Kennisbank voor het notariaat
Wetstoelichting

Executoriaal beslag op onroerende zaken (Art. 502 - 513a Rv)

Bijgewerkt tot 22-07-2020

Het beslagrecht is een zeer omvangrijk rechtsgebied. Het is het objectieve recht met betrekking tot alle in Nederland mogelijke vormen van beslag. Afhankelijk van de onderliggende vordering kan een beslag voorkomen op het gebied van het civiele recht, het fiscale recht, het strafrecht en het bestuursrecht. Een complete toelichting over het beslagrecht vindt u hier.

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Wetteksten


Artikel 502

  • 1

    Het beslag op onroerende zaken moet worden voorafgegaan door een exploot van een deurwaarder, houdende bevel om binnen twee dagen aan de executoriale titel te voldoen. Eerst na verloop van die termijn kan het beslag worden gelegd. Indien daartoe gronden zijn, kan de voorzieningenrechter van de rechtbank, ook op mondeling verzoek van de deurwaarder, die termijn inkorten.

  • 2

    Het bevel zal melding maken van de titel uit kracht waarvan de vervolging plaats heeft en zal uitdrukken dat bij gebreke van betaling zal worden overgegaan tot executoriale maatregelen tegen de onroerende zaken van de geëxecuteerde, zulks op straffe van nietigheid van het exploot.

  • 3

    Indien bij het betekenen van de executoriale titel tevens het voorgeschreven bevel is gedaan, wordt geen afzonderlijk bevel vereist.

  • 4

    Bij het bevel of de betekening moet de executant tot het uiteinde der executie woonplaats kiezen ten kantore van de deurwaarder, zulks op straffe van nietigheid van het exploot. Tevens kan woonplaats worden gekozen in Nederland ten kantore van een advocaat.


Artikel 503

Indien de schuldeiser een jaar na het bevel heeft laten verlopen, zal hij gehouden zijn het bevel te vernieuwen.


Artikel 504

  • 1

    Het beslag geschiedt bij een proces-verbaal van een deurwaarder dat, behalve de gewone formaliteiten, op straffe van nietigheid inhoudt:

    • a.

      de vermelding van de voornaam, naam en woonplaats van de executant en de naam en woonplaats van de geëxecuteerde;

    • b.

      de vermelding van de titel uit hoofde waarvan het beslag wordt gelegd;

    • c.

      de aard van de in beslag genomen onroerende zaken, hun kadastrale aanduiding, en, indien zij buiten de bebouwde kom zijn gelegen, zo veel mogelijk de grootte;

    • d.

      indien het beslag niet wordt gelegd door een deurwaarder ten kantore van wie woonplaats is gekozen overeenkomstig artikel 439, derde lid, een keuze van woonplaats ten kantore van de deurwaarder die het beslag legt.

  • 2

    In het proces-verbaal kan tevens een notaris worden aangewezen ten overstaan van wie de verkoop zal geschieden. In dat geval wordt in plaats van bij de deurwaarder, woonplaats bij de notaris gekozen.


Artikel 504a

Artikel 504a

  • 1

    Het beslag kan slechts worden gelegd voor een vordering waarvan het geldelijk beloop bepaalbaar is.

  • 2

    Zolang de vordering niet is vereffend, kan niet tot executoriale verkoop worden overgegaan.


Artikel 505

  • 1

    Het proces-verbaal van inbeslagneming zal in de in afdeling 2 van titel 1 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek bedoelde openbare registers worden ingeschreven. Een afschrift van het proces-verbaal zal op straffe van nietigheid van het beslag niet later dan drie dagen na de inschrijving aan de geëxecuteerde worden betekend.

  • 2

    Een vervreemding, bezwaring, onderbewindstelling, verhuring of verpachting, tot stand gekomen na de inschrijving van het proces-verbaal, kan niet tegen de beslaglegger worden ingeroepen. Dit geldt niet voor verhuur van woonruimte waarop de artikelen 271 tot en met 277 van Boek 7 van het Burgerlijk Wetboek van toepassing zijn, tenzij de verhuring plaatsvond na de bekendmaking bedoeld in artikel 516 of huurder wist dat de beslaglegger door de verhuring in zijn verhaalsmogelijkheden zou worden benadeeld.

  • 3

    Indien de akte betreffende de vervreemding of bezwaring vóór de inschrijving van het beslag reeds was verleden, kan de vervreemding of bezwaring nog tegen de beslaglegger worden ingeroepen, mits de inschrijving van deze akte uiterlijk geschiedt de eerste dag, waarop het kantoor van de Dienst voor het kadaster en de openbare registers na de dag van de inschrijving van het beslag voor het publiek opengesteld is.


Artikel 506

  • 1

    De geëxecuteerde is verplicht de in beslag genomen zaken in goede staat te houden.

  • 2

    De voorzieningenrechter van de rechtbank kan op verzoek van een beslaglegger een gerechtelijke bewaarder van de zaak aanstellen.

  • 3

    Tegen een aanstelling krachtens het vorige lid is geen hogere voorziening toegelaten.


Artikel 507

  • 1

    Vruchten en beplantingen, die ten tijde van de inschrijving zich nog op of in de zaak bevinden of te velde staan en vóór de verkoop worden geoogst, vallen mede onder het beslag, tenzij daarop rechten of beslagen van derden rusten, daaronder begrepen het pandrecht bedoeld in artikel 237, vierde lid, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.

  • 2

    Artikel 451 is, mede ter zake van de inoogsting, van toepassing.

  • 3

    Na de betekening van het ingeschreven beslag aan de huurder of pachter valt de aan de geëxecuteerde nog verschuldigde huur en pacht onder het beslag en moet zij worden betaald aan de notaris ten overstaan van wie de executie zal plaatsvinden, mits dit bij de betekening uitdrukkelijk aan de huurder of pachter met opgave van de plaats van betaling wordt medegedeeld en behoudens de rechten van derden, die de executant moet eerbiedigen. Hetgeen aan de notaris wordt betaald, wordt gerekend tot de in artikel 551 bedoelde opbrengst van de zaak. De artikelen 475i , 476 en 478 zijn van overeenkomstige toepassing.

  • 4

    Het vorige lid is van overeenkomstige toepassing op hetgeen aan de geëxecuteerde verschuldigd is als canon uit hoofde van een erfpacht of als retributie uit hoofde van een opstalrecht of erfdienstbaarheid of als tegenprestatie ter zake van een kwalitatieve verplichting als bedoeld in artikel 252, vierde lid, van Boek 6 van het Burgerlijk Wetboek.


Artikel 507a

Artikel 507a

  • 1

    Eveneens vallen onder het beslag vorderingen tot vergoeding die na de inschrijving in de plaats van de zaak zijn getreden, daaronder begrepen vorderingen ter zake van waardevermindering van de zaak.

  • 2

    Zij moeten met overeenkomstige toepassing van artikel 507, derde lid, aan de notaris worden voldaan, behoudens de rechten van derden, die de executant moet eerbiedigen.


Artikel 507b

Artikel 507b


Artikel 508

Rusten op de in beslag genomen zaak een of meer hypotheken, dan zal de beslaglegger het door hem gelegde beslag uiterlijk binnen vier dagen na de inschrijving in de betreffende openbare registers aan de hypotheekhouders doen betekenen; de betekening mag geschieden aan de door deze overeenkomstig artikel 260, eerste lid, derde zin, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek gekozen woonplaats.


Artikel 509

  • 1

    Indien een hypotheekhouder die uit hoofde van zijn recht bevoegd is tot executoriale verkoop, de executie wil overnemen en dit binnen veertien dagen nadat het beslag aan hem is betekend, aanzegt aan de executant met inachtneming van artikel 544, tweede lid, geschiedt de executie verder door de hypotheekhouder en zijn de desbetreffende bepalingen van toepassing.

  • 2

    Zijn er meer hypotheekhouders, dan komt deze bevoegdheid toe aan de hoogst gerangschikte hypotheekhouder, die de in het eerste lid bedoelde aanzegging heeft gedaan.

  • 3

    Wordt niet binnen veertien dagen een aanzegging als in het eerste lid bedoeld gedaan, dan is de beslaglegger bevoegd de executie voort te zetten.


Artikel 513

  • 1

    Indien meer schuldeisers op dezelfde zaak beslag hebben gelegd, zal de executie plaatsvinden op de vervolging van degene die het eerst overeenkomstig artikel 505, eerste lid, het proces-verbaal van beslag heeft doen inschrijven.

  • 2

    De voorzieningenrechter van de rechtbank binnen welker rechtsgebied de zaak geheel of grotendeels is gelegen, kan op verzoek van een schuldeiser wiens proces-verbaal later is ingeschreven, bepalen dat deze de executie zal overnemen:

    • a.

      in geval van arglist van de schuldeiser wiens proces-verbaal het eerst is ingeschreven, of samenspanning van deze met de geëxecuteerde;

    • b.

      indien deze schuldeiser de executie niet met redelijke spoed voortzet.

  • 3

    Tegen een beschikking krachtens het tweede lid is geen hogere voorziening toegelaten.

  • 4

    Bij toepassing van het tweede lid wordt de overneming bij exploot aan de geëxecuteerde aangezegd.


Artikel 513a

Artikel 513a

De inschrijving van het beslag kan worden doorgehaald met toepassing van de artikelen 28 en 29 van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek, met dien verstande dat de bewaarder mede tot doorhaling wordt gemachtigd door:

  • 1°.

    een ingeschreven schriftelijke verklaring van de deurwaarder dat hij in opdracht van de executant het beslag opheft of dat het beslag is vervallen;

  • 2°.

    een overeenkomstig artikel 17, eerste lid, onder e, van Boek 3 van het Burgerlijk Wetboek ingeschreven rechterlijke uitspraak die tot opheffing van het beslag strekt.


Kennisdossiers

Titel Categorie
Titel Beslag Categorie Diversen

Rechtspraak

Titel Instantie Datum Nummer
Executoriale beslaglegger kan niet om onderhandse verkoop verzoeken op grond van art. 3:268 lid 2 BW Instantie Rechtbank Zeeland-West-Brabant Datum 25-08-2021 Nummer C/02/387386/ KG RK 21-466

Praktisch

Titel Bron Type Categorie
Schuldenwijzer Bron - Type Instanties en registers Categorie Verwijzingen voor de particulier
Inhoudsopgave
Overzicht
Wetstructuur
Diversen