Belastingrecht
Titel Ficties Categorie Belastingrecht

Rechtspraak

Titel Instantie Datum Nummer
Overlijden bezwaarde leidt tot fictieve vervreemding aanmerkelijk belang Instantie Parket bij de Hoge Raad Datum 07-07-2023 Nummer ECLI:NL:PHR:2023:660
Afrekenen AB-claim bij erflater; notaris en executeur handelen niet onrechtmatig Instantie Rechtbank Noord-Holland Datum 06-03-2013 Nummer ECLI:NL:RBNHO:2013:BZ4422
Hughes de Lasteyrie de Saillant Instantie Hof van Justitie EU Datum 11-03-2004 Nummer C-9/02

Literatuur

Titel Auteur(s) Bron
Titel Gevolgen voor het aanmerkelijk belang bij het overlijden van een bezwaarde erfgenaam Auteur(s) B.B.A. de Kroon Bron KWEP 2023/14
Titel Praktische testamentaire aandachtspunten met betrekking tot de bij de vererving van een aanmerkelijk belang verschuldigde inkomstenbelasting Auteur(s) H.F. van der Weerd-van Joolingen Bron TE 2023/2
Titel Het fideicommis en de ab-heffing Auteur(s) R.E. Brinkman Bron FTV 2022/12
Titel Ab-heffing en vaststelling erfdeel, civiel en fiscaal Auteur(s) H.J.T. Vos Bron FTV 2017/10
Titel Aanpassingen van het APV-regime in het Belastingplan 2017 - de nieuwe toerekeningsstop geanalyseerd Auteur(s) J.P. Boer Bron FTV 2017/7
Titel De (on)mogelijkheden van de VBI na Prinsjesdag 2016 Auteur(s) N. de Poel-te Groen Bron FTV 2017/8 
Inhoudsopgave
Overzicht
Wetstructuur
Fiscaal

Tarief erf- en schenkbelasting (art. 24 SW) Erfbelasting bij partners (art. 25 SW) Schenkbelasting bij partners (art. 26 SW) Schenkbelasting afgezonderd particulier vermogen (art. 26a SW) Samenvoeging schenkingen binnen een jaar (art. 27 SW) Schenkingen aan kinderen binnen een jaar (art. 28 SW) Onzekerheid over verwantschap (art. 29 SW) Verwerping en afstand (art. 30 SW) Afstand door bezwaarde (art. 31 SW) Vrijstellingen erfbelasting (art. 32 SW) ANBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 3 SW) Omvang vrijstellingen erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 4 SW) Verkrijging pensioenregeling en lijfrenten (art. 32 lid 1 onder 5 SW) SBBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 8 SW) Steunstichting SBBI en erfbelasting (art. 32 lid 1 onder 9 SW) Vrijstelling erfbelasting voor werknemer erflater (gevolgen testamentair loon, salaire differé en executeursloon) (art. 32 lid 1 onder 10 SW) Vrijstelling erfbelasting voor nog niet vorderbare termijnen van renten, uitkeringen, bezoldigingen en andere inkomsten (art. 32 lid 1 onder 11 SW) Pensioenimputatie (art. 32 lid 2 SW) Definitie lijfrenten (art. 32 lid 4 SW) Vrijstellingen schenkbelasting (art. 33 SW) ANBI en schenkbelasting (art. 33 onder 4 SW) Schenkvrijstelling ouder-kind (art. 33 onder 5 SW) Schenkvrijstelling overige verkrijgers (art. 33 onder 7 SW) Schenkvrijstelling voor onvermogenden (art. 33 onder 8 SW) Vrijstelling bij samenloop schenkbelasting met inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting (art. 33 onder 9 SW) Schenking aan een rechtspersoon ter bevordering van werknemersbelangen (art. 33 onder 11 SW) Voldoen aan natuurlijke verbintenis (art. 33 onder 12 SW) SBBI en schenkbelasting (art. 33 onder 13 SW) Steunstichting SBBI en schenkbelasting (art. 33 onder 14 SW) Definitie schenking ten behoeve van eigen woning (art. 33a SW) Samenloop verhoogde schenkvrijstellingen eigen woning (art. 82a SW)

Tarief overdrachtsbelasting (art. 14 WBR) Vrijstelling algemeen (art. 15 WBR) Vrijstelling btw-belaste levering (art. 15.1.a WBR) Vrijstelling bedrijfsoverdracht binnen familiesfeer (art. 15.1.b WBR) Vrijstelling publiekrechtelijke lichamen (art. 15.1.c WBR) Vrijstelling inbreng in personenvennootschap (art. 15.1.e onder 1 WBR) Vrijstelling inbreng in kapitaalvennootschap (art. 15.1.e onder 2 WBR) Vrijstelling verdeling of vereffening (art. 15.1.f WBR) Vrijstelling verdeling gemeenschap samenwoners (art. 15.1.g WBR) Vrijstelling bij fusie, splitsing en interne reorganisatie (art. 15.1.h WBR) Vrijstelling aangebrachte zaken (art. 15.1.i WBR) Vrijstelling voor verkrijging bestemd voor onderwijs (art. 15.1.k WBR) Vrijstelling ruilverkaveling (art. 15.1.l WBR) Vrijstelling bureau beheer landbouwgronden (art. 15.1.m WBR) Woningbouwlichamen (art. 15.1.n WBR) Vrijstelling stedelijke herstructurering (art. 15.1.o WBR) Verkrijging van lichaam ter bevordering van stedelijke herstructurering (art. 15.1.oa WBR) Startersvrijstelling (Art. 15.1.p WBR) Monumentenvrijstelling (vervallen) (art. 15.1.p WBR) Cultuurgrondvrijstelling (art. 15.1.q WBR) Vrijstelling bij herstel in oude toestand (art. 15.1.r WBR) Vrijstelling natuurgrond (art. 15.1.s WBR) Vrijstelling verkoopregulerend beding (Art. 15.1.t WBR) Vrijstelling Staatsbosbeheer (art. 15.1.u WBR) Vrijstelling uitoefenen wilsrecht (art. 15.1.x WBR) Vrijstelling bij verkrijging (kabel)netten (art. 15.1.y WBR) Tijdelijke vrijstelling inbreng van tbs-pand in NV/BV (vervallen) (art. 15.1.z WBR) Anti-ontgaansbepaling (art. 15 lid 4 WBR) Schriftelijke verklaring en onvoorziene omstandigheden (art. 15a WBR)