Kennisbank voor het notariaat
Wetstoelichting

Ambt, bevoegdheid, benoeming en ontslag van de notaris (art. 2 - 15 Wna)

Bijgewerkt tot 15-01-2023 Auteur De redactie

1 Algemeen Titel 2 van de Wna behandelt het ambt, de bevoegdheid, de benoeming en het ontslag van de notaris. De notaris is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn, dit betekent dat de notaris een ambtenaar is. De notaris is echter geen staatsorgaan of vertegenwoordiger van de staat, wel is de notaris in binnenlandse verhoudingen een bestuursorgaan in de zin van art. 1:1 lid 1 onder b Awb. Naast ambtenaar, is de notaris ook ondernemer. De notaris is zelf verantwoor…

Verder lezen?

Om dit document te kunnen bekijken, moet u ingelogd zijn.

Geen inloggegevens?

Heeft u nog geen inloggegevens, dan kunt u een abonnement afsluiten.

Bent u werkzaam op het notariële en/of fiscale werkterrein en wilt u het gebruik van Via Juridica ervaren?
Vraag een gratis proefabonnement aan en probeer Via Juridica één maand uit!

Voor (voltijd)studenten is een gratis studentenabonnement beschikbaar.


Gebruikers van Via Juridica

Bekijk alle

Wetteksten


Artikel 2

  • 1

    Het ambt van notaris houdt de bevoegdheid in om authentieke akten te verlijden in de gevallen waarin de wet dit aan hem opdraagt of een partij zulks van hem verlangt en andere in de wet aan hem opgedragen werkzaamheden te verrichten.

  • 2

    Tot het voeren van de titel notaris is uitsluitend bevoegd hij die als zodanig is benoemd en beëdigd en die niet geschorst of gedefungeerd is.

  • 3

    De notaris oefent het ambt, waaronder het beheer van het protocol dat onder hem berust, voor eigen rekening en risico uit.


Artikel 3

  • 1

    De notaris wordt als zodanig bij koninklijk besluit benoemd. In het besluit wordt de plaats van vestiging aangegeven.

  • 2

    De notaris legt binnen zes maanden na de dagtekening van het benoemingsbesluit voor de rechtbank in het arrondissement waarin de kamer voor het notariaat is gevestigd waaronder hij ressorteert, de navolgende eed af:

    «Ik zweer getrouwheid aan de Koning en de Grondwet en eerbied voor de rechterlijke autoriteiten.

    Ik zweer, dat ik mij zal gedragen naar de wetten, de reglementen en de verordeningen die op het notarisambt van toepassing zijn en dat ik mijn taak eerlijk, nauwgezet en onpartijdig zal uitvoeren; dat ik geheimhouding zal betrachten ten aanzien van alles waarvan ik door mijn ambt kennis neem en dat ik voorts, middellijk noch onmiddellijk, onder enige naam of voorwendsel, tot het verkrijgen van mijn benoeming aan iemand iets heb gegeven of beloofd, noch zal geven of beloven.»

    Als de eed niet tijdig is afgelegd, vervalt de benoeming.

  • 3

    Wanneer de eed, bedoeld in het tweede lid, in de Friese taal wordt afgelegd, luidt de tekst van de eed als volgt:

    «Ik swar trou oan de Kening en de Grûnwet en earbied foar de rjochterlike autoriteiten.

    Ik swar, dat ik my hâlde en drage sil neffens de wetten, de regleminten en de oarderingen dy’t op it notarisamt fan tapassing binne en dat ik myn taak earlik, sekuer en ûnpartidich útfiere sil; dat ik geheimhâlding betrachtsje sil oangeande alles dêr’t ik troch myn amt kunde oan krij en dat ik fierders, streekrjocht noch midlik, ûnder hokker namme of útwynsel dan ek, foar it krijen fan myn beneaming oan immen eat jûn of tasein haw, noch jaan of tasizze sil.»

  • 4

    De griffier van de rechtbank geeft ter zitting een proces-verbaal van de eedsaflegging af aan de notaris.

  • 5

    De notaris is bevoegd met ingang van de dag na de eedsaflegging. Indien in het benoemingsbesluit een latere datum is vermeld, is hij bevoegd met ingang van die dag indien tevoren de eed is afgelegd. Is hij waarnemer van het kantoor, dan is hij terstond na de eedsaflegging bevoegd.

  • 6

    De notaris laat zich terstond na de eedsaflegging inschrijven in het register voor het notariaat, bedoeld in artikel 5, onder overlegging van het proces-verbaal van de eedsaflegging en onder deponering van zijn handtekening en paraaf.


Artikel 4

De notaris deponeert terstond na de eedsaflegging zijn handtekening en paraaf ter griffie van de rechtbank waar hij de eed heeft afgelegd.


Artikel 5

  • 1

    Er is een register voor het notariaat, dat wordt bijgehouden door de KNB.

  • 2

    In het register wordt iedere notaris, toegevoegd notaris en kandidaat-notaris opgenomen, onder vermelding van naam en plaats en datum van geboorte. In het register worden ten aanzien van hen, voor zover van toepassing, tevens gegevens opgenomen betreffende:

    • a.

      de benoeming van de notaris, zijn ontslag of overlijden;

    • b.

      de plaats van vestiging van de notaris;

    • c.
    • d.

      een aanwijzing tot overname van een protocol als bedoeld in artikel 15;

    • e.

      de toevoeging als bedoeld in artikel 30b;

    • f.

      de waarneming als bedoeld in artikel 28;

    • g.

      de eedsaflegging, bedoeld in artikel 3, met opname in het register van handtekening en paraaf;

    • h.

      een nevenbetrekking als bedoeld in artikel 11;

    • i.

      de onherroepelijke oplegging van een tuchtmaatregel als bedoeld in artikel 103, eerste, derde en vierde lid;

    • j.

      de bij onherroepelijke uitspraak gegrond verklaarde bedenking zonder oplegging van een tuchtmaatregel, bedoeld in artikel 103, tweede lid;

    • k.

      de oplegging van een ordemaatregel als bedoeld in de artikelen 25b, 26, 27 en 106, eerste en vijfde lid;

    • l.

      de onherroepelijke oplegging van een bestuurlijke boete of een last onder dwangsom als bedoeld in artikel 111b, tweede lid.

  • 3

    Het register ligt voor een ieder ter inzage. De KNB verstrekt op verzoek een gewaarmerkt afschrift of uittreksel tegen kostprijs.

  • 4

    De registratie van de oplegging van de ordemaatregel, bedoeld in artikel 25b, van een bij onherroepelijke uitspraak gegrond verklaarde bedenking zonder oplegging van een maatregel als bedoeld in artikel 103, tweede lid, of van de onherroepelijke oplegging van een bestuurlijke boete of last onder dwangsom als bedoeld in artikel 111b, tweede lid, is niet openbaar. De registratie van de oplegging van de ordemaatregelen, bedoeld in de artikelen 26, 27 en 106, eerste en vijfde lid, is openbaar zolang deze maatregelen van kracht zijn. De registratie van de onherroepelijke oplegging van een waarschuwing of berisping als bedoeld in artikel 103, eerste lid, is niet openbaar, tenzij toepassing is gegeven aan artikel 103, vijfde lid. Ditzelfde geldt voor de onherroepelijke oplegging van een geldboete als bedoeld in artikel 103, eerste lid, onderdeel c, tenzij deze gelijktijdig is opgelegd met een tuchtmaatregel ten aanzien waarvan de openbaarheid niet is beperkt.

  • 5

    Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld betreffende de toepassing van het tweede en derde lid, de inrichting van het register, de wijze waarop het wordt bijgehouden, de inzage in het register en het verstrekken van gegevens uit het register door de KNB.


Artikel 6

  • 1

    Tot notaris is slechts benoembaar hij die de Nederlandse nationaliteit bezit of de nationaliteit van een andere lidstaat van de Europese Unie, van een overige staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of van de Zwitserse Bondsstaat.

  • 2

    Voor de benoembaarheid tot notaris is vereist:

    • a.

      dat

      • 1°.

        hem op grond van het met goed gevolg afleggen van een afsluitend examen van een opleiding in het wetenschappelijk onderwijs aan een universiteit dan wel de Open Universiteit als bedoeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, de graad Master op het gebied van het notarieel recht is verleend, of

      • 2°.

        hij het recht heeft verkregen om de titel meester te voeren op grond van het met goed gevolg afleggen van het afsluitend examen van een opleiding op het gebied van het notarieel recht aan een universiteit of de Open Universiteit als bedoeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek;

    • b.

      dat hij:

      • 1°.

        een stage heeft doorlopen als bedoeld in artikel 31;

      • 2°.

        met goed gevolg heeft afgelegd het examen, bedoeld in artikel 33;

      • 3°.

        als toegevoegd notaris of kandidaat-notaris gedurende de laatste twee jaren voorafgaand aan zijn verzoek tot benoeming, per jaar gemiddeld ten minste 21 uur per week, in het Koninkrijk in Europa onder verantwoordelijkheid van een notaris of een waarnemer werkzaam is geweest of het notarisambt heeft waargenomen, dan wel als notaris gedurende die periode het notarisambt heeft vervuld;

      • 4°.

        dat hij in het bezit is van een ondernemingsplan dat voldoet aan de voorwaarden van artikel 7, eerste lid, alsmede van het advies als bedoeld in artikel 7, tweede lid, alsmede

    • c.

      dat hij in het bezit is van een verklaring omtrent het gedrag, afgegeven volgens de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens;

    • d.

      dat hij de Nederlandse taal in voldoende mate beheerst voor een goede uitoefening van het notarisambt.

  • 3

    Bij algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld met betrekking tot de beroepsvereisten, waaraan hij die de opleiding, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, heeft gevolgd moet voldoen.

  • 4

    Bij algemene maatregel van bestuur kunnen graden, verleend door een universiteit, de Open Universiteit of een hogeschool als bedoeld in de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek, of daaraan gelijkwaardige getuigschriften worden aangewezen die voor de toepasselijkheid van het tweede lid, onderdeel a, onder 1°, gelijk worden gesteld aan de in dat lid bedoelde graad Bachelor op het gebied van het recht.


Artikel 7

  • 1

    Het ondernemingsplan, bedoeld in artikel 6, is zodanig opgesteld dat daaruit in ieder geval blijkt:

    • a.

      dat de verzoeker over voldoende financiële middelen beschikt om een kantoor te houden dat in overeenstemming is met de eisen van het ambt; en

    • b.

      dat op redelijke gronden mag worden verwacht dat na drie jaren de praktijk kostendekkend kan worden uitgeoefend.

  • 2

    Over het ondernemingsplan wordt advies uitgebracht door een door Onze Minister te benoemen Commissie van deskundigen. De KNB en het Bureau verstrekken de Commissie desgevraagd de door haar in verband met het onderzoek van het ondernemingsplan benodigde inlichtingen. Het advies wordt als bijlage bij het ondernemingsplan gevoegd.

  • 3

    Voor de advisering over het ondernemingsplan door de Commissie van deskundigen worden aan de verzoeker kosten in rekening gebracht.

  • 4

    Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden nadere regels gesteld omtrent:

    • a.

      het ondernemingsplan;

    • b.

      de samenstelling en de werkwijze van de Commissie van deskundigen;

    • c.

      de wijze waarop de kosten van de advisering worden berekend.


Artikel 8

  • 1

    Degene die voor benoeming tot notaris in aanmerking wenst te komen dient bij de KNB een daartoe strekkend verzoek in, met opgave van de gemeente waarin hij voornemens is zich als notaris te vestigen. Bij het verzoek legt hij bewijsstukken over waaruit blijkt dat hij voldoet aan de voorwaarden van artikel 6. De overlegging van bewijsstukken met betrekking tot de voorwaarden als bedoeld in artikel 6, tweede lid, onderdelen a en b, onder 1° en 2°, is niet vereist indien die reeds bij een eerder verzoek zijn overgelegd. In het verzoek doet hij tevens opgave van de werkgever of werkgevers bij wie hij als kandidaat-notaris of toegevoegd notaris in dienst is geweest. Bij indiening van het verzoek is voor de behandeling ervan door de verzoeker een vergoeding verschuldigd. De KNB geleidt het verzoek met de bewijsstukken door naar Onze Minister en doet afschriften toekomen aan de Commissie toegang notariaat en het Bureau.

  • 2

    Onze Minister wint advies in omtrent de persoonlijke geschiktheid van de verzoeker voor het notarisambt bij de door hem benoemde Commissie toegang notariaat. Bij onvoldoende gebleken persoonlijke geschiktheid voor het ambt van notaris of gegronde vrees voor enige schade aan de eer en het aanzien van het notarisambt, wordt het verzoek geweigerd. Een beschikking tot weigering van de benoeming wordt gegeven door Onze Minister.

  • 3

    Ten behoeve van haar advies stelt de Commissie ten aanzien van de verzoeker een onderzoek in.

  • 4

    Bij of krachtens algemene maatregel van bestuur kunnen nadere regels worden gesteld betreffende de Commissie en haar werkzaamheden. Bij regeling van Onze Minister wordt de hoogte vastgesteld van de vergoeding, bedoeld in het eerste lid.

  • 5

    Op het verzoek wordt beslist binnen vijf maanden na ontvangst ervan.

  • 6

    De KNB en het Bureau kunnen met betrekking tot het verzoek advies uitbrengen aan Onze Minister.

  • 7

    In afwijking van artikel 8:4, derde lid, onderdeel a, van de Algemene wet bestuursrecht kan een belanghebbende tegen een besluit tot benoeming tot notaris beroep instellen.


Artikel 9

Een notaris kan, onverminderd de onverenigbaarheden die voortvloeien uit andere wetten, niet tevens lid zijn van de rechterlijke macht, behoudens als raadsheer-plaatsvervanger, rechter-plaatsvervanger of kantonrechter-plaatsvervanger, noch kan hij gerechtsdeurwaarder, bewaarder van het kadaster en de openbare registers of advocaat zijn. Hetzelfde geldt voor een toegevoegd notaris of een kandidaat-notaris.


Artikel 10

  • 1

    De plaats van vestiging van een notaris kan door Onze Minister worden gewijzigd bij een beschikking waarbij tevens de datum van ingang wordt bepaald. De bevoegdheid van de notaris in de vorige plaats van vestiging vervalt van rechtswege met ingang van dezelfde datum, onverminderd het bepaalde in artikel 13.

  • 2

    De notaris die zich in een andere plaats wenst te vestigen, richt daartoe een verzoek tot Onze Minister. Hij doet daarbij opgave van de gemeente waar hij voornemens is zich te vestigen en geeft daarbij, in geval van vestiging buiten het arrondissement, aan of hij gebruik wil maken van de bevoegdheid, bedoeld in het zesde lid. Bij dit verzoek legt hij een ondernemingsplan over als bedoeld in het eerste lid van artikel 7, betrekking hebbend op de plaats waar hij voornemens is zich te vestigen, alsmede het advies als bedoeld in het tweede lid van dat artikel.

  • 3

    Onze Minister zendt een afschrift van het verzoek met bijlagen aan het bestuur van de KNB en aan het Bureau, met het verzoek hem uiterlijk binnen drie maanden in kennis te stellen van eventuele aan hen bekende feiten of omstandigheden welke naar hun oordeel tot weigering van het verzoek zouden kunnen leiden.

  • 4

    Het verzoek kan uitsluitend worden geweigerd indien het bij het verzoek overgelegde ondernemingsplan niet voldoet aan de voorwaarden van artikel 7.

  • 5

    Op het verzoek wordt beslist binnen vijf maanden na ontvangst ervan.

  • 6

    Indien de notaris zich vestigt buiten het arrondissement waarin zijn plaats van vestiging is gelegen, is hij bevoegd zijn protocol over te brengen naar de nieuwe plaats van vestiging.


Artikel 11

  • 1

    De notaris doet terstond opgave aan de KNB en aan de kamer voor het notariaat van het aanvaarden en beëindigen van een al dan niet bezoldigde nevenbetrekking.

  • 2

    De kamer kan bij met redenen omklede beslissing de uitoefening door de notaris van een nevenbetrekking ongewenst verklaren, indien hierdoor zijn onpartijdigheid of onafhankelijkheid wordt of kan worden beïnvloed dan wel de eer of het aanzien van het ambt wordt of kan worden geschaad. Van die beslissing zendt de kamer onverwijld bij aangetekende brief een afschrift aan de notaris. Daarbij deelt zij tevens mee op welke wijze de notaris tegen de beslissing beroep kan instellen. De KNB en het Bureau ontvangen elk een afschrift van de beslissing van de kamer.

  • 3

    Binnen zes weken na de dag van verzending van het afschrift van de beslissing kan de notaris tegen de beslissing beroep instellen bij het gerechtshof Amsterdam. Tegen de beslissing van het gerechtshof is geen hogere voorziening toegelaten. De KNB en het Bureau ontvangen elk een afschrift van de beslissing van het gerechtshof.

  • 4

    Indien de beslissing onherroepelijk is geworden of in beroep is bevestigd, is de notaris verplicht de nevenbetrekking zo spoedig mogelijk te beëindigen.

  • 5

    De notaris is bevoegd om, voordat hij een nevenbetrekking aanvaardt, de kamer van toezicht te verzoeken een beslissing te nemen over de vraag of de uitoefening van deze nevenbetrekking toelaatbaar is. Het derde lid is van overeenkomstige toepassing. Op de behandeling van de zaak bij de kamer voor het notariaat en bij het gerechtshof zijn de artikelen 101, 102 en 104 van overeenkomstige toepassing.

  • 6

    Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de toegevoegd notaris en de kandidaat-notaris.


Artikel 12

  • 1

    De notaris is verplicht kantoor te houden in de plaats van vestiging die in het besluit van zijn benoeming is vermeld en aldaar zijn protocol te bewaren.

  • 2

    De notaris mag, behoudens voor zover in de wet of bij rechterlijke beslissing anders is bepaald, zijn protocol of een onderdeel daarvan niet uit handen geven.

  • 3

    De notaris is verplicht zijn protocol op ordelijke wijze te bewaren op een tegen brand en andere gevaren beveiligde plaats.


Artikel 13

Het is de notaris toegestaan buiten zijn plaats van vestiging ambtelijke werkzaamheden te verrichten, mits op het grondgebied van Nederland. Hij is evenwel niet bevoegd buiten zijn plaats van vestiging bijkantoren te hebben. Ook is hij niet bevoegd buiten zijn plaats van vestiging op vaste of onregelmatige tijden zitdagen te houden, met uitzondering van de waddeneilanden, indien op het desbetreffende eiland geen notaris gevestigd is.


Artikel 14

  • 1

    De notaris is met ingang van de eerstvolgende maand na het bereiken van de zeventigjarige leeftijd van rechtswege ontslagen.

  • 2

    Aan de notaris die voor het bereiken van de in het eerste lid genoemde leeftijd ontslag verzoekt, wordt ontslag verleend bij koninklijk besluit, dat tevens de datum van ingang daarvan vermeldt.

  • 3

    Op voordracht van Onze Minister kan de notaris bij koninklijk besluit worden ontslagen, indien hij:

    • a.

      geen gevolg heeft gegeven aan de verplichting, bedoeld in artikel 11, vierde lid, om een ongewenst verklaarde nevenbetrekking te beëindigen;

    • b.

      bij onherroepelijk geworden rechterlijke uitspraak wegens misdrijf is veroordeeld dan wel aan hem bij een dergelijke rechterlijke uitspraak een maatregel is opgelegd die vrijheidsbeneming tot gevolg heeft.

  • 4

    Op voordracht van Onze Minister wordt aan de notaris bij koninklijk besluit ontslag verleend, indien hij:

    • a.

      niet langer de Nederlandse nationaliteit bezit, of de nationaliteit van een andere lidstaat van de Europese Unie, van een overige staat die partij is bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte of van de Zwitserse Bondsstaat;

    • b.

      een ambt of betrekking heeft aanvaard dat, onderscheidenlijk die, op grond van artikel 9 onverenigbaar is met het notarisambt.

  • 5

    De griffiers der gerechten doen aan Onze Minister, de kamer voor het notariaat, de KNB en het Bureau mededeling van rechterlijke beslissingen als bedoeld in het derde lid, onderdeel b.

  • 6

    Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de toegevoegd notaris, met dien verstande dat zijn toevoeging door Onze Minister wordt ingetrokken dan wel kan worden ingetrokken.

  • 7

    In geval van waarneming door de notaris of toegevoegd notaris is bij zijn ontslag, respectievelijk de intrekking van zijn toevoeging, tevens zijn benoeming als waarnemer van rechtswege ingetrokken.


Artikel 15

  • 1

    Indien de notaris overlijdt, defungeert of zich vestigt buiten het arrondissement waarin zijn plaats van vestiging is gelegen zonder medeneming van zijn protocol, wijst Onze Minister, gehoord de KNB, een notaris aan om het protocol en eventueel de overige notariële bescheiden over te nemen. Indien deze bescheiden moeten worden overgenomen door een nieuw benoemde notaris, kan de aanwijzing bij het koninklijk besluit van zijn benoeming plaatsvinden. Bij verordening worden nadere voorschriften gegeven over de wijze waarop de overdracht en de overname van het protocol en de overige notariële bescheiden dienen te geschieden.

  • 2

    De aangewezen notaris treedt met ingang van de dag van zijn aanwijzing van rechtswege in de plaats van zijn ambtsvoorganger met betrekking tot de bijzondere rekeningen, bedoeld in artikel 25. Hij stelt de financiële onderneming, bedoeld in artikel 25, eerste lid, terstond van zijn aanwijzing in kennis.


Kennisdossiers

Titel Categorie
Titel Notarisambt en tuchtrecht Categorie Ambtsuitoefening

Rechtspraak

Titel Instantie Datum Nummer
Notaris niet aansprakelijk voor handelingen van ambtsvoorganger Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 26-10-2022 Nummer ECLI:NL:RBROT:2022:8860
Bij overname protocol is notaris niet aansprakelijk voor fouten van ambtsvoorganger Instantie Rechtbank Rotterdam Datum 29-11-2017 Nummer ECLI:NL:RBROT:2017:9395
Monopoliepositie Italiaanse notaris niet aangetast door HvJ EU Instantie Hof van Justitie EU Datum 30-04-2014 Nummer ECLI:EU:C:2014:477
Overgang van protocol impliceert niet dat aansprakelijkheid overgaat Instantie Rechtbank Amsterdam Datum 13-02-2013 Nummer ECLI:NL:RBAMS:2013:BZ8500

Wetsvoorstellen

Titel Dossiernr. Status Samenvatting
Wijziging WNA i.v.m. het inrichten van een fonds t.b.v. de continuïteit en kwaliteit van protocollen en de betaling van kosten voor toezicht en tuchtrechtspraak Dossiernr. 34810 Status In werking getreden Samenvatting -

Praktisch

Titel Bron Type Categorie
Opvolgersarchief Bron KNB Type Instanties en registers Categorie Verwijzingen voor de particulier
Register Notariaat Bron KNB Type Instanties en registers Categorie Verwijzingen voor de particulier
Inhoudsopgave
Overzicht
Wetstructuur
Diversen