Kennisbank voor het notariaat
Wetstoelichting

Erfopvolging bij versterf (art. 4:9 - 4:12 BW)

Bijgewerkt tot 01-05-2021

1 Bestaansvereiste Voor het ab intestaat erfrecht geldt een uitdrukkelijke bestaanseis in art. 4:9 BW: een erfgenaam moet bestaan op het moment dat de nalatenschap openvalt. Voor het testamentaire erfrecht geldt dat men om voordeel te kunnen trekken uit een making, moet bestaan op het moment van het overlijden van erflater, art. 4:9 BW. Op de bestaanseis bestaan echter een paar uitzonderingen in het geval van voorwaardelijke makingen (art. 4:56 leden 2 tot en met 4 BW). Daarnaast kent de wet oo…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Wetteksten


Artikel 9

Ten einde als erfgenaam bij versterf te kunnen optreden, moet men bestaan op het ogenblik dat de nalatenschap openvalt.


Artikel 10

  • 1

    De wet roept tot een nalatenschap als erfgenamen uit eigen hoofde achtereenvolgens:

    • a.

      de niet van tafel en bed gescheiden echtgenoot van de erflater tezamen met diens kinderen;

    • b.

      de ouders van de erflater tezamen met diens broers en zusters;

    • c.

      de grootouders van de erflater;

    • d.

      de overgrootouders van de erflater.

  • 2

    De afstammelingen van een kind, broer, zuster, grootouder of overgrootouder worden bij plaatsvervulling geroepen.

  • 3

    Alleen zij die tot de erflater in familierechtelijke betrekking stonden, worden tot de in de vorige leden genoemde bloedverwanten gerekend.


Artikel 11

  • 1

    Degenen die tezamen uit eigen hoofde tot een nalatenschap worden geroepen, erven voor gelijke delen.

  • 2

    In afwijking van lid 1 is het erfdeel van een halfbroer of halfzuster de helft van het erfdeel van een volle broer, een volle zuster of een ouder.

  • 3

    Wanneer het erfdeel van een ouder door toepassing van de leden 1 en 2 minder zou bedragen dan een kwart, wordt het verhoogd tot een kwart en worden de erfdelen van de overige erfgenamen naar evenredigheid verminderd.


Artikel 12

  • 1

    Plaatsvervulling geschiedt met betrekking tot personen die op het ogenblik van het openvallen van de nalatenschap niet meer bestaan, die onwaardig zijn, onterfd zijn of verwerpen of wier erfrecht is vervallen.

  • 2

    Zij die bij plaatsvervulling erven, worden staaksgewijze geroepen tot het erfdeel van degene wiens plaats zij vervullen.

  • 3

    Degenen die de erflater verder dan de zesde graad bestaan, erven niet.


Kennisdossiers

Titel Categorie
Titel Afwikkeling en vereffening nalatenschap Categorie Erfrecht
Titel Wettelijk erfrecht Categorie Erfrecht
Titel Scheiding van tafel en bed Categorie Familievermogensrecht

Rechtspraak

Titel Instantie Datum Nummer
Hof past regels versterferfrecht strikt toe bij op huwelijksreis overleden echtpaar Instantie Gerechtshof Den Haag Datum 12-05-2020 Nummer ECLI:NL:GHDHA:2020:891

Praktisch

Titel Bron Type Categorie
Infographic Wettelijke erfgenamen Bron KNB Type Schenken en erven Categorie Verwijzingen voor de particulier
Inhoudsopgave
Overzicht
Wetstructuur
Civiel